Veilig Uitgaan in Harderwijk
Veiligheidsbeleving van ondernemers en uitgaanspubliek in het kader van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan
April 2011
Gemeente Harderwijk: Johan Poolen Jan Baron Uitvoerend bureau: Almere Marktonderzoek Advies BV Roely Graman- de Vroedt Advies: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Richard Telderman
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave………………………………………………………………………….2 Samenvatting onderzoek ...................................................................................... 3 Samenvatting uitgaanspubliek .............................................................................. 4 Samenvatting horecaondernemers ....................................................................... 6 Aanbevelingen en slotopmerking .......................................................................... 8 1.
Inleiding ......................................................................................................... 9
2.
Uitgaanspubliek ........................................................................................... 10
2.1
Het uitgaansleven in Harderwijk ............................................................... 10
2.2
Veiligheidsbeleving buiten: de openbare ruimte ....................................... 14
2.3
Veiligheidsbeleving binnen: ín de uitgaansgelegenheden ....................... 17
2.4
Veiligheid verhogende maatregelen ......................................................... 20
3.
Horecaondernemers ................................................................................... 21
3.1
Ondernemend Harderwijk ........................................................................ 21
3.2
Veiligheidssituatie ondernemers .............................................................. 22
3.3
Veiligheid buiten, in de openbare ruimte .................................................. 25
3.4
Veiligheidsmaatregelen ............................................................................ 27
3.5
Samenwerking externe partners .............................................................. 33
3.6
Beheer Openbare Ruimte ........................................................................ 34
Bijlage
Opzet en uitvoering van het onderzoek .............................................. 36
2
Samenvatting Onderzoek Veilig Uitgaan in Harderwijk 2011 De Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) is een onderdeel van het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Harderwijk en is een hulpmiddel om structureel te gaan samenwerken op het gebied van veilig uitgaan. Op dit moment is de gemeente Harderwijk samen met de politie en de horecaondernemers bezig om een KVU op te zetten voor het uitgaan in Harderwijk. De projectgroep KVU Harderwijk heeft een aantal gegevens op een rij gezet in dit startdocument, welke gelden als een zgn. 0-meting voor dit project. Deze gegevens hebben betrekking op de objectieve en subjectieve veiligheidsbeleving in de binnenstad van Harderwijk en omgeving Flevoweg / N 302. Voor de 0-meting worden gegevens verzameld en geanalyseerd vanuit de gemeente, een enquête horecaondernemers, een enquête uitgaanspubliek. Ook is voor de 0-meting een verslag van de politie over de aangiftecijfers binnen het projectgebied KVU nodig, welke momenteel in een afrondende fase is. Het is tevens aan te bevelen om met de samenwerkende partijen een (jaarlijkse) schouw te verrichten van de betreffende uitgaansgebieden. Aanvullend kunnen indien gewenst nog single interviews worden afgenomen met zgn. sleutelfiguren of een probleeminventarisatie (brainstormsessie) worden uitgevoerd met de samenwerkende partijen (horeca, gemeente, politie, brandweer, bewoners). Het projectgebied KVU Harderwijk omvat de uitgaansgelegenheden: Binnenstad Harderwijk en Harders Plaza aan de Flevoweg / N 302. Harders Plaza
Binnenstad
3
Twee van eerder genoemde meetinstrumenten worden in dit verslag nader uitgewerkt. Het betreft de resultaten van een: enquête horecaondernemers en enquête uitgaanspubliek. Het onderzoek onder het uitgaanspubliek is in maart 2011 gehouden, waarbij in verschillende uitgaansgelegenheden in Harderwijk een vragenlijst is uitgedeeld en direct na invulling weer opgehaald. Ook in de zogeheten „droge‟ horeca zijn een beperkt aantal vragenlijsten opgehaald. In totaal zijn 456 bruikbare enquêteformulieren verzameld, waarmee gesteld kan worden dat de uitkomsten representatief zijn voor het uitgaanspubliek in Harderwijk. In maart 2011 is ook een enquête horecaondernemers binnen het projectgebied in Harderwijk ingesteld. Van de in totaal 80 horecaondernemers die binnen het projectgebied KVU Harderwijk vallen, hebben 45 ondernemers de enquête ingevuld. Geconstateerd wordt dat een respons van 56%, bij de gevolgde methode van uitzetten en ophalen van de formulieren, relatief hoog is. Het responspercentage is mede bepaald doordat veel restaurants de enquête niet hebben ingevuld. Er is dan ook veel waardering voor de grote bereidheid van horecaondernemers om aan deze enquête mee te willen werken. De enquête uitgaanspubliek en enquête horecaondernemers is anoniem verwerkt en er zijn geen herleidingen naar personen of een bepaalde horecaondernemer of -bedrijf. Samenvatting enquête uitgaanspubliek
Over het algemeen ervaart het publiek de uitgaansgebieden in Harderwijk voor 4/5 deel als heel plezierig en gezellig, dat is een hoog percentage. Wel vindt men dat er te weinig variatie is voor de verschillende leeftijdsgroepen en te weinig aanbod van muziekstijlen. De gemiddelde leeftijd van de 456 respondenten die de enquête hebben ingevuld is 24 jaar en betreft ongeveer een gelijk aantal mannen en vrouwen, Opvallend is, dat slechts 1/3 deel van het uitgaanspubliek in Harderwijk woont, de rest komt uit de directe omgeving en woont voornamelijk in Ermelo, Nunspeet, Putten, Zeewolde, Lelystad, Zutphen en Zwolle (Gelderland, Flevoland en Overijssel). Bezoeker aan de binnenstad van Harderwijk komen significant vaker uit Harderwijk zelf. De bezoeker aan Hardersplaza komen uit veel verschillende plaatsen. Het meeste uitgaanspubliek komt met de auto, het uitgaanspubliek uit Harderwijk zelf komt vooral met de fiets. Een relatief hoog aantal mannen en vrouwen (10%) neemt de taxi van en naar het uitgaansgebied (mannen zelfs 14%). Dit is vooral opvallend, daar de horecaondernemers richting gemeente met regelmatig aangeven dat er te weinig taxi‟s zijn. Aan het eind van de avond neemt men vanaf Hardersplaza vaker de taxi (12%) dan vanuit de binnenstad (8%). Bijna de helft van het ondervraagde uitgaanspubliek gaat meerdere keren per week uit, bij voorkeur naar een café/bar of discotheek. Veruit de meeste ondervraagde uitgaanspubliek is op stap in groepen van meer dan twee personen (90%), waarbij een groep van 3 of 4 personen het meest voorkomt (30%). Opvallend is dat een groep van 7 of 10 personen of meer nog altijd in gemiddeld 30% van de gevallen voorkomt, terwijl groepen in een discotheek dikwijls geweerd worden (volgens de huisregels). Het grote aantal personen dat in groepen uitgaat is te verklaren door preventieve maatregelen vanuit veiligheidsoverwegingen (al of niet bewust).
4
In het openbaar uitgaansgebied voelt 30% van de respondenten van het uitgaanspubliek zich de afgelopen 3 maanden (soms) onveilig, in het bijzonder in de Bruggestraat, in de stegen, op het plein/markt, Vijestraat en de Boulevard. Ondanks dat er veel in groepsverband wordt uitgegaan uit veiligheidsoverwegingen, voelt een relatief hoog aantal zich toch nog onveilig in het openbaar uitgaansgebied. De onveiligheidsgevoelens worden voornamelijk veroorzaakt door groepen allochtonen jongeren (19%), dronken mensen (16%), donkere plekken (15%) of door groepen jongeren in het algemeen (12%). In de uitgaansgelegenheid (café/bar, discotheek, dancing) voelt 23% van de respondenten van het uitgaanspubliek zich (soms) onveilig, hetgeen in vergelijking met andere steden opmerkelijk hoog is. Weliswaar geeft men aan zich onveilig te voelen in de horecagelegenheid in het algemeen, maar aangenomen mag worden dat het percentage bij restaurants lager ligt. Hierdoor zal het onveiligheidsgevoel in de “natte” horecagelegenheid aanzienlijk hoger uitvallen. De onveiligheidsgevoelens in de horecagelegenheid wordt het meest veroorzaakt door de agressieve sfeer, vechtpartijen en dronken personen, in mindere mate door groepen (allochtone) jongeren en omdat het te vol is. Het merendeel van de ondervraagden vindt dat er voldoende politie is of heeft geen idee/mening hierover (69%). Zeer positief wordt de rol van de portier ervaren door het uitgaanspubliek, liefst 81% vindt zijn optreden vriendelijk tot zeer correct. 74% vindt de aanwezigheid (heel) belangrijk. Vooral mannen geven aan (12%) de rol van de portier niet correct en onvriendelijk te vinden. Daarbij moet wel in overweging worden genomen dat volgens de horecaondernemers er slechts 5 (11%) een portier in dienst hebben. De afgelopen drie maanden waren 11 personen van de respondenten de toegang tot de horecagelegenheid wel eens geweigerd. Voor bijna ¾ deel was dat de eerste weigering die ze hadden meegemaakt, een ¼ deel had dit veel maker meegemaakt. Belangrijkste reden voor de weigering was dat men te jong was, geen geldige legitimatie kon tonen of soms werd gezegd dat de toegang enkel voor vaste klanten was. Het merendeel van de geweigerden vond de reden onterecht (70%). Het is niet bekend of de huisregels van de horeca in voldoende mate bekend zijn voor het uitgaanspubliek. In de meeste gevallen houdt de persoonlijke preventie tijdens uitgaan in, dat men in groepsverband uitgaat, ook wel agressie uit de weg gaan en een mobiel meenemen worden door de respondenten genoemd. 37% neemt geen maatregelen. Het overgrote deel van de respondenten vindt het uitgaansgebied van Harderwijk veilig genoeg (87%). Om het gebied nog veiliger te maken, vraagt een klein deel van de respondenten (10 personen) meer politie of ander toezicht in te zetten. Opmerkelijk is dat niemand van het publiek de aanwezigheid van cameratoezicht in het uitgaansgebied van Harderwijk als extra toezicht ziet of noemt.
5
Samenvatting enquête horecaondernemers
Uit de enquête blijkt dat vrijwel alle bedrijven op zaterdag de meeste bezoekers hebben, er zijn dan gemiddeld 140 personen aanwezig. Harders Plaza heeft op zaterdag gemiddeld 1600 bezoekers (maximaal aantal personen is 2000) Ruim 2/5 deel van de horecaondernemers voelt (wel eens) onveilig in hun bedrijf en/of in de omgeving van hun bedrijf. Daarbij voelen zij zich gemiddeld 8 maal per jaar onveilig. 37% van de ondernemers is ook daadwerkelijk weleens bedreigd. Bij de bedreigingen wordt met name verbaal geweld gebruikt (70%), in mindere mate fysiek geweld en intimidatie. De ondernemers geven aan dat de kans op slachtofferschap het afgelopen jaar is gestegen (25%) of gelijk is gebleven (50%). Bijna 4/5 deel van de horecaondernemers geeft aan dat in de omgeving van hun bedrijf vaak/soms overlast is van vechtpartijen, bedreiging/intimidatie en discriminatie, 55% zegt vaak/soms overlast te hebben van drankgebruik. Eveneens geeft 55% van de horecaondernemers aan, dat seksueel geweld/ intimidatie vaak/soms voorkomt. Geweld en agressie, waaronder vechtpartijen, mishandeling, bedreiging, seksueel geweld/intimidatie zijn de meest voorkomende situaties van onveiligheid in het uitgaansgebied van Harderwijk. Welke vormen van seksueel geweld/intimidatie zich in de omgeving van het horecabedrijf afspelen is in dit onderzoek niet naar voren gekomen. Ook discriminatie is een vaak genoemd voorval. Als grootste probleemveroorzakers wordt door 36% van de respondenten aangegeven dat dit allochtonen betreft. Verder worden ook jongeren in het algemeen die al of niet dronken zijn, als veroorzakers van de grootste problemen in verband met de veiligheid in het uitgaansgebied gezien. In totaal werken relatief weinig horecaondernemers met portiers (11%, = 5 personen). Zij hebben allen het diploma Horecaportier soms aangevuld met een EHB of BHV diploma. Bijna alle cafés, bars en discotheken hanteren huisregels voor toelating van uitgaanspubliek. Deze huisregels worden voornamelijk door de horecaondernemers bepaald door gedrag, alcohol- en drugsgebruik van de bezoekers. 2/3 deel van de horecaondernemers hanteert de huisregels van de Koninklijk Horeca Nederland (KHN) en ruim 1/3 deel heeft alleen eigen huisregels. De ondernemers geven aan (zeer) positief te staan tegenover collectieve ontzeggingen (80%), dus zowel voor de collectieve horeca ontzegging als gebiedsontzeggingen Opmerkelijk is dat ongeveer 60% van de ondervraagde respondenten aangeeft geen enkele cursus op gebied van zelfverdediging of beveiliging te hebben gevolgd. Tot de standaarduitrusting van portiers behoort een mobiele telefoon waarmee de horecatelefoon (gsm-nummer) van de politie gebeld kan worden. 2/5 deel van de horecaondernemers streeft een bepaald mix van bezoekers na in hun bedrijf, welke mede wordt bepaald door leeftijd, groepsomvang en kleding. De huidige contacten met de politie en brandweer worden in het algemeen (85%) als positief tot zeer positief ervaren. Als reden wordt opgegeven de prima contacten met de brandweer en de goede samenwerking en het professionele handelen van de politie.
6
Ongeveer 14% is ontevreden tot zeer ontevreden over de contacten in het verleden met de politie en brandweer. De algemene brandveiligheidsaspecten worden door de horecaondernemers zeer serieus genomen. Ruim ¾ deel laat de jaarlijkse brandveiligheidscontrole uitvoeren. Ten aanzien van training, instructie en brandveilige inrichting in het bedrijf kan wellicht nog wat verbeterd worden. Ondernemers hebben om diverse redenen contact met de politie gehad, merendeels om aangifte te doen (54%), maar ook om gedrag van personen in de horeca en opheldering van vechtpartijen (ieder 29%). Ondernemers hebben in de omgeving van hun bedrijf vooral last van vervuiling van het openbaar gebied (55%), wildplassen (55%) en vernieling van straatmeubilair (48%) en graffiti (29%). Iets minder dan de helft van de ondernemers vindt dat het centrum van Harderwijk voldoende wordt schoongemaakt, 45% vindt de schoonmaak matig tot onvoldoende. Qua onderhoud en reparaties geeft 60% aan dit voldoende te vinden of niet te weten. De verlichting rondom de horecagelegenheden vindt bijna 4/5 deel in orde. Als het grootste probleem op gebeid van veiligheid geven ondernemers aan, dat er onvoldoende (zichtbaar) politie is (27%), volgens 13% wordt de drugsproblematiek genoemd. Horecaondernemers geven aan onderling met elkaar te willen samenwerken, tevens met de gemeente (hoogste percentage 39%), politie en brandweer. Tenslotte willen de ondernemers in overleg over het parkeren in de binnenstad. In het algemeen geven horecaondernemers aan overleg met elkaar te willen in het project KVU en dat dient dan te gaan over algemene veiligheidsaspecten in het uitgaansgebied.
7
Aanbevelingen n.a.v. de ingestelde enquête uitgaanspubliek en enquête horecaondernemers in 2011 in het uitgaansgebied Harderwijk:
Communicatie: meer samenwerking (structureel) met horeca, gemeente, politie en brandweer actief communiceren naar publiek over de regels van de KHN en andere huisregels, waardoor toelatingsbeleid transparanter wordt het cameratoezicht in de binnenstad van Harderwijk geeft terugkoppeling bij de gestelde prioriteiten vanuit het project KVU Aanpak: maatregelen ter vermindering van geweld en agressie (zoals vechtpartijen, bedreiging/intimidatie, agressief gedrag en mishandeling)
snelle uitvoering onderhoud en reparaties in het openbaar gebied, onder meer n.a.v. meldingen (ook ”zichtbaar” schoonmaken)
verhoging van veiligheidsgevoelens van het uitgaanspubliek, zowel in het openbaar gebied en ook in de horecagelegenheden
aanpak van overlast gevende groepen jongeren in het uitgaansgebied, w.o. allochtonen
verminderen overlast in het uitgaansgebied door alcohol- en drugsgebruik
tegengaan van seksuele intimidatie/geweld in het uitgaansgebied
aanbieden van agressietrainingen en andere veiligheidstrainingen aan horeca
instellen van een collectieve horeca ontzegging (CHO) voor personen die zich misdragen, e.e.a. volgens de landelijke regeling van de KHN
Slotopmerking
De projectgroep KVU Harderwijk zal in april/mei 2011 de aanbevelingen vanuit de 0meting voor het project KVU Harderwijk formuleren, welke vervolgens door het gemeentebestuur dienen te worden bekrachtigd. Om een goed inzicht te krijgen hoe de (objectieve en subjectieve) veiligheid in het uitgaansgebied in Harderwijk er voor staat, zullen ook de aangiftecijfers van de politie bij deze 0-meting betrokken worden. Wellicht dat ook andere instrumenten ingezet kunnen worden om meer inzicht te krijgen, welke veiligheidsactiviteiten er ingezet kunnen worden. Te denken valt aan een bewonersenquête en interviews met zgn. sleutelfiguren. Ook kan gebruik worden gemaakt van het benutten van een afwegingsinstrument ontwikkeld door het CCV, welke soort maatregelen het eerst aandacht verdienen.
8
In mei 2001 dient vervolgens een plan van aanpak te worden gemaakt, welke zo mogelijk in begin juni 2011 in het convenant KVU Harderwijk kan worden opgenomen en ondertekend.
1.
Inleiding
Als onderdeel van het integraal veiligheidsbeleid van de Gemeente Harderwijk is in het kader van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan een onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie in het uitgaansgebied van Harderwijk. De centrale vraag van het onderzoek is: Hoe veilig is het uitgaansgebied van Harderwijk volgens het publiek en de horeca ondernemers. De vraag zal worden beantwoord aan de hand van de volgende onderzoeksvragen:
Voelen bezoekers van Harderwijk zich veilig als zij uitgaan in de binnenstad van Harderwijk (incl. Harders Plaza)? Voelen horecaondernemers en hun personeel zich veilig tijdens hun werk in het uitgaansgebied van Harderwijk?
Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt de beleving van het uitgaanspubliek weergegeven, terwijl in hoofdstuk drie wordt ingegaan op de beleving van horecaondernemers en hun medewerkers.
9
2.
Uitgaanspubliek
In dit hoofdstuk worden de resultaten uit de enquête gepresenteerd die onder het uitgaanspubliek in Harderwijk is gehouden. Wie gaat er uit in Harderwjk? Hoe en waar gaan ze op stap en hoe ervaren zij het uitgaansleven met betrekking tot veiligheid? 2.1
Het uitgaansleven in Harderwijk
Achtergrond uitgaanspubliek Invullers zijn iets meer vrouwen en meisjes (55%) dan mannen en jongens (45%), en zijn voor het merendeel onder de 25 jaar oud (74%). De gemiddelde leeftijd van het uitgaanspubliek ligt op 23,9. Woonplaats De uitgaanders wonen in verschillende plaatsen zoals: Ermelo, Nunspeet, Putten, Zeewolde en Lelystad, Zutphen en Zwolle. Ongeveer 1/3e woont in Harderwijk (32%). Het is niet bekend of de mensen die vanuit een andere plaats naar Harderwijk komen om uit te gaan binding met Harderwijk hebben in de vorm van familie of vrienden die hier wonen, of dat zij om andere redenen hier uitgaan. Hardersplaza trekt significant meer bezoekers van buiten Harderwijk Uitgaan in Harderwijk Het ondervraagde uitgaanspubliek gaat meestal 1 – 2 x per week uit (35%). 43% doet dat in Harderwijk, 32% bezoekt wisselende plaatsen zoals: Amsterdam, Almere, Amersfoort, Utrecht en Zwolle. 26% gaat meestal in een andere plaats uit en noemt dan onder meer bovenstaande plaatsen. Een groot deel noemt ook de woonplaats als plaats om uit te gaan. Men gaat meestal met een groep van 3 of 4 personen (30%) de samenstelling van de groep is meestal gemengd (51%). Grotere groepen gaan significant vaker naar Hardersplaza. Vervoer Figuur 2.1 Vervoermiddel, in %
Vervoermiddel gekomen 60%
56% 51% 45%
40%
29% 28%
29%
Man 20%
13%
10% 6%
Vrouw
8% 2% 2% 2%
1% 0% 1%
0%
10
2%
4% 3%
6% 2%
Totaal
Figuur 2.2 Vervoermiddel naar huis, in %
Vervoermiddel terug naar huis 60% 51% 48% 44%
40% 31% 29% 27%
Man
20% 11%
14% 8% 9%
7% 2% 1% 2%
1% 0% 0%
1% 1% 1%
10%
Vrouw Totaal
0%
Er is geen significant verschil in het vervoersgebruik tussen mannen en vrouwen. Wel blijken de meeste bezoekers met de auto te komen (51%). Dit is zowel als men zelf heeft gereden of is meegereden. 10% van personen die met de auto zijn gekomen gaat met een taxi terug. Hoe jonger de respondent, hoe meer gebruik wordt gemaakt van de fiets (29%). Er wordt soms gecombineerd gebruik gemaakt van de vervoerswijzen (fiets en bus, bus en lopend). Frequentie Nagenoeg alle ondervraagden (86%) gaan één of meerdere keren per maand uit, terwijl 46% daarvan zelfs één of meerdere keren per week ‟s avonds de stad in gaat.
11
Figuur 2.3 Het aantal keer dat men uitgaat, in %
Frequentie uitgaan 60%
40%
35% 34% 35% 30% 27%
Man
28%
Vrouw 20% 6%
8% 4% 5%
Totaal
15%
13% 12% 13%
11%
11% 6%
5%
0% 1e keer
2x per week >
1-2 x pw
2-3x pw
1 x per maand
minder vaak
Uitgaansgelegenheden De meest populaire plaatsen om uit te gaan blijven cafés of bars en discotheken (zie tabel 2.1). Men gaat hier vooral heen vanwege de goede sfeer en de soort muziek, de vrienden komen er en er komen leuke mensen of men hoort het via via. Tabel 2.1 Locatie van uitgaan %1 51 50 20 12 6 5 4 3 2 7
Café of bar Discotheek Dancing Restaurant Snackbar Eetcafé Fastfood restaurant Bioscoop Jongerencentrum Overig
Uitgaansgezelschap De meeste ondervraagden zijn op stap in groepen van meer dan twee personen (74%). De samenstelling van de groep is meestal gemend (51%). Daarnaast gaat men vooral samen met iemand anders uit: met een vriend of vriendin (17%) of met de eigen partner (stelletje) (8%).
1
Omdat sommige mensen meerdere soorten uitgaansgelegenheden op een avond bezoeken is het totaalpercentage hier hoger dan 100%. Let op: 50% van de steekproef is in Hardersplaza gerealiseerd.
12
Figuur 2.4
Uitgaansgezelschap in %
Gezelschap 60%
40% 33% 30% 27% 19% 17% 13%
20% 9% 3%
6%
24% 21% 19% 16% 17% 13%
8%
Man Vrouw Totaal
11% 4%
1% 2%
7%
0% alleen
stelletje
tweeen
groep 3 - 4 groep 5-6 personen personen
groep 7 - groep meer 10 dan 10 personen
Oordeel uitgaansleven in Harderwijk Om een beeld te krijgen hoe het publiek denkt over het Harderwijkse uitgaansleven is aan personen die niet voor de eerste keer in Harderwijk uitgaan (N= 360) gevraagd hoe tevreden zij zijn over het aanbod in Harderwijk. Op de vraag: “Is het uitgaanscentrum in Harderwijk leuk en plezierig genoeg?” beantwoord 78% positief. Indien men nee antwoord noemt men vooral dat er te weinig 16+, maar juist ook 25+ of 30+ gelegenheden zijn. Er is te weinig variatie in het huidige aanbod en men geeft aan meer verschillende muziekstijlen te missen.
13
2.2 Veiligheidsbeleving buiten: de openbare ruimte / op straat Wanneer bezoekers zich naar de uitgaansgelegenheden begeven en daar weer van weggaan, krijgen zij te maken met de openbare ruimte die rondom de gelegenheden liggen. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op gevoelens omtrent veiligheid en onveiligheid in deze openbare ruimte. Hoe beleven de bezoekers dit gebied en hoe veilig voelen zij zich daar tijdens het uitgaan? Onveiligheidsgevoelens De meeste respondenten die uitgaan in Harderwijk (45%) hebben zich hier de afgelopen 3 maanden nooit onveilig gevoeld. Mannen 57%, vrouwen 35% (figuur 2.5b). Figuur 2.5
Onveiligheidsgevoelens tijdens uitgaan in de afgelopen drie maanden, in %
Onveilig op straat - totaal respons
5%
8%
45%
17%
altijd onveilig meestal onveilig
25%
soms wel, soms niet meestal niet onveilig nooit onveilig
14
Figuur 2.5b
Onveiligheidsgevoelens tijdens uitgaan in de afgelopen drie maanden, naar geslacht in %
Onveilig op straat - per geslacht 60%
57%
40%
34%
35%
Man 22%
20%
Vrouw 15%
11%
10%
8%
6% 3%
0% altijd onveilig meestal onveilig soms wel, soms niet
meestal niet onveilig
nooit onveilig
Het overgrote deel van het uitgaanspubliek voelt zich dus veilig in het uitgaansgebied in Harderwijk (70%). Desondanks moet in het oog worden gehouden dat 30% van de respondenten zich soms (17%), meestal (8%) of altijd (5%) onveilig voelt. Het gaat hier dan om 29% van de mannen en 31% van de vrouwen. Onveilige plekken Om meer zicht te krijgen op de aanleiding van de onveiligheidsgevoelens is aan de respondenten die zich onveilig voelen gevraagd op welke plekken in het uitgaansgebied zij zich zo voelen en waarom. Dit kan de aard en de betekenis van de veiligheidsbeleving verhelderen. 119 personen noemen daadwerkelijk een gebied, zoals: Op straat (algemeen)(18%), Bruggestraat (13%), in de stegen (12%), op het plein/ markt 10%) in de Vijestraat (9%), de Boulevard (8%), en overige plaatsen in de binnenstad (25%). Oorzaken onveiligheidsgevoelens Van de respondenten die zich niet altijd veilig voelen in het uitgaansgebied, geeft het merendeel aan dat dit komt door groepen allochtone jongeren (19%), dronken mensen (16%), op locaties waar het donker of stil is (15%), door groepen in het algemeen (12%) of jongeren in het bijzonder (gemengde samenstelling)(11%).
15
Sommige respondenten noemen ook „agressieve sfeer‟, „negatieve ervaringen in het verleden‟, of „vechtpartijen‟ als oorzaak voor onveiligheidsgevoelens.
De rol van de politie De mening over het politietoezicht is verdeeld. Het merendeel van het uitgaanspubliek (39%) vindt dat er voldoende politietoezicht aanwezig is tijdens de uitgaansuren.
Figuur 2.6 Voldoende politie toezicht, in %
Voldoende politie toezicht?
30%
39%
voldoende onvoldoende
31%
weet niet/ geen idee/ geen mening
Spelen onveiligheidsgevoelens alleen in de openbare ruimte? Is het vooral op straat en op de pleinen waar men zich onveilig voelt als men uitgaat? Het is onvermijdelijk om daarmee in contact te komen als men uitgaat, van de ene uitgaansgelegenheid naar de andere gaat of aan het eind van de uitgaansavond weer naar huis vertrekt. Zelfs al komt men per auto naar het uitgaansgebied, dan nog is er de weg van de parkeerlocatie naar de discotheek of café of bar. Maar naast de aspecten die in de openbare ruimte een rol spelen voor het gevoel van veiligheid is er ook gevraagd naar onveiligheidsgevoelens binnen, in de uitgaansgelegenheden.
16
2.3 Veiligheidsbeleving binnen: ín de uitgaansgelegenheden Het uitgaanspubliek voelt zich dus redelijk veilig in het openbaar gebied rondom de uitgaansgelegenheden. Maar voelen zij zich ook veilig in de uitgaansgelegenheden? In deze paragraaf wordt ingegaan op de veiligheidsbeleving, de rol van de portier en het deurbeleid. Veruit het grootste deel van de respondenten (77%) heeft zich in de afgelopen drie maanden veilig gevoeld in een uitgaansgelegenheid. Figuur 2.7 Gevoel van onveiligheid in uitgaansgelegenheden, in %
Onveilig in de horeca, in %
10%
58%
7%
6%
altijd onveilig meestal onveilig
19%
soms wel, soms niet meestal niet onveilig nooit onveilig
Figuur 2.7b Gevoel van onveiligheid in uitgaansgelegenheden, naar geslacht in %
Onveilig in uitgaansgelegenheid- per geslacht 80% 65%
60%
52%
40%
Man Vrouw
23%
20%
12%
14% 9%
7%
9%
7% 2%
0% altijd onveilig
meestal onveilig
soms wel, soms niet
17
meestal niet onveilig
nooit onveilig
Het is een goed teken dat veruit de meeste mensen zich veilig voelen in de uitgaansgelegenheden (70%). Het deel van het publiek dat zich niet altijd veilig voelt bestaat uit iets meer vrouwen dan mannen. Het gevoel van onveiligheid wordt met name veroorzaakt door negatief gedrag of sfeer binnen de uitgaansgelegenheid. Agressieve sfeer (18%) of vechtpartijen (16%), dronken mensen (13%) worden het meest genoemd als veroorzakers van de onveiligheidsgevoelens. Daarnaast worden specifieke groepen bezoekers genoemd: groepen algemeen (13%), allochtone jongeren (10%), jongeren in gemengde groepssamenstelling (6%) of groepen jonge mannen (6%). Overigens noemen vrouwen vaker dat men zich onveilig voelt indien het in de uitgaansgelegenheid te druk of te vol is (11%).
De rol van de portier De portier speelt een belangrijke rol in het gevoel van veiligheid bij het uitgaanspubliek (74%). Figuur 2.8 Rol van de portier, belangrijkheid in %
Rol van de portier 60%
44% 40%
39%
40%
34%
36%
Man
28%
Vrouw 20%
17% 13% 9%
Totaal 11% 7%
8% 5%
4%
3%
niet zo belangrijk
niet belangrijk
2% 1% 1%
0% heel belangrijk
belangrijk
neutraal
geen mening
Het optreden van de portier stemt bij velen tot tevredenheid. Door de meeste respondenten (81%) wordt dit optreden als correct en vriendelijk tot zeer correct en
18
vriendelijk beoordeeld. Daartegenover staat dat 12% van de respondenten het optreden van de portier (niet zo) correct of vriendelijk vindt. Van hen noemt 5% het optreden van de portier zelfs helemaal niet correct en zeer onvriendelijk. Vrouwen/ meisjes vinden de aanwezigheid van een portier belangrijker dan mannen/jongens. Het zijn vooral jongens die aangeven dat het optreden van de portier niet correct of vriendelijk is/was. Figuur 2.8b Rol van de portier, optreden in %
Optreden van de portier 60%
55% 51%
53%
40% 31% 26%
28%
Man Vrouw
20%
Totaal 9%
6% 7%
8% 3%
5%
2% 3% 2%
5%
3% 4%
0% zeer correct/ correct/ vriendelijk vriendelijk
niet zo erg helemaal niet correct correct / /vriendenlijk vriendelijk
anders
geen gelegenheid met portier
De toegang geweigerd In totaal hebben 11 personen uit de steekproef in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek meegemaakt dat hem of haar persoonlijk, of iemand waarmee zij uitgaan, de toegang tot een uitgaansgelegenheid werd geweigerd. Bijna ¾ (71%) van de respondenten die zoiets had meegemaakt (zelf of één van de uitgaansvrienden) geeft aan dat het één weigering betrof, 22% twee tot vier weigeringen en 8% is naar eigen zegge meer dan vijf keer geweigerd. Belangrijkste redenen die worden genoemd zijn de leeftijd (men is te jong (28%) of het feit dat de bezoeker geen geldige legitimatie kon tonen (19%). Andere redenen die ment noemt zijn: o.a.: dat men geen gast of vaste klant is. De leeftijdsgroep tot en met 20 jaar maakt dit vaker mee dan de oudere groepen. Leeftijd speelt dus een rol in het deurbeleid. Volgens het merendeel van de betreffende respondenten was de reden die gegeven werd voor de weigering een onterechte reden (70%), maar de rest kon zich wel in het besluit vinden.
19
2.4 Veiligheid verhogende maatregelen Tevens is het uitgaanspubliek gevraagd naar hun ideeën hoe de veiligheid tijdens het uitgaan vergroot kan worden. In deze paragraaf wordt ingegaan op zowel het zelf voorkomen van onveiligheid, als op maatregelen die door de politie of gemeente genomen zouden kunnen worden. Preventief gedrag Bij het uitgaan wordt meer of minder bewust rekening gehouden met risico‟s die men mogelijkerwijs loopt. Uit de resultaten blijkt dat meer dan de helft van het uitgaanspubliek (63%) zelf voorzorgsmaatregelen treft om de eigen veiligheid te vergroten (figuur 2.9). Meer vrouwen dan mannen en meer jongere dan oudere respondenten nemen voorzorgsmaatregelen. Figuur 2.9
Preventieve maatregelen, in %
Preventie maatregelen, in % geen maatregelen
31% 24%
niet alleen uit/ over straat
11% 15% 16% 13% 13% 16% 9% 10% 6% 16% 8% 10% 5% 4% 3% 6% 4% 6% 2% 2% 1% 3% 1% 1% 2% 1% 2% 1%
anders agressie uit de weg gewoon doen/ niet mee bemoeien gsm/mobiel mee niet te veel drinken goed opletten cursus zelfverdediging ander wapen mes 0%
20%
20
37% 45%
34%
Totaal Vrouw Man
40%
60%
In de meeste gevallen houdt de persoonlijke preventie (vooral bij vrouwen) in dat men niet alleen uitgaat, maar samen met een ander of met een groep(je) (18%). Dit blijkt ook uit het feit dat er maar weinig respondenten alleen op stap gaan. Ook goed opletten, agressie uit de weg gaan, mobiel mee zijn maatregelen die de respondenten nemen. Jongens/mannen zeggen vaker zich er niet mee te bemoeien en „normaal‟ te doen. Een zeer klein deel (2%) beschermt zichzelf door een mes of een ander wapen bij zich te dragen. 2.5 Uitgaan in Harderwijk veilig en leuk? Aan de respondenten is gevraagd of zij van mening zijn dat het uitgaansgebied van Harderwijk veilig genoeg is? Merendeel (87%) denkt dat dit het geval is. 73% kan geen maatregelen noemen die het uitgaan nog veiliger zouden maken. 40 personen stellen voor, om het uitgaan in Harderwijk nog veiliger te maken, meer politie in te zetten (18%), meer toezicht in het algemeen (4%) en een hardere aanpak (3%). 78% van de respondenten vindt het uitgaan in Harderwijk leuk en plezierig.
3. Horecaondernemers Niet alleen het uitgaanspubliek is voor dit onderzoek geënquêteerd, ook de horecaondernemers is een vragenlijst voorgelegd over de veiligheidssituatie in het uitgaansleven. In dit hoofdstuk worden de ideeën en meningen van de ondernemers over veilig uitgaan uiteengezet. Van de totaal 80 horecaondernemers die in Harderwijk zijn gevestigd, hebben 45 ondernemers de vragenlijst ingevuld, een respons van 56% Omdat het hier gaat om een beperkt aantal respondenten is het niet mogelijk significante verschillen tussen het type bedrijven vast te stellen. Mogelijke verschillen die in dit hoofdstuk naar voren komen kunnen op toeval berusten, maar kunnen wel een indicatie van ontwikkelingen weergeven.
3.1 Ondernemend Harderwijk De ondernemers die actief zijn in het uitgaansgebied beslaan het horecagebied in al zijn variëteit: van snackbar tot restaurant, van café tot discotheek, evenals Hotels en de bioscoop. De grootste concentratie van ondernemers is te vinden in d binnenstad van Harderwijk met als grootste dancing Hardersplaza. Een groot deel van de horecaondernemers biedt een vorm van eten als horecaproduct. Een aantal van deze restaurants fungeert na etenstijd ook als dansgelegenheid en/of bar. De overige horecaondernemers richten zich op dans of drinken. Meerdere gelegenheden hebben als core-business „drinken‟, soms in combinatie met dansen of eten. 70% van de respondenten is ondernemer in één bedrijf, 20% van meerdere bedrijven. In figuur 3.0 staan de geënquêteerde ondernemers onderverdeeld naar verschillende typen horecabedrijven. Een aantal respondenten hebben een gecombineerd bedrijf
21
Figuur 3.0 Respondenten naar horecagelegenheden, in % (meervoudig dus hoger dan 100%)
Type bedrijf , in % Bar Cafe
11% 9%
4%
13%
18%
11%
2% 4%
Eetcafe Restaurant Snackbar
42%
Fastfood restaurant
7%
Discotheek Dancing Hotel Anders
22% van de bedrijven heeft een vloeroppervlakte van meer dan 200 m2, terwijl 8% van de ondervraagde bedrijven over meer dan 1000 m2 vloeroppervlakte beschikt. Dit zijn met name de discotheken, het Partycentrum en het sportcentrum. In iets meer dan de helft van de bedrijven (66%) zijn maximaal zes personen minder dan 20 uur werkzaam. In 69% van de bedrijven zijn maximaal 5 personen meer dan 20 uur werkzaam. Met de vergroting in grondoppervlak, komt ook de uitbreiding van het personeelsbestand. De discotheek heeft de grootste bezoekerscapaciteit de snackbar de kleinste. Vrijwel alle bedrijven hebben op zaterdag de meeste bezoekers (58%). Er zijn dan gemiddeld 140 personen. In cafés en bars is dat gemiddeld 95 personen, in de discotheek/dancing/partycentrum gemiddeld 750 bezoekers. 3.2
Veiligheidssituatie ondernemers
De ondernemers is gevraagd naar hun gevoel van veiligheid en het zich voordoen van onveilige situaties tijdens het werk. Het betreft hier zowel de veiligheid in het eigen bedrijf als de veiligheid in de directe omgeving van het bedrijf (het uitgaansgebied).
Onveiligheidsgevoelens ondernemers Onveiligheidsgevoelens van ondernemers, bedrijfsleiders of werkzaam personeel kunnen zich voordoen in het bedrijf of in de directe omgeving van het bedrijf. Uit de enquête komt naar voren dat 14% van de ondernemers en personeel zich wel eens onveilig voelen in de afgelopen 12 maanden in het eigen bedrijf. 27% van de ondernemers of het personeel ervaart dit in de directe omgeving.
22
Figuur 3.1 Onveiligheid IN het bedrijf, in %
Onveilig; In het bedrijf, in % 100% 80% 60%
86%
82% 100%
40% 20% 0%
14%
75% 100% nee
18%
25%
ja
Figuur 3.1b Onveiligheid in DIRECTE omgeving, in %
Onveilig; in de directe omgeving, in % 100% 80% 60%
64%
76%
67%
40% 20% 0%
36%
24%
33%
75%
75% nee
25%
25%
ja
De ondernemers die zich wel eens onveilig voelen, maakten dit het afgelopen jaar gemiddeld zo‟n 8 keer mee. Het merendeel geeft aan dat dergelijke situaties zich meestal tijdens het afsluiten (47%) of tijdens de openingsuren van het bedrijf voordeden (33%).
23
Soms (bij 10 respondenten) was er sprake van directe bedreiging, waarbij voornamelijk verbaal geweld werd gebruikt (70%).Fysiek geweld (20%) en intimidatie (20%) wordt minder vaak genoemd. De daadwerkelijke bedreigingen vonden zowel in het bedrijf (18%) als buiten in de directe omgeving plaats (19%).
Vormen van geweld, in % (meervoudig)
30% 20%
verbaal geweld
70%
fysiek geweld 20%
gebruik steek-slagwapens geestelijk geweld
10%
anders
De kans om slachtoffer te worden van geweld is in de afgelopen 12 maanden volgens de helft van de ondernemers (50%) gelijk gebleven. Een kwart van de ondernemers die wel eens geweld hebben meegemaakt denkt dat deze kans is toegenomen. Twee personen denken dat deze kans is afgenomen één persoon heeft hierover geen mening. Incidenten Bepaalde incidenten die het gevoel van veiligheid kunnen beïnvloeden kwamen in het afgelopen jaar ook binnen de bedrijven voor. Bedreiging en intimidatie en vernielingen zijn hierbij de meest genoemde incidenten. Een restauranthouder geeft aan in de afgelopen 12 maanden, meer dan 1000 keer te maken te hebben gehad met discriminatie. Als we die buiten beschouwing laten komen we tot de volgende gemiddelde aantallen:
Tabel 2.2 Gemiddeld aantal incidenten Aantal ondernemers: Bedreiging of intimidate Discriminatie Vernieling Diefstal Mishandeling Overval
8 3 15 9 1 2
24
22% 8% 38% 22% 3% 5%
Gemiddeld aantal incidenten (afgerond). 10 4 5 2 10 1
Overlast Hoewel drankverstrekking een basisfunctie is van het horecabedrijf kan het (overmatig) gebruik van drank leiden tot gedrag dat overlast veroorzaakt voor anderen. Hetzelfde geldt voor drugsgebruik. Dit gedrag kan mede van invloed zijn op onveiligheidsgevoelens van het werkzame personen in het horecabedrijf. Meer dan de helft van de horecaondernemers in dit onderzoek laat weten wel eens overlast te ondervinden door drankgebruik: 50% van de ondernemers heeft hiervan soms last en 5% ervaart vaak overlast door drankgebruik. Minder ondernemers ervaren overlast door drugsgebruik, maar in totaal treft deze overlast toch 37% van de bedrijven. 14% van hen geeft aan hier vaak last van te hebben. 3.3 Veiligheid buiten, in de openbare ruimte Hoe kijken de ondernemers aan tegen de sfeer in het uitgaansgebied? Komen naar hun mening in de openbare ruimte voorvallen en incidenten voor die het veiligheidsklimaat beïnvloeden? Meest genoemde voorvallen en incidenten betreft vechtpartijen (86% soms + vaak) of mishandeling (73% soms+ vaak). Restaurants en snackbars hebben hier significant minder vaak mee te maken. Figuur 3.2
100%
Incidenten en voorvallen in het uitgaansgebied, in %
13%
27%
16%
19%
29%
80% 60%
46% 47% 46%
60%
66%
69%
40% 20%
39%
45%
63%
60% 49%
23% 27%
18%
14%
nooit
50% 37%
11%
0%
25
11%
6%
5%
3%
soms vaak
Figuur 3.2b
100%
Incidenten en voorvallen in het uitgaansgebied, in %
13%
16%
19%
27%
29%
80%
46%
45% 60%
63%
60% 40%
86%
84%
80%
73%
71% 55%
niet
55% 40%
20%
37%
wel
0%
Het veelvuldig voorkomen van scheld- en vechtpartijen en bedreiging en intimidatie, kan gezien worden als een signaal voor de sfeer in het uitgaansgebied. Het zijn zaken die de veiligheidsgevoelens van ondernemers, werknemers en uitgaanspubliek negatief beïnvloeden.
Allochtonen (Marokkaanse) jongeren (36%) en jongeren in het algemeen (33%), die al dan niet dronken zijn, zijn de veroorzakers van de grootste problemen in verband met de veiligheid in het uitgaansgebied, aldus de ondernemers. Een kleine groep ondernemers noemt ook drank- (18%) en drugsgebruik (15%) als oorzaak van problemen in het uitgaansgebied.
26
3.4 Veiligheidsmaatregelen Er worden door de ondernemers verschillende maatregelen getroffen om de veiligheid in de onderneming te verbeteren. Achtereenvolgens komen aan de orde: controle op de toegang tot het bedrijf, inrichting, verdediging en beveiliging, huisregels en tot slot de brandveiligheid. Controle op de toegang tot het bedrijf Toegangscontrole in de vorm van detectiepoortjes vindt plaats bij één ondernemer van de cafés, bars en disco die de enquête invulden. (11% ( 5 ondernemers)) maakt gebruik van de diensten van een of meerdere portier(s). Het merendeel van de ondernemers die een portier in dienst heeft, heeft dit alleen in het weekend. In de meeste gevallen beschikken de portiers over kwalificaties die van belang zijn voor de functie (tabel 3.2). Tabel 3.2 Kwalificaties portiers, in % % 100 40 40 20 20 20
Diploma Horecaportier Agressietraining gevolgd Beveiligingscursus gevolgd Beveiligingspasje met ND-nummer Diploma Bedrijfshulpverlening EHBO-diploma
Alle vijf portiers beschikken over het diploma Horecaportier, twee hebben de beveiligingscursus en agressietraining gevolgd. Een portier heeft een beveiligingspasje met ND nummer. Een portier heeft een EHBO diploma en BHV diploma. Tot de standaard uitrusting van de portier behoort in de meeste gevallen een mobiele telefoon (80%), het telefoonnummer van de Horecalijn (het GSM-nummer van de politie) (80%), een portofoon (80%). 3 portiers dragen een kogelvrij vest. Regels over toelating en ontzegging De toegang tot een horecabedrijf staat niet voor iedereen te allen tijde vrij. Desondanks hanteert 57% geen regels. Het zijn meestal cafés, bars en de discotheek/dancing die wel regels hanteren. De regels die door deze ondernemers gesteld worden hebben allen betrekking op selectie van het publiek dat in het bedrijf welkom is. Alle ondernemers die toelatingsregels hebben, geven aan te selecteren op gedrag, alcoholgebruik, drugsgebruik en leeftijd (figuur 3.3). Ook kleding, bezit geldig ID en groepsomvang zijn punten waarop geselecteerd wordt bij de toegang tot het bedrijf.
27
Figuur 3.3 Selectiecriteria toelating, in %
Selectie criteria, in % 60%
40%
20%
32%
36%
32% 18% 7%
7%
7%
4%
0%
Horecaondernemers streven door de regels een bepaalde sfeer in hun bedrijf na. 40% van de ondernemers in het onderzoek zegt dit bewust na te streven. Praktisch zien zij dit gerealiseerd in een bepaalde mix van bezoekers. Per bedrijf kan de doelgroep verschillen. Sommige bedrijven richten zich vooral op het jongere publiek en sommigen juist op het wat oudere (25-plus) publiek (16%). Maar de meeste bedrijven die regels hanteren zeggen te streven naar een mix van alle leeftijden, van jong tot oud, afspiegeling van de samenleving (23%). Soms wordt ook wel eens de toegang tot de uitgaansgelegenheid ontzegd. In dergelijke gevallen krijgt een persoon een lokaalverbod opgelegd door een bedrijf, en mag gedurende een bepaalde tijd, óf definitief, dit bedrijf niet meer betreden. Meer dan de helft van de ondernemers (58%) geeft aan dit middel wel eens te hanteren tegen bezoekers. (99%) van de ondernemers van een bar, café of disco hanteren dit middel. Het is daarmee een vrij algemeen voorkomend middel om de orde in het bedrijf te handhaven. Als we specifiek kijken naar bars en cafés, is in veel gevallen de reden voor de ontzegging agressief gedrag (91%), drugsgebruik (73%) of bedreiging of intimidatie (64%). Daarnaast zijn ook overmatig alcoholgebruik (55%), seksuele intimidatie (55%) of discriminerend gedrag (45%) een reden om de toegang tot het bedrijf te ontzeggen. De ondernemers is gevraagd hoe zij staan tegenover een gezamenlijke aanpak op het gebied van Collectieve Horeca Ontzegging (CHO). Dit houdt in dat een persoon die de toegang ontzegd is in een uitgaansgelegenheid, ook in andere uitgaansgelegenheden in Harderwijk geweigerd wordt. Een grote meerderheid van de ondernemers (80%) is zeer positief tot gematigd positief over het idee van een gezamenlijke aanpak is, 4% staat hier neutraal tegenover en 6% is (enigszins) negatief. 9% heeft geen mening Daarnaast staat ook ongeveer 80% van de ondervraagde ondernemers zeer positief tot gematigd positief tegenover het ontzeggen van een gebiedsontzegging voor toegang tot het uitgaansgebied. Een persoon kan dan voor een bepaalde periode in (een deel van)
28
het uitgaansgebied geweigerd worden. 5 restaurant en snackbar ondernemers zijn neutraal. Een ondernemer staat hier negatief tegenover. Er zijn geen significante verschillen in de oordelen over het CHO tussen de diverse bedrijven/ ondernemers. Inrichting Bij de inrichting van het bedrijf kunnen ondernemers rekening houden met de veiligheid binnen. 63% van de ondernemers doet dit niet. Tabel 3.3 Veiligheidsmaatregelen bij de inrichting, in % (meervoudig) % 63 21 19 19 12 7 2
Geen maatregelen Brandwerend meubilair Geen gevaarlijke voorwerpen in het bedrijf Geen donkere hoeken Bewaakte garderobe Toezicht op de toiletten Graffiti-werende muren
Verdediging Om op een goede manier agressieve of gewelddadige situaties tegemoet te treden kan het helpen als men getraind is in het omgaan met agressie en geweld. 60% van de ondernemers geeft aan dat zij (of het personeel) niet getraind zijn voor dergelijke situaties. 23% heeft ook geen behoefte aan degelijke trainingen. Degene die wel een cursus hebben gedaan, hebben met name een agressietraining (15%) of een cursus zelfverdediging gehad (18%). Beveiliging Om inbraken te voorkomen en om controle te houden op het uitgaanspubliek, kan een onderneming er voor kiezen een beveiligingsinstallatie te plaatsen. 23% heeft geen beveiligings installatie. Het inbraakalarmsysteem wordt als meest ingezet (61%).Verder noemt men regelmatig camerabewaking in het gebouw (32%), camerabewaking bij de toegang (23%), een overvalknop (14%), een interne paniekmelder (11%) of een knop om vol licht mee te geven (2%).
29
Figuur 3.4 Geplaatste beveiligingsinstallaties, in % (meervoudig)
beveiligings installaties, in % 70%
61%
50% 32% 30%
23% 11%
10%
14%
23% 11%
2%
-10%
Andere voorzorgsmaatregelen die ondernemingen treffen zijn brandblusmiddelen, het bij de hand houden van het Horeca-telefoonnummer (GSM-nummer) van de politie (37%) of afspraken maken met andere ondernemers voor onderlinge hulp en bijstand (23%). Slechts één ondernemer zegt knuppels of andere (slag)wapens bij de hand te hebben om zich te kunnen verdedigen in bedreigende situaties. 47% neemt geen andere voorzorgsmaatregelen. Huisregels en afspraken Huisregels bieden een uitgaansgelegenheid de mogelijkheid om gewenst gedrag aan de bezoekers kenbaar te maken. Voldoen de bezoekers aan de regels dan is men welkom, voldoet men er niet aan dan is men niet langer welkom in de horecagelegenheid. De huisregels zijn, kortom, een middel om invloed uit te oefenen op de sfeer en kunnen van belang zijn voor de veiligheid in de uitgaansgelegenheid. Bijna alle cafés, bars en discotheken hanteren huisregels waar de bezoekers zich aan moeten houden. Bij de restaurants en snackbars is dit meestal niet het geval. Van de ondernemers die huisregels hanteren, past de helft (50%) de regels van de Koninklijke Horeca Nederland toe, een derde (35%) heeft alleen eigen regels en 15% past zowel de eigen regels als de Huisregels van de Koninklijke Horeca Nederland toe. De belangrijkste zaken die in de huisregels aan de orde komen zijn: gedrag en drugsgebruik (en handel). Gedrag wordt hierbij omschreven in termen van gewenst gedrag: gedraag je zoals het hoort, correct gedrag. Daarnaast komen in de huisregels zaken aan de orde zoals de minimum toegangsleeftijd, consumptieplicht en legitimatie.
30
Hieronder ter verduidelijking de huisregels van de Kon. Horeca Nederland (KHN) voor toelating tot de horecagelegenheid: 1. Volg aanwijzingen van het personeel op 2. Toegangscontrole met legitimatie mogelijk 3. Geen wapens of drugs 4. Geen ongewenste intimiteiten 5. Geen agressie of racisme 6. Geen hinderlijk gedrag 7. Kleed u correct 8. Geen eigen consumpties 9. Glaswerk moet binnen of op terras blijven 10. Geen overlast voor de buren
Brandveiligheid De horeca bedrijven hebben tenminste één maal per jaar contact met de brandweer. 52% van de ondernemers is tevreden met dit contact. 16% is zelfs zeer tevreden.
31
Figuur 3.5 Tevredenheid contact brandweer, in % (meervoudig)
Tevredenheid contact brandweer, in %
7% 16%
5% 20%
52%
zeer ontevreden ontevreden niet tevreden, niet ontevreden tevreden zeer tevreden
Men motiveert de positieve beoordeling omdat men een goed, en prima contact heeft, zonder problemen (45%). Negatieve motivaties betreft vooral dat men al lang (5 jaar of meer) geen brandweer heeft gezien Ook op eigen gelegenheid voeren de horecaondernemers maatregelen uit om brand te voorkomen. Dit sluit aan bij de verantwoordelijkheid die het Burgerwetboek bij de ondernemer legt om een veilig product aan te bieden. Alle geven aan maatregelen te nemen op het gebied van brandveiligheid. Uit tabel 3.4 blijkt dat alle ondervraagde ondernemers regelmatig de nooduitgangen vrijhouden, de prullenbakken en asbakken legen en kleine blusmiddelen tot hun beschikking hebben om brand te voorkomen. Daarnaast geeft 77% aan de brandveiligheidsinstallatie jaarlijks te laten controleren. Tabel 3.4 Maatregelen brandpreventie, in % (meervoudig) % 84 80 77 77 55 45 39 30 27 7
Vrijhouden van nooduitgangen Legen prullenbakken en asbakken Kleine blusmiddelen Jaarlijkse controle brandveiligheidsinstallatie Brandblusinstallatie Brandveilige inrichting Instructie van het personeel Testen brandalarmsignaal Training van het personeel Andere maatregelen
32
3.5 Samenwerking externe partners Om de veiligheid te waarborgen is het wenselijk dat er goede contacten zijn tussen de ondernemers en externe (veiligheids)partners. Hierbij valt te denken aan o.a. de politie. Politie In het jaar voorafgaand aan het onderzoek heeft ruim de helft (58%) van de horecabedrijven wel eens (of vaker) contact gehad met de politie. Gemiddeld hadden deze bedrijven in genoemde periode 8,5 maal contact met de politie. Het contact van de bedrijven met de politie had zeer verschillende oorzaken. Er werd met name aangifte gedaan (54%). Maar ook kwam de politie langs vanwege een melding over onbehoorlijk gedrag van bezoekers, om personen over te dragen of om certificaten van de portiers te controleren. Tabel 3.6 Aard van de contacten met politie, in % % 54 29 29 21 17 8 4 4 42
Aangifte doen Gedrag bezoekers Ophelderen vechtpartij Drugsgebruik Overdragen van personen Overmatig alcoholgebruik Controle certificaten portiers Discriminatie Anders
De contacten tussen horecaondernemers en de politie verliep goed. 62% van de ondernemers is tevreden tot zeer tevreden over het contact, terwijl 16% ontevreden tot zeer ontevreden is. Vooral de goede samenwerking en het adequate (professionele) handelen van de politie wordt genoemd als reden voor de tevredenheid. Figuur 3.6 Tevredenheid samenwerking politie, in % (meervoudig)
Tevredenheid contact politie, in %
8%
8%
8% zeer ontevreden 23%
54%
ontevreden niet tevreden, niet ontevreden tevreden zeer tevreden
33
3.6 Beheer Openbare Ruimte2 Er is een directe relatie tussen de kwaliteit van de fysieke omgeving en onveiligheidsgevoelens. Door achteruitgang van de openbare ruimte, zoals rommel op straat, vernieling en bekladding, worden onveiligheidsgevoelens vergroot. De ondernemers is gevraagd naar hun mening over het beheer van de openbare ruimte. Ruim de helft (55%) van de ondernemers is in het jaar voorafgaand aan het onderzoek in de omgeving van zijn bedrijf geconfronteerd met wildplassen en vervuiling (55%). Figuur 3.7 Voorkomen van voorvallen in de omgeving van de horecagelegenheden, in % (meervoudige vraag)
voorvallen, in % 60%
55%
55% 48%
40% 29%
26% 19%
20%
16%
16%
0%
Onder anders noemt men vooral diverse vernielingen aan fietsen, ramen en deuren. Figuur 3.7 oordeel schoonmaken, in %
Oordeel schoonmaken, in % 13% 42%
19%
voldoende matig onvoldoende weet niet
26%
2
Door een foute verwijzing in de vragenlijst zijn een paar vervolgvragen niet door iedereen ingevuld.
34
Figuur 3.7 oordeel onderhoud en reparaties, in %
Oordeel onderhoud en reparaties, in % 17%
43%
10% 30%
voldoende matig onvoldoende weet niet
Iets minder dan de helft van de ondernemers vindt dat het centrum van Harderwijk voldoende wordt schoongemaakt (42%), 19% is hierover ontevreden. Qua onderhoud en reparaties geeft 43% aan dit voldoende te vinden en 10% vindt dit onvoldoende. Naast het beheer van de openbare ruimte, hangt ook de verlichting direct samen met veiligheid en veiligheidsgevoelens. Een goed functionerende verlichting vermindert onveiligheidsgevoelens en kan onveilige situaties voorkomen. De verlichting rond de horecabedrijven is volgens 79% van de ondernemers in orde. Een deel van de ondernemers (12%) vindt echter de verlichting aan de voorzijde wel, maar aan de achterzijde (of zijkant) niet voldoende. Daarnaast is 9% van mening dat de verlichting om het bedrijf onvoldoende is. Als wordt gevraagd naar het grootste probleem op het gebied van veiligheid geeft 27% aan dat er onvoldoende (zichtbaar) politie toezicht is, 13% noemt de drugsproblematiek. Overleg Tot slot is de vraag voorgelegd of ondernemers behoefte hebben aan een (regelmatig) overleg met een of meerdere partijen die te maken hebben met de veiligheid in het uitgaansgebied. Uit de antwoorden blijkt dat bijna de helft van de ondernemers (48%,) geen behoefte heeft aan een dergelijk overleg. Dit zijn dan voornamelijk de (fastfood)restaurants en snackbars. Deze behoefte bestaat wel bij andere ondernemers. Opvallend genoeg zijn dit ook weer met name de restaurants (50%). Daarnaast geeft ook 44% van de cafés en 100% van de discotheken/ dancings aan behoefte te hebben aan (regelmatig) overleg. Zij suggereren vooral om dit overleg te voeren met alle betrokken partijen (26%) op gebied van veiligheid in het uitgaansgebied: horecaondernemers (29%), gemeente (39%), politie (29%) en brandweer (19%). De onderwerpen die de ondernemers graag tijdens een gezamenlijk overleg zouden willen bespreken zijn: Algemene veiligheid Samenwerking op diverse punten Parkeren
35
Bijlage
Opzet en uitvoering van het onderzoek
Publieksenquête De veiligheidsbeleving van het uitgaanspubliek is onderzocht door uitreiken van vragenlijsten in de volgende locaties: Harders Plaza Nicky‟s INN VOF Grand Café Hertog Karel Café de Boterlap Hotel Baars (*) Tapasbar Fuego (*) The Swinging pianos Restaurant de Drukkerij BV (*) Café de Waerdt Café Maatjes Discotheek de Mac Barend de Flappe Bistro Ratatouille (*) Café Stoppels Op twee zaterdagen (12 en 19 april) werd tussen 24.00 uur en 02.00 uur ‟s nachts de data verzameld. Er zijn geen significante verschillen tussen de twee avonden gevonden. In diezelfde periode is op vrijdag en zaterdag avond de vragenlijst uitgezet in de „droge horeca‟ (*). In totaal zijn 456 bruikbare vragenlijsten ingevuld. Als gadget werd een pen met lampje aangeboden.
Bij het uitzetten van de vragenlijsten is een doorsnee van het uitgaanspubliek benaderd. Er is gekozen voor normale weekenden zonder speciale evenementen of feestdagen. De resultaten geven daarmee een representatief beeld van het uitgaanspubliek dat zich rond deze tijd in dit deel van het uitgaansgebied bevond. De keuze voor de interviewtijden werd ingegeven door het besef dat gedurende deze uren het uitgaansleven op gang begint te komen en een groot deel van het uitgaanspubliek in dit tijdsbestek het uitgaansgebied betreedt. Om die reden is voor het verzamelen van de reacties van de bezoekers in restaurants voor een aangepaste methode gekozen. Hier werd de vragenlijst in het restaurant door de horecamedewerkers uitgereikt. Na het invullen werd het formulier in een gesloten envelop aan de medewerker terug gegeven.
36
De opdrachtgever heeft de vragenlijst bij de deelnemende locatie uitgereikt en weer opgehaald. Hiermee is enigszins voorkomen dat het zwaartepunt van de respons bij de café- en discotheekgangers ligt en minder bij de restaurantbezoekers. Alle resultaten zijn door Almere Marktonderzoek Advies BV verwerkt en gerapporteerd. Ondernemersenquête De veiligheidsbeleving van de horecaondernemers en hun ideeën over een veilig uitgaansgebied worden in beeld gebracht door een schriftelijke enquête onder de ondernemers. Er werden 80 ondernemers die actief zijn in de horeca of andere uitgaansgerelateerde ondernemingen met een vragenlijst benaderd. Van de 80 ondernemers vulden 45 de enquête ook daadwerkelijk in. Een respons van 56% is een magere score op zo‟n kleine populatie. De antwoorden uit de enquête zullen dan ook alleen beschrijvend weergegeven worden, maar lenen zich niet voldoende voor nadere analyse.
37