Stichting VCO Harderwijk. Jaarverslag Christelijk basisonderwijs in Harderwijk

Stichting VCO Harderwijk

Jaarverslag 2013-2014 Christelijk basisonderwijs in Harderwijk

e

Inhoudsopgave Inleiding Opdracht en visie van de Stichting VCO Organisatie Stichtingsbeleid Onderwijsbeleid Identiteitsbeleid Personeelsbeleid Financieel- en beheersbeleid Huisvesting Communicatiebeleid Kwaliteitsbeleid Beleidsvoornemens en toekomst Kwantitatieve gegevens personeel en leerlingenaantallen Bestuur GMR

3 4 6 7 8 12 13 19 22 23 24 26 27 30 31

VCO jaarverslag 2013-2014 3

Inleiding Wij presenteren met veel genoegen dit jaarverslag van de Stichting VCO. Wij willen transparant en zakelijk verantwoording afleggen over de resultaten die de afgelopen periode zijn bereikt en de zaken waar we ons mee bezig hebben gehouden. Dit doen we aan de hand van ons Strategisch Beleidsplan. Hierin staan de doelen beschreven welke voor de verschillende beleidsterreinen zijn geformuleerd. In principe is het Strategisch Beleidsplan beschreven voor een planperiode van 4 jaar. Tweejaarlijks vindt er een actualisering plaats. De beleidsterreinen waar het Strategisch Beleidsplan zich op richt zijn: 1. Stichtingsbeleid 2. Onderwijsbeleid 3. Identiteitsbeleid 4. Personeelsbeleid 5. Financieel en beheersbeleid 6. Communicatiebeleid 7. Kwaliteitsbeleid Op deze terreinen zal het verslag zich ook in belangrijke mate richten. Het zal de voornaamste activiteiten die in het schooljaar 2013-2014 ontplooid zijn, beschrijven. Tevens worden er financiële en statistische gegevens gepresenteerd over het kalenderjaar 2013. Daarnaast wordt er op beknopte wijze een inkijkje gegeven in de activiteiten van de individuele scholen. Elke school maakt ook een eigen jaarverslag dat te vinden is op de site van de school. Asje Palland Algemeen Directeur September 2014

4 VCO jaarverslag 2013-2014

Opdracht en visie van de Stichting VCO

Binnen de Stichting VCO: 1. geven we samen vorm en inhoud aan christelijk onderwijs, gebaseerd op in de Bijbel gegeven waarden en normen. 2. vult elke school op passende wijze onderwijs en zorg in 3. stimuleren we de ontwikkeling van leerlingen en leerkrachten in relatie tot de schoolontwikkeling 4. reflecteren we op ons eigen handelen en vragen we regelmatig reactie aan onze omgeving op alles wat we doen

Koersuitspraken van de Stichting VCO Missie uitspraken

Koersuitspraken

Ad 1

• • • • • • • •

We geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is en Verlosser is van onze zonden. Zijn leven op aarde is voor ons een voorbeeld. Op onze scholen wordt dagelijks aandacht besteed aan Bijbels onderwijs en er worden christelijke liederen aangeleerd volgens onder andere een vastgestelde liedlijst. Op onze scholen wordt kinderen geleerd dat wij niet voor onszelf alleen leven. Jezus samenvatting van de wet is onze leidraad. Wij willen vorm en inhoud geven aan het besef dat omgaan met de medemens en onze leefwereld een Bijbelse opdracht met zich meebrengt dat liefde voor de Schepper op de eerste plaats komt dat er liefde, zorg en respect voor elkaar en voor de leefwereld om ons heen van ons gevraagd worden dat wij ons bewust zijn dat de wereld ons in “bruikleen” is gegeven. We waarderen en ontwikkelen de unieke talenten die we in onszelf en anderen tegenkomen en we willen leren van de fouten die we maken.

Ad 2

Binnen vastgestelde kaders ontwikkelt elke school een eigen onderwijskundig profiel. Daarbij is er onder andere oog voor de samenstelling van de wijk, de ontwikkelingen in de samenleving en de samenstelling van het team.

Ad 3

• • • • •

Ad 4

•

Op onze scholen verzorgen we onderwijs waarin we de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind optimaal benutten. Elke school geeft daarin haar eigen bereik aan. Binnen onze stichting spreken wij personeel aan op hun professionele ontwikkeling (POP) passend bij de school. Wij creëren een omgeving die zowel leerlingen als personeel uitdaagt zich blijvend te ontwikkelen. We bieden leerlingen en personeel een goede en duidelijke structuur. We creëren voor de leerlingen en de personeelsleden een veilige omgeving en werken in een klimaat van openheid en respect voor elkaar. We voeren een actief beleid om de juiste mensen (teamleden en kinderen) op de juiste plaats (binnen of buiten de stichting) te krijgen. We willen op VCO- en op schoolniveau weten of we de goede dingen doen en of we ze goed doen. Daarvoor gaan we te rade bij onszelf en anderen. We leggen vast hoe we dat doen.


1. De missie- en koersuitspraken worden vertaald in dagelijks handelen in de scholen. In navolging van Jezus willen we kinderen centraal stellen en hen leren Jezus als Verlosser en Voorbeeld te zien. Dat moet tot uiting komen in zowel de levensbeschouwelijke lessen als in de andere lessen en de onderlinge omgang. Hier volgt al uit dat de basisvaardigheden belangrijk zijn, maar dat er op school ook wordt voorbereid op het verdere leven. 2. De VCO-scholen moeten herkenbaar zijn als loten van dezelfde stam. Tegelijkertijd stimuleren we dat de scholen een individuele ontwikkeling volgen passend binnen de gestelde VCO-kaders. We hebben duidelijk afstand genomen van de periode waarin gestreefd werd naar een zo groot mogelijke gelijkenis tussen de scholen. De situatie waarin scholen zich bevinden met betrekking tot gebouw, populatie en mogelijkheden verschilt soms enorm van elkaar. Scholen formuleren eigen antwoorden op de uitdagingen die hen vanuit de overheid of de directe omgeving gesteld zijn. Daarbij scherpen en spiegelen ze zich wel aan elkaar tijdens de vergaderingen en discussies die de schoolleidingen met elkaar hebben. 3. We streven naar een werkklimaat dat aanzet tot goede prestaties. We willen minimaal presteren op het niveau dat op grond van de leerlingenpopulatie van ons verwacht mag worden. Lukt dat op sommige terreinen niet, dan is dat onderwerp van gesprek met de leidinggevende. Van scholen wordt meer dan vroeger verwacht dat ze om kunnen gaan met verschillen binnen de groep. Differentiatie moet, maar de grenzen van de mogelijkheden van leerkrachten moeten ook bekend zijn. Het streven binnen onze scholen is niet om individueel onderwijs te geven. We achten dat zelfs schadelijk. Interactie met anderen is ook van groot belang voor de ontwikkeling. In het licht van de Wet Passend Onderwijs die aanstaande is, zal differentiatie binnen de groep de komende jaren nog volop aandacht vragen. Bij de persoonlijke ontwikkeling is de schoolontwikkeling leidend. Welke vaardigheden moeten de betrokkenen ontwikkelen om de schooldoelen te halen? De persoonlijke ontwikkeling kan vanaf augustus 2010 ook verbonden worden met de promotiemogelijkheden welke binnen het onderwijs geïntroduceerd zijn met de intrede van de Functiemix. Binnen de Stichting wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke inzetbaarheid zodat ook de lastig te vervullen plekken binnen de scholen kwalitatief goed worden ingevuld. 4. Binnen VCO vinden we het belangrijk periodiek stil te staan bij de achterliggende ontwikkelingen en de behaalde resultaten. We willen ons zelf de spiegel voor (laten) houden. Daartoe hebben we ons Kwaliteitsbeleid ingericht. Het afgelopen jaar zijn er nadere afspraken gemaakt om de uitkomsten uit de kwaliteitsonderzoeken harder te maken. In het directieoverleg zijn afspraken over normen en (externe) respondenten gemaakt. Door de interne kwaliteitsonderzoeken van voldoende gewicht te maken, zal de externe inspectiecontrole meer en meer proportioneel van aard zijn.


Organisatie De Stichting wordt bestuurd door een Bestuur dat op hoofdlijnen opereert. De dagelijkse leiding is in handen van een tweehoofdig bovenschools management (BM). In een managementstatuut is gedefinieerd hoe de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verdeeld zijn tussen het Bestuur, het BM en de schooldirecteuren. De bovenschoolse leiding wordt ondersteund door een stafbureau waarin de secretaresse, de administrateur, de administratief medewerkster en de medewerkster P&O hun werkzaamheden verrichten. Bovenschools zijn er daarnaast ook een schoonmaakster, een schilder, een tuinman en voor een aantal uren enkele conciërges in dienst. Er worden 9 basisscholen door de Stichting VCO in stand gehouden. Elke school heeft een eigen directeur die integrale verantwoordelijkheid draagt. Het leerlingenaantal laat een stabiele ontwikkeling zien. Zowel in absolute als in relatieve zin is er sprake van gestage groei. De prognoses van het ministerie tonen aan dat Harderwijk ook voor de verdere toekomst op lichte groei kan rekenen in tegenstelling tot de wijde omtrek van Harderwijk. Op 1 oktober 2014 bedroeg het leerlingenaantal op onze scholen 2219 leerlingen. Leerlingenaantallen VCO 2250 2200

2176

2150

2220

2219

2138 2110

2100 2050

2186

2069

2000 1950

2008 2009 2010 2011 2012 2013

De groei zit voornamelijk bij De Triangel in Drielanden en bij het Kompas. De instroom van nieuwe leerlingen in groep 1 van de Triangel is nu dusdanig groot dat op grond van deze instroom verondersteld mag worden dat De Triangel op termijn zal uitgroeien tot een school van zo’n 400 leerlingen. De groei heeft zich op de afgelopen teldatum al getoond. Door de start van het Leonardo-onderwijs heeft Het Kompas in 2009 een flinke aanwas van leerlingen te zien gegeven. Met ingang van augustus 2014 is er gestart met een 5e Leonardo-groep op het Kompas. Hierdoor is het leerlingenaantal op het Kompas dit jaar weer gestegen. De verwachting is dat dit leerlingenaantal nog meer gaat groeien als de woningen bij het Waterfront zullen worden opgeleverd.

2014


Stichtingsbeleid Bestuur en Toezicht

Op 1 augustus 2010 heeft de Tweede Kamer de Wet op de Scheiding van Bestuur en Toezicht aangenomen. Het Bestuur van de Stichting VCO functioneerde al een aantal jaren als Bestuur op hoofdlijnen. De dagelijkse Bestuursactiviteiten werden in belangrijke mate uitgevoerd door het Bovenschools Management (BM). Na het in werking treden van de nieuwe wet, moet dit ook geformaliseerd worden. Daartoe moesten er nieuwe afspraken gemaakt worden over taken en verantwoordelijkheden van het management. Als gevolg daarvan hebben we nu een geactualiseerd Managementstatuut.

Beleidsvoorbereidende en uitvoerende werkgroepen

Iedere functionaris op een VCO-school is ook onderdeel van het grotere geheel. Zo is een leerkracht in eerste instantie voornamelijk gericht op de verantwoordelijkheid voor de eigen klas. Een deel van de tijd wordt daarnaast gebruikt voor activiteiten die de hele school aangaan of zelfs alle scholen van de Stichting. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan een vertegenwoordigende rol in de GMR of meedenken in een dyslexie- of hoogbegaafdheidscommissie. Een directeur heeft zijn voornaamste verantwoordelijkheid voor de eigen school. Daarnaast speelt een directeur een medebepalende rol in het Stichtingsbeleid. Alle directeuren hebben zitting in de 3 werkgroepen waarin zij werken aan de uitvoering van de Jaarplanning. De werkgroepen zijn: Huisvesting, Personeel en Onderwijs.

Hierden

Vorig jaar is er een verkennende start gemaakt in de samensprekingen tussen beide VCO’s. Doordat het onderling vertrouwen is gegroeid, zijn de verwachtingen positief dat we naar een fusie toe kunnen groeien. In de voorbereiding daarop is een Stuurgroep onder leiding van een externe deskundige ingesteld. Deze heeft een informatieavond georganiseerd waarop de volgende werkgroepen zijn ingesteld: Missie, Visie en Grondslag, Bestuur en Structuur, Personeel, Educatief Partnerschap, Onderwijs en Kwaliteitszorg en Financiën en Huisvesting. De werkgroepen zijn samengesteld uit bestuursleden, GMR-leden en directieleden. Elke werkgroep houdt zich bezig met studie en advisering voor haar specifieke beleidsterrein. Rondom de zomervakantie werd de rapportage van de werkgroepen ingewacht.

Risico’s

Het Bestuur heeft zich laten voorlichten over de situatie van de scholen op een aantal belangrijke gebieden. Zo werden onder andere de eindtoetsresultaten, de tussentoetsresultaten, de uitkomsten uit de ouderenquête en de medewerkertevredenheidsonderzoeken en de bevindingen van de inspectie tegen het licht gehouden. De bevindingen waren dat op de ingeslagen weg voortgegaan kan worden. De gemaakte en in gang gezette plannen bieden voldoende vertrouwen.

Lustrum

In maart 2014 heeft de Stichting VCO haar 135-jarig jubileum beleefd. In 1879 werd besloten tot de oprichting van een vereniging met de bedoeling christelijke scholen te stichten en in stand te houden. Wat hebben deze pioniers aan hindernissen moeten verdragen? Maatschappelijke en financiële tegenwerking waren hun deel. Er zijn voor de financiële gelijkstelling enorme offers gebracht door tal van arme mensen om het christelijk onderwijs in stand te houden. Met waardering denken we aan hun inspanningen. Dank zij hun initiatieven is er nu een bloeiende onderwijsorganisatie voor christelijk onderwijs.


Onderwijsbeleid Profilering

De Stichting VCO is in haar beleid richting de eigen scholen kaderstellend. Binnen gestelde kaders krijgen scholen een groot stuk beleidsruimte die ze zelf in kunnen vullen. Ouders die een voorkeur hebben voor een school buiten de eigen wijk kunnen nu ongehinderd hun kind inschrijven op de andere VCO-school van hun keuze. Dat is anders dan in het verleden. Scholen zijn nu ook een beetje concurrenten van elkaar. Zij worden geprikkeld de eigen kwaliteiten ten toon te spreiden. Dit voorkomt dat ouders noodgedwongen kiezen voor een andere aanbieder. Scholen worden gestimuleerd om, rekening houdend met de eigen situatie, eigen keuzes te maken en een eigen koers te ontwikkelen. In de afgelopen jaren heeft dat geleid tot een ontwikkeling in de richting van een taalschool, een ICT-school of een school waar techniek een prominente plaats inneemt. Andere scholen onderscheiden zich met Kunst en Cultuur of met Sport(iviteit) en Gezondheid. Ook in de komende jaren zullen deze ontwikkelingen doorgaan. Uit reacties van ouders merken we dat zij het profiel herkennen in de dagelijkse praktijk of dat zij er bij de school naar vragen. Het komt voor dat ouders vanuit eigen specifieke behoefte een school buiten de eigen wijk kiezen. Hoewel scholen een grote mate van beleidsruimte hebben, wordt van alle scholen verwacht dat de basisvaardigheden minimaal binnen de inspectienormen vallen. Bij tegenvallende resultaten zullen eerst alle inspanningen gericht zijn op verbetering van de opbrengsten.

Passend Onderwijs

In het schooljaar 2013-2014 is er veel werk verzet om het Passend Onderwijs goed van start te laten gaan. Er zijn vergaderingen geweest om het nieuwe samenwerkingsverband goed in te richten. Dat heeft geresulteerd in de oprichting van een nieuw samenwerkingsverband (swv). Geografisch loopt dit van Hoevelaken tot en met Oldebroek, met oostelijke en westelijke uitschieters als Epe en Zeewolde. VCO heeft daar een positieve bijdrage aan geleverd door mee te denken over de organisatie, de samenwerking met de verschillende gemeentes en de besteding van de middelen. De naam van het nieuwe swv luidt Onderwijszorgkoepel Noord West Veluwe. Met de start van het Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 is het oude swv Drieluik opgeheven. Tot aan dat moment heeft Drieluik zich actief opgesteld om Passend Onderwijs te laten slagen. Dit gebeurde o.a. door bijeenkomsten met directeuren, bijeenkomsten met IB-ers en een startbijeenkomst voor alle leerkrachten. De VCO-scholen waren bij deze activiteiten steeds intensief betrokken. VCO houdt nauwkeurig bij of er leerlingen doorverwezen worden naar het Speciaal Basis Onderwijs. Dat houdt geen oordeel in over de kwaliteit van het onderwijs op de verwijzende school. Soms kan het ook een teken zijn van verantwoord beleid in het belang van het kind. Zij kunnen daar beter op hun plek zijn. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel kinderen per school zijn doorverwezen naar speciaal onderwijs.


Verwijzing naar speciaal onderwijs School 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 Het Baken 3 1 2 2 5 1 De Brug 1 3 3 1 2 3 Het Kompas 3 6 2 4 3 1 De Rank 1 1 3 1 0 2 De Schakel 2 5 5 2 1 0 De Triangel 2 2 1 0 0 2 De Wegwijzer 2 1 2 1 0 0 Willem Alexander 1 4 0 2 1 3 Het Startblok 0 3 0 2 0 0 Totaal 15 26 18

15

12

Impulsklas

Vanuit de wens om kinderen met achterstand, maar wel met voldoende potentie, te helpen zijn we vorig jaar gestart met een soort Verlengde Schooldag. Dat heeft het afgelopen jaar een vervolg gekregen. Op De Brug en op Het Baken bestaat er gedurende drie dagen per week de mogelijkheid extra te oefenen in vakken als Spelling, Rekenen en Begrijpend Lezen. Het schooljaar is ingedeeld in blokken van 9 weken. Na elk blok vindt er ook verkenning van de arbeidsmarkt plaats: kennismaking met uitdagende beroepen als advocaat, specialist, ict-er en dergelijke. De opzet heeft plaats gevonden in nauwe samenwerking met de gemeente. Na de afgesproken periode van twee jaar zullen we samen evalueren en vaststellen wat de opbrengst is. De uitkomsten zullen dan ook ten goede kunnen komen aan kinderen van andere scholen. De tussentijdse evaluaties hebben we zowel in eigen beheer als in samenspraak met gemeente uitgevoerd. Deze zijn positief uitgevallen: er wordt onder invloed van de extra onderwijstijd een mooie prestatiegroei geconstateerd.

Ouderparticipatie

Op basisschool De Brug is samen met de gemeente Harderwijk een project gestart om de betrokkenheid van ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen te vergroten. Onderdeel van deze aanpak is dat de taalvaardigheid van de ouders wordt verbeterd. Hierdoor kunnen zij met hun kinderen beter communiceren over schoolzaken. Ouders raken zo op de hoogte van alle zaken die op school gebeuren en kunnen op basis daarvan met hun kinderen overleggen. De verwachting is dat een vergrote ouderbetrokkenheid het schoolsucces van de kinderen op een hoger niveau zal brengen.

Kunst- en Cultuurproject

Onze basisschool Het Baken heeft in samenwerking met de gemeente en Cultuurkust een project opgezet dat meerdere jaren beslaat. De bedoeling is om via het Kunst- en cultuurproject de taalvaardigheid te vergroten en taalachterstand te verkleinen. Doordat kinderen een grotere taalvaardigheid krijgen worden ze ook sociaal vaardiger en weerbaarder. Ze kunnen zich met hun grote taalbagage in allerlei situaties redden, waardoor hun zelfvertrouwen toeneemt. Daarvoor worden docenten van Cultuurkust ingeschakeld. Zij geven zowel les aan de kinderen als training aan de leerkrachten. Op het eerste jaar van dit project wordt met voldoening teruggekeken.

12


Inspectie

Een aantal van onze scholen is in het afgelopen jaar bezocht door vertegenwoordigers van de inspectie. In de meeste gevallen was er geen reden tot verontrusting. De stand van het onderwijs werd in deze scholen op voldoende niveau bevonden voor het basistoezicht. Op een van onze scholen werd er reden gevonden de school aan te sporen zich intensiever te richten op de basisvaardigheden. Daar wordt met ingang van het nieuwe schooljaar met overgave aan gewerkt. De inspectie heeft ook de gewoonte aangenomen niet alleen met de scholen te spreken, maar ook het Bovenschools Management als vertegenwoordiger van het Bestuur aan te spreken op de aangetroffen onderwijskwaliteit. Dat gesprek heeft ook plaatsgevonden. Daarbij zijn de ontwikkelingen, kansen en bedreigingen voor onze scholen uitgebreid aan de orde geweest. De inspecteur sprak haar vertrouwen uit in de gekozen aanpak en zag geen aanleiding de wijze van toezicht te wijzigen.

Meerbegaafde leerlingen

Binnen VCO wordt er op verschillende manieren gewerkt om tegemoet te komen aan de verschillen die er nu eenmaal tussen leerlingen zijn. Extra instructie, verlengde instructie en preteaching worden ingezet om leerlingen met achterstand in hun ontwikkeling te helpen. Voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong willen we ook inspanningen verrichten om hun ontwikkeling zo optimaal mogelijk te maken. Kinderen die sneller door de stof heen kunnen, moeten niet opgehouden worden door overbodige uitleg en oefenstof die zij niet meer nodig hebben. Daarom wordt de Rekenstof voor hen teruggebracht tot het noodzakelijke. Compacten noemen we dat. De tijd die op deze wijze vrij komt, wordt besteed aan Verrijkingsstof die alleen gemaakt wordt door deze kinderen. Deze aanpak werkt bij Rekenen goed op de scholen. Bij Spelling zijn de ervaringen uiteenlopend. Al 6 jaar is er een Plusklas voor meer dan gemiddeld begaafde leerlingen uit de groepen 7 en 8. Inmiddels is er een tweede Plusklas voor kinderen uit groep 5 en 6 aan toegevoegd. Alle VCO-scholen mochten ook nu weer één of meer leerlingen leveren. De bedoeling was leerlingen een plek te bieden waarvoor binnen de school handelingsverlegenheid bestond. Daarnaast was de voorwaarde dat ze goede resultaten moesten hebben bij de in school afgenomen leerlingvolgsysteemtoetsen. Het lesprogramma bestond onder meer uit Frans, schaken, filosofie en projectwerk. Mede door het enthousiasme van de leerkracht is de Plusklas een succes geworden. Zo groot zelfs dat we ons serieus buigen over de vraag of we op een andere plek in Harderwijk niet een zelfde aanbod moeten scheppen. Daar zullen we gedurende het schooljaar 2014-2015 een besluit over nemen. Het Leonardo-onderwijs maakt een gestage groei door. De belangstelling is zo groot dat er met ingang van de cursus 2014-2015 een nieuwe groep ( de 5e) gestart is. We zijn blij met het vertrouwen dat we van de ouders krijgen. Het afgelopen jaar hebben we een goede samenwerking, zowel inhoudelijk als financieel, met de ouders van de Stichting Vrienden van het Leonardo-onderwijs. Ook als vertegenwoordiging van de ouders richting de directie van de school manifesteert zij zich op een constructieve manier.


Cito Eindtoets

Sinds 2010 is het mogelijk alle scholen met elkaar te vergelijken. Elke school krijgt een correctie van de uitslag op basis van de leerlinggewichten. Deze gewichten zijn voornamelijk afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders. Door deze systematiek heeft de inspectie een grens voor onvoldoende, voor voldoende, voor goed en voor zeer goed vast kunnen stellen. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde scores van de Cito Eindtoets per school weergegeven. In 2014 behaalden alle leerlingen in Nederland een gemiddelde standaardscore van 534,4. Met ingang van 2012 is er gekozen voor een andere systematiek. Nu worden de ongecorrigeerde scores vergeleken met de scores van scholen met een vergelijkbaar percentage gewichtsleerlingen. Voor elke categorie wordt ook een ondergrens en een bovengrens aangegeven. Gelukkig hebben de meeste van onze scholen ruim boven de ondergrens gepresteerd. Waar dat niet gelukt is, worden maatregelen genomen en afspraken gemaakt om te voorkomen dat scholen drie keer onder de inspectienorm scoren. De afname van de Cito-Eindtoets voor de leerlingen van groep 8 is volop in beweging. Er is een aantal jaren over gepraat, maar binnenkort is het zover: de afnameperiode wordt verplaatst. Van februari gaat het naar half april. Eigenlijk is dat mooi. Nu zal het advies van de basisschool zwaarder gaan wegen bij de plaatsing van een leerling op hert voortgezet onderwijs. De eindtoetsuitslag wordt nu zoals die ooit bedoeld was: een tweede onafhankelijk advies.

Scores Cito Eindtoets per school School Het Baken De Brug Het Kompas De Rank De Schakel Het Startblok De Triangel De Wegwijzer Willem Alexander

Score cito-eind-toets 2013-2014

Ondergrens Inspectie

Bovengrens Inspectie

535,5 534,8 533,2 535,3 539,6 535,8 536,5 535,9 530,4

532,3 532,5 530,1 532,7 537,2 534,5 534,1 533,1 527,7

538,8 537,1 536,4 538,0 541,9 537,1 538,9 538,7 533,1


Identiteitsbeleid Wij willen graag dat op onze scholen de Bijbelverhalen op een boeiende manier doorgegeven aan de kinderen. Omdat niet elke leerkracht begiftigd is met een natuurlijk verteltalent, willen we onze leerkrachten graag de gelegenheid geven zich te laten scholen in het vertellen van de Bijbelse vertellingen zodat de boodschap doorklinkt. Deze training vindt met regelmaat plaats onder leiding van Ron van der Spoel. Reacties van de getrainde leerkrachten zijn positief. Zij geven aan handvatten gekregen te hebben waardoor hun vertelvaardigheid is vergroot. De bezinningscommissie heeft ook het afgelopen jaar voorbereidingen getroffen om zowel de Themadienst als de dankdagdienst in goede banen te leiden. Bij de themadiensten worden de scholen aan de kerken gekoppeld. Samen met de voorganger worden de diensten voorbereid aan de hand van een centraal afgesproken thema. De voorganger komt daarbij ook in de klassen. De themadiensten worden traditioneel in de laatste week van januari gehouden. De voorbereiding vindt samen met de scholen van VCO Hierden plaats.

Werving nieuw personeel

Jaarlijks komen er open sollicitaties binnen. In principe worden alle sollicitanten opgeroepen voor een kennismakingsgesprek met een commissie bestaande uit de P & O-medewerkster, één van de schooldirecteuren en/of de Algemeen Directeur. Tijdens deze gesprekken willen wij van VCO-kant graag op de hoogte raken van de onderwijskundige inzichten van de sollicitant, de opgedane ervaring, de kijk op de rol van leerkracht als partner van de ouders en van de collega’s. De Stichting VCO stelt zich ten doel leerkrachten in meerdere bouwen in te kunnen zetten. Dit onderwerp wordt al tijdens het kennismakingsgesprek aan de orde gesteld. Verder gaan we in op de levensbeschouwelijke identiteit van de kandidaten. We beoordelen of iemand past binnen de christelijke identiteit van VCO en we toetsen of de kandidaat voldoet aan de verwachting van VCO met betrekking tot kerkelijke betrokkenheid. Ook in het afgelopen jaar hebben we een aantal keren kandidaten gesproken die op dit punt minder overtuigend waren dan gewenst. In die gevallen hebben we soms een tweede (en derde) gesprek met de kandidaat gevoerd. Wanneer iemand niet past binnen de christelijke identiteit van VCO dan is deze kandidaat niet benoembaar. In de gesprekken gaan we ook dieper in op wat kandidaten als de kern van het christelijk onderwijs zien en wat zij daaraan denken te kunnen bijdragen. De sollicitanten die benoembaar zijn komen in eerste instantie op de invallerslijst.

Directeuren Als onderdeel van de werving van nieuw personeel hebben we ons het afgelopen jaar ook sterk gericht op de werving van nieuwe en aanstaande directeuren. Maar liefst 5 van onze 9 scholen zijn het nieuwe jaar gestart met een nieuwe directeur. Vanwege het vertrek van de directeuren van De Rank en De Brug ontstonden daar vacatures. De directeur van De Wegwijzer, mevrouw R. van Zuthem, werd benoemd als directeur van De Rank. De vacatures op De Wegwijzer en De Brug konden worden ingevuld met goede externe kandidaten: de heren R. van Leijenhorst en R. Sakko. Daarnaast heeft er een unieke directeurswissel plaatsgevonden tussen de directeuren van De Schakel, mevrouw M. Agterhuis en van Het Startblok, de heer M. Riet. We kijken met voldoening terug op de interne wisselingen. Hierdoor hebben we 3 directeuren een nieuwe uitdagende functie kunnen bieden en hopen zo bijgedragen te hebben aan hun blijvende arbeidsvreugde en het succes van de scholen die aan hen zijn toevertrouwd.


Personeelsbeleid Om uitkeringsrisico’s te voorkomen hebben we de afgelopen jaren vrij regelmatig gebruik gemaakt van de diensten van Spitant, een organisatie met onderwijspersoneel in dienst. Deze mensen kunnen tegen betaling op onze scholen werk verrichten. Het afgelopen jaar is er twijfel ontstaan of we voor deze mensen toch de rekening zullen krijgen van de eventuele uitkeringskosten. Verschillende rechters hebben zich in die trant uitgelaten. Dat heeft ertoe geleid dat er plannen zijn Spitant op te heffen. Wanneer er nu incidenteel geld beschikbaar is en we weten niet zeker of we volgend jaar dezelfde bedragen tegemoet kunnen zien, reserveren we een deel van de gelden om eventuele uitkeringen te kunnen betalen. Zo zorgen we voor de goede besteding van de middelen en tegelijk voor continuïteit. Alle medewerkers hebben een bestuursaanstelling. Dit betekent dat werknemers niet in dienst zijn bij een school maar bij de Stichting. Hierdoor kunnen wij makkelijker werkgarantie bieden voor het personeel wat in vaste dienst is. We zijn er blij mee dat we geen mensen met een vast contract hoefden te ontslaan. Een aantal mensen heeft vanuit een invalsituatie inmiddels toch zicht gekregen op een vaste aanstelling. In december krijgen alle personeelsleden de mogelijkheid hun wensen voor de komende cursus in te dienen. Iedereen kan op het formulier de wensen m.b.t. mobiliteit, scholing en alle overige wensen voor het volgende schooljaar invullen. Het invullen van het formulier creëert een moment van reflectie en ook wordt het personeel bewust gemaakt van de mogelijkheid en wenselijkheid van mobiliteit. Om wat tijd van nadenken te hebben, wordt het formulier voor de kerstvakantie verspreid.

Mobiliteitsbeleid Tijdens het vorige schooljaar is een beleidsstuk geschreven waarin de visie van VCO over mobiliteit tot uitdrukking komt. VCO wil de mobiliteit van de werknemers binnen de school en naar andere VCO-scholen bevorderen. Mobiliteit vergroot enerzijds de beschikbaarheid, de kwaliteit en de inzetbaarheid van het personeel en waarborgt zodoende de continuïteit van het onderwijs. Anderzijds leidt mobiliteit tot afwisseling van taken en werkomgeving en biedt het meer loopbaanperspectieven. Om deze redenen biedt VCO haar werknemers de mogelijkheid om gebruik te maken van vrijwillige mobiliteit. Vrijwillige mobiliteit is de basis voor tevreden en betrokken werknemers en goed werkgeverschap. VCO streeft er naar om haar personeelsleden gezond te houden. Uit onderzoek is gebleken dat het ontbreken van afwisseling, nieuwe uitdagingen en van loopbaanperspectief het risico verhoogt op een burn-out en toenemend ziekteverzuim. Om die reden heeft VCO de visie dat personeelsleden in principe niet langer dan 15 jaar bij dezelfde school werkzaam moeten zijn. Dit uitgangspunt geldt ook voor schooldirecteuren. Het is goed voor zowel de school als de betreffende directeur om na een aantal jaren op een andere school te gaan werken. Dit geeft weer een nieuwe uitdaging voor de directeur en het geeft de school ook weer nieuwe impulsen en inzichten. VCO vindt het belangrijk dat haar leerkrachten kwalitatief goed onderwijs geven. Wij denken dat het daarom goed is om na 4 jaar les te hebben gegeven aan een bepaalde groep te wisselen. Onderzoek wijst ook uit dat het zowel voor de betrokken leerkrachten als voor de kwaliteit van het onderwijs heilzaam is wanneer er regelmatig gewisseld wordt. Hier zijn afspraken over gemaakt in het Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. Ook vindt VCO het van belang dat leerkrachten bereid zijn om na zo’n 8 jaar van school te veranderen indien er op een andere school behoefte is aan de specifieke kwaliteiten van een leerkracht. Mobiliteit is ook mogelijk door verandering van functie door scholing. Er is een flinke stimulans naar de leerkrachten uitgegaan om zich te laten scholen om zodoende in aanmerking te komen voor


een benoeming als LB-leerkracht. Een LB-leerkracht onderscheidt zich van een LA-leerkracht door opleiding, verantwoordelijkheid in de onderwijsorganisatie en ervaring. Gelukkig zijn er een aantal collega’s geweest die gebruik hebben gemaakt van de Lerarenbeurs. Hierdoor konden er met ingang van het nieuwe schooljaar per 1-8-2014 weer 14 nieuwe mensen benoemd worden in een LB-functie. VCO spant zich ook in om mensen te motiveren voor het vak van directeur. Dit doet zij onder meer door collega’s te interesseren voor een plekje in de Kweekvijver. Dit geeft recht op een opleiding tot directeur en stagemogelijkheden bij andere scholen. De kosten van de opleiding worden vergoed en ook wordt er tijd beschikbaar gesteld om de opleiding (inclusief opdrachten) tot een goed einde te brengen. Het is fijn te mogen constateren dat collega Bart Jansen sinds kort gezelschap heeft gekregen. Arnout Smit volgt sinds het huidige schooljaar ook de opleiding tot directeur.

Afscheid

Elk jaar moeten we om uiteenlopende redenen afscheid nemen van sommige collega’s. Soms is dat vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dat was met 2 collega’s het geval dit jaar. Van twee anderen hebben we afscheid genomen omdat hun gezondheid hen niet meer in staat stelde aan de verwachtingen van het hedendaagse onderwijs te voldoen. Dat is een spijtig proces. Van deze collega’s hebben we op passende wijze afscheid genomen. Helaas is er het afgelopen schooljaar ook een leerkracht overleden. VCO heeft daarom afscheid moeten nemen van Beppie Ruiter. Ook Jeannet de Nooy, een invalleerkracht waar we eigenlijk altijd een beroep op konden doen, is na een kort ziekbed aan het begin van het schooljaar overleden.

IPB/Wet BIO

In het kader van de Wet Beroepen in het Onderwijs wordt er binnen de Stichting VCO gewerkt aan permanente bekwaamheid van de personeelsleden. Daartoe is een gesprekscyclus opgezet, waarbij de leidinggevende en zijn personeelsleden op geregelde tijden met elkaar in gesprek gaan over het werk, de uitvoering en de kwaliteit van het werk. Ook het persoonlijk welbevinden komt in deze gesprekken aan de orde. Hier worden afspraken gemaakt over de verdere ontwikkeling van de personeelsleden, de manier waarop dit wordt gedaan en de voorwaarden waaronder deze ontwikkeling gestalte wordt gegeven. Zowel op schoolniveau (de directeur met zijn teamleden) als op bovenschools niveau (BM met de directeuren) vinden deze gesprekken plaats. Deze POP- annex functioneringsgesprekken worden eens in de twee jaar afgewisseld met een beoordelingsgesprek. De verslagen van de beoordelingsgesprekken worden onderdeel van het personeelsdossier dat bovenschools gearchiveerd wordt. Voor de directeuren geldt dat er eens per twee jaar een 360 graden feedback wordt afgenomen. Dat heeft dit jaar ook weer plaatsgevonden. Deze feedback geeft input voor het Persoonlijk Ontwikkelingsplan(POP) dat elke directeur opstelt. Het POP is ook gespreksonderwerp, net als de Veranderingsparagraaf van de school. De onderwerpen die hierin genoemd worden, gelden als Resultaatdoelstellingen. Om voldoende te weten over het welbevinden van onze collega’s in de school en het genoegen en ongenoegen dat er leeft, hebben we dit jaar twee acties uitgevoerd. In de eerste plaats is de Kwaliteitskaart IPB uitgevoerd. Daarbij zijn alle teamleden bevraagd op hun ervaringen op school, de omgang met collega’s en directeur en hun gevoel van welbevinden. De uitkomst maakte ons duidelijk dat er bij een aantal collega’s onwetendheid heerst m.b.t. beleidsonderdelen als Verzuimbeleid en Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. Daarop hebben we Het Schoolplein gebruikt om de ontbrekende informatie met onze collega’s te delen. Verder bleek er een grote mate van tevredenheid te bestaan


over de werkomstandigheden binnen onze scholen. Om de tevredenheid over de werkomstandigheden regelmatig te kunnen volgen is er dit jaar ook een Medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden. De uitslag daarvan zal in het lopende schooljaar bekend worden.

Scholingsbeleid

Het nieuwe samenwerkingsverband Onderwijszorgkoepel waar alle VCO-scholen bij zijn aangesloten, heeft de keus gemaakt dat al haar scholen het Passend Onderwijs vorm gaan geven volgens de zogenaamde 1-zorgroute. Alle teams krijgen hier scholing in van verschillende nascholingsinstituten. Alle scholen zijn dit jaar actief geweest met deze scholing. Ook dit jaar hebben we weer op verschillende manieren aandacht besteed aan de startende collega’s. In de eerste plaats gebeurt de begeleiding in de school waar ze actief zijn. Daarnaast vinden er verschillende activiteiten plaats die de eigen school overstijgen. In principe worden er jaarlijks 3 bovenschoolse scholingsactiviteiten gehouden om hen verder in te leiden in het onderwijsvak. In april is door een externe deskundige informatie gegeven over hoe je zo optimaal mogelijk de contacten met ouders kunt onderhouden en zijn er gesprekssituaties geoefend. Daarnaast zijn er intervisiebijeenkomsten gehouden. Aan de hand van praktijkcases werd er gesproken over mogelijke oplossingen. Reacties van de deelnemers klonken na afloop positief. Kees Hogendorf, directeur van de Triangel organiseert deze bijeenkomsten. Elke school heeft een begeleidingsplan opgesteld voor startende leerkrachten. Dit wordt binnen schoolverband uitgevoerd. Bovenschools worden zowel de directeuren van de scholen als de starters (en de nieuwkomers) jaarlijks bevraagd op de uitwerking van de plannen. Scholen krijgen feedback op hun begeleidingsactiviteiten zodat er aan de eventuele verbeterpunten gewerkt kan gaan worden.

Stimulering Nascholing VCO wil graag dat haar leerkrachten voortdurend werken aan de eigen ontwikkeling om zo het onderwijs aan de kinderen nog meer tot bloei te laten komen. We merken echter ook dat het voor leerkrachten een enorme opgave is een Masterstudie met succes te kunnen afronden. Men ziet vaak erg op tegen de gevraagde tijdsinvestering. Om tegemoet te komen aan dit bezwaar is het met ingang van dit jaar mogelijk een compensatie in tijd aan te vragen. Voor een fulltimer kan dat (in combinatie met de tijd vanuit de Lerarenbeurs) neerkomen op 1 dag per week studietijd. Voor parttimers gaat de zelfde regeling op naar rato van hun werktijdfactor. We zijn blij dat er nu in het eerste jaar al twee collega’s van de regeling gebruik maken.

Intervisie Wij vinden dat er binnen onze organisatie veel kennis aanwezig is. Die kennis zou ook beschikbaar moeten komen voor collega’s die met vergelijkbare uitdagingen worden geconfronteerd. Voor leerkrachten proberen we situaties te creëren waarin het Leren van Elkaar wordt gefaciliteerd. Ook voor IB-ers zijn er soortgelijke contactmomenten. Zoals we ons hebben voorgenomen, hebben we ook voor directeuren een situatie gecreëerd waarin Leren van Elkaar centraal staat. Drie keer per jaar komen de directeuren bijeen voor een Intervisie-overleg. Dit gebeurt volgens de regels van de Incidentmethode. We zijn positief over de werkwijze. Herkenbare praktijksituaties worden met elkaar besproken en opgelost.


Om de directeuren in staat te stellen hun taak goed uit te voeren is er gewerkt aan hun vaardigheid van het afleggen van een goede lesobservatie en het daarop volgende gesprek. Door een medewerker van Centraal Nederland is de begeleiding uitgevoerd. Met directeuren en IB-ers is er in Nunspeet een studietweedaagse gehouden als voorbereiding op de invoering van Passend Onderwijs. Tijdens deze tweedaagse is onder leiding van Gert van Tol nagedacht over de vaardigheden die leerkrachten en directeuren nodig hebben en welke extra voorzieningen het onderwijs binnen VCO nodig heeft om de ontwikkeling van onze kinderen maximaal te ondersteunen. De discussie hierover gaat verder in het huidige schooljaar.

Gymnastiekbevoegdheid VCO vindt het belangrijk dat alle leerkrachten die in dienst zijn ook bewegingsonderwijs c.q. gymnastiek mogen geven aan alle groepen. Tegenwoordig is het niet meer zo dat iedereen die van de PABO afkomt deze bevoegdheid heeft. Hiervoor dient een aparte opleiding te worden gevolgd. Voor iedereen die op sollicitatiegesprek komt en deze bevoegdheid niet heeft, vraagt VCO de bereidheid om deze scholing te volgen. VCO betaalt de kosten van de opleiding. Alleen bij eventueel vertrek van de werknemer binnen 3 jaar na het behalen van het diploma dient er een gedeelte van de opleidingskosten te worden terugbetaald. Momenteel volgen 4 collega’s deze opleiding, terwijl 5 collega’s de opleiding met goed gevolg hebben afgesloten. In de voorliggende jaren zijn er al 17 collega’s geslaagd voor deze opleiding. Daarmee is er een grote hoeveelheid extra kennis de scholen binnengekomen.

Vervangingspool

In de scholen van VCO blijkt het soms lastig om op korte termijn vervanging te vinden voor een door ziekte uitgevallen leerkracht. De situatie is verbeterd sinds de invoering van een digitaal systeem. Alle kandidaten die ons een sollicitatiebrief sturen en voldoen aan de basisvoorwaarden, worden uitgenodigd voor een gesprek. Blijkt tijdens dat gesprek dat we te maken hebben met een geschikte kandidaat voor wie geen vacature beschikbaar is, dan komt de betreffende kandidaat in de vervangingspool. Deze persoon krijgt een inlogcode waarmee hij/zij de beschikbaarheid gedetailleerd kan aangeven op onze website. Een directeur die een vervanger nodig heeft, kan op de site zien wie er beschikbaar is en kan zich direct met de beschikbare collega in verbinding stellen. In de praktijk blijkt dat het soms toch lastig is om op zeer korte termijn invallers te vinden die een acute situatie kunnen oplossen. Gelukkig is er in het afgelopen jaar geen enkele klas naar huis gestuurd vanwege afwezigheid van de leerkracht. De scholen verdienen een compliment voor de flexibiliteit waarmee ze ziekte van een collega kunnen opvangen. Doordat er in iedere klas een pakket met werk voor de kinderen klaar ligt, kunnen de kinderen voor een dag verdeeld worden over de andere groepen. Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen naar huis gestuurd worden als er geen vervanger beschikbaar is. Tijdens de sollicitatiegesprekken blijkt telkens weer dat het aantal vrouwelijke kandidaten het aantal mannen ver overtreft. Dat is geen gewenste situatie. Voor de begeleiding van kinderen is het gewenst dat er een evenwichtige verdeling van zowel mannen als vrouwen is. In deze situatie zal op korte termijn geen verandering te verwachten zijn, gezien het geringe aantal mannen dat zich aanmeldt voor de PABO.


Functiemix

De stichting VCO heeft de ambitie om een aantrekkelijke werkgever te zijn waarbij carrièremogelijkheden volop worden benut. In het Convenant “De leerkracht van Nederland” en in de CAO is o.a. afgesproken om meer loopbaanmogelijkheden binnen het beroep van leraar te realiseren en om het criterium “opleiding” meer mee te laten wegen bij de functiewaardering in samenhang met het samenstel van werkzaamheden en verantwoordelijkheden. De functiemix houdt eigenlijk in hoe de verdeling van leraren over de salarisschalen is geregeld. Per 1-8-2010 waren de meeste leerkrachten ingeschaald in schaal LA en in de CAO is afgesproken dat per 1-8-2014 46% van de leraren in het PO in schaal LB moet zijn ingeschaald. Per 1-8-2013 had VCO 27,11% aan LB-leerkrachten. Terwijl het streefpercentage 32% was. Per 1-8-2014 heeft VCO 35% aan LB leerkrachten bereikt. We hebben echter het streefpercentage van 46% nog niet gehaald. We kunnen concluderen dat er ook het afgelopen jaar weer een stap is gezet. Er zijn in totaal 14 nieuwe LB-leerkrachten benoemd. We zullen het komend schooljaar weer een nieuwe ronde houden in het kader van de functiemix.

Streefpercentage

Realisatie

01-08-10

8%

6,14%

01-08-11

16%

9,74%

01-08-12

24%

21,78%

01-08-13

32%

27,11%

01-08-14

46%

34,96%

Ziekteverzuimbeleid Ziekteverzuimcijfers Het ziekteverzuimpercentage (ZVP) geeft aan welk deel van de arbeidscapaciteit in een bepaalde periode wegens ziekteverzuim verloren is gegaan. Natuurlijk worden de zieke leerkrachten wel vervangen en kunnen de lessen gewoon doorgaan. In 2011 zien we bij VCO een stijging van het ziekteverzuimpercentage van 5,59% naar 7,01%. Hiermee is VCO boven het landelijk gemiddelde van 6,46% gekomen. De afgelopen 2 jaar hebben we kans gezien de stijgende trend te keren. Over het kalenderjaar 2013 staat het ziekteverzuimpercentage op 4,76%. Ruim onder het landelijk gemiddelde. Een hoopvolle ontwikkeling. De meldingsfrequentie geeft het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer weer in het betreffende jaar. Hierbij zien we dat dit percentage bij VCO licht is gedaald naar 0,9. Het landelijk gemiddelde zit op1,05. Hierdoor zit VCO net iets onder het landelijk gemiddelde. De gemiddelde ziekteverzuimduur geeft aan hoeveel dagen werknemers per ziektemelding gemiddeld hebben verzuimd. De duur van de ziektes is gemiddeld behoorlijk opgelopen naar 29 dagen. Dit heeft te maken met een aantal langdurig zieke werknemers. We hopen dat dit gemiddelde volgend jaar weer zal dalen.


Ziekteverzuimpercentage

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Stichting VCO

7,4

6,51

3,05

4,3

3,97

5,59

7,01

5,46

4,76

Basis Onderwijs landelijk

5,9

5,8

5,9

6,0

6,2

6,08

6,46

6,44

6,5

Meldingsfrequentie

Stichting VCO

0,9

1,05

0,92

1,05

0,76

1,09

1,1

1,1

0,9


1,05

1,08

1,10

1,11

1,15

1,01

1,00

1,05

1,2

Gemiddelde ziekteverzuimduur Stichting VCO

16,22

30,9

17,33

18,96

32,14

27,40

20,00

21,20

29,00


20,1

17,23

17,07

16,86

17,17

18,72

18,88

21,98

21,00

Het ziekteverzuimbeleid van VCO is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel. Er is een ziekteverzuimbeleidsplan opgesteld waarin omschreven wordt welke maatregelen er genomen moeten worden ter bevordering van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers. Het plan draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat. Daarnaast is er in het plan een Protocol opgenomen wat van toepassing is bij ziekte en re-integratie van een werknemer. Ook in geval van werkhervatting is er een apart protocol van toepassing. Zieke werknemers worden begeleid door de arbodienst Perspectief. Wij hebben alle vertrouwen in een goede samenwerking met deze arbodienst.

Bedrijfsfitness

Om bij te dragen aan een betere gezondheid en conditie van het personeel en om een lager ziekteverzuimpercentage te bereiken heeft VCO een Regeling Bedrijfsfitness. Alle personeelsleden van de Stichting VCO kunnen hier aan deelnemen. VCO heeft al jaren een collectief contract afgesloten met Sportcentrum Iedema. VCO-medewerkers kunnen een onbeperkt aantal uren per week gebruik maken van bedrijfsfitness en van de overige faciliteiten die de sportschool biedt voor een aantrekkelijke prijs. De aantrekkelijkheid wordt vergroot omdat het verschuldigde abonnementsgeld mag worden betaald van het brutoloon. Hierover hoeft dan geen loonbelasting te worden betaald.


Financieel- en beheersbeleid Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2013 en ter vergelijking de balans per 31-12-2012. De balans is een momentopname van de bezittingen en schulden van de organisatie. Balans per 31-12-2013

1 1.2 1.3 1.5 1.7

Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa

31-12-2012 1.927.448 110.198 2.037.646

510.540 2.487.866

935.490 1.776.913

2.998.406

2.712.403

Vorderingen Liquide middelen

2 2.1 2.4 2.6

Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA

5.313.625

4.750.049

31-12-2013 3.584.136 638.250 1.091.239

31-12-2012 3.077.665 700.359 972.025

Passiva Eigen Vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden

TOTAAL PASSIVA

EXPLOITATIEREKENING OVER 2013

3 3.1 3.2 3.5 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2

31-12-2013 2.173.737 141.482 2.315.219

Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten SALDO BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo fin. Baten en lasten EXPLOITATIERESULTAAT

5.313.625

2013 EUR

2013 EUR

Actueel

4.750.049

Begroting

10.241.232 223.977 728.432

Actueel

9.076.500 194.700 647.300

11.193.641

2012 EUR

9.633.326 181.714 845.911

10.449.500

10.660.951

9.164.421 357.890 558.810 664.252

9.068.800 368.200 424.400 616.460

10.745.373

10.477.860

8.678.871 344.847 430.021 584.253

448.268

10.037.992

-28.360

622.959

59.314 1.112 58.202

22.000 1.300 20.700

506.470

-7.660

44.012 1.201 42.811

665.770


Exploitatie Het exploitatieresultaat over het boekjaar 2013 bedraagt € 506.470. Dit resultaat is positiever ten opzichte van het begrote resultaat van 2013, wat is berekend op -€ 7.660. Analyse van deze positieve afwijking leert dat de verschillen komen door een hogere Rijksbijdrage met name als gevolg van een tweetal nieuwe subsidies. Het betreft de subsidies Bijzondere en aanvullende bekostiging én Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten. Daarnaast was er een hogere bijdrage van het samenwerkingsverband Drieluik. Tegenover deze hogere baten staan deels ook hogere lasten. Zo vielen de personele lasten hoger uit dan begroot, veroorzaakt door extra inzet van personeel dat mogelijk was vanwege de toekenning van extra subsidies. Daarnaast zorgen ook de hogere pensioenpremies en sociale lasten voor een stijging. Hogere huisvestingslaten werden veroorzaakt door extra onderhoudswerkzaamheden bovenop het meerjarenonderhoudsplan, waardoor er eenmalig een extra dotatie aan de voorziening groot onderhoud is gedaan. Bovendien zijn de energielasten hoger dan begroot. Ook de overige instellingslasten zijn hoger uitgekomen dan begroot door o.a. de hogere uitgaven voor verbruiksmateriaal en het boekverlies op de beamers. Deze zijn vanwege technische mankementen vervroegd vervangen. De hogere financiële baten zijn grotendeels het gevolg van de stijging van de beurswaarde van de obligaties. De financiële ratio’s voor de solvabiliteit en liquiditeit zijn ruim voldoende. Hieronder geven we ze weer.

Kengetallen van VCO Vermogenspositie

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Solvabiliteit

56%

57%

53%

53%

54%

57%

65%

68%

Liquiditeit

2,3

2,3

2,14

1,62

1,39

2,0

2,8

2,7

Rentabiliteit

3%

6%

5%

-5%

-13%

10,9%

21,6%

14,1%

Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totale vermogen en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Een solvabiliteit van 33% is in het onderwijs goed te noemen. VCO heeft met 68% een goede solvabiliteit.


Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Het geeft de verhouding aan van de vlottende activa en de kortlopende schulden. Een liquiditeitsratio van 1 geeft aan, dat alle korte termijn verplichtingen opgevangen kunnen worden. Groter dan 1 geeft aan, dat er ook nog een buffer is voor plotselinge tegenvallers. Een ratio van 1,5 is goed te noemen. VCO heeft een liquiditeitsratio van 2,7.

Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan hoeveel rendement er op het eigen vermogen van de stichting wordt gemaakt. Het exploitatieresultaat wordt gedeeld door het eigen vermogen. Zo lang de solvabiliteitsratio boven de 40% ligt mag het rendement op het eigen vermogen tussen de 0% en 2% in liggen. Waarbij de 2% het doel mag zijn om het rendement op het eigen vermogen ongeveer gelijk te laten zijn aan de inflatie. De 0% als ondergrens is gezien de huidige omvang van het eigen vermogen toelaatbaar. VCO heeft over 2013 een positief rendement op het eigen vermogen van 14,1%. De conclusies van de interne financiële analyses zijn, dat de VCO, vanuit financieel perspectief goed in staat is om op korte en lange termijn aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen.


Huisvesting In het verslagjaar is er het nodige reguliere onderhoud aan de schoolgebouwen uitgevoerd. Zo zijn er scholen van binnen helemaal geschilderd en van nieuwe moderne vrolijke kleuren voorzien. Ook aan de buitenzijde zijn enkele scholen geschilderd. In 2013 is het schoolgebouw aan de Busken Huetlaan (De Schakel) aanzienlijk gerenoveerd. Met veel inzet van onze eigen onderhoudsmedewerkers zijn er onder meer nieuwe toiletten en een keuken gerealiseerd en zijn alle vloeren voorzien van nieuw linoleum. Het gebouw ziet er van binnen weer goed uit. Dat onderhoudswerk gebeurt op basis van een meerjaren onderhoudsplan zodat alles wat nodig is op tijd aan de beurt komt. Daarmee houden we de gebouwen in goede staat en tevens blijft de werkomgeving voor kinderen en leerkrachten plezierig en stimulerend. Al met al staan de schoolgebouwen er op het gebied van onderhoud aan zowel de binnen- als buitenkant er goed bij. Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van de leermiddelen en ICT-voorzieningen. In 2013 zijn er veel investeringen uitgevoerd. Dit betreffen vooral investeringen in ICT-apparatuur en netwerken bij nagenoeg alle scholen. Hieronder vallen ook de nieuw aangeschafte beamers voor alle scholen. De oude beamers, die nog niet volledig afgeschreven waren, gaven te veel technische problemen. Het afgelopen jaar is er gestart met de bouw van een nieuwe wijk (Het Waterfront). Het overgrote deel van de leerlingen uit deze wijk zullen naar verwachting naar Het Kompas gaan. Om deze extra leerlingen te kunnen huisvesten, zal het schoolgebouw uitgebreid moeten worden. Hierbij horen ook extra investeringen in meubilair en ICT-apparatuur. Met de uitbreiding is in 2013 een eerste aanzet gegeven en in het verslagjaar zijn belangrijke stappen gezet in de realisering van het project. De viering van het hoogste punt heeft inmiddels plaatsgevonden. De verwachting is dat begin 2015 deze nieuwe vleugel gerealiseerd zal zijn. Aansluitend wordt het bestaande gebouw geheel gerenoveerd. Door de uitbreiding en geplande renovatie is Het Kompas in staat om de leerlingenaanwas vanuit de nieuwe wijk Het Waterfront op te vangen. Daarnaast groeit Het Kompas ook sterk door de uitbreiding van de Leonardo groepen die speciaal voor hoogbegaafde kinderen zijn ingericht. Er wordt zelfs rekening gehouden met nog eens een uitbreiding op een later tijdstip met drie lokalen. Daarmee wordt Het Kompas dan één van de grootste scholen van Harderwijk.


Communicatiebeleid Alle scholen hebben een Communicatieplan waarin beschreven staat hoe de interne en externe communicatielijnen lopen. De scholen zoeken nu, meer dan vroeger, gelegenheden om bereikte resultaten voor het voetlicht te brengen. Dat zorgt er voor dat ouders belangstelling voor de school gaan tonen. Daarnaast geeft het de betrokken werkers in de school ook een vorm van erkenning wanneer er in de plaatselijke pers in lovende woorden over het onderwijs op de eigen school geschreven wordt. Jaarlijks wordt er per school een aantal artikelen geplaatst over zaken waar de school trots op is. Te denken valt dan aan onderwijskundige zaken als nieuwbouw, nieuwe ontwikkelingen, projecten, uitstapjes en dergelijke, maar ook het afscheid van een meester of juf of de komst van een nieuwe directeur. Speciale activiteiten die te maken hebben met het gekozen profiel van de school kunnen ook aanleiding vormen om de publiciteit te zoeken. In het afgelopen jaar zijn er een aantal gelegenheden geweest waarbij scholen of leerkrachten de regionale of zelfs de landelijke publiciteit hebben gehaald. Van scholen wordt verwacht dat zij hun resultaten in de Schoolgids bekend maken. De uitslagen van de Cito-eindtoets worden ook door de inspectie publiek gemaakt evenals de bezoekverslagen n.a.v. een inspectiebezoek. Dat is een goede ontwikkeling. De omgeving van de school heeft er recht op te weten hoe het gesteld is met de staat van het onderwijs. De folders waarmee de scholen de publiciteit zoeken zien er aanmerkelijk professioneler uit dan een aantal jaren geleden. De folders worden ontworpen bij één en hetzelfde bureau. Dat heeft naast een duidelijke demonstratie van verwantschap tussen de scholen ook geleid tot goede herkenbaarheid en het benadrukken van het schooleigene. De stichting heeft ter gelegenheid van de Open Dag bij hetzelfde bureau folders laten ontwerpen. Deze werden huis-aan-huis verspreid in heel Harderwijk. Ook zijn er voor alle scholen spandoeken voor de Open Dag gemaakt. We zijn sterk in de publiciteit getreden rondom het in januari gehouden symposium Hoogbegaafdheid in Het Startblok.


Kwaliteitsbeleid Kwaliteitskaarten

We maken gebruik van de Kwaliteitskaarten van Kees Bos. Er zijn nu een 4-tal kaarten afgesproken die voor alle scholen tegelijk zullen worden afgenomen. Dat brengt ook vergelijkingsmogelijkheden met zich mee. In het schooljaar 2013-2014 is op alle scholen het Integrale Personeelsbeleid (IPB) onder de loep genomen. In het afgelopen schooljaar is de aandacht uitgegaan naar de Oudertevredenheid. Daarnaast heeft elke school minstens 1 andere kaart die behandeld zal worden. Er is ook afgesproken de werkwijze enigszins aan de nieuwe kaarten aan te passen. In het verleden bedachten de scholen zelf de kwaliteitsindicatoren. In de nieuwe situatie zullen we ons wat meer laten leiden door de uitspraken die al in het pakket zijn opgenomen. De tevredenheid ten aanzien van de indicatoren wordt vervolgens gemeten bij leerkrachten, maar ook bij ouders, leerlingen en oud-leerlingen. Scoort de uitkomst lager dan de verwachte norm, dan stelt de school een verbeterplan op, waardoor er op termijn verbeteringen zullen worden doorgevoerd. Het is nog steeds de bedoeling dat over een reeks van jaren in ieder geval de volgende onderdelen aan bod zullen komen: Opbrengsten, Pedagogisch Klimaat, Leertijd, Leerstofaanbod, Didactisch Handelen, Leerlingenzorg en Kwaliteitszorg. Verder zijn er op VCO-niveau afspraken gemaakt over de norm die we willen halen en wie er worden bevraagd over de verschillende onderwerpen. Van groot belang vinden we dat er inzicht is in hoe ouders en kinderen het geboden onderwijs ervaren.

Ouderenquête

We vinden het van belang om periodiek de mening van alle ouders over hun school te peilen. Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld ten aanzien van de belangrijkste schoolaspecten zijn of haar mening te geven. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen, zijn o.a. het gebouw, de begeleiding, de deskundigheid van de leerkrachten, het Pedagogisch Klimaat op school, Rust en Orde op school, Deskundigheid van de Leerkracht en het Imago van de school. Het afgelopen jaar hebben we weer deze enquêtes uit laten gaan. Naast een overall plezierige totaalwaardering (slechts 2 scholen scoorden een iets lagere waardering dan 7) kwam er ook een schat aan informatie binnen waar de school gebruik van kan maken bij de begeleiding van de kinderen. We willen daar ons voordeel mee doen. Daarom worden de verbeterpunten opgenomen in de planning voor de nieuwe Schoolplanperiode. In de komende periode van 4 jaar wordt er dan aan de hand van de ingebrachte punten gewerkt aan de optimalisering van ons onderwijs. De ouderenquête wordt eens per vier jaar gehouden. De eerstvolgende herhaling van deze enquête zal plaatsvinden in het schooljaar 2017-2018.

Jaarverslag

In het onderwijs zijn we gewend om verantwoording af te leggen aan een boven ons geplaatste instantie. Meestal is dit het Bestuur of de onderwijsinspectie. De overheid heeft de laatste jaren een terugtredende beweging gemaakt en geeft het onderwijsveld meer ruimte en verantwoordelijkheid voor eigen beleid. Er komt zo meer macht bij het bevoegd gezag te liggen. Maar, zo is de gedachte, macht vraagt om tegenmacht. Daarom moeten onderwijsorganisaties ook publiekelijk verantwoording afleggen aan maatschappelijke organisaties en personen die als belanghebbende gezien kunnen worden. De Stichting VCO zal door middel van haar jaarverslag publiekelijk verantwoording afleggen aan de zogenaamde stakeholders. Vervolgens zullen de stakeholders uitgenodigd worden te reageren op het gevoerde beleid. Het gesprek dat hierop volgt, zal als leermoment kunnen dienen en mogelijk aanjager zijn voor een beleidswijziging op een bepaald terrein. Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd door de scholen. Ook zij maken een jaarverslag dat op de website wordt gepresenteerd.


De voornaamste belanghebbenden zijn de ouders. Met een vertegenwoordiging van de ouders gaat de school het gesprek aan over het gevoerde beleid. Elke school heeft de vrijheid daar een vorm voor te kiezen.

Externe betrekkingen

De stichting VCO zoekt binnen de haar toegemeten ruimte naar goede betrekkingen met diverse andere instanties. Zo is er op twee vlakken regelmatig overleg met de andere lokale onderwijsbesturen en de gemeente Harderwijk. Het is opvallend dat in het verband van het Lokaal Educatief Overleg (LEA) het overleg soepel verloopt. Ook in de andere contacten met de gemeente en de andere schoolbesturen zoeken we in harmonie en met oog voor onze belangen naar oplossingen voor de problemen die op onze weg komen. Het afgelopen jaar is ons gebleken dat de beloning van vrijwilligers nader zou moeten worden bekeken. Door een externe instantie wordt de huidige stand van zaken onderzocht en zo nodig zullen we de bestaande afspraken aanpassen. Via de Besturenraad bestaan er vruchtbare contacten met collega-onderwijsaanbieders in de regio. Zo mogelijk worden de vergaderingen bijgewoond. Op informeel niveau bestaat er ook een collegiale overlegkring met collega’s uit Nunspeet, Elburg, Heerde en Harderwijk. De stichting VCO zit in twee “Opleiden in de School”-verbanden: met de Marnix Academie in Utrecht en met de Christelijke Hogeschool in Ede. Hier worden de vergaderingen in de Stuurgroep en de werkgroepen ook bijgewoond door de Algemeen Directeur en schoolvertegenwoordigers. De Algemeen Directeur is bij de CHE ook aanwezig in de Werkveldadviesraad (een adviescollege met deskundigen uit de praktijk).


Beleidsvoornemens en toekomst In het strategisch beleidsplan (SBP) van VCO is op hoofdlijnen het beleid voor de periode van 2011-2015 beschreven. In het schooljaar 2013-2014 stond weer een periodieke tussentijdse evaluatie op de agenda. Uit dit nieuwe SBP zijn o.a. de volgende beleidsvoornemens naar voren gekomen die we in de komende jaren willen aanpakken. • N a de succesvolle start van de Functiemix willen we verder gaan op deze weg. We willen voldoende mensen interesseren voor deskundigheidsvergroting waardoor ze ook in aanmerking komen voor de inschaling in LB. • In het kader van de horizontale verantwoording zullen we ieder jaar op stichtingsniveau een uitgebreid jaarverslag uitbrengen onder onze stakeholders en andere belangstellenden. Ook maken alle scholen een eigen jaarverslag toegespitst op hun eigen school. • Het verder uitwerken van de plannen voor de invoering van het Passend Onderwijs en in het kader hiervan ook meer aandacht voor Differentiatie. De schoolteams zullen worden geschoold in het werken met Groepsplannen, Handelingsgericht Werken en de 1-Zorg-Route. • Verhogen van de kwaliteit van het onderwijs d.m.v. het Leren van Elkaar, Collegiale Consultatie en Collegiale Visitatie. Deze leervormen moeten binnen de scholen en tussen de scholen onderling beter worden ingevoerd en gestimuleerd. • Verder uitwerken van het Personeelsbeleid m.b.t. Aanstellingsbeleid. • Realiseren van Opbrengstbewustheid in de scholen. • Actualiseren en optimaliseren van kennis en vaardigheid van directeuren om lessen te beoordelen. • Onderzoeken wat we kunnen doen om de krapte van goede leerkrachten in de bovenbouw tegen te gaan. • Op een paar scholen neemt het percentage allochtone leerlingen toe. Wat betekent dit voor het onderwijskundig beleid van VCO? • Actief participeren in het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs. • Onderzoeken wat er in VCO-verband nodig is om het Passend Onderwijs goed vorm te geven: onderwijsassistenten, een grotere rol voor deskundigen, de opzet van een Trajectklas? • Afspraken maken over de Tussendoelen en Tussenopbrengsten binnen onze scholen (aansluitend bij de kwaliteitskaart Opbrengsten). • Afspraken maken over het gebruik van een geschikte Anti-Pestmethode. • Een plan ontwikkelen voor het uitvoeren van Intervisie op en tussen onze scholen. • Voortzetten van en uitbouwen van de mogelijkheden Leren van Elkaar. • Als Kwaliteitsinstrument hanteren we (de laatste versie) van de kaarten van Kees Bos. Er is afgesproken dat jaarlijks ook een kaart bovenschools zal worden afgenomen. De volgende afspraken zijn daarvoor gemaakt: 1. 2012-2013

Integraal Personeelsbeleid

2. 2013-2014

Ouderbetrokkenheid

3. 2014-2015

Opbrengsten

4. 2015-2016

Kwaliteitszorg


Kwantitatieve gegevens personeel en leerlingenaantallen

Aantal personen in dienst per locatie op 31-12-2013 (excl. Vervangers)

31-12-2008 31-12-2009 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2013*** School Het Baken 18 19 19 19 18 16 De Brug 26 27 26 27 28 30 Het Kompas** 14 21 22 19 18 18 De Rank 14 15 15 15 15 16 De Schakel 31 32 29 28 31 29 De Triangel 29 31 27 26 27 25 De Wegwijzer 15 17 17 16 17 16 Willem Alexander 20 21 18 18 18 18 Het Startblok 16 22 23 29 30 34 Het Bestuurscentrum 8 9 9 9 10 10 Totaal aantal 191 214 205 206 212 212 Totaal aantal VCO* 188 206 197 198 203 200 * Er is een verschil tussen Totaal aantal VCO en het Totaal aantal van de scholen omdat sommige mensen op meerdere scholen werken ** Per 1-8-2009 zijn er 2 Leonardoklassen gestart bij het Kompas, daarom is het aantal werknemers bij het Kompas gestegen *** Per 31-12-2013 waren er 9 personen via een soort payroll-organisatie werkzaam bij onze VCO-scholen. Zij zijn niet meegeteld bij het totaal aantal omdat ze niet bij VCO in dienst waren.

Aantal personen in dienst per locatie op 31-12-2013, uitgesplitst naar geslacht en naar soort dienstverband. School

aantal mannen

aantal vrouwen

aantal met vast contract

Het Baken 3 13 15 De Brug 5 25 30 Het Kompas 1 17 15 De Rank 3 13 15 De Schakel 5 24 27 De Triangel 5 20 25 De Wegwijzer 3 13 16 Willem Alexander 5 13 18 Het Startblok 4 30 32 Bestuurscentrum 6 4 10 Totaal aantal 40 172 203 Percentage 19% 81% 96%

aantal met tijd. contract 1 0 3 1 2 0 0 0 2 0 9 4%


Aantal fte’s (fulltime equivalents) per locatie

Werkelijke fte’s

School 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 Het Baken 12,01 13,26 12,28 12,19 11,74 10,04 De Brug 16,57 17,99 15,33 15,91 16,46 18,27 Het Kompas 9,55 10,15 12,24 10,37 11,38 11,10 De Rank 10,64 11,48 11,02 10,28 10,03 9,49 De Schakel 19,68 20,95 20,31 19,52 21,00 19,88 De Triangel 21,09 21,34 19,15 18,06 18,60 17,13 De Wegwijzer 10,76 12,09 11,29 10,24 10,56 10,35 Willem Alexander 14,72 15,31 12,64 11,80 11,84 11,48 Het Startblok 11,73 16,00 17,70 20,77 21,62 22,37 Bestuurscentrum 5,29 5,89 5,89 6,04 6,54 7,11 Totaal VCO

132,04

144,46

137,85

135,18

139,77

137,22

Via Spitant werden er per 31-12-2013 4,2 fte’s ingehuurd door VCO om op onze scholen te werken. Zij zijn in bovenstaand overzicht niet meegeteld.

Leeftijdsopbouw personeel VCO op 31-12-2013 in procenten

61 jr en ouder 14% t/m 30 jaar

t/m 30 jaar

29% 31 t/m 40 jaar 51 t/m 60 jaar

23% 41 t/m 50 jaar

31 t/m 40 jaar

27% 51 t/m 60 jaar 41 t/m 50 jaar

7%

61 jr en ouder

Aantal Personen uit dienst gegaan in het kalenderjaar 2013 (excl. vervangers) Redenen van ontslag

Pensioen Ontslag op eigen verzoek Arbeidsongeschikt/WIA Vaststellingsovereenkomst Totaal

Aantal personen

2 3 2 4 11


Leerlingenaantallen per locatie

Werkelijke aantallen Prognose

School

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 202 201 198 195 177 184 187 202 259 245 246 250 261 260 240 232 148 168 161 146 167 184 218 234 170 172 175 171 169 162 149 139 280 291 303 312 298 308 288 319 368 352 338 348 325 300 337 312 192 195 190 194 199 205 216 196 240 218 212 209 204 205 194 199 210 268 315 351 386 414 390 440

2016 201 224 255 131 319 331 189 205 448

Totaal VCO 2002 2069 2110 2138 2176 2186 2220 2219 2273

2303

Het Baken 199 De Brug 252 Het Kompas 146 De Rank 168 De Schakel 289 De Triangel 381 De Wegwijzer 178 Willem Alexander 239 Het Startblok 150

Leerlingenaantallen VCO 2250 2200 2176

2150

2220

2219

2138

2100 2050

2186

2110 2069

2000 1950

2008 2009 2010 2011 2012 2013

2014


Bestuur Het Bestuur van de Stichting VCO kwam in 2013-2014 10 keer bijeen voor een reguliere vergadering met het Bovenschools Management. Aan de orde kwamen de jaarlijks terugkerende onderwerpen zoals het bestuursformatieplan, de bestuursbegroting en het financieel jaarverslag. Verder werden de managementrapportages besproken en kwamen diverse onderwerpen aan de orde zoals Identiteit, Kwaliteit, Personeel en BSO (Buitenschoolse Opvang). Het Bestuur bestaat uit de volgende personen: De heer W. Rietvelt (voorzitter) De heer C. Hogeveen (secretaris) Mevrouw M. den Besten-Blom (portefeuillehouder financiën) Mevrouw W. van der Weg-van den Born (portefeuillehouder personeelszaken) De heer R. van Zwieten (portefeuillehouder Huisvesting) De heer N. van Hierden (portefeuillehouder Onderwijs) De heer P. Schultink


GMR In de GMR participeren alle 9 scholen van VCO. De samenstelling van de GMR bestaat uit een afgevaardigde uit de oudergeleding en een afgevaardigde uit de personeelsgeleding van de MR van iedere school. In het schooljaar 2013-2014 heeft de GMR 9 keer vergaderd. De voorzitter heeft regelmatig overleg met het BM. Tijdens één van de bestuursvergaderingen heeft de GMR een deel van de vergadering meegemaakt. Dit werd door alle betrokkenen als nuttig ervaren en zal een startpunt zijn voor meer en regelmatige contacten. Tijdens de vergaderingen van het afgelopen schooljaar zijn een groot aantal onderwerpen aan de orde gekomen zoals o.a. de samenwerking met VCO Hierden, het jaarverslag van VCO Harderwijk, de begroting, het vakantierooster, het internetprotocol, ondersteuningsplanraad, de impulsklas, de functiemix, passend onderwijs en een scala aan andere onderwerpen. Voorzitter van de GMR: Nataniël van der Meulen

Huishoudelijk Colofon Uitgave van de Stichting Voor Christelijk Onderwijs (VCO) Postbus 188 3840 AD Harderwijk T. 0341-431479 F. 0341-431184 E-mail: [email protected] Internet: www.vco-harderwijk.nl Samenstelling en redactie Reinalda Meyners, Asje Palland en Marjolen Veerbeek Ontwerp Studio Vrolijk

Stichting VCO Harderwijk. Jaarverslag Christelijk basisonderwijs in Harderwijk

Recommend Documents