Utrecht, 11 juni 2008
AMBITIES IN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW EN VOEDING: AMBITIE- EN INNOVATIEAGENDA 2008-2012 I. Introductie Een landbouw met ambities én innovatieopgaven Biologische landbouw is een landbouw met ambities. Ambities op terreinen als duurzaamheid, dierenwelzijn, voeding en gezondheid en verbinding met maatschappij en omgeving. De biologische landbouw wil de komende 10 jaar op een integere én economisch rendabele wijze verder groeien en haar bijdrage leveren aan de productie van gezond en duurzaam voedsel van hoge kwaliteit voor mens en dier, in respect en met zorg voor de natuurlijke hulpbronnen. De ambities van de biologische landbouw zijn onderhevig aan continue verandering. Dit door voortschrijdende inzichten en door discussies binnen de sector zelf, maar ook door veranderende verwachtingen en behoeften van consument en maatschappij. Het werken in deze dynamische, duurzame en ambitieuze sector vraagt veel inzet, creativiteit en innovaties. Dat is voor veel ondernemers tegelijkertijd de belangrijkste reden en motivatie om in de biologische landbouw actief te zijn. De waardering hiervoor van consumenten en burgers is direct tastbaar door de groeiende markt voor de producten en diensten van de biologische landbouw. Biologische producten zijn op dit moment voor de consument het meest herkenbare en innovatieve duurzaam geproduceerde product. In deze ambitie- en innovatieagenda geeft Bioconnect – Kennisnetwerk voor de Biologische Landbouw en Voeding – een overzicht van de streefbeelden en innovatieopgaven die de biologische landbouw zich de komende jaren stelt. Deze worden weergegeven aan de hand van de hoofdthema’s duurzaamheid, dierenwelzijn, biologische producten, voeding en gezondheid en verbinding met maatschappij en omgeving. Deze agenda zal als leidraad fungeren bij het innovatieproces van de biologische sector en zal tevens de basis vormen voor het proces van wederzijdse inspiratie met andere (gangbare) sectoren. Uitgangspunten voor de innovatieagenda de biologische landbouw • Biologische landbouw is een compleet en integraal systeem dat uitgaat van versterken van natuurlijke processen van bodem, lucht, water, plant en dier, en kiest er uit principe voor om verduurzaming na te streven via een (holistische) systeembenadering, gebaseerd op de eigenheid en eigenwaarde van soorten en organismen en gebruikmakend van natuurlijke methoden. De biologische landbouw kent van oorsprong een intrinsiek streven naar duurzaamheid, maar • heeft daarop geen exclusiviteit. Het moet zich steeds meer bewijzen in een concurrerende omgeving met een toenemend aantal actoren die het begrip duurzaamheid invulling geven. Thema’s die in dit licht actueel zijn, zijn onder andere energieverbruik, waterkwaliteit, bodemvruchtbaarheid, dierenwelzijn, gezond en veilig voedsel, verbinding met maatschappij en omgeving en landschappelijke kwaliteit. Hierbij zal samenwerking worden gezicht met de gangbare landbouw waar ook aan deze thema’s wordt gewerkt. • De innovatieopgaven voor de biologische sector liggen zowel binnen het van oorsprong eigen domein: het verder versterken van de natuurlijke processen en het zover mogelijk sluiten van de verschillende kringlopen, als binnen relatief nieuwe domeinen zoals landschappelijke kwaliteit en verbinding met maatschappij en omgeving. • Uitgangspunt voor de innovatie agenda is dat het verder verduurzamen van de biologische landbouw hand in hand gaat met het verduurzamen van de bedrijfsvoering en economische versterking van de biologische sectoren. Hierbij wordt gestreefd naar groei van de biologische sector – onder andere door omschakeling – en verdere ontwikkeling van markt en keten, ook internationaal. Achtergrond en opbouw van dit document Het kennisnetwerk voor de biologische landbouw en voeding, Bioconnect, heeft in haar Product- en Themawerkgroepen en andere organen zoals de Commissie Kennis en de Vakgroep Biologische Landbouw in de loop van 2007 en begin 2008 de discussie over de ambities en innovatieopgaven
gevoerd. Deze hebben zowel plaatsgevonden op het niveau van de afzonderlijke sectoren en thema’s als meer integraal. De ambities en innovatieopgaven voor de afzonderlijke sectoren en thema’s – zoals besproken in de Product- en Themawerkgroepen van Bioconnect – zijn opgenomen in een apart document. Deze vormen per sector en thema de verdere verbijzondering van de ambities en innovatieopgaven in deze notitie. Het voor u liggende document is de integrale ambitie- en innovatieagenda van de biologische landbouw en voeding. In het document worden eerst een aantal maatschappelijke trends en ontwikkelingen geschetst waar de biologische landbouw mee te maken heeft en op in kan en soms moet inspelen. Vervolgens worden de ambities en innovatieopgaven van de biologische sector weergegeven aan de hand van de hoofdthema’s duurzaamheid, dierenwelzijn, biologische producten, voeding en gezondheid en verbinding met maatschappij en omgeving. Vanwege het integrale karakter kennen de verschillende thema’s een grote onderlinge samenhang en zijn ze deels overlappend. en zijn
II. Maatschappelijke trends en ontwikkelingen
Gezond en smaak is een trend. De maatschappelijke belangstelling voor gezondheid en smaak en kwaliteit van voedsel biedt groeimogelijkheden voor de biologische sector ( zie ook Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw) maar het brengt tevens met zich mee dat de gangbare landbouw zich ook steeds sterker profileert op “gezond”. Mogelijkheden voor de biologische landbouw om haar niche te behouden en verder uit te bouwen liggen onder andere in: • Transparantie: waar komt het product vandaan, hoe is het verbouwd/gefokt, wat bevat het, waarom is het gezond, etc., o.a. neergelegd in keurmerken. • Biologische producten aanbieden op een aanspreekbare manier voor verschillende consumenten groepen: beleving, kwaliteit en vorm. • Nieuwe producten en/of het herontdekken van bestaande rassen. • Verbinding van de biologische landbouw met mens- en maatschappij: verbrede landbouw, consumentenkringen, landschapsbeheer etc. Europees beleid en eisen die dit stelt aan de agrarische productie. De KaderrichtlijnWater, de EU Bodemstrategie, richtlijnen rond Nitraat en CO2 etc. dagen zowel de biologisch als de gangbare landbouw uit om te innoveren rond het thema duurzaamheid op terreinen zoals mesttoediening, akkerrandenbeheer, energieverbruik en hernieuwbare grondstoffen. Kansen voor biologische landbouw liggen in het voortbouwen op hun eigen kracht -het sluiten van kringlopen met respect voor de natuurlijke processen- én in het benutten van innovaties in gangbaar wanneer effectief en wenselijk. Ook de aangekondigde wijzigingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bieden kansen voor biologische ondernemers door een meer evenwichtige beloning voor de verschillende producten en diensten die zij leveren aan consument en maatschappij. Kwaliteit van landschap en natuur. De ontwikkelingen rond Natura2000 en de Nationale Landschappen illustreren het groeiende belang dat Nederland hecht aan het behouden en versterken van natuur en landschappelijke kwaliteit. Dit sluit aan bij de eigen doelstellingen en activiteiten en biedt kansen voor verder versterking van de biologische landbouw in bijvoorbeeld in akkerrandenbeheer, groen-blauwe diensten, agrarisch natuurbeheer, etc. Internationale positionering. De biologische landbouw is een internationaal georiënteerde sector, met veel import en (re-) export en internationale samenwerking. In innovatie en kennisontwikkeling is Nederland toonaangevend. Dit biedt de kans om de kennis en kunde op het gebied van biologische landbouw – samen met LNV en kennisinstellingen – meer uit gaan dragen. De eerste gedachten om de Nederlandse biologische landbouw en kennisinfrastructuur uit te bouwen tot een internationaal befaamd ‘organic agriculture centre’ zijn al gevormd. Het uitdragen van wat feitelijk al gemeengoed is zal leiden tot een vergrote zichtbaarheid voor andere nationale en internationale financiers en facilitatoren van kennis en innovatie die relevant is voor de biologische landbouw
III. Duurzaamheid
De biologische landbouw is hét voorbeeld van een duurzaam landbouwsysteem, waarin de verschillende aspecten van duurzaamheid zowel op het gebied van planet, people en profit zijn geïntegreerd. Hoewel er verschillen bestaan tussen sectoren, scoort de biologische landbouw op veel duurzaamheidaspecten beter dan de gangbare landbouw. Omdat de gangbare landbouw steeds duurzamer wordt zal de biologische landbouw zich in lijn met de eigen ambities verder ontwikkelen om haar rol als voorloper op het gebied van duurzaamheid te handhaven. Daarbij zal verdere samenwerking gezocht worden met de gangbare sector. De biologische landbouw wil duurzaam groeien – kwantitatief en kwalitatief – en daarbij integriteit uitstralen. De biologische landbouw wil de rol van meeste duurzame vorm van landbouw verder uitbouwen en de duurzaamheidprestaties versterken. Dit door te werken aan gelijktijdige optimalisatie van alle duurzaamheidaspecten. Hierbij kunnen zich bij conflicterende doelen – op bijvoorbeeld het gebied van dierenwelzijn, milieu, hygiëne – knelpunten voordoen waardoor op bepaalde aspecten de biologische landbouw (tijdelijk) minder goed scoort dan gangbare bedrijven. De biologische landbouw zal zich inspannen om – in samenwerking met gangbaar – ook op die aspecten tenminste langszij te komen bij de gangbare landbouw. Concrete streefbeelden en innovatieopgaven 1.
Verduurzaming. Biologische landbouw is een compleet en integraal systeem dat uitgaat van versterken van natuurlijke processen van bodem, lucht, water en dier, inclusief de passende uitgangsmaterialen. De biologische landbouw zal een actieve bijdrage leveren aan de verdere invulling van het begrip duurzaamheid – inclusief sociale duurzaamheid – en aan de verdere verduurzaming van de totale landbouw. Innovatieopgaven die hier bij horen zijn: • Samen met de gangbare sectoren en maatschappelijke actoren te komen tot een heldere omschrijving van wat onder duurzaam verstaan wordt en het ontwikkelen van duurzaamheidindicatoren om de prestaties en het verbeterpotentieel objectief vast te stellen. De biologische landbouw ontwikkelen tot een ‘duurzaam-plus’ concept, dat als zodanig • wordt gezien door de consument, de afzetkanalen en de maatschappij in het algemeen. Hiertoe streeft de sector ernaar om de belangrijkste duurzaamheidcriteria op het gebied van planet en people te incorporeren. • Het faciliteren en stimuleren van de bedrijven in de biologische sector bij verdere verduurzaming. Dit door het geven van inzicht en aanreiken van oplossingen.
2.
Economisch duurzaam. De biologische sector wil ook op de lange termijn economisch gezond en duurzaam zijn, met bedrijfseconomisch gezonde bedrijven. De sector wil nationaal en internationaal concurrerend zijn, ondanks de stijging van de kosten (arbeid en grond) en concurrentie uit andere landen. Innovatieopgaven die hier bij horen zijn: • Er zal aandacht besteed worden aan maatregelen gericht op kostenbesparing op de bedrijven, de verdere professionalisering van de sector en het verbeteren van de afzet. • In veel van de biologische productgroepen is de vraag inmiddels groter dan het aanbod. De markt heeft een potentie voor een forse verdere groei. Er zullen maatregelen getroffen moeten worden die de uitbreiding van teelt en afzet stimuleren.
3.
Bodemvruchtbaarheid. De biologische landbouw zal zich ontwikkelen tot een vitaal en stabiel en zichzelf herstellend systeem waarin de teler zorgt voor de randvoorwaarden, voor ondersteunende maatregelen waaronder het systeem kan functioneren. De geloofwaardigheid moet geborgd worden door het gebruik biologische grondstoffen, zoals voer, mest, strooisel en uitgangsmateriaal. Het gebruik van meststoffen die (nog) wel zijn toegestaan binnen de biologische landbouw, maar eigenlijk niet passen binnen het biologische gedachtegoed (zoals verenmeel, gangbare
dierlijke mest en natuurfosfaat) zal worden afgebouwd. Het streven is erop gericht de kringloop in de biologische landbouw zoveel mogelijk binnen de regio’s (mogelijk grensoverschrijdend) te sluiten. Het streven naar het sluiten van de biologische kringloop heeft (wellicht) gevolgen voor de opbrengst van gewassen, de keuze van gewassen die geteeld kunnen worden, aantallen en soort dieren die gehouden kunnen worden. Dit zal terugverdiend moeten worden; concessies zullen alleen gedaan kunnen worden als ze economisch te dragen zijn. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: De biologische landbouw streeft naar het sluiten van de biologische kringloop, met name • het 100% gebruik van biologische mest en 100% gebruik van biologisch voer. De sector zal de technische en praktische knelpunten vaststellen, zoals beschikbaarheid van biologische grondstoffen, aanvaardbare hulpmeststoffen en bodemverbeteraars en de afbakening van regio-indeling. De knelpunten die zich voordoen bij marktontwikkeling en prijsvorming zullen worden opgelost. • De biologische landbouw hecht groot belang aan een voldoende hoog organische stofgehalte in bodem. Er zullen maatregelen worden getroffen om dit tenminste op peil te houden en daar waar onvoldoende te verbeteren. Dit kan tevens bijdragen aan het vermogen van de biologische landbouw om CO2 in de bodem vast te leggen. Hierbij zal samengewerkt worden met de gangbare sector. • De biologische sector zal gaan voldoen aan de eisen die worden gesteld in de nieuwe Kaderrichtlijn Water. Er zullen maatregelen worden ontwikkeld om de uitspoeling van nutriënten verder te beperken. 4.
Energie en Broeikasgassen. De biologische landbouw zal het gebruik en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. De sector zal de uitstoot van broeikasgassen beperken. Dit door het energiegebruik – waarin de biologische landbouw veelal al beter scoort dan gangbaar – verder terug te dringen, bij te dragen aan de productie van duurzame energie en het nemen van maatregelen die de uitstoot van broeikasgassen beperken. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Dit enerzijds door verdere energiebesparing en anderzijds door de toepassing van duurzame energie. • Beperking van de uitstoot van broeikasgassen door verhoging van het organisch stofgehalte van de bodem en het nagaan van de mogelijkheden om de methaanuitstoot door de veestapel te verminderen door aangepaste voersamenstelling. De technologieontwikkelingen die hiervoor nodig zijn niet ‘biologisch-specifiek’, waardoor goed kan worden aangesloten bij ontwikkelingen in de gangbare sector. • De biologische landbouw zal het voortouw nemen in de verdere ontwikkeling en implementatie van systemen die bijdragen aan transparantie en verduurzaming, zoals foodmiles en CO2-footprints. • De biologische landbouw zal derving en daarmee energieverbruik in de biologische keten terugdringen tot een niveau dat tenminste gelijk is aan dat van de gangbare sector. De biologische landbouw zal zich inspannen voor logistieke optimalisatie en verbetering van de houdbaarheid van producten en daarbij samenwerken met en leren van gangbare bedrijven.
5.
Plantaardige productiesystemen en ketens. De biologische landbouw streeft de ontwikkeling van robuuste productiesystemen na in de plantaardige sectoren. Dit zijn systemen waarin planten en gewassen – zoveel mogelijk voortkomend uit biologisch uitgangsmateriaal – goed kunnen gedijen onder natuurlijke en biologische productieomstandigheden. Productiesystemen die ook robuust zijn in relatie tot wijzigende omstandigheden in klimaat en omgeving, zoals vernatting, verzilting en verdroging. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • De biologische plantaardige sector heeft de ambitie om gezond en duurzaam voedsel van hoge kwaliteit te produceren voor mens en dier. De sector zal verder zoeken naar producten en concepten die zich onderscheiden op smaak, uiterlijke en innerlijke kwaliteit en op gezonde inhoudstoffen. De verdere ontwikkeling van robuust plantaardig uitgangsmateriaal. Daarbij wordt de • aandacht gericht op zowel de gebruikswaarde als op onderscheidenheid voor de consument, zoals door smaak, kwaliteit en gezondheid. Er zal gewerkt worden aan het completeren van het assortiment aan biologische zaden.
IV. Dierenwelzijn
In de regelgeving rond biologische landbouw wordt veel aandacht gegeven aan dierenwelzijn. De prestaties van de biologische veehouderij op het gebied van dierenwelzijn zijn dan ook indrukwekkend. Zie hiervoor bijvoorbeeld het rapport ‘Dierenwelzijn in de biologische veehouderij’ van april 2007. Het thema dierenwelzijn omvat alle aspecten van de bedrijfsvoering in de biologische veehouderij, dus ook o.a. diergezondheid, huisvesting, voeding en rassenkeuze (robuust dierlijk uitgangsmateriaal). Niet alle vraagstukken ten aanzien van dierenwelzijn zijn opgelost. Bovendien leiden nieuwe eisen in de biologische veehouderij tot nieuwe vraagstukken. Voorbeelden zijn uierontsteking bij koeien, stof en parasiet gerelateerde orgaanbeschadiging bij varkens en doodliggen van biggen. Daarnaast zijn er ambities in de biologische landbouw die nog niet geheel verwezenlijkt zijn. Voorbeelden hiervan zijn het door middel van fokkerij tegengaan van berengeur (varkens), het realiseren van positieve mensdier interactie en van familiegroepen voor meer sociaal gedrag bij de dieren, het voorkomen van onthoornen van koeien, het fokken van dieren passend bij sobere rantsoenen, verbetering van huisvesting zoals terugdringen van stof, gebruik van daglicht en inrichting van uitlopen. Concrete streefbeelden en innovatieopgaven 6.
Dierenwelzijn. De biologische veehouderij wil zich verder ontwikkelen als koploper op alle aspecten van dierenwelzijn en ontwikkelt dierenwelzijn tot het ‘unique selling point’ van de biologische sector. De biologische veehouderij streeft ernaar om – samen met de gangbare sector – dierenwelzijn te verbeteren in combinatie met de verbetering van diergezondheid en voedselveiligheid. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • ‘Conflicterende’ eisen in dierenwelzijn en duurzaamheid moeten worden opgelost , zoals bijvoorbeeld welzijn (uitloop) in relatie tot hygiënerichtlijnen, voedselveiligheid, diergezondheid en milieubelasting en fijnstof door stro in stallen in de relatie welzijn en arbeidsomstandigheden voor de ondernemer. • In de biologische veehouderij wordt de integriteit van het dier gerespecteerd. Sinds juli 2007 komt het onverdoofd castreren van biggen niet meer voor. De biologische veehouderij zal trachten om het onthoornen van runderen te verminderen en op langere termijn te voorkomen. De biologische pluimveehouderij heeft de ambitie om de destructie van de uitstoot van mannelijke dieren te voorkomen en zal de mogelijkheden daartoe gaan verkennen. • Mede door de specifieke productieomstandigheden vormen welzijnsaspecten zoals veren pikken bij kippen en doodliggen van biggen een probleem in de biologische veehouderij. Er zullen maatregelen worden ontwikkeld om dit verder terug te dringen, samen met de gangbare sector.
7.
Robuust vee en natuurlijk gedrag. De biologische veehouderij heeft de ambitie om robuuste veerassen te ontwikkelen en gaan gebruiken die beter passen in de biologische productiemethode. Weerbaar vee, met dieren die onder natuurlijke omstandigheden goed en gezond opgroeien en kunnen produceren. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • De ontwikkeling van veerassen die optimaal zijn aangepast aan de biologische productieomstandigheden en in staat zijn gezond te blijven en te produceren zonder preventieve middelen. • Het natuurlijk gedrag van dieren in de biologische veehouderij zal worden bevorderd. Huisvesting en leefruimte van de dieren zal geoptimaliseerd worden, zodat de dieren hun normale sociale gedrag kunnen vertonen. De buitenuitloop van met name pluimvee en varkens zal worden verbeterd. Er zal ook aandacht besteed worden aan het verbeteren van de mens-dier relatie.
8.
Voer en gezondheid. De biologische veehouderij streeft na dat de dieren in de biologische productie voor 100% biologisch voer krijgen. Natuurlijke bioactieve stoffen – extracten van kruiden, gisten, schimmels en bacteriën – kunnen een grote rol spelen bij het gezond houden van de biologische veehouderij. Deze fytotherapiemiddelen zullen worden ingezet ter preventie van ziekten, als ondersteuning van de natuurlijke weerstand, om de darmflora in balans te houden en om meerwaarde leveren aan behandelingsplannen. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Het ontwikkelen en nemen van maatregelen om biologisch vee voor 100% biologisch te voeren. De voeding zal worden geoptimaliseerd voor de biologische productieomstandigheden, met behoud van een redelijk productieniveau. Hierbij zal tevens worden nagegaan hoe de zelfvoorzienendheid in de voer kan worden vergroot en de import van buiten Europa kan worden afgebouwd. Het ontwikkelen van maatregelen om het gebruik van fytotherapie in de bedrijfspraktijk te • stimuleren. Hiermee wordt het gebruik van antibiotica teruggedrongen met alternatieven die beter passen in de biologische productiewijze, maar ook relevant zijn voor de gangbare sector.
V. Biologische producten, voeding en gezondheid
De biologische landbouw heeft de ambitie de afzet van biologische producten te laten groeien en de rol van Nederland in de internationale handel verder uit te bouwen. Om deze groei mogelijk te maken moet de vraag naar biologische producten worden vergroot, moet het aanbod van biologische producten worden uitgebreid tot een breder en dieper assortiment en moet dat aanbod beter aansluiten bij een bredere groep van consumenten. De sector wil dit doen door verder te werken aan een geloofwaardige en integere biologische landbouw met een duidelijke positie in de markt als producent en een duidelijke relatie met de maatschappij en met de consument. Daarbij houdt de sector er rekening mee dat de samenstelling van de maatschappij verandert: er is een toename van het aantal ouderen en allochtonen. De biologische landbouw zal hierop inspelen door het aanbieden van producten en diensten die aansluiten bij de wensen en behoeften van de verschillende groepen consumenten en hun levensstijlen. De specifieke vereisten in de biologische landbouw zullen altijd zorgen voor hogere productiekosten. Het prijsverschil tussen biologische en gangbare producten in combinatie met de nog beperkt gepercipieerde meerwaarde vormt echter een belemmering voor een verdere groei van de afzet. Daarom zal de biologische landbouw – lerend van gangbare ketens – in samenwerking in de keten inzetten op verdere efficiëntieverbetering in productie en afzet om het prijsverschil te verkleinen. Dit onder andere door verdere groei van de sector (areaal, omzet). De biologische landbouw zal echter de aandacht vooral richten op het vergroten van de meerwaarden van biologische producten voor de consument. Er zal meer nadruk komen te liggen op consumentenbeleving en biologische producten die daar met smaak en gezondheid beter bij aansluiten. Concrete streefbeelden en innovatieopgaven 9.
Kwaliteit, smaak en gezondheid. De biologische sector heeft de ambitie om producten voort te brengen die zich bij een groeiende groep consumenten positief onderscheiden op uiterlijke en innerlijke kwaliteit, smaak en op gezonde inhoudsstoffen. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Op het gebied van smaak zal de biologische landbouw inzetten op twee belangrijke elementen: de feitelijke smaak van biologische producten en de smaakbeleving; de perceptie daarvan door de consument. Daarbij zal de biologische landbouw smakelijke oude rassen en smaakvolle nieuwe rassen verder ontwikkelen. • Gezien de huidige aandacht voor gezondheid is het belangrijk dat de gezondheidsclaims rondom biologisch ook aangetoond worden. Er zal tevens meer gebruik gemaakt worden van de gezondheidsbeleving van consumenten. De biologische landbouw zal inspelen op het groeiende probleem van voedselallergieën. De sector zal zich onderscheiden door hoge gehaltes aan gezonde inhoudsstoffen in producten.
10. Consumenten. De biologische landbouw zal meer inspelen op de verschillende groepen consumenten en plaatsen waar geconsumeerd wordt. De sector zal inspelen op de groepen die in de komende decennia een steeds groter aandeel van de bevolking zullen uitmaken: ouderen en allochtonen. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • De biologische sector moet nagaan op welke wijze er een sterkere verbinding te leggen is met ouderen (bijvoorbeeld ook met verpleeg- of bejaardentehuizen) en allochtonen. De biologische landbouw zal gericht aandacht besteden aan jongeren; een doelgroep die tot nu toe nog weinig met biologische producten in aanraking komt. • Door de toenemende welvaart, toenemende werkdruk en verdere verdunning van huishoudens zal het aandeel ‘out of home’ in de consumptie verder toenemen. De biologische landbouw zal hier een actieve rol in spelen en ervoor zorgen dat het aandeel biologisch in de buitenhuishoudelijke markt minimaal gelijk is aan dat in de huishoudelijke markt. 11. Sectorontwikkeling. Om de verdere ontwikkeling van de biologische landbouw en afzet te stimuleren zullen er nieuwe biologische sectoren ontwikkeld worden om in te spelen op nieuwe wensen en behoeften van consumenten en om een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de totale landbouw. Verder heeft de biologische keten de ambitie om efficiëntieverbetering door te voeren en – met het in stand houden van een voor alle schakels perspectiefvolle prijs – te streven naar een afname van de kostprijs. Om aan de huidige en toekomstige vraag naar biologische producten te kunnen voldoen zal het aanbod worden uitgebreid, onder andere door omschakeling. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Nieuwe biologische sectoren zullen worden ontwikkeld. Daarbij zal vooral worden ingezet op de (verdere) ontwikkeling van biologische aquacultuur en zilte landbouw en wijnbouw in Nederland. Hierbij zal internationaal worden samengewerkt. • De biologische keten zoekt naar mogelijkheden om – mede door middel van optimalisering van logistiek en ketensamenwerking – de kostprijs te verlagen, met behoud van een voor alle schakels perspectiefvolle prijs. Dit onder andere door te leren van en samen te werken met de gangbare sector. Ondernemers in de gangbare landbouw zullen worden gestimuleerd en geholpen om de • omschakeling te maken naar biologische productie. Bestaande biologische bedrijven zullen gestimuleerd worden hun bedrijven uit te breiden. Hierbij wordt samenwerking gezocht met ketenpartijen en grondbeheerders.
VI. Verbinding met maatschappij en omgeving
De biologische landbouw scoort hoog op het gebied van verbinding met maatschappij en omgeving. Op ruim 60% van de biologische bedrijven komt enige vorm van multifunctionele landbouw voor. Gemiddeld over de gehele landbouw is dit 20%. De biologische landbouw zal de mogelijkheden verkennen om de multifunctionele landbouw naast de productielandbouw verder te ontwikkelen als een belangrijke tweede pijler voor de biologische landbouw. De biologische landbouw zal bedrijven stimuleren om actief te zijn in de verbreding, de voortbrenging van producten en diensten te combineren en daarbij actief de verbinding te zoeken met burger en maatschappij. Op biologische bedrijven is er vaak meer aandacht voor de natuurlijke omgeving en biodiversiteit op het bedrijf. De bedrijven dragen bij aan de natuur- en landschapswaarde. De biologische landbouw zet zich in om de natuurwaarde op biologische bedrijven te laten toenemen en de verbinding met natuur en omgeving te versterken en te verwaarden. Om de verbinding met maatschappij en omgeving te leggen zal de biologische sector het eigen netwerk versterken en zich – samen met de overheid en de kennisinfrastructuur – ontwikkelen tot een inspiratiebron voor anderen en tot een internationaal netwerk voor de biologische landbouw en voeding
Concrete streefbeelden en innovatieopgaven
12. Multifunctionele landbouw en huisverkoop. Binnen de biologische landbouw zal de multifunctionele landbouw worden ontwikkeld als een tweede pijler naast de productielandbouw. Hierbij zullen de voortbrenging van producten en diensten tot wederzijds voordeel worden versterkt. Er wordt hierbij samengewerkt met de gehele multifunctionele landbouw. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • De biologische landbouw moet de relatie tussen producent en consument versterken. Dit door de verdere ontwikkeling van regionalisering door middel van streek- en regioproducten, regionale verbanden en huisverkoop. De biologische landbouw zal het ‘maatschappelijk’ ondernemerschap van de • ondernemers verder ontwikkelen. Er zullen nieuwe competenties ontwikkeld worden die ondernemers nodig hebben om de kansen te verzilveren die nieuwe producten en diensten bieden. • Biologische ondernemers worden gestimuleerd om verbinding met consument en burger te versterken door de ontwikkeling van multifunctionele activiteiten en natuurwaarden. Belemmeringen die ondernemers tegenkomen bij het combineren van functies zullen worden opgelost. De biologische landbouw zal daarbij samenwerken met de multifunctionele landbouw.
13. Natuur en landschap. De natuurwaarde van biologische bedrijven is gemiddeld al hoger dan die van de gangbare bedrijven. Deze natuurwaarde zal nog verder worden ontwikkeld, ook in de intensievere productiegebieden. De agrobiodiversiteit op de bedrijven zal worden verbeterd. Verder zal er naar worden gestreefd natuur als collectieve waarde door de bedrijven te laten verwaarden. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Het ontwikkelen van maatregelen om de agrobiodiversiteit als sector en per bedrijf te verbeteren. Dit onder andere door – lerend van ervaringen in omringende landen – de ontwikkeling van natuurplannen per bedrijf. • Het samen met gangbare bedrijven ontwikkelen en vermarkten van groen-blauwe diensten en van mogelijkheden om hierover als sector te communiceren. 14. Netwerken en Inspiratie. Een sterk punt van de biologische sector is de bereidheid om samen te werken en kennis en ervaring te delen. Hierdoor worden de van nature innovatieve biologische ondernemers nog verder gestimuleerd in het ontwikkelen en toepassen van innovaties. Door een nauwere samenwerking met de gangbare sector kan de wederzijdse inspiratie gestimuleerd worden en daarmee worden bijgedragen aan de verdere verduurzaming van de totale Nederlandse landbouw. Innovatieopgaven die hierbij horen zijn: • Het Kennisnetwerk van en voor de biologische landbouw en voeding ‘Bioconnect’ zal verder worden uitgebouwd als de motor van kennis en innovatie in de biologische sector en voor de verduurzaming van de totale landbouw. • Samenwerking met de gangbare sector zal worden gestimuleerd, zowel in de praktijk als bij kennisontwikkeling en –doorwerking. Er zal worden nagegaan hoe de wederzijdse inspiratie kan leiden tot een verdere verduurzaming van de totale landbouw. • Samen met overheid en kennisinstellingen zal de Nederlandse biologische landbouw en kennisinfrastructuur worden uitgebouwd tot een internationaal befaamd ‘organic agriculture centre’. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid dat op weg naar 2013 een andere invulling zal krijgen.