Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam
EEN M P I R I S C H E AFBAKENING VAN BEROEPSDEEWRKTEN
De R e l a t i e t u s s e n Opleiding en Beroep, f a s e 1
d r s C . Teulings d r s N. Vriend
s u p e r v i s i e : p r o f . d r J.S. Cramer p r o f . d r J . Hartog
Onderzoek i n opdracht van h e t I n s t i t u u t voor Onderzoek van h e t Onderwi js (SVO) t e Den Haag ( p r o j e c t nummer SVO-6062)
f ebruar i 1988
"Het doe1 der S t i c h t i n g i s
het verrichten
van economische onderzoekingen,
zowel op h e t t e r r e i n der s o c i a l e economie a l s op d a t der bedrijfseconomie, ten
dienste
van
wetenschap en onderwijs, mede t e n n u t t e van overheid en
bedri jfsleven" ( a r t . 2 der s t i c h t i n g s a k t e )
SEO-rapport n r . 215 Copyright 1988 SEO Amsterdam. Behoudens 1912
ges t e l d e
verveelvoudigd vooraf gaande
de
of krachtens de Auteurswet ui t
ui tzonderingen
mag
en/of
gemaakt op welke wijze dan ook
openbaar
s c h r i f t e l i j ke
Onderzoek t e Amsterdam
niets
in
toestemming
deze
ui tgave
van de S t i c h t ing voor
worden
zonder
de
Economisch
INHOUDSOPGAV E
1
INLEIDING
2
DE THEORIE VAN DE MARKTAFBAKENING
3
RESULTATEN 3.1 3.2
3.3
pagina
Algemeen B e r o e p s g r o e p g e w i jze b e s p r e k i n g V e r g e l i j k i n g m e t andere i n d e l i n g e n en conclusies
BIJLAGEN A
ECONCMETRISCHE A F L E I D I N G
33
B
GEBRUIKTE DATA EN VERKLARENDE VARIABELEN
47
C
SAMENVOEGINGSPROCEDURES
51
D
BEROEPSGROEPEN EN BIJBEHORENDE I S C O CODES
57
E
EEN I N D E L I N G CONFORM DE ZEVEN BEROEPSSECTOREN VAN HET C B S
59
LITERATUUR
63
1
INLEIDING
De arbeidsmarkt i s v e r r e van homogeen.
bestaan g r o t e v e r s c h i l l e n i n de
Er
aangeboden banen, zowel wat b e t r e f t w e r k t i j d e n , beloning als
a a n s t e l l ing soorten
banen
wat
betref t
vereisen
aard
van
en
duur
.
de wer kzaamheden
van
Verschillende
ui teenlopende kwalif i c a t i e s van diegenen
b e z e t t e n . Wer kervaring en o p l e i d i n g vormen de voornaamste
de
die
ze
bes tanddelen van
deze k w a l i f i c a t i e . De l a a t s t e j a r e n i s de aandacht voor de verscheidenheid van de arbeidsmarkt s t e r k toegenomen, zowel wat b e t r e f t de vraag- a l s de a a n b o d k a n t l ) . z i c h e r meer van bewust geworden d a t voor een beoordeling van markt
de
n i e t kan worden v o l s t a a n met de a n a l y s e van aggregaten.
aanbod i s g e s c h i k t voor een s p e c i f i e k e vraag. Vandaar arbeid
dat
(niveau en r i c h t i n g ) ,
leeftijd
of
i n d e l i n g s c r i t e r i urn
voornaamste arbeidsaanbod
maken
geslacht.
het
beroep.
Aan
de
Niet
het
dergel i jke onderzoeken wordt g e d i f f e r e n t i e e r d
bi j
is arbeidsMen
aanbod van
naar
opleiding
vraagkant
is
We1 ke onderscheiden
nu kans op banen i n welke beroepen,
ieder
soorten
veranderen
r e l a t i e s i n $e loop d e r j a r e n en wat zi jn de oorzaken van
het deze
d i e verandering?
Op deze vragen moet d i t onderzoek een antwoord geven. De mogel i j kheden voor onderzoek naar de verscheidenhei d van de arbeidsmar k t z i jn
de
afgelopen
jaren
toegenomen
door h e t beschikbaar komen
gegevens van de ArbeidsKrachtenTellingen ( A K T )
van
de
, d i e tweej a a r l i j k s door h e t
C B S worden gehouden. D i t m a t e r i a a l is i n h e t r e c e n t e verleden g e b r u i k t voor
diverse
onderzoeken2).
(ettelijke
Gezien
honderdduizenden)
is
het de
zeer
grote
AKT
geschikt
aantal
waarnemingen
voor
gedetailleerd
onderzoek naar de arbeidsmar k t . Bovendien i s zowel i n f o r m a t i e (beroep) a l s
over
aanbodkenmerken
( l e e f t ij d ,
geslacht
over en
vraag-
opleiding)
beschikbaar, zodat h e t m a t e r i a a l zich b i j u i t s t e k l e e n t voor onderzoek naar de
a a n s l u i t i n g t u s s e n b e i d e . Tot s l o t wordt de enqu6te
herhaald,
zodat
onderzocht onderzoek onder zoek In
de
.
In
uit.
ook
de
opdracht Dit
veranderingen van
rapport
SVO doet
iedere
i n de a a n s l u i t i n g
voert
kunnen
de SEO momenteel een
verslag
van
twee
de e e r s t e f a s e
jaar worden
dergelij k van
dit
.
AKT wordt t h e o r e t i s c h een onderscheid
gemaakt
naar
320
beroepen
.
conform de e e r s t e d r i e d i g i t s van de ISCO beroepenclassif i c a t i e 3 ) ondoenlijk beroepen
om
in
moeten
onderzoek worden
Het
a 1 deze beroepen a p a r t t e a n a l y s e r e n ,
samengevoegd
tot
.
beroepsgroepen
is
zodat
Ook
andere
onder zoekers s tonden voor di t probleem , zodat een s c a l a van beroepsgroepen-
is
indelingen
o n t s t a a n . De w i j z e waarop deze indelingen
gekornen l o o p t s t e r k u i t e e n . Soms worden simpelweg h e t
tot
stand
laatste
of
l a a t s t e van de d r i e beschi kbare d i g i t s van de beroepenindel ing De
r e s t e r e n d e grovere i n d e l i n g i s dan
ui tgangspunt
voor
zi jn
de twee
weggelaten
verdere
.
samen-
voegingen. Naas t deze meer pragmati sche aanpak bestaan e r ook inhoudel i j k gernotiveerde werkwi jzen.
In twee gevallen i s de sarnenvoeging gebaseerd op h e t
des kundigen
van
indeling
is
op
het
gebied
van
beroepsinhoud4)
.
Een
oordeel
dergel i j ke
gebaseerd op de a a r d van de v e r r i c h t t e werkzaamheden
en
kan
worden o p g e s t e l d zonder gebruik t e maken van de A K T . Een geheel andere benadering s l u i t t h e o r e t i sch
u i tgangspunt
homogene
markt
markten.
Kenrnerkend
. Zoals
aan bi j een econornisch of arbeidsmar k t -
ge zegd kan de a r beidsmar k t
worden beschouwd, maar b e s t a a t z i j u i t voor
niet
een
als
aantal
een deelmarkt i s dat ontwi kkelingen
op
66n deel-
andere
deelmarkten s l e c h t s van beperkte invloed z i j n : een
overschot aan a r t s e n i s
geen oplossing voor een t e k o r t aan s c h i l d e r s of een
overschot aan personen
met een doctoraal natuurwetenschappen i s geen o p l o s s i n g voor een t e k o r t aan personen
met
een LEAO-di ploma. Deelrnarkten worden gekenrner k t
s u b s t i t u t i e m o g e l i jkheden
binnen
de
deelmarkt
en
beperkte
door
ruirne
substi tutie-
mogeli jkheden tussen deelmar kten. Zoals u i t de voorbeelden b l i j k t kun j e deelrnarkten van
afbakenen
aan
het aanbod (vooral o p l e i d i n g ) of aan de hand van de vraag
In d i t onderzoek zullen w i j de l a a t s t e
benadering
gebruiken
samen t e voegen t o t beroepsgroepen. Alle beroepen d i e t o t
de hand
(beroepen). om
beroepen
46n beroepsdeel-
markt kunnen worden gerekend, d a t w i l zeggen beroepen d i e een v e r e l i jk,baar a r beidsaanbod
aantrekken , worden samengevoegd t o t
af bakening van deelmarkten komt zo overeen met de ber oepsgroepen
beroepsgroep:
de
i n d e l i n g van beroepen i n
.
Een dergel i j ke i n d e l ing heef t a l s voordeel worden
n
dat
verbonden over de werking van de markt
daaraan
. Welke
conclusies kunnen
beroepen
op de arbeidsmarkt om het z e l f d e aanbod, wat i s de r e l a t i eve
concurreren
omvang
van de
deelmarkten, hoe s t e r k z i j n zi j gescheiden en t u s s e n
welke markten bestaan
( b e p e r k t e ) s u b s t i t u t i e m o g e l i j k h e d e n ? Ook voor het b e l e i d i s het bestaan van deelmarkten
van g r o t e betekeni s , omdat daarmee knelpunten , zowel
vraag
aan
als
deelmar kten
de aanbodzi jde
, kunnen
aan
worden opgespoord. Afba kening
i s een voorwaarde voor verder onderzoek
naar
een
de van
heterogene
mar k t . In deze e e r s t e f ase worden met behulp
van
de
gegevens
van
de AKT deel-
markten opgespoord. We zoeken daarvoor a a n s l u i t i n g b i j de bestaande t h e o r i e van marktafbakening. Met behulp hiervan i s
een
empirisch
toepasbare methode ontwi kkeld voor opdel ing van de arbeidsmar k t .
In l a t e r e
op
het
fasen tussen
gebied
zal deze i n d e l i n g worden gebruikt om ontwikkelingen opleiding
en
in
beroep t e analyseren en om prognoses t e
schaars t everhoudingen op de a r b e i dsmar k t
.
de
relatie
maken
over
NOTEN 1 ) z i e Werkgroep j aargangen van
ANTOS (19841, Hartog e . a . (19851, NEI (19861, en r e c e n t e de Rapportage Arbeidsmar k t en het Centraal Economisch
Plan 2) z i e
Werkgroep
ANTOS (19841, NEI (19861, Bakker (1987) en Teulings e.a.
( 1987 )
3) ISCO: I n t e r n a t i o n a l Standard C l a s s i f i c a t i o n of Occupations. Het CBS h e e f t deze i n d e l i n g t o t op v i e r d i g i t n i v e a u gepubliceerd. Helaas i s s l e c h t s inf ormat i e beschi kbaar over de verdel ing van de wer kgelegenhei d over de e e r s t e d r i e d i g i t s . De aanduiding llberoepll wordt door het CBS gereserveerd voor een vierdi gi t c a t e g o r i e . Driedigi tcategoriegn worden aange dui d a l s llber oepsgroepI1. Omwille van de l e e s baar hei d volgen w i j deze conventie h i e r n i e t en gebrui ken w i j llberoepll voor d r i edigi tcategorieen. Zie CBS (1984). 4 ) Bakker (1987) en Conen en Huijgen (1983)
2
DE THEORIE V A N DE MARKTAFBAKENING
De afbakening van markten i s een bekend probleem i n de economische t h e o r i e . Ebn
van
de
meest
genoemde oplossingen
substitutiemogel ijkheden
tussen
twee
het
is
goederen.
onderzoeken Goederen
van
die
de goed
s u b s t i t u e e r b a a r z i j n behoren i n deze gedachtengang t o t dezelfde deelmarkt. Een maatstaf voor de substitueerbaarheid van twee goederen i en j i s de k r u i s l i n g s e v r a a g e l a s t i c i t e i t . Deze brengt t o t uitdrukking i n hoeverre een kleine pri jsverandering van goed j l e i d t t o t een vraagverandering i , ofwell):
met D , P'
= =
van goed
vraag naar goed i p r i j s van goed j
j
Als e
i
>
0 dan i s goed i een bruto-substituut
voor goed j
j
Tegen deze maatstaf' bestaan d i v e r s e bezwaren. niet
alleen
naar
In
de
.
e e r s t e p l a a t s zou j e
vraag moeten k i jken, maar evengoed de
de
k r u i s l ingse
aanbod-elasti c i t e i ten moeten beschouwen
. Stookolie
worden
ze beide worden gebruikt voor
gerekend a l s
aardgas
omdat
kan
t o t dezelfde markt huis-
verwarming (vraagsubsti tuut 1, maar ook t o t dezelfde mar k t a l s benzine omdat het beide r a f f inageprodukten van 01i e z i jn (aanbodsubsti tuut 1. bezwaren tegen deze maatstaf' zi j n , d a t deze e l a s t i c i t e i t e n s l e c h t s onder het voorbehoud van de c e t e r i s paribus c l a u s u l e , d a t meten
zijn,
en
dat
ze
substitueerbaarheid van twee geven om de marktgrenzen
weliswaar
een
maatstaf
ze
moeilijk
vormen
goc deren, maar daarmee nog geen te bepalen2) , Een voordeel
e l a s t i c i t e i tenbenadering i s dat de nadruk wordt gelegd
op het
Andere gelaen
voor
te de
c r i teriurn van de economisch
gedrag van de act or en. Een a l t e r n a t i e f voor k r u i s l i n g s e vraag- en/of a a n b o d e l a s t i c i t e i t e n , d a t ook 3p
economisch
gedrag
is
gebaseerd,
is
het
begrip
parameter-
independentie3)
.
het
Bij
analyseren
van
hori zontale
marktverhoudingen
wordt dan gekeken naar h e t a1 dan n i e t optreden van r e a c t i e s van
van
andere aanbieders b i j wijzigingen i n de parameters ( p r i j s ,
reclame,
enz.)
&n
door
kant
kwaliteit,
van de aanbieders. Deze benadering
gemeen met de e l a s t i c i t e i tenbenadering, maar beper k t
de
heeft
veel
n i e t t o t p r i js-
zich
effecten. Indien w i j terugkeren naar h e t probleem
van
de i n d e l i n g van beroepen, dan
b l i j k t d a t de h i e r p v e n genoemde benaderingen n i e t zi jn.
zonder
meer toepasbaar
W i j willen v e r s c h i l l e n d e soorten aangeboden a r b e i d met uiteenlopende
c a p a c i t e i ten
en
opleidingen
i n d e l e n , maar de v e r s c h i l l e n d e
toepassingen
(d.w.z. beroepen) waarin
d i e a r b e i d wordt i n g e z e t . W i j w i l l e n d i 8 beroepen
samenvoegen
arbeidsmarkt een beroep doen op dezelfde
die
op
de
a r b e i d . De r e l a t i e tussen beroep en o p l e i d i n g i s voorkeuren
van
zowel
de
substi tutieelasticitei t
aanbieders
als
de
echter a f h a n k e l i j k van de wagers
Een arbeidsmar k t t h e o r i e d i e geschi k t
.
~ u c a s ~ )Uitgangspunt
zijn.
Van
van
arbeid.
De
.
Wij
tussen twee beroepen i s moeil i j k hanteerbaar
moet en daar cm e e r s t de a r bei dsmar k t nader beschouwen
bi j
soorten
.
voor ons probleem i s t e vinden
1i j k t
i s dat zowel banen a l s
werknerners
heterogeen
beiden wordt bovendien verondersteld dat op k o r t e t e r m i j n
kenmerken gegeven z i j n . D i t betekent d a t zowel de beroepenstructuur opleidingsstructuur termi jn
aan
vas tl iggen.
elkaar
Onderzocht
gekoppeld
worden.
wor d t hoe deze Lucas
gaat
op
hierbi j
de
alle a l s de korte
uit
van
optimaliserende a c t o r e n , rekeninghoudend met zowel de vraag- a l s de aanbodz i j d e van de arbeidsmarkt. De keuze van een i n d i v i d u i voor een
baan j hangt af van zi jn n u t s f u n c t i e .
B i j z i j n voorkeur voor een bepaalde
rekening
houden
met
baankarakteristieken zogenaamde zamen
de
het
hem
zoals
de
ban
j
zal
individu
aangeboden loon w i j aard
"kwalitei t-van-arbeidv
, maar
ook
variabelen.
Deze
hebben
met
andere
l i c h a m e l i j k zwaar
met
en te
hoof d-
kenmerken afhangt
van voor de korte termi jn gegeven, persoonskenmerken G i n Zo problemen
met
kenmerken vormen
vector Z j (vectoren worden i n het vervolg aangeduid
minder
niet alleen
van h e t werk, moeilijkheidsgraad
l e t t e r s ) . Verondersteld wordt dat de waardering van deze iemand
i
zal werk,
een s t e r k een
hoog
opgeleid individu z a l meer p l e z i e r hebben aan een baan met hogere v e r e i s t e n
wat
betref t v e r s t a n d e l i j k e a a n l e g , e n iemand met een t e c h n i s c h e
z a l w a a r s c h i j n l i j k h e t 1i e f s t een t e c h n i s c h e baan hebben. D i t a l l e e n omdat d i t b e t e r a a n s l u i t b i j de v e r k r e g e n
kennis
en
maar ook omdat de o p l e i d i n g z e l f w e l l i c h t mede i s gekozen p e r s o o n l i j ke voorkeur voor t e c h n i s c h e be z i gheden
. Ander e
d i e een r o l kunnen s p e l e n z i j n g e s l a c h t en l e e f t i j d .
opleiding
laatste niet vaardigheden,
o p g r o n d van e e n p e r s o o n s kenmer ken
D i t wordt weergegeven
i n de v o l g e n d e n u t s f u n c t i e :
U
met
ij
=
u (Gi , Z .
E i =
J
een
voor i e d e r e i , j
, & I)
,Wi
storingsterm
weergeef t t e nemen
.
.d i e
die
niet
die
aspecten
(212) van
ifs
individu
smaak
aan G i z i j n t o e t e r e k e n e n o f n i e t z i j n waar
I n d i v i d u i z a l u i t de voor hem b e s c h i k b a r e banen d i e c o m b i n a t i e van l o o n e n baankenmer ken k i e z e n d i e z i j n n u t maximal i s e e r t
. Indien
a a n banen zou b e s t a a n , g e l d t voor i e d e r e i n d i v i d u verhouding
tussen
er
een
continuum
d a t i n h e t optimum de
i
h e t n u t d a t h i j t o e k e n t a a n een k l e i n e v e r a n d e r i n g
van
z i j n l o o n en e e n k l e i n e v e r a n d e r i n g van e l k d e r baankenmerken g e l i j k i s a a n de v e r h o u d i n g w a a r i n h i j d e z e o p d e a r b e i d s m a r k t kan
afruilen.
h i j z i j n n u t verhogen door z i j n baan t e v e r r u i l e n voor
Anders kan
een b e t e r p a s s e n d e .
D i t o p t i m a l i s e r e n d e g e d r a g l e i d t t o t de v o l g e n d e a r b e i d s a a n b o d f u n c t i e s voor
individu i5):
=
'ij
met S i j
s(wi ,z = 1
j
'
Gi
voor i e d e r e i , j
,Ei
a l s i n d i v i d u i baan j k i e s t 6 )
0 anders
Wi
=
de v e c t o r van a l l e i n d i v i d u i aangeboden l o n e n
Op v e r g e 1 i j k b a r e w i j z e kunnen w i j a r b e i d s v r a a g f u n c t i e s
W i j
afleiden.
voor e e n b e d r i j f b i j i n d i e n s t n m i n g v a n i n d i v i d u i h a n g t u i t e r a a r d het
te
betalen
loon
W i j
en de v e c t o r persoonskenmerken
G i . D a a r n a a s t z a l de w i n s t g e v e n d h e i d
van
individu
i
van
De w i n s t af
individu
van i
samenhangen' met de
.
voor de korte termi jn gegeven baankenmer ken Z j De produktivi t e i t van een werknemer zal namelijk a f h a n k e l i j k z i j n van de mate waarin de persoonlijke kenmerken
Gi
( 0 . a . gevolgde o p l e i d i n g s r i c h t i n g ) passen
bij
voor een baan met kenmerken Z j . Bovendien zal de w i l van een zich i n t e spannen afhangen van de aard van het werk. Om deze is
het bijvoorbeeld n i e t waarschi j n l i j k d a t het aannemen
de vereisten werknemer om twee redenen
van
een
jurist
voor loodgieterswerk optimaal i s . De korte-termijn w i n s t f u n c t i e i s :
ni j met
= n(Gi
,Zj,wij , p i )
een storingsterm die die aspecten van individu produkt i v i t e i t weergeef t d i e n i e t i n G i worden geref l e c t eerd
pi =
Een bedrijf met banen j en gegeven banen
(214 )
voor i e d e r e i , j
beslissen
of
individu
baankenmerken we1
i
of
n i e t aangenomen wordt
v e r e i s t dat het b e d r i j f individu i k i e s t
voor
kenmerken
zodani g d a t de winstgevendhei d van een
kleine
van e l k der persoonskenmerken van individu i g e l i j k i s aan het dat voor d i e verandering van de persoonskenmerken op de worden
betaald.
Het
resul taat
is
.
moet van e l k van d i e
Zj
maximalisatie Zj
ils
.
Winst-
baan
j
met
verandering extra
loon
arbeidsmarkt moet
de volgende verzamel ing arbeidsvraag-
functies:
D
= d
ij
met D i j
(Wi ,Zj ,Gi , p i )
= 1
voor i e d e r e i , j
a l s het bedri jf individu i voor baan j w i l aannemen
0 anders
Evenwicht v e r e i s t d a t vraag en aanbod bedrijf loon
voor
i e d e r e aanbieder en voor ieder
op e l k a a r worden afgestemd. D i t gebeurt i n
het
marktproces.
gaat omhoog voor personen d i e meerdere aanbiedingen
het loon d a a l t voor diegene d i e nergens aan Uiteindel i j k l e i d t d i t proces t o t een evenwicht:
D i j= S i j
voor i e d e r e i ,j
de
hebben
Het
, terwi jl
s l a g kunnen
komen.
arbeidsmar k t wordt i n d i t model
De
dus
weergegeven
door
twee
gedrags-
vergelijkingen en een evenwichtsvergelijking: aanbod
: S i j = s(Wi ,Z.,G , c i )
vr aag
: Dij
J
i
d(Wi,Z.,Gi,pi)
=
J
-- Si
evenwicht: D i j
Hierui t kunnen twee h e r l e i d e vorm v e r g e l i j kingen a f g e l e i d worden, een loonverge1 i j king:
w
ij
= w(Z
j
'
Gi ,ci
,yi 1
voor i e d e r e i , j
en een v e r g e l i j k i n g d i e de a l l o c a t i e van werknemers over banen weergeeft:
voor ieder e i ,j
Tij = t(Zj,Gi , E ~ , P ~ )
met T i j = 1 a l s
individu
(218)
i n baan j t e r e c h t komt, omdat
i
zowel
bedrijf
a l s werknemer dat willen 0 anders
I n de e e r s t e f ase van d i t onderzoek willen w i j nagaan welke banen gezien de werking
van
de
L uc as
leidt
arbeidsmarkt tot
een
op elkaar l i j k e n . Aangezien de t h e o r i e
van
waarin
arbeidsmarkt-allocatievergelijking
h e t e r o g e n i t e i t aan zowel de vraag- a l s de aanbodzi jde c e n t r a a l s t a a t , l i j k t ze
in
theorie
an
staat is
dat
berei ken
van
diverse
w i jzen
dit
ze
probleem t e helpen oplossen. Een beperking een
evenwi cht i s
evenwichtstheorie arbeidsmobilitei t
i s . Een voorwaarde
. Mobilitei t
kan
belemmerd worden. Onvolledige informatie,
van voor
echt er
de het op
discriminatie,
werkloosheid en rantsoenering (a1 dan n i e t i n samenhang met e l kaar ) z i jn er enkele.
Aangezien i n deze e e r s t e f a s e van d i t onderzoek
(en v e r s c h i l l e n daarin
tussen
arbeidsmobil i t e i t
individuen en tussen beroepen) nog geen r o l
s p e e l t , i s het n i e t bezwaarlijk a l s e e r s t e benadering u i t
te
gaan
van de
evenwichtssituatie. W i j beschikken nu dus over twee herleidevorm v e r g e l i j k i n g e n , Ben voor lonen
en 66n voor de a l l o c a t i e van individuen over banen. in
de
allocatievergelijking
vergelijking.
heeft
Dit
en
een
allocatie
belangrijk
Lonen
komen n i e t voor
komt n i e t voor voordeel.
in
van
de
vergel i j king waarui t de lonen z i jn get21 imineerd, beschi kken zowel vragen a l s aanbieders
baan
een
optimal iseren
baan
een
van een zekere vervult,
ver klaard. Die combinaties van persoonskenmer ken behoren i n 66n
over
een duidel i j k
Uitgaande
kunnen de persoonskenmerken van degene d i e de
geen
allocatie-
wij
vergel i j king met l o u t e r persoons- en baankenmerken , d i e toch
W i j kunnen (2/8) nu op twee manieren beschouwen.
loon-
In de A K T z i j n
gegevens beschi kbaar over lonen. Door gebrui k t e maken
economi sche basi s heef t : doelfunctie.
de
dat
worden
geval t o t
deelmarkt d i e i n dezelfde s o o r t banen t e r e c h t komen. Hier wordt echter
de omge keerde benadering gevolgd: u i tgaande van de persoonskenmerken worden de
baankenmerken verklaard. Die combinaties van baankenmerken
66n
deelmarkt
worden
tot
gerekend d i e worden vervuld door personen met vergel i j kbare
per soonskenmer ken. Voor de o p e r a t i o n a l i s e r i n g van v e r g e l i j k i n g over
een
vector
met
baankenmerken
(2/8)
Zj,
moeten
die
de
beschikbare
beschri jven. W i j nemen aan dat er n i e t meer verschillende kenmerken
zijn
Zj
dan
( d .w . z . 320) , en dat
het
beroep
wordt
B.
impliciet
beschikken
wij
banen
combinaties
dat er beroepen worden onderscheiden
in
de
van AKT
b a n j dus v o l l e d i g wordt beschreven door de naam van
Op welke punten en i n hoeverre banen precies aangegeven
door
deze
variable
verschillen
B. W i j kunnen
dan
de
a l l o c a t i e v e r g e l i j king a l s volgt herschri jven:
Bi
=
b(Gi,Ui)
voor i e d e r e i
(2/9
met B i
=
het
beroep waarin individu i t e r e c h t i s gekomen,
ui
=
een
storingsterm
die
die
aspecten
van
Bi
individu
=
1 , . .,32O
i fs smaak en
produktivi t e i t weergeef t d i e n i e t i n G i g e r e f l e c t e e r d worden. W i j hebben dus 6Bn a l l o c a t i e v e r g e l i j king, welke
t o t u i tdrukking brengt dat
het beroep waarin iemand werkzaam i s s l e c h t s a f h a n k e l i j k persoonskenmerken
Gi
en
een
storingsterm
ui.
LS
W i j kunnen
van een vector dit
ook
in
r e l a t i e v e kansen uitdrukken, waarbij beroep 320 a l s r e f e r e n t i e d i e n t :
voor iedere i
met k = 1 , . . , 3 1 9 Het aan h e t begin van deze paragraaf van van
gestelde
probleem
van de afbakening
beroepenmarkten i s nu gemakkelijk op t e lossen. Nadat w i j - met behulp de analyse van de arbeidsmarkt van Lucas een hanteerbare a l l o c a t i e -
vergelijking telkens
(2/9 twee
die
persoonskenmerken
of 2/10) hebben a f g e l e i d , kunnen w i j e r t o e overgaan beroepen samen t e voegen waarvoor g e l d t dat de vector Gi
weinig
of
geen verklarende waarde
heeft
voor
de
vraag i n welk van de twee beroepen individu i t e r e c h t komt. De praktische uitwerking van d i t principe l i j k t eenvoudig. W i j schatten een model voor de kans d a t individu i beroep 1 gaat werken hij
of
zij
op
in beroep 1 of in beroep 2 gaat werken.
variabelen
voor
leeftijd,
geslacht,
r i c h t ingen7). op
de
op
Als
deze
kans
worden
persoonskenmerken
opleidingsniveau en 20 dummies voor
voorwaarde Als
of
opgenomen: opleidings-
deze persoonskenmerken n i e t van ( s i g n i f i c a n t e )
kans z i j n en de vraag of iemand in beroep 1 of 2 werkt
toevallige
verklarende
Gi
de
dat
invloed
louter
n i e t waarneembare factoren afhangt, behoren beide
van
beroepen
t o t dezelfde beroepsgroep. Een d e r g e l i j k model kan geschat worden voor iedere combinatie van beroepen. U i t a 1 deze r e s u l t a t e n t e zamen kan dus i n principe
een
beroepsgroepenindeling worden a f g e l e i d . In Bijlage
deze procedure econometrisch uitgewerkt.
A
wordt
1 ) G r a v e l l e en Rees (1981)
2) De Jong (1981 )
3) De Jong (1981 ) 4 ) Lucas (1972) en (1977)
5 ) Formeel is S i j n i e t a l l e e n van Z j maar ook van Z i (voor a l l e waarden R # j ) a f h a n k e l i j k . Analoog aan de formulering van Lucas l a t e n w i j d a t h i e r en i n h e t vervolg b u i t e n beschouwing. 6) D i t i m p l i c e e r t d a t U i j
>
U i i voor a l l e waarden van
7 ) Zie B i j l age B voor een g e d e t a i l l e e r d o v e r z i cht
.
L
# j.
3 3.1
RESULTATEN Algerneen
Met behulp van het i n het vorige hoofdstuk ontwikkelde c r i t e r i u m hebben w i j de
320 beroepen van de AKT ingedeeld. Alvorens w i j
toepassen
hebben
criterium
konden
w i j echter e e r s t een a a n t a l zeer k l e i n e beroepen
moeten
sarnenvoegen , aangezien toepassing
van
zelfstandigen
het
te
empiri sche
weinig rnensen werkzaarn waren
.
samenvoegingscri t e r i um
voor
Daarbi j
de zi jn
loontrekkenden i n het zelfde beroep gescheiden
gehouden,
zodat tevens onderzocht kan worden of beide groepen t o t dezelfde
deelrnarkt
behoren
.
Na
en
daarin
het
deze
sarnenvoeging r e s teerden
223
beroepenl )
c r i t e r i u m i s toegepast. Tabel 3/1 g e e f t het e i n d r e s u l t a a t wor den van
61 de
in
9
hoofdgroepen
zijn
. Binnen
gemiddeld
In t o t a a l
duidel i jkkeid
onderverdeeld.
onderverdeling i s achteraf aangebracht en h e e f t geen r o l i n d e l ing
weer.
beroepsgroepen onderscheiden , d i e ornwille van de presentatie
, waarop h e t
de hoof dgroepen zi jn de beroepsgroepen
gespeeld
bi j
gerangschi k t
a a n t a l jaren onderwi js. De i n d e l i n g i s n i e t
ondubbelzinnig.
Deze de naar In
een a a n t a l gevallen l i e t e n de d a t a rneerdere i n t e r p r e t a t i e s t o e . De gevonden i n d e l ing s l u i t echter goed b i j de s c h a t t i n g s r e s u l t a t e n aan2) De ornvang van de beroepsgroepen loopt
sterk
ui teen.
.
De g r o o t s t e beroeps-
groep, boekhouders, t e l t 6.015 waarnemingen. Daartegenover omvatten de twee k l e i n s t e beroepen, hogere landbouwkundigen en k e r k e l i j ke
funct i e s , s l e c h t s
36 waarnmingen. Figuur 3/1 geef t i n z i c h t i n de g r o o t t e v e r d e l ing. Figuur 3/1
De verdeling van de beroepsgroepen naar omvang
aantal beroepsgroepen
0
100
250
500
1000
omvang
2500
5000
Tabel 3/1
De i n d e l i n g i n beroepsgroep*: omvang, per cent age zel f s t a n d i gen
beroepsgroep
1)
omvang
a a n t a l jaren onderwi js en
2) jaren
onderwi js
zelf3)fmctier s t a n d i gen ni veau
Agrar ische 1ager e agr a r i sche ber oepen z/ 1 1ager e agr ar i sche ber oepen z
1080 341
9,2 9,7
l e i ding. a g r a r i sche ber oepen z / l
1660
10,O
21 3 308 116
10,l 10,5 1293
Commerc i e e l winkelbedienden ,ov.admin . f u n c t i e s winkelbedienden, k e l n e r s e.d. z horeca b e d r i j f s l e i d e r s z / l chauffeurs e.d. z winkeliers z kappers z d i r e c t e u r e n , bedri jfshoof d e . d . z / l
2372 463 61 4 207 1162 140 1436
9,9 9,9 10,4 10,7 11,0 11,6 11,8
Administratief administratieve f u n c t i e s z boekhouders e .d secretaressen , t y p i s t e s e . d . m i ddelbaar econ. /adm .personeel z / l computerprogrammeurs
601 5 1884 1 332 307
1019 11,l 11,5 11,8
7 100 96
2 13 2 13
16 0
2 13
5
Technische laders,inpak.,samenstel.app. e n d . bos- ,weg- , r e i n i g . a r b . , chauffeurs p r odukt i epersoneel bouwvakar bei ders leer-/textielproduktiepersoneel bakkers, s l a g e r s controleurs/bestuurders machines produkt ievakpersoneel gr af i sche ber oepen elektrotechnici e .d. produkt iepersoneel z , fotograf en 1 l e i dinggevend produkt i epersoneel middelbaar techni c i bedri j f s l e i d e r s e . d . hogere t e c h n i c i z / l Transport v i s s e r s z , matrozen , t r e i n b e s t u u r leidinggevend transportpersoneel scheepsoffic.,loodsen,vliegersz/l
.
.
11
0 100 70
100 100 100 42
0 0
8 0
4 4 /6 2 13 2
4 /5 2 5 4 617 3 2 /4 4 15 5
15
beroepsgroep
1)
omvang
Verzorgend huishoude1ijk personee1 koks post/magazijn/vei1ig.pers. z/1 overige verzorgende beroepen bib1iotheek personee1 po1itie- en brandweerpersonee1 maatsch./personee1werk.,bib1iothec. Medisch medische verzorgende beroepen apothekersassistenten verp1eegkundigen (gedip1.) medische ana1isten, opticiens ov. med. functies 1, fysioth. z/1 diverse medische functies z geneesk.,tandhee1k.,apoth. z/1 Onderwijs k1euteronderwijs on derwi j zer s (hoofd)1eerkrachten Wetenschap rec1ameont.,artiesten,sporters z/1 schei-/natuurkundig ana1isten hoge 1eiding.functies, journa1isten verta1ers z/1, div.vakspec. z account.,hoge ambt.,econo.,jur. z/1 economen, wiskundigen hogere 1andbouwkundigen kerke1ijke functies socia1e wetenschappers juristen schei-/natuurkundigen,bio1ogen
2)
1720 436 1622 847 201 472 517 81 4 85 518 249 332 84 260
jar en onderwijs
% zelf) functi~) 3 . . s t an d 1gen n1veau
8,4 9,3 9,4 10,6 10,9
0 0
1 /2
4 0
1 /3
11 • 9
0
13,9
0 ·
11 • 3
11 • 8 1 2. 4
0 0 0
1 3. 4
0
5 5
13.5
27
5/6 5 7
0
1 3. 7
1 00
17.9
59
217
1 2. 4
776
15,0 15,6
0 0
1331 419 260 575
89 389 348 36 36 179 90 130
3
3/4 3 3/5 5/6 4 4
0
5 6 7
12. 1 12.3 13,7
39
5
0 0
4
1 4. 1
75
6
14,8 14,9
23
617 617
1 5, 4
15,4 1 6, 9
17,2 1 7. 6
6
0 0 0
4/6
0 0 0
7 7 7
6
Bron: SEO z = ze1fstandigen, z/1 = ze1fstandigen en 1oondienst (indien niets is aangegeven is iedereen in 1oondienst) 2) Het aanta1 waarnemingen in de AKT 1981 (steekproef van 50%); de verme1de steekproefomvang x 65 geeft een indicatie van de werke1ijke omv~ng 3) inc1usief meewerkend gezins1eden 4) niveau aanduidingen conform Conen en Huygen 1983; zie toe1ichting verder op in dit hoofdstuk * Het inde1ingsschema is weergegeven in Bij1age D.
1)
De
uiteenlopende
omvang h a n g t nauw
persoonskenmer ken
is
opgenomen
.
Hierin
met
die
als
speelt opleidingsri cht ing
een
r o 1 3 ) . Naarmate deze v a r i a b e l e v e r d e r
belangrijk worden
zijn
samen
de
variabelen
g e d i f f e r e n t i e e r d wordt ,
meer beroepsgroepen o n d e r s c h e i den. Een d u i d e l i j k v o o r b e e l d
hiervan
b e r o e p s g r o e p g e n e e s k u n d i g e n , t a n d a r t s e n en a p o t h e k e r s .
de
de
In
AKT
wordt geen o n d e r s c h e i d gemaakt t u s s e n de s t u d i e s m e d i c i jnen , t a n d h e e l kunde en
pharmacie.
Zou d i t we1 z i j n gebeurd dan waren de
drie
beroepen
niet
samengevoegd. De f i jnmazigheid van de i n d e l ingen
naar
opleidingsri cht ing
b e l a n g r i j k e f a c t o r b i j de v e r d e l i n g van de beroepsgroepen zijn
er
samen
in
met
de
i s d a a r a n een
naar
omvang. Zo hangt
t e c h n i s c h e r i c h t i n g v e e l g r o t e beroepsgroepen. D i t
het
feit
d a t de t e c h n i s c h e o p l e i d i n g s r i c h t i n g , samen
met
de
algemene r i c h t i n g , v e r u i t de g r o o t s t e i s , z e k e r op u i t g e b r e i d l a g e r n i v e a u . Als e r een o n d e r s c h e i d wordt gemaakt
zou
dat
ongetwi j f e l d
in
n a a r de r i c h t i n g e n binnen de LTS, dan
f i j n e r e i n d e l i n g i n beroepsgroepen
een
hebben
geresulteerd. Deze o n e v e n w i c h t i g h e i d i n de v e r k l a r e n d e
v a r i a b e l e n maakte h e t n o d i g om de
beroepen o p d e h o g e r e f u n c t i e n i v e a u s a n d e r s t e b e o o r d e l e n
dan
de beroepen
o p de l a g e r e n i v e a u s . Op d e h o g e r e n i v e a u s bleken beroepen m o e i l i j k e r samen t e voegen dan o p d e l a g e r e n i v e a u s . G e d e e l t e l i j k i s d i t t e f ij n e r e
indeling
laagste
twee
niveaus
r i c h t i n g voor
, t e r w i jl
van
zijn.
belang
in
zijn
(lager
onderwijs
op de hogere
niveaus
en m i n d e r ) komt z e l f s
op u i t g e b r e i d l a g e r niveau s l e c h t s
Een
o p l e i d i n g s r i cht ingen baar
opleidingsrichtingen
w ijten
vijf
aan
.
de
Op d e
maar
66n
richtingen
tweede v e r k l a r i n g i s h e t f e i t d a t de v e r s c h i l l e n d e
o p d e l a g e r e n i v e a u s a n d e r s gemakkel i j ker
(substitutie),
zodat
de
beroepen
minder
ui twissel-
goed
zijn
te
o n d e r s c h e i d e n . D i t b l i j k t onder a n d e r e u i t g r o t e s p r e i d i n g o v e r o p l e i d i n g s richtingen
in
beroepen
waarin
veel
Aangezien de d e e l m a r k t e n a n d e r s qua
lager
opgeleiden
werkzaam
z ij n .
omvang nog o n e v e n w i c h t i g e r worden dan
nu r e e d s h e t g e v a l i s , hebben w i j o p d e h o g e r e f u n c t i e n i v e a u s
een
zwakker
c r i t e r i u m voor samenvoeging g e h a n t e e r d dan o p de l a g e r e 4 ) . Z o a l s h i e r v o o r u i t e e n g e z e t i s de gevonden i n d e l i n g d e e l s h e t g e v o l g van h e t g e b r u i k t e a r s e n a a l o p l e i d i n g s r i c h t i n g e n . Het l i g t voor p r a k t i j k e e n h i e r v a n a f g e l e i d e i n d e l i n g t e g e b r u i k e n . Zo landbouw kundigen
bij
schei-
en
de
hand zouden
om
i n de
de h o g e r e
n a t u u r kundi gen en b i o l o g e n kunnen worden
Tabel 3/2
Technische en a g r a r i s c h e beroepen naar g e s l a c h t , l e e f t i j d en o p l e i d i n g l e e f t i jd
beroepsgroep Agrar ische l a g e r e a g r a r i s c h e beroepen z / l l a g e r e a g r a r i s c h e beroepen z l e i d i n g . a g r a r i s c h e beroepen z / l Techn ische l a d e r s ,inpak., samenstel .app. e .d. bos-,weg-,reinig.arb.,chauffeurs produktiepersoneel bouwvakarbe i d e r s l e e r - / t e x t ielprodukt iepersoneel bakkers, s l a g e r s c o n t r o l e u r s / b e s t u u r d e r s machines produktievakpersoneel g r a f ische ber oepen e l e k t r o t e c h n i c i e.d. produktiepersoneel z , fotografen 1 leidinggevend produktiepersoneel middelbaar t e c h n i c i bedri j f s l e i d e r s e .d. hogere t e c h n i c i z / l
% vrouw
gem.
st .dev.
9 71 6
33,6 34,8 40,6
11,4 11,5 9,1
22 1 7 1 28
32,2 35,3 34,7 32,9 33,5 29,5 37,5 32.9 33,3 33,O 38,~ 40,O 35,l 39.2 39,l
1 1 ,1
11
2 1
13 2 4 2 2 1 1
Bron: SEO
*
z i e Bijlage B voor betekenis afkortingen
9,7 11 , 0 10,2 10,4 10,5 9,6 9,9 10,Q 989 9,o 8,4 8,9 8,4 8,0
jaren opleiding gem.
st.dev.
% voornaamste o p l e i d i n g s r i c h t i n g e n * alg.
agr.
tech.
teco.
eco.
pers.
gevoegd
of
zouden
chauffeurs
afgespl i t s t van de boskiezen
er
hier
(een
omvangri j k
beroep)
, wegenbouw- , r e i n i g i n g s a r b e i d e r s
kunnen en
echter voor om alleen de r e s u l t a t e n van
worden
vissers
de
.
Wij
statistische
l i c h t op wat we1 en wat
analyse t e presenteren. Dat werpt het meeste nieuw geen af geschot t e deelmar k t i s .
3.2
Beroepsgroepgewijze bespreking
Om t e l a t e n zien welke variabelen van belang
zijn
voor de afbakening z i j n
i n Tabel 3/2 t / m 3/8 per beroepsgroep h e t g e s l a c h t , de l e e f t i j d en de meest voorkomende opleidingen weergegeven. B i j de e e r s t e hoofdgroep, de agrarische
de
positie
van
zelfstandige
de
beroepen
lagere
(Tabel 3/21
agrarische
beroepen
meerderheid i n deze beroepsgroep i s w o w , terwi j l ook
de
afwi j k t van de andere a g r a r i sche beroepen. Deze groep meewerkende blijkbaar agrar i sche beroepen
echtgenoten. geen
hoge
eisen
niet
deelname
aan
de
zozeer
het
aan
het
hogere
. Voor
op.
De
opleiding s t e r k
bestaat
ui t
vooral
farnil iebedri jf
opleidingsrichting:
i s geen noodzaak
o p l e i ding is
Hun
, v a l t vooral
stelt
een
specifieke
de 1eidinggevende
a g r a r i sche
opleidingsniveau,
maar
toegespi t s t e o p l e i d i n g s r i cht ing h e t onderscheidende kenmer k:
de
meer
7 2 % van
hen
h e e f t een a g r a r i sche o p l e i d i n g tegen 40% b i j de l a g e r e agrarische beroepen. B i j de technische beroepen (eveneens
Tabel 3/2)
is
zeker b i j de beroepen
met een l a g e r gemiddeld o p l e i dingsni veau sprake van een tussen beroepsgroepen: boslijken
sterk
inpakkers
en
op
het
gl i jdende overgang
, wegenbouw- , r e i n i gingsarbeiders en chauffeurs
produktiepersoneel en de bouwvakarbeiders.
samenstellers
van
apparaten wijken evenals
het
Laders, leer-
t e x t i e l p r o d u k t i e p e r s o n e e l af door h e t veel hogere percentage vrouwen
.
Over
en
het
percentage
algemeen
neemt het percentage algemeen
technisch
opgeleiden
opgeleiden
af
en het
t o e met het gemiddelde opleidingsniveau.
U i t s c h i e t e r s b i j het percentage techni sch opgeleiden z i j n het produktievak-
personeel
en
onderscheiden hun
de
elektrotechni ci
.
Zelfstandigen
b l i j ken
van de r e s t doordat z i j een economische s p e c i a l i s a t i e
technische o p l e i d i n g hebben (middens tandsdi ploma)
zekerheid
te
duidel i j k
zeggen
wat
oorzaak
en
wat
.
Het
is
niet
te naast met
gevolg is: z i j n zelfstandigen
zelfstandig
omdat
ze
een
economische
Opmerkelijk i s dat repro- fotografen i n
s @ c i a l i s a t i e hebben of andersm. loondienst i n deze groep bleken t e
vallen. Om t e i l l u s t r e r e n hoezeer de l a g e r e technische beroepen op elkaar l i j k e n i s
i n Tabel 3/3 een overzicht gegeven van de onderlinge de i n de t a b e l weergegeven waarde, des t e beter i s beroepsgroepen samen t e voegen. B i j de samenvoeging
samenhang.
Hoe lager
een combinatie van twee van
beroepen
is
als
k r i t i s c h e waarde 10% genomen. Zoals u i t de t a b e l b l i j k t kan b i j deze waarde
nog
aant a1
een
beroepsgroepen
wor den
samengevoegd
.
De
gepresenteer de
indeling g e e f t dus een overdreven indruk van de mate van d i f f e r e n t i a t i e van de i ndus t r i e l e ber oepen Tabel 3/3
.
De mate van samenhang tussen de technische beroepen*
1 laders,inpak.,samenstel.app. e . d . 2 bos- ,weg- , r e i n i g .ar b . ,chauffeurs
3 pr odukti epersoneel 4 bouwvakarbeiders 5 leer-/textielproduktiepersoneel 6 bakkers, s l a g e r s 7 controleurs/bes tuurders machines 8 produktievakpersoneel 9 gr af ische ber oepen 1 0 e l e k t r o t e c h n i c i e.d. Bron: SEO
*
de samenhang i s uitgedrukt i n de geschatte waarde voor Q i n % ( z i e Bijlage A ) ; a l s Q = 0% zijnde beroepsgroepen exact g e l i j k , a l s Q = 100% z i jnde beroepen volledig verschillend
Op grond
van
de
gemiddelde leef t i j d 1i j ken
beroepsgroepen
bes tuurder machines en leidinggevend produktiepersoneel
controleur/
vooral l a t e r i n de
c a r r i & r e t e worden uitgeoefend: de l e e f t i j d l i g t hoger dan b i j beroepen met een verge1 i jkbaar gemiddeld opleidingsniveau. De schei ding tussen hogere en middelbare
technici v a l t goeddeels samen met de scheiding
tussen
MTS
en
HTS. Om
te
illustreren
dat voor een beroepsgroepenindeling n i e t
kan
worden
volstaan met het weglaten van de l a a t s t e d i g i t i s i n Figuur 3/2 de indeling
Figuur 3/2
De i n d e l i n g van de technische beroepen met ISCO code tussen 800 en 900 i n beroepsgroepen* -
ber oepsgroep ISCO code 80 1 80 2 80 3 81 1 81 2 81 8 81 9 82 0 83 1 832 83 3 83 4 83 5 83 6 83 9 84 1 84 2 84 3 84 4 84 5 84 6 84 9 85 1 85 2 85 3 854 855 85 6 85 7 85 9 860 87 1 872 87 3 87 4 87 9 880 891 8 92 893 894 899
beroep schoenmakers schoenfabrieksarbeiders lederwarenmakers meubelmakers machinale hout bewerkers houtwarenmakers af tekenaars e . d o steenhouwers e .d smeden ger eedschapmakers e .d bankinstellers a u t m a a t be d i enden metaalpol i j s t e r s overi ge machinale metaalbewer kers metaalbewer kers neg machi nebankwer ker-mont eurs klokkenmakers e .d aut omonteurs v l i e g t ui gonder houdsmont eurs machi ner epar a t eurs samenstellers van voertuigen e .d c o n t r o l e u r s van machines elektranonteurs e l e k t r o n i camonteurs samenstellers van e l e k t r i s c h e app. radio- en tv-reparateurs e l e k t r i cigns t elef oonmont eurs kabelmonteurs e . d . c o n t r o l e u r s van e l e k t r o t e c h .prod. beeld- en g e l ~ i d s a p p ~ b e d i e n e r s loodgieters e.d. lassers e.d. plaatwerkers e . d . constructiewerkers e . d . ban kw er ker s goudsmeden e .d glasblazers e.d. aardewerkvormers e . d . glasovenpersoneel glasgraveurs e .d g l a s - en aardewerkarbeiders neg.
x x x
x
x x x
.
x x x x
.
.
x
.
.
.
.
x x x x x x
x
x x x x x
Bron: SEO
* **
a l l e e n loontrekkenden A: l a d e r s ,inpak. ,samenstel .app. e . d . B : pr odukt iepersoneel C : bouwvakarbeiders D: l e e r - / t e x t i e l p r o d u k t i e p e r s o n e e l
E: control eurs/ bes tuur
. mach .
F : produktievakpersoneel G: graf ische beroepen
H : e l e k t r o t e c h n i c i e.d.
van
de beroepen met ISCO codes t u s s e n 800 en 900 i n b e e l d g e b r a c h t .
blijkt
worden l a n g n i e t a l t i j d a l l e beroepen met een
tweede
digit
in
identiek
d e z e l f d e beroepsgroep i n g e d e e l d . Soms i s e r
d e r g e l i j k e g r o e p e e n beroep o p e e n d u i d e l i j k l a g e r
eerste binnen
Als g e v o l g van de g e r i n g e v e r s c h i l l e n
minder
alleen voor
beroepen
t u s s e n de t e c h n i s c h e beroepen konden in
d i e hoof dgroep
samengevoegd d i e nauw verwant z i j n . Dat g e l d t
de o v e r i g e hoof dgroepen
een
sans zijn
.
de c r i t e r i a voor samenvoeging s t r i k t worden g e h a n t e e r d : zijn
en
f u n c t i e n i v e a u , z o a l s de
samens t e l l e r s van e l e k t r i s c h e a p p a r a t e n binnen de g r o e p 850-859, de ber oepen v e r d e e l d o v e r d i v e r s e ber oepsgroepen
Zoals
. De
t r a n s p c , c beroepen
z i jn
veel
hiervan
een e x t r e m v o o r b e e l d . De d r i e o n d e r s c h e i den beroepsgroepen vormen i e d e r o p zich
een
allegaartje
voor
wat
betreft
de
opleidingsrichtingen
(zie
Tabel 3/4). Tabel 3/4
T r a n s p o r t beroepen n a a r g e s l a c h t -
-
, l e e f t i j d en o p l e i d i n g -
j ar en oplei ding
leeftijd
% beroepsgroep v i s s e r s z , matrozen , t r e i n b e s t u u r leidinggevend transport personeel scheepsoffic.,loodsen,vliegers z / l
vrouw
gem.
st.dev.
gem.
st.dev.
1 1
34,5 40,9 40,1
10,2 9,o 8,8
10,l 10,5 12,3
2,3 2,4 2,9
0
% voornaamste o p l e i d i n g s r i c h t i n g e n *
v i s s e r s z , matrozen
, treinbestuur
1e i dinggevend t r a n s p o r t p e r s o n e e l
scheepsoffic.,loodsen,vliegers z / l
alg.
tech.
trsp.
trte.
33 37 21
29 16 13
16 14 61
18
Bron: SEO
*
z i e B i j l a g e B voor b e t e k e n i s a f k o r t i n g e n
treco.
1
0 10
2
2
eco. 2 17 2
Tabel 3/5 kennen
geeft
het
overzicht
voor de d i e n s t v e r l e n e n d e
beroepen.
d u i d e l i j k g r o t e r e spreiding over opleidingsrichtingen
een
t e c h n i s c h e b e r o e p e n . Er z i j n h i e r e e n a a n t a l v a k o p l e i d i n g e n geven
tot
het
ontstaan
van
vrij
b i j v o o r b e e l d l p e r s o o n l i j k e v e r z o r g i n g met economische
dan
de
die aanleiding
afgescheiden
strikt
Deze
deelmarkten:
specialisatiel
voor
b e d r i j f s l e i d e r s i n d e h o r e c a , l p e r s o o n l i j k e v e r z o r g i n g l voor k o k s , l s o c i a a l c u l t u r e e l l voor m a a t s c h a p p e l i j k e n p e r s o n e e l s w e r k e r s en l o r d e l voor p o l i t i e en b r a n d w e e r p e r s o n e e l . B i j k a p p e r s en p o l i t i e e n b r a n d w e e r p e r s o n e e l aansluiting
tussen
opleiding
en
beroep
zo nauw d a t
hieruit
is
een
de lage
s p r e i d i n g van h e t a a n t a l j a r e n o p l e i d i n g v o o r t v l o e i t . Net a l s b i j h e t p r o d u k t i e p e r s o n e e l en d e
lagere
a g r a r i s c h e beroepen, z i j n
ook b i j d e k a p p e r s e n w i n k e l b e d i e n d e n l o o n t r e k k e n d e n e n te
z e l f s t a n d i g e n goed
scheiden ( d e loontrekkende kappers v a l l e n onder de o v e r i g e
beroepen).
Evenals
kappers
vooral
hebben
aangevuld
bij
het
het
is d i t
produktiepersoneel
onderscheid
g e v o l g van h e t f e i t d a t z e l f s t a n d i g e n
met
een
verzorgende
economische a a n t e k e n i n g . Het
hun
zelfstandigen
zijn
meewerkende
opleiding
onderscheid
w i n k e l b e d i e n d e n komt o v e r e e n met d a t b i j d e l a g e r e a g r a r i s c h e
bij
beroepen: de
90% van hen i s vrouw.
gezinsleden;
bij
Het
o p l e i d i n g s p a t r o o n komt nagenoeg o v e r e e n met d a t van l o o n t r e k k e n d e n . Meer
s p e c i f i e k v a l t b i j d e commerciele
beroepen
op
b e d r i j f s h o o f d e n gemiddeld n a u w e l i j k s meer o p l e i d i n g b e r o e p s g r o e p e n . B l i j k b a a r z i j n e r geen o p l e i d i n g e n functie
leiden.
Onder
( f i l i a a l h o u d e r s ) . De
deze
beroepsgroep
beroepsgroep
dat
directeuren
hebben die
en
dan de o v e r i g e
t o t een d e r g e l i j k e
v a l l e n ook d e
groothandelaren
v e r t o o n t daarom e n i g e g e l i j k e n i s met d e
w i n k e l i e r s . De z e l f s t a n d i g e c h a u f f e u r s met e e n o p l e i d i n g i n
de
onderwijs-
r i c h t i n g z i j n vermoedelijk r i j - i n s t r u c t e u r s . Bij
de
slechts
a d m i n i s t r a t i e v e beroepen een
beperkte
rol
bij
(eveneens de
Tabel 3/51
indeling.
Dit
is
speelt te
opleiding
zien b i j
een
v e r g e l i j k i n g van boekhouders e n s e c r e t a r e s s e n e n t y p i s t e n . Deze b e s t a a n u i t d e v o l g e n d e beroepen ( t u s s e n h a a k j e s d e ISCO c o d e s ) :
boekhouders e . d . :
secretaressen, typisten e.d.:
boekhouders
(331
ponstypisten
( 322
calculatoren
(339)
telefonisten
(380)
recept i o n i s t e n
(394)
correspondenten (393) (472)
acquisiteurs
s e c r e t a r e s s e n , t y p i s t e n (321)
Het voornaamste onderscheid tussen beide
beroepsgroepen
het g e s l a c h t :
is
typische vrouwenberoepen z i j n verzameld in de beroepsgroep s e c r e t a r e s s e n en typisten.
Zelfs
samengevoegd
de
terwijl
beroepen
secretaresse
en ponstypiste z i j n
deze in de beeldvorming uiteenlopende
e i s e n . Mogelijk wreekt zich h i e r dat s e c r e t a r e s s e n classificatie
beroep en de ponstypisten enigszins verwatert. De
kwalificaties
t y p i s t e n in de ISCO
en
reeds z i j n samengevoegd, waardoor h e t
hierdoor
verschil
tussen
dit
ISCO c l a s s i f i c a t i e i s op
d i t punt onevenwichtig t e meer daar s e c r e t a r e s s e n en t y p i s t e n 66n van de 10
g r o o t s t e beroepen i s . Voor de l a a g s t e a d m i n i s t r a t i e v e f u n c t i e s (vermoedelijk vooral - t r i c e s ) b l i j k t nauwelijks kunnen
beter
worden
enqu$teurs/
een s p e c i f i e k opleidingspatroon t e bestaan. Z i j
samengevoegd
de winkelbedienden
bij
dan
een
bij
s p e c i f i e k administratieve beroepsgroep. De
middelbare
economische
en administratieve
beroepen
betreffen
onder
andere chefs a d m i n i s t r a t i e , produktieplanners, handelsvertegenwoordigers en veilinghouders. Hun onderlinge samenhang is zwak. B i j de verzorgende beroepen (eveneens
Tabel 3/51
is
de
beroepsgroepen huishoudelijk personeel en post-, magazijnpersoneel
v r i j zwak. De zwakke s t e e i n deze beroepsgroep
zelfstandige beroepsgroep
glazenwassers. worden
Deze
kunnen
ondergebracht.
Het
echter
in
samenhang van de en v e i l i g h e i d s zijn
vooral
geen enkele
postpersoneel
vergelijkbaar met de beroepsgroep produktiepersoneel. De overige verzorgende beroepen z i j n de gezins-, kinder-
andere
enzovoort en
de is
bejaarden-
verzorgers en de loontrekkende glazenwassers. Deze samenhang is echter zeer zwak.
Tabel 3 / 5
Dienstverlenende beroepen naar g e s l a c h t , l e e f t i jd en o p l e i d i n g l e e f t i jd
jaren opleiding
% voornaamste o p l e i d i n g s r i c h t i n g e n *
% beroepsgroep
vrouw
gem.
st.dev.
59 90 35
10,5 9,6 8,7 9,6 8,4 8,2 8,5
Commercieel w i n k e l b e d i e n d e n , ~. a~d m i n . f u n c t i e s commerciele/dienstverl . f unct i e s z horeca b e d r i j f s l e i d e r s z / l chauffeurs e.d. z winkeliers z kappers z d i r e c t e u r e n , b e d r i j f shoofd e . d . z / l
27 67 7
28,8 36,8 37,9 38,9 39,9 37,9 39,7
Administratief administratieve functies z boekhouders e.d. secretaressen, t y p i s t e s e.d. middelbaar econ./adm.personeel computerprogrammeurs
85 42 92 7 15
39,O 31 , 7 28,9 37,9 30,6
7,9 10,4 9,6 9,2 8,6
40 9 97 50 2 35
29,2 37,5 26,7 32,2 32,2 35,5
10,3 10,4 9,O 10,5 9,l 8,6
z/l
Verzorgend huishoudel i j k p e r s o n e e l ko k s post/magazi j n / v e i l i g . p e r s . z / l o v e r i ge v e r zorgende beroepen bib1 i o t h e e k p e r s o n e e l p o l i t i e - en brandweerpersoneel maatsch. /personeelwer k . , b i b l i o t h e c a .
11
=
u
Bron: SEO
*
z i e B i j l a g e B voor b e t e k e n i s a f k o r t i n g e n
gem.
9,3 9,Q 10,6 10,9 11,9 13,9
st.dev.
1,9 2,2 1,9 2,3 1,0 2,2
a l g . ond. t e c h . e c o . p e r s . r i c h t i n g *
34 46 20 44 7 10
o
10
0 2 2 0 6
24 2 5 5 4
3 15 3 13 1
5
46 3 67 7 0 5
%
-
-
peco. treco. teco. peco. aw.
29 16 8 69 4
-
-
-
-
socu. orde. socu.
24 85 63
B i j de rnedische beroepen ( T a b e l 3 / 6 )
speelt
o p l e i d i n g i n h e t algerneen e e n
v e e l g r o t e r e r o l dan b i j d e t o t nog t o e besproken beroepen. Tekenend z i j n d e l a g e s t a n d a a r d d e v i a t i e s van h e t a a n t a l j a r e n o p l e i d i n g e n d e z e e r hoge percentages
(rond
90%) voor d e rneest voorkornende o p l e i d i n g s r i c h t i n g .
p e r c e n t a g e vrouwen neernt a f met h e t benodigde a a n t a l j a r e n
opleiding.
Het Dit
g e l d t z e l f s b i n n e n d e v e r p l e e g k u n d i g e n ( d e ongediplorneerde v e r p l e e g k u n d i g e n vallen
onder
omgekeerde De
de rnedische v e r z o r g e n d e b e r o e p e n ) . Voor l e e f t i j d
het
.
onderwi j z e n d e
hetzelfde
beeld
beroepen als
de
( Tabel
3/7)
geven
wat
betref't
rnedische beroepen. Er b e s t a a t
een
a a n s l u i t i n g t u s s e n o p l e i d i n g e n beroep. Voor l e e r k r a c h t e n sterk
geldt
als
zeer
sterke
g e l d t d i t rninder
g e v o l g van h e t o n d e r s c h e i d t u s s e n d e t e d o c e r e n
i n d e l i n g n a a r l e , 2e en 3e g r a a d . L e e f t i j d e n g e s l a c h t
opleiding
vakken
hangen
manier met h e t gerniddeld a a n t a l j a r e n o p l e i d i n g sarnen a l s
en
de
op d e z e l f d e
bij
de rnedische
beroepen. De l a a t s t e h o o f d g r o e p , d e w e t e n s c h a p p e l i j ke divers
gezelschap.
opleidingen
Voor
(kerkelijke
een
aantal
functies,
( T a b e l 3/81,
beroepen
beroepsgroepen
bestaan
landbouwkundigen,
is een
specifieke
juristen).
De
gerniddelde ornvang van d e z e beroepen is k l e i n . In v e r g e l i j k i n g t o t de beroepsgroep d i r e c t e u r e n
en
b e d r i j f s h o o f d e n hebben
de h o g e r e l e i d i n g g e v e n d e n e e n hoger o p l e i d i n g s n i v e a u .
Het beroep d i r e c t e u r
neernt e e n o v e r g a n g s p o s i t i e i n : h e t kan zowel b i j d i r e c t e u r e n hoofden
als
bij
d e h o g e r e l e i d i n g g e v e n d e f u n c t i e s worden
Blijkbaar loopt het opleidingsniveau hangt
van
directeuren
w a a r s c h i j n l i j k sarnen met d e u i t e e n l o p e n d e ornvang
waaraan l e i d i n g wordt gegeven.
sterk van
en
bedrijfs-
ondergebracht. uiteen. de
Dit
bedrijven
Tabel 3/6
Medische beroepen n a a r g e s l a c h t
, l e e f t i j d en o p l e i d i n g .I
jar en opleiding
l e e f t i jd
% beroepsgroep
-- --
.7
-
% voornaamste o p l e i d i n g s r i c h t i n g e n *
>.
gem.
vrouw
st.dev.
gem.
st.dev.
alg.
agr.
wsna.
med.
medte.
pers.
medische v e r zorgende beroepen apothe k e r s a s s i s t e n t e n verpleegkundigen (gedip l ) medische a n a l i s t e n , o p t i c i e n s o v . med. f u n c t i e s 1, f y s i o t h . z / l d i v e r s e medi s c h e f u n c t i e s z geneesk., tandheelk. ,apoth. z / 1
.
Bron: SEO
*
z i e B i j l a g e B voor b e t e k e n i s a f k o r t i n g e n
Tabel 3/7
Onderwi j zende beroepen n a a r g e s l a c h t
, l e e f ti j d en o p l e i d i n g r
l e e f ti j d beroepsgroep
vrouw
gem.
st.dev.
,.
jaren opleiding gem.
st-dev.
% voornaamste o p l e i d i n g s r i c h t ingen* ond.
hum.
wsna.
tech.
socu. w
k l e u t e r onderwi j s onderwi j z e r s (hoof d ) l e e r k r a c h t e n
98 39 17
29,4 32,9 38,l
7,9 8,6 8,1
12,4 15,O 15,6
1 ,O 0,4 1,9
99 99 65
0 0 4
0 0 6
0 0 7 a
Bron: SEO
*
z i e B i j l a g e B voor b e t e k e n i s a f k o r t i n g e n
w
0 0 5
Tabel 3/8
Wetenschappeli j ke beroepen naar g e s l a c h t
, l e e f t i jd en o p l e i d i n g
l e e f t i jd
% vrouw
ber oepsgr oep
.
.
29 13 8 60 5 3 0 8 24 18 7
II.
Bron: SEO z i e Bijlage 1 ) ook t e c o . : 2) ook a g r . : 3) ook med. :
st.dev.
gem.
st.dev.
$ voornaamste o p l e i d i n g s r i cht ingen*
a l g . ond. t e c h . eco. socu. r i c h t i n g *
$
#
reclameont , a r t i e s t e n , s p o r t e r s z / l schei-/natuurkundig a n a l i s t e n hoge 1 e i d i n g . f u n c t i e s , j o u r n a l i s t e n v e r t a l e r s z / l , div.vakspec. z acc@unt.,hoge ambt. ,econo. , j u r . z / l economen , wiskundigen hogere landbouwkundigen k e r k e l i jke f unct i e s s o c i a l e wetenschappers juristen schei-/natuurkundigen ,biologen
*
gem.
j ar en opleiding
B voor b e t e k e n i s af kortingen
6% en p e r s . : 5% 4% 4% en medt e . : 4%
34,6 35,5 40,8 37,O 40,2 35,6 39,l 38,5 35,6 35,9 37,8
kunst wsna. jur. hum. jur. wsna. am. theo. hum. jur. wsna. +.
23 ) 34 2 ) 4 16 36 7 97 67 5 89 77 3 )
3.3
V e r g e l i j k i n g met a n d e r e i n d e l i n g e n en c o n c l u s i e s
Onze a n a l y s e h e e f t een a a n t a l e i g e n a a r d i g h e d e n structuur
en
in
de Nederlandse b e r o e p s -
de g e b r u i k e l i j ke ISCO-indeling a a n h e t l i c h t
o p v a l l e n d e is de asymmetric t u s s e n de t e c h n i s c h e ,
meest
.
Het
medische,
de
gebracht
de
onderwijzende e n de a d m i n i s t r a t i e v e beroepen. Voor de t e c h n i s c h e b e r o e p e n z i j n i n de ISCO codenummers
van
classificaties),
999
tot
700
terwijl
classificatie
gereserveerd
(138
de a d m i n i s t r a t i e v e b e r o e p e n
moeten s t e l l e n 5 ) . D i t is n i e t i n overeenstemming met administratieve
beroepen
maar
afzonderlijke
het het
i n de w e r k g e l e g e n h e i d , d a t
l i e f s t de
met
13 codes
aandeel
ongeveer
van
een
de
derde
b e d r a a g t van h e t a a n d e e l van de t e c h n i s c h e b e r o e p e n . G e d e e l t e l i j k is d i t t e v e r k l a r e n u i t
de
historische
ontwikkeling
van d e
b e r o e p s s t r u c t u u r , w a a r b i j de i n d u s t r i e l e s e c t o r g e l e i d e l i j k a a n b e l a n g voor de
werkgelegenheid heeft
Bovendien
heeft
zich
ingeboet
binnen
de
ten
gunste
industriele
van
de
sector
dienstensector. een
verschuiving
voorgedaan t e n n a d e l e van h e t d i r e c t e p r o d u k t i e p e r s o n e e l . Voor
een
ander
deel
i s d i t h e t g e v o l g van de
a f b a k e n i n g i n de a d m i n i s t r a t i e v e s e c t o r , w a a r b i j "werkt op k a n t o o r u Figuur 3/2
scherpe
iemands
beroep
beroepsa1
snel
wordt. Technische beroepen z i j n , z o a l s b l i j k t u i t de i n
weergegeven
werkzaamheden
minder
lijst,
nauw
omschreven
naar
de
aard
van
de
.
De v r a a g i s of d i t v e r s c h i l i n d e t a i l l e r i n g i n d e I S C O - c l a s s i f i c a t i e t u s s e n de t e c h n i s c h e e n de a d m i n i s t r a t i e v e b e r o e p s s e c t o r overeenkomt met e e n r e e e l verschil
in
differentiatie
van
taken
o f d a t de c l a s s i f i c a t i e
t o e g e s n e d e n o p de e i s e n van d e z e t i j d . D i t onderzoek wijst van
het
beroepen
laatste. past
opleidingen.
Bij
een
de
gedetailleerde
aanmerkelij k
minder
in
niet
is
de r i c h t i n g
o m s c h r i j v i n g van de t e c h n i s c h e gedifferentieerd
De o p l e i d i n g voor a 1 deze beroepen komt i n
patroon
van
belangrijke
mate
overeen. Deze
conclusie
gehouden Gezien
met het
moet
misschien
verschillende feit
worden
genuanceerd
als
rekening
r i c h t i n g e n binnen de t e c h n i s c h e
d a t i n t a l van t e c h n i s c h e
beroepen
meer
wordt
opleidingen. dan
50% een
algemene o p l e i d i n g h e e f t , mag d a a r e c h t e r n i e t t e v e e l van worden v e r w a c h t . Voor h e t p r o d u k t i e v a k p e r s o n e e l en de e l e k t r o t e c h n i c i , . waar om en n a b i j d r i e
kwart
van
de
beoefenaren
differentiatie indeling.
naar
een
technische
richtingen
opleiding we1
mogelijk
heeft,
gevolgen
Een d e r g e l i j k e d i f f e r e n t i a t i e binnen de AKT
zal
hebben
een
voor
enquste
de
daarom
is
wensel i j k . Het
veel
is
m o e i l i j k e r om aan t e t o n e n
dat
de
classificatie
a d m i n i s t r a t i e v e beroepen t e w e i n i g g e d i f f e r e n t i e e r d huidige
classificatie
niet
over
- direct ie-secretaresse, De
helft
van
binnen
de
Soms
is
qua inhoud en v e r e i s t e
kwalificaties volstrekt verschillen, zoals bijvoorbeeld ondergebracht.
de
gegevens kan worden b e s c h i k t .
e c h t e r d u i d e l i j k d a t beroepen z i j n samengenomen d i e secretaresse
omdat
is,
voor
die
in
de t r i t s t y p i s t e
6
beroepsgroep
de t i e n meest voorkomende ISCO
is
codes
z ijn
admini s t r a t i e v e beroepen. I n h e t algemeen z i j n de t e c h n i s c h e beroepen en
de
administratieve
classificatie
voor
de
beroepen
te
dus
weinig.
administratieve
te
ruim g e d i f f e r e n t i e e r d
Op 461-1 p u n t
zou
eenvoudig
kunnen
sector
de
ISCO worden
v e r f i j n d : s e c r e t a r e s s e i s e e n a n d e r beroep dan t y p i s t e . Vergeleken medische
met en
de
de
technische
onderwijzende
en
beroepen
administratieve
sector
gekenmerkt
door
o p l e i d i n g e n d i e a a n s l u i t e n o p nauw omschreven b e r o e p e n . algemene v e r k l a r i n g e n voor d i t v e r s c h i j n s e l m o g e l i j k . gezondheidszorg
z i j n a l l e b e i s t e r k verbonden a a n de
worden
de
nauw
omschreven
is
een a a n t a l
Er
Het
o n d e r w i j s en de
overheid.
leidt
Dit
e r t o e d a t de b e r o e p s u i t o e f e n i n g a a n t a l van w e t t e l i j k e v o o r s c h r i f t e n e n a a n h e t b e z i t van c e r t i f i c a t e n i s gebonden. Veranderingen tussen
beroepen
komen
daardoor
slechts
met
in
vertraging t o t stand.
o n d e r w i j s k r i j g t de t i j d om op d e z e v e r a n d e r i n g e n i n t e staan
onderwijs
en
de a r b e i d s d e l i n g Het
spelen.
Bovendien
werkveld b e i d e o n d e r c o n t r o l e van d e z e l f d e
wetgever,
z o d a t h e t b e l e i d op e l k a a r kan worden a f g e s t e m d . Een g e h e e l a n d e r e v e r k l a r i n g voor d e
nauwe a a n s l u i t i n g t u s s e n o p l e i d i n g e n
b e r o e p is h e t r e l a t i e f hoge f u n c t i e n i v e a u i n de medische sector.
Over
het
sterker
naarmate
en
onderwijzende
algemeen i s de a a n s l u i t i n g t u s s e n o p l e i d i n g het
functieniveau
toeneemt.
Dit
is
en
echter
beroep niet
de
volledige verklaring. De door o n s gevonden i n d e l i n g ' i n beroepsgroepen c l a s s i f i c a t i e v o l g e n s de e e r s t e twee o f de e e r s t e
-
valt
niet
digit
samen
met een
van de ISCO code.
Op t a l van punten l o p e n beroepsgroepen dwars d i g i t heen. D i t betekent d a t
door
het
indelingen gebaseerd
eerste
en
tweede
op h e t w e g l a t e n van e e n
o f meer d i g i t s n i e t i d e a a l z i j n 6 ) . D i t wordt nog v e r s t e r k t d o o r d e o n e v e n w i c h t i g h e i d
onderwi j z e n d e
en
medische
de
sector.
van
Hiervoor
de i n d e l i n g voor de
z i j n i n de
i n d e l i n g 46n ( 1 3 ) r e s p e c t i e v e l i j k twee ( 0 6 / 0 7 ) c o d e s
twee
beschikbaar,
digit terwijl
h e t om twee omvangrijke s e c t o r e n g a a t . De v e e l g e r i n g e r e
omvang
sectoren
classificatie
ten
tijde
van
de
opstelling
van
de
ISCO
van b e i d e
is
w a a r s c h i j n l i j k de o o r z a a k van deze o n d e r w a a r d e r i n g 7 ) . W i j hebben i n d i t onderzoek g e b r u i k gemaakt
van
de f u n c t i e n i v e a u t y p e r i n g
van
beroepen door Conen en ~ u ~ g e n I~n ) Tabel . 3/1 s t a a n de
van
de
lopen
beroepen het
uiteeng)
.
binnen
hoogste
en
functieniveaus
een b e r o e p s g r o e p weergegeven. Over h e t het
laagste
niveau
niet
meer
Ook b l i j k t h e t gemiddelde o p l e i d i n g s n i v e a u van
e e n b e r o e p s g r o e p werkzaam z i j n nauw samen t e hangen
met
dan
algemeen
6
niveau
degenen
die
in
het functieniveau
van d i e b e r o e p s g r o e p . Onze r e s u l t a t e n komen d u s i n g r o t e l i j n e n o v e r e e n met de c o n c l u s i e s van Conen en ~ u ~ ~O )e. n l B i j z e l f s t a n d i g e n i s de afwi j king
Conen
groter.
trekkenden. toegepast
en
hebben
Wij
op
Huygen
met
de
genoemde f u n c t i e n i v e a u - i n d e l i n g
hebben hun i n d e l i n g e c h t e r g e b a s e e r d de
zelfstandigen
niveaus
toegekend
aan
op
loon-
loontrekkenden
i n h e t z e l f d e b e r o e p . Het b l i j k t
dat
ook
wanneer
z e l f s t a n d i g e n en l o o n t r e k k e n d e n f o r m e e l h e t z e l f d e beroep u i t o e f e n e n , z i j i n de p r a k t i j k t o c h a n d e r e werkzaamheden v e r r i c h t e n . Een z e l f s t a n d i g e i s e i g e n baas
en
uit
dien
hoofde
ook
verantwoordelijk
a d m i n i s t r a t i e en d e r g e l i j k e . Een z e l f s t a n d i g kapper
voor
de
marketing,
of timmerman h e e f t dus
meer t a k e n dan een l o o n t r e k k e n d e i n d e z e l f d e b e r o e p e n .
Het d o o r t r e k k e n van
de f u n c t i e n i v e a u - i n d e l i n g voor l o o n t r e k k e n d e n n a a r z e l f s t a n d i g e n i s dan ook n i e t zonder meer g e o o r l o o f d . A l s onze i n d e l i n g wordt v e r g e l e k e n
met
die
van h e t N E I dan b l i j k e n g r o t e
v e r s c h i l l e n , d i e d e s t e o p m e r k e l i j k e r z i j n omdat h e t N E I een vergelijkbare lijken
het
benadering gevolg
van
bij met
de name
indeling hanteertl ) het
feit
dat
het
.
Deze NEI
gedifferentieerde indeling i n opleidingsrichtingen hanteert, opneemt
als
onderscheidende
slechts
beroepen
variabele
en d e randvoorwaarde
met een g e l i j k e e r s t e d i g i t kunnen worden
min
of
meer
verschillen een
minder
geslacht n i e t oplegt
dat
samengevoegd
.
Een b e l a n g r i j k v e r s c h i l is v e r d e r d a t
het
NEI
de
i n d e l i n g o p twee d i g i t
n i v e a u a l s u i t g a n g s p u n t van d e a n a l y s e n e e m t , t e r w i j l h i e r d i g i t i n de beschouwing wordt b e t r o k k e n . E v e n a l s i n worden
de
industriele
ook
het
derde
veel andere indelingen
beroepen verder door h e t NEI u i t g e s p l i t s t
dan
op
g r o n d van hun v e r s c h e i d e n h e i d n o o d z a k e l i j k b l i j k t . De r a n d v o o r w a a r d e d a t a l l e e n b e r o e p e n
met e e n i d e n t i e k e e r s t e d i g i t worden
samengevoegd b l i j k t b i j p r a k t i s c h o n d e r z o e k van b e t e k e n i s ,
omdat
v e r g e l i j k b a a r h e i d o n t s t a a t met de zeven s e c t o r e n i n d e l i n g d i e wordt
gehanteerd.
daardoor
door h e t C B S
Om d e z e r e d e n is o p b a s i s van h e t b e s c h r e v e n
empirisch
m a t e r i a a l ook e e n i n d e l i n g gemaakt d i e met d e z e r a n d v o o r w a a r d e s p o o r t . Deze is b e s c h r e v e n i n B i j l a g e E .
NOTEN 1 ) z i e B i j l a g e C voor een nadere t o e l i c h t i n g
2 ) z i e voor een nadere t o e l i c h t i n g B i j l a g e C 3) z i e Bijlage B 4 ) z i e Bijlagen A en C 5 ) gerekend z i j n de codes 300 t / m 350, 380, 393 t / m 399 6 ) z i e bijvoorbeeld Werkgroep ANTOS (1984) en N E I (1986) 7 ) Cezien de bezwaren tegen de twee d i g i t i n d e l i n g i s h e t jammer d a t h e t CBS deze vanaf 1983 i n de AKT g e b r u i k t voor de b e s c h r i j v i n g van h e t l a a t s t uitgeoefende beroep. Het zou w e n s e l i j k z i j n a l s h i e r v o o r ook de d r i e d i g i t i n d e l i n g zou worden t o e g e p a s t .
8 ) Conen en Huygen (1983) 9 ) uitzonderingen zijn weefmachine-instellers en s a m e n s t e l l e r s van voertuigen ( n i v e a u 3) b i j l a d e r s en inpakkers ( n i v e a u 1 1 , p o n s t y p i s t e n ( n i v e a u 2 ) b i j s e c r e t a r e s s e n en t y p i s t e n ( 4 ) en brandweerpersoneel ( 5 ) b i j politie (3) 10) B i j deze c o n c l u s i e passen enige opmerkingen. Zoals is beschreven i n B i j l a g e C hebben wij de f u n c t i e n i v e a u - i n d e l i n g g e d e e l t e l i j k a l s uitgangspunt voor onze a n a l y s e genomen. In v e e l g e v a l l e n z i j n samenvoegingen voor beroepen met t e ver u i t e e n l i g g e n d e f u n c t i e n i v e a u s dus ex a n t e u i t g e s l o t e n . Alleen i n s p e c i f i e k e g e v a l l e n z i j n aanvullende r e g r e s s i e s u i t g e v o e r d . Voor de g e v a l l e n , d i e i n onze s t u d i e we1 z i j n onderzocht bleek de f u n c t i e n i v e a u - i n d e l i n g nauw aan t e s l u i t e n b i j onze r e s u l t aten. ( 1 9 8 6 ) , pag. 12 e . v . . Het N E I b a s e e r t z i c h b i j de i n d e l i n g op de e e r s t e twee d i g i t s en voegt a l l e e n beroepen met g e l i j k e e r s t e d i g i t samen. B i j de samenvoeging wordt g e l e t op de o p l e i d i n g s p a t r o n e n van de beroepen.
1 1 ) NEI
BIJLAGE A
1
ECONCMETRISCHE AFLEIDING
Inleiding
I n Hoofdstuk 2 is h e t t h e o r e t i s c h kader u i t e e n g e z e t w a a r i n wordt o n d e r z o c h t o f twee o f meer beroepen kunnen worden beschouwd a l s 64n g e b r u i k t e methode is g e b a s e e r d op e e n v e r g e l i j k i n g van
beroepsgroep. de
De
b e o e f e n a r e n van
de b e t r e f f e n d e beroepen. A l s e r geen v e r s c h i l is t u s s e n de kenmerken van de b e o e f e n a r e n dan behoren b e i d e beroepen t o t d e z e l f d e b e r o e p s g r o e p . Deze
gedachtengang v e r e i s t e e n s t a t i s t i s c h e
verloopt
in
drie
theoretische
stappen.
In
Paragraaf 2
een
wordt
Deze het
uitwerking
onderliggende
model u i t e e n g e z e t e n wordt de u i t t e v o e r e n t o e t s
I n P a r a g r a a f 3 wordt aangetoond d a t d e uit
uitwerking.
eenvoudig
lineair
model,
toetsgrootheid waardoor
besproken.
kan worden a f g e l e i d
kan worden b e s p a a r d
op
de
benodigde r e k e n t i j d . Tot s l o t wordt i n P a r a g r a a f 4 n a d e r
ingegaan
g e l i j k h e i d s b e g r i p . Het c r i t e r i u m I f g e l i j k f f wordt vervangen
door Ifweinig van
e l k a a r v e r s c h i l l e n d f f . Voor d i t c r i t e r i u m wordt de v e r d e l i n g
van
op h e t
de t o e t s -
grootheid afgeleid.
2
Het l o g i t model
S t e l d a t w i j van e e n a a n t a l personen h e t beroep zoals
en
een
a a n t a l kenmerken,
l e e f t i j d , g e s l a c h t en o p l e i d i n g kennen. Op grond van d e z e
w i l l e n w i j h e t beroep v e r k l a r e n . De t e v e r k l a r e n v a r i a b e l e n
van
kenmerken d i t model
z i j n de kansen op de v e r s c h i l l e n d e beroepen. De som van de kansen voor a l l e m o g e l i j k e beroepen is n a t u u r l i j k voor i e d e r i n d i v i d u g e l i j k aan BBn. Een
dergelijk
kansmodel kan n i e t met
een
gewoon
b e s c h r e v e n . I n Figuur A / 1 is d i t d u i d e l i j k z i c h t b a a r .
lineair
model
worden
Een l i n e a i r e f u n c t i e
i s , t e n z i j de f u n c t i e h o r i z o n t a a l l o o p t , a l t i j d voor sommige waarden van d e verklarende nul.
v a r i a b e l e n g r o t e r dan 4Bn e n voor a n d e r e waarden
Deze waarden z i j n a p r i o r i o n j u i s t , ~ m d a tkansen t u s s e n
kleiner
dan
nu1
BBn
en
l i g g e n . Een k a n s f u n c t i e moet s-vormig, d a t w i l zeggen, n i e t l i n e a i r z i j n .
Figuur A / 1
De nadelen van een kansproces
een l i n e a i r e f u n c t i e voor de b e s c h r i j v i n g van
kens
residu negatief
residu posl t 1 ef f--
m
I
1 I
I I I
I I I
0
V
V
A
/\
>
-
verkl arende vari abele
E4n van de mogelijkheden om een kansproces nomiaal l o g i t beperkt
model.
aantal
In
dit
model
te
neemt
beschrijven
is
h e t multi-
de t e v e r k l a r e n v a r i a b e l e een
d i s c r e t e waarden aan. Deze waarden
genoemd. De som van de kansen op de a l t e r n a t i e v e n is
worden n
alternatieven
en de voorspelde
kansen l i g g e n a l t i j d t u s s e n nu1 en 44n. De
waarden
verklarende
van
de
kansen
variabelen.
Het
verschillen verband
per
tussen
individu,
afhankelijk
van
de kansen en de v e r k l a r e n d e
v a r i a b e l e n wordt beschreven door de volgende f u n c t i e :
met: p i ( k ) = de kans op a l t e r n a t i e f k voor waarneming i X = d e v e c t o r v e r k l a r e n d e v a r i a b e l e n voor waarneming i i
9
=
de parameter v e c t o r voor a l t e r n a t i e f k
K
=
het aantal alternatieven
( i n deze b i j l a g e worden a l l e v e c t o r e n aangegeven door een s t r e e p j e boven de variabele)
Uit
(A/1)
kan eenvoudig worden a f g e l e i d dat
de
a l t e r n a t i e v e n k van p i ( k ) g e l i j k is aan 64n en
som dat
van de
pi(k)
pi(k)
over
tussen
de nu1
en 66n liggen. In het onderhavige geval vormen de werkende personen de waarnemingen en hun kenmerken de vector verklarende variabelen x Ieder beroep wordt i A weergegeven door een a l t e r n a t i e f De kansen p geven de kans weer d a t ik individu i gegeven z i j n kenmerken x werkzaam is i n beroep k . Het t o t a l e
.
.
i
a a n t a l mogelijke beroepen is K . In principe kunnen de parameters van Per
een
dergelijk
wordt een parameter vector B k
beroep
model worden geschat.
geschat.
De
lengte
van
deze
vectoren is g e l i j k aan het a a n t a l regressoren ( l e e f t i j d , g e s l a c h t , opleidingsniveau en 20 dummies voor o p l e i d i n g s r i c h t i n g ) . In ons geval zouden
b i j benadering 25 ( r e g r e s s o r e n ) x 320 (beroepen) = 8000
moeten worden geschat. In de p r a k t i j k is een model van
die
parameters
omvang
echter
n i e t t e schatten. Een multinomiale l o g i t model kan echter
eenvoudig
a a n t a l binomiale l o g i t modellen. In een binomiaal
worden g e s p l i t s t i n een model
zijn
Een d e r g e l i j k model kan dus s l e c h t s de
er
slechts
keuze
tussen
twee
alternatieven.
twee
beroepen beschrijven. Door echter 66n beroep a l s referentieberoep
nemen en voor a l l e overige K-1 beroepen de kans t e s c h a t t e n
dat
te
iemand i n
d a t beroep werkt op voorwaarde d a t h i j of z i j i n h e t referentieberoep of in het betreffende beroep werkt kan toch een binomiaal model Het multinomiale model v a l t dus u i t e e n
in
K-1
worden gebruikt.
voorwaardelijke kansen. Dat
deze voorwaardelijke kans wordt beschreven door een
binomiaal
l o g i t model
volgt u i t ( A / I 11 ) :
met: =
Yi
de waarde van de t e verklaren variabele voor waarneming i
Vergelijking onder
en
(A/2)
boven
vervangen door Y
de k
. De
is
n i e t g e i d e n t i f i c e e r d . D i t kan worden ingezien door
breukstreep
te
delen
door
exp(xtB
1
)
en B
LC
- B1 t e
resulterende v e r g e l i j king is we1 g e i d e n t i f iceerd.
Een nadeel van het l o g i t model ten opzichte van l i n e a i r e modellen i s d a t de parameterschatters
niet
als
een
e x p l i c i e t e f u n c t i e van de
data
kunnen
worden u i t g e d r u k t . D i t betekent d a t deze s c h a t t e r s s l e c h t s i t e r a t i e f kunnen worden
bepaald.
likelihood dat
de
De
techniek.
schatters deze
Bij
worden
afgeleid
techniek
op b a s i s van de
maximum
worden de parameters zo gekozen
waarde van de l i k e l i h o o d f u n c t i e maximaal is.
Hiertoe
moeten
de
afgeleiden van deze f u n c t i e naar de parameters n u 1 z i j n . Voor h e t binomiale l o g i t model u i t ( A / 2 ) z i j n deze afgeleiden:
waarin yik i s aan 1 a l s i werkzaam is i n beroep k en g e l i j k
is
aan
i werkzaam is i n beroep 1 en waarin p i k de voorwaardelijke
kans
0 als
u i t (A/2)
representeert. Wij
kunnen
nu eenvoudig een procedure a f l e i d e n
om
te
toetsen
of
twee
beroepen s i g n i f i c a n t v e r s c h i l l e n . Hiervoor s e l e c t e r e n w i j a l l e personen d i e in
beroep
of
1
beroep
k
werkzaam
z i j n . Met deze gegevens
binomiaal logitmodel geschat voor de voorwaardelijke beroep
kans
1 werkt op voorwaarde d a t h i j i n 1 of k werkt.
dat
Naast
verklarende variabelen wordt ook een constante i n h e t model ( A / 4 ) volgt d a t het gemiddelde
S t e l nu d a t geen van de persoonskenmerken
van
invloed
beroepen z i j n in d a t geval i d e n t i e k . In de l i m i e t dan
iemand de
een in
algemene
opgenomen. U i t
van de g e s c h a t t e kansen i n d a t geval g e l i j k
is aan de f r a c t i e personen i n de steekproef d i e in beroep
Yk
wordt
k
is
werkzaam
is.
op de kans. De
z i jn de schattingen voor
nul. Alleen de waarde van de constante term hoeft n i e t
gelijk
te
nul,
met
dus
als
z i j n aan n u l . De kans i s dus voor a l l e individuen g e l i j k . Verschilt
geen
uitzondering
van
van de
de
geschatte
constante
parameters s i g n i f i c a n t
van
term, dan kunnen beide beroepen
identiek worden beschouwd. D i t kan worden g e t o e t s t met
de l i k e l i h o o d r a t i o
t o e t s of daaraan verwante toetsgrootheden2)
.
In h e t vervolg
gaan
w ij hier
nader op i n .
3
Logit en h e t l i n e a i r e model nader beschouwd
Zoals gezegd moeten de parameters van h e t l o g i t
model l a n g s i t e r a t i e v e weg
worden g e s c h a t . A l s s l e c h t s enkele r e g r e s s i e s moeten worden dat
geen
probleem, aangezien programmatuur voor de
beschikbaar
is.
Voor
grote
aantallen
uitgevoerd
iteratieve
is
regressies
berekend
procedure
dit.
echter
t i j d r o v e n d . W i j z u l l e n e c h t e r l a t e n z i e n d a t de t o e t s g r o o t h e i d zonder gebruik t e maken van i t e r a t i e v e procedures,
is
kan en
te
worden
dat
deze
bovendien p r a k t i s c h i d e n t i e k is aan de t o e t s g r o o t h e i d i n een l i n e a i r model. Voor een model d a t is g e s c h a t met de maximum
likelihood
d r i e asymptotisch i d e n t i e k e methodes om een r e s t r i c t i e
techniek
bestaan
op de parameters t e
kunnen t o e t s e n . De l i k e l i h o o d r a t i o t o e t s is de bekendste van de d r i e , maar voor ons doe1 l i g t h e t meer voor de hand om gebruik t e maken
van
de t o e t s
van ~ a o : 3 )
Rao
=
- 6 l o g ~ l 6'logL
I-' 6 l o g ~ I
met: L
-
:
de waarde van de l i k e l i h o o d f u n c t i e
Y*
:
de parametervector onder de opgelegde r e s t r i c t i e
De
verticale
streep
bij
de
afgeleiden
geeft
weer
geevalueerd voor de g e r e s t r i c t e e r d e waarde van Y . Rao's e v e n a l s de l i k e l i h o o d r a t i o t o e t s
x2
dat
De tweede a f g e l e i d e van de l i k e l i h o o d is g e l i j k a a n : 4 )
worden
toetsgrootheid
verdeeld met evenveel
a l s r e g r e s s o r e n ( d e c o n s t a n t e term n i e t meegerekend).
deze
is
vrijheidsgraden
Onder
de
restrictie
-
-
Y
= Y*
zijn
de
kansen
p
i
voor
alle
i d e n t i e k e n , z o a l s i n de vorige paragraaf is aangetoond, g e l i j k
individuen
aan de s t e e k p r o e f f r a c t i e . In d a t geval worden gehaald. Door (A/6) en ( A / 4 )
- -'
1
Rao
voorspelde
=
p( 1 -p)
(y-PI) x ( X f X )
-1
kan p
i
i n (A/6) buiten h e t somteken
in (A151 t e s u b s t i t u e r e n o n t s t a a t
X'(y-PI)
(A171
met:
Het
subscript i
Aangezien g e l d t
-b i ij pI =
Xe,
is
weggelaten,
-
omdat p
onafhankelijk i s van i .
waarbij e de eenheidsvector is en de c o n s t a n t e de
e e r s t e kolom van X vormt, kan (A/7) worden herschreven a l s : 1
Rao met n =
=
1'1:
Zoals
p( 1 -p)
-
~ ' -y p2n
}
h e t a a n t a l waarnemingen
uit
drukken
-1
{~'x(x'x)
(A/8)
b l i j k t is de t o e t s g r o o t h e i d van
Rao
a l s f u n c t i e van de d a t a . D i t betekent d a t h e t
expliciet niet
nodig
uit
te
is
om
i t e r a t i e v e berekeningsmetho.den t o e t e passen. De t o e t s g r o o t h e i d kan e c h t e r ook langs andere weg worden a f g e l e i d . S t e l d a t wij
ondanks
de
bezwaren
tegen h e t l i n e a i r model d i t toch zouden
willen
gebrui ken :
met
8
=
de vector parameters volgens h e t l i n e a i r e model
u = de s t o r i n g s t e r m Een b l i k op Figuur A / 1 l e e r t d a t de s t o r i n g s t e r m v e r r e van normaal verdeeld
Ten
is.
en
= 0
i
eerste y
kan 1 .
=
i
hij Ten
maar twee waarden aannemen (corresponderend met tweede
is
de
--
verdeling
voor a l l e waarden xfB i
v e r s c h i l l e n d en i s de verwachting van u s l e c h t s b i j t o e v a l g e l i j k aan n u l .
Om de gevolgen van de n i e t n o r m a l i t e i t van de s t o r i n g e n u u i t (A/9) voor de
toetsprocedure t e a c h t e r h a l e n v e r g e l i j k e n w i j de t o e t s g r o o t h e i d die
voor
het
lineaire
model.
Hiervoor
bestaat
een
(A/8)
eenvoudige
met niet
asymptotische t o e t s , de bekende F t o e t s . In g r o t e steekproeven is e r e c h t e r geen bezwaar tegen om gebruik t e maken van de t o e t s e n d i e z i j n gebaseerd op de maximum l i k e l i h o o d techniek. Hiervoor nemen w i j
in
dit
geval
n i e t de
van Rao, z o a l s b i j h e t l o g i t model, maar de l i k e l i h o o d - r a t i o t o e t s
toets
( l r t ) . Beide grootheden
volgen
asymptotisch dezelfde verdeling. De t o e t s -
grootheid is g e l i j k aan twee maal h e t v e r s c h i l tussen de log l i k e l i h o o d van h e t g e r e s t r i c t e e r d e en h e t v o l l e d i g e model. De l i k e l i h o o d voor h e t l i n e a i r e model met normaal verdeelde s t o r i n g e n is:
met c ( n ) : een l o u t e r van n a f h a n k e l i j k e constante S
=
(yde
Als
x f f l f ( y - x f n : de som van de gekwadrateerde residuen gerestricteerde
ongerestricteerde
som,
som,
S* n i e t
te
veel
verschilt
S, kan de l i k e l i h o o d r a t i o t o e t s
van
worden
de
benaderd
als:
lrt
=
Aangezien
S* n log(-) S ook
= n
S* - S S*
b i j het l i n e a i r e model
de
gemiddelde
waarde
verklaren v a r i a b e l e g e l i j k is aan de gemiddelde waarde van h e t d e e l van deze v a r i a b e l e i s S* g e l i j k aan:
van
de
te
verklaarde
Voor S maken w i j gebruik van de bekende v e r g e l i j king:
s
=
yfy - y f x ( ~ f x ) - =~ n.p ~ f y-
~ ~ X ( X ~ X ) - ~ X ~ T
S u b s t i t u t i e van ( A / 1 2 ) en (A/13) in ( A / 1 1 ) g e e f t :
Onder
de
in
(A/1 1 )
gemaakte
benadering b l i j k t
de
beschreven i n (A/8) g e l i j k t e z i j n aan de likelihood voor
het
resultaat.
lineaire
model
met
normale
Rao
toetsgrootheid
ratio
toetsgrootheid
s t o r i n g e n . D i t i s een opmerkelijk
Voor h e t t o e t s e n van de hypothese d a t geen van
de
variabelen een s i g n i f i c a n t e invloed h e e f t op de kans om in het andere
beroep werkzaam t e z i j n maakt h e t n i e t u i t
of
een
verklarende ene
logit
of het of
een
l i n e a i r model wordt gebruikt. B l i j f t de vraag onder welke voorwaarden
de
in
(A/11)
gemaakte benadering
aanvaardbaar is. S*/S mag daarvoor n i e t veel g r o t e r z i j n dan d6n en dus mag log(S*/S)
niet
veel
groter
zijn
dan n u l . A l s w i j de t a b e l
van
de
x2
verdeling beschouwen, b l i j k t d a t a l l e e n de waarden van toetsgrootheid t o t 2
2 3 maal het a a n t a l vrijheidsgraden van belang z i j n 5 ) . Aangezien de toetsgrootheid h e t produkt log(S*/S) is.
is
is
van h e t a a n t a l waarnemingen en
de benadering beter naarmate h e t a a n t a l waarnemingen
De k r i t i s c h e waarde van de toetsgrootheid wordt dan
bereikt
lagere
waarde
van l o g ( S S / S ) . In Tabel A / 1 s t a a t de verhouding
juiste
en
benaderde
de
waarde
van
groter hij
tussen
de toetsgrootheid weergegeven
een de voor
verschillende waarden van de verhouding tussen h e t a a n t a l waarnemingen en het a a n t a l vrijheidsgraden. A l s h e t a a n t a l waarnemingen meer dan t i e n maal zo groot i s a l s het a a n t a l vrijheidsgraden dan i s de benadering acceptabel. D i t i s in d i t onderzoek a l t i j d h e t geval, zodat zonder bezwaar h e t l i n e a i r e
model kan worden toegepas t
.
Tabel A / 1
De verhouding tussen toetsgrootheid*
de
j u i s t e en de benaderde waarde van de
waarnemingen/vr i j he idsgraden
*
4
j u i s t /benaderde waarde
berekend voor het geval dat de j u i s t e waarde van de toetsgrootheid g e l i j k i s aan d r i e maal h e t a a n t a l v r i jheidsgraden
Hoe g e l i j k is g e l i j k ?
In de p r a k t i j k z i j n beroepen zelden exact
gelijk.
Er
wordt
per s l o t van
rekening n i e t voor n i e t s onderscheid gemaakt tussen d i e beroepen.
Als
vergelijkbare beroepen samenvoegen t o t 46n beroepsgroep d.oen w i j
dat n i e t
omdat
die
beroepen
exact
gelijk
z i j n , maar omdat de v e r s c h i l l e n
wij
klein
zij n . B i j het samenvoegen bleek a 1 snel
" n i e t t e veel verschillendv waarnemingen
zijn
de
van
dat
het
onderscheid tussen " g e l i j k " en
praktisch
belang i s . B i j g r o t e a a n t a l l e n
verschillen
tussen beroepen s n e l s i g n i f i c a n t .
Dit
betekende dat weinig beroepen kunnen worden samengevoegd. Het i s daarom noodzakelijk om het begrip vormen
tot
" n i e t t e veel v e r s c h i l l e n d n om t e
een s t a t i s t i s c h criterium om een z i n v o l l e beroepenindeling
kunnen o p s t e l l e n . Op het e e r s t e gezicht l i j k t het mogelijk door toets
het s i g n i f i c a n t i e c r i t e r i u m scherper t e s t e l l e n . op
ongelijkheid
worden
beroepen
eerder
d i t t e bereiken
Door als
te
een
niet
verschillende beschouwd en kunnen ze d u s worden samengevoegd
strengere significant
. Het
moet echter o n r e a l i s t i s c h l a a g worden g e s t e l d om een behoorlijke
c r i terium winst
in
termen van samen t e voegen beroepen t e boeken. Een
belangri jker
s i g n i f i c a n t ieniveau samenvoeging
van
bezwaar
is
tegen dat
beroepen,
een deze
eindeloze procedure
verscherping discrimineert
van
het
tegen
de
waarvoor veel waarnemingen beschikbaar
Zelfs r e l a t i e f kleine v e r s c h i l l e n tussen beroepen
kunnen
zijn.
i n dat geval met
g r o t e waarschijnlijkheid worden v a s t g e s t e l d . Voor kleine beroepen geldt het
omgekeerde:
z e l f s een groot v e r s c h i l tussen beroepen is
door
informatie n i e t s i g n i f i c a n t . Een hoog s i g n i f i c a n t i e n i v e a u snel -
tot
samenvoeging
van
kleine
beroepen
en
te
t e veel v e r s c h i l l e n d v t e
operationaliseren
tot
langzaam om
een
c r i t e r i u m en d a a r b i j een toetsgrootheid met bijbehorende
aan
daarom te
leidt
samenvoeging van g r o t e beroepen. Het is daarom noodzakelijk "niet
gebrek
tot
het begrip kwantitatief
verdeling
af
te
leiden. Tot nog t o e was h e t c r i t e r i u m voor samenvoeging
van twee beroepen h e t f e i t
dat de keuze daartussen l o u t e r van t o e v a l l i g e f a c t o r e n a f h a n k e l i j k was. D i t betekent
dat
de
kans om i n beroep 1 t e werken g e l i j k
voor
is
f e i t e l i j k werkzaam in beroep 1 en personen f e i t e l i j k werkzaam
personen
i n beroep 2
gemiddeld.
criterium
Dit
wordt
nu
ruimer
gesteld.
Het
verschil
gemiddelden hoeft n i e t g e l i j k t e z i j n aan n u l , maar
tussen
beide
k l e i n e r dan een zekere
waarde, zeg 6 . nieuwe
Dit
afgeleide
criterium
h e e f t gevolgen
gelijkwaardigheid
van
het
voor
de
in
l o g i t en h e t
belangrijke voorwaarde voor deze a f l e i d i n g is d a t
vorige
lineaire
paragraaf model.
Een
het
gerestricteerde
model de kansen voor a l l e individuen g e l i j k z i j n . Hierdoor
is h e t mogeli j k
om
i n ( A / 6 ) buiten het somteken t e halen. Onder h e t
pi
zijn
in
de
de
kansen
niet
nieuwe
meer voor i e d e r individu g e l i j k , alhoewel
gemiddelde v e r s c h i l een grens wordt g e s t e l d , namelijk 6 .
criterium aan
het
Desondanks zullen
w i j i n h e t vervolg uitgaan van de uitwisselbaarheid van h e t l i n e a i r e en h e t
logit
model.
Dit
is
weliswaar
niet
geheel
correct,
maar
gezien
de
begrenzing van het v e r s c h i l l i j k t d i t toch aanvaardbaar. B i j nadere beschouwing van h e t v e r s c h i l
dat d i t g e l i j k is aan R 2 van y i en p i :
tussen
de twee gemiddelden b l i j k t
( ~ o o rde a f l e i d i n g wordt gebruik gemaakt van Z i p i = z i y i = n.p) Normaal wordt RZ opgevat a l s een kenmerk van de steekproef. interpreteren w i j ieder
R2
e c h t e r a l s een kenmerk van het onderzochte
paar beroepen h e e f t , gegeven de verdeling van verklarende
over individuen per beroep, een werkelijke waarde voor waarde wordt in het vervolg aangeduid met Q.
Hier
proces: variabele
Deze werkelijke b a s i s van een
R?.
Op
r e p r e s e n t a t i e v e steekproef u i t de individuen werkzaam i n het ene en i n het andere beroep t o e t s e n w i j de hypothese dat Q kleiner of g e l i j k is aan 6. Kiezen w i j voor 6 de waarde nu1 dan z i j n uit
de
voorgaande
paragraaf:
slechts
is
Q
terug
wij
dan
b i j de toetsprocedure
nu1 a l s geen
van
de
verklarende variabelen buiten de constante van invloed is op de individuele kansen. De
toets
op de hypothese dat a l l e parameters
met
constante g e l i j k z i j n aan nu1 is daarom identiek aan
uitzondering
toets
voor
(de
bekend. De verdeling van R~ (de geschatte waarde voor
Q)
cramer6). De toetsgrootheid is dezelfde
geval
nulhypothese
<
= 0
is de toetsgrootheid
6 is de toetsgrootheid eveneens
niet
in
het
wordt genomen, a l l e e n de verdeling van deze
a f . Voor h e t geval Q Q
toets).
F
hypothese d a t Q kleiner is dan een bepaalde waarde als
centraal.
De n i e t c e n t r a l e
xZ
x2
x2
verdeeld,
maar
x2
is
De
minder
i s a f g e l e i d door
dat Q
= 0
grootheid
verdeeld.
als
wijkt
Voor het geval
deze
verdeling h e e f t twee
a a n t a l vrijheidsgraden (overeenkomstig de gewone
de
de t o e t s d a t Q g e l i j k
aan nul. De t o e t s voor deze hypothese i s standaard
is
van
verdeling
parameters,
is
het
verdeling) en de n i e t
c e n t r a l i t e i t s p a r a m e t e r $. Deze parameter is h e t kwadraat van de verwachting van de dus ook
x2
onderliggende normale verdeling. Als Q = 0 is deze verwachting en (I g e l i j k aan n u l . In dat geval is de verdeling g e l i j k aan de gewone
verdeling7). Voor de hypothese Q
<
6 is $ g e l i j k aan:
U i t (A/16) volgt d a t (I recht evenredig toeneemt
met
n. Hieruit b l i j k t het
v e r s c h i l tussen vergroting van het a a n t a l samenvoegbare beroepen
door
het
s i g n i f i c a n t i e c r i t e r i u m voor ongelijkheid t e verscherpen of door de acceptabele waarde voor Q t e verhogen. In het e e r s t e geval i s de aanpassing
onafhankelijk
van de steekproefomvang, i n h e t tweede geval
proefomvang we1 van i n v l o e d . B i j verhoging van de k r i t i s c h e wordt
niet
is
de
grens
steekvoor
g e d i s c r i m i n e e r d tegen de samenvoeging van g r o t e beroepen,
b i j de verscherping van h e t s i g n i f i c a n t i e c r i t e r i u m we1 g e b e u r t .
Q
wat
45
NOT EN
1 ) vergelijk vergelijking referentieberoep
(2/1 0)
uit
Hoofdstuk
2,
is
beroep
het
2) Amemiya (1985), pag. 1 41 3) Amemiya (1985), pag. 142
4) Amemiya ( 1985) ' pag. 273 5) voor minder dan 5 vrijheidsgraden ligt dit hoger 6) Cramer (1987) k
7) Stel x- N(u,1), dan is i=1 E x i2 - Xk2 (u,. 2 )·, k is het aantal vriJ·heidsgraden ,. en ~ de niet centraliteitsparameter. Als ~ gelijk is aan nul ontstaat de (gebruikelijke) centrale X2 verdeling. De verwachting van x2 (~ ) is 2
2
k(~ 2 + 1).
k
BIJLAGE B
1
GEBRUIKTE DATA EN VERKLARENDE VARIABELEN
De d a t a
Voor
de a n a l y s e hebben w i j g e b r u i k gemaakt van
( A K T ) 1981. De AKT is
een
tweejaarlijkse
de
ArbeidsKrachtenTell ing
e n q u s t e u i t g e v o e r d d o o r h e t CBS
o n d e r een s t e e k p r o e f u i t de g e h e l e Nederlandse b e v o l k i n g . steekproefomvang
In
1981
was de
5%. De SEO kan beschikken o v e r de e n q u s t e r e s u l t a t e n
voor
.
430.000 i n d i v i d u e n , d i e d o o r
he t CBS op computertape worden g e l e v e r d Voor d i t onderzoek is a l l e e n d e f r a c t i e met e e n b e t a a l d e baan van b e t e k e n i s . D i t z i j n b i j b e n a d e r i n g 150.000 p e r s o n e n . I n de a n a l y s e z i j n p e r s o n e n o u d e r dan
55 j a a r b u i t e n beschouwing g e l a t e n .
D i t i s gedaan omdat z i j hun o p l e i d i n g
lang
die
tijd
niet
goed
geleden
hebben g e n o t e n . S i n d s
is e r v e e l veranderd i n h e t onderwijssysteem,
vergelijkbaar
zijn
met
jongeren.
waardoor
De g r e n s van
a r b i t r a i r , maar b i j e e n nog l a g e r e g r e n s v e r d w i j n e n
de
ouderen
55
jaar
is
beroepen d i e l a t e r
i n d e c a r r i b r e worden u i t g e o e f e n d p r a k t i s c h g e h e e l u i t de s t e e k p r o e f . De a n a l y s e i s b e p e r k t t o t degenen d i e meer dan 1 5 uur p e r week werken.
2
Verklarende v a r i a b e l e n
Een o v e r z i c h t van de v a r i a b e l e n d i e z i j n g e b r u i k t voor d e v e r k l a r i n g van d e kans d a t iemand i n e e n b e p a a l d beroep w e r k t i s weergegeven i n O p l e i d i n g s r i c h t i n g en - n i v e a u z i j n a l s g e s c h e i d e n v a r i a b e l e n
Tabel B/1. opgenomen,
w a a r b i j o p l e i d i n g s n i v e a u a l s e e n o r d i n a l e v a r i a b e l e wordt beschouwd. Het i s e e n b e n a d e r i n g van h e t a a n t a l j a r e n o p l e i d i n g d a t d e
betrokkene
g e v o l g h e e f t v o l t o o i d . De i n d e l i n g is zodanig o p g e s t e l d ongeveer
correspondeert
met
drie
jaar
s t u d i e l 1.
dat
met
ieder
goed niveau
Opleidingsvariabelen
hebben b e t r e k k i n g op h e t h o o g s t b e h a a l d e diploma. L e e f t i j d i s opgenomen v a n u i t de g e d a c h t e in
iemands
d a t sommige beroepen v o o r a l l a t e r
c a r r i b r e voorkomen. D i t g e l d t b i j v o o r b e e l d t o e z i c h t h o u d e n d e beroepen. G e s l a c h t kan a l s v e r k l a r e n d e v a r i a b e l e n
voor
een
aantal
zowel v a n u i t d e vraag- a l s aanbod-
zijde
van
geredeneerd
de
arbeidsmarkt
geldt
dat
worden
beargumenteerd.
Vanuit de vraagzijde
werkgevers i n sommige gevallen
mannen
prefereren
boven vrouwen omdat voor h e t t e v e r r i chten werk veel lichaamskracht v e r e i s t is
en
van mannen verwacht wordt dat z i j daarover beschikken.
Ook
spelen
andere argumenten een r o l , zoals r e p r e s e n t a t i v i t e i t en werksfeer. Vanuit h e t aanbod geredeneerd nemen vrouwen op d i t moment v e e l a l een g r o t e r d e e l van de opvoeding van kinderen voor hun rekening werken
dan
mannen.
daarom meer i n d e e l t i j d . D i t h e e f t gevolgen voor hun
aangezien i n sommige beroepen deeltijdwerk g e b r u i k e l i j k e r (bijvoorbeeld schoonmaakwerk,
winkelpersoneel).
Om
dit
Vrouwen
beroepskeuze,
i s dan i n andere
effect
op
de
beroepskeuze van vrouwen t e verwerken i s voor vrouwen ook de dummyvariabele "kinder enu opgenomen
.
Tabel B/1
Verklarende variabelen i n de r e g r e s s i e analyse
l e e f t i j d (15 t / m 40) geslacht voor vrouwen: den of meer kinderen jonger dan 1 1 opleidingsniveau ( 1 t / m 6 ; conform h e t e e r s t e d i g i t S.O.I.*) - minder dan basisonderwijs - bas isonderwi j s - middelbaar, l e t r a p - middelbaar, 2e t r a p - hoger - universi t a i r dummies voor opleidingsrichtingen (tweede en af kor t ing ) - algemeen - onderwijs - humaniora ( t a l e n , geschiedenis) - theologie - agrarisch - w i s - en natuurkunde - technisch - technisch met economisch - transport/communicatie - t r a n s p o r t e t c . met technisch - t r a n s p o r t e t c . met economisch - medisch - medisch met w i s - en natuurkunde - economisch en a d m i n i s t r a t i e f - j u r i d i s c h en b e s t u u r l i j k - sociaal-cultureel - persoonli j ke s o c i a l e verzorging - p e r s . /soc.verzorging met economisch - kunst - orde en v e i l i g h e i d z i e CBS (1981 Bron: SEO
derde
digit
S.O. I. *;
00 /O 1
05/06 10/11
15/16 21 -29
30131 35/36/39 38 40/41/49 42 43/44 50/51/53/54/59 52 60-64 65/66 70171 80/81/84 83 85/86 91
alg ond hum the0 agra wsna tech t eco tr sp trte treco med medte eco j ur socu pers peco kuns t orde
BIJLAGE C
In
SAMENVOEGINGSPROCEDURES
en
Hoofdstuk 2
Bijlage A z i j n h e t
theoretisch
uitgangspunt
econometrisch c r i t e r i u m voor samenvoeging u i t e e n g e z e t .
Bij
de
en
het
toepassing
van deze methode d i e n t zich e c h t e r een a a n t a l p r a k t i s c h e moei l i j kheden aan. Deze komen i n deze b i j l a g e aan de orde.
1
A p r i o r i samenvoeging zeer k l e i n e beroepen
In beginsel worden i n de AKT 320 beroepen onderscheiden corresponderend met de
eerste
drie
digits
van
de
C l a s s i f i c a t i o n of Occupation). In
ISCO de
indeling praktijk
( I n t e r n a t i o n a l Standard b l i j k t een belangri j k d e e l
van deze beroepen n i e t of nauwelijks voor t e komen. D i t maakt de toepassing van
de
door
ons voorgestelde samenvoegingsmethode onmogelijk,
aangezien
daarvoor informatie over de beoefenaren van een beroep noodzakelijk is. Om deze reden z i j n de zeer k l e i n e beroepen
a
priori
samengevoegd dan we1
gevoegd b i j g r o t e r e beroepen. Uitgangspunt b i j deze samenvoeging was dat e r minstens 100 personen i n de AKT 81 moeten z i j n d i e een
beroep
uitoefenen,
wat correspondeert met ongeveer 3000 personen i n het h e l e land. B i j de samenvoeging van de k l e i n e beroepen z i j n d r i e c r i t e r i a gehanteerd. Het e e r s t e c r i t e r i u m i s ontleend aan naar
7
functieniveaus.
beschi kbaar l )
.
B ij
de
Deze
de
indeling
indeling
samenvoeging
van
was kleine
van
a l l e ISCO beroepen
uit
een
beroepen
andere z i jn
bron zoveel
mogeli j k beroepen van g e l i j k funct ieniveau samengevoegd. Het tweede c r i t e r i u m h e e f t betrekking
op
de ISCO code z e l f . Waar mogelijk
is geprobeerd om a l l e e n beroepen met h e t z e l f d e e e r s t e en tweede d i g i t samen t e voegen.
Ten
slotte
van
beroepen.
Dit
laatste
c r i t e r i u m was vooral van belang a l s de e e r s t e twee bevredigende indeling leidden.
criteria
niet
t o t een
is
gekeken naar de omschrijving
Doordat conform het e e r s t e c r i t e r i u m
slechts
beroepen met g e l i j k f u n c t i e -
niveau z i j n samengevoegd was h e t mogelijk ook aan de samengevoegde beroepen een
functieniveau t o e t e kennen. Zoals l a t e r z a l worden
toegelicht
heeft
d i t niveau i n de verdere procedure een belangrijke r o l gespeeld,
Het
niet
is
hetzelfde
vanzelfsprekend
dat
zelfstandigen
en
loontrekkenden
beroep ook daadwerkelijk dezelfde werkzaamheden
uitvoeren.
z e l f s t a n d i g e kapper i s eigenaar van een zaak en dus ondernemer. is
ook
andere
verantwoordelijk
voor de a d m i n i s t r a t i e en d e r g e l i j k e .
e i s e n aan z i j n of haar k w a l i f i c a t i e dan i n
l o u t e r kapt en s c h e e r t . Om deze reden z i j n zelfstandigen beschouwd2).
het
geval
en loontrekkenden
B i j de samenvoeging van kleine beroepen
gehandhaafd. Aangezien de zelfstandigen t e n opzichte
per is
van
met Een
H i j of z i j
Dit
stelt
dat
iemand
beroep
apart
dit
onderscheid
de loontrekkende
afwijkend over de beroepen z i j n verdeeld, is de indeling
van zelfstandigen
anders
het
dan
mogelijk
van loontrekkenden. Voor zelfstandigen
om
onderscheid
te
was
maken tussen soorten winkeliers.
bijvoorbeeld Bij
loon-
trekkenden z i j n deze e c h t e r a l l e n samengevoegd t o t 44n beroep. Na samenvoeging r e s t e e r d e n 223 beroepen.
Tabel C / 1 g e e f t een overzicht van
de verdeling van beroepen over 7 functieniveaus en over loontrekkend versus zelfstandig. Tabel C / 1
Aantallen beroepen per functieniveau na a p r i o r i samenvoeging a a n t a l beroepen
f unct ieniveau
totaal Bron : SEO
loontrekkend
zelfstandig
totaal
2
Het gebruik van het econometrisch criterium van samenvoeging
Op de 223 beroepen d i e na samenvoeging van
verkregen
kan
in
principe
het
in
de
zeer
Hoofdstuk 2
kleine
beroepen z i j n
en Bijlage A beschreven
econometrisch criterium worden toegepast. Een volledige toepassing van criterium zou vereisen dat voor ieder paar beroepen een r e g r e s s i e wordt uitgevoerd om t e toetsen of Q beneden een t e kiezen k r i t i s c h e In
het
t o t a a l moeten daarvoor 223 x (223-1)/2
=
waarde l i g t .
24753 r e g r e s s i e s
worden
uitgevoerd. D i t l e g t een t e groot beslag leggen op zowel r e k e n t i j d de t i j d d i e nodig is voor de i n t e r p r e t a t i e van de uitkomsten. Daarom is gezocht naar een weg om het
aantal
regressies
e e r s t e methode om de omvang van de berekeningen binnen
als
op
t e beperken. Een
de perken t e houden
i s beperking van h e t a a n t a l waarnemingen. Voor a l l e beroepen
de
is
helft
van de beschikbare waarnemingen gebruikt. Daarnaast
is gebruik gemaakt van de
niveaus.
Wij
hebben
verondersteld
beschikbare dat
indeling
naar
beroepen van zeer
functie-
uiteenlopende
functieniveaus nooit kunnen worden samengevoegd en dat voor d i e combinaties van beroepen dus geen r e g r e s s i e s hoeven worden uitgevoerd. Figuur C / 1 g e e f t weer
voor
welke
combinaties
van
functieniveaus
de mogelijkheid
samenvoeging van beroepen is toegelaten. Een beroep kan i n worden kunnen
principe a l l e e n
samengevoegd met een beroep op ddn functieniveau hoger
Voor het hoogste en het l a a g s t e functieniveau ook
met
beroepen
f unct ieniveau worden
of
Door deze beperking
r e g r e s s i e s t o t de h e l f t worden teruggebracht
lager.
geldt een uitzondering. Deze
op het twee na hoogste r e s p e c t i e v e l i j k
samengevoegd.
van
.
kan
laagste
het
aan t a l
is beschreven bleek b i j toepassing van het samenvoegingscriterium dat op de l a a g s t e functienveaus beroepen veel eerder samengevoegd konden worden dan op de hogere funct ieniveaus. Aangezien d i t Zoals
tot
in
Hoofdstuk 3
een onwerkbare beroepsgroepenindeling l e i d t - veel en kleine
groepen op de hogere niveaus, weinig en grote beroepsgroepen
op de lagere
niveaus - hebben w i j voor de verschillende niveaus ui teenlopende waarden deels
gekozen. De funct ieniveaus z i jn daartoe ingedeeld i n overlappende
weergegeven.
blokken.
Deze
z i j n in Figuur C / 1
met
beroepsk r i t ische
drie
elkaar
vette
lijnen
Voor het onderste blok (functieniveau 1, 2 en 3) i s a l s grens
54
Figuur C/1
Aantallen regressies per combinatie van functieni veaus
fupctieniveeu
3
2
7
5
5
4
1 2
3 4 5
6 7
r:::::::::
DID
...
6=0.15 Ei] :.·.: :.·.: :.·-: :.·-: 6=0.20
~ geen regressie uitgevoerd
Bron: SEO
waarde
voor
Q (6
uit
(niveau 3, 4 en 5) 0,15 Per
blok
is
vervolgens
Bijlage A) 0,10 gekozen, voor het middelste
blok
en voor het bovenste blok (niveau 5, 6 en 7) 0,20. nagegaan
in
hoeverre
beroepen
konden
worden
samengevoegd. Zoals uit Figuur C/1 blijkt zijn voor een deel
van het middelste blok geen
regressies uitgevoerd, namelijk voor de combinatie van functieniveau
3
en
5. Hiervoor is verondersteld dat zij met kans nul voldoen aan de voorwaarde voor samenvoeging. De beroepen in de functieniveaus 3
en
Dit kan tot tegenspraken leiden, indien
5 worden in twee blokken beschouwd. een
beroep
zowel in het ene blok
als in het andere blok met andere beroepen kan worden samengevoegd. Meestal
bleek h e t e c h t e r eenvoudig om op grond van de r e g r e s s i e r e s u l t a t e n
vast
te
s t e l l e n welke samenvoeging de voorkeur verdiende.
is
Voor de bloksgewijze samenvoeging van beroepen aantal
computerprogramma's
gebruik gemaakt van een
d i e de beroepen binnen
Vergeli jkbare beroepen worden zoveel mogelij k
e.en
naas t
beroepen d i e met weinig andere beroepen samenhangen beroepen
die
met
veel
blok
elkaar
herordenen. geplaatst
worden
en
gescheiden van
andere samenhangen. B i j de samenvoeging
tot
een
beroepsgroep gelden twee uitgangspunten: 1 ) zo
v e e l mogelijk i n t e r n e
binnen
de
beroepsgroep
samenhang:
iedere
combinatie
hangt met e l k a a r samen ( d . w . 2 .
van
beroepen
Q
i s met g r o t e
de
beroepsgroep
w a a r s c h i j n l i j k h e i d k l e i n e r dan 6) ; 2 ) zo
min mogelijk e x t e r n e samenhang:
beroepen
binnen
hangen weinig met beroepen bui t e n de beroepsgroep samen. Er b e s t a a t een afweging t u s s e n i n t e r n e en e x t e r n e samenhang: a l s de e x t e r n e
samenhang van een s t e l beroepen l a a g i s , dan i s d a t een e x t r a argument voor samenvoeging.
In
dat
geval
worden l a g e r e e i s e n g e s t e l d aan
de
interne
samenhang. Het omgekeerde g e v a l , een hoge e x t e r n e samenhang en vandaar hoge e i s e n aan de i n t e r n e samenhang, komt ook voor. De procedure voor samenvoeging i s n i e t geheel g e f o r m a l i s e e r d . In een a a n t a l gevallen moesten knopen worden doorgehakt zonder d a t konden
worden
omschrijving eenduidige
toegepast.
Soms
is
daarbij
daarbij
gebruik
gemaakt
van de beroepen: a l s op grond van r e g r e s s i e indeling
kon
worden
gemaakt
zijn
van
de
resultaten
geen
mogelijk
qua
zoveel
omschrijving v e r g e l i j k b a r e beroepen samengenomen. D i t i s
vaste regels
met
name gebeurd
b i j de t e c h n i s c h e beroepen i n h e t o n d e r s t e blok (niveau 1 , 2 en 3 ) .
NOTEN
1 ) Een i n d e l i n g van d e 4 d i g i t beroepen n a a r 7 f u n c t i e n i v e a u s is gegeven i n Conen e n Huygen ( 1983) M. Koopmanschap h e e f t d e z e i n d e l i n g omgewerkt n a a r e e n i n d e l i n g van d e 3 d i g i t beroepen.
.
2) Meewerkende g e z i n s l e d e n z i j n b i j z e l f s t a n d i g e n g e r e k e n d .
BIJLAGE D
BEROEPSGROEPEN EN BIJBEHORENDE ISCO CODES
-
beroepsgroep*
ISCO codes**
Agrar ische l a g e r e agrarische beroepen z / l l a g e r e agrarische beroepen z l e i d i n g . agrarische beroepen z / l
620-29 loon 624-29 z e l f 620-23 z e l f 600-19 630-31 loon 600-19 630-31 z e l f
Technische l a d e r s , i n p a k . ,samenstel.app. e.d. bos-,weg-,reinig.arb.,chauffeurs produkt iepersoneel
graf ische beroepen elektrotechnici e,d. produktiepersoneel z , fotografen 1 leidinggevend produkt iepersoneel middelbaar t e c h n i c i b e d r i j f s l e i d e r s e.d. hogere t e c h n i c i z / l
753-55 846 853 970-71 loon 632-99 975-79 985-92 loon 710-43 746-49 770-89 ex.773 en 776, 81 2-17 81 9 834-39 890-919 942-49 993-99 loon 872 932-39 950-59 ex.954 en 958 loon 750-52 756-69 790-93 796-809 loon 773 776 loon 847-49 960-69 972-74 loon 744-45 81 0-11 81 8 820-33 840-41 843-45 870-89 ex.872 930-31 940-41 954 958 loon 842 920-29 loon 850-69 ex.853 loon 700-959 z e l f 1 63-69 loon 700-09 loon 32-39 43-49 loon 28 21 3-21 4 460-61 loon 20-31 ex.28 loon 1-59 ex.42 80-89 z e l f
Transport v i s s e r s z , matrozen, t r e i n b e s t u u r . leidinggevend transportpersoneel scheepsoffic.,loodsen,vliegers z / l
980-84 loon 632-99 z e l f 350-59 loon 40-42 loon 42 z e l f
bouwvakarbe ider s leer-/textielproduktiepersoneel bakkers, s l a g e r s controleurs/bestuurders machines produkt ievakpersoneel
Commercieel w i n k e l b e d i e n d e n , ~.admin. ~ functies winkelbedienden, kelners e . d , z horeca bedri j f s l e i d e r s z / l chauffeurs e.d. z winkeliers z kappers z d i r e c t e u r e n , bedrijfshoofd e.d. z / l Administratief administratieve funct i e s z boekhouders e.d. s e c r e t a r e s s e n , t y p i s t e s e.d. middelbaar econ./adm.personeel z / l com put e r p r ogr amme u r s
396-99 480-81 loon 480-99 520-49 580-99 z e l f 500-29 loon 500-19 z e l f 960-99 z e l f 430-451 z e l f 570-79 z e l f 210-12 400-29 452-59 loon 200-99 400-29 z e l f 300-99 z e l f 330-39 393 472 loon 320-29 340-41 380-89 394 loon 300-09 392 430-51 462-79 ex.472 loon 452-79 z e l f 84-89 342-49 loon
(vervolg) beroepsgroep *
I S C O codes**
Verzorgend huishoudelijk personeel ko k s post/rnagazijn/veilig.pers. z / l
o v e r i ge v e r z o r g e n d e beroepen bibliotheek personeel p o l i t i e - en b r a n d w e e r p e r s o n e e l maatsch./personeelwerk.,bibliothec.
532-41 55-2-69 794-95 l o o n 530-31 l o o n 360-79 390-91 482-99 550-51 583-89 592 594-99 l o o n 550-69 z e l f 542-49 570-79 l o o n 395 l o o n 580-82 l o o n 190-94 ex.192 l o o n
Medisch rnedische v e r z o r g e n d e beroepen apothekersassistenten verpleegkundigen ( g e d i p l ) rnedische a n a l i s t e n , o p t i c i e n s o v . rned. f u n c t i e s 1 , f y s i o t h . z / l d i v e r s e medische f u n c t i e s z geneesk., tandheelk. ,apoth. z / l
72 74 590-93 ex.592 l o o n 68 l o o n 70-71 l o o n 54-59 75-78 e x . 7 6 l o o n 64-66 69 73 76 79 l o o n 76 z e l f 64-79 ex.67 e n 76 z e l f 60-63 67 l o o n 60-63 67 z e l f
Onderwi js k l e u t eronderwi j s onderwi j z e r s (hoof d l l e e r k r a c h t e n
135-38 l o o n 133-34 l o o n 130-32 139 l o o n
Wetenschap reclameont.,artiesten,sporters z / l s c h e i - / n a t u u r kundig a n a l i s t e n hoge l e i d i n g - f u n c t i e s , j o u r n a l i s t e n v e r t a l e r s z / l , div.vakspec. z a c c o u n t . , hoge ambt ,e c o n o . , jur z / l econornen , w i s kundi gen h o g e r e landbouwkundi gen kerkelijke functies s o c i a l e wetenschappers juristen schei-/natuurkundigen ,biologen
160-62 170-89 l o o n 160-89 z e l f 14-19 l o o n 150-59 196-99 21 5-99 l o o n 195 l o o n 130-59 190-99 z e l f 110-19 200-09 31 0-19 l o o n 90-129 z e l f 80-83 90-1 09 l o o n 53 l o o n 140-49 l o o n 192 l o o n 120-29 l o o n 1-1 3 50-52 l o o n
.
.
.
Bron: SEO
*
**
z
z e l f s t a n d i g e n , z / l = z e l f s t a n d i g e n en l o o n d i e n s t ( i n d i e n n i e t s is aangegeven is i e d e r e e n i n l o o n d i e n s t ) I n t e r n a t i o n a l S t a n d a r d C l a s s i f i c a t i o n o f O c c u p a t i o n s , z i e AKT =
EEN I N D E L I N G CONFORM DE ZEVEN BEROEPSSECTOREN V A N HET C B S ~ )
BIJLAGE E
In
de
door
h e t CBS g e h a n t e e r d e ISCO-beroepenclassificatie
worden
zeven
beroepssectoren onderscheiden naar h e t
6 6 r s t e d i g i t van de ISCO-code. B i j de e m p i r i s c h e a f b a k e n i n g van beroepsdeelrnarkten - z o a l s weergegeven i n
b i j l a g e D - z i j n soms beroepen u i t v e r s c h i l l e n d e b e r o e p s s e c t o r e n gevoegd t o t 66n b e r o e p s g r o e p
sarnen-
.
In
de
praktijk
b l i j k t e r behoefte t e
bestaan
aan
een
o p econornische
c r i t e r i a g e b a s e e r d e b e r o e p s g r o e p e n i n d e l i n g welke i s t e r u g t e voeren
op h e t
6 6 r s t e d i g i t van de I S C O - c l a s s i f i c a t i e . De e m p i r i s c h e a f b a k e n i n g u i t B i j l a g e D gewijzigd
om
tot
rnoest
op
e e n a a n t a l punten worden
een z e v e n - s e c t o r e n b e r o e p s g r o e p e n i n d e l i n g
te
komen2).
De nieuwe i n d e l i n g i s t o t s t a n d gekomen door o p s p l i t s i n g van beroepsgroepen waarin de
meerdere b e r o e p s s e c t o r e n waren vertegenwoordi gd
. Verschillende
o n t s t a n e d e e l b e r o e p s g r o e p e n en beroepen konden v e r v o l g e n s
worden b i j beroepsgroepen u i t d e z e l f d e s e c t o r . D i t i s gedaan de
beschi kbare
beschreven geleid,
maken,
Bijlage C ) .
rnaatstaven In
en De
is
dus
op
grond van
sornmige g e v a l l e n h e e f t
opsplitsing
ernpirische
grond van economische c r i t e r i a goed z i j n
zoals ertoe
samenhang sarnen
te
e n i g e r e d e n om t o c h o n d e r s c h e i d t u s s e n deze beroepsgroepen
te
het
verschillende
op
heringedeeld
(de regressieresultaten
d a t d e nieuw v e r k r e g e n beroepsgroepen g r o t e
vertonen, voegen.
in
empirische
van
feit
d a t ze v o l g e n s de 6 6 r s t e d i g i t van de
beroepssectoren
zijn
ingedeeld.
Dit
geldt
ISCO-code voor
in
(tussen
h a a k j e s de b e r o e p s s e c t o r :
- b e d r i j f s k u n d i g e n ( w e t e n s c h a p p e l i j k ) en b e d r i j f s l e i d e r s ( l e i d i n g g e v e n d ) ;
-
hoge leidinggevende (administratief);
funct i e s
(leidinggevend)
en
hoof darnbtenaren
- d i s t r i but i e p e r s o n e e l / c o n d u c t e u r s (adrnini s t r a t i e f ) e n v e i l i g h e i d s p e r s o n e e l e.d. (dienstverlenend).
1 ) Deze i n d e l i n g i s o p g e s t e l d d o o r R . Belderbos 2 ) I n f e i t e is e r s p r a k e van 8 s e c t o r e n , rnaar d e a c h t s t e s e c t o r ( b e r o e p s m i l i t a i r e n ) v a l t b u i t e n deze beschouwing.
D a a r n a a s t z i j n i n de nieuwe i n d e l i n g indeling
uit
Bijlage D
nog
e n k e l e beroepsgroepen d i e b i j de
een z e e r k l e i n e omvang h e b b e n ,
b e r o e p s g r o e p e n waarmee e e n goede e m p i r i s c h e samenhang indeling
uit
Bijlage D
gemaakte
onderscheid
samengevoegd
bestaat.
is h e t g e v o l g
Het van
met i n de
kleine
v e r s c h i l l e n i n o p l e i d i n g s r i c h t i n g . Het g a a t om de volgende g e v a l l e n ( t u s s e n h a a k j e s d e nieuwe b e r o e p s g r o e p )
:
- b i b l i o t h e e k p e r s o n e e l en s e c r e t a r e s s e n , t y p i s t e s e . d .
(secretaressen,
typistes)
-
apothekersassistenten
en
verpleegkundigen
gedipl.
(verpleegkundigen
( z ) en
medische
functies, fysio-
gedipl. ) ; - diverse
medische
functies
overige
t h e r a p e u t e n ( d i v e r s e medische f unct i e s ) ;
- k e r k e l i j k e f u n c t i e s en s o c i a l e w e t e n s c h a p p e r s ( s o c i a l e w e t e n s c h a p p e r s ) ; - hogere
landbouwkundigen en s c h e i - en n a t u u r k u n d i g e n , b i o l o g e n ( s c h e i - en
n a t u u r kundigen , b i o l o g e n )
.
De o n d e r s t a a n d e z e v e n - s e c t o r e n b e r o e p s g r o e p e n i n d e l i n g , door
bovenstaande
empirie,
maar
hant eerbaar
.
w i j z i g i n g e n e e n i e t s minder goede is
bij
arbeidsmarktonderzoek
in
ten
slotte,
aansluiting de
praktijk
heeft bij
de
beter
61
beroepsgroep* naar sector
ISCO codes**
wetenschappelijk (0 en 1)*** schei-/natuurkundigen, biologen schei- en natuurkundige analisten hogere technici 1/z bedri j fskundi gen middelbare technici scheepsoffic. loodsen, vliegers 1/z medische analisten, opticiens artsen en apothekers 1/z diverse medische functies 1/z
1-13 50-52 53 loon 14-19 loon 20-31 ex.28 loon 1-59 ex.42 80-89 zelf 28 32-39 43-49 163-69 40-42 loon 42 zelf 54-59 75-78 ex.76 loon 60-63 67 loon 60-63 67 zelf 64-66 69 73 76 79 loon 64-79 ex.67 zelf verpleegkundigen (gedipl.) 68 70-71 loon medisch verzorgende beroepen 72 74 loon economen, wiskund., informatici 1/z 80-119 loon 90-129 zelf juristen 120-129 loon leerkrachten 130-32 139 loon onderwi j zers 133-34 loon kleuteronderwijzers 135-38 loon sociale wetenschappers 140-4 9 1 92 loon 150-59 195-99 loon 130-59 150-99 zelf vertalers, journalisten 1/z reclameont. artiesten, sporters 1/z 160-62 170-89 loon 160-89 zelf maatsch./personeelswerk, bibliothec. 190-194 ex.192 loon Leidinggevend (2) hoge leidinggevende functies z/1 bedr i jfsl eiders
200-12 215-99 loon 200-99 zelf 21 3-1 4 loon
Administratief (3) leidinggev. administratief personeel hoofdambtenaren secretaressen, typistes boekhouders e .d. leidinggev. transportpersoneel distributiepersoneel, conducteurs administratieve functies z
300-09 342-49 392 loon 310-319 loon 320-29 340-41 380-89 394 395 loon 330-39 393 396-99 loon 350-59 loon 360-79 390-91 loon 300-99 zelf
Commerc.eel (4) leidinggev. commerciele functies z/1 middelb. econ./adm. personeel z/1 wi nkel bedi en den winkelbedienden(meew. gezinsled.) z winkeliers z
400-29 430-51 480-99 480-99 430-51
452-59 loon 400-29 zelf 460-79 loon 452-79 zelf loon zelf zelf
(vervolg) beroepsgroep* naar s e c t o r
ISCO codes**
Dienstverlenend ( 5 ) horeca b e d r i j f s l e i d e r s z / l ko k s huishoudel i j k p e r s o n e e l over i ge verzorgende beroepen veiligheidspersoneel e.d. z / l p o l i t i e - en brandweerpersoneel kappers z
500-29 530-31 532-41 542-49 550-51 zelf 580-82 570-79
Agrarisch ( 6 ) l e i d i n g g e v . a g r a r i sche beroepen z / l l a g e r e agr beroepen, v i s s e r s z/l l a g e r e agr .ber (meew . g e z i n s l ) z
600-19 630-31 loon 600-19 630-31 z e l f 620-29 632-99 loon 624-29 632-99 z e l f 620-23 z e l f
.
.
.
T e c h n i s c h / i n d u s t r i e e l ( 7 , 8 en 9 ) leidinggevend produkt i e p e r s o n e e l produkt i e p e r s o n e e l produkt ievakpersoneel l e e r - en t e x t i e l a r b e i d e r s l a d e r s , i n p a k k e r s , samen3t.app.e.d. bakkers, s l a g e r s g r a f i s c h e beroepen c o n t r o l e u r s / b e s t u u r d e r s machines electrotechnici bouwvakar b e i d e r s weg-, r e i n i g . a r b . , c h a u f f e u r s rnatrozen, t r e i n b e s t u u r d e r s produkt i e p e r s o n e e l z chauffeurs e.d. z
l o o n 500-49 580-99 z e l f loon 552-69 loon 570-79 590-93 ex.592 loon 583-89 592 594-99 loon 550-69 zelf
700-09 loon 710-43 746-49 770-89 ex.773 en 776 81 2-1 7 81 9 834-39 890-91 9 942-49 993-99 l o o n 744-45 810-11 818 820-33 840-41 843-45 870-89 ex.872 930-31 940-41 954 958 1oon 750-52 756-69 790-809 l o o n 753-55 846 853 970-71 l o o n 773-776 loon 842 920-29 loon 847-49 960-69 972-74 loon 850-69 ex.853 loon 872 932-39 950-59 ex.954 en 958 loon 975-79 985-92 loon 980-84 loon 700-959 z e l f 960-999 z e l f
Bron: SEO
* **
***
z = zelfstandigen/meewerkende g e z i n s l e d e n l / z = zelfstandigen/meewerkende g e z i n s l e d e n en l o o n d i e n s t ( i n d i e n n i e t s is aangegeven is i e d e r e e n i n l o o n d i e n s t I n t e r n a t i o n a l Standard C l a s s i f i c a t i o n of Occupations, z i e CBS (1984) t u s s e n haakjes s t a a n de e e r s t e d i g i t s van de ISCO code voor de betreffende sector
L I T E RATUUR
Amemiya, T. ( 1 985 ) Advanced econometrics, Basi 1 Blackwell Werkgroep ANTOS (1984) De arbeidsmarkt n a a r s e c t o r , beroep en o p l e i d i n g , 1983-1988, M i n i s t e r i e van S o c i a l e Zaken en Werkgelegenheid, Is-Gravenhage Bakker , B. F.M. ( 1987) Onderwi js en de kans op werkloosheid, paper voor de Onderwijs Research Dagen (bundel v e r s c h i j n t b i n n e n k o r t ) C e n t r a a l Bureau voor de S t a t i s t i e k SOI-1978, Voorburg
( 1981 )
, Standaard onderwi j s i n d e l i n g
C e n t r a a l Bureau voor de S t a t i s t i e k ( 1 9 8 4 ) , ~ e r o e ~ e n c l a s s i f i c ~ 1984, tie Voor burg C l a r k , J.M. (1961) Competition a s a dynamic p r o c e s s , Washington D . C . Conen, G. en F. Huygen (1983) Functieniveautypering van beroepen i n 1977 Cramer, J.S. (1987) Mean and v a r i a n c e o f R' i n small and moderate samples, i n : J o u r n a l o f Econometrics ( v e r s c h i j n t b i n n e n k o r t ) G r a v e l l e , H. en R . Rees (1981) Microeconomics, London Hartog, J . , H. van Ophem, G . Pfann (1985) A l l o c a t i e en b e l o n i n g , OSA wer kdocument nr 1 1 , Is-Gravenhage Jong, H.W. de (1981) Dynarnische m a r k t t h e o r i e , Leiden Lucas, R . E . B . (1972) Working Conditions, Wage-Rates and Human C a p i t a l : A Hedonic Study, Ph.D. d i s s e r t a t i o n , M . I. T. Lucas, R. E. B. (1977) tlHedonic Wages and Psychic Wages i n t h e Return t o S c h o o l i n g u , i n : American Economic Review, 67 ( 4 ) p . 549-558 M i n i s t e r i e van S o c i a l e Zaken en Wer kgelegenheid ( 1984, 1985) , Rapportage arbeidsmarkt 1984/1985, M i n i s t e r i e van S o c i a l e Zaken en Werkgelegenheid, ' s-Gravenhage Needham, D. (1969) Economic Analysis and I n d u s t r i a l S t r u c t u r e , London N E I ( 1 986) Een verkenning van de arbeidsmarkt n a a r beroep en o p l e i d i n g t o t 1990, OSA werkdocument n r W 17
S i n g e r , E.M.
(1968) A n t i - t r u s t Economics, Princeton
Teulings , C . N. , C . C . Koopmans, M . A. Koopmanschap en L. Vedder , Herverdeling van Arbeid en S o c i a l e Zekerheid, M i n i s t e r i e van S o c i a l e Zaken en Werkgelegenheid, COSZ no 13, Is-Gravenhage
64
Westerlaak, J.M. (1971) Beroepskenmerken en sociale milieu's, ITS Nijmegen