Strategisch meerjaren beleidsplan 2013-2018 Stichting Proo
Vormt de toekomst
Stichting Proo Mei 2013
Voorwoord Vormt de Toekomst Voor ons ligt hier een voortdurende opdracht. Kinderen die nu komen verlaten vanaf 2020 onze scholen. Om onze leerlingen voor te bereiden op die toekomst is het van belang een idee te hebben over die toekomst. Hoe ziet die er uit ? Welke kennis en kunde hebben onze leerlingen nodig over acht jaar? Wat voor beelden hebben we dan om het onderwijs van nu te verzorgen. Kunnen we zelfs wel zover vooruit kijken? We willen een antwoord geven op datgene wat we kinderen moeten bieden in hun groei, in hun ontwikkeling, in het plezier in leren en het leven. De les uit het recente verleden en heden is dat we in een samenleving leven waarin veranderingen elkaar snel opvolgen. Maatschappelijke eisen veranderen voortdurend. Het vermogen om antwoorden te geven op deze veranderingen en er mee weten om te gaan is zowel voor onze leerlingen als onze medewerkers van groot belang om voorbereid te zijn op die toekomst. Het onderwijs en de zorg die Proo aanbiedt dient toekomstgericht te zijn, deels trendsettend, maar zeker in afdoende mate trendvolgend. Om in te spelen op de wensen van ouders en behoeften van leerlingen is het nodig de wensen en verwachtingen te monitoren en in overleg te bespreken wat nodig en haalbaar is. Betrokkenheid en verbinding met ouders, leerlingen en medewerkers om samen het onderwijs vorm te geven dat noodzakelijk is en voorziet in de behoefte om voorbereid te zijn op de toekomst zijn hierbij kernbegrippen. Uitgangspunt is dat wij kinderen hun drijfveren willen laten ontdekken, ruimte willen geven om hun talent te ontwikkelen en competenties die passend zijn te versterken. Daar zit het plezier in het leren, groter worden en zelfverzekerd zijn. Voor de spreiding en de instandhouding van onze scholen hebben we het vertrouwen van de ouders van onze kinderen nodig. Demografische ontwikkelingen voorspellen een terugloop van de bevolking en daarmee een terugloop van het leerlingenaantal. We willen vorm geven aan kwalitatief goede scholen, scholen in de nabijheid van ouders en kinderen en scholen die ook bijdragen aan de (educatieve) verzorgingsstructuur in de stad, dorp of regio. We geven dit vorm in samenspraak met ouders, de gemeenschap en de lokale overheden. In dit strategisch beleidsplan worden kernwaarden als “professioneel, betrokken en vernieuwend” verder uitgewerkt in doelstellingen en resultaten; het toekomstig beleid van de Stichting Proo. Aan de totstandkoming van dit strategisch beleidsplan is gewerkt door bijna alle betrokkenen bij Proo. Daar past een oprecht dankwoord. Wij zijn ervan overtuigd dat dit plan een leidraad en inspiratiebron is voor ons handelen de komende jaren. Daarbij blijft de kwaliteit van ons onderwijs en de organisatie voorop staan en werken we met z’n allen aan de optimale toekomst van ieder kind, dat aan ons is toevertrouwd. Namens het bestuur van Stichting Proo Noord-Veluwe,
Vic Höppener Voorzitter
Berend Redder Algemeen Directeur
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 2
Voorwoord
2
1.
4
Inleiding
2. Structuur van dit plan
5
3.
Missie en visie: Ambitie in 10 punten
6
4.
Toekomst: Externe en interne ontwikkelingen
8
5.
Bestuur en organisatie: Professioneel en lerend
11
6.
Onderwijs: Opbrengstgericht en passend aanbod
16
7.
Personeel: van kapitaal belang
23
8.
Communicatie: klantgericht met een sterk profiel
28
9.
Huisvesting : duurzame schoolgebouwen met uitstraling
30
10. Financiën: beleidsmatig en kansrijk
32
Bijlagen
35
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 3
1.
Inleiding
Vormt de Toekomst Dat is de titel van dit strategisch beleidsplan 2013-2018. We dagen onszelf en ieder met ons uit bij de les te blijven, met het oog op morgen. Het geeft in essentie aan waar het bij de ontwikkeling van onze leerlingen om gaat. Zelfverzekerd, krachtig en competent steeds een volgende stap kunnen en willen maken. Het beleid van Stichting Proo concentreert zich rond de kernwaarden: professioneel, betrokken en vernieuwend. Daarnaast staan de begrippen opbrengstgerichtheid en vakmanschap centraal. In dit strategisch beleidsplan is het beleid van de Stichting Proo voor de periode 2013 – 2018 geformuleerd. Dit beleid is gericht op het realiseren van de hoogst haalbare opbrengsten bij leerlingen, vooral op het gebied van de basisvaardigheden; taal, lezen en rekenen. Voor wat betreft de medewerkers neemt de professionalisering, in relatie tot de effecten op de leeropbrengsten, een belangrijke plaats in. Daarbij geldt dat er bij het werken aan de opbrengsten aandacht is voor het welbevinden van zowel de leerling als de medewerker. In dit plan maken we de ambitie van Stichting Proo concreet in doelstellingen en resultaten die we de komende zes jaar willen behalen. Naast deze uitgebreide interne versie met alle actiepunten en indicatoren komt er een externe publieksversie en jaarlijks een uitvoeringsplan dat concreter de te ondernemen acties en (tussen) resultaten beschrijft. Alles wat we doen vindt plaats vanuit de principes van duurzame organisatieontwikkeling. Duurzame ontwikkeling betekent voor ons concreet dat we ons onderwijs echt willen ontwikkelen of verbeteren door: Medewerkers en kinderen op alle lagen in de organisatie te bewegen tot actie; door samenwerking en verbinding met de focus op een beperkt aantal thema’s meet-, merk- en werkbare resultaten te realiseren waar kinderen ook op langere termijn profijt van hebben Als we naar de randvoorwaarden voor duurzame organisatieontwikkeling kijken, dan werken we altijd gedisciplineerd en vanuit de visie, de mogelijkheden en de doelen van Proo. We zorgen voor een goede balans tussen sturing en ondersteuning en bereiken het gewenste resultaat tegen aanvaardbare kosten en inspanningen. Waarom duurzaam organisaties ontwikkelen? We willen dat alle kinderen en jongeren van 0 – 18 jaar in een doorgaande lijn: - gezond, veilig en met plezier opgroeien; - hun steentje gaan bijdragen aan de maatschappij; - hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen; - en goed voorbereid zijn op hun toekomst.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 4
2. Structuur van dit plan Hieronder is schematisch de structuur van dit strategisch beleidsplan weergegeven met de missie, visie, de kernwaarden en hoofddoelstellingen op de zes beleidsterreinen.
H. 3 Missie en visie Kernwaarden: Professioneel Betrokken Vernieuwend Integrale doelstelling: Stichting Proo vormt de Toekomst Hoofddoelstellingen op de beleidsterreinen
H. 5 Bestuur en Organisatie Professioneel en lerend
H. 6 Onderwijs Opbrengstgericht / passend aanbod
H.7 Personeel Van kapitaal belang
1. Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie
1.
Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten
1
Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel
2. Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur
2.
Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs
2
Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van de Stichting
3. Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen
3
Informatietechnologie speelt een belangrijke rol
3
Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en optimale arbeid- en leeromstandigheden
4
Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap
4. Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid
H. 8 Communicatie Klantgericht met een sterk profiel
H. 9 Huisvesting Duurzame schoolgebouwen met uitstraling
H. 10 Financiën Beleidsmatig en kansrijk
1.
De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie op De Veluwe
1.
De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo hebben een duurzame uitstraling
1.
Er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal en schoolniveau
2.
Professionele communicatie, extern en intern staat centraal
2.
Stichting Proo heeft een evenwichtig en duurzaam scholenbestand.
2.
Stichting Proo is een financieel solide organisatie
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 5
3.
Missie en visie: Ambitie in 10 punten
De missie van Stichting Proo geeft de ambitie en richting aan waarmee wij werken. Het geeft het bestaansrecht van onze organisatie aan en is het fundament van de organisatie. De buitenwereld die de missie leest, weet direct waar de organisatie voor staat en wat nagestreefd wordt. Elke Proo-school draagt deze missie uit en handelt er naar. Daarbij kan iedere school eigen accenten aanbrengen. Bijna 3000 leerlingen bezoeken dagelijks de scholen van Stichting Proo. Alle talenten van deze leerlingen worden zo optimaal mogelijk benut. Leerlingen staan bij ons centraal, dat betekent dat alles wat we doen, op hen gericht is, op de ontplooiing van hun talenten en op de veelzijdige ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Die persoonlijke ontwikkeling wordt sterk beïnvloed door het plezier dat leerlingen ervaren tijdens hun schooltijd. Daarom hebben de scholen van Stichting Proo naast het realiseren van hoge leeropbrengsten, veel aandacht voor plezier in leren, respectvol omgaan met elkaar, sociaal-emotionele vaardigheden van leerlingen e.d. Ongewenst gedrag wordt niet geaccepteerd. Elke school heeft duidelijke regels en afspraken en biedt een veilige leer- en leefomgeving.
3.1
Kernwaarden van Stichting Proo: professioneel, betrokken en vernieuwend
De missie van Stichting Proo wordt gedragen door drie kernwaarden “professioneel, betrokken en vernieuwend”. Alle medewerkers van Stichting Proo werken vanuit deze kernwaarden en spreken elkaar daarop aan. Het eigen gedrag van medewerkers geldt steeds als voorbeeld voor leerlingen (en hun ouders). De kernwaarden bepalen voor een groot deel het imago en de ‘uitstraling’ van iedere school afzonderlijk en van onze organisatie als geheel. Professioneel Stichting Proo is een lerende organisatie die kwalitatief hoogwaardig onderwijs biedt waarin het gedrag van leerlingen, ouders en medewerkers zich kenmerkt door het nemen van verantwoordelijkheid, een respectvolle omgang met elkaar en de omgeving, kritisch denkvermogen, proactief handelen, leren van elkaar en een hoog niveau van vakmanschap. Betrokken Wederzijdse en maatschappelijke betrokkenheid van ouders, leerlingen en medewerkers is essentieel voor de ontwikkeling, de leerprestaties en het welzijn van de leerlingen. Stichting Proo is relatiegericht en op zoek naar verbinding en samenwerking met partners in educatie en zorg. Het pedagogisch handelen is in goed evenwicht met het behalen van leerresultaten. Vernieuwend Stichting Proo is actief in onderwijsvernieuwing, zet moderne leermiddelen en methoden in. De medewerkers zijn inspirerend, ondernemend, wereldgericht en vernieuwend. Het is onderwijs is toegerust op de toekomst van onze kinderen.
3.2
Missie
Vanuit de zojuist geformuleerde kernwaarden en vanuit het motto “De Basis voor ieder Kind” luidt de missie van Stichting Proo als volgt: Stichting Proo biedt toekomstgericht onderwijs, gericht op de totale ontwikkeling van al haar leerlingen en met hoogst haalbare opbrengsten in een veilige omgeving waar een ieder respectvol met elkaar omgaat. Stichting Proo legt op een professionele en inspirerende wijze De basis voor de toekomst van onze leerlingen waarbij de ouders de eerste actieve partner zijn.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 6
3.3
Visie
We zijn een aantrekkelijke aanbieder van basisonderwijs op de Veluwe. We realiseren onze missie door een professionele leergemeenschap te zijn, waarin onze kernwaarden tot uitdrukking komen in ons dagelijks handelen. Het werken aan een ontwikkelingsgerichte, lerende cultuur is feitelijk de kern waarop wij het strategisch beleid van onze stichting duurzaam beklijven. Coöperatief leren, leren van elkaar, doelgericht en planmatig onderwijs gecombineerd met hoge verwachtingen van leerlingen is de basis voor het handelen. Om onze doelen te bereiken hanteren we de volgende uitgangspunten. Vormt de Toekomst 1. Goede relaties zijn essentieel voor respectvolle omgangsvormen tussen medewerkers, leerlingen en ouders onderling; 2. Wij leven herkenbaar onze waarden en normen, wereld burgerschap is een focus; 3. Leerlingen krijgen ruimte om invloed uit te oefenen op hun eigen leertraject en leren dat zij medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling; 4. Het onderwijs is passend en uitdagend voor iedere leerling; 5. Alle scholen bieden op termijn Engels vanaf groep 1. Wetenschap en Techniek hebben een prominente plaats; 6. Het doeltreffend kunnen omgaan met moderne informatie- en communicatiemiddelen (ICT) is essentieel; 7. Alle scholen hebben hoge opbrengsten, werken volgens solide concepten en zijn gericht op een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs; 8. Ons personeel is uitstekend opgeleid, beschikt over eigentijdse vaardigheden en werkt vanuit een lerende houding; 9. Onze scholen werken samen met relevante partners en bieden passende lokale voorzieningen; 10. Ons personeel is zowel in houding als mondeling en schriftelijk interpersoonlijk vaardig en maatschappelijk betrokken. Wij maken ons onderwijs de moeite waard.
3.4
Hoofddoelstellingen op zes beleidsterreinen
De visie, missie en de kernwaarden van Stichting Proo zijn uitgewerkt in hoofddoelstellingen op de verschillende beleidsterreinen: 1. Bestuur en Organisatie 2. Onderwijs 3. Personeel 4. Communicatie 5. Huisvesting 6. Financiën De hoofddoelstellingen zijn algemeen geformuleerd en in dit beleidsplan zoveel mogelijk geconcretiseerd in te realiseren resultaten en indicatoren. Deze resultaten zijn de basis voor het jaarplan van de stichting en de scholen. Over de uitvoering en resultaten van de jaarplannen gaan we voortdurend in gesprek. Om de kwaliteit van de scholen goed in beeld te houden, voert de algemeen directeur jaarlijks (ambitie)gesprekken met de directeuren van de scholen. Daarin staat kwaliteit in de volle breedte centraal. Uitvoerig wordt stilgestaan bij de verbeterpunten van schoolplannen. We rapporteren door middel van managementrapportages en een jaarverslag voor stakeholders.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 7
4.
Toekomst: Externe en interne ontwikkelingen
Er verandert veel in het (basis)onderwijs. De maatschappij wordt steeds complexer. De digitalisering van het onderwijs neemt toe. Er komen steeds meer vragen op het onderwijs af, kinderen ontwikkelen zich anders dan vroeger, de rol van ouders verandert. In deze paragraaf wordt een aantal van deze ontwikkelingen, die belangrijk zijn voor Stichting Proo, in beeld gebracht.
4.1
Externe ontwikkelingen
Wet- en regelgeving heeft invloed op ons onderwijs. Stichting Proo reageert hier als gehele organisatie slagvaardig op. Hieronder volgt een weergave van de meest relevante wetten en regels die van invloed zijn op ons strategisch beleid. a. Passend onderwijs Ook voor leerlingen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn op een gewone basisschool met extra begeleiding of anders in het speciaal onderwijs. Het kabinet heeft het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De invoering van passend onderwijs heeft gevolgen voor de leerlinggebonden financiering en de ambulante begeleiding. Verdere professionalisering van leraren is nodig betreffende voorkomende problematiek bij leerlingen. Ook wordt de rol van de Intern Begeleider (IB-er) en de directie een andere. We denken hierbij aan het voeren van opbrengstgerichte gesprekken, gedeelde verantwoordelijkheid voor de leerlingenzorg, sturen op na- en bijscholing van het team, mede gestalte geven aan de uitvoering van de onderwijsvisie en het bewaken van lijnen met betrekking tot de pedagogische en didactische aanpak binnen de school. Van steeds meer kinderen ontdekken we dat ze extra begeleiding en uitdaging nodig hebben. Onze scholen pakken deze taak adequaat op. Om goed op deze ontwikkelingen in te kunnen spelen zijn betrokkenheid van ouders en samenwerking met vormen van (jeugd)hulpverlening van groot belang. b. Wet goed onderwijs en goed bestuur De wetswijziging kent twee pijlers: goed onderwijs en goed bestuur. Goed onderwijs betekent dat iedere school verantwoordelijk is voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Om de basiskwaliteit van basisscholen te garanderen, is in de wet vastgelegd welke minimumleerresultaten op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde worden verwacht. Goed bestuur betekent dat het bestuur wordt geacht te functioneren volgens algemene principes van goed bestuur. Eén daarvan is de voorwaarde van heldere functiescheiding tussen intern toezicht en het bestuur. c. Toezichtkader Inspectie De belangrijkste uitgangspunten voor het toezicht van de inspectie zijn gelegen in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT, 2012) en in documenten waarin de overheid haar besturingsfilosofie heeft neergelegd alsmede haar visie op toezicht. De uitgangspunten voor de werkwijze zijn: het toezicht kent een bestuursgerichte aanpak. het toezicht is risicogericht en op maat; het toezicht is er mede op gericht te voorkomen dat scholen zwak of zeer zwak worden en te voorkomen dat voormalig zeer zwakke scholen terugvallen in kwaliteit; het toezicht is mede gericht op (programmatisch) handhaven. De onderwijsinspectie spreekt het bestuur aan op de resultaten. Bij het niet voldoen aan de basiskwaliteit kan een school het predicaat zeer zwakke school krijgen. De meest vergaande sanctie van het ministerie bij ernstig of langdurig tekortschietende onderwijskwaliteit is dat de bekostiging van de school wordt stopgezet.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 8
Alle scholen van Stichting Proo hebben anno 2013 het basisarrangement. Een school krijgt een basisarrangement als de Inspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van de school. Om de kwaliteit te behouden en te verbeteren vormen de leeropbrengsten een speerpunt binnen Proo. d. Bestuursakkoord Primair Onderwijs Het bestuursakkoord Primair onderwijs 2012-2015 is een akkoord tussen het ministerie van OCW en de PO-raad van januari 2012. Dit akkoord heeft tot doel de komende periode de kwaliteit van het PO verder te versterken en de opbrengsten over de hele linie te verhogen. Door prestatieafspraken voor gerichte acties en door alle geledingen in het onderwijs in de juiste positie te brengen wil dit akkoord bijdragen aan een beter fundament voor alle leerlingen die het primair onderwijs verlaten. Basis voor dit bestuursakkoord vormen de actieplannen ‘Basis voor presteren’ en ‘Leraar 2020-een krachtig beroep!’. De nadruk wordt in het akkoord dan ook gelegd op het verbeteren van resultaten ofwel opbrengstgericht werken. Daarbij draagt een schoolbestuur, conform de code Goed Bestuur, zelf de verantwoordelijkheid om de kwaliteit te versterken. Naast opbrengstgericht werken wordt ook aandacht besteed aan het versterken van de bekwaamheid van alle medewerkers en schoolbesturen en het voeren van een goed Human Resources Management. Om de hierboven genoemde doelen uit het bestuursakkoord PO te realiseren werkt School aan Zet onder regie van het Ministerie van OCW in een driejarig uitvoeringsprogramma samen met scholen aan verbetering. School aan Zet activeert scholen en helpt om de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs (nog verder) te verbeteren. Er zijn vijf aandachtsgebieden geformuleerd, waaraan zij samen met scholen werkt: Opbrengstgericht werken en basisvaardigheden Professionaliseren in omgaan met verschillen in de klas Lerende organisatie / HRM-beleid Excellentie en hoogbegaafdheid Bèta / Wetenschap en Techniek Vanuit de eigen ambities van de scholen worden doelstellingen en verbeterpunten geformuleerd. Opbrengstgericht werken en lerende organisatie/HRM-beleid zijn binnen Proo als speerpunten benoemd voor de komende jaren. e. Wet OKE (Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijke prioriteit in het regeringsbeleid, maar ook binnen onze stichting heeft VVE prioriteit. Door de wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) is dat nog verder aangescherpt. Doel van VVE is om taal- en ontwikkelingsachterstand van jonge leerlingen te voorkomen. VVE vormt onderdeel van het inspectietoezicht.
4.2
Interne en andere ontwikkelingen
Naast wet- en regelgeving heeft het onderwijs te maken met interne en andere ontwikkelingen die op ons af komen en waar we in de toekomst op inspelen. a. Demografische ontwikkelingen Landelijk is er sprake van een afname van de bevolkingsgroei en het aantal leerlingen. De Veluwe behoort, met uitzondering van enkele gemeenten, tot een krimpregio. De prognose laat een vermindering van het aantal leerlingen zien met ruim 10 %. Hierbij is sprake van grote verschillen tussen de scholen onderling en de gemeenten. De scholen intensiveren activiteiten als marktwerking, strategie en oriëntatie op doelgroepen.
b. Digitalisering en nieuwe media Kennis van en vaardigheden in informatie en communicatie technologie is onontkoombaar.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 9
De ICT-ontwikkeling, het internet en de opkomst van nieuwe sociale media krijgen een steeds sterkere invloed op hoe kinderen leren. Er zijn steeds meer communicatiemogelijkheden, steeds meer manieren om snel informatie te verzamelen en met elkaar uit te wisselen. In het thuisgedrag en het spontane leren van kinderen is deze invloed al sterk doorgedrongen en zie je dat bijvoorbeeld het traditionele lezen meer en meer op de achtergrond is geraakt. In ons onderwijs moeten we de veranderingsslag nog verder realiseren. Proo zet in op de kwaliteit van vaardigheden in het omgaan met de digitale wereld, software pakketten, social media, projecten, etc. c. Wijziging directiestructuur Is 2012 is de directiestructuur veranderd van 17 directeuren naar 7 meerscholen directeuren met voor elke school een locatieleider. Samen geven zij vorm aan het onderwijskundig beleid en dragen zorg voor de uitvoering daarvan. Met deze aanpassing van de directiestructuur zijn we een organisatie die professioneel wil blijven, flexibel inspeelt op ontwikkelingen en de nabijheid van mens en school in de omgeving wil borgen. d. Organisatiecultuur Bij het geven van hoogwaardig onderwijs hoort een bepaalde organisatiecultuur. Een eerste werkwijze om vorm te geven aan een continu lerende organisatie is het werken met professionele leergemeenschappen. Hiervoor is een invoeringsplan opgesteld, die als bijlage bij dit strategisch beleidsplan is gevoegd.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 10
5.
Bestuur en organisatie: Professioneel en lerend
Stichting Proo is een organisatie die excellente onderwijskwaliteit biedt aan haar leerlingen en daardoor aantrekkelijk is voor ouders. De optimale ontwikkeling van iedere leerling binnen een veilige omgeving is onze zorg. Onze scholen staan borg voor goede leerprestaties en leerplezier! Ze zorgen tegelijkertijd voor een positieve en taakgerichte sfeer op school: ‘De Basis voor Ieder Kind” vormt daarbij ons motto. Om dat te bereiken is een sterke organisatie noodzakelijk, met sterke scholen, professionele medewerkers en krachtige directeuren en locatieleiders. Stichting Proo heeft de ambitie om in 2016 de veranderingen in de scholen zodanig vorm te hebben gegeven dat scholen zowel op schoolniveau als bestuursniveau professionele leergemeenschappen zijn. Schets van de organisatie Stichting Proo is anno 2013 een organisatie met circa 280 medewerkers, die dagelijks onderwijs verzorgen voor bijna 3000 leerlingen op 25 hoofdvestigingen en 6 dislocaties of nevenvestigingen in de gemeenten Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen, de dagelijkse leiding is in handen van de algemeen directeur. Hij wordt daarbij ondersteund door enkele specialisten op het bestuurskantoor. De scholen zijn per 1 augustus 2012 onderverdeeld in 7 clusters met 7 meerscholen directeuren en op elke locatie een locatieleider. Taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in een managementstatuut. Ouders en personeel zijn vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Minimaal vijf keer per jaar is er een overleg tussen GMR en de algemeen directeur. Kenniscentrum Proo. Stichting Proo heeft een eigen Kenniscentrum waarin met name de psychodiagnostische zorg en de professionalisering op zorg is georganiseerd. Het Kenniscentrum is voor leraren en ouders een vindplaats voor antwoorden op ontwikkelvraagstukken van kinderen binnen het onderwijs op de scholen. Het Kenniscentrum draagt bij aan de professionalisering van onderwijsgevenden. Als partner en vraagbaak maakt het Kenniscentrum de volgende stap in ontwikkeling mogelijk. Het Kenniscentrum werkt vanuit: Korte lijnen tussen het Kenniscentrum en de scholen van stichting Proo; Afstemming met de onderwijskundige doelen van de stichting; Efficiënte inzet van middelen en efficiënt gebruik van expertise die binnen de stichting aanwezig is; Deskundige hulpverlening. Het Kenniscentrum is dienstverlenend en ondersteunend en staat in dezelfde lijn als het bestuurskantoor. De aansturing vindt plaats door de meerscholendirecteur met de portefeuille Passend Onderwijs en twee coördinatoren van het Kenniscentrum. Er vindt afstemming plaats met het MT. Het Kenniscentrum is werkzaam op de volgende gebieden: Leerlingbegeleiding: Gericht op onderwijsbehoeften (passend onderwijs) van individuele leerlingen. Middels consultaties/ observaties/psychologisch en/of didactisch onderzoek / VIB worden de onderwijsbehoeftes in kaart gebracht. De werkzaamheden worden uitgevoerd door 4 orthopedagogen/ psychologen. - Procesbegeleiding en professionalisering Op schoolniveau: coördineren en / of inhoudelijk begeleiden van professionalisering in het kader van het strategisch beleidsplan (onderwerpen als HGW / OGW, hoogbegaafdheid (digitale plusklas), gedrags- en andere methodieken, voorlichting ZIEN!, voorlichting SprintPlus) en begeleiding en evaluatie van de inrichting van de ondersteuningsstructuur. Op leraar niveau: coördineren en/of inhoudelijk begeleiden van de verschillende ‘specialisten’ op de scholen: reken- , taal- en / of gedragsspecialisten, intern begeleiders, ict-stimulatoren. Het Kenniscentrum levert jaarlijks voor 1 april een activiteitenplan aan voor het komend schooljaar.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 11
Bestuurskantoor Vanuit de missie van Stichting Proo ziet het bestuurskantoor het als haar opdracht medewerkers, scholen en bestuur actief te adviseren, ondersteunen, stimuleren en faciliteren zodat onze scholen kwalitatief hoogwaardig onderwijs kunnen realiseren en de continuïteit van Proo gewaarborgd is. Op de volgende gebieden is expertise, naast de algemene directie en het secretariaat, op het bestuurskantoor aanwezig: Human Resources Management, personeelsbeheer, huisvesting, informatietechnologie, onderwijs- en kwaliteitsbeleid en controlling. Met ingang van 2013 is de financiële-, personeels- en salarisadministratie uitbesteed. Er is medio 2013 een business controller aangesteld. Het organogram van de organisatie treft u aan in de bijlage. Wat hebben we bereikt en wat willen we borgen? De doelen uit het vorige strategisch beleidsplan 2008-2012 zijn in 2012 geëvalueerd. Zie hiervoor het jaarverslag 2011 en 2012 dat te vinden is op de website www.stichtingproo.nl. In de bijlage is opgenomen wat we hebben bereikt op de verschillende beleidsterreinen. De periode die door het vorige strategisch beleidsplan werd bestreken - 2008 tot 2012 - ligt inmiddels achter ons. In deze periode zijn we er met uitzondering van enkele kernonderdelen op het gebied van financiën in geslaagd om de koers te volgen die in het plan beschreven stond en zijn enkele onderwerpen toegevoegd. Zo hebben we ons in met name het laatste jaar systematisch ingezet voor de versterking van onze kwaliteitszorg en ons interne toezicht en voor een grotere nadruk op opbrengstgericht onderwijs. Er zijn reorganisaties met sociale plannen doorgevoerd waarbij in 2012 ook de managementstructuur is aangepast. Met het nieuwe strategisch beleidsplan ‘begint het leven niet opnieuw’. Veel ontwikkelingen die in de afgelopen planperiode zijn ingezet lopen door en komen in een nieuwe fase. Veel aandacht gaat uit naar zaken zoals het versterken van vakmanschap, het handhaven van de kwaliteit van ons onderwijs, het borgen van gezonde bedrijfsvoering – dit bleek geen eenvoudige opgave in de jaren van bezuinigingen en krimp - en het schoon, veilig en in goede staat houden van onze gebouwen. We blijven ons inzetten voor thema’s die de afgelopen jaren steeds meer op de maatschappelijke agenda zijn komen te staan, zoals het waarborgen van de veiligheid voor kinderen, Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), burgerschap e.d. Het nieuwe plan richt zich op een beperkt aantal kernthema’s en doelen, die daarmee op zichzelf sterker voor het voetlicht komen. In deze uitgebreide versie nemen we wel actiepunten op. Het is de bedoeling dat uit het strategisch beleidsplan voor elk nieuw schooljaar in de planperiode een uitvoeringsplan wordt afgeleid dat concreter de te ondernemen acties en (tussen)resultaten beschrijft. Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein Bestuur en Organisatie 5.1 5.2 5.3 5.4
Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen Stichting Proo voert een evenwichting spreidings- en instandhoudingsbeleid
5.1
Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie
Om dit hoofddoel te realiseren zijn de volgende resultaten geformuleerd: 5.1.1 Binnen Stichting Proo is sprake van een professionele leercultuur Een professionele cultuur is een belangrijk aspect voor het succesvol verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. De (clusters van) scholen van Stichting Proo ontwikkelen zich tot professionele leergemeenschap (PLG), Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2013 is er een meerjarenplan om te komen tot (versterking van de) professionele leercultuur (Professionele Leergemeenschappen)
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 12
-
In taal en handelen van leraren en directeuren is zichtbaar dat men alle leerlingen wil helpen te leren op een hoog niveau Iedereen praat open en vrij over effectief gedrag Het (voortdurend verbeteren van het) leren van leerlingen staat centraal Medewerkers en schoolleiders nemen en krijgen de tijd voor onderlinge samenwerking Medewerkers hebben een klantgerichte houding Leren van elkaar is een basishouding van alle medewerkers Er worden periodiek ouder- en leerlingtevredenheids enquêtes gehouden. 1
5.1.2 Stichting Proo voldoet aan code Goed Onderwijs, Goed Bestuur Het bestuur van de Stichting Proo bestuurt op hoofdlijnen. Het mandaat aan de algemeen directeur is helder omschreven. Door de invoering van de Wet Goed Bestuur per 1-8-2010 wordt nadrukkelijk de scheiding van de functies toezicht en bestuur voorgeschreven. In 2013 wordt het proces om vorm te geven aan een nieuwe bestuursvorm (raad van toezichtmodel) afgerond. De scheiding van toezicht en bestuur is hiermee gerealiseerd. Dit heeft consequenties voor de rol van de Algemeen Directeur, de meerscholen directeuren en de medewerkers op het bestuurskantoor. Indicator voor dit resultaat is: - Stichting Proo gaat per 1 januari 2014 over naar een bestuursvorm met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht voor het interne toezicht.
5.1.3 Stichting Proo legt publieke verantwoording af Stichting Proo legt jaarlijks op meerdere manieren verantwoording af, o.a. middels de evaluatie van het strategische beleidsplan in een professioneel jaarverslag; aan de inspectie in het jaarlijks te voeren bestuursgesprek en een goede verantwoording aan ouders en verzorgers via onder andere nieuwsbrieven en de website. Scholen doen hetzelfde naar de ouders en de omgeving van de school. Daarin worden ook de prestaties van de school vermeld. Op die manier is voor iedereen duidelijk of het voorgenomen beleid is gerealiseerd en wat de kwaliteit van de school is. Stichting Proo gaat verder met de ontwikkeling van een adequaat systeem van monitoring en benchmarking, zodat een ‘dashboard van prestaties’ beschikbaar komt, bestaande uit: Kerndocumenten: a. Begroting, jaarrekening b. Financiële meerjarenplannen (personeel, huisvesting, onderwijs) c. Het accountantsverslag plus gesprek, managementletter d. Periodieke bestuurlijke (management-)rapportages Vaste data: a. Externe kwaliteitsonderzoeken zoals inspectierapporten, enquêtes leerlingen, personeel, ouders inz. tevredenheid (eerste keer te gebruiken als 0-meting) b. Kengetallen personeel: ziekteverzuim, mutaties c. Leerlingaantallen, verwijzingen, uitstroomgegevens d. Leeropbrengsten (tussen- en eind) e. Demografie en leerling-stromen in de omgeving c.q. voedingsgebieden f. Aantal moeilijke dossiers Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Jaarlijks is er een jaarplan en jaarverslag per school, waarin de (voorgenomen en gerealiseerde) prestaties van de school worden vermeld - Er is een ‘dashboard van prestaties’ van de organisatie beschikbaar vanaf 2013 op school- en bestuursniveau
1
http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/code_goed_bestuur_po_2010.pdf
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 13
-
Het bestuur heeft een jaarplan en -verslag waarin zichtbaar is dat doelen en middelen adequaat op elkaar zijn afgestemd De kwaliteit van dienstverlening van het bestuurskantoor, het Kenniscentrum en het bestuur wordt minimaal eens per twee jaar gemeten.
5.2
Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur
5.2.1
Binnen Stichting Proo staat leren van en met elkaar centraal
Een professionele leergemeenschap is een groep professionals die zowel individueel als samen leert om zo de eigen praktijk van (samen)werken te verbeteren. Door het investeren in een gezamenlijke doorontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties, ontstaat er verandering en verbetering rondom collectieve doelen. Een professionele leergemeenschap is derhalve een uitstekend instrument voor duurzame professionele én organisatie ontwikkeling. Drie belangrijke concepten in een professionele leergemeenschap staan centraal: 1. Professionaliteit: het gaat om een cultuur die professionaliteit hoog in het vaandel heeft staan en gefocust is op continue verbetering. 2. Leren: Openstaan voor inbreng van collega’s en externen met als doel om te willen optimaliseren 3. Gemeenschap: wat de verbondenheid van de professionals uitdrukt. Een goed functionerende professionele leergemeenschap biedt professionals de mogelijkheid om steeds meer te doen van wat het beste werkt, te stoppen met datgene wat niet werkt en aan elkaar te leren wat het beste werkt. Om te weten wat werkt, is het van belang om systematisch het verloop te volgen. Wij maken hierbij gebruik van ‘praktijk gestuurd meten’: Professionals gaan op een actieve en reflectieve wijze met elkaar aan de slag om kennis en vaardigheden te (re)construeren en toe te passen, gericht op vooraf gestelde doelen. Men leert - de eigen praktijk systematisch te ‘onderzoeken’; - data te gebruiken als uitgangspunt voor leren; - van de mogelijkheden in de dagelijkse praktijk; - van collega’s in vergelijkbare werksituaties en organisaties; - in een reflectieve dialoog met zichzelf en de deelnemers; - over de kwaliteit van de eigen professionaliteit. Werken vanuit een professionele leergemeenschap is bouwen aan een duurzaam verander- en verbeterproces. Dat betekent dat iedereen betrokken is (of wordt), mensen gemotiveerd worden tot actie, samenwerking en verbinding. Daarbij ligt de focus op een beperkt aantal thema’s en wordt gewerkt aan een meetbaar en merkbaar resultaat, waar iedereen voordeel van heeft. Er wordt met veel plezier gewerkt vanuit mogelijkheden. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Er is een duidelijke en gedeelde visie met betrekking tot professionaliseren en leren - Het samen leren vanuit de praktijk staat centraal - Er wordt gewerkt aan vertrouwen en openheid tussen medewerkers en bereidheid om met elkaar in gesprek te gaan over het eigen functioneren en het functioneren van anderen met als doel het te verbeteren - De nadruk ligt op (data)onderzoek en monitoring en de discussie gaat over de doelen en de werkwijze van de professionals om deze doelen te halen 5.2.2
Proo werkt doelgericht en opbrengstgericht
Belangrijke elementen voor het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs zijn: - Een ketenbenadering: de doelen en aanpak van het bestuur, directie en teams zijn in lijn met elkaar - Doelgericht en opbrengstgericht werken: Op basis van systematische en cyclische dataverzameling en data-analyse wordt op organisatieniveau en binnen het onderwijs doelgericht en opbrengstgericht gewerkt - Werken met een duidelijke focus in een jaarplan per school en op stichtingsniveau
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 14
-
Onderwijskundig leiderschap: de meerscholen directeur neemt een krachtige rol in als onderwijskundig leider bij de begeleiding van dit schoolontwikkelingsproces.
Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Er is in de eerste fase 2013-2015 sprake van een structurele verhoging van de leerresultaten op het gebied van voornamelijk taal/lezen, maar ook van rekenen en sociaal emotionele ontwikkeling door opbrengstgericht te werken - Het creëren van een lerende organisatie in 2014: werken met duidelijke doelen en met een helder veranderproces met beperkte focus, hoge resultaatverwachtingen bij alle betrokkenen zowel binnen als buiten de gemeenschap van de school - De meerscholen directeuren en locatieleiders hebben zich in 2014 ieder binnen hun eigen rol ontwikkeld tot sterke onderwijskundige leiders; - Er is een kwaliteitssysteem waarbij er samenhang is tussen onderwijskundige doelen en doelen op het gebied van financieel management en personeelsbeleid.
5.3
Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen
‘Betrokken’ is één van de kernwaarden van Stichting Proo. Zonder die betrokkenheid kan een kind niet groeien. Zonder betrokkenheid van alle partners kan de school zich niet ontwikkelen. Onze personeelsleden presteren met plezier en betrokkenheid. Betrokkenheid is essentieel voor de levensvatbaarheid van de scholen en de organisatie als geheel. Om dit hoofddoel te realiseren is het volgende resultaat geformuleerd: 5.3.1 De betrokkenheid en participatie van ouders is optimaal Betrokkenheid en participatie van ouders is van groot belang. Educatief partnerschap met ouders is noodzakelijk om de kansen op een goede ontwikkeling van kinderen te vergroten. Dat kan op allerlei manieren: ouders betrekken bij leermethoden, aanbieden van onderwijsactiviteiten voor ouders, online informeren van ouders, ontmoetingsplek voor ouders in de school, oudercoaches, invoeren van oudercontracten, uitwisseling etc. In dit kader passen ook spreekuren voor ouders en huisbezoeken. Onder ouders is veel (specifieke) kennis en deskundigheid. Deze gaan we optimaal benutten, bijvoorbeeld via een ‘talentendatabase van ouders’. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2015 is een notitie ‘Educatief Partnerschap’ opgesteld, teneinde optimale omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, op school en thuis, daarbij is een scan ontwikkeld waarin de ouderbetrokkenheid op onze scholen wordt gemeten - In 2016 werken vijf scholen met educatief partnerschap met ouders, in 2017 vijftien scholen en in 2018 alle scholen - In 2016/ 2017 is minimaal 80% van de ouders tevreden over de relatie met de school
5.4
Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid
De leerling prognoses vertonen een dalende trend. Er kunnen financiële en onderwijskundige risico’s ontstaan bij een veelheid aan kleine scholen, nevenvestigingen en dislocaties. Van belang is deze risico’s in beeld te brengen en de mogelijkheden te onderzoeken die een visie op de spreiding en instandhouding van de scholen mogelijk maakt. Om dit hoofddoel te realiseren is het volgende resultaat geformuleerd: 5.4.1
Stichting Proo heeft een visie op de spreiding en instandhouding van de scholen
Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Er is in 2013 een eerste besluit op de spreiding en instandhouding van de scholen. - De stichting is in staat te reageren op verschuivingen van leerlingstromen (groei/krimp). - In de verkenning wordt ook de mogelijkheid voor samenwerking met andere besturen en met gemeenten onderzocht.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 15
6.
Onderwijs: Opbrengstgericht en passend aanbod
Stichting Proo streeft naar excellent onderwijs, waardoor de talenten van onze leerlingen optimaal worden ontwikkeld. Hoge en meetbare kwaliteit van het onderwijs staat centraal op de scholen van Stichting Proo. Het gaat om de leeropbrengsten en resultaten van leerlingen, vooral op het gebied van taal, lezen en rekenen, maar ook op andere gebieden zoals wetenschap en techniek, sociaal emotionele vaardigheden, kunstzinnige vorming en motorische vaardigheden. Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein Onderwijs 6.1 6.2 6.3
Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs. Informatietechnologie speelt een belangrijke rol.
6.1
Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten
Opbrengstgericht en doelgericht werken, gericht op (leer)prestaties van leerlingen, maar ook van medewerkers, staat de komende jaren centraal. Daarbij gaat het niet alleen om taal en rekenen, maar ook om sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. Opbrengstgericht werken is een centraal begrip op onze scholen. Leeropbrengsten en toetsresultaten van leerlingen vormen het uitgangspunt van handelen, zowel in de klas, in de school als in de organisatie als geheel. Deze hoofddoelstelling willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten:
6.1.1
Stichting Proo werkt opbrengstgericht
Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties bij alle leerlingen. Leeropbrengsten van leerlingen zijn het uitgangspunt van het handelen van de medewerker in de klas. De school leidt het schoolbeleid af van de (tussentijdse) analyses van de leerresultaten van zijn leerlingen. Onze scholen zijn in staat om afwijkende resultaten vroegtijdig te signaleren. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2013 zijn alle medewerkers vanuit hun eigen functie vaardig in het gebruik van het leerlingvolgsysteem in ParnasSys - In 2013/2014 heeft iedere school (en iedere medewerker) de actuele leeropbrengsten van de groep en de leerlingen optimaal in beeld, kan analyseren en stemt het handelen daarop af; - In 2013/2014 analyseert iedere school 2x per jaar de opbrengsten (M en E toetsen) en signaleert daardoor vroegtijdig afwijkingen; - In 2013/2014 hebben alle leraren voldoende instructievaardigheden, volgens de daarvoor gestelde gedragsindicatoren; - In 2014 kunnen medewerkers aantonen dat hun klassenmanagement op orde is. Daartoe zijn voor de scholen kernindicatoren ontwikkeld; - In 2014 zijn de doorgaande leerlijnen in beeld voor de basisvakken Taal en Rekenen en deze worden gevolgd en behaald. De referentieniveaus taal en rekenen vormen hierbij een leidraad; - In 2014 kan de medewerker aantonen dat hij/zij effectief gebruik maakt van de geplande onderwijstijd en dat deze is afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerling.
6.1.2
De scholen van Stichting Proo hebben hoge opbrengsten voor de basisvaardigheden op school-, groeps- en leerlingniveau
Omdat lezen, het beheersen van de Nederlandse taal en het kunnen omgaan met cijfers en getallen de noodzakelijke basisvoorwaarden voor elke leerontwikkeling vormen, stellen we hoge minimumeisen aan de scores die daarop op school-, groeps- en leerlingniveau worden behaald.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 16
Indicatoren voor dit resultaat zijn: - De eindopbrengsten liggen vanaf 2013 jaarlijks zonder uitzondering op of boven de inspectienorm - De tussenopbrengsten liggen in 2014/2015 per school voor de basisvakken op minimaal 65 % AB score en maximaal 25 % DE score of minimaal 50% I en II score en maximaal 20 % V score. - In 2013-2014 ligt de focus op taal/lezen en liggen de opbrengsten in 2015 voor technisch lezen per groep op minimaal 70 % AB en maximaal 20 % op DE op de CITO toetsen (minimaal 55 % I en II en maximaal 15 % V). 6.1.3
De meerscholen directeuren en locatieleiders geven opbrengstgericht leiding
Om opbrengstgericht werken bij medewerkers mogelijk te maken, geven de meerscholen directeuren en locatieleiders “opbrengstgericht” leiding. Dat wil zeggen dat op concrete resultaten wordt gestuurd. Hierover is de leidinggevende voortdurend in gesprek met team en medewerker en werkt aan continue verbetering. De Intern Begeleider (IB-er) speelt een belangrijke rol binnen de besprekingen. De directeur heeft hiërarchisch een andere rol dan de locatieleiders en IB’ers. De laatsten hebben een functionele rol in het onderwijskundig leiderschap in de school. De driehoek meerscholendirecteurlocatieleider–intern begeleider werkt samen aan schoolverbetering en aan het onderwijskundig leiderschap in de school c.q. het cluster Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Alle locatieleiders hebben actueel inzicht in en sturen op de leeropbrengsten van (groepen) leerlingen; - De meerscholen directeuren hebben kennis van de (tussentijdse) resultaten van de school en maken daarover prestatieafspraken met de locatieleiders; - De algemeen directeur maakt prestatieafspraken met de meerscholen directeuren over de resultaten van de scholen binnen het aan hen toebedeelde cluster; - In de functionerings-, c.q. POP-gesprekken wordt de opbrengstgerichtheid van de school, van de locatieleider en van de medewerkers apart besproken. 6.1.4
Er is een passend aanbod voor ieder kind door handelingsgericht te werken
Invoering van handelingsgericht werken (HGW) is één van onze speerpunten binnen Passend Onderwijs. Bij de invoering van het hele traject is de rol van de leidinggevende teams (directeur, locatieleiders en IB-ers) een cruciale. Zij zijn de (uit)dragers van het veranderingsproces. We hebben een sterk IB-netwerk binnen Proo. Het Kenniscentrum biedt de scholen ondersteuning bij de verdere invoering van HGW en de bepaling van de mate van zorg. Op de scholen van Stichting Proo is de zorgstructuur optimaal. De eigen expertise en mogelijkheden van ons personeel en van ons Kenniscentrum worden daarbij optimaal ingezet. Belangrijk doel is om de expertise en de handelingsbekwaamheid van medewerkers t.b.v. alle leerlingen te vergroten. Er is extra aandacht voor omgaan met verschillen en gedragsproblemen Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2016 werken alle leraren handelingsgericht en is er een koppeling met opbrengstgericht werken; - In 2013/2014 werken alle leraren met groepsplannen op maximaal drie niveaus en daar waar nodig met individuele handelingsplannen (in ParnasSys); - Voor kinderen die een eigen leerlijn volgen zijn ontwikkelingsperspectieven opgesteld; - Alle leraren stemmen instructie, tijd en verwerking af op verschillen in ontwikkeling van leerlingen en naar de behoeften van de leerling. 6.1.5
Er is een actueel kwaliteitszorgsysteem
De kwaliteitsmonitor maakt het mogelijk om een overzicht (dashboard) te ontwikkelen van de (onderwijs)resultaten op onze scholen. Daardoor wordt op school- én bovenschools niveau de kwaliteit van het onderwijs gemonitord en wordt samen met de scholen tijdig bijgestuurd op risico’s. De leidinggevenden zijn continu in gesprek met de teams en medewerkers. Stichting Proo werkt al
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 17
met de bovenschoolse module van ParnasSys. Er komt een stichtingsbreed kwaliteitszorgsysteem; Integraal van ParnasSys. Indicator voor dit resultaat is: - In 2013-2014 is op school- en bovenschools niveau een kwaliteitszorgsysteem operationeel 6.1.6
Op alle scholen is gedurende de hele schoolloopbaan aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen
Naast de aandacht voor de basisvaardigheden is er continu aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling (seo) van onze leerlingen. Plezier in leren staat voorop, pesten wordt niet getolereerd. De meeste scholen van Proo hebben voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling het leerlingvolgsysteem ‘ZIEN!’ van ParnasSys; dit systeem is in 2012 Cotan gecertificeerd. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - De gedragsdeskundigen van het Kenniscentrum ondersteunen de scholen bij het creëren van een veilig school- en groepsklimaat en van waarden en normen (“character building”); - Er is een plan/protocol voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen vanaf groep 1; - Alle scholen werken uiterlijk 1-8-2015 met een leerlingvolgsysteem voor SEO, ZIEN! en worden daarvoor geschoold door medewerkers van het Kenniscentrum; - In 2015 of eerder is er een gedragsprotocol voor leerlingen, ouders en medewerkers op alle scholen van Proo. 6.1.7
Stichting Proo heeft een sterk VVE aanbod en investeert stevig in de kleutergroepen
Het beleid voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) wordt de komende jaren versterkt. Peuterspeelzalen, peuteropvang en kinderdagverblijven vormen steeds meer een vóórfase voor de basisschool. Dat geldt voor VVE- maar ook voor ‘gewone’ peuterspeelzalen. Door de invoering van de wet OKE in augustus 2010 dienen peuterspeelzalen en peuteropvang aan extra kwaliteitseisen te voldoen. Zij vormen een belangrijk instrument om (taal)achterstand bij leerlingen zo vroeg mogelijk te signaleren en op te heffen. De meeste scholen van Stichting Proo ontvangen gelden voor wegwerken van onderwijsachterstanden. VVE en schakelklassen leveren hieraan een belangrijke bijdrage. We investeren extra in het kleuteronderwijs en de afstemming met de voorschoolse periode. Hier is nog winst te behalen. Het kenniscentrum speelt een belangrijke rol bij het onderwijs aan het jonge kind. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Eind 2014 hebben scholen met doelgroepleerlingen een vorm van VVE voor doelgroepleerlingen met nadruk op taalaanbod en sterke betrokkenheid van ouders; - Eind 2014 is op alle scholen sprake van een hoogstaand onderwijsaanbod voor de groepen 1/2.
6.1.8
Stichting Proo heeft een adequaat aanbod voor meer en hoogbegaafde leerlingen
Stichting Proo heeft in verschillende gemeenten plusklassen en 2 bovenschoolse digitale plusklassen voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. De uitwerking van de lessen in de plusklassen wordt afgestemd op het reguliere lesprogramma van de basisscholen. Het aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen wordt uitgebreid naar alle scholen. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2015 hebben alle scholen een effectief aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen - De digitale plusklas wordt voortgezet en uitgebreid naar meerdere scholen en meerdere groepen.
6.2
Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 18
Leerlingen moeten zich veelzijdig en zelfstandig kunnen ontwikkelen in een moderne, veilige leeromgeving. Stichting Proo biedt vernieuwend en eigentijds onderwijs aan in verschillende onderwijsconcepten en leergemeenschappen. Doorlopende leerlijnen zijn van groot belang om leerlingen zo optimaal mogelijk te laten presteren. Het integreren en afstemmen van kinderopvang, voorschoolse educatie en (voortgezet) onderwijs is daarbij essentieel. Het toekomstperspectief is gericht op de vorming van Integrale Kindcentra waarin school, kinderopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen kunnen samengaan. Om deze hoofddoelstellingen te realiseren, worden de volgende resultaten geformuleerd: 6.2.1
We zijn voorbereid op de toekomst dus voldoen aan de 21st Century Skills ste
De term 21 century learning and teaching skills heeft betrekking op een samenhangend geheel van vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de 21ste eeuw, Deze vaardigheden zijn: Communicatie Samenwerken ICT Geletterdheid Creativiteit Kritisch denken Probleem oplosvaardigheden Sociale en/ culturele vaardigheden (inclusief burgerschap) Alle medewerkers en leerlingen van Proo werken voortdurend aan deze hedendaagse vaardigheden. Binnen de professionele leergemeenschappen vindt versterking op medewerker en teamniveau plaats. In ons onderwijsaanbod en in dit strategisch beleidsplan komen deze vaardigheden als een rode draad aan de orde. Onze leerlingen worden zo optimaal voorbereid op de toekomst. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Leerlingen dragen bij het leren meer eigen verantwoordelijkheid geven er zelf meer sturing aan - Er wordt gewerkt aan deskundigheidbevordering van leraren om te komen tot een meer coachende functie i.p.v. frontale kennisoverdracht; - Alle leraren voldoen in 2015 aan de minimale eisen die Proo stelt voor ICT-competentie; - In uiterlijk 2015 halen alle leerlingen binnen Proo op een bepaald niveau een digitaal rijbewijs; - Alle medewerkers gebruiken in 2015 de digitale leeromgeving van Proo; - Alle leerlingen van Proo werken via de digitale wereld aan een gezamenlijk project met een leerling van een andere Proo-school of met een leerling uit het buitenland; - Op alle scholen is structureel aandacht voor (wereld) burgerschap en sociale integratie.
6.2.2
Stichting Proo heeft in haar gemeenten integrale kindcentra met een pedagogisch aanbod voor 3-jarigen
In samenwerking met kinderopvangorganisaties wordt gewerkt aan het structureel ontwikkelen van een pedagogisch aanbod voor 2 en 3-jarigen, met inzet van bestaande middelen. Kleine scholen in kleine kernen krijgen voorrang bij het maken van peuter- kleutergroepen. De mogelijkheid wordt onderzocht om flexibele schooltijden in te voeren op meerdere scholen van Stichting Proo. Nadruk wordt gelegd op continuroosters. Ook op ongebruikelijke tijdstippen en dagen kan, als daartoe behoefte bestaat, onderwijs worden gegeven of kinderopvang worden geboden, bijvoorbeeld tijdens vakantieweken. Ook voor medewerkers kunnen in de toekomst flexibele werk- en verloftijden gaan gelden. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2014 gaan op enkele scholen peuter- kleutergroepen van start en dit beleid wordt verbreed naar minimaal 4 scholen van Stichting Proo in 2015 - In 2015 hebben de basisscholen een arrangement met één (of meerdere) peuterspeelzalen, peuteropvang en/of kinderdagverblijf en daarmee een inhoudelijke samenwerking ontwikkeld
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 19
-
-
In 2016 zijn vier integrale kindcentra gevormd. Uitgangspunt is één pedagogisch klimaat en één didactisch concept, vormgegeven door één team van pedagogisch medewerkers/ onderwijsassistenten en medewerkers; De mogelijkheid van combifuncties onderwijs & kinderopvang wordt onderzocht; Binnen Proo werken we daar waar door klanten gewenst met flexibele schooltijden; In 2015 is het onderzoek naar invoering van flexibele school-, verlof- en werktijden afgerond.
6.2.3
Wij bereiden de leerlingen optimaal voor op de toekomst door samenwerking met het VO
Door samenwerking met de openbare VO-scholen (Veluws Onderwijs Verband) levert Proo een krachtige bijdrage aan de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren op de Veluwe onder het motto “algemeen toegankelijk verbonden”. Het openbaar onderwijs op de Veluwe staat vanuit haar overtuiging, identiteit en missie voor de totaalontwikkeling van de kinderen en jongeren op de Veluwe. De samenwerking vindt gestalte via ontmoetingen, lezingen, miniconferenties, debatten, de dialoog, het goede gesprek en gericht onderzoek binnen de volgende thema’s: (Wereld) Burgerschapsvorming de Taal en 2 taalontwikkeling Recreatie, toerisme en vrije tijd Het openbaar onderwijs levert hier een bijdrage aan middels sportieve en culturele scholen met een sterk netwerk en participatie binnen de lokale en regionale sociaal culturele omgeving. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Gewerkt wordt aan een doorlopende leerlijn met betrekking tot (wereld)burgerschapsvorming en sociale cohesie tussen het openbaar/algemeen toegankelijk primair onderwijs en het openbaar/algemeen toegankelijk voortgezet onderwijs; - Alle scholen vermelden in hun jaarplannen en hun jaarlijkse schoolgids hoe ze vorm geven aan de kerndoelen voor actief burgerschap en sociale integratie; de - Naast de focus op Nederlandse taalontwikkeling wordt de 2 taalontwikkeling gestimuleerd en de een doorlopende leerlijn 2 taal Engels ontwikkeld; - Middels sportieve en culturele scholen met een sterk netwerk en participatie binnen de lokale en regionale sociaal culturele omgeving levert Proo een bijdrage aan cultuureducatie
6.2.4
Op alle scholen wordt Engels (VVTO) vanaf groep 1 gegeven
Stichting Proo werkt samen met het VO (Veluws Onderwijs Verband) en HBO aan invoering van Engels vanaf groep 1 op alle scholen. Hiervoor is een 5-jarenplan opgesteld waarin aan het eind alle scholen gecertificeerd zijn. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Alle scholen zijn in 2018 gecertificeerde vvto scholen; - 80% van de leraren heeft in 2018 een Cambridge First Certificate (FCE), volgens Europees referentiekader (ERK) B2 niveau op de instructievaardigheden 6.2.5
Op alle scholen is ruim aandacht voor Wetenschap en Techniek (W&T)
Wetenschap en Techniek is bij uitstek geschikt om talenten van kinderen te ontwikkelen. Een doel van W&T is het vergroten van de belangstelling van kinderen voor techniek en wetenschap als vervolgopleiding en als beroep. Een ander doel is het aanspreken en verder ontwikkelen van ontdekkende en onderzoekende competenties van kinderen. Tijdens de lessen leren kinderen oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Het is van belang dat een groot aantal medewerkers scholing krijgt, zodat er een omslag komt in de aanpak van wetenschap en techniek in het onderwijs. Indicatoren voor dit resultaat zijn:
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 20
-
In het scholingsaanbod voor leraren is jaarlijks aandacht voor Wetenschap en Techniek In 2017 hebben de scholen een gerichte aanpak met een doorgaande leerlijn op wetenschap en techniek
6.3
Informatietechnologie speelt een belangrijke rol
In de school van de toekomst speelt informatie- en communicatietechnologie (ICT) een belangrijke rol. In het ICT Koersplan van de Stichting Proo is beschreven hoe het onderwijs van de toekomst eruit zal zien. Duidelijk is dat de digitalisering van het onderwijs de komende tijd sterk zal toenemen. Informatie en lesmateriaal zullen veelal digitaal beschikbaar zijn en ondersteunende educatieve software komt steeds vaker online. Toepassingen als een intranet en een elektronische leeromgeving worden van essentieel belang voor ‘Samen leren’ en samenwerken. Om in deze digitale wereld bewust, kritisch en actief te kunnen functioneren moeten leerlingen en leraren mediawijs zijn. ICT wordt ook ingezet voor vele andere beleidsvelden, zoals interne en externe communicatie, administratieve werkzaamheden, leerlingvolgsystemen, genereren van ken- en stuurgetallen etc. De ICT-hoofddoelstellingen willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 6.3.1
ICT is geïntegreerd in het onderwijsconcept
ICT is een onlosmakelijk hulpmiddel bij het onderwijs. Scholen van Proo zetten dit in door aanvullende en vervangende software, planmatig gebruik van hardware en inrichting van scholen zodat zij zijn toegerust voor het leren door ict. Medewerkers worden daartoe voldoende geschoold. De ICTcoördinator en ICT-stimulatoren vervullen daarbij een belangrijke inhoudelijke, coachende rol. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Iedere school heeft haar ICT-beleid duidelijk beschreven in de jaarplannen - In 2015/2016 wordt minimaal in alle scholen van Proo in de groepen 1/2 gewerkt met tablets - In 2013 zijn alle leraren in staat ParnasSys te gebruiken. 6.3.2
Iedere medewerker beschikt over alle ICT-basiscompetenties en digitale geletterdheid
Competenties van medewerkers zijn voorwaardelijk voor goede prestaties van leerlingen. Dat geldt ook voor de ICT-competenties. Om duidelijk te bepalen welke competenties dat zijn, worden deze vastgesteld voor medewerkers, ICT-stimulatoren en directeuren (zie ook het koersplan ICT van Stichting Proo). Daarmee wordt de komende jaren de scholing op ICT-gebied verder ingevuld. De scholingen zijn niet vrijblijvend. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Er is een duidelijke beschrijving van de vereiste ICT-basiscompetenties en het daarbij behorende scholingsaanbod vanaf 2013/2014. Geregeld vindt bijstelling plaats om bij te blijven; - Eind 2014 maken alle medewerkers effectief gebruik van digiborden of touchscreens en de computer. 6.3.3
De nieuwe en sociale media worden optimaal en kritisch ingezet binnen de gehele organisatie
De nieuwe generaties leerlingen (en hun ouders) communiceren en leren via internet. Facebook, Twitter e.d. kunnen worden ingezet voor het leerproces en voor interne en externe communicatie. Indicator voor dit resultaat is:
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 21
-
In 2014 start een pilot op minimaal drie scholen voor de inzet van sociale media; In 2015 hebben alle scholen activiteiten met sociale media met de leerlingen of met de klas op gebied van communicatie en profilering Vanaf 2014 werken van elk cluster 1 à 2 scholen in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit mee aan het gesubsidieerde project: “Het gebruik van nieuwe media bij de creativiteitsontwikkeling en kunst- en cultuurbeleving van kinderen en jongeren”
6.3.4.
De leerling resultaten zijn online beschikbaar
Ouders kunnen de actuele leerprestaties en de schoolactiviteiten van hun kinderen op de voet volgen via een (interactieve) internetvoorziening (ouderportaal in ParnasSys). Daartoe dienen nog enkele stappen te worden gezet. Uiteraard blijft persoonlijk contact tussen ouder en school voorop staan. Indicator voor dit resultaat is: In 2015 is het ouderportaal in ParnasSys geactiveerd en wordt door alle scholen gebruikt.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 22
7.
Personeel: van kapitaal belang
Stichting Proo ziet personeel als de belangrijkste factor bij het realiseren van de doelstellingen van de Stichting. Het onderwijs staat of valt met kwaliteit van de leidinggevenden, van degenen die de lessen verzorgen en van hen die daarbij ondersteunen. De competenties: kennis, vaardigheden, houding en persoonskenmerken bepalen, los van externe factoren, de wijze waarop het onderwijs wordt gegeven. Stichting Proo voert effectief Human Recources Management (HRM) en benut de mogelijkheden van alle medewerkers optimaal. De in-, door- en uitstroom van personeelsleden wordt zodanig vormgegeven dat de leidinggevenden de doelen van de stichting en de scholen kunnen verwezenlijken.
Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein Personeel en Medezeggenschap. 1. 2. 3. 4.
Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van het strategisch beleidsplan Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en voor optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden en leerlingen Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap
7.1
Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel
Met een competentiegerichte inzet wordt bedoeld dat de competenties van de personeelsleden zo ingezet worden dat zij maximaal bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van de organisatie. Voorwaarden voor een competentie gerichte inzet zijn: - gemotiveerde personeelsleden; - personeelsleden die permanent (blijven) leren, - versterking van de onderlinge samenwerking, - inzicht door directeuren van de competenties van de personeelsleden. Deze hoofddoelstelling willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 7.1.1
De competenties van alle medewerkers zijn in beeld
Door koppeling van de competenties van de personeelsleden en de doelen van de organisatie is een competentiegerichte inzet van het personeelslid, of ontwikkeling daar naar toe, mogelijk. Voor het inzichtelijk maken van de competenties is één digitaal dossier nodig. Met behulp van dit dossier ontstaat zicht op - de aanwezige competenties en de ontwikkeling ervan, - het bekwaamheidsdossier, - de mobiliteit van de medewerker, - het verzuim, - resultaten van de gesprekkencyclus - gevolgde scholing en wensen, - de werkervaring. Deze informatie draagt bij aan het gericht kunnen inzetten van gelden voor scholing, de personeelsplanning en het overzicht aan de competenties en talenten die “in huis” zijn. Er is veel talent onder de medewerkers van Stichting Proo. Dat talent moet wel in beeld zijn en begeleid worden. Stichting Proo zet daarvoor een talentenschouw en extra scholing op. Medewerkers kunnen zichzelf als ‘high potential’ in beeld brengen en hun ambities kenbaar maken. Indicatoren voor dit resultaat zijn:
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 23
-
-
Eind 2013 beschikt elke medewerker over een bekwaamheidsdossier en overlegt dit tijdens de gesprekkencyclus In 2013/2014 is stichtingsbreed zicht op competenties van personeelsleden In 2014 is stichtingsbreed zicht op talenten en specifieke kennis van personeelsleden (talentenschouw) Met ingang van augustus 2013 overlegt elke directeur aan de algemeen directeur/bestuurder een scholingsplan (als onderdeel van het jaarplan) van zijn scholen Vanaf 2013/2014 geven de directeuren uitvoering aan het huidig beleid inzake competentieontwikkeling en ze leggen daarover verantwoording af aan de algemeen directeur/bestuurder In 2013 / 2014 beschikt elke medewerker over een bekwaamheidsdossier en overlegt dit tijdens de gesprekkencyclus In 2014 is er onderzoek naar één digitaal dossier per medewerker. In 2014 is competentiemanagement ingevoerd.
7.1.2
Op alle scholen is sprake van een professionele leercultuur
Naast de inzet van instrumenten voor het volgen van de leeropbrengsten en de ontwikkeling van de medewerkers is een professionele leercultuur van belang; elkaar aanspreken op gedrag, een gedeelde visie (bestuur, directeur en medewerkers), teamleren en leren in directe relatie tot de effecten op de opbrengsten. Om te komen tot scholen met een professionele leercultuur, die belangrijk is voor het verhogen van de onderwijskwaliteit, is het van belang dat: - in woord en gedrag van de medewerkers zichtbaar is dat men alle leerlingen wil helpen te leren op een hoog niveau; - medewerkers, ouders en leerlingen open en vrij spreken over effectief gedrag; - het voortdurend verbeteren van het leren van de leerlingen centraal staat; - medewerkers kennis delen en een onderzoekende houding hebben; - medewerkers de tijd voor deskundigheidsbevordering ook gebruiken voor collegiale consultatie. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2013 blijkt de professionele leercultuur onder meer uit het feit dat in elke team- en MTvergadering minimaal één onderwerp op de agenda staat dat gaat over de ontwikkeling van medewerkers / directeuren in relatie tot de praktijk van alle dag en de doelstellingen uit dit plan - Vanaf 2014 werkt elke medewerker op jaarbasis minimaal één dag(deel) (mee) in een andere groep (dan zijn eigen groep) en deelt zijn ervaringen met de collega. Onderwerpen van gesprek zijn: activerende instructie, klassenmanagement, leerlingengedrag en de doorlopende leerlijn - Vanaf 2015 is elke school minimaal één maal bezocht door een medewerker van een andere school binnen het cluster en deze medewerker heeft zijn ervaringen gedeeld met het team - Collegiale visitatie wordt stichtingsbreed ingevoerd en met ingang van 2014 wordt elke school 1 keer per 2 jaar door enkele medewerkers van een andere Proo-school van buiten het cluster bezocht.
7.1.3
De organisatiestructuur is afgestemd op de ambities, het scholenbestand en het leerlingenaanbod
Naast inzicht in de competenties en een professionele leercultuur is het nodig kritisch te blijven kijken naar de huidige organisatiestructuur. In 2012 is voor een aantal scholen een grote verandering in de aansturing van de teams doorgevoerd en heeft er een substantiële reductie van het personeelsbestand plaats gevonden. De omstandigheden zijn dusdanig dat de medewerkers in staat zijn in hun functie met plezier en betrokkenheid te presteren. Als gevolg van de veranderingen in het leerlingenaanbod (zowel kwalitatief als kwantitatief) is het mogelijk dat bestaande structuren verfijnd dienen te worden. Indicator voor dit resultaat is: - Eind 2014 vindt een evaluatie plaats van de per 1 augustus 2012 ingevoerde reorganisatie en gewijzigde directiestructuur.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 24
7.2
Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van het strategisch beleidsplan
Directeuren sturen de ontwikkeling van de medewerkers en de teams zodanig dat dit leidt tot realisatie van de doelstellingen in dit strategisch beleidsplan. Met de focus op de doelstellingen: - Hoge leeropbrengsten - Lerende organisatie - Vakmanschap en deskundigheidsbevordering Deze hoofddoelstelling willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 7.2.1
Er zijn gedragsindicatoren opgesteld in relatie tot de doelen van het strategisch beleidsplan
Het is van belang dat de directeuren een helder beeld hebben van de resultaten die nodig zijn. Dat vraagt om een duidelijke onderwijskundige koers en een vertaling daarvan naar het functioneren van de personeelsleden. En om een concretisering van de resultaten die de directeur van de personeelsleden als individu en als groep verwacht. Voor personeelsleden is het duidelijk op welke opbrengsten/doelen zij hun eigen ontwikkeling en hun werk kunnen richten. Feedback, training en professionalisering kunnen gericht worden ingezet. We spreken van competentiemanagement. Niet enkel uit te voeren door de directeur maar met name door de medewerker zelf. Leidend bij de prioriteitstelling van de borging of versterking van de competenties zijn de gedragsindicatoren die afgeleid zijn van de missie, visie en kernwaarden van de Stichting Proo en de gedragsindicatoren die nodig zijn om de doelen te realiseren. Het huidig beleid inzake de functionerings- en beoordelingsgesprekken dient hiervoor als basis. Actualisering van de competenties geschiedt na vaststelling van dit Strategisch Beleidsplan. Voor de beschrijving van de competenties wordt gebruik gemaakt van de modellen van de Onderwijscoöperatie en de Nederlandse Schoolleiders Academie. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn de benodigde competenties die nodig zijn voor het opbrengstgericht werken en het werken in een professionele leergemeenschap. Voor wat betreft de externe gerichtheid zijn de open blik op de samenleving en de communicatieve vaardigheden én houding om Stichting Proo op positieve wijze in de samenleving te positioneren noodzakelijk. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2013 zijn Proo-gedragscompetenties opgesteld voor personeelsleden zodat het duidelijk is op welke opbrengsten en doelen zij hun eigen ontwikkeling en hun werk kunnen richten; - Vanaf 2013 leggen medewerkers in hun functioneringsgesprek op eigen initiatief verantwoording af over de gevolgde deskundigheidsbevordering en de resultaten daarvan op de doelen van de organisatie; - In 2014 zijn alle medewerkers beoordeeld op hun competenties en hun prestaties en er zijn voor alle medewerkers vervolgacties afgesproken; 7.2.2
Het scholingsaanbod is afgestemd op de doelen van het strategisch beleidsplan en de (competentie)ontwikkeling van de personeelsleden en teams
Er zijn afspraken gemaakt over en acties verbonden aan de invulling en verantwoording van de uren deskundigheidsbevordering. Naast het volgen van scholing kan daarbij ook gedacht worden aan collegiale consultatie en het deelnemen aan (digitale) netwerken en platforms. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Vanaf 2013 volgen alle schoolteams of clusters van scholen elk schooljaar minimaal vier inhoudelijke studiedagen o.a. ten behoeve van de ontwikkeling van het teamleren - Stichting Proo biedt (met behulp van het Kenniscentrum) vanaf schooljaar 2013-2014 jaarlijks bovenschools scholing aan toegespitst op de beleidsdoelen uit het strategisch beleidsplan en op de competentieversterking en opbrengstgerichtheid van alle medewerkers
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 25
-
Iedere medewerker volgt aantoonbaar jaarlijks scholing en benut daarvoor aantoonbaar de formeel beschikbare tijd (10% van de normjaartaak) optimaal In 2013/2014 starten alle teams (een opleiding gericht op) opbrengstgericht werken en ontwikkeling van professionele leergemeenschappen In 2014 hebben alle meerscholen directeuren en locatieleiders een opleiding afgerond rondom opbrengstgericht/onderwijskundig leiderschap.
7.2.3
Stichting Proo heeft erkende academische basisscholen
Van opleidingsscholen naar academische basisscholen; Opleiden op de werkplek krijgt vorm. Stichting Proo vindt samenwerking met Pabo’s belangrijk. Met enkele PABO’s wordt overleg gevoerd om het duale leren en Vierslagleren vorm te geven. Scholen kunnen een erkende ‘opleidingsschool’ worden en vervolgens doorgroeien naar ‘academische basisscholen’. Aankomende medewerkers worden ook op de werkplek opgeleid. Indicator voor dit resultaat is: - In 2015 streeft de Stichting Proo naar tien erkende opleidingsscholen, waarvan er vijf doorgroeien naar academische basisscholen in 2018.
7.3
Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en voor optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden en leerlingen
Stichting Proo streeft naar een duurzame inzet van haar personeelsleden Deze hoofddoelstelling willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 7.3.1
Stichting Proo werkt voortdurend aan duurzame inzetbaarheid van haar medewerkers
De ophoging van de pensioenleeftijd, de toename van de combinatiegroepen, de toename van de snelheid waarbij veranderingen elkaar opvolgen, maken dat de medewerker ook dient te investeren in het op peil houden van het vakmanschap. Stichting Proo stelt medewerkers in de gelegenheid om het vak vitaal te kunnen blijven uitoefenen en differentieert in scholing en beloning. De functiemix maakt het mogelijk dat de voor de school benodigde specialismen hoger gewaardeerd worden. Voor het aanscherpen van het vakmanschap en het delen van kennis en ervaring past het om zo nu en dan te wisselen van werkplek. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Jaarlijks mobiliseert per school tussen de 5 en 10% van de leraren. Deze mobiliteit kan bestaan uit het wisselen van groep, functie of school. Meerscholen directeuren en locatieleiders wisselen in principe elke acht jaar van cluster c.q. school; - Alle medewerkers voldoen aan de voorwaarden en schrijven zich in in het Lerarenregister en de directeuren in het register voor schoolleiders; - Jaarlijks volgt circa 2% van de leraren in vaste dienst een Masteropleiding; - In 2014 is het beleid ten aanzien van startende medewerkers geactualiseerd. 7.3.2
Stichting Proo zorgt voor personeelsleden en leerlingen
optimale
arbeids-
en
leeromstandigheden
voor
Het arbeidsomstandighedenbeleid is het geheel aan maatregelen en activiteiten dat erop gericht is de veiligheid, gezondheid en het welzijn van medewerkers, leerlingen en bezoekers te bevorderen. Net als bij de gedeelde verantwoordelijkheid ten opzichte van de ontwikkeling van de medewerkers geldt dat ook voor het realiseren van optimale arbeidsomstandigheden. (On)veiligheid wordt vooral veroorzaakt door gedrag, het gezond het vak kunnen blijven uitoefen is ook een kwestie van het bijhouden van de benodigde competenties en een gezonde levensstijl. De welzijncomponent kan niet eenzijdig door de werkgever “geregeld” worden. Voor een duurzame inzet zijn daarnaast ook maatregelen nodig die rekening houden met de omstandigheden van de medewerker. Daarbij kent elke leeftijdsfase en functie binnen de organisatie specifieke omstandigheden en dient er, in overleg tussen medewerker en directeur, indien nodig een maatwerkoplossing gevonden worden. In het personeelsbeleidplan wordt de visie op een duurzame inzet van de medewerkers geactualiseerd. Ook de huidige personeelsinstrumenten worden geactualiseerd en zo nodig uitgebreid.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 26
Indicatoren voor dit resultaat zijn: - In 2013 is een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) op elke locatie uitgevoerd en een Plan van Aanpak opgesteld voor vier jaren; - Gedurende de periode 2013 – 2017 is het Plan van aanpak van de RIE gefaseerd uitgevoerd; - In 2013 beschikt elke school over een actueel Schoolveiligheidsplan; - In 2013 wordt het Personeelsbeleidsplan geactualiseerd, alsmede de personeelsinstrumenten. - In 2014 is het Arbobeleidsplan geactualiseerd; - Vanaf 2013 wordt vierjaarlijks een personeelstevredenheidsonderzoek uitgevoerd; minimaal 80% van de personeelsleden is positief over het werkklimaat, de werkbelasting en de collegiale samenwerking; - In 2015 is het ziekverzuimpercentage gelijk of lager dan het landelijk ziekteverzuim; - Het voornemen is dat vanaf 2015 het ziekteverzuim 1% onder het landelijk gemiddelde ligt.
7.4
Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap
Deze hoofddoelstelling willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 7.4.1
De medezeggenschap binnen Proo is professioneel en transparant
Stichting Proo is gebaat bij een stevige medezeggenschap voor het verkrijgen van draagvlak bij de uitvoering van haar beleid. En voor het verkrijgen van informatie van ouders en medewerkers over gewenste aanpassingen van het beleid. Veranderingen in wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld de introductie van een ondersteuningsplanraad in het kader van het Passend Onderwijs, maken dat het proces van een transparante en democratische besluitvorming voortdurend aan verandering onderhevig is. Stichting Proo zet in op de ondersteuning van de medezeggenschap door faciliteiten en deskundigheid beschikbaar te (blijven) stellen aan de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad. Indicatoren voor dit resultaat zijn. - Het Medezeggenschapstatuut, met onder andere de faciliteiten voor de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, worden iedere twee jaar geëvalueerd; - De directie heeft een actieve interactie met de (G)MR; - De leden van GMR en MR-en zijn op de hoogte van besluitvormingsprocessen; - Stichting Proo stimuleert actieve deelname en betrokkenheid van personeelsleden op beleid en verantwoording op MR en GMR-niveau.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 27
8.
Communicatie: klantgericht met een sterk profiel
Stichting Proo wil zich in de komende jaren verder profileren als een marktgerichte organisatie die excellent onderwijs biedt aan haar leerlingen en daardoor aantrekkelijk is voor ouders en leerlingen. Een aantal kernwaarden: professioneel, betrokken en vernieuwend bepalen het imago van Stichting Proo Met als resultaat dat een toenemend aantal ouders en kinderen kiezen voor een Stichting Prooschool en dat medewerkers graag bij Stichting Proo willen werken.
Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein Communicatie. 8.1 De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie 8.2 Professionele communicatie, zowel intern als extern, staat centraal.
8.1
De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie
Voor het invoeren en toepassen van marktgericht denken en handelen is bewustzijn over de eigen marktpositie van de school essentieel. Daarvoor hanteert de school een eigen PR-beleid en een eigen PR-beleidsplan. Daarin analyseren de scholen systematisch de huidige marktpositie van de school en de wijze waarop men deze wil verbeteren. Dit hoofddoel willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 8.1.1
Alle scholen ontwikkelen marketing- en communicatiebeleid
Door middel van een eigen marketing en communicatiebeleid wordt het profiel van de school zo goed mogelijk naar buiten gebracht. Scholen richten zich nadrukkelijk op de (instroom van de) groep 2 tot 4jarigen. ‘Regisseur’ van het PR-beleid zijn de directeur en de locatieleider. Hij/zij wordt geschoold en toegerust om deze taak goed te kunnen vervullen. De communicatiemiddelen van de school (nieuwsbrief, schoolgids, e-mail, website, sociale media e.d.) zijn professioneel en eigentijds en worden ontwikkeld in de Stichting Proo huisstijl. Indicator voor dit resultaat is: - In 2013 heeft iedere school een communicatiebeleid geformuleerd voor marketing, PR en imagoversterking; - Alle individuele scholen geven zelf hun school- en onderwijsontwikkeling vorm. Ze creëren een eigen schoolprofiel waarmee ze zich herkenbaar onderscheiden voor ouders en leerlingen.
8.1.2
De scholen zijn actief en gericht aan de slag met werving van nieuwe leerlingen
Nieuwe communicatie zoals sociale media worden ingezet (zie ook 6.5.6) Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Elke school voert een actief wervingsbeleid voor nieuwe leerlingen en organiseert open dagen of andere activiteiten gericht op kennismaken met de scholen - De verhouding tussen leerlingen van 4-7 jaar en 8-12 jaar is 55% - 45%; - We stellen jaarlijks de marktpositie in de gemeente vast en vertalen de uitkomsten daarvan naar acties; - Het marktaandeel van de scholen van Stichting Proo is hoger dan het aandeel in 2013; - Per jaar verschijnt minimaal 2 keer per jaar een periodiek vanuit de stichting. 8.1.3
Alle scholen zijn klantgericht
De scholen van Stichting Proo denken en handelen vanuit de (potentiële) ouder als klant. Tevredenheid van ouders wordt regelmatig gemeten en vormt een belangrijke aanwijzing voor kwaliteitsverbetering van de school. Ouders van jonge kinderen in de omgeving van de school worden benaderd met informatie over de school. De (telefonische) bereikbaarheid van scholen is optimaal, ouders worden op professionele wijze op school ontvangen. Medewerkers van Stichting Proo worden
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 28
uitgenodigd om in de eigen buurt waarin zij wonen, ambassadeur en pleitbezorger van de openbare school te zijn. Directeur, locatieleiders en medewerkers zijn zichtbaar en benaderbaar voor ouders, leerlingen en de omgeving van de school. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Elke medewerker werkt klantgericht; - Stichting Proo doet iedere vijf jaar t.b.v. iedere school een klantenonderzoek (ook buiten de doelgroep van de eigen ouders); De telefonische bereikbaarheid van alle scholen is > 95%
8.2
Professionele communicatie, extern en intern staat centraal
Stichting Proo en de scholen communiceren hun beleid en de resultaten daarvan actief en professioneel zowel intern als extern. Dit hoofddoel willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten: 8.2.1
De communicatiestrategie is vernieuwend
De kernwaarden, de corporate teksten en de communicatiemiddelen (zoals website, brochures e.d.) zijn aangepast aan de actualiteit. Daarvoor zetten de scholen nieuwe (digitale en interactieve) communicatiemiddelen in, zoals nieuwe media, sociale media, een digitale nieuwsbrief voor ouders en vernieuwde wervingsmiddelen. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - De websites zijn eigentijds en actueel; - Stichting Proo heeft jaarlijks in maart haar klantcontactdagen / ouderavonden rondom een vastgesteld thema; - We zetten in op en monitoren de inzet van sociale media in 2013-2014. 8.2.2 De communicatie met ouders is actief en professioneel Betrokkenheid van ouders is van essentieel belang (zie ook 5.3.1). Een goede communicatie is daarbij een belangrijke voorwaarde. Dat geldt op alle niveaus: op het niveau van het kind, de klas, de school en Stichting Proo. Digitale media worden ingezet om de communicatie met ouders te verbeteren. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - De ouderbijeenkomsten op de scholen zijn inhoudelijk van hoge kwaliteit, sluiten aan bij de behoefte van ouders en minimaal 50% van de ouders bezoekt deze. De ouderavonden zijn thematisch gericht en gekoppeld aan het onderwijs en de pedagogiek van de school en de schoolontwikkeling; - Op iedere school is in 2014 een plan van aanpak voor de verbetering van de communicatie met ouders (zie ook 5.3.1); - Vanaf 2014 wordt eens per 4 jaar een oudertevredenheidspeiling (OTP) uitgevoerd, via de module Integraal in ParnasSys; - Stichting Proo heeft een communicatiegroep ingericht die bestaat uit ouders en organiseert bijeenkomsten.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 29
9.
Huisvesting : duurzame schoolgebouwen met uitstraling
De schoolgebouwen van Stichting Proo vormen het visitekaartje voor (potentiële) ouders. Onze gebouwen zijn modern en veilig. De inrichting en de uitstraling wijzen op kwaliteit en professionaliteit. Dat geldt ook voor het schoolplein en de omgeving van de school. Schoolgebouwen zijn zoveel mogelijk aangepast aan de eisen van de toekomst. De invloed van Proo op sommige gebouwen is beperkt aangezien het economisch eigendom niet voor alle scholen bij Proo ligt. Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein Huisvesting. 9.1 9.2
9.1
De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo en de schoolomgeving hebben een duurzame uitstraling; Stichting Proo heeft een evenwichtig scholenbestand.
De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo hebben een duurzame uitstraling
Om dit hoofddoel te realiseren worden de volgende resultaten geformuleerd: 9.1.1 Stichting Proo staat garant voor goed onderhoud en uitstraling van schoolgebouwen en schoolomgeving. Alle schoolgebouwen en schoolterreinen worden goed onderhouden. Ze worden beoordeeld op criteria als schoon, modern, veilig en toegankelijk. Dat geldt ook voor de uitstraling van het schoolplein, de inrichting, de (interne) bewegwijzering, het meubilair e.d. Indicator voor dit resultaat is: Alle schoolgebouwen voldoen in 2015 aan het prioriteitsniveau 1 en 2 van het meerjaren onderhoudsplan en hebben een veilige en goede uitstraling; Driejaarlijks wordt er een visitatie gebouwen uitgevoerd door personeelsleden en ouders van andere scholen binnen de stichting. 9.1.2
Alle schoolgebouwen van Stichting Proo zijn veilig.
De veiligheid in onze schoolgebouwen staat voorop. Alle scholen hebben een gebruikersvergunning voor brandveiligheid. We volgen het landelijk predicaat dat is ontwikkeld op basis waarvan scholen het predicaat ‘veilige school’ kunnen verwerven. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Op alle scholen worden regelmatig oefeningen gehouden en zijn voldoende bekwame BHV-ers aanwezig; - Stichtingsbreed wordt BHV scholing aangeboden; - Op basis van de RI&E in 2013 wordt een plan van aanpak opgesteld voor 4 jaar (zie ook 7.3.2); - Op alle scholen is in 2014 het veiligheidsplan geactualiseerd; - In al onze schoolgebouwen is in 2017 het predicaat ‘veilige school’ aanwezig 9.1.3
Het binnenklimaat en de hygiëne in de klaslokalen is op peil
Er zijn veel manieren om het binnenklimaat op onze scholen te verbeteren. Veel maatregelen zijn al genomen. Veel is op te lossen door adequaat gedrag (ramen open bijvoorbeeld. Alle scholen laten eens per vier jaar periodiek een luchtkwaliteitsmeting uitvoeren. De kwaliteit van de schoonmaak op onze scholen wordt jaarlijks gecontroleerd door de facilitaire medewerkers van het Bestuurskantoor. Indicator voor dit resultaat is: - Alle scholen hebben een binnenklimaat dat aan de norm voldoet en meten dit regelmatig (luchtkwaliteit).Daar waar nodig worden verbeterplannen opgesteld.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 30
9.1.4
Alle scholen zijn zuinig met energie en gericht op duurzaamheid.
Duurzaamheid, zuinig omgaan met energie, is van groot belang. Scholen gaan meer energie besparen. Zij worden allen in 2013/2014 doorgelicht op hun energiegebruik. Vervolgens wordt een programma ontwikkeld om het energiegebruik terug te dringen. Medewerkers en leerlingen worden daarbij actief betrokken en bewust gemaakt van hun inbreng. Per school wordt inzicht gegeven in de uitgaven (en inkomsten) voor energie. De coördinatie ligt bij het bestuurskantoor. Indicator voor dit resultaat is: - In 2013-2014 start een energiebesparingsproject, met als resultaat een besparing op verbruik van energie in 2018. - Er vindt een verkenning plaats van de mogelijkheden van alternatieve, duurzame energiebronnen.
9.2
Stichting Proo heeft een evenwichtig en duurzaam scholenbestand
Er is een ontwikkeling naar integrale kindcentra, waarin onderwijs en kinderopvang zijn geïntegreerd. In de toekomst is een herbezinning op het volume, de kwaliteit en de functionaliteit van ons schoolgebouwenbestand noodzakelijk. In 2013 heeft Proo een beleid vastgesteld waarbij de Spreiding & Instandhouding van scholen is beschreven. Om dit hoofddoel te realiseren worden de volgende resultaten geformuleerd: 9.2.1 Er vindt een evaluatie plaats van multifunctionele accommodaties gevolgd door een plan met verbeteracties. Het effect en de meerwaarde van multifunctionele accommodaties (MFA’s) waarin de school met verschillende organisaties samenwerkt, wordt geëvalueerd. Belangrijk is dat de eigen positie van de school voldoende is gewaarborgd en dat het beheer van de MFA adequaat is geregeld. Indicator voor dit resultaat is: - In 2014 vindt een evaluatie plaats van multifunctionele accommodaties MFA’s 9.2.2
Stichting Proo werkt mee aan ontwikkeling van integrale kindcentra.
Het gaat daarbij om de inhoudelijke maar ook ruimtelijke integratie van onderwijs en kinderopvang, met als resultaat een integraal kindcentrum met een volledig dagarrangement, waarin verschillende functies zijn verenigd. De wensen van ouders en de mogelijkheden binnen de gemeenten zijn medebepalend bij de ontwikkeling. Indicator voor dit resultaat is: - In 2017 hebben 5 scholen (en schoolgebouwen) van Stichting Proo zich ontwikkeld tot een integraal kindcentrum (zie ook 6.2.3). 9.2.3
Stichting Proo ontwikkelt een adequaat en strategisch huisvestingsbeleid
In afstemming met de gemeenten (in het kader van het Integraal HuisvestingsPlan (IHP) wordt bezien hoe Stichting Proo de komende jaren met haar schoolgebouwen omgaat. Door een afname van het leerlingenaantal gaat leegstand ontstaan en komt het voortbestaan van scholen en schoolgebouwen wellicht in gevaar. Openbaar onderwijs moet gegarandeerd zijn in alle gemeenten van Stichting Proo. Tegelijkertijd biedt dit een kans om te groeien naar een evenwichtig scholenbestand, waarbij (kleine) scholen van verschillende besturen kunnen worden samengevoegd of met meerdere scholen kunnen opgaan in integrale kindcentra of MFA’s. Indicator voor dit resultaat is: - Via de Integrale Huisvestingsplannen wordt een adequaat huisvestingsbeleid ontwikkeld; - Leegstand wordt zoveel mogelijk opgevuld door externe partners binnen de school te halen.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 31
10.
Financiën: beleidsmatig en kansrijk
Stichting Proo voert een verantwoord en solide financieel beleid, waarbij middelen optimaal worden ingezet voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en tegelijkertijd de risico’s in de organisatie voldoende worden afgedekt. Gezonde financiën worden bepaald door het borgen van de financiële continuïteit en het managen van risico’s. Om de strategische doelen in het beleidsplan op de lange en korte termijn te borgen, moeten de scholen de middelen die zij ontvangen, inzetten in lijn met het strategisch beleidsplan. Wat willen we zijn? - Stichting Proo is een financieel solide organisatie. De organisatie kent een landelijk norm gebonden liquiditeitspositie en eigen vermogenspositie; - Er is een duidelijke en transparante cyclus van planning en control met belangrijke (financiële) kritische prestatie-indicatoren; - De (financiële) risico’s zijn in beeld; - De financiële prestaties van de organisatie worden zorgvuldig gemonitord; ook andere opbrengsten worden in beeld gebracht via een systeem van belangrijke ken- en stuurgetallen.
Hoofddoelstellingen op het beleidsterrein financiën 10.1 10.2
10.1
Er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal niveau en op schoolniveau. Stichting Proo is een financieel solide organisatie.
Er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal niveau en op schoolniveau
De bedrijfsvoering van Stichting Proo is gebaseerd op een professioneel systeem van planning en control. Om deze hoofddoelstelling te realiseren, worden de volgende resultaten geformuleerd: 10.1.1 Twee maal per jaar vindt een risicoanalyse plaats en worden maatregelen geformuleerd Sinds de invoering van de lumpsumfinanciering dienen bedrijfsrisico’s door de onderwijsinstelling zelf te worden afgedekt. Hiertoe dient op basis van een risicoanalyse een passend systeem van voorzieningen en reserves te worden ingesteld. Door bezuinigingen en leerlingaantallen, nemen de financiële risico’s toe. Daarom wordt jaarlijks een actuele risicoanalyse opgesteld met maatregelen om eventueel geconstateerde risico’s het hoofd te bieden.. Indicatoren voor dit resultaat zijn: - Twee maal per jaar vindt een risicoanalyse plaats; - Iedere maand zijn er realisatiecijfers beschikbaar inclusief verschillenanalyse t.o.v. budget en voorgaande jaar; - Iedere maand worden de leerlingenaantallen en personeelsinzet gemonitord (standenregister); - Per kwartaal is er rapportage aan het bestuur betreffende de realisatie van de exploitatie, onderwijsopbrengsten, HRM-doelen, een voortgang op het strategisch beleid. Hierbij wordt een KPI (kritische prestatie indicatoren) dashboard geïmplementeerd. 10.1.2 De planning en Control cyclus en Administratieve Organisatie/Interne Controle is op orde Indicatoren voor dit resultaat zijn: - De koppeling tussen de financiële planning- en controlcyclus en de inhoudelijke kwaliteitscyclus is op overzichtelijke wijze aangebracht in de tussentijdse en eindrapportages. Dit leidt tot beleidsplannen en evaluaties met een gedegen financiële onderbouwing; - Per 1 september 2013 is de Administratieve organisatie (AO) en Interne Controle (IC) volledig geïmplementeerd;
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 32
-
Aan het einde van de planperiode (per kwartaal) hebben we voldoende inzicht in doelsubsidies en maken scholen optimaal gebruik van de toegekende middelen en leggen op correcte wijze verantwoording af over de besteding.
10.2
Stichting Proo is een financieel solide organisatie
Om deze hoofddoelstelling te realiseren, worden de volgende resultaten geformuleerd: 10.2.1 Stichting Proo heeft een sluitende (meerjaren) begroting Het is van groot belang om voor meerdere jaren en jaarlijks met de reguliere baten een sluitende begroting te kunnen opstellen. Daarvoor is de inzet van aanvullende dekking door financiële (rente)baten noodzakelijk. Indicator voor dit resultaat is: - De meerjarenbegroting (MJB) wordt jaarlijks geactualiseerd en jaarlijks is er een sluitende (school) begroting - De MJB bevat Balans, Staat van Baten en Lasten, Cash Flow-, Investerings- en MOP overzicht - In 2013 worden vereiste streefwaarden voor liquiditeit, solvabiliteit en rendement vastgesteld i.r.t. MJB en gezonde bedrijfsvoering.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 33
35
Bijlagen 1: Samenvatting hoofddoelstellingen en resultaten 5.
Bestuur en organisatie: Professioneel en lerend 5.1 Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie 5.1.1 Binnen Stichting Proo is sprake van een professionele leercultuur 5.1.2 Stichting Proo voldoet aan code Goed Onderwijs, Goed Bestuur 5.1.3 Stichting Proo legt publieke verantwoording af 5.2 Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur 5.2.1 Binnen Stichting Proo staat leren van en met elkaar centraal 5.2.2 Proo werkt doelgericht en opbrengstgericht 5.3 Er is een grote, onderlinge betrokkenheid van medewerkers, ouders en leerlingen 5.3.1 De betrokkenheid en participatie van ouders is optimaal 5.4 Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid 5.4.1 Stichting Proo heeft een visie op de spreiding en instandhouding van de scholen
6.
Onderwijs: Opbrengstgericht en passend aanbod 6.1 Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten 6.1.1 Stichting Proo werkt opbrengstgericht 6.1.2 De scholen van Stichting Proo hebben hoge opbrengsten voor de basisvaardigheden op school-, groeps- en leerlingniveau 6.1.3 De meerscholen directeuren en locatieleiders geven opbrengstgericht leiding 6.1.4 Er is een passend aanbod voor ieder kind door handelingsgericht te werken 6.1.5 Er is een actueel kwaliteitszorgsysteem 6.1.6 Op alle scholen is gedurende de hele schoolloopbaan aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen 6.1.7 Stichting Proo heeft een sterk VVE aanbod en investeert stevig in de kleutergroepen 6.1.8 Stichting Proo heeft een adequaat aanbod voor meer en hoogbegaafde leerlingen 6.2 Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs. 6.2.1 We zijn voorbereid op de toekomst dus voldoen aan de 21st Century Skills 6.2.2 Stichting Proo heeft in haar gemeenten integrale kindcentra met een pedagogisch aanbod voor 3-jarigen 6.2.3 Wij bereiden de leerlingen optimaal voor op de toekomst door samenwerking met het VO 6.2.4 Op alle scholen wordt Engels (VVTO) vanaf groep 1 gegeven 6.2.5 Op alle scholen is ruim aandacht voor Wetenschap en Techniek (W&T) 6.3 Informatietechnologie speelt een belangrijke rol 6.3.1 ICT is geïntegreerd in het onderwijsconcept 6.3.2 Iedere medewerker beschikt over alle ICT-basiscompetenties en digitale geletterdheid 6.3.3 De nieuwe en sociale media worden optimaal en kritisch ingezet binnen de gehele organisatie 6.3.4. De leerling resultaten zijn online beschikbaar
7.
Personeel: van kapitaal belang 7.1 Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel 7.1.1 De competenties van alle medewerkers zijn in beeld 7.1.2 Op alle scholen is sprake van een professionele leercultuur 7.1.3 De organisatiestructuur is afgestemd op de ambities, het scholenbestand en het leerlingenaanbod 7.2
Professionalisering van alle medewerkers is primair gericht op realisatie van de doelstellingen van het strategisch beleidsplan
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 35
36
7.2.1 Er zijn gedragsindicatoren opgesteld in relatie tot de doelen van het strategisch beleidsplan 7.2.2 Het scholingsaanbod is afgestemd op de doelen van het strategisch beleidsplan en de (competentie)ontwikkeling van de personeelsleden en teams 7.2.3 Stichting Proo heeft erkende academische basisscholen 7.3
Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van haar personeelsleden en voor optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden en leerlingen 7.3.1 Stichting Proo werkt voortdurend aan duurzame inzetbaarheid van haar medewerkers 7.3.2 Stichting Proo zorgt voor optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden en leerlingen
7.4 Stichting Proo stimuleert en faciliteert betrokken medezeggenschap 7.4.1 De medezeggenschap binnen Proo is professioneel en transparant 8.
Communicatie: klantgericht met een sterk profiel 8.1 De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie 8.1.1 Alle scholen ontwikkelen marketing- en communicatiebeleid 8.1.2 De scholen zijn actief en gericht aan de slag met werving van nieuwe leerlingen 8.1.3 Alle scholen zijn klantgericht 8.2 Professionele communicatie, extern en intern staat centraal 8.2.1 De communicatiestrategie is vernieuwend 8.2.2 De communicatie met ouders is actief en professioneel
9.
Huisvesting : duurzame schoolgebouwen met uitstraling 9.1 De veilige schoolgebouwen van Stichting Proo hebben een duurzame uitstraling 9.1.1 Stichting Proo staat garant voor goed onderhoud en uitstraling van schoolgebouwen en schoolomgeving. 9.1.2 Alle schoolgebouwen van Stichting Proo zijn veilig. 9.1.3 Het binnenklimaat en de hygiëne in de klaslokalen is op peil 9.1.4 Alle scholen zijn zuinig met energie en gericht op duurzaamheid. 9.2 Stichting Proo heeft een evenwichtig en duurzaam scholenbestand 9.2.1 Er vindt een evaluatie plaats van multifunctionele accommodaties gevolgd door een plan met verbeteracties. 9.2.2 Stichting Proo werkt mee aan ontwikkeling van integrale kindcentra. 9.2.3 Stichting Proo ontwikkelt een adequaat en strategisch huisvestingsbeleid
10. Financiën: beleidsmatig en kansrijk 10.1
Er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal niveau en op schoolniveau 10.1.1 Twee maal per jaar vindt een risicoanalyse plaats en worden maatregelen geformuleerd 10.1.2 De planning en Control cyclus en Administratieve Organisatie/Interne Controle is op orde
10.2 Stichting Proo is een financieel solide organisatie 10.2.1 Stichting Proo heeft een sluitende (meerjaren) begroting
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 36
37
Bijlage 2: Wat hebben we bereikt en wat willen we borgen? 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ad 1
Organisatie en bestuur Onderwijs Personeel en Medezeggenschap PR en communicatie Huisvesting Financiën Organisatie en bestuur
Het bestuur is binnen de “code goed bestuur” bezig met een traject voor bestuurlijke vernieuwing. Dat betekent dat op termijn de invoering van een Raad van Toezicht en een eenhoofdig College van Bestuur aan de orde zal zijn. Ad 2 -
-
-
-
-
-
-
-
Onderwijs De kwaliteit van ons onderwijs is voldoende; dat blijkt uit de resultaten op het gebied van Citoen inspectierapporten, oudertevredenheid, uitstroomcijfers naar het VO e.d. Al onze scholen hebben door de Inspectie van het Onderwijs het zogeheten basisarrangement toegewezen gekregen. Stichting Proo heeft een eigen Kenniscentrum waarin de expertise op het gebied van leerlingenzorg is gebundeld. Daarnaast beschikt Proo over meerdere specialisten op het gebied van onder meer taallezen, rekenen, hoogbegaafdheid, dyslexie, jonge kind. Er zijn onderwijskundige vernieuwingen doorgevoerd, zoals bijvoorbeeld het Dalton-, Montessori- en Jenaplanonderwijs, De Sterrenschool, OGO (ontwikkelingsgericht onderwijs) en vormen van teamonderwijs op maat (TOM-scholen). Taal en rekenen hebben speciale aandacht gekregen, onder meer door de deelname aan landelijke taal- en rekenpilots. De Schakelklassen zijn uitgebreid en vervullen een belangrijke rol bij het bestrijden en voorkomen van taalachterstand bij onze leerlingen. Door de aanschaf van het leerlingvolgsysteem ParnasSys zijn scholen beter in staat om de ontwikkelingen van hun leerlingen te volgen. Het project ‘Opbrengstgericht Werken’ zorgt voor meer aandacht voor leerresultaten. Er is een plan voor hoog- en meerbegaafde leerlingen ontwikkeld, dat geleid heeft tot meer aandacht voor deze leerlingen op de reguliere school, tot ‘plusklassen’ en een bovenschoolse digitale plusklas voor deze groep leerlingen. Opleiden in de school krijgt veel aandacht, er zijn al opleidingsscholen i.o. en dat leidt in de toekomst tot de vorming van Academische Basisscholen. Godsdienstig Vormingsonderwijs en Humanistisch Vormingsonderwijs (GVO en HVO) worden door een landelijke regeling gesubsidieerd en wordt op alle Proo-scholen uitgevoerd door professionele medewerkers. Veel scholen van Stichting Proo zijn betrokken bij het Brede School beleid. Daardoor worden onze scholen aantrekkelijker voor leerlingen en ouders. Veel scholen van Stichting Proo zijn betrokken bij VVE-beleid. Daarmee kan Stichting Proo een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling en de vormgeving van de voorschoolse voorzieningen. Stichting Proo heeft ingezet op ICT. Daarmee heeft ICT een prominente plek gekregen in het onderwijs op onze scholen. Op alle scholen worden touchscreens gebruikt. Medewerkers zijn hierin geschoold. Stichting Proo is een actieve deelnemer aan een groot aantal lokale en landelijke ontwikkelingen, zoals Passend Onderwijs, opbrengstgericht werken, de Brede School, het VVE-beleid, het onderwijsachterstandenbeleid en de ontwikkeling van het zorgbeleid.
Ad 3 Personeel en medezeggenschap - Verdere implementatie Integraal Personeelsbeleid: De oud Proo-directeuren hebben de training beoordelingsgesprekken gevolgd. Er is beleid ten aanzien van het bekwaamheidsdossier. Er is een handboek met personeelsinstrumenten.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 37
38
-
-
Versterking instroom personeel: Er heeft een inventarisatie van het stagebeleid plaatsgevonden. In het kader van Opleiden op School zijn er afspraken met hogescholen voor de “academische basisschool”. Het arbobeleid is op onderdelen aangepast (o.a. beleid t.a.v. verzuim) en er heeft een risicoinventarisatie en evaluatie plaatsgevonden op de scholen. Het vooroverleg tussen de GMR en algemeen directeur vindt plaats op ad-hoc basis. Er is een medezeggenschapstatuut waarin de faciliteiten van de GMR beschreven staan. Reglementen en statuut zijn conform de WMS ingericht. Een reorganisatie heeft de omvang van de GMR teruggebracht naar 12 leden. Reorganisaties met Sociaal Plannen doorgevoerd in 2011 en 2012 waarbij in 2012 ook de managementstructuur aangepast is. Reorganisatie bestuurskantoor 2012/uitbesteding personeels-, salaris- en financiële administratie. invoering Functiemix. Beleid vastgesteld in zake de normjaartaak en (gedwongen) mobiliteit
Ad 4. PR en communicatie - De laatste jaren heeft Stichting Proo een PR- en communicatiebeleid gevoerd, zowel intern als extern. Het resultaat is een herkenbare profilering van Stichting Proo en haar scholen. Voorbeelden hiervan zijn: een gezamenlijk huisstijl, herkenbare websites, aantrekkelijke schoolgebouwen, uitdagende leeromgeving, gezamenlijk veiligheidsbeleid etc. - Alle scholen hebben een eigen onderwijskundig profiel beschreven Ad 5. Huisvesting - Veel schoolgebouwen zijn de afgelopen periode vernieuwd, gerenoveerd, uitgebreid dan wel opgeknapt. - De bouwkundige aanpassingen t.b.v. onderwijskundige vernieuwing zijn op bijna alle scholen doorgevoerd. - De leegstand in onze scholen was tot voor kort in de meeste gevallen opgevuld met kinderopvang-voorzieningen. Er is nu in veel gebouwen sprake van leegstand waarvoor nog geen bestemming is gevonden. - De veiligheid van onze schoolgebouwen is toegenomen - Het binnenklimaat is onderwerp van onderzoek. Ad 6. -
Financiën De bedrijfsvoering is qua administratieve organisatie en interne control processen in 2012 sterk verbeterd. Met ingang van 2013 is de financiële-, personeels- en salarisadministratie uitbesteed. Een belangrijk resultaat is dat Stichting Proo financieel weer “in control” is.
Strategisch meerjaren beleidsplan Stichting Proo 2013-2018
Pagina 38