BO Boek 2
Strategie en Coördinatie
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Omgevingsanalyse
Inhoudstafel
Gent en Gentgebruikers ................................................................................................. bundel 1 Omgevingsanalyse .......................................................................................................... bundel 2 Addendum bij de omgevingsanalyse – Inspraak in het kader van de opmaak van het strategische meerjarenplan 2014-2019 ......................................................................... bundel 3
3
Voorwoord Toen in 2007 de eerste Gentse omgevingsanalyse is gepubliceerd, viel niet te voorspellen dat het om de eerste publicatie zou gaan van een reeks. De omgevingsanalyse liet zich opvolgen door ‘De Verhuisbewegingen naar, uit en binnen Gent’ in 2008. ‘De wijkmonitor’ in 2009. Het armoede-indicatorenrapport in 2009. Een ‘leefbaarheidsonderzoek’ in 2010 met een blik op 2003, 2006 en 2010. Het onderzoek ‘Gent, stad voor Gentenaars én studenten’ in 2012. En de eerste cyclus is rond. Met ‘Gentincijfers 2013 – een omgevingsanalyse’ wordt tegelijk met een nieuwe bestuursperiode ook een nieuwe cyclus gestart. Vreemd genoeg is deze omgevingsanalyse niet zomaar een update van deze uit 2007. Er is er als het ware een deel aan toegevoegd dat de titel ‘Gentenaars & Gentgebruikers’ meekrijgt. Voor de Gentenaars zijn het de interesses in de verschillende leeftijdsgroepen én de gemaakte bevolkingsprognoses door Vlaanderen die dit stuk meer detail en uitdieping kan geven. Voor de Gentgebruikers is het de eerste poging om een overzicht te bieden van wie er allemaal in Gent rondloopt. Zo kunnen ‘Gentenaars & Gentgebruikers’ en ‘de omgevingsanalyse’ gerust beschouwd worden als twee handen op de buik van één 2013-publicatie. Veel leesgenot.
Els Verhasselt Annelies Van Steenberge Els Bauwens Eric Dirikx
Data-Analyse & GIS Strategie & Coördinatie
4
Colofon v.u. Burgemeester Daniël Termont, Botermarkt 1, 9000 Gent Teksten: Strategie en Coördinatie – Data-Analyse & GIS Eindredactie, fotografie en lay-out: f-twee Wettelijk depotnummer: D/2012/0341/19 Meer weten Over de dienstverlening van de stadsdiensten en het stadsbestuur van Gent? Gentinfo 09 210 10 10 of
[email protected] van maandag tot en met zaterdag, van 8 tot 19 uur www.gent.be/gentincijfers Deze publicatie kwam tot stand met de steun van
Inhoud
5
Voorwoord .................................................................................................................................... 3 Inleiding ........................................................................................................................................ 6 Wie loopt er allemaal rond in Gent Gentenaars Gentgebruikers Centrumstad Prognoses .................................................................................................................................... 8
Gentenaars Steeds meer Gentenaars.......................................................................................................... 11 Leeftijd........................................................................................................................................... 13 Zeer voor alleenstaanden......................................................................................................... 13 Meer geboortes dan overlijdens............................................................................................. 16 We verhuizen steeds vaker...................................................................................................... 16 0 tot 2 jaar: de allerkleinsten................................................................................................... 18 3 tot 5 jaar: de kleuters............................................................................................................. 21 6 tot 11 jaar: de lagereschoolleeftijd...................................................................................... 24 12 tot 17 jaar: de scholieren..................................................................................................... 26 18 tot 24 jaar: jongvolwassenen............................................................................................. 29 18 tot 65 jaar: de actieve leeftijd.............................................................................................31 65-plussers: (geen) vergrijzing................................................................................................ 34 90-plussers: steeds meer........................................................................................................ 37 Druk: groen en grijs................................................................................................................... 39
Gentgebruikers Pendelaars.................................................................................................................................... 45 Scholieren en studenten.......................................................................................................... 48 Toeristen....................................................................................................................................... 52 Bevolking die niet tot het officieel bevolkingscijfer behoort.......................................... 52 Asielzoekers Woonwagenbewoners Mensen zonder wettig verblijf Dak- en thuislozen
Tot slot Over centrumfuncties en centrumsteden........................................................................... 55
6
Inleiding Wie loopt er allemaal rond in Gent? ‘Wie loopt er allemaal rond in Gent?’ is eens een andere insteek om het over Gent te hebben. We kijken dan niet enkel naar de Gentenaar die in deze stad gedomicilieerd is. Op die manier komen er meer groepen in beeld. De dynamiek in het stedelijk leven wordt immers bepaald door Gentenaars én Gentgebruikers. Die ‘Gentgebruikers’ zijn mensen die in Gent wonen maar er niet gedomicilieerd zijn (zoals de kotstudenten, de rondtrekkende woonwagenbewoners, de daklozen). Het zijn ook mensen die buiten Gent wonen maar er wel werken, de ‘shoppers’ die op de Gentse winkelstraten afkomen, de toeristen die een dagje het Gravensteen bezoeken of voor een congres naar Gent afzakken. Voor deze groepen beschikken we niet altijd over transparante registraties en moeten we noodgedwongen werken met indicatieve cijfers. Soms zijn er zelfs helemaal geen cijfers voorhanden (zoals voor de ‘shoppers’). Dit ‘Gentgebruikers’-luik is dus niet volledig. We kunnen hoe dan ook met zekerheid stellen dat er in Gent meer dan een kwart miljoen mensen wonen, werken, studeren… ook al stond op 31 december 2011 de officiële teller van gedomicilieerde Gentenaars nog op 247.262 personen.
Gentenaars De Gentse bevolking blijft toenemen. Er zijn meer geboortes dan sterftes en er komen meer mensen in Gent wonen dan er vertrekken.
De ‘officiële’ Gentse bevolking blijft toenemen. Elk jaar worden er een duizendtal meer Gentenaars geboren dan er sterven. Maar dat verklaart niet volledig de aangroei van de stadsbevolking. Gent trekt ook inwoners aan van buiten de stadsgrenzen. Dit zijn vooral twintigers. Gent heeft een groot aanzuigeffect op deze leeftijdsgroep. De groei is ook te danken aan de niet-Belgen. Er komen meer niet-Belgen naar Gent dan er uit Gent vertrekken. Die aangroei wordt voor een deel getemperd door de Belgen, waarvan er meer uit de stad vertrekken dan er naar Gent komen. Maar het uiteindelijke saldo blijft positief: Gent telt steeds meer inwoners. De instroom van niet-Belgen heeft als onvermijdelijk gevolg dat Gent ‘verkleurt’. De groep ‘Etnisch Culturele Minderheden’ blijft aangroeien. Bijna één inwoner op vijf valt onder deze definitie, met als meest voorkomende origines Turkije, Bulgarije en Marokko. Een andere trend is de verjonging van de stad. De bevolking groeit aan, maar de groep 0 tot 2-jarigen groeit nog sneller. Van een vergrijzing is daarentegen niet veel te merken. In Gent, zoals in de overige studentensteden, is er enkel sprake van een toename van het aantal ouderen, maar niet van hun aandeel in de totale Gentse bevolking.
D1
Inleiding
7
Gentgebruikers Zoals hierboven al aangehaald, maken ook de ‘Gentgebruikers’ een belangrijk deel uit van de stadsbevolking. De meest zichtbare groep vormen natuurlijk de studenten. In een kwarteeuw steeg hun aantal van bijna 20.000 tot ruim 65.000. Daarnaast trekt Gent ook veel scholieren aan van buiten de stadsgrenzen. De centrumfunctie van de stad wordt ondermeer aangetoond door deze studentenaantallen en door de pendelbeweging van bijna 95.000 niet-Gentenaars die in de stad werken. Overigens maken goed 39.000 Gentenaars de omgekeerde pendelbeweging: zij hebben een job gevonden buiten de stad. We proberen hier ook een beeld te schetsen van groepen waarvan het cijfermateriaal vaak schaars en fragmentarisch is: de asielzoekers, de woonwagenbewoners, de mensen zonder wettig verblijf, de dak- en thuislozen. Dit zijn kleine groepen, waarvan de impact op het beleid echter veel groter is dan hun absolute aantallen laten vermoeden.
Centrumstad Als er doorheen al deze grafieken en tabellen één rode draad loopt, is het wel de centrumfunctie die een stad als Gent met zich meedraagt. Gentenaars en Gentgebruikers genieten beide van wat Gent te bieden heeft. Dat leidt tot een delicate discussie over het kostenplaatje. Moet een centrumstad een extra vergoeding krijgen om deze kosten (alvast deels) te compenseren? En op basis van welke criteria? Dit boek heeft niet de bedoeling hierop een antwoord te formuleren, maar de vraag klinkt wel steeds luider.
8
Prognoses Prognoses zijn voor de beleidmakers een noodzakelijke oefening, maar een heikele aangelegenheid. Het is geen exacte wetenschap, meer een soort ‘weersvoorspellingen’. Voor de inschatting van de toekomst vertrekken we vanuit trends uit het verleden en huidige kennis rond sterfte, mortaliteit en migratie. Voor geboorten en sterftes zijn de prognoses relatief betrouwbaar. Migratie is moeilijker te voorspellen, omdat het van teveel externe factoren (economische conjunctuur, politieke beslissingen) afhankelijk is. Een goed voorbeeld zijn de prognoses van het Planbureau uit 1985, waarin men voorspelde dat België nooit de tien miljoen inwoners zou halen. Vandaag, 27 jaar later, telt België bijna elf miljoen inwoners. In 1985 was het migratiesaldo immers zo goed als nul. De Berlijnse muur stond nog overeind en niemand voorzag de uitbreiding van de EU tot 27 lidstaten met bovendien vrij verkeer van kapitalen, goederen en personen. Dit toont aan hoe voorzichtig er met prognoses moet worden omgesprongen. Zoals H. De Jouvenel aangeeft: bevolkingsprognoses hebben niet als doel de toekomst te ‘voorspellen’ maar om ons te helpen hem ‘op te bouwen’.(1) We baseren ons voor deze publicatie op de prognoses van de Studiedienst van de Vlaamse Regering(2). Zij houden rekening met berekende trends ( = hypothesen) in de geboorten, overlijdens en binnen- en buitenlandse migraties.(3) Voor Gent en Antwerpen baseert men zich op specifieke stedelijke trends en minder op de algemeen Vlaamse. Voor het eerst is de berekening van de geboortes gebaseerd op longitudinale cijfers over een tijdspanne van 38 jaar. Daarnaast werd zoveel mogelijk rekening gehouden met regionale differentiatie: sterften en geboorteniveaus zijn in Gent niet dezelfde als bijvoorbeeld in Poperinge. Er is dus voor de eerste maal gewerkt met zeer specifieke hypothesen zoveel mogelijk afgestemd op het lokale niveau. Het resultaat van de projecties zijn vooruitzichten van 1 januari 2009 tot 1 januari 2030. Let wel, in deze publicatie worden enkel de projecties tot 2018 besproken, dus het einde van de legislatuur 2012-2018. Als we de reële cijfers die we vergaarden in 2011 vergelijken met de prognoses, blijkt hoe sterk de projecties wel zijn. De werkelijke wettelijke bevolking blijkt nauwelijks 0,7% hoger te liggen dan de prognoses voorspelden.
Prognoses
0-2 jarigen
9
2008 SVR (1 januari)
2008 Gent 2012 SVR (1 januari) (1 januari)
2012 Gent (1 januari)
2018 SVR (1 januari)
8.696
8.652
9.798
11.041
10.170
3-5 jarigen
7.431
7.419
8.424
8.490
9.951
6 -11 jarigen
14.180
14.159
14.682
14.785
17.104
12- 17 jarigen
14.460
14.451
14.223
14.422
14.861
18-24 jarigen
20.206
20.140
20.986
21.577
20.798
18 -64 jarigen
151.505
151.227
156.847
157.867
161.851
65+
40.978
40.950
41.188
41.900
42.243
90+
1.469
1.467
1.842
1.898
2.358
Totale bevolking
237.250
236.858
245.535
247.262
257.051
G&G 1. Vergelijking SVR prognose - wettelijke bevolking Gent. Bron: SVR en Bevolkingsregister Stad Gent
We moeten niettemin een waarschuwing meegeven. De prognoses houden geen rekening met de economische crisis. Deze heeft namelijk invloed op het aantal geboorten. Het is dus plausibel dat de Gentse bevolking minder sterk groeit dan de projecties aangeven. Anderzijds wordt de toename van de Gentse bevolking in belangrijke mate bepaald door migratie en laat dit nu net de moeilijkste voorspellende factor bij bevolkingsprognoses zijn.
DEEL 1
1 De Gentenaars
De Gentenaars
11
Steeds meer Gentenaars Gent komt opnieuw dicht bij het kwart miljoen inwoners. Op 31 december 2011 stond de teller op 247.262. Sinds de fusie in 1977 bleef het aantal inwoners dalen tot de bevolkingslijn in 1999 een schuchtere knik te zien gaf. Dat vormde het begin van een ononderbroken herneming. In 2010 bereikte Gent opnieuw het niveau van het fusiejaar 1977. De prognoses voorspellen een verdere groei, maar trager dan in het verleden. De Gentse bevolking zou verder toenemen met ongeveer 1% per jaar. Constante groeiers sinds 1999 zijn Macharius-Heirnis, Bloemekenswijk, Oostakker en Sint-Amandsberg. Tussen 1999 en 2004 was de daling het grootst in: • de Kanaaldorpen en -zone • Moscou-Vogelhoek • Sint Denijs Westrem • Zwijnaarde Tussen 2005 en 2011 zien we enkel nog dalingen in: • de Stationsbuurten • Drongen • de Kanaaldorpen en -zone De sterkste groeicijfers tussen 1999 en 2004 halen Elisabethbegijnhof-Papegaai en Macharius-Heirnis. Sinds 2005 laat nagenoeg elke wijk groei noteren, waarbij vooral de 19de-eeuwse gordel opvalt.
Aantal inwoners Gent komt opnieuw dicht bij het kwart miljoen inwoners.
250000 245000 240000 235000 230000 225000 220000 215000 210000 197 7 197 8 197 9 198 0 198 1 198 2 198 3 198 4 198 5 198 6 198 7 198 8 198 9 199 0 199 1 199 2 199 3 199 4 199 5 199 6 199 7 199 8 199 9 200 0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0 201 1
D1
G&G 2. Evolutie van het aantal inwoners in Gent, van 1977 tot 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
12
Groei bevolking 30 25 20 15 10 5
8
7
201
6
201
5 201
201
3
201 4
2
201
1 201
201
9
0 201
7
8
200
200
6
5
200
200
4
200
3
Totale bevolking
200
1
2
200
200
200
200
199
0
9
0
Prognose totale bevolking
G&G 3. Evolutie van de procentuele groei van de bevolking tussen 1999 en 2011, en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister en Vlaamse Overheid – Studiedienst Vlaamse Regering (prognoses).
Bevolkingsgroei per wijk 1999-2004
-5,9 - -1,3 -1,2 - 1,5 1,6 - 4,9 5,0 - 8,2 8,3 - 11,6
Bevolkingsgroei per wijk 2005-2011
-0,8 - -1,2 -1,3 - 4,3 4,4 - 8,0 8,1 - 10,5 10,6 - 13,5
-5,9
-0,2
7,5
5,9
7,2
0,7 3,1
-0,4 8,2 2,5
1,3
4
1,5
3,8
10,6 7
0,6
-1,3
3,9
10,1
0,7
11,8 8
5,6
1
-2,2 7,7
10,5
-0,5
4,9 11,6
12,2 10,1 11,3 2,8
-0,8
3,1
0,3 -1,7
13,5
0,8
-0,1
5,7
5,7
9,2
-0,5 1,8
1,2 4,3
1,8
G&G 4. Procentuele groei van de bevolking per wijk, tussen 1999 en 2004 en tussen 2005 en 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
D1
De Gentenaars
13
Leeftijd De samenstelling van de Gentse bevolking loopt vrij parallel met de Vlaamse, behalve bij de twintigers en dertigers. Vooral de groep tussen 25 en 34 is in Gent naar verhouding veel groter. Gent heeft dan ook een veel jonger profiel dan Vlaanderen. Ook peuters (0-4 jaar) en 85-plussers zijn relatief talrijker aanwezig in Gent dan in Vlaanderen. Bevolkingspiramide 95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 600
400 Mannen Gent
200
0
Mannen VL
200 Vrouwen Gent
400
600
Vrouwen VL
G&G 5. Vergelijking van de bevolkingspiramides van Gent (31/12/2011) en Vlaanderen (31/12/2009), per geslacht. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister, FOD Economie - ADSEI.
Zeer veel alleenstaanden Gent telt steeds meer inwoners, maar het aantal gezinnen groeit niet aan hetzelfde tempo. Meer nog, in 2011 daalde het aantal huishoudens tot 114.588. Het gemiddeld aantal inwoners per huishouden stijgt dan ook. Dat is opvallend, omdat tot voor kort een gezinsverdunning te zien was. In 2011 telde een Gents huishouden gemiddeld 2,16 personen. In Gent leven bijzonder veel alleenstaanden. Iets minder dan de helft van de Gentse huishoudens (43%) bestaat uit een alleenstaande. Hun aantal groeide de voorbije jaren voortdurend aan, met het jaar 2011 als plotse uitzondering. De cijfers over de alleenstaanden moeten wel met voorzichtigheid gehanteerd worden. Dit is een fenomeen dat we terugvinden in elke stad. Bovendien is de basis van de telling steeds het domicilie. Wanneer mensen samenwonen, maar nog niet beide op datzelfde adres gedomicilieerd zijn, komen ze in deze studie naar voren als ‘alleenstaand’.
14
Drie kwart van de huishoudens telt één of twee personen. In 8% van de gezinnen vinden we één ouder met kinderen. Dit gezinstype nam fors toe tot in 2006, om sindsdien nagenoeg hetzelfde te blijven.(4) Alle andere huishoudens (koppels, met of zonder inwonende kinderen) vormen nagenoeg de helft van de Gentse huishoudens (49%). Vooral het aantal zeer grote families, met op kop de huishoudens met vijf of zes kinderen, neemt toe al blijven zeer grote gezinnen een zeer beperkt aandeel vormen in de totale Gentse bevolking. Huishoudens 300000
2,5 2,4
250000
2,3 2,2
200000
2,1 150000
2,0
inwoners huishoudens gemiddelde huishoudensgrootte
50000
7
8 201
6
5
201
201
201
3 201 4
201
1
2 201
201
0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0
199
200
100000
9
1,9 1,8 1,7
prognose inwoners prognose huishoudens prognose gemiddelde huishoudensgrootte
1,6
G&G 6.0Evolutie van het aantal inwoners, het aantal huishoudens (linkeras) en de
1,5
30 gemiddelde huishoudensgrootte (rechteras), van 1999 tot 2011 en prognoses tot 2018.
Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid –Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
25
Groei huishoudens 20 15 10 5 0 -5
huishoudens totale bevolking gemiddelde huishoudensgrootte
201 8
7
6
201
201
5 201
201 4
3 201
2 201
1 201
0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0
199
200
9
-10
prognose huishoudens prognose totale bevolking prognose gemiddelde huishoudensgrootte
G&G 7. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van het aantal inwoners, het aantal huishoudens en de gemiddelde huishoudensgrootte, van 1999 tot 2011 en prognoses tot 2018. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid – Studiedienst Vlaamse
<2 grafieken op elkaar> Regering (prognose).
D1
De Gentenaars
15
Groei huishoudens 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1999 2000 2001
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2011
-2 samenwonend gehuwd
alleenstaand
eenoudergezinnen
alle huishoudens
G&G 8. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van het aantal huishoudens, opgedeeld per categorie alleenstaand, eenoudergezin, samenwonend/gehuwd, van 1999 tot 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
Huishoudensgrootte 30 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15 1999 2000 2001
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2011
-20 hh=1
hh=2
hh=3
hh=4
hh=5
hh=6
hh=7
hh=8+
G&G 9. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van het aantal huishoudens, opgedeeld per aantal personen in dat huishouden, van 1999 tot 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
16
Meer geboortes dan overlijdens De stad telt steeds meer inwoners. Voor een deel is dat te wijten aan het Gentse geboortecijfer. Al decennialang worden er elk jaar 2.500 tot 3.000 nieuwe Gentenaars op de wereld gezet. Dat aantal ging sinds 2004 plots in stijgende lijn tot in we in 2011 voor het eerst sinds lange tijd opnieuw een stagnatie in de curve kregen. Hoe dan ook worden er nog altijd meer Gentenaars geboren dan er inwoners sterven. Het aantal overlijdens daalt zowat jaar na jaar en bereikte in 2011 een historisch laagterecord. Sinds 2008 worden er jaarlijks een duizendtal meer Gentenaars geboren dan er overlijden. Geboortes en overlijdens 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 -500 -1000 197 7 197 8 197 9 198 0 198 1 198 2 198 3 198 4 198 5 198 6 198 7 198 8 198 9 199 0 199 1 199 2 199 3 199 4 199 5 199 6 199 7 199 8 199 9 200 0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0 201 1
Het aantal overlijdens bereikte in 2011 een historisch laagterecord.
geboortes
sterftes
natuurlijke groei
G&G 10. Evolutie van de natuurlijke groei van de bevolking, met geboortes en overlijdens, van 1977 tot 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
We verhuizen steeds vaker Er wordt heel wat verhuisd naar Gent en uit Gent, en die verhuisdrang neemt jaar na jaar toe.(5) Tot de eeuwwisseling trokken er meer mensen uit de stad weg dan er binnenkwamen. Gent kampte toen met een stadsvlucht. Vanaf 2000 draait deze beweging om en trekt de stad opnieuw meer inwoners aan. De Gentse bevolking groeit duidelijk opnieuw aan. De stad trekt duidelijk volop nieuwe bewoners aan. Meer nog dan de geboorten zorgen deze nieuwe Gentenaars voor de stijging van het aantal inwoners. Die aantrekkingskracht is echter niet voelbaar bij de Belgen. Er vertrekken nog altijd meer Belgen uit de stad dan er Belgen aankomen. Het overschot wordt volledig veroorzaakt door niet-Belgen. Deze nieuwkomers komen de jongste jaren vooral uit Bulgarije, Turkije, Slovakije, Polen en Nederland.
De Gentenaars
17
Verhuizen van en naar Gent 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 -2000 197 7 197 8 197 9 198 0 198 1 198 2 198 3 198 4 198 5 198 6 198 7 198 8 198 9 199 0 199 1 199 2 199 3 199 4 199 5 199 6 199 7 199 8 199 9 200 0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0
-4000
immigratie
emigratie
saldo
G&G 11. Evolutie van het aantal migratiebewegingen, vanuit Gent (emigratie), naar Gent (immigratie) en migratiesaldo, van 1977 tot 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
Verhuizen naargelang de nationaliteit 4000 3000 2000 1000 0 -1000 -2000 -3000 197 7 197 8 197 9 198 0 198 1 198 2 198 3 198 4 198 5 198 6 198 7 198 8 198 9 199 0 199 1 199 2 199 3 199 4 199 5 199 6 199 7 199 8 199 9 200 0 200 1 200 2 200 3 200 4 200 5 200 6 200 7 200 8 200 9 201 0
D1
saldo Belgen
saldo niet-Belgen
totaal saldo
G&G 12. Evolutie van het migratiesaldo van Belgen en niet-Belgen, van 1977 tot 2011. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister.
18
0 tot 2 jaar: de allerkleinsten
Het aantal geboortes is de voorbije jaren sterk toegenomen. Volgens de prognoses zal die trend zich doorzetten tot 2016.
Gent telt momenteel bijna tienduizend kinderen tot twee jaar. Het aantal geboortes is de voorbije jaren sterk toegenomen en dat resulteert automatisch in een groter aantal peuters. Tegelijk kent Gent een ‘baby-stadsvlucht’. Er verhuizen meer kinderen onder de twee jaar uit Gent, dan er in de stad komen wonen. Die verhuisbeweging uit de stad zwakt de sterke groei van het aantal zeer jonge kinderen weliswaar lichtjes af, maar de stijgende trend blijft wel bestaan. De procentuele groei bij de allerkleinsten is zelfs veel sterker dan bij de totale bevolking. Volgens de prognoses zal die trend zich doorzetten tot 2016, om daarna opnieuw licht af te buigen. Opvallend is de situatie in de binnenstad. In aantal zit deze wijk in de top vijf van de meeste kinderen tot twee jaar. Maar in aandeel is de binnenstad te vinden in de groep van wijken met de laagste percentages. Deze aangroei leidt onvermijdelijk tot een verjonging van de bevolking. Bovendien speelt hier een aanzuigeffect voor de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar. Het grootste aantal kinderen tot twee jaar woont in: - Binnenstad - Oostakker - Dampoort - Sint Amandsberg - Brugse Poort – Rooigem Het laagste aantal kinderen tot twee jaar leeft in: - Watersportbaan – Ekkergem - Moscou – Vogelhoek - Elisabethbegijnhof – Papegaai - Sint-Denijs-Westrem - de Kanaaldorpen en –zone Als we echter het procentueel aandeel van deze kleine kinderen in de totale bevolking bekijken, komen we tot een heel andere klassering. Deze wijken tellen tussen vijf en zes procent kinderen tot twee jaar: - Rabot - Blaisantvest - Muide - Meulestede - Afrikalaan - Dampoort - Brugse Poort - Rooigem - Ledeberg De laagste percentages, met maximaal drie procent, wonen in de wijken: - Kanaaldorpen en –zone - Elisabethbegijnhof – Papegaai - Drongen - Binnenstad - Sint-Denijs-Westrem Enkel de wijken Brugse Poort - Rooigem en Dampoort hebben zowel de grootste aantallen 0-2 jarigen als het grootste aandeel in de totale bevolking. De Kanaaldorpen en –zone, Sint-Denijs-Westrem en Elisabethbegijnhof - Papegaai zijn de wijken met de laagste aantallen baby’s. Opvallend is de plaats die de wijk Binnenstad inneemt: in de top vijf van de wijken met het grootste aantal 0 tot 2-jarigen, en tegelijk op één wijk na het laagste percentage kleinste kinderen.
De Gentenaars
19
Aantal 0 tot 2 jaar 250000
12000
245000 10000 240000 8000
235000 230000
6000
225000 4000 220000 2000 215000 210000
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
totale bevolking
0
0-2 jarigen
G&G 13. Evolutie van de totale bevolking (linkeras) en de leeftijdsgroep 0 tot 2 jaar (rechteras), van 1999 tot 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
Aantal 0 tot 2 jaar prognose 12000 10000 8000 6000 4000 2000
7
8 201
6
201
5 201
201
3
201 4
1
2
201
201
0
201
201
8
7
200 9
200
200
200 6
4
200 5
200
2
0-2 jarigen
200 3
200
200 1
9 199
0
0 200
D1
Prognose 0-2 jarigen
G&G 14. Evolutie van de leeftijdsgroep 0 tot 2 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid – Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
20
Groei 0 tot 2 jaar 60 50 40 30 20 10
7
8 201
6
5
201
201
201
3
201 4
201
1
2 201
0
9
201
201
7
8
200
200
6
5
200
200
4
3
0-2 jarigen Totale bevolking
200
200
200
1
2 200
0
200
200
199
9
0
Prognose 0-2 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 15. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de leeftijdsgroep 0 tot 2 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent – Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid – Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
Per wijk 0 tot 2 jaar
Aandeel per wijk 0 tot 2 jaar
< 240 240 < 300
< 3,30 3,30 < 3,60
300 < 360 360 < 420
3,60 < 3,90 3,90 < 4,20
420 < 480 ≥ 480
4,20 < 4,50 ≥ 4,50
G&G 16. Aantal kinderen van 0 tot 2 jaar, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
G&G 17. Aandeel van de kinderen van 0 tot 2 jaar in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
D1
De Gentenaars
21
3 tot 5 jaar: de kleuters In 2004 steeg het aantal geboortes, dus zien we de groep kleuters groeien vanaf 2007. De geboortecijfers laten voorspellen dat deze groep de komende jaren nog groter zal worden.
De geboortecijfers laten voorspellen dat deze groep de komende jaren nog groter zal worden. Gent telt momenteel ruim 8.000 kleuters.
Gent telt momenteel ruim 8.000 kleuters. Het grootste aantal vindt men in identiek dezelfde wijken als voor de leeftijdsgroep tot twee jaar, met uitzondering van de vijfde wijk in het lijstje: Wondelgem. - Brugse Poort - Rooigem - Sint Amandsberg - Dampoort - Oostakker - Wondelgem Het minst kinderen van drie tot vijf jaar leven eveneens in dezelfde vijf wijken als de kinderen tot twee jaar, maar wel in een andere volgorde: - de Kanaaldorpen en -zone - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Moscou - Vogelhoek - Sint-Denijs Westrem - Watersportbaan - Ekkergem Als we naar het procentueel aandeel kijken van deze kinderen in de totale bevolking komt deze lijst alweer sterk overeen met de lijst voor kinderen tot twee jaar: - Rabot - Blaisantvest - Muide - Meulestede - Afrikalaan - Dampoort - Brugse Poort - Rooigem - Oud-Gentbrugge De laagste percentages, met minder dan drie procent, vinden we vooral in de stationsbuurten: - Binnenstad - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Stationsbuurt Noord - Watersportbaan - Ekkergem - Stationsbuurt Zuid Net als bij de 0-2-jarigen zijn het enkel de wijken Brugse Poort – Rooigem en Dampoort die zowel de grootste aantallen kleuters hebben, en tegelijk het grootste aandeel in de totale wijkbevolking. Voor de laagste kleuteraantallen en -aandelen is het opnieuw Elisabethbegijnhof - Papegaai, deze keer samen met Watersportbaan Ekkergem.
22
Aantal 3 tot 11 jaar 20000 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000
7
8 201
6
5
201
201
201
3
201 4
201
1
2 201
0
9
201
201
7
8
200
200
6
5
200
200
4
3
3-5 jarigen 6-11 jarigen
200
200
200
1
2 200
0
200
200
199
9
0
Prognose 3-5 jarigen Prognose 6-11 jarigen
G&G 18. Evolutie van de leeftijdsgroep 3 tot 5 jaar en 6 tot 11 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
Groei 3 tot 11 jaar 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
3-5 jarigen 6-11 jarigen Totale bevolking
8 201
7
6
201
201
201 5
201 4
201 3
2 201
0
9
201 1
201
200
200 8
7
6
5
200
200
4
200
200
3 200
1
200 2
200
200 0
199
9
-5
Prognose 3-5 jarigen Prognose 6-11 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 19. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de leeftijdsgroep 3 tot 5 jaar en 6 tot 11 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
D1
De Gentenaars
23
Per wijk 3 tot 5 jaar
Aandeel per wijk 3 tot 5 jaar
< 220 220 < 275
< 2,80 2,80 < 3,00
275 < 330
3,00 < 3,30
330 < 385 385 < 440
3,30 < 3,50 3,50 < 3,80
≥ 440
≥ 3,80
G&G 20. Aantal kinderen van 3 tot 5 jaar, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister
G&G 21. Aandeel van de kinderen van 3 tot 5 jaar in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
24
6 tot 11 jaar: de lagereschoolleeftijd De groep kleuters groeit aan vanaf 2007. Die trend zet zich door bij de 6 tot 11-jarigen vanaf 2010. Volgens de prognoses zal de leeftijdsgroep van het lager onderwijs de volgende jaren verder toenemen. Gent telt momenteel ongeveer 15.000 kinderen in de leeftijdscategorie van het lager onderwijs. Het grootste aantal vinden we in dezelfde wijken als voor de leeftijdsgroep tot vijf jaar: - Brugse Poort - Rooigem - Sint-Amandsberg - Oostakker - Dampoort - Wondelgem
De leeftijdsgroep van het lager onderwijs zal de volgende jaren verder toenemen.
Het minst kinderen van zes tot elf jaar leeft eveneens in dezelfde vijf wijken als de kinderen tot vijf jaar, maar dan wel in een andere volgorde: - Sint-Denijs-Westrem - Moscou - Vogelhoek - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Watersportbaan - Ekkergem - de Kanaaldorpen en -zone Als we echter naar het procentueel aandeel kijken van deze kinderen in de totale bevolking komen we tot een heel andere opsomming met vaak andere wijken. In deze wijken maakt de groep van zes tot elf jaar telkens zeven tot negen procent van de totale bevolking uit: - Muide - Meulestede - Afrikalaan - Bloemekenswijk - Rabot - Blaisantvest - Dampoort - Brugse Poort - Rooigem - Kanaaldorpen en -zone - Oostakker De laagste percentages, met minder dan vijf procent, vinden we net zoals bij de peuters vooral in de stationsbuurten: - Stationsbuurt Zuid - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Stationsbuurt Noord - Watersportbaan - Ekkergem - Binnenstad Net als bij de peuters en de kleuters hebben wijken Brugse Poort - Rooigem en Dampoort het grootste aantal kinderen op lagere schoolleeftijd en tegelijk het grootste aandeel in de totale wijkbevolking. Ook voor de laagste aantallen en aandelen zijn het opnieuw Elisabethbegijnhof Papegaai en Watersportbaan- Ekkergem.
D1
De Gentenaars
25
Per wijk 6 tot 11 jaar
Aandeel per wijk 6 tot 11 jaar
< 380 380 < 475
< 5,00 5,00 < 5,50
475 < 570
5,50 < 6,00
570 < 665 665 < 760
6,00 < 6,50 6,50 < 7,00
≥ 760
≥ 7,00
G&G 22. Aantal kinderen van 6 tot 11 jaar, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister
G&G 23. Aandeel van de kinderen van 6 tot 11 jaar in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
26
12 tot 17 jaar: de scholieren De leeftijdsgroep van het secundair onderwijs (12 tot 17 jaar) is de voorbije jaren vrijwel even groot gebleven en schommelt rond de 14.500 jongeren. Vermits het totaal aantal inwoners toeneemt, neemt hun aandeel in de totale bevolking af. Er zit niettemin een aangroei aan te komen. De toename van het aantal kleuters sinds 2007 laat zich momenteel voelen in de lagere scholen en zal voor de groep vanaf 12 jaar gevolgen hebben vanaf 2016. Het grootste aantal 12- tot 17-jarigen vinden we in heel andere wijken dan bij de voorgaande leeftijdsgroepen. De scholieren wonen vooral in de rand van de stad: - Sint-Amandsberg - Brugse Poort - Rooigem - Drongen - Oostakker - Mariakerke - Wondelgem
De toename van het aantal kleuters sinds 2007 laat zich momenteel voelen in de basisscholen en zal voor de groep vanaf 12 jaar gevolgen hebben vanaf 2016.
Het minst kinderen van twaalf tot zeventien jaar leeft in: - Stationsbuurt Zuid - Moskou - Vogelhoek - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Watersportbaan - Ekkergem - de Kanaaldorpen en –zone Het procentueel aandeel geeft een heel duidelijk beeld: het centrum telt naar verhouding heel wat minder jongeren dan de wijken in de rand en de 19de-eeuwse gordel. Deze leeftijdsgroep is het best vertegenwoordigd (van 7% tot 8%) in: - Bloemekenswijk - Rabot - Blaisantvest - Drongen - Muide - Meulestede - Afrikalaan - Oostakker De laagste percentages, met minder dan vijf procent, vinden we opnieuw vooral in de stationsbuurten: - Stationsbuurt Zuid - Stationsbuurt Noord - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Watersportbaan - Ekkergem - Binnenstad Deze verdeling lijkt voor een deel sterk op die van de leeftijdsgroep 6 tot 11 jaar. De laagste aantallen en aandelen zijn opnieuw te vinden in de wijken Elisabethbegijnhof - Papegaai en Watersportbaan - Ekkergem. Stationsbuurt Zuid vervoegt deze twee wijken. Een heel ander beeld krijgen we wanneer we kijken naar de hoogste aantallen en aandelen. Dan duiken voor het eerst Drongen en Oostakker op.
De Gentenaars
27
Aantal 12 tot 17 jaar 20000 19000 18000 17000 16000 15000 14000 13000 12000 11000
12-17 jarigen
7
8 201
6
201
5 201
201
3
201 4
1
2
201
201
201
9
0 201
7
8
200
200
6
200
5
200
4
200
3
200
1
2
200
200
200
9 199
200
0
10000
Prognose 12-17 jarigen
G&G 24. Evolutie van de leeftijdsgroep 12 tot 17 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
Groei 12 tot 17 jaar 30 25 20 15 10 5 0
8
7 201
201
6 201
5 201
3
201 4
2
201
201
1
0
9
201
201
200
7
200 8
6
200
200
5
4
200
3
12-17 jarigen Totale bevolking
200
2
200
200
1 200
200 0
9
-5 199
D1
Prognose 12-17 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 25. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de leeftijdsgroep 12 tot 17 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
28
Per wijk 12 tot 17 jaar
Aandeel per wijk 12 tot 17 jaar
< 380 380 < 475
< 4,50 4,50 < 5,00
475 < 570
5,00 < 5,40
570 < 665 665 < 760
5,40 < 5,80 5,80 < 6,30
≥ 760
≥ 6,30
G&G 26. Aantal kinderen van 12 tot 17
G&G 27. Aandeel van de kinderen van 12
jaar, per wijk, in 2011.
tot 17 jaar in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
De Gentenaars
29
18 tot 24 jaar: jongvolwassenen Volgens het Bevolkingsregister wonen er ongeveer 21.500 jongvolwassenen in Gent. Dat getal moeten we echter met een korrel zout nemen. Veel kotstudenten zijn niet officieel in Gent gedomicilieerd en dus niet zichtbaar in de Gentse statistieken. Dat gezegd zijnde, lijkt de groep gedomicilieerde Gentenaars tussen 18 en 24 jaar de voorbije jaren sterk aangegroeid met een opvallende knik in 2011. De prognoses voorspellen een verdere stagnatie. Als we deze evolutie vergelijken met die van de totale bevolking, groeide deze leeftijdsgroep groep aanvankelijk trager maar werd de voorbije jaren een inhaalbeweging ingezet. Momenteel lopen de groeipercentages vrijwel gelijk. In absolute getallen zijn er het meest 18- tot 24-jarigen in de wijken: - Binnenstad - Brugse Poort - Rooigem - Sint-Amandsberg. Het minst jongvolwassenen leeft in: - Sint-Denijs-Westrem - Watersportbaan - Ekkergem - Moscou - Vogelhoek - de Kanaaldorpen en -zone Hun aandeel is het hoogst (telkens rond de 10%) in de wijken: - Binnenstad - Rabot – Blaisantvest - Elisabethbegijnhof - Papegaai - Nieuw Gent - UZ. Aantal 18 tot 24 jaar 25000 24000 23000 22000 21000 20000 19000 18000 17000 16000 7
8 201
6
201
5 201
201
3
201 4
1
2
201
201
201
9
0 201
200
7
200 8
6
5
200
200
4
200
3
18-24 jarigen
200
1
2
200
200
200
9
15000 199
De groep Gentenaars tussen 18 en 24 jaar is de voorbije jaren sterk aangegroeid.
200 0
D1
Prognose 18-24 jarigen
G&G 28. Evolutie van de leeftijdsgroep 18 tot 24 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
30
De kleinste aandelen (telkens rond 7%) zijn voor rekening van: - Ledeberg - Moscou - Vogelhoek - Mariakerke - Watersportbaan - Ekkergem. De hoogste aantallen én aandelen van jonge volwassenen zijn te vinden in de Binnenstad. Voor het laagste aantal en aandeel tekent deze keer Moscou - Vogelhoek. Groei 18 tot 24 jaar 30 25 20 15 10 5
7
8 201
6
5
201
201
201
3
201 4
1
2
201
201
201
9
0 201
7
8
200
200
6
5
200
200
4
3
18-24 jarigen Totale bevolking
200
200
1
2
200
200
200
9 199
200
0
0
Prognose 18-24 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 29. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de leeftijdsgroep 18 tot 24 jaar, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister
Per wijk 18 tot 24 jaar
Aandeel per wijk 18 tot 24 jaar
< 600 600 < 750
< 7,70 7,70 < 8,10
750 < 900 900 < 1050
8,10 < 8,40 8,40 < 8,80
1050 < 1200 ≥ 1200
8,80 < 9,10 ≥ 9,10
G&G 30. Aantal inwoners van 18 tot 24 jaar, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent.
G&G 31. Aandeel van de inwoners van 18 tot 24 jaar in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
De Gentenaars
31
18 tot 65: de actieve bevolking Ruim 150.000 inwoners behoren tot de leeftijdscategorie 18 tot 65 jaar en hun aantal blijft stijgen. In 1999 maakten ze 62% uit van de totale bevolking. In 2010 is hun aandeel naar 64% gestegen. De prognoses voorspellen echter dat in de nabije toekomst hun aandeel opnieuw zal krimpen. De leeftijdsgroep tussen 20 en 40 jaar heeft een veel groter aandeel in de bevolking in Gent dan in Vlaanderen. De omvang van de ‘actieve bevolking’ tussen 18 en 65 jaar is belangrijk vanuit economisch standpunt. Hoe groter de groep, hoe groter het draagvlak voor de ‘afhankelijke bevolking’: de jongeren en de gepensioneerden. Om het toekomstig draagvlak correct in te schatten mag men de evolutie van de groene en grijze druk niet uit het oog verliezen. In Vlaanderen neemt zowel de groene als grijze druk toe, in Gent enkel de grijze druk. Meer over de groene en grijze druk leest u verder in dit hoofdstuk. Ook vertelt de omvang van deze ‘actieve bevolking’ niet het hele verhaal. Dit is immers de leeftijdsgroep die zich op de arbeidsmarkt kan begeven. Niet iedereen uit die groep is echter daadwerkelijk beroepsactief, zoals de studenten, de huisvrouwen en -mannen, de werklozen en de vroeggepensioneerden. In sommige wijken maakt deze leeftijdsgroep meer dan 70% uit van alle bewoners: • Binnenstad • Elisabethbegijnhof-Papegaai • Macharius-Heirnis • Stationsbuurt Noord
Aantal actieve bevolking 300000 250000 200000 150000 100000 50000
18-64 jarigen Totale bevolking
7
201 8
6
201
5 201
201
3
201 4
1
2
201
201
0
201
201
8
200 9
200
6
200 7
200
4
200 5
200
2
1
200 3
200
200
9
0
0 199
Ruim 150.000 inwoners behoren tot de leeftijds categorie 18 tot 65 jaar. In 2010 is hun aandeel naar 64% gestegen.
200
D1
Prognose 18-64 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 32. Evolutie van de actieve bevolking en de totale bevolking, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
32
De laagste percentages (ongeveer 60%) vindt men in de wijken • Gentbrugge • Drongen • Bloemenkenswijk • Mariakerke De wijk Sint-Denijs-Westrem kent het kleinste aandeel (56%). Groei actieve bevolking 25
20
15
10
5
8
7
201
6
5
201
201
201
3
201 4
201
1
2 201
0
9
201
201
7
8
200
200
6
200
5
18-64 jarigen Totale bevolking
200
4
200
3
200
200
1
2 200
0
200
200
199
9
0
Prognose 18-64 jarigen Prognose totale bevolking
G&G 33. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de actieve bevolking, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent Bevolkingsregister , Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
Samenstelling actieve bevolking 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500
G&G 34. Aantal inwoners in de leeftijdscategorie van de actieve bevolking in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
64
62
60
56
58
54
52
50
48
46
44
42
40
38
36
34
32
30
28
24
26
22
18
20
0
D1
De Gentenaars
33
Aandeel per wijk actieve bevolking
< 60,00 60,00 < 61,50 61,50 < 63,00 63,00 < 64,50 64,50 < 66,00 ≥ 66,00
G&G 35. Aandeel van de actieve bevolking in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
34
65-plussers: (geen) vergrijzing Vergrijzing kan ontstaan omdat het percentage ouderen toeneemt of omdat de ouderen steeds ouder worden. In België is er sprake van een dubbele vergrijzing want beide fenomenen doen zich tegelijk voor.(6) Dit is te danken aan de verhoging van de levensverwachting en aan de babyboomgeneratie die de kaap van de 65 jaar genomen heeft. Gent wijkt af van dit nationale patroon. Het aandeel van de senioren is gekrompen van 18,5% in 1999 naar 17% in 2011. Hun aantal blijft schommelen rond de 42.000. De prognoses voorspellen echter dat dit cijfer vanaf 2017 zal aangroeien. Meer dan 2.500 65-plussers vindt men in de wijken: - Sint-Amandsberg - Mariakerke - Wondelgem - Binnenstad - Drongen Ten hoogste 800 senioren wonen in: - Moscou - Vogelhoek - Muide – Meulestede - Afrikalaan - Macharius-Heirnis - de Kanaaldorpen en -zone In sommige wijken maken senioren nagenoeg een kwart van de bevolking uit: - Watersportbaan - Ekkergem - Sint-Denijs-Westrem - Mariakerke - Gentbrugge
Gent wijkt af van dit nationale patroon. Het aandeel van de senioren is gekrompen.
Senioren vormen een kleine minderheid (ongeveer 10%) in: - Muide - Meulestede - Afrikalaan - Dampoort - Macharius - Heirnis - Rabot - Blaisantvest De hoogste aantallen én aandelen 65-plussers vindt men in Mariakerke. De laagste aantallen én aandelen in Muide – Meulestede - Afrikalaan en Machiarius - Heirnis.
De Gentenaars
35
Aantal 65-plussers 50000 0,24 45000
0,22
0,20
40000
0,18
35000
0,16 30000 0,14 25000
0,12
20000
65-plussers aandeel 65-plus
3 201 4 201 5 201 6 201 7 201 8
201
1
2 201
0
9
201
201
200
7
8
200
200
5
6
200
200
3
4
200
200
1
2
200
200
9 199
200
0
0,10
Prognose 65-plussers Prognose aandeel 65-plus
G&G 36. Evolutie van het aantal 65-plussers (linkerkant) en hun aandeel in de totale bevolking (rechterkant), van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
Groei 65-plussers 30 25 20 15 10 5 0
65-plussers Totale bevolking
7
201 8
6
5
201
201
201
3
201 4
201
2 201
1 201
0 201
8
200 9
200
200 7
200 6
200 5
200 4
200 3
2
200 1
200
0 200
9
-5 199
D1
Prognose 65-plussers Prognose totale bevolking
G&G 37. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de 65-plussers, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse Regering (prognose).
36
Per wijk 65-plussers
Aandeel per wijk 65-plussers
< 1000 1000 < 1250
< 13,50 13,50 < 15,00
1250 < 1500
15,00 < 16,50
1500 < 1750 1750 < 2000
16,50 < 18,00 18,00 < 19,50
≥ 2000
≥ 19,50
G&G 38. Aantal 65-plussers, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
G&G 39. Aandeel van de 65-plussers in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
De Gentenaars
37
90-plussers: steeds meer Vergrijzing binnen de vergrijzing is een belangrijk thema voor de zorgsector want de 90-plussers vormen een zorgbehoevende groep. Hun aantal steeg lichtjes tot in 2004. Niet toevallig was dit exact negentig jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Vier jaar lang ziet men vanaf 2004 het aantal 90-plussers dalen, om dan opnieuw te stijgen. De prognoses voorspellen dat deze toename zich de komende jaren zal doorzetten. De meeste 90-plussers (meer dan 100) leven in: • de Binnenstad • Sluizeken – Tolhuis – Ham • Sint Amandsberg • Oostakker • Watersportbaan – Ekkergem Het minst (minder dan 30) in: • Moscou - Vogelhoek • Rabot - Blaisantvest • Muide - Meulestede - Afrikalaan • de Kanaaldorpen Aantal 90-plussers 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000
90-plussers
8
7
201
201
5 201
201 6
3
201 4
1
2
201
201
201
9
0 201
200
7
200 8
6
5
200
200
4
3
200
200
200
1
200 2
200
9
500 199
Het aantal 90-plussers steeg lichtjes tot in 2004. Niet toevallig was dit exact negentig jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
200 0
D1
Prognose 90-plussers
G&G 40. Evolutie van de 90-plussers, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst van de Vlaamse regering (prognose).
38
Groei 90-plussers 100 80 60 40 20 0
8
7
201
6
201
5
201
201
3
201 4
201
1
2 201
0
9
201
201
7
8
200
200
6
5
200
200
4
200
3
90-plussers Totale bevolking
200
200
1
2 200
0
200
200
199
9
-20
Prognose 90-plussers Prognose totale bevolking
G&G 41. Evolutie van de procentuele groei (t.o.v. 1999) van de totale bevolking en van de 90-plussers, van 1999 tot 2011 en prognose tot 2018. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister, Vlaamse Overheid - Studiedienst Vlaamse Regering (prognose).
Per wijk 90-plussers
Aandeel per wijk 90-plussers
< 30 30 < 45
< 0,50 0,50 < 0,60
45 < 60 60 < 75
0,60 < 0,80 0,80 < 0,90
75 < 90 ≥ 90
0,90 < 1,1 ≥ 1,1
G&G 42. Aantal 90-plussers, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
G&G 43. Aandeel van de 90-plussers in de totale bevolking, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
D1
De Gentenaars
39
Druk: groen en grijs De actieve bevolking moet voldoende groot zijn om de afhankelijke leeftijdsgroepen (de kinderen, jongeren en ouderen) te ondersteunen. Demografen drukken deze verhoudingen uit met de parameters groene druk en grijze druk. Groene druk geeft aan hoeveel jongeren onder de twintig er zijn, voor elke 100 Gentenaars tussen 20 en 59 jaar. Grijze druk doet hetzelfde, maar voor de zestigplussers. Gent kent in vergelijking met Vlaanderen een lage groene en grijze druk. De grijze druk neemt toe, zowel in Gent als in Vlaanderen. De groene druk neemt in Gent af, terwijl ze in Vlaanderen aangroeit. Groene en grijze druk 1/1/2006
1/1/2007
1/1/2008
1/1/2009
1/1/2010
groene druk
39,72
39,75
39,43
39,10
38,91
grijze druk
36,95
37,17
37,03
37,09
37,25
groene druk
41,96
42,78
43,49
44,12
44,75
grijze druk
40,49
40,6
40,65
40,78
40,86
Gent
Vlaanderen
G&G 44. Evolutie van de groene en grijze druk in Gent en in Vlaanderen, van 2006 tot 2010. Bron: Vlaamse Overheid - Lokale Statistieken. Groene druk: naast elke 100 personen van 20 tot 59 jaar, staan er x aantal personen van 0 tot 19 jaar. Grijze druk: naast elke 100 personen van 20 tot 59 jaar, staan er x aantal personen van 60 jaar of ouder.
Verkleuring Bijna een vijfde van de Gentenaars is van buitenlandse origine. De helft daarvan heeft de Belgische nationaliteit.
Het aantal inwoners van buitenlandse origine is de voorbije jaren sterk toegenomen. Om een betrouwbaar beeld te schetsen, hanteren we de omschrijving ‘etnischculturele minderheid’ of ECM. In deze groep zitten zowel niet-Belgen als genaturaliseerde Belgen. Het zijn echter personen die hun origine hebben buiten de rijke Westerse landen. De groep ‘etnisch-culturele minderheid’ bestaat uit: • alle niet-Belgen ingeschreven in het bevolkingsregister met uitzondering van de volgende nationaliteiten: - alle lidstaten van de EU15 - Monaco, Andorra, Japan, Noorwegen, Hong Kong, Zwitserland, Canada, San Marino, VSA, IJsland, Australië, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland en Malta • alle personen van vreemde origine uit het bevolkingsregister, die de Belgische nationaliteit verkregen hebben na 01/01/1985, uitgezonderd diegenen met een vorige nationaliteit uit bovenstaande uitzonderingslijst. • alle personen ingeschreven in het wachtregister. Een belangrijke bemerking bij deze definitie is de afwezigheid van ‘de tweede generatie’. De groep die bij geboorte de Belgische nationaliteit krijgt, valt buiten deze definitie en zit dus ook niet in de cijfers die verder in dit hoofdstuk volgen.
40
In 2011 woonden er in Gent 46.692 ECM’ers. Dat maakt bijna een vijfde uit van de totale Gentse bevolking. Hun aandeel is op tien jaar tijd gestegen van 12,0% naar 18,8%. Bijna de helft van de etnisch-culturele minderheden heeft de Belgische nationaliteit. Deze groep woont vooral in de 19de-eeuwse gordel, met als uitschieter RabotBlaisantvest waar meer dan de helft van de buurtbewoners tot een etnisch-culturele minderheid behoort. Andere definities zullen nog tot hogere percentages komen omdat de tweede generatie die de Belgische nationaliteit bij de geboorte heeft gekregen niet in deze cijfers opgenomen werd. De hoogste concentraties zijn te vinden in • Rabot - Blaisantvest (51%) • Sluizeken – Tolhuis - Ham (44%) • Muide – Meulestede - Afrikalaan (40%) • Brugse Poort - Rooigem (34%) • Bloemekenswijk (33%) • Dampoort (32%) • Ledeberg (30%) • Nieuw Gent - UZ (29%) • Macharius-Heirnis (24%). Drongen kent het laagste percentage met 2%. De leeftijdspiramide van deze groep heeft een aparte opbouw. De leeftijdsgroep 10 tot 44 jaar is in vergelijking met de totale Gentse bevolking oververtegenwoordigd. De leeftijdsgroepen daaronder en daarboven zijn dan weer in mindere mate aanwezig. De meest voorkomende origines zijn Turkije, Bulgarije en Marokko. Anno 2011 is bijna de helft van de ECM-groep van Aziatische origine. We moeten wel opmerken dat voor deze cijfers Turkije bij Azië wordt gerekend. Een vijfde van de ECM-groep komt uit de nieuwe EU-landen en eveneens een vijfde heeft Afrika als herkomstgebied. Bij de Aziatische (voor het merendeel Turkse) en Afrikaanse groep heeft meer dan de helft de Belgische nationaliteit verworven. De ECM-groep is in tien jaar sterk toegenomen, van 27.755 naar 46.647 personen. Vooral de groep uit de nieuwe EU-landen kent een groeispurt en is ruim drie keer zo groot geworden. Personen van Bulgaarse en Slovaakse origine staan ondertussen op respectievelijk de tweede en de vijfde plaats in de klassering van meest voorkomende origines. De migratie vanuit de nieuwe EU-landen is opvallend. Voor de toetreding in 2003 waren deze twaalf landen goed voor 7% van het aantal binnenkomsten van vreemdelingen. In 2007 was dit reeds 21%.(7) In absolute cijfers zijn niettemin de Aziatische en Afrikaanse groepen het sterkst gegroeid. Een opvallende vaststelling is dat binnen de ‘Aziatische groep’, de Turkse groep nog de grootste groep vormt binnen Gent, en de aantallen nemen nog toe, maar van een aangroei in relatieve cijfers is de voorbije tien jaar niets meer te merken, integendeel.
D1
De Gentenaars
41
Aandeel ECM 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
ECM totaal
G&G 45. Evolutie van het aandeel van de etnische-culturele minderheden in de totale bevolking, van 2001 tot 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister
Per wijk etnisch-culturele minderheden < 10 10 < 20 20 < 30 30 < 40 ≥ 40
G&G 46. Percentage inwoners uit een etnisch-culturele minderheid, per wijk, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
42
Bevolkingspiramide etnisch-culturele minderheid
100-104 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 80
60
40
20
0
20
Mannen totale bevolking
Mannen ECM
Vrouwen totale bevolking
Vrouwen ECM
40
60
G&G 47. ergelijking van de bevolkingspiramide totale bevolking van Gent en de bevolkingspiramide van etnisch-culturele minderheden in Gent, per geslacht, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
80
D1
De Gentenaars
43
Herkomst etnisch-culturele minderheid 2001 Belgen abs EU12
%
niet-Belgen abs
%
2011 totaal herkomst abs
%
Belgen abs
%
niet-Belgen abs
totaal herkomst
%
abs
%
164
1,40
2.951
18,40
3.115
11,22
771
3,50
9.525
38,60
10.296
22,06
rest Europa 171
1,50
2.774
17,30
2.945
10,61
1.335
6,10
2.459
10,00
3.794
8,13
Afrika
23,10
2.873
17,90
5.574
20,08
5.500
25,00
3.928
15,90
9.428
20,20
2.701
Azië
8.096
69,10
7.068
44,10
15.164
54,64
12.829
58,40
7.981
32,30
20.810
44,59
Amerika
223
1,90
343
2,14
566
2,04
555
2,53
679
2,75
1.234
2,64
onbekend
363
3,10
28
0,17
391
1,41
979
4,46
133
0,54
1112
2,38
11.718
100
16.037
100
27.755
100
21.969
100
24.705
100
46.674
100
G&G 50. Herkomst van de etnisch-culturele minderheid naar nationaliteit en hun aandeel in de totale bevolking, in 2001 en 2011. EU12 bevat de nieuwe EU-landen: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Bulgarije en Roemenië. Met uitzondering van Malta en Cyprus. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
Veel voorkomende origines top 10 meest voorkomende origines (bevolkingsregister) 2011 Gent Aantal personen van Turkse origine
15.600
Aantal personen van Bulgaarse origine
6.011
Aantal personen van Marokkaanse origine
3.180
Aantal personen van Nederlandse origine
2.650
Aantal personen van Slovaakse origine
2.043
Aantal personen van Poolse origine
1.250
Aantal personen van Ghanese origine
1.191
Aantal personen van Tunesische origine
998
Aantal personen van Franse origine
956
Aantal personen van Algerijnse origine
807
G&G 51. Tien meest voorkomende origines in het Bevolkings- en Wachtregister, in 2011. Bron: Stad Gent - Bevolkingsregister.
DEEL 2
2 De Gentgebruikers
D2
De Gentgebruikers
45
Pendelaars In 2009 telde Gent 143.000 arbeidsplaatsen. Enquêtes geven aan dat 61% van deze arbeidsplaatsen wordt ingevuld door een niet-Gentenaar. Volgens de Vlaamse Arbeidsrekening komt 65% van buiten Gent. De pendelaars wonen vooral in Evergem, Merelbeke en Lochristi. Van alle Gentse loontrekkenden heeft ruim de helft een job in de stad gevonden. Volgens de Vlaamse Arbeidsrekening werkt 55% van de actieve Gentenaars effectief in Gent, op basis van enquêtemateriaal bekomt men een percentage van 60%. Een derde van de loontrekkenden pendelt tot buiten het stadsgewest. Een kleine vijf procent – 4.068 Gentenaars – werkt in Brussel. De groep ‘inkomende’ pendelaars is merkelijk groter dan de ‘uitgaande’ groep. Dat wijst op de centrumfunctie van Gent. De centrumfunctie van Gent qua werk is duidelijk: de groep ‘inkomende’ pendelaars is merkelijk groter dan de ‘uitgaande’ groep. Bijna 95.000 niet-Gentenaars komen in Gent werken. Goed 39.000 Gentenaars werken buiten Gent.
Inkomende pendelaars WOONPLAATS
(n)
(%)
Gent (woonplaats = werkplaats)
48.829
34,3
Agglomeratie (excl. Gent)
6.177
4,3
Banlieue
22.865
16,1
Forensenwoonzone
14.384
10,1
Buiten het stadsgewest
50.942
35,8
Totaal
143.197
100,0
G&G 52. Samenstelling van de inkomende pendel, in 2009. Bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie – Vlaamse arbeidsrekening. Agglomeratie is De Pinte, Merelbeke en Sint-Martens-Latem. Banlieu is Destelbergen, Evergem, Gavere, Lochristi, Lovendegem, Melle, Nazareth, Nevele, Wachtebeke en Zelzate. Forensenwoonzone is Aalter, Assenede, Deinze, Eeklo, Kaprijke, Laarne, Moerbeke, Oosterzele, Sint-Laureins, Waarschoot, Wetteren, Zingem en Zomergem.
Uitgaande pendelaars WERKPLAATS
(n)
(%)
Gent (werkplaats = woonplaats)
48.617
55,4
Agglomeratie (excl. Gent)
1.836
2,1
Banlieue
5.797
6,6
Forensenwoonzone
2.901
3,3
Buiten het stadsgewest
28.540
32,5
waarvan naar Brussel-stad Totaal
4.068 87.691
4,6 100,0
G&G 53. Samenstelling van de uitgaande pendel, in 2009. Bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie – Vlaamse arbeidsrekening. Agglomeratie is De Pinte, Merelbeke en Sint-Martens-Latem. Banlieu is Destelbergen, Evergem, Gavere, Lochristi, Lovendegem, Melle, Nazareth, Nevele, Wachtebeke en Zelzate. Forensenwoonzone is Aalter, Assenede, Deinze,Eeklo, Kaprijke, Laarne, Moerbeke, Oosterzele, Sint-Laureins, Waarschoot, Wetteren, Zingem en Zomergem.
46
Woonplaats van personen tewerkgesteld in Gent
_I De Haan _I Zuienkerke _I Damme _I Sint-Laureins
_I Bredene
_I Assenede _I Sint-Gillis-Waas
_I Kaprijke _I Brugge
_I Maldegem
_I Stekene _I Zelzate
_I Oudenburg
_I Jabbeke
_I Eeklo _I Moerbeke
_I Wachtebeke
_I Sint-Niklaas
_I Oostkamp _I Waarschoot
_I Zedelgem
_I Beernem
_I Knesselare
_I Zomergem _I Evergem
_I Waasmunster
_I Lokeren
_I Ichtegem
_I Hamme
_I Lochristi
_I Lovendegem _I Aalter _I Torhout
_I Zele _I Wingene _I Destelbergen
_I Gent _I Ruiselede _I Kortemark
_I Knesselare
_I Lichtervelde
_I Laarne
_I Dendermonde
_I Sint-Martens-Latem
_I Berlare _I Melle
_I Tielt
_I Pittem
_I De Pinte _I Hooglede
_I Staden
_I Dentergem
_I Machelen
_I Lede
_I Nazareth
_I Meulebeke _I Oosterzele
_I Ingelmunster
_I Izegem
_I Erpe-Mere
_I Gavere
_I Zulte
_I Oostrozebeke
_I Aalst
_I Nieuwerkerken
_I Sint-Lievens-Houtem
_I Wielsbeke _I Kruishoutem
_I Zingem
_I Affligem
_I Haalter
_I Moorslede _I Lendelede
0 - 1 (499) 1 - 10 (41) 80 - 100 (1) alle andere (48)
_I Lebbeke
_I Deinze
_I Ardooie
_I Roeselare
Gent (kleurverdeling van de woonplaats) Totaal
_I Wichelen
_I Wetteren
_I Merelbeke
_I Waregem
_I Herzele
_I Zwalm
_I Zonnebeke
_I Denderleeuw
_I Zottegem
_I Temse
_I Liedekerke
_I Harelbeke _I Deerlijk
_I Ledegem
_I Kuurne
_I Oudenaarde _I Horebeke
_I Wortegem-Petegem
_I Anzegem
_I Kortrijk
_I Ninove _I Lierde
_I Maarkedal
_I Zwevegem
_I Wevelgem
3 km
_I Roosdaal
_I Brakel
_I Menen
G&G 54. Woonplaats van de loontrekkenden die in Gent werken in 2008. Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer.
Werkplaats van de Gentenaars _I Sint-Laureins _I Assenede _I Sint-Gillis-Waas
_I Kaprijke _I Brugge
_I Maldegem _I Stekene _I Zelzate
_I Jabbeke
_I Eeklo _I Wachtebeke
_I Moerbeke _I Sint-Niklaas
_I Oostkamp _I Waarschoot
_I Zedelgem
_I Beernem
_I Knesselare
_I Zomergem _I Evergem
_I Waasmunster _I Lokeren _I Hamme
_I Lochristi
_I Lovendegem _I Aalter _I Torhout
_I Zele _I Wingene _I Destelbergen
_I Gent _I Ruiselede _I Nevele
_I Lichtervelde
_I Laarne
_I Dendermonde
_I Sint-Martens-Latem
_I
_I Lebbeke
_I Deinze
_I Ardooie _I Dentergem
_I Machelen
_I Lede
_I Nazareth
_I Meulebeke
_I Roeselare
_I Moorslede
_I Berlare _I Wichelen
_I Merelbeke
_I De Pinte _I Hooglede
_I Wetteren
_I Melle
_I Tielt _I Pittem
_I Oosterzele
_I Izegem
_I Ingelmunster
_I Oostrozebeke
_I Gavere
_I Zulte
_I Aalst
_I Erpe-Mere _I Sint-Lievens-Houtem
_I Nieuwerkerken
_I Wielsbeke
Gent (kleurverdeling van de werkplaats) Totaal
_I Kruishoutem _I Lendelede
_I Haalter
_I Herzele
_I Zwalm
_I Affligem
_I Denderleeuw
_I Zottegem
_I Liedekerke
_I Ternat
_I Harelbeke
_I Ledegem
_I Kuurne
0 - 1 (340) 1 - 10 (17) 80 - 100 (1) alle andere (231)
_I Zingem
_I Waregem
_I Deerlijk _I Oudenaarde _I Anzegem
_I Kortrijk
_I Wevelgem
_I Wortegem-Petegem
_I Roosdaal
_I Horebeke
_I Ninove _I Lierde
_I Maarkedal
_I Zwevegem
_I Lennik
_I Brakel
_I Menen
_I Gooik
3 km
_I Avelgem _I Kluisbergen
_I Geraardsbergen
G&G 55. Werkplaats van de loontrekkende Gentenaars, , in 2008. Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer.
D2
De Gentgebruikers
47
Pendelbeweging buurgemeenten Gemeente
In (naar Gent)
Uit (uit Gent)
Saldo
Evergem
5.680
999
4.681
Merelbeke
3.591
1.374
2.217
Lochristi
3.064
930
2.134
Destelbergen
2.670
1.175
1.495
G&G 56. Inkomende en uitgaande pendel, in 2008. Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer. In de woon-werk-verplaatsing is de auto oppermachtig, op verre afstand gevolgd door het openbaar vervoer. De fiets kan 12% van de werknemers bekoren. Enkel bij de kotstudenten staat het openbaar vervoer op nummer één, voor hun weekendverplaatsing naar en van de thuisbasis. De beperkte populariteit van de trein houdt niet tegen dat de twee Gentse treinstations een belangrijk verkeersknooppunt vormen voor scholieren, studenten, inkomende en uitgaande pendelaars. Volgens de treinmaatschappij is Gent-SintPieters het belangrijkste station in Vlaanderen met elke dag 50.500 instappende reizigers.(8) Vervoerskeuze bij het pendelen Vervoermodus
Percentage
Werknemers
Wagen alleen/familie
63,50
90.842
Wagen carpooling
3,60
5.180
Trein
9,60
13.777
Bus, tram, metro
7,10
10.172
Privé bus
0.10
116
Fiets
11,90
17.008
Motor, bromfiets
2,00
2.785
Te voet
2,30
3.214
Totaal
100
143.094
G&G 57. Modal split bij werknemers die in Gent werken (Gentenaars en pendelaars), in 2008. Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer.
Vervoerskeuze van de Gentenaars Vervoermodus
Percentage
Werknemers
Wagen alleen/familie
58,20
55.068
Wagen carpooling
2,60
2.424
Trein
11,50
10.825
Bus, tram, metro
6,60
6.271
Privé bus
0.50
442
Fiets
15,30
14.449
Motor, bromfiets
2,00
1.870
Te voet
3,40
3.233
Totaal
100
94.580
G&G 58. Modal split van de Gentenaars voor hun woon-werkverkeer, in 2008. Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer.
48
Vervoerskeuze kotstudenten Kotstudent Openbaar vervoer
73,30%
Fiets
8,70%
Carpooling (passagier)
4,80%
Eigen wagen of wagen ouder(s)
11,80%
Andere
1,40%
Totaal
100,00%
G&G 59. Modal split bij kotstudenten van en naar Gent, in 2010. Bron: UGent en Stad Gent - Kot@Gent.
Scholieren en studenten Gent trekt niet alleen werknemers aan van buiten de stadsgrenzen. Ook zeer veel scholieren en studenten komen van buiten de stad naar Gent. Voor elke 100 scholieren die in de stad wonen, zitten er 163 in Gent in het secundair onderwijs.(9) De aantrekkingskracht van de Gentse scholen reikt dus tot ver buiten de stadsgrenzen. Inschrijvingsgraad secundair onderwijs Schooljaar Inschrijvingsgraad voltijds secundair onderwijs
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
166%
166%
166%
165%
163%
G&G 60. Evolutie van de inschrijvingsgraad in het voltijds secundair onderwijs, van 2006-2007 tot 2010-2011. Bron: Vlaamse Overheid - Departement Onderwijs en Vorming.
Diezelfde aantrekkingskracht laat zich voelen in het hoger onderwijs. Eind 2011 telden de vijf Gentse instellingen van hoger onderwijs samen 66.714 studenten. De jongste jaren is dit cijfer explosief toegenomen. Ruim een kwarteeuw geleden telde Gent niet eens 20.000 studenten. Eind 2011 telden de vijf Gentse instellingen van hoger onderwijs samen 66.714 studenten. Ruim een kwarteeuw geleden telde Gent 20.000 studenten.
Studentenpopulatie Inschrijvingen min uitschrijvingen Inschrijvingen
studenten
inschrijvingen
64.353
71.422
66.714
75.314
G&G 61. Aantal studenten aan de Gentse universiteit en hogescholen, op 15 december 2011. Bron: Vlaamse Overheid - Departement Onderwijs en Vorming. Het aantal studenten en het aantal inschrijvingen verschilt omdat sommige studenten zich voor meerdere opleidingen tegelijk inschrijven. De studenten die ingeschreven zijn aan een Gentse onderwijsinstelling maar lessen volgen op de campussen van Aalst of Sint-Niklaas werden niet meegeteld. In deze cijfers zitten niet de buitenlandse studenten begrepen die bijvoorbeeld via het Erasmus-uitwisselingsprogramma een korte tijd (drie maanden tot een jaar) in Gent komen studeren. De universiteit neemt hiervan het leeuwendeel voor haar rekening. In het academiejaar 2009-2010 kwamen dankzij Erasmus 947 buitenlandse studenten naar Gent. Omgekeerd trokken ruim duizend Gentse studenten naar een buitenlandse universiteit of hogeschool.
D2
De Gentgebruikers
49
Campussen hoger onderwijs
Wijk Campus
G&G 62. Campussen van de Gentse universiteit en hogescholen. Bron: Stad Gent. De campussen van de hogescholen en de universiteit bevinden zich in het centrum van de stad, met uitlopers naar het zuiden. Overigens hebben deze instellingen ook vestigingen buiten de stadsgrenzen.(10) Herkomst studenten
0% 0,01% - 0,19% 0,20% - 0,36% 0,37% - 0,99% 1,00% - 4,99% 5,00% - 9,99% 10,00% - 14,70%
G&G 63. Verdeling van studenten naar domiciliegemeenten, op 15 december 2011. Er wordt rekening gehouden met de campussen in Gent, Melle en Merelbeke. Bron: Stad Gent en Vlaamse Overheid - Departement Onderwijs en Vorming.
50
Slechts 14% van de studenten heeft een domicilie in Gent – wat in de regel aanduidt dat de student voordien reeds in Gent woonde. De overige studenten komen van buiten de stad. De universiteit en de hogescholen rekruteren vooral uit een gebied dat zich uitstrekt van de Noordzee tot in Antwerpen. Brussel valt duidelijk buiten de perimeter van het Gentse hoger onderwijs. De taalgrens blijkt voor onze Nederlandstalige onderwijsinstellingen een reële rekruteringsgrens. Hoeveel van deze studenten zitten in Gent op kot?(11) Om deze schijnbaar eenvoudige vraag te beantwoorden blijken de bronnen ontoereikend. Vermits studenten van buiten Gent zich hier in de regel niet kunnen domiciliëren, zijn geen harde cijfers voorradig. Diverse schattingen houden het op ongeveer 40% (12), waarbij universiteitsstudenten in grotere mate een kot zouden huren dan hogeschoolstudenten. Hoe dan ook maken de kotstudenten een aanzienlijk deel uit van de Gentse inwoners. De Gentse bevolking telde in 2011 247.262 personen en daar mogen we naar schatting 28.000 kotstudenten bijtellen.(13) De kotstudenten maken dus een tiende uit van de Gentse bewoners. De Gentse bevolking telde in 2011 247.262 personen en daar mogen we naar schatting een 28.000 kotstudenten bijtellen. De kotstudenten maken dus een tiende uit van de Gentse bewoners.
Kotstudenten Aandeel kotstudenten UN
HS
Totaal
Totale studenten populatie Schatting kotstudenten
62,60%
24,00%
43,50%
Aantal kotstudenten UN
HS
Totaal
32.478
31.875
64.353
20.331
7.650
27.981
G&G 64. Aantal en aandeel studenten en schatting van het aantal en aandeel kotstudenten aan de Gentse universiteit en hogescholen, op 15 december 2011. UN= universiteit, HS= hogeronderwijsinstelling. Bron: Vlaamse Overheid Departement Onderwijs en Vorming - Vlaamse Studentenmonitor, UGent - Studentenbarometer .
De Stad Gent beschikte in 2007 over een kleine twintigduizend kotadressen. Die geven een goed beeld van de spreiding over de wijken. De populairste studentenbuurten zijn de binnenstad, de stationswijken en WatersportbaanEkkergem. In de binnenstad wonen de studenten vooral rond het Zuid, het SintPietersplein en de Overpoort. Sindsdien heeft de Technologiecampus van KAHOHUB een extra toename uitgelokt in de Rabotwijk. Van een verspreiding over de perifere Gentse wijken is geen sprake. Integendeel, we zien de concentraties rond het Sint-Pietersplein, de Overpoort en campussen zoals het UZ Gent alleen maar toenemen.
D2
De Gentgebruikers
51
Studentenkoten: spreiding 0
24 0
0
1
3
1 0 2
5 0 72 158 4 9 78 61 25 49 16 44 200 64 43 18 34 178 60 17 7 330 365 0 89 224 32 274 206 3 8 212 131 1 3 171 793 21 10 36 160 471 1 30 47 123 404 44 573 3 11 4 20 33 5 0 170 179 144 1 7 36 1 3 55 2 0 0 0 26 57 34
62
0 1 > 100 101 > 200 201 > 400 401 > 800
G&G 65 Spreiding van de studentenwoningen in Gent, 2007. Bron: Stad Gent - Woonstudie, eindrapport Analyse van het woonaanbod in Gent, 2008.
Studentenkoten: aandeel 0,1 - 0,5 % 5,1 - 20,0 20,1 - 30,0 30,1 - 40,0 40,1 - 50,0
0,6
≥ 50,0 %
0,3
0,7
1,6 5,3
1,1
0,9
10,2 7,1
31,5
2,0
10,4
42
0,6
50,3 33,1
0,9
0,1
3,6
0,5
4,6
26,4
1,0 14,9
1,0
G&G 66. Aandeel van de studentenwoningen in het totaal aantal woningen per wijk, 2007. Bron: Stad Gent - Woonstudie 2008.
52
Toeristen Elke maand bezoeken 90.000 dagtoeristen Gent. Jaarlijks worden 853.000 overnachtingen geboekt in Gent.
Congrestoerisme is in Gent sinds 2005 meer dan verzesvoudigd. Zakentoerisme kent, na een dieptepunt in 2009, opnieuw een heropleving.
Een belangrijk deel van de ‘Gentgebruikers’ zijn de toeristen. Gemiddeld trekt Gent elke maand ruim 90.000 Vlaamse dagtoeristen(14) aan. Een kwart van de Vlamingen is minstens eens in de maand dagjestoerist. Daarvan kiest 6% voor Gent. Tijdens de zomermaanden ligt dit aandeel iets hoger, de Gentse feesten zijn daar niet vreemd aan. De Vlaamse dagtoeristen willen in Gent vooral de stad ontdekken (38%) en evenementen bijwonen (21%), in minder mate shoppen (16%) en proeven van cultuur (14%). Ze besteden tijdens zo’n daguitstap in Gent gemiddeld 45 euro per persoon. Het aantal overnachtingen is de voorbije jaren sterk toegenomen, tot 853.004 in 2011. Bijna tweederden komt voor een ontspannende vakantie. Congres- en zakentoerisme nemen elk met ongeveer 150.000 overnachtingen een zesde voor hun rekening. Congrestoerisme is in Gent sinds 2005 meer dan verzesvoudigd. Zakentoerisme kent, na een dieptepunt in 2009, opnieuw een heropleving. Naast 33 hotels met 1.883 kamers, een jeugdherberg met 106 slaapplaatsen en een camping telt Gent ook een zeventigtal Bed&Breakfasts met samen tweehonderd kamers. Dit laatste segment blijft groeien, maar overnachtingscijfers zijn hiervan niet gekend.
Bevolking die niet tot het officieel bevolkingscijfer behoort Er zijn twee grote groepen die men niet terugvindt in de officiële bevolking van Gent. Dit zijn de asielzoekers (die geregistreerd staan in het Wachtregister) en de (kot)studenten die nog gedomicilieerd zijn bij hun niet-Gentse ouders. Studenten zijn hiervoor in kaart gebracht. Hierna komen de asielzoekers aan bod. Daarnaast zijn er ook mensen zonder wettig verblijf, doortrekkers en dak- en thuislozen aanwezig in de stad. Voor deze laatste groep is het veel moeilijker om een raming van hun aantal te maken.
Asielzoekers Gent telt een duizendtal asielzoekers.
Asielzoekers - personen die een asielaanvraag hebben ingediend waarover nog geen definitief besluit is genomen - vindt men, net zoals de (kot)studenten, niet terug in het bevolkingsregister. Ze worden opgenomen in het wachtregister, maar niet meegeteld in de officiële bevolkingscijfers. Zodra een asielzoeker als vluchteling wordt erkend, of een subsidiair beschermingsstatuut wordt toegewezen, verdwijnt hij uit het wachtregister en wordt hij ingeschreven in het vreemdelingenregister (als onderdeel van het bevolkingsregister). Sinds 1 januari 2011 worden ook EU-burgers, in afwachting van woonstcontrole, eerst in het wachtregister geregistreerd. Nadien worden ze naar het vreemdelingenregister overgeheveld.(14) Het wachtregister geeft een idee van de evolutie van het aantal asielzoekers. Het aantal personen in het wachtregister daalde voortdurend tot 2010. In 2011 is er opnieuw een lichte stijging.(16) De eerdere daling heeft verschillende oorzaken. Tot 2007 nam het totale aantal aanvragen in België af. Bovendien werkte het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen dat de aanvragen onderzoekt, een achterstand weg. Vanaf 2007 ging de teller opnieuw de hoogte in, maar dat had geen merkbaar effect in Gent. Sinds de gewijzigde asielprocedure in 2007 blijven asielzoekers gedurende de hele periode in principe in materiële opvang in opvangcentra verspreid over het hele land. Ze komen minder in Gent terecht waar het aantal opvangplaatsen in het Stedelijk Opvanginitiatief beperkt is.
D2
De Gentgebruikers
53
Wachtregister 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
G&G 67. Evolutie van het aantal personen in het wachtregister, van 2001 tot 2011. Bron: Stad Gent - Wachtregister.
Woonwagenbewoners Er zijn residentiële en rondtrekkende woonwagenbewoners. De residentiële woonwagenbewoners verblijven op het terrein Vosmeers. Zij zijn ingeschreven in het bevolkingsregister. De rondtrekkenden kunnen terecht op het doortrekkersterrein aan de Drongensesteenweg. Zij zijn niet ingeschreven in het bevolkingsregister, maar hun verblijf wordt wel geregistreerd. In 2011 werden 262 verblijfsperiodes van gezinnen geregistreerd. In totaal gaat het om een achthonderd personen.
Mensen zonder wettig verblijf Minstens 2.000 Gentse inwoners zijn mensen zonder wettig verblijf.
Gent telt minstens 2.000 personen zonder wettig verblijf. Maar dat aantal kan veel hoger zijn. De enige indicatie is de ‘medische kaart’ (17) die Gentse inwoners zonder wettig verblijf voor hun medische kosten bij het OCMW kunnen ophalen. Het echte aantal mensen zonder wettig verblijf moet natuurlijk hoger liggen. Niet iedereen binnen deze groep wordt immers ziek. Bovendien blijkt voor sommigen het OCMW nog altijd een onoverkomelijke drempel. Daarnaast speelt het nieuwe beleid sinds 2011 een grote rol. Eerst worden alle andere rechten uitgeput, vooraleer het OCMW een medische kaart uitreikt. Dat lijkt het aantal personen meteen met een vijfde te hebben gereduceerd.
54
Medische kaart 3000
2500
2000
1500
500
0 2009
2010
2011
G&G 68. Evolutie van het aantal personen dat minstens één medische kaart ontvangen heeft, van 2009 tot 2011. Bron: OCMW Gent.
Dak- en thuislozen In 2011 maken 1350 personen gebruik van nachtopvang in Gent. Ruim één op tien is jonger dan 18 jaar en ongeveer een vierde is een vrouw.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal daklozen in Gent. Er is wel een nachtopvang(18) die een indicatie kan opleveren. In Gent bieden twee organisaties acute nachtopvang aan: CAW Artevelde en Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Over een periode van een jaar noteert men 1.350 verschillende personen die op de nachtopvang een beroep doen. Die vangt elke dag gemiddeld een vijftigtal daklozen op. Er bestaan echter grote verschillen tussen de zomer- en de wintermaanden. In januari 2012 bijvoorbeeld lag dat gemiddelde de helft hoger. Dit zegt echter weinig omdat de overnachtingscapaciteit tijdens de winter gevoelig wordt opgetrokken.(19) Ruim één op tien is jonger dan 18 jaar en ongeveer een vierde is een vrouw. De helft van de gebruikers van de nachtopvang komt alleen, de andere helft met partner, kinderen of familie. De meest voorkomende problemen zijn uithuiszetting, einde huurcontract, verslaving, schulden en migratieproblemen. Een kwart van de gebruikers van de nachtopvang kan voor onderdak aankloppen bij vrienden of familie, maar de rest slaapt in openlucht, openbare ruimtes, caravans, kraakpanden of andere tijdelijke gebouwen. De immigratiegolf uit Oost-Europa laat zich ook voelen in de daklozenpopulatie.
De Gentgebruikers
55
Tot slot: over centrumfuncties en centrumsteden Een centrumfunctie is kortweg een functie die de grenzen van de stad overstijgt. Een centrumstad neemt de kosten voor haar rekening. De baten blijken echter niet enkel weggelegd voor de eigen inwoners. Ook bewoners van de omliggende gemeenten doen zich hier voordeel mee. Dat leidt tot een delicate discussie. Moeten de centrumsteden hiervoor vergoed worden? En zo ja, op basis van welke criteria? Het Gemeentefonds kijkt naar het aantal inwoners, het aantal werkplaatsen op het grondgebied en het aantal leerlingen in het middelbaar, hoger, deeltijds kunst- en volwassenenonderwijs. De Stadsmonitor publiceert een extra aantal indicatoren die eveneens een richting aangeven: de aantrekkingskracht van het secundair onderwijs en de regionale spreiding van lokale dienstencentra, voorschoolse kinderopvang, residentiële ouderenzorg en sociale woningen.
us se ro l te st ed Re en gi on al e st e
de
n
Stadsgewesten
G
Een centrumstad neemt de kosten voor haar rekening. De baten blijken echter niet enkel weggelegd voor de eigen inwoners.
Eerder in deze publicatie wezen we ook op de pendelbewegingen van werknemers, studenten en scholieren. Telkens een indicatie van de Gentse centrumfunctie. Daarnaast heeft Gent één politiecorps voor het volledige grondgebied terwijl veiligheidsproblemen opduiken bij bijvoorbeeld evenementen die mensen aantrekken van heinde en verre. Een gelijkaardig fenomeen doet zich voor bij de Gentse brandweer, het enige beroepskorps in de regio met een aantal ‘beschermde gemeenten’. Een (centrum)stad biedt ook een grotere anonimiteit, wat een extra aantrekkingskracht kan uitoefenen op kansengroepen, zoals bijvoorbeeld mensen zonder wettig verblijf.
Br
D2
Agglomeratie Banlieue Forensenwoonzone
G&G 69. Agglomeratie, banlieu en forensenwoonzone van Brussel, Grote en Regionale Steden. Bron: KULeuven - ISEG.
56
En zo zijn er vast nog andere criteria te benoemen die wijzen op de centrumfunctie van een stad. De VVSG(20) heeft trouwens een lange lijst opgesteld van beschikbare statistieken ‘die mogelijk ook samenhangen met de centrumfunctie’. De vraag blijft: hoe maken we ze meetbaar en vergelijkbaar met andere steden en gemeenten? Eerdere publicaties wijzen erop dat er nog geen theoretische basis bestaat(21), laat staan een gedegen onderbouwd datamanagement.(22) Tegen de achtergrond van de verdeelsleutel in het Gemeentefonds is het niettemin van belang om een consensus te vinden en deze onderzoeksvraag op te lossen.
D2
Voetnoten
57
Voetnoten 1.
De Groote & Truwant, 2003
2.
Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011
3.
Alle cijfers in dit document hebben betrekking op 31/12 van het observatiejaar.
4.
Stad Gent, 2012a
5.
We spreken hier enkel over de inkomende en uitgaande verhuisbewegingen. Niet over verhuisbewegingen binnen de stad zelf.
6.
Sociale Zekerheid, 2012
7.
Groupe d’étude de Démographique Appliquée (UCL) & Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, 2009; Stad Gent, 2011
8.
NMBS, 2012
9.
Bral, Jacques, Schelfaut, Stuyck, & Vanderhasselt, 2011
10.
Er wordt rekening gehouden met de campussen in Gent, Merelbeke en Melle.
11.
De databank in het kader van het ‘Politiereglement op kamerwoningen’ is niet gebruikt. Er wordt in de databank geen onderscheid gemaakt tussen kamers en studentenkamers. Bovendien bestaat een vermoeden dat de databank slechts een deel van het werkelijke aantal kamers bevat.
12.
De studentenmonitor – bevraging in opdracht van het Departement Onderwijs Vlaanderen - komt tot 30% kotstudenten (ResearchNed, 2009). De Woonstudie Gent 2008 komt tot 40% kotstudenten (Stad Gent, 2009).
16.
De stijging in 2011 is vooral te wijten aan het aantal asielaanvragen uit Afghanistan – dit is een tendens waarmee ook andere Europese lidstaten werden geconfronteerd (concreet voor België: 1 op 10 aanvragen werd ingediend door een Afghaan, dit is bijna een verdubbeling tegenover 2010). Daarnaast was er een grote toename van het aantal asielaanvragen uit Guinee (vooral België en Frankrijk krijgen uit dit land veel aanvragen) en sinds 2008 is er een stijging in het aantal aanvragen uit Irak. Voorts was een stijging merkbaar van het aantal meervoudige asielaanvragen, vooral uit Rusland en Kosovo en een toename van niet- begeleide minderjarigen (vooral uit Afghanistan).
17.
De voorwaarden voor het bekomen van een medische kaart zijn: − u verblijft onwettig in België (bijvoorbeeld asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn, clandestiene vreemdelingen); − u woont en verblijft in Gent; − u heeft onvoldoende financiële middelen; − u ondertekent bij het sociaal onderzoek een “verklaring op eer”; Met een medische kaart kan u bij de apotheek en zorgverstrekkers (logopedist, opticien, vroedvrouw...) terecht voor uw dringende medische zorgen. Het OCMW betaalt dan de kosten van de dringende medische hulp aan de zorgverstrekker.
18.
Acute nachtopvang (voor daklozen) is een slaapvoorziening voor mensen die omwille van uitzonderlijke onvoorziene omstandigheden niet weten waar ze de komende nacht terecht kunnen. De opvang is enkel ’s nachts open. Er is naast een bed in een éénof meerpersoonskamer of slaapzaal, meestal ook een avondmaal, een ontbijt en de mogelijkheid tot douchen. In juli en augustus is Huize Triest volledig gesloten. CAW is gesloten tijdens de Gentse Feesten.
19.
13.
Stad Gent, 2012b
20.
Leroy, 2011
14.
Alle daguitstappen die op meer dan 20 km van huis plaatsvinden (behalve bij toertochten te voet, per fiets, per paard) én waarvoor men minimaal 4 uur van huis is, zonder dat daarbij een overnachting plaatsvindt, werden in rekening gebracht. Niet inbegrepen zijn: − bezoek uitsluitend aan familie, vrienden en kennissen − dagtochten vanuit een vakantieadres of tweede verblijf − uitstappen met een routinematig karakter
21.
Vermeersch, et al., 2009
22.
Decorte, Vermeersch, Wayenberg, & De Rynck, 2010
15.
Als een aanvraag negatief wordt afgehandeld, verdwijnt deze persoon uit het wachtregister wanneer hij het Belgisch grondgebied heeft verlaten. Bij overlijden wordt de persoon eveneens uit het wachtregister verwijderd. (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, 2012)
58
Biografie Bral, L., Jacques, A., Schelfaut, H., Stuyck, K., & Vanderhasselt, A. (2011). Stadsmonitor 2011 - Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden: Agentschap voor Binnenlands Bestuur.
Sociale Zekerheid (2012). Wat is de vergrijzing van de bevolking? : inleiding. https://www.socialsecurity.be/CMS/ nl/about/displayThema/about/ABOUT_5/ABOUT_5_1/ ABOUT_5_1.xml
De Groote, P., & Truwant, V. (2003). Demografie & Samenleving. Leuven: Universitaire Pers Leuven.
Stad Gent (2009). Gent: woonstad, nieuwe woontrends. Samenvatting van de Gentse woonstudie. Gent: Stad Gent.
Decorte, A., Vermeersch, T., Wayenberg, E., & De Rynck, F. (2010). Project: SBOV II: B-project: Empirische onderbouw van de centrumfuncties in stadsregio’s. Onderzoek naar aspecten van stadsregionale verevening
Stad Gent (2011). Omgevingsanalyse ‘Onderwijs en Cijfers’ - bijlage 1 bij het beleidsplan etnisch-culturele diversiteit 20122014: Stad Gent - Integratiedienst.
Groupe d’étude de Démographique Appliquée (UCL), & Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (2009). Migraties en migrantenpopulaties in België Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (2012). Register van de kandidaat-politieke vluchtelingen. http://www.ksz-bcss.fgov.be/ nl/bcss/services/content/websites/belgium/services/service_ employer/service_01/service_05.html Leroy, J. (2011). De centrumfunctie van regionale steden VVSG werktekst. NMBS (2012). van http://www.b-holding.be/projecten/gent-stpieters ResearchNed (2009). Studentmonitor Vlaanderen 2009. Socio-economische kenmerken van studenten in het hoger onderwijs. Bevraging in opdracht van het Departement Onderwijs Vlaanderen.
Stad Gent (2012a). Demografische gegevens 2011: Dienst Burgerzaken. Stad Gent (2012b). Gent in cijfers 2012 : Gent, stad van Gentenaars én studenten. Studiedienst van de Vlaamse Regering (2011). SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten, 2009–2030 Vermeersch, T., Wayenberg, E., De Rynck, F., Reynaert, H., Steyvers, K., & Ackaert, J. (2009). Empirische onderbouw van de centrumfuncties in stadsregio’s - Onderzoek naar aspecten van stadsregionale verevening. Rapport fase 1.: SBOV Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.
Actuele inzichten, betrouwbare cijfers, de tendenzen, juist geïnterpreteerd. DataAnalyse & GIS (Strategie en Coördinatie) ondersteunt het stadsbestuur en beleidsmakers met onderzoek, statistiek en advies en fungeert als aanspreekpunt voor cijfers en analyses over Gent.
Meer weten? www.gent.be/gentincijfers en www.gent.be/bestuur/cijfers en trends Data-Analyse & GIS: 09 266 53 22 of
[email protected]
D1
Inhoud
3
Externe omgevingsanalyse Hoofdstuk 1
Gents imago . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Niet alleen Gentenaars houden van Gent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gent is veelzijdig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gent is compact en creatief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Hoofdstuk 2
Diversiteit en sociale cohesie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Diversiteit: een stedelijke realiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Demografische diversiteit: verjonging, vergrijzing, verkleuring . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Sociaal-economische diversiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Armoede neemt toe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Focus op het leefloon en levensminimum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Ruimtelijke diversiteit: een kijk op de wijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Sociale cohesie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 De sociale cohesie is niet verdwenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 De Gentenaar blijft zich veilig voelen in de stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Hoofdstuk 3
Druk op de ruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Inleidend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Ruimtelijke structuur – globale kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Druk op de ruimte in veelvoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Druk op de ruimte vanuit de nood aan bijkomende woningen . . . . . . . . . . . . . . . 33 Druk op de ruimte vanuit de nood aan ruimte voor economische activiteiten . 34 Druk op de ruimte vanuit de nood aan groen en ruimte voor recreatie, cultuur en onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Zoeken naar oplossingen: slim verdichten, duurzaam en integraal . . . . . . . . . . . . . . 35 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Hoofdstuk 4
Focus op groen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Natuur in Gent: een inhaalbeweging is nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Recreatief groen in uitbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Geplande groene ruimte en groenstructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Groenpolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Wijkparken en woongroen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Evolutie in het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Naar meer multifunctionaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Hoofdstuk 5
Focus op wonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Op zoek naar een evenwicht in vraag en aanbod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kwaliteit van de woning en woonomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Betaalbaarheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naar een geschikte woning voor iedereen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
42 42 44 45 46 47
Hoofdstuk 6
Focus op mobiliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De actuele mobiliteitsproblematiek: nog steeds druk van koning auto . . . . . . . . . . Duurzame mobiliteit: aandacht voor zwakke weggebruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ruimte voor voetgangers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fietsverkeer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het openbaar en collectief vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Autoverkeer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
48 48 48 48 48 49 49 50
4
Hoofdstuk 7
Focus op kinderopvang en onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Kinderopvang: naast meer opvang nog meer vraag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Onderwijs: een centrumfunctie voor Gent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Aantrekkingskracht onderwijs versus capaciteitsprobleem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Kwaliteit van het onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Meer ongelijke schoolloopbanen in stedelijke realiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Voorbij leerplichtonderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Deelname aan het hoger onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Aansluiting van onderwijs naar arbeidsmarkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Hoofdstuk 8
Focus op economie en werk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kredietcrisis en eurocrisis: onzekere tijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kenniseconomie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Industrie als spil van werkgelegenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Werkgelegenheid en groei: jobcreatie scoort goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Concurrentievermogen: gemengde signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondernemerschap: nood aan doorgroeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Innovatie: op zoek naar resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beroepsbevolking: socio-economische posities zijn voortdurend in beweging . . . Werkloosheid is niet onveranderlijk hoog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Arbeidsmarktparticipatie onder druk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Knelpunteneconomie: gekneld tussen vraag en aanbod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Arbeidsmarktkrapte: terug van niet weggeweest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mobiliteit van werkenden blijft toenemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 9
Focus op milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Enorme uitdagingen op het vlak van klimaat en hernieuwbare energie . . . . . . . . . . 70 Nood aan beztere lucht-, water- en bodemkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Milieuhinder gemonitord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Toenemend milieubewustzijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Hoofdstuk 10
Focus op gezondheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Gezondheid is niet voor iedereen gelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Leefstijl: gezonde voeding en gezond gedrag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Gezondheidszorg: de knelpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Hoofdstuk 11
Focus op vrije tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gent cultuurstad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sport: een inhaalbeweging ingezet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vrije tijd gemonitord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gent, nog steeds geliefd bij toeristen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Besluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voetnoten Bibliografie
59 59 59 59 60 60 60 62 62 62 63 66 66 68 69
80 80 82 84 84 85
D1
Inhoud
5
Interne omgevingsanalyse Besturen is anticiperen op de toenemende (inter) bestuurlijke complexiteit in functie van de Gentenaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 ‘Centrumstad’ en ‘Stadsgewest’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Centrumfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Interbestuurlijke complexiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Blijvend op zoek naar de Gentenaar: informeren en participeren is experimenteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Informeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Participeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Dienstverlening digitaliseert mee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Naar één groot plan voor Gent – een paar stappen voorop maar nog een weg te gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Goed huisvaderschap in de stedelijke organisatie in tijden van economische crisis: de hand op de geldbeugel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Risico’s aan ontvangstenzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Risico’s aan uitgavenzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Effect van gemaakte investeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Nood om voldoende financiering aan te trekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Stad Gent als werkgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Het personeelsbestand is nog geen afspiegeling van de maatschappij . . . . . . . . . 102 Vergrijzing onder Gentse ambtenaren en de pensioneringsproblematiek . . . . . . . 103 Besparing en het effect op het personeelsbestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 Over de concurrentiepositie als werkgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Voetnoten Bibliografie
Besluit Conclusion (version française) Conclusion (english version)
6
Colofon v.u. Burgemeester Daniël Termont, Botermarkt 1, 9000 Gent Teksten: Strategie en Coördinatie – Data-Analyse & GIS Eindredactie, fotografie en lay-out: f-twee Wettelijk depotnummer: D/2012/0341/20 Meer weten Over de dienstverlening van de stadsdiensten en het stadsbestuur van Gent? Gentinfo 09 210 10 10 of
[email protected] van maandag tot en met zaterdag, van 8 tot 19 uur www.gent.be/gentincijfers Deze publicatie kwam tot stand met de steun van
D1
Voorwoord
7
‘Cijfers zijn onmisbaar voor het beleid.’ ‘Meten is weten.’ Het cliché is zo oud als de straat maar niet versleten. Zeker als (lokale) beleidsmaker weet je: het is goed om je stad te kennen en veel met de inwoners te praten om te weten wat er leeft. Dat en wat in de volksmond ‘een goed buikgevoel’ heet brengen je al een heel eind als politicus. Maar je staat natuurlijk nergens zonder ‘harde bewijzen’, zonder cijfers die, na degelijk onderzoek, zwart op wit aantonen hoe het met de stad is gesteld. Ze zijn onmisbaar voor de beleidsvoorbereiding en de beleidsondersteuning. In Gent weten we dat al lang. Ons palmares oogt mooi wat data-analyse betreft. Een ‘Omgevingsanalyse’ in 2007. ‘De Verhuisbewegingen naar, uit en binnen Gent’ in 2008. ‘Gent in cijfers: de wijkmonitor’ in 2009. Een leefbaarheidsonderzoek in 2010 met een blik op 2003, 2006 en 2010. Het onderzoek ‘Gent, stad voor Gentenaars én studenten’ in 2012. En voor wie dat nog niet genoeg is, is er altijd nog de interactieve cijferwebsite www.gent.be/gentincijfers. Nu is er dus ook de nieuwe, uitgebreide ‘Omgevingsanalyse 2013’. Deze versie is de publieke versie: ingekort en vlot leesbaar geschreven, omdat we vinden dat zoveel mogelijk mensen toegang moeten hebben tot dit soort informatie. ‘Kennis is macht’ maar in een democratie hoort de macht bij de burgers, vandaar. Net als in 2007 gaat het eerste deel over de externe omgeving: Gent als stad, het imago, een blik op diversiteit, de ruimte, groen, wonen, mobiliteit, onderwijs, kinderopvang, economie, werk, milieu, gezondheid, vrije tijd, cultuur, sport en toerisme. Het tweede deel toont aan welke rol de Stad Gent speelt, als lokale overheid, in die externe omgeving, en hoe ze dat doet. Een omgevingsanalyse is mensenwerk. Het is vooral het werk van véél mensen, die allemaal onze lof verdienen. Namens het stadsbestuur bedank ik uiteraard de medewerkers van onze Dienst Data-Analyse en GIS, die voor de realisatie van dit werk hebben gezorgd. Maar ik bedank vooral ook de contactpersonen Dataanalyse in de stedelijke departementen en diensten: zonder hun inbreng is geen omgevingsanalyse mogelijk. Hun werk maakt het onze beter. En daar wordt uiteindelijk iedereen in Gent beter van.
Daniël Termont Burgemeester Stad Gent
8
Een 2de omgevingsanalyse voor Gent: niet nieuw en toch anders Opnieuw dient deze omgevingsanalyse als insteek bij de opmaak van een strategisch stadsplan. Opnieuw is dit een werkstuk dat zowel synthetisch als analytisch is en dat tegelijk alle domeinen wil beschrijven. Opnieuw gebeurt dit om beleid te ondersteunen, mee voor te bereiden en om debatten te voeden. Anders is het proces dat aan deze publicatie is voorafgegaan. Dat startte reeds in 2011 met de opmaak van de ‘Gentmonitor’, als eerste fase. Je vindt het resultaat daarvan onder ‘Gentmonitor’ op www.gent.be/gentincijfers, een online tool met een basisset, per thema, aan strategisch relevante (omgevings)indicatoren, op basis van beschikbare data waarvan de bronnen ook nog eens gedegen zijn gedocumenteerd, en dat voor iedereen. De tweede fase, het schrijfproces, nam de omgevingsanalyse 2007 als startpunt om via een update van de cijfers de realiteit van vandaag en de afgelopen zes jaar uit te tekenen, aangevuld met extra informatie, kwantitatief en kwalitatief. Concreet resulteert dit in de zomer van 2012 in een boekwerk van dik 250 pagina’s in drie delen. Een externe en interne omgevingsanalyse zijn in synthesevorm samen te vinden in deze publicatie. Het derde deel is nieuw en kreeg de titel ‘Gentenaars & Gentgebruikers’ en vind je onder www.gent.be (bestuur / cijfers en trends). Zo kunnen ‘Gentenaars & Gentgebruikers’ en de ‘omgevingsanalyse’ gerust beschouwd worden als twee handen op de buik van één 2013-publicatie. Wie toch de volle 250 pagina’s wil doorploegen, kan deze op dezelfde plek online vinden. Anders is ook de groep mensen die dit project hebben gedragen: de contactpersonen Data-Analyse of CoDA’s die vanuit de diensten en departementen, als nieuw (2010) opgerichte stadsbrede groep, de opmaak van de Gentmonitor als prioritaire opdracht naar voor schoven. Deze groep is dan voor het schrijfwerk uitgebreid met een aantal co-auteurs. Het geheel verzekert zo de validatie door diensten en departementen.
Schreven mee: Willem Gobeyn, Marleen Goeffers, Ingeborg Noens, Pieter Vancauwenberghe, Kathleen Van de Kerckhove, Dirk Schellaert, Marc Van Acker, Jan Balliu, Luc Vanden Berge, Filip De Brabander, Joke Vasseur, Filip Dhaene, Kathleen Snoeck, Stefan Van Hove, Ann Vanheule, Marijke De Moor, Bart Doucet, Piet Meneve, Tine De Meulemeester, Claude Lybeer, Jeroen Mercy, Mieke Schauvliege, Pieter Delbarge, Danny Verdonck, Tonia Vanquickenborne, Sabine Berth,
D1
Inleiding
9
Kim Paduwat, Begga Van Cauwenberge, Nele Somers, Irmine Vermandere, Kris Van der Haegen, Peter Van Sevenant, Fabrice Vermeulen, Simon Verledens, Aline Tyvaert, Els Uytterhoeven, Kurt Van Belle, Kathleen Verscheure, Tine Boucké, KarlFilip Coenegrachts, Peter Colle, Ann Manhaeve, Lieven Tusschans, Katrien Verheye, Annelies Fierens, Martine Van Hecke; voor OCMWGent: Valerie Vandenberghe, Katia Sette, Bjorn Vanhie, Joris Beaumon.
Opnieuw is Data-Analyse & GIS de procesbegeleider en ‘houder van de pen’, verantwoordelijk voor het besluit, de eindredactie en de publicatie. Anders en nieuw is de georganiseerde feedbackronde door (externe) partners, elk expert in hun domein. Graag bedanken we hiervoor uitdrukkelijk Mieke Van Opstal en Christophe Pyra (Provincie Oost-Vlaanderen), Luk Bral en zijn team (Studiedienst van de Vlaamse Regering), Tine Boucké, stedenfondscoördinator Stad Gent, Bram Opsomer (Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken) en Herwig Reynaert (UGent, Centrum voor Lokale Politiek). Opnieuw stellen we verschillen tussen de thema’s vast qua beschikbaarheid aan cijfers. Niet elk thema laat zich even makkelijk kwantificeren. Niet overal is er een traditie of capaciteit inzake monitoring. Andere hindernissen zijn de versnippering van actoren in één domein of moeilijk te operationaliseren concepten. Toch zijn er (eerste) stappen gezet, ook richting het publiek maken van data, zowel in Gent als in bijvoorbeeld de Vlaamse Overheid, en hopelijk volgen er nog vele verdere stappen. Dit is er alvast weer eentje : een nieuwe cyclus in de Gent-in-cijfers publicatiereeks start met de omgevingsanalyse 2013 !
Data-Analyse & GIS Strategie & Coördinatie Els Verhasselt Annelies Van Steenberge Els Bauwens Eric Dirikx
DEEL 1
1 Externe omgevingsanalyse
D1
Gents imago
Hoofdstuk 1
11
Gents imago Niet alleen Gentenaars houden van Gent Vier vijfde van de Gentenaars is fier op zijn stad en bijna de helft heeft vertrouwen in het stadsbestuur(1). Een derde van de inwoners kan beschouwd worden als een echte ‘Gent lover’(2). Van de dertien centrumsteden staat Gent hiermee in de kopgroep. Gent is niet alleen geliefd onder de Gentenaars: diverse prijzen en erkenningen tonen alvast dat Gent goed wordt gesmaakt(3). Zo werd Gent meerdere malen laureaat voor Harmonisch Parkbeheer (2003-2006- 2009). Het historische centrum viel in de prijzen met de Water In Historic City Centres (2007) en de stad is volgens het National Traveler Magazine (2008) de derde meest authentieke historische bestemming ter wereld en volgens de Lonely Planet Gent (2010) de 7de meest interessante reisbestemming wereldwijd.
Gent is veelzijdig Een stad kan men niet onder één noemer vatten. Die gelaagdheid en de mix van dimensies en contrasten is de samenvatting van een in 2008 gevoerd onderzoek dat peilt naar de identiteit, de ambitie en het imago van Gent(4). In dit onderzoek zijn de beleidsambities onderzocht in 17 domeinen. Het zelfbeeld is dat van de Gentenaars over hun stad. Het streefbeeld toont de beleidsambitie. Het imago toont wat beweerd wordt door Vlamingen en ondernemers. Gents imago sportstad ondernemende stad
havenstad
kennis en innovatieve stad
studentenstad
industriestad
woonstad
cultuurstad
evenementenstad
tolerante stad
volkse stad
historische stad
toeristische stad
waterstad
genietende stad
winkelstad zelfbeeld
streefbeeld
uitgaansstad
imago
1. Spinnenweb, discrepanties en matches imago Gent – 2008 (Stad Gent, 2008a) Het Gentse imago komt sterk uit de verf bij: studentenstad, historische stad, culturele stad, evenementen stad en toeristische stad. Het beeld dat Gentenaars van hun eigen stad hebben, is op veel fronten meer uitgesproken dan het imago wat bij Vlamingen en ondernemers leeft.
12
Opvallend is het verschil tussen het (eigen) zelfbeeld en het imago (bij de buitenwacht) wanneer het over de economie gaat. De Gentenaars linken hun stad veel meer dan de buitenwacht met begrippen als een industriestad, een ondernemende stad, een kennis- en innovatieve stad of een havenstad.
Gent is compact en creatief Gent is een compacte stad. Charles Landry, internationaal stedenconsulent, noemt Gent een ‘pocket sized metropolis’: een zeldzame combinatie van de intimiteit van een kleine stad en de openheid van een metropool(5). Gent mag in Vlaanderen dan wel een grote stad zijn, maar een grootstad is het natuurlijk nog lang niet. Met 250.000 inwoners mag Gent zich hooguit een middelgrote stad noemen. Charles Landry ontwikkelde een index waarin hij het creatieve potentieel van de stad in kaart brengt. Gent haalt op deze index een score van 64%. Dit is de hoogste score van alle tot dusver geanalyseerde steden, waaronder Bilbao (Spanje), Freiburg (Duitsland) en Eindhoven (Nederland)(6,7). Het is een feit dat Gent meer dan vijfhonderd creatieve en innovatieve bedrijven telt die samen meer dan zesduizend mensen tewerkstellen(8). Gent wordt dan ook als een uitstekende biotoop voor creativiteit beschouwd. Maar dit aspect blijkt ondergewaardeerd in het imago van de stad. Gentenaars en niet-Gentenaars zijn zich onvoldoende bewust van het aantal (internationaal bekende) bedrijven en het enorm creatief potentieel dat in de stad aanwezig is(9).
Besluit Een ‘metropolis in zakformaat’ is kort en positief uitgedrukt hoe Gent in al zijn stadse aspecten kleinschaligheid hanteert. Voor de dimensie ‘kennis en innovatieve stad’ is er een kloof tussen de ambitie van de Stad en het imago. Blijkbaar wordt het imago voor deze dimensie niet gekoppeld aan de feitelijke realiteit van hoger onderwijs, industrie en haven: een gezamenlijk potentieel aan creativiteit en innovatie. De culturele dimensie en het stedelijk wonen zijn twee andere speerpunten die elkaar versterken en waarrond Gent haar imago opbouwt en kan opbouwen.
D1
Diversiteit en sociale cohesie
Hoofdstuk 2
13
Diversiteit en sociale cohesie Zijn Gentenaars gelukkige en tevreden stedelingen? Verschillende factoren bepalen iemands leefsituatie. In dit deel gaan we niet in op leefsituatie an sich, maar wel op de persoonsgebonden factoren. Deze zijn leeftijd, geslacht, sociale status, seksuele oriëntatie, etnisch–culturele achtergrond en fysieke en verstandelijke eigenschappen en beperkingen van het individu in kwestie Daarnaast wordt de leefsituatie bepaald door de mate waarin een persoon gebruik kan maken van (materieel, menselijk, sociaal en cultureel) kapitaal of hulpbronnen. Hoe groter het kapitaal, hoe groter het succes(10). Dit hoofdstuk geeft zicht op sociaal-economische aspecten en sociale cohesie.
Diversiteit: een stedelijke realiteit Demografische diversiteit: verjonging, vergrijzing, verkleuring Verjonging De bevolkingspiramide van Gent is anders dan die van Vlaanderen. Zo zijn er opvallend meer 20-39-jarigen (en in het bijzonder 25-34 jarigen) in Gent. Ook jonge kinderen (0-4 jaar) zijn er talrijker aanwezig(11). Het aantal inwoners in Gent stijgt. Sinds 1999 is de totale bevolking met 10% gegroeid en volgens prognoses zal ze blijven toenemen tot 15% tegen 2018(12). Deze stijging is te danken aan de natuurlijke groei en het positief migratiesaldo. In Gent is er ook sprake van verjonging. Dat komt onder andere door de sterke groei van de groep 0-2 jarigen. Sinds 1999 is het aantal 0-jarigen gestegen met 38%, het aantal 1-jarigen met 32% en het aantal 2-jarigen met 29%. Er worden steeds meer kinderen geboren in Gent, maar die blijven niet allemaal in de stad wonen. Van de leeftijdsgroep tot twee jaar verhuizen er meer kinderen uit Gent, dan er naar Gent komen wonen. Die verhuisbewegingen zwakken de stijgende trend slechts licht af. Het aantal kinderen tot twee jaar stijgt voortdurend. Volgens de prognoses zal de groei zich gestaag doorzetten tot 2016(13). Uiteraard werkt dit fenomeen onder de 0-2-jarigen door in daaropvolgende jaren, wat een belangrijk gegeven is voor het kleuter- en basisonderwijs. Er worden steeds meer kinderen geboren in kansarme gezinnen. In 2002 was dat nog één kind op tien terwijl het in de periode 2007-2009 al gestegen is tot 15%(14). Opgroeien in armoede heeft een invloed op de ontwikkeling van het kind(15). Zo is er op de leeftijd van 1 jaar al sprake van een maand achterstand en vertoont 22% gedragsproblemen (concentratieproblemen, overactiviteit…)(16). Op school hebben de meest welstellende leerlingen een voorsprong op de armste, en die zijn oververtegenwoordigd in Gent. Dit is een reëel risico bij de allochtone leerlingen in het BSO waar de hoge ongekwalificeerde uitstroom opvalt. 70% van de allochtone jongeren in Vlaanderen komt in het beroepsonderwijs terecht. Bijna 40% verlaat het secundair onderwijs zonder diploma, en nauwelijks 17% haalt een diploma van het hoger onderwijs. De Vlaamse statistieken spreken van 14,2% van de jongeren die het onderwijs verlaten zonder kwalificatie We kunnen dus zeggen dat één op zeven van de Gentse jongeren de schoolbanken verlaat zonder een diploma op zak(17).
14
Diversiteit en sociale cohesie
Vergrijzing Het aantal 65-plussers in Gent neemt lichtjes toe. Dit komt vooral door de stijgende levensverwachting. In aandeel is er, in tegenstelling tot Vlaanderen, geen toename van de oudere bevolking. Bijna 1 op 3 inwoners van Gent is 55 jaar of ouder. Op het totaal aantal Gentenaars zijn er zo’n 5% 80-plussers. Een echte vergrijzing in Gent wordt verwacht vanaf 2017(18). Steeds minder senioren zitten in de laagste inkomenscategorie en steeds meer in de hogere, maar er is sprake van een schijnbare inkomenstoename(19, 20): het aandeel van de Gentse senioren dat goed rondkomt, is niet toegenomen. Zo kan één op tien de woning niet onderhouden door financiële problemen. Vooral huurders spenderen bijna de helft van hun inkomen aan woonkosten. Aan de andere kant zakt het armoederisico van de Gentse senioren wel tot 12% na huurimputatie(21). Twee vaststellingen: • één op tien van de 60-69-jarigen heeft een inkomen lager dan 999 euro per maand tegenover één op zeven van de 80-plussers; • bijna twee derde van de 60-69-jarigen heeft een inkomen hoger dan 1.500 euro per maand, tegenover 47% van de 80-plussers. Uit hetzelfde surveymateriaal blijkt dat 62% van de Gentse senioren eigenaar is, 17% privé-huurder, 15% sociale huurder en 6% ‘andere’(22). Het basiscomfort in de woningen is erop vooruitgegaan: in 2005 had meer dan een vierde van de senioren geen centrale verwarming terwijl dat in 2011 gezakt is tot 15%(23). Toch is de woning niet altijd aangepast(24) aan hun behoeftes: ruim een derde van de senioren ervaart zijn woning als onaangepast(25). Senioren in de laagste inkomensklasse geven vaker aan in een ernstig onaangepaste woning te wonen. Trappen kunnen een eerste struikelblok vormen: ruim de helft van de senioren heeft trappen in zijn woning, terwijl een derde van hen moeite heeft om ze op te lopen(26). Een derde van de senioren is in de laatste 12 maanden gevallen(27). Een vierde van de 60-plussers blijkt fysiek niet meer in staat om de woning goed te onderhouden(28). Voor een derde van de respondenten met een hoge verhuisbereidheid is de woning te groot geworden. 7% van de Gentse 65-plussers woont in een woonzorgcentrum(29). 40% van de Vlaamse 65-plussers is niet tevreden over de gezondheid. Zo komt onder andere overgewicht vaker voor door een tekort aan beweging en ongezonde voedingsgewoonten. Daarnaast heeft in Vlaanderen 15 tot 30% van hen last van depressieve symptomen, een vijfde van de Gentse senioren van ernstige eenzaamheidsgevoelens. 4% van de bevraagde Gentse 60-plussers verklaart op niemand een beroep te kunnen doen, vooral alleenstaanden zijn hier vertegenwoordigd. Ten slotte zijn er in Gent meer gescheiden 60-plussers dan in andere Vlaamse steden(30).
Verkleuring De voorbije decennia is het aantal immigranten zowel in België als in Gent sterk gestegen. Deze immigratie vond vooral plaats na de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 en 2007 met een aantal Midden- en Oost-Europese landen. Dat maakte onze samenleving zowel etnisch als cultureel diverser. In Gent heeft 12% van de bevolking niet de Belgische nationaliteit(31). Indien we de definitie uitbreiden naar Etnisch-Culturele Minderheden dan spreken we momenteel over 19% uit van de Gentse bevolking. In 2001 bedroeg dit nog 12%. In totaal gaat het om 46.692 personen, waarvan 932 asielzoekers(32).
D1
Diversiteit en sociale cohesie
15
Sinds 2010 is de groep met Bulgaarse nationaliteit talrijker dan die met Turkse nationaliteit. Bijna de helft van de Etnisch-Culturele Minderheden heeft de Belgische nationaliteit. Etnisch-Culturele Minderheden Nationaliteit op 31 december
2001
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
% van ECM in 2011
Belg
11.718
15.830
16.608
17.414
17.240
18.758
19.596
21.972
48,02%
Bulgarije
159
536
671
1.765
2.967
3.950
5.111
5.656
12,36%
Turkije
5.028
4.919
4.871
4.868
4.857
4.793
4.703
4.558
9,96%
Slovaakse republiek
65
636
966
1.112
1.195
1.422
1.836
1.914
4,18%
Polen
141
371
461
637
841
935
1.057
1.096
2,40%
Marokko
1.099
999
963
950
919
964
942
890
1,94%
Rusland
84
194
438
488
523
559
605
656
1,43%
Ghana
193
390
412
446
484
501
531
583
1,27%
China
188
348
333
332
349
351
451
478
1,04%
India
144
221
225
232
280
310
359
406
0,89%
2. Etnisch-Culturele Minderheden (zonder asielzoekers) in Gent, van 2001 en 2005 tot 2011. Bron: Bevolkingskubussen Stad Gent, 2012(33).
Werk en inkomen Algemeen in Vlaanderen werken personen van allochtone herkomst vaker in sectoren die vatbaar zijn aan economische schommelingen, minder goed betalen of een onzeker statuut bieden(34). Niet-Europeanen kennen een zwakke activiteitsgraad en komen vaker in de werkloosheid terecht(35). In Gent treft dit vooral mensen van Turkse en Marokkaanse herkomst. Eén op vijf van hen is werkloos (cijfers maart 2010). Voor andere niet-EUburgers zien we gelijkaardige resultaten: 18% is werkloos. De nieuwe EU-burgers scoren iets beter met een werkloosheid van 14%, maar volgens de Integratiedienst van de Stad Gent zou dit cijfer aanzienlijk hoger liggen. Daar schat men de werkloosheid van deze groep in als één op drie. De hogere werkloosheidscijfers zijn niet alleen te wijten aan een lager opleidingsniveau of een mindere kennis van de taal. Ook discriminatie op de arbeidsmarkt speelt een rol(35). Van alle nieuwe leefloon- en levensminimumgerechtigden(36) in 2011 heeft 59% een niet-Belgische nationaliteit. Het aantal steungerechtigden niet geboren in België is dubbel zo hoog als het aantal dat wel in België geboren is. Wonen 58% van de personen van buitenlandse herkomst heeft in België een eigen woning gekocht. Dit is ‘slechts’ 10% minder dan de Belgen zelf. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen de nationaliteiten. Het aandeel eigenaars van Turkse herkomst ligt met 50% iets lager dan het gemiddelde. Bij mensen van Marokkaanse herkomst is slechts 29% eigenaar van het huis dat ze bewonen. Deze cijfers vertellen echter niet het volledige verhaal. Ze zijn vooral sterk aanwezig in het ‘secundaire’ segment van de eigendomssector. Hoge private huurprijzen hebben geleid tot de aankoop van goedkope krotwoningen(37). Etnisch-Culturele Minderheden wonen vooral in de 19de-eeuwse gordel en in Nieuw-Gent, maar ze gaan ook steeds meer in de perifere stadsgebieden wonen(38). Meer dan een kwart van de niet-Belgen in Gent heeft een woonquote(39) van meer dan 30% en bij de Belgen is dat 19%.
16
Gezondheid Verschillende studies tonen aan dat de niet-Belgen in een slechtere gezondheid verkeren dan de Belgen. Dit komt door de slechtere werkomstandigheden, identiteitsproblemen en het sociaal-economisch achtergestelde milieu waartoe ze behoren(40). Onderwijs De kloof in schoolprestaties van autochtone en allochtone scholieren blijft zeer groot. Vooral allochtone leerlingen lopen schoolachterstand op en verlaten het secundair onderwijs zonder diploma. Autochtone leerlingen(41) scoren beter dan tweedegeneratieleerlingen(42), die op hun beurt dan weer beter scoren dan de eerstegeneratieleerlingen(43,44). Vanuit internationaal perspectief is het verschil tussen de prestaties van autochtone en allochtone scholieren nergens zo groot als in Vlaanderen.
Holebi’s De overgrote meerderheid van de Vlaamse bevolking (97%) noemt zichzelf heteroseksueel. 3% tot 7% verklaart holebi te zijn(45). Diverse internationale onderzoeken beschouwen 5 tot 10% als een realistische inschatting. Isolement is een reëel risico: een tiende van de jonge holebi’s isoleert zich volledig van de leeftijdsgenoten(46).33% tot 45% van de holebi’s heeft ooit tijdens het opgroeien aan zelfdoding gedacht. Die cijfers zijn dubbel zo hoog als bij heterojongeren.
Personen met een handicap Op 1 januari 2009 kregen 4.970 inwoners van Gent een tegemoetkoming aan personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid(47). Dit is 2% van de Gentse bevolking. De werkzaamheidsgraad van personen met een handicap ligt in Vlaanderen duidelijk onder gemiddelde. Hun inkomen(48) is lager dan dat van de Gentse bevolking. Daarbij komt dat bijna 4 op 10 van hen aangeeft veel tot heel veel uit te geven aan medische kosten. 21% verklaart dat dit inkomen niet volstaat om comfortabel te kunnen leven. In Gent woont deze groep minder vaak in een eigen eigendom en vaker in een afhankelijke situatie, in een huis waar aanpassingen nodig zijn of in een woonomgeving die niet toegankelijk genoeg is. 19% verklaart dat de winkels en openbare gebouwen (helemaal) niet toegankelijk zijn en meer dan een vierde ervaart hetzelfde voor het openbaar vervoer(49).
Sociaal-economische diversiteit Sociaal-economische diversiteit zou een startpunt kunnen vinden bij de opmaak van een algemeen sociaal-economisch profiel voor Gent. Hier wordt enkel de financiële insteek als indicatie weergegeven: de inkomensspreiding van de Gentse bevolking geeft aan dat in Gent het verschil tussen hogere en lagere inkomens groter wordt wat een evolutie is in de lijn van de Vlaamse inkomensongelijkheid. Met de armoederapporten wordt grosso modo ingezoomd op de groep mensen onder het mediane inkomen in Gent.
Armoede neemt toe De Stad Gent publiceerde 3 armoederapporten: het indicatorenrapport 2009, een actualisatie daarvan in 2012 en het kwalitatieve armoederapport 2010. Groepen met verhoogd armoederisico Alleenstaanden, alleenstaande ouders, Etnisch-Culturele Minderheden en senioren
D1
Diversiteit en sociale cohesie
17
kennen een verhoogd armoederisico. 43% van de gezinnen in Gent bestaat uit alleenstaanden. Het aandeel eenoudergezinnen blijft vrij stabiel met 8%. De Etnisch-Culturele Minderheden blijven gestaag toenemen (19%). Senioren zijn te heterogeen en worden daardoor becijferd aan de hand van het hieronder beschreven GIB/IGO. In 2011 is de werkloosheidsdruk bij personen van Marokkaanse herkomst (19%) hoger dan bij de personen van Turkse herkomst (15%). Het is geen verrassing dat de werkloosheidsdruk bij de EU12 (14%) hoger ligt dan bij de EU15 (9%, zonder de personen van Belgische herkomst)(50,51). Schulden gaan vaak samen met armoedesituaties: 4% van de bevolking heeft overmatige schuldenlast. Tussen 2006-2010 is dit cijfer stabiel gebleven(52). Het aandeel Gentenaars dat recht heeft op het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB) of de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)(53) is stabiel gebleven rond 6%. Ook het aantal Gentenaars die een Tegemoetkoming voor Personen met een Handicap krijgt, blijft stabiel rond 2%. In het onderwijs is de kloof tussen sterke en zwakke leerlingen bijna nergens zo groot als in Vlaanderen(54). Indicatoren zoals GOK-leerlingen, kleuterparticipatie, etc. zijn hier relevant(55). Op het vlak van gezondheid bevestigt het Leefbaarheidsonderzoek (2010) in Gent de relatie tussen een lager inkomen en de aanwezigheid van gezondheidsproblemen(56). In het domein van huisvesting neemt het aantal kandidaat-huurders voor een sociale woning toe. In 2009 waren dit 32 inwoners per 1000. De gerechtelijke procedure tot uithuiszetting nam tussen 2006 en 2010 toe en piekte in 2010 tot 7,7 procedures per 1000 gezinnen. In 2011 is er voor het eerst een daling (6,6). Groepen met reëel armoederisico Het aantal mensen zonder wettig verblijf wordt in 2011 geschat op minstens 2.187. Om de grootorde van deze groep te kennen, doen we een beroep op de regeling van de medische kaart van het OCMW. Deze indicator is echter een onderschatting omdat niet iedereen ziek wordt en niet iedereen van deze groep bij een ziekte naar het OCMW stapt. Bovendien hanteert het OCMW de laatste jaren een handhavingsbeleid, waardoor mensen zonder wettig verblijf eerst wordt gevraagd om andere rechten uit te putten vooraleer ze een beroep kunnen doen op de medische kaart. Bijgevolg kent de tendens van deze indicator een dalende lijn. Maar dit wil niet zeggen dat de groep mensen zonder wettig verblijf kleiner zou worden. De eerste maanden van 2012 laat opnieuw een lichte stijging van het aantal toegekende medische kaarten zien. Tot 2007 bestond het merendeel van de Gentse dossiers budget- en schuldhulpverlening uit budgetbegeleiding zonder schulden. Sinds 2008 is dat niet meer het geval en gaat het in de meeste dossiers om schuldbemiddeling. In 2010 zijn dat zo’n 16 dossiers per 1000 inwoners. Neemt de armoede toe in Gent ? Kortom, over het algemeen neemt de armoede toe in Gent. Twee factoren zijn hier van belang. Door de economische crisis en de stijgende levenskost ondervinden steeds meer mensen betalingsmoeilijkheden. Daarnaast is het aantal immigranten toegenomen. Zij hebben een hoger armoederisico omdat ze vaak achtergesteld worden bij tewerkstelling, onderwijs en huisvesting. Er is hier dus voor een deel sprake van het ‘importeren’ van armoede. En de andere steden ? Gent telt veel rechthebbenden op het leefloon, maar neemt voor de overige criteria een eerder gemiddelde positie in ten opzichte van de 13 centrumsteden. De 13 centrumsteden vertonen dan weer slechtere scores dan Vlaanderen. We kunnen dus besluiten dat de toename van de armoede in Gent wijst naar een algemene stedelijke realiteit, veel eerder dan een uitzondering te zijn.
18
Armoede in Gent
Huishoudens met betalingsmoeilijkheden
Gent
13 steden
Vlaanderen
Evolutie Vlaanderen
13 steden
Gent
Recent cijfer
14,5
15,3
/
0-meting
36,0 Gerechtigden op het leefloon (2006-2011) Per 1.000 inwoners
21,0
9,0
+8,0
+4,0
-1,0
20,5 Fiscale inkomens beneden de kritische grens (<20.000 gezamenlijk inkomen) (2008) %
20,5
19,0
/
/
/
Verhoogde tegemoetkoming 16,4 in de ziekteverzekering (2008-2011)%
17,0
12,7
+1,2
+1,8
+0,3
Personen met overmatige 4,0 schuldenlast (2006-2010) %
3,8
2,8
+0,1
+0,1
+0,1
%
3. Percentage gezinnen met betalingsmoeilijkheden, aantal gerechtigden op een leefloon per 1.000 inwoners (2011 en vergelijking met 2006), percentage gezinnen met gezamenlijk inkomen onder de 20.000 euro (2008), percentage gezin met verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (2011 en vergelijking met 2008) en percentage personen met overmatige schuldenlast (2010 en vergelijking met 2006), in Gent, 13 steden en Vlaanderen. Bron: Stadsmonitor 2011 (Luk Bral, et al., 2011).
Focus op het leefloon en levensminimum(57) Het aandeel rechthebbenden op het leefloon is in 2011 lichtjes gedaald tot 2,2% (2,3% in 2010). Het aantal personen dat recht heeft op een levensminimum daarentegen stijgt bijna onafgebroken sinds 2009. De 18- 24-jarigen vormen de grootste groep van de leefloon- en levensminimumgerechtigden. De Belgen zijn het sterkst vertegenwoordigd bij de nieuwe steungerechtigden in 2011 met 41%, gevolgd door de Bulgaren (7%), de Albanezen (6%), de Slovaken (5%) en de Turken (4%). Het aantal steungerechtigden is de voorbije jaren voortdurend toegenomen, tot een daling optrad in 2011. De groep die niet in België geboren is, maakt twee derde uit van het totaal en hun aandeel blijft stijgen. De nieuwe EU-burgers vertegenwoordigen 19% van de rechthebbenden op het leefloon. 52% daarvan is geboren in Bulgarije en 42% in het voormalige TsjechoSlovakije. Het profiel van de levensminimumgerechtigden ziet er anders uit dan dat van de leefloongerechtigden. Die eerste groep bestaat vooral uit personen geboren in Azië, Afrika en Europa niet EU.
Diversiteit en sociale cohesie
19
Steungerechtigden naar geboorteland 7000
6000
5000
5819
5526
3047
2728
4815 4213
4000
3988
3769 3000
3084
3109
3055
3007
2000
1000
0 2006
2007
2008
geboren in België
2009
2010
2011
niet geboren in België
4. Evolutie van het aantal steungerechtigden in Gent, naar geboorteland, van 2006 tot 2011. Bron: OCMW Gent, 2012. De cijfers tonen niet de toestand op een bepaalde datum, maar slaan op het volledige jaar.
Leefloongerechtigden naar herkomst 3000
2500
2000
1500
1000
500
nieuw
hernieuwd
ië Belg
2+ EU1
iet E U Euro pa n
Azië en-O excl. oste n Midd
(Cen tr en Z aal uid) Afrik a
rika rd-A f Noo
en-O Azië oste n
rika Ame
Midd
zond
E er B U15 elgië
ere
0 And
D1
gekend
5. Aantal leefloongerechtigden in Gent in 2011 naar geboortelandcategorie. Bron: OCMW Gent, 2012. Iemand is een hernieuwde cliënt als hij opnieuw financiële steun krijgt na een onderbreking van minstens 3 maand. De cijfers tonen niet de toestand op een bepaalde datum, maar slaan op het volledige jaar.
20 600
Gerechtigden levensminimum naar herkomst 500
400
300
200
100
nieuw
hernieuwd
Midd Azië e en-O xcl. oste n
t EU pa n ie Euro
entr en Z aal uid)
Afrik a (C
Midd en-O Azië oste n
Noo rd-A frika
2+ EU1
rika Ame
zond E er B U15 elgië
And ere
Belg ië
0
gekend
6. Aantal gerechtigden op een levensminimum in Gent in 2011 naar geboorteland categorie. Bron: OCMW Gent, 2012. Iemand is een hernieuwde cliënt als hij opnieuw financiële steun krijgt na een onderbreking van minstens 3 maand. De cijfers tonen niet de toestand op een bepaalde datum, maar slaan op het volledige jaar.
Ruimtelijke diversiteit: een kijk op de wijken Indeling in wijken De stad Gent is momenteel ingedeeld in 25 wijken. Elke wijk bestaat daarbij uit meerdere buurten. Bij de samenvoeging ervan tot één wijk wordt er rekening gehouden met het ‘wijkgevoel’ van bewoners om zo tot min of meer homogene gebieden te komen.
Diversiteit op wijkniveau Naar een clustering van de wijken De 25 wijken kunnen min of meer gegroepeerd worden in drie zones: Indeling Gentse wijken Gent centrum
Gent (19e-eeuwse) gordel
Gent rand
Binnenstad
Sluizeken-Tolhuis-Ham
Sint-Denijs-Westrem-Afsnee
Elisabethbegijnhof-Papegaai
Macharius-Heirnis
Drongen
Watersportbaan-Ekkergem
Rabot-Blaisantvest
Mariakerke
Stationsbuurt Noord
Brugse Poort-Rooigem
Wondelgem
Stationsbuurt Zuid
Bloemekeswijk
Sint-Amandsberg
Muide-Meulestede-Afrikalaan
Oostakker
Dampoort
Kanaaldorpen en kanaalzone
Ledeberg
Gentbrugge
Nieuw Gent-UZ
Moscou-Vogelhoek
Oud-Gentbrugge
Zwijnaarde
7. Indeling van de Gentse wijken in drie zones.
D1
Diversiteit en sociale cohesie
21
De wijken uit één cluster hebben telkens een aantal gemeenschappelijke kenmerken: • De wijken in ‘Gent centrum’ liggen centraal in de stad, zijn dicht bebouwd en dicht bevolkt. Er wonen veel kotstudenten en weinig Etnisch-Culturele Minderheden. Het mediaan inkomen in deze wijken situeert zich rond dat voor Gent. • De zone ‘Gent gordel’ bestaat hoofdzakelijk uit de zogenaamde 19e-eeuwse gordel. Het gaat om dicht bevolkte en dicht bebouwde wijken met relatief veel Etnisch-Culturele Minderheden. Het inkomen ligt er lager dan het mediaan inkomen voor Gent. • ‘Gent rand’ bestaat enkel uit deelgemeenten. Dit gebied is minder dicht bebouwd en bevolkt. Hier leven relatief weinig Etnisch-Culturele Minderheden of kotstudenten en het inkomen ligt hoger dan het mediaan inkomen voor Gent. Diversiteit in beleving De wijken verschillen ook van elkaar in hun troeven en problemen(58). ‘Gent centrum’ vervult een centrumfunctie voor de regio. Je kunt er onder andere genieten van het historisch erfgoed en de cultuur, er worden heel wat evenementen georganiseerd en het openbaar vervoer is steeds op wandelafstand. Tegelijk kampt het centrum met parkeerproblemen, geluidsoverlast, zwerfvuil, verkeersdruk etc. ‘Gent gordel’ ligt op beperkte afstand van het stadscentrum en van alle voorzieningen die het centrum biedt. Deze zone wordt doorkruist door drukke wegen, waterlopen en spoorwegen, waardoor bepaalde wijken geïsoleerd raken. De wijken zijn hier vaak multicultureel, met een dichte bewoning, weinig groen en een grote verkeersdruk (met problemen qua doorstroming, sluipverkeer, verkeersveiligheid en parkeren tot gevolg). Sommige buurten kampen met achterstelling, slechte woonkwaliteit en samenlevingsproblemen. De voorbije jaren zorgden stadsvernieuwingsprojecten in combinatie met sociaalculturele initiatieven en het lokale verenigingsleven in Brugse Poort-Rooigem, Rabot-Blaisantvest en Ledeberg voor een nieuwe dynamiek. Andere buurten werden opnieuw aantrekkelijk voor middenklasse door stadsvernieuwing of grote projecten (Macharius-Heirnis, Oud-Gentbrugge, Sluizeken-Tolhuis-Ham, Muide-Meulestede). Daar tegenover staat dat in sommige wijken (zoals Nieuw Gent-UZ) de dynamiek beperkt blijft omdat men er ‘wacht’ op reeds lang aangekondigde grote projecten. ‘Gent rand’ is rustiger en groener dan voornoemde zones. De woningkwaliteit ligt er hoger dan in ‘Gent centrum’ of ‘Gent gordel’. Het aantal sociale woningen is beperkt. Het aanbod aan voorzieningen (diensten, handel, onderwijs …) is kleiner dan in ‘Gent centrum’ of ‘Gent gordel’. Vooral de Kanaaldorpen en delen van Drongen hebben een beperkt aanbod aan diensten. De wijken bestaan er vaak uit dichter bebouwde dorpskernen, omringd door een groenere periferie bestaande uit tuinwijken, verkavelingen, landbouwzones ... Het groen in deze wijken is vooral privé groen, het aandeel openbaar groen is er eerder beperkt. Meerdere wijken (Wondelgem, Zwijnaarde, Oostakker, Sint-Denijs-Westrem/ Afsnee, Mariakerke, Kanaaldorpen, Gentbrugge, Drongen) kennen een actief verenigingsleven. De wijken van de rand zijn vlot bereikbaar via het hoger wegennet (autosnelweg of R4). Over het algemeen zijn het stadscentrum en de treinstations vlot bereikbaar via de fiets of het openbaar vervoer, niettegenstaande dat laatste minder sterk is uitgebouwd in ‘Gent rand’ dan in de twee andere zones. De wijken in ‘Gent rand’ worden doorsneden door drukke steenwegen die vooral tijdens de spits voor een grote verkeersdruk zorgen (sluipverkeer, gebrekkige verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers, files, geluidshinder). Zwijnaarde, Wondelgem en Oostakker ondervinden bovendien last van economisch verkeer (zwaar verkeer, doorgaand verkeer), terwijl Oostakker en de Kanaaldorpen milieuhinder ondervinden veroorzaakt door de haven en de industrie.
22
Diversiteit in cijfers Gent kende op 31 december 2011 een bevolkingsdichtheid van 1.565 inwoners per km². Rabot-Blaisantvest heeft het hoogste aantal inwoners per km² (9.684) en de Kanaaldorpen en –zone het laagste (58). De dichtst bevolkte wijken liggen ten noorden van de binnenstad, voornamelijk in de 19e-eeuwse gordel. In 2008 bedroeg de bebouwingsgraad in Gent 12%. Op wijkniveau schommelt de bebouwde oppervlakte tussen 4,5% (Drongen) en 45% (ElisabethbegijnhofPapegaai). Ook verjonging, vergrijzing en verkleuring verschillen van wijk tot wijk. De groep 0-2-jarigen wordt alsmaar groter en dat veroorzaakt een verjonging in Gent. In 2011 maken zij 4% uit van de Gentse bevolking. Op wijkniveau is dit percentage het hoogst in Rabot-Blaisantvest met 6% en het laagst in Sint-DenijsWestrem met 3%. Vooral in de 19e-eeuwse gordel zijn de 0- tot 2-jarigen talrijker aanwezig. Het aandeel 65-plussers in de bevolking geeft een beeld van de vergrijzing. 17% van de Gentse bevolking behoort tot deze groep. Vooral de wijken ten zuiden en ten westen van het centrum tellen veel 65-plussers: Watersportbaan-Ekkergem (26%), Sint-Denijs-Westrem (26%), Mariakerke (22%). Met 19% Etnisch-Culturele Minderheden is er ook sprake van verkleuring. Zij wonen vooral in de 19de-eeuwse gordel en in het centrum. De wijken in de rand van Gent daarentegen hebben amper 10% Etnisch-Culturele Minderheden (Drongen, Kanaaldorpen en -zone, Sint-Denijs-Westrem, Zwijnaarde, Oostakker, Mariakerke, Gentbrugge en Wondelgem)(59).
Bevolkingsdichtheid < 2000 2000 < 4000 4000 < 6000 6000 < 8000 ≥ 8000
8. Bevolkingsdichtheid in de verschillende Gentse wijken, uitgedrukt in aantal inwoners per km², op 31 december 2011. Bron: Bevolkingsregister Stad Gent.
Bebouwingsgraad
< 10 10 < 15 15 < 20 20 < 25 25 < 30 30 < 35 35 < 40 ≥ 40
9. Bebouwingsgraad in de verschillende Gentse wijken, uitgedrukt in percentage van de totale oppervlakte in die wijk, in 2008. Bron: Kadaster.
D1
Diversiteit en sociale cohesie
Inwoners van 0 tot 2 jaar < 3,30 3,30 < 3,60 3,60 < 3,90 3,90 < 4,20 4,20 < 4,50 ≥ 4,50
23
65-plussers < 13,50 13,50 < 15,00 15,00 < 16,50 16,50 < 18,00 18,00 < 19,50 ≥ 19,50
10. Aandeel van Gentenaars tussen 0 en 2 jaar, op de totale bevolking, per wijk, 2011. Bron: Bevolkingsregister Stad Gent.
11. Aandeel van Gentenaars van minstens 65 jaar, op de totale bevolking, per wijk, 2011. Bron: Bevolkingsregister Stad Gent.
Etnisch-Culturele Minderheden
Ook het socio-economisch profiel toont wijkverschillen.
< 10 10 < 20 20 < 30 30 < 40 ≥ 40
Het mediaan netto belastbaar inkomen voor Gent bedraagt 20.693 euro (inkomstenjaar 2009). Op wijkniveau schommelt dit tussen 14.933 euro (Rabot-Blaisantvest) en 25.843 euro (Drongen). De werkloosheidsdruk(60) in Gent is 8%. De wijk met de laagste werkloosheidsdruk is Drongen (3%), de wijk met de hoogste druk Rabot-Blaisantvest (15%). In Gent hebben 23 op 1.000 inwoners recht op een leefloon of levensminimum bij het OCMW(61). Op wijkniveau schommelt dit tussen 2 (Drongen) en 63 (RabotBlaisantvest). We stellen vast dat de inwoners van de ‘Gentse rand’ gemiddeld een betere socio-economische positie hebben. De laagste socio-economische positie is te vinden in de ‘Gentse gordel’.
12. Aandeel van Etnisch-Culturele Minderheden, op de totale bevolking, per wijk, 2011. Bron: Bevolkings- en Wachtregister Stad Gent.
24
Inkomen
< 17.000 17.000 < 19.000 19.000 < 21.000 21.000 < 23.000
Werkloosheidsdruk
<5 5<7 7<9 9 < 12 ≥ 12
≥ 23.000
13. Mediaan netto belastbaar inkomen, per wijk, 2009. Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Stad Gent.
Leefloon of levensminimum
< 12 12 < 22 22 < 32 32 < 42 42 < 52 ≥ 52
15. Aantal rechthebbenden op een leefloon of een levensminimum, op 1.000 inwoners, per wijk, 2011. Bron: OCMW Gent.
14. Werkloosheidsdruk, per wijk, 2011. Bron: VDAB.
D1
Diversiteit en sociale cohesie
25
Diversiteit binnen de wijk De wijken zijn niet homogeen. Binnen dezelfde wijk kunnen grote verschillen bestaan in bijvoorbeeld bevolkingsdichtheid, bebouwingsgraad en inkomen. De wijk Nieuw Gent-UZ heeft een bevolkingsdichtheid van 1.937 inwoners per km². Toch is er een groot verschil op buurtniveau. De buurt Nieuw Gent heeft 8.000 inwoners per km², wat een groot contrast is met de buurt ‘Ottergemse Dries’ (2.600 inwoners per km²). De bebouwingsgraad in de wijk Watersportbaan – Ekkergem (13%) is vergelijkbaar met het Gentse gemiddelde (12,7%). Maar ook hier zijn er grote verschillen op buurtniveau: Ekkergem en Bijloke hebben meer dan 30% bebouwde oppervlakte, terwijl Blaarmeersen nauwelijks 3% haalt. De wijk Macharius-Heirnis heeft een mediaan fiscaal inkomen van 19.818 euro (wat iets onder de Gentse mediaan van 20.693 euro ligt), maar het contrast is groot naargelang de buurt. Zo heeft Visserij een hoog mediaan fiscaal inkomen (26.111 euro) en Sint-Macharius heel wat minder (16.908 euro).
Bevolkingsdichtheid Nieuw Gent - UZ
Ottergemse Dries (2591)
Academisch Ziekenhuis (x)
Nieuw Gent (8076) Steenakker (7692)
Groothandelsmarkt (x)
Sint-Alois (266)
1000 m
< 2000 2000 < 4000 4000 < 6000 6000 < 8000 ≥ 8000 onder drempelwaarde
16. Aantal inwoners per km², in de wijk Nieuw Gent - UZ, op 31 december 2010. Bron: Bevolkingsregister Stad Gent.
26
Bebouwingsgraad Watersportbaan - Ekkergem
Ekkergem (36,1)
Neermeersen (14) Blaarmeersen (2,9) Bijloke (32,1)
1000 m
17. Bebouwingsgraad de wijk Watersportbaan – Ekkergem, in 2008. Bron: Kadaster.
Inkomen Macharius - Heirnis
Sint-Macharius (16908)
)
1 611
ij (2
ser
Vis Heirnis (21422)
500 m
18. Mediaan fiscaal inkomen in de wijk Macharius – Heirnis, in 2009. Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Stad Gent.
D1
Diversiteit en sociale cohesie
27
Sociale cohesie Sociale cohesie of sociale samenhang gaat gepaard met participatie in het groepsleven, gedeelde waarden en normen, en onderling vertrouwen(62).
De sociale cohesie is niet verdwenen De (maatschappelijke) effecten van sociale cohesie Sociale samenhang verbetert de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Een grotere sociale cohesie zorgt voor meer tevreden inwoners, maar doet ook de participatie van bewoners toenemen bij samenwerkingsprojecten. Het zou ook bijdragen tot de gezondheid. Een omvangrijk netwerk van vrienden, kennissen en medeleden van verenigingen creëert bij mannen bovendien betere kansen op de arbeidsmarkt(63).
Sociale cohesie gemeten We bekijken de sociale cohesie in Gent aan de hand van volgende indicatoren: • contacten in de buurt • mate van buurtbinding • vertrouwen in de medemens • vrijwillige inzet in de buurt en lidmaatschap van verenigingen Contacten in de buurt Volgens het leefbaarheidsonderzoek 2010 heeft de helft van de Gentenaars minstens één keer per week sociaal contact en zo’n 37 procent dagelijks. Het dagelijkse sociale contact is voor 17 procent van de Gentenaars met de buren: dit frequente burencontact daalt lichtjes in vergelijking met voorgaande jaren. Anderzijds, en positief, zijn er in vergelijking met 2006 minder Gentenaars die nooit contact met de buren hebben. Bij mensen die niet-Belg zijn of van wie hun ouders niet-Belg zijn heeft een groter aandeel nooit contact met de buren. Dit geldt ook bij mindervaliden en ongeschoolde arbeid(st)ers. Het sociaal contact is eveneens opvallend lager bij sociale huurders en ouderen. Ruim de helft van de mensen maakt regelmatig een praatje met de buren, 12% loopt wel eens bij hen binnen en 4% bezoekt elkaar regelmatig. Eén op drie houdt het bij ‘goedendag’ zonder elkaar eigenlijk te kennen. Belangrijk is dat één vijfde van de Gentenaars behoefte heeft aan meer contact met de buren. Dat zijn er opvallend meer in vergelijking met vroeger onderzoek. Vooral niet-Belgen en personen van wie hun ouders niet-Belg zijn, ongeschoolde arbeid(st)ers en respondenten die hun levensomstandigheden als minder goed ervaren vragen meer burencontact. Het belang van een aangenaam burenleven blijkt ook uit het feit dat “goede contacten met de buren” één van de belangrijkste reden is voor tevredenheid over de buurt. Contact te leggen met mensen met een andere culturele achtergrond doet men vooral op het werk, op school of in de straat. In Gent Centrum Rand gebeurt dat ook tijdens de buurtactiviteiten. 74% van de Gentenaars kent iemand in zijn omgeving met een andere culturele achtergrond. Ruim een derde daarvan heeft minstens elke week contact. 40% vindt de omgang met personen van buitenlandse herkomst aangenaam, en slechts 7% onaangenaam. Opvallend is wel dat ruim een vierde zich hier niet over uitspreekt. Mate van buurtbinding Hoe zit het met de buurtbinding in Gent? Met buurtbinding bedoelen we onder meer de mate waarin men zich identificeert met de eigen buurt. Hoe meer iemand
28
zich met zijn buurt of nabije omgeving identificeert, hoe groter de sociale cohesie zal zijn(64). In 2010 bleken de meeste mensen zich erg thuis te voelen in hun buurt en waren ze trots om er te wonen. Het valt op dat de buurtbinding vergroot naarmate de mensen ouder worden. Belgen voelen zich meer thuis dan niet-Belgen en die laatste vinden het belangrijker om in hun specifieke buurt te wonen(65). Gelijkaardig onderzoek in Antwerpen legt ook de link tussen buurtbinding en het aantal jaar dat men er woont en het hebben van kleine kinderen. Vertrouwen in de medemens Vertrouwen is een belangrijke indicator voor sociale cohesie(66). Zeven op de tien Gentenaars is tevreden over de mate waarin ze hun buren kunnen vertrouwen. 6% is dat niet en 23% antwoordt neutraal. Tenslotte blijkt drie kwart van de Gentenaars tevreden te zijn met hun buren. Vergelijkbaar onderzoek in Nederland stelt dat buren met een andere etniciteit het vertrouwen in de buurt en het contact met de buren doet verminderen. Daar staat dan weer tegenover dat homogene buurten meer geneigd zijn zich af te scheiden en intolerant worden. Vrijwillige inzet in de buurt en lidmaatschap van verenigingen Bijna een kwart van de Gentenaars zette zich in 2010 belangeloos in voor anderen. In 2005 was dit maar 18%. In Gent Noordoost stijgt het vrijwilligerswerk zelfs tot drie op tien. In 2005 deed de meerderheid vrijwilligerswerk binnen een vereniging(67). In 2010 is dit gedaald tot bijna 4 op 10. Ten slotte neemt bijna de helft van de respondenten(68) nooit deel aan georganiseerde activiteiten in de nabije omgeving. Een derde vindt dat er voldoende georganiseerde activiteiten zijn voor kinderen en jongeren, 39% vindt dit voor activiteiten voor volwassenen en 50% voor gepensioneerden. Volgens de ambtenaren die instaan voor het buurtwerk nemen steeds meer Gentenaars deel aan buurtinitiatieven. Dit leiden ze af uit het groeiend aantal netheidscharters, straatrecepties, kleine buurtfeesten, sociaal-culturele projecten, hobbyclubs etc. Daarnaast is ook de motivatie om zich vrijwillig in te zetten breder geworden. “Meer en meer vrijwilligers hebben minder behoefte aan grote verhalen, maar willen zelf hun eigen verhaal schrijven.”(69) De wijze waarop mensen zich willen inzetten is tegelijk aan het veranderen. Hun inzet zal vooral kortstondig zijn, afgebakend naar inhoud en gericht op de directe leefomgeving. Hoe kleiner het schaalniveau, hoe groter de bereidheid om zich in te zetten. Verschillende organisaties gaan dan ook steeds meer wijkgericht gaan werken. Zo kunnen ze gemakkelijker mensen mobiliseren die zich willen inzetten voor problemen die hen of hun omgeving aanbelangen(70). Die vrijwillige inzet blijkt immers niet vanzelf te ontstaan: activerende inspanningen blijven nodig.
De Gentenaar blijft zich veilig voelen in de stad Beleving van veiligheid Twee op drie Gentenaars voelt zich zelden of nooit onveilig. Ongeveer een op veertien Gentenaars(71) beweert zich altijd of vaak onveilig te voelen. Dit ligt in lijn van de voorbije vijf jaren en blijft een sterke daling ten opzichte van 2002, toen zich ongeveer één op zeven Gentenaars altijd of vaak onveilig voelde. Daarmee onderscheidt Gent zich sterk van de andere grootsteden(74).
D1
Diversiteit en sociale cohesie
29
Leefbaarheid en veiligheid gaan hand in hand. De kans om slachtoffer te worden van een inbraak of diefstal, werd door respectievelijk 12% en 15% van de Gentenaars hoog ingeschat (in 2008). Dat is een daling tegenover 2006. Het typische ‘mijdingsgedrag’ blijft op hetzelfde peil als vijf jaar geleden: Gentenaars vermijden dat de kinderen ergens naartoe gaan (19%), doen niet open voor onbekenden (22%), gaan niet weg bij duisternis (16%) en ontwijken bepaalde plaatsen in de stad (13%). Deze percentages zijn wel lager dan in andere grootsteden.
Slachtofferschap De slachtofferschapsgraad(72) haalt in 2008 opnieuw het niveau van 2000 na een daling tussen 2002 en 2006. Vermogensdelicten Bij de vermogensdelicten heeft 60% van de slachtoffers te kampen met vernielingen (zoals het beschadigen van de auto) en 23% met fietsdiefstal. In Gent komt fietsdiefstal merkelijk meer voor dan in andere steden. Het leefbaarheidsonderzoek 2010 laat eveneens zien dat heel wat gezinnen al het slachtoffer waren van beschadigingen en fietsdiefstallen. In beide gevallen gaat het om 33%. Dat is meer dan in 2003(73). Persoonsdelicten Bedreigingen met lichamelijk geweld komen hier op de eerste plaats met 45%(74). Daarna volgen de vluchtmisdrijven (15%) en de diefstallen zonder geweld, zoals gauwdiefstallen (10%) en de lichamelijke geweldsdelicten (10%). De voorbije jaren blijft het aantal persoonsdelicten opmerkelijk constant(75). Deze cijfers zijn afkomstig van de politie. Volgens andere bron (de Leefbaarheidsonderzoeken) zijn mensen steeds vaker het slachtoffer van beledigingen en verkeersmisdrijven(76).
Politieregistraties Het aantal geregistreerde feiten steeg met 6% tussen 2005 en 2010. Sinds 2009 zijn er vooral meer registraties voor vermogensdelicten zoals woninginbraak, autokraak en zakkenrollerij. Merkwaardig genoeg daalt het aantal registraties voor fietsdiefstal met 10%. De politie registreert ook 15% minder bedreigingen of slagen en verwondingen(77). De politie schreef in 2011 samen met enkele stedelijke diensten 3.494 gemeentelijke administratieve sancties (of GAS) uit. De belangrijkste vaststellingen waren wildplassen (23%), nachtlawaai (11%), sluikstorten (8%) en boomcars (8%)(78).
Contact met de politie Vier op de tien Gentenaars vraagt dat er iets gedaan wordt aan de criminaliteit in de buurt. Drie op de tien Gentenaars vindt dat de politie een oogje in het zeil houdt. In Gent Centrum en Gent Centrum Rand vindt men dat de politie nu beter toezicht houdt dan vroeger(79). Voor de helft van de Gentenaars is de wijkagent nog steeds een nobele onbekende. Een derde vindt dat niet kunnen en zou graag meer contact hebben met de wijkagent. Hierin verschilt Gent niet van andere Belgische steden. De globale tevredenheid over het contact met de politie (72 tot 82% van de Gentenaars) ligt hoger dan de tevredenheid wanneer men als slachtoffer met de politiediensten in contact kwam (46 tot 66% van de Gentenaars)(80). Andere aspecten van veiligheid komen verder ruim aan bod(81): • Verkeershinder -> mobiliteitsbedrijf • Milieuhinder -> milieudienst • Samenlevingsconflicten -> sociale cohesie & sociaal kapitaal: bevolking&welzijn • Alcohol & drugs -> gezondheid • Brandveiligheid, kwaliteit woningen -> brandweer
30
Besluit Diversiteit is een stedelijke realiteit. Zowel vanuit demografisch oogpunt (groen, grijs en veelkleurig) als vanuit socio-economisch perspectief is Gent een diverse stad: armoede neemt toe in Gent. Diversiteit vertaalt zich naar de wijken: zowel tussen bepaalde wijken als binnen de wijken bestaan er grote verschillen. Te midden deze stedelijke diversiteit kan sociale cohesie hierbij voor extra draagkracht zorgen en in Gent is dat niet anders. In buurten waar de verschillen het grootst zijn, is ook de uitdaging het grootst om het middel te vinden om mensen te verbinden. Het multifunctionele van ‘plaats’ zou tot meer ontmoetingen en contacten kunnen leiden die bijdragen tot de sociale cohesie. Hoe divers ook, Gent wordt door zijn inwoners nog altijd gepercipieerd als een veilige stad, hoewel de beschikbare cijfers geen dalende trend in slachtofferschap tonen.
Druk op de ruimte
Hoofdstuk 3
31
Druk op de ruimte Dit hoofdstuk start met de globale kenmerken van de ruimtelijke structuur om vervolgens aan te geven welke gebieden onder druk komen te staan.
Ruimtelijke structuur – globale kenmerken Gent is ontstaan op de plaats waar de Leie en de Schelde samenvloeien. Globaal zijn er drie grote ruimtelijke eenheden te onderscheiden. 1. Een uitgestrekt stadslandschap. 2. Een open landschap met onder andere de riviervalleien, het kouter- en bulkenlandschap rond Drongen en het straatdorpenlandschap in het noorden. 3. Een havenlandschap langs het kanaal Gent-Terneuzen met grote maritieme infrastructuren.
Ruimtelijke structuur Gent vallei vallei binnenstad binnenstad grootschaligbedrijventerrein bedrijventerrein grootschalig kanalen dokken kanalen enen dokken internationale regionale wegverbinding internationale enen regionale wegverbinding
ertvelde
lokale wegverbinding lokale wegverbinding stedelijke ruimte stedelijke ruimte rieme
perifere dorpen perifere dorpen
wachtebeke
straatdorpofoflint lint straatdorp st-kruis-winkel
grote dekzandrug grote dekzandrug serreconcentratie serreconcentratie
mendonk doornzele
kasteelparkenomgeving kasteelparkenomgeving langerbrugge
concentratie grootwinkels concentratie grootwinkels
desteldonk evergem
recreatief knooppunt recreatief knooppunt boscomplex boscomplex
oostakker
universitairziekenhuis ziekenhuis universitair stationsomgeving stationsomgeving
belzele
lovendegem
lochristi
vinderhoute
destelbergen drongen heusden afsnee baarle
st-denijs-westrem melle
st-martens-latem merelbeke
zwijnaarde de pinte
19. Synthese van de bestaande ruimtelijke structuur van Gent, 2000. Bron: Stad Gent, 2003.
informatief gedeelte
kaart 55: synthese van de best aande ruimtelijke structuur s tudi e groe p
D1
omg ev i ng
kaartnummer: R317-157-k01 november 2000 0
1
2
3
4
5km
32
Het verstedelijkte gebied is zeer ruim en vertoont naar karakter en functioneren grote verschillen die de historische en maatschappelijke ontwikkelingen weerspiegelen. De historische binnenstad (grotendeels de ‘Kuip van Gent’) ligt centraal in deze stedelijke ruimte. Zowel op regionaal als op internationaal niveau fungeert ze als een cultureel handels- en dienstencentrum. De binnenstad heeft haar fijnmazig middeleeuwse stratenpatroon grotendeels behouden, met een kluwen van steegjes en waterlopen. De stadsring R40 omspant de historische Kuip en fungeert als verkeersader met grote residentiële, commerciële en kantoorontwikkelingen. Rond de binnenstad ligt de 19e-eeuwse gordel. Deze oude arbeiderswijken zijn gegroeid binnen en buiten de voormalige stadswallen. Ze worden gekenmerkt door een zeer compacte bebouwing, met lokale handel langs de steenwegen die dit gebied radiaal doorkruisen. Die steenwegen (Antwerpsesteenweg, Evergemsesesteenweg, Brusselsesteenweg en Kortrijksesteenweg) leidden tot een ruim gebied waar de bebouwing aaneengesloten maar minder dens is. Ze vormen de invalswegen naar Gent en verbinden de stad met de omliggende regio. Door de concentratie aan grootschalige kleinhandelszaken zijn ze economisch belangrijk voor de woonomgeving maar ook voor het volledige stedelijke gebied. In de stadsranden herkennen we vier Randstedelijke woongebieden. Ook zijn er verkavelingen met een meer residentieel karakter. De lintvormige structuur van de steenwegen stopt niet aan de stadsgrenzen en is ook typisch voor de buurgemeenten (Lochristi, Destelbergen, Merelbeke, Melle, De Pinte, Sint-MartensLatem en Evergem). De Kanaalzone vormt een eigen entiteit. Langs het kanaal Gent-Terneuzen, de R4-Oost (Kennedylaan) en de R4-West (langs Evergem) bepalen de grote havengebonden bedrijven en de maritieme infrastructuur het beeld en de ruimte. ArcelorMittal en Volvo zijn er de grootste bedrijven. Gent ligt op een knooppunt van autowegen, tramlijnen, spoorwegen en waterwegen die de structuur van de stad meebepalen. Een aantal daarvan werden hiervoor al benoemd: de stadsring R40 die de historische binnenstad omringt, de oude steenwegen die Gent met de omliggende regio verbinden en de haveninfrastructuur. Ook de diverse (internationale) wegverbindingen zijn beeldbepalend, zoals de R4 en het kruispunt waar E17 en E40 de stad binnenkomen. Deze drukken ook hun stempel op de (nieuwe) stedelijke ontwikkelingen in het zuiden van de stad: The Loop, het Universitair Ziekenhuis, het Arteveldestadion, Eiland Zwijnaarde, het technologiepark Ardoyen,… Deze omgeving is sterk gericht op gespecialiseerde productie, maar ook op logistieke en andere diensten. Verder doorkruisen diverse stads- en regiolijnen van tram en bus de stad en verbinden ze Gent met de omliggende regio. In dit netwerk spelen het Dampoortstation en vooral het Sint-Pietersstation een centrale rol. Tenslotte vormen ook de waterlopen belangrijke lijninfrastructuren. De Ringvaart en het kanaal Gent-Terneuzen zijn de belangrijkste economische waterwegen op Gents grondgebied. De Leie- en Scheldevallei zijn vanuit recreatief en ecologisch oogpunt zeer belangrijk. Deze valleien liggen deels in de open ruimte, maar lopen ook doorheen
D1
Druk op de ruimte
33
het verstedelijkte gebied waar ze versneden zijn door bebouwing, infrastructuur en recreatie. In het centrum is er groen aanwezig door de tuinen, kleine stukjes natuur en openbaar groen. In de stadsranden zien we dan weer grotere tuinen, maar ook landbouwgronden met akkers en weilanden. Vooral in het westen zorgen de Leievallei en de Ringvaart voor een scherpe begrenzing tussen verstedelijkte ruimte en Drongen. Daarnaast vormt de Bourgoyen Ossemeersen en de Blaarmeersen een groter groen geheel (82).
Druk op de ruimte in veelvoud Gent staat voor een uitdaging op vlak van ruimte-indeling. De druk op de ruimte is geen louter stedelijk fenomeen. De enorme groei van de mobiliteit, de economische transformatie, de toegenomen welvaart geven de mensen de mogelijkheid om elders te wonen en te werken. Ook spelen demografische evoluties zoals de bevolkingsgroei en de migratiestromen hierin een rol. Specifiek voor Gent is de groeiende aanwezigheid van studenten. In hun onderlinge wisselwerking hebben wonen, werken, recreëren en mobiliteit een grote impact op de ruimte(83). Mobiliteit speelt hierin een sleutelrol. Er is een behoefte aan bijkomende woningen maar ook aan groen en aan ruimte voor bedrijvigheid en recreatie. Het berekenen van deze druk op basis van objectieve statistieken is niet altijd mogelijk: soms bestaan er geen cijfers, daarnaast is er het verschil tussen de officiële Gentse bevolking en het effectieve aantal gebruikers van de stad(84). Het kader waarbinnen gewerkt wordt, is het Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG). Dat bepaalt al enkele jaren het ruimtelijke beleid van Gent en blijft ook in de toekomst het kompas. Het ruimtelijk structuurplan Gent is een permanent proces van visie- en beleidsvorming. Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling houdt rekening met de behoeften van de huidige generatie, zonder de noden van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Wijken moeten blijven functioneren, ook op lange termijn. Dit betekent dat de beschikbare ruimte zuinig moet gebruikt worden en dat stedelijke kernen moeten versterkt worden zodat ze hun woon- en werkfunctie optimaal kunnen vervullen. In het RSG zijn een aantal concrete taakstellingen verwoord (o.a. naar wonen, natuurontwikkeling, groenvoorzieningen,…) waar Gent in de toekomst wil blijven in investeren.
Druk op de ruimte vanuit de nood aan bijkomende woningen De Gentse woningmarkt heeft een aantal specifieke kenmerken waardoor ze op sommige punten anders evolueert dan de woningmarkt in andere Vlaamse grootsteden en centrumsteden. Zo kent Gent als oudste industriestad van Vlaanderen een oud woningbestand met structurele gebreken. De Gentse woningmarkt is bovendien een relatief kleine markt in verhouding tot Brussel en Antwerpen, waardoor de effecten van grote projecten meteen voelbaar zijn. Zeker de laatste jaren is het ook een markt met vernieuwende architectuur(85). De druk op de woningmarkt is gestegen door de bevolkingstoename. Sinds 1999 kwamen er ongeveer 10.000 gezinnen extra naar de stad, en dat aantal blijft groeien. Deze gezinnen hebben allemaal nood aan en recht op een goede woning(86). Gent is de grootste studentenstad van Vlaanderen. Ongeveer 28.000 studenten(87) wonen er op kamers. Zij nemen een belangrijk deel van de goedkopere woningen in beslag en onttrekken woningen uit de gewone huizenmarkt, onder meer door de opsplitsing van huizen voor kamerverhuur(88).
34
De stijgende woningdichtheid wijst op een intens gebruik van de ruimte. In de periode 2007-2009 was er een dichtheid van 50 woningen per hectare(89) bij nieuwbouw. In 1998 was dat nog 41 woningen per hectare. Ook de bevolkingsdichtheid stijgt: van 1.418 inwoners/km² in 1999 naar 1.565 in 2011(90).
Druk op de ruimte vanuit de nood aan ruimte voor economische activiteiten Economische activiteiten (bedrijven, kantoren, lokale handelaars, winkelcentra…) vormen de motor van onze maatschappij. Een goed draaiende economie zorgt voor werk maar ook voor daaraan gelinkte activiteiten, en creëert zo inkomen en welvaart voor de bewoners. De economische centrumfunctie van Gent gaat gepaard met een grote vraag naar ruimte voor economische activiteiten. Gent kampte de voorbije jaren met een tekort aan terreinen die onmiddellijk inzetbaar waren(91). De vuistregel van drie hectare direct beschikbaar bedrijventerrein per 10.000 inwoners komt voor Gent neer op een permanente ‘ijzeren voorraad’ van 60 tot 70 hectare(92). In totaal werden in de periode 2002-2010 bijna 120 ha bijkomende economische zones bestemd(93). Iets minder dan 30 ha aan bestaande economische zones kreeg een nieuwe niet-economische functie. De bijkomende herbestemde oppervlakte komt hiermee op ruim 90 ha. De (minimale) taakstelling (10 ha/jaar) uit de bindende bepalingen op niveau van de het Ruimtelijk Structuurplan Gent is daarmee gehaald. Voor nog eens 105 ha aan reeds bestaande bedrijventerreinen werd de bestemming in de periode 2002-2010 verfijnd of gewijzigd in functie van hun toekomstig economisch gebruik. De bedrijventerreinen werden dermate snel in gebruik genomen dat er geen ‘ijzeren voorraad’ kon opgebouwd worden. In de periode 2002-2010 is er uiteindelijk voor 23 ha vergund voor het uitgeefbaar maken van terreinen en voor ruim 106 ha vergund (buiten het Havengebied) voor effectieve ingebruikname– wat neerkomt op bijna 12 ha/jaar. Inrichtingswerken voor nieuw bestemde bedrijventerreinen kunnen op korte termijn een bijdrage leveren op onder meer het bedrijventerrein Oostakker I. Een groot aantal projecten is recent opgestart: • The Loop • Oostakker I (noord)(94) • Zwijnaarde I (Eiland Zwijnaarde) • ACEC • Zwijnaarde V (Wetenschapspark Technologiepark Ardoyen) • UCB-gronden op Gent-Zuid I • Project Station Gent-Sint-Pieters • Wiedauwkaai-Wondelgemse Meersen (Haven 9500-9990) Het Gentse havengebied telt vijf dokken: Kluizendok, Rodenhuizedok, Mercatordok, Sifferdok en Grootdok. Het Kluizendok en de omliggende bedrijventerreinen beschikken samen over 660 hectare bedrijventerreinen. Gent heeft hiermee een van de grootste maritieme bedrijvensites in Europa. Het dok beschikt over de nodige uitrusting voor de zeevaart en de binnenvaart. Het Havenbedrijf Gent onderhoudt en investeert in de haveninfrastructuur en kent concessies toe aan bedrijven(95).
Druk op de ruimte vanuit de nood aan groen en ruimte voor recreatie, cultuur en onderwijs Natuur en groen zijn belangrijke factoren in de leefomgeving. Ze zorgen voor een gevoel van openheid en rust en spelen een belangrijke recreatieve en ecologische rol(96). Zowel op stads-, buurt- als wijkniveau met bijvoorbeeld bossen, fiets- en
D1
Druk op de ruimte
35
wandelpaden, natuurgebieden… In de directe woonomgeving is er dan weer behoefte aan meer private buitenruimte, meer bruikbare (groene) ruimte, private en openbare parken… Van de dertien centrumsteden bengelt Gent aan het staartje als het gaat over speelplekken op minder dan 400 meter van het eigen huis. Minder dan de helft van de Gentenaars woont in de buurt van een publieke speelruimte. Vier op vijf Gentenaars beschikt wel over publieke groene ruimte in de buurt(97). Bijna de helft van de Gentenaars is tevreden over de speelvoorzieningen in de buurt (tegenover 57% voor de dertien centrumsteden). Twee derde van de ouders met kinderen tussen drie en twaalf jaar is tevreden over het aantal beschikbare speelterreinen(98). Er is een aanhoudende vraag naar extra infrastructuur voor sport en cultuur(99), zoals buurtsporthallen, repetitieruimten en werkplekken voor kunstenaars. Het onderwijs kampt met een capaciteitsprobleem. Het basisonderwijs heeft nood aan een uitbreiding van de schoolinfrastructuur(100). In dichtbevolkte gebieden is ruimte echter schaars.
Zoeken naar oplossingen: slim verdichten, duurzaam en integraal Duurzaamheid is een belangrijk criterium als het gaat om ‘omgaan met ruimte’. Verschillende punten verdienen de aandacht: de groene publieke ruimtes, de relatie met de binnenstad, meer voorzieningen voor iedereen, (sociale) huisvesting en ondersteuning van het openbaar vervoer. Stedelijke verdichting is hierbij bijna vanzelfsprekend. Verweving van woningen met kantoren, winkels, groen of buurtvoorzieningen kan een meerwaarde opleveren. Parkeervoorzieningen en doorsteken voor fietsers en voetgangers krijgen een doordachte oplossing. Verdichtingsprojecten focussen op plaatsen die onderbenut zijn. Daardoor kan het openbaar vervoerssysteem verbeteren, worden openbare infrastructuren beter benut, blijven waardevolle ecologische netwerken en overstromingsbekkens open, blijven landbouwgebieden en waardevol groen beschermd… Zomaar verdichten om te verdichten is geen strategie. Verdichten moet op een slimme manier gebeuren: bij voorkeur in de nabijheid van werkgelegenheid en voorzieningen, op plaatsen met een goede toegankelijkheid of met ecologisch potentieel. Slim verdichten gaat uit van duurzaamheidsprincipes: op zoek naar een evenwicht tussen de economische, sociaal-culturele en ecologische aspecten met respect voor de draagkracht van de ruimte(101). Om de duurzaamheid van projecten te verbeteren, werkt Gent met een duurzaamheidsmeter. Die wordt nu al als leidraad gebruikt in verschillende stadsprojecten (Gasmetersite, Gent-Sint-Pieters, Oude Dokken) en economische sites (Eiland Zwijnaarde, Oostakker I Noord). Duurzaamheid vereist een integrale aanpak. Een voorbeeld van deze integrale aanpak zijn de stadsvernieuwingsprojecten.
Integrale stadsvernieuwingsprojecten Er zijn integrale stadsvernieuwingsprojecten die zich richten op een volledige wijk in de 19de-eeuwse gordel. Na ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ en ‘Bruggen naar Rabot’, is de voorbije zes jaar ook ingezet op ‘Ledeberg leeft’. Deze projecten zijn telkens gebaseerd op drie grote pijlers. Het geheel wordt begeleid door een
36
intensief inspraakproject op maat van de buurt en het project. Vooreerst is er de fysiek-ruimtelijke pijler. Het gaat hierbij niet alleen om ingrepen in de gebouwde omgeving: er zijn publieke projecten zoals nieuwe gezondheidscentra of de bouw van sociale woningen aan Acaciapark, en private projecten zoals Tondelier of Cotton Island. Ook de aanleg van parken zoals Boerderijpark en Groene Vallei en van het publiek domein zoals Fonteineplein en Botermarkt zijn hier belangrijke ingrepen. De sociaaleconomische pijler richt zich op tewerkstelling in de wijk, aandacht voor kansengroepen, ondersteuning van het handelsapparaat... Een derde pijler is de sociaal-culturele invalshoek. Alle inwoners moeten zich thuis voelen in ‘hun’ wijk. Binnen deze pijler komen de verschillende doelgroepen aan bod (kinderen, jongeren, senioren…).
Strategische projecten van (boven)lokaal belang Daarnaast zijn er ook een aantal strategische projecten, zoals Gent Sint-Pieters, The Loop en Oude Dokken. Ze worden samen met andere overheden gerealiseerd. Het project Gent Sint-Pieters wil het treinstation en zijn omgeving ombouwen tot een duurzame en kwalitatieve leefomgeving. Met het project ‘The Loop’ wordt een nieuw stadsdeel ontwikkeld waar werken, wonen en recreatie samen komen. Op de Oude Dokken is er ruimte voor 1.500 nieuwe woningen met voldoende voorzieningen en groene openbare ruimte. Nieuwe voetgangers- en fietsbruggen verbinden dit nieuwe stadsdeel met de historische binnenstad. Ook het UCO-project is hier een voorbeeld van. Het project wil de buurt een nieuwe dynamiek geven door fysieke en sociale vernieuwing. Zo is het ook met het project De Porre rond het voormalig fabriekscomplex in de wijk Moscou-Vogelhoek en het project De Nieuwe Voorhaven aan het Voorhavendok.
Besluit Globaal kunnen we in Gent drie grote ruimtelijke eenheden onderscheiden: een uitgestrekt stadslandschap, een open landschap aan de rand van de stad en een havenlandschap langs het kanaal Gent-Terneuzen. Het verstedelijkte gebied is zeer ruim en vertoont naar karakter en naar functioneren grote verschillen die de historische en maatschappelijke ontwikkelingen weerspiegelen. De stad vervult een centrumfunctie, wat voor een extra dynamiek zorgt(102). In hun wisselwerking hebben wonen, werken, recreëren en mobiliteit een grote impact op de ruimte. De demografische groei van Gent (inwoners, gezinnen en studenten) gecombineerd met de economische evolutie, veroorzaakt een toenemende pendel-, woon- en vrijwillige mobiliteit. Er is nood aan bijkomende woningen ,aan ruimte voor bedrijvigheid, en recreatie en een vlotte mobiliteit. ‘Slim verdichten’ en ‘een multifunctioneel gebruik van de ruimte’ geven duurzame oplossingen aan.
D1
Focus op groen
Hoofdstuk 4
37
Focus op groen In Gent ligt meer dan de helft van de bossen, parken en tuinen buiten een ‘groene’ bestemming, Gent mikt op een ‘standstill’: er moet evenveel natuur blijven als in 1999. Concreet betekent dit dat niet-beschermde natuurelementen die verdwijnen, op een andere plaats zo goed mogelijk gecompenseerd moeten worden. Dat zal vooral gebeuren in de vier groenpolen, in de Leievallei en op kleinere terreinen.
Natuur in Gent: een inhaalbeweging is nodig Steden worden als de tegenhanger van de natuur gezien: er is vervuiling, de natuur wordt versnipperd, de fauna en flora worden verstoord… Maar steden bieden ook een grote variatie aan leefgebieden voor planten en dieren. Er zijn veel voedselarme bodems waar soortenrijke gemeenschappen op kunnen ontstaan; het spoor, kanalen en autowegen voeren verschillende planten en dieren aan. Dat alles maakt een stad aantrekkelijk voor de natuur. Soorten die in verdrukking komen in landbouwgebied (zoals akkerkruiden of veldleeuweriken) wijken de voorbije jaren uit naar steden en de ertoe behorende industriegronden(103).
Natuur en bos: oppervlakte is sinds 1999 gedaald In 2009 bedroeg de totale oppervlakte (zeer) waardevolle vegetaties 2.756 ha (inclusief bos) of bijna 18% van het totale Gentse grondgebied(104). De totale oppervlakte aan biologische waardevolle en zeer waardevolle vegetaties voor het grondgebied van Gent is in de periode 1999-2009 met bijna 110 ha afgenomen(105). Dit staat gelijk met iets minder dan 1% van het Gents grondgebied en ongeveer 4 % van de natuuroppervlakte. Voor specifieke vegetaties (vennen, heiden, moerassen, waterrijke gebieden en duinvegetaties) en voor bijzondere kleine landschapselementen (holle wegen, grachten en bronnen) geldt overal een algemeen verbod om deze te wijzigen. Enkel de bevoegde minister mag hier afwijkingen toestaan. Dit geldt ook voor historisch permanente graslanden en poelen in de ‘groene’ gebieden van de gewestplannen. In 2009 bestaat 586 ha uit vegetaties die niet gewijzigd mogen worden. In vergelijking met 1999 is deze oppervlakte afgenomen met ongeveer 40 ha. De analyse van natuur en bos naar bestemmingscategorie wordt de planjuridische analyse genoemd. Natuur die in een groene bestemming ligt, zal in omvang niet afnemen want er kunnen geen woningen of andere voorzieningen op worden gebouwd. Natuur die in een ander gebied ligt, kan in de toekomst bedreigd zijn. Ongeveer 40% (1.075 ha) van de waardevolle tot zeer waardevolle natuuroppervlakte heeft juridisch een groene bestemming. 42% van de natuur valt onder de categorie ‘wonen en industriegebied’, en is dus niet beschermd. De categorieën ‘landbouwgebieden’ en ‘recreatie en openbaar nut’ zijn goed voor respectievelijk 8 en 10% van de natuuroppervlakte. De bosindex voor Gent is erg laag, in 2009 is dit 859 ha of slechts 5% van het grondgebied. De Vlaamse bosindex bedraagt 11%. Gent kampt ook met veel versnippering. Meer dan de helft van de bossen is kleiner dan 5 ha en als privébos niet toegankelijk. Boskernen van meer dan 100 ha komen niet voor in Gent. In het algemeen verdween ongeveer 21 ha bos op 10 jaar tijd.
38
Recreatief groen in uitbouw Geplande groene ruimte en groenstructuur De beschermde groenoppervlakte is in 2002-2010 met 219,2 ha beduidend toegenomen ten opzichte van de 1.281 ha groenbestemmingen uit het gewestplan (+ 17%). Het afbakenings-RUP voor het grootstedelijk gebied heeft hierin een belangrijk aandeel: natuurgebied 703 ha, bos 521 ha en parkgebied 142 ha. Dit betekent niet dat deze groene bestemmingen al gerealiseerd zijn, maar wel dat de ruimtelijke structuur grondig zal wijzigen. Ongeveer 40% van het actuele recreatieve groen (ca. 422 ha) heeft een groene bestemming. Bijna een derde heeft een bebouwbare bestemming (wonen of industrie) en loopt dus kans om op termijn te verdwijnen.
Groenpolen in uitbouw Het Groenstructuurplan(106) wil voldoende recreatief groen op de verschillende schaalniveaus bekomen zodat bewoners niet te ver moeten gaan om groen te vinden. Daarom is er gekozen voor drie groenniveaus: groenpolen, wijkparken en woongroen. Gent bouwt vier groenpolen aan de rand van de stad verder uit, als bos, als parkgebieden met een sociaaleducatieve of recreatieve functies, als natuurgebied of als speelbos. Verschillende groenassen verbinden de groenpolen met het centrum(107). In de Scheldevallei is gestart met de uitbreiding en inrichting van de groenpool Gentbrugse Meersen. De kasteelparken, de aansluitende boscomplexen en verspreide residentiële bebouwing karakteriseren samen met de landbouwactiviteiten de zuidelijke open ruimte tussen Sint-Martens-Latem, Sint-Denijs-Westrem, De Pinte en Zwijnaarde. De samenhang van dit gebied wordt versterkt door de herinrichting van het Parkbos (ook een groenpool): het gebied wordt toegankelijker gemaakt, er worden compacte bosvolumes ingeplant en de randen worden afgewerkt. De groenpool van de Vinderhoutse bossen bevindt zich in de Oude Kalevallei. Samen met de reeds ingerichte ‘Groene Velden’ (Mariakerke) en de omgeving rond De Campagne, zijn de acties in deze groenpool vooral gericht op bosuitbreiding (ca. 155 ha), natuurbehoud en -ontwikkeling, de inpassing van landbouw in het landschappelijk raamwerk en de inrichting van zachte recreatie (wandel- en fietspaden, onthaalinfrastructuur, …). In het noorden wordt ter hoogte van het oud vliegveld in Oostakker een vierde groenpool ingericht. Daarnaast is er ook nog de Blaarmeersen met een focus op recreatie.
D1
Focus op groen
39
Recreatieve groenstructuur Gent
stadspark
natuurgebied
wijkpark
open ruimtegebied
sportpark
groene recreatieve as
groenpool met portaal
binnenstad en kernstad met verweven netwerk van wijkparken en woongroen
groenpool
randstad met verweven netwerk van wijkparken en woongroen
stedelijk groengebied
haven- en industriegebied met groen raamwerk
toegankelijk bos
20. Gewenste recreatieve groenstructuur Gent. Bron: Stad Gent, 2012d.
40
Wijkparken en woongroen Naast de groenpolen zijn er wijkparken en woongroen. Wijkparken zijn parken met een oppervlakte groter dan 1ha, op wandelafstand (400 meter) van de woning en met een minimale oppervlakte van 10m² per inwoner. Woongroen is groen met een oppervlakte kleiner dan 1ha en op een afstand van minder dan 150m van de woning. In 1999 telde Gent 360 ha recreatieve groene ruimte. In de tien daarop volgende jaren werd 62 ha nieuwe publiekstoegankelijke parkruimte gerealiseerd(108), waarvan zeven wijkparken (48 ha) en dertig locaties met woongroen (14 ha). Hierdoor beschikt ondertussen 39% van de inwoners over een wijkpark (t.o.v. 31% in 1999). Het aantal inwoners dat beschikt over woongroen is in dezelfde periode met 2% gestegen. De percentages vragen enige nuancering. De parken in de binnenstad zijn namelijk te klein voor het aantal mensen die er beroep op kunnen doen. Vooral het Baudelohof, het park bij de Sint-Baafsabdij en het Bijgaardepark zijn te klein voor de dichtbevolkte wijken. Vooral inwoners in de binnenstad en de kernstad beschikken niet over recreatief groen op een aanvaardbare (wandel)afstand(109). Kortom, de natuur- en groenstructuur is in het algemeen kleiner geworden. De nieuwe parken gaan tegen die trend in, maar zijn te klein om het verlies aan oppervlakte te compenseren.
Evolutie in het gebruik Stijgend parkbezoek Parken en groen in Gent worden de voorbije jaren intenser en multifunctioneler gebruikt. De enige data die hierover beschikbaar zijn is het aantal aanvragen voor feesten en activiteiten in parken. Dat aantal steeg tussen 2009 en 2011 van 232 naar 394 (+41%).
Ander gebruik Parken worden ingericht naar de behoefte van de stadsgebruiker, en die is anders dan vroeger. Parken moeten tegenwoordig vooral bruikbaar zijn. Vroeger vond je in elk park wandelpaden, speel- en sporttoestellen. Nu voegt men daar ook avontuurlijke speelzones, fietspaden, barbecues, petanquebanen, verplaatsbare banken... aan toe. Een Amsterdamse studie(110) ziet als belangrijkste parkactiviteiten fietsen, honden uitlaten, aperitieven en lunchen, maar ook natuurstudie, werken met laptop en lezen.
Tijdelijk gebruik Net als andere steden zoekt Gent naar manieren om de ruimte zo optimaal mogelijk te benutten. Zo is er een trend om tijdelijk braakliggende of onderbenutte zones bruikbaar te maken voor recreatie, bebossing of natuurontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn: Oude Dokken met Dok vzw, de Gasmetersite met Samenlevingsopbouw vzw en de Muide en RocSa vzw.
Naar meer multifunctionaliteit Multifunctionaliteit De inrichting van multifunctioneel groen is al jaren een trend en past perfect bij het principe van ‘slim’ verdichten. We verwachten dat de multifunctionaliteit van parken nog zal stijgen door de druk op de open ruimte en het stijgende parkgebruik.
D1
Focus op groen
41
Klimaat Groen kan bij klimaatswijzingen een belangrijke rol spelen door in een stedelijke omgeving temperatuursextremen te dempen, regenwater te bufferen, als windbegeleider te werken en het binnen- en buitenklimaat aangenamer te maken. Daar wordt momenteel heel wat onderzoek naar gedaan(111).
Stadslandbouw In een verstedelijkte omgeving leeft de vraag naar duurzame en multifunctionele landbouw(112). Ook in Gent is dat niet anders. Tal van initiatieven tonen dit aan: het volkstuinenproject ‘de Site’, Boer’n Brood, de stadsimkerij Apicula, de stijgende vraag naar gronden om te tuinieren... In Gent is een werkgroep actief die de stadslandbouw verder wil uitbouwen(113).
Besluit De oppervlakte aan natuur en bos is tussen 1999 en 2009 gedaald. Bovendien ligt meer dan de helft van de bossen, parken en tuinen niet in een groen bestemmingsgebied en kan dus verdwijnen. Anderzijds is er ook een groenimpuls. Er kwamen recent meer wijkparken en woongroen en de parken worden multifunctioneler ingericht. Het aantal aanvragen voor activiteiten in parken neemt toe. De parken in de binnenstad zijn wel te klein voor de dichtbevolkte wijken. Het gewestplan en het afbakenings-RUP voor het grootstedelijk gebied geven een stijging aan van de beschermde groenoppervlakte, maar nog niet alles is gerealiseerd.
42
Hoofdstuk 5
Focus op wonen Woningen moeten een basiscomfort bieden in een kwaliteitsvolle omgeving. Het is ook steeds belangrijk dat vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden, en dat alles moet natuurlijk betaalbaar blijven. Demografische evoluties spelen hierin een rol.
Op zoek naar een evenwicht tussen vraag en aanbod Vraag Op 31.12.2011 telde Gent 114.588 gezinnen met gemiddeld 2,16 inwoners per gezin. 43% van de gezinnen is een eenpersoonsgezin (alleenstaand). Bijna de helft bestaat uit samenwonenden/gehuwden met of zonder kinderen en 8% van de gezinnen zijn eenoudergezinnen(114). Het aantal inwoners is sinds 1999 continu gestegen en de bevolkingsprognoses voorspellen een verdere groei van dit bewonersaantal(115). Zowel natuurlijke groei als een stijging van het aantal migranten zorgen hiervoor. Dezelfde prognoses voorspellen een verdunning van de gezinnen en een vergrijzing. In Gent moeten er 6.600 tot 8.500 nieuwe woningen gebouwd worden tussen 2007 en 2017 om aan de toekomstige behoeften te voldoen(116).
Verruiming van het aanbod In de periode 2008-2020 worden bijna 9.000 extra woongelegenheden voorzien in geplande woonprojecten. Twee derde daarvan situeert zich in het centrum en een derde in de rand van Gent. Eén derde wordt sociaal aangeboden (waarvan 60% in het centrum en 40% in de rand)(117). Daarnaast kunnen er nog 3.500 tot 6.400 woongelegenheden (afhankelijk van de densiteit) gebouwd worden op percelen die vandaag nog onbebouwd zijn. Die onbebouwde percelen bevinden zich voor 70% in de rand van Gent(118). Het aanbod hiervan daalt langzaam - van 3494 in 2008 naar 3002 in 2011 – wat betekent dat deze percelen geleidelijk aan op de markt komen. Tussen 2007-2010 zijn er al 4651 bijkomende woningen gerealiseerd, waarvan 874 huizen en 3777 appartementen. Elk jaar worden er gemiddeld 978 extra woningen gebouwd(119). Ook renovatie wint steeds meer aan belang. In theorie worden er de volgende jaren voldoende woningen gebouwd voor de nieuwe gezinnen, maar veel hangt natuurlijk af van de economische situatie en de snelheid waarmee de woonprojecten gerealiseerd worden. Door de economische crisis en de gewijzigde regelgevingen hebben veel projecten vertraging opgelopen.
Vraag en aanbod Tussen 2002 en 2010 is het aantal gezinnen met 9.673 gezinnen toegenomen. In diezelfde periode werden ruim 8.500 bijkomende woningen gerealiseerd. Het aantal bijkomende vergunde woningen en het aantal bijkomende gezinnen is dus vrij goed in evenwicht. Enkel in 2009 was er een opvallende stijging van het aantal gezinnen terwijl dat bij de woningen niet het geval was. Deze cijfers zeggen evenwel niets over een reeds bestaande schaarste of overschot.
D1
Focus op wonen
43
Meer gezinnen en woningen 2000
1500
1000
500
0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
bijkomende vergunde woningen bijkomend aantal gezinnen
21. Evolutie van het aantal bijkomende gezinnen en het aantal bijkomend vergunde woningen, van 2002 tot 2010. Bron: ROL Stad Gent, Bevolkingsregister Stad Gent.
De bestemmingsplannen voor nieuwe woonzones geven een andere invalshoek. Als daar nieuwe zones bestemd worden, ontstaan er mogelijkheden voor bijkomende woningen. De ruimte voor deze woningen is dan wel voorzien maar daarom nog niet gerealiseerd. In de periode 2002-2010 werd een bijkomend juridisch aanbod gecreëerd van circa 6.395 woningen. Meer dan de helft hiervan (3.300 woningen) werd gecreëerd in de periode 2006-2011. Tijdens deze periode zorgden het gewestelijk RUP Sint-Pietersstation (2006), het RUP Handelsbeurs (2007), het RUP Bruggen naar Rabot (2009) en het RUP Oude Dokken (2011) voor een groot deel van dit bijkomend aanbod. De ‘verappartementisering’ neemt overhand toe. Het aantal appartementen kende de afgelopen twintig jaar een veel grotere groei (27%) dan het aantal eengezinswoningen (5%). Verappartementisering
Eengezinswoningen
Appartementen
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1992
76702
69,70%
33282
30,30%
109984
100
2002
79236
66,80%
39386
33,20%
118622
100
2011
80718
63,70%
45910
36,30%
126628
100
Evolutie
Aantal
Groei (%)
Aantal
Groei (%)
Aantal
Groei (%)
’92 – ‘02
2534
3,20%
6104
15,50%
8638
7,30%
’02 – ‘11
1482
1,80%
6524
14,20%
8006
6,30%
’92 – ‘11
4016
5,00%
12628
27,50%
16644
13,10%
22. Aantal eensgezinswoningen en aantal appartementen, en hun aandeel, in 1992, 2002 en 2011. Het aantal bijkomende eensgezinswoningen en appartementen en hun groeicijfer tussen 1992 en 2002, tussen 2002 en 2011 en tussen 1992 en 2011. Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Kadastrale statistiek van het bestand van de gebouwen op 1 januari 2011, http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/bouw_industrie/gebouwenpark/
44
Kwaliteit van de woning en woonomgeving Woonkwaliteit De Vlaamse Wooncode is zowat de grondwet voor het woonbeleid in Vlaanderen en bewaakt huurwoningen met normen voor veiligheid, gezondheid en woonkwaliteit. Elke burger heeft namelijk recht op een behoorlijke huisvesting. Gent heeft als oudste industriestad van Vlaanderen relatief veel woningen met een mindere kwaliteit(120). Vooral in de wijken van de 19e-eeuwse gordel ligt het comfortniveau laag. In het kader van ‘Ledeberg Leeft’ zijn in maart 2012 761 woningen aan een woonkwaliteitsonderzoek onderworpen(121). Meer dan zes op tien was niet conform de Vlaamse wooncode. In 2007 werd bij een screening van 372 private huurwoningen(122) in het Gentse stadscentrum vastgesteld dat 36% niet voldeed aan de minimumnormen voor bewoonbaarheid(123). Voor een kwart van de woningen werd de globale kwaliteit als laag tot zeer laag beschreven, slechts 42% was van hoge kwaliteit. De tevredenheid over de werking van de installaties schommelde tussen de 68% en de 80%, terwijl slechts een kleine 60% tevreden was over de afscherming van het geluid. Weinigen waren tevreden over de beschikbare bergruimte van de woning, maar velen wel over de grootte en toegankelijkheid. In 2011 gaf 96% van de Gentenaars aan in een woning te wonen met minstens elementair comfort: (warm) stromend water, een wc met waterspoeling en een badkamer of douche. Acht op tien beschikt over middelmatig comfort: elementair comfort én centrale verwarming. 22% van de Gentenaars leeft in een woning met gebrekkige kwaliteit: er is ofwel een gebrek aan elementair comfort of aan ruimte, ofwel zijn er structurele problemen(124,125). 4% van de gezinnen woont in een ‘overbezette’ woning, met onvoldoende kamers voor het aantal personen in het gezin. Vooral huurders, inwoners onder de 35 jaar en niet-Belgen wonen vaker in een overbezette woning(126).
Tevredenheid over de woning en de woonomgeving Naast de kwaliteit van de woning – de objectieve realiteit – is er ook de subjectieve beleving van de woning en de woonomgeving. In 2010 was 83% van de Gentenaars tevreden over zijn huidige woning. Dat is lager dan in 2006. 45% is niet tevreden over de geluidsisolatie ten opzichte van de buren(127).
Streven naar betere woonomgevingskwaliteit De tevredenheid over de buurt ligt hoog bij de Gentenaars (79%). Toch is nauwelijks de helft van de inwoners tevreden over bepaalde deelaspecten zoals de visuele kwaliteit van gebouwen in de buurt, de aanwezigheid van groen, de staat van de straten en voetpaden of de veiligheid van kinderen op straat. Tevreden over de woonomgeving Over de buurt in zijn geheel
79%
Over de deelaspecten van de woonomgeving: • de visuele kwaliteiten van de gebouwen
50%
• de aanwezigheid van groen
47%
• de staat van straten en voetpaden
41%
• kinderen kunnen veilig spelen
41%
23. Tevredenheid van de Gentenaars over de eigen woonomgeving, in procent. Bron: Leefbaarheidsonderzoek 2010.
D1
Focus op wonen
45
De Stad Gent wil de dichtbevolkte wijken in de 19e-eeuwse gordel meer ademruimte geven. Hiervoor worden de stadsprojecten ontwikkeld die de grootste problemen aanpakken: dichtgeslibd weefsel, woningen in slechte staat, weinig open ruimte, parkeerproblemen, zeer weinig en daarenboven weinig kwalitatieve groenvoorzieningen… Doel is de belevingswaarde te verbeteren met nieuwe open ruimtes. De ruimtelijke structuur van de wijk zal dus veranderen, of is al veranderd. ‘Zuurstof voor de Brugse poort’ heeft zuurstof gecreërd in dichtgeslibde wijken, ‘Bruggen naar Rabot’ wil de wijk Rabot-Blaisantvest meer doen aansluiten bij het centrum en ‘Ledeberg Leeft’ werkt aan een meer leefbaardere wijk.
Betaalbaarheid Het aanbod aan woningen moet niet alleen verruimd worden, de woningen moeten ook betaalbaar blijven. Het laatste decennium zijn de Vlaamse prijzen sterk gestegen: de gemiddelde verkoopprijs voor bestaande appartementen en woningen kende tussen 2000 en 2010 een stijging van respectievelijk 110% en 127%(128). In Gent bedraagt die stijging gemiddeld 146% voor een appartement en 168% voor een woonhuis. Prijs van flats en woonhuizen 2000
2005
2010
Flat
Woonhuis
Flat
Woonhuis
Flat
Woonhuis
83.160
74.624
129.897
132.471
204.540
199.682
24. Evolutie van de gemiddelde prijs voor een flat en een woonhuis, in Gent, van 2000 tot 2010. Bron: Stadsmonitor 2011.
Het valt op dat vooral ‘goedkopere’ woningen duurder worden. Op zes jaar tijd stegen die prijzen met 120%. Woningen die tot een duurdere prijscategorie behoren, stegen ‘slechts’ met 90%(129). De prijsstijgingen zijn geen louter Gents fenomeen, maar komen in alle centrum steden voor. In Gent laat zich evenwel de voorbije jaren een inhaalbeweging voelen die scherpere stijgingen laat zien. Een andere manier om een idee te krijgen van de betaalbaarheid van woningen is de woonquote. Dit is de totale som die het gezin spendeert voor wonen ten opzichte van het gezinsinkomen. Als gezinnen meer dan 30% hieraan spenderen, wordt er vanuit gegaan dat de woonuitgaven beslag leggen op een onredelijk deel van het inkomen. In 2011 heeft een vierde van de Gentse gezinnen een woonquote hoger dan 30%. Huurders hebben een opmerkelijk hogere woonquote dan eigenaars. In deze laatste groep zitten ook eigenaars die geen hypotheek (meer) moeten aflossen (130). Op de private huurmarkt zijn er steeds meer betaalbaarheidsproblemen(131). Tussen 2006 en 2010 blijft het aantal uithuiszettingen toenemen, maar in 2011 is er een daling(132). Het aantal uithuiszettingen per 1000 gezinnen daalt dan van 7,7 naar 6,6.
Bedreigingen voor de betaalbaarheid van wonen 26.728 personen(133) moeten rondkomen met een inkomen uit leefloon, een gewaarborgd inkomen, een inkomensgarantie of een tegemoetkoming omwille van hun handicap. Daarnaast had 9% van de Gentenaars in 2011 problemen om de woonkosten te betalen(134). Voor deze mensen staat de woonzekerheid en de betaalbaarheid van het wonen onder druk. Dit kan voor starters het begin zijn van een vicieuze cirkel van problematische woonsituaties en schuldenopbouw.
46
Naar een geschikte woning voor iedereen Een stad is begrensd, en het woonaanbod is dat ook. Hoe kan Gent woningen blijven creëren voor een groeiende bevolking zonder de leefbaarheid in gedrang te brengen?
Gezinnen Gent is een aantrekkelijke stad voor ondermeer jonge gezinnen. Het aandeel van de groep 0-9 jarigen en 30-39 jarigen op de totale bevolking is in Gent hoger dan op Vlaams niveau. Bovendien groeit dit aandeel jaar na jaar, wat een indicatie is voor de populariteit van de stad bij jonge gezinnen. Toch lijkt zich bij die jonge gezinnen een stadsvlucht voor te doen: vooral 0-9 jarigen en 30-39 jarigen verlaten de stad, maar dit fenomeen moet in een breder perspectief worden gezien. Gent trekt als studentenstad immers heel veel twintigers aan, voornamelijk studenten. Na hun studies blijft een groot deel hiervan in Gent wonen. Eens ze de leeftijd van dertig bereiken en in een anders levensfase terechtkomen (die van samenwonen of gezinsvorming) veranderen de woonwensen en gaat een deel ervan terug buiten de stad wonen. Voor Stad Antwerpen is dit becijferd in een cohortenanalyse en is de conclusie dat na een tiental jaar iets meer dan de helft vertrekt.
Studenten Gent telt een 67.000 studenten tijdens het schooljaar 2010-2011(135), waarvan er naar schatting 28.000 op kot zitten. Bijna de helft van de kotstudenten woont in een studentenkamer en een kwart van hen in een studio. Goed een kwart van de kotstudenten verblijft in een gezinswoning (12%) of een appartement (14%) en de meesten onder hen delen die met anderen(136). De studenten zouden dus ongeveer 2.800 gezinswoningen en appartementen innemen(137). Naarmate het aantal studenten toeneemt, stijgt ook de druk op de woningmarkt. Alle onderwijsinstellingen samen beschikken over 3.098 eigen wooneenheden voor studenten(138). Van het aantal kamers op de private markt kan enkel een schatting gemaakt worden. Volgens het politiereglement in Gent, moeten die kamerwoningen geregistreerd worden bij de brandweer. In maart 2012 waren 24.202 private woonentiteiten opgenomen in dit bestand (exclusief de woonentiteiten van de onderwijsinstellingen). Toch zijn er nog altijd een hoop koten die niet gekend zijn. De kwaliteit van veel koten laat te wensen over. Van de 3.356 adressen die de brandweer controleerde waren er slechts 928 in orde. Sinds 1996 kunnen woningen met een vloeroppervlakte kleiner dan 250m² niet meer onderverdeeld worden in studentenkamers. In oktober 2010 werd het bouwreglement aangepast en mogen private ontwikkelaars grootschalige verblijfsaccommodaties bouwen voor studenten(139). Sinds die aanpassing zijn er zo al 1.100 studentenkamers vergund(140).
Huurders als kwetsbare groep In Vlaanderen hebben huurders en eigenaars een verschillend socio-economisch profiel. Het inkomen van eigenaars is merkelijk groter bij eigenaars dan bij huurders, zelfs als het inkomen gecorrigeerd wordt naar de grootte van het gezin. Ook is er een link met de opleiding. Bij de nog afbetalende eigenaars geldt: hoe hoger de opleiding, hoe hoger het aandeel eigenaars. Dit is niet het geval voor eigenaars die hun lening al afbetaald hebben. Een groot deel van deze groep is namelijk gepensioneerd en heeft gemiddeld een lager opleidingsniveau. Betaald werk hebben is eveneens een belangrijke factor. Het aandeel eigenaars ligt bovendien opvallend hoger bij tweeverdieners(141).
D1
Focus op wonen
47
Gent kent een relatief grote huurmarkt in vergelijking met andere steden. In 2001 omvatte de huurmarkt 47% van de totale woonmarkt(142). Wie huurt er in Gent? Er huren meer gezinnen met een laag inkomen en alleenstaanden, waardoor er meer vraag is naar kleinere woningen en vooral naar huurappartementen. Meer dan de helft van de private huurders (56%) hoort bij de laagste 45% van de netto belastbare inkomens en ongeveer zeven op tien verdient minder dan het gemiddelde Gentse inkomen. Zeker voor alleenstaande leefloontrekkers en eenverdieners met kinderen vormen de huurprijzen een probleem(143). Een op vijf van de personen met de laagste inkomens besteedt minstens 37% van het maandinkomen aan huur. Een op vier van de private huurders komt in aanmerking voor een sociale huurwoning, goed voor ongeveer 11.900 Gentse gezinnen. 18% van de huurders heeft problemen om de huur te betalen(144). België kent een grote kloof in armoederisico tussen huurders en eigenaars. Voor de huurders bedraagt dit risico 28% met slechts 10% voor eigenaars(145).
Sociale huisvesting Aanbod Gent vervult een centrumfunctie op vlak van sociale huisvesting. Het aandeel sociale huurwoningen in de stad zelf is namelijk minstens drie keer zo hoog als het aandeel in de buurgemeenten. Eind 2011 telde Gent ongeveer 14.800 sociale huurwoningen (waarvan er zowat 1.200 in een concreet renovatieplan opgenomen waren). 13% van de gezinnen huurt een sociale woning. Daarmee komt Gent op de tweede plaats bij de dertien Vlaamse centrumsteden(146). Toch zijn er diverse knelpunten in deze sector zoals de trage doorlooptijd van projecten en een grotendeels verouderd patrimonium(147).
Vraag De vraag is nog altijd groter dan het (grote) aanbod. De voorbije jaren is vooral de vraag naar woonentiteiten met één en twee slaapkamers gestegen. Eind 2011 waren er 7.892 kandidaat-huurders(148). Tussen 2008 en 2020 zouden er 1.980 nieuwe sociale huurwoningen bij komen.
Besluit Bevolkingsprognoses voorspellen dat de bevolking zal blijven groeien. De vraag om te wonen in Gent doet dat dus ook. Het woonaanbod kan niet onbeperkt groeien: ruimte in de stad is niet oneindig. Al bij al is het totale aantal bijkomende vergunde woningen en het aantal bijkomende gezinnen vrij goed in evenwicht. Andere kenmerken van de Gentse woonmarkt zijn de sterke stijging van het aantal appartementen en de vaststelling dat kotstudenten bijkomend een druk op de private woonmarkt creëren omdat ze een deel van de gezinswoningen innemen. De woonmarkt in Gent blijft krap. De Gentse huurmarkt omvat 47% van de totale woonmarkt. Ook het aandeel gezinnen dat een sociale woning huurt is vrij hoog, Gent vervult op dat vlak een centrumfunctie ook al kampt de sector sociale huisvesting met diverse knelpunten. De stijgende koopprijzen komen voor in alle centrumsteden. In Gent wordt dat wel scherper aangevoeld omdat de stad een inhaalbeweging doormaakte, die zich het sterkst laat voelen in de lagere prijscategorieën. Betaalbaar wonen is vooral voor de huurders een probleem: zij vormen een kwetsbare groep, zeker wanneer het alleenstaanden met een leefloon of eenverdieners met kinderen betreft. Over de woonkwaliteit zijn de Gentenaars tevreden. De kwaliteit van de woningen in de 19de-eeuwse gordel is laag. Om de dichtbevolkte 19de-eeuwse gordel meer ademruimte te geven, zijn stadsvernieuwingsprojecten opgestart.
48
Hoofdstuk 6
Focus op mobiliteit De actuele mobiliteitsproblematiek: nog steeds druk van koning auto In Gent moeten steeds meer mensen zich verplaatsen. De bevolking groeit, er zijn meer studenten en ook meer pendelaars. Er zijn ook meer activiteiten in en rond de stad. Mensen nemen dan ook steeds vaker de auto, waardoor het aantal congestiepunten toeneemt en alternatieve (sluip)routes populairder worden. Dat zorgt voor problemen op vlak van leefbaarheid en veiligheid. Het openbaar vervoer blijft in een moeilijke marktpositie. Zo zijn er problemen op vlak van doorstroming en beschikbaarheid, en ontbreken er essentiële schakels in het netwerk en een volwaardige P+R-infrastructuur… Het fietsnetwerk is nog niet voldoende uitgebouwd. Er zijn nog veel gevaarlijke en weinig comfortabele punten en het stallingsbeleid is nog niet consistent… Ook voetgangers ondervinden knelpunten(149).
Duurzame mobiliteit De jongste jaren is er een evolutie naar duurzame mobiliteit. Daarbij komt niet langer de auto, maar de mens op de eerste plaats(150). Zo is er bijvoorbeeld het STOP-principe (Stappen – Trappen – Openbaar vervoer – Personenwagen) waarbij de aandacht vooreerst naar de voetgangers gaat, daarna naar de fiets, vervolgens het openbaar vervoer en tenslotte de auto.
Ruimte voor voetgangers 8% van de Gentenaars verplaatst zich in zijn vrije tijd voornamelijk te voet (in 2009). Eenzelfde percentage doet dat ook van en naar het werk of de school(151). Voor voetgangers vertaalt duurzame mobiliteit zich in • een autoluwe binnenstad met een groot verkeersvrij voetgangersgebied. Na de Kobrawerken zal Gent een homogeen en verzorgd voetgangersgebied hebben. Slechts onder strikte voorwaarden kan je een vergunning krijgen om er te laden en te lossen. Toch is er nog altijd te veel doorgaand verkeerd in het voetgangersgebied (30% van de geregistreerde auto’s)(152). • onder het Trottoir Actie Plan (TAP) werd 22.000m² stoep heringericht(153). Toch is de kwaliteit van de voetpaden er de voorbije jaren op achteruit gegaan(154).
Fietsverkeer 87% van de Gentse gezinnen heeft minimum één fiets (in 2009)(155). In Gent is de fiets alomtegenwoordig in het stadsbeeld: studenten maken er massaal gebruik van, pendelaars gaan ermee van en naar het station… 62% van de studenten fietst vaak tot altijd naar de les(156). Tussen 2008 en 2011 steeg het fietsverkeer met 18%(157). Duurzame mobiliteit vertaalt zich op vlak van fietsgebruik o.a. in: • Investeren in fietspaden. In 2010 heeft Gent 380km fietspaden(158) waarvan de kwaliteit de laatste jaren stabiel is gebleven(159). • Investeren in zowel privé- als openbare fietsenstallingen. Aan de stations komen er steeds meer fietsen in de stallingen: in 2012 zijn dit er bijna 8.000, tegenover 3.502 in 2000. Sinds 2006 neemt ook het aantal openbare fietsenstallingen toe: in 2011 zijn dat er al 9.600 (+35%) (fietsenstallingen op NMBS-terreinen en privéstallingen niet inbegrepen).
D1
Focus op mobiliteit
49
Het openbaar en collectief vervoer Bijna twee derde van de Gentse gezinnen beschikt over minimum één abonnement op het openbaar vervoer. Dat aandeel is hoog in vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden(160). 94% van de Gentenaars woont binnen 500 meter loopafstand van het openbaar vervoer met een minimumfrequentie(161). In Gent is er een uitgebreid netwerk aan trams en bussen dat zorgt voor een sterke gebiedsdekking. De stations Gent-Sint-Pieters en Gent Dampoort hebben een belangrijke verbindingsfunctie. Gent-Sint-Pieters is het belangrijkste station in Vlaanderen(162) met 50.500(163) instappende reizigers per dag. De twee stations worden complementair ontwikkeld: Gent-Sint-Pieters is van belang voor het uitbouwen van Gent als kennisstad en voor de kantoorontwikkelingen langs de Koningin Fabiolalaan. Gent Dampoort ligt vlakbij de haven, de culturele cluster, de Kuip en in een belangrijk woongebied(164). Volgens de Lijn blijft het aantal passagiers toenemen(165). 86% van de Gentenaars vindt dat er voldoende openbaar vervoer is in de buurt; negen op tien is tevreden over de afstand tot bus of tram en 83% is tevreden over de frequentie van het aantal bussen of trams. Meer dan een kwart van de Gentenaars maakt dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. 23% doet dit minstens één keer per week en 7% neemt nooit een bus, tram of trein(166). Om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verhogen, werden er tussen 2007 en 2011 100 haltes uitgestulpt. Zo kunnen de bussen op de rijweg stilstaan en hoeven ze geen tijd meer te verliezen om in te voegen in de verkeerstroom. Op het vlak van collectief vervoer is Cambio de grootste speler. Dit autodeelsysteem is gestart in 2003 en kent een stijgend aantal gebruikers (momenteel zijn er 60 deelauto’s en ongeveer 1.750 gebruikers)(167). Dégage! vzw (DE Gedeelde Autovloot GEnt)(168) is een particulier autodeelsysteem in Gent met 19 auto’s en meer dan 400 gebruikers. Particulier autodelen betekent in dit geval dat eigenaars hun auto door andere mensen laten gebruiken tegen een kilometervergoeding.
Autoverkeer De auto is nog altijd het belangrijkste vervoersmiddel bij de Gentenaars. De helft van de Gentenaars verplaatst zich in zijn vrije tijd hoofdzakelijk met de auto. Op de tweede en derde plaats komen respectievelijk de fiets (23%) en het openbaar vervoer (18%). De auto komt ook op de eerste plaats voor verplaatsingen naar het werk of de school (45%), gevolgd door het openbaar vervoer (26%) en de fiets (19%). In 2010 bezit 56% van de gezinnen één wagen en iets meer dan een kwart heeft er twee of meer. Gezinnen die in het centrum wonen hebben gemiddeld minder auto’s dan gezinnen uit de periferie. Bovendien heeft ongeveer een op vier van de gezinnen in het centrum geen wagen(169). De kwaliteit van de rijwegen is er de voorbije jaren op achteruit gegaan. Het aantal zwaargewonde en dodelijke verkeersslachtoffers ligt in Gent voor de periode 2007-2009 op 9,2 per 10.000 inwoners. Dat is een sterke stijging tegenover 1998-2000 toen er 6,4 slachtoffers per 10.000 inwoners waren. Gent is daarmee (samen met Kortrijk en Hasselt) bij de steden met het hoogste aandeel verkeersslachtoffers van alle Vlaamse centrumsteden. Het aantal zwaargewonde en dodelijke fietsslachtoffers bedraagt 1,1 per 10.000 inwoners voor de periode 2008-2009. Dat is een daling van 18% tegenover 2004-2005 en vergelijkbaar met de overige Vlaamse centrumsteden. In dichtbebouwde wijken in en rond het centrum en de 19e-eeuwse gordel groeien de klachten van de bewoners over de moeilijke parkeersituatie. In 2011 is slechts 53 % van de Gentenaars tevreden met het aanbod aan parkeerplaatsen voor buurtbewoners(170). Om daaraan tegemoet te komen zijn er verschillende
50
parkeerregimes (betalend, blauwe zone, bewonersparkeren) ingevoerd. Gent telt ook negen parkeergarages, een aantal park&ride locaties en een aantal buurtparkings. In 2011 telde Gent 29.377 parkeerplaatsen op de openbare weg waar een parkeerregime geldig is. Zes op tien daarvan vallen onder het regime ‘betalend parkeren’; 35% ligt in een blauwe zone en 4% is voorbehouden voor bewonersparkeren(171). Eind 2011 stonden er 950 parkeerautomaten in Gent voor 17.774 betalende parkeerplaatsen. 1.506 daarvan bevinden zich op en binnen de voormalige parkeerroute in de binnenstad, en 16.268 erbuiten. In Gent zijn er negen parkeergarages met 4.436 parkeerplaatsen. Daarnaast tellen zeven P+R locaties samen 669 parkeerplaatsen. Momenteel telt de stad ook vijf buurtparkings en in de komende jaren zullen er meer bijkomen.
Besluit Er is een aanzienlijke toename van het aantal verplaatsingen in Gent door de demografische groei, het toenemend aantal pendelaars en studenten, een hoger activiteitenniveau en het verspreiden van functies over de stad en de omliggende regio. De meeste verplaatsingen gebeuren met de auto. Ondanks het lagere autobezit in het centrum, zijn er net daar en in de 19de-eeuwse gordel klachten over moeilijke parkeersituaties voor bewoners. Het aantal congestiepunten neemt toe en er is een toenemend gebruik van alternatieve (sluip)routes. Dat kan leiden tot onveiligheid en verkeersonleefbaarheid, ook voor de zwakkere weggebruiker. Van alle Vlaamse centrumsteden kent Gent samen met Kortrijk en Hasselt het hoogste aandeel verkeersslachtoffers. De kwaliteit van voet-, fietspaden en rijwegen is niet optimaal. Voor fietsers is er een weinig consistent stallingsbeleid en een beperkte uitbouw van een fietsnetwerk. Het openbaar vervoer in Gent zorgt met een uitgebreid netwerk voor een sterke gebiedsdekking. Er blijven wel wat problemen op vlak van doorstroming en beschikbaarheid en er ontbreken een aantal essentiële schakels in het openbaarvervoersnetwerk, alsook een volwaardige P+R-infrastructuur.
D1
Focus op kinderopvang en onderwijs
51
Focus op kinderopvang en onderwijs Hoofdstuk 7
Specifiek voor Gent is de verjonging: er zijn meer geboortes en dus schuiven er ook steeds meer kinderen naar de kleuter- en lagere scholen.
Kinderopvang: naast meer opvang nog meer vraag Voorschoolse kinderopvang Het aantal opvangplaatsen in kinderdagverblijven en bij onthaalouders steeg sinds 2006 van 3.186 plaatsen naar 4.331 in 2011. Daarmee is het tekort van ongeveer 600 plaatsen, dat in 2006 door het Lokaal Overleg Kinderopvang werd vastgesteld, weggewerkt. Maar, intussen – anno 2012 – zijn er bijkomende plaatsen nodig. Dit komt vooral door de sterke stijging van het aantal kleine kinderen sinds 2006. In 2006 telde Gent 7.559 kinderen tussen 0 en 3 jaar, op 31 december 2011 was dit opgelopen naar tot 9.797. Pas in 2011 zien we een stabilisering van het geboortecijfer. De formele kinderopvang heeft de voorbije jaren aan belang gewonnen: 62% van de kinderen in Vlaanderen maakt daar nu gebruik van. Wel maken meer gezinnen deeltijds gebruik van de opvang waardoor van elke opvangplaats gemiddeld door 1,27 kinderen gebruik gemaakt wordt(172). De dekkingsgraad berekent de verhouding van het aantal opvangplaatsen tegenover het aantal 0- tot 2-jarigen. Momenteel bedraagt dat in Gent 45%. Dat is een aanzienlijke stijging tegenover 2006 (38%). Toch is er nog een lange weg te gaan als gemiddeld 62% van de Gentse gezinnen (zoals het gemiddelde voor Vlaanderen) gebruik zou willen maken van de formele opvang. De kinderopvangplaatsen zijn ook niet altijd even toegankelijk voor iedereen. Bij een groot deel van de zelfstandige opvanginitiatieven worden geen inkomensgerelateerde ouderbijdragen gevraagd, waardoor ze duur kunnen uitvallen voor financieel zwakkere gezinnen. De ‘sociale’ dekkingsgraad(173) bedraagt in Gent slechts 28%.
Buitenschoolse kinderopvang Buitenschoolse opvang is een verzamelnaam voor elke professionele kinderopvang, geregeld voor schoolgaande kinderen buiten de schooltijden. Sinds 2006 steeg het aantal kinderen in de voorschoolse opvang. Die kinderen hebben nu de schoolleeftijd bereikt, waardoor er een tekort optreedt aan plaatsen in basisscholen(174) en dus ook in de buitenschoolse opvang. Gent telt ongeveer 25.000 leerlingen in het basisonderwijs, maar het aanbod aan specifieke structurele buitenschoolse opvang is beperkt. Enkel aan de stedelijke basisscholen zijn er initiatieven voor buitenschoolse opvang verbonden die voornamelijk de jongste kinderen opvangen. Op schooldagen verblijven daar ongeveer 3.600 kinderen, op vakantiedagen gemiddeld 1.500 kinderen. Daarnaast wordt de rest van de vrije tijd van de kinderen ingevuld door de scholen zelf, het jeugdwerk en culturele en sportverenigingen, zonder dat deze hun activiteitenaanbod als ‘opvang’ wensen te benoemen. Daardoor is het bijzonder complex om het tekort aan opvang voor kinderen tussen 2,5 en 12 jaar exact te berekenen. Volgens verenigingen die de belangen van sociaal zwakkere gezinnen verdedigen, is het vrijetijdsaanbod voor hen financieel vaak niet haalbaar.
52
Onderwijs: een centrumfunctie voor Gent Aantrekkingskracht onderwijs versus capaciteitsprobleem Gent vervult een centrumfunctie op het vlak van hoger en secundair onderwijs. 86% van de studenten hoger onderwijs komt niet uit Gent(175). De inschrijvingsgraad in het gewoon secundair onderwijs is 163%: per 100 jongeren die in Gent wonen, zitten er 163 op school in Gent(176). Voor het Gentse kleuteronderwijs bedraagt deze inschrijvingsgraad 101% en voor het lager onderwijs 104%(177). In het basisonderwijs en vooral in het kleuteronderwijs kent Gent een capaciteitsprobleem. Tot 2008 kende Gent het fenomeen van de ‘kamperende ouders’ bij bepaalde ‘populaire’ scholen. Ouders gingen soms dagen voor het eerste inschrijvingsmoment voor de schoolpoorten kamperen om zeker een plaatsje te bemachtigen. Om dit te vermijden, is er in Gent sinds 2009 een online aanmeldingssysteem(178) waarbij ouders hun kinderen vooraf kunnen aanmelden voor de school van hun keuze. Als er meer inschrijvingen zijn dan plaatsen in de school, dan krijgt wie dichter bij de school woont voorrang. De inschrijvingsmethode kan echter weinig verhelpen aan de bestaande spreiding van de schoolgebouwen: hoewel er op stadsniveau voldoende plaats lijkt te zijn voor elk kind dat in Gent woont, constateert men in bepaalde wijken een tekort aan plaatsen, terwijl er in andere wijken een overschot is. Het capaciteitsprobleem is te wijten aan de sterke stijging van het aantal geboortes vanaf 2004(179). Deze stijging houdt aan tot 2010 en in 2011 is er voor het eerst een lichte daling. Toch blijft het aantal geboortes zeer hoog.
Kleuteronderwijs Schooljaar 2012-2013
Dekkingsgraad
Instapklas
91,8
1ste kleuterklas
100,0
2de kleuterklas
105,7
3de kleuterklas
114,1
25. Dekkingsgraad in het kleuteronderwijs in het schooljaar 2012-2013. Bron: CAR 2012, De dekkingsgraad is de capaciteit aan plaatsen in de kleuterklassen op het aantal kinderen geboren in een bepaald jaar. Bevolkingsregister Stad Gent op 31 december 2011.
D1
Focus op kinderopvang en onderwijs
53
Kleuteronderwijs
34 - 50 51 - 99 100 101 - 200 201 - 250
67
64
105 45
194 48
95
60
121
77
157 217 72
52 190 58
209
217
34
172
62
108
72 96
66
26. Dekkingsgraad in het kleuteronderwijs in het schooljaar 2012-2013, op wijkniveau. Bron: CAR 2012, Bevolkingsregister Stad Gent op 31 december 2011. De dekkingsgraad is de capaciteit aan plaatsen in de 1ste kleuterklassen op het aantal kinderen geboren in een bepaald jaar.
Kwaliteit van het onderwijs Volgens internationaal vergelijkend onderzoek(180) presteren Vlaamse jongeren op alle domeinen (leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen) meer dan behoorlijk. De klassieke, internationaal voorkomende geslachtsverschillen zijn ook in Vlaanderen te vinden: meisjes zijn beter in leesvaardigheid en jongens in wiskunde, autochtone leerlingen presteren beter dan allochtone jongeren. Er is wel een evolutie merkbaar. Kinderen van migranten van de eerste generatie blijven ondertussen niet meer steken op de ‘bodemscore’ voor competenties en de kloof in leesvaardigheid wordt kleiner. Desondanks blijft in Vlaanderen de kloof tussen autochtone en allochtone leerlingen van de tweede generatie het grootst van de hele wereld(181).
54
Meer ongelijke schoolloopbanen in stedelijke realiteit Gelijke kansen beleid(182) Leerlingen worden beschouwd als GOK-leerlingen wanneer ze aan één van de volgende vijf criteria voldoen: (1) het gezin ontving in het schooljaar minstens één schooltoelage, (2) de moeder heeft geen diploma van het secundair onderwijs, (3) het gezin behoort tot de trekkende bevolking, (4) het kind is geplaatst op grond van een maatregel van bijzondere jeugdzorg, (5) de thuistaal is niet het Nederlands. In het basisonderwijs is niet alleen het aantal GOK-leerlingen, maar ook hun aandeel de laatste jaren gestegen: van 36 % in 2002 naar 48% in 2009. Vanaf 2009 werd het schooltoelagecriterium gehanteerd (criterium 1) waardoor er dat jaar een sterke stijging van het aantal GOK-leerlingen optrad. Nadien blijft het percentage stabiel.
Kleuterparticipatie(183) Sinds 2009 heeft het gewoon lager onderwijs een nieuwe toelatingsvoorwaarde: het kind dat in het Nederlandstalig lager onderwijs wil stappen, moet het voorgaande schooljaar minimum 220 halve dagen aanwezig geweest zijn in het Nederlandstalig kleuteronderwijs. Is dit niet het geval, dan moet het kind een taalproef Nederlands afleggen. In het schooljaar 2009-2010 was het overgrote merendeel van de vijfjarigen (99%) ingeschreven in het kleuteronderwijs in Vlaanderen. Ook de effectieve aanwezigheid van de kleuters lag erg hoog (97%)(184). In Gent en Antwerpen ligt de effectieve aanwezigheid lager dan het Vlaamse gemiddelde. We moeten hier wel rekening houden met de intra-Europese migratie. In de cijfers zitten namelijk ook anderstaligen die in de loop van het schooljaar naar Vlaanderen gemigreerd zijn en daardoor niet aan de vereiste 220 halve dagen kunnen komen. Vijfjarigen in kleuterschool stad
voldoende halve dagen
onvoldoende halve dagen
totaal
Antwerpen
5.861
94,8%
321
5,2%
6.182
Gent
2.727
95,0%
143
5,0%
2.870
27. Het aantal en aandeel van ingeschreven vijfjarigen dat voldoende halve dagen in de kleuterscholen van Antwerpen en Gent heeft doorgebracht, in het schooljaar 2009-2010, om zonder taalproef toegelaten te worden tot het lager onderwijs. Bron: Departement Onderwijs en Vorming Vlaamse Gemeenschap.
Spijbelen(185) Spijbelen neemt toe op alle onderwijsniveaus. In het voltijds secundair onderwijs zien we een stijgende trend van 1,7% in het schooljaar 2006-2007 naar 2,4% in het schooljaar 2010-2011, hoewel het aantal hardnekkige spijbelaars (meer dan 30 halve dagen ongewettigd afwezig) lijkt te stabiliseren. Spijbelgedrag verschilt naar onderwijsvorm. Jongeren uit het deeltijds beroeps secundair onderwijs spijbelen het meest, gevolgd door jongeren uit het voltijds beroeps secundair onderwijs. Ook in het basisonderwijs is er sprake van spijbelgedrag. Hier zijn het vooral de opvoedingverantwoordelijken die de kinderen niet naar school brengen.
D1
Focus op kinderopvang en onderwijs
55
Schoolse vertraging of zittenblijven(186) Schoolse vertraging is het aantal leerjaren achterstand dat een leerling oploopt(187). In Gent heeft ruim een kwart van de leerlingen vertraging opgelopen in het vijfde jaar van het lager onderwijs. De schoolse vertraging nam in het Gents secundair onderwijs toe tot het schooljaar 2008-2009, om daarna opnieuw te dalen, maar ligt nog altijd merkelijk boven het Vlaamse gemiddelde. Schoolse vertraging - lager 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Gent
25,3
26,6
28,6
28,5
27,3
Antwerpen
31,3
30,5
31,6
32,1
32,4
Vlaams Gewest
16,5
16,5
17,0
17,4
17,3
28. Aandeel van kinderen in het lager onderwijs van Gent, Antwerpen en het Vlaamse Gewest dat schoolse vertraging oploopt, evolutie van 2006-2007 tot 2010-2011. Bron: Stadsmonitor 2011.
Schoolse vertraging - secundair Gent
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
ASO
16,5
16,2
17,1
17,8
15,6
TSO
48,0
47,8
50,3
51,5
49,8
BSO
72,6
71,8
76,0
72,7
75,1
29. Aandeel van kinderen in het ASO, TSO en BSO van Gent, in evolutie van 2006-2007 tot 2010-2011. Bron: Stadsmonitor 2011.
Watervaleffect Het watervaleffect is het fenomeen waarbij leerlingen in het secundair onderwijs eerst kiezen voor de moeilijkste studierichting en na (herhaald) falen gradueel ‘afdalen’ naar een makkelijker onderwijsvorm. Zo kiezen veel leerlingen eerst voor het algemeen secundair onderwijs (ASO). Als dat te zwaar blijkt, veranderen ze naar het technisch of beroepsonderwijs. Het watervalsyndroom is nefast voor de motivatie van scholieren(188).
Ongekwalificeerde uitstroom In Vlaanderen verliet in 2009 12% van de leerlingen het leerplichtonderwijs zonder kwalificatie. Bij de meisjes is dit 9%; bij de jongens 15%(189,190). Vooral het voltijds gewoon beroepsonderwijs telt veel schoolverlaters(191). Schoolverlaters zonder diploma secundair onderwijs hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt. Van de laaggeschoolden die in 2007 de schoolbanken verlieten, was een vijfde een jaar later nog op zoek naar werk. Bij de schoolverlaters van 2008 was één op drie nog werkzoekend na een jaar. Op middellange termijn stabiliseert het percentage van laaggeschoolde schoolverlaters die geen job hebben op een hoog niveau.
56
Werkzoekende schoolverlaters 35
30
25 dec. 2008 jun. 2009
jan. 2010 juni 2010
20
15
14,6
10,4 8,8
10 9,8
6,7
10,4 7,6
5 juni 2008 dec. 2008 juni 2009
jan. 2010
0 na 1 maand
na 1 jaar
na 2 jaar
restpercentage schoolverlaters 2007
na 3 jaar
na 4 jaar
restpercentage schoolverlaters 2008
30. Aandeel van het restpercentage van de schoolverlaters in 2007 en 2008, tot vier jaar na het verlaten van de school. Bron: VDAB, 2011. Het restpercentage is het aandeel van de schoolverlaters dat nog werk zoekt tegenover het totaal aantal schoolverlaters.
Werkzoekende laaggeschoolde schoolverlaters 40
dec. 2008 33,4
35
27,2
30
27,0
25 22,6
20
23,3
dec. 2008
17,7 20,1
15 10 5 0 na 1 maand
na 1 jaar
na 2 jaar
restpercentage schoolverlaters 2007
na 3 jaar
na 4 jaar
restpercentage schoolverlaters 2008
31. Aandeel van het restpercentage van de laaggeschoolde schoolverlaters in 2007 en 2008, tot vier jaar na het verlaten van de school. Bron: VDAB 2011. Het restpercentage is het aandeel van de laaggeschoolde schoolverlaters dat nog werk zoekt tegenover het totaal aantal laaggeschoolde schoolverlaters.
D1
Focus op kinderopvang en onderwijs
57
Voorbij leerplichtonderwijs Deelname aan het hoger onderwijs Het opleidingsniveau van de moeder beïnvloedt of haar kind naar het hoger onderwijs trekt of niet. Negen op tien van de leerlingen met hooggeschoolde moeders begint aan het hoger onderwijs. Bij kinderen van laaggeschoolde moeders start slechts vier op tien. Het opleidingsniveau van de moeder is voor jongens belangrijker dan voor meisjes. Daarnaast is de tewerkstellingssituatie van de ouders van belang. Zo hebben kinderen van werkende moeders het meeste kans om in het hoger onderwijs te starten. Die kans is het laagst bij kinderen van moeders die een ziekte- of invaliditeitsuitkering ontvangen. Jongens stromen systematisch minder door naar het hoger onderwijs. Van de scholieren die in Gent wonen en een diploma secundair onderwijs behaalden in het schooljaar 2009-2010, stroomde meer dan twee derde door naar een bachelor opleiding(192). Doorstroming naar bachelor voltijds gewoon secundair onderwijs
doorstroom
ASO
92,5%
TSO
59,0%
KSO
67,8%
BSO
11,1%
totaal
67,7%
32. Doorstroming van scholieren (die in Gent wonen) vanuit het voltijds secundair onderwijs naar een bacheloropleiding, voor ASO, TSO, KSO en BSO, in 2009-2010. Bron: Datawarehouse Onderwijs en Vorming.
Aansluiting van onderwijs naar arbeidsmarkt Een diploma is een belangrijke troef bij de zoektocht naar een job. Toch verloopt de aansluiting van het onderwijs naar de arbeidsmarkt niet altijd even vlot. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er jongeren opgeleid worden voor een diploma waar amper vraag naar is en er tegelijkertijd sectoren zijn met een tekort aan gediplomeerd personeel. Zo zijn er weinig schoolverlaters in sommige studierichtingen met goede perspectieven op de arbeidsmarkt, zoals bouw. Tegelijk komen er jaarlijks honderden jongeren op de arbeidsmarkt met een diploma waarvoor de tewerkstellingskansen zeer klein zijn. Jaarlijks verlaten duizenden leerlingen het onderwijs met enkel een diploma ASO en bieden zij zich totaal onvoorbereid aan op de arbeidsmarkt(193).
Knelpuntberoepen De lijst met knelpuntberoepen is heel divers, net als de oorzaken ervan(194). De VDAB onderscheidt drie oorzaken: kwantitatief, kwalitatief en arbeidsomstandigheden. Knelpuntberoepen met een kwantitatief probleem Heel wat knelpuntberoepen ontstaan omdat onvoldoende jongeren voor dit beroep en de daarbij horende opleiding willen kiezen. Dit kan niet op korte termijn opgelost worden. Er zijn relatief weinig beroepen voor hooggeschoolden die met een kwantitatief tekort kampen. Toch bevat deze groep een aantal van de meest hardnekkige knelpuntberoepen zoals ingenieur en verpleegkundige. Daarnaast gaat
58
het ook om leerkrachten en sommige technici en technisch tekenaars. Het grootste aantal knelpuntberoepen wordt veroorzaakt door een tekort aan schoolverlaters uit het TSO en BSO. Dit zijn bijvoorbeeld technisch tekenaars en patroontekenaars, al eisen werkgevers ondertussen steeds vaker een bachelordiploma. Ook voor technisch personeel groeien de diplomavereisten. De andere beroepen binnen deze groep richten zich nog voornamelijk op secundair onderwijs (elektricien, insteller-bediener, monteur, loodgieter, lasser, schrijnwerker, drukker, bakker en gespecialiseerde bouwvakkers). De oorzaak van het probleem blijft ongewijzigd: weinig jongeren kiezen voor een technisch georiënteerde opleiding. Het tekort aan leerlingen in de juiste richtingen van het TSO vertaalt zich ook in een tekort aan technisch onderlegde hooggeschoolden (vooral professionele bachelors en masters). Knelpuntberoepen met een kwalitatief probleem Deze groep omvat zeer diverse beroepen waarvoor er wel degelijk voldoende kandidaten te vinden zijn. Alleen beschikken ze doorgaans niet over de juiste competenties. Bij bediendefuncties bijvoorbeeld missen veel kandidaten de nodige talenkennis, technische kennis of kennis van sector en procedures. Voor andere beroepen is er een overschot aan schoolverlaters uit de juiste studierichting, maar hebben ze de verkeerde attitude of een gebrek aan motivatie om het beroep ook effectief uit te oefenen. Dit is onder andere een gevolg van het watervalsysteem(195): jongeren komen er in een bepaalde studierichting terecht maar willen het beroep later niet uitoefenen. Ook de conjunctuur speelt een rol. In tijden van economische crisis vinden schoolverlaters moeilijker werk.
Besluit Sinds 2006 is er een tekort aan voorschoolse kinderopvangplaatsen door de sterke stijging van geboortes. Deze kinderen gaan ondertussen naar het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang, waardoor ook daar een tekort aan plaatsen optreedt. Het capaciteitsprobleem is dan ook de uitdaging voor het volgende decennium. Een kenmerk van het Gentse secundair onderwijs is de duidelijke centrumfunctie: voor elke 100 jongeren die in Gent wonen, zijn er 163 die schoollopen in een Gentse secundaire school. Wat zal er gebeuren als de stroom aan basisschoolleerlingen doorstroomt naar het Gentse secundair onderwijs? De GOK-decreten hebben de leerlingen uit kansengroepen zichtbaar gemaakt en ondersteund. De schoolse vertraging in Gent blijft hoog, in het vijfde leerjaar heeft reeds een kwart van de leerlingen vertraging opgelopen. Spijbelgedrag neemt toe in alle geledingen van het Gents voltijds secundair onderwijs en is het grootst in het BSO. Gent is een echte studentenstad, met 67.000 studenten. Inzicht in de doorstroming naar hoger onderwijs of de aansluiting op de arbeidsmarkt, na de leerplicht, is essentieel maar niet bekend voor Gent. Vlaamse statistieken (2009) stellen dat 12% van de Vlaamse scholieren het leerplichtonderwijs zonder diploma heeft verlaten. Van de Gentse scholieren met een diploma secundair onderwijs stroomt 68% door naar hoger onderwijs.
D1
Focus op economie en werk
Hoofdstuk 8
59
Focus op economie en werk Kredietcrisis en eurocrisis: onzekere tijden De kredietcrisis die in september 2008 uitbrak liet (en laat) zich ook in Europa voelen. Toen twee jaar later een Europese schuldencrisis ontstond, dook het recessiespook op. Dat alles zorgt voor onzekere economische vooruitzichten(196).
Kenniseconomie Industrie als spil van werkgelegenheid Antwerpen (283.268 in 2010) en Gent (170.249) zijn samen goed voor bijna een zesde van alle jobs in het Vlaamse Gewest (2.765.019). Het belang van de industrie in Gent is te danken aan de Gentse haven. In 2009 zorgde de haven voor 26.733 directe jobs en 38.537 indirecte jobs(197). Van de directe jobs waren er 19.661 industriële jobs (voornamelijk metaal en voertuigen). Daarnaast telt Gent ook industriële bedrijven in biotech, energie, voeding… Het aandeel van de industrie in de Gentse werkgelegenheid daalt gestaag: van 21% in 2006 naar 19% in 2010. Dat is geen gevolg van een dalende productie maar van een stijgende productiviteit. De industrie blijft van groot belang, onder meer voor de Gentse kenniseconomie. Het overgrote deel van de bedrijfsuitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (O&O) komt namelijk voor rekening van de industrie. De dienstverlenende sector blijft daar ver bij achter. In vergelijking met andere steden heeft Gent trouwens weinig commerciële diensten. Hoofdsectoren 100 90 792.454
83.433
80
21.656
65.368 37.722
32.375
70 60 50 40
1.310.021 156.598
71.210 26.685
32.053
30
32.313
20 10
41.585
588.277
32.425 6.824
5.992
0 Antwerpen
Hasselt
Gent
Leuven
onbekend
tertiaire sector
quartaire sector
secundaire sector
8.577
Brugge
Vlaams Gewest
primaire sector
33. Totale werkgelegenheid opgedeeld naar economische hoofd sector, in vijf steden en het Vlaams Gewest, in 2010. Bron: Vlaamse Arbeidsrekening, Steunpunt WSE.
60
Werkgelegenheid en groei: jobcreatie scoort goed Antwerpen en Gent voeren dan wel de kop aan in aantal jobs, maar dat betekent niet dat ze ook de hoogste jobratio’s (aantal jobs per honderd inwoners op arbeidsleeftijd) hebben onder de provinciehoofdsteden. Leuven scoort daar het hoogst, op de voet gevolgd door Hasselt. De Gentse jobratio stijgt minder snel dan de Vlaamse. Dat heeft niet zozeer te maken met de evolutie in het aantal jobs, dan wel met de Gentse bevolkingsaangroei. Jobratio 120
110
100
90
80
70
60 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
34. Evolutie van de jobratio in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2006 tot 2010. Bron: Vlaamse Arbeidsrekening, Steunpunt WSE.
De jobratio is het aantal jobs per 100 inwoners
op arbeidsleeftijd (15 tot 64 jaar).
Concurrentievermogen: gemengde signalen Ondernemerschap: nood aan doorgroeiers Willen we de economische groei en de tewerkstelling in de toekomst op een aanvaardbaar peil houden dan is niet alleen van belang dat meer mensen ondernemend worden, maar vooral dat meer ondernemers hun zaak kunnen uitbreiden tot een succesvolle en groeiende onderneming. Als we het aantal BTW-plichtigen relateren aan het aantal inwoners op arbeidsleeftijd komen we tot de ondernemingsratio. Die kent in Gent een stijgende tendens en ligt vrijwel even hoog als de Vlaamse ratio. Het aantal ondernemers en evolutie ervan volgen dus de Vlaamse trend. Deze is in Gent niet hoger dan gemiddeld in Vlaanderen. Sinds 2007 stijgt de Gentse ratio minder snel dan het Vlaams gemiddelde. Als we het aantal bedrijfsvestingen met personeel op dezelfde manier relateren komen we echter tot een heel ander beeld. Werkgeverschap wordt uitgedrukt in vestigingsratio. Deze vestigingsratio ligt beduidend boven het Vlaamse cijfer, maar vertoont wel een dalende tendens. Er zijn in Gent dus meer vestigingen dan het Vlaamse gemiddelde doet vermoeden, maar het verschil met Vlaanderen wordt wel kleiner.
D1
Focus op economie en werk
61
Ondernemingsratio 13
12
11
10
9
8 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
35. Evolutie van de ondernemingsratio in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2006 tot 2010. Bron: Vlaamse Arbeidsrekening, Steunpunt WSE en Lokale Statistieken, SVR. De ondernemingsratio is het aantal BTW-plichtigen op het aantal inwoners op arbeidsleeftijd.
Vestigingsratio 7
6
5
4
3 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
36. Evolutie van de vestigingsratio in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2006 tot 2010. Bron: Vlaamse Arbeidsrekening, Steunpunt WSE en Lokale Statistieken, SVR. De vestigingsratio is het aantal bedrijfsvestigingen met personeel op het aantal inwoners op arbeidsleeftijd.
62
Innovatie: op zoek naar resultaten Innovatie speelt een steeds belangrijker rol in de kenniseconomie. Om de technologische innovatie te meten, kunnen we kijken naar de octrooien. Vooral multinationale en grote industriële bedrijven maken gebruik van een octrooi om een uitvinding te beschermen. In Gent bestaat de top 3 uit de Universiteit Gent, Cropdesign en VIB. Gent moet hierin Leuven laten voorgaan, waar vooral IMEC, KU Leuven en Tyco Electronics Raychem veel octrooien aanvragen(198). Op vlak van innovatie is Gent sinds heel lang de bakermat van de biotechnologie. Sinds kort speelt ook de Gentse haven een belangrijke rol, vooral in de sector van de bio-energie. Ook op het vlak ICT wil Gent een belangrijke rol spelen. De bouwstenen zijn hiervoor wel aanwezig, maar innovatieve bedrijfsactiviteiten en resultaten zijn minder zichtbaar. De Gentse economie kampt met een innovatieparadox, waarbij de aanwezige wetenschappelijk-technologische kennis te weinig gevaloriseerd wordt in producten en diensten(199). Er bestaan indicatoren op basis van neergelegde en gepubliceerde jaarrekeningen die een benadering zijn voor (algemene) innovatiekracht van bedrijven, de investeringsratio en het aandeel snelle groeiers (zogenaamde ‘gazellen’(200)). Vooral het aandeel snelle groeiers suggereert dat Gent een stad is met veel innovatieve bedrijven.
Beroepsbevolking: socio-economische posities zijn voortdurend in beweging Werkloosheid is niet onveranderlijk hoog Werkzoekenden geen uitkeringsaanvraag
30% 20%
kansengroep
man
10% 0% -10% -20%
arbeidsgehandicapt
50+
allochtoon
laaggeschoold
langdurig ≥ 2 jaar Antwerpen Hasselt Gent
Leuven Brugge Vlaams Gewest
37. Profiel van de Gentse niet-werkende werkzoekenden, in vergelijking met het Vlaamse profiel, verschil uitgedrukt in procentpunten, in 2011. Bron: Arvastat, VDAB.
D1
Focus op economie en werk
63
In de periode 2001-2005 steeg het aantal niet-werkende werkzoekenden tot 15.149, om daarna opnieuw af te nemen tot 11.085 in 2008. Vanaf 2009 is de invloed van de economische crisis merkbaar met een stijging van dat aantal. In mei 2011 telde Gent 12.713 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). De vijf gemeenten met de hoogste werkloosheidsgraad(201) (Antwerpen, Ronse, Maasmechelen, Genk en Gent) hebben over de periode 1999-2010 een werkloosheidsgraad dat bijna twee keer zo groot is als het Vlaamse gemiddelde. Het verschil tussen de Gentse en de Vlaamse werkloosheidsgraad wordt wel kleiner(202). Het Gentse profiel van de niet-werkende werkzoekenden wijkt af van het Vlaamse profiel(203). We zien dat Gent relatief veel langdurig werklozen en werkloze allochtonen(204) heeft.
Arbeidsmarktparticipatie De werkzaamheidsgraad is de belangrijkste indicator om aan te tonen hoe gezond een arbeidsmarkt is. De doelstelling van Vlaanderen is om tegen 2020 76% van de inwoners tussen 20 en 64 jaar aan de slag te krijgen. De Gentse werkzaamheidsgraad ligt merkelijk onder de Vlaamse tendens en volgt die vrij getrouw met de bemerking dat de recente economische crisis wel een bovengemiddelde impact op de Gentse werkzaamheid heeft gehad. Daarnaast formuleerde Vlaanderen ook subdoelstellingen voor vrouwen (75% in 2020) en 55-plussers (50% in 2020). Het is opvallend dat de werkzaamheidsgraad van vrouwen nauwer aansluit bij het Vlaamse gemiddelde en de werkzaamheidsgraad van ouderen het Vlaams gemiddelde zelfs overtreft. Zijn deze doelstellingen wel haalbaar? Rekening houdend met de demografisch evoluties en de evoluties in werkzaamheidsgraden, verwachten we een lichte stijging voor Vlaanderen en een lichte daling voor Gent(205). Het wordt een hele uitdaging om de doelstellingen te bereiken tegen 2020. Niet alleen laat de economische toestand sporen na en remt de vergrijzing van de bevolking op arbeidsleeftijd de vooruitgang af, maar daarnaast blijven ouderen, laaggeschoolden, allochtonen en personen met een handicap ondervertegenwoordigd (206). In Gent is drie kwart van de bevolking tussen 20 en 64 jaar actief op de arbeidsmarkt (als werkende of werkzoekende). De arbeidsmarktparticipatie ligt daarmee (net iets) hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Toch verkleint het verschil tussen de twee gemiddeldes: van 3% naar minder dan 1% in 2009.
64
Werkzaamheidsgraad 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
38. Evolutie van de werkzaamheidsgraad van vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2005 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De werkzaamheidsgraad is de actieve bevolking op de totale leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar.
Werkzaamheidsgraad vrouwen 75 73 71 69 67 65 63 61 59 57 55 53 51 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
39. Evolutie van de werkzaamheidsgraad van vrouwen, in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2005 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De werkzaamheidsgraad van vrouwen is de actieve vrouwelijke bevolking op de totale vrouwelijke leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar.
D1
Focus op economie en werk
65
Werkzaamheidsgraad senioren 50 48 46 44 42 40 38 36 34 32 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
40. Evolutie van de werkzaamheidsgraad van senioren (55 tot 64 jaar), in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2005 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De werkzaamheidsgraad van de leeftijdsgroep 55 tot 64 jaar is de actieve bevolking van die leeftijd op de groep van 20 tot 64 jaar.
Activiteitsgraad 78
76
74
72
70 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
41. Evolutie van de activiteitsgraad, in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2005 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De activiteitsgraad is de mate waarin de bevolking op actieve leeftijd zich aanbiedt op de arbeidsmarkt, m.a.w. een job heeft of zoekt.
66
Knelpunteneconomie: gekneld tussen vraag en aanbod Arbeidsmarktkrapte: terug van niet weggeweest Werkgever en werkzoekende lijken elkaar alsmaar moeilijker te vinden op de Vlaamse arbeidsmarkt. Ondanks de diepe economische crisis die we doorstaan, blijft het gemiddelde aantal potentiële kandidaten per vacature beperkt. Vacatures en werkzoekenden
Aantal werkzoekenden Aantal openstaande vacatures per openstaande vacature
Aantal werkzoekenden
2000
6,1
1.959
11.997
2001
7,7
1.633
12.607
2002
7,9
1.712
13.596
2003
7,1
2.034
14.465
2004
8,7
1.771
15.345
2005
10,8
1.452
15.676
2006
6,8
2.088
14.202
2007
3,9
2.992
11.775
2008
3,0
3.804
11.358
2009
4,9
2.725
13.386
2010
4,9
2.789
13.628
2011
3,3
3.879
12.707
42. Evolutie van het aantal vacatures, aantal werkzoekenden en het aantal werkzoekenden per vacature, van 2000 tot 2011. Bron: Arvastat, VDAB.
Tijdens de crisis zien we dat de werkloosheid stijgt. De economische crisis zorgde voor een forse daling in het aantal vacatures in 2009. Sindsdien neemt het aantal vacatures opnieuw toe, maar de werkloosheid verminderde niet in gelijke mate, wat duidt op een toegenomen inefficiëntie of ‘mismatch’. Als de spanningsindicator voor Gent vergeleken wordt met het Vlaamse gemiddelde dan is deze in Gent lager in het jaar 2003 (grote aanwervingen in Volvo Cars) en opnieuw vanaf 2008. De globale krapte in de steden en gemiddeld in Vlaanderen verhult een fundamenteel verschil tussen beide: in de steden zijn veel werkzoekenden en veel vacatures, buiten de steden zijn er minder werkzoekenden en minder vacatures. Dat geldt in absolute termen, maar ook in relatieve termen. Niet alleen de werkloosheidsgraad maar ook de vacaturegraad in de (groot)steden is groter dan gemiddeld in Vlaanderen en dat geldt zeker voor Gent. De inhoudelijke ‘mismatch’ tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zorgt voor knelpuntberoepen waarvan de vacatures maar met moeite ingevuld geraken. In 2010 werden maar liefst 224 knelpuntberoepen in 98 beroepenclusters bepaald. De lijst van 2011 bevat één beroep en één cluster minder dan vorig jaar(207). Ondanks de crisis blijven er dus structurele knelpunten bestaan: technische beroepen, verpleegkundigen, vrachtwagenchauffeurs, schoonmakers,… De oorzaken hiervan situeren zich zowel aan de aanbodzijde als de vraagzijde van de arbeidsmarkt. Aan de aanbodzijde gaat het over werkloosheidsvallen, een gebrek aan opleiding bij de arbeidsreserve, een geringe geografische mobiliteit van veel werklozen of een arbeidsreserve die niet onmiddellijk beschikbaar is. Aan de vraagzijde gaat het over gebrekkige arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, onaangepaste selectieprocedures, verkeerde wervingsstrategieën, een lage status van bepaalde functies, bedrijven of sectoren, vooroordelen en discriminatie op basis van etnische herkomst, geslacht en leeftijd(208).
Focus op economie en werk
67
Naast het grote aantal banen valt in de steden ook het grote aantal werklozen op. Dit fenomeen staat bekend als de stedelijke arbeidsmarktparadox. Wij verwachten de grootsteden bijgevolg in de rechterbovenhoek van de grafiek. Die laat evenwel een ietwat ander patroon zien en suggereert dat de hoge werkloosheid in Antwerpen en Gent lager zou kunnen zijn indien er evenveel banen zouden zijn als in Hasselt(209). Vacaturegraad 2,25
2,00
1,75
1,50
1,25
1,00 2005
2006
Antwerpen Hasselt Gent
2007
2008
2009
2010
2011
Leuven Brugge Vlaams Gewest
43. Evolutie van de vacaturegraad, in vijf steden en het Vlaams Gewest, van 2006 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De vacaturegraad is het aantal vacatures per honderd banen (totale werkgelegenheid + openstaande vacatures).
Banenratio 16
Antwerpen 14
Gent 12
10
Werkloosheidsgraad
D1
Hasselt Leuven
8
Brugge 6
Banenratio
4 90
95
100
105
110
115
120
44. Evolutie van de banenratio, in vijf steden, van 2006 tot 2010. Bron: Steunpunt WSE. De banenratio is het aantal banen (aantal jobs + aantal vacatures) per honderd inwoners op arbeidsleeftijd (15 tot 64 jaar).
68
Mobiliteit van werkenden blijft toenemen Pendel hangt af van de woningmarkt, de mobiliteit en de arbeidsmarkt. Als de vacatures niet aansluiten bij het aanbod in de stad, zal men werknemers buiten de stad gaan zoeken. Werknemers die niet in de stad wonen, zorgen op hun beurt voor inkomende pendel. Aan de andere kant zullen de personen die geen passende job in de stad vinden, erbuiten op zoek gaan. Lager opgeleiden pendelen over kleinere afstanden waardoor de kans op arbeid verkleint en de kans op werkloosheid toeneemt. Zij zijn dus vooral aangewezen op arbeid in de directe omgeving. Inkomende pendelaars WOONPLAATS
(n)
(%)
Gent (woonplaats = werkplaats)
48.829
34,3
Agglomeratie (excl. Gent)
6.177
4,3
Banlieue
22.865
16,1
Forensenwoonzone
14.384
10,1
Buiten het stadsgewest
50.942
35,8
Totaal
143.197
100,0
WERKPLAATS
(n)
(%)
Gent (werkplaats = woonplaats)
48.617
55,4
Agglomeratie (excl. Gent)
1.836
2,1
Banlieue
5.797
6,6
Forensenwoonzone
2.901
3,3
Buiten het stadsgewest
28.540
32,5
Uitgaande pendelaars
waarvan naar Brussel-stad Totaal
4.068 87.691
4,6 100,0
45. Samenstelling van de inkomende pendel, in 2009. Bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie – Vlaamse arbeidsrekening.
46. Samenstelling van de uitgaande pendel, in 2009. Bron: Steunpunt Werk en Sociale Economie – Vlaamse arbeidsrekening.
Agglomeratie is De Pinte, Merelbeke en Sint-Martens-Latem. Banlieu is Destelbergen, Evergem, Gavere, Lochristi, Lovendegem, Melle, Nazareth, Nevele, Wachtebeke en Zelzate. Forensenwoonzone is Aalter, Assenede, Deinze,Eeklo, Kaprijke, Laarne, Moerbeke, Oosterzele, Sint-Laureins, Waarschoot, Wetteren, Zingem en Zomergem.
Twee derde van de mensen die in Gent werken woont niet in de stad zelf. Omgekeerd, van alle loontrekkende Gentenaars werkt ruim de helft effectief in Gent. De inkomende pendel is dus groter dan de uitgaande. Een groot aandeel van de Brusselse jobs wordt ingevuld door loontrekkenden uit gemeenten van buiten Brussel en dan vooral uit Vlaams-Brabant en OostVlaanderen (Gent en Aalst) of Antwerpen-stad(210). 4,6% van de uitgaande pendel uit Gent trekt naar Brussel. Het aandeel uitgaande pendel naar de banlieu van Gent (d.i. Destelbergen, Evergem, Gavere, Lochristi, Lovendegem, Melle, Nazareth, Nevele, Wachtebeke en Zelzate) ligt net iets hoger (6,6%). Algemeen worden werkenden steeds mobieler. Uitgaande pendel nam in het recent verleden in Gent en Antwerpen sneller toe dan de inkomende pendel. In Gent lijkt de toename gestuit door de economische crisis, in Antwerpen allerminst.
D1
Focus op economie en werk
69
Besluit Onder de Vlaamse centrumsteden valt het economisch gewicht van Antwerpen en Gent duidelijk op. Samen zijn ze goed voor bijna een zesde van alle jobs in het Vlaamse Gewest. Tegelijk verschilt de verdeling naar hoofdsectoren sterk tussen de Vlaamse steden. Gent heeft een eerder gemiddelde Vlaamse en evenwichtige economische hoofdstructuur, zij het met relatief weinig commerciële diensten. Een niet onbelangrijk deel daarvan is bovendien gericht op de industrie. De economische structuur van Gent wordt in sterke mate bepaald door de haven. Verder noteren Gent en Antwerpen niet de hoogste jobratio’s. De Gentse werkgelegenheid uitgedrukt in jobratio’s stijgt minder snel dan het Vlaamse gemiddelde, maar dat heeft vooral te maken met de groei van de beroepsactieve bevolking en minder met de jobgroei. De ondernemingsratio in Gent ligt niet hoger dan het gemiddelde voor Vlaanderen. Bij de vestigingsratio’s wordt duidelijk dat werkgevers naar verhouding sterker aanwezig zijn in de steden in Vlaanderen. De Gentse ratio’s stijgen in beide domeinen wel minder snel dan het Vlaamse gemiddelde. Het aandeel snelle groeiers suggereert dat Gent een stad is met veel innovatieve bedrijven. De werkzoekendenpopulatie in Gent omvat relatief veel langdurig werkzoekenden en allochtonen. De werkloosheid in Gent is hoog, maar het verschil met het Vlaamse gemiddelde wordt stilaan kleiner. De arbeidsmarktkrapte is een structureel probleem van zowel de Vlaamse als de Gentse arbeidsmarkt. De dalende werkzaamheidsgraad en de dalende activiteitsgraad zijn zorgwekkend. Er is een grote nood aan meer jobs in de grootsteden om de werkloosheidsverschillen met de kleine steden (en met het Vlaamse gemiddelde) terug te dringen.
70
Hoofdstuk 9
Focus op milieu De bewijzen zijn er dat de mens het klimaat verandert en dat deze benaderingen negatieve effecten hebben op de natuur(211). Naast klimaatsverandering is de eindigheid van fossiele brandstoffen een belangrijk motief voor de beperking van de CO2.
Enorme uitdagingen op het vlak van klimaat en hernieuwbare energie Gent verbindt zich met de ondertekening van het Burgemeesterconvenant tot het verminderen van de CO₂-uitstoot met 20%. Daarnaast wil Gent ook evolueren naar een klimaatneutrale stad tegen 2050. CO2 emissies 2007 Ijzer -en staalindustrie
2009
kton CO2
%
kton CO2
%
7.277
66,00%
5.825
63,10%
Bedrijven
1.475
13,40%
1.336
14,50%
Energieproductie
552
5,00%
592
6,40%
Huishoudens
745
6,80%
551
6,00%
Handel en diensten
481
4,40%
491
5,30%
Transport
465
4,20%
430
4,70%
Landbouw
24
0,20%
9
0,10%
TOTAAL
11.020
100%
9.234
100%
47. Evolutie van de CO2 emissies in Gent, in 2007 en 2009. Bron: Stad Gent. De Gentse CO2-uitstoot(212) is tussen 2007 en 2009 afgenomen. Dat komt bijna volledig door de verminderde uitstoot in de ijzer- en staalindustrie. Dit is echter voor een groot deel toe te wijzen aan een uitzonderlijke situatie: in 2009 werd een van de twee hoogovens van Arcelor gedurende enkele maanden stilgelegd omwille van de afnemende vraag naar staal. Bedrijven nemen de tweede plaats in. De derde grootste uitstoot komt van de elektriciteitsproductie: de zes Gentse elektriciteitscentrales produceren samen 1.700 kton CO2. In deze tabel werd echter maar een kleine 600 kton toegekend aan de energieproductie, terwijl de rest bij de Gentse eindverbruikers van elektriciteit staat (bedrijven, handel en diensten, gezinnen en transport), om dubbeltellingen te vermijden.
Gezinnen (woningverwarming en elektriciteitsverbruik) De CO2-uitstoot van gezinnen daalde tussen 2007 en 2009 fors. Dit is voor een deel toe te schrijven aan de minder strenge winter van 2009 en dus een lagere uitstoot door verwarming van de woning.
Transport De CO2-uitstoot van transport is lichtjes gedaald. Enerzijds was er een lichte daling van het aantal gereden kilometers op de hoofdwegen. Anderzijds daalde ook de emissiefactor van voertuigen, dankzij de verhoogde efficiëntie van motoren.
D1
Focus op milieu
71
De groenestroomproductie De groene stroomproductie in Gent waarvoor groenestroomcertificaten werden gegeven, neemt toe(213). De opmerkelijkste stijging doet zich voor in zonne-energie. In 2009 en 2010 werden zowel bij particulieren als bij grotere productie-eenheden veel PV-installaties geplaatst. Windenergie nam lichtjes toe dankzij de installatie van twee nieuwe windturbines in 2010 (Volvo Cars). Die stroomproductie komt bovenop de electriciteit van eerdere turbines aan het Kluizendok, in Oostakker, in Wondelgem en aan de elektriciteitscentrale van Rodenhuize). De elektriciteitsproductie uit biomassa is sterk gestegen, ondanks de afname bij de biomassa uit land- of tuinbouw. Sinds de zomer van 2010 draait de multifuel energiecentrale van Stora Enso continu. Deze installatie maakt voornamelijk gebruik van houtafval. De centrale van Max Green produceert de meeste groene stroom in Gent. Daarnaast is er ook nog de elektriciteitswinning uit biogas aan het Aquafin zuiveringsstation (Drongen) en de groene stroom gekoppeld aan de huisvuilverbrandingsoven van IVAGO. Dankzij de productie van groene stroom, werd een CO2-uitstoot vermeden van 240 kton in 2009 en van 297 kton in 2011. Tenslotte wordt ook nog elektriciteit opgewekt met hoogovengas, een restproduct van de staalproductie. Vroeger werd het hoogovengas verbrand in de centrale van Rodenhuize, maar de nieuwe centrale van Knippegroen heeft sinds 2010 die verbranding overgenomen en is 40% efficiënter. Ze produceert jaarlijks 2400 MWh elektriciteit. De groenestroomproductie 2009
2011
biogas - RWZI (Aquafin Drongen)
755
445
biomassa - uit gesorteerd of selectief ingezameld afval (Stora Enso)
69.988
301.743
biomassa - uit huishoudelijk afval (IVAGO)
10.471
10.490
biomassa - uit land of tuinbouw (Max Green)
612.109
518.458
windenergie op land
62.507
78.509
PV <10kW bij particulieren
1.767
8.746
PV >10kW
1.251
20.701
Totaal
758.848
939.092
48. Evolutie van de elektriciteitsproductie aangemeld voor groenestroomcertificaten, in Gent, in 2009 en 2011, in MWh. Bron: Stad Gent, VREG.
Nood aan betere lucht-, water- en bodemkwaliteit Verbetering van de luchtkwaliteit maar knelpunten raken niet opgelost De luchtkwaliteit verbetert. Dit melden de meetstations zowel in het centrum als in het havengebied. De terugval in 2003 was te wijten aan uitzonderlijke meteorologische omstandigheden. In 2010 was in Gent centrum de luchtkwaliteit goed tot uitstekend voor 67% van de dagen en in het havengebied zelfs voor 73%. De dagnorm voor fijn stof (PM10) wordt niettemin systematisch overschreden(214). Op sommige plaatsen worden ook de NO2-normen overschreden(215). Dit heeft vooral te maken met het verkeer. Waar de NO₂ waarden hoog zijn door verkeer, zijn ook de roetconcentraties hoog(216). Dat is één van de meeste schadelijke fracties van fijn stof. Voor roetconcentraties bestaat echter nog geen norm. Nieuwe wagens worden dan wel milieuvriendelijker, maar die lagere uitstoot wordt teniet gedaan door de toename in personen- en goederenverkeer. Daardoor zullen bestaande knelpunten wellicht niet opgelost worden en vermoedelijk zelf verslechteren(217). In Gent liggen de knelpunten langs drukke wegen en in street canyons.
72
Luchtkwaliteit 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
Gent-Centrum
1 201
0 201
9 200
8 200
7
6
200
200
5 200
4 200
3
2
200
200
1 200
0 200
9
8
199
199
7 199
199
6
0
Havengebied
49. Evolutie van het aandeel van het aantal dagen met goede tot uitstekende luchtkwaliteit op het totaal aantal dagen, in Gent, van 1996 tot 2011. Bron: IRCEL.
Van slechte naar matige waterkwaliteit door rioleringsinfrastructuur Gent kampte in het recente verleden nog met een overwegend slechte oppervlaktewaterkwaliteit. Dit is de voorbije jaren geëvolueerd naar een matige waterkwaliteit(218) dankzij de doorgedreven aanleg van rioleringen en de verdere uitbouw van de waterzuiveringsinfrastructuur. De uitvoeringsgraad(219) op het rioleringsstelsel steeg van 88% in 2000 naar 96% in 2011(220). De zuiveringsgraad(221) steeg van 71% in 2007 naar 80% in 2011.
Bodemkwaliteit: probleemlocaties zitten in gebieden waar industrie plaats maakt voor wonen Er zijn geen cijfers over de evolutie van bodemverontreiniging in Gent. Er is wel een inventarisatie van de reeds gesaneerde en de te saneren gronden. Niet alle verontreinigde gronden moeten gezuiverd worden, maar op plaatsen waar de industrie plaats maakt voor bijvoorbeeld wonen of recreatie doet zich vaak een probleem voor. In Gent is 89% van te saneren grond voormalig industrieterrein. Op 1 januari 2012 vergde 12% van het Gentse grondgebied verdere maatregelen(222).
Huishoudelijk afval: laatste 10 jaar geen trendbreuk De voorbije tien jaar situeert de totale hoeveelheid huishoudelijk afval zich tussen 515 kg/inw in piekjaar 2006 en 432 kg/inw in 2010(223). Het niet-recupereerbaar afval (restafval, brandbaar grofvuil, het sorteerresidu van PMD-afval en gemeentevuil) is al langere tijd gestabiliseerd. In 1995 toen nog 324kg niet-recupereerbaar afval per inwoner opgehaald werd, startte de selectieve ophaling. Onmiddellijk trad een daling op tot 190kg per inwoner. Sindsdien blijft dit min of meer constant.
Focus op milieu
73
Afval
600 500 400 300 200 100
1 201
9
0 201
200
7
8 200
200
5
6 200
200
3
4 200
2
200
200
1
0
200
200
9
8
199
199
7
6
199
199
5
0 199
D1
totale hoeveelheid huishoudelijk afval hoeveelheid niet-recupereerbaar afval
50. Evolutie van de hoeveelheid huishoudelijk en niet-recupereerbaar afval, in Gent, in kilogram per inwoner, van 1995 tot 2011. Bron: OVAM, Inventarisatie Huishoudelijke Afvalstoffen, IVAGO.
Milieuhinder gemonitord Geluidshinder is de meest voorkomende vorm van milieuhinder(224). Een op drie Gentenaars wees op de geluidshinder door het verkeer(225). Daarnaast zijn er ook nog andere belangrijke oorzaken zoals geluidshinder door buren, evenementen, horeca of bedrijvigheid(226). Een derde van de Gentenaars geeft aan geconfronteerd te worden met sluikstorten/zwerfvuil in de woonbuurt en vindt dit storend. Gent behoort daarbij tot de koplopers onder de dertien centrumsteden(227). Het tonnage opgehaalde sluikstorten is sterk toegenomen: van 290 ton in 2001 naar 516 ton in 2011(228). Eén op tien van de Gentenaars geeft aan (zeer) vaak last te hebben van geurhinder de afgelopen maand(229). De belangrijkste bronnen van geurhinder zijn horeca en handel, buren, KMO en industrie(230). Ook hier scoort Gent gemiddeld hoger dan het gemiddelde voor de 13 centrumsteden.
Toenemende milieubewustzijn Op Vlaams niveau(231) worden sinds 2006 meer biologische en milieuvriendelijke producten gekocht(232). In 2010 wordt er iets zuiniger omgesprongen met water en verlichting dan in 1996. Het aantal personen dat de fiets neemt of te voet gaat voor korte verplaatsingen blijft ongeveer hetzelfde(233). Uit onderzoek van de UGent (234) blijkt wel dat wie in de stad woont, dagelijks een kwartier meer fietst en wandelt dan mensen die op het platteland wonen. Ook in Gent merken we dat biologische voeding en beperktere vleesconsumptie doordringen tot het standaard boodschappenlijstje van de bewuste consument. Eén op vijf Gentenaars eet op donderdag geen vlees of vis, en 40% eet soms veggie op restaurant(235).
74
Besluit Wil Gent evolueren naar een klimaatneutrale stad dan dient zowel op het vlak van economie, wonen en vervoer nog een hele lange weg te worden afgelegd, en is een versnelling noodzakelijk. Het draagvlak lijkt hiervoor beetje bij beetje toe te nemen. In Gent is de luchtkwaliteit de afgelopen jaren lichtjes verbeterd, maar toch blijven er knelpunten langs drukke wegen. De waterkwaliteit verbeterde van slecht naar matig dankzij investeringen in waterzuivering. De hoeveelheid restafval is in de jaren negentig sterk afgenomen dankzij de invoering van selectieve ophaling en de recyclageparken. Maar de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner blijft onveranderd. Bij bodemverontreiniging vormen de industriële gronden die een nieuwe functie krijgen (wonen, recreatie) de grootste probleemlocaties. Op het vlak van milieuhinder bestaat de top drie uit geluidshinder, zwerfvuil/ sluikstorten en geuroverlast. Het verkeer is de voornaamste oorzaak van geluidshinder. Wat vooral opvalt is de sterke stijging in opgehaalde tonnages van zwerfvuil en sluitstorten.
D1
Focus op gezondheid
Hoofdstuk 10
75
Focus op gezondheid 3% van de Gentenaars zegt een slechte tot zeer slechte gezondheid te hebben(236). 15% wordt altijd of regelmatig geconfronteerd met een persoonlijk gezondheidsprobleem zoals ziekte of handicap(237). Gezondheidsproblemen komen vaker voor bij ouderen, bij mensen met een lager inkomen en werklozen. Wie in een achtergestelde buurt(238) woont heeft vaker te kampen met een slechtere gezondheid(239). De gezondheid van een individu is afhankelijk van verschillende factoren. Zo speelt ook zijn socio-economische situatie een rol(240). Die beïnvloedt onder andere de levenswijze (roken, voeding, fysieke activiteit, mondgezondheid, woonplaats...) en de toegang tot gezondheidszorg (informatie, financiële toegankelijkheid...).
Gezondheid is niet voor iedereen gelijk Gezondheidsongelijkheid en uitstellen van zorg De levensverwachting van de Vlaming (78,3 jaar voor vrouwen en 83,2 voor mannen) en de Belgen gaat er op vooruit maar de gezondheidsverschillen zijn groot. Dit heeft te maken met de bevolkingssamenstelling. Gezondheid is gekoppeld aan opleidingsniveau en inkomen. Iemand die geen enkele opleiding heeft gehad, sterft gemiddeld 7,5 jaar vroeger dan iemand met een diploma hoger onderwijs(241). Daarnaast is er ook een invloed op de ‘gezondheidsjaren’. Een 25-jarige vrouw zonder diploma heeft 18 jaar minder goede gezondheidsjaren te gaan dan een 25 jarige vrouw met een hoger diploma. Dit vertaalt zich in de Gentse wijken. Vooral in de Gentse wijken in de 19e-eeuwse gordel wonen mensen met een kleinere kans op een lang en gezond leven. Er bevinden zich meer leefloontrekkers, lagere inkomens, werklozen… Personen met een lagere socio-economische status hebben ook minder sociale middelen en leven vaker in een minder gunstige omstandigheden (minder goede huisvesting, stresserende omgeving, minder groen, meer lawaai- en geurhinder…). Net in deze wijken zijn de geboortecijfers het hoogst. 15% van de kinderen wordt geboren in kansarme gezinnen(242). Opgroeien in armoede werkt wel een maatschappelijk zwakkere positie als volwassene in de hand. Ongeveer een kwart van de Gentenaars stelt het doktersbezoek uit(243). Bij 2% van de Gentenaars gebeurt dit om financiële redenen. Bij OCMW/CAW/DMW-cliënteel stelt 14% het huisartsenbezoek uit om financiële redenen(244,245). Een tandartsbezoek zal men makkelijker uitstellen dan een ander doktersbezoek; 2% van de respondenten stelt het tandartsbezoek uit om financiële redenen(245). Uitstelgedrag komt meer voor bij lagere inkomensgroepen. Niet-Belgen en respondenten waarvan minstens een ouder niet-Belg is, stellen specifiek het tandartsbezoek vaker uit(246). Uit de nationale gezondheidsenquête bleek dat personen uit de hoogste opleidingscategorie bijna twee keer zo vaak naar de tandarts gaan als de laagst geschoolden. De barrières die hierbij een rol spelen zijn echter niet enkel financieel van aard. Maatregelen zoals gratis tandverzorging voor jongeren en een verlaging van het remgeld kunnen een antwoord bieden op financiële remmen, maar de socio-economische verschillen hebben ook te maken met cognitieve barrières zoals afwijkende opvattingen over tandzorg, mondgezondheid en het belang van een jaarlijks bezoek aan de tandarts. In België spendeert een gezin gemiddeld 125 euro per maand of 7% van het beschikbaar inkomen aan gezondheidszorgen. Dit weegt zwaarder door (10%) bij de socio-economisch zwakkere gezinnen(247).
76
Mortaliteit en beschavingsziektes De belangrijkste doodsoorzaken in Gent zijn kankers, hart- en vaatziekten en longaandoeningen(248). Tussen 1 en 44 jaar zijn uitwendige doodsoorzaken (zoals val- of vervoersongevallen, geweld, verstikking, suïcide) de meest voorkomende reden van overlijden. Tussen 45 en 74 jaar is kanker de grootste doodsoorzaak. Bij mannen gaat het vooral om longkanker, bij vrouwen om borstkanker. Uit onderzoek komt naar voor dat de Gentse mannen het vaakst leiden aan prostaatkanker (28%), gevolgd door long- (17%) en dikke darmkanker (14%). Bij de vrouwen is een derde van alle kankers borstkanker(249). Vanaf 75 jaar sterft men het meest aan hart- en vaatziekten(250). Vroegtijdige sterfte is vaak gekoppeld aan de levensstijl: bij de mannen die sterven voor de leeftijd van 75 zou 25% van de sterfgevallen theoretisch vermeden kunnen worden door een gezondere levensstijl(251). Zo is 92% van de longkankersterfte bij mannen te wijten aan tabaksgebruik.
Geestelijke gezondheidszorg en uitstellen van zorg 84% van de Gentenaars heeft een goede geestelijke gezondheid, 6% scoort slecht en 10% matig. Leeftijd (hoe ouder), een hoger diploma, een hoger inkomen en een vaste job samen gaan met een betere geestelijke gezondheid(252). 16% van de Gentse inwoners geeft aan psychofarmaca te gebruiken (slaap- of kalmeermiddelen, antidepressiva of pijnstillers)(253). In 2008 werden 4.113 opnames geregistreerd van Gentenaars in een psychiatrische instelling(254, 255). Dit zijn 173 opnames per 10.000 inwoners). Dat zijn er veel meer dan het Vlaamse gemiddelde (96). Bij de mannen zijn het er zelfs dubbel zoveel: 207 tegenover 99. De voornaamste opnameredenen zijn alcoholgebruik, depressie, drugsmisbruik en schizofrenie. Psychiatrische opname 35
30
25
20
15
10
5
België
bipo la stoo ire rnis
assin g stoo srnis
aanp
hotis c stoo he rnis
psyc
schiz ofre nie
bruik smis
pers sto oo antis ornis B ( nlijkheid B s ocia liteit orderlin , nar e cism , e)
Gent
drug
ress ie dep
alco
holm
isbru
ik
0
51. Psychiatrische opnames volgens (meest voorkomende) hoofddiagnosegroep per 10.000 inwoners in Gent en België, 2008. Bron: MPG, Volksgezondheid.
D1
Focus op gezondheid
77
In 2010 waren 2.311 Gentenaars in begeleiding bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg(256). De CGG bieden geïntegreerde, maar niet-residentiële geestelijke zorg. Angst- en stemmingsstoornissen en verslavingsproblemen nemen hier een belangrijke plaats in. In 2007 waren er in Gent 18 suïcides per 100.000 inwoners(257). In 2010 waren er in Gent 238 pogingen tot zelfdoding per 100.000 inwoners. Deze cijfers liggen boven het Vlaamse gemiddelde. Mensen wachten soms te lang om hulp te zoeken voor geestelijke gezondheids problemen. Ze willen het probleem zelf oplossen, hebben schrik voor de kostprijs… Men wacht doorgaans 1 jaar (bijvoorbeeld voor stemmingsstoornissen) tot 18 jaar (bijvoorbeeld voor alcohol gerelateerde stoornissen) om hulp te zoeken(258).
Leefstijl: gezonde voeding en gezond gedrag Obesitas-epidemie? Een gezond gewicht bij volwassenen tussen 19 en 59 jaar heeft een BMI (Body Mass Index) tussen 18,5 en 24,9. Als het BMI meer dan 30 bedraagt, is er sprake van ernstig overgewicht. Het gemiddeld BMI van de volwassen Gentenaar bedraagt 24,3(259). Mannen (25,3) hebben doorgaans een hoger BMI dan vrouwen (23,5), net zoals laag opgeleiden (25,3) in vergelijking met hoger opgeleiden (23,7). Obesitas en overgewicht blijven toenemen in Vlaanderen, ook bij jongeren. In 2010 waren 3% van de Vlaamse jongens en 2% van de meisjes obees. 10% van de jongens en 7% van de meisjes lopen het risico om obees te worden. In deze groep zitten naar verhouding meer jongeren uit het secundair beroepsonderwijs dan uit het ASO(260). De voedingsgewoonten van de Belg zijn zeker niet optimaal(261), maar er is toch sprake van een verbetering: vrouwen en hoogopgeleiden hebben gezondere eetgewoonten, eten wekelijks vis en dagelijks fruit, groenten en bruin brood(262). Jongvolwassenen scoren hierop de slechtste punten(263). De helft van hen drinkt ook dagelijks gesuikerde frisdrank en ook het gebruik van energiedrankjes boomt(264). Bijna de helft van de Gentenaars doet regelmatig actief aan sport(265). Niet alleen actief sporten, maar ook matige of actieve lichamelijke inspanningen zijn goed voor de gezondheid. Op dit moment behaalt 39% van de Vlaamse bevolking tussen 15 en 59 jaar de bewegingsaanbeveling(266). 22% van de Vlamingen loopt een gezondheidsrisico omdat ze te weinig bewegen in hun vrije tijd. Socioeconomische verschillen vallen sterk op: hoe lager het opleidingsniveau, hoe minder tijd men besteedt aan sporten en bewegen.
Middelengebruik: roken en alcohol In Gent rookt 16% dagelijks en 8% af en toe(267). In een achtergestelde buurt zijn dat er opmerkelijk meer: 23% rookt dagelijks (tegenover 13% in een niet-achtergestelde buurt)(268). Het aantal rokers in Vlaanderen is met 4% gedaald tussen 2004 en 2008. Het percentage rokers ligt het hoogst voor de leeftijdsgroep 45-54 jaar. Onder de jongeren tussen 15-24 jaar zien we de grootste daling (10%), ook onder de 25- tot 44-jarigen is de daling vrij groot. In Vlaanderen steeg het problematische alcoholgebruik stelselmatig tussen 2001 en 2008(269). In Gent geeft één vierde van de inwoners aan dat ze het voorbije jaar geen alcohol consumeerden, terwijl dat bij 9% dagelijks is(270). Dit is in 2011 voor de eerste maal in Gent gemeten.
78
Het merendeel van de 500.000 probleemdrinkers in België behoort tot de leeftijdsgroep 45-64 jaar. Men consumeert meer alcohol naarmate men meer verdient of een hoger diploma heeft(271). Het alcoholgebruik ligt hoger bij mannen en bij ouderen. Niettemin stijgt bij vrouwen (vooral 40-50 jaar) het dagelijks drankgebruik en de drankverslaving(272). Alcoholconsumptie komt ook reeds op jonge leeftijd voor, vooral in het TSO-BSO. De verschillen tussen jongens en meisjes vlakken af(273).
Gezondheidszorg: de knelpunten Gent vervult een centrumfunctie op vlak van gezondheidszorg. Het is één van de belangrijkste zorgcentra in Vlaanderen met zijn 9 ziekenhuissites, 19 welzijnsbureaus, 2 centra voor geestelijke gezondheidszorg, 8 wijkgezondheidscentra(274) en 27 rusthuizen. Daarnaast telt Gent ongeveer 170 apotheken, 290 huisartsen en 3 huisartsenwachtposten. Gent heeft ook een Netwerk Psychiatrische Zorg in de thuissituatie en vijftien Prenatale Steunpunten en Consultatiebureaus van Kind en Gezin. Daarenboven heeft Gent al geruime tijd een actieve Huisartsenvereniging(275).
Huisartsentekort 93% van de Gentse bevolking woont op minder dan één kilometer van een huisartsenpraktijk(276), Gent telt ongeveer 290 huisartsen(277). Bijna de helft werkt alleen, 17% in een groepspraktijk, 17% in een duopraktijk, en 18% in één van de acht Gentse wijkgezondheidscentra. Bijna de helft van alle huisartsen is ouder dan 50 jaar. Vooral oudere artsen hebben een solopraktijk, terwijl artsen onder de 40 jaar vaker in een wijkgezondheidscentrum of een groepspraktijk werken. Gent moet over 250 full time huisartsen beschikken om aan de RIZIV-norm te voldoen (één huisarts per 1.100 inwoners). Dat haalt de stad dus ruim. Maar op wijkniveau zijn er grote verschillen: een tiental wijken(278) haalt de norm niet. Dit blijken bovendien vooral wijken te zijn met naar verhouding meer kwetsbare groepen.
HWP en spoed De huisartsenwachtposten in Gent(279) registreerden in 2010 19.468 raadplegingen. Ze staan in voor een toegankelijke zorgverlening naast de reguliere consultatie-uren en moeten ook vermijden dat de Gentenaars onterecht naar de spoedafdeling van de ziekenhuizen stappen voor aandoeningen die binnen de eerstelijn(280) vallen. Dit heeft niet tegengehouden dat spoedafdelingen nog steeds onterecht bezocht worden voor minder ernstige gezondheidsklachten.
Geestelijke gezondheidszorg Gent telt verhoudingsgewijs veel psychiatrische bedden. Het aantal pogingen tot zelfdoding ligt hoger dan gemiddeld in Vlaanderen(281). In Vlaanderen heeft medicatie in de praktijk de overhand als behandelingsmethode voor psychische gezondheidsproblemen. Zo blijkt dat 80% van de personen die lijden aan een depressie beroep deed op medicatie, terwijl slechts 42% langs ging bij een psychotherapeut(282). Psychiatrische problemen kunnen zonder opname of niet louter via medicatie worden behandeld. Maar momenteel is er in Gent een tekort aan eerstelijns geestelijke gezondheidszorg.
D1
Focus op gezondheid
79
Besluit Algemeen gaat het goed met de gezondheid van de Gentenaars: bijna twee op drie wordt (bijna) nooit geconfronteerd met een persoonlijk gezondheidsprobleem. Toch zijn de gezondheidsverschillen groot: mensen leven langer en in betere gezondheid naarmate men een hogere socio-economische status (opleidingsniveau en/of inkomen) heeft. Ouderen, lagere inkomensgroepen, en werklozen, ervaren vaker gezondheidsproblemen en stellen makkelijker zorg uit. De belangrijkste doodsoorzaken in Gent zijn kankers, hart- en vaatziekten en longaandoeningen. De Gentenaar kan nog veel gezondheidswinst halen via betere eet- en bewegingsgewoonten. 84% van de Gentenaars heeft een goede geestelijke gezondheid. 16% van de Gentse inwoners geeft aan psychofarmaca te gebruiken. Het aantal suïcides en het aantal opnames in psychiatrie ligt hoger dan het Vlaams gemiddelde. Gent is een van de belangrijkste zorgcentra met een uitgebreid zorgaanbod. Qua effectieve bereikbaarheid van huisartsen dreigt er een tekort door de komende pensioneringsgolf onder huisartsen. Dit is reeds voelbaar in een aantal wijken in Gent. In de eerstelijnsgeestelijkegezondheidszorg is er momenteel in Gent een tekort. Veel psychische problemen kunnen zonder opname of niet louter via medicatie worden behandeld. Daarnaast is er veel uitstelgedrag en een stigma op geestelijke gezondheidszorg en -problemen.
80
Hoofdstuk 11
Focus op vrije tijd Gent, cultuurstad Het culturele landschap in Gent is ruim en divers. Cultuurparticipatie kan je opdelen in vijf hoofdcategorieën(283): podiumkunsten, bioscoopbezoek, erfgoedactiviteiten, musea en tentoonstellingen en muziekvoorstellingen. Cultuurparticipatie Nietparticipant (%)
Incidentele participant (%)
Frequente participant (%)
Podiumvoorstellingen
53,3
28,2
18,1
Bioscoopbezoek
59,7
22,3
17,7
Erfgoedactiviteiten
50,9
24,4
22,4
Musea en tentoonstellingen
72,1
17,6
9,9
Festivals en concerten
70,1
17,0
12,7
52. Vlaamse cultuurparticipatie, in 2009. Bron: Vlaamse participatiesurvey, Vlegels en Lievens, Een incidenteel participant, heeft één tot twee keer deelgenomen in de zes maanden voorafgaand aan de bevraging. Een frequent participant minstens drie keer.
2011.
Podiumkunsten In Gent zijn er heel wat podiumvoorstellingen en tentoonstellingen; in 2011 waren er 304 cultuurevenementen per 10.000 inwoners(284). Gent is hiermee een van de koplopers in Vlaanderen. Gent beschikt over zes amateurgezelschappen per 10.000 inwoners(285). Dit is er één minder dan in 2007, terwijl het Vlaams gemiddelde toeneemt. Deze cijfers hebben enkel betrekking op groepen aangesloten bij een erkende landelijke organisatie voor amateurkunsten. Popmuziek en individuele amateurkunstenaars zijn hier niet in opgenomen. Twee derde van de Gentenaars heeft in 2011 minstens één podiumvoorstelling bijgewoond. Dit is een daling tegenover 2008 (72%). Algemeen is er voor de Vlaamse centrumsteden een daling van 4%. Gentenaars gaan het liefst naar concerten, gevolgd door theatervoorstellingen en dans. Meer dan de helft van de Gentenaars heeft in 2011 minstens één concert bijgewoond, ruim vier op de tien heeft een theatervoorstelling bijgewoond en twee op de tien ging naar een dansvoorstelling(286). Podiumvoorstellingen in een cultuurgrootstad (Gent, Antwerpen en Brussel) rekruteren publiek uit een bredere regio in vergelijking met de voorstellingen in overige gemeenten(287).
Bioscopen Gent telt drie bioscoopcomplexen en een filmzaal van de Universiteit Gent. Twee op drie Gentenaars heeft in 2011 de bioscoop bezocht. Dit is een daling van 4% in vergelijking met 2008, maar de stad blijft in Vlaanderen wel het tweede hoogste aandeel bezoekers hebben(288). Daarnaast trekken de bioscopen natuurlijk ook een publiek aan van buiten de stadsgrenzen.
D1
Focus op vrije tijd
81
Erfgoed, musea en tentoonstellingen Het Cultureel-erfgoeddecreet(289) rangschikt alle musea in drie categorieën: lokaal, regionaal of (de hoogste categorie) Vlaams. Zeven Gentse musea werden ingedeeld in de Vlaamse categorie. Gent heeft daarnaast ook nog talrijke kleinere musea. De Gentse Museumfolder 2010 toont dertig adressen van musea. In 2010 werden het Gravensteen, het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal en het SMAK het meest bezocht. Het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal komt op de derde plaats. In oktober 2010 kreeg Gent een belangrijke nieuwe speler bij de musea, namelijk het stadsmuseum STAM dat op drie maanden tijd al 50.000 bezoekers mocht verwelkomen. De ‘Gent Museumpas’ kost 20 euro en je kan er de belangrijkste Gentse musea en monumenten mee bezoeken. In 2011 zijn er 4.687 museumpassen verkocht. Dit is drie keer meer dan in 2004. De museumpas wint elk jaar aan populariteit(290). 73% van de Gentenaars bezocht in 2011 minstens één museum, tentoonstelling of historische plaats. Dit is een daling van 10% tegenover 2008(291). De Gentenaars volgen hiermee de Vlaamse trend. Bij een klantenbevraging van de Gentse musea blijkt dat 95% van de bezoekers tevreden of zeer tevreden is over het museum in zijn geheel(292). Bezoekers Gentse musea Jaar
Gravensteen
Kunsthal SintPieters abdij
MIAT
MSK
SMAK
Huis van Alijn
Design Museum
STAM
Belfort
Lam Gods
2007
255.688
58.791
35.183
145.556
80.752
45.023
100.694
2008
234.737
31.697
42.655
67.239
69.653
42.590
71.081
2009
221.612
68.845
39.635
105.259
69.991
41.005
57.030
2010
224.322
25.865
35.349
71.622
86.637
45.547
63.736
54.280
60.812
103.153
2011
268.350
44.479
32.892
100.535
84.623
47.565
68.244
104.369
91.487
138.860
53. Evolutie van de bezoekersaantallen voor de Gentse musea en monumenten, van 2007 tot 2011. Bron: departement Cultuur en Sport, Stad Gent.
Muziekvoorstellingen Gent telt talrijke cultuurhuizen die een brede waaier aan muziekvoorstellingen aan bieden. Een overzicht van het volledig aanbod is amper te beschrijven of te berekenen. In 2010 vonden er in Gent 160 culturele activiteiten(293) per 10.000 inwoners plaats. Voor de dertien centrumsteden bestaat 60% van deze geregistreerde activiteiten uit optredens en fuiven, theater is goed voor ongeveer 10%, klassieke muziek iets minder dan 10%. Gent scoort in vergelijking met het gemiddelde voor alle Vlaamse centrumsteden hoog wat betreft het aandeel klassieke muziek (meer dan 10% van het totaal aanbod)(294). 65% van de Gentenaars heeft in 2011 een plein-, parkevenement of zomerfestival bezocht. Het gemiddelde voor de Vlaamse centrumsteden is 62%. Gent heeft (samen met Sint-Niklaas en Antwerpen) met 10% van de inwoners die meer dan 6 keer per jaar participeren, het meeste frequente bezoekers van een plein-, parkevenement of zomerfestival.
Bibliotheek De Stedelijke Openbare Bibliotheek is de drukst bezochte cultuurinstelling van Gent. 75.000 actieve lezers maken gebruik van de hoofdbibliotheek en de 14 filialen realiseren daarbij op jaarbasis 2 miljoen uitleningen en internetsessies. Dat zijn indrukwekkende cijfers, al is er – net als in andere openbare bibliotheken –
82
onmiskenbaar een daling van het klassieke bibliotheekgebruik merkbaar. De unieke positie van de bibliotheek als bron van informatie en kennis is immers door de technologische realiteit achterhaald. De hoofdbibliotheek kenmerkt zich echter in toenemende mate door andere vormen van gebruik, die niet gevat worden in de traditionele uitleencijfers. Dat wordt geïllustreerd door het hoge aantal bezoeken dat schommelt tussen 2.000 en 2.400 per dag. Scholieren en studenten vinden in de hoofdbibliotheek een ideale studeerplek, waarbij zij grasduinen in de collectie, maar evengoed met laptops en tablets online gaan. Per maand registreert de bib een 4.000 wifisessies. De bibliotheek staat de komende jaren voor een bijzondere uitdaging. Aan de Waalse Krook zal zij deel uitmaken van een cluster waarin innovatie, technologie en cultuur elkaar vinden. Dat impliceert dat de bib zelf een technologische, innovatieve omgeving wordt. In 2015 verhuist de bibliotheek dus niet alleen, maar realiseert aan de Krook een volledig nieuw concept. Bovendien wordt het een uitdaging om deze innovatieve omgeving te verzoenen met klassiek bibliotheekgebruik.
Gent – stad van cultuur De tevredenheid over het cultuuraanbod bij de Gentenaars is groot: 87% van de Gentenaars is in 2011 tevreden over het culturele aanbod, zoals schouwburg, museum, bioscoop... De tevredenheid is licht toegenomen in vergelijking met 2008 (85%). Dit is dus de mening van de Gentenaars. Bij de cultuurgebruikers in Gent zitten ook veel niet-stedelingen. Hun mening is in deze indicator niet bevraagd(295). Per 10.000 inwoners telde Gent in 2010 131 arbeidsplaatsen in de culturele en creatieve sector. Het gemiddelde voor de 13 centrumsteden is 137 arbeidsplaatsen per 10.000 inwoners. Dit cijfer is een onderschatting aangezien het enkel gaat om RSZ-tewerkstelling en niet om tewerkstelling in de publieke en plaatselijke overheden. De tewerkstelling in de publieke en plaatselijke overheid komt neer op ongeveer 10% van de totale tewerkstelling, maar zou specifiek voor de culturele tewerkstelling wel hoger kunnen oplopen(296). De culturele en creatieve economie is in Gent goed voor 4% van de totale werkgelegenheid (het Vlaamse gemiddelde is 3%) of 6.000 arbeidsplaatsen(297). 12% van alle bachelor studenten aan de Gentse hoger onderwijsinstellingen volgt een cultuur-georiënteerde richting(298).
Sport: een inhaalbeweging ingezet Sport is al lang niet meer de enge definitie van ‘jonge, prestatiegerichte mannen - vaak uit de midden- en hoge klassen - die in clubverband tijdens de vrije tijd aan competitiesport doen’. Sport heeft een meer pluriform karakter gekregen en is niet enkel een vrijetijdsaangelegenheid(299). De sportindustrie groeit en het maatschappelijk belang neemt steeds toe(300). Buurtsport is een vrij recent concept en complementair aan het klassieke sportgebeuren. Het is niet of nauwelijks competitiegericht, maar vooral bedoeld voor het wegwerken van allerhande drempels die mensen verhinderen om op regelmatige basis aan sport en beweging te doen. Die pluriformiteit is ook weerspiegeld in de cijfers: 47% van de Gentenaars doet regelmatig actief aan sport; 42 % heeft het afgelopen jaar één of meerdere sportevenementen bijgewoond(301).
Infrastructuur Gent beschikt over een uitgebreide sportinfrastructuur met sporthallen, zwembaden en openluchtterreinen. De private accommodaties die daar bovenop komen, maken het aanbod vrij volledig (fitness, bowling, ijspiste…). Gent telt ook enkele ‘Sportschuren’, die in de eerste plaats bestemd zijn voor bewoners en verenigingen uit de onmiddellijke buurt. De sportschuren bevinden zich allemaal in de 19de-eeuwse gordel, waar een absoluut tekort heerst aan
D1
Focus op vrije tijd
83
sportinfrastructuur(302). Daarnaast zijn er ook nog veel sportzalen die deel uitmaken van de schoolinfrastructuur en die buiten de schooluren door sportclubs gebruikt worden. In het kader van de ‘brede school’ zijn scholen meer en meer bereid om hun infrastructuur buiten de schooluren open te zetten voor socio-culturele en sportieve verenigingen en initiatieven(303). Qua openluchtinfrastructuur beschikt Gent naast de Blaarmeersen over tal van sportspecifieke openluchtaccommodaties die exclusief worden ter beschikking gesteld van één bepaalde club. Het gaat hier voornamelijk over voetbal, korfbal en atletiek(304). Met de komst van het nieuwe zwemcomplex aan de Rozebroeken (inclusief Olympisch zwembad) en een aantal andere initiatieven is het acuut tekort aan zwembaden grotendeels weggewerkt. De bezetting van de diverse accommodaties is zeer hoog. De vraag blijft groter dan het bestaande aanbod. Naast de ‘grote’ infrastructuren, die meestal verbonden zijn met of zelfs exclusief gebruikt worden door de Gentse clubs, gaat steeds meer aandacht naar infrastructuur voor ‘vrij sporten’, of ook ‘anders-georganiseerd sporten’ genoemd (lopen, fit-o-meter, maar ook aan straatvoetbal, pleintjesbasket...)
Sportparticipatie Gent heeft een uitgebreid aanbod aan sportactiviteiten. Zowel in clubverband (recreatief en competitief) als voor de ‘anders-georganiseerde’ sporter (o.a. de sportkampen, initiatiecursussen en initiatieven die dicht bij de buurtbewoners staan). Deze initiatieven kennen een hoge bezettingsgraad en er is een voortdurende vraag naar meer. Een kwart van de Gentenaars neemt regelmatig deel aan de activiteiten van een sportvereniging(305). Drie kwart van de Gentenaars is tevreden over het sportaanbod. Drie op tien Gentenaars vernoemt sport (wandelen, fietsen, andere sporten) als belangrijkste vrije tijdsactiviteit. 44% zegt regelmatig te wandelen of te fietsen en 20% beoefent regelmatig andere sporten buiten clubverband(306).
Clubwerking Gent telt 585 sportclubs met samen bijna 65.000 leden waarvan ongeveer twee derde Gentenaars zijn(307). Toch blijven in de clubwerking een aantal knelpunten: heel wat sportclubs kampen met een tekort aan gekwalificeerde begeleiders en vrijwilligers(308). Een van de oorzaken is de versnippering van de clubwerking over veel kleine clubs. Sportclubs zien ook met lede ogen jongeren vertrekken die naarmate ze ouder worden de voorkeur geven aan andere vrijetijdsactiviteiten. Veel clubs zijn competitiegericht met een strakke trainingstructuur en dit strookt vaak niet met de noden en wensen van de hedendaagse samenleving. Mensen willen meer op een ‘flexibele’ manier aan sport doen.
Topsportevenementen Vier op tien Gentenaars zegt het afgelopen jaar een sportevenement te hebben bijgewoond(309). Gent werd in Vlaanderen beschouwd als dé stad van de grote sportevents (zoals ‘Lotto Zesdaagse Vlaanderen Gent’, ‘Omloop Het Nieuwsblad’, ‘Challenger Cup Artistieke Gymnastiek’…). Door de komst van nieuwe evenementenzalen in andere steden is de positie van Gent doorbroken en verspreiden de grote evenementen zich nu meer over de Vlaamse steden.
84
Vrije tijd gemonitord Hoe vult de Gentenaar zijn vrije tijd in? De belangrijkste vrijetijdsactiviteit is voor drie op tien Gentenaars sport (wandelen, fietsen, andere sporten). Op de tweede plaats met 14% komt ‘Vrienden en familie bezoeken of ontvangen’ en ‘tijd maken voor het gezin’, lezen vervolledigt de top drie met 10%(310). 44% zegt regelmatig te wandelen of te fietsen en 20% beoefent regelmatig andere sporten buiten clubverband. Daarnaast zijn ook uitgaan op café of restaurant, reizen en uitstapjes, en toneel, film en evenementen belangrijke activiteiten. Iets meer dan de helft van de Gentenaars neemt regelmatig deel aan activiteiten van minstens één vereniging. Het meest populair zijn sportverenigingen en culturele verenigingen. Jongeren (-25) en ouderen (65+) nemen vaker deel aan het verenigingsleven dan de leeftijdsgroepen daartussen. Ook zijn mannen (59%) actiever dan vrouwen (53%)(311). Gemiddeld kijkt de Gentenaar 2,5 uur per dag naar televisie, een video of een dvd. De Gentenaar zit één uur aan de computer in de vrije tijd. Naarmate men ouder is, kijkt men meer televisie en zit men minder aan de computer. Qua televisiekijken is er een daling tegenover 2006 en een status quo tegenover 2003. Het aantal uren ‘computeren’ is gedaald tegenover 2006 en lichte gestegen tegenvoer 2003(312). 84% van de Gentenaars is tevreden over het horeca-aanbod in Gent (uitgaans gelegenheden, café en restaurants). Over het aanbod aan recreatievoorzieningen is 72% van de Gentenaars tevreden(313).
Gent nog steeds geliefd bij toeristen In 2011 stapten 279.708 bezoekers binnen in het infokantoor van Dienst Toerisme. Daarvan stelden er 143.450 een vraag. De grootste groep daarvan zijn Belgen, gevolgd door Spanjaarden en de buurlanden, alsook Groot-Brittannië(314). Er zijn ook een aanzienlijk aantal Amerikanen en Italianen die om informatie vragen. In totaal werden in 2011 400.000 toeristische brochures, 824.000 toeristische plannen en 208.000 wandelplannen verdeeld. De website www.visitgent.be is recent volledig vernieuwd, en de sociale media spelen een steeds actievere rol. Het aantal overnachtingen neemt sterk toe en bedraagt 839.680 overnachtingen in 2011. Twee derde van deze overnachtingen is in het kader van ontspanning. Congrestoerisme en zakentoerisme nemen elk een zesde voor hun rekening. Het congrestoerisme is in Gent sinds 2005 meer dan verzesvoudigd, en was in 2011 goed voor 152.927 overnachtingen. Zakentoerisme, dat een dieptepunt kende in 2009 is sindsdien aan heropleving begonnen met 151.150 overnachtingen in 2011(315). Naast 33 hotels met in totaal 1.883 kamers, een viersterren camping en een jeugdherberg met 106 slaapplaatsen zijn er in Gent ook een 70-tal kwalitatieve Bed&Breakfasts met 200 kamers. Dit laatste segment blijft groeien. Momenteel zijn hier nog geen overnachtingscijfers voor gekend. Het aantal dagtrips naar Gent werd in 2000 geraamd op 1,7 miljoen. Voor 2011 zou dit naar schatting 1,5 miljoen bedragen, zonder de buitenlandse toeristen. Het dagtoerisme zou een besteding met zich meebrengen van ruim 70 miljoen euro(316). Het watertoerisme neemt toe. In 2011 werden 170.000 toeristen over de Gentse binnenwateren gevaren. In datzelfde jaar hebben 196 cruiseboten aangemeerd aan de Rigakaai, samen goed voor 22.202 passagiers.
D1
Focus op vrije tijd
85
Besluit Gent is en blijft als cultuurstad met een groot en divers aanbod één van de koplopers in Vlaanderen. Dit en andere aspecten weerspiegelen zich in tevredenheid over het cultuuraanbod bij de Gentenaars: 87% is tevreden over het culturele aanbod in 2011. Tegelijk daalt in Gent, net zoals in Vlaanderen, het aantal Gentse bezoekers aan podiumvoorstellingen, het bioscoopbezoek door Gentenaars, alsook het percentage Gentenaars dat in het afgelopen jaar een of meerdere musea, tentoonstellingen of historische plaatsen heeft bezocht. Gent is ook voor cultuur een ware centrumstad. In Gent staan sporthallen, zwembaden, openluchtterreinen en private accommodaties ter beschikking van de sportieve Gentenaar. Daarnaast bestaan er ook ‘Sportschuren’, relatief kleine infrastructuren voor bewoners en verenigingen uit de buurt, alsook de sportzalen die deel uitmaken van de schoolinfrastructuur. Gent heeft een groot aanbod, dankzij de forse inhaalbeweging de voorbije jaren. Toch lijkt het aanbod de vraag niet te kunnen volgen. Toerisme in Gent doet het nog steeds goed. Het aantal overnachtingen (en dan voornamelijk voor congres- en zakentoerisme) nam de voorbije jaren toe. Naast de klassieke hotels, een viersterren camping en een jeugdherberg, zijn er een aanzienlijk aantal Bed&Breakfast accommodaties met kamers. Het aantal dagtrips naar Gent wordt geschat op anderhalf miljoen per jaar.
86
Voetnoten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Luk Bral, et al., 2011: 21 Stad Gent, 2007a Stad Gent, 2007a: 9; 2007b Stad Gent, 2008c Stad Gent, 2011a De Graeve & De Tremerie, 2012 De index is gebaseerd op een combinatie van kwantitatief materiaal en de kwalitatieve beoordeling die Landry verzamelde via een hele reeks diepte-interviews, focusgesprekken en projectbezoeken en die hij aanvulde op basis van een online vragenlijst.Het creatieve potentieel wordt bepaald door tien deelfacetten: het politieke en openbare kader; onscheidbaarheid, diversiteit, vitaliteit en expressie; openheid, tolerantie, participatie en toegankelijkheid; ondernemerschap, exploratie & innovatie; strategisch leiderschap, alertheid en visie; talent en leren; communicatie, connectiviteit en netwerking; de ruimte en de planning van de ruimte; leefbaarheid en welzijn; professionaliteit en doeltreffendheid. 8. Stad Gent, 2011c 9. De Graeve & De Tremerie, 2012 10. Vanderleyden, Callens, & Noppe, 2009 11. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 12. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 13. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 14. Kind & Gezin, 2009 15. Dierckx, Vranken, Coene, & Van Haarlem, 2011 16. Pannecoucke, 2011 17. Duquet, Glorieux, Laurijssen, & Van Dorsselaer, 2006; Van Landeghem & Van Damme, 2011 18. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 19. Verté, et al., 2011 20. In deze passage wordt er regelmatig gerefereerd naar het ouderenbehoefteonderzoek.Een belangrijke kanttekening bij het behoefteonderzoek is dat de significantieberekeningen summier zijn opgenomen in de studie: alle berekeningen zijn gemaakt met een 95% betrouwbaarheidsinterval.We gaan er dus vanuit dat alle beschreven trends (stijgingen, dalingen en status quo’s) in deze studie significant zijn. 21. Een inkomen dat geïmputeerd wordt bij eigenaars van een woning omdat ze geen huur moeten betalen of geen afbetaling van een woonkrediet hebben. 22. Verté, et al., 2011 23. Verté, et al., 2011; De Witte & Verté, 2005 24. De onaangepastheid van de woning gaat over een totaalpakket aan variabelen: de afstand tot winkels, of er al dan niet trappen aanwezig zijn in de woning, het energieverbruik, de grootte van de woning, enzovoort. 25. Verté, et al., 2011 26. Verté, et al., 2011 27. Verté, et al., 2011 28. Vlaams onderzoek over “ruimtebehoeften voor ouderen” (Myncke & Vandekerckhove, 2007) 29. Sette, 2011 30. Verté, et al., 2011 31. 31/12/2011 32. Voor een meer uitgebreide analyse van de EtnischCulturele Minderheden, verwijzen we naar ‘Gentenaars en Gentgebruikers’. 33. Volgende personen behoren tot de groep ‘EtnischCulturele Minderheden’: - Alle personen van niet-Belgische nationaliteit ingeschreven in het bevolkingsregister met uitzondering
34. 35. 36.
37. 38. 39.
40. 41.
42.
43.
44. 45. 46. 47. 48.
49. 50. 51. 52. 53.
54. 55. 56. 57.
58.
59. 60.
61. 62. 63.
van de volgende nationaliteiten: o Alle lidstaten van de EU(15) o Monaco, Andorra, Japan, Noorwegen, Hong Kong, Zwitserland, Canada, San Marino, VSA, IJsland, Australië, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland en Malta - Alle personen van vreemde origine uit het bevolkingsregister, die de Belgische nationaliteit verkregen hebben na 01/01/1985, uitgezonderd diegenen met een vorige nationaliteit uit bovenstaande uitzonderingslijst - Alle personen ingeschreven in het wachtregister. Corluy & Verbist, 2010 Corluy & Verbist, 2010 Wat in Gent het levensminimum is, is voor het overgrote deel van de Vlaamse steden en gemeenten het equivalent leefloon. Van Robaeys, et al., 2007; Goossens & Winters, 2004 Stad Gent, 2011i: 3, 9 De woonquote is het aandeel van het totale inkomen dat besteed wordt aan huur of afbetaling van de woning. Een woonquote hoger dan 30% is een hoge woonquote (Luk Bral, et al., 2011). Van Robaeys, et al., 2007 Autochtone leerlingen: leerlingen geboren in het land van de testafname van het PISA onderzoek en minstens één van hun beide ouders ook. Tweedegeneratieleerlingen: leerlingen geboren in het land van de testafname, maar waarvan beide ouders in een ander land zijn geboren. Eerstegeneratieleerlingen: leerlingen niet geboren in het land van de testafname, waarvan beide ouders ook in een ander land zijn geboren. PISA onderzoek (Universiteit Gent, 2010: 87-90) Vincke & Stevens, 1999 Van Heeringen & Vincke, 2000 www.lokalestatistieken.be, 2012 Het totale beschikbare inkomen per maand van een gezin, bestaande uit een netto-inkomen uit arbeid of bedrijfsinkomen; sociale uitkeringen en bijkomende uitkeringen (zoals interesten, verhoogd kindergeld, tegemoetkoming aan personen met een handicap). Van Hove, et al., 2011 Stad Gent, 2012e De totale werkloosheidsdruk voor Gent bedraagt in 2011: 7,9%. Luk Bral, et al., 2011 Zowel het GIB als de IGO zijn bijstandsregelingen die de overheid verstrekt aan ouderen die de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en die door omstandigheden geen of onvoldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Campaert, 2008 Zie het hoofdstuk ‘Focus op kinderopvang en onderwijs’ Voor een uitgebreide bespreking van de gezondheid van de Gentenaars, zie Focus op gezondheid Als je geen of een te laag inkomen hebt, dan kan je een basisinkomen krijgen: dat heet dan leefloon of ‘equivalent leefloon’ (soms ook wel “levensminimum” genoemd) voor personen die niet voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarde voor het leefloon. Analyse op basis van de een oplijsting van de meest kenmerkende eigenschappen door de wijkregisseurs van de dienst Gebiedsgerichte Werking Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 d.i.de verhouding tussen de niet-werkende werkzoekenden van 18 t.e.m.64 jaar en de bevolking van 18 t.e.m.64 jaar (op 31/03/2011) Toestand 31.12.2010 Huygen & de Meere, 2008: 7 Huygen & de Meere, 2008
D1
Voetnoten
64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71.
72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84.
85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92.
93.
94.
95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108.
Forrest & Kearns, 2001 Stad Gent, 2010a Wetenschappelijke Raad voor regeringsbeleid, 2005 Stad Gent, 2006, 2010a Stad Gent, 2010a Loose & Gijselinckx, 2009: 29 Loose & Gijselinckx, 2009: 29 Eén op vier van de Gentenaars wordt minstens één keer slachtoffer van diefstal buitenhuis, bedreiging met lichamelijk geweld, vluchtmisdrijf in verkeer, lastig gevallen om seksuele redenen en andere strafbare feiten. Luk Bral, et al., 2011 Stad Gent, 2010a: 90 Federale Politie, 2009 Federale Politie, 2009 Stad Gent, 2010a Politiezone Gent, 2012 Stad Gent, 2012c Stad Gent, 2010a: 90-92 Politiezone Gent, 2012 cfr Veiligheidsmonitor 2008, Leefbaarheidsmonitor 2010 en Stadsmonitor 2011 Stad Gent, 2007b: 49-50; 2010b: 10-11 Studiedienst Vlaamse Regering, 2009: 150-151 Als grootste studentenstad van Vlaanderen heerst er in Gent een grote druk van studenten op vlak van woningen, maar ook op druk op openbaar domein. Studenten gebruiken ook parken om in te studeren. In alle berekeningen over parken, werd deze doelgroep niet meegenomen. Stad Gent, 2009b Bron: Stad Gent: bevolkingsregister Stad Gent, 2012k Stad Gent, 2009b Luk Bral, et al., 2011 Bron: Stad Gent: bevolkingsregister Stad Gent, 2010b De ‘ijzeren voorraad’ is een reservevoorraad aan gronden die een economische bestemming hebben en al dan niet klaar zijn om uit te geven. Zo een voorraad dient om plotse vragen in de economie op te vangen en op zo een moment snel bedrijfsruimte beschikbaar te kunnen maken. Bestemmen en herbestemmen in BPA’s (Bijzondere Plannen van Aanleg) en RUP’s (Ruimtelijke Uitvoeringsplannen). Deze RUP’s vertrekken steeds vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan.Zowel gemeenten, provincies als het Vlaams Gewest kunnen RUP’s maken.De bestaande BPA’s blijven echter geldig tot ze worden vervangen door een gemeentelijk RUP. Voor het zuidelijk deel van Oostakker I wordt momenteel voorbereidend studiewerk uitgevoerd naar de ontwikkeling en ontsluiting van het gebied. Havenbedrijf Gent, 2012 zie: focus op groen Luk Bral, et al., 2011 Stad Gent, 2012b zie: focus op vrije tijd, Stad Gent, 2008e cfr focus op kinderopvang en onderwijs RWO Vlaanderen, 2012; ViA-Rondetafel Stedenbeleid, 2012: 13 zie hoofdstuk ’interne omgevingsanalyse’ alsook Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 Stad Gent, 2011e: 2 Stad Gent, 2012d Op basis van de geactualiseerde biologische waarderingskaart uit 2009. Stad Gent, 2012d Stad Gent, 2010b, 2012d Stad Gent 2012d
87
109. Het gaat over de wijken Brugse Poort, Bloemenkenswijk, Sluizeken- Tolhuis-Ham, Muide-Meulestede, Dampoort, Ledeberg en Stationsbuurt- Noord. Ook in alle andere wijken van de kernstad zijn er delen die onderbedeeld zijn wat betreft groen.In de randstad vallen Stationsbuurt- Zuid, Nieuw Gent-UZ en MoscouVogelhoek op. Ten slotte zijn ook de kernen van de deelgemeenten Drongen, Mariakerke en Wondelgem niet bediend door een wijkpark. Op Drongen centrum na bevinden al deze wijken zich in of aansluitend bij de kernstad. 110. Amsterdam heeft op een structurele manier het parkbezoek in 1996 en 2008 onderzocht. Het parkbezoek, en dan voornamelijk de parken in het hart van de stad, is in deze periode sterk toegenomen (bron: Smets en Gaddet 2008). Cijfers over parkbezoek in Gent zijn niet beschikbaar. 111. Kuypers, 2010 112. Van Huylenbroeck, et al., 2005 113. Van Huylenbroeck, et al., 2005; Visser, Perdeck, van Balen, & Both, 2009 114. Een gezin is hier synoniem voor wat demografen ‘huishouden’ noemen. Een particulier huishouden bestaat uit één of meerdere personen die al dan niet met elkaar verwant zijn en die gewoonlijk in dezelfde woning samenleven. Een collectief huishouden is bijvoorbeeld een gevangenis, klooster of bejaardentehuis. 115. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 116. Uit de bevolkingsanalyse bij de Gentse woonstudie (Stad Gent, 2008f) 117. Stad Gent, 2009b: 54 118. Stad Gent, 2009b: 60 119. Cijfers op basis van de toegekende stedenbouwkundige vergunningen, dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, Stad Gent, 2011g, 2011f 120. Stad Gent, 2008b 121. Cijfergegevens dienst Administratie, afdeling Bouw- en Woontoezicht op datum van 24.04.2012 122. Stad Gent, 2007d: 3-4 123. volgens de Vlaamse Wooncode 124. In een woning met structurele problemen zijn er 1 of meerdere huisvestingsproblemen: het dak, de ramen, de centrale verwarming of elektrische installatie zijn aan vervanging toe of er zit schimmel en vocht in de muren en vloeren of er is sprake van rottend raamwerk en deuren. 125. Luk Bral, et al., 2011 126. Luk Bral, et al., 2011 127. Stad Gent, 2010a 128. Vlaamse Overheid, 2011: 26 129. Vlaamse Overheid, 2011: 27 130. Luk Bral, et al., 2011: 190-191 131. Winters & De Decker, 2009 132. OCMW Gent, 2012; Stad Gent, 2009c, 2012e 133. Stad Gent, 2009c, 2012e 134. Luk Bral, et al., 2011 135. Stad Gent, 2012k 136. Kotenquête 2010 van Kot@Gent 137. Stad Gent, 2012k 138. Eigen berekening: bevraging onderwijsinstellingen eind 2009 + aantal bijkomende vergunde entiteiten sinds eind 2009 139. Algemeen bouwreglement van Gent 140. Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, overzichtslijst vergunde studentenhuisvesting op 01/02/2012 141. Winters & De Decker, 2009 142. Stad Gent, 2008a 143. Stad Gent, 2009b 144. Stad Gent, 2009b
88
145. Cantillon, Horemans, Vandenbroucke, & Van Lancker, 2011 146. Eigen berekening op basis van cijfers Wonen-Vlaanderen dd 31.12.2012 en Gent in cijfers 147. Stad Gent, Dienst Wonen 148. Vlaamse Overheid, 2012 149. Stad Gent, 2012i 150. Stad Gent, 2010b 151. Luk Bral, et al., 2011 152. Uit het herkomst/bestemmingsonderzoek, georganiseerd door de verkeersonderzoekscel binnen het mobiliteitsbedrijf 153. Bron: wegendienst 154. Bron: WIS Stad Gent 155. Luk Bral, et al., 2011 156. Civitas mobiliteitsonderzoek 157. Bron: Mobiliteitsbedrijf: jaarlijkse radartellingen van twee weken aan een fietsonderdoorgang aan de Phoenixbrug 158. Bron: Stad Gent – Rumodo 159. Bron: WIS Stad Gent 160. Luk Bral, et al., 2011 161. Luk Bral, et al., 2011 162. NMBS, 2012 163. telling 2011 164. Stad Gent, 2010b 165. Bron: De Lijn 166. Stad Gent, 2010a 167. Bron: Cambio 168. http://www.degage.be/ 169. Stad Gent, 2010a 170. Luk Bral, et al., 2011 171. Stad Gent, 2012g 172. Kind & Gezin, 2011 173. De sociale dekkingsgraad geeft een indicatie van de toegankelijkheid van de opvangplaatsen met het oog op sociale mix en kansengroepen. Het is de verhouding van het aantal opvangplaatsen met een inkomensgerelateerde ouderbijdrage ten aanzien van het aantal 0-2 jarigen. 174. zie stuk Onderwijs 175. Schooljaar 2010-2011, Stad Gent, 2012k 176. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 - algemeen hoofdstuk 177. schooljaar 2010-2011, Bron: Departement Onderwijs en Vorming – Vlaanderen 178. Meld je aan 179. Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 - stuk 0-2 jarigen 180. PISA 2009: Programme for International Student Assessment, een internationaal vergelijkend onderzoek gecoördineerd door de OESO, waarin 15-jarigen worden getest wat betreft leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen. 181. Klasse, 2012 182. Verhaeghe, 2008 183. Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011 184. Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011: 67 185. Luk Bral, et al., 2011; Steunpunt Leerrecht- & Leerplichtbegeleiding, 2011a, 2011b 186. Luk Bral, et al., 2011 187. Het wordt berekend door een vergelijking tussen het leerjaar waarin de leerling is ingeschreven en het leerjaar waarin de leerling op grond van zijn geboortejaar bij normale studievordering ingeschreven zou moeten zijn. Het is niet noodzakelijk een gevolg van zittenblijven, maar kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld verlate instap in het lager onderwijs, ziekte, ...Schoolse vertraging geeft een beeld van de achterstand die een leerling in zijn totale schoolloopbaan heeft opgelopen. 188. Tracé Brussel vzw, 2012 189. Van Landeghem & Van Damme, 2011a
190. Cijfers over ongekwalificeerde uitstroom op het stedelijk niveau zijn niet beschikbaar. 191. Luk Bral, et al., 2011 192. Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011 193. Nogal wat ASO’ers besluiten om na hun secundair onderwijs verder te studeren in het buitenland. Voor het departement Onderwijs zijn zij schoolverlaters omdat ze niet meer ingeschreven zijn in een Vlaamse onderwijsinstelling. Aangezien ook VDAB ze niet terugvindt in de werkzoekendenbestanden worden ze verkeerdelijk als schoolverlaters die niet meer werkzoekend zijn gecatalogeerd. Met de gegevens waarover we beschikken kunnen we stellen dat het aandeel werkzoekenden zoals weergegeven (14,1%) een onderschatting is. Mogelijk is het werkelijke aandeel werkzoekenden na een jaar twee procentpunten hoger (16,6%). 194. VDAB, 2012 195. cfr supra 196. Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011; Delarue & Seynaeve, 2010; EuropaNU,2012. 197. Nationale Bank van België, 2011, jaarrapport 198. Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011 199. Landry, 2011 200. Een onderneming die gedurende een driejarige periode jaarlijks minstens 20% groeit in termen van tewerkstelling of omzet, waarbij deze onderneming in het eerste jaar van de periode minimaal tien werknemers heeft. 201. = Niet werkende werkzoekenden/ (werkenden+ niet-werkende werkzoekenden). Niet werkende werkzoekenden omvatten vier categorieën: de werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA); de werkzoekenden in wachttijd; de vrij ingeschreven niet-werkende werkzoekenden; andere verplicht ingeschreven niet-werkende werkzoekenden. 202. Knotter, Valsamis, Van hoed & Vanhoren, 2011 203. De werkzaamheidsgraad van personen met een niet EUnationaliteit is in 2011 toegenomen tot 46,3%. Hiermee komt een einde aan de daling die in 2009 en 2010 werd vastgesteld. De Vlaamse werkzaamheidsgraad bij de laaggeschoolden is gedaald naar 52%. Over een langere periode bekeken, blijft de werkzaamheidsgraad bij laaggeschoolden relatief stabiel. De Vlaamse 50-plussers blijven steeds langer aan het werk. In 2011 was 53,6% van de 50-plussers aan het werk. Bij de 55-plussers ligt de arbeidsdeelname slechts op 39%. In 2011 was 38,6% van de Vlaamse bevolking met een arbeidshandicap aan het werk (L.Bral, 2012: 137). 204. definitie allochtoon: zie website VDAB - Arvastat 205. De totale werkzaamheidsgroei (totaal effect) wordt ontleed in twee componenten: een demografisch effect en een participatie-effect. Het demografisch effect is de evolutie in de werkzaamheidsgraad die toe te schrijven is aan wijzigingen in de bevolkingssamenstelling (relatieve aandelen van leeftijdsgroepen mannen en vrouwen in de totale bevolking). Het participatie-effect is de evolutie in de werkzaamheidsgraad die toe te schrijven is aan de combinatie van de werkzaamheid in de jongere leeftijdscategorieën en de wijze waarop deze graden evolueren. 206. L.Bral, 2012. 207. VDAB, 2012 208. Lamberts, 2011 209. Het bestaan van een (groot)stedelijke arbeidsmarktparadox doet vermoeden dat werkgelegenheidsgroei geen oplossing is voor het terugdringen van de hoge werkloosheidscijfers. De cijfers suggereren dat werkgelegenheidsgroei wel degelijk een noodzakelijke voorwaarde is. Er blijft immers een grote nood aan meer jobs in de grootsteden om
D1
Voetnoten
210. 211. 212. 213. 214.
215.
216. 217. 218. 219.
220. 221.
222. 223. 224. 225. 226. 227. 228. 229. 230. 231.
232. 233. 234. 235. 236. 237. 238. 239. 240. 241.
242.
het werkloosheidsverschil met de kleine steden (en het Vlaamse gemiddelde) terug te dringen. Vanderbiesen, 2010 The United Nations Intergovernmental Panel on Climate Change, 2007 Stad Gent, 2012a VREG, 2012 Er is veel verschil in de fysische en scheikundige samenstelling, de bron en grootte van fijn stof.PM10 deeltjes (de fractie deeltjes in de lucht die kleiner is dan <10μm) en PM2.5 deeltjes (<2.5μm) baren grote zorgen, deze deeltjes zijn klein genoeg om tot diep in de longen door te dringen en kunnen potentieel zorgen voor grote gezondheidsproblemen. Grotere deeltjes worden niet ingeademd en worden vrij effectief door sedimentatie uit de lucht verwijderd.(http://www.airqualitynow.eu/nl/ pollution_home.php) NOx wordt gebruikt om de mix van stikstofoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2) in de lucht te beschrijven. Het zijn anorganische gassen die gevormd worden door combinatie van zuurstof en stikstof in de lucht. Er wordt veel meer NO gevormd dan NO2, echter NO oxideert in de lucht tot NO2.NO2 heeft een negatieve werking op de luchtwegen.(http:// www.airqualitynow.eu/nl/ pollution_home.php) Stad Gent, 2011d Stad Gent, 2009e VMM, 2012 De uitvoeringsgraad van de riolering wordt berekend door het aantal inwoners dat op de riolering is aangesloten uit te zetten ten opzichte van het aantal inwoners dat door de gemeente bij de opmaak van de totale rioleringsplannen voorzien werd om in de riolering te lozen. Data van de VMM (Stad Gent, 2011h) De zuiveringsgraad betreft het aantal op de riolering aangesloten inwoners die gezuiverd worden op een rioolwaterzuiveringsinstallatie t.o.v.het aantal inwoners voor de gemeente volgende de rijkregister – stratentabel van de Vlaamse Milieumaatschappij Stad Gent, 2012h Stad Gent, 2012h Stad Gent, 2006 Luk Bral, et al., 2011 Stad Gent, 2012f Luk Bral, et al., 2011 IVAGO, 2011 Luk Bral, et al., 2011 Stad Gent, 2012f Om milieuvriendelijk gedrag te meten worden in de survey “sociaal-culturele verschuivingen” van de Studiedienst van de Vlaamse regering een aantal stellingen voorgelegd die verschillende aspecten in rekening brengen (Beyst, 2011). Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011 Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2011 Van Dyck, 2012 Stad Gent, 2011j Willems, Hardyns, & Vyncke, 2011 Stad Gent, 2010 a volgens de “Dynamische analyse van de buurten in moeilijkheden in de Belgische stadsgewesten” van 2006. Willems, Hardyns, & Vyncke, 2011 Studiedienst Vlaamse Regering, 2009 TAHIB, 2010: Tackling Health Inequalities in Belgium, een onderzoek uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Université Catholique de Louvain (UCL) in opdracht van de POD Wetenschapsbeleid, 2010. Voor de geboortejaren 2007/2008/2009, zie hoofdstuk. Sociaal economische diversiteit
89
243. 244. 245. 246. 247. 248. 249. 250. 251. 252. 253. 254. 255.
256. 257. 258. 259.
260. 261. 262. 263. 264. 265. 266.
267. 268. 269. 270. 271. 272. 273. 274.
275. 276. 277. 278.
279. 280.
281. 282. 283. 284.
Stad Gent, 2010a Sara Willems, et al., 2011 Stad Gent, 2010a Stad Gent, 2010a W.I. Volksgezondheid, 2008 Sterftecertificaten Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 2004-2008 Nationaal kankerregister 2008 Sterftecertificaten Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 2004-2008 Team gegevensverwerking en resultaatsopvolging, 2010 Stad Gent, 2010a Willems, et al., 2011 Minimale Psychiatrische Gegevens, MPG, FOD Volksgezondheid Dit is de registratie van de residentiële opnames of intakes door de psychiatrische ziekenhuizen (PZ), psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ), initiatieven voor beschut wonen (IBW), of psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 2010 Sterftecertificaten Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Bonnewyn, et al., 2008 Onderzoek UGent, 2007-2008, BMI berekend bij 1200 volwassen Gentenaars (Van Dyck, et al., 2010) op basis van zelfgerapporteerde lengte en gewicht. Hublet, Vereecken, & Maes, 2010 W.I.Volksgezondheid, 2008 W.I.Volksgezondheid, 2008; Stad Gent, 2010a W.I.Volksgezondheid, 2008; Stad Gent, 2010a Lokaal Sociaal Beleid, 2012 Luk Bral, et al., 2011 Om gezondheidswinst te behalen is het al voldoende voor volwassenen en senioren om dagelijks minstens een half uur te bewegen met een matige fysieke inspanning ofwel 3 dagen per week minstens 20 minuten intense aerobe fysieke activiteit. Voor kinderen en jongeren is dit minstens een uur per dag. Willems, Hardyns, & Vyncke, 2011 Willems, Hardyns & Vyncke, 2011 W.I.Volksgezondheid, 2008 /rapport Alcoholgebruik, Gislé Stad Gent 2010, a Stad Gent, 2009a Gislé e.a., 2010 Hublet, et al., 2010 Een wijkgezondheidscentrum is een centrum voor gezondheidszorgen die tot de eerste lijn behoort. Eén op de tien Gentenaars is patiënt bij een wijkgezondheidscentrum. Stad Gent, 2012j Stadsmonitor, 2007 Bron cijfers, bewerkingen en grafieken: Huisartsenvereniging Gent 2011 Gentbrugge, Muide-Meulestede-Afrikalaan, Drongen, Macharius – Heirnis, Kanaaldorpen en –zone, Sint-Amandsberg, Zwijnaarde, Wondelgem, OudGentbrugge en Mariakerke. aan de Baudelokaai, Martelaarslaan en Kliniekstraat. In steden contacteert men relatief vaker een spoeddienst. Dit komt ook vaker voor bij lager opgeleiden (Gezondheidsenquête 2008). Sterftecertificaten Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid W.I. Volksgezondheid, 2008 Onderzoek op basis van de Vlaamse participatiesurvey (Vlegels & Lievens, 2011) Het cijfer betreft podiumvoorstellingen en tentoonstellingen die zijn ingevoerd in de cultuurdatabank van CultuurNet Vlaanderen (UiTdatabank, www.uitinvlaanderen.be)
90
285. 286. 287. 288. 289.
290. 291.
292. 293.
294. 295. 296. 297. 298. 299. 300. 301. 302. 303. 304. 305. 306. 307. 308. 309.
310. 311. 312. 313. 314. 315. 316.
Luk Bral, et al., 2011 Luk Bral, et al., 2011 Lauwerysen en Colpaert, 2004 Luk Bral, et al., 2011 Bevat de regels op basis waarvan de Vlaamse Gemeenschap het cultureel-erfgoedveld in Vlaanderen ondersteunt en subsidieert Stad Gent, departement Cultuur en Sport Het cijfer gaat enkel om het bezoek van de Gentenaar en het gaat niet noodzakelijk over bezoeken in de stad zelf.De indicator zegt ook niets over de bezoeken door niet-Gentenaars of toeristen. Onderzoek bij de bezoekers van vijf Gentse musea in 2006-2007 (Stad Gent, 2008d). Culturele activiteiten waarvoor door SABAM een vergoeding geïnd werd voor gespeelde muziek.Volgende categorieën zijn opgenomen: klassieke muziek, feesten en fuiven, evenementen, modeshows/shows, sportieve manifestaties, eetfestijnen/soupers, optredens, theater, harmonies/ fanfares, festivals.De filmvertoningen zijn niet opgenomen. Luk Bral, et al., 2011 Luk Bral, et al., 2011 Luk Bral, et al., 2011 Stad Gent, 2011b Departement Onderwijs en Vorming (Vlaanderen) Scheerder, Pauwels & Vanreusel, 2003. De Knop & Elling, 2000 Luk Bral, et al.2011 Stad Gent, 2007c Stad Gent, 2007c Stad Gent, 2007c Stad Gent, 2010a:33 Luk Bral, et al., 2011 Sportdienst Stad Gent Stad Gent, 2009d Dit zegt natuurlijk niets over de aard van het evenement: dit kan gaan van een lokale voetbalmatch tot een klassieker als de wielerzesdaagse. Stad Gent 2009a Stad Gent, 2010a Stad Gent, 2010a Luk Bral, et al, 2011 Stad Gent, Departement Communicatie en Promotie ADSEI 2011 Toerisme Vlaanderen, Steunpunt Toerisme en Recreatie, provinciale toeristische organisaties, 2011
D1
Bibliografie
Bibliografie ADSEI (2011). Toerisme en hotelwezen, aankomsten en overnachtingen, http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/ arbeid_leven/tijdsbesteding/horeca/aankomsten-overnachtingen. Beyst, V. (2011). Heeft een betere milieukennis een impact op milieubesef en –gedrag bij Vlamingen? . http://be.sitestat.com/ mvg/svr-ext/s?2011-09-29-webartikel2011-17-milieu&ns_ type=pdf&ns_url=http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/ afbeeldingennieuwtjes/milieu/bijlagen/2011-09-29-webartikel2011-17-milieu.pdf Bonnewyn, A., Bruffaerts, R., Demarest, S., Demyttenaere, K., Hosman, C., Ruiter, M., et al. (2008). Geestelijke gezondheid en preventie - bouwstenen voor beleid en praktijk. Bral, L. (2012). Pact2020. Kernindicatoren Meting 2012. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering. Bral, L., Jacques, A., Schelfaut, H., Stuyck, K., & Vanderhasselt, A. (2011). Stadsmonitor 2011 - Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden: Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Campaert, G. (2008). Ongelijke kansen in het onderwijs. In J. Vranken, G. Campaert, K. De Boyser, C. Dewilde & D. Dierckx (Eds.), Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2008. Leuven: Acco. Cantillon, B., Horemans, J., Vandenbroucke, P., & Van Lancker, W. (2011). Inkomen en armoede in Vlaanderen en Europa, in: Jo Noppe, Lieve Vanderleyden, Marc Callens; Sociale staat van Vlaanderen 2011, Studiedienst van de Vlaamse regering, Brussel. In J. Noppe, L. Vanderleyden & M. Callens (Eds.), Sociale staat van Vlaanderen. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse regering. Corluy, V., & Verbist, G. (2010). Inkomen en diversiteit: onderzoek naar de inkomenspositie van migranten in België. Antwerpen: Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck Universiteit Antwerpen. De Graeve, M., & De Tremerie, A. (2012). Metropool in zakformaat - de creatieve hartslag van Gent. Lokaal Trefdageditie, 50-54. De Knop, P., & Elling , A. (2000). Samenleving & Sport. Gelijkheid van kansen en sport. : Koning Boudewijnstichting. De Witte, N., & Verté, D. (2005). Stedelijk behoefteonderzoek senioren. Gent. Delarue, S., & Seynaeve, M. (2010). Oorzaken en gevolgen van de economische crisis, en aanbevelingen naar de toekomst: een verkenning. Ugent, Gent.
91
Gislé, L., Hesse, E., Drieskens, S., Demarest, S., Van der Heyden, J., & Tafforeau, J. (2010). Gezondheidsenquête België, 2008. Rapport II – Leeftstijl en Preventie. Brussel: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Goossens, L., & Winters, S. (2004). Wonen en democratie, het recht op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen. In C. Timmerman, I. Lodewyckx, D. Vanheule & W. J (Eds.), Minderheden in de samenleving nr 14 (pp. 141-165). Leuven: Acco. Havenbedrijf Gent (2012). intern document. Hublet, A., Vereecken, C., & Maes, L. (2010). Jongeren en Gezondheid: Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde, Universiteit Gent Huygen, A., & de Meere, F. (2008). De invloed en effecten van sociale samenhang. Verslag van een literatuurverkenning. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. IVAGO (2011). IVAGO Jaarverslag 2010, Bedrijf, activiteiten en cijfers. Kind & Gezin (2009). Gemeentelijke kindrapporten. Kind & Gezin (2011). Het kind in Vlaanderen 2010. Klasse (2012). Wie is er bang voor de zwarte school? Klasse voor leraren, 222. Knotter, S., Valsamis, D., Van Hoed, M., & Vanhoren, I. (2011). Regionale verschillen in arbeidsvraag en arbeidsaanbod. Brussel: Idea Consult. Kuypers, V. (2010). Klimaat in de stad: Alterra. Lamberts, M. (2011). Knelpuntvacatures en knelpuntberoepen: een veelheid aan oorzaken? . Over.Werk, 1, 116-120. Landry, C. (2011). The creative cities index: Ghent. An emerging creative city. Gent. Lauwerysen, K., & Colpaert, J. (2004). Cultuurkijker. Atlas podiumkunsten Vlaanderen. Een geografische analyse. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv. Loose, M., & Gijselinckx, C. (2009). Veranderende vrijwillige inzet en hoe sociale bewegingen hiermee omgaan. Leuven: Hoger Instituut voor de Arbeid. Myncke, R., & Vandekerckhove, B. (2007). Ruimtebehoefte voor ouderen. De resultaten van het onderzoek naar de toekomstige ruimtebehoefte voor ouderen in Vlaanderen: SUM Research. Nationale Bank van België (2011). Verslag 2011: economische en financiële ontwikkelingen. Brussel: NBB.
Dierckx, D., Vranken, J., Coene, J., & Van Haarlem, A. (2011). Armoede en Sociale Uitsluiting: jaarboek 2011. Leuven: Acco.
NMBS (2012). van http://www.b-holding.be/projecten/gent-stpieters
Duquet, N., Glorieux, I., Laurijssen, I., & Van Dorsselaer, Y. (2006). Wit krijt schrijft beter. Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld. Antwerpen: Garant.
Noels, G. (2008). Econoshock. Antwerpen: Houtekiet.
EuropaNU (2012). van http://www.europa-nu.nl/id/vhrtcvh0wnip/economische_crisis
Pannecoucke, I. (2011). Lokale besturen in de strijd tegen armoede bij kinderen - presentatie tijdens interdepartementale werkgroep cel armoedebestrijding.
Federale Politie (2009). Federale Veiligheidsmonitor 2008-09. Forrest, R., & Kearns, A. (2001). Social cohesion, social capital and the neighbourhood. Urban Studies, 38(12), 2125-2143.
OCMW Gent (2012). Aantal uithuiszettingen.
Politiezone Gent (2012). Jaarverslag 2011.
92
RWO Vlaanderen (2012). Groenboek ‘Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool?’ Beleidsplan Ruimte Vlaanderen: Ruimtelijke ordening, Woonbeleid, Onroerend erfgoed. Scheerder, J., Pauwels, G., & Vanreusel, B. (2003). Vlaanderen sportief gepeild, wie participeert niet? Ontwikkelingen in en determinanten van (club)sportactiviteit. Vlaanderen gepeild! Brussel: Administratie Planning en Statistiek. Sette, K. (2011). Omgevingsanalyse ouderen Gent. Smets, H., & Gaddet, J. (2008). Het Grote Groenonderzoek 2008: Het bezoek aan en gebruik van parken, recreatiegebieden en groen in de woonomgeving in Amsterdam: Gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening, Dienst Onderzoek en Statistiek. Stad Gent (2003). Ruimtelijk Structuurplan Gent. Gent: Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Stad Gent (2006). Leefbaarheidsonderzoek bij de inwoners van de verschillende wijken van de Stad Gent, aan de hand van een Leefbaarheidsmonitor, 2de editie. Gent.
Stad Gent (2010a). Gent in cijfers: 2010 - Gent gezien door Gentenaren: ABIS - Data-Analyse & GIS. Stad Gent (2010b). Het Ruimtelijk Structuurplan Gent - Naar een kwaliteitsvolle en open stedelijke ruimte: Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Stad Gent (2011a). Creative City Index, Charles Landry. Stad Gent (2011b). De Gentse creatieve economie - Strategisch actieplan - Buck Consultants International, in opdracht van Stad Gent (Dep Werk en Economie). Stad Gent (2011c). De Gentse creatieve economie, Bucks Consultants International. Stad Gent (2011d). Gebruik van de Aeroflex voor het uitvoeren van mobiele metingen in Gent. Gent: Milieudienst. Stad Gent (2011e). Hoe is het gesteld met de natuur in Gent? stand van zaken en evolutie in natuur en bos in de periode 1999-2009: Groendienst.
Stad Gent (2007a). City Marketing Gent – ppt City Marketing Gent: InSites Consulting & Berenschot.
Stad Gent (2011f). Jaarverslag 2009/2010 uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Gent: Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning.
Stad Gent (2007b). Gent in cijfers 2007: een omgevingsanalyse. Gent: Dataplanning en Monitoring.
Stad Gent (2011g). Jaarverslag dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning 2010.
Stad Gent (2007c). Gent wordt de sportiefste stad! Sportbeleidsnota 2008-2009: Sportdienst Gent.
Stad Gent (2011h). Milieubarometer, editie 2010 Gent: Milieudienst. Stad Gent (2011i). Omgevingsanalyse ‘Onderwijs en Cijfers’ - bijlage 1 bij het beleidsplan etnisch-culturele diversiteit 20122014: Stad Gent - Integratiedienst.
Stad Gent (2007d). Huren in Gent: Resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de private huurwoningen in Gent Gent. Stad Gent (2008a). Analyse van het woonaanbod in Gent deelonderzoek voor de woonstudie.
Stad Gent (2011j). Onderzoek naar impact en bekendmaking van de campagne Donderdag Veggiedag, EVA vzw in samenwerking met Stad Gent – Milieudienst.
Stad Gent (2008b). Betaalbaarheid van het wonen in Gent deelonderzoek voor de woonstudie.
Stad Gent (2012a). CO2-meting voor de Stad Gent (2012). Gent: Milieudienst.
Stad Gent (2008c). CityMarketing Gent – voorstel van een Merkconcept, Berenschot.
Stad Gent (2012b). Eindrapport tevredenheidsonderzoek 2011: Hoe tevreden zijn ouders over de Gentse speelterreinen? Jeugddienst
Stad Gent (2008d). Eindrapport klantenbevraging in 5 Gentse musea.
Stad Gent (2012c). Evaluatievergadering GAS 2011.
Stad Gent (2008e). Er stroomt een nijl door Gent – cultuurbeleidsplan 2008-2013: Departement Cultuur.
Stad Gent (2012d). Groenstructuurplan Gent. Gent: Groendienst.
Stad Gent (2008f). Kwantitatieve analyse van de bevolking in Gent. SUM Research.
Stad Gent (2012e). Het indicatorenrapport: met meer cijfers bouwen aan een beleid tegen armoede - update 2012. Gent: Stad Gent.
Stad Gent (2009a). Eindrapport (technisch rapport) Leefbaarheidsonderzoek Stad Gent, uitgevoerd door M.A.S Stad Gent (2009b). Gent: woonstad, nieuwe woontrends. Samenvatting van de Gentse woonstudie. Gent: Stad Gent. Stad Gent (2009c). Het indicatorenrapport: met meer cijfers bouwen aan een beleid tegen armoede. Gent: Stad Gent. Stad Gent (2009d). Sportclub met Kwaliteit… niet in één zin samen te vatten. Onderzoek naar de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiding. Studieopdracht in het kader van de impulssubsidies.: UGent, Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Stad Gent (2009e). Technische studie van verkeersmaatregelen in het kader van het luchtkwaliteitsplan Gent. Gent: Milieudienst.
Stad Gent (2012f). Hinderinventaris 2011, bijlage bij het milieujaarprogramma 2012. Gent: Milieudienst. Stad Gent (2012g). Jaarrapport (2011) mobiliteitsbedrijf: Mobiliteitsbedrijf. Stad Gent (2012h). Milieujaarprogramma 2012: Milieudienst. Stad Gent (2012i). Mobiliteitsplan Mobiliteitsbedrijf. Stad Gent (2012j). Samen kan ook anders, Beleidsplan etnischculturele diversiteit 2012-2014. Stad Gent (2012k). Gent in cijfers: 2012 – Gent stad voor Gentenaars en studenten. Data-Analyse & GIS. Steunpunt Leerrecht- & Leerplichtbegeleiding (2011a). De basis meet, de basis weet III.
D1
Bibliografie
Steunpunt Leerrecht- & Leerplichtbegeleiding (2011b). Die meet, die weet. IV. Studiedienst van de Vlaamse Regering (2009). Vlaamse regionale indicatoren : VRIND 2009. Brussel: Vlaamse Overheid. Studiedienst van de Vlaamse Regering (2011). Vlaamse regionale indicatoren: VRIND 2011. Brussel: Vlaamse Overheid.
93
Vanderleyden, L., Callens, M., & Noppe, J. (Eds.). (2009). De Sociale Staat van Vlaanderen 2009. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering. VDAB (2011). Crisis maakt jongeren niet kansloos. http://vdab. be/trends/ontcijfert/ontcijfert2011nr26.pdf VDAB (2012). Lijst knelpuntberoepen 2011, van http://vdab.be/ trends/vacatureanalyse.shtml
Studiedienst Vlaamse Regering (2009). Algemene omgevingsanalyse voor Vlaanderen 2009. Brussel: Studiedienst Vlaamse Regering.
Verhaeghe, J. P. (2008). LOP Gent BaO: Evolutie in GOK-cijfers 2002-2005-2008.
Team gegevensverwerking en resultaatsopvolging (2010). Algemene Sterftecijfers-2008 [Online publicatie]. Brussel: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, Afd. Informatie en Ondersteuning.
Verté, D., De Witte, N., De Donder, L., Buffel, T., Dury, S., & Smetcoren, A.-S. (2011). Resultaten van het ouderenbehoefteonderzoek ter ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid - Gent 2011. Brussel: VUBPress.
the United Nations Intergovernmental Panel on Climate Change (2007). Climate Change 2007.
ViA-Rondetafel Stedenbeleid (2012). Duurzame en creatieve steden - Inspiratiepapers.
Toerisme Vlaanderen, Steunpunt Toerisme en Recreatie, & provinciale toeristische organisaties (2011). Pilootonderzoek naar daguitstappen van de Belg - Finale Rapportage 01/07/2010 30/06/2011.
Vincke, J., & Stevens, P. (1999). Een beleidsgerichte algemene survey van Vlaamse homoseksuele mannen en vrouwen. Basisrapport. . Gent: Universiteit Gent.
Tracé Brussel vzw (2012). van http://www.tracebrussel.be/nl/ nieuws/nieuwsbrief/traceacute-brussel-nieuws-144/de-waterval-in-het-onderwijs Universiteit Gent (2010). Leesvaardigheid van 15-jarigen in Vlaanderen - op basis van PISA onderzoek: Faculteit Psychologie & Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Onderwijskunde. Van Dyck, D. (2012). The physical environment and its association with physical activity and sedentary behaviors in adults and adolescents. Van Dyck, D., Cardon, G., Deforche, B., Sallis, F. F., Owen, N., & De Bourdeaudhuij, I. (2010). Neighborhood SES and walkability are related to physical activity behavior in Belgian adults. Prev Med, 50, S74-S79. Van Heeringen, K., & Vincke, J. (2000). Suicidal acts and ideation in homosexual and bisexual young people: a study of prevalence and risk factors. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 35(11), 494-499. Van Hove, E., Vandevelde, S., Claes, C., van Loon, J., Verschelden, G., & Van Hove, G. (2011). Behoefteonderzoek naar personen met een handicap en personen met een chronische ziekte in Gent. Gent: UGent en Stichting Arduin. Van Huylenbroeck, G., Van Hecke, E., Meert, H., Vandermeulen, V., Verspecht, A., Vernimmen, T., et al. (2005). Overlevingsstrategieën voor een multifunctionele landbouw in een verstedelijkte omgeving. Deel 1: Duurzame productie- en consumptiepatronen. Brussel: Federaal Wetenschapsbeleid. Van Landeghem, G., & Van Damme, J. (2011). Vroege schoolverlater in Vlaanderen. Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2009 – kort verslag. Van Robaeys, B., Vranken, J., Perrin, N., & Martiniello, M. (2007). Armoede bij personen van buitenlandse herkomst: rapport van een onderzoek over de relatie tussen migratie en armoede. Brussel: Koning Boudewijnstichting. Vanderbiesen, W. (2010) De Vlaamse centrumsteden in kaart gezet: lokale arbeidsmarktindicatoren en pendel als graadmeter van de lokale arbeidsmarktdynamiek.: Vol. 4: Steunpunt Werk en Sociale Economie.
Visser, M. E., Perdeck, A. C., van Balen, J. H., & Both, C. (2009). Climate change leads to decreasing bird migration distances. Global Change Biology, 15, 1859–1865. Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (2011). sterftecertificaten alle overlijdens, Vlaams Gewest 2009. Vlaamse Overheid (2011). Syntheserapport Visitaties Stedenfonds 2011 - Over het Stedenfonds en het Samenspel tussen de Vlaamse Overheid en haar Centrumsteden. Vlaamse Overheid (2012). Wonen in Oost-Vlaanderen. Brussel: Agentschap Wonen-Vlaanderen, Wonen Oost-Vlaanderen. Vlegels, J., & Lievens, J. (2011). Louter een kwestie van voorkeur en goesting? Over kunsten- en erfgoedparticipatie, bekeken door een cultuursociologische bril. In J. Lievens & H. Waege (Eds.), Participatie in Vlaanderen 2. Leuven: Acco academic. VMM (2012). Waterkwaliteit in Vlaanderen: meetnet. http:// www.vmm.be/geoview/ VREG (2012). Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten per technologie en per gemeente Vlaamse Regulator van de Elektriciteit- en gasmarkt. W.I. Volksgezondheid (2008). Gezondheidsenquête België 2008: Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (2005). Vertrouwen in de buurt. Den Haag. Willems, S., DeSmet, A. A., Poppe, A., Hermans, K., Verlinde, E., Van Audenhove, C., et al. (2011). KANS Theoretische achtergronden en onderzoeksopzet. Leuven: Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Willems, S., Hardyns, W., & Vyncke, V. (2011). Onderzoek sociale samenhang, veiligheid en gezondheid in Gentse buurten: data pretest 2011. Ongepubliceerde data. . Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent. Winters, S., & De Decker, P. (2009). Wonen in Vlaanderen: over kwaliteit, betaalbaarheid en woonzekerheid. In L. Vanderleyden, M. Callens & J. Noppe (Eds.), De Sociale Staat van Vlaanderen 2009 (pp. 199-234). Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.
DEEL 2
2 Interne omgevingsanalyse
D2
Interne omgevingsanalyse
95
De Stad Gent moet alert zijn voor maatschappelijke noden en ontwikkelingen. Die ‘externe’ omgeving wordt in het vorige deel in beeld gebracht. Te midden deze evoluties laveert de organisatie Stad Gent, met de intenties van het goede huisvaderschap. Met de ‘interne’ omgevingsanalyse, in dit deel, wordt de blik gericht op de bestuurlijke kwaliteit en kracht en de manier waarop de Stad Gent zich als lokale overheid intern organiseert en antwoorden geeft op die maatschappelijke noden en uitdagingen(1).
Besturen is anticiperen op de toenemende (inter) bestuurlijke complexiteit in functie van de Gentenaar ‘Centrumstad’ en ‘Stadsgewest’ Gent is één van de dertien centrumsteden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen(2). De stad ligt in het Gents stadsgewest, dat de stadsgrenzen overschreidt. De agglomeratie bestaat uit De Pinte, Merelbeke en Sint-MartensLatem(3). Ruimer kan men de banlieu van Gent omschrijven als: Destelbergen, Evergem, Gavere, Lochristi, Lovendegem, Melle, Nazareth, Nevele, Wachtebeke en Zelzate. Tot de forensenwoonzone behoren Aalter, Assenede, Deinze, Eeklo, Kaprijke, Laarne, Moerbeke, Oosterzele, Sint-Laureins, Waarschoot, Wetteren, Zingem en Zomergem. Dit wordt ook weerspiegeld in het groenboek Ruimte(4) dat het toekomstig beleidsplan Ruimte aankondigt als opvolger van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit 2002: voor de steden wordt ruimtelijk uitgegaan van een stadsregionale werkelijkheid.
Centrumfuncties Stedelijke kernen oefenen centrumfuncties(5) uit ten aanzien van de omliggende rand(6), waarbij de verdeling van kosten en baten vragen oproept. Een moeilijke discussie, temeer een antwoord op de vraag of centrumfuncties meetbaar zijn vooralsnog negatief is(7). Het witboek stedenbeleid(8) introduceert het begrip ‘rasterstad’. De grenzen van een rasterstad verschillen naargelang het thema: elk (maatschappelijk) vraagstuk moet op de juiste schaal bekeken, begrepen en beantwoord worden. Het ruimtelijke perspectief laat zien dat voor steden de bestuurlijke grens weinig ruimtelijke logica vertoont.
Interbestuurlijke complexiteit De verschillende beleidsniveaus zorgen voor een grote complexiteit, die besturen niet altijd eenvoudiger maakt. De precaire budgettaire situatie maakt deze analyse des te scherper. Zo klagen de provincies over de toegenomen ‘verrommeling’. Er is een wirwar van structuren en overlegorganen die veel tijd en middelen opslorpt maar resultaatgericht werken afremt. De gemeenten wijzen op het gebrek aan subsidiariteit en de grote drang naar detailsturing en -controle van de Vlaamse overheid. Het bedrijfsleven waarschuwt voor de sterke aangroei van de overheid en het overheidsbeslag(9).
Perspectief Vlaanderen Vlaanderen werkt aan een gebiedsdekkende regioscreening(10) en ziet dit als een belangrijke eerste stap in de hervorming van de bestuurlijke organisatie. Een greep uit mogelijke instrumenten zou kunnen zijn: clusteren van regionale structuren, shared services inrichten, Vlaamse regelgeving wijzigen, gemeenten fusioneren, bevoegdheden verschuiven. Daarnaast hebben recente decreten een invloed op de werking van de gemeenten. Het Planlastendecreet(11) moet leiden tot een
96
vermindering van de planlasten voor lokale besturen en het Gemeentedecreet(12) vraagt een verregaande bestuurlijke interne reorganisatie van de steden en gemeenten (zie verder). De Vlaamse beleidsbrief Binnenlands bestuur 2011-2012(13) kondigt meer autonomie aan voor de gemeenten. Tenslotte zorgt de hervorming van het Gemeentefonds(14), dat voor Gent een belangrijke bron van inkomsten is, voor onzekerheid: zal de hervorming leiden tot winst of verlies aan inkomsten?
Perspectief België De staatshervormingen hebben een impact op de lokale besturen: veel bevoegdheden gekoppeld aan financieringsstromen (grootstedenbeleid, verkeersveiligheidsfonds, leefloon, lokale opvanginitiatieven, plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen…) worden overgedragen naar Vlaanderen, waarbij het onduidelijk is wat er met de middelen zal gebeuren en hoe de Vlaamse overheid de nieuwe bevoegdheden zal invullen(15).
Perspectief Europa De steden spelen een steeds belangrijkere rol binnen Europa(16). Dat is te merken aan de strategieën die uitgewerkt werden door de Europese Commissie, zoals de Lissabon- en de Göteborgstrategie, met het Charter van Leipzig(17, 18). Gent maakt een transitie door(19), waarbij het Europa niet langer louter ziet als fondsenverstrekker, maar ook de Europese gedachte omarmt en aanstuurt op europeanisering. Sommige stedelijke problemen vergen immers een aanpak die tot ver buiten de stadsgrenzen reikt. Een goed voorbeeld is de moeilijke ROMAintegratie waarbij de hulp ingeroepen werd van de Bulgaarse politie. Het belangrijkste netwerk voor Gent is Eurocities: 130 Europese grote en middelgrote steden hebben zich daarin verenigd. Eurocities verdedigt hun belangen bij de Europese Commissie en de andere EU-instellingen. Gent speelt in dit netwerk een prominente rol(20). Daarnaast heeft Gent internationale partnerschappen afgesloten(21) die leiden tot deelname in Europese Actieprogramma’s(22). De Europese besluitvorming zal een steeds grotere impact hebben op alle bestuursniveaus, ook de stedelijke. Recente beslissingen op Europees niveau om de economische crisis het hoofd te bieden, zullen dit nog verscherpen, wat duidelijk één van de belangrijkste bestuurlijke evoluties van het afgelopen decennium is(23). Concreet mogen steden en gemeenten zich verwachten aan enkele belangrijke Europese dossiers met gevolgen voor de werking van het lokale bestuur, met onder meer een nieuw cohesiebeleid na 2013, een hervormingsprogramma in het kader van Europa 2020 dat zal moeten doorvertaald worden in het beleid van steden en gemeenten, het begrotingspact met strengere Europese begrotingseisen en de rapportering en controle ervan, strenger toezicht op de Dienstenrichtlijn, een modernisering rond Staatssteun en een grondige hervorming van de Europese regels voor openbare aanbestedingen(24).
… en de wereld Partnerschappen gaan verder dan Europese grenzen(25). Er zijn partnerschappen met zustersteden Tallinn (Estland) en Kanazawa (Japan) en de stedenbandpartner in het zuiden (Mangaung in Zuid-Afrika). De Gentse Noord-Zuidsamenwerking heeft de voorbije jaren een evolutie doorgemaakt: van een werking naar het model van een kleine NGO met een eigen educatief en sensibiliserend aanbod, naar een meer regisserende rol(26).
Perspectief middenveld – netwerken De lokale overheid bekleedde in het verleden doorgaans monopolieposities en taken behoorden integraal het stadsbestuur toe of helemaal niet. Vandaag is ook een overkoepelende aanpak noodzakelijk, of ‘regie’, om te komen tot een groter organiserend vermogen(27).
D2
Interne omgevingsanalyse
97
Perspectief mensen ! Het vertrouwen van de Gentenaars in hun stadsbestuur is hoog. Gent behoort hierin met Brugge, Hasselt en Leuven tot de koplopers. Tussen 42% en 49% van de Gentenaars heeft (zeer) veel vertrouwen in het stadsbestuur. Dit is bijna dubbel zo hoog als in Antwerpen(28). De Visitatiecommissie Stedenfonds meent dat de sterke aanwezigheid van de politieke bestuurders en de diensten op het terrein voor een deel dit hoge vertrouwen verklaart(29). Het grondig en blijvend verkennen van het microperspectief ‘mensen’ is het op zoek gaan naar het stadsgemeenschappelijke tussen mensen, en, algemeen, het meer inzetten op het register van het dagelijks leven, als blijvende uitdaging(30). In 2011 is 56% van de Vlaamse stedelingen tevreden over de verspreiding van informatie over en door de stad. Een derde vindt dat het stadsbestuur hen voldoende raadpleegt en een kwart heeft de afgelopen twee jaar zijn mening kenbaar gemaakt. Een vijfde heeft actief informatie gezocht en een tiende heeft een overlegmoment met stedelijke ambtenaren of politici meegemaakt. Opvallend is wel dat ‘politieke interesse’ van alle steden het grootst is in Antwerpen en Gent, en tussen 2008 en 2011 ook significant toenam(31).
Blijvend op zoek naar de Gentenaar: informeren en participeren is experimenteren Informeren In Gent is 45% van de inwoners tevreden over de informatieverstrekking door en over de stad(32). Gent scoort significant hoger dan Antwerpen. Affiches, folders, flyers, websites, nieuwsbrieven, perscontacten, het Stadsmagazine, een pagina in de Streekkrant of Passe-Partout, de infokiosken, Stadstv, de website of teletekst: de Stad gebruikt de meest diverse informatiekanalen om de Gentenaars te bereiken. Het servicecenter Gentinfo trekt steeds meer vragen naar zich toe: van 63.093 contacten in 2005 naar 101.133 in 2011. Gerichte sms-communicatie heeft ook zijn intrede gedaan, evenals de sociale media Een belangrijk neveneffect van sociale media is dat het stadsbestuur minder dan vroeger controle heeft over de informatie die ze verspreidt.
Participeren De gebiedsgerichte werking is een expliciete ‘de stad in de wijk’-strategie en wordt als een succes beschouwd. De Stad blijft zoeken naar formules om bij àlle bewoners te geraken. Algemeen worden steden als de laboratoria van de participatiepraktijken genoemd(33). Nieuw ook hier is het inzetten van digitalisering en sociale media.
Dienstverlening digitaliseert mee
(34)
Het grondwettelijk recht om bestuursdocumenten in te zien is vertaald in de regelgeving (passieve) ‘openbaarheid van bestuur’. In 2004 is een digitaal registratiesysteem ingevoerd om aanvragen te ondersteunen. Tussen 2006 en vandaag is het aantal aanvragen gestegen met 10%. De klachtenregistratie, ook decretaal voorgeschreven, is een ander voorbeeld van gedigitaliseerde dienstverlening, tegelijk met een aantal digitale optimalisaties achter de schermen (zoals eHRM).
98
De doorsnee-inwoner weet nauwelijks hoe een stedelijke administratie precies functioneert en wat ze allemaal te bieden heeft(35). Pas wanneer hij een nieuw paspoort nodig heeft, een rijbewijs afhaalt, een geboorte aangeeft… ervaart hij de stad aan den lijve. Dat maakt publieksbalies bepalend voor het beeld van de dienstverlening. Het project LEO (‘Loket en Onthaal’) wil één centraal aanspreekpunt met decentrale stadskantoren, verankerd in sociale huizen. De fysieke en virtuele informatiestromen worden daarbij gestroomlijnd. De eerste stappen zijn gezet. Gentinfo is het centrale en laagdrempelige telefonische aanspreekpunt voor informatie over het stadsbestuur en de dienstverlening van de stadsdiensten. Via de oprichting van een Gentinfo-Punt (GIP) in het Administratief Centrum Zuid krijgt de burger ook een fysieke frontoffice. Met het mobiel dienstencentrum wil Gent de dienstverlening dichter bij de burger brengen: eenvoudige administratieve verrichtingen komen tot bij de voordeur van de mensen. Via het E-loket brengt de stad zijn dienstverlening zelfs tot in de (digitale) huiskamer van elke burger.
Naar één groot plan voor Gent – een paar stappen voorop maar nog een weg te gaan (36)
Het Gemeentedecreet dat in werking trad in 2005 hield op zich al een kanteling in van de manier waarop met beleid, strategie en financiën in lokale overheden moet worden omgegaan. Bij de start van een nieuwe bestuursperiode moeten beleidsdoelstellingen op meerjarenbasis helder worden bepaald, en pas daarna gebeurt de operationele en financiële vertaling ervan. Het besluit betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC) van de gemeenten, de provincies en de OCMW’s – verplicht vanaf 1 januari 2014 - regelt de inhoud van de beleidsrapporten (het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening) en de boekhouding. Niet alleen de financiële aspecten zijn erin opgenomen, maar ook de inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties…), uitvoering en evaluatie. Gent kent al sinds 2007 een strategisch meerjarenplan. Dit was toen revolutionair. Het Gentse stadsbestuur koos ervoor om zich niet langer alleen te focussen op de korte termijn (van één bestuursperiode), maar ook de uitdagingen op langere termijn te detecteren en hierop te anticiperen. Deze Gent2020-methodologie kan nu blijven bestaan als basisstructuur, met de nodige vertaalslag van begrippen en methodologie, en kan aangevuld worden met wat het Gemeentedecreet en het BBC-besluit verder vraagt.
Goed huisvaderschap in de stedelijke organisatie in tijden van economische crisis: de hand op de geldbeugel (37,38)
Risico’s aan ontvangstenzijde Om inzicht te krijgen in de risico’s aan ontvangstenzijde is kennis over gemeentefinanciën nodig. Onderstaand schema geeft inzicht in alle ontvangsten die te maken hebben met de dagelijkse werking van de gemeente: Prestaties zijn vergoedingen aan de gemeente voor door haar verleende diensten en leveringen, zoals de verkoop van tickets van een tentoonstelling. Overdrachten omvatten fondsen, belastingen en andere subsidies. Schuld is het geheel van ontvangsten uit financieel bezit, uit schulden aan de gemeente en winsten van bedrijven. De volgende grafiek toont dat ontvangsten uit fondsen en belastingen de grootste hap uit de taart uitmaken.
D2
Interne omgevingsanalyse
99
ontvangsten prestatieontvangsten belastingen aanvullende belastingen
overdrachtsontvangsten toelagen
fondsen
eigen gemeentebelastingen
opcentiemen op de onroerende voorheffing (OVV)
schuldontvangsten
gemeentefonds
aanvullende belasting op de personenbelasting (APB)
stedenfonds
overige fondsen
overige aanvullende belastingen
Ontvangsten 30.675.822,18
30.656.759,23
133.432.666,88
277.094.494,11
190.804.377,85
ontvangsten uit prestaties
ontvangsten uit andere overdrachten
ontvangsten uit fondsen
ontvangsten uit schuld
ontvangsten uit belastingen
1. Ontvangsten gewone dienst, in 2010. Bron: dienst Financiële planning Stad Gent.
100
Hierna vergelijken we Gent voor fondsen en belastingen met ondermeer het Vlaams gemiddelde en gaan we na waar de Stad een risico op minder inkomsten loopt.
Fondsen Gent haalt in 2010 37% van zijn ontvangsten uit het Gemeentefonds(39). Het Stedenfonds en Grootstedenbeleid vormen kleinere ontvangstenposten, ook al gaat het in absolute cijfers over wezenlijke bedragen. Gent ontving in 2010 van alle centrumsteden, na Antwerpen, het hoogste bedrag per inwoner uit fondsen. Eventuele hervormingen, zoals het samenvoegen van deze middelen met het Gemeentefonds, kunnen een zware impact hebben op de Gentse middelen(40). Ook geplande structurele wijzigingen aan de verdelingscriteria in het Gemeentefonds zorgen ervoor dat er voor Gent op deze manier risico’s zijn verbonden aan inkomstenzijde in de toekomst.
Belastingen Gent int 784 euro belastingen per inwoner. In de groep van de centrumsteden komt Gent op de vijfde plaats, na Roeselare (846 euro), Antwerpen (838 euro), Oostende (831 euro), en Leuven (797)(41). Deze belastingen waren in 2010 goed voor 29% van alle ontvangsten. Dat is laag. Voor de 13 centrumsteden(42) is dat gemiddeld 43%(43) en voor alle Vlaamse gemeenten 48%. Dit Gentse percentage bleef tussen 2005 en 2010 nagenoeg constant. Het grootste gedeelte van de gemeentelijke belastingontvangsten komt van de aanvullende belasting op de personenbelasting (goed voor 65,5 miljoen euro in 2010) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (98,8 miljoen euro in 2010). De Gentse aanslagvoeten zijn tijdens de voorbije legislatuur ongewijzigd gebleven. Voor de aanvullende personenbelasting bedraagt die 6,9%. Dit is minder dan in Antwerpen of het Vlaamse gemiddelde (7,18%). De aanslagvoet van de onroerende voorheffing bedraagt 1450 opcentiemen. Dat is meer dan in Antwerpen of het Vlaamse gemiddelde (1.340 opcentiemen). De inkomstenbron uit de aanvullende personenbelasting kan onder druk komen wanneer het aandeel Gentenaars dat inkomen uit werk krijgt kleiner wordt. De gevolgen van de (komende) vergrijzing op de gemeentefinanciën zijn duidelijk. Bovendien heeft de federale belasting een invloed. De aanvullende personenbelasting heft een percentage bovenop de federale belasting. Als de federale belasting stijgt of daalt, zal ook de aanvullende personenbelasting mee stijgen of dalen. Voor de onroerende voorheffing voorziet het Vlinderakkoord (zesde staatshervorming) uitdrukkelijk dat de gewesten aan hun onroerende voorheffing kunnen sleutelen. Als het Vlaams Gewest de onroerende voorheffing verhoogt of verlaagt zal dit via de Gentse opcentiemen onmiddellijk een weerslag hebben op de Gentse belastinginkomsten. Kortom, aan ontvangstenzijde, zijn er voor de stadsfinanciën enige risico’s waar de lokale overheid geen impact op heeft.
Risico’s aan uitgavenzijde De uitgaven per inwoner verschillen sterk van gemeente tot gemeente. Een grote stad heeft vanzelfsprekend meer uitgaven dan een kleine gemeente. Antwerpen en Gent spendeerden in 2010 respectievelijk. 2.470 euro en 2.666 euro per inwoner. Het gemiddelde van de 13 centrumsteden bedraagt 1.761 euro.
D2
Interne omgevingsanalyse
101
De uitgaven van de gewone dienst vallen uiteen in vier grote delen: 1. Personeel. 2. Werkingkosten. 3. Overdrachten aan derden: OCMW, politiezone, kerkbesturen, subsidies aan verenigingen... 4. Schuld: vooral intresten en aflossingen op leningen.
Personeel De personeelsuitgaven vormen de grootste post. Bij alle centrumsteden maken de personeelsuitgaven het grootste aandeel uit van de uitgaven (gemiddeld 42%). In Antwerpen bedraagt dit aandeel 40%, in Gent 51%. De vergelijking tussen Gent en Antwerpen loopt echter mank omdat Antwerpen veel personeel, bijvoorbeeld in het onderwijs en de kinderopvang, heeft ondergebracht in autonome gemeentebedrijven. Als we voor Gent het gesubsidieerd onderwijzend personeel buiten beschouwing laten, daalt het Gentse aandeel van de personeelskosten in de uitgaven tot 45%. De personeelskosten zijn gevoelig aan indexsprongen en dus aan inflatie. Dit wordt nog versterkt doordat ook de budgetten van politie, OCMW, IVAGO en Digipolis voor een zeer groot deel uit personeelsuitgaven bestaan (bij de politie bedraagt dit aandeel ongeveer 90%).
Overdrachten De overdrachten vormen de tweede grootste uitgavenpost. Hierin zijn de dotatie aan de politie en aan het OCMW de belangrijkste uitgaven. De Stad Gent besteedde in 2010 per inwoner 263 euro aan de politiedotatie. Voor Antwerpen ging het hier om 307 euro. Het gemiddelde voor de 13 centrumsteden bedroeg 184 euro. Aan het OCMW werd in Gent 206 euro per inwoner voorzien als dotatie. In Antwerpen ging het om 210 euro per inwoner. Het gemiddelde voor de 13 centrumsteden bedroeg 169 euro. Bij het interpreteren van deze cijfers moet men er rekening mee houden dat OCMW’s ook nog op andere manieren dan de gemeentelijke bijdrage gefinancierd worden vanuit de gemeente. Zo krijgen OCMW’s bijvoorbeeld een aandeel van het gemeentelijke trekkingsrecht uit het Gemeentefonds. Gemeenten kunnen dit aandeel zelf bepalen. Gent stort 8% van het Gemeentefonds rechtstreeks naar het OCMW door. Voor de centrumsteden is dit gemiddeld 6%.(44) Sommige gemeenten financieren hun OCMW ook nog via andere kanalen. Het OCMW in Antwerpen krijgt bijvoorbeeld, naast de gemeentelijke bijdrage, nog middelen uit het Vlaams Stedenfonds doorgestort. Als we dit allemaal in rekening brengen spendeert Gent 293 euro per inwoner aan het OCMW en Antwerpen 247 euro per inwoner. Als daarbij ook nog eens rekening wordt gehouden met het feit dat het OCMW Antwerpen in 2011 nog voor 26,5 euro per inwoner tussenkomst heeft gehad m.b.t. 2010(45) en ook een stedelijke investeringssubsidie krijgt van 20,5 euro per inwoner, dan blijken de cijfers zeer sterk bij elkaar aan te leunen.
Schuld De Stad betaalt interesten en aflossingen voor schulden die vroeger werden aangegaan. In 2010 maakte dit slechts 5% uit van totale uitgaven in de gewone dienst. Dit is een uitzonderlijke situatie(46) – in 2009 bedroeg dit aandeel 7%. Toch is dit is beduidend lager dan het gemiddelde van de 13 centrumsteden (10%). In Antwerpen bedraagt het aandeel van de uitgaven-schuld in 2010 11% van de gewone uitgaven. De schuldpositie van de Stad Gent is momenteel dan ook gezond te noemen, maar Gent bouwt wel schuld op. De schuldgraad(47) bedroeg in 2009 56%, in 2010 59% en in 2011 62%. Verwacht wordt dat de schuldgraad de volgende jaren zal stijgen.
102
Effect van gemaakte investeringen De investeringen bleven in de voorbije jaren ongeveer op eenzelfde relatief hoog peil. In de periode 2001-2006 waren de investeringen per inwoner(48) het hoogste van alle centrumsteden (505 euro per inwoner, tegenover 383 euro voor Antwerpen en 353 euro per inwoner gemiddeld). Ook in de periode 2007-2010 lagen de investeringen per inwoner boven het gemiddelde van de 13 centrumsteden (605 euro per inwoner, tegenover 276 euro voor Antwerpen en 425 euro per inwoner gemiddeld). De investeringen zullen in de komende jaren wellicht hogere ontvangsten uit onroerende voorheffing opleveren Anderzijds zijn er ook gevolgen op de exploitatie-uitgaven door deze investeringen, zoals het onderhoud van het openbaar domein.
Nood om voldoende financiering aan te trekken Door de financiële crisis en de blijvende onzekerheid op de financiële markten, staan banken huiverig tegenover financieringen op lange termijn. Voor de financiering van de Stad Gent via klassieke bankleningen was er in 2012 slechts één regelmatige inschrijver. Ook de gevraagde marges liggen veel hoger (ongeveer 150 basispunten of 1,5% bovenop de marktrente) dan enkele jaren geleden (hoogstens 10 basispunten). Deze evolutie is ook te merken bij de andere steden en gemeenten. De Stad moet dus ook op zoek naar andere financieringsvormen.
De Stad Gent als werkgever
(49)
Het personeelsbestand is nog geen afspiegeling van de maatschappij Als het personeelsbestand een afspiegeling van de maatschappij wil zijn, worden de volgende doelgroepen onderscheiden: ‘personen van allochtone afkomst’, ‘personen met een handicap’, ‘kortgeschoolden’ en ‘man-vrouw verhoudingen’. Het percentage medewerkers van allochtone afkomst(50,51) is toegenomen van 2,9% in 2006 tot 5,7% in 2012. Voor het onderwijspersoneel liggen deze percentages op 2,9% in 2009 en 3,1% in 2011. Dit ligt merkelijk beneden bijvoorbeeld het percentage van Etnisch-Culturele Minderheden dat elders in dit boek beschreven wordt.(52) Vlaanderen heeft een quotum(53) opgelegd waardoor 2% van het personeelsbestand uit personen met een arbeidshandicap moet bestaan. Het aantal arbeidsgehandicapte medewerkers bij de Stad bedroeg in 2011 3,7%. Voor het personeel met onderwijsstatuut zijn er op dit moment geen cijfers bekend. Momenteel werken aan de Stad 53% vrouwen en 47% mannen. Dit is niet een weerspiegeling van de Gentse potentiële beroepsbevolking (20 tot 64 jaar). Daar liggen de percentages precies omgekeerd. Bovendien kondigt zich een verdere vervrouwelijking aan. De pensioengolf stuurt vooral mannen naar huis en met de brandweerhervorming zal een grote groep mannen verdwijnen. De verhouding is nog opmerkelijker bij het onderwijspersoneel, met 15% mannen in het basisonderwijs en 35% mannen in het secundair onderwijs. De vrouwen zijn op alle niveaus goed vertegenwoordigd, behalve op het niveau D waar zich veel zogenaamde mannelijke jobs bevinden, zoals tuinier, plaveier en magazijnier.
D2
Interne omgevingsanalyse
103
Met een aandeel van 38% kortgeschoolden in het personeelsbestand (zonder personeel met onderwijsstatuut) zit de Stad Gent op het gemiddelde van de Vlaamse arbeidsmarkt. Om discriminatie van minder zichtbare kansengroepen uit te sluiten, wordt er aan de Stad Gent vooral gewerkt aan een open organisatiecultuur met oog voor diversiteit. Voor laaggeletterden worden er opleidingen op maat voorzien, voor holebi’s en transseksuelen wordt er op toegezien dat aanwervingen en loopbanen genderneutraal zijn, en voor lagere inkomens, tenslotte, worden extra mogelijkheden voorzien bij de sociale dienst Sodiganda(54).
Vergrijzing onder Gentse ambtenaren en de pensioneringsproblematiek De 60-plussers maken in 2012 6% van het personeelsbestand uit (2% voor personeel met onderwijsstatuut). Vijftigers zijn de best vertegenwoordigde leeftijdsgroep, goed voor 36% in 2012. Door de vergrijzing van het personeelsbestand van de Stad Gent moet rekening gehouden worden met een toenemende vraag naar individuele begeleiding (fysieke overbelasting en psychische werkdruk). Door de nieuwe pensioenwet moeten medewerkers ook langer werken, wat impact kan hebben op de aanwezigheidscijfers. Deze vergrijzingsproblematiek leidt tot stijgende pensioenlasten. Op 1 januari 2012 trad de nieuwe wetgeving(55) rond de financiering van de pensioenen van statutaire medewerkers in provinciale en plaatselijke besturen in werking. Volgens deze nieuwe wet moet een bestuur een responsabiliseringsbijdrage betalen als de basisbijdragen niet volstaan voor de pensioenlast van de gepensioneerde ambtenaren. Bovendien moet er vanaf 2017 een bijkomende regularisatiebijdrage betaald worden wanneer iemand meer dan vijf jaar gewerkt heeft als contractueel en daarna een vaste benoeming krijgt. De hoge extra lasten voor pensioenen worden momenteel opgevangen via het pensioenfonds.
Besparing en het effect op het personeelsbestand De financiële en economische crisis noopt het stadsbestuur tot besparen, wat zijn weerslag heeft op het personeelsbestand – iets meer dan de helft van de stedelijke uitgaven gaat immers naar personeelskosten. Ambtenaren die met pensioen gaan, loopbaanonderbreking of moederschapsrust opnemen worden niet automatisch vervangen. Daarnaast zijn de meeste nieuwe personeelsplaatsen ook ‘vertraagd’ ingevuld en een aantal kortlopende contracten niet verlengd. Ook wordt uitzendarbeid tot een minimum beperkt. Toch steeg het aantal voltijds equivalente arbeidsplaatsen van 4.224 in 2007 naar 4.393 in 2011. Het onderwijspersoneel was in 2011 goed voor 1.976 VTE maar hun budgettaire weerslag op de stadsbegroting is beperkt omdat het grootste deel van deze personeelsleden rechtstreeks betaald wordt door de Vlaamse overheid.
Over de concurrentiepositie als werkgever In 2008 waren er in Vlaanderen voor het eerst minder jongeren die op de arbeidsmarkt instromen dan ouderen die uitstromen. Deze tendens zal zich doorzetten tot in 2040(56). Toch moesten de recruteerders van de Stad in 2010 minder inspanningen leveren om een instroom aan kandidaten te genereren. Dit was te ‘danken’ aan de economische crisis. In 2011 kende de arbeidsmarkt een heropleving en verliep de werving moeizamer.
104
Hooggeschoolden met een specifieke specialisatie en expertise zijn schaars en in concurrentie met andere werkgevers is het startloon aan de Stad wel conform de markt, maar andere werkgevers kunnen dit vrij snel en veel hoger laten oplopen. Ook heeft de Stad moeite om laaggeschoolden aan te trekken, ondanks de hoge Gentse werkloosheidscijfers. Dat heeft te maken met de verwachtingen over directe inzetbaarheid van de nieuwelingen. Als de Stad zich in een steeds krapper en competitiever wordende arbeidsmarkt als een aantrekkelijke werkgever wil profileren, zal ze een aantal keuzes moeten maken.
Voetnoten
105
Voetnoten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
12.
13. 14.
15. 16. 17. 18.
19. 20. 21.
22.
23. 24.
Vlaamse Overheid, Agentschap voor Binnenlands Bestuur, 2011; Vlaamse Overheid, 2011b Stad Gent, 2003 Luyten & Van Hecke, 2007; Van der Haegen & Pattijn, 1979 Vlaamse overheid 2012 Gent in cijfers 2013 - Gentenaars en Gent-gebruikers, 2013 Cabus et al., 2009 Vermeersch et. al, 2009 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2003 Vlaamse Regering, 2011. Vlaamse Gemeenschap, 2012 Planlastendecreet: 6 juli 2011 – kaderdecreet planlastenvermindering. Ten laatste op 30 oktober 2012 maakt de Vlaamse Regering de Vlaamse beleidsprioriteiten en het daaraan gekoppelde subsidiebedrag bekend. De lokale overheid kan hiermee rekening houden bij de opmaak van de meerjarenplanning 2014-2019 tijdens het planningsjaar 2013 (Binnenband, 2011); zie ook VLABEST, 2012 Gemeentedecreet: de concrete toepassing van de bepalingen van het Gemeentedecreet treden in werking vanaf 1 januari 2014. Vlaams Parlement, 2011 Gemeentefonds: In 2012 starten de voorbereidingen van een structurele aanpassing van de verdelingscriteria van het Gemeentefonds. (Binnenband, 2011) Vlaamse Overheid, 2012b EU, 2011 Stad Gent, 2011b Lissabonstrategie (2000): de Europese Raad legt in Lissabon een nieuwe strategische doelstelling vast: in 2010 moet de Unie ‘de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld zijn die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang’. Göteborg (2001): uitbreiding van de Lissabonstrategie met een nieuwe dimensie: milieu, waar duurzame ontwikkeling centraal staat. Charter van Leipzig (2007) plaatst het Europese Stedenbeleid op de agenda; Europa maakt structuurfondsen beschikbaar voor lokale projecten die een integrale aanpak volgen en gaat een grote rol spelen in het stimuleren en faciliteren van kennisuitwisseling tussen steden. Boucké et al., 2012; Reynaert et al, 2009 Stad Gent, 2011b; Stad Gent, 2012a de erfgoedprojecten Portico en SHAPING 24, Revitalisering Oude Industriehavens, Talking Social Exclusion, Mitigation in Urban Areas, Answers to the Carbon Economy Smart Metropolitan Areas Realised Through Innovation & People, UpSafety, CITADEL on the move, City VITAlity Sustainability, European Civil Registry Network. SARiV-VLABEST, 2012 - Nieuw cohesiebeleid na 2013 – zie: http://ec.europa.eu/regional_policy/what/future/index_ en.cfm#2 - Hervormingsprogramma in kader Europa 2020 - zie: http://ec.europa.eu/europe2020/index_nl.htm - Begrotingspact – zie: http://ec.europa.eu/economy_ finance/economic_governance/indexen.htm - Dienstenrichtlijn – zie: http://europa.eu/rapid/ pressReleasesAction.do?reference=IP/12/587&format=H TML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en - Staatsteun – zie: http://ec.europa.eu/competition/ state_aid/modernisation/index_en.html - Openbare aanbestedingen – zie: http://ec.europa.eu/
25.
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
37.
38.
39.
40.
41.
42. 43. 44. 45. 46.
47. 48. 49. 50.
internal_market/publicprocurement/modernising_rules/ reform_proposals_en.htm Stad Gent, 2011b; Eurocities, EUniverCities Network (Samenwerking tussen steden en hun universiteiten), Similar Cities Network, Lighting Urban Community International, Climate Alliance, European Coalition of Cities Against Racism, Mayors for Peace, UNESCO Creative Cities Network, Association Internationale des Villes Amies de la Marionnette… Stad Gent, 2008 Vlaamse Overheid, 2011a Bral et al., 2011 Vlaamse Overheid, 2011a zie ook Oosterlynck, 2012 Bral et al., 2011 Bral et al., 2011 Dezeure, K. & De Rynck, F., 2009 Bron: Stad Gent, Diensten van de Stadssecretaris, Bestuursondersteuning Stad Gent, 2008b Bronnen: Stad Gent, Strategie & Coördinatie, cel Strategische Planning en Kwaliteitszorg; Stad Gent, Departement Financiën; Binnenband, 2010; Stad Gent, 2010b, 2012b Bronnen: www.thuisindestad.be/stadsmonitor; Aps. vlaanderen.be; Stad Gent, Dienst Belastingen, eigen berekeningen; Stad Gent, Departement Financiën, eigen berekeningen; Dexia-studie over vergrijzing (Dexia, 2010); (Stad Gent, 2010a); Ethias pensioenstudie 2012 Door het feit dat de nieuwe regelgeving (Gemeentedecreet) pas vanaf 2014 zal worden toegepast, is er pas dan optimale vergelijkbaarheid tussen steden mogelijk. Ook tot en met 2010 is vergelijking mogelijk. Voor de jaren 2011-2013 wordt dit op sommige punten moeilijk omdat de voorstelling van de financiële gegevens verschillend kan zijn tussen de gemeenten. Het Gemeentefonds voorziet in een voorafname bedoeld voor steden met meer dan 200.000 inwoners. In de praktijk vallen enkel Gent en Antwerpen hieronder. Als men bijvoorbeeld de middelen uit het Stedenfonds zou toevoegen aan het Gemeentefonds en deze volgens de huidige verdeelcriteria van het Gemeentefonds aan de gemeenten zou toewijzen, dan zou Gent hierdoor ca. 11 miljoen euro op jaarbasis verliezen. Het gaat hier immers voor het grootste deel over aanvullende belastingen. Deze worden geïnd door een andere overheid en doorgestort naar de gemeenten. De gemeenten zijn hier afhankelijk van het inkohieringstempo van deze overheden, dat over de jaren heen nogal sterk fluctueert. Gezien echter deze fenomenen voor alle gemeenten dezelfde zijn, kan wel een vergelijking worden gemaakt tussen gemeenten. VRIND classificatie www.lokalestatistieken.be ontvangsten gewone dienst centrumsteden 2010 Bron: aps.vlaanderen.be Gezien de rekening 2010 eindigde met een tegoed op de stad voor +/- 13 mio euro Wegens het vervroegd terugbetalen van de consolidatieleningen lagen de leningslasten in 2010 eenmalig lager Uitstaande en reeds opgenomen schuld t.a.v. de gewone ontvangsten Gebaseerd op de totale uitgaven in de buitengewone dienst Bronnen: Stad Gent, Departement Human Resources Hou wel rekening met het feit dat de toegang tot het openbaar ambt voor niet-Belgen en niet-EU-onderdanen op een aantal vlakken sterk wordt beperkt, ook in de nieuwe rechtspositieregeling voor het personeel van de
106
51.
52.
53.
54. 55.
56.
Stad: voor een statutaire betrekking wordt minstens een EU-nationaliteit gevraagd en voor alle veiligheidsfuncties geldt zelfs de verplichting van de Belgische nationaliteit. Aangezien de organisatie enkel over de nationaliteit en het geboorteland van de personeelsleden beschikt en niet over die van hun ouders en grootouders, wordt het aantal allochtonen met een origine van buiten de EU-27 landen gemeten op basis van de nationaliteit en het geboorteland van de personeelsleden en op basis van naamherkenning. Let op: definities verschillen: ECM in het bevolkingsregister is niet identiek geoperationaliseerd als ECM in het personeelsbestand. Volgens de definitie in de Rechtspositieregeling dienen personen met een arbeidshandicap aan één van de volgende voorwaarden te voldoen: 1° ze zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, voorheen het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap; 2° ze zijn erkend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als personen met een handicap; 3° ze komen in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een integratietegemoetkoming, die verstrekt wordt aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap; 4° ze zijn in het bezit van een attest dat uitgereikt is door de algemene directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen; 5° ze zijn het slachtoffer van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte en ze kunnen een bewijs voorleggen van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66% uitgereikt door het Vlaams Fonds voor Arbeidsongevallen, door het Fonds voor Beroepsziekten of door de Administratieve Gezondheidsdienst of zijn rechtsopvolger in het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector; 6° ze hebben hun hoogste getuigschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair onderwijs. Sinds 1973 – SODIGANDA vzw - de Sociale Dienst van het personeel van de stad Gent). 1° wet is deze van 24 oktober waarbij de basisbijdrage 5 jaar vastligt, aangevuld met regularisering en responsabiliseringsbijdrage. 2° wet is deze van 28 december 2011 met een verhoging van de minimum leeftijd en loopbaanvoorwaarden vervroegd rustpensioen. Leeftijd&Werk, 2008
Bibliografie
107
Bibliografie Binnenband. (2010). Beleids- en Beheerscyclus - Het agentschap ondersteunt de besturen bij implementatie nieuwe regelgeving. Binnenband, 69 (oktober 2010), p.8-11. Binnenband. (2011). Beleidsbrief 2011-2012 Binnenlands Bestuur. Binnenband, december (75), 3-5. Boucké, T., Willemsen, I., & Verstraete, V. (2012). City Networking in the EU: exchanging best practices and beyond. The case of Ghent. Paper presented at the The Political Studies Association Conference, Belfast, 3-6/4/2012. Bral, Luk, Jacques, Annelies, Schelfaut, Hilde, Stuyck, Karen, & Vanderhasselt, Ann. (2011). Stadsmonitor 2011 - Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden.: Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Cabus, P., De Rynck, F., Voets, J., Verhetsel, A., Ackaert, J., & Miermans, W. (2009). Een sterke stad en een sterke stadsregio. Verslag en aanbevelingen op basis van stadsregionale gesprekken. Kernbevindingen, overwegingskader en aanbevelingen. Dezeure, K. & De Rynck, F. (2009). Burgerparticipatie in Vlaamse steden. De Rynck, F. (2012). 10 jaar witboek - het Vlaams stedenbeleid: retrospectie, introspectie - prospectie. Paper presented at the ViA-rondetafel, Brussel. Dexia. (2010). Wat is de impact van de vergrijzing op de lokale besturen? Europese Unie. (2011). Steden van Morgen. Uitdagingen, visies, werkwijzen. Leeftijd&Werk, expertisecentrum. (2008). Evolutie bevolking op arbeidsleeftijd, Vlaanderen. Luyten, S., & Van Hecke, E. (2007). De Belgische Stadsgewesten 2001. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (2003). De eeuw van de stad - Over stadsrepublieken en rastersteden Witboek. Boudry, L., Cabus, P., Corijn, E., De Rynck, F., Kesteloot, C., Loeckx, A.,. Oosterlynck, S. (2012). Naar een sensitieve stad - De stad als bron van sociale innovatie. Paper presented at the ViArondetafels, Brussel. Reynaert, H., Steyvers, K., & Van Bever, E. (2009). Inleiding. Van Dorpsstraat tot Straatsburg - Europeanisering van de lokale besturen. In H. Reynaert, K. Steyvers & E. Van Bever (Eds.), Van Dorpsstraat tot Straatsburg - Europeanisering van de lokale besturen. SARiV-VLABEST. (2012). De Europeanisering van de Vlaamse, provinciale en lokale bestuursniveaus - opzet studiereeks Meerlagige Bestuurscontext. Stad Gent. (2003). Ruimtelijk Structuurplan Gent (pp. 344): Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Stad Gent. (2008). Beleidsnota Noord-Zuid Samenwerking 2008-2013. Gent solidair met de wereld. 34 acties voor een solidair Gent zonder grenzen.
Stad Gent. (2008b). Onderzoek naar de kwaliteit van de dienstverlening in publieksgebonden diensten. Eindrapport. Stad Gent. (2010a). Vergelijkende studie stadsrekeningen centrumsteden 2010. Stad Gent. (2010b). Visitatie Stedenfonds - Themastuk Strategische Organisatie. Stad Gent. (2011b). Werken aan de toekomst - Gent en de subsidies van de Europese, federale en Vlaamse Overheden. Stad Gent. (2012a). Nota thema AGM Eurocities 2013 in Gent. Stad Gent. (2012b). Nota: Geïntegreerde beleidsplanning / BBC-werkgroep methodologie begrippenkader. Van der Haegen, H., & Pattyn, M. (1979). De Belgische Stadsgewesten. Statistische en Econometrische Studieën, Nationaal Instituut voor de Statistiek, Brussel, (59). Vermeersch, T., Wayenberg, E., De Rynck, F., Reynaert, H., Steyvers, K., & Ackaert, J. (2009). Empirische onderbouw van de centrumfuncties in stadsregio’s - Onderzoek naar aspecten van stadsregionale verevening. Rapport fase 1.: SBOV Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen. Vlaams Parlement. (2011). Beleidsbrief Binnenlands Bestuur Beleidsprioriteiten 2011-2012. Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken - VLABEST. (2012). Uitvoering Planlastendecreet. Vlaamse Gemeenschap. (2012). Regioscreening - Bestuurlijke Regionale Samenwerking in Vlaanderen - Inventarisatie en Analyse. Vlaamse Overheid - Agentschap voor Binnenlands Bestuur. (2011). Zaaien op Beton / en 106 andere recepten voor de Stad. 10 jaar Stedenfonds in Vlaanderen. Vlaamse Overheid. (2011a). Gent. Bewuste en Leergierige Stad. Rapport van de Visitatiecommissie Stedenfonds 2011. Vlaamse Overheid. (2011b). Syntheserapport Visitaties Stedenfonds 2011 - Over het Stedenfonds en het Samenspel tussen de Vlaamse Overheid en haar Centrumsteden. In I. C. Thuisindestad.be (Ed.). Vlaamse Overheid. (2012). Groenboek Ruimte - Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool ? Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Vlaamse Overheid. (2012b). Inventarisatie impact zesde staatshervorming (Bijlagen). Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid. Vlaamse Regering. (2011). Witboek Interne Staatshervorming.
108
Besluit Gent groeit Meer Gentenaars Tussen 1999 en 2011 groeide het aantal Gentenaars aan met 10%. De prognoses voorspellen dat het percentage verder zal toenemen tot 15% tegen 2018. Gent heeft een jonge bevolking. In vergelijking met de Vlaamse bevolkingspiramide wonen er in Gent meer twintigers, dertigers én jonge kinderen. Gent verjongt nog verder, vooral dankzij de geboortes die sinds 1999 toenamen met 38% - en ook deze groei zal zich doorzetten. Uiteraard werkt dit fenomeen door in de volgende jaren, met meer kinderen op kleuter- en basisschoolleeftijd. Gentse 65-plussers nemen in aantal evengoed toe. In aandeel is er, in tegenstelling tot Vlaanderen, geen toename van de oudere bevolking: die vergrijzing wordt in Gent verwacht vanaf 2017. Gent verkleurt ook naar een meer diverse etnisch-culturele samenstelling: de afgelopen tien jaar (2001-2011) nam hun aandeel toe van 12% naar 18,8%. De grootste groep is nog steeds van Turkse origine, met recent een hoog aantal aankomsten van nieuwe EU-burgers, vooral van Bulgaarse en Slovaakse origine.
Gent is niet van de Gentenaars alleen. Omdat niet elke werkende Gentenaar ook in Gent werkt en Gent ook nietGentenaars tewerkstelt is er veel pendelverkeer. Gent heeft een hoge inkomende pendel (ca. 94.000 in 2009) en een lage uitgaande pendel (ca. 39.000 in 2009). Die stroom aan extra mensen die dagelijks in Gent zijn, is het gevolg van de stedelijke centrumfunctie ‘werk’. Ook voor onderwijs speelt deze centrumfunctie duidelijk: voor elke 100 Gentse jongeren op scholierenleeftijd, komen er 63 jongeren van buiten Gent schoollopen in een Gentse secundaire school (2010-2011). Tel daarbij goed 67.000 studenten (2010-2011) en een groeiende stroom aan toeristen – goed voor 850.000 overnachtingen in 2011 – en je kan concluderen dat Gent niet van de Gentenaars alleen is. Cultuur vormt eveneens een aantrekkingspool: podiumvoorstellingen in een cultuurgrootstad zoals Gent, Antwerpen en Brussel rekruteren publiek uit een bredere regio in vergelijking met de voorstellingen in andere gemeenten. Gent heeft evengoed een centrumfunctie op het vlak van sociale huisvesting: het aandeel sociale huurwoningen in de stad ligt driemaal zo hoog als in de stadsrand (2004-2010). Gents imago-onderzoek bevestigt dat niet alleen Gentenaars van Gent houden. Deze compacte stad wordt door bedrijven en niet-Gentenaars vooral geassocieerd met ‘kennis en innovatie’, ‘(de sfeer van het) stedelijke wonen’ en ‘cultuur’.
Terwijl de stadsgrenzen zich niet verleggen… Stadsvlucht Typisch aan een studentenstad is de instroom van twintigers: de Gentse verhuismobiliteit ligt bij hen het hoogst. Twintigers bevinden zich in een levensfase waar zich een aantal belangrijke gebeurtenissen voordoen: ze verlaten het ouderlijke huis om alleen te gaan wonen, ze hebben hun studies beëindigd en zijn aan hun eerste baan toe, ze trouwen of gaan samenwonen. De jongegezinnenindex toont aan dat Gent aantrekkelijker is voor jonge gezinnen dan Vlaanderen, maar dertigers (al dan niet met jonge kinderen) verhuizen eveneens in grote mate. Als hun gezinssituatie verandert door gezinsuitbreiding of echtscheiding veranderen ook hun woonbehoeften. Daarom kan de conclusie niet anders zijn dan dat Gent deels gezinnen kan houden en deels voor een groep gezinnen als een transitzone fungeert. Gent ‘verliest’ deze jonge gezinnen hoofdzakelijk aan de omringende gemeenten. De vraag is of, in het licht van een ruimtelijke verstedelijking voorbij de administratieve stadsgrenzen, verhuizen naar de omringende gemeenten als een zuivere ‘stadsvlucht’ mag worden beschouwd. Door de demografische groei en een woningaanbod dat niet even snel toeneemt, lijkt het evengoed alsof de ‘vlucht’ het verruimen van het ‘stadsgebied’ is.
D2
Besluit
109
Woonvoorzieningen en -infrastructuur Een aantal onomkeerbare ontwikkelingen komen samen in de stad. Er wonen steeds meer mensen gecombineerd met de wisselwerking wonen, werken, recreëren en mobiliteit. Dat alles heeft een grote impact op de ruimte. Er beweegt meer op dezelfde ruimte en verstedelijking stopt niet aan de stadsgrenzen. Wonen Als oudste industriestad kent Gent een oud woningbestand van een relatief lage kwaliteit in de 19de-eeuwse gordel. Positief is dan weer dat Gent (dat veel kleiner is dan Antwerpen en Brussel) de effecten van één of enkele projecten onmiddellijk voelt op de woonmarkt. Het spel van vraag (door het toenemend aantal gezinnen) en aanbod (met een toenemend aantal woningen) is niet volledig in evenwicht. In de periode 2002-2010 zijn er 9.673 gezinnen bijgekomen en 8.500 extra woningen vergund. De sociale woningbouw is in Gent (en Antwerpen) het best uitgebouwd, zowel naar aandeel als naar beschikbare woningen per 100 huishoudens. Toch kampt de sector met diverse knelpunten zoals de trage doorlooptijd van bouw- en renovatieprojecten en een aanzienlijk verouderd patrimonium. Ondanks het ruime aanbod blijft de vraag altijd nog groter. Eind 2011 waren er 7.892 dossiers van kandidaat-huurders. Zowel de toenemende woningdichtheid (de verappartementisering neemt stelselmatig toe) als de toenemende bevolkingsdichtheid zijn indicaties van het intenser gebruik van de ruimte. Kenmerkend voor Gent is de trend waarbij studenten naar schatting 2.800 eengezinswoningen ingenomen hebben. Uit de Gentse woonstudie blijkt dat er tussen 2007 en 2017 circa 6.600 tot 8.500 bijkomende woningen nodig zijn. De druk op de ruimte vanuit wonen blijft. Mobiliteit De Gentse aangroei van de bevolking vergroot ook het verplaatsingsgedrag, waarbij de auto het grootste deel voor zijn rekening neemt. Ondanks het lagere autobezit in het centrum, zijn er net daar en in de 19de-eeuwse gordel klachten van bewoners over moeilijke parkeersituaties. De draagkracht van de infrastructuur wordt op meerdere plaatsen overschreden wat leidt tot problemen met verkeersveiligheid en -leefbaarheid. Van alle Vlaamse centrumsteden kent Gent samen met Kortrijk en Hasselt het hoogste aandeel verkeersslachtoffers. De kwaliteit van rijwegen, voeten fietspaden is niet optimaal en vraagt een inhaalbeweging. De allure van Gent als fietsstad lijkt voornamelijk te danken aan de studenten en de pendelaars. De Gentenaar zelf neemt gemiddeld niet meer dan andere vergelijkbare steden de fiets om zich te verplaatsen. Het openbaar vervoer in Gent beschikt over een uitgebreid netwerk en zorgt voor een sterke gebiedsdekking. Er blijven problemen op vlak van doorstroming en beschikbaarheid: er ontbreken een aantal essentiële schakels in het openbaarvervoersnetwerk, alsook een volwaardige P+R-infrastructuur. Basisvoorzieningen en de wijken De woonkwaliteit heeft niet enkel te maken met voldoende beschikbare woningen en verkeersleefbaarheid, maar ook met woonvoorzieningen. Zo groeide de voorschoolse kinderopvang van 3.186 plaatsen in 2006 naar 4.331 plaatsen in 2011. Hoewel de dekkingsgraad vooruitgang boekt van 38% naar 45% (de Europese minimumnorm is 33%), toch blijft dit nog ruim onder een kinderopvangvraag die op Vlaams niveau op 62% wordt ingeschat. De minimumnorm wordt niet in elke wijk gehaald. Het Gentse kleuter- en basisonderwijs kent eveneens een capaciteitsprobleem. In schooljaar 2012-2013 hadden de instapklassen en eerste kleuterklassen voldoende plaats voor elk kind, vooral door gemaakte inspanningen. De 2de en de 3de kleuterklassen zijn duidelijk overbevolkt, nog zonder de doorstroming van die kleinste kleuters naar de hogere kleuterklassen. Op wijkniveau is het plaatje opnieuw zeer divers: sommige wijken kampen voor alle kleuterklassen met een nijpend tekort. Dit probleem schuift langzaam door naar het basisonderwijs, want kleuters worden groot. De nieuwe wijkparken en de investeringen in de bestaande wijkparken zorgden voor
110
een impuls in de recreatieve groene ruimte. De nood aan extra woon- en wijkgroen blijft het grootst in de binnenstad. De parken zitten er aan hun limiet: de oppervlakte is te klein voor het aantal mensen. Kleinschalige sportinfrastructuur in de wijken toont een absoluut tekort in de 19de eeuwse gordel. De bezetting van de grote sport- en zwemaccommodaties blijft zeer hoog; niet alle aanvragen kunnen worden ingevuld. Het huidige aanbod van artsen, groepspraktijken en wijkgezondheidscentra voldoet enkel in theorie. Geografisch gezien is de huisarts voor de Gentenaar voldoende bereikbaar: 93% van de inwoners woont op minder dan 1 km van een huisartsenpraktijk. Maar in bepaalde wijken (vooral wijken met precaire groepen) stellen zich problemen. In het licht van de vergrijzing en de pensioengolf die zich ook bij de artsen laat voelen, dreigt in de toekomst een prangend tekort. Van een andere aard, maar tekenend is de vaststelling dat Gent van alle centrumsteden het meest zwerfvuil en sluikstorten moet verwerken, met een opvallende stijging de voorbije jaren. Vele functies in de stad Antwerpen en Gent zijn samen goed voor bijna een zesde van alle jobs in het Vlaamse Gewest. De economische structuur in Gent wordt sterk gekleurd door de haven. In vergelijking met andere steden heeft Gent relatief weinig commerciële diensten waarvan dan nog eens een belangrijk deel gericht is op de industrie. Werk is een cruciale functie in een stad. Een breed draagvlak aan werkenden is noodzakelijk om het stedelijk weefsel sterk te houden. Ondernemerschap en innovatie zijn daarin belangrijke hefbomen. Het ondernemerschap is in Gent een verbeterpunt: de Gentse ondernemingsratio’s stijgen minder snel dan het Vlaamse gemiddelde. Het is van belang dat ondernemers doorgroeien tot werkgevers. Gent is wel een stad met veel innovatieve bedrijven. Algemeen noteert Gent een jobgroei. Maar omdat de bevolking op beroepsactieve leeftijd nog sterker toeneemt, stijgt de jobratio minder snel dan het Vlaams gemiddelde. Na wonen en werken is er ‘recreëren’: vrije tijd, sport, cultuur, toerisme, shopping,… Niet iedereen zal in Gent blijven wonen indien er enkel te wonen valt. Niet iedereen zal in Gent (komen) wonen indien er enkel te werken valt. Deze derde functie veronderstelt onder meer voldoende ruimte en infrastructuur. De oppervlakte aan natuur en bos is echter sinds 1999 gedaald ondanks de decretale omkadering en de beleidsplannen. Omdat de helft van de Gentse bossen, parken en tuinen niet in een groen bestemmingsgebied ligt, is bovendien een juridisch beschermend kader nodig. Het culturele aanbod is uitgebreid en divers. Gent is koploper in cultuurevenementen en dat wordt weerspiegeld in tevredenheid onder de Gentenaars. Gent kent een vaststaande ruimtelijke hoofdstructuur: een uitgestrekt stadslandschap dat via een losse bebouwing in de rand overgaat naar meer open gebied met de riviervalleien en het straatdorpenlandschap in het noorden en een havenlandschap. Vaststaand zijn ook de steenwegen, de snelwegen, de waterwegen, de spoorwegen. En daarin en daartussen leven enkele honderdduizenden mensen, die er willen wonen, schoollopen, werken, (vrije tijd) besteden, leven. Alles moet compacter. Het antwoord ligt in slim verdichten en durven ruimer ‘doen’. Met ‘verdichten’ wordt het proces van ‘dichter bij elkaar’ geschetst, met tussenruimte voor groen en natuur. ‘Slim verdichten’ zet het evenwicht centraal tussen economische, socio-culturele en ecologische aspecten. Dit duurzaam verdichtingsprincipe moet worden ingezet bij stadvernieuwingsprojecten, maar evengoed bij stadsontwikkeling als geheel. De combinatie van deze functies en het compacter worden vraagt ook om multifunctionaliteit van gebouwen en plaatsen. Daartussen loopt de toegenomen pendel-, woon- en vrijwillige mobiliteit die als een vlot geleidingssysteem moet fungeren in die compacte stad. De Gentse agglomeratie, de aaneenschakeling van Gent met een aantal gemeenten, gaat uit van de vaststelling dat de inwoners wonen, werken, winkelen en recreëren in verschillende delen van die agglomeratie en zich in hun dagelijks leefpatroon veelvuldig binnen de agglomeratie verplaatsen. Ook het toekomstig Vlaams beleidsplan Ruimte houdt rekening met ruimtelijke groei en gaat voor
D2
Besluit
111
de steden uit van een stadsregionale werkelijkheid. Bestuurlijk impliceert dit dat (structurele) interstedelijke samenwerking en lokale netwerken noodzakelijk worden. Het ruimtelijk perspectief laat ook zien dat voor de steden de bestuurlijke grens weinig logica vertoont. … staat de wereld op de stoep. Het klimaatthema mag dan mondiaal zijn, het vraagt ook antwoorden op het lokaal niveau. Zo stellen de uitputting van fossiele brandstoffen en de klimaatverandering ook Gent voor keuzes. De beperking van de CO2-uitstoot is hier de leidraad. De ijzer- en staalindustrie zijn goed voor 63% van de CO2-uitstoot in 2009, bedrijven voor 15%. De energie-productie en de huishoudens nemen elk 6% voor hun rekening. Om de Europese doelstellingen te halen is een versnelling nodig in het reduceren van CO2-emissies. De kredietcrisis, gevolgd door de eurocrisis, is een ander mondiaal gegeven dat lokaal doorwerkt, ook voor de Gentse economie die via de havenbedrijven voor een groot deel internationaal opereert. Beide ‘wereldwijdse’ omgevingsfactoren kloppen aan de deur van de steden.
Mensen doen groeien Achter dé Gentenaar, dé wijken, dé studenten, dé werklozen, dé allochtonen, dé pendelaar of dé burger schuilen individuen. De verschillen tussen individuen zijn duidelijker in de stad, wat diversiteit tot een stedelijk kenmerk maakt. Verschillen, het niet-gelijk zijn, schuift ook in Gent verschillende soorten ongelijkheid naar voor. Het complexe samenspel van ongelijkheden kan leiden tot armoede - nog zo’n stedelijke realiteit. Man/vrouw, jong/oud, alleenstaand of niet, allochtoon of niet Alleenstaanden, alleenstaande ouders, etnisch-culturele minderheden en ouderen kennen een verhoogd armoederisico. Precies deze bevolkingsgroepen zijn in vergelijking met Vlaanderen sterker aanwezig in Gent (met uitzondering van de ouderen). Belgische cijfers tonen dat ongelijkheid tussen allochtonen en autochtonen zich laat voelen in het onderwijs (in Vlaanderen is deze kloof het grootst dan waar ook in de westerse wereld), in werk, wonen en gezondheid. Onderwijsongelijkheid In Vlaanderen zetten sociale verschillen zich door tijdens de schoolloopbaan. 15% van de kinderen die in Gent worden geboren, leeft in een kansarm gezin (2009). Gecombineerd met een demografische verjonging, neemt het aantal kansarme kinderen aan de schoolpoort alleen maar toe. Spijbelgedrag groeit aan in alle onderwijsvormen en is het grootst in het BSO. De schoolse vertraging ligt hoog in de Gentse scholen. Al van in het vijfde leerjaar heeft ruim een kwart vertraging opgelopen. Geschat wordt dat één op zeven Gentse jongeren de schoolbanken verlaat zonder een diploma secundair onderwijs op zak. Een diploma is nog steeds het toegangskaartje tot de diplomagerichte Vlaamse arbeidsmarkt. Inkomensongelijkheid Gent kent een hoge werkloosheidsgraad (ook al verkleint het verschil met Vlaanderen). De dalende werkzaamheidsgraad en activiteitsgraad zijn zorgwekkend: het aandeel niet-werkenden en niet-werkzoekenden in de leeftijdsgroep tussen 15 en 64 jaar wordt steeds groter. Inactiviteit en werkloosheid impliceren een verhoogde kans op armoede en sociale uitsluiting. Werk, werkloosheid, sociale bijstand, leefloon en levensminimum kennen ook in Gent een ongelijke verdeling, gelinkt aan demografische kenmerken of opleidingsniveau. Gezondheidsongelijkheid Levensverwachting, gezondheid, leefstijl en toegankelijkheid van zorg zijn sterk
112
verbonden met het opleidingsniveau en het inkomen. In Gent ervaren ouderen, lagere inkomensgroepen en werklozen vaker gezondheidsproblemen. Een hoger diploma, een inkomen en een vaste job gaan samen met een hoger welbevinden. Ook is er een link tussen de positieve inschatting van de leefbaarheid van de buurt en een goede gezondheid (zowel fysisch als psychisch). Ongelijkheid huurders-eigenaars Het armoederisico verschilt in België merkelijk naarmate men een huurder dan wel een eigenaar is: voor de huurders bedraagt dit risico 28%, voor de eigenaars 10%. Gent kent een relatief grote huurmarkt (47% van de totale Gentse woonmarkt). Wonen wordt steeds duurder. Dit is een Vlaams fenomeen maar Gent maakte bovendien een inhaalbeweging door wat ertoe leidt dat de problematiek van onbetaalbaar wonen scherper dan in vele andere steden wordt aangevoeld. Opmerkelijk is dat de prijsstijging zich het sterkst voordoet in de lagere prijscategorieën van woningen. Ongelijkheden vertalen zich geografisch De Gentse wijken hebben hun eigenheid. Ze verschillen in bebouwingsgraad, bevolkingskenmerken, inkomensstatistieken of werkloosheidsdruk. Een aantal vertoont een accumulatie van al deze problematieken. De 19de-eeuwse gordelwijken zijn dicht bevolkt en bebouwd, met relatief veel Etnisch-Culturele Minderheden en een inkomen dat onder het Gents mediaaninkomen ligt. De rand van de stad kent een minder dichte bebouwing, een minder dense bevolking, relatief weinig Etnisch-Culturele Minderheden en een hoger inkomen. Op zoek naar aanknopingspunten om mensen te doen groeien De uitdaging voor de stad ligt in het faciliteren van individuele sociale vooruitgang, ‘sociale stijging’. Aanknopingspunten voor sociale innovatie en sociaal beleid zijn bijvoorbeeld kinderopvang, spijbelaars, ongekwalificeerde uitstromers, maatschappelijke activering en (buurt)integratie in het algemeen, gelinkt aan betaalbaar wonen en gezondheidszorg, met focus op specifieke wijken die gezien worden als transitzones waar sociale stijging mogelijk is, veeleer dan als probleemwijken. Een verregaande verbinding tussen sociaal en economisch beleid is een uitdaging op dit vlak.
Lijm gezocht om mensen te verbinden De sociale infrastructuur verbindt mensen met elkaar. De vraag is hoe de lijm is samengesteld, hoe en wanneer je ze hanteert voor een optimaal ‘kleef’-effect en hoe de bindingskracht verslapt en weer sterker wordt, ervan uitgaand dat enige maakbaarheid mogelijk is. De theoretici wijzen erop dat deze zachte structuur aan het transformeren is. Vooral in steden maken niet langer de ‘gedeelde normen en waarden’ dé basis uit van de sociale cohesie. Een algemene individualiseringtendens, de groeiende (etnische) diversiteit én toenemende sociale onrechtvaardigheid zorgen ervoor dat deze gedeelde normen en waarden geleidelijk verbrokkelen. Al blijft het moeilijk te becijferen, toch lijkt de sociale cohesie niet te verdwijnen. Het ‘wij’-denken moet in de steden als het ware heruitgevonden worden. Vertaald naar Gent, en de eerder geschetste tweedeling ‘19de-eeuwse gordel’ en ‘Gent Rand’ indachtig, zal deze nieuwe lijm in eerste instantie nodig zijn waar diversiteit het grootst is: in de 19de-eeuwse gordelwijken. De nieuwe basis hiervoor zou kunnen gevonden worden in ‘plaats’: mensen hoeven niets gemeenschappelijks meer te hebben om een gemeenschappelijk project of om solidariteit te ontwikkelen, behalve de plaats waar ze wonen of die ze gebruiken. ‘Plaats’ is de plek waar ‘ontmoeten’ gebeurt, op de werkplek, aan de schoolpoort, op straat,… De Gentse cultuur- en sportparticipatie levert hiervoor een denkspoor. Daar constateert men ‘nieuwsoortige initiatieven’ die buiten clubverband worden
D2
Besluit
113
georganiseerd en zich daarom niet in de reguliere participatiecijfers laten vatten. Er is ook een toenemende tendens van buurtinitiatieven en er is in Gent geen sprake van een verminderde (vrijwillige) inzet van Gentenaars in de buurt, eerder van een verschuiving van het soort inzet: mensen spelen in op projecten van kortstondige aard die gericht zijn op hun directe leefomgeving. Onderzoek in Vlaanderen bevestigt deze tendens: er is minder en minder behoefte aan de grote verhalen. Positief is dat er op buurtniveau groeimarge is: Gentenaars geven zelf aan dat ze meer behoefte hebben aan contact met de buren. Meer nog, de basisperceptie van veiligheid in Gent werkt als een fundament waarop noties van vertrouwen zich kunnen enten: algemeen percipiëren de inwoners Gent als een veilige stad, ook al tonen de cijfers zeker geen dalende trend in bijvoorbeeld slachtofferschap.
Groeien en verbinden Het is hier dat de ‘groei van de stad’ met het slim verdichten en de multifunctionaliteit van gebouwen samenkomt met de ‘plaats’. Het zeer lokaal perspectief van een wijk of een buurt is de ‘lijm’ die mensen bindt en de zachte sociale verbindingsstructuur (opnieuw) vorm doet krijgen. Indien het werkt om druppelsgewijs maar doordacht kleine maar sterke sociale structuren in een buurt te installeren, kunnen deze samen met de basisvoorzieningen in de wijk een hefboom zijn om sociale mobiliteit van een grotere groep mensen mogelijk te maken. Voorbij dit micro-niveau speelt zich richting macroniveau de urbanisatie af voorbij de stadsgrenzen, en ook de economische conjuncturele schommelingen en de onzekere impact daarvan, de niet steeds te voorspellen intra-Europese migratiestromen en de mondiale roep naar klimaatneutraliteit.
“ ’t Stad Gent” in Gent Te midden deze evoluties laveert de organisatie ‘Stad Gent’ met de intenties van het goede huisvaderschap. Als lokaal bestuur wordt de organisatie geconfronteerd met een interbestuurlijke complexiteit, gecombineerd met een wijzigende bestuurlijke context en hiermee gepaard gaande veranderende verwachtingen vanuit andere (hogere) bestuursniveaus. Vanuit Vlaanderen (o.m. interne staatshervorming, Planlastendecreet, Gemeentedecreet, hervorming van het Gemeentefonds), vanuit het federale niveau (zesde staatshervorming), vanuit Europa (partnerschappen en netwerken, maar ook Europese besluitvorming), maar evengoed vanuit het middenveld (met de keuze tussen actorrol of regierol) wordt gereikt naar het lokale niveau om te implementeren, coördineren, regisseren én ageren. Tegelijk geeft wat voorafging aan dat er kapstokken nodig zijn om vat te krijgen op de mismatch tussen bestuurlijke en maatschappelijke schalen. Meer nog dan andere bestuurlijke lagen werkt het stedelijk niveau op een directe(re) manier met en voor mensen: een perspectief dat niet uit het oog mag worden verloren door al te zeer gericht te zijn op de interne organisatie. De Gentenaar verwacht een toegankelijke en efficiënte overheid en wil desgewenst zelf het kanaal kunnen kiezen om met de stad te communiceren, op momenten die hem passen. Voor de Stad Gent als organisatie betekent informeren en participeren, in een zich wijzigende en digitaliserende omgeving en dus blijvend experimenteren. Niet alleen de interbestuurlijke complexiteit en de nabijheid van het bestuur vormen uitdagingen. De financiële crisis heeft de voorbije jaren de kaarten grondig door elkaar geschud. Lokale overheden hebben geen of een beperkte impact op een aantal risico’s aan ontvangstenzijde. De geplande structurele wijzigingen aan de verdelingscriteria van het Gemeentefonds (goed voor 37% van de ontvangsten van de Stad Gent) brengen risico’s met zich mee. Daarnaast kan een demografische vergrijzing leiden tot een daling van de inkomsten via de aanvullende personenbelasting (APB). Ook de uitwerking van het Vlinderakkoord kan invloed hebben op de hoogte van de belastingontvangsten via de APB. Momenteel kent
114
de Stad Gent nog een gezonde schuldpositie maar de stijgende leninglasten laten zich voelen. Ook de inflatie heeft aanzienlijke gevolgen voor de uitgaven, met name door de stijging van de personeelslasten. De mate waarin en de manier waarop de regierol wordt opgenomen zal ook cruciaal zijn voor het bewaren van het financiële evenwicht. De evoluties in het werknemersbestand (vergrijzing) zullen niet alleen een financiële impact hebben (pensioenlasten), maar genereren voor de Stad Gent uitdagingen op vlak van personeelsbeleid zoals bijvoorbeeld toenemende individuele begeleiding. Verder stelt zich de vraag hoe de Stad als werkgever de diversiteit in de samenleving beter kan weerspiegelen in haar werknemersbestand en hoe de Stad een aantrekkelijke werkgever kan zijn in een concurrentiële arbeidsmarkt, met de verwachting indachtig dat het potentieel arbeidsaanbod in de toekomst zal dalen. Kortom, de hierboven geschetste evoluties creëren vraagstukken die de lokale overheid verplicht tot een gedegen strategische meerjarenplanning met duidelijke keuzes. Het Gemeentedecreet en meer bepaald het Ministerieel Besluit over de Beleids- en Beheerscyclus (‘BBC’) voor Gemeenten, Provincies en OCMW’s (met een implementatie in 2014) scheppen het kader van een bestuurlijke cultuurwijziging. Eerst worden beleidsdoelstellingen bepaald en pas daarna volgt de operationele en financiële vertaling daarvan. Strategisch is planning meer gericht op beleidsvoering over beleidsvelden en zelfs legislatuurgrenzen heen. Financieel gaat het budgetteren van een input naar een outputsturing. Gent heeft in het strategisch plannen een voortrekkersrol genomen door reeds in de vorige bestuursperiode met een strategisch meerjarenplan te werken (Gent 2020). Niettemin blijft het ook voor de Stad Gent een uitdaging om het sectorale denken in te ruilen voor een transversale inzet voor de realisatie van stadsbrede strategische doelstellingen. “Meer doen met minder” lijkt de samenvatting te worden voor de volgende jaren. Keuzes maken en prioriteiten stellen zijn onvermijdelijk. Zo zou een doorgedreven keuze voor het opnemen van de regierol het volgende kunnen impliceren. Regie vraagt partners en mandaten, afspraken en trajecten in een proces van co-creatie met onder meer burgerorganisaties, ondernemingen, middenveldorganisaties, kennisinstellingen en buurgemeenten, waarbij gedeelde doelstellingen mensen en middelen samenbrengen om samen tien stappen verder te zetten dan elk alleen. Een transparant financieel evenwicht met alle partners zou daarbij nodig zijn, samen met het aantrekken van andere functieprofielen in het personeelsbestand. Ook zou een transversaal stedelijk denken geïnstalleerd kunnen worden ver voorbij de eigen stedelijke (organisatie-)grenzen, conform de ware principes van duurzaamheid, zijnde sociaal, economisch en ruimtelijk-ecologisch, via kennis, innovatie en creativiteit en met aandacht voor communicatie en inspraak – of hoe een mondiaal thema zoals duurzaamheid ook bestuurlijk (en verder) vertaald zou kunnen worden.
D2
Conclusion
115
Conclusion Gand en pleine croissance Plus de Gantois De 1999 à 2011, la population gantoise a augmenté de 10 %. Selon les prévisions, cette progression atteindra même les 15 % à l’horizon 2018. Gand a une population jeune. Si l’on compare la population gantoise à la population flamande, on constate que Gand compte plus d’habitants dans la vingtaine et dans la trentaine, et aussi plus de jeunes enfants. La population gantoise continue à rajeunir principalement grâce à la natalité qui a augmenté de 38 % depuis 1999. L’augmentation du taux de natalité va également se poursuivre. Ce phénomène aura bien sûr des effets dans les années à venir, qui se traduiront par exemple par une augmentation du nombre d’enfants dans l’enseignement maternel et primaire. Le nombre des plus de 65 ans est également en augmentation à Gand. Contrairement à ce qui se passe en Flandre, la part de la population âgée n’augmente pas. Les effets du vieillissement ne sont attendus à Gand qu’à partir de 2017. Du point de vue ethnique et culturel la population gantoise a évolué dans le sens d’une plus grande diversité : ces 10 dernières années (2001-2011), la part des habitants d’origine culturelle ethnique a augmenté de 12 à 18,8 %. La communauté turque représente toujours la plus grande communauté étrangère. L’on constate par ailleurs un nombre élevé d’arrivées de ressortissants des nouveaux États membres de l’Union européenne, avec en tête les Bulgares et les Slovaques.
Gand n’appartient pas uniquement aux Gantois Tous les Gantois qui travaillent n’exercent pas leur profession à Gand et toutes les personnes travaillant à Gand n’y habitent pas forcément. Il y a donc beaucoup de navetteurs. La ville de Gand connaît un flux important de navetteurs entrants (environ 94.000 en 2009) et un taux relativement faible de navetteurs sortants (environ 39.000 en 2009). Ce flux de personnes supplémentaires qui sont présentes chaque jour à Gand résulte de la fonction « travail » du centre urbain. Cette fonction de centre urbain a aussi des répercussions très nettes au niveau de l’enseignement : à chaque tranche de 100 jeunes Gantois scolarisés s’ajoutent 63 élèves provenant de l’extérieur qui suivent l’enseignement secondaire dans un des établissements de la ville (2010-2011). Cela représente un total d’environ 67.000 étudiants (2010-2011), auxquels vient s’ajouter un flux croissant de touristes – qui représentait quelque 850.000 nuitées en 2011. Bref, Gand n’appartient pas uniquement aux Gantois. La culture est un autre pôle d’attraction important : les spectacles présentés dans des métropoles culturelles comme Gand, Anvers et Bruxelles attirent un public venant d’une région beaucoup plus vaste que les événements culturels organisés dans d’autres localités. La ville de Gand joue également une fonction de centre dans le domaine du logement social : la part du logement social est 3 fois plus élevée dans la ville que dans sa périphérie (2004-2010). Une enquête sur l’image de la ville de Gand confirme que les Gantois ne sont pas les seuls à aimer Gand. Cette ville compacte, les entreprises et les non-Gantois l’associent surtout aux notions ‘connaissance et innovation’, ‘habitat urbain (et l’ambiance qui s’y rapporte)’ et ‘culture’.
Pourtant, les frontières de la ville ne reculent pas Exode urbain Une des caractéristiques d’une ville universitaire est l’afflux de personnes âgées de 20 à 30 ans : c’est le groupe qui emménage les plus à Gand. Les personnes de ce groupe d’âge sont à une période de leur vie qui est riche en événements importants : elles quittent le foyer familial pour aller vivre de leur côté, elles ont terminé leurs études et en sont à leur premier emploi, elles se marient ou cohabitent. Le pourcentage des jeunes ménages montre que la ville de Gand attire davantage
116
les jeunes ménages que le reste de la Flandre, mais ceux âgés de 30 à 40 ans (avec ou sans jeunes enfants) sont nombreux à partir. Lorsque la composition du ménage se modifie en raison d’une naissance ou d’un divorce, les besoins en termes de logement évoluent également. La conclusion qui s’impose est donc que d’une part Gand parvient à retenir une partie des ménages et que d’autre part la ville fait office de zone de transit pour un autre groupe de ménages. Gand ‘perd’ ces jeunes familles principalement au profit des communes voisines. Reste à savoir si, à la lumière de l’urbanisation au-delà des frontières administratives de la ville, le fait de déménager vers les communes voisines peut être considéré comme un ‘exode urbain’ à proprement parler. Vu la croissance démographique et compte tenu du fait que l’offre de logements ne suit pas au même rythme, tout donne à penser que ‘l’exode’ est en fait un élargissement de la ‘zone urbaine’. Équipements et infrastructures de logements Une série d’évolutions irréversibles se produisent dans la ville qui compte de plus en plus d’habitants. Parallèlement, on assiste à une interaction entre les fonctions logement, travail, loisirs et mobilité. Tout cela a un impact important sur l’espace. Il y a plus de choses qui bougent au sein d’un même espace et l’urbanisation ne s’arrête pas aux frontières de la ville. Logement Gand est une ancienne ville industrielle. Elle se caractérise donc par un parc de logements anciens de relativement faible qualité dans la ceinture qui remonte au 19e siècle. Par contre, comme Gand est une ville beaucoup plus petite qu’Anvers et Bruxelles, les effets d’un ou de plusieurs projets se font directement ressentir sur le marché du logement. La demande (dopée par l’accroissement du nombre de ménages) et l’offre (liée à l’accroissement du nombre de logements) ne sont pas tout à fait en équilibre. Durant la période allant de 2002 à 2010, on a recensé 9.673 ménages supplémentaires pour seulement 8.500 logements supplémentaires (sur la base de la délivrance des permis de bâtir). Gand peut se targuer (avec Anvers) d’avoir le logement social le plus développé, tant en part de marché que sur la base du taux de logements disponibles par tranche de 100 ménages. Pourtant, ce secteur est confronté à divers problèmes comme la lenteur des projets de construction et de rénovation et un patrimoine assez vétuste. Malgré une offre abondante, la demande reste plus forte. Fin 2011, l’on dénombrait 7.892 dossiers de candidats-locataires. L’augmentation de la densité de l’habitat (« l’appartementisation ») et l’accroissement de la densité de la population témoignent d’une utilisation plus intensive de l’espace disponible. L’on observe à Gand une tendance spécifique, à savoir que 2.800 logements unifamiliaux, selon les estimations, sont occupés par des étudiants. Selon l’étude gantoise sur le logement, 6.600 à 8.500 logements supplémentaires seront nécessaires entre 2007 en 2017. La pression exercée par le secteur du logement sur l’espace disponible continue à se faire sentir. Mobilité La croissance démographique enregistrée à Gand provoque aussi une augmentation des déplacements, la voiture occupant la première place au classement des moyens de transport. Bien que le pourcentage d’habitants possédant une voiture soit plus faible dans le centre, c’est précisément là et dans la ceinture du 19e siècle que les riverains se plaignent le plus de problèmes de stationnement. L’infrastructure a atteint un point de saturation en plusieurs endroits, ce qui entraîne des problèmes en termes de sécurité routière et de qualité de vie. Parmi tous les centres urbains de Flandre, ce sont Gand, Courtrai et Hasselt qui détiennent le triste record du plus grand nombre de victimes de la circulation. La qualité des routes n’est pas optimale, tant pour la circulation automobile que pour les piétons et les cyclistes, et il y aurait lieu de prendre des mesures pour combler le retard pris à ce niveau. Si Gand fait la part belle aux cyclistes, c’est apparemment surtout à cause des étudiants et des navetteurs. Le Gantois, pour sa part, n’utilise pas plus le vélo pour se déplacer que les habitants de villes comparables.
D2
Conclusion
117
Gand dispose d’un vaste réseau de transports publics et son territoire est généralement bien desservi. Certains problèmes de transit et de disponibilité subsistent cependant : il manque encore quelques maillons essentiels dans le réseau de transports publics, ainsi qu’une infrastructure de parking-relais (P+R) à part entière. Les services de base et les quartiers La qualité de vie n’est pas liée uniquement à la disponibilité de logements en suffisance et à la viabilité de la circulation. Elle est aussi liée à la présence de structures de logement. Les structures d’accueil de la petite enfance sont ainsi passées de 3.186 places en 2006 à 4.331 places en 2011. Bien que le taux de couverture ait progressé de 38 % à 45 % (la norme minimale européenne est de 33 %), ce chiffre reste nettement inférieur à la demande qui est estimée à 62% au niveau flamand. La norme minimale n’est donc pas atteinte dans tous les quartiers. L’enseignement maternel et primaire gantois est, lui aussi, confronté à un problème de capacité. Pour l’année scolaire 2012-2013, les classes prématernelles et les premières maternelles ont, grâce aux efforts consentis, eu assez de places à offrir pour accueillir tous les enfants, mais les classes de 2e et 3e maternelle sont fort surpeuplées, même sans tenir compte du passage de ces enfants de la première maternelle vers les classes maternelles supérieures. Au niveau des quartiers, la situation est, encore une fois, très contrastée puisque certains quartiers souffrent d’une pénurie grave pour toutes les classes maternelles. Le problème est en train de se décaler lentement vers l’enseignement primaire car les jeunes enfants grandissent. Les nouveaux parcs de quartier et les investissements effectués dans les parcs de quartier existants ont donné une impulsion au niveau des espaces verts à vocation récréative. Le besoin en espaces verts supplémentaires au niveau des logements et des quartiers reste plus prononcé dans le centre-ville. Les parcs y atteignent leur limite de saturation, la superficie étant trop faible par rapport au nombre d’habitants. Il y a une pénurie absolue de petites infrastructures sportives dans les quartiers de la ceinture du 19e siècle. Le taux d’occupation des grandes infrastructures de sport et des piscines reste très élevé, à tel point même qu’il n’est pas possible de donner suite à toutes les demandes. L’offre actuelle de médecins, de cabinets de groupe et de centres médicaux de quartier n’est suffisante que sur papier. D’un point de vue géographique, le médecin est suffisamment accessible pour le Gantois : 93 % des habitants habitent à moins de 1 km d’un cabinet médical. Mais il y a des problèmes dans certains quartiers (surtout ceux où vivent des groupes précarisés). À la lumière du vieillissement et de la vague de départs à la retraite qui se fait aussi sentir chez les médecins, il y a un risque sérieux d’être confronté dans les prochaines années à une pénurie de médecins. Autre problème très significatif : de tous les centres urbains, Gand est celui qui doit traiter le plus de déchets sauvages et de décharges clandestines et le phénomène est en nette augmentation ces dernières années. Nombreuses fonctions présentes dans la ville Anvers et Gand représentent à elles deux presque un sixième du total des emplois en Région flamande. La structure économique de Gand est déterminée en grande partie par l’activité portuaire. Par rapport aux autres villes, Gand a relativement peu de services commerciaux et ceux qu’elle a sont en grande partie centrés sur l’industrie. L’emploi est une fonction cruciale dans une ville. Il faut une large base de personnes actives pour vitaliser le tissu urbain. L’entrepreneuriat et l’innovation constituent des leviers importants à cet égard. L’entrepreneuriat est un point qui peut être amélioré à Gand : les taux d’entreprises y progressent moins vite que la moyenne flamande. Il faut aussi que les entrepreneurs deviennent des employeurs. Gand abrite pourtant un grand nombre d’entreprises innovantes. D’une manière générale, l’on assiste à Gand à une croissance du nombre d’emplois . Mais comme la population en âge de travailler augmente encore plus, le taux d’emploi progresse moins que la moyenne flamande.
118
Outre le logement et le travail, il y a aussi l’aspect « récréatif » : les loisirs, le sport, la culture, le tourisme, les magasins… Les gens ne veulent pas habiter à Gand juste pour le plaisir d’y habiter. De même, les gens ne veulent pas ou ne viennent pas habiter à Gand juste pour le travail. La troisième fonction, la fonction récréative, suppose entre autres suffisamment d’espace et d’infrastructures. La superficie des zones naturelles et forestières a toutefois diminué depuis 1999 malgré le décret et les plans de gestion. Comme la moitié des bois, parcs et jardins gantois ne sont pas situés en zone d’espace vert, il s’impose de prévoir un cadre juridique de protection. L’offre culturelle est vaste et diversifiée. Gand est championne des événements culturels, ce qui se reflète dans la satisfaction affichée par les Gantois. Sur le plan de l’aménagement du territoire, Gand possède une structure principale fixe : un vaste paysage urbain à la périphérie duquel un habitat plus dispersé débouche sur une zone plus ouverte avec les vallées creusées par des rivières et un paysage de villages-rues au nord ainsi qu’un paysage portuaire. Parmi les autres éléments fixes, citons les chaussées, les autoroutes, les voies hydrauliques, le réseau ferroviaire. C’est à cet endroit que plusieurs centaines de milliers de personnes veulent habiter, aller à l’école, travailler, passer leurs loisirs et vivre. Tout doit être plus compact. La réponse à ce défi est une densification intelligente combinée à l’audace de ‘faire‘ plus grand. Le terme « densification » évoque l’idée de « plus proche les uns des autres », avec des espaces intermédiaires affectés à la verdure et à la nature. La « densification intelligente » privilégie l’équilibre entre les aspects économique, social et écologique. Ce principe de densification durable doit devenir le fil conducteur des projets de rénovation urbaine, mais aussi du développement de la ville dans son ensemble. La combinaison de ces fonctions et la tendance à la compactisation passent par la multifonctionnalité des immeubles et des lieux. À cela s’ajoutent une mobilité accrue liée des navetteurs et des habitants ainsi que la mobilité volontaire, le tout devant fonctionner comme un système de guidage efficace dans cette ville compacte. L’agglomération gantoise, la conurbation entre la ville de Gand et plusieurs communes voisines, est une réalité sous-tendue par la constatation que les habitants habitent, travaillent, font leurs courses et passent leurs loisirs dans plusieurs parties de cette agglomération et se déplacent abondamment au sein de celle-ci dans leur quotidien. Le futur plan politique flamand consacré à la gestion de l’espace tient également compte de la croissance urbaine et se base, pour les villes, sur une réalité de ville-région. Sur le plan administratif, cela nécessite une collaboration interurbaine (structurelle) ainsi que des réseaux locaux. La perspective planologique laisse aussi entrevoir que la limite administrative des villes défie parfois la logique. Le monde demande des comptes. La question du climat a beau être une thématique mondiale, elle demande aussi des réponses à l’échelon local. L’épuisement des combustibles fossiles et le changement climatique placent aussi la ville de Gand devant des choix, avec pour fil conducteur la limitation des émissions de CO2. La sidérurgie et la métallurgie représentent ensemble 63 % des émissions de CO2 (chiffres de 2009), tandis que les entreprises 15 %. La production d’énergie et les ménages représentent chacun 6 %. Pour atteindre les objectifs fixés par l’Europe, il faut accélérer la réduction des émissions de CO2. La crise du crédit, suivie de la crise de la zone euro, est une autre donnée mondiale dont les effets se font ressentir au niveau local. L’économie gantoise n’y échappe pas puisque les entreprises de la zone portuaire déploient pour la plupart leurs activités à l’échelon international. Ces deux facteurs d’environnement d’ampleur mondiale s’invitent dans la gestion des villes.
D2
Conclusion
119
Possibilités d’ascension sociale Derrière le Gantois, les quartiers, les étudiants, les chômeurs, les allochtones, le navetteur ou le citoyen, il y a des personnes. Les différences entre les personnes sont plus visibles en ville, ce qui fait de la diversité une caractéristique typiquement urbaine. Les différences, le fait de ne pas être le même, sont à l’origine de toutes sortes d’inégalités et Gand n’échappe pas à la règle. La conjonction et l’interaction complexe des inégalités risquent de générer plus de pauvreté, autre réalité propre aux villes. Homme/femme, jeune/vieux, isolé ou non, allochtone ou non Les isolés, les parents isolés, les minorités culturelles ethniques et les seniors sont exposés à un risque accru de pauvreté. Or, ce sont précisément les groupes de population (à l’exception du groupe des personnes âgées) qui sont davantage présents à Gand que dans le reste de la Flandre. Les statistiques belges montrent que l’inégalité entre les allochtones et les autochtones se fait ressentir dans les domaines de l’enseignement (ce fossé atteint un record absolu en Flandre par rapport au reste du monde occidental), du travail, du logement et de la santé. Inégalité dans l’enseignement Les différences sociales déteignent en Flandre sur le parcours scolaire des enfants. En effet, 15 % des enfants nés à Gand vivent dans une famille défavorisée (chiffres de 2009). Compte tenu en outre du rajeunissement démographique, le nombre d’enfants défavorisés aux portes de l’école ne fait qu’augmenter. Le nombre d’élèves qui sèchent les cours augmente dans tous les types d’enseignement et le record en la matière est détenu par l’enseignement secondaire professionnel. Le retard scolaire est important dans les écoles gantoises. Dès la cinquième primaire, plus d’un quart des élèves ont déjà un retard. L’on estime à un jeune Gantois sur sept le nombre de jeunes qui quittent l’école secondaire sans diplôme. Or le diplôme reste un sésame indispensable sur le marché du travail flamand focalisé sur les diplômes. Inégalité au niveau des revenus Gand connaît un taux de chômage élevé (même si l’écart avec la moyenne en Flandre diminue). Le taux d’emploi et le taux d’activité baissent de manière préoccupante, ce qui veut dire que la part des non-actifs et des chômeurs nondemandeurs d’emploi au sein de la tranche d’âge des 15-64 ans est en constante augmentation. L’inactivité et le chômage entraînent un risque accru de pauvreté et d’exclusion sociale. L’emploi, le chômage, l’aide sociale, le revenu d’intégration sociale et le minimum de moyens d’existence sont inégalement distribués à Gand, en raison des caractéristiques démographiques ou du niveau de formation. Inégalité en matière de santé L’espérance de vie, la santé, le mode de vie et l’accès aux soins sont étroitement liés au niveau de formation et au revenu. À Gand, les personnes âgées, les bas salaires et les chômeurs sont plus souvent confrontés à des problèmes de santé. Un diplôme plus élevé, un revenu et un emploi stable vont de pair avec un meilleur niveau de bien-être. Il y a aussi un lien entre l’évaluation positive de la viabilité du quartier et un bon état de santé (tant physique que psychique). Inégalité entre locataires et propriétaires Le risque de sombrer dans la pauvreté varie en Belgique selon que l’on est locataire ou propriétaire : pour les locataires, le risque de pauvreté est de 28 % tandis qu’il n’est que de 10 % pour les propriétaires. Le marché locatif représente une partie relativement importante du marché gantois (47 % de l’ensemble du marché du logement à Gand). Il est de plus en plus coûteux de se loger. Ce phénomène est généralisé en Flandre, mais Gand a en plus rattrapé son retard au niveau des prix, ce qui fait que le problème des logements impayables se fait sentir avec plus d’acuité que dans bon
120
nombre d’autres villes flamandes. Il est à noter que la hausse de prix la plus forte se situe dans la catégorie des logements les moins chers. Les inégalités se traduisent sur le plan géographique Les quartiers gantois ont chacun leurs propres spécificités, ce qui se remarque au niveau du taux de construction, des caractéristiques démographiques, des statistiques de revenus et du taux de chômage. Certains quartiers cumulent plusieurs handicaps. Les quartiers de la ceinture du 19e-siècle sont densément peuplés, ont un habitat dense, abritent un nombre relativement grand de minorités culturelles ethniques et affichent un revenu inférieur au revenu moyen à Gand. La périphérie de la ville se caractérise par un habitat et une population moins denses, la présence de relativement peu de minorités culturelles ethniques et un revenu plus élevé. À la recherche de points de départ pour favoriser l’ascension sociale Le défi pour la ville consiste à faciliter le progrès social individuel, l’ « ascension sociale ». Parmi les points de départ sur lesquels devraient se concentrer l’innovation sociale et la politique sociale, citons par exemple l’accueil de la petite enfance, l’absentéisme scolaire, le décrochage scolaire avec à la clé des jeunes non qualifiés, l’activation sociale et l’intégration (de proximité) en général. À cela s’ajoutent encore la difficulté de trouver un logement à un prix abordable et l’accès aux soins de santé. De plus, l’accent doit être mis sur certains quartiers spécifiques qui sont à considérer comme des zones de transit offrant des possibilités d’ascension sociale, plutôt que comme des quartiers à problèmes. Une synergie poussée entre les politiques sociale et économique est un défi à ce niveau.
Recherche ciment pour cohésion sociale L’infrastructure sociale relie les personnes les unes avec les autres. Toute la question est de savoir de quoi se compose le « ciment social », quand et comment l’utiliser pour obtenir une cohésion optimale et quand le pouvoir liant augmente ou diminue, partant du principe qu’il y a une certaine malléabilité en la matière. Selon les théoriciens, cette structure douce est en train de se transformer. Surtout dans les villes, la base de la cohésion sociale n’est plus un « socle de normes et de valeurs partagées ». La tendance générale à l’individualisation, la diversité (ethnique) croissante et l’injustice sociale provoquent une désagrégation progressive de ces normes et valeurs partagées. Bien que le phénomène soit difficile à chiffrer, la cohésion sociale ne semble pas disparaître. Les villes doivent littéralement réapprendre à penser à la première personne du pluriel. En ce qui concerne le cas spécifique de Gand et compte tenu de la dichotomie précitée entre la « ceinture du 19e siècle » et la « périphérie gantoise », ce nouveau ciment sera nécessaire avant tout aux endroits où la diversité est la plus grande, c’est-à-dire dans les quartiers de la ceinture du 19e siècle. La nouvelle unité de base que l’on pourrait trouver est le « lieu » : il n’est alors plus nécessaire que les gens aient quelque chose en commun pour développer un projet commun ou une forme de solidarité. Il suffit qu’ils partagent un lieu qui peut être l’endroit où ils habitent ou encore un endroit qu’ils utilisent. Le ‘lieu’ est l’endroit où a lieu la ‘rencontre’ : au travail, aux portes de l’école, dans la rue … La participation à la vie culturelle et sportive gantoise offre une piste de réflexion. L’on voit apparaître des ‘initiatives d’un genre nouveau’ qui sont organisées en dehors du contexte des clubs et qui ne sont donc pas couvertes par les chiffres généraux de participation. Les initiatives de quartier sont une autre tendance qui a le vent en poupe et ce que l’on constate à Gand, ce n’est pas désengagement (volontaire) des Gantois dans la vie de leur quartier, mais plutôt un glissement par rapport au type d’engagement : les gens participent à des projets éphémères en rapport avec leur cadre de vie. Une recherche menée en Flandre confirme cette tendance : l’intérêt pour les grands projets va diminuant. Le point positif, c’est qu’il y a une marge de progression au niveau des quartiers : les Gantois affirment même souhaiter davantage de contacts avec leurs voisins. Qui
D2
Conclusion
121
plus est, la perception de base de la sécurité à Gand est un élément fondateur sur lequel viennent se greffer des notions de confiance : les Gantois considèrent en général leur ville comme une ville sûre, même si les chiffres sont loin de montrer une baisse du nombre de victimes, par exemple.
Grandir et unir C’est ici que la ‘croissance de la ville’, fondée sur les notions de densification intelligente et de multifonctionnalité des bâtiments, rejoint le ‘lieu’. La perspective très locale d’un quartier est le ‘ciment’ qui unit les gens et (re)donne forme à la structure de cohésion sociale douce. Si l’on obtient des résultats en installant, au goutte-à-goutte, mais de manière mûrement réfléchie, des structures sociales fortes dans un quartier, celle-ci peuvent constituer, avec les équipements de base du quartier, un levier permettant la mobilité sociale d’un grand groupe d’individus. Au-delà de ce niveau micro, on voit au niveau macro que l’urbanisation dépasse les limites de la ville. L’on distingue aussi les variations économiques conjoncturelles et leur impact incertain, les flux migratoires intraeuropéens pas toujours prévisibles et l’appel mondial à la neutralité climatique.
« ’t Stad Gent » à Gand C’est dans ce contexte que l’organisation ‘Stad Gent’ opère, guidée par une démarche de bon père de famille. En tant qu’administration locale, l’organisation est confrontée à la complexité inter-administrations, combinée à un contexte administratif changeant et, partant, des attentes variables de la part des autres niveaux administratifs (supérieurs). Au niveau de la Flandre (notamment la réforme institutionnelle interne, le décret sur les charges de la planification, le décret communal, la réforme du fonds des communes), au niveau fédéral (sixième réforme de l’État), au niveau de l’Europe (partenariats et réseaux, mais aussi décisions européennes), mais aussi au niveau de la société civile (avec le choix entre un rôle d’acteur ou de réalisateur), on compte sur le niveau local pour mettre en œuvre, coordonner, réaliser et agir. En même temps, ce qui précède montre qu’il faut des points de départ pour avoir prise sur la discordance entre l’échelon administratif et l’échelon social. Plus encore qu’aux autres niveaux administratifs, le niveau de la ville travaille d’une manière (plus) directe avec et pour les gens : il faut éviter de perdre cette perspective de vue à force de trop être axé sur l’organisation interne. Le Gantois demande une administration accessible et efficace et veut pouvoir choisir luimême, s’il le souhaite, son canal de communication avec la ville, aux moments qui lui conviennent. Pour la ville de Gand en tant qu’organisation, cela signifie qu’il faut privilégier l’information et la participation dans un environnement en mutation où le numérique prend de plus en plus d’importance. Une expérimentation permanente s’impose. La complexité interadministrations et la proximité de l’administration ne sont pas les seuls défis à relever. La crise financière a radicalement modifié la donne ces dernières années. Les pouvoirs locaux n’ont aucune prise ou seulement une prise limitée sur toute une série de risques du côté des recettes. Les changements structurels que l’on prévoit d’apporter aux critères de répartition du Fonds des communes (qui représente 37 % des recettes de la ville de Gand) sont porteurs de risques. De plus, le vieillissement démographique peut conduire à une diminution des recettes liées aux centimes additionnels à l’impôt sur le revenu. La mise en œuvre de l’accord papillon peut aussi avoir une incidence sur les recettes fiscales par le biais des centimes additionnels. La ville de Gand affiche pour l’instant une dette saine, mais la hausse des charges d’intérêt se fait sentir. L’inflation a aussi des effets considérables sur les dépenses, tels que l’augmentation des frais de personnel. La mesure dans laquelle la ville assume un rôle directeur et la manière de le faire auront aussi une importance cruciale pour le maintien de l’équilibre financier.
122
Les évolutions qui se font jour dans l’effectif des travailleurs (vieillissement) auront non seulement un impact financier (charge des pensions), mais elles poseront aussi à la ville de Gand des défis à relever dans le domaine de la politique du personnel, par exemple l’accroissement de l’accompagnement individuel. Reste aussi à savoir comment la ville parviendra, en tant qu’employeur, à mieux refléter la diversité de la population dans le personnel qu’elle emploie et comment la ville peut être un employeur plus attrayant sur un marché du travail concurrentiel, compte tenu des prévisions de contraction de l’offre de main d’œuvre dans le futur. Bref, les évolutions décrites ci-dessus soulèvent des questions qui contraignent les autorités locales à recourir à une planification stratégique pluriannuelle solide, fondée sur des choix très clairs. Le décret communal et plus précisément l’arrêté ministériel relatif au cycle de politique et de gestion (‘BBC’) pour les communes, les provinces et les CPAS (entrant en vigueur en 2014) créent le cadre d’un changement dans la culture administrative. L’on commencera par définir les objectifs de la politique et c’est seulement ensuite que ces objectifs seront traduits en termes opérationnels et financiers. Sur le plan stratégique, la planification sera davantage axée sur une politique transversale au niveau des domaines politiques et même par-delà les limites d’une législature. Sur le plan financier, chaque dépense se fera en fonction de la somme correspondante budgétisée. Gand joue un rôle de précurseur dans le domaine de la planification stratégique puisqu’elle travaille depuis la mandature précédente avec un plan de gestion stratégique pluriannuelle (Gent 2020). Il n’en demeure pas moins que même pour la ville de Gand, ce sera un défi d’abandonner une réflexion sectorielle au profit d’une approche transversale pour la réalisation d’objectifs stratégiques à l’échelle de la ville. « Faire plus avec moins » est un adage qui résume bien la situation pour les années à venir. Il sera indispensable de faire des choix et de fixer des priorités. Choisir résolument d’assumer un rôle de réalisateur impliquerait d’avoir des partenaires et des mandats, des accords et des trajets dans un processus de co-création avec notamment les organisations citoyennes, les entreprises, la société civile, les institutions de connaissances et les communes voisines; en vue de la réalisation d’objectifs communs, des moyens humains et financiers seront réunis pour avancer de dix pas tous ensemble, plutôt que d’un pas chacun de son côté. Un équilibre financier et une transparence financière avec l’ensemble des partenaires serait nécessaire à cet égard; il faut aussi compléter les effectifs disponibles par d’autres profils de fonctions. Une réflexion urbaine transversale pourrait aussi être installée bien au-delà des limites (organisationnelles) de la ville, conformément aux véritables principes de durabilité sociale, économique, planologique et écologique. Cette réflexion basée sur la connaissance, l’innovation et la créativité qui fera la part belle à la communication et à la participation et qui aura pour but de trouver comment traduire un thème mondial comme la durabilité dans la gestion administrative.
D2
Conclusion
123
Conclusion Ghent is growing More Ghent citizens Between 1999 and 2011 the number of Ghent citizens grew by 10%. Forecasts predict that this percentage will increase further, to 15%, by 2018. Ghent has a young population. When compared against the Flemish population pyramid, there are greater numbers of people in their twenties and thirties and young children living in Ghent. Ghent is being further rejuvenated, primarily due to the number of births, which has increased by 38% since 1999, and this growth is set to continue. Obviously, this phenomenon will carry through in the years to come, when the children reach preschool and primary school age. The 65+ age group in Ghent is increasing in size as well. Proportionally, though, there is no increase in the older population in contrast to Flanders as a whole: this ageing is expected in Ghent from 2017 onwards. Ghent is also changing colour, towards a more diverse ethno-cultural composition: over the past ten years (2001-2011) this share has increased from 12% to 18.8%. The largest group is still of Turkish origin, with a high number of arrivals of new EU citizens in recent times, especially of Bulgarian and Slovakian origin.
Ghent - not just for the Ghent citizens Because not every working Gentenaar actually works in Ghent and because Ghent also employs non-Ghent citizens, there is a lot of commuter traffic. Ghent has a high number of incoming commuters (approx. 94,000 in 2009) and a low number of outgoing commuters (approx. 39,000 in 2009). Ghent’s pivotal urban role in terms of ‘work’ results in this flow of extra people who are in the city on a daily basis. This pivotal urban role is also clear in terms of education: for every 100 Ghent youngsters of school age, 63 of them come to school from outside the city to attend a Ghent secondary school (2010-2011). Add to that at least 67,000 students (2010-2011) and a growing stream of tourists – who accounted for 850,000 overnight stays in 2011 – and you can conclude that Ghent is not just for the Ghent citizens. Culture is also a magnet: stage productions in cultural cities such as Ghent, Antwerp and Brussels draw the public from a wider region, compared to the productions in the other municipalities. Ghent also has a pivotal urban role in terms of social housing: the proportion of social housing in the city is three times as high as in the surrounding suburban areas (2004-2010). Ghent’s image survey confirms that it is not only Ghent citizens who love Ghent. Businesses and non-Ghent citizens alike primarily associate this compact city with ‘knowledge and innovation’, ‘(the atmosphere of) urban living’ and ‘culture’.
Whilst the city boundaries aren’t shifting… Urban exodus A typical aspect of a student city is the influx of people in their twenties: relocation mobility in Ghent is highest among this group. People in their twenties are at a stage in their lives where a number of major events take place: they leave the parental home to go and live on their own, they have finished their studies and have started their first job, they are getting married or starting to cohabit. The Belgian young families index shows that Ghent appeals more to young families than Flanders in general, but people in their thirties (whether or not they have young children) move house or relocate in large numbers. If their family circumstances change because their family expands or they divorce, their housing needs also change. For that reason, the only conclusion can be that Ghent is able to keep some families, whilst acting as a transit zone for others. Ghent ‘loses’ these young families mainly to the surrounding municipalities. The question is whether, in the light of an urbanisation beyond the administrative city
124
boundaries, relocation to the surrounding municipalities can be regarded as an ‘urban exodus’. Due to demographic growth and a housing supply that is failing to grow at the same pace, it seems just as likely that the ‘exodus’ is actually the expansion of the ‘conurbation’. Housing amenities and infrastructure A number of irreversible developments intertwine in the city. Increasing numbers of people are living there, combined with the interplay of living, working, recreation and mobility. All this has a major impact on space. There is more movement within the same space and urbanisation does not stop at the city boundaries. Housing As Belgium’s oldest industrial city Ghent has an old, relatively low-quality housing stock in the 19th-century belt. This has a positive aspect in that Ghent (which is much smaller than Antwerp or Brussels) feels the effects of one or more projects on its housing market immediately. Demand (from the growing number of families) and supply (with an increasing number of houses) remain unbalanced. In the period from 2002-2010 the number of families increased by 9,673 and the building of 8,500 extra homes was permitted. The building of social housing in Ghent (and Antwerp) is the best developed in Belgium, both in terms of share and number of available properties per 100 households. Yet the sector is still battling various sticking points, such as the slow throughput time of building and renovation projects and old patrimony. Despite plenty of supply, demand continues to outstrip it. At the end of 2011 there were 7,892 prospective tenant files. Both the increasing housing density (“apartmentisation” is ever increasing) and the increasing population density are indications of the intensified use of space. Typical of Ghent is the trend whereby students occupy an estimated 2,800 single-family dwellings. The Ghent housing study revealed that between 2007 and 2017 around 6,600 to 8,500 additional properties will be needed. The pressure on space for housing remains. Mobility Population growth in Ghent also increases travel behaviour, with the car accounting for the lion’s share. Despite lower levels of car ownership in the city centre, it is precisely there – and in the 19th century belt – where residents complain about the difficult parking situation. The capacity of the infrastructure is being exceeded in a number of places, leading to problems with road traffic safety and bearable traffic conditions. Of all the Flemish city centres Ghent, together with Kortrijk and Hasselt, has the highest proportion of road traffic casualties. The quality of the roads, footpaths and cycle paths is not ideal, and calls for an overhaul. The allure of Ghent as a city for cyclists seems to be mainly down to the students and commuters. Ghent citizens themselves, on average, use their bikes to get around no more than residents of other similar cities. There is an extensive public transport network in Ghent, providing good coverage within the area. Problems remain with availability and a free flow of transport: a number of essential links in the public transport network are missing, as is a fullyfledged P+R infrastructure. Basic amenities and the neighbourhoods Housing quality is not just to do with sufficient available properties and bearable traffic conditions. Preschool childcare, for example, expanded from 3,186 places in 2006 to 4,331 places in 2011. Although there was progress in the coverage, from 38% to 45% (the European minimum standard is 33%), this still falls well short of the Flemish demand estimated to be 62%. Not every neighbourhood comes up to the European minimum standard. Preschool and primary education in Ghent also has a capacity problem. In the 20122013 academic year the pre-preschool [at age 2 and a half] and 1st year [at age 3]
D2
Conclusion
125
preschool classes had enough places for every child, but the 2nd and 3rd preschool classes [at ages 4 and 5] were clearly overfull. At a neighbourhood level the picture, once again, is very divergent, with some areas battling an acute shortage for every preschool class. This problem is slowly shifting into primary education. The new community parks and investments in existing ones have created an impetus in recreational green space. The need for extra residential and neighbourhood green spaces remains at its most acute in the inner city. The parks there have reached their limits: the area is too small for the number of local inhabitants. There is an absolute shortage in terms of small-scale sport infrastructure in areas in the 19th-century belt. Occupancy levels at large sporting and swimming venues remain very high; it is impossible to meet demand. The current supply of doctors, group practices and community health centres is only sufficient in theory. From a geographical point of view, Ghent citizens have adequate access to a GP: 93% of residents live less than 1 km from a general practice. But in certain areas (particularly those with vulnerable groups) there are still problems. In the light of the ageing population and the retirement wave that is also making its presence felt among doctors, a shortage threatens in the future. Of a different nature but still telling, is the finding that of all the city centres, Ghent has to deal with the most street litter. There has been a noticeable rise over the past few years. The numerous functions of a city Antwerp and Ghent together account for almost a sixth of all jobs in the Flemish Region. The port strongly governs the tone of economic structure in Ghent. Compared to other cities, Ghent has relatively few commercial services, a major proportion of which is focused on industry. Work has a crucial function in any city. A broad base of workers is needed to keep the urban fabric strong. Entrepreneurship and innovation are major driving forces in this regard. In Ghent, entrepreneurship is a point for improvement: rates of entrepreneurship in Ghent are rising less quickly than the Flemish average. Entrepreneurs becoming employers is equally important. Ghent is a city with a lot of innovative businesses and the number of jobs is on the rise. But because the population of a professionally active age is growing even more strongly, the job rate is rising less rapidly than the Flemish average. After living and working comes ‘recreation’: leisure time, sport, culture, tourism, shopping, etc. Not everyone will continue to live in Ghent if all they do is live there. Not everyone will live in Ghent, or choose to move there, if all they do is work there. This third function assumes, among other things, sufficient space and infrastructure. However, the area given over to nature and woodland has fallen since 1999 despite the decree framework and policy plans. Because half the Ghent woods, parks and gardens are not in a green zoning area, a protective legislative framework is needed. The cultural offering is extensive and diverse. Ghent is a front runner in cultural events, which is reflected in the feeling of satisfaction among Ghent citizens. Ghent has an established spatial main structure: a sprawling urban landscape which extends, via detached housing on the outskirts, to a more open area with river valleys and the street village landscape in the north, and a port landscape. In between the roads, motorways, waterways and railways live several hundred thousand people, who choose to live there, go to school, work, spend (leisure) time, and enjoy life. All this demands a more compact approach. The answer lies in being clever with high density housing and daring to ‘go’ further. ‘Going high density’ describes the process of being ‘closer together’, with space in between for greenery and nature. ‘Being clever with high density housing’ gives paramount importance to the balance between economic, social and ecological aspects. This sustainable principle of going high density needs to be embedded in the urban renewal projects, as well as in the entire urban development strategy. The combination of these functions and housing becoming more compact also calls for multi-functionality of buildings and spaces. Through it flows the increased commuter, residential and voluntary mobility, which must function as a smooth conduction system in this compact city.
126
The Ghent agglomeration, the amalgamation of Ghent and a number of municipalities, stems from the finding that the residents live, work, shop and spend their leisure time in various parts of the agglomeration and, in their daily lives, often travel within it. The Flemish policy makers take growth into account and assume an urban-regional reality for the cities. City limits lost their role as strict boundaries. This forces the current city management to develop far reaching networks and structural inter-urban cooperation . … the world is at your feet. The climate theme may well be a global issue, but it also demands answers at a local level. For example, the exhausting of fossil fuels and climate change also presents Ghent with choices. Limiting CO2 emissions is the key here. The iron and steel industries accounted for 63% of CO2 emissions in 2009, businesses for 15%. Energy production and households were each responsible for 6%. In order to meet European targets an acceleration is needed in the reduction of CO2 emissions. The credit crisis, followed by the euro crisis, is another global fact with a local effect, even for the economy of Ghent, which driven by the Port of Ghent operates internationally to a large extent. Both ‘worldwide’ environmental factors are knocking on the doors of cities.
Making people grow Hiding behind the Gentenaar, the neighbourhood, the student, the unemployed, the immigrant, the commuter or the citizen are individuals. The differences between individuals are more marked in the city, which makes diversity an urban characteristic. Differences – the fact of not being alike – also push different types of inequality to the fore in Ghent. The complex mixture of inequalities may lead to poverty – yet another urban reality. Male/female, young/old, single or attached, immigrant or not Single persons, single parents, ethno-cultural minorities and the elderly are at increased risk of poverty. It is precisely these population groups (with the exception of the elderly) which, in comparison to Flanders as a whole, have a stronger presence in Ghent. Belgian figures show that inequality between immigrants and the indigenous population is making itself felt in education (in Flanders this gap is larger than anywhere else in the Western world), work, housing and health. Inequality of education Social differences persist throughout the Flemish school career. 15% of the children born in Ghent live in an underprivileged family (2009). Combined with a demographic which is getting younger, the number of underprivileged children at the school gates is simply increasing. Truancy is on the rise. The number of schoolchildren falling behind is at a high level in Ghent schools. By the time they get to their fifth year of learning, roughly a quarter of pupils are behind. It is estimated that one in seven youngsters in Ghent leaves school without a diploma of secondary education in their pocket. A diploma is still your entry ticket to the diploma-centric Flemish labour market. Inequality of income Ghent has a high level of unemployment (although the difference with Flanders is shrinking). On top of that the proportion of those out of work and not seeking employment in the age group between 15 and 64 is ever-increasing. Inactivity and unemployment imply an increased risk of poverty and social exclusion. Unemployment and social security benefits are also distributed unequally in Ghent, linked to demographic characteristics or level of education. Inequality of health Life expectancy, health, lifestyle and access to care are strongly linked to level of education and income. In Ghent the elderly, those in lower income groups and the unemployed are more likely to experience health problems.
D2
Conclusion
127
A higher diploma, an income and a permanent job are linked to higher wellbeing. There is also a link between the positive assessment of the viability of the neighbourhood and good health (both physical and mental). Inequality between tenants-owners The risk of poverty in Belgium differs markedly depending on whether you are a tenant or a property owner: for tenants this risk is 28%, for property owners 10%. Ghent has a relatively large rental market (47% of the overall housing market in Ghent). Housing is becoming increasingly expensive. This is a Flemish phenomenon. Ghent seemed to be immune to these price increases until recently. The gap is rapidly closing, leading to problems of unaffordable housing being felt more keenly than in many other cities. The price increase has been most dramatic in the lower-priced categories of housing. Inequalities translate geographically Each neighbourhood of Ghent has its own identity. The neighbourhoods differ in terms of how built-up they are, in population characteristics, income or unemployment rate. A number of them show an accumulation of these problems. The 19th-century belt neighbourhoods are heavily populated and built-up, with relatively high numbers of ethno-cultural minorities and an income below that of the Ghent median. The outskirts are less heavily built-up and the population is less dense, with relatively few ethno-cultural minorities and higher income. On the search for starting points to make people grow The challenge for the city lies in facilitating individual social progress – ‘social mobility’. Examples of starting points for social innovation and social policy would be childcare, truants, unqualified school leavers, social activation and (neighbourhood) integration in general, linked to affordable housing and healthcare, with the focus on specific areas that are regarded as transit zones – where social mobility is possible – rather than as problem areas. A far-reaching bond between social and economic policy is a challenge at this level.
Looking for the glue to bond people together Social infrastructure bonds people. The question is, what is this glue made of, how and when do you use it to get the best ‘adhesive’ effect and how does the bonding strength weaken and then get stronger again, assuming that any repair is possible? The theoreticians indicate that this soft structure is undergoing transformation. In cities particularly, ‘shared standards and values’ no longer form the basis of social cohesion. A general tendency towards individualisation, growing (ethnic) diversity and increasing social injustice gradually undermine these shared standards and values. Although it is difficult to quantify, social cohesion seems not to disappear but to evolve. The ‘Us’ mentality in cities needs to be reinvented, as it were. Translated to Ghent, and mindful of the previously-outlined split between the ‘19th-century belt’ and the outskirts of the ‘Ghent Rand’, this new glue is needed in the first instance where diversity is at its greatest: in the 19th-century belt neighbourhoods. The new basis for this might be found in ‘place’: people no longer need anything in common in order to develop a common project or solidarity, except the place where they live or that they use. ‘Place’ is the spot where ‘meeting’ happens, in the workplace, at the school gates, in the street, etc. Taking part in culture and sport in Ghent offers one approach to this. There, one finds ‘new-style initiatives’ being organised outside the clubs, which are not included in the regular participation figures. Neighbourhood initiatives are also on the rise in Ghent. The commitment (voluntary or otherwise) from Ghent citizens in their neighbourhood remains strong, but shifts towards a new type of commitment: short projects, focusing on the immediate living environment. Research in Flanders confirms this tendency: there is less and less need for big gestures.
128
The commitment at the neighbourhood level still shows some growth margin: Ghent citizens state that they need more contact with their neighbours. The basic perception of safety in Ghent works as a foundation on which notions of trust can germinate. Generally, the inhabitants perceive Ghent as a safe city, even though figures certainly show no falling trend in the number of victims, for example.
Growing and bonding It is here that the ‘growth of the city’ – being clever with high density housing, and the multi-functionality of buildings – comes together with ‘place’. The very local perspective of an area or neighbourhood is the ‘glue’ that bonds people and the soft social interconnection structure takes shape or is reshaped. Small but strong social structures in a neighbourhood could be encouraged little by little, in a well-conceived manner. These structures can – together with the basic amenities in the area – be a driving force to facilitate social mobility for a larger group of people. Beyond this micro-level, urbanisation unfolds beyond the city boundaries, transcending economic cyclical fluctuations and their uncertain outcome, beyond intra-European migration streams – which are not always predictable – and the global call for climate neutrality.
City administration In the midst of all these evolutions, the ‘City of Ghent’ (as an organisation) steers a middle course with its intentions of good administration. As the local administrator, the organisation faces inter-administrative complexity, combined with a shifting administrative context and, associated with that, changing expectations from other (higher) administrative levels. Flanders (inter alia internal state reform, the Planlastendecreet [planning charges decree], the Gemeentedecreet [decree on local government organisation and financial management], reform of the Gemeentefonds [budget for municipalities]), the federal level (sixth state reform), Europe (European regulation, partnerships and networks), and also the social and political interest groups and organisations (with the choice between role of actor or role of director) are reaching out to the local level, to implement, coordinate, direct and act. At the same time, what went before indicates that stepping stones are needed, to get a grip of the mismatch between administrative and social scales. More so than in other administrative layers, at city level work takes place in a direct, or more direct, way with and for the people. Being too focused on internal organisation could diminish this general feeling of proximity. Ghent citizens expect an accessible and efficient local authority and will choose their own channel for communicating with the city, at times to suit them. For the City of Ghent as an organisation this means informing and participating, in a changing environment of digitalisation, and therefore continued experimentation. It is not only inter-administrative complexity and the proximity of the administration that present challenges. The financial crisis has thoroughly shuffled the pack in recent years. Local governments have little or no impact on a number of risks as far as receipts are concerned. The planned structural changes to the Gemeentefonds distribution criteria (which accounts for 37% of the receipts for the City of Ghent) entail risks. Alongside this, an ageing demographic may lead to a drop in income from supplementary personal income tax. The effect of the Vlinderakkoord (the federal Butterfly Agreement) may also have an influence on the level of tax receipts. At the moment, the City of Ghent still has a healthy debt position, but the increasing loan burden is making itself felt. Inflation also has significant consequences for expenditure, particularly through the increase in staff costs. The extent to which, and the way in which the directorial role is adopted, will also be crucial to maintaining financial equilibrium.
D2
Conclusion
129
The increasing average age of the employees will not only have a financial impact (pension costs), but will also create challenges for the city administration in the area of staffing policy e.g. increasing individual supervision. Moreover, this raises the question of how the City as an employer can better reflect the diversity in its employee base and how the City can be an attractive employer in a competitive labour market, mindful that the number of potential job seekers is expected to fall in the future. In brief, the evolutions outlined above raise issues that compel local government to make sound strategic multi-year planning, with clear choices. The Flemish government expects cities and municipalities to implement this strategic planning in 2014. Policy targets will be defined to begin with and only then will operational and financial translation follow. Strategically, planning is more focused on policymaking beyond policy fields and even legislative boundaries. Financially, budget administration is shifting from input to output. Ghent has adopted a front-runner role in strategic planning by already working with a strategic multi-year plan (Ghent 2020) in a previous administrative period. Nevertheless, for the City of Ghent the challenge remains: to swap sectoral thinking for a collateral commitment to the realisation of city-wide strategic targets. “Doing more with less” seems to be becoming the outline for the coming years. Making choices and setting priorities are unavoidable. For example, a far-reaching choice in favour of adopting the directorial role could imply partners and mandates, agreements and programmes in a process of co-creation, to include citizens’ organisations, businesses, social and political interest groups and organisations, knowledge institutions and neighbouring municipalities, with shared goals bringing together people and resources, in order that – together – they can go ten steps further than they each can go on their own. Transparent financial equilibrium with all partners is needed in this, along with attracting other job profiles in the employee base. Collateral urban thinking could also be put in place far beyond the city’s own (organisational) boundaries, in accordance with the true principles of sustainability – these being social, economic and spatial-ecological achieved via knowledge, innovation and creativity and with attention to communication and having a say – or how a global theme such as sustainability might also be translated administratively.
Actuele inzichten, betrouwbare cijfers, de tendenzen, juist geïnterpreteerd. DataAnalyse & GIS (Strategie en Coördinatie) ondersteunt het stadsbestuur en beleidsmakers met onderzoek, statistiek en advies en fungeert als aanspreekpunt voor cijfers en analyses over Gent.
Meer weten? www.gent.be/gentincijfers en www.gent.be/bestuur/cijfers en trends Data-Analyse & GIS: 09 266 53 22 of
[email protected]
ADDENDUM OMGEVINGSANALYSE Inspraak in het kader van de opmaak van het strategische meerjarenplan 2014-2019 Kader opmaak strategisch meerjarenplan Het BBC-besluit (25 juni 2010) voorziet dat de lokale besturen ten laatste op 15 januari 2014 hun strategische meerjarenplanning (digitaal) overmaken aan de Vlaamse overheid. Het planlastendecreet voorziet daarenboven dat het meerjarenplan voor een aantal sectorale decreten tevens geldt als subsidieaanvraag (lokaal jeugdbeleid, ontwikkelingssamenwerking, cultureel erfgoed, stedenfonds, sport,…). Het planlastendecreet stelt uitdrukkelijk dat deze sectorale decreten een bepaling moeten opnemen die de lokale besturen verplicht om aan te tonen dat lokale belanghebbenden en/of adviesraden “betrokken zijn geweest bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning” (art.6,4). De specificaties
in
de
sectorale
decreten
verschillen
hieromtrent
nogal
(zie:
http://www.bestuurszaken.be/veelgestelde-vragen-over-planlasten).
Opbouw inspraaktraject bij opmaak meerjarenplan Om de gedragenheid van het finale meerjarenplan te verhogen, werd echter vanuit de administratie in de loop van 2011 reeds een traject opgestart waarbij signalen uit verschillende sectoren werden verzameld in functie van de opmaak van het strategische meerjarenplan. Het zgn. Traject Nieuwe Legislatuur bundelde pro-actief aan de start van de opmaak van het plan verschillende parallelle sporen. Deze sporen bestonden o.a. uit volgende inspraaktrajecten: o
Inspraak burgers (via wijkdebatten en het Stadsdebat)
o
The Creative City Index – Charles Landry
o
Een consultatietraject van middenveldorganisaties
o
Evaluatie van de departementale plannen, projecten en programma’s
1
Het resultaat van de bovenstaande trajecten werd in de vorm van een nota neergeschreven. Deze nota, waarbij de verschillende signalen uit de inspraaktrajecten werden verwerkt, vormde de eerste stap in het strategische traject naar een meerjarenplan.
Na bekendmaking van het bestuursakkoord werd gestart met een doorgedreven strategische oefening binnen de organisatie om dit akkoord te kunnen vertalen in een meerjarenplan. Daarbij werden de grote krijtlijnen (beleidsdoelstellingen of strategische doelstellingen) uitgezet door het collegebestuur en deze werden, via een wisselwerking tussen beleid en administratie – en met inbreng van verschillende stakeholders en adviesraden – geoperationaliseerd.
Generiek inspraaktraject Het stadsbestuur heeft ervoor geopteerd de betrokkenheid van belanghebbenden en/of adviesraden niet te beperken tot het adviseren van het strategische meerjarenplan in functie van de goedkeuring door de gemeenteraad. In het voorjaar 2013 werd een traject aangeboden waarbij de adviesraden zich konden buigen over de door het college geformuleerde strategische doelstellingen waardoor de betrokkenheid bij de effectieve opmaak van het meerjarenplan werd beoogd. In functie hiervan werd(en) op 14 maart 2013 het ondersteunende stadspersoneel en/of de voorzitters van de adviesraden uitgenodigd voor een informatieve sessie (“train de trainer”) waarop het kader van de BBC (en de gevolgen voor het inspraaktraject) geduid werden, een methodiek voor de bespreking van de strategische doelstellingen voorgesteld werd en de strategische doelstellingen (welke adviesraad buigt zich over welke doelstellingen) verdeeld werden.
In de loop van de maanden maart en april (20/3 – 22/4/2013) sprak de algemene vergadering (in ruimere of beperktere setting) van de volgende adviesraden zich uit over de door hen zelf geselecteerde beleidsdoelstellingen (strategische doelstellingen): -
@rem
-
GECORO
-
Gezondheidsraad
-
Jeugdraad
-
MINA-raad
-
Minderhedenforum – changemakers in dialoog
-
Noord-zuid
-
Beleidsgroep Onderwijs Gent
-
Preventieraad
-
Stedelijke adviesraad personen met een handicap
2
-
Seniorenraad
-
Sportraad
-
Welzijnsoverleg Regio Gent
-
Woonraad
Doorgaans werden een vier- à vijftal beleidsdoelstellingen geselecteerd waarvoor de gekoppelde actiepunten uit het bestuursakkoord werden gepriotiseerd. O.a. de GECORO heeft de oefening uitgebreider aangepakt en heeft zich niet enkel beperkt tot de beleidsdoelstellingen onder de hoofdstrategische doelstelling 4
“Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle
Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten”. Vermits er ook een ruimtelijke link was met andere beleidsdoelstellingen heeft de GECORO ook voor die doelstellingen haar prioriteiten vastgelegd.1
Ter voorbereiding van deze inspraakoefening werd elke strategische doelstelling hiervan door het team Strategische Planning & Kwaliteitszorg gekoppeld aan de relevante actiepunten uit het bestuursakkoord. De adviesraden werd gevraagd een priotiseringsoefening te maken van de actiepunten uit het bestuursakkoord en de geselecteerde prioriteiten te motiveren waar relevant. Per geselecteerde doelstelling werd eveneens gepeild op welke manier de betrokken adviesraad (of vertegenwoordigde organisaties) zichzelf zag bijdragen tot de realisatie van deze doelstelling."
De resultaten werden via generieke formulieren teruggekoppeld aan Strategie & Coördinatie. Vervolgens werden de resultaten samengevat in één document dat in bijlage aan dit hoofdstuk wordt toegevoegd.2 De resultaten van deze priotiseringsoefeningen werden in het traject van opmaak van het strategische meerjarenplan verder meegenomen naar de departementale workshops tijdens dewelke de doelstellingen, zoals door het college geformuleerd, verder werden geoperationaliseerd.
Specifieke trajecten Het voorgestelde generieke traject was een aanbod van Strategie & Coördinatie aan de diensten van de Stad Gent met een adviesraad. Uiteraard waren deze diensten niet verplicht zich aan dit generieke traject te houden. Een aantal adviesraden hebben een heel sterke traditie in het werken aan beleidsplannen. In de twee voorbije legislaturen heeft het departement Cultuur & Sport bvb. gedurende een jaar met de volledige cultuursector gewerkt aan de opmaak van het cultuurbeleidsplan. Begin 2013 kreeg het departement dan ook veel vragen over wanneer daar opnieuw mee van start zou worden gegaan voor deze legislatuur. Gezien de nieuwe manier van 1 2
Zie bijlage 1 - Advies GECORO strategisch meerjarenplan Stad Gent Zie bijlage 3
3
werken – SMJP, BBC, geen apart uitgeschreven cultuurbeleidsplan meer – werden eerst twee infomomenten georganiseerd (19 en 20 februari). Hierbij werd de brede cultuursector uitgenodigd, alle disciplines, professionelen en amateurs. In totaal werden voor beide dagen samen 130 deelnemers geteld. De cultuurbeleidscoördinator stelde in elke sessie de nieuwe werkwijze voor. Aan de hand van het bestuursakkoord lichtte de schepen enkele accenten toe van haar cultuurbeleid. Vervolgens werden o.l.v. een procesbegeleider en als insteek voor het SMJP, twee inhoudelijke momenten georganiseerd (20 en 27 maart). Genodigden waren de deelnemers aan de infosessies van februari en geïnteresseerden die zich intussen hadden gemeld. In totaal daagden een 100-tal deelnemers op.
In samenspraak met de schepen werden vier themata voorgelegd: “Ruimte voor creatie en creativiteit”; “Deel nemen en deel hebben”; “Kennis en cultuur verknopen” en “Een ruim en divers erfgoed bewaren en ontsluiten”. Drie dimensies werden aan elk thema toegevoegd: -
Uitgaan van de demografische samenstelling van de stad (dit is de overkoepelende Vlaamse beleidsprioriteit cultuur voor Gent)
-
Duurzaamheid (letterlijk en figuurlijk)
-
De internationale dimensie
Deelnemers kozen vrij hun thema. Het thema erfgoed werd in beide sessies slechts door twee deelnemers gekozen en dus ter plekke geannuleerd, voor erfgoed werd een apart moment gepland (cfr infra). Het thema “creatie” diende in beide sessies ontdubbeld wegens groot succes. Aan de deelnemers werden drie vragen voorgelegd: -
Waarop (blijven) inzetten en wat niet meer doen rond dit thema?
-
Hoe die acties realiseren? Randvoorwaarden?
-
Wie moet betrokken worden? Wie kan trekker zijn? Wie aan boord houden?
Op een afsluitende samenkomst op 21 mei waren 64 deelnemers aanwezig. De insteek uit beide voorgaande workshops werd met de schepen gedeeld en besproken.3
De erfgoedsector werd zoals gezegd op een apart moment uitgenodigd, te weten op 3 juni in het STAM. Een 40-tal deelnemers werd ook hier eerst geïnformeerd over de nieuwe manier van werken en ging vervolgens inhoudelijk aan de slag o.l.v. de procesbegeleider en op basis van materiaal
3
Zie bijlage 2
4
aangereikt door de erfgoedcel. Ook hier werd over de resultaten gedebatteerd samen met de schepen.4
Najaar 2013 Finaal wordt aan de adviesraden de kans geboden om het door het college goedgekeurde meerjarenplan van advies te voorzien. Omwille van het korte tijdsbestek werd hier het voorstel uitgewerkt om centraal de input van het inspraaktraject uit het voorjaar naast de relevante rapporten uit de meerjarenplanning te leggen. Op die manier kunnen adviesraden zich een oordeel vormen over de mate waarin de resultaten van hun priotiseringsoefening terug te vinden is in de uiteindelijke meerjarenplanning. Uiteraard staat het hen vrij ook de totaliteit van het meerjarenplan te adviseren. Deze oefening vindt plaats na goedkeuring van het strategische meerjarenplan door het collegebestuur (28/11) en de bespreking van het meerjarenplan op de Gemeenteraad van december. Dit impliceert dat de adviesformulering moet gebeuren tijdens de eerste twee weken van december 2013.
Vervolg De betrokkenheid van hoger genoemde raden houdt uiteraard niet op na de bespreking van het meerjarenplan door de Gemeenteraad. Vanuit Strategie & Coördinatie wordt een cyclisch inspraaktraject uitgewerkt dat verder strekt dan enkel adviesverlening van stakeholders en adviesraden bij de opmaak van het meerjarenplan. Jaarlijks zal, gedurende één maand, een stadsbreed debat worden gevoerd rond één centraal thema vanuit verschillende invalshoeken, op verschillende momenten en via verschillende methodieken i.s.m. externe partners i.f.v. eventuele bijsturing van het beleid.
4
Zie hiervoor ook bijlage 2
5
Bijlage 1 – Advies GECORO strategisch meerjarenplan Stad Gent
6
7
8
9
Bijlage 2 – Resultaten inspraaktraject cultuursector INSPRAAKTRAJECT CULTUUREBELEIDSPLANNING Opvallend is hoe in beide sessies over de themata heen op een andere manier dan in de voorbereiding van vorige beleidsplannen gekeken werd naar: - De rol van de stad - De relatie stad – sector De rol van de stad wordt geduid met woorden als: - Stimulator - Katalysator - Spelverdeler - Facilitator - en vooral niet als ‘organisator’ Maar ook: de stad besteed nog steeds te veel aandacht aan procedures en te weinig aan flexibele en pro-actieve antwoorden. De relatie stad – sector is er een waarbinnen de stad de hoger genoemde rollen opneemt t.a.v. de sector: de stad stimuleert en faciliteert samenwerking, is de spelverdeler, is de katalysator bv van grote evenementen zoals het Lichtfestival waarrond de sector zich kan scharen. Samenwerking is daarbij een belangrijk en regelmatig terugkerend woord. Samenwerking zowel tussen de stad en de cultuuractoren, als – gefaciliteerd door de stad – samenwerking tussen de actoren onderling. Concreet is er de vraag naar samenwerking rond: - Communicatie, waarbij het Stadsmagazine voorop staat. Waarom bericht de stad daar niet als ‘trotse vader’ over de stedelijke cultuursector? Waarom alleen maar over eigen initiatieven? En hetzelfde kan gezegd worden over affichage! - Planning. Kan er geen tool ontworpen worden waarvan iedereen gebruik kan maken om zo mekaar minimaal te ‘beconcurreren’ (cfr planningstool congressen in Brussel) - Raamcontracten: de stad zou een meer ‘coöperatieve reflex’ moeten hanteren en samen met de sector overgaan tot aankopen van bv energie, het afsluiten van grote contracten voor bv ICT. De stad kan hier faciliteren, maar ook haar know-how en contacten ter beschikking stellen en haar autoriteit gebruiken. Samenwerking is ook kennis, expertise en know-how delen. Laten we samen een databank opzetten waarin beschreven wordt wie welke expertise heeft en ter beschikking kan stellen. Een belangrijke basisvoorwaarde voor samenwerking is mekaar kennen, is ontmoeting en regelmatig contact met mekaar. Er is nood aan netwerking, aan plekken voor netwerking, aan gestructureerde netwerking. De stad kan daarin alle hoger genoemde rollen opnemen. Contacten en ontmoetingen stimuleren en faciliteren – de inspraakmomenten bv werden opnieuw als positief ervaren. Er is in deze context het voorstel voor het periodiek opzetten van een ‘Stadhuiscafé’ waarin net die ontmoeting centraal staat. Een mooie quote tot slot is: ‘De Waalse Krook is een investering in samenwerking’.
10
1. Ruimte voor creatie en creativiteit Opvallend: het thema werd vooral letterlijk benaderd, er werd vooral gesproken over fysieke ruimte, mentale ruimte kwam amper aan bod. Dat kan er ook op wijzen dat die laatste bestaat en als evident wordt ervaren, wat misschien wordt bevestigd door de uitspraak van een tafel die stelt: ‘Er hangt (in Gent, nvdr) cultuur in de lucht’. Die interpretatie wordt ook ondersteund door de stelling van een andere tafel: ‘Gent heeft (gelukkig) meer dan voldoende creatie en creativiteit aan boord. Om dat voordeel in de toekomst niet te verliezen moet Gent de bestaande creativiteit beter ondersteunen (…) zowel de fysieke ruimte als de logistiek-technische omkadering van creatie en presentatie en dit zowel door de stad als door alle culturele partners’. Een concrete logistiek-technische actie en een opdracht voor de stad, is het maken van een inventaris van alle beschikbare ruimten voor creatie en presentatie, en het ontsluiten daarvan via een database. Wat fysieke ruimte betreft, die moet verschillende doelen kunnen dienen: - Er moet zeer laagdrempelige en laagdrempelig beschikbare ruimte bestaan - Er moet ruimte zijn voor professionele kunstenaars en professionele creatieven - Er moet ook ruimte zijn voor residenties van kunstenaars uit eigen stad en streek én voor kunstenaars uit het buitenland Van de verschillende tafels komt een inhoudelijk gelijklopend pleidooi voor: - Het optimaliseren en beter benutten van de bestaande infrastructuur - Een polyvalent gebruik van infrastructuur (al te specifiek ontworpen en toegewezen infrastructuur wordt negatief beoordeeld) - Meer presentatieplekken (er zijn voldoende productieplekken) - Het evalueren en eventueel uitbreiden van het systeem van de stadsdagen Een concreet project dat wordt gesuggereerd is het project ‘sleuteldrager’, waarbij gewerkt wordt met vrijwilligers die instaan voor het praktische beheer van infrastructuur. Er wordt nog meegegeven dat infrastructuur financieel zwaar doorweegt in het budget van cultuuractoren en niet zelden ten koste gaat van het budget dat beschikbaare is voor de artistieke opdracht. En tot slot, er wordt veel heil verwacht van de projecten Leopoldskazerne en Waalse Krook! °°° 2. Deel nemen en deel hebben ‘Integratie stigmatiseert. Integratie subsidies werken stigmatiserend. Cultuur opent registers. Cultuur subsidies werken emanciperend.’ ‘Het begraven van het woord ‘allochtoon’ is enkel een leuke communicatie- en pr-stunt.’ Een vaststelling is dat de cultuurparticipatie in de stad niet gelijk loopt met de demo-grafische samenstelling daarvan. De demografische diversiteit van stad is ook meer dan een autochtoonallochtoon verhaal. Het gaat ook over generationele diversiteit, over mensen met een beperking, over mensen in armoede.
11
Vraag is dan: waarom slaat het aanbod niet aan? Is het aanbod wel het juiste? Waarop inzetten? - Op ontmoeting en het slaan van bruggen tussen àlle bevolkingsgroepen - Op het werken aan openheid - Op het zoeken naar uitwisseling - Op het keren van de achteruitgang van cultuur op school - Op communicatie Hoe? - De stad moet faciliteren en niet zelf organiseren - Cultuuractoren helpen de doelgroepen te vinden - Kleine reële successen en het procesmatige waarderen - Versnipperde fondsen samenbrengen en het geld gebruiken voor projecten die inzetten op ontmoeting en die verkokering tegen gaan. ‘De verbindingen ondersteunen, niet de structuren’ - Verduurzamen van projectmatige werking - Samenwerking met onderwijs is essentieel - Continueren van de acties van het Netwerk Vrijetijdsparticipatie - Een ‘diversiteitsreflex/diversiteitstoets’ in de programmering aanmoedigen - Idem in personeel en beheer - Communicatie diversifiëren (bv orale communicatie gebruiken) Wie? -
Het werkveld Maar ook het lokale verenigingsleven en de amateurkunsten mobiliseren
Bedenkingen werden geformuleerd rond ‘Wijk aan zet’ dat veel middelen besteed aan ‘opleukende’ initiatieven. De vraag werd gesteld of middel en doel hier in verhouding staan. Gesuggereerd werd de budgetten van ‘Wijk aan zet’ in te zetten via het hier voorgestelde fonds. °°° 3. Kennis en cultuur verknopen We willen een ‘lerende stad’ zijn, inzetten op kennis en cultuur maakt daar deel van uit. Na de ‘brede school’ introduceren we nu ook het ‘brede bedrijf’ en geven zo de bedrijfswereld een plek in de lerende stad en het levenslang leren. We begraven ook het woord ‘subsidie’ en vervangen het door ‘investering’. Aan een investering verbinden we een vraag tot engagement, een ‘return on investment’. Vooraleer nieuwe initiatieven en/of projecten op te starten is er nood aan grondig onderzoek inzake cultuureducatie: - Welke middelen worden ingezet en door wie - Wat is het huidige aanbod - Op wie richt dit aanbod zich - Kritische evaluatie van dit aanbod [Nvdr – het ENCE netwerk is hét instrument hiervoor]
12
Inzetten op: - Samen bouwen aan infrastructuur, o.a. een inspiratieplek à la Budacafé - Netwerkvorming - Delen van de aanwezige kennis en know-how - Interdisciplinaire ontmoeting - Engagement van de grote spelers - Proeftuinen - Internationale uitwisseling van kennis en ervaring
°°°
13
14
15
16
17
Bijlage 3 – Resultaten priotiseringsoefening adviesraden – generiek traject
18
LEESWIJZER Elke SD (tabblad) is opgemaakt volgens dezelfde structuur: HSD1
Formulering HSD
SD1.1
Formulering SD
Actie
Formulering geslecteerde actie
Verwijzing naar relevante hoofdstuk bestuursakkoord
Opmerkingen = eventuele opmerkingen adviesraad bij die actie Spefifieke opmerking
Adviesraad Naam adviesraad die opmerking formuleerde
Prioriteit (= wanneer een adviesraad een actie selecteerde maar geen opmerking over die Naam adviesraad die prioriteit bepaalde actie toevoegde) ! Onder sommige acties staat meer dan één adviesraad vermeld. Dit betekent dat meerdere adviesraden dezelfde actie selecteerden Eigen bijdrage = eigen bijdrage die een adviesraad kan leveren tot de realisatie van de SD
Adviesraden die deelnamen: Woonraad GECORO MINA-Raad Gezondheidsraad Jeugdraad WRG (Welzijnsoverleg Regio Gent) Stedelijke adviesraad voor personen met een handicap Minderhedenforum/Changemakers a-rem (etnisch-culturele minderheden) Sportraad Seniorenraad Preventieraad Onderwijsraad Noord-Zuidraad
HSD1
Gent stimuleert haar burgers maximaal om zich te ontplooien en geeft hen gelijkwaardige kansen tot sociale stijging.
SD1.1
We voorkomen en bestrijden armoede, en in het bijzonder de generatie- en nieuwe armoede, via een gerichte inzet van lokale sociale beleidsinstrumenten.
Actie
Binnen de beschikbare middelen zal de Stad Gent middenveldorganisaties ondersteunen die de onmenselijke leef-, woon- en werkomstandigheden van medeburgers bestrijden met het oog op een positieve vooruitgang.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: CAW is partner omdat we niet enkel streven naar concrete oplossing voor concrete problemen, maar vooral ook een actor willen zijn in structurele oplossingen voor armoedeproblemen. Dit vraagt een maatschappelijke visie waarbij onrecht en uitbuiting actief bestreden worden. CAW heeft hier een belangrijke signaalfunctie.
Adviesraad WRG - CAW
Deze functie blijvend waarmaken zal een verhoogde inzet aan financiering van dit individuele werk vergen in De SLOEP, mogelijks kan hierin een samenwerking opgezet worden met OCMW en/of Stad Gent. Informatie en oriëntering blijft noodzakelijk voor de kwetsbaarste groepen. Daarenboven blijkt dat deze mensen ook een enorme steun aan eerstelijns hulp én individuele dienstverlening hebben – dewelke ING vzw niet kan bieden. Nood aan afstemming.
WRG - SLOEP
De inschrijving bij een sociale huisvestingsmaatschappij of sociaal verhuurkantoor wordt aan de andere sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren doorgegeven met het oog op een algemene inschrijving. Dit moet op termijn uitmonden in een centraal inschrijvingsregister dat door alle betrokken maatschappijen wordt gebruikt
Wonen
Opmerkingen: Prioriteit Zeer goede zaak dat er 1 loket is/komt qua inschrijving sociale huisvesting. Vroeger moest je op verschillende plaatsen gaan inschrijven. Dit was tijdrovend, onoverzichtelijk,… Wij merken echter op dat: -onthaal in orde is, back-office (klussen, herstellingen,…) laat te wensen over (oplopende wachttijden, onduidelijke afspraken,…) - toenemen van de samenleefproblemen (nood aan nabijheid van een aanspreekpunt/persoon) Suggestie: “concierge” in elke woning of in een cluster van woningen die aanspreekpunt kan zijn en kan bemiddelen waar nodig Deze concierge dient ondersteund te worden vanuit…???
Adviesraad WRG - KRAS WRG - Baken
De KRAS-diensten (Kring Rond Armoede in de Stad) worden verder ondersteund.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Cruciaal: Kras vzw en de vrijwilligers werken nauw samen met het OCMW, de stad en alle andere betrokken partners.
Adviesraad WRG - KRAS
De strijd tegen armoede wordt zo vroeg als mogelijk aangepakt. Intensieve campagnes en incentives moeten ouders krachtig aansporen om hun kinderen naar de crèches, het kleuteronderwijs en naschoolse activiteiten te sturen. Maximale kleuterparticipatie en opvoedingsondersteuning zijn essentieel in de strijd tegen kinderarmoede.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Gezamenlijke campagnes Kind en Gezin en CLB beter ondersteunen (b.v. financiering van folders, tolken, verplaatsingen,…)
Adviesraad WRG - CLB
Actie
Actie
Actie
WRG - ING
Gezien de nood in Gent dient er een goeie afstemmingsoefening te gebeuren in Gent rond waar er versterkend én complementair kan gewerkt worden t.a.v. de acties WRG - SLOEP die worden gefinancierd vanuit de Vlaamse overheid. De versterking moet meerwaarde op het terrein brengen. Bij beide opdrachten is het van essentieel belang (OO en KP) dat we de opdracht invullen vanuit een model waarin dit als een maatschappelijke verantwoordelijkheid en niet enkel een individuele verantwoordelijkheid van ouders wordt ingevuld. Het succes van deze emancipatorische invulling van de opdracht binnen De SLOEP waarin er wordt gewerkt op basis van dialoog (balans tussen vraag- en aanbodsgericht) en gezamenlijke verantwoordelijkheid (ouder en maatschappij) kan gelden als een argument om vast te houden aan deze invulling. Prioriteit WRG - ING Liever preventief werken dan strijd tegen armoede te moeten leveren; bijv: ondersteuning van alle partners naar kwetsbare zwangeren kan preventief bepaalde zaken WRG - K&G zoals huisvesting en drempel naar gezondheidszorg later voorkomen Actie
Actie
Actie
Emancipatie is echter veel ruimer dan enkel activering met het oog op een job. Waar mogelijk worden cliënten via geïndividualiseerde en groepsgerichte projecten Emancipatie en activering maatschappelijke integratie een traject aangeboden dat hen finaal naar een baan moet leiden. Maar voor cliënten die hiervoor niet (meer) in aanmerking komen blijft het OCMW inzetten op een aanbod om ook hen te sterker te maken, in samenwerking met organisaties van mensen in armoede. Opmerkingen: Een verhoogde inzet op deze samenwerking, kan enkel mits bijkomende financiering, momenteel wordt er slechts jaarlijks 1 groep georganiseerd en wordt die afwisselend door de 3 Gentse Inloopteams opgenomen in de bestaande subsidiëring vanuit de Vlaamse Overheid – Kind & Gezin. Prioriteit Ook belangrijk voor personen met een beperking. Voor hen is het vaak zeer moeilijk om betaald werk te vinden in het reguliere circuit.
Adviesraad WRG - SLOEP
Er is nood aan een geïntegreerd stedelijk welzijnsbeleid, waarvan het OCMW de coördinatie op zich neemt. Er wordt een breed en diepgaand Gents Armoedebeleidsplan opgesteld, waarbij zowel de stedelijke departementen, het OCMW als de partners uit het middenveld betrokken worden. Er gaat daarbij bijzondere aandacht naar kinderarmoede. De vooruitgang die op basis van dit Armoedebeleidsplan wordt geboekt, zal jaarlijks aan de gemeenteraad en de OCMWraad gerapporteerd worden
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: Aanpak van kinderarmoede vinden we prioritair. Belangrijk dit gecoördineerd te doen en daar de nodige middelen voor te voorzien. Prioriteit Prioriteit − Samen te nemen met volgende actie "Bij het nemen van belangrijke beleidsbeslissingen gaan we telkens na welke impact deze zullen hebben op het terugdringen van de armoede." − Vanuit het Vlaams Beleid wordt aangestuurd op het verhogen van de inclusie van personen met een beperking (ratificeren VN verdrag). Zo gewoon als mogelijk, enkel speciaal waar nodig en dit op alle levensdomeinen. Zij hebben het recht te wonen, te werken en te leven zoals alle burgers in onze maatschappij. − Dit betekent concreet dat de groep personen met een beperking die alleen zal gaan wonen en die een beroep zal doen op ‘reguliere’ diensten zal toenemen. − Wij weten uit onderzoek (KVG 2010) dat de inkomenspositie van personen met een beperking zeer precair is. Een groot deel van hen leeft in armoede, alsook hun kinderen. Zeker zij die als zeer zelfredzaam gezien worden door het FOD Sociale Zaken. − Dit vraagt meer betaalbare woningen/sociale huisvesting, meer budgetbeheer, aangepast werk,…
Adviesraad WRG - CLB WRG - SLOEP WRG - K&G WRG - Baken
WRG - KRAS WRG - Baken
Er wordt in het kader van het nieuwe plan duurzame stadsontwikkeling werk gemaakt van een lange termijnplan en –strategie voor een sociale stadsvernieuwing in de Stadsontwikkeling 19de-eeuwse gordel. Het plan is ook een hefboom voor het verkrijgen van meer middelen bij de Vlaamse regering. Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
Actie
We stelden een bijsturing voor die reeds met de coördinatie Stedenfonds en de dienst Gebiedsgerichte Werking in bespreking is. Belangrijkste bijsturing is: sterker linken aan het thema wonen. Gedeeltelijk gaat het dus om behoud van middelen, en bovendien Stedenfondsmiddelen en geen reguliere middelen, maar we voorzien wel een – zij het geringe – uitbreiding. (detailnota beschikbaar)
WRG - SLO
Het is vaak moeilijk verhuurders aan te zetten tot energiebesparende maatregelen met een lagere energiefactuur voor de huurder als effect. De Stad Gent zoekt naar gepaste middelen om verhuurders en huurders daarin meer te stimuleren.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - ING
Het OCMW werkt een nieuw systeem uit van aanvullende financiële steun, waarbij zowel de hoogte van het gezinsinkomen als het minimaal bestedingspatroon om Vrijetijdsparticipatie menswaardig te leven bepalend zijn (in tegenstelling tot het huidige systeem van forfaitaire vergoeding voor huishuurtussenkomst, energietoelage en schoolpremie). - Dit nieuwe systeem met één algemene maandelijkse aanvullende toelage, baseert zich op het onderzoek van Storms en Vandenbosch naar budgetstandaarden, maar houdt ook rekening met de budgettaire beperkingen van het OCMW. Het blijft de finale verantwoordelijkheid van de federale overheid om er voor te zorgen dat het leefloon toelaat een waardig leven te leiden. - Dit nieuwe systeem houdt rekening met de concrete gezinssituatie waarbij prioritair de aanvullende steun verhoogd wordt voor gezinnen met minderjarige kinderen in functie van een meer menswaardig inkomen. Opmerkingen: Adviesraad Aandacht voor mensen met laag inkomen (uitkeringsgerechtigd, klein pensioen, ziekte uitkering, schuldbemiddeling) die geen OCMW cliënt zijn. Ook zij hebben recht WRG - KRAS op een menswaardig inkomen. Dit is een opstap in de zeer noodzakelijke evolutie naar een menswaardig inkomen voor iedereen. WRG - SLO
Actie
Actie
Het stadsbestuur volgt de problematiek van discriminatie op de private huurmarkt (alleenstaanden, allochtonen, daklozen) nauwgezet op, signaleert de knelpunten aan de betrokken hogere overheden en ontwikkelt waar mogelijk zelf initiatieven om de discriminatie op de private huurmarkt tegen te gaan.
Wonen
Opmerkingen: Prioriteit Wonen speelt een sleutelrol doorheen de armoedeproblematiek en komt uiteraard aan bod bij de begeleiding van mensen in armoede. Actie is samen te nemen met stimuli voor energiebesparende maatregelen. − Als persoon met een beperking is het zeer moeilijk om iets te huren op de private markt. Huisbazen hebben een soort koud watervrees als ze vernemen dat de persoon een beperking heeft en begeleid wordt door een dienst. − Baken gaat effectief op zoek met cliënten naar een betaalbare woning. Wij onderhandelen waar nodig met de huisbaas,… Bovendien werken wij vaak samen met het OCMW (OTC) wat de praktische verhuis betreft. Het is een goed dat deze support vanuit het OCMW aangeboden wordt en blijft aangeboden.
Adviesraad WRG - ING WRG - KRAS
Dit is een prioriteit van Ieders Stem Telt. Belangrijk dat er INSTRUMENTEN ontwikkeld worden, zo niet enkel monitoring, is niet voldoende. Terug te vinden in de fiche 4 en 10 uit het memorandum van de Woonraad: Huurmarkt: bestrijden van discriminatie/ bevorderen transparantie en toegankelijkheid Discriminatie op de private huurmarkt moet verdwijnen (etniciteit, socio-economische situatie, geaardheid).
WRG - SLO
In de armoedebestrijding is het uitermate belangrijk dat zoveel mogelijk maatschappelijke sectoren hun verantwoordelijkheid opnemen (werkgevers, zorgsectoren, onderwijsinstellingen, cultuur- en sportsector, enz..). De bestrijding van de armoede is een zaak van elke Gentenaar.
Strijd tegen armoede
WRG - Baken
Woonraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - BJZ De Totem
In haar emancipatorisch welzijnsbeleid vertrekt Gent van de mogelijkheden en ambities van de inwoners. Mensen in armoede worden financieel ondersteund en tegelijkertijd sterker gemaakt zodat ze waardig kunnen participeren aan de samenleving. Het einddoel is dat iedereen meekan in de Gentse samenleving. Daarvoor is activering een belangrijk instrument dat evenwel nooit als uitsluitingmechanisme kan ingezet worden. Activering betekent dan ook altijd: activering op maat van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Ze daagt zowel de cliënt als de overheid -in de figuur van de maatschappelijk assistent van het OCMW - uit tot het zoeken van oplossingen-op-maat.
Emancipatie en activering
Opmerkingen: CAW kan in samenwerking met bijv OCMW een belangrijke partner zijn in het welzijnstraject dat deel moet uitmaken van een activeringsbeleid op maat van de betrokkene Prioriteit Financiële ondersteuning is slechts één aspect. Zie o.a. andere acties van emancipatie en activering. − Belang van activering op maat! − Ook vrijwilligerswerk is belangrijk. Niet enkel betaalde jobs. Wij merken op dat werken in het sociale circuit mensen eigenwaarde geeft. Noodzakelijke omslag in het beleid, biedt ook kansen tot hernieuwde samenwerking.
Adviesraad WRG - CAW
Om ervoor te zorgen dat ook mensen met een laag inkomen geen te hoge energiefactuur moeten betalen, verhoogt de stedelijke vzw REGent haar inspanningen om de kansarmen energiezuiniger te laten leven en wonen.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Binnen schuldhulpverlening van CAW’s zijn energiefacturen een bijzonder groot probleem. Preventieve acties, onder meer om de kosten voor energie te beperken, kunnen perspectief bieden om uit een negatieve schuldenspiraal te kunnen geraken. Prioriteit
Adviesraad WRG - CAW
Sport, cultuur en vrijetijdsbesteding moeten voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Lid worden van clubs en/of verenigingen kan tegen een relatief beperkte prijs. Toch kunnen de totale kosten voor deelname aan allerhande activiteiten vaak hoog oplopen. We willen niet dat (te hoge) lidgelden en andere kosten een onoverkomelijke financiële drempel vormen voor grote gezinnen en mensen met een laag inkomen. Stad en OCMW maken daarom sport, cultuur- en vrijetijdsparticipatie beter betaalbaar voor mensen in armoede door een financiële tegemoetkoming of korting via de vrijetijdspas. Clubs en verenigingen moeten zich van hun kant openstellen voor mensen met een laag inkomen. We maken ook werk van toeleiding naar cultuur en sport voor mensen die verkiezen dit individueel te doen.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Prioriteit Prioriteit Dit is een prioriteit van Ieders Stem Telt. De werking bestaat en werd degelijk in samenwerking uitgevoerd door alle partners, onder goede regie. Mits kleine inspanning kan hier belangrijke realisatie voor mensen in kwetsbare positie gebeuren.
Adviesraad WRG - BJZ De Totem WRG - SLOEP WRG - SLO
Via gerichte jobbeurzen, in specifieke wijken, trachten we het vacatureaanbod ook tot bij allochtonen te krijgen.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen:
Adviesraad
WRG - K&G WRG - KRAS WRG - Baken WRG - SLO
WRG - ING
Actie
Actie
Actie
Actie
Er moet verder worden nagedacht over een gedifferentieerd aanbd: zijn enkel jobbeurzen voldende? Bovendien: afstemming nodig naar werkgeversaanwervingsbeleid! Prioriteit
WRG - ING
Voor Gentenaars die het niet breed hebben verstrekt de Stad Gent goedkope leningen voor welbepaalde energiebesparende maatregelen in woningen met het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FDRG).
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - ING
We blijven inspanningen leveren om dak- en thuislozen via hulpverlening te bereiken.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Een goed en transparant integratiebeleid is noodzakelijk om “dweilen met de kraan open” te voorkomen.
Adviesraad WRG - K&G
We bouwen het huidige Armoedeforum verder uit tot een volwaardige advies- en beleidsvoorbereidende groep die intensief samenwerkt met het beleid. Hier beraadslagen beleidsmakers, armenorganisaties, hulpverleners en academici over het lokaal armoedebeleid.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Graag betrokkenheid van onderwijs (ev. via CLB netoverstijgend) bij Armoedeforum Prioriteit Ruimte voor overleg en inspraak ter ondersteuning van een geïntegreerd welzijnsbeleid (voeling met en input vanuit de praktijk). Input vanuit midenveld.
Adviesraad WRG - CLB WRG - K&G WRG - Baken
We zetten een experiment op rond de herstelling van slechte woningen in publieke eigendom met de (begeleide) inzet van Gentenaars, die voor hun arbeid nadien kunnen vergoed worden met een sterk verminderde huur van de woning die zij mee hielpen herstellen.
Wonen
Opmerkingen: Het blijft een bijzonder belangrijk aandachtspunt om structurele dak- en thuisloosheid te proberen voorkomen, verhelpen en herval te vermijden. Naast het ter beschikking stellen van opvang of van een woning, zal begeleiding, oa door het CAW, vaak een onmisbare schakel zijn om die doelstellingen te kunnen waarmaken.
Adviesraad WRG - CAW
WRG - K&G
− We weten uit voorbije samenwerking wat NIET werkt, wat dringend noodzakelijk is en werkten goed samen met vele woonactoren. We denken goed geplaatst te zijn WRG - SLO om nu voor Gent het verschil te kunnen maken. Er MOET in deze legislatuur ingezet worden op beleid voor kwetsbare groepen, niet alleen woorden, ook daden en dus middelen! − Op te volgen politiek overleg met schepenen Balthazar en Coddens, administratief overleg met Dienst Wonen. Actie
We zetten in op het verder ondersteunen en de uitbouw van laagdrempelige plaatsen en organisaties waar mensen overdag terecht kunnen.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Laagdrempelige plaatsen en organisaties zijn noodzakelijk om het verband te leggen tussen structurele dak- en thuisloosheid en de opstap naar perspectiefbiedende begeleiding. De lokale overheid heeft er alle belang bij om hiervoor de nodige middelen te mobiliseren en onder andere een beroep te doen op de expertise ter zake van reguliere voorzieningen Gezien de nood aan intensieve begeleiding en ook de nood aan meer ruimte om deze gezinnen overdag te ontvangen en ook activiteiten te kunnen aanbieden in kader van hun traject, zal een verruimde inzet op de begeleiding van deze dakloze gezinnen middelen vereisen voor meer ruimte en ook middelen voor de inzet van personeel.
Adviesraad WRG - CAW
WRG - SLOEP
Eigen bijdrage − Het concept van De SLOEP is gebaseerd op geïntegreerd werken, ook binnen de Huizen van het Kind (nieuw decreet Preventieve Gezinsondersteuning) is dit een expliciete doelstelling. Naast de integratie van projecten op basis hiervan kan De SLOEP vanuit haar bereik van mensen in armoede (meer dan 900 gezinnen op jaarbasis) een belangrijke partners zijn voor participatie en signalering ter ondersteuning van een geïntegreerd welzijnsbeleid op stadsniveau. − De kernopdracht van het inloopteam van De SLOEP, evenals van het consultatiebureau als het prenataal steunpunt is opvoedingsondersteuning. De inloopteams in Vlaanderen hebben ook een expliciete opdracht rond Kleuterparticipatie. De SLOEP vervult deze opdracht in Gent Noord Oost(Gent regio 3 Kind & Gezin). − De SLOEP werkt nu reeds als partner binnen 80/20. Ook bij de overstap naar een vrijetijdspas kunnen wij als intermediair blijvend dit aanbod ontsluiten naar een grote groep gezinnen voor wie wij als unieke ontsluiter kunnen werken. − Binnen de onthaalfunctie die De SLOEP vervult zien wij een groeiende groep mensen die overleven in onmenselijke omstandigheden. Wij merken dat wij naast de thema’s die tot onze kern behoren wij meer en meer een één loketfunctie vervullen voor een grotere groep mensen voor ook de thema’s wonen, werk, schuldbemiddeling, materiële hulp en daarin als draaischijf functioneren die actief doorverwijst, bemiddelt en opvolgt. − We hebben vanuit De SLOEP reeds een positieve ervaring in het samenwerken met OCMW/OTC waarin een groepswerking opvoedingsondersteuning voor Art . 60’ers wordt aangeboden. We zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking kan groeien omdat het aanspreken van de te activeren persoon op een ander deelaspect van zijn/haar identiteit, namelijk ouder-zijn en dit in groepsverband de persoon als geheel kan versterken. Bovendien kan er ook actief gelinkt worden binnen deze groepswerking naar de afstemming arbeid/zorg die voor kwetsbaren zo mogelijk nog een grotere uitdaging is dan voor mensen die niet in armoede leven. − We hebben vanuit De SLOEP reeds een positieve ervaring in het samenwerken met OCMW/OTC waarin een groepswerking opvoedingsondersteuning voor Art . 60’ers wordt aangeboden. We zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking kan groeien omdat het aanspreken van de te activeren persoon op een ander deelaspect van zijn/haar identiteit, namelijk ouder-zijn en dit in groepsverband de persoon als geheel kan versterken. Bovendien kan er ook actief gelinkt worden binnen deze groepswerking naar de afstemming arbeid/zorg die voor kwetsbaren zo mogelijk nog een grotere uitdaging is dan voor mensen die niet in armoede leven.
WRG - SLOEP
− ING vzw kan een bijdrage leveren in het informeren van haar doelgroepen naar energiescans, informatie over energie- en kostenbesparende maatregelen. Zowel WRG - ING voor eigenaars, huurders als voor verhuurders. − Programma Ouder & Kind: vormingsprogramma opvoedingsondersteuning voor ouders − Bijeenkomsten opvoedingsondersteuning voor ouders − SenO: informatie- en vormingstrajecten rond samenleven en maatschappelijke oriëntering voor mensen zonder wettig of in precair verblijf, met bijzondere aandacht voor IEM − We bereiken elk Gents gezin waar een kind geboren wordt; ouders stellen ons vele vragen en we moeten hiervoor met vele voorzieningen samenwerken WRG - K&G − Er lopen projecten in voorzieningen van Kind en Gezin van minister Lieten naar kinderarmoedebestrijding; − Gezinsondersteuners worden ingezet naar kwetsbare gezinnen − Registratie van gezinnen met kinderen die in armoede leven Project Buddies Rechtenverkenner, mogelijks ism sociale gidsen OCMW (vergelijk Tuppercare-project uitgevoerd i.s.m. en op vraag van Cel Armoedebestrijding). WRG - SLO
HSD1
Gent stimuleert haar burgers maximaal om zich te ontplooien en geeft hen gelijkwaardige kansen tot sociale stijging.
SD1.2
We zorgen voor een optimale coördinatie van maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg, maken ze toegankelijk voor iedereen en besteden daarbij uitgesproken aandacht aan kansengroepen.
Actie
Bijzonder aandachtspunt is laagdrempelige psychische en psychiatrische gezondheidszorg, met goede afstemming tussen welzijns- en gezondheidscentra. Op dit vlak moeten taboes doorbroken worden en drempels tot hulpverlening weggewerkt. De Stad Gent zal zich in samenwerking met alle actoren in de geestelijke gezondheidszorg inzetten voor de optimale opvang en begeleiding van mensen met psychische problemen buiten instellingsverband
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Adviesraad Hiervoor heeft men effectief extra middelen nodig. Er is ook nood aan zeer laagdrempelige dagcentra zoals Villa Voortman. Zodat deze hulpbehoevende personen niet Preventieraad enkel in contact komen met straathoekwerkers maar ook terecht kunnen in een dergelijk dagcentrum. Deze dagcentra zouden er niet enkel moeten zijn voor medische en psychiatrische zorg maar ook voor het aanbieden van een laagdrempelige, zinvolle dagbesteding. − Een aanzienlijke groep personen met een beperking kampt met psychische problemen. WRG - Baken − Het is vaak moeilijk voor onze cliënten om betaalbare ambulante psychische hulpverlening te vinden. Soms is hun beperking een reden tot exclusie. − Het ontstaan van psychische HV binnen de wijkgezondheidscentra is een zeer goede zaak (laagdrempelig, toegankelijk) en mag ons inziens versterkt worden. − Suggestie: wachtdiensten huisartsen niet enkel vanuit medische gezondheid benaderen, maar ook vanuit maatschappelijke invalshoek (dwz met maatschappelijk vragen). Actie
Actie
Actie
Daklozen krijgen begeleiding en coaching in hun zoektocht naar een huurwoning. De huidige werkwijze, waarbij enkel structureel daklozen(2) een leefloon voor daklozen (= alleenstaanden) krijgen, blijft behouden. Mensen die bij vrienden of familie verblijven, blijven een leefloon voor samenwonenden ontvangen. Daarnaast zoeken we naar een vorm die kostendelend samenwonen onder bepaalde (zorg)voorwaarden mogelijk maakt, waarbij de negatieve effecten (leeflooncategorie) waar mogelijk vermeden worden. (2) een persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt. Hij heeft niet de middelen om op eigen krachten hiervoor te zorgen. Hij heeft daardoor geen verblijfplaats. Concreet gaat het om personen in een onstabiele huidige woonsituatie (geen dak boven het hoofd) gekoppeld aan een historiek van wisselende adressen en woonsituaties (bijvoorbeeld: alleenwoonst regelmatig afwisselen met samenwoonst, opname in een onthaaltehuis of vluchthuis, een psychiatrische instelling, therapeutische gemeenschap of andere instellingen voor verslaafden). Zie ook OCMW intranet: http://ocmwtoepassingen/draaiboek/Aanvullende%20financiele%20hulp/AFH_ 15 _wonen.htm#InPrem_wierecht_watdakl
Wonen
Opmerkingen: Dit is niet evident gezien er een tekort is aan (betaalbare) huurwoningen.
Adviesraad Preventieraad
De Gentse Gezondheidsraad wordt de spil van het lokale gezondheidsbeleid. De huisartsenvereniging, ziekenfondsen en andere eerstelijnsdiensten werken nauw samen met als doel aan elke Gentenaar een toegankelijke en betaalbare eerstelijnsgezondheidszorg te garanderen.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Projecten blijven ondersteunen Klemtoon op samenwerking tussen partners CLB’s zijn lid van de Gezondheidsraad Duidelijk informatiesysteem
Adviesraad WRG - CLB
SAPH
De migratie uit Oost-Europa zet een grote druk op onze stad en haar diensten. Zoveel nieuwkomers op relatief korte termijn stellen de stedelijke samenleving op proef Integratie, diversiteit en gelijke kansen en vragen extra maatregelen om het samenleven in goede banen te leiden. We nemen maatregelen om dit harmonieus samenleven te bevorderen of te herstellen en bestrijden de overlast. We blijven druk uitoefenen op hogere overheden en in het bijzonder de Europese Unie om de problemen fundamenteel aan te pakken en de instroom te beperken.
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioriteit Prioriteit
Adviesraad Preventieraad WRG - K&G
De nieuwe bestuursploeg stimuleert het samenwerken en het overleg tussen de sociale huisvestingsmaatschappijen en het Gentse Netwerk van Sociale Huurders. De Stad steunt initiatieven om de participatie van sociale huurders in het beleid van hun verhuurdersmaatschappij, bijv. onder de vorm van de oprichting van bewonersadviesraden, te promoten en dit in overleg met erkende huurdersorganisaties.
Wonen
Opmerkingen: Behalve het stimuleren van de samenwerking en het overleg, een pleidooi voor het coördineren van het netwerk. Aandacht voor wegwerken van wachtlijsten. Aandacht voor transparantie. Aandacht voor de aanpasbaarheid van accommodatie voor personen met een beperking. Nadeel van een bewonersadviesraad is misschien dat bewoners redeneren vanuit ‘eigen buurt eerst’ en dat er een klaagcultuur heerst. Samenlevingsopbouw ondersteunt het Gents Netwerk Sociale Huurders sinds de oprichting in 2005. We maakten reeds een dossier op met talrijke beleidsaanbevelingen. We zijn kandidaat ondersteuner voor een pilootproject rond bewonersparticipatie. Terug te vinden in fiche 12 uit het memorandum van de Woonraad: Ondersteun structurele participatie van sociale huurders in de sociale huisvesting
Adviesraad Minderhedenforum
WRG - SLO Woonraad
De nieuwe bestuursploeg vindt de rol van het AZ Jan Palfijn als openbaar ziekenhuis in de Gentse regio cruciaal voor het garanderen van een adequaat, laagdrempelig AZ Jan Palfijn en modern zorgaanbod, dat openstaat voor iedereen, ongeacht afkomst of filosofische overtuiging. In een vergrijzende samenleving zal de problematiek rond het levenseinde een steeds belangrijker plaats innemen in de zorg, en een pluralistisch ziekenhuis is noodzakelijk voor het garanderen van de keuzevrijheid van elk individu. Opmerkingen: Adviesraad Optrekken naar andere ziekenhuizen. Link met actie: rond stedelijk gezondheidsbeleid : Het bestuur stimuleert en begeleidt het overleg tussen de ziekenhuizen zodat Minderhedenforum door een goede taakverdeling toegankelijke zorg van topniveau kan aangeboden worden.
Actie
Actie
De strijd tegen dak- en thuisloosheid wordt via preventie opgevoerd. Bij uitzonderlijke (weers)omstandigheden stellen we alles in het werk om in bijkomende noodopvang te voorzien. Samen met het middenveld en andere intramurale voorzieningen zal onderzocht worden hoe de opvang voor ‘zorgwekkende zorgvermijders’ kan worden verbeterd.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Prioriteit CAW is via de organisatie van dag- en nachtopvang en via inloopcentrum een partner bij uitstek om deze doelstelling te blijven waarmaken. Gezien de nood aan intensieve begeleiding en ook de nood aan meer ruimte om deze gezinnen overdag te ontvangen en ook activiteiten te kunnen aanbieden in kader van hun traject, zal een verruimde inzet op de begeleiding van deze dakloze gezinnen middelen vereisen voor meer ruimte en ook middelen voor de inzet van personeel. Prioriteit
Adviesraad WRG - BJZ De Totem WRG - CAW WRG - SLOEP
Door een goede samenwerking tussen alle partners in de welzijns- en gezondheidszorg wordt er gestreefd naar een maximale ondersteuning en zorg-continuïteit (van opname- tot ontslagbeleid).
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gezondheidsraad
WRG - SLO
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Er gebeurt verder onderzoek naar het profiel van de dak- en thuislozen in Gent.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - BJZ De Totem
Er is nood aan een geïntegreerd stedelijk welzijnsbeleid, waarvan het OCMW de coördinatie op zich neemt. Er wordt een breed en diepgaand Gents Armoedebeleidsplan opgesteld, waarbij zowel de stedelijke departementen, het OCMW als de partners uit het middenveld betrokken worden. Er gaat daarbij bijzondere aandacht naar kinderarmoede. De vooruitgang die op basis van dit Armoedebeleidsplan wordt geboekt, zal jaarlijks aan de gemeenteraad en de OCMWraad gerapporteerd worden.
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: Inzetten op armoede is belangrijk gezien het de basis kan zijn voor vele andere problemen. Prioriteit CAW bereikt via zijn focus op kwetsbare doelgroepen frequent gezinnen in armoede. De focus op kinderarmoede is van het hoogste belang in het streven naar een duurzame aanpak van armoede. CAW wenst daarin uitdrukkelijk een partner te zijn van OCMW Prioriteit
Adviesraad Preventieraad Minderhedenforum WRG - CAW
Er is nood aan een sterk en geïntegreerd alcohol- en drugsbeleid dat gericht is op preventie en rehabilitatie van verslaafden, in functie van hun maatschappelijke integratie en van de aanpak van overlast.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: De inschatting dat dit geen extra financiële inspanning zal vergen is wel zeer hoopvol, doch misschien niet zo realistisch?
Adviesraad Preventieraad
WRG - SLO
Er komen initiatieven om basisgezondheidszorg te voorzien voor moeilijk bereikbare doelgroepen (daklozen, bepaalde Intra-Europese migranten (IEM), vereenzaamde Stedelijk gezondheidsbeleid hoogbejaarden,…). Opmerkingen: De CLB’s nemen hier dikwijls het initiatief om kinderen te vaccineren, hun gezondheid op te volgen, e.d. en dit buiten hun verplichte opdracht Een financieel stootje in de rug zou welkom zijn (nu dikwijls vanuit grote betrokkenheid van medewerkers, maar zij stoten te snel op hun grenzen Prioriteit Prioriteit Het woord “komen” doet lijken alsof nog niets eerder gebeurd is – liever in de trant van , cfr visienota SAR WGG maatschappelijk verantwoorde zorg, p. 17: we versterken het direct toegankelijk eerstelijnsaanbod.
Adviesraad WRG - CLB
Er komen initiatieven om de eerstelijnsgezondheidszorg (inclusief eerstelijns geestelijke gezondheidszorg) toegankelijker te maken voor de Gentenaars, met speciale aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Het woord “komen” doet lijken alsof nog niets eerder gebeurd is – liever in de trant van , cfr visienota SAR WGG maatschappelijk verantwoorde zorg, p. 17: we versterken het direct toegankelijk eerstelijnsaanbod.
Adviesraad Gezondheidsraad
Er komen meer acties om risicogroepen onder de senioren op wijkniveau te lokaliseren en te contacteren. Ook met als doel de vereenzaming en/of het armoederisico te voorkomen.
Vergrijzing-seniorenbeleid
WRG - SLOEP WRG - K&G Gezondheidsraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioriteit Werken met een buddy-systeem!
Adviesraad Seniorenraad Minderhedenforum
Gent kent een rijke traditie van sociaalartistieke projecten in zowel tal van buurten die zorgen voor nieuwe vormen van verbondenheid als in woonzorgcentra waar artistieke en intergenerationele projecten het verschil maken. In woonzorgcentra kunnen nieuwe projecten aansluiting vinden bij het overkoepelend sociaalecologisch stadsproject (bv. scholen die collectieve moestuinen opstarten in de tuinen van de woonzorgcentra in samenwerking met de buurtbewoners).
Vergrijzing-seniorenbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Het beleid om ervaringsdeskundigen in te zetten in verschillende OCMW- en stedelijke diensten wordt voortgezet.
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: Stellen een ervaringsdeskundige te werk (8/38) en vinden nergens subsidie om dit te bekostigen. Reden waarom andere voorzieningen geen tewerkstelling aangaan.
Adviesraad WRG - BJZ De Totem
Laagdrempelige opleidingmogelijkheden Niemand is beter geplaatst om armoedeproblemen in te schatten dan mensen met armoede ervaring. Gaat om de inzet van ervaringsdeskundigheid die mogelijkheden biedt actie te ondernemen op de echt noodzakelijke punten. Hetzelfde principe als in de actie rond de inzet van interculturele medewerkers om de brug te kunnen slaan tussen de verschillende gemeenschappen in onze stad en de stadsdiensten, politie, OCMW- en welzijnsorganisaties. De eigen culturele achtergrond helpt hen bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie met groepen waarmee het anders moeilijk communiceren is.
SAPH WRG - KRAS WRG - SLO
Het bestuur stimuleert en begeleidt het overleg tussen de ziekenhuizen zodat door een goede taakverdeling toegankelijke zorg van topniveau kan aangeboden worden. Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Het bestuur zal samen met de partners uit de welzijnssector een diepgaand onderzoek opstarten naar de huidige en toekomstige behoeften van de welzijnssector en stelt aan de hand van dit onderzoek een actieplan voor. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de behoeften van de cliënten.
Economie
Opmerkingen: Niet vergeten dat CLB’s (die niet tot departement Welzijn behoren) een belangrijke rol spelen in bevorderen van welzijn en gezondheid binnen de onderwijscontext.
Adviesraad WRG - CLB
Het nieuwe bestuur laat mensen die het moeilijk hebben niet aan hun lot over en begeleidt hen om zich te integreren in de buurt. We doen voort met woonbegeleiding Strijd tegen armoede in samenwerking met de CAW’s (Centra voor Algemeen Werkzijnswerk) om te vermijden dat ze uit hun woning worden gezet en nog meer in moeilijkheden geraken. Hierbij zal ook de koppeling worden gemaakt met het toekomstige Vlaamse Huurgarantiefonds en de budgetbegeleiding door het OCMW.
Opmerkingen:
Adviesraad
Veel jonge thuis-en daklozen blijken een voorgeschiedenis te hebben in BJZ of VHPH. Zijn aan het zoeken om overgang tussen jeugdhulp en volwassenhulp te gemakkelijker te maken.
WRG - BJZ De Totem
De Totem is betrokken via het project Bruggen na(ar) 18 Deze actie is een uitstekend middel in het kader van de preventie van heel wat sociale problemen, die door een uithuiszetting enkel maar in een spiraal van WRG - CAW uitzichtloosheid dreigen terecht te komen. Zowel op het vlak van woonbegeleiding, psychosociale begeleiding in het algemeen en budgetbegeleiding is het CAW hierin een partner. Naast woonbegeleiding is er ook nood aan: WRG - Baken 1. Het mee zoeken van een woning (stap voor de woonbegeleiding): zeer tijdsintensief Suggestie: met een aantal organisaties aan tafel gaan zitten en kijken hoe wij rond het zoeken van een woning kunnen samenwerken. Baken wil hieraan meewerken. Nu zijn vaak verschillende hulpverleners uit diverse sectoren op zoek naar een zelfde soort woning. Wij zouden dit beter op elkaar kunnen afstemmen door samen te werken. Zonder dat wij het willen beconcurreren wij momenteel elkaar op en zeer klein marktsegment voor een zeer kwetsbare doelgroep (bijzondere jeugdzorg, VAPH, CAW, OCMW, …) 2. Budgetbeheer! We merken op dat het OCMW zijn deuren aan het sluiten is voor een grote groep mensen wat budgetbeheer betreft. Enkel zij die een leefloon hebben of een andere connectie met het OCMW, komen nog in aanmerking. De CAW’s worden overspoeld door vragen, kampen met wachtlijsten en beginnen hun deuren te sluiten voor zgn. “chronische” cliënten. Mensen met een beperking blijken onder die groep te vallen waardoor zij genoodzaakt zijn beroep te doen op een voorlopig bewindvoerder. Deze laatste is geen hulpverlener, kost geld,… Dit vinden wij een zeer spijtige evolutie die wij sterk in vraag stellen... Immers in het verleden zagen de OCMW’s onze cliënten wel als hun mogelijke doelgroep, los van leefloon ed. Maw meer holistische kijk op mensen en niet enkel vanuit 1 “schuifje”.
Actie
Het Sociaal Huis zorgt voor een laagdrempelige proactieve dienstverlening die fijnmazig in de stad aanwezig is. Een Sociaal Huis is een uniek loket of aanspreekpunt voor alles wat met zorg, hulp en sociale dienstverlening te maken heeft. Met de nadruk op alles, dus niet enkel het aanbod van zorg georganiseerd door de lokale overheid, maar ook het zorgaanbod van andere actoren.
OCMW-welzijnsbureaus
Opmerkingen: Adviesraad Samen te nemen met de actie rond de uitbouw van het Sociaal Huis op 3 niveau's met Welzijnsbureaus, Digitale Sociale Infopunten en Sociale Infopunten in de buurt. WRG - Baken
Actie
Het welzijn van kinderen van deze nieuwkomers krijgt onze bijzondere aandacht.
Nieuwe Oost-Europese inwijkelingen
Opmerkingen: Tolken noodzakelijk, prijskaartje te hoog…… De opdracht van De SLOEP behelst reeds de ondersteuning van deze gezinnen, echter door het intensieve karakter van de begeleiding, dringt een aanvullende financiering voor het onthaal en individuele ondersteuningwerk met deze ouders en hun kinderen concrete problematiek : moeilijke betaling van medische kosten voor kinderen en tijdens zwangerschap van (nieuwe) unieburgers met een bijlage 19 Kwetsbare groepen hebben vaak psychische, emotionele, relationele problemen. Er is een absoluut tekort aan laagdrempelige geestelijke gezondheidszorg. Nauwgezette (verdergezette) signalering leidt tot oplijsting van diensten en organisaties die op basis van foute info dienstverlening weigeren aan noodlijdende kinderen.
Adviesraad WRG - BJZ De Totem WRG - SLOEP WRG - K&G WRG - KRAS WRG - SLO
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Iedere Gentenaar heeft recht op een goede gezondheid. Daar werkt de Gezondheidsraad samen met andere sectoren aan door de toegankelijkheid van de gezondheidszorg te verhogen en gezondheidspromotie op maat aan te bieden voor een gezondere levenswijze van de Gentenaar
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Of moet dit onder netwerking? belangrijk dat toegankelijkheid en gezondheidspromotie op maat samen vermeld worden hier bij 1.2, evenals de samenwerking met andere sectoren.
Adviesraad Gezondheidsraad
In 2020 werken wijken volgens het concept van “gezonde wijk” waarbij Gentenaars via een integrale aanpak op leefomgeving, preventiecampagnes en geïntegreerde eerstelijnszorg, gestimuleerd worden om zo gezond mogelijk te leven.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: In eerste instantie voor de kwetsbare wijken die zich situeren in de 19e eeuwse gordel, doch door verhuisbewegingen kan de kwetsbaarheid ook verhuizen naar andere wijken in Gent.
Adviesraad Gezondheidsraad
In samenwerking met de Stad bouwt het OCMW het Sociaal Huis uit op 3 niveaus: - Welzijnsbureaus: Gentenaars met een sociale vraag krijgen er een professionele intake en waar nodig doorverwijzing naar zorg, hulp en sociale dienstverlening. - Digitale Sociale Infopunten: alle informatie over het aanbod van hulp en sociale dienstverlening is beschikbaar op een toegankelijke digitale tool of website. - Sociale Infopunten in de buurt: er komt over heel Gent een wijkgebonden netwerk van Sociale Infopunten in bestaande gebouwen en diensten. Het OCMW organiseert ook een telefonisch Sociaal Infopunt. Hierbij dient ook bijzondere aandacht besteed te worden aan de samenwerking met de huisartsen. De ideale situatie bestaat erin dat een huisarts na diagnose zijn patiënt kan doorverwijzen naar een welzijnsbureau of lokaal dienstencentrum.
OCMW-welzijnsbureaus
Opmerkingen: Digitale Sociale infopunten: de digitale weg is een manier bij uitstek om laagdrempeligheid mee waar te maken. CAW is van mening dat het afstemmen of eventueel samenvoegen van digitale info van verschillende welzijnsvoorzieningen cruciaal is om de toegankelijkheid van hulpverlening anno 2014-2019 te realiseren.
Adviesraad WRG - CAW
Centraal informatiesysteem voor Gent uitbouwen. Goede coördinatie tussen verschillende diensten nodig. Toegankelijk en overal wifi . Duidelijke sociale kaart. Prioriteit
SAPH
Meer interculturele bemiddeling en taalondersteuning bij hulpverlening en zorgverstrekking op de eerste lijn (en volgende lijnen) is cruciaal voor een goede gezondheidszorg.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gezondheidsraad
Meer interculturele bemiddeling en taalondersteuning bij hulpverlening en zorgverstrekking op de eerste lijn (en volgende lijnen) is cruciaal voor een goede gezondheidszorg.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - K&G
Seniorenraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Ondanks alle inspanningen blijken een aantal anderstaligen toch nog moeilijk de weg te vinden naar taalcursussen. Daarom gaan we verder met een kwaliteitsvolle dienstverlening aan anderstaligen en worden organisaties en diensten goed ondersteund in het voeren van een degelijk taalbeleid. Sociaal tolken en vertalers zijn hierbij een belangrijk middel. Om deze dienstverlening te kunnen garanderen moet Tolk- en Vertaaldienst Gent (TVGent) in voldoende mate kunnen inspelen op de vragen vanuit Gentse organisaties. Dit veronderstelt een voldoende groot pakket gesubsidieerde tolkuren. Daarnaast moet geïnvesteerd worden in nieuwe technologieën die het aanbod toegankelijker maken. Voor grotere sectoren blijven we pleiten voor ondersteuning door de sectoren zelf.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Samen met vele andere welzijns- en andere sociale organisaties kan CAW maar kwaliteitsvolle hulpverlening aanbieden aan anderstaligen indien we een beroep kunnen doen op sociale kosten zonder daar financieel voor onhaalbare kosten voor te staan. We blijven dan ook vragende partij om een volwaardige tolk- en vertaaldienst in de stad die de nodige, kwaliteitsvolle tolkuren kan leveren om die opdracht waar te kunnen maken. CLB’s maken gebruik van TVG en ontvangen een deel tussenkomst via flankerend onderwijsbeleid TVG beter ‘bemiddelen’ – het budget van CLB is ontoereikend om hier eigen middelen voor te gebruiken.
Adviesraad WRG - CAW
Openbare gebouwen en de publieke ruimte worden - waar mogelijk - toegankelijk gemaakt voor mensen met een handicap. Dit toegankelijksbeleid past in een breder beleid ten aanzien van mensen met een handicap (Agenda 22)(4). (4) Agenda 22 is gebaseerd op de 22VN-standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met een Handicap. Het beschrijft op welke terreinen de maatschappij maatregelen moet nemen om mensen met een functiebeperking gelijke kansen te geven. De methode stimuleert gelijkwaardige samenwerking tussen lokale besturen en belangenorganisaties van mensen met een beperking.
Gelijke kansen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - Baken
Tegen 2020 worden in Gent beleidsbeslissingen getoetst aan de impact op de gezondheid van de Gentenaars.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Dit moet integraal bekeken worden met de jeugdtoets en de armoedetoets en kijken of dit alles kan geïntegreerd worden in een sociale inclusietoets (pro-actieve toets en simulatie van de gevolgen).
Adviesraad Gezondheidsraad
Ter preventie van ongewenste zwangerschappen en van SOA’s (Seksueel Overdraagbare Aandoeningen) propageren we voorlichting en beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen bij jongeren.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Graag kanaal ‘school’ en CLB gebruiken Prioriteit
Adviesraad WRG - CLB WRG - SLOEP
Volgmigratie is een van de voornaamste migratiekanalen. We hebben bijzondere aandacht voor de maatschappelijke positie van diegenen die op basis van gezinshereniging migreren. We vinden het belangrijk dat zij zich integreren in het groter geheel van de samenleving. In overleg met etnisch-culturele verenigingen wordt een onthaalbeleid uitgewerkt op maat van nieuwkomers uit de diverse etnisch-culturele gemeenschappen.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - SLOEP
We blijven inspanningen leveren om dak- en thuislozen via hulpverlening te bereiken.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen:
Adviesraad
WRG - CLB
Actie
Prioriteit We bieden onze zorg aan aan iedereen, maar soms weten we het niet waar mensen verblijven, of verhuizen mensen vaak waardoor we geen continue zorg kunnen bieden; huisvesting is een basisbekommernis in gezinnen met kinderen, die hefboom kan zijn
WRG - SLOEP WRG - K&G
We dulden geen racisme, en zeker niet binnen de eigen organisatie. Discriminatie in het uitgaansleven, op school, de arbeidsmarkt of de woonmarkt kan worden gemeld aan het Meldpunt Discriminatie. Dit meldpunt wordt blijvend bekendgemaakt.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Adviesraad Daarbij moet worden nagedacht over –drempels bij het melden, taal, nazorg, achtergrond. Hier aan kan gewerkt worden middels de actie : Organisaties waarmee de Minderhedenforum Stad Gent een convenant of een structurele samenwerking opzet, engageren zich tot het voeren van een diversiteitsbeleid. Discriminatie is niet enkel een zaak van racisme, maar een algemene uitingsvorm van uitsluitingsmechanismen. CAW heeft een decretale rol om dergelijke WRG - CAW uitsluitingsmechanismen aan de kaak te stellen. Een stedelijk meldpunt discriminatie speelt daarin een sleutelrol en moet daarom in eerste instantie ook zelf toegankelijk en laagdrempelig zijn voor alle burgers. Actie
Actie
Actie
Actie
We erkennen de nood aan laagdrempelige (geestelijke) gezondheidzorg en zetten hier meer op in. Iedere Gentenaar heeft recht op een goede gezondheid.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Graag erkenning dat CLB’s via een laagdrempelige werking op alle scholen een belangrijke partner zijn om gezondheidszorg goed uit te bouwen We zijn vragende partij om naast onze preventieve zorg ook curatieve zorg te kunnen aanbieden via terugbetaling Prioriteit Samen nemen met " De Gentse Gezondheidsraad wordt de spil van het lokale gezondheidsbeleid. De huisartsenvereniging, ziekenfondsen en andere eerstelijnsdiensten werken nauw samen met als doel aan elke Gentenaar een toegankelijke en betaalbare eerstelijnsgezondheidszorg te garanderen."
Adviesraad WRG - CLB WRG - K&G WRG - KRAS Minderhedenforum
We gaan de werking van het OCMW en van de stadsdiensten die actief zijn in het domein van welzijn doorlichten, om overlappingen op te heffen en waar mogelijk synergieën door te voeren. Door een efficiëntere organisatie van het welzijnsbeleid willen we meer middelen vrijmaken voor het uiteindelijke doel.
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
We gaan samenwerken met NGO’s en overheden uit de landen van herkomst om de herintegratie van betrokkenen in hun thuisland kans op slagen te geven.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Er kan geen sprake zijn van terugkeer als de situatie in het thuisland onhoudbaar is.
Adviesraad WRG - KRAS
We gaan voor de verdere professionalisering en modernisering van de werkwinkels waarbij de klant centraal blijft staan. Hiervoor hertekenen we samen met de VDAB Werk de dienstverlening die in de werkwinkels aangeboden wordt. De bereikbaarheid en laagdrempeligheid van de werkwinkels moeten gegarandeerd blijven voor elke Gentenaar. Hiervoor overleggen we met de VDAB over de toekomstige locaties van de werkwinkels en bekijken we of een basisdienstverlening dient aangeboden te worden via wijkantennes die eventueel gekoppeld worden aan andere lokale dienstverlening. Opmerkingen: Wifi Centraal informatiesysteem. Goed bereikbaar (rekening houden met openbaar vervoer)
Adviesraad SAPH
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
We hebben ook ruime aandacht voor de creatie van een ruim en degelijk sportaanbod voor personen met een motorische handicap. We werken een solide promotienetwerk uit om personen met een handicap naartoe te leiden. We lijsten de verschillende mogelijkheden van sociaal vervoer op, detecteren hiaten en helpen mee zoeken naar oplossingen om die weg te werken, zodat deelname makkelijker mogelijk wordt.
Sport
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Minderhedenforum
We houden rekening met de specifieke problematiek en de vaak lage competenties van de nieuwe migranten. Er is nood aan een integraal traject waarbij de betrokken organisaties hun dienstverlening op elkaar afstemmen en de capaciteit van de taalopleidingen wordt opgetrokken. Het principe om, waar mogelijk, werken met leren te combineren, is hierbij het uitgangspunt.
Nieuwe Oost-Europese inwijkelingen
Opmerkingen: Bij de begeleiding van nieuwe migranten gaat veel aandacht naar de kinderen (belang van naar school gaan!). Het gezin moet in zijn geheel ondersteund worden.
Adviesraad WRG - KRAS
We ondersteunen de werking van de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap en werken samen met belangenorganisaties.
Gelijke kansen
Opmerkingen: Niet-georganiseerde burger betrekken zonder versnippering en wildgroei aan te moedigen.
Adviesraad SAPH
We onderzoeken nieuwe formules van begeleide collectieve woonvormen om dakloosheid tegen te gaan.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - SLO
We wensen een kwaliteitsvolle dienstverlening op die plaatsen waar de behoeften van de bewoners het grootst zijn. Hiertoe brengen we informatie tot in de buurten via decentrale en wijkgebonden woonwinkels.
Wonen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
We zetten in op het verder ondersteunen en de uitbouw van laagdrempelige plaatsen en organisaties waar mensen overdag terecht kunnen.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad WRG - KRAS
Eigen bijdrage / opmerkingen Bij de oefening heeft men een eerste prioritering gegeven, maar deze naderhand niet meer teruggebracht tot de belangrijkste vijf acties. Vandaar de opsomming van alle zeven acties met 1 bolletje. De Gezondheidsraad zal zelf ook initiatieven ontwikkelen om de gezondheidszorg toegankelijker te maken en bij te dragen aan een goede samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. Leen: GZR als actor of de organisaties vertegenwoordigd in de GZR zullen ...?
Minderhedenforum Gezondheidsraad
− De SLOEP voert nu reeds een beleid waardoor een divers palet aan kwetsbare gezinnen wordt bereikt, ook dakloze gezinnen met jonge kinderen. De SLOEP in haar nieuwe identiteit als Huis van het Kind kan nog meer dienstverlening onder haar dak nemen, zodat het bereik voor deze diensten van deze precaire groepen verhoogt. Mogelijks behelst dit uitbreiding van infrastructuur, waar zeker een mogelijkheid toe is in de Bevelandstraat door beter gemeenschappelijk gebruik van ruimte met de naburige school. − Door de vragen van deze groepen (volgmigratie) die een betekenisvol deel uitmaken van de doelgroep van De SLOEP, kan in De SLOEP makkelijk in samenwerking met de integratiesector ingezet worden op deze groepen. De bestaande groepswerkingen zijn dan ook deels gericht op het correct informeren en toegang verlenen in functie van een betere integratie − Aangezien gezinsplanning, preventie van ongewenste zwangerschappen en SOA’s nu al onderdeel uitmaken van onze opdracht en dienstverlening, kan de Gentse gezondheidsdienst een partner vinden in De SLOEP om een ruime groep van kwetsbare gezinnen (ruim 900 gezinnen op jaarbasis) gezamenlijk met een laagdrempelig aanbod te bereiken. − Zoals hoger vermeld bereiken wij een grote groep ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’, wij vervullen nu reeds een drempelverlagende actieve rol naar basisgezondheidszorg, voor deze groepen zetten wij graag een project op in house in samenwerking met de samenwerkende WGC’s, De Sleep en Kappellenberg Engagement m.b.t. opnemen verbeteracties uit LPK (lokaal pilootproject proactieve hulpverlening ism OCMW) Algemene opmerking bij SD 1.2: Er moet binnen gezondheidszorg ook expliciet meer aandacht zijn rond dementie evenals laaggeletterdheid bij senioren! Dit wordt nergens vermeld en is zeker een belangrijk aandachtspunt. De gezondheidsraad is niet akkoord met de formuleringen rond gezondheidsbeleid die er nu instaan. De raad heeft vooral al het werk dat ze reeds deden het voorbij anderhalve jaar erin gestoken. Met andere woorden, onderbouwde en gedeelde doelstellingen vanuit de gezondheidsraad.
WRG - SLOEP
WRG - SLO Seniorenraad Gezondheidsraad
HSD1
Gent stimuleert haar burgers maximaal om zich te ontplooien en geeft hen gelijkwaardige kansen tot sociale stijging.
SD1.3
We verhogen de zelfredzaamheid van burgers en hun recht op gelijke kansen en volwaardig burgerschap, startend vanuit een emancipatorisch onderwijs en rekening houdend met ieders mogelijkheden.
Actie
Alle informatie i.v.m. toegankelijkheid van gebouwen, horecazaken, evenementen wordt gesystematiseerd en voor ieder vlot bereikbaar gesteld.
Gelijke kansen
Opmerkingen: Planning over meerjarenplan met aandachtige opvolging. Vb door SAPH en andere belangengroepen.
Adviesraad SAPH
Basisscholen zijn de spiegel van de buurt of wijk. We blijven initiatieven zoals “School in zicht” ondersteunen, om tot een betere sociale mix te komen in de verschillende buurtscholen. Daarnaast moet bijzondere aandacht blijven gaan naar het op school krijgen en houden van kansarme kinderen en jongeren.
Diversiteitsbeleid in elke school op vlak van onderwijs én personeel
Opmerkingen: Prioriteit In het kader van meer accent op wijken: prioritair
Adviesraad Onderwijsraad Minderhedenforum
Bij een positieve evaluatie onderzoekt de nieuwe bestuursploeg pistes om het project met brugfiguren in het kader van de nieuwe intra-Europese migratie verder te zetten.
Brede School brugfiguren
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Minderhedenforum
Binnen de beschikbare middelen zal de Stad Gent middenveldorganisaties ondersteunen die de onmenselijke leef-, woon- en werkomstandigheden van medeburgers bestrijden met het oog op een positieve vooruitgang.
Strijd tegen armoede
Opmerkingen: Prioriteit Prioritair
Adviesraad Seniorenraad Minderhedenforum
Buurtwerking en sociale cohesie zijn belangrijk in de strijd tegen zwerfvuil en sluikstorten. De netheidscharters worden verder uitgebouwd en gestimuleerd.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Algemeen positief: het accent op wijk en buurten
Adviesraad Minderhedenforum
De toeleiding naar werk van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt is in de volgende legislatuur één van de strategische thema’s van ‘Gent, Stad in Werking’.
Werk
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad SAPH
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Een aangepast activeringsbeleid biedt elke hulpzoekende een aangepast ondersteuningstraject. Uiteraard kan deze ondersteuning enkel slagen als betrokkene de Emancipatie en activering aangeboden kansen ook benut. Werkwilligheid is weliswaar een wettelijke voorwaarde voor een OCMW-uitkering, maar we hebben ook oog voor de specifieke context van elke cliënt en het feit dat de vraag op de arbeidsmarkt onvoldoende overeenstemt met de kwalificaties van sommige werkzoekenden.
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Er wordt een anti-discriminatiepact afgesloten, ten laatste tegen eind 2014 en dit op basis van overleg met de Gentse ondernemers. Het pact stipuleert: - Gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor elke Gentenaar, met specifieke aandacht voor alle kansengroepen (personen met een arbeidshandicap, allochtone Gentenaars, Gentenaars ouder dan 50 jaar, …) - Specifieke acties op vlak van aanwervingsbeleid en redelijke aanpassingen voor mensen met een handicap. - Binnen organisaties en bedrijven drempels voor werkzoekenden wegwerken; - Ondersteuning via het partnership ‘Gent, Stad in Werking’ aan kansengroepen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten (zie andere actiepunten)
Werk
Opmerkingen: Overleg tussen Stad Gent en (sociale) economie om maatwerkdecreet grondig te analyseren. Informatiesysteem over subsidies en premies. Prioritair
Adviesraad SAPH Minderhedenforum
Het OCMW werkt een nieuw systeem uit van aanvullende financiële steun, waarbij zowel de hoogte van het gezinsinkomen als het minimaal bestedingspatroon om Vrijetijdsparticipatie menswaardig te leven bepalend zijn (in tegenstelling tot het huidige systeem van forfaitaire vergoeding voor huishuurtussenkomst, energietoelage en schoolpremie). - Dit nieuwe systeem met één algemene maandelijkse aanvullende toelage, baseert zich op het onderzoek van Storms en Vandenbosch naar budgetstandaarden, maar houdt ook rekening met de budgettaire beperkingen van het OCMW. Het blijft de finale verantwoordelijkheid van de federale overheid om er voor te zorgen dat het leefloon toelaat een waardig leven te leiden. - Dit nieuwe systeem houdt rekening met de concrete gezinssituatie waarbij prioritair de aanvullende steun verhoogd wordt voor gezinnen met minderjarige kinderen in functie van een meer menswaardig inkomen. - Het brengt de reële uitgaven en inkomsten van het gezin in rekening. - De steunverlening gebeurt op een voor de cliënt begrijpbare en doorzichtige wijze. - De maandelijkse aanvullende steun kadert binnen de activeringsbegeleiding binnen een integrale aanpak. Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Het Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschap (PWA) richt zich op het op elkaar afstemmen van kleinschalige, individuele en buurtgerichte noden. Daarbij moet het streefdoel duidelijk een volwaardige tewerkstelling voor iedere werkzoekende blijven, zij het dat de prioriteit moet gaan naar de kansengroepen die weinig of geen kansen meer maken op de arbeidsmarkt.
Werk
Opmerkingen: Regelgeving/wetgeving vereenvoudigen en aftoetsen met belangengroepen/leeftijdsgroepen.
Adviesraad SAPH
In samenwerking met o.a. Basiseducatie wordt er geïnvesteerd in laagdrempelige (taal)lessen in de wijken. Hierbij is er in de eerste plaats aandacht voor functioneel taalgebruik en wegwijs maken in school en maatschappij.
Een onderwijstraject op maat, een heel lang leven
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Kinderen en jongeren worden gestimuleerd om hun talenten en mogelijkheden te ontwikkelen en worden hierbij ook aangemoedigd buiten de klassieke rolmodellen te Diversiteitsbeleid in elke school op vlak van denken (vb. man-vrouw). onderwijs én personeel
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Openbare gebouwen en de publieke ruimte worden - waar mogelijk - toegankelijk gemaakt voor mensen met een handicap. Dit toegankelijksbeleid past in een breder beleid ten aanzien van mensen met een handicap (Agenda 22)
Gelijke kansen
Opmerkingen: Inventariseren van noden toegankelijkheid met prioriteitenlijst. Prioriteit
Adviesraad SAPH Seniorenraad
Samen met alle betrokken partners (scholen, CLB’s, politie, Comité Bijzondere Jeugdzorg, Justitie, Schoolspotters, enz.) wordt actief opgetreden tegen spijbelen, Dit kan Investeren in netoverschrijdende (1) door een snelle en efficiënte opvolging van afwezigheden, (2) door het zorgen voor een positief en democratisch schoolklimaat en (3) door het goed op elkaar samenwerking afstemmen van bestaande diensten en voorzieningen in onderwijs en welzijn. Hierbij is er extra aandacht voor de complexe (thuis)situatie van kinderen en jongeren die in moeilijke omstandigheden leven, en voor jongeren die tijdens hun puberteit immigreren. Opmerkingen: Prioriteit Sommige kinderen zijn niet te traceren: geen vaste verblijfplaats/zonder papieren. Centraal punt waar we terecht kunnen?
Adviesraad Seniorenraad Onderwijsraad
We investeren in het verhogen van “geletterdheid” (d.i. het verwerven van de nodige basisvaardigheden om in het maatschappelijke leven te participeren), en het verder optimaliseren van de taalverwerving door anderstalige nieuwkomers.
Een onderwijstraject op maat, een heel lang leven
Opmerkingen: Prioriteit Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad Onderwijsraad
We investeren in verschillende projecten zoals opvoedingsondersteuning, leerbegeleiding thuis, ouderparticipatie, (school)trajectbegeleiders, enz. waarbij we bijzondere aandacht hebben voor kansarme groepen. Naast de Opvoedingswinkel speelt ook de mogelijkheid tot informele contacten een belangrijke rol.
Investeren in netoverschrijdende samenwerking
Opmerkingen: Overleg tussen verschillende Adviesraden en belangengroepen aanmoedigen en ondersteunen.
Adviesraad SAPH
We ondersteunen de werking van de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap en werken samen met belangenorganisaties.
Gelijke kansen
Opmerkingen: Aandacht voor niet-georganiseerde burgers, individuen die niet bij belangengroepen aangesloten zijn.
Adviesraad SAPH
We streven naar maximale participatie in het kleuteronderwijs, door het intensief benaderen en opvolgen van ouders die hun kinderen niet naar de kleuterklas sturen, Onderwijs en kinderopvang met bijzondere aandacht voor de kansengroepen. Opmerkingen: − ook ouderparticipatie is belangrijk. Scholen zetten al veel in op begrijpbare communicatie, proberen betrekken van ouders voor oudercontacten, … − expertise en intervisie: nood aan brugfiguur.
Adviesraad Onderwijsraad
Eigen bijdrage / opmerkingen Algemene opmerking bij SD 1.3: Er moet binnen gezondheidszorg meer aandacht zijn rond laaggeletterdheid bij senioren! Dit wordt nergens vermeld en is zeker een belangrijk aandachtspunt. Jammer dat we 1.3. niet versterken door te wijzen op het belang dat de GZR hecht aan empowerment. Cfr SAR WGG p. 10 : sociale cohesie verszterken/empowerment als hefboom voor maatschappelijk verantwoorde zorg
Seniorenraad Gezondheidsraad
HSD1
Gent stimuleert haar burgers maximaal om zich te ontplooien en geeft hen gelijkwaardige kansen tot sociale stijging.
SD1.4
We nodigen senioren uit actief deel te nemen aan het maatschappelijk leven, bevorderen begrip en solidariteit tussen de generaties en garanderen voldoende ondersteunende woonzorginitiatieven.
Actie
Er komen solidariteitscampagnes op wijkniveau om senioren actief te betrekken bij het buurtleven. Hier worden ook andere doelgroepen dan senioren actief in aangesproken.
Vergrijzing-seniorenbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Er wordt samen met de private Thuiszorgorganisaties bekeken hoe de thuiszorg de vergrijzing (en de zogeheten “verwitting”) kan bijbenen. Gezien residentiële Vergrijzing-seniorenbeleid huisvesting voor senioren zeer duur is, moeten we er alles aan doen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Een thuiszorgcheque kan hierbij een belangrijke en soms zelfs noodzakelijke stimulans zijn ter aanvulling van de dienstverlening binnen de lokale dienstencentra en welzijnsbureaus. Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Het ouderenbeleid houdt rekening met de groeiende diversiteit binnen de groep ouderen in onze samenleving. Er zijn enerzijds verschillen tussen jongere en oudere senioren (in feite verschillende generaties) en daarnaast is er de vergrijzing van de allochtone bevolking. Daarom is er behoefte aan een visienota die de eigentijdse opdracht van dienstencentra in het stedelijke weefsel helder formuleert en duidelijk maakt hoe er zal worden ingespeeld op het verschil in leeftijdsgroepen, achtergrond en activiteitengamma van nieuwe senioren.
Vergrijzing-seniorenbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
Ook ouderen blijven beter bewegen. Clubs die inspanningen doen om een degelijk aanbod te voorzien voor senioren verdienen extra ondersteuning.
Sport
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
We maken werk van een vergrijzingsnota, die het ouderenbeleid op langere termijn uittekent en in kaart brengt. Gentse senioren worden actief betrokken bij de opmaak van deze nota. Deze nota omvat een beleid op lange termijn en voorziet in de ontwikkeling van voldoende en aangepaste opvang, voorzieningen en infrastructuur op maat van de verschillende leefstijlen. Het zorgstrategisch plan van het OCMW wordt aangepast op basis van de bevindingen van de nota en de planning.
Vergrijzing-seniorenbeleid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Seniorenraad
HSD1
Gent stimuleert haar burgers maximaal om zich te ontplooien en geeft hen gelijkwaardige kansen tot sociale stijging.
SD1.5
We voeren een kind- en jeugdvriendelijk beleid, zichtbaar in alle levensdomeinen en met aandacht voor kwetsbare jeugd.
Actie
Braakliggende terreinen kunnen een tijdelijke oplossing bieden voor het tekort aan vrije speelruimte.
Jeugd
Opmerkingen: (1) Dit is slechts een tijdelijke maar geen structurele oplossing. De nood ligt elders. (2) Liggen de meeste braakliggende terreinen al niet in groene zones? In dit opzicht is dit actiepunt dus een beetje “vals”. (3) Zijn er wel geschikte, braakliggende terreinen in Gent?
Adviesraad Preventieraad
Er wordt een jongerenparticipatiebeleid uitgewerkt.
Jeugd
Opmerkingen: Ook inzetten op outreachend jeugdwelzijnswerk is van belang om moeilijk bereikbare doelgroepen te bereiken. Rekening houden met de nieuwe demografische uitdaging, met name “de nieuwe cultureel diverse vergroening”.
Adviesraad Gezondheidsraad
Gent wil de meest kindvriendelijke stad van Vlaanderen worden en daarom zijn kinderen en jongeren een bijzonder aandachtspunt en een leidraad doorheen alle bevoegdheden.
Jeugd
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
Niet-stemgerechtigde inwoners van de stad hebben ook een mening, zeker jongeren en kinderen. Zij zijn expert in hun leefwereld en moeten betrokken worden bij het beleid van onze stad. Participatie is experimenteren, adviseren en coachen!
Jeugd
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
Ook in het secundair onderwijs worden er brugfigurentaken opgenomen: opzet is dat vooral ook daar voldoende aandacht is voor kansarmoede, diversiteit, ouder- en leerlingenparticipatie.
Brede School – brugfiguren
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen:
Adviesraad In het lager onderwijs leveren de brugfiguren reeds schitterend werk. We hebben deze brugfiguren inderdaad ook nodig in het secundair onderwijs. De 1 graad zou Preventieraad hierbij prioriteit moeten krijgen. Vermits de 1ste graad de overgang vormt tussen het lager en secundair onderwijs. Tevens is het belangrijk dat men hierbij het BUSO niet vergeet en er ook hier brugfiguren worden ingezet. ste
Actie
Tegen 2020 bieden we een gecoördineerd aanbod van acties om de epidemie van overgewicht en obesitas tegen te gaan via een gestructureerd wijkgericht aanbod op Toegankelijke gezondheidszorg gezinsniveau. Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Tegen 2020 is recht op gezondheidszorg een basisrecht voor alle kinderen.
Toegankelijke gezondheidszorg
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
Tegen 2020 krijgt elk kind in Gent in de Huizen van het Kind een goede start via goede prenatale begeleiding en aanklampende zorg aangeboden door alle partners werkzaam op dit terrein.
Huis van het Kind
Opmerkingen: Is een speerpunt binnen het Lokaal Sociaal Beleid ook. Er moet afstemming komen met het voorgestelde “Huis van de jeugd” = zeer verwarrend!
Adviesraad Gezondheidsraad
We evolueren verder van een jeugdwerkbeleid naar een geïntegreerd jeugdbeleid. Dwarsverbindingen maken tussen jeugd en cultuur en sport is logisch, maar ook met Jeugd onderwijs, welzijn, mobiliteit, werk en andere bevoegdheden wordt dit in beeld gebracht. Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
We investeren in aanvullend jeugdwerk. Deelname van de meest kwetsbare jongeren aan het jeugdwerk en activiteiten is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Waar nodig zetten we in op ‘outreachend jeugdwerk’ (dat zijn jeugdwerkers die van onderuit in buurten aan de slag gaan). Deze uiterst laagdrempelige vorm van jeugdwelzijnswerk biedt zeker een meerwaarde voor +12-jarigen. We hebben hier extra aandacht voor het hoge percentage allochtone jongeren dat te vaak uit de boot valt. Diversiteit vormt dan ook het sleutelwoord. De kindersecretaris zoekt mee naar oplossingen wanneer er zich toch problemen voordoen bij minderjarigen.
Iedereen mee, ook kinderen en jongeren
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
We investeren in verschillende projecten zoals opvoedingsondersteuning, leerbegeleiding thuis, ouderparticipatie, (school)trajectbegeleiders, enz. waarbij we bijzondere aandacht hebben voor kansarme groepen. Naast de Opvoedingswinkel speelt ook de mogelijkheid tot informele contacten een belangrijke rol.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
We streven ernaar dat het lokale onderwijsbeleid gericht moet zijn op alle kinderen, jongeren en volwassenen in de stad. Daarom willen we het lokaal flankerend Investeren in netoverschrijdende onderwijsbeleid verder uitbouwen en versterken. Het moet in de omkadering meer armslag krijgen zodat de netoverschrijdende samenwerking, met het oog op de samenwerking gezamenlijke aanpak van onderwijsproblemen. Gent werkt als regisseur samen met de inrichtende machten van de andere netten om te kijken wie waar inspanningen kan doen. We richten een netoverschrijdend ‘Onderwijscentrum Gent’ op waar verschillende initiatieven zoals het 7‘StudieAdviesPunt’, het ‘Steunpunt leerplicht- en leerrechtbegeleiding’, de ‘Opvoedingswinkel’, de Brede-schoolcoördinatie, e.a. hun krachten kunnen bundelen. Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
We streven naar een kwalitatieve school en kinderopvang voor elk kind in de buurt.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: Prioritair Actie
Zowel bij grote projecten, bij de aanpak van de 19de-eeuwse gordel als bij de verdere verdichting van de kernstad staat de ambitie centraal om Gent als een leefbare Stadsontwikkeling stad te behouden en de selectieve stadsvlucht te keren. Daarom wordt er prioritair rekening gehouden met de bekommernissen van (gezinnen met) kinderen. Gent wil zich ook in die zin onderscheiden als de kindvriendelijkste stad in Vlaanderen. Opmerkingen: Prioritair
Actie
Adviesraad Preventieraad
Adviesraad Jeugdraad
Het bestuur zal via zijn grond- en pandenbeleid en zijn stadsontwikkelingsbeleid aansturen op een stevig aanbod aan nieuwbouwwoningen en dit zowel op het vlak van Wonen private, bescheiden als sociale woningen. De Stad Gent, private partners (ontwikkelaars en bouwgroepen), het stadsontwikkelingsbedrijf, de huisvestingsmaatschappijen, de sociale verhuurkantoren en het stedelijk huurkantoor moeten blijven samenwerken om meer betaalbare woningen te realiseren. Hierbij zal ook steeds worden gezocht naar gezinsvriendelijke woontypologieën. Wonen moet voor elke Gentenaar betaalbaar blijven. Het aantal woningen dat onder het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) valt en het aantal doorgangswoningen moet stelselmatig worden uitgebreid. Opmerkingen: Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum op pag. 1 bij volgende items: Een assertief stedelijk woonbeleid binnen Vlaamse en Federale beleidskaders op pag. 2: Positie innemen op alle segmenten van de woonmarkt De stad als regisseur op pag. 3: in overleg met de woonactoren
Adviesraad Woonraad
Eigen bijdrage / opmerkingen Bijna alle acties onder deze SD vallen volgens ons eerder onder een andere SD: het gaat namelijk integrale aandacht (over alle andere thema’s heen). Er kan echter Jeugdraad niet gekozen worden tussen thema’s wonen, ondersteuning van verenigingen, openbare ruimte, … Daarom hebben we enkel die acties weerhouden die écht over een integraal kindvriendelijk beleid gaan. Het spreekt voor zich dat de jeugdraad bijzonder graag meewerkt aan het bewaken van deze doelstelling. De Gezondheidsraad legt in het gezondheidsbeleid een belangrijke nadruk op kinderen omdat daar de grootste gezondheidswinst kan behaald worden. In vele Gezondheidsraad doelstellingen zal er specifiek luik voor kinderen worden opgenomen. De Gezondheidsraad wil op intersectorale wijze samenwerken om de gezondheid van de Gentse kinderen te verbeteren.
HSD2
Gent is op termijn klimaatneutraal en energie-onafhankelijk door maximaal in te zetten op energiereductie en duurzame, hernieuwbare lokale energieproductie.
SD2.1
Samen met alle stakeholders streven we naar een klimaatneutrale stad door het stimuleren van energie-efficiëntie, energiezuinig wonen voor iedereen en het gebruik en productie van hernieuwbare energie.
Actie
Bij lopende en komende stadsontwikkelingsprojecten en woonprojecten schakelt de Stad zich in voor een beleid van klimaatneutraliteit.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gecoro
De Stad Gent zorgt dat duurzaam gedrag voordelig is door onder meer het organiseren van groepsaankopen en het geven van gratis duurzaam bouwadvies, zowel inzake concept als uitvoering. We willen hierbij renovaties stimuleren die de energie-efficiëntie gevoelig doen toenemen, o.m. door goedkope leningen
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Besparen is nog steeds het duurzaamst. Moeten goedkope leningen gekoppeld worden aan inkomen en/of vermogen? Moet een accent gelegd worden op de sociaal zwakkere groepen?
Adviesraad Mina
De Stad kiest niet alleen voor 100% groene stroom voor de eigen gebouwen, maar gaat waar mogelijk ook voor de productie van groene stroom of groene warmte op het Gents grondgebied. Dit kan door verder te investeren in opwekking van energie uit zonnewarmte, waar mogelijk zonnepanelen op stadsgebouwen, warmte- en koudenetten en geothermische warmtepompen.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: De stad moet haar voorbeeldrol opnemen!
Adviesraad Mina
Er wordt actief gezocht naar bijkomende locaties voor volkstuintjes en tuinkamers. Ook de aanleg van verticale tuinen wordt gestimuleerd.
Natuur en Groen
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Adviesraad Het moet over meer gaan dan over volkstuintjes. Het moet gaan over stadslandbouw, over eigen voedselvoorziening, over verlagen van onze ecologische voetafdruk, Mina over educatie, … Vertikaal groen moet gestimuleerd worden, Gent moet een voorbeeldrol aannemen waar mogelijk. Actie
Actie
Gent creëert kansen voor groene economie, d.w.z. een economie die de aarde niet uitput of vervuilt, maar zoekt naar steeds efficiëntere kringlopen van energie, grondstoffen en goederen. Bedrijven vervuilen steeds minder en gaan afval als grondstof beschouwen waardoor ook nog eens extra werkgelegenheid en innovatieve diensten worden gecreëerd.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Dit is noodzakelijk als je transitie wil brengen in een economie die gericht is op fossiele brandstof.
Adviesraad Mina
Gent heeft de ambitie koploper te zijn op het vlak van duurzaamheid en klimaatneutraliteit. Gent wordt op termijn energie-onafhankelijk door maximaal in te zetten op energiereductie en duurzame en hernieuwbare lokale energieproductie.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Prioriteit
Gecoro
Het bestaande bouwreglement wordt aangevuld met energiebesparende voorwaarden.
Wonen
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gecoro
Het Havenbedrijf Gent en het havengebied zijn belangrijke spelers in de energievoorziening in Vlaanderen. Via de regierol die de haven heeft en door de Economie concessiepolitiek wil het havenbedrijf deze rol ook in de toekomst spelen. Het Havenbedrijf Gent speelt ten volle in op de politiek die de Vlaamse Regering inzake energie heeft uitgetekend. Om de doelstellingen inzake groene elektriciteitsproductie te helpen halen zal het havenbedrijf Gent ook in de toekomst initiatieven rond WKK, zon, wind en biomassa uit reststromen blijven stimuleren. We hanteren daarbij een uit te werken duurzaamheidskader dat voorwaarden stelt op vlak van duurzame productie en transport van de brandstof, het energetisch rendement en de vermeden CO2-uitstoot. Steeds moet worden aangetoond dat geïnvesteerd wordt in de best beschikbare technologie. Opmerkingen: Als Gent klimaatneutraal wil worden kan dit niet zonder het havengebied. Ook de haven moet energieneutraal worden. Hierop moet prioritair ingezet worden.
Adviesraad Mina
Het MOS-programma (Milieuzorg Op School) waarin de afval- en zwerfvuilproblematiek ruimschoots aan bod komt, zetten we onverminderd voort. De sensibilisering en educatie bij jongeren tussen 12 en 18 jaar moet verbeterd worden.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Een link met afval, zwerfvuil, sanctiebeleid vonden we enkel hier terug. IS MOS voldoende of een goed instrument? Afval en zwerfvuil is een groot probleem.
Adviesraad Mina
We moedigen de Gentenaars aan te participeren in coöperatieve vennootschappen rond de opwekking van energie door middel van windmolens zoals dit bijvoorbeeld Klimaat en duurzaamheid reeds in Eeklo het geval is. Daarnaast komt er een duidelijk kader voor de opwekking van groene stroom. Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Mina
We spelen de troeven van Gent als waterstad sterker uit. We creëren meer ruimte voor water, o.a. in functie van wateropvang en –infiltratie. De herinrichting van de Lieve kan hierbij als voorbeeld gelden. We koppelen en versterken daarbij het groen- en waternetwerk in functie van de klimaatambities. Verder wordt het wonen langs en met uitzicht op het water als troef uitgespeeld. Het waternetwerk wordt verder ook benut als een potentiële corridor van rust en stilte, als speelelement in parken en als duurzaam transportmiddel.
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Mina
We stimuleren passiefbouw, alsook nulenergie- en energiepositieve gebouwen, door te investeren in voorlichting van particulieren, aannemers en ontwikkelaars rond deze toekomstgerichte bouwwijzen.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gecoro
HSD2
Gent is op termijn klimaatneutraal en energie-onafhankelijk door maximaal in te zetten op energiereductie en duurzame, hernieuwbare lokale energieproductie.
SD2.2
We nemen een voorbeeldfunctie op door zelfvoorzienend te zijn op het vlak van elektriciteit (100% groene stroom) en het energieverbruik van onze stedelijke diensten jaarlijks met 3% te reduceren.
Actie
De Stad Gent gebruikt haar invloed in de raden van bestuur van de stadsbedrijven, intercommunales, de universiteit en hogescholen om deze te stimuleren om een beleid van duurzaamheid, klimaatneutraliteit en energie-onafhankelijkheid te realiseren.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gecoro
De Stad Gent vervult een voorbeeldfunctie op vlak van klimaatneutraliteit en duurzaamheid. We streven naar klimaatneutraliteit bij stedelijke gebouwen en trachten deze doelstelling ook in historische gebouwen maximaal te bereiken, zonder de monumenten aan te tasten. Nieuwe stadsontwikkelingsprojecten moeten voorlopers zijn qua klimaatneutraliteit. Ook in bestaande wijken leveren we inspanningen.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioriteit
Adviesraad Gecoro
Actie
HSD3
Gent kiest voor duurzame vervoerswijzen in functie van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid.
SD3.1
We maken de gefaseerde overstap naar duurzame vervoerswijzen voor brede lagen van de bevolking mogelijk.
Actie
De Stad investeert in de verbetering van het comfort voor de gebruiker van het openbaar vervoer (duidelijke en zichtbare overstaplijnen, kwaliteit halte-infrastructuur) Mobiliteit bij belangrijke knooppunten (Sint-Pietersstation, Dampoort, Zuid, Sint-Jacobs, Rabot-Griendeplein). Dit geldt in bijkomende orde ook voor de overstaplijnen naar fietsenstallingen en autodeelplaatsen.
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Sommige personen met beperking hebben specifieke noden waar openbaar vervoer niet altijd kan aan voldoen. Een aanvulling met specifiek vervoer zoals de Minder Mobielen Centrale blijft noodzakelijk.
Adviesraad SAPH
De Stad Gent stimuleert de Gentenaars om via groepsaankopen hun woningen beter te isoleren. We sporen bedrijven in de sociale economie aan om deze werkzaamheden uit te voeren.
Wonen
Opmerkingen: Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum van de Woonraad op pag. 1 bij volgende items: Duurzaam wonen in al zijn aspecten en op pag. 3 Samen wonen en samen leven
Adviesraad Woonraad
Er wordt voldoende plaats voor fietsers voorzien, zeker in straten met een druk woon-schoolverkeer. Kasseien tussen tramsporen worden zoveel mogelijk vervangen door een verharding die comfortabel is voor fietsers en voetgangers.
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: Coördinatie en overleg met focusgroepen bij heraanleg van straten.
Adviesraad SAPH
Het stadsbestuur eist dat De Lijn verder investeert in beter toegankelijke perrons (verhoogde perrons, aanrijdbare boordstenen) en in uitgestulpte haltes (waarbij de bus op de rijbaan stopt) om de doorstroming te verbeteren.
Mobiliteit
Opmerkingen: Aantal toegankelijke haltes moeten toenemen, cfr ook de vergrijzing van de bevolking.
Adviesraad SAPH
Het stadsbestuur zal erop staan dat het mee zeggenschap krijgt over het beleid en de investeringen in het openbaar vervoer die door De Lijn in de Gentse regio worden Mobiliteit ontwikkeld. Dit moet onder meer concreet gestalte krijgen door een apart directiecomité voor de Gentse regio waarin het Gentse stadsbestuur een directe vertegenwoordiging krijgt. Om de investeringen in de aanleg van nieuwe tramlijnen te versnellen zal het Gentse stadsbestuur naar Antwerps en Limburgs voorbeeld optreden als co-financier in de PPS-projecten die daarvoor moeten worden opgezet, o.m. met een vast deel van de parkeerinkomsten van het Mobiliteitsbedrijf. Verder zal het stadsbestuur bij De Lijn aandringen op volgende maatregelen: - in het kader van het netmanagement en de strijd tegen overvolle trams en bussen moet de frequentie van de hoofdlijnen in Gent verhoogd worden tot 1 tram/bus per 6 minuten en worden nieuwe tramstellen ingezet; - we willen een gebiedsdekkend laatavond- en nachtnet dat de hoofdlijnen van het dagnet bedient met op elke lijn een laatste rit tussen 0 en 1 uur ’s nachts; - De Lijn moet snel overschakelen naar bussen op Compressed Natural Gas (CNG). - Het nieuwe bestuur wil de uitbouw van een dubbele cirkellijn, met trams langsheen het tracé van de R40 en met bussen die de kernen van de deelgemeenten verbinden.
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Werkgroep Toegankelijkheid van de SAPH kan advies geven, knelpunten signaliseren en oplossingen voorstellen en uitwerken.
Adviesraad SAPH
Hoofdwegen worden systematisch gescreend in functie van het wegwerken van de zwakke punten voor fietsers (bv. Brugsesteenweg, Europabrug, maar ook op- en afritten van R4). We vermijden dat fietsvoorzieningen plots stoppen of doodlopen. Bij heraanleg van straten en fietspaden hebben we aandacht voor het wegwerken van drempels (niveauverschillen) aan op- en afritten van fietspaden.
Mobiliteit
Opmerkingen: Algemeen: Werkgroep Toegankelijkheid van de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap kan een constructieve rol spelen.
Adviesraad SAPH
Voor het goederentransport naar het centrum van de stad wordt een stadsdistributiecentrum uitgebouwd. Op die manier voorkomen we dat grote vrachtwagens zich Mobiliteit nog langer door het stadscentrum moeten wringen. Vanuit het stadsdistributiecentrum worden de goederen via schepen en/of kleine, milieuvriendelijke vrachtwagens verder verdeeld naar de kleinhandel én andere winkels. Opmerkingen: Minder hinder = minder druk op de ruimte / leefbaarheid / verkeersveiligheid
Adviesraad Gecoro
We bevorderen cultuurparticipatie door te blijven ijveren voor laatavondvervoer met tram, bus of taxi.
Cultuur
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad SAPH
We bouwen aan de rand van de stad (begrensd door de verkorte R40) een ring van Park&Ride parkings vertrekkende van de reeds bestaande Park&Ride parkings. Vanaf daar krijgt het openbaar vervoer maximaal voorrang via aparte beddingen en verkeerslichtenbeïnvloeding wat een vlotte verbinding met de kernstad en de andere woonkernen mogelijk maakt. Zo worden automobilisten die van buiten Gent onze stad bezoeken, opgevangen en aangemoedigd om aan de rand van de stad over te stappen op het openbaar vervoer. Eens dat gerealiseerd, wordt het aantal rijstroken voor het binnenrijdend verkeer verminderd.
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
We wensen dat Gentenaars, pendelaars, en bezoekers aan de stad, op verschillende, duidelijk aangegeven plekken in de stad, een fiets kunnen gebruiken en deze elders terug kunnen zetten (‘leenfietsen’). Daarvoor zoeken we naar een soepele en betaalbare formule.
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Eigen bijdrage / opmerkingen Algemene opmerking die niet terug te vinden is in het bestuursakkoord als actiepunt an sich: niet-wenselijke mobiliteit moet in eerste instantie worden voorkomen vooraleer je allerlei actiepunten vooropstelt om mobiliteitsproblemen in een stad te gaan bestrijden of beheersen. Einddoel 2019: Gent is een integraal toegankelijke stad!!
Gecoro SAPH
HSD3
Gent kiest voor duurzame vervoerswijzen in functie van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid.
SD3.2
We garanderen de bereikbaarheid in en naar de stad en verbeteren de doorstroming van het verkeer.
Actie
Bij openbare werken waken we over de leefbaarheid voor de omgeving, maar ook over de leefbaarheid voor alle weggebruikers, door de hinder te beperken. Ook omleidingen moeten beperkt, duidelijk aangeduid en verkeersveilig zijn voor automobilisten, fietsers en voetgangers. Ook de toegankelijkheid van woningen, bedrijven en handels- en horecazaken moet gegarandeerd blijven. Door een betere coördinatie van de werken via de 'Minder-hinder-cel', wordt mobiliteitsimpact van werken maximaal beperkt. We gebruiken hierbij, naast duidelijke en afdoende signalisatie op en rond de werf, ook nieuwe technologie, zoals apps, automatische GPS-updates, dynamische verkeersgeleiding en sociale media. Via de website moet iedereen een overzicht van de werken, de omleidingen, de te verwachten hinder en alternatieve routes kunnen opvragen en downloaden.
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Duidelijke en toegankelijke signalisatie aanbrengen. Aandacht voor slecht geparkeerde voertuigen. WIFI overal beschikbaar stellen.
Adviesraad SAPH
De nieuwe bestuursploeg aanvaardt het principe van oplopende parkeertarieven – in concentrische cirkels - richting stadscentrum als sturend instrument in het ontmoedigen van de autobereikbaarheid van de binnenstad voor bezoekers. Een aanpassing van de parkeertarieven moet ook het langparkeren in de parkings tegengaan.
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
De Stad Gent maakt snel werk van de omschakeling van de verkeerslichten zodat het openbaar vervoer altijd groen licht krijgt bij het naderen van het kruispunt. Bij het Vlaams Gewest wordt aangedrongen om hetzelfde te doen op de gewestwegen op Gents grondgebied.
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad SAPH
Het stadsbestuur dringt bij de NMBS aan op volgende maatregelen: Mobiliteit - de uitbouw van een Gents voorstadsnet met frequentere en soepele treinverbindingen tussen de bestaande kleine stations rond Gent en Gent Sint-Pieters en Gent Dampoort. Nieuwe stopplaatsen (zoals Muide) worden in dit voorstadsnet geïntegreerd. - Er wordt een oplossing uitgewerkt, al dan niet in samenwerking met De Lijn, voor een degelijke openbaar vervoersverbinding tussen de stad, de haventerreinen en de kanaaldorpen aan de oostzijde van het kanaal, en Zelzate, waarbij de inzet van lijn 204 een van de mogelijkheden is. - Van zodra het kan (vier sporen Denderleeuw-Brussel en afwerking Gent-Sint-Pieters) wordt de rechtstreekse verbinding tussen Gent-Sint-Pieters en Brussel op frequentie van 4 treinen per uur gebracht en wordt er tussen Gent Dampoort en Brussel een regelmatige treinverbinding met een verhoogde frequentie in de spits voorzien. - Gent moet na middernacht per trein verbonden zijn met Brussel en de andere grotere steden in Vlaanderen. Opmerkingen: Real-time informatie optimaliseren. Verhoogde perrons. Duidelijke signalisatie met auditieve en visuele informatiemogelijkheden.
Adviesraad SAPH
Actie
Actie
Actie
Actie
Het stadsbestuur eist dat De Lijn verder investeert in beter toegankelijke perrons (verhoogde perrons, aanrijdbare boordstenen) en in uitgestulpte haltes (waarbij de bus op de rijbaan stopt) om de doorstroming te verbeteren.
Mobiliteit
Opmerkingen: Aandacht naar verkeerd parkeren van personenwagens, dubbel parkeren.
Adviesraad SAPH
We bevorderen cultuurparticipatie door te blijven ijveren voor laatavondvervoer met tram, bus of taxi.
Cultuur
Opmerkingen: Ook naar de voorsteden van Gent, Kanaalzone.
Adviesraad SAPH
Wij blijven ons inzetten voor een doorgedreven uitbouw van een fijnmazig en veilig fietsnet met als doel alle belangrijke voorzieningen, scholen, stations en recreatieve plekken veilig per fiets bereikbaar te maken. Daarbovenop komt er een netwerk van snelfietspaden voor veilige verbindingen op lange afstand tussen het centrum, de wijken, de haven en de voorstadskernen. Waar veel fietsers voorbijkomen kunnen fietsstraten – straten met voorrang voor de fietsers - worden overwogen. Er komen voldoende veilige fietsenstallingen (onder meer fietstrommels) in woonwijken, bij winkelcentra, culturele en recreatieve infrastructuur en bij administratieve diensten. Op de drukst bezochte plekken zijn deze stallingen overdekt.
Mobiliteit
Opmerkingen: Implementeren STOP-principe
Adviesraad Gecoro
Wij blijven onverkort kiezen voor een fijnmazig tramnet in Gent. Hiervoor moet het Pegasusplan onverminderd worden uitgevoerd. Naast de spoedige realisatie van de reeds voorziene verlengingen richting Zwijnaarde, UZ Gent, en op The Loop, betekent dit in de eerste plaats dat er in de komende legislatuur een doorbraak komt in de realisatie van de vertramming van lijn 3 (richting Mariakerke), lijn 7 (deel Sint-Pietersstation - Dampoortstation) en de tramlijn tussen het Neuseplein en de Dampoort in het kader van het project Oude Dokken. Er moet met de realisatie van minstens één van die tramlijnen gestart worden.
Mobiliteit
Opmerkingen: Opleidingen voor chauffeurs naar thema’s beperking en toegankelijkheid aanmoedigen. Duidelijke en toegankelijke signalisatie niet vergeten.
Adviesraad SAPH
Eigen bijdrage / opmerkingen Algemene opmerking die niet terug te vinden is in het bestuursakkoord als actiepunt an sich: niet-wenselijke mobiliteit moet in eerste instantie worden voorkomen vooraleer je allerlei actiepunten vooropstelt om mobiliteitsproblemen in een stad te gaan bestrijden of beheersen.
Gecoro
HSD3
Gent kiest voor duurzame vervoerswijzen in functie van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid.
SD3.3
We organiseren de mobiliteit in Gent zo dat de leefbaarheid maximaal wordt gewaarborgd
Actie
Alle nieuwe meergezinswoningen moeten over twee fietsplaatsen per slaapkamer beschikken.
Wonen
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
De heraanleg van voetpaden in slechte staat wordt prioritair uitgevoerd.
Mobiliteit
Opmerkingen: Men heeft deze actie geselecteerd, omdat met nog expliciet wil vermelden dat de heraanleg van FIETSpaden ook niet mag vergeten worden. Deze actie was niet opgesomd onder deze SD, maar komt ongetwijfeld elders terug. Implementeren STOP-principe
Adviesraad Jeugdraad
Deze ontmoetingsplaatsen zijn op een veilige manier bereikbaar. We ijveren ervoor dat jongeren ’s nachts met het openbaar vervoer of met de fiets op een veilige manier thuis kunnen geraken.
Faciliteiten voor jongeren
Opmerkingen: Deze actie komt ook terug bij cultuurparticipatie. De jeugdraad wil nog opmerken dat nachtbussen voor jongeren nog veel belangrijker zijn dan voor een iets ouder publiek. De jeugdraad is er zich van bewust dat openbaar vervoer ’s nachts geen evidentie is, maar dat goede verbindingen met het openbaar vervoer (naar alle deelgemeenten) minstens tot middernacht moeten voorzien worden.
Adviesraad Jeugdraad
Elke herinrichting van het openbaar domein gebeurt kindvriendelijk, te beginnen met de woonstraten en met groene en open ruimten. Conform de realisatie van het speel- en verbindingsweefsel moeten kinderen op een veilige manier met de fiets of te voet op school, de sportclub of de jeugdvereniging kunnen geraken.
Jeugd
Opmerkingen: Kindvriendelijke mobiliteit zien we enkel als veilige mobiliteit voor álle weggebruikers. Kindvriendelijkheid mag niet worden geïnterpreteerd als iets ludiek of kinderachtig, zeker niet als het over mobiliteit gaat.
Adviesraad Jeugdraad
Elke parking (zeker bovengronds maar in principe ook ondergronds) is ook voorzien van een parkeerruimte voor fietsers en van bredere plaatsen voor jonge ouders.
Mobiliteit
Actie
Actie
Actie
Actie
Gecoro
Opmerkingen: Adviesraad Vooral de fietsplaatsen spreken de jeugdraad aan. Het is ook belangrijk dat er rekening gehouden wordt met het feit dat er almaar meer verschillende soorten fietsen Jeugdraad zijn (elektrische fietsen, bakfietsen, fietskarren, …). Actie
Er komt een duidelijke timing voor de uitbouw van de groenassen die de verbinding vormen van de stadskern naar de groenpolen.
Natuur en Groen
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Mina
Actie
Gent maakt werk van de herwaardering van het netwerk van trage wegen die vertrekken vanuit en lopen doorheen de deelgemeenten. In het bijzonder voor woonschoolverkeer wordt maximaal naar veilige fietsroutes gekeken, waarvoor desgevallend alternatieve routes worden gepromoot.
Mobiliteit
Opmerkingen: Adviesraad Trage wegen zijn veilige wegverbindingen, zijn belangrijk voor natuurontwikkeling (ecologische verbinding tussen natuurgebieden, waardoor tal van planten en dieren Mina zich kunnen verspreiden over een groter gebied. Daarnaast zijn trage wegen een specifieke biotoop voor verschillende planten en insecten), verhogen de leefbaarheid.
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Gevaarlijke kruispunten worden heringericht op maat van de jonge fietser en voetganger, waarbij zoveel mogelijk naar conflictvrije regelingen wordt gestreefd.
Mobiliteit
Opmerkingen: Gent als fietsstad, Gent als stad waar de auto ‘niet nodig’ is, Gent die harde keuzes moet maken (Fiets van Troje), degelijke infrastructuur is nodig. Dit start bij de aanleg van oa kruispunten.
Adviesraad Mina
Het stadsbestuur overlegt structureel met alle stakeholders bij het uittekenen en de uitvoering van het mobiliteitsbeleid. Op deze wijze doen we beroep op hun expertise en betrokkenheid bij het mobiliteitsvraagstuk. Via participatiemethodieken gaan we ook in rechtstreekse dialoog met bewoners en weggebruikers over de kansen voor een andere mobiliteit.
Mobiliteit
Opmerkingen: Een breed draagvlak is nodig als de harde keuzes die gemaakt moeten worden, uitgevoerd moet kunnen worden.
Adviesraad Mina
Om de verkeersleefbaarheid in de binnenstad te verhogen onderzoeken we hoe doorrijtrajecten kunnen worden geknipt. Daarbij wordt nagegaan hoe het in- en uitgaand verkeer via de parkeergeleiding rechtstreeks naar de parkings in de binnenstad van en naar de R40 (kleine stadsring) en het hoofdwegennet (R4/E40/E17) geleid kan worden. Dit kan de mogelijkheid bieden om bijkomende gebieden in het centrum autovrij te maken.
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Op korte termijn wordt ook zone 30 ingevoerd of worden woonerven aangelegd in de woongebieden van de deelgemeenten waar dit nog niet het geval is (Drongen, Wondelgem, enz.).
Mobiliteit
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Speelstraten en autoloze zondagen zorgen er voor dat de kinderen de stad op een andere manier ervaren. Er wordt dan ook maximaal ingezet op het faciliteren ervan. Jeugd
Opmerkingen: Vooral voor de speelstraten zijn we gewonnen, autoloze zondagen zijn oké zolang ze niet teveel wegen op budget (dan liever structurele maatregelen). Kan een vaste speelstraat-dag een idee zijn?
Adviesraad Jeugdraad
Actie
We willen zoveel mogelijke comfortabele en veilige obstakelvrije voetpaden met voldoende ruimte zodat rolstoelgebruikers en kinderwagens gemakkelijk door kunnen. Mobiliteit Obstakels op voetpaden, pleinen en in voetgangersgebied, worden weggewerkt of kunnen vermeden worden via een aangepast alternatief. Hiermee wordt nauwgezet rekening gehouden bij het uitreiken van nieuwe vergunningen voor nutsvoorzieningen, publiciteitspanelen of straatmeubilair. Net zoals voor uitstallingen en terrassen, moet de overheid in haar ontwerpen en haar vergunningenbeleid, bijzonder streng zijn inzake vrije doorgang op trottoirs. Opmerkingen: Implementeren STOP-principe Hiermee gepaard gaat de aanwezigheid van veilige fietstallingen in de stad zodat fietsen niet op het voetpad moeten staan. In het stadscentrum moet prioriteit gegeven worden aan de voetganger, fietser, het openbaar verkeer. Vrije doorgang voor voetgangers verzekeren, maar rekening houdend met de mogelijkheid tot plaatsen van gevelisolatie door inname openbaar domein.
Adviesraad Gecoro Mina
Eigen bijdrage / opmerkingen Structureel inbreken in De Lijn (prioriteit aan het verbeteren van de tramlijnen, uren en dienstverlening). Meervoudig gebruik in tijd en ruimte: Parkings staan leeg nacht, w afgesloten – straten vol Algemene opmerking die niet terug te vinden is in het bestuursakkoord als actiepunt an sich: niet-wenselijke mobiliteit moet in eerste instantie worden voorkomen vooraleer je allerlei actiepunten vooropstelt om mobiliteitsproblemen in een stad te gaan bestrijden of beheersen.
Mina Gecoro
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.1
We verbeteren de woon- en leefkwaliteit van het bestaande stadsweefsel door bij stadsvernieuwingsoperaties op een duurzame wijze om te gaan met de ruimte in samenwerking met de Gentenaars.
Actie
Alle betrokken partners in grote projecten onderschrijven een participatiepact waarin is opgenomen op welke manier bewoners en bewonersgroepen kunnen Stadsontwikkeling deelnemen aan de besluitvorming over het project. Dit moet uitmonden in bredere coalitie van samenwerking (tot en met co-partnerschap) voor de realisatie van bepaalde deelprojecten. Dit wordt onder meer een belangrijk aandachtspunt bij zowel de herinrichting van de stationsomgeving Dampoort, als bij de stadsvernieuwing van de Dampoortwijk (‘Oud Sint-Amandsberg’). Opmerkingen: De GECORO vraagt na te gaan hoe, in het licht van eerdere ervaringen (“cfr. “Ledeberg Leeft”) het hefboomeffect van stedelijke acties kan worden versterkt, onder meer door “slimme financiering”. Daarbij mag zeker niet uit het oog worden verloren dat Gent naast een ‘leef’stad ook een ‘werk’stad is. De GECORO is van oordeel dat hier tal van opportuniteiten voor samenwerking liggen.
Actie
Actie
Actie
Adviesraad Gecoro
De grote projecten moeten bijgestuurd kunnen worden in functie van zich wijzigende situaties. Ze krijgen een grotere koppeling en afstemming met programma’s in de Stadsontwikkeling omliggende wijken. Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Er blijft nood aan een grote, bijkomende krachtinspanning voor de stadsvernieuwing in 19de-eeuwse gordel. Daarvoor wordt een wijkontwikkelingsfonds in het leven geroepen met een grote inzet van middelen uit het Stedenfonds. Tegen het einde van de legislatuur wordt een derde van het budget van het Stedenfonds ingezet via dit wijkontwikkelingsfonds. Het fonds moet tevens toelaten om op opportuniteiten in te spelen. Het wijkontwikkelingsfonds grijpt enerzijds in op alle wijken met bijzondere noden, en wordt tevens geconcentreerd ingezet op bepaalde wijken waaronder alvast de Dampoortwijk en de wijk Muide-Meulestede. Ook Nieuw Gent heeft bijzondere aandacht nodig, met grondige renovatie van de bestaande sociale woningen en het volwaardig gebruiken van de open ruimte Daarvoor wordt een omvangrijk en geïntegreerd programma uitgewerkt voor de komende twee bestuursperiodes. Het verhogen van het aanbod aan degelijke huisvesting en de inbreng van meer publiek beschikbaar groen zijn daarbij de belangrijkste hefbomen voor verbetering.
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Er wordt in het kader van het nieuwe plan duurzame stadsontwikkeling werk gemaakt van een lange termijnplan en –strategie voor een sociale stadsvernieuwing in de Stadsontwikkeling 19de-eeuwse gordel. Het plan is ook een hefboom voor het verkrijgen van meer middelen bij de Vlaamse regering. Opmerkingen: Prioritair
Eigen bijdrage / opmerkingen
Adviesraad Gecoro
In het memorandum van de Woonraad wordt op pag. 2 voorgesteld dat de regierol van het stedelijk woonbeleid bij uitstek tot uiting moet komen via een wijkgerichte Woonraad stadsvernieuwing. Er dienen belangrijke financiële middelen te worden ingezet om de meest verkommerde woonbuurten te vernieuwen. Wanneer initiatieven van woonactoren bijdragen aan de doelstellingen van het stedelijk woonbeleid, dan pleit de Stedelijke Woonraad ervoor dat de stad de samenwerking zou opzoeken en ondersteunen, eerder dan om parallelle eigen initiatieven te ontwikkelen. Wel is het belangrijk dat het stedelijk woonbeleid de regierol behoudt zodat een versnippering van middelen en instrumenten kan vermeden worden, en zodat het woonbeleid niet herleid wordt tot het subsidiëren van instellingen en organisaties. Het lokale bestuur zal dan ook zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen in de grondregie.
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.2
Onze nieuwe stadsontwikkelingsprojecten ontwikkelen we als voorbeeldwijken voor de 21e eeuw inzake vernieuwende stedelijke woontypologieën, publieke ruimte, mobiliteit en energie.
Actie
Elke herinrichting van het openbaar domein gebeurt kindvriendelijk, te beginnen met de woonstraten en met groene en open ruimten. Opmerkingen: Aandacht voor veiligheid! Sociale controle door bvb. vrijwilligers is belangrijk op verschillende plaatsen om jongeren veilig vrij te laten. (In ziekenhuizen ziet met vaak gevallen van bvb. aanranding bij jonge meisjes)
Actie
Adviesraad Gezondheidsraad
Er komt een stedelijke bouwmeester die de beoogde architecturale kwaliteit als belangrijke pijler van Gent, stad van Kennis en Cultuur, zal bewaken en stimuleren. Op Stadsontwikkeling termijn treedt hij in de plaats van de diverse afzonderlijke kwaliteitsteams bij grote stadsprojecten. Hij heeft voeling met het Gentse stedelijke weefsel en zijn rol moet duidelijk gedefinieerd worden. Zijn aanstelling kan leiden tot de afschaffing van een aantal andere adviesorganen, en het inkorten van de vergunningsprocedures. Hij focust zich in het bijzonder op de grootschalige projectontwikkelingen, maar ook op elke ingreep in gevoelige zones vanuit het oogpunt van monumenten- en landschapszorg. Bij de uitwerking wordt er over gewaakt dat dit de besluitvorming over projecten niet versnippert of vertraagt. Opmerkingen: Adviesraad De GECORO oordeelt hier dat de afbakening van de taken van de bouwmeester verder moet bekeken worden en dat de commissie hier verder nauw wil bij betrokken Gecoro worden.
Actie
Actie
Tegen 2020 wordt bij de start van nieuwe stadsvernieuwingsprojecten rekening ge houden met voorzieningen voor eerstelijnszorg in de wijk, maar ook met het creëren van een gezonde leefomgeving (advisering Gezondheidsraad).
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: (Essentie is dat er rek meegehouden wordt, de advisering is het hoe)
Adviesraad Gezondheidsraad
We ijveren voor een optimale geografische spreiding van culturele infrastructuur op maat van de buurt of deelgemeente. Opmerkingen: Effectief aangeduid door GZR?
Adviesraad Gezondheidsraad
Eigen bijdrage / opmerkingen De Gezondheidsraad is bereid advies te leveren en mee na te denken over mogelijke nieuwe invullingen van een wijk bij stadsvernieuwing om zo de gezondheid van de Gentenaar in die wijk te verbeteren door bvb. meer faciliteiten in de wijk om te bewegen of een meer toegankelijke eerstelijnsgezondheidszorg.
Gezondheidsraad
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.3
We creëren meer aantrekkelijke, kindvriendelijke en bruikbare publieke en groene ontmoetingsruimte in de stad en nodigen uit om deze samen te beleven. We waarborgen de kwaliteit van de bestaande publieke ruimte.
Actie
Cruciaal in het behoud van de leefbaarheid van de wijken is het respect voor de ruimtelijke draagkracht en het verhogen van de kwaliteit van de ruimte. Aandacht voor Stadsontwikkeling coherente stads- en schaalpatronen per buurt, wijk of deelgemeente zijn daarbij belangrijk. Waar nodig worden beeldkwaliteitsplannen opgemaakt.
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
De groennorm van een wijkpark (van minstens 1 ha) op 400 m wandelafstand voor elke Gentenaar wordt stap voor stap gerealiseerd, uiteraard prioritair in dichtbebouwde woonwijken. Nieuwe (woon)projecten moeten intern aan de groennorm voldoen maar moeten tevens de groentekorten in de omgeving van het project helpen wegwerken. Nieuwe opportuniteiten voor wijkparken worden benut. Zeker in de dichtbebouwde 19de-eeuwse volkswijken zullen stedenbouwkundige ingrepen (ontpitting) worden verdergezet om tot voldoende woongroen te komen.
Natuur & groen
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Er wordt verder gewerkt aan formules die scholen (ruimtes of speelplaatsen) ook na de schooluren en in de weekends toegankelijk maken voor kinderen en jongeren, eventueel gekoppeld aan cultuur- en sporteducatie na de schooluren.
Jeugd
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
Gent zet verder in op creëren van maximaal bruikbare en beleefbare parken, in plaats van te mikken op zuiver esthetische (kijk)parken. We leren van de ervaringen met het Groene Valleipark en betrekken reeds in een vroege fase de bewoners bij het ontwerp.
Natuur & groen
Opmerkingen: Een park moet gebruikt kunnen worden om te sporten, te spelen, een optreden te organiseren, te BBQ’en, … Een belangrijke actie dus!
Adviesraad Jeugdraad
Om aan de toenemende vergrijzing het hoofd te bieden, zorgen we voor bijkomende aangepaste woningen voor senioren. Het OCMW zal op haar gronden sociale assistentiewoningen bouwen voor oudere mensen zodat ze, ongeacht hun financiële situatie, van een degelijke woning met zorg kunnen genieten. We investeren in betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor ouderen door enerzijds de Vlaamse gesubsidieerde leningen aan te wenden voor de bouw van deze assistentiewoningen en anderzijds gebruik te maken van de subsidies voor de omgevingsaanleg van gemeenschapsvoorzieningen.
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
Om te vermijden dat sociale huurders in nieuwbouwprojecten nog jaren door de modder moeten lopen, zal de Stad Gent een projectleider aanstellen voor het ontwerpen en het aanleggen van het openbaar domein bij sociale huisvesting. Deze kan de taak van de Vlaamse Maatschappij voor Sociale Woningbouw (VMSW) overnemen.
Wonen
Opmerkingen: Opgepast dat men door het overnemen van taken geen subsidies verloren laat gaan! Actie
Actie
Actie
Adviesraad Preventieraad
Tijdelijk groen en natuur zorgen voor zuurstof in dichtbewoonde wijken. Voorlopig ongebruikte/onbebouwde (maar in de toekomst bebouwbare) sites kunnen met een Natuur & groen minimale aanleg tijdelijk in gebruik worden genomen. Opmerkingen: Men is grote fan van tijdelijke invullingen.
Adviesraad Jeugdraad
We breiden het publiek sanitair uit over de hele stad. Het voldoet aan de noden van vrouwen en mannen en het is toegankelijk voor personen met een handicap. Het wordt degelijk onderhouden en is gratis.
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
We streven naar een meervoudig, creatief en zorgvuldig ruimtegebruik. Gezien de schaarse ruimte en in functie van een levendige stad streven we maximaal naar het Stadsontwikkeling mengen van functies. We pleiten voor een beter en meervoudig gebruik van gronden en gebouwen (bv. brede scholen, leegstaande kerkgebouwen, edm.). Met het Agentschap Wegen en Verkeer wordt uitgeklaard hoe het (tijdelijk) gebruik onder viaducten maximaal kan worden ingevuld ifv stedelijke noden (bv. parkeren, sport & spel,…) . Opmerkingen: Adviesraad Prioritair Preventieraad De jeugdraad beseft dat ruimte schaars (en duur) is. Een goede manier om hiermee om te gaan is creatiever en flexibeler omgaan met de bestaande ruimte. Voordeel Jeugdraad is dat dit met minimale kosten kan gebeuren. We zien dit als een haalbaarder actie dan het streven naar een park op 400m wandelafstand. We kiezen prioritair voor de openstelling van speelplaatsen van scholen (uiteraard mits goede afspraken).
Actie
Actie
We voeren de strijd tegen zwerfvuil en sluikstorten op. Het veegplan wordt dynamischer. Waar nodig plaatsen we meer en/of grotere afvalbakken of wordt de ophaalfrequentie verhoogd.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Er wordt reeds jaren goed en intensief met diverse diensten gewerkt rond dit thema, maar dit vertaalt zich jammer genoeg niet in een reductie van het aantal en de tonnage sluikstorten die men jaarlijks ophaalt.
Adviesraad Preventieraad
We willen meer (open) ruimte om te sporten: niet enkel voldoende sportinfrastructuur, maar ook meer toegankelijke en voor sport bruikbare groene en open ruimte. Een toegankelijke groenpool op fietsafstand en buurtgroen voor iedereen. Veilige wegen, landelijke wegen, jaagpaden, bos en parken zijn hét terrein bij uitstek voor zachte recreatie zoals wandelen, lopen, fietsen, (toestel)fitnessen… Een ‘loopplan voor Gent’ zorgt voor aangelegde en veilige loopcircuits op Finse pistes onmiddellijk aansluitend bij het centrum (Coupure, Visserij e.a.), en in de wijken en deelgemeenten.
Sport
Opmerkingen: De jeugdraad vindt het belangrijk dat sporten niet per se betalend hoeft te zijn, ook wil men niet altijd hoeven te reserveren als men wil gaan sporten. We vinden tevens dat er overal moet kunnen gesport worden. Sporten is echter meer dan joggen en voetbal (op een voetbalplein achter hekkens). Parken moeten sportbeoefening meer faciliteren.
Adviesraad Jeugdraad
Actie
Woonstraten, pleinen en parken worden zoveel mogelijk op maat van kinderen ingericht. We zorgen er voor dat kinderen zich op een veilige manier kunnen verplaatsen naar school, naar speelruimtes en naar recreatievoorzieningen. Er wordt in elke wijk en buurt werk gemaakt van een gebiedsdekkend en aaneengesloten speelruimteweefsel.
Stadsontwikkeling
Opmerkingen: Vanuit de insteek “participatie” vraagt de GECORO om de Gentse jeugd bij de inrichting van publieke speelruimte te betrekken.
Adviesraad Gecoro
Eigen bijdrage / opmerkingen Algemene opmerking bij SD 4.3: wonen is echt een probleem aan het worden in Gent.
Preventieraad
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.4
We beschermen de natuur en breiden het aantal en de oppervlakte van de parken en de groenpolen uit.
Actie
Het stand still principe voor natuur wordt hard gemaakt door nieuwe, harde ontwikkelingen te koppelen aan de voorafgaande compensatie in nieuwe groen- en natuurgebieden. We maken een thematisch RUP Groen op. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar het juridisch beschermen van zonevreemde natuur en bos met prioriteit voor gebieden groter dan 1.000 m² en gebieden waar de groennorm nog niet is gehaald. Om de stand still inzake natuur te monitoren wordt de biologische waarderingskaart regelmatig geactualiseerd.
Natuur & groen
Opmerkingen: Prioritair Tuinen, parken, straatgroen, bomen,… vormen samen de stedelijke groenruimte. Door verdichting, verwijdering van bomen, het verzegelen van vele voortuinen en het minimaliseren van groen in vele renovatie/nieuwbouwprojecten wordt niet voldaan aan het stand still principe. De kwaliteit behouden is goedkoper dan herstellen. Er is te weinig natuur, met nog minder kunnen we het niet stellen.
Adviesraad Gecoro Mina
Actie
De groenpool Gentbrugse Meersen wordt tegen 2020 afgewerkt. Daarvoor voltooien we de verwerving van de nodige gronden. Ook voor het noordelijk deel wordt een Natuur en Groen inrichtingsplan en beheersplan opgemaakt. Opmerkingen: Adviesraad Bij het inrichten van groenpolen vragen we om ervoor te zorgen dat natuur zich spontaan kan ontwikkelen., veelal gebeuren te veel kunstmatige ingrepen (verharding, Mina aanplanting,…). Bij de inrichting van de groenpolen graag de nadruk op groen en natuur en minder op recreatie. Monumenten horen niet thuis in groenpolen.
Actie
Actie
Actie
Er is geen ruimte voor bebouwing op plaatsen met hoge ecologische waarde of plaatsen die gevoelig zijn voor wateroverlast. Gent past de watertoets onverkort toe.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Er worden ontsnipperingsmaatregelen (ontwikkelen van corridors tussen opeenvolgende groene gebieden, opbreken wegverharding waar mogelijk (bv Baudelopark), vergroenen en uitbreiden bermen, amfibietunnels, e.a.) uitgewerkt en ecologische corridors uitgebouwd. We bepleiten bij de Vlaamse overheid de bouw van ecoducten over de Ringvaart om de Bourgoyen te verbinden met de Assels en de Vinderhoutse Bossen, gekoppeld aan bestaande bruggen.
Natuur en Groen
Opmerkingen: Het Groen- en Blauwnet is enorm versnipperd en staat onder druk (verdichting). De eigen mogelijkheden moeten ook worden aangegrepen. Is er ruimte voor opportuniteiten? Worden opportuniteiten voldoende opgezocht?
Adviesraad Mina
Het bestuur versterkt haar inspanningen in de realisatie van de groenpolen rond de stad. Er gaat specifieke aandacht naar de bereikbaarheid van die polen met het openbaar vervoer en voor fietsers. Er wordt daarbij i.s.m. andere overheden en buurgemeenten geïnvesteerd in een recreatief nevenaanbod in de groenpolen.
Recreatie en toerisme
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
Het stadsbestuur eist van de Vlaamse en provinciale overheid de snelle realisatie van de drie andere groenpolen (Parkbos, Vinderhoutse bossen, Vliegveld Lochristi). De groenpolen spelen een belangrijke rol in de realisatie van 300 ha extra bos. Maar ook na de realisatie hiervan zal Gent een bosarme regio blijven. Er moeten dus ook mogelijkheden onderzocht worden om bijkomende bosoppervlakte te bestemmen.
Natuur & groen
Opmerkingen: De GECORO is van oordeel dat de ambities, zoals in het richtinggevend gedeelte van het RSG geformuleerd dienen gehandhaafd. Prioritair
Adviesraad Gecoro Mina
Via bijkomende aankoop van natuurgebieden in de Leievallei (o.a. via subsidies van de Stad Gent) maken we actief werk van een Levende Leievallei.
Natuur en groen
Opmerkingen: Natuurwaarden zijn nog volop aanwezig in dit gebied, dit moet gevrijwaard blijven. Dit kan enkel door goed beheer. Het grootste natuurgebied op Gents grondgebied heeft nood aan steun van Stad Gent om te kunnen blijven bestaan.
Adviesraad Mina
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.5
We verruimen het aanbod aan sociale, bescheiden en private wooneenheden in zowel de huur- als koopmarkt.
Actie
Op termijn willen we in Gent naar 20% sociaal verhuurde woningen evolueren.
Wonen
Opmerkingen: Terug te vinden in de fiches 1, 2 en 11 uit het memorandum van de Woonraad: het aandeel sociale huurwoningen doen toenemen het aanbod aan betaalbare, kwaliteitsvolle en aangepaste sociale huurwoningen verhogen 2000 extra sociale huurwoningen in de volgende legislatuur
Adviesraad Woonraad
Actie
De nieuwe bestuursploeg mikt op een forse uitbreiding van het aantal sociale woningen. Daarom onderhandelen we met de sociale huisvestingsmaatschappijen om te Wonen komen tot een vooruitgangspact, met een resultaatsverbintenis over het aantal nieuw te bouwen en te renoveren wooneenheden. Opmerkingen: Terug te vinden in de fiches 1, 2 en 11 uit het memorandum van de Woonraad: het aandeel sociale huurwoningen doen toenemen het aanbod aan betaalbare, kwaliteitsvolle en aangepaste sociale huurwoningen verhogen 2000 extra sociale huurwoningen in de volgende legislatuur
Actie
Adviesraad Woonraad
In Gent zijn veel te weinig goede betaalbare huurwoningen op de private markt. Wij willen daar verandering in brengen. Wonen - Wij streven naar de oprichting van één performant sociaal verhuurkantoor dat intens samenwerkt met het stedelijk huurkantoor, met respect voor de huidige partners. Streefdoel is te komen tot 50 à 100 extra woningen op jaarbasis. - Het nieuwe bestuur wil zelf gronden vrijmaken voor betaalbare huurwoningen. Samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen zullen we projecten uitwerken voor huurders met een bescheiden inkomen die op de private markt moeilijk aan een woning geraken. Huishoudens met één inkomen en starters kunnen hiervoor in aanmerking komen. - Wij blijven ook pleiten voor redelijke huurprijzen. We controleren of verhuurders hun huurprijs bekend maken, en pleiten voor een uitbreiding van deze verplichting tot kamers. We onderzoeken of we de ondersteuning van renovatiewerken door premies en goedkope leningen afhankelijk kunnen maken van de bereidheid om het pand enkel nog te verhuren volgens objectief vastgestelde richthuurprijzen. - We dringen bij de hogere overheid aan op de oprichting van een centraal huurwaarborgfonds Opmerkingen: Terug te vinden in fiche 7 uit het memorandum: Aanbod kwaliteitsvolle en betaalbare private huurwoningen verhogen
Eigen bijdrage / opmerkingen
Adviesraad Woonraad
In het memorandum van de Woonraad wordt op pag. 2 voorgesteld dat de regierol van het stedelijk woonbeleid bij uitstek tot uiting moet komen via een wijkgerichte Woonraad stadsvernieuwing. Er dienen belangrijke financiële middelen te worden ingezet om de meest verkommerde woonbuurten te vernieuwen. Wanneer initiatieven van woonactoren bijdragen aan de doelstellingen van het stedelijk woonbeleid, dan pleit de Stedelijke Woonraad ervoor dat de stad de samenwerking zou opzoeken en ondersteunen, eerder dan om parallelle eigen initiatieven te ontwikkelen. Wel is het belangrijk dat het stedelijk woonbeleid de regierol behoudt zodat een versnippering van middelen en instrumenten kan vermeden worden, en zodat het woonbeleid niet herleid wordt tot het subsidiëren van instellingen en organisaties. Het lokale bestuur zal dan ook zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen in de grondregie. Sommige acties/fiches voorkomend in het memorandum zijn niet of onvolledig in de strategische en operationele doelstellingen terug te vinden: Woonraad − fiche 3: Klantvriendelijkheid en dienstverlening sociale verhuurders optimaliseren − fiche 6: (kandidaat)-huurders informeren over hun rechten en plichten − fiche 14: kwetsbare groepen haken niet ongewild af als kandidaat-huurder voor een sociale woning
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.6
We zetten sterk in op de kwaliteitsverbetering van het bestaand patrimonium op vlak van woonkwaliteit en duurzaamheid
Actie
Daarnaast wordt ingezet op de renovatie van het bestaande patrimonium. Alle Gentse woningen (sociaal, bescheiden, privaat) moeten kwalitatief, veilig en duurzaam Wonen zijn. De Stad Gent zet in op de screening van woningen met technisch advies, renovatiepremies en ondersteuning van huurders en eigenaars in verkrotte woningen. De woonomstandigheden in de 19de-eeuwse gordel verbeteren door sociale stadsvernieuwingsprojecten is hierbij een belangrijke prioriteit. Waar woningen en/of woonblokken structureel in te slechte staat zijn, moeten stedenbouwkundige herstructureringen en ingrepen de kankerplekken wegwerken. Een deel van de nieuwe of gerenoveerde woningen wordt voorbehouden voor de inwoners van de wijk. De stadsvernieuwingsprojecten creëren ook voldoende open groene ruimte en een groot aantal kleinschalige sociale woningbouwprojecten, verspreid over de wijken, als alternatief voor wie nu in de verkrotte en verkommerde delen van die buurten woont.
Actie
Opmerkingen: Terug te vinden in fiche 20 uit het memorandum van de Woonraad: Duurzame aanpak van het bestaande patrimonium via begeleiding, procesmatig en financieel, in het bijzonder volgens de nood (kwaliteit) en voor zwakkere bewoners.
Adviesraad Woonraad
Een noodzakelijke voorwaarde voor een menselijke aanpak bij ondersteuning van bewoners van verkrotte woningen is het voorzien van voldoende transitwoningen voor huurders die een onveilige woning moeten verlaten. De Stad zet hierop in en recupereert de kosten van herhuisvesting bij huisjesmelkers.
Wonen
Opmerkingen: Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum van de Woonraad op pag. 2 bij volgende items: Prioriteit voor de zwakkere bewoners
Adviesraad Woonraad
Eigen bijdrage / opmerkingen In het memorandum van de Woonraad wordt op pag. 2 voorgesteld dat de regierol van het stedelijk woonbeleid bij uitstek tot uiting moet komen via een wijkgerichte Woonraad stadsvernieuwing. Er dienen belangrijke financiële middelen te worden ingezet om de meest verkommerde woonbuurten te vernieuwen. Wanneer initiatieven van woonactoren bijdragen aan de doelstellingen van het stedelijk woonbeleid, dan pleit de Stedelijke Woonraad ervoor dat de stad de samenwerking zou opzoeken en ondersteunen, eerder dan om parallelle eigen initiatieven te ontwikkelen. Wel is het belangrijk dat het stedelijk woonbeleid de regierol behoudt zodat een versnippering van middelen en instrumenten kan vermeden worden, en zodat het woonbeleid niet herleid wordt tot het subsidiëren van instellingen en organisaties. Het lokale bestuur zal dan ook zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen in de grondregie. Sommige acties/fiches voorkomend in het memorandum zijn niet of onvolledig in de strategische en operationele doelstellingen terug te vinden: Woonraad − fiche 3: Klantvriendelijkheid en dienstverlening sociale verhuurders optimaliseren − fiche 6: (kandidaat)-huurders informeren over hun rechten en plichten − fiche 14: kwetsbare groepen haken niet ongewild af als kandidaat-huurder voor een sociale woning
HSD4
Gent is een aangename en betaalbare woonstad voor alle Gentenaars met een aantrekkelijke publieke en groene ruimte die uitnodigt tot ontmoeten.
SD4.7
We hebben aandacht voor de woonnoden en –wensen van verschillende doelgroepen en ondersteunen hen waar nodig.
Actie
Daklozen krijgen begeleiding en coaching in hun zoektocht naar een huurwoning. De huidige werkwijze, waarbij enkel structureel daklozen een leefloon voor daklozen (= alleenstaanden) krijgen, blijft behouden. Mensen die bij vrienden of familie verblijven, blijven een leefloon voor samenwonenden ontvangen. Daarnaast zoeken we naar een vorm die kostendelend samenwonen onder bepaalde (zorg)voorwaarden mogelijk maakt, waarbij de negatieve effecten (leeflooncategorie) waar mogelijk vermeden worden.
Wonen
Opmerkingen: De SLOEP wordt graag betrokken bij het verder uitzetten van deze piste via bovenstaande werkgroep of andere overlegorganen − Er is een groot probleem van dakloosheid bij bepaalde groepen etnisch-culturele minderheden, waardoor de enige optie voor sommige inwoners is om een woning te kraken. Hier moet de stad Gent ook een beleid voor uitwerken. − Inwoners moeten de mogelijkheid krijgen om te kraken, zowel overheidsgebouwen als privé-woningen. Dit komt tegemoet aan een woonnood van een bepaalde groep inwoners. In Brussel is er een ‘kraakbeleid’ uitgewerkt: panden die leegstaan kunnen gekraakt worden, binnen een bepaalde structuur die door de overheid is bepaald (vb. er wordt toegezien op de veiligheid). Kras vzw ondersteunt daklozen overdag en ondervindt dat er een specifieke aanpak nodig is om deze doelgroep te huisvesten We denken dat een proefproject met vrijwilligers mogelijks veel kan opleveren. We verwijzen ook hier naar mogelijke invulling van ons Buddieproject, het Sociale Gidsenproject van het OCMW.
Adviesraad WRG - SLOEP Ad REM
De Stad zal verder steun verlenen aan organisaties die zich inzetten ten bate van de meest kwetsbare huurders op de markt.
Wonen
Opmerkingen: Gezien CAW’s in hun concrete werking al te vaak geconfronteerd worden met een acute woonproblematiek, zijn deze prioriteiten voor ons allen even belangrijk en zijn we als CAW zeker betrokken partij. Dakloosheid is als basisbehoefte voor gezinnen die we begeleiden heel belangrijk, zowel naar vindplaats als naar mogelijkheden voor hen om voor kinderen te zorgen; we merken dat veel van deze doelstellingen gericht zijn naar senioren en studenten en minder naar gezinnen met kinderen. Als deze behoefte niet is ingevuld is het bijvoorbeeld moeilijker om zorg te dragen voor kinderen Prioritair Prioritair Terug te vinden in de fiche 5, 6, 8 en 9 uit het memorandum van de Woonraad: Maatschappelijk kwetsbare huurders ondersteunen (kandidaat)- huurders informeren over hun rechten en plichten Kwetsbare huurders langdurig ondersteunen om huur- / woonproblemen te voorkomen Uithuiszetting voorkomen
Adviesraad WRG - CAW
De Woonzorgzones worden verder uitgebouwd. Dit zijn zones met een verhoogde geschiktheid voor zelfstandig wonen voor mensen die zorg behoeven.
Wonen
Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
Actie
WRG - KRAS WRG - SLO
WRG - K&G
WRG - KRAS WRG - SLO Woonraad
Zien jullie woonzorgzones enkel voor senioren en zorgbehoevenden, of rekenen jullie ook personen met een beperking tot mogelijke doelgroep? Zij zouden gebaat zijn met extra ondersteuning in hun buurt (bvb nachtpermanentie,..), evenals de idee van levensloopbestendig wonen. In vele gevallen hebben zij zelf weinig tot geen of een te zwak eigen netwerk om zorgtaken op te nemen. Zij doen nu reeds beroep op thuiszorgdiensten, thuisverpleging,… om het zelfstandig wonen haalbaar te maken/houden. Maar er blijven hiaten. Actie
Actie
Actie
WRG - Baken
Er komt een Gents Programma voor Levensloopbestendig Wonen, waarbij senioren zo lang mogelijk in de eigen buurt blijven wonen, als remedie tegen sociaal isolement. We stimuleren nieuwe woonvormen die dit mogelijk maken, indien nodig met een aangepast aanbod aan betaalbare zorg, deskundige hulpverlening en ondersteuning van mantelzorgers. Opmerkingen: Zien jullie woonzorgzones enkel voor senioren en zorgbehoevenden, of rekenen jullie ook personen met een beperking tot mogelijke doelgroep? Zij zouden gebaat zijn met extra ondersteuning in hun buurt (bvb nachtpermanentie,..), evenals de idee van levensloopbestendig wonen. In vele gevallen hebben zij zelf weinig tot geen of een te zwak eigen netwerk om zorgtaken op te nemen. Zij doen nu reeds beroep op thuiszorgdiensten, thuisverpleging,… om het zelfstandig wonen haalbaar te maken/houden. Maar er blijven hiaten.
Adviesraad WRG - Baken
Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum van de woonraad op pag. 2 bij volgende items: Positie innemen op alle segmenten van de woonmarkt Prioriteit voor de zwakkere bewoners De stad als regisseur Op pag. 3: samen wonen en samen leven
Woonraad
Gent is de grootste studentenstad en het kenniscentrum van Vlaanderen en we zijn daar fier op. Een stadsbreed studentenhuisvestingsplan is noodzakelijk om de eventuele verdere groei van de studentenhuisvesting doordacht te spreiden, overlast te voorkomen en te vermijden dat studentenhuisvesting nog verder een negatieve invloed kan hebben op het woningaanbod, op de huurtarieven en de aankoopprijzen.
Wonen
Opmerkingen: Dit is een belangrijke actie. We willen benadrukken dat deze actie moet uitgevoerd worden in samenspraak me de studenten, zodat studenten blijven goesting hebben om zich in Gent te komen vestigen. Wij merken een verdringing op de huurmarkt door de sterke aangroei van studenten het laatste decennium. Vele huizen worden omgebouwd tot koten of studio’s exclusief voor studenten. Dit vermindert het aantal beschikbare woningen.
Adviesraad Jeugdraad WRG - Baken
Het stadsbestuur, het stadsontwikkelingsbedrijf, de huisvestingsmaatschappijen, de sociale verhuurkantoren en het stedelijk huurkantoor moeten blijven Wonen samenwerken om initiatieven van Gentenaars mee te realiseren. De Stad Gent zal innoverende initiatieven inzake huisvesting mogelijk maken, zoals coöperatieven, cohousing en/of projecten van bouwgroepen die samengesteld zijn uit gezinnen, woonprojecten voor bewoners met een erg laag autobezit, het delen van tuinen en wonen-welzijnsprojecten. Gent moet toonaangevend zijn wat betreft nieuwe woonvormen. Opmerkingen: − Ook dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de mensen in hun buurt kunnen blijven wonen. − Het is belangrijk om te zorgen voor een ‘gezonde spreiding’. Terug te vinden in fiche 18 uit het memorandum van de Woonraad: Diversiteit in het nieuwe woonaanbod
Adviesraad Ad REM Woonraad
Actie
In de diverse stadsontwikkelingsprojecten in Gent worden loten voor collectieve woonprojecten en bouwgroepen voorzien en worden experimenten met alternatieve Wonen eigendomsstructuren (Community Land Trust,…) mogelijk gemaakt. Opmerkingen: Adviesraad Als initiatiefnemer van de Community Land Trust die in alle politieke partijprogramma’s stond zijn we uiteraard vragende partij om hier ook de nodige middelen voor WRG - SLO experimenteerruimte uit te trekken. Samenlevingsopbouw deed dit in 2012 en 2013. We zien graag een stedelijke ondersteuning in 2014-2015 om ten laatste 2016 naar Vlaamse middelen te kunnen kijken. Terug te vinden in fiche 13 uit het memorandum van de Woonraad: kwalitatieve eigendomsverwerving is beter mogelijk voor lage inkomens. Woonraad
Actie
Nieuwe (minder grootschalige) woonzorgcentra spreiden we over het hele grondgebied van de stad, vertrekkend vanuit de visie dat Gentenaars oud moeten kunnen worden in hun eigen omgeving. We houden daarbij rekening met de diversiteit en noden van de bevolking in de wijken. Daarnaast ontwikkelen we innovatieve methodes om met de eerstelijnsactoren én met de buren/bewoners de zorg voor de buren mee op te nemen.
Wonen
Opmerkingen: Adviesraad − Het is belangrijk om een goeie ‘sociale mix’ te hebben in de buurten. Ad REM − Het is belangrijk dat mensen in hun buurt kunnen blijven wonen, ook als ze ouder worden. − De ouderenzorg moet afgestemd worden op specifieke noden van etnisch-culturele minderheden. Hiervoor moet eerst onderzoek gebeuren (noden detecteren om er dan beleid op af te stemmen). Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum van de Woonraad op pag. 2 bij volgende items: Woonraad Positie innemen op alle segmenten van de woonmarkt Prioriteit voor de zwakkere bewoners De stad als regisseur Actie
Actie
Actie
Om aan de toenemende vergrijzing het hoofd te bieden, zorgen we voor bijkomende aangepaste woningen voor senioren. Het OCMW zal op haar gronden sociale assistentiewoningen bouwen voor oudere mensen zodat ze, ongeacht hun financiële situatie, van een degelijke woning met zorg kunnen genieten. We investeren in betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor ouderen door enerzijds de Vlaamse gesubsidieerde leningen aan te wenden voor de bouw van deze assistentiewoningen en anderzijds gebruik te maken van de subsidies voor de omgevingsaanleg van gemeenschapsvoorzieningen.
Een geïntegreerd welzijnsbeleid
Opmerkingen: De formule van een ‘serviceflat’ kan wel werken bij etnisch-culturele minderheden. Het probleem is echter de betaalbaarheid, het is veel te duur. De stad Gent kan werken aan het meer betaalbaar maken van dit systeem van ‘serviceflats’.
Adviesraad Ad REM
Voor de huisvesting van mensen die bijkomende zorg nodig hebben zal het lokaal toewijzingsreglement worden uitgebreid en aangepast zodat het mogelijk zal zijn om Wonen bepaalde sociale woningen te reserveren voor deze doelgroepen. Opmerkingen: Gezien CAW’s in hun concrete werking al te vaak geconfronteerd worden met een acute woonproblematiek, zijn deze prioriteiten voor ons allen even belangrijk en zijn we als CAW zeker betrokken partij. Prioritair Wij zijn vragende partij om de doelgroep personen met een beperking op te nemen in het doelgroepenbeleid en zo sociale woningen te reserveren voor deze doelgroep.
Adviesraad WRG - CAW
We brengen de toekomstige woonbehoeften van de verschillende groepen Gentenaars in kaart.
Wonen
WRG - KRAS WRG - Baken
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Het is belangrijk dat er eerst goed wordt onderzocht wat de woonbehoeften zijn, voordat het beleid kan worden bepaald en acties kunnen worden uitgevoerd. Terug te vinden in het algemene deel van het memorandum van de Woonraad op pag. 3 bij volgende items: In overleg met de woonactoren, paragraaf 3.
Adviesraad Ad REM Woonraad
We ondersteunen de verschillende mogelijkheden van wonen-op-maat voor de senioren, die ook voor minder vermogende senioren toegankelijk moeten zijn (aanpasbaar wonen, kangoeroewonen, woonzorgnetwerken, flexibele opvangregelingen in woonzorgcentra,…)
Wonen
Opmerkingen: We stellen in onze diensten vast dat de armoede bij de senioren toeneemt.
Adviesraad WRG - KRAS
We onderzoeken hoe kangoeroewonen in gezinscontext mogelijk kan worden gemaakt om betaalbaar en solidair wonen te stimuleren.
Wonen
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad WRG - K&G
We onderzoeken nieuwe formules van begeleide collectieve woonvormen om dakloosheid tegen te gaan.
De dakloosheid terugdringen
Opmerkingen: Prioritair Gezien CAW’s in hun concrete werking al te vaak geconfronteerd worden met een acute woonproblematiek, zijn deze prioriteiten voor ons allen even belangrijk en zijn we als CAW zeker betrokken partij. De SLOEP denkt graag verder mee vanuit haar participatie binnen de werkgroep dak- en thuislozen ikv LSB
Adviesraad WRG - K&G WRG - CAW
We ontwikkelen een algemeen beleid om co-housing mogelijk te maken. De verschillende doelgroepen verdienen verschillend beleid. Samenhuizen is een erg complex verhaal, met diverse regelgeving op diverse beleidsniveaus. Samenhuizen is per definitie ook sociale materie.We ontwikkelen een algemeen beleid om co-housing mogelijk te maken.
Wonen
Opmerkingen: Vandaag is co-housing niet evident. Samenwonen als niet-koppel (bvb een groep vrienden) wordt niet gestimuleerd. Gezien meer personen met een beperking in de maatschappij zullen gaan wonen, zullen zij ook gebaat zijn met vormen van ‘samenhuizen’/co-housing. Ook voor hen betekent dit een juridisch kluwen (oa risico op wegvallen van tegemoetkoming omwille van samenwonen). In welke mate kunnen deze woonvormen inclusief en divers ingevuld worden? Prioritair Terug te vinden in fiche 15 uit het memorandum: Er wordt werk gemaakt van de sociale problematiek van samenhuizen
Adviesraad Jeugdraad WRG - Baken
We werken samen met kwetsbare doelgroepen een participatieve woonmonitor uit waarin hun woonnoden en –wensen in kaart worden gebracht.
Wonen
Opmerkingen: Jonge mensen die alleen willen gaan wonen (zonder steun van ouders, met of zonder diploma) zijn ook een kwetsbare doelgroep. Prioritair
Adviesraad Jeugdraad WRG - SLO
We zorgen er voor dat bij grote bouwprojecten ruimte wordt gemaakt voor gemeenschappelijke voorzieningen. Dat kan gaan over een gemeenschappelijke tuin, een wasplaats, internetruimte, afvalsorteerlokaal, fietsenstalling en herstelplaats of ruimte voor autodelen.
Wonen
WRG - SLOEP
WRG - SLO Woonraad
Actie
Opmerkingen: Prioritair Met het oog op slim en flexibel gebruik van ruimte zien we hier een grote kans.
Adviesraad WRG - SLO Jeugdraad
We zorgen ervoor dat de verschillende woonbehoeften in de verschillende wijken vervuld worden zodat iedereen in zijn eigen buurt kan verhuizen wanneer dit comfortabeler is voor zijn gezinssituatie of levensfase. Belangrijk hierbij is om kleinschalige woonprojecten voor senioren te voorzien verspreid over de buurten. Daarbij denken we ook aan de uitwerking van een experimenteel woonconcept rond co-housing voor senioren.
Wonen
Opmerkingen: Volgens ons moet dit het uitgangspunt zijn voor een goed woonbeleid. Hier mogen ook de studenten niet vergeten worden, alsook het aantal scholen, …
Adviesraad Jeugdraad
Eigen bijdrage / opmerkingen We missen een actie waarin in de wijken gerichte en effectieve ondersteuning van mensen die op zoek zijn naar een woning op de privémarkt of informatie over huurondersteunende maatregelen kunnen krijgen en praktisch ondersteund worden bij het ontsluiten ervan. Dit aanbod ontbreekt op het moment. We maken graag plaats in Huis van het Kind De SLOEP om deze dienstverlening in huis te ontsluiten in samenwerking met bijvoorbeeld de woonwinkel of andere woonbegeleidingsdiensten. Als adviesraad willen we zeker het beleid advies geven vanuit het oogpunt van onze doelgroep, etnisch-culturele minderheden. Dit deden we recent nog op het rapport ‘Discriminatie op de Gentse woonmarkt’, opgesteld door het programmateam Gelijke Kansen en de Integratiedienst van de stad Gent. Een aantal acties vinden we niet terug onder 4.7 (maar zitten waarschijnlijk onder andere SD’s): − Discriminatie op de woonmarkt tegengaan: Dit is een belangrijk probleem voor onze doelgroep. Zie ook het rapport van de Dienst Gelijke Kansen en de Integratiedienst waarop @REM advies verleende. − Huur in Gent vzw: Hierbij staat stad Gent garant voor de huurwaarborg bij de eigenaar. Dit proefproject zou zeker moeten verder uitgediept en uitgebreid worden. − Aanbod aan sociale woningen uitbreiden: Het aanbod aan sociale woningen zou zeker moeten uitgebreid worden. − Kraakbeleid uitwerken: Er is een groot probleem van dakloosheid bij bepaalde groepen etnisch-culturele minderheden, waardoor de enige optie voor sommige inwoners is om een woning te kraken. Hier moet de stad Gent ook een beleid voor uitwerken. Inwoners moeten de mogelijkheid krijgen om te kraken, zowel overheidsgebouwen als privé-woningen. Dit komt tegemoet aan een woonnood van een bepaalde groep inwoners. In Brussel is er een ‘kraakbeleid’ uitgewerkt: panden die leegstaan kunnen gekraakt worden, binnen een bepaalde structuur die door de overheid is bepaald (vb. er wordt toegezien op de veiligheid).
WRG - SLOEP
Ad REM Ad REM
Grote nood aan meer bijkomende noodwoningen en transitwoningen. Indien die er niet komen zal kraken blijvend bestaan in Gent. WRG - SLO In het memorandum van de Woonraad wordt op pag. 2 voorgesteld dat de regierol van het stedelijk woonbeleid bij uitstek tot uiting moet komen via een wijkgerichte Woonraad stadsvernieuwing. Er dienen belangrijke financiële middelen te worden ingezet om de meest verkommerde woonbuurten te vernieuwen. Wanneer initiatieven van woonactoren bijdragen aan de doelstellingen van het stedelijk woonbeleid, dan pleit de Stedelijke Woonraad ervoor dat de stad de samenwerking zou opzoeken en ondersteunen, eerder dan om parallelle eigen initiatieven te ontwikkelen. Wel is het belangrijk dat het stedelijk woonbeleid de regierol behoudt zodat een versnippering van middelen en instrumenten kan vermeden worden, en zodat het woonbeleid niet herleid wordt tot het subsidiëren van instellingen en organisaties. Het lokale bestuur zal dan ook zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen in de grondregie.
HSD5
Gent wendt de aanwezige creativiteit en de ruimte optimaal aan voor een gediversifieerde en duurzame economie en industrie waarin talent, ondernemingszin, arbeid en tewerkstelling
SD5.1
We versterken, verduurzamen en vernieuwen het bestaand industrieel weefsel en scheppen tevens ruimte en voorwaarden voor een weloverwogen en duurzame groei van innovatieve sectoren, ook in de
Actie
De Stad Gent en het Havenbedrijf bieden via de bedrijfsorganisaties het duurzaamheidscharter aan. Daarbij worden afspraken gemaakt rond de drie pijlers van duurzaamheid, nl. de ecologische, de economische en de sociale component.
Economie
Opmerkingen: − Hier mag het internationale perspectief van de sociale pijler duurzaamheid zeker niet vergeten worden. Veel bedrijven in de haven hebben een grote impact in het globale Zuiden en kunnen sterk innoveren in het verduurzamen daarvan. − Sterke oproep om innovatie ook als sociale innovatie te bekijken, ook in bedrijfsvoering.
Adviesraad Noord-Zuid
Eigen bijdrage / opmerkingen Het Noord-Zuidmiddenveld vindt dat de Stad Gent waardevolle klimaatambities heeft en vraag hierin een versterkte aandacht voor de internationale dimensie. Er is binnen de verenigingen die in Gent actief zijn best wat expertise aanwezig die kunnen bijdrage: bijvoorbeeld om reeds in conceptfase van nieuwe initiatieven de impact in het Zuiden goed in te schatten en te vermijden (bv. negatieve gevolgen van biofuels)
Noord-Zuid
HSD5
Gent wendt de aanwezige creativiteit en de ruimte optimaal aan voor een gediversifieerde en duurzame economie en industrie waarin talent, ondernemingszin, arbeid en tewerkstelling
SD5.2
We realiseren een klimaat dat ondernemerschap , creatieve ideeën en innovatie prikkelt, en versterkt.
Actie
Landbouw is nog steeds de grootste gebruiker van de open ruimte en speelt dus een belangrijke rol in de instandhouding en het beheer van het landschap. Om zijn rol als beheerder van de open ruimte in verstedelijkte gebieden te kunnen blijven vervullen, dient de landbouw, ook voor jonge ondernemers, voldoende overlevingskansen te hebben. Om in te spelen op actuele en toekomstige maatschappelijke uitdagingen (bv. lokale voetafdruk, klimaatverandering) en op specifieke wensen van stedelingen (bv. recreatie), wordt er ingezet op de transitie naar een meer multifunctionele landbouw, die naast landbouwproducten ook andere diensten levert, zoals hoevetoerisme, educatie, agrarisch natuurbeheer,…
Landbouw
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gecoro
HSD5
Gent wendt de aanwezige creativiteit en de ruimte optimaal aan voor een gediversifieerde en duurzame economie en industrie waarin talent, ondernemingszin, arbeid en tewerkstelling
SD5.3
We stimuleren een divers, duurzaam, beschikbaar en fijnmazig handelsweefsel.
Actie
We laten onderzoek uitvoeren naar de economische opportuniteiten en innovatie van duurzame land- en tuinbouw in een verstedelijkt gebied.
Landbouw
Opmerkingen: Adviesraad De GECORO merkt op dat een stabiele en voldoende grote economische afzetmarkt en de ontwikkeling van efficiënte stadsdistributiekanalen noodzakelijk zijn om van Gecoro een duurzame stadsland -en tuinbouw ook een economische duurzame activiteit te maken.
HSD6
Gent is een referentieplek op vlak van onderwijs en cultuur door haar voortrekkersrol als lerende en scheppende stad.
SD6.4
We geven fysieke en mentale ruimte aan cultuurcreatie en zorgen ervoor dat meer Gentenaars cultuur kunnen maken en smaken.
Actie
Meer aandacht voor de muziekbeleving bij jongeren door een gericht ondersteuningsbeleid: creëren van podiumkansen voor beginnende artiesten en groepen, aanbieden van meer en betaalbare repetitielokalen.
Faciliteiten voor jongeren
Opmerkingen: Repetitiekoten, een opnamestudio, … Investeer in acties waar jongeren echt iets aan hebben.
Adviesraad Jeugdraad
We breiden het systeem van cultuurcheques uit naar niet-studerende jongeren en laten de cultuurcheques in een volgende fase opgaan in een volwaardige vrijetijdspas voor cultuur, sport en shopping (Gent Verwent).
Cultuur
Opmerkingen: Dit is een belangrijke actie die veel kan betekenen voor heel veel jongeren. Aandacht voor kwetsbare groepen en personen met een handicap
Adviesraad Jeugdraad Minderhedenforum
We evalueren het systeem van stadsdagen en sturen bij zodat meer verschillende organisaties er gebruik van kunnen maken.
Cultuur
Opmerkingen: Veel verenigingen kampen met een gebrek of tekort aan locatie
Adviesraad Minderhedenforum
We ijveren voor een optimale geografische spreiding van culturele infrastructuur op maat van de buurt of deelgemeente.
Cultuur
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
We investeren in niet-formele kunsteducatieve initiatieven zoals circus- en theaterateliers, workshops en niet-formele interculturele muziekinitiatieven.
Cultuur
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
We ondersteunen en versterken de werking van CIRCA, de Centrale, de Stedelijke Bibliotheek en vele andere waardevolle organisaties. We hebben daarbij oog voor diversiteit in doelgroepen en kunstdisciplines en waken er over dat ook de randgemeenten actief betrokken worden. Ook het netwerk van de wijkbibliotheken wordt verder versterkt met extra aandacht voor de werking op het vlak van nieuwe media.
Cultuur
Opmerkingen: Samenhangend met : We ijveren voor een optimale geografische spreiding van culturele infrastructuur op maat van de buurt of deelgemeente.
Adviesraad Minderhedenforum
We stimuleren bestaande en nieuwe sociaal-artistieke initiatieven om te werken met moeilijk bereikbare doelgroepen in de stad. We stimuleren daarvoor ook synergieën.
Cultuur
Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Cultuur voor hoogbejaarden via het woonzorgcentrum ter plaatse. Mensen in armoede = ecm, pmh, senioren, daklozen, psychische patiënten. Meer samenwerking tussen de klassieke cultuurorganisaties en ecm organisaties. Rol van de Centrale hierin!
Minderhedenforum
We voorzien open ateliers, waar mensen alleen of in groep kunnen werken aan hun projecten.
Cultuur
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
We willen de Leopoldskazerne aankopen en onderzoeken welke rol deze in de toekomst kan spelen als broedplaats voor de creatieve ondernemers en kunstenaars, als vestigingsplaats voor ateliers, repetitieruimtes, galerijen en bedrijven die actief zijn in de creatieve economie. De grootste vraag van creatieve jongeren is het kunnen gebruik maken van creatie- en presentatieruimtes. De lokale overheid moet een platform voor jeugdcultuur ondersteunen waarbinnen zowel de creatie en de presentatie van jeugdcultuur aan bod komen. Zo denken we aan de oprichting van een jongerencultuurcentrum dat samen met het Huis van de Jeugd en het jeugdverblijfscentrum bij voorkeur onderdak krijgt in de Leopoldskazerne.
Cultuur
Opmerkingen: Uitbreiden jongeren naar ‘personen’. Cfr Acec site of Dok Noord?
Adviesraad Minderhedenforum
Eigen bijdrage / opmerkingen Cultuurhuizen: ontsluiting info Nadruk op TOEGANKELIJKHEID – advies van TA, controle van aanpassingen, infrastructuur: hellingen, assistentie, toegang sanitair, tolken, begrijpelijke taal en informatie.
Minderhedenforum
HSD6
Gent is een referentieplek op vlak van onderwijs en cultuur door haar voortrekkersrol als lerende en scheppende stad.
SD6.5
We voorzien in een voldoende capaciteit aan kinderopvang en onderwijsinstellingen en faciliteren de randvoorwaarden voor goed onderwijs en maximale onderwijskansen voor iedereen in het kader van een leven lang leren en ontplooien.
Actie
Bij grote nieuwbouwprojecten of uitbreiding van wijken onderzoeken we de nood en de mogelijkheid om een kinderdagverblijf en/of een basisschool te integreren.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
In Gent gaan we resoluut voor een sterk volwassenenonderwijs. Naast beroepsgericht onderwijs zet volwassenenonderwijs in op basiseducatie en zelfontplooiende vorming. Deze dubbelrol willen we versterken door bestaande samenwerkingsverbanden met VDAB, SYNTRA en Centra voor Volwassenonderwijs te versterken en te optimaliseren in functie van tewerkstelling. We ondersteunen initiatieven die een actieve rol opnemen om volwassenen met opleidingsvragen te begeleiden.
Een onderwijstraject op maat, een heel leven lang
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
In het basisonderwijs verhogen we de capaciteit via uitbreiding van de bestaande scholen en het oprichten van nieuwe. Het gaat hierbij om leefbare gehelen die kwalitatief kleuter- en lager onderwijs garanderen. We doen dit over de verschillende netten heen. Buurten waar een tekort is, komen eerst aan de beurt.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
Mondiale vorming wordt sterk gepromoot op scholen.
Internationale solidariteit
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Adviesraad − Aanbieden van Noord-Zuideducatie/mondiale vorming in het onderwijs is een rol voor het middenveld. Het stadsbestuur zou er evenwel een pro-actieve Noord-Zuid faciliterende rol in kunnen opnemen als regisseur (ontsluiten van overzicht aanbod, verlagen drempels, overleg met overkoepelende organen zoals pedagogische begeleidingsdiensten, …) − Mondiale vorming mag niet als losstaand van andere educatieve focuspunten beschouwd worden, evenmin zouden andere thematische benaderingen van duurzaamheid (bv. MOS) aan het mondiale aspect mogen voorbijgaan. De Stad Gent staat nog voor een grote uitdaging om de verschillende pijlers van duurzaamheid op een geïntegreerde en evenwichtige manier te combineren. Actie
We investeren in overleg met de hoger onderwijsinstellingen, waarbij een goede verstandhouding tussen bewoners en studenten ons uitgangspunt is. We zetten de inspanningen voort om tot goede afspraken te komen met alle betrokkenen. Via een actieplan studentenhuisvesting (zie hoofdstuk wonen) zorgen we voor een spreiding van de studenten over de stad en beheersen we de samenlevingsproblemen.
Investeren in de netoverschrijdende samenwerking
Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
− evenwicht tussen bewoners en studenten is belangrijk - huur van gewone huizen. − schepen: duidelijker: wat verwachten studenten van de stad en omgekeerd? − huisvestingsmarkt: verdringing klopt, maar let wel dat de studenten de toekomstige inwoners van Gent zijn. − op zoek naar wederkerigheid: op zoek naar studenten en bewoners zelf. − studenten zijn zelf vragende partij om meer betrokken te zijn bij de stad. opmerking De Bron: zorg rond mobiliteit van de studenten - verkeersveiligheid van fietsers (verlichting, verkeersregels) opmerking: Artevelde : studenten zijn hefboom om capaciteit van de stad te versterken - stoppen met problematiseren van de studenten in Gent. maar we verwachten te weinig van de studenten - bv. leerzorg. project: babysit, ouderenzorg.
Onderwijsraad
We streven naar een kwalitatieve school en kinderopvang voor elk kind in de buurt.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
Eigen bijdrage / opmerkingen − Aanbieden van Noord-Zuideducatie/mondiale vorming in het onderwijs is een rol voor het middenveld. Het stadsbestuur zou er evenwel een pro-actieve Noord-Zuid faciliterende rol in kunnen opnemen als regisseur (ontsluiten van overzicht aanbod, verlagen drempels, overleg met overkoepelende organen zoals pedagogische begeleidingsdiensten, …) − Indien Noord-Zuidverenigingen betrokken worden in de ambitie om studenten te stimuleren tot sociaal engagement kunnen zij zeker meewerken aan het uitbouwen van een aantrekkelijk aanbod dat bijdraagt aan de algemene doelstellingen van de Stad.
HSD6
Gent is een referentieplek op vlak van onderwijs en cultuur door haar voortrekkersrol als lerende en scheppende stad.
SD6.6
We richten ons binnen het onderwijs in Gent op emancipatie, op aandacht voor de arbeidsmarkt en op interactie met de stad via brede school en door de school als ontmoetingsplaats te gebruiken.
Actie
Basisscholen zijn de spiegel van de buurt of wijk. We blijven initiatieven zoals ‘School in Zicht’ ondersteunen, om tot een betere sociale mix te komen in de verschillende buurtscholen. Daarnaast moet bijzondere aandacht blijven gaan naar het op school krijgen en houden van kansarme kinderen en jongeren.
Diversiteitbeleid in elke school op vlak van onderwijs en personeel
Opmerkingen: − Integratie begint in de kleuter- en basisschool: er is nood aan een goeie sociale mix in de scholen. − Integratie als wisselwerking, in beide richtingen. − Het is belangrijk om de inschrijvingen via een objectief systeem te laten verlopen – het CARR is een goeie zaak. − ‘School in de buurt’ moet verder gezet worden door het LOP basisonderwijs.
Adviesraad Ad REM
Bij een positieve evaluatie onderzoekt de nieuwe bestuursploeg pistes om het project met brugfiguren in het kader van de nieuwe intra-Europese migratie verder te zetten.
Brede school – brugfiguren
Opmerkingen: − Het is belangrijk dat de nieuwe instromers (nieuwe migraties) niet dezelfde ‘fouten’ maken als de ‘oude’ instromers 20, 30… jaar geleden. − Kinderen moeten van bij het begin, bij aankomst in Gent de juiste steun krijgen. − Bij een ‘negatieve evaluatie’ van het project moet ook gekeken worden hoe het beter kan > sowieso is het zeer belangrijk dat dit project Brugfiguren Intra-Europese Migratie wordt verder gezet. − Valkuil: versnipperd beleid: het is nodig dat de verschillende ‘ondersteuners’ (brugfiguren, brugfiguren IEM, brugfiguren secundair…) goed samenwerken.
Adviesraad Ad REM
De actiegroep Leren-Werken binnen GSIW wordt versterkt. - Jongeren informeren over de arbeidsmarkt. - onderwijsinstellingen meer expertise op bouwen over de arbeidsmarkt. - Extra maatregelen nemen om de schooluitval actief tegen te gaan.
Werk
Opmerkingen: Heel belangrijk. Wordt nu veel te weinig gedaan.
Adviesraad Jeugdraad
Actie
Actie
Actie
Actie
De samenwerking tussen de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven moet nog versterkt worden. De combinatie van leren en werken kan een grote meerwaarde Werk betekenen voor zowel de jongeren als het bedrijfsleven. Zo moet er meer ingezet worden op het aanbieden van stage- en werkervaringsplaatsen waarbij studenten en scholieren via opleidingstrajecten beroepservaring kunnen opdoen en ondernemingen bijkomende projecten kunnen realiseren. Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
Er is grote aandacht voor meer diversiteit in de schoolteams. Naast meer mannen, houdt dit ook meer allochtone leerkrachten in. De Stad Gent werkt hiervoor samen met de lerarenopleidingen in Gent en sensibiliseert scholen en studenten.
Diversiteitbeleid in elke school op vlak van onderwijs en personeel
Opmerkingen:
Adviesraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Diversiteit in het lerarenkorps is belangrijk. De stad Gent kan faciliteren dat scholen leerkrachten, ondersteunend personeel… aanwerven uit de doelgroep etnischculturele minderheden.
Ad REM
Gezien het tekort aan jeugdwerkinfrastructuur wordt het gebruik van polyvalente ruimtes onderzocht, samenwerking tussen de stadsscholen en Jeugdwerk.
Investeren in jeugdwerk
Opmerkingen: Komt ook terug in SD 4.3
Adviesraad Jeugdraad
Het brugfigurenproject wordt behouden in het basisonderwijs. Brugfiguren worden ook deels ingezet als consultants/experts naar andere scholen toe rond ouderparticipatie.
Brede school – brugfiguren
Opmerkingen: De Brugfiguren zouden structureel moeten worden gemaakt, nu is dit nog steeds projectmatig.
Adviesraad Ad REM
Ook in het secundair onderwijs worden er brugfigurentaken opgenomen: opzet is dat vooral ook daar voldoende aandacht is voor kansarmoede, diversiteit, ouder- en leerlingenparticipatie.
Brede school – brugfiguren
Opmerkingen: − Ouders zijn vaak niet geïnformeerd over hun rechten en plichten, vb. moeten we adviezen volgen? − Brugfiguren in het secundair, kunnen het ‘watervaleffect’ helpen verminderen. − Brugfiguren uit het secundair werken best goed samen met de brugfiguren uit de lagere school vb. info doorgeven hoe je ouders kunt betrekken, parallel werken…
Adviesraad Ad REM
We blijven verder investeren in alternerend leren, waarbij jongeren een deel van hun leerplicht op school vervullen en een ander deel op de werkvloer, en zetten in op de ondersteuning van kwalitatieve deeltijdse leersystemen. Ook de methodieken, die de competenties en attitudes van kwetsbare jongeren naast de schoolbanken versterken (persoonlijk ontwikkelingstraject, time-out, enz.), stimuleren we verder.
Investeren in netoverschrijdende samenwerking
Opmerkingen: − Er moeten meer middelen worden voorzien voor organisaties, vb. De Werf, Lejo, On@break… − Er moeten meer stageplaatsen zijn voor leerlingen in het DBSO.
Adviesraad Ad REM
We blijven verder inzetten op de Brede School en brugfiguren. De Brede School zorgt immers voor pedagogische winst, een meerwaarde in het vrijetijdsbeleid en is een Brede School en brugfiguren motor tot wijkverbetering. Opmerkingen: Prioritair praktische bezwaren: als eigenaar/erfpachter huurovereenkomst afsluiten betekent: verlies van vrijstelling van onroerende voorheffing Fiscus is op jacht - federale wetgeving moet gewijzigd worden + menskracht nodig, buiten de bestaande omkadering. omgekeerde ook mogelijk: lokalen van de stad beter toegankelijk? CLB is probleem. geraken moeilijk binnen - Circa
Adviesraad Jeugdraad Onderwijsraad
Actie
Actie
Actie
Actie
We streven ernaar dat het lokale onderwijsbeleid gericht moet zijn op alle kinderen, jongeren en volwassenen in de stad. Daarom willen we het lokaal flankerend Investeren in de netoverschrijdende onderwijsbeleid verder uitbouwen en versterken. Het moet in de omkadering meer armslag krijgen zodat de netoverschrijdende samenwerking, met het oog op de samenwerking gezamenlijke aanpak van onderwijsproblemen. Gent werkt als regisseur samen met de inrichtende machten van de andere netten om te kijken wie waar inspanningen kan doen. We richten een netoverschrijdend ‘Onderwijscentrum Gent’ op waar verschillende initiatieven zoals het 7‘StudieAdviesPunt’, het ‘Steunpunt leerplicht- en leerrechtbegeleiding’, de ‘Opvoedingswinkel’, de Brede-schoolcoördinatie, e.a. hun krachten kunnen bundelen. Opmerkingen: − Bundelen van de initiatieven, niet versnipperen (cfr FLOB) − inzetten op netoverstijgende samenwerking én onderwijsniveauoverstijgende én domeinoverstijgende samenwerking − link onderwijscentrum en leerwinkel aub − Blijven inzetten op LLL als hefboom voor tewerkstelling & actieve participatie in maatschappij (niet louter ifv tewerkstelling − initiatief als De Stap waardevol, maar nood aan iets dergelijks voor alle leeftijden − beleidsniveau overstijgend. Onderwijscentrum mag geen eilandje zijn. − onderwijs meer integraal durven maken - verkokering is niet goed. − versnippering in bestaande projecten: moet tegengegaan worden/ welke gemeenschappelijke doelstellingen hebben we? Welke projecten zijn daarvoor nodig? Denkoefening vanuit kath. onderwijs wordt meegegeven. − leerwinkels: soort loket creëren. schepen: plek van onderwijscentrum: match met verschillende domeinen. Leopoldskazerne als piste!
Adviesraad Onderwijsraad
We willen kinderen en jongeren met een beperking zoveel mogelijk kansen geven om binnen het bestaande ‘gewone’ onderwijsaanbod te leren en hen daarbij de nodige ondersteuning bieden.
Onderwijs en kinderopvang
Opmerkingen: De perceptie dat TSO en BSO slechter is dan ASO moet weg.
Adviesraad Jeugdraad
We zetten maximaal in op het succesvol afsluiten van de secundaire schoolcarrière en het bieden van een duidelijk perspectief op een toegankelijk en aantrekkelijk vervolg- of alternatief traject.
Maximale onderwijskansen via talentgericht onderwijs
Opmerkingen: Quote uit de vergadering: “Mega belangrijk” Prioritair
Adviesraad Jeugdraad Onderwijsraad
We zetten scholen aan tot het inrichten van GRAS, “Groen en Avontuurlijke Speelplaatsen”.
GRAS
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Onderwijsraad
Eigen bijdrage / opmerkingen Als adviesraad willen we het beleid adviseren vanuit het oogpunt van onze doelgroep, etnisch-culturele minderheden. Tijdens de vorige legislatuur deden we dit al, door de bevoegde schepen te adviseren mbt het beleidsplan ondewijs. We willen dit verder zetten in de nieuwe legislatuur.
Ad REM
We vinden geen actie terug rond het verbeteren van de beeldvorming bij leerkrachten over anderstalige kinderen, door bvb: − Leraren vorming te geven rond ‘interculturalisering’, diversiteit… − In de lerarenopleiding ruime aandacht te geven aan diversiteit en andere culturen
Ad REM
HSD7
Gent is een veilige, gezonde en leefbare stad door de evenwichtige inzet op preventie, zorg en handhaving.
SD7.1
We verlagen milieu- en gezondheidsrisico’s en verbeteren de lucht- en waterkwaliteit in Gent en de gezondheid van onze inwoners.
Actie
Er komt een urgentieaanpak op het vlak van de fijnstofproblematiek.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: De gezondheidseffecten, de oorsprong en wat er moet gebeuren om de fijnstofproblematiek aan te pakken, is gekend. Dat dit urgent is, is duidelijk. Het doen moet gebeuren.
Adviesraad Mina
Er wordt een geluidsactieplan opgemaakt gebaseerd op de geluidsbelastingskaarten. Deze laten toe objectief vast te stellen waar prioritair in geluidsschermen geïnvesteerd moet worden. Het geeft het stadsbestuur een instrument om bij het Vlaams Gewest aan te dringen op maatregelen langs autowegen.
Klimaat en duurzaamheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Mina
Er wordt werk gemaakt van een actiever bomenbeleid: bij heraanleg van het openbaar domein (straten, pleinen, e.d.m.) wordt maximaal gestreefd naar aanplanting van nieuwe bomen. Rond bomen wordt er maximaal onverharde oppervlakte behouden voor insijpeling van water en opname van zuurstof.
Natuur en Groen
Opmerkingen: Klimaatadaptatie is noodzakelijk voor een stad. Een van de noodzakelijkheden is het uitbreiden van groen. Als de oppervlakte groen moet uitbreiden, krijgen we te maken met het probleem: waar? Grondprijzen zijn hoog , op grondniveau is veel betreding. Groen dat weinig oppervlakte vraagt moet in het stedelijk gebied gestimuleerd worden: bomen, gevelgroen, geveltuinen,daken,…. Bomen beïnvloeden energieverbruik van gebouwen door (McPherson & Simpson 2003- Urban For. Urban Green. 2: 73-86): ● Beschaduwing à schermen gebouw af van opwarming (zomer) ● Productie van evapotranspiratiekoeling ● Afschermen tegen (koude) wind en windsnelheid ↓ Bomen zijn belangrijk voor biodiversiteit, CO² opname,...
Adviesraad Mina
Gent zet in op gezondheidspromotie en probeert de Gentenaars te ondersteunen en faciliteren tot een gezondere levenswijze.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
Het openstellen en ontsluiten van binnentuinen en bestaande groene ruimtes bij gemeenschapsvoorzieningen voor wijkbewoners is ook een piste die voor meer woongroen kan zorgen. Deze kleinschalige groenelementen dragen bij tot een ecologisch netwerk dat de grotere groenzones met elkaar verbindt.
Natuur en Groen
Opmerkingen: De belevingswaard voor de buurt/wijk is zeer belangrijk. De responsabilisering van eigenaars en gebruikers is maatschappelijke waardevol. Het openstellen en ontsluiten van binnentuinen moet gepaard gaan met meer duurzame (her)inrichting van vrijkomende binnengebieden.
Adviesraad Mina
In 2020 is de keuze voor leefstijlcampagnes onderbouwd en gebaseerd op de gezondheidsmonitor en gedeelde signalen en wordt er gewerkt met herhaling en een gecoördineerde aanpak om de effectiviteit te vergroten.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
In 2020 nemen zorgverstrekkers en welzijnswerkers een engagement om leefstijlcampagnes te versterken en uit te dragen.
Stedelijk gezondheidsbeleid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
In 2020 worden gezondheidsrisico’s die de volksgezondheid bedreigen (1) snel geïdentificeerd, (2) worden procedures en richtlijnen opgesteld opdat een snelle en effectieve aanpak van calamiteiten en risico’s op een gecoördineerde wijze gewaarborgd is.
Gezondheidsrisico’s
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
Naast gebiedsgerichte acties is er nood aan soortenbeschermingsprojecten. Het kan gaan om onder meer projecten voor gier- en huiszwaluwen, slechtvalken, bijen, akkervogels en amfibieën (overzetacties),…
Natuur en Groen
Opmerkingen: Dit is noodzakelijk om de biodiversiteit in stand te houden. In Gent moet er specifieke aandacht zijn voor het buitengebied, het groen netwerk verdwijnt, de biodiversiteit daalt sterk, specifieke bescherming is nodig.
Adviesraad Mina
Tegen 2020 krijgen Gentenaars tips om beter zorg te dragen voor hun psychisch welbevinden, worden zij gefaciliteerd om dit bespreekbaar te maken en weten zij waar zij terecht kunnen met psychische problemen.
Geestelijke gezondheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Gezondheidsraad
Verschillende settings krijgen tools en middelen aangereikt om te werken aan een beter welbevinden en om op een juiste manier om te gaan met psychische problemen.
Geestelijke gezondheid
Opmerkingen: Er leek me geen gedragenheid DB GZR om specifiek op werkgevers in te zetten – het lijkt ook niet de taak van de stad maar van de Vlaamse overheid om voor het bedrijfsleven toolks aan te reiekn - formulering“verschillende settings “ laat marge kezes te aken op welke ingezet wordt
Adviesraad Gezondheidsraad
Eigen bijdrage / opmerkingen De Gezondheidsraad zet zich in om onderbouwde leefstijlcampagnes op te stellen of uit te dragen. De partners van de Gezondheidsraad kijken ook binnen hun intern beleid hoe zij kunnen werken rond psychisch welzijn op het werk. Er moet werk gemaakt worden van een betere waterkwaliteit! De gezondheidsraad was niet akkoord met de formuleringen die er nu instonden onder 1.2 rond gezondheidsbeleid en onder 7.1 stonden er helemaal geen zaken in rond gezondheid, terwijl dit wel in de formulering van de doelstelling zit. De raad heeft vooral al het werk dat ze reeds deden het voorbij anderhalve jaar erin gestoken. Met andere woorden, onderbouwde en gedeelde doelstellingen vanuit de gezondheidsraad.
Gezondheidsraad Mina Gezondheidsraad
HSD7
Gent is een veilige, gezonde en leefbare stad door de evenwichtige inzet op preventie, zorg en handhaving.
SD7.2
We organiseren de mobiliteit in Gent zodat verkeersveiligheid gegarandeerd wordt en het aantal verkeersslachtoffers tegen 2019 aanzienlijk terugloopt.
Actie
Verkeersveiligheid is een prioriteit. Daarom wordt de hele binnenstad binnen de R40 zone 30, met inbegrip van de Brugse Poort en de wijk Rabot, met uitzondering van Mobiliteit de as Nieuwe Wandeling-Tolhuis. Daarenboven wordt de zone 30 ook uitgebreid tot alle woonstraten en wijkverzamelstraten buiten de R40. Strenge controles, heraanleg en sensibilisering maken dat zone 30 geen dode letter blijft. Daarbuiten kunnen invalswegen, ring- en verbindingswegen zone 50 blijven, maar ze zijn steeds uitgerust met veilige en comfortabele fietspaden. Opmerkingen: Leefbaarheid / verkeersveiligheid
Adviesraad Gecoro
HSD7
Gent is een veilige, gezonde en leefbare stad door de evenwichtige inzet op preventie, zorg en handhaving.
SD7.3
We zetten alles in het werk om de veiligheid te garanderen, verhogen het veiligheidsgevoel voor iedereen en versterken de operationele inzet van politie en veiligheidsdiensten.
Actie
Blauw meer op straat: de lokale politie moet zoveel en zo herkenbaar mogelijk in het straatbeeld aanwezig zijn, en daarbij voor iedereen aanspreekbaar zijn. Ze functioneren in de geest van de gemeenschapsgerichte politiezorg vanuit een gedecentraliseerd bevolkingsgericht model waarbij de preventieve en buurtgerichte werking de hoeksteen van de politiewerking blijft.
Veiligheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Seniorenraad
Actie
Burgers hebben een plaats in het veiligheidsbeleid. Daarom gaan we door met de formule “Buurt Bestuurt”. Samen met de politie bepalen wijken en deelgemeenten Veiligheid mee een deel van de handhavingsprioriteiten, waar een beperkt percentage van de uren die voorzien zijn voor politioneel toezicht door de wijkpolitie op gericht zal worden. De handhavingsprioriteiten worden bepaald in een brede consultatieronde bij burgers en buurtorganisaties. De politie zal tijdens die consultatieronde grondig informeren over mogelijkheden en beperkingen van hun aanpak. Het project “Buurt Bestuurt” zal geregeld geëvalueerd worden en zo nodig bijgestuurd.
Opmerkingen: Prioritair Actie
Actie
Actie
Actie
Adviesraad Seniorenraad
De federale overheid moet ervoor zorgen dat de federale politie investeert in de eigen operationele diensten teneinde rondtrekkende dadergroepen daadwerkelijk aan Veiligheid te pakken, uitgebreide sporenonderzoeken te doen, de parkings langs de autosnelwegen veilig te houden,… Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Seniorenraad
De uiteindelijke betrachting is ervoor te zorgen dat de lokale politie doelgericht en slagkrachtig het eigen deel van de politiezorg kan verzekeren en samen met de burger een gedegen veiligheid kan bieden.
Veiligheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Seniorenraad
Omdat we de 101 willen voorbehouden voor dringende gevallen, zetten we een meldpunt op voor niet of minder dringende gevallen.
Veiligheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Seniorenraad
We zetten in op meer coördinerend overleg met inspectiediensten en parket. Mensenhandel, koppelbazerij en huisjesmelkers zorgen immers voor mensonwaardige situaties en bemoeilijken het samenleven in diverse wijken. Met alle mogelijke middelen en zeker met de inzet van de politie willen we deze fenomenen aanpakken. Daarnaast moet ook de druggerelateerde criminaliteit, alsook de drugdealers zelf, worden aangepakt. De druk op bepaalde wijken is momenteel te groot en moet worden aangepakt.
Veiligheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Seniorenraad
HSD7
Gent is een veilige, gezonde en leefbare stad door de evenwichtige inzet op preventie, zorg en handhaving.
SD7.4
We zetten in op preventie en streven naar een effectief handhavingsbeleid in de volledige veiligheidsketen.
Actie
Aangezien een consequente aanpak vereist is bij het bestrijden van pesterijen, sporen we de schoolleiding aan een pestactieplan voor hun school uit te schrijven en voorzien we in de nodige begeleiding van de leerkrachten. Echt teamwork is nodig om aan pesten op school een halt toe te roepen. De focus ligt op een schooleigen preventieve en remediërende aanpak.
Maatregelen tegen pesten
Opmerkingen: Ook op werkplekken is zo’n pest-actieplan belangrijk. Er moet ook buiten de schoolmuren worden geïnvesteerd in maatregelen tegen pesten.
Adviesraad Jeugdraad
Actie
Burgers hebben een plaats in het veiligheidsbeleid. Daarom gaan we door met de formule “Buurt Bestuurt”. Samen met de politie bepalen wijken en deelgemeenten Veiligheid mee een deel van de handhavingsprioriteiten, waar een beperkt percentage van de uren die voorzien zijn voor politioneel toezicht door de wijkpolitie op gericht zal worden. De handhavingsprioriteiten worden bepaald in een brede consultatieronde bij burgers en buurtorganisaties. De politie zal tijdens die consultatieronde grondig informeren over mogelijkheden en beperkingen van hun aanpak. Het project “Buurt Bestuurt” zal geregeld geëvalueerd worden en zo nodig bijgestuurd.
Opmerkingen: Adviesraad Deze activiteit wordt ingeschat als eentje die geen extra geld zal kosten. Doch uitbreiding ervan naar meerdere wijken zal toch wel extra inzet (personeel!) vergen van Preventieraad de betrokken diensten. Zeer goed, zolang de burgers er niet alleen voor staan of het alleen doen. Jeugdraad Actie
Een strikte handhaving van de regels inzake nachtlawaai, wildplassen, agressie en discriminatie.
Economie
Opmerkingen: Adviesraad Optreden tegen discriminatie vinden we erg belangrijk. Jeugdraad Daarnaast is het goed dat “kleinere” overlastfenomenen snel worden aangepakt. Het belangrijkste is dat het voor iedereen duidelijk (en logisch) is welk gedrag wordt aangepakt, zoals discriminatie en vandalisme. Zolang er geen duidelijke criteria zijn voor GAS-boetes zijn we echter niet akkoord met dit systeem. Ook blijven we ervoor pleiten meer te investeren in preventieve maatregelen en in overleg. Ook voor de vaststelling van wat overlast inhoudt pleiten we voor overleg ipv eenzijdige beslissingen over een reglement. Dit is de beste manier om een reglement gedragen in te voeren. Actie
Actie
Het MOS-programma (Milieuzorg Op School) waarin de afval- en zwerfvuilproblematiek ruimschoots aan bod komt, zetten we onverminderd voort. De sensibilisering en educatie bij jongeren tussen 12 en 18 jaar moet verbeterd worden.
Klimaat & duurzaamheid
Opmerkingen: Mos programma kan een preventie zijn voor het sluikstorten in de stad. Nu voelt men zich niet betrokken bij properheid van de buurt.
Adviesraad Jeugdraad
In het kader van deze gebiedsgebonden werking is het noodzakelijk dat politie blijvend kan beschikken over een specifiek team (het O-team) dat zich voltijds focust op Veiligheid de overlastproblematiek zoals nachtlawaai, sluikstorten, zwerfvuil, en andere overlastfenomenen die het samenlevingsklimaat verzuren. Een bijkomende meerwaarde (en voorbeeldfunctie) van het huidige team ligt in de informatiegestuurde aanpak, de geïntegreerde aanpak en de nauwe samenwerking met o.a. de Gemeenschapswacht, de Dienst Milieutoezicht en IVAGO.
Actie
Actie
Opmerkingen: De werking van het O-team wordt als absolute meerwaarde ervaren. Er wordt effectief vastgesteld en is zo een reële repressieve stok-achter-de-deur.
Adviesraad Preventieraad
Intrafamiliaal geweld is een vaak verborgen, maar ernstig probleem. Binnen de politie blijft er grote aandacht voor deze problematiek en worden slachtoffers op een goede manier opgevangen wanneer zij aangifte doen. Ook welzijnswerkers, artsen, wijkagenten,... worden gesensibiliseerd rond deze problematiek en moedigen indien nodig de slachtoffers aan om hulp te zoeken of aangifte te doen.
Gelijke kansen
Opmerkingen: Ook LPV duidde intrafamiliaal geweld als belangrijk item en zal bekijken hoe er meer preventief kan gewerkt worden rond dit thema.
Adviesraad Preventieraad
Om de politie te ontlasten van ‘kleinere’ overlastfenomenen versterken we de werking van de GAS-ambtenaren. Mits goede afspraken met het parket onderzoeken we Veiligheid binnen het kader van de federale wetgeving, de mogelijkheden om de administratieve sancties die het bestuur zelf kan opleggen, weloverwogen uit te breiden voor overtredingen die anders onbestraft blijven. Opmerkingen: De nuance “ weloverwogen” uitbreiding is hier niet onbelangrijk.
Actie
Actie
Actie
Adviesraad Preventieraad
Uitgaan mag een buurt niet onleefbaar maken. Gent is alsmaar aantrekkelijker als studentenstad, wat ook meer uitgaansleven met zich meebrengt. Uitgaan in Gent Veiligheid kan echter alleen met respect voor de buurt, en dus zonder overlast te veroorzaken. Er wordt zowel ingezet op sensibiliserende als op sanctionerende acties, in overleg met de buurt en met de onderwijsinstelling. Opmerkingen: Met veel mensen samenwonen in een stad schept automatisch problemen. Daarom moeten er regels en normen zijn. Er is een verbod op roken en er zijn geluidsnormen. Toch moeten we als Stad opletten dat we niet overreguleren, dat kan een stad kapot maken. Er mag ook niet te hard opgetreden worden. In een stad moet je leven met de idee dat er lawaai kan zijn. Wie in een studentenbuurt gaat wonen, moet dit beseffen.
Adviesraad Jeugdraad
We zetten in op meer coördinerend overleg met inspectiediensten en parket. Mensenhandel, koppelbazerij en huisjesmelkers zorgen immers voor mensonwaardige situaties en bemoeilijken het samenleven in diverse wijken. Met alle mogelijke middelen en zeker met de inzet van de politie willen we deze fenomenen aanpakken. Daarnaast moet ook de druggerelateerde criminaliteit, alsook de drugdealers zelf, worden aangepakt. De druk op bepaalde wijken is momenteel te groot en moet worden aangepakt.
Veiligheid
Opmerkingen: Voor het voeren van een effectief 3-sporenbeleid is het belangrijk dat de 3 luiken op elkaar afgestemd worden. Er is dus nood aan de uitwisseling van cijfermateriaal en gegevens tussen de diensten die rond die verschillende luiken werken (dus ook tussen politionele en sociale diensten). Nu gebeurt dit nog veel te weinig. Dit zou moeten leiden tot een beter gecoördineerd beleid.
Adviesraad Preventieraad
We zetten verder in op burenbemiddeling.
Veiligheid
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Preventieraad
HSD8
Gent spreekt haar burgers en andere betrokkenen aan op hun engagement en solidariteit en geeft hen goesting om samen de stad te maken en te beleven.
SD8.1
We bieden de Gentenaars mogelijkheden hun sociale netwerken te versterken en te differentiëren.
Actie
De jeugdverenigingen worden op maat gesubsidieerd. Een subsidiebeleid moet voldoende divers zijn, om ook kleinschalige initiatieven te ondersteunen.
Jeugd
Opmerkingen: Dit vindt men heel belangrijk. Deze acties moet niet enkel gelden voor de “pure jeugdwerkverenigingen”
Adviesraad Jeugdraad
De kennis van de bejaardensector is bij de allochtone bevolking beperkt terwijl de sector zelf geen expertise heeft inzake het benaderen en het opvangen van deze etnisch divers samengestelde ouderengroep. Er komt meer dialoog om dit knelpunt op te vangen. Een belangrijke prioriteit vormt het adequaat leren omgaan met mensen van andere culturen in woonzorgcentra, alsook het inzicht verwerven in de informele zorgcircuits bij allochtone groepen door zorgverstrekkers.
Vergrijzing - seniorenbeleid
Opmerkingen: Aandacht bij tewerkstelling en opleiding om ook hulpverleners en vooral zorgverstrekkers (huisartsen, thuisverpleegkundigen etc.) ook cultureel diverser te maken. Te weinig mensen met een cultureel diverse achtergrond stromen door naar vb. huisartsgeneeskunde etc. Prioritair − Er moet voldoende informatie gegeven worden aan etnisch-culturele minderheden over hun rechten en plichten mbt gezondheidszorg. − Kangoeroewonen moet worden gefaciliteerd, ook voor de doelgroep etnisch-culturele minderheden. − Lokale Dienstencentra spelen een belangrijke rol in het bereiken van etnisch-culturele minderheden. − Woon-Zorg-Centra moeten aangepast worden aan de doelgroep etnisch-culturele minderheden. − Serviceflats zijn een aanvaardbare woonvorm voor senioren met een migratie-achtergrond. De stad Gent kan dit meer betaalbaar maken voor deze doelgroep. Er leven ideeën om o.m. hierop in te zetten in een Torekesproject bvb. in de Brugse Poort.
Adviesraad Gezondheidsraad
De werking van de culturele bemiddelaars wordt geheroriënteerd. Via netwerking houden zij de vinger aan de pols en stellen alles in het werk opdat de culturele instellingen beter in staat zouden zijn om bruggen te slaan naar moeilijk bereikbare doelgroepen, wijkcomités, e.a.
Cultuur
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad WRG - KRAS
Er komt meer samenwerking tussen OCMW en stedelijke diensten en ondersteuning van wat er leeft in de buurt. Dit zorgt voor de opbouw van nieuwe sociale netwerken.
Vergrijzing - seniorenbeleid
Opmerkingen: Prioritair Prioritair
Adviesraad WRG - KRAS Gezondheidsraad
Actie
Actie
Actie
Actie
Minderhedenforum Ad REM
WRG - SLO
Er wordt samen met de private Thuiszorgorganisaties bekeken hoe de thuiszorg de vergrijzing (en de zogeheten “verwitting”) kan bijbenen. Gezien residentiële Vergrijzing - seniorenbeleid huisvesting voor senioren zeer duur is, moeten we er alles aan doen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Een thuiszorgcheque kan hierbij een belangrijke en soms zelfs noodzakelijke stimulans zijn ter aanvulling van de dienstverlening binnen de lokale dienstencentra en welzijnsbureaus. Opmerkingen:
Adviesraad
Algemeen vertrekpunt: We willen de culturele interactie tussen de verschillende gemeenschappen én doelgroepen stimuleren. Dit is een belangrijke uitdaging. Minderhedenforum Een thuiszorgcheque kan ook voor jonge en oude personen met een beperking een stimulans zijn om zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen, ter aanvulling op hun WRG - Baken beperkt inkomen. Belangrijk is dat er een makkelijke toegang moet zijn tot informatie. Er is veel aanbod, maar dat is niet altijd toegankelijk! Gezondheidsraad Actie
Actie
Actie
Er wordt verder gewerkt aan het brandveilig en duurzaam maken van de (stads)lokalen van het jeugdwerk.
Jeugd
Opmerkingen: Er komen heel wat verplichtingen bij voor lokalen van verenigingen. Wat momenteel nog ontbreekt, is ondersteuning om te voldoen aan geluidsnormen! Het “nestgevoel” mag trouwens niet vergeten worden.
Adviesraad Jeugdraad
Het kampvervoer blijft terugbetaald en het jeugdwerk wordt verder ondersteund o.m. op vlak van verzekeringen.
Jeugd
Opmerkingen: Op vlak van verzekeringen is er veel onduidelijkheid. Wat wordt hiermee bedoeld? Deze actie komt ook terug bij sport?
Adviesraad Jeugdraad
Tegen 2020 zijn er in Gent in de wijken meer informele ontmoetingsplaatsen waar buurtbewoners (jong, oud etc.) elkaar kunnen ontmoeten en nieuwe contacten kunnen leggen. Opmerkingen: Prioritair
Actie
Actie
Adviesraad Gezondheidsraad
We ondersteunen verenigingen die zich richten op maatschappelijke achtergestelde kinderen en jongeren, zoals vzw Jong. Ondersteuning van organisaties van etnisch- Jeugd culturele minderheden en de integratie van doelgroepen in bestaande verenigingen zijn niet tegengesteld, maar vullen elkaar aan. Opmerkingen: Ook klassieke (jeugd)verenigingen mogen meer inspanningen leveren (en die dan laten ondersteunen door de stad en koepel).
Adviesraad Jeugdraad
We stimuleren bestaande en nieuwe sociaal-artistieke initiatieven om te werken met moeilijk bereikbare doelgroepen in de stad. We stimuleren daarvoor ook synergieën.
Cultuur
Opmerkingen: Adviesraad Niet de indruk dat deze initiatieven veel steun van de stad hiervoor nodig hebben (om de keuze hiervoor te maken), maar wel belangrijk. Als de Stad dit kan faciliteren WRG - SLO zou dit een goede zaak zijn. Prioritair Minderhedenforum Actie
We stimuleren de betrokkenheid van Gentenaars met hun wijk door het steunen van buurtinitiatieven waarbij bewoners samen instaan voor het onderhoud van hun buurt, het organiseren van buurtactiviteiten, enzovoort.
Wonen
Opmerkingen: Belangrijk! Bevordert sociale cohesie, verbreedt de kennisenkring/netwerk Prioritair Prioritair Prioritair
Adviesraad Jeugdraad Minderhedenforum WRG - CAW WRG - CAW
Actie
Actie
Actie
Actie
We versterken het buurtgevoel nog extra door het stimuleren van vaste ‘sportmomenten’ op buurtniveau (b.v. samen lopen op een vast moment in de week). We zetten sociale media in om de niet-georganiseerde sporter de kans te geven om met anderen samen te sporten. Via die ‘sport-datingsite’ kunnen ook buren/buurten elkaar uitnodigen voor een sportief treffen. Aan grote sportevenementen die in Gent plaatsvinden moeten de organisatoren lokale acties koppelen (‘sportsatellietevenementen’).
Sport
Opmerkingen: Prioritair Prioritair
Adviesraad Minderhedenforum WRG - SLOEP
We willen dat iedere Gentenaar graag in Gent woont. Door initiatieven te nemen die het samenleven bevorderen, verbeteren we de leefkwaliteit voor alle Gentenaars. Wonen Een verder uitgebouwde samenwerking tussen wonen en welzijn is hierbij cruciaal. De Stad zal gerichte initiatieven nemen ten aanzien van specifieke doelgroepen om ervoor te zorgen dat de buurten leefbaar blijven. Opmerkingen: Prioritair − Aandacht voor nieuwe woonvormen is hierbij belangrijk. De stad Gent kan gezamenlijke aankopen stimuleren, vb. samen aankoop energie. − Wijkgericht werken is belangrijk om alle bewoners te bereiken. − Wijkdebatten: nog meer promoten. Verschillende vormen en methodieken hanteren vb. aanplakbord waar je stickers op kunt kleven ‘ik wil dit voor deze plek in mijn wijk.’ Samenwerking tussen wonen, zorg en welzijn is ons inziens cruciaal. Vaak komen de meest kwetsbare groepen terecht is de meest kwetsbare wijken met alle mogelijke samenleefuitdagingen tot gevolg. Dit heeft vaak te maken met het geven dat je in deze wijken nog betaalbare privéwoningen vindt.
Adviesraad WRG - CAW Ad REM
We willen de culturele interactie tussen de verschillende gemeenschappen stimuleren. Dit is een belangrijke uitdaging.
Cultuur
Opmerkingen: − Het aanbod in de ‘klassieke culturele instellingen’ (culturele centra, theater, cultuurhuizen…) moet diverser gemaakt worden, om een diverser doelpubliek aan te spreken. Het aanbod vanuit verenigingen, lokale groepen… kan ook opgenomen worden in het programma van culturele instanties (vb. NTGent, De Vooruit…) − De kloof tussen ‘integratie’ en ‘cultuur’ moet kleiner worden gemaakt. − De expertise uit het intercultureel centrum De Centrale moet worden verbreedt naar andere culturele centra. − Het aanbod aan cultuur moet laagdrempeliger, goedkoper… − Het aanbod van ‘Artiest Zoekt Feestneus’ ‘intercultureler’ maken: nu is er weinig dat onze doelgroep aanspreekt. Prioritair Prioritair
Adviesraad Ad REM
We zetten in op de ‘anders georganiseerde sport’. We werken ook via buurtsport doelgroepgericht in de wijken, ook dat aanbod wordt afgesteld op wat leeft in de buurt.
Sport
Opmerkingen: Prioritair Er zijn mogelijkheden om dit te realiseren door een slim aangepast gebruik van een vernieuwde sportinfrastuctuur met de naburige school.
Adviesraad Gezondheidsraad WRG - SLOEP
WRG - Baken
WRG - KRAS WRG - SLO
Eigen bijdrage / opmerkingen Deze SD gaat vooral oa over het ondersteunen van verenigingen. Volgens de jeugdraad horen heel wat acties die jeugdwerk ondersteunen onder deze SD thuis. Wekelijks gaat er in De SLOEP een sportmoment door voor vrouwen, een groep van 60, waarvan elke week 20 aanwezig sporten samen met ondersteuning van de Gentse Sportdienst gevolgd door een korte sessie waarin een aspect van toegankelijk en betaalbaar sporten aan bod komt voor het hele gezin. Dit aanbod kan uitgebreid mits een grotere ruimte om te sporten en blijvende ondersteuning door de sportdienst. Als adviesraad willen we zeker mee nadenken over, mee werken aan… verschillende vormen en methodieken om tot inspraak te komen, ook wijkgericht. Het project Complementaire Munt – de Torekes – heeft onmiskenbaar ook deze effecten!
Jeugdraad WRG - SLOEP
Ad REM WRG - SLO
HSD8
Gent spreekt haar burgers en andere betrokkenen aan op hun engagement en solidariteit en geeft hen goesting om samen de stad te maken en te beleven.
SD8.2
We bouwen een gediversifieerd en innovatief participatiebeleid uit met co-creatie als belangrijke invalshoek.
Actie
Buurtgroepen, middenveld- en bewonersondersteunende organisaties betrekken we als natuurlijke partners in het participatieproces om beleidsontwikkeling en uitvoering af te toetsen. Zij krijgen ondersteuning om hun rol op te nemen. Wij respecteren expliciet hun autonomie.
Brede en laagdrempelige participatie
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad WRG - SLO
Actie
Actie
Actie
Communicatie vanuit het stadsbestuur laat ruimte open voor dialoog, participatie en terugkoppeling. Daarbij kan volop gebruik worden gemaakt van de nieuwe media Communicatie, multimediaal, helder en voor zover ook de traditionele kanalen beschikbaar blijven voor burgers die minder vertrouwd zijn met de nieuwe media of er de mogelijkheden niet voor hebben. interactief
Opmerkingen: Prioritair Nieuwe media heeft als voordeel dat sommige stemmen worden gehoord die op een wijkdebat niet aan bod zouden komen. Toch merken we dat dit soort inspraak nooit kan zonder een face-to-face luik. Communicatie vanuit de stad is voor kwetsbare groepen niet altijd duidelijk of ze vinden de juiste informatie niet. Kras zoekt mee en verduidelijkt voor hen. Belangrijk dat openbare diensten blijven inzetten op loketten en kosteloze dienstverlening door mensen aan mensen. Zeker waar het basisinfo/basisrechten betreft. Heel wat personen met een beperking beschikken niet over de nodige kennis/vaardigheden(lezen en schrijven) enerzijds en/of de nodige apparatuur (computer) anderzijds.
Adviesraad WRG - SLO Jeugdraad
De buurtbewoners worden mede-eigenaar van de sportprogrammatie en medebeheerder van de buurtsportinfrastructuur. Zij bepalen mee de planning van het gebruik van de infrastructuur. Vooral jongeren willen we op die manier betrekken en responsabiliseren. Via opleidings- en tewerkstellingstrajecten kunnen jongeren ‘buurtsportwerker’ in de eigen buurt worden.
Sport
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad WRG - SLOEP
De jeugdraad wordt nog meer een belangrijke partner bij het beleidsvoorbereidende werk en wordt gestimuleerd bij het betrekken van jongeren buiten het georganiseerde jeugdwerk.
Jeugd
Opmerkingen: De jeugdraad wil hier heel graag in gestimuleerd worden.
Adviesraad Jeugdraad
WRG - KRAS WRG - Baken
Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
De lokale overheden in Gent moeten evolueren naar open overheden, door o.m. gebruik te maken van slimme technieken en technologie. Gent moet een ‘Smart City’ Stedelijke dienstverlening en fiscaliteit worden, wat ook aansluit bij de Europese lokale digitale agenda. ‘Smart City’ is een internationaal erkend concept, en kent daarom ook verschillende benaderingen. In Gent kiezen we voor een holistische benadering. Een belangrijk aandachtspunt is het evenwicht tussen een technologische en niet-technologische aanpak. Een andere kernopdracht bestaat er in de Gentenaars te motiveren en in staat te stellen om zélf mee te bouwen aan de stad van de toekomst. Het Ghent Living Lab is een cruciale pijler in het uitbouwen van Gent als Smart City. Door het Smart City-concept te vertalen naar een Gents model willen we bestaande en nieuwe netwerken koppelen en zo een voorbeeld zijn in Europa van een leefbare, moderne en innovatieve stad.
Opmerkingen: Communicatie met jongeren is cruciaal. CLB’s werken samen met Arteveldehogeschool (Sint-Anna) rond online-hulpverlening. Kan hierbij aansluiten.
Adviesraad WRG - CLB
Er worden op alle mogelijke niveaus (stad, wijk, buurt, project) en fora (gemeenteraad, adviesraden, wijkplatforms) impulsen gegeven voor de stads- en /of wijkdebatten. Vanuit dat oogpunt wordt gewerkt aan de herwaardering van de werking van de gemeenteraad, het beter en meer ondersteunen en valoriseren van de inbreng van de stedelijke adviesraden, en het faciliteren van, en samenwerken met, vrijwillige overlegplatforms in de wijken en deelgemeenten.
Actieve steun en deelname aan raden en fora
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
Er wordt een jongerenparticipatiebeleid uitgewerkt. In het bijzonder bij de inrichting van openbare ruimte en bij het mobiliteitsbeleid gaat er nog meer aandacht naar Jeugd kinderen en jongeren. Hen betrekken bij wijkgebonden participatie en inspraakprocessen is ook een streefdoel, waarbij experimentele projecten niet uit de weg worden gegaan. Ook participatie aan het jeugdwerk voor de meest kwetsbaren wordt niet vergeten. Opmerkingen: Dit is voorlopig nogal een vage doelstelling. We kiezen vooral voor participatie (boven inspraak). Ook moeten jongeren zo breed mogelijk betrokken worden, bvb bij de huidige klankbordgroepen. Maar dit kan niet zonder dat er écht in jongerenparticipatie geïnvesteerd wordt! Projecten zoals de Katrolwerking (huistaakbegeleiding van kinderen in kansarme milieus door hogeschoolstudenten, gecoacht dor CAW-medewerkers) kunnen hefboom zijn om meer kansen te bieden én waar noodzakelijk link met hulpverlening te leggen. Prioritair
Adviesraad Jeugdraad
Er wordt op Gents niveau een platform voor Crowdfunding opgericht, waarbij mensen en ondernemingen die een innovatief, duurzaam project willen starten, naar alternatieve financiering door de Gentenaars kunnen zoeken.
Economie
Opmerkingen: Prioritair
Adviesraad WRG - SLO
WRG - CAW WRG - KRAS
Gebiedsgerichte werking, buurtwerk, seniorenclubhuizen en lokale dienstencentra van het OCMW werken nauwer samen in overleg met middenveldgroepen. Deze Brede en laagdrempelige participatie synergie wordt duidelijk voelbaar voor de bewoners in de wijken, voornamelijk door beter basiswerk en dienstverlening in de buurten. Per wijk komt er een ‘lijst’ met noden in de wijk. Deze wordt gekoppeld aan het wijkprogramma van de diensten. Opmerkingen: Prioritair In de verschillende stadswijken werken Krasdiensten samen met de plaatselijke voorzieningen. Toch worden mensen in armoede nog onvoldoende bereikt
Adviesraad WRG - K&G WRG - KRAS
Actie
Actie
Het bestuur zoekt, ontwikkelt, experimenteert met instrumenten en fora die het debat tussen de Gentenaars zelf stimuleert en versterkt. We verfijnen waar mogelijk de decretale mogelijkheden om ze beter toepasbaar te maken voor Gent.
Wijkontwikkelingsplannen
Opmerkingen: Actief werk maken van of faciliteren van de mogelijkheden die het Gemeentedecreet voorziet m.b.t. burgerinitiatieven
Adviesraad WRG - SLO
Het coöperatief ondernemen – gestoeld op participatie en solidariteit - verdient bijzondere aandacht. Dit past perfect binnen het maatschappelijk verantwoord en Economie duurzaam ondernemen dat wij verder kansen willen geven. Daarom zal de Stad Gent initiatieven ondersteunen van burgers om coöperatieven op te richten. Geïnteresseerden kunnen bij de stadsdiensten terecht voor praktische informatie en begeleiding. De Stad biedt een ondersteunend kader en creëert randvoorwaarden. We onderzoeken tevens of we de oprichting en het gebruik van ‘samen- aankoopcoöperatieven’ kunnen begeleiden en stimuleren. Opmerkingen: Prioritair Prioritair
Actie
Actie
Actie
Actie
Adviesraad WRG - BJZ De Totem WRG - SLO
In samenspraak met de bewoners wordt vorm gegeven aan wijkontwikkelingsplannen om de levenskwaliteit in de wijk te verhogen. Daarmee willen we bereiken dat er Wijkontwikkelingsplannen brede coalities van samenwerking groeien, waarin stad en groepen bewoners samen (deel)projecten realiseren die daarvoor in aanmerking komen. Door bewoners een actieve rol te geven in de uitvoering gaan ze de stad mee vorm geven en participeren hierdoor op een niet-formele manier. We noemen dat co-partnerschap, coproductie en medebeheer. Aanvullend bij de opdracht van de stadsdiensten zien wij een rol weggelegd voor Samenlevingsopbouw in de wijken, zodat alle bewoners bereikt kunnen worden. Opmerkingen: We presenteerden reeds een voorstel t.a.v. de Stedenfondscoördinatie.
Adviesraad WRG - SLO
Niet-stemgerechtigde inwoners van de stad hebben ook een mening, zeker jongeren en kinderen. Zij zijn expert in hun leefwereld en moeten betrokken worden bij het beleid van onze stad. Participatie is experimenteren, adviseren en coachen!
Jeugd
Opmerkingen: Participatief beleid is zeer belangrijk, ook in onze sector Prioritair Prioritair
Adviesraad WRG - CLB WRG - K&G WRG - KRAS
We blijven de subsidies van ‘Wijk aan zet’ minstens even hoog aanhouden. Wij maken deze subsidies aantrekkelijker voor langer lopende wijkinitiatieven zoals een Wijkontwikkelingsplannen wijkkrant, website, ‘Buren van de abdij’… Dat doen we door ‘Wijk aan zet’ te ontdubbelen in enerzijds ad hoc subsidies voor zaken zoals straat- en wijkfeesten, en anderzijds structurele(re) steun voor bv. 3 jaar voor langer lopende initiatieven. In die zin kan er binnen ‘Wijk aan zet’ gewerkt worden aan budgetten voor ingrepen in de wijken, zoals bijvoorbeeld de heraanleg van een speelplein, aanpassingen aan trottoirs etc. Opmerkingen: Actief binnen volkstuintjes en opnemen van peter- meterschap Idem 8.2.39
Adviesraad WRG - BJZ De Totem
We blijven een grote waaier aan zinvol en gemakkelijk toegankelijk vrijwilligerswerk aanbieden.
Emancipatie en activering
Opmerkingen:
Adviesraad
CAW voert evenzeer een actief beleid rond werken met vrijwilligers. Wederzijdse kennis- en expertisedeling is op dit terrein zeker nuttig Vrijwilligerswerking is voor ons heel belangrijk Actie
Actie
Actie
Actie
Actie
WRG - CAW WRG - K&G
We doen extra inspanningen om moeilijk bereikbare groepen mee te betrekken in de participatieprocessen. De zelforganisaties van deze doelgroepen zijn hierin Brede en laagdrempelige participatie partners. Wij doen ook een beroep op de ervaring van de ondersteunende organisaties uit het middenveld. We ontwikkelen nieuwe en aanvullende methodieken. Omdat participatie maatwerk is willen we dat er een waaier aan methodieken wordt ontwikkeld, zowel voor eenmalige activiteiten als blijvende initiatieven, om zo de betrokkenheid van de wijk van bij de start te garanderen. Opmerkingen: Prioritair Op verschillende niveaus en in afstemming met elkaar: Woonzorgzones, Wijken, Stad
Adviesraad WRG - SLOEP WRG - Baken
We stimuleren de tijdelijke invulling van enkele strategisch gekozen (braakliggende) terreinen in wijken waar er een gebrek is aan groen en speelruimte. Hiervoor worden onderhandelingen aangeknoopt met de eigenaars. Coproductie in verband met de tijdelijke inrichting van dergelijke terreinen wordt actief gezocht. Via tijdelijke invullingen kunnen bewoners immers mee de toekomst van hun wijk bepalen en de leefbaarheid tijdens werkzaamheden consolideren.
Wijkontwikkelingsplannen
Opmerkingen: Actief binnen volkstuintjes en opnemen van peter- meterschap Idem 8.2.39
Adviesraad WRG - BJZ De Totem
We willen de bestaande klankbordgroepen verder laten evolueren tot open buurtstuurgroepen waar debat mogelijk is tussen inwoners, ontwerpers en de betrokken ambtenaren vanaf de start van een project. We waken erover dat deze inspraakorganen de diversiteit in de wijk weerspiegelen. Stadsambtenaren worden extra gevormd om participatief te gaan werken.
Brede en laagdrempelige participatie
Opmerkingen: Hierbij kunnen ook de werkgroepen jeugd betrokken worden.
Adviesraad Jeugdraad
We willen een sterk stedelijk integratie- en participatiebeleid met een voldoende, kwalitatief en divers aanbod aan opleidingen voor nieuwkomers: van Nederlands op de werkvloer tot buurtgerichte initiatieven die mensen helpen hun weg en aansluiting te vinden in Gent.
Integratie, diversiteit en gelijke kansen
Opmerkingen: Door het hoge bereik van nieuwkomers in De SLOEP wordt hiervoor nu al door de gezinnen beroep gedaan op De SLOEP. Aangezien een deel van de thema’s zoals wonen, werk, integratie, migratie, niet tot de thema’s behoren die gevat zijn door de Vlaamse opdracht Kind & Gezin, dringt zich hier een belendende actie in samenwerking met de Stad Gent. Prioritair
Adviesraad WRG - SLOEP
We willen studenten stimuleren om maatschappelijk engagement op te nemen in de stad: leerbegeleiding thuis, seniorenhulp, … We ondersteunen dit door hen te helpen dat engagement te verwezenlijken binnen een domein dat aansluit bij hun opleiding of interesse.
Investeren in netoverschrijdende samenwerking
Opmerkingen: Prioritair De netoverstijgende samenwerking van CLB’s kan hiertoe bijdragen, bemiddelen, coachen, toeleiden,…
Adviesraad WRG - CAW WRG - CLB
WRG - KRAS
Actie
De SLOEP is een organisatie die vandaag maar haar dienstverlening kan aanbieden dankzij de inzet van een 50-tal vrijwilligers, waaronder ook studenten, maar ook buurtbewoners, ouders die doorgroeien naar vrijwilligerswerk. Een grote vrijwilligerswerking vergt de nodige omkadering, coaching, aandacht, verwennerij, participatie van vrijwilligers in het beleid van de organisatie. Dergelijk vrijwilligersbeleid kan mee een rol spelen in de activering en het participeren van groepen die moeilijker volwaardig kunnen participeren op de reguliere arbeidsmarkt. Dit vergt de nodige middelen en ook professionele ondersteuning van de organisatie.
WRG - SLOEP
Prioritair Prioritair Zeer goed idee. Voor alle mogelijk doelgroepen.
WRG - K&G WRG - KRAS WRG - Baken
We zoeken naar structuren om van onderuit een betere vertolking te krijgen van wat er in de verschillende buurten leeft. Buurtwerk en Gebiedsgerichte Werking gaan Brede en laagdrempelige participatie hiervoor ook nauwer samenwerken. Opmerkingen: Prioritair Prioritair
Adviesraad WRG - K&G WRG - SLO
Eigen bijdrage / opmerkingen Dit is dé SD bij uitstek waarin de jeugdraad zelf iets in kan betekenen. Eens er gekozen hoe het stadsbestuur inspraak ziet, wil de jeugdraad graag een bijdrage leveren Jeugdraad over hoe jongeren het best betrokken worden. − De SLOEP kan als stageplaats functioneren voor buurtsportmedewerkers in opleiding, mogelijks is dit ook een piste waarop vanuit een andere optiek kan ingezet WRG - SLOEP worden. Deze opleiding kan aan alternatief zijn voor de jongeren in die gezinnen waarin we alarmerend spijbelgedrag tot zelfs afhaalgedrag zien. − Door de lage drempel en het grote bereik zowel van ECM als nieuwkomers als gezinnen in armoede kunnen wij hierin een rol opnemen die we tot nu toe niet structureel opnamen, door in huis wijkgerichte of themagerichte inspraak te organiseren. We vinden de Torekes een uniek instrument om in te zetten in de toekomst om coproductie op wijkniveau mogelijk te maken. WRG - SLO We dienden m.b.t. deze mogelijkheden een dossier Sociale Innovatie in bij Minister Lieten.
HSD8
Gent stelt zich actief op in een breed en gelaagd netwerk en organiseert haar diensten op een performante wijze
SD8.3
We stimuleren mensen om samen te bewegen, te sporten en aan recreatie te doen met specifieke aandacht voor talenten, diverse doelgroepen en buurtgerichte infrastructuur
Actie
De komende jaren moeten de overblijvende fases van het masterplan Blaarmeersen worden uitgevoerd: een nieuwe speelzone met cafetaria aan de Waterkant, de aanleg van een compactere parking in meerdere niveaus, de realisatie van een klimzaal en een skatepark en vooral het hertekenen van de verkeerscirculatie. Het huidige parkkarakter van de Blaarmeersen wordt gegarandeerd door middel van een masterplan of eventueel een ROP. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op de verdere ontwikkeling van de site Watersportbaan - Blaarmeersen.
Recreatie en toerisme
De Zuiderlaan tussen de R4 en de Belvedèreweg moet worden geïncorporeerd in de Blaarmeersen als sportboulevard. Door de uitbouw van sportterreinen aan de Noorderlaan en van de Bloso-topsportinfrastructuur, vormt Blaarmeersen-Watersportbaan een grote sportsite, inclusief de aanwezigheid van universitaire labo’s en zelfs een ziekenhuis. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op de verdere ontwikkeling van de site Watersportbaan - Blaarmeersen.
Recreatie en toerisme
Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in sportinfrastructuur. Naast de ‘grote’ infrastructuur (sporthallen, zwembaden, recreatiedomeinen) investeren we verder in een fijnmazig netwerk van kleinere infrastructuur verspreid over de hele stad, op het niveau van de buurten en de deelgemeenten. We voorzien tevens voldoende faciliteiten voor de individuele sporter en voor losse, niet-georganiseerde sportactiviteiten. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op sportinfrastructuur en het beheer ervan: het onderhouden van de sportinfrastructuur, buurtsport(infrastructuur) en schoolinfrastructuur. − Dit is belangrijk om sport mogelijk te maken op een laagdrempelige manier. − Het is belangrijk dat er in alle wijken sportinfrastructuur beschikbaar is, die ook gemakkelijk te gebruiken valt voor ‘losse’ verenigingen of niet-competitieve sportinitiatieven. − Een goede stadsomgeving creëert de motivatie om te sporten. − Initiatieven zoals de Sportschuur / De Kaarderij (sportloods)… zijn belangrijk en moeten worden verder gezet.
Sport
Actie
Het bestuur ontwikkelt de site van de Watersportbaan verder tot een vrijetijdszone. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op de verdere ontwikkeling van de site Watersportbaan - Blaarmeersen.
Recreatie en toerisme Adviesraad Sport
Actie
In 2020 wordt mobiliteit in Gent zodanig georganiseerd dat beweging maximaal wordt gestimuleerd. Opmerkingen: Vb. het aanleggen of bewegwijzeren van loopcirkels in de wijk etc
Mobiliteit Adviesraad Gezondheidsraad
Actie
In 2020 zetten zorgverstrekkers en welzijnswerkers zich in om mensen te motiveren meer te bewegen en hen toe te leiden naar het bestaande aanbod met speciale aandacht voor zij die meer willen bewegen of sporten maar dat niet alleen kunnen. Opmerkingen: Prioriteit
Stedelijk gezondheidsbeleid
Actie
Actie
Adviesraad Sport
Adviesraad Sport
Adviesraad Sport Ad REM
Adviesraad Gezondheidsraad
Actie
Jongeren én senioren aan het bewegen krijgen (en houden) zien we als een grote uitdaging. Jong geleerd is oud gedaan. We realiseren een link met het jeugdwerk. We Sport werken het systeem van jongerensportbegeleiding in de buurten verder uit. Begeleiders moeten ook meer jongeren van allochtone afkomst aan het sporten krijgen: ze moeten vaker lid worden van sportclubs en deelnemen aan sportevenementen. In dat kader zetten we tevens in op doelgroepencommunicatie via samenwerking met tussenpersonen of organisaties (bv. allochtone verenigingen). Opmerkingen: Adviesraad − Het is belangrijk dat jongeren met een migratie-achtergrond in reguliere sportclubs worden opgenomen. Ad REM − De stad Gent kan in de wijken, in de buurten… bekijken wat de noden/vragen zijn. Waarom is integratie in het reguliere aanbod tot nog toe niet gelukt? Dan wordt best van nul gestart: het aanbod aanpassen aan de noden. Het is belangrijk dat er niet enkel vanuit het bestaande aanbod wordt gewerkt, dat men het aanbod aanpast aan de (noden van de) doelgroep. − Hier kan ook de Brede School een rol spelen: niet alleen allochtone verenigingen als tussenpersoon inzetten. De school als facilitator om kennis te maken met buurtsportwerking, clubs…
Actie
Ook op wijkniveau is de aanwezigheid van publiek toegankelijk groen voor recreatieve doeleinden noodzakelijk, evenals het gebruik van publiek domein voor recreatief Recreatie en toerisme medegebruik (b.v. speelstraten). Opmerkingen: Adviesraad Prioriteit Gezondheidsraad
Actie
Ook ouderen blijven beter bewegen. Clubs die inspanningen doen om een degelijk aanbod te voorzien voor senioren verdienen extra ondersteuning. Opmerkingen: Prioriteit
Sport Adviesraad Sport
Actie
Sport, cultuur en vrijetijdsbesteding moeten voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Lid worden van clubs en/of verenigingen kan tegen een relatief beperkte prijs. Toch kunnen de totale kosten voor deelname aan allerhande activiteiten vaak hoog oplopen. We willen niet dat (te hoge) lidgelden en andere kosten een onoverkomelijke financiële drempel vormen voor grote gezinnen en mensen met een laag inkomen. Stad en OCMW maken daarom sport, cultuur- en vrijetijdsparticipatie beter betaalbaar voor mensen in armoede door een financiële tegemoetkoming of korting via de vrijetijdspas. Clubs en verenigingen moeten zich van hun kant openstellen voor mensen met een laag inkomen. We maken ook werk van toeleiding naar cultuur en sport voor mensen die verkiezen dit individueel te doen. Opmerkingen: Prioriteit Deze actie heeft betrekking op toegankelijke, laagdrempelige sport. − Het is belangrijk dat er in alle wijken sportinfrastructuur beschikbaar is, die ook gemakkelijk te gebruiken valt voor ‘losse’ verenigingen of niet-competitieve sportinitiatieven. − De Stad Gent moet initiatieven vanuit verenigingen faciliteren, in plaats van zelf te organiseren. − Er moet begeleiding zijn vanuit de Sportdienst voor ‘losse’ sportverenigingen. Ook niet-competitieve, laagdrempelige… sportinitiatieven moeten vanuit de Sportdienst de nodige ondersteuning krijgen. − Onderwijssector: ook laten aansluiten bij de vrije tijdspas / het participatiefonds.
strijd tegen armoede
Actie
Via de vrijetijdspas kunnen ook jongeren eenvoudiger deelnemen aan sport en cultuur. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op toegankelijke, laagdrempelige sport.
Iedereen mee, ook kinderen en jongeren Adviesraad Sport
Actie
We geven extra middelen aan clubs die werken met ‘parallelle uren’. Dat wil zeggen: clubs die op hetzelfde moment als dat waarop de kinderen sporten óók een aanbod (kan sport zijn) voor ouders/grootouders/begeleiders voorzien, krijgen extra ondersteuning. Opmerkingen:
Sport
Adviesraad Gezondheidsraad Sport Ad REM
Adviesraad
Deze actie heeft betrekking op de externe (inter)sportclubwerking, in functie van mensen aan het sporten te krijgen.
Sport
Actie
We houden onze sportinfrastructuur up to date, met onder meer de vervanging van Driebeek en Wolfput en realiseren de geplande buurtsporthallen via TMVW. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op sportinfrastructuur en het beheer ervan: het onderhouden van de sportinfrastructuur, buurtsport(infrastructuur) en schoolinfrastructuur.
Sport Adviesraad Sport
Actie
We leggen de focus op clubondersteuning op maat door de kwaliteit van de clubwerking te belonen via subsidiëring en/of door zelf instrumenten aan te reiken om die kwaliteit te verhogen, bijvoorbeeld door vrijwilligersondersteuning. We stimuleren ook de ontwikkeling van ‘doorgroeiclubs’. Dit zijn clubs waar van jong tot oud, zowel op recreatief als competitief vlak, kan gesport worden. Zij bieden het meest garantie op levenslang sporten. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op de interne kwaliteitsverhoging van de sportclubwerking en de vrijwilligersondersteuning.
Sport
Adviesraad Sport
Actie
We maken eerst en vooral optimaal gebruik van de bestaande infrastructuur van scholen (‘Brede School’!) en bedrijven. Die wordt ter beschikking gesteld van de buurt Sport (bv. via buurtbeheer) en/of de sportclub(s) voor sport na schooltijd of na de werkuren en in het weekend. Bij de vernieuwing van de schoolinfrastructuur bekijken we of de Sportdienst mee kan ondersteunen. Op die manier investeren we via het sportbeleid mee in betere (school)sportinfrastructuur. We onderzoeken hoe we beroep kunnen doen op de sociale economie voor het beheer ervan. Opmerkingen: Adviesraad Deze actie heeft betrekking op sportinfrastructuur en het beheer ervan: het onderhouden van de sportinfrastructuur, buurtsport(infrastructuur) en Sport schoolinfrastructuur.
Actie
We ondersteunen verder de sportclubs. Het aanbod moet kwaliteitsvol én betaalbaar zijn voor iedereen. Van clubs die we ondersteunen verwachten we dat ze extra inspanningen doen rond diversiteit. De motor van de vele sportclubs zijn natuurlijk de vrijwilligers. Daarom zetten we meer dan ooit in op de opleiding en vorming van die sportbegeleiders. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op toegankelijke, laagdrempelige sport.
Sport
Actie
We stimuleren het gebruik van schoolinfrastructuur buiten de schooluren, door aparte toegangen of gepaste beveiliging te voorzien. Opmerkingen: Prioriteit
Brede School - brugfiguren Adviesraad Gezondheidsraad
Actie
We stimuleren samenwerking tussen sportclubs, bijvoorbeeld voor de organisatie van gemeenschappelijke kennismakingsdagen (in samenwerking met de Sportdienst): zoveel mogelijk mensen laten proeven van verschillende sporten om een goeie keuze te kunnen maken, o.a. via een sport-na-school-pas. Dat kan best doelgroepgericht in de wijken: het aanbod wordt afgesteld op wat leeft in de buurt. Opmerkingen: Deze actie heeft betrekking op de externe (inter)sportclubwerking, in functie van mensen aan het sporten te krijgen.
Sport
We willen meer (open) ruimte om te sporten: niet enkel voldoende sportinfrastructuur, maar ook meer toegankelijke en voor sport bruikbare groene en open ruimte. Een toegankelijke groenpool op fietsafstand en buurtgroen voor iedereen. Veilige wegen, landelijke wegen, jaagpaden, bos en parken zijn hét terrein bij uitstek voor zachte recreatie zoals wandelen, lopen, fietsen, (toestel)fitnessen… Een ‘loopplan voor Gent’ zorgt voor aangelegde en veilige loopcircuits op Finse pistes onmiddellijk aansluitend bij het centrum (Coupure, Visserij e.a.), en in de wijken en deelgemeenten. Opmerkingen: Een goede stadsomgeving creëert de motivatie om te sporten.
Sport
Actie
Adviesraad Sport
Adviesraad Sport
Adviesraad Ad REM
Actie
We zetten in op de ‘anders georganiseerde sport’. We werken ook via buurtsport doelgroepgericht in de wijken, ook dat aanbod wordt afgesteld op wat leeft in de buurt. Opmerkingen: − Dit is belangrijk om sport mogelijk te maken op een laagdrempelige manier. − Initiatieven zoals de Sportschuur / De Kaarderij (sportloods)… zijn belangrijk en moeten worden verder gezet. − Good practices moeten zichtbaar gemaakt worden. − De Stad Gent moet laagdrempelige sportinitiatieven faciliteren, eerder dan zelf te organiseren. Verenigingen, vzw’s… zijn laagdrempelig en staan dicht bij de realiteit en de doelgroep. Hen ondersteunen is belangrijk. Deze actie heeft betrekking op sportinfrastructuur en het beheer ervan: het onderhouden van de sportinfrastructuur, buurtsport(infrastructuur) en schoolinfrastructuur.
Sport Adviesraad Ad REM
Sport
HSD8
Gent stelt zich actief op in een breed en gelaagd netwerk en organiseert haar diensten op een performante wijze
SD8.4
We stimuleren het engagement inzake internationale solidariteit en nemen daarbij een voorbeeldrol op
Actie
Informeren en sensibiliseren zijn en blijven kerntaken van het lokale beleid. We blijven hierbij verbanden leggen tussen een te grote ecologische voetafdruk in het Internationale solidariteit Noorden en de klimaatgevolgen ervan in het Zuiden. Opmerkingen: Adviesraad − Overlapt heel sterk met actiepunt 4: “Informeren en sensibiliseren zijn en blijven kerntaken van het lokale beleid. We blijven hierbij verbanden leggen tussen een te Noord-Zuid grote ecologische voetafdruk in het Noorden en de klimaatgevolgen ervan in het Zuiden.” En moet als een geheel beschouwd worden. − Hierbij moe het middenveld op een heel actieve manier betrokken worden. De Stad kan hiaten opvullen, maar het is niet zinvol om dit los van het bestaande middenveld te doen.
Actie
We engageren ons om te blijven investeren in rechtstreekse samenwerking met lokale besturen in het Zuiden. Opmerkingen: Prioriteit
Actie
We voorzien bij de dienst Noord-Zuid in voldoende mensen en middelen om een goede besteding van de werkingsmiddelen te garanderen. Internationale solidariteit Opmerkingen: Adviesraad − Eigenheid van het budget moet bewaakt worden: bv. niet gebruiken voor aankopen van Fair Trade producten voor de gehele organisatie of voor ethische Noord-Zuid beleggingen. − Ondersteuning van de lokale Noord-Zuidverenigingen moet geborgd zijn. Stijgen van middelen voor projecten in het Zuiden en blijven investeren in rechtstreeks samenwerking (twee verschillende zaken) is OK, maar mag niet ten koste van beschikbare middelen en tijd voor het Gentse middenveld en hun rol in sensibilisering en draagvlakversterking.
Actie
In geval van producten met een exotische oorsprong (koffie, thee,…) kiezen we voor een product uit eerlijke handel. Opmerkingen: − Belangrijk aandachtspunt waarrond verder kennis moet uitgebouwd worden. Middenveld wil eigen expertise graag inzetten. − Arbeidsomstandigheden zouden door de Stad Gent altijd in rekening moeten gebracht worden, niet enkel bij producten van exotische oorsprong.
Internationale solidariteit Adviesraad Noord-Zuid
Actie
Het belang dat het bestuur aan Noord-Zuid hecht wordt onder andere uitgedrukt door de financiële steun aan projecten in het Zuiden. Dit bedrag willen we verder systematisch optrekken. Opmerkingen: Prioriteit
Internationale solidariteit
Eigen bijdrage − Aanbieden van Noord-Zuideducatie/mondiale vorming in het onderwijs is een rol voor het middenveld. Het stadsbestuur zou er evenwel een pro-actieve faciliterende rol in kunnen opnemen als regisseur (ontsluiten van overzicht aanbod, verlagen drempels, overleg met overkoepelende organen zoals pedagogische begeleidingsdiensten, …). Ook hogescholen en universiteiten hebben hierin een belangrijke rol te spelen. − Rond ethisch beleggen en microkredieten hebben een aantal verenigingen in het middenveld zeker expertise, die graag ter beschikking gesteld wordt. Concreet inzetten van Noord-Zuidbudget in ethisch beleggen of microkredieten beschouwen we als een verkeerde piste.
Internationale solidariteit Adviesraad Noord-Zuid
Adviesraad Noord-Zuid
Noord-Zuid
HSD8
Gent stelt zich actief op in een breed en gelaagd netwerk en organiseert haar diensten op een performante wijze
SD8.5
We voeren een feesten- en evenementenbeleid waarbij kwaliteit, duurzaamheid en beheersbaarheid centraal staan.
Actie
Wij ijveren voor de aanstelling van een evenementencoördinator en voor het openen van één evenementenloket. Opmerkingen: Het gaat de de jeugdraad vooral om een evenementenloket; hier moet echt prioritair op worden ingezet.
Feesten en evenementen Adviesraad Jeugdraad
Actie
Er worden voldoende, betaalbare en veilige ruimtes voorzien om elkaar te ontmoeten en zorgeloos feestjes en fuiven te organiseren – ook in de deelgemeenten. Er wordt extra ingezet op ‘sfeerbeheer’, met de nodige begeleiding en opleiding hiervoor Opmerkingen: De ruimtes komen er wel stilaan, maar even belangrijk is dat de ruimtes onderhouden blijven worden. Ook sfeerbeheer is een belangrijk punt.
Feesten en evenementen
Eigen bijdrage
Adviesraad Jeugdraad
HSD9
Gent stelt zich actief op in een breed en gelaagd netwerk en organiseert haar diensten op een performante wijze
SD9.1
We versterken onze stedelijke positie en gaan, afhankelijk van het thema en op grond van gelijklopende ambities, partnerschappen en netwerkrelaties aan binnen de stad en op (stads)regionaal, nationaal, Europees en m
Actie
In het licht van de uitdagingen van de transitie naar een sociale en duurzame stad van de toekomst bieden hogescholen en de universiteit aan de stad een voedingsbodem voor creativiteit, onderzoek en innovatie. We willen dit de beste toekomstkansen geven door stevige bruggen te slaan tussen deze instellingen en de Stad, de bedrijfswereld en maatschappelijke actoren. Opmerkingen: − STAR roept de Stad Gent op om hier resoluut ook sociale innovatie in het vizier te nemen en te kijken waar dit kan bijdragen aan versterken van internationale solidariteit of verbreken van internationale wanverhoudingen. Gent kan hier een voortrekkersrol opnemen. − Uit het Zuiden kan veel geleerd worden maar innovatie zou ook aandacht moeten hebben voor het verminderen van onze impact op het Zuiden. Inzetten op biotech of technologische innovatie in het algemeen heeft groot risico op een veel grotere negatieve impact in het Zuiden. De Stad Gent mag hier niet blind voor zijn.
Eigen bijdrage − STAR wil heel expliciet laten noteren dat Noord-ZuidNGO’s voor zichzelf geen rol zien in een vrijwillig of verplicht terugkeerbeleid van migranten. − De adviesraad erkent dat alle internationale contacten van de Stad Gent met elkaar gecoördineerd moeten worden, maar beschouwd de finaliteit van een verdere rechtstreekse samenwerking met besturen in het Zuiden wel binnen de doelstellingen van Internationale Solidariteit (al mag dit niet vervallen in loutere liefdadigheidsrelaties).
Investeren in netoverschrijdende samenwerking Adviesraad Noord-Zuid
Noord-Zuid
al, nationaal, Europees en mondiaal vlak.
HSD9
Gent stelt zich actief op in een breed en gelaagd netwerk en organiseert haar diensten op een performante wijze
SD9.2
We willen voor elke rol die de stad heeft een efficiënt, effectief en klantvriendelijk model uitwerken om de rechten en gelijke behandeling van eenieder te waarborgen
Actie
Er worden op alle mogelijke niveaus (stad, wijk, buurt, project) en fora (gemeenteraad, adviesraden, wijkplatforms) impulsen gegeven voor de stads- en /of wijkdebatten. Vanuit dat oogpunt wordt gewerkt aan de herwaardering van de werking van de gemeenteraad, het beter en meer ondersteunen en valoriseren van de inbreng van de stedelijke adviesraden, en het faciliteren van, en samenwerken met, vrijwillige overlegplatforms in de wijken en deelgemeenten. Opmerkingen: De Stedelijke Adviesraad voor Ontwikkelingssamenwerking wenst hier op actieve wijze bij betrokken te worden. Breder overleg tussen thematisch gelinkte adviesraden kan in ieders voordeel zijn.
Actieve steun en deelname van de raden en fora Adviesraad Noord-Zuid
Eigen bijdrage − Er zijn verschillende verenigingen in het Noord-Zuidmiddenveld actief bezig met eerlijke handel, arbeidsrechten, handelsverhoudingen, … die vragende partij zijn om Noord-Zuid betrokken te worden met hun expertise – als de Stad Gent een aangescherpte ambitie toont. − In het geplande informatiecentrum kunnen Noord-Zuidverenigingen een belangrijke bijdrage leveren in het aantonen op welke manier Gent een open en solidaire stad is. Actie
Het aankoopbeleid van de Stad Gent weerspiegelt de doelstelling van innovatie, creativiteit en duurzaamheid. De toewijzing van overheidsopdrachten gebeurt o.m. aan de hand van duurzaamheidscriteria. Op die manier geeft het stadsbestuur kansen aan innovatieve en creatieve bedrijven. Opmerkingen: De Stedelijke adviesraad voor Milieu en Natuur heeft een memorandum opgesteld waarin de milieu- en natuurgerelateerde items aan bod komen die voor de Gentse MINA-raad en de Gentse milieu- en natuurverenigingen belangrijk zijn. Dit memorandum is voor de verkiezingen aan alle politieke partijen overhandigd. De raad rekent erop dat het beleid rekening zal houden met de aanbevelingen en bezorgdheden die toen geformuleerd zijn. Het memorandum ‘Voor een Gent vol Leven’ opgesteld door het Gents MilieuFront (GMF) en het memorandum ‘Meer natuur en groen in 2018: een pluspunt voor alle Gentenaars’ opgesteld door Natuurpunt Gent zijn toegevoegd aan het memorandum. Voor de punten die door de raad worden onderschreven, is een verwijzing opgenomen in het memorandum van de raad. Het volledige memorandum is als bijlage toegevoegd. De Stedelijke adviesraad voor Milieu en Natuur heeft in de vergadering van januari 2013 in een overleg met de bevoegde schepenen (Schepen Heyse, Schepen Balthazar en Schepen Watteeuw) prioriteiten vastgelegd die zowel in het memorandum als in het bestuursakkoord naar voor komen. Liever nog meer spreken van en werking uitbouwen naar (armoede)preventie bij alle thema’s, dan te moeten achteraf strijd leveren tegen armoede. Huizen van het Kind staat momenteel niet ingeschreven in bestuursakkoord, maar kan belangrijke hefboom zijn voor gezinnen om laagdrempelig eerste vragen te kunnen stellen en gericht te kunnen worden begeleid met alle partners.
Creatief ondernemen Adviesraad Mina
Mina WRG - K&G