Strategische Research- en 2014-2015
Innovatieagenda
21 november 2013 Torenallee 22-08 5617 BD Eindhoven T +31 40 820 03 65
[email protected] www.clicknl.nl
2 | 24
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING
3
INLEIDING
5
DE CLICKNL AGENDA 2012-2013
6
Voorgeschiedenis
6
CLICKNL
6
Strategische onderzoeks- en innovatieagenda 2012-2013
7
Vernieuwde agenda 2014-2015
8
Synergie en dwarsverbindingen
8
Cross-overs: de waarde van creatie voor andere sectoren
12
Internationalisering
13
Societal challenges
15
Creative research areas
15
Extra aandacht in 2014: Cross-overs Health & Wellbeing
15
DE AGENDA’S VAN DE CLICKNL-NETWERKEN
15
BIJLAGE
19
Onderzoeks-en innovatieagenda’s CLICKNL-netwerken
19
3 | 24
SAMENVATTING In CLICKNL – dat creatieve netwerken in verschillende deelsectoren van de creatieve industrie met elkaar verbindt - werken de kenniswereld en de creatieve sector samen op basis van een gedeelde Strategische Researchen Innovatieagenda (SRIA). De SRIA benoemt de belangrijke kennisvragen die leven in de sector. Door antwoorden op die vragen te zoeken en kennis met elkaar te delen, biedt CLICKNL de creatieve industrie nieuwe handvaten om te komen tot innovatieve producten en diensten. In het Innovatiecontract dat in oktober 2013 is ondertekend door de belangrijkste stakeholders in de sector zijn afspraken vastgelegd over de toekenning van middelen voor publiek-private samenwerking, waarmee de agenda in 2014 en 2015 kan worden uitgevoerd. Hiertoe zullen in 2014 nieuwe calls for proposals (oproepen tot indienen onderzoeksvoorstellen) worden gepubliceerd. De SRIA voor 2014 en 2015 bouwt voort op de agenda die al in 2012 is opgesteld, maar is op een aantal punten aangescherpt. In de bijgestelde agenda is meer aandacht voor synergie tussen de netwerken, voor crossovers (samenwerking met andere sectoren) en voor internationalisering. De bijgestelde agenda is in het volgende plaatje kort en krachtig samengevat:
Societal challenges CLICKNL zoekt aansluiting bij de Europese onderzoeks- en innovatie agenda Horizon 2020, en zet vooral in op de maatschappelijke uitdagingen Health & Wellbeing, Inclusive Societies, Climate Action/Energy en Transport. Dat betekent ook dat geinvesteerd wordt in cross-overs met de topsectoren Life Sciences & Health (LSH), Energie & Logistiek.
4 | 24
Creative research areas New materials, digitalisation, business transformation en creative methods zijn de verbindende onderzoeksthema’s in de CLICKNL agenda. Deze thema’s geven op hun beurt ook weer richting aan cross-overs, samenwerking met andere topsectoren en aan internationale samenwerking. Aansluitend bij de eerste twee thema’s liggen bijvoorbeeld cross-overs met de topsectoren High Tech Systems & Materials (HTSM) en Chemie voor de hand. In de Europese agenda lijkt goede aansluiting mogelijk bij programma’s rond ICT, Advanced Materials en Advanced Manufacturing & Processing. Dit wordt in de komende tijd nader verkend. Solution spaces De creatieve industrie omvat meerdere deelsectoren, die ieder weer hun eigen kennisvragen hebben rond de maatschappelijke en technologische en wetenschappelijke uitdagingen die hierboven beschreven zijn. In CLICKNL zijn de volgende deelsectoren betrokken bij de verdere uitwerking van de SRIA: Games, Media & ICT, Next Fashion, Design, Built Environment en Heritage. Extra aandacht in 2014: Cross-overs Health & Wellbeing CLICKNL geeft in 2014 extra aandacht aan cross-over pilotprojecten die zich richten op Health & Wellbeing, en dus ook op samenwerking met de topsector Life Sciences & Health. Pilotprojecten kunnen regionaal, nationaal en internationaal worden opgepakt en door meerdere netwerken tezamen worden gerealiseerd. We gaan op zoek naar ‘iconische projecten’ onder deze vlag: projecten met een sectorbrede uitstraling, die uitstekende showcases zijn van de ‘waarde van creatie’. Roadmaps Het CLICKNL bestuur beveelt aan om in 2014 de agenda sterker in te kaderen door ‘roadmaps’ te maken. Deze illustreren stapsgewijs de antwoorden op de vragen waar we willen staan in 2020 en wat de stappen zijn die we dan in die richting hebben gezet.
5 | 24
INLEIDING De creatieve industrie is een van de negen topsectoren in het Nederlandse bedrijvenbeleid. In september 2011 gaf toenmalig minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie opdracht aan het Topteam Creatieve Industrie om met de gouden driehoek van bedrijven, kennisinstellingen en overheid een innovatiecontract voor te bereiden. Richtinggevend daarbij was een door de sector gedragen strategische onderzoeks- en innovatieagenda. Deze agenda adresseert de belangrijkste vragen die leven in de sector en sluit aan op de sterktes van de sector. In het innovatiecontract dat in april 2012 is ondertekend door de belangrijkste stakeholders zijn de afspraken vastgelegd over de toekenning van middelen voor publiek-private samenwerking, waarmee de agenda voor 2012 en 2013 kon worden uitgevoerd. Dat heeft in 2013 geleid tot:
De start van 23 NWO- en TNO-projecten die op deze agenda zijn gebaseerd. In deze projecten participeren, naast een groot aantal creatieve bedrijven en culturele organisaties, vrijwel alle Nederlandse universiteiten. De realisatie van twee projecten met HBO-instellingen (Next Fashion, Media & ICT) in het kader van de SIA RAAK-regeling. De realisatie van een aantal projecten die door MKB-bedrijven zijn ontwikkeld in het kader van de MKB Innovatieregeling Topsectoren (MIT) (vouchers en R&D-samenwerkingsprojecten)1. De inrichting van een MKB-loket samen met Syntens, dat MKB-bedrijven ondersteunt bij de toegang tot kennis, netwerken en regelingen die voor het MKB relevant zijn. Het MKB-loket is een belangrijke schakel in de matchmaking. Vele netwerk- en matchmakingsbijeenkomsten, gericht op het smeden van publiek-private samenwerking en het uitwisselen en delen van kennis. Een website waaruit een intensieve informatie-uitwisseling is voortgevloeid (www.clicknl.nl).
In oktober 2013 is met de partners een nieuw innovatiecontract opgesteld voor de periode 2014 en 2015. De strategische agenda die de basis vormde voor het Innovatiecontract 2012-2013 was daarvoor opnieuw het primaire uitgangspunt. Maar tegelijkertijd is goed gekeken waar aanscherping gewenst is en nadere keuzes kunnen worden gemaakt2. Op drie punten is aanscherping gezocht: a. meer synergie tussen de verschillende deelagenda’s, b. kansen voor cross-overs en c. kansen voor internationalisering. De aangescherpte agenda is leidend voor de uitvoering van het innovatiecontract (in het bijzonder voor de invulling van nieuwe calls) in de periode 2014-2015. 1
Welke MIT-‐projecten van start zullen gaan is op dit moment (november2013) nog niet bekend.
2
De CLICKNL-‐agenda is met de CLICKNL-‐netwerken, het CLICKNL-‐bestuur en de Dutch Creative Council besproken, en daaruit is dit document voortgekomen. Ter voorbereiding is een tweetal verkenningen uitgevoerd over internationalisering (door Mir Wermuth van Immovator) en cross-‐overs (door Jop Esmeijer van TNO). Paul Rutten van CLICKNL-‐CI Next heeft de inhoudelijke aftrap van een heisessie waar de aanscherping van de agenda centraal stond, voor zijn rekening genomen.
6 | 24
DE CLICKNL AGENDA 2012-2013 Voorgeschiedenis In zijn advies aan het kabinet ‘Creatieve industrie in topvorm’ van juni 2011 schetste het topteam de eerste contouren van een onderzoeks-en innovatieagenda langs drie hoofdlijnen: 1. Kennis over de creatieve industrie - onderzoek naar de toegevoegde waarde van de creatieve industrie voor de economie en de samenleving; 2. Kennis voor de creatieve industrie - onderzoek dat de sector handvatten geeft om groei en innovatiekracht van de sector zelf te versterken; en 3. Toegepaste wetenschappelijke kennis - toepassing en validatie van relevante wetenschappelijke kennis voor en door de sector, vertalen van relevante inzichten uit de creatieve praktijk naar wetenschappelijke kennis. In de tweede helft van 2011 is vervolgens in de aanloop naar het innovatiecontract 2012-2013 intensief overlegd tussen de verschillende betrokken partijen uit de kenniswereld en de creatieve sector. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke onderzoeks- en innovatieagenda voor de Creatieve Industrie, een Innovatiecontract voor 2012-2013 en de oprichting van CLICKNL. CLICKNL De ambitie van de topsector Creatieve Industrie is om Nederland in 2020 tot de meest creatieve economie van Europa te maken. Die ambitie kan alleen werkelijkheid worden als de creatieve industrie stevig is ingebed in het gehele kennis- en innovatiesysteem. Om dat te realiseren is CLICKNL opgericht. In CLICKNL werken bedrijven, culturele instellingen, NWO, TNO, HBO, universiteiten en overheden intensief met elkaar samen. De creatieve industrie is een relatief jonge en dynamische topsector, met een grote diversiteit aan bedrijfstakken en invalshoeken. Voor de sector is het niet alleen van belang om meer lijn te brengen in de gezamenlijke kennisontwikkeling maar ook om recht te doen aan de uiteenlopende vragen en uitdagingen in de verschillende deelsectoren. CLICKNL zet daarbij sterk in op het verzilveren van de waarde van creatie: het beter benutten van de creativiteit en innovatiekracht van de Nederlandse creatieve industrie om de Nederlandse economie en samenleving sterker te maken. CLICKNL heeft dan ook een expliciete ambitie om cross-overs naar andere sectoren te realiseren. Denk aan games waarmee spelenderwijs een gezonde leefstijl wordt aangeleerd en kosten in de zorg bespaard kunnen worden, aan de slimme snelweg van Daan Roosegaarde, of aan kleding die energie opwekt. Een belangrijk middel waarmee CLICKNL de ambities waar wil maken is met een gezamenlijke onderzoeks- en innovatieagenda.
7 | 24
Strategische onderzoeks- en innovatie-agenda 2012-2013
De SRIA 2012-2013 is langs drie assen ingevuld. Aan de linkerzijde van deze figuur zien we de inhoudelijke kennisthema’s. Deze thema’s zijn met name geïnspireerd door de wetenschappelijke uitdagingen die in 2011 door NWO zijn uitgewerkt voor het NWO-brede thema Creatieve Industrie3. De kennisthema’s geven weer op welke inhoudelijke thema’s we sterk zijn en waar de belangrijkste wetenschappelijke uitdagingen zitten. Ze bouwen voort op de agenda’s van voorlopers van CLICKNL (IIP Create, GATE en CRISP). Kenmerkend is het uitgangspunt van multidisciplinariteit: kennis rond deze thema’s komt tot stand door samenwerking tussen onderzoekers, ondernemers, ontwerpers, erfgoed-beheerders en kunstenaars, tussen universiteiten en hogescholen, én tussen verschillende wetenschappelijke disciplines. Zo ontwikkelen chemici en materiaalkundigen samen met kunsthistorici nieuwe methoden om door de verflagen van meesterwerken heen te kijken. Gedragswetenschappers en softwareonderzoekers doen onderzoek naar perfecte en geloofwaardige nabootsing van menselijk gedrag in serious games. Geesteswetenschappers doen onderzoek naar het veranderende mediagedrag van de consument onder invloed van digitale en sociale media. En juristen buigen zich over intellectueel eigendom in een digitaliserende omgeving. (Bron: NWO)
Voor sommige van deze thema’s geldt dat ze vooral van belang zijn voor specifieke deelsectoren van de creatieve industrie. Zo is het thema Virtual Worlds vooral voor de gamessector interessant en het thema Sustainable Design voor de ontwerpsectoren mode, design en architectuur; we zien dit terug in de ‘pinnetjes’ in het plaatje. Twee van de thema’s aan de linkerzijde 3
Met als onderwerpen ‘Interactieve virtuele werelden’, ‘Sociale media’, ‘Sociale Innovatie via Creative Thinking’, ‘Design’, ‘Kunst en creatie’, ‘Cultureel erfgoed’ en ‘Business Innovation’. De NWO-‐thema’s zijn in 2011 met enige aanpassingen (bijvoorbeeld een expliciete focus op big data), geadopteerd door de partijen die betrokken waren bij het opstellen van de agenda.
8 | 24
worden als belangrijk voor de hele sector gezien: Heritage en CI Next/ Business Innovation (en zijn daarom in een andere kleur weergegeven in het plaatje). Aan de rechterzijde van de figuur zien we de sectorale invalshoek, de verschillende werkvelden (‘solution spaces’) van de creatieve industrie. Benoemd zijn die onderdelen van de creatieve industrie waar al een zekere mate van inhoudelijke verbinding en samenwerking in de gouden driehoek zichtbaar was. CLICKNL bouwt daarop voort. De keuze voor deze sectorale focus maakt het mogelijk de ‘grote’ onderzoeksthema’s aan de linkerzijde inhoudelijk aan te scherpen en meer concreet te maken vanuit het perspectief van een deelsector. Die concretisering zien we terug in de deelagenda’s van de CLICKNL netwerken, die verderop worden beschreven. De derde dimensie in het plaatje representeert tenslotte de cross-over ambities van de CI, waarbij is gekozen voor een expliciete focus op de grote Europese maatschappelijke uitdagingen, en daarmee voor een ‘sociale innovatie’-invalshoek. Vernieuwde agenda 2014-2015 In 2013 heeft CLICKNL bekeken of deze agenda voldoende richting geeft aan de ambities van CLICKNL en zijn achterban, en of aanscherpingen, focus en nadere keuzes aan de orde zijn. Daarbij is de aandacht vooral gericht op versterking van de synergie en dwarsverbindingen tussen de netwerken en op kansen voor cross-overs en internationalisering. Synergie en dwarsverbindingen Je kunt vanuit twee perspectieven kijken naar hoe innovatie in de creatieve industrie gestalte krijgt en kan worden aangejaagd. Enerzijds vanuit het perspectief: waar is de sector goed in (wat zijn de opportunities?) en anderzijds vanuit het perspectief: waar zit de meest urgente vraag (wat zijn de urgencies?). Urgencies In de verschillende deelsectoren spelen uiteenlopende urgente vraagstukken, die voor de strategische agenda van belang zijn. In de architectuur is bijvoorbeeld de economische crisis in de bouwwereld een van de grootste uitdagingen waar de sector voor staat. Hier zien we ook een cross-over met erfgoed, nu – mede ingegeven door de crisis - hergebruik van gebouwen steeds meer aandacht krijgt. Hergebruik van gebouwen - en in bredere zin ook van materialen - is ook een relevant thema vanuit duurzaamheidsperspectief. Denk aan de modesector die zich niet bepaald kenmerkt door duurzame productiemethoden. Hier is de recycling van textiel en kleding of de ontwikkeling van nieuwe duurzame materialen een uitdaging die zowel economisch als maatschappelijk noodzakelijk is. Hergebruik van materialen, hergebruik van erfgoed, de verduurzaming van de modeketen, de ‘circulaire economie’, smart cities, zero energy buildings en slimme mobiliteitsconcepten zijn allemaal vraagstukken die in het bredere perspectief van duurzaamheid aan de orde zijn. In sectoren waar ‘retail’ belangrijk is (mode, design, diensten), is de transformatie van de economische en logistieke keten rond winkelen en
9 | 24
distributie als gevolg van digitalisering bijvoorbeeld weer een urgent thema. Dit heeft in 2013 bijvoorbeeld geleid tot samenwerking van verschillende CLICKNL-netwerken met externe partijen rond het thema Shopping 2020. Bij Shopping 2020 gaat het ook om vragen als: wat betekent het nieuwe winkelgedrag van consumenten voor de toekomstige functie en inrichting van binnensteden en winkelcentra. In de gamessector is er weer veel belangstelling voor Games for Health. Er is behoefte aan een antwoord op de vraag hoe games kunnen bijdragen aan een gezonde levensstijl en aan betaalbare zorg. Games kunnen bijdragen aan gezond gedrag (spelenderwijs stoppen met roken, verantwoord omgaan met voedsel, meer bewegen) of aan zelfmanagement van patiënten. Games ontwikkelen zich in zekere zin tot nieuwe behandelmethodes en daarmee worden ze ook weer onderdeel van nieuwe financieringsmodellen in de zorg. De vraag naar de effectiviteit en validatie van health games wordt steeds relevanter voor zorgverzekeraars, die in hun pakketten meer op preventie willen sturen. In 2013 heeft een groot aantal kennis-en marktpartijen de krachten gebundeld om het economisch en maatschappelijk potentieel van Applied Games beter te benutten. In september is een landelijk stimuleringsprogramma Growing Games gestart, waaraan 25 partners deelnemen en investeren. Het betreft enkele tientallen miljoenen euro’s voor investeringen in nieuwe gamestudio’s, incubators en nieuwe gametechnologie. De provincie Utrecht financiert de opzet van het programma (waaronder coaching en matchmaking), private investeerders participeren in de gamefondsen en het opzetten van een Value Center. Het Value Center gaat games valideren op hun beoogde effecten, zodat de toekomstige afnemers zeker zijn van de werkzaamheid van de games. Een dergelijk center is uniek in de wereld. Andere partners brengen kennis in op het gebied van professionalisering, ondernemerschap en applied 4 gaming.
Zorg en gezondheid blijkt een belangrijk thema te zijn voor veel van de CLICKNL-netwerken. Denk aan innovatieve zorgconcepten en zorgdiensten waarbij de beleving van de patiënt centraal staat, of creatieve oplossingen voor ‘active aging’ - anders vormgeven van de leefomgeving van ouderen of aan nieuwe manieren om te komen tot kostenbesparingen in de zorg. Een mooi voorbeeld daarvan is de zogenoemde Chirurgengame die het speels aanleren van vaardigheden van chirurgen thuis op de Wii mogelijk maakt, waardoor kosten aanzienlijk kunnen worden bespaard. Maar ook vraagstukken rond social cohesion en social inclusion zijn aan de orde: het versterken van de betrokkenheid, empowerment en zelfredzaamheid van gebruikers en burgers, of het versterken van de ‘21st century skills’). Onder cross-overs en internationalisering komen we daar op terug. Opportunities Hier gaat het vooral om de vraag wat in onze ogen de belangrijke inzichten en kennisontwikkelingen in de sector zijn om te komen tot nieuwe toepassingen, producten en diensten. Welke belangrijke ontwikkelingen in technologie en wetenschap bieden de beste toepassingskansen voor innovaties in de creatieve industrie? 4
Zie verder: http://www.clicknl.nl/media-ict/2013/09/25/applied-gaming-in-nederland-is-seriousbusiness/#sthash.B2CUiLSi.dpuf
10 | 24
In de SRIA 2012-2013 zoals hierboven gevisualiseerd worden zeven ‘opportunities’ - inhoudelijke kennisthema’s - benoemd. Een nadere analyse (onder meer gebaseerd op voortschrijdend inzicht over waar in de netwerken nu al aan gewerkt en samengewerkt wordt) maakte duidelijk dat als die thema’s meer gebundeld worden en op een wat andere manier benoemd, ze voor de netwerken als verbindende kennisthema’s meer herkenbaar zijn. Wat daardoor bijvoorbeeld explicieter dan oorspronkelijk kan worden aangepakt, is het thema ‘nieuwe materialen’. Dit thema speelt een belangrijke rol in de nadere uitwerking van de deelagenda’s van de netwerken en de projecten die gehonoreerd zijn in 2013. De analyse geeft daarnaast ook aan dat Heritage weliswaar veel verbindingen heeft met verschillende CLICKNLnetwerken, maar toch meer als een eigen sector of ‘solution space’ - de erfgoedsector - opereert dan als een verbindend thema. Terwijl dat juist niet geldt voor CI Next: in de aangescherpte agenda wordt CI NEXT daarom juist nadrukkelijker als een verbindend thema gezien (‘business transformation’) dan als een ‘solution space’. De analyse leidt tot het benoemen van vier ‘nieuwe’ verbindende thema’s ‘creative research areas’ - waarin de oorspronkelijke zeven thema’s zijn geïncorporeerd: a. New materials In onderzoek naar nieuwe materialen worden momenteel tal van interessante resultaten geboekt. Er wordt bijvoorbeeld gezocht naar het gebruik van andere dan fossiele grondstoffen, en hergebruik staat meer centraal (denk aan onderzoek naar de verduurzaming van gebouwen, of hergebruikte materialen in de mode). Op basis van nieuwe processen worden materialen geproduceerd die beter scoren op bepaalde functionaliteiten (kracht, gewicht, intelligentie). Door middel van integratie van digitale toepassingen in materialen, worden ze smart (‘internet of things’) en openen zich nieuwe toepassingsgebieden (bijvoorbeeld ‘wearables’). De maatschappelijke waarde van deze nieuwe toepassingen zien we terug in gericht, efficiënt en effectief gebruik van die materialen in constructies, constellaties en eindproducten. Denk bijvoorbeeld aan de integratie van zonnecellen in textiel. Hierbij zijn de creatieve ontwerpdisciplines van cruciaal belang. Zij hebben oog voor gebruik, beleving en levensstijlwaarde en kunnen vanuit die expertise zelfs inspiratie geven aan het fundamentele onderzoek naar nieuwe materialen en systemen. Dit thema incorporeert het oorspronkelijke kennisthema ‘sustainable design’. Door dit thema als ‘new materials’ te benoemen wordt duidelijk dat het hier om meer gaat dan alleen ‘duurzaam ontwerpen’, zoals het thema oorspronkelijk was benoemd. b. Digitalisation De ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie hebben, met informatie als centraal element in hun propositie, creatieve bedrijfstakken structureel veranderd. De aard van de producten en diensten, de wijze van distributie en aanbod en de relatie met consumenten is radicaal anders geworden. Denk aan de erfgoedsector, waarin erfgoed steeds meer een ‘genetwerkt’ karakter krijgt, maar ook aan de transformatie van media –en omroepbedrijven.
11 | 24
De digitale revolutie heeft ook voor de totale economie verregaande gevolgen. Economische netwerken stoelen op data en informatie, de informatiestroom en het gebruik ervan zijn door de komst van de digitale netwerken radicaal veranderd. Digitale toepassingen liggen ten grondslag aan innovaties in proces, product en diensten in alle sectoren, bijvoorbeeld de opkomst van webshops in een retailsector als de mode. Zelfs materialen worden nu gereduceerd tot digitale informatie die vervolgens na verspreiding als informatie weer op vrijwel iedere locatie tot materie kunnen worden getransformeerd (3D-printing, advanced/additive manufacturing). Digitalisering is voor de creatieve industrie - waarin informatie, beleving en content centraler staan dan in welke sector ook – een sleuteltechnologie. Omgekeerd is ook de creatieve industrie van cruciaal belang om aan deze transformatie in andere sectoren vorm en richting te geven (denk aan ‘appification’, ‘gamification’, 3D-ontwerpen, et cetera). Dit thema incorporeert de oorspronkelijke thema’s Virtual Interactive Worlds, Smart & Social Media en Big Data. Door deze thema’s te bundelen en ze als ‘digitalisation’ te benoemen, kunnen ook digitaliseringsvraagstukken die spelen in de designdisciplines explicieter worden meegenomen. c. Business transformation Binnen ons economisch systeem verandert de wijze waarop bedrijven hun geld verdienen vrijwel continu. Technologische ontwikkelingen en daaraan gekoppeld meer algemene processen als globalisering zijn daar debet aan. Door de introductie van nieuwe technologieën zien bedrijven zich genoodzaakt om, met het oog op hun concurrentiepositie, hun businessprocessen en -modellen aan te passen om voortdurend op veranderingen te kunnen inspelen of te anticiperen. De meest radicale businesstransformaties vinden momenteel plaats in de creatieve industrie, in het bijzonder binnen de media- en entertainmentindustrie maar ook in de ontwerpsectoren waar de kern van de creatieprocessen sterk verandert. De creatieve industrie is zelf sterk betrokken bij het vormgeven en ontwerpen van die transformaties. In samenwerking met de ICT-sector worden allerlei nieuwe processen vormgegeven die voor de brede economie van groot belang kunnen worden (nieuwe manieren van (samen)werken, nieuwe vormen van eigendom, nieuwe verdienmodellen). Duidelijke voorbeelden zijn serious gaming en additive manufacturing. Om succes te boeken moeten ook regionale en lokale overheden die innovatie stimuleren meebewegen. Onderwijsinstellingen moeten talent afleveren dat in staat is in deze dynamiek mee te kunnen (21st century skills). Dit vraagt om een groot adaptief vermogen van regionale innovatiesystemen. Het thema Business transformation als verbindend kennisthema correspondeert met het oorspronkelijke thema CI NEXTBusiness Innovation. d. Creative methods De belangrijkste toegevoegde waarde van de creatieve industrie voor andere sectoren en voor eindafnemers op de consumentenmarkt zit in het ontwerp, de verbeeldingskracht en de storytelling die de sector levert. Creatieve methoden helpen bij het vormgeven en beïnvloeden van gedrag en de manier waarop mensen leven (denk aan games gericht op gezond gedrag). De waarde die creatie op die wijze realiseert is uniek. Het begrip van processen
12 | 24
die daarin een rol spelen, het belang van de juiste competenties en de relevantie van juiste methodieken is vooralsnog echter weinig onderzocht. Wanneer de sector die ‘waarde van creatie’ wil vergroten en als een sterk punt wil blijven uitspelen, is het van groot belang de kennisbasis die daarvoor nodig is te versterken, om deze waarde te laten beklijven bij nieuwe generaties creatieven en daardoor tot opschaling te komen. Opschaling vormt immers de basis voor een duurzaam concurrentievoordeel, en bepaalt of de waarde van creatie in de zakelijke markt in combinatie met andere sectoren en domeinen echt verzilverd kan worden. Dit thema correspondeert met het oorspronkelijke thema creative & design thinking. CLICKNL bouwt hier onder meer voort op onderzoek naar creative thinking en/of design thinking en ‘ontwerpend onderzoek’ van CRISP. CLICKNL wil in 2014-2015 deze vier creative research areas centraal stellen bij de uitwerking van nieuwe calls. De keuze voor deze vier maakt het ook mogelijk gericht in te zetten op samenwerking met andere topsectoren. Wat betreft thema a. en b. liggen bijvoorbeeld cross-overs met HTSM/ICT (smart materials, ICT) en Chemie/Biobased (materialen) voor de hand, en kan aansluiting worden gezocht bij vergelijkbare thema’s in Horizon 2020. Van belang is hierbij steeds om te zoeken naar sterke verbindingen tussen opportunities en urgencies. In de volgende paragrafen werken we de kansen voor cross-overs en internationalisering verder uit. Het bestuur van CLICKNL stelt voor om in 2014 hiervoor roadmaps te ontwikkelen: meer uitgewerkte visies op waar we in 2020 willen staan en welke stappen worden gezet om daar te komen. Cross-overs: de waarde van creatie voor andere sectoren Een sleutelambitie van CLICKNL is het zichtbaar maken en verzilveren van de ‘waarde van creatie’. CLICKNL moet duidelijk kunnen maken wat de meerwaarde van creativiteit is voor andere sectoren en/of voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. De creatieve industrie is weliswaar al sterk in cross-overs, maar dat zien we nu vooral terug in dienstverlening (opdrachten) en veel minder in samenwerkingsverbanden rond onderzoek en innovatie. De kennis die in opdrachten wordt opgedaan wordt nog weinig gedeeld, waardoor kansen voor opschaling blijven liggen. Anderzijds vinden relevante onderzoeksinzichten die de propositie van de sector kunnen versterken nog onvoldoende hun weg naar het opdrachtenwerk. Aan de ambitie om cross-overs te realiseren is tot op heden niet nadrukkelijk gestuurd vanuit een visie op welke cross-overs het meest kansrijk zijn. Kijken we naar projecten die inmiddels zijn gehonoreerd en naar de vragen die op CLICKNL afkomen, dan zien we hier wel steeds meer richting in ontstaan. Zo is opvallend dat veel van de gehonoreerde projecten in de Open Call van 2013 een cross-over naar het health-domein maken. Daarnaast is duurzaamheid een belangrijk thema. De cross-over-kansen die worden benoemd vanuit de urgencies-optiek zijn met name cross-overs met de topsectoren Life Sciences & Health, Energie en Logistiek. Hier gaat het bijvoorbeeld om vraagstukken rond systeem- en gedragsverandering, waarbij de creatieve industrie een belangrijke rol kan
13 | 24
spelen. Wanneer we expliciet kijken naar de Europese kansen (de ‘societal challenges’), dan liggen er vooral kansen binnen de thema’s Health & Wellbeing, Inclusive Societies, Climate action/Energy en Transport. Vooral Health is in de verkenning door vrijwel alle netwerken benoemd als een cross-over met grote potentie en urgentie. Vanuit de opportunitiesinvalshoek worden vooral cross-overs met de topsectoren High Tech Systems & Materials HTSM (ICT, big data, smart materials), en Chemie (biobased, vezels) als kansrijk gezien. Op grond van deze analyse kiest CLICKNL ervoor om in 2014 extra inspanningen te doen op één specifiek cross-over-gebied, namelijk Health & Wellbeing, respectievelijk om met voorrang in te zetten op samenwerking met de topsector Life Sciences & Health. Sommige netwerken zijn hier nu ook al zichtbaar actief, met name Design en Games. Dit gebied wordt het cross-over pilotdomein voor 2014. De vormgeving van pilotprojecten kan zowel regionaal, nationaal als internationaal worden opgepakt en door meerdere netwerken samen worden uitgewerkt. Internationalisering Vooraf is het goed om vast te stellen dat het in Europa om veel meer gaat dan alleen Horizon 2020. Het gaat ook om Europese programma’s als de JPI’s, EITS, Creative Europe, Digital Agenda, EFRO, Interreg et cetera. Daarnaast is internationalisering ook meer dan alleen binnen Europa - denk aan de internationaliseringsagenda van het topteam waarbij aansluiting gezocht moet worden - en ook meer dan alleen klassieke R&D; denk aan kennis en innovatie in internationale businessnetwerken en in de cultuursector. De H2020-verkenning die door CLICKNL is uitgevoerd laat vooral zien dat de Europa-doelstellingen van CLICKNL nog niet uitgekristalliseerd zijn, en dat er aanzienlijke verschillen tussen de netwerken zijn. Heritage bijvoorbeeld is in Europa uitstekend (vooral wetenschappelijk) aangehaakt, via het Joint Programming Initiative (JPI) Cultural Heritage. Sommige CLICKNL-netwerken hebben via hun academische en/of TNO-netwerken goede internationale verbindingen (Design, Built Environment, Media & ICT) en gebruiken die netwerken ook voor het bouwen aan samenwerking in internationale consortia. Andere CLICKNL-netwerken zoals Next Fashion hebben juist weer een goede uitgangspositie via een krachtige internationale organisatie van bedrijven. Over de gehele linie geldt echter dat meer focus nodig is om strategisch slim te kunnen opereren. Met name de societal-challenges-invalshoek wordt door CLICKNL als kansrijk gezien, zoals al aangegeven. Uit de inventarisatie blijkt dat vooral Health, Climate Action, Energy, Transport en Inclusive Society als meest kansrijke uitdagingen worden benoemd. Vanuit een meer technologisch perspectief bieden ICT/Digitalisering, Advanced Materials en Advanced Manufacturing & Processing goede aanknopingspunten in Horizon 2020. In de komende periode worden deze kansen verder verkend en opgepakt. Kansen voor een expliciete rol van CLICKNL zijn er bijvoorbeeld ook nadrukkelijk rond de Europese thema’s Ambient & Assisted Living, Smart Cities en LifeLong Learning.
14 | 24
Hiervoor is een strategie nodig op twee fronten, enerzijds gericht op het opbouwen van internationale netwerken, anderzijds gerichte actie op enkele geprioriteerde thema’s. Sommige netwerken zullen in 2014 vooral moeten investeren in de opbouw van relevante samenwerkingsverbanden, andere netwerken kunnen in 2014 al gericht inzetten op calls. De H2020-strategie moet onderdeel zijn van een bredere internationaliseringsstrategie. Dit betekent ook intensivering van de samenwerking met de regio’s, (EFRO, Interreg, et cetera). Tenslotte is een goede aansluiting nodig bij de internationaliseringsactiviteiten van het Topteam en de Creative Council en van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie (bijvoorbeeld het integreren van kennis- en innovatieperspectief in handelsmissies). De werkgroep internationalisering van CLICKNL gaat hier de komende tijd actief mee aan slag5. Daarnaast is gezamenlijk optrekken van het Topteam en de Creative Council en CLICKNL gewenst. Gezien de ambitie van de topsector om in 2020 Europese topspeler te zijn, is internationalisering in de komende tijd een topprioriteit. Samenvattend kunnen we de agenda voor 2014 en 2015 in aangepaste vorm op de volgende wijze visueel weergeven waarbij de aangescherpte keuzes opnieuw langs drie lijnen zijn vormgegeven: societal challenges, creative research areas (opportunities, kennisthema’s) en solution spaces (toepassingsgebieden, deelsectoren):
5
In deze werkgroep participeren vertegenwoordigers van de CLICKNL-‐netwerken, van de regio’s, van NWO, TNO, HBO-‐SIA en van AgentschapNL (met specifieke portefeuilles internationalisering/Europa).
15 | 24
Societal challenges CLICKNL zoekt aansluiting bij de Europese onderzoeks- en innovatie agenda Horizon 2020, en zet daarbij vooral in op de maatschappelijke uitdagingen Health & Wellbeing, Inclusive Societies, Climate Action/Energy en Transport. Dat betekent ook dat geïnvesteerd wordt in cross-overs met de topsectoren Life Sciences & Health (LSH), Energie & Logistiek. Creative research areas New materials, digitalisation, business transformation en creative methods zijn de verbindende kennisthema’s in de CLICKNL agenda. Deze thema’s geven op hun beurt ook weer richting aan cross-overs, samenwerking met andere topsectoren en aan internationale samenwerking. Aansluitend bij de eerste twee thema’s liggen bijvoorbeeld cross-overs met de topsectoren High Tech Systems & Materials (HTSM) en Chemie voor de hand. In de Europese agenda lijkt goede aansluiting mogelijk bij programma’s rond ICT, Advanced Materials en Advanced Manufacturing & Processing. Die kansen worden in de komende tijd nader verkend. Solution spaces De creatieve industrie omvat meerdere deelsectoren, die ieder weer hun eigen kennisvragen hebben rond de maatschappelijke en technologische en wetenschappelijke uitdagingen die hierboven beschreven zijn. In CLICKNL zijn de volgende deelsectoren betrokken bij de verdere uitwerking van de SRIA: Games, Media & ICT, Next Fashion, Design, Built Environment en Heritage. Extra aandacht in 2014: Cross-overs Health & Wellbeing CLICKNL geeft in 2014 extra aandacht aan de ontwikkeling van cross-over pilotprojecten die zich richten op Health & Wellbeing, en dus ook op samenwerking met de topsector Life Sciences & Health. Pilotprojecten kunnen regionaal, nationaal en internationaal worden opgepakt en door meerdere netwerken tezamen worden gerealiseerd. We gaan op zoek naar ‘iconische projecten’ onder deze vlag: projecten met een sectorbrede uitstraling, die uitstekende showcases zijn van de ‘waarde van creatie’.
DE AGENDA’S VAN DE CLICKNL-NETWERKEN De CLICKNL-netwerken (die de ‘solution spaces’ vertegenwoordigen) hebben ieder ook eigen agenda’s uitgewerkt die tezamen aan deze gezamenlijke agenda verder invulling geven (zie de Bijlage voor een meer uitgebreide versie). Voor de meeste netwerken geldt dat zij voor2014-2015 geen fundamentele wijzigingen in hun agenda hebben aangebracht voor (het netwerk Design uitgezonderd, dat zijn agenda aanzienlijk heeft aangepast). Kort samengevat zien de deelagenda’s er als volgt uit:
16 | 24
CLICKNL Games richt zich op drie onderling verweven onderzoeksthema’s: 1. Game worlds, 2. Users and interaction en 3. Transfer of gaming (onder meer game-designprincipes en het meten van de effectiviteit van serious games). Nadruk ligt in deze agenda op toepassing van games in de domeinen safety, health, education, entertainment en heritage. CLICKNL Media & ICT richt zich op zes hoofdthema’s: 1. Smart & social media: de opkomst van nieuwe, intelligente, technologie en van de gebruiker als prosumer heeft grote impact op het aanbod en gebruik van media; 2. Design thinking: manieren van denken (ontwerpen, storytelling) vanuit de media om een bijdrage te leveren aan de EU societal challenges en andere topsectoren; 3. Big data: de groeiende hoeveelheid data en de ontwikkeling van vernieuwende diensten om data op te slaan, te ontsluiten en te exploiteren; 4. Business innovation: sectorspecifieke innovatie en transformatie van de media en ict-business; 5. Cultural heritage: in een sterk gemediatiseerde wereld is erfgoed cruciaal als reservoir (digitale archivering), als reflectie op identiteit (mediawijsheid) en als inspiratiebron (zie ook CLICK//Cultural Heritage); 6. Virtual interactive worlds: innovatie richt zich op het verder integreren van de interactiviteit in media en contentdiensten. CLICKNL Design onderscheidt vier hoofdlijnen in haar agenda: 1. Design voor een gezonde en duurzame samenleving CLICKNL Design focust hier op twee maatschappelijke uitdagingen, namelijk Health en Circular Economy. 2. Gebruik van geavanceerde data en technologie Dit richt zich op mogelijkheden van Big Data, advanced manufacturing, robotisering, additive manufacturing (waaronder 3D printing), virtual reality en intelligente materialen. 3. Gepersonaliseerde oplossingen in product/dienst systemen 4. Onderzoek, ontwikkeling en validatie in Living Labs. CLICKNL Next Fashion richt zich op vier innovatiethema’s en de ‘doorsnijdende’ thema’s business innovation en cultureel erfgoed (i.s.m. de netwerken Heritage en CI Next). Die thema’s zijn: 1. De waarde van mode (fashion values) Nieuwe en andere waarden, betekenissen en dimensies die mode en kleding kunnen krijgen voor de consument. 2. Mode en technologie (fashionable technology) Dit houdt in de ontwikkeling van nieuwe, slimme, materialen door combinatie van textieltechnologie en ICT, inclusief de industriële productie ervan en toepassing voor een slimme keten. 3. Mode en duurzaamheid (sustainable design) Dit staat voor de verduurzaming van de gehele productieketen door alternatieve vezels en garens, door verduurzaming van onderhoud (levenscyclus) en door verduurzaming van de logistiek. 4. Versterking van het mode-innovatiesysteem
17 | 24
CLICKNL Built Environment richt zich op vier inhoudelijk verweven ‘programma’s’: 1. Cutting edge focust op de innovatiestappen die de sector moet maken: a. oplossingen voor resource-efficiency, b. de uitdaging van user inspired design, en c. de uitdaging van reuse (hergebruik, herbestemming) van gebouwen én omgevingen. 2. Value chain richt zich op business-innovatie-uitdagingen in de architectuur waarbij de positie van de ontwerper in de keten veranderd en verbreed wordt. 3. Hot/test bed ontwikkelt testgebieden (living labs) voor de cutting-edgeoplossingen uit de eerste programmalijn. 4. Creative cloud ontwikkelt een open-data- en open-access-omgeving waarbinnen bedrijven en kennisinstellingen in de sector kennis kunnen uitwisselen. CLICKNL Heritage heeft vijf prioriteiten en bijbehorende ambities: 1. ‘Genetwerkt’ erfgoed en het ontstaan van een ‘Commonwealth’ Erfgoedinstellingen dragen via het online beschikbaar stellen van collecties bij aan een nieuw informatie ecosysteem. 2. Nieuwe gebruikers en diensteninnovatie. Het algemene publiek neemt een steeds prominentere plaats in en lijkt de leidraad te gaan vormen voor het aanbod. 3. Ontstaan van nieuwe multidisciplinaire onderzoeksmethoden. Wetenschappers en professionals werken in toenemende mate multidisciplinair samen binnen alle domeinen van het erfgoed. 4. Techniek als nieuwe intermediair. Met name rond de snelle opmars van mobiele media, nieuwe vormen van mens-computer-interactie en inzet van semantische webstandaarden is een nieuwe innovatiegolf ingezet. 5. Hergebruik en herbestemming. Dit thema richt zich enerzijds op het duurzaam creëren, cureren en op lange termijn bewaren van data en collecties opdat hergebruik mogelijk is, en anderzijds op het creatief ontwikkelen van roerend en onroerend erfgoed en het stimuleren van hergebruik en herbestemming van gebouwen. CLICKNL CI NEXT 6 kent zes onderzoekslijnen: 1. Economische waarde van de creatieve industrie, 2. Levenscyclus van creatieve ondernemingen, 3. Digitalisering, intellectueel eigendom en verdienmodellen, 4. Dynamiek van innovatie, 5. Creatieve industrie in smart regions en 6. Internationalisering en specialisatie. Deze deelagenda’s zijn in 2012 richtinggevend geweest voor de call for proposals van NWO en TNO (de Open Call en twee zogenaamde Topcalls), die in april 2013 hebben geleid tot de honorering van 23 nieuwe projecten. In 2014 en 2015 werken we niet meer met een generieke call maar komt er meer maatwerk in de calls. Daarnaast is de SRIA leidend voor calls in het kader van de MIT-regeling. Deze regeling steunt het creatieve MKB om 6
In de SRIA van 2012-‐2013 is CI NEXT als deelsector of ‘solution space’ opgevat, waarbij dit de uitwerking is van die specifike deelagenda; in de bijgestelde SRIA wordt CI Next als kennisthema gepositioneerd: deze agenda kan daarom als een verdere invulling van dat thema worden opgevat.
18 | 24
samen met kennisinstellingen onderzoeks- en innovatievragen op te pakken en uit te werken. De CLICKNL-agenda is tenslotte ook leidend voor de inzet van de TKI toeslag7.
7
In 2013 is door CLICKNL een aanvraag voor TKI-‐toeslag gedaan, die is gehonoreerd. Ook voor 2014 wordt een aanvraag voor TKI toeslag ingediend. Het bestuur van CLICNL besluit over de inzet daarvan; de onderzoeks-‐ en innovatie-‐agenda is daarbij leidend.
19 | 24
BIJLAGE Onderzoeks-en innovatieagenda’s CLICKNL-netwerken CLICKNL Games Games spelen een steeds belangrijkere rol in economische en maatschappelijke sectoren. Games stellen gebruikers in staat te oefenen, experimenteren en leren in een veilige en motiverende omgeving. De Nederlandse Games-sector is in een goede positie om te profiteren van en bij te dragen aan de globale ontwikkelingen op het gebied van games. De Nederlandse gamesindustrie heeft grote potentie, zowel op toegepast als entertainment-gebied. Voor 2013 wordt een omzetgroei tot 805 miljoen euro voorzien. De sector is echter ook kwetsbaar. Meer dan de helft van de bedrijven is pas na 2005 opgericht. CLICK//GATHER wil de internationale positie en het ecosysteem van de Nederlandse gamesindustrie versterken. De pijlers van het programma zijn: Onderzoeksagenda De publiek-private samenwerking richt zich op drie, onderling verweven onderzoeksthema’s: 1. Game worlds, 2. Users and interaction en 3. Transfer of gaming (onder meer game designprincipes en het meten van de effectiviteit van serious games). Deze thema’s vinden hun aansluiting op de belangrijke programma’s, zowel nationaal als internationaal. Ecosysteem Om de internationale positie van Nederland te behouden en te verstevigen is schaal- en marktvergroting voor onze producten en diensten van belang. Dit wordt bevorderd door het werken in multi-disciplinaire teams aan innovatieve gametechnologie, design, toepassingen en validatie van effectiviteit met een scherpe focus op behoeften van de gebruikers en de maatschappij. Hierin zijn coördinatie, matchmaking, valorisatie en disseminatie van groot belang. Games in context Het is van belang om aan innovatieve cross-over-projecten deel te nemen om aan te tonen hoe games kunnen worden toegepast, en de mogelijkheden van games te laten zien en zo de acceptatie van games te vergroten. Games richt zich met name op safety, health, education, entertainment en heritage. CLICKNL Media & ICT CLICKNL Media & ICT wil eraan bijdragen dat Nederland in 2020 tot de top-3 van mediaregio’s in Europa behoort, en dat ons land leidend is voor het ontwikkelen van nieuwe smart-media- en breedbanddiensten. Nederland moet gaan fungeren als living lab waarvandaan hier uitontwikkelde diensten door bedrijven geëxporteerd kunnen worden. Centraal in de kennis- en innovatieagenda van CLICKNL Media & ICT staat dienstenontwikkeling: het toepasbaar maken van technologie om innovatieve diensten te ontwikkelen voor (latente) behoeftes van de gebruiker. Daarbij staan dialoog en de
20 | 24
gebruiker als ‘prosument’ (producerende consument) centraal. De kracht van storytelling is essentieel om de ‘content’ van die nieuwe diensten over te brengen. Naast innovatieve mediadiensten voor informatie en entertainment gaat het steeds meer om innovatieve contentdiensten voor de grand challenges en andere topsectoren. CLICKNL Media & ICT concentreert zich inhoudelijk op zes thema’s: 1. Smart & social media: de opkomst van nieuwe, intelligente, technologie en van de gebruiker als ‘prosumer’ heeft grote impact op het aanbod en gebruik van media. 2. Design thinking: manier van denken (ontwerpen, storytelling) vanuit de media om een bijdrage te leveren aan de EU grand challenges en andere topsectoren. 3. Big data: de groeiende hoeveelheid data en de ontwikkeling van vernieuwende diensten om data op te slaan, te ontsluiten en te exploiteren. 4. Business innovation: sectorspecifieke innovatie en innovatie (zie ook de onderzoeksagenda CLICK//CI NeXt). 5. Cultural heritage: in een sterk gemedialiseerde wereld blijft erfgoed cruciaal als reservoir (digitale archivering), als reflectie op identiteit (mediawijsheid) en als inspiratiebron (zie ook CLICK//Cultural Heritage). 6. Virtual interactive worlds: innovatie richt zich op het verder integreren van de interactiviteit. CLICKNL Next Fashion De Nederlandse mode- en textielsector, met een omzet van 20 miljard euro, bestaat enerzijds uit grote, internationaal opererende bedrijven en anderzijds uit kleine, vaak ambachtelijk werkende, designerlabels, ieder met hun eigen uitdagingen op het gebied van innovatie. Deze twee innovatiesystemen zijn verschillend, ook in hun ontwikkelings-mogelijkheden. Om grote stappen te kunnen zetten en sectorale innovaties te bewerkstelligen, zijn dan ook allianties nodig tussen grote bedrijven (soms uit verschillende topsectoren, zoals HTSM of Logistiek), die zo hun innovatiepotentieel bundelen. De urgentie van die coalities wordt groter door de toenemende grondstoffenschaarste, globalisering van productieketens en tegelijk regionalisering van innovatiehaarden, digitalisering en de groeiende aandacht voor gezondheid en veiligheid. CLICKNL NF richt zich op vier innovatiethema’s en de doorsnijdende thema’s business innovation (zie CLICKNL CI NeXt en cultureel erfgoed (zie CLICKNL Heritage): 1. De waarde van mode (fashion values). Binnen dit thema gaat het om nieuwe en andere waarden, betekenissen en dimensies die mode en kleding kunnen krijgen voor de consument. 2. Mode en technologie (fashionable technology). Centraal staat de ontwikkeling van nieuwe, slimme, materialen door combinatie van textieltechnologie en ICT, inclusief de industriële productie ervan en toepassing voor een slimme keten. 3. Mode en duurzaamheid (sustainable design). De verduurzaming van de gehele productieketen door alternatieve vezels en garens, door verdere verduurzaming van onderhoud(levenscyclus) en door verduurzaming van de logistiek.
21 | 24
4. Versterking van het innovatiesysteem. Omdat binnen de modesector zowel kleinschalige ondernemers als grote bedrijven opereren, zijn de innovatievraagstukken voor beide partijen anders. Kleine modeontwerpers met ambitie zullen gebaat zijn bij vormen van ondernemerscoaching. ‘Kleine ontwerpers’ met een focus op duurzaamheid kunnen baanbrekend zijn in de kleinschalige toepassing van nieuwe vezels, terwijl grote ondernemingen die toepassing kunnen opschalen. De echt grote bedrijven willen en kunnen investeren in innovatie in alle stadia van de waardeketen: textiel, productie en retailing. Door hun onderzoeksvragen in het innovatieprogramma te betrekken, komt opschaling van experimenten door ‘kleine ontwerpers’ sneller dichtbij. CLICKNL DESIGN Ontwerpers beschikken over de denkkracht en visualisatiemogelijkheden om vraagstukken anders te benaderen en alternatieven snel zichtbaar en tastbaar te maken. Daarmee ontwikkelen ze nieuwe producten en diensten voor consumenten en zakelijke gebruikers. Om de uitdagingen van morgen (Grand Challenges) het hoofd te bieden, zijn disruptieve oplossingen nodig die met een design-driven aanpak gerealiseerd kunnen worden. Het designvakgebied zal zich daartoe moeten versterken met een kennisbasis over de processen, competenties en methodes die toegepast kunnen worden. 1. Noodzaak voor een gezonde en duurzame samenleving CLICKNL DESIGN focust op twee maatschappelijke uitdagingen: health en circular economy. - Health: Vergrijzing, levensstijl-gerelateerde aandoeningen en veiligheid van de patiënt zijn voorbeelden van vraagstukken die een vernieuwende aanpak behoeven, bij voorkeur buiten de grenzen van de gevestigde organisaties. Zorgvragen kunnen beter te lijf gegaan worden met op gedragsverandering gerichte oplossingen. Maar hoe kunnen we dat precies doen, hoe werkt motivatie en gedrag? - Circular economy: Ons traditionele consumptiemodel van gebruiken en afdanken is niet langer houdbaar. Er is een transitie nodig van een verbruikseconomie naar een inherent duurzame economie, gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen en onuitputtelijke energiebronnen (wind, zon), energiebesparing en duurzaam materiaalgebruik, hergebruik van producten. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor ontwerpers, hoe reageren consumenten, welke nieuwe businessmodellen zijn er nodig? 2. Gebruik maken van geavanceerde data en technologie Ontwerpers zoeken als vanouds naar nieuwe technieken en materialen en passen die toe. Technische ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in het oplossen van de voorgenoemde uitdagingen, waarbij CLICKNL Design zich richt op de onderwerpen waar ontwerpers nog weinig ervaring mee hebben: big data en advanced manufacturing. Onder andere the internet of things en het gebruik van smartphones zorgen voor enorme dataproductie waarmee nieuwe diensten en producten ontwikkeld kunnen worden. Robotisering, additive manufacturing (waaronder 3D-printing), virtual reality, intelligente materialen bieden een arsenaal aan mogelijkheden. De uitdaging is te onderzoeken waar en hoe deze mogelijkheden zinvol kunnen worden ingezet. 3. Gepersonaliseerde oplossingen in producten- en dienstensystemen
22 | 24
Gepersonaliseerde oplossingen zijn, naast dat de consument het wenst, ook een component in het stimuleren van gedragsverandering. Ze bieden door de nabijheid van de markt ook mogelijkheden voor het versterken van de Westerse maakindustrie. Deze oplossingen functioneren meer en meer in een systeem van diensten, virtuele omgevingen en fysieke producten. Deze producten- en dienstensystemen leveren een integrale beleving en mogelijkheden voor een continue klantrelatie. De systeemgedachte die nodig is om deze oplossingen te ontwikkelen, is nieuw voor de ontwerper en verlangt een strategischer werk- en denkniveau. 4. Onderzoek, ontwikkeling en validatie in Living Labs Kennisontwikkeling voor design driven innovation in de Grand Challenges vraagt een onderzoeksaanpak waarin fundamenteel wetenschappelijke kennis ontwikkeld kan worden en waarmee tegelijkertijd in het vrije veld geëxperimenteerd kan worden. In deze Living Labs vindt het ontwikkelen van de oplossingen, het observeren van gedragsveranderingen en het valideren en verifiëren van kennis plaats. Grote en kleinere bedrijven werken samen met creatieve professionals en wetenschappers. CLICKNL//DESIGN streeft naar het bundelen van de onderzoeksprojecten in een aantal thematische Living Labs. CLICKNL Built Environment In de kennis- en innovatieagenda van CLICKNL BE staan (interieur)architectuur, stedenbouw, ruimtelijke ordening en landschapsarchitectuur centraal. In 2009 waren architectuur en aanverwante ingenieursdiensten in Nederland goed voor een toegevoegde waarde van 6,7 miljard euro. Daarmee is de architectuur een zeer belangrijk onderdeel van de creatieve industrie. CLICKNL BE heeft de ambitie om de internationale reputatie en concurrentiekracht van de Nederlandse architectuursector te versterken, innovatie te verstevigen en via (stedelijk) ontwerp en landschapsarchitectuur de kwaliteit en beleving van leven in maatschappelijk opzicht te vergroten. CLICKNL BE richt zich op vier inhoudelijk sterk met elkaar verweven programma’s. 1. Cutting edge Van tijd tot tijd lukt het de architectuursector als geheel om een stap vooruit te zetten en te innoveren. Het programma richt zich op drie van zulke innovatiestappen die de sector moet maken: a. oplossingen voor resource-efficiency, b. de uitdaging van user inspired design, en c. de uitdaging van reuse (hergebruik, herbestemming) van gebouwen én omgevingen. 2. Value chain. De rol van ontwerpers in de waardeketen is vaak beperkt tot het leveren van diensten aan een opdrachtgever. Het specifieke karakter van opdrachtgeverschap in de architectuur vraagt om businessinnovatie waarbij de positie van de ontwerper in de keten verandert en verbreed wordt (zie ook CI NeXt), mede in de context van de Europese aanbestedingsproblematiek. 3. Hot/test bed. De architectuurdiscipline vraagt om testgebieden (living labs) voor de cutting edge oplossingen uit de eerste programmalijn. 4. Creative cloud. In een gefragmenteerde sector als de architectuur vragen innovatie, nieuwe kennis en inzichten in de architectuur om een open-data- en open-access-
23 | 24
omgeving (creative cloud) waar bedrijven en kennisinstellingen kunnen uitwisselen. CLICKNL Cultural Heritage Nederland behoort in Europa tot de voorhoede op het gebied van technologische innovatie met erfgoed. Dit biedt geweldige kansen om juist de opleving in belangstelling voor geschiedenis economisch te verzilveren. Dit geldt voor het gebruik van erfgoed, maar er is ook een innovatiegolf ingezet in het beheer, behoud en de ontwikkeling van erfgoed. Erfgoed als creatief domein is multidisciplinair en internationaal georiënteerd. Daarom is deze Innovatieagenda gebaseerd op de prioritaire onderzoeksthema’s die binnen Europa integraal zijn geformuleerd, digitaal, materieel en immaterieel erfgoed omvattend. Nederland speelt bovendien een belangrijke rol binnen panEuropese infrastructurele projecten en consortia als Europeana, Clarin, Dariah, CLARIAH. Daarbinnen onderscheiden we vijf Nederlandse prioriteiten en bijbehorende ambities: 1. Genetwerkt erfgoed en het ontstaan van een ‘Commonwealth’. Erfgoedinstellingen dragen via het online beschikbaar stellen van collecties bij aan een nieuw informatie-ecosysteem. 2. Nieuwe gebruikers en diensteninnovatie. Het algemene publiek neemt een steeds prominentere plaats in en lijkt de leidraad te gaan vormen voor het aanbod. 3. Ontstaan van nieuwe multidisciplinaire onderzoeksmethoden. Wetenschappers en professionals werken in toenemende mate multidisciplinair samen binnen alle domeinen van het erfgoed. 4. Techniek als nieuwe intermediair. Met name rond de snelle opmars van mobiele media, nieuwe vormen van mens-computer-interactie en inzet van semantisch webstandaarden is een nieuwe innovatiegolf ingezet. 5. Hergebruik en herbestemming. Dit thema richt zich enerzijds op het duurzaam creëren, herstellen en op lange termijn bewaren van data en collecties opdat hergebruik mogelijk is, en anderzijds op het creatief ontwikkelen van roerend en onroerend erfgoed en het stimuleren van hergebruik en herbestemming van gebouwen. CLICKNL Creative Industries NEXT Om het innovatievermogen en de concurrentiekracht van de Nederlandse creatieve industrie te vergroten zorgt CI NEXT voor kennisontwikkeling en – benutting op het terrein van businessinnovatie. CI NEXT staat voor innovatie in de wijze van zaken doen in de creatieve industrie en beschouwt deze sector als aanjager van innovatie in de algemene economie en samenleving, waardoor deze zich ontpopt als belangrijke drijvende kracht voor economische groei en maatschappelijke duurzaamheid. CI NEXT vergroot en versterkt het innovatievermogen en de concurrentiekracht van de Nederlandse creatieve industrie. CI NEXT verbindt verschillende stakeholders uit de ‘gouden driehoek’ in Nederland en Europa met elkaar om tot kennisontwikkeling, -deling en -toepassing (valorisatie) op het terrein van businessinnovatie in de creatieve industrie te komen. Het bevorderen van businessinnovatie door de ontwikkeling en toepassing van hoogwaardige kennis is essentieel voor de ambitie van het Topteam
24 | 24
Creatieve Industrie die een toppositie van de Nederlandse creatieve industrie in het jaar 2020 ambieert. Die uitdaging geldt niet louter voor de bedrijven in de creatieve industrie, maar ook voor actoren in de context van de creatieve industrie als financiële instellingen, vastgoedbedrijven en overheden. Zij moeten proactief inspelen op het veranderende innovatieklimaat waarin de creatieve industrie opereert en waar het tegelijkertijd vorm aan geeft. CI NEXT richt zich in de uitvoering van zijn strategische researchagenda op bedrijven, kennisinstellingen en overheid en draagt direct en actief bij aan de realisatie van de missie en doelstellingen van CLICKNL waarvan het onderdeel uitmaakt. De activiteiten en projecten die CI NEXT realiseert, worden gestuurd door zes thema’s: 1. economische waarde van de creatieve industrie; 2. levenscyclus van creatieve ondernemingen; 3. digitalisering, intellectueel eigendom en verdienmodellen; 4. dynamiek van innovatie; 5. creatieve industrie in smart regions en 6. internationalisering en specialisatie. CI NEXT vult zijn missie en ambitie in door als aanjager en katalysator te functioneren binnen de wereld van onderzoek en innovatie, door partijen bij elkaar te brengen rond relevante vraagstukken, mee te helpen consortia te bouwen, en de kennis en toepassingen die daaruit voortvloeien op een podium te brengen. Daarnaast kunnen kennis en toepassingen de dynamiek van innovatie binnen de creatieve industrie versterken, ook met het oog op de betekenis van de sector: een drijvende kracht achter innovaties in de brede economie en samenleving waar grote uitdagingen wachten op nieuwe antwoorden.