Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Pensioenreglement voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950 en werknemers die na 31 december 2005 in dienst treden
Inhoudsopgave pensioenreglement Artikel 1. Definities Artikel 1A. Karakter pensioenregeling Artikel 2. Aanspraken op pensioen Artikel 3. Pensioengrondslag Artikel 4. Ouderdomspensioen Artikel 5. Partnerpensioen Artikel 6. Wezenpensioen Artikel 7. Omzetting aanspraak op ouderdomspensioen Artikel 8. Voorwaardelijke toeslag ingegane pensioenen en pensioenaanspraken Artikel 9. Bijzonder partnerpensioen Artikel 10. Verevening ouderdomspensioen Artikel 11. Premie Artikel 12. Aanspraken bij arbeidsongeschiktheid Artikel 13. Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap Artikel 14. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen Artikel 15. Pensioenvervroeging Artikel 16. Uitbetaling Artikel 16A. Waardeoverdracht Artikel 16B. Afkoop kleine pensioenen Artikel 17. Administratie van deelnemingsjaren Artikel 18. Artikel 19. Financiering van de aanspraken Artikel 20A. Opgave aan de deelnemer door het fonds Artikel 20B. Opgave aan de gewezen deelnemer door het fonds Artikel 20C. Opgave aan de gewezen partner door het fonds Artikel 20D. Opgave aan de pensioengerechtigden door het fonds Artikel 20E. Opgave op verzoek Artikel 20F. Overige opgaven door het fonds Artikel 20G. Wijze van informatieverstrekking Artikel 20H. Klachten- en geschillenregeling Artikel 21. Onvoorziene gevallen Artikel 22. Inwerkingtreding Artikel 23. Herziening of beëindiging van de pensioenregeling Artikel 24. Overgangsbepalingen
1 3 3 3 4 5 5 5 6 7 7 8 8 9 9 10 10 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 15 15 15 15 15
Bijlage I. Factoren uitruil, hoog-laag en vervroeging Bijlage II. Afkoopfactoren Bijlage III. Overzicht geldende bedragen en premiepercentages
17 23 25
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
i
Pensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Artikel 1. Definities Naast de definities als omschreven in artikel 1 van de statuten van het fonds, welke eveneens geacht worden te gelden voor dit pensioenreglement, wordt verstaan onder: 1. a. b.
Deelnemer de werknemer die op 31 december 2005 reeds deelnemer was in de regeling van het fonds en is geboren op of na 1 januari 1950; de werknemer die op of na 1 januari 2006 in dienst is getreden en de leeftijd van 21 jaar reeds heeft bereikt.
Het deelnemerschap vangt aan op de eerste dag van de maand waarin de werknemer aan de bovengenoemde voorwaarden heeft voldaan, doch niet eerder dan op 1 januari 2006. Het deelnemerschap eindigt op de eerste dag van de maand waarin: de arbeidsovereenkomst met de werkgever voor de pensioendatum wordt beëindigd; het ouderdomspensioen ingaat; de deelnemer overlijdt. 2. Gewezen deelnemer Degene van wie het deelnemerschap aan de pensioenregeling is beëindigd en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds. 3. -
-
Pensioengerechtigd kind kind dat tot de deelnemer in familierechtelijke betrekking staat; kind van de partner dat tot de deelnemer in familierechtelijke betrekking staat, dat behoort tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de deelnemer of de partner een uitkering ontvangt krachtens de Algemene Kinderbijslagwet of die studerend of invalide is in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet; pleegkind en aangehuwd kind van de deelnemer in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet.
4. Jaarsalaris 12 respectievelijk 13 maal het met de deelnemer overeengekomen vaste bruto maandrespectievelijk 4-wekelijkse salaris (inclusief spaarloon), vermeerderd met de zogenaamde ORTtoeslag, vermeerderd met de vaste toeslag op het loon volgens werktijdenregeling II op grond van de C.A.O. die op de werkgever van toepassing is, en vermeerderd met de vakantietoeslag, provisie en diplomatoeslagen. Tantièmes, vergoeding voor overwerk en andere door de werkgever nader aan te geven emolumenten waaronder de buffeltoeslag blijven buiten beschouwing. Bij de toepassing van dit pensioenreglement wordt het jaarsalaris aan een maximum gebonden. Voor 2006 is dit maximum gelijk aan € 42.587,--. Dit maximum wordt jaarlijks door het bestuur van het fonds vastgesteld en is opgenomen in bijlage III van dit pensioenreglement. 5. Franchise De franchise is per 1 januari 2006 gelijk aan € 10.584,--. Dit bedrag wordt jaarlijks door het bestuur van het fonds aangepast en is opgenomen in bijlage III van dit pensioenreglement. De franchise zal nimmer minder bedragen dan het AOW-bedrag dat ingevolge de fiscale wet- en regelgeving als franchise in aanmerking genomen dient te worden. 6. Pensioengrondslag De pensioengrondslag als bedoeld in artikel 3.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
1
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
7. Pensioenjaar Elke periode van een jaar gelegen tussen de datum van aanvang van het deelnemerschap in deze regeling en de normpensioendatum. Het aantal pensioenjaren wordt in jaren en maanden vastgesteld. Hierbij wordt een overblijvend gedeelte van een maand verwaarloosd. 8. Normpensioendatum De eerste dag van de maand, waarin de deelnemer 65 jaar wordt. 9. Pensioendatum De datum waarop het ouderdomspensioen ingaat. Dit is altijd de eerste dag van een maand. 10. Partner a. de echtgenote/echtgenoot van de (gewezen) deelnemer, mits het huwelijk is voltrokken voor de pensioendatum. b. de ongehuwde persoon met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer overeenkomstig de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen bepalingen vóór de pensioendatum een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Het geregistreerd partnerschap wordt gelijkgesteld aan het huwelijk. De hier bedoelde partner wordt indien noodzakelijk aangeduid als 'geregistreerde partner'. c. de ongehuwde persoon: - met wie noch de (gewezen) deelnemer, noch een andere persoon dan de (gewezen) deelnemer een geregistreerd partnerschap is aangegaan; en - met wie de (gewezen) deelnemer vóór de pensioendatum een gezamenlijke huishouding voert van ten minste een half jaar; en - die niet in de rechte lijn aan de deelnemer verwant is; en - die met de (gewezen) deelnemer een notarieel verleden samenlevingscontract heeft gesloten. Hierin is in ieder geval opgenomen: de geboortedata en de burgerlijke staat van de deelnemer en diens partner, de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding en enige vermogensrechtelijke bepalingen. Indien de gezamenlijke huishouding vijf jaar of langer bestaat is een notarieel verleden samenlevingscontract niet vereist. De hier bedoelde partner wordt indien noodzakelijk aangeduid als 'ongeregistreerde partner'. De hier bedoelde partnerrelatie wordt aangeduid als 'ongeregistreerd partnerschap'. Van gezamenlijke huishouding is sprake indien twee ongehuwde personen gezamenlijk voorzien in de huisvesting, op hetzelfde adres ingeschreven staan in de Gemeentelijke basisadministratie en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. 11. Werkgever De vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, evenals de onderneming(en) die op of na 1 januari 2001 is (zijn) aangesloten bij het fonds, voor zover de statuten van het fonds zich tegen die aansluiting(en) niet verzetten. 12. Gepensioneerde Degene van wie het ouderdomspensioen is ingegaan. 13. Pensioengerechtigden Degene van wie het ouderdoms-, (bijzonder) partner- of wezenpensioen is ingegaan. 14. Aanspraakgerechtigde Degene die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen. 15. Ouderschapsverlof Ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 6 van de Wet Arbeid en Zorg.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
2
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 1A. Karakter pensioenregeling Deze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet.
Artikel 2. Aanspraken op pensioen 1.
Overeenkomstig de bepalingen van de statuten van het fonds en van dit reglement geeft het deelnemerschap aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement.
2.
De opbouw en de financiering van het ouderdomspensioen vinden gedurende het deelnemerschap evenredig in de tijd plaats. Het partnerpensioen en het wezenpensioen worden gedurende het deelnemerschap op risicobasis toegekend.
3.
In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt voor de deelnemer, die gebruik maakt van ouderschapsverlof, de pensioengrondslag die gegolden zou hebben indien hij geen gebruik zou hebben gemaakt van ouderschapsverlof.
4.
De werknemer, die nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, heeft voor zijn partner en/of kinderen op risicobasis aanspraak op partnerpensioen en/of wezenpensioen overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement. Deze aanspraak vervalt bij ontslag uit de dienstbetrekking voordat aan vorenbedoelde voorwaarden is voldaan.
5.
De belanghebbenden die aan de bepalingen van de statuten en het pensioenreglement van het fonds aanspraak op pensioen ontlenen, zijn verplicht aan het fonds de door het fonds voor een goede uitvoering van de statuten en het pensioenreglement nodig geachte inlichtingen te verstrekken, respectievelijk bescheiden over te leggen. Bij het niet voldoen aan het in de eerste volzin van dit lid bepaalde is het bestuur bevoegd de nodige gegevens naar eigen inzicht vast te stellen en zijn de betrokkenen aan de vaststelling gebonden.
6.
Indien de werkgever wel de bijdrage van de deelnemer op diens loon heeft ingehouden maar niet de premie aan het fonds heeft afgedragen, wordt voor de vaststelling van de pensioenaanspraken van de deelnemer en zijn nagelaten betrekkingen de premie geacht te zijn betaald aan het fonds.
7.
Indien op grond van de vorige leden van dit artikel geen aanspraak op pensioen bestaat, kan het bestuur in individuele situaties besluiten toch aanspraken toe te kennen.
8.
Indien en zolang door het fonds Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. is aangewezen ter herverzekering sluit het fonds op het leven van de deelnemers pensioenverzekeringen bij Nationale-Nederlanden. Een overzicht van de voorwaarden van verzekering wordt desgevraagd ter inzage verstrekt. Alle krachtens deze regeling gesloten verzekeringen zijn onderworpen aan de bepalingen van de Pensioenwet. De aanspraken ingevolge deze pensioenregeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in gevallen bij of krachtens de Pensioenwet bepaald.
Artikel 3. Pensioengrondslag 1.
De pensioengrondslag wordt bij aanvang van het deelnemerschap en vervolgens per 1 januari van elk jaar voor de deelnemer vastgesteld en is gelijk aan het op die datum voor betrokkene geldende jaarsalaris nadat dit is verminderd met de franchise.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
3
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
2.
Indien een deelnemer minder dan het normale aantal arbeidsuren werkt, wordt: -
3.
zijn jaarsalaris voor de bepaling van de pensioengrondslag herleid tot het jaarsalaris bij het normale aantal arbeidsuren; zijn aantal nog te vervullen pensioenjaren voor een evenredig deel in aanmerking genomen. Over de tijd dat een deelnemer minder dan het normale aantal arbeidsuren heeft gewerkt worden zijn pensioenjaren eveneens voor een evenredig deel in aanmerking genomen.
Gedurende perioden waarin een deelnemer gebruik maakt van onbetaald verlof wordt de risicodekking voor partner- en/of wezenpensioen bij overlijden voortgezet op basis van de laatstelijk vastgestelde pensioengrondslag en de laatstelijk geldende voltijd- of deeltijdaanstelling, ongeacht de duur van dit verlof. De verlofperiode wordt niet meegenomen bij de vaststelling van de pensioenjaren, zoals hiervoor omschreven. De pensioenopbouw wordt tijdens deze periode niet voortgezet
Artikel 4. Ouderdomspensioen 1.
Het ouderdomspensioen wordt uitgekeerd vanaf de eerste dag na ingang tot en met de laatste dag van de maand waarin de gepensioneerde is overleden.
2.
Het jaarlijkse ouderdomspensioen is gelijk aan 2,1% van de pensioengrondslag van de deelnemer op de datum van opneming, vermenigvuldigd met het aantal pensioenjaren van de deelnemer. Bij een wijziging van de pensioengrondslag wordt het jaarlijkse ouderdomspensioen verhoogd of verlaagd met 2,1% van de verhoging resp. verlaging, vermenigvuldigd met het aantal pensioenjaren gelegen na deze wijziging.
3.
Indien de deelnemer op grond van de C.A.O. voor de Groothandel in Levensmiddelen die op de werkgever als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds van toepassing is, twee jaar voor de pensioendatum voor een arbeidstijdverkorting van 20% per week kiest, wordt voor de toepassing van dit reglement een hogere pensioengrondslag gehanteerd. De pensioengrondslag die in dit geval in acht wordt genomen is de pensioengrondslag die gold onmiddellijk vóór ingang van de arbeidstijdverkorting. Bij het opnieuw vaststellen van de pensioengrondslag wordt het jaarsalaris dat gehanteerd is bij de laatst vastgestelde pensioengrondslag verhoogd met de nadien in voornoemde C.A.O. bepaalde loonstijgingen.
4.
De (gewezen) deelnemer heeft de keuze om vanaf de pensioendatum eerst een geheel aantal jaren – maximaal 10 - een hoog pensioen te ontvangen en daarna een laag. De hoog-laag mogelijkheid vindt plaats op basis van een door het bestuur vastgestelde actuariële factor. Deze factor is in bijlage I bij dit reglement vastgelegd. De factor wordt vastgesteld voor maximaal vijf jaar. Als er sprake is van ingrijpende omstandigheden zoals een tussentijdse significante wijziging van de samenstelling van het deelnemersbestand, de introductie van een nieuwe Prognosetafel door het Koninklijk Actuarieel Genootschap, of als nieuwe wet- en regelgeving dat vereisen, kan het bestuur tussentijds een nieuwe factor vaststellen.
5.
De aanspraak op ouderdomspensioen van een (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van diens partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet, tenzij de echtgenoten het recht op pensioenverevening ingevolgde de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
4
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 5. Partnerpensioen 1.
Het partnerpensioen bij overlijden tijdens het deelnemerschap gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer overlijdt en wordt aan de partner uitgekeerd tot en met het einde van de maand waarin de partner overlijdt.
2.
Het partnerpensioen bij overlijden tijdens het deelnemerschap bedraagt 70% van het op grond van artikel 4 vastgestelde te bereiken ouderdomspensioen.
3.
Indien de gehuwde deelnemer c.q. de deelnemer die een geregistreerd partnerschap is aangegaan, tevens een ongeregistreerde partner heeft, ontstaat slechts aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van de echtgeno(o)t(e) c.q. de geregistreerde partner. De ongehuwde deelnemer die geen geregistreerd partnerschap is aangegaan, doch die meerdere ongeregistreerde partners heeft, kan slechts één van hen aanwijzen als nabestaande in de zin van deze pensioenregeling. Bij later huwelijk, later aangaan van een geregistreerd partnerschap of bij latere aanwijzing van een andere ongeregistreerde partner, wordt voor de uitvoering van deze regeling de partnerrelatie met de eerder aangewezen ongeregistreerde partner als beëindigd beschouwd.
4.
De aanspraak op partnerpensioen van een (gewezen) deelnemer kan zonder toestemming van diens partner niet bij overeenkomst tussen de (gewezen) deelnemer en de werkgever worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
5.
Indien en voor zover na beëindiging van het deelnemerschap een gewezen deelnemer recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, zal voor de gewezen deelnemer gedurende de periode dat hij die uitkering heeft, in afwijking van het bepaalde in lid 1, 2 en 3 van dit artikel een partnerpensioen op risicobasis verzekerd blijven voor zover dit risico niet reeds is gedekt door het bepaalde in artikel 7, lid 1. In geval de gewezen deelnemer tijdens bedoelde periode komt te overlijden, heeft zijn partner recht op een partnerpensioen. Dit partnerpensioen is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen dat de gewezen deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap heeft opgebouwd. De kosten van deze dekking komen voor rekening van het fonds.
Artikel 6. Wezenpensioen 1.
Het wezenpensioen bij overlijden tijdens het deelnemerschap gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer overlijdt en wordt aan elk pensioengerechtigd kind van de deelnemer uitgekeerd tot en met het einde van de maand waarin de 18-de verjaardag van het kind valt. Indien het kind studerende of invalide is in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet wordt het wezenpensioen voortgezet tot en met het einde van de maand waarin de 27-ste verjaardag van het kind valt. Het wezenpensioen wordt echter uiterlijk uitgekeerd tot en met het einde van de maand waarin het kind voordien overlijdt dan wel ophoudt studerend of invalide te zijn.
2.
Het wezenpensioen bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het op grond van artikel 4 vastgestelde te bereiken ouderdomspensioen. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien de deelnemer overlijdt zonder een partner na te laten of met ingang van de eerste dag van de maand waarin de partner overlijdt.
Artikel 7. Omzetting aanspraak op ouderdomspensioen 1.
Bij beëindiging van het deelnemerschap door het bereiken van de pensioendatum, wordt de tot dat moment opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen van de deelnemer omgezet in een verlaagde aanspraak op ouderdomspensioen in combinatie met een nieuw toe te kennen
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
5
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
aanspraak op partnerpensioen. Het nieuw toe te kennen partnerpensioen bedraagt 70% van het verlaagde ouderdomspensioen en gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer overlijdt en wordt aan de partner uitgekeerd tot en met het einde van de maand waarin de partner overlijdt. De omzetting vindt niet plaats voorzover het ouderdomspensioen al verlaagd is door toekenning van een premievrije aanspraak op bijzonder partnerpensioen conform artikel 9. De omzetting vindt eveneens niet plaats indien de deelnemer ten minste drie maanden vóór de pensioendatum in een ondertekend schriftelijk stuk aangeeft dat hij geen partner heeft en dat de omzetting niet doorgevoerd moet worden. De deelnemer behoudt dan aanspraak op het conform artikel 4 opgebouwde ouderdomspensioen. Ook vindt geen omzetting plaats indien de deelnemer wel een partner heeft doch zij beiden ten minste drie maanden vóór de pensioendatum, in een door beiden ondertekend schriftelijk stuk, verklaren dat de omzetting niet doorgevoerd moet worden. 2.
Het fonds zal zorgdragen voor de tijdige verspreiding van de formulieren waarmee de mededelingen door de deelnemer als bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel, gedaan kunnen worden. Het fonds aanvaardt terzake geen andere stukken dan de hier bedoelde formulieren.
3.
De omzetting als bedoeld in dit artikel vindt plaats op basis van een daarvoor door het bestuur vastgestelde actuariële factor, de zogenaamde uitruilfactor. Deze uitruilfactor is in bijlage I bij dit reglement vastgelegd. De factor wordt vastgesteld voor maximaal vijf jaar. Als er sprake is van ingrijpende omstandigheden zoals een tussentijdse significante wijziging van de samenstelling van het deelnemersbestand, de introductie van een nieuwe Prognosetafel door het Koninklijk Actuarieel Genootschap, of als nieuwe wet- en regelgeving dat vereisen, kan het bestuur tussentijds een nieuwe factor vaststellen.
Artikel 8. Voorwaardelijke toeslag ingegane pensioenen en pensioenaanspraken 1.
Op de pensioenrechten en premievrije pensioenaanspraken van de uitkeringsgerechtigden en de gewezen deelnemers wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de stijging van de consumentenprijsindex, zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast met dien verstande dat deze toeslag nooit meer kan bedragen dan de toeslag aan deelnemers zoals bedoeld in lid 2. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
2.
Op de pensioenaanspraken van de deelnemers als bedoeld in artikel 4 wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de algemene loonontwikkeling op grond van de C.A.O. die op de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds van toepassing is. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor het deel van deze voorwaardelijke toeslagverlening tot het niveau van de voorwaardelijke toeslagverlening conform lid 1 is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald, maar deze wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Voor het deel van deze voorwaardelijke toeslagverlening dat uitgaat boven de te verlenen toeslag conform lid 1 is een reserve gevormd.
3.
Het in lid 1gestelde is eveneens van toepassing op de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van het bijzonder partnerpensioen zoals bedoeld in artikel 9 en de verevende ouderdomspensioenen zoals bedoeld in artikel 10.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
6
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 9. Bijzonder partnerpensioen 1.
Het partnerpensioen bij overlijden tijdens het deelnemerschap op risicobasis vervalt: a. indien het huwelijk van een deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed; b. indien het geregistreerd partnerschap van een deelnemer eindigt met wederzijds goedvinden of door ontbinding op verzoek van één van de partners; c. indien het ongeregistreerd partnerschap van een deelnemer eindigt anders dan door huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap met die partner.
2.
Indien het huwelijk van een deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed c.q. indien het geregistreerd partnerschap van een deelnemer eindigt anders dan door omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk c.q. indien het ongeregistreerd partnerschap van een deelnemer eindigt anders dan door huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap met die partner, verkrijgt de gewezen echtgenoot/partner onder de naam van bijzonder partnerpensioen een zodanige premievrije aanspraak op partnerpensioen als waarop recht zou zijn blijven bestaan, indien het deelnemerschap op het tijdstip van de huwelijksontbinding c.q. de beëindiging van het geregistreerd partnerschap c.q. de beëindiging van de partnerrelatie conform artikel 13 anders dan door overlijden of ingang van het oudedagspensioen was geëindigd.
3.
Indien het huwelijk van een gewezen deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed c.q. indien het geregistreerd partnerschap van een gewezen deelnemer eindigt met wederzijds goedvinden of door ontbinding op verzoek van één van de partners c.q. indien het ongeregistreerd partnerschap van een deelnemer eindigt anders dan door huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap met die partner, verkrijgt de gewezen echtgenoot/partner onder de naam bijzonder partnerpensioen een zodanige premievrije aanspraak op partnerpensioen als de gewezen deelnemer conform artikel 13 ten behoeve van haar/hem heeft gekregen bij het beëindigen van de deelneming.
4.
Indien het huwelijk of de partnerrelatie van een gewezen deelnemer op de in het eerste lid vermelde wijzen eindigt na de pensioendatum, behoudt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat verkregen werd uit de omzetting van artikel 7.
5.
Het in lid 2, lid 3 en lid 4 bepaalde vindt geen toepassing indien: a. de partners bij huwelijkse voorwaarden c.q. bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de scheiding anders overeenkomen; b. bij beëindiging van een ongeregistreerd partnerschap de partners schriftelijk anders overeenkomen.
6.
De gewezen partner ontvangt een bewijs van aanspraken ter zake van het pensioen waarop zij/hij recht heeft.
Artikel 10. Verevening ouderdomspensioen 1.
In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed dan wel beëindiging van geregistreerd partnerschap, kan de (gewezen) echtgenoot dan wel de gewezen geregistreerde partner recht op verevening van het ouderdomspensioen hebben volgens het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS).
2.
De hoofdregel van de WVPS is dat van het tijdens het huwelijk c.q. geregistreerde partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen de helft toekomt aan de (gewezen) partner. Partijen kunnen afwijkende afspraken maken.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
7
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 11. Premie 1.
De premie welke de werkgever aan het fonds per pensioenjaar is verschuldigd, is bij de inwerkingtreding van dit pensioenreglement vastgesteld op 21% van de pensioengrondslag en wordt vervolgens tijdig ten behoeve van het volgende kalenderjaar jaarlijks bij bestuursbesluit vastgesteld. De jaarlijks bij bestuursbesluit vastgestelde premie is opgenomen in bijlage III van dit pensioenreglement. Van de premie is door de deelnemer verschuldigd een gedeelte ter hoogte van 7% van de pensioengrondslag, welk deel door de werkgever op het salaris van de deelnemer wordt ingehouden. De deelnemer die gebruik maakt van een regeling voor ouderschapsverlof is een premie verschuldigd alsof er geen sprake is van ouderschapsverlof. Het overblijvende gedeelte komt voor rekening van de werkgever. De werkgever is verplicht zowel de door de deelnemer als de door hemzelf verschuldigde premie aan het fonds te voldoen. Bij berekening van de premie is het bepaalde in artikel 1 definitie 4, ten aanzien van het maximale jaarsalaris, van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van een parttimer wordt de premie vermenigvuldigd met de laatstelijk voor hem geldende parttimefactor.
2.
De premie is aan het fonds verschuldigd over elke periode, waarover de deelnemer salaris of een andere gelijkwaardige vergoeding heeft genoten. De premie is eveneens aan het fonds verschuldigd gedurende elke periode waarin de deelnemer op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek aanspraak kan maken op doorbetaling van het loon.
Artikel 12. Aanspraken bij arbeidsongeschiktheid 1.
Voor de verzekeringen kan op grond van de verzekeringsvoorwaarden tijdens het deelnemerschap recht ontstaan op gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid van de deelnemer. De pensioenopbouw wordt dan - ook na een eventuele latere beëindiging van het deelnemerschap - geheel of gedeeltelijk voortgezet volgens onderstaande tabel, een en ander met inachtneming van de bedoelde voorwaarden. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid bedraagt 80% - 100% 65% - 80% 55% - 65% 45% - 55% 35% - 45%
wordt de pensioenopbouw voortgezet voor 100,0% 72,5% 60,0% 50,0% 40,0%
Voor de deelnemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden en onder de dekking van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) vallen, geldt de onderstaande tabel. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid bedraagt 65% - 100% 45% - 65% 25% - 45% 0% - 25% 2.
wordt de pensioenopbouw voortgezet voor 100,0% 50,0% 25,0% 0,0%
De mate van arbeidsongeschiktheid wordt door de uitvoerder van de WIA/WAO vastgesteld. Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid zal de premievrijstelling met ingang van de eerste van de maand volgend op de wijziging, worden afgestemd op de gewijzigde arbeidsongeschiktheidsgraad.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
8
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
3.
Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever vóór de pensioendatum eindigt het deelnemerschap ondanks een tijdens het deelnemerschap verleende vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid. Bij beëindiging van het deelnemerschap behoudt de gewezen deelnemer minimaal de per dat tijdstip berekende aanspraken als omschreven in artikel 13 lid 1.
4.
Indien de gewezen deelnemer na beëindiging van het deelnemerschap revalideert, wordt de voortgezette pensioenopbouw met inachtneming van de desbetreffende verzekeringsvoorwaarden verminderd of gestopt. Bij een eventueel hierop volgende toeneming van de mate van arbeidsongeschiktheid, wordt de voortgezette pensioenopbouw niet meer vermeerderd of hervat.
5.
Voortgezette pensioenopbouw vindt plaats met inachtneming van het jaarsalaris zoals geldend op de laatstverschenen 1-ste januari waarop de deelnemer arbeidsgeschikt was.
6.
Voortgezette pensioenopbouw in de zin van dit artikel, kan alleen plaatsvinden voor verzekeringen die reeds vóór de beëindiging van het deelnemerschap gesloten waren en vóór dat tijdstip niet zijn premievrij gemaakt tot verminderde bedragen of vóór dat tijdstip niet zijn vervallen.
Artikel 13. Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap 1.
Indien het deelnemerschap anders dan door overlijden eindigt voor de pensioendatum behoudt de gewezen deelnemer recht op een deel van het te verkrijgen ouderdomspensioen. Het deel van het ouderdomspensioen waarop de gewezen deelnemer aanspraak behoudt is gelijk aan het bij – ongewijzigde voortzetting van het deelnemerschap – te verkrijgen pensioen, verminderd met het pensioen dat de gewezen deelnemer zou verkrijgen indien hij juist op de datum van beëindiging van het deelnemerschap als deelnemer in de pensioenregeling zou zijn opgenomen op basis van de laatst vastgestelde pensioengrondslag en de pensioenjaren gelegen tussen de beëindigingsdatum en de pensioendatum. De aanspraak op het partner- en/of wezenpensioen (volgens artikel 5 en 6) vervalt.
2.
Op de datum van beëindiging van het deelnemerschap als bedoeld in dit artikel wordt de conform lid 1 vastgestelde premievrije aanspraak op ouderdomspensioen omgezet in een verlaagde aanspraak op ouderdomspensioen in combinatie met een nieuw toe te kennen aanspraak op partnerpensioen, conform artikel 7 lid 1. In plaats van “pensioendatum” dient in artikel 7 lid 1, tweede alinea, gelezen te worden “de datum van beëindiging van het deelnemerschap”.
Artikel 14. Uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen 1.
Het oudedagspensioen van de gewezen deelnemer kan op de ingangsdatum worden verhoogd door uitruil van het partnerpensioen (facultatief) zoals dat is verkregen door omzetting van de premievrije aanspraak op ouderdomspensioen na tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap, zoals bedoeld in artikel 13 lid 2.
2.
De gehuwde of samenwonende gewezen deelnemer heeft voor zijn keuze tot uitruil van het partnerpensioen de instemming nodig van de echtgenote/echtgenoot of partner die aanspraak kan maken op dit partnerpensioen.
3.
De omzetting als bedoeld in dit artikel vindt plaats op basis van een daarvoor door het bestuur vastgestelde actuariële factor, de zogenaamde uitruilfactor. Deze uitruilfactor is in bijlage I bij dit reglement vastgelegd. De factor wordt vastgesteld voor maximaal vijf jaar. Als er sprake is van ingrijpende omstandigheden zoals een tussentijdse significante wijziging van de samenstelling van het deelnemersbestand, de introductie van een nieuwe Prognosetafel door het Koninklijk
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
9
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Actuarieel Genootschap, of als nieuwe wet- en regelgeving dat vereisen, kan het bestuur tussentijds een nieuwe factor vaststellen. 4.
Geen uitruil is mogelijk van het partnerpensioen waarop een gewezen echtgenote/echtgenoot c.q. partner recht heeft behouden ingevolge artikel 9.
Artikel 15. Pensioenvervroeging 1.
Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan de pensioendatum worden vervroegd. Het verzoek tot vervroeging zal ten minste 6 maanden voor de beoogde pensioendatum bij het fonds moeten zijn ingediend. Vervroeging is slechts mogelijk in gehele maanden en onder gelijktijdige beëindiging van het dienstverband. Ingeval er sprake is van een vervroeging van de pensioendatum voor een evenredig deel van de pensioenuitkering, dient het dienstverband met hetzelfde percentage beëindigd te worden.
2.
De vervroeging als bedoeld in dit artikel vindt plaats op basis van een door het bestuur vastgestelde actuariële vervroegingsfactor. Deze factor is in bijlage I bij dit reglement vastgelegd. De factor wordt vastgesteld voor maximaal vijf jaar. Als er sprake is van ingrijpende omstandigheden zoals een tussentijdse significante wijziging van de samenstelling van het deelnemersbestand, de introductie van een nieuwe Prognosetafel door het Koninklijk Actuarieel Genootschap, of als nieuwe wet- en regelgeving dat vereisen, kan het bestuur tussentijds een nieuwe factor vaststellen.
3.
Voor degene die ten tijde van de vervroeging nog deelnemer is in de pensioenregeling, zullen de pensioenaanspraken - alvorens herrekening plaats vindt - eerst worden verlaagd door toepassing van de bepalingen in artikel 13 over tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap.
4.
Indien in combinatie met vervroeging van de pensioendatum ook uitruil plaats vindt, wordt eerst het resultaat van uitruil berekend volgens het bepaalde in artikel 14 lid 3 en vervolgens dat van vervroeging volgens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.
Artikel 16. Uitbetaling 1.
Het jaarlijkse pensioen wordt aan de rechthebbende uitgekeerd onder aftrek van de van overheidswege voorgeschreven inhoudingen. De uitkering heeft plaats in maandelijkse termijnen bij achterafbetaling, voor het eerst aan het einde van de kalendermaand, waarin het pensioen is ingegaan.
2.
Elke maandelijkse termijn bedraagt een twaalfde van het jaarlijkse pensioen.
3.
In afwijking van het voorgaande kan het bestuur bepalen, dat een pensioen in halfjaarlijkse of driemaandelijkse termijnen wordt uitgekeerd, indien de maandelijkse termijnen van het pensioen minder zijn dan een door het bestuur bepaald gering bedrag.
4.
Pensioentermijnen, waarvan het moment van opeisbaarheid ligt voor 1 januari 2002, verjaren 5 jaar nadat deze opeisbaar zijn geworden. Op 1 januari 2007 nog niet verjaarde pensioentermijnen kunnen niet verjaren bij leven van de pensioengerechtigde. Een pensioentermijn waarover niet is beschikt, vervalt aan het fonds na overlijden van de pensioengerechtigde.
5.
De aanspraken op pensioen kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
10
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 16A. Waardeoverdracht 1.
Bij verandering van dienstverband is de pensioenuitvoerder van de oude werkgever verplicht mee te werken om de opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemer, met uitzondering van de aanspraak op bijzonder partnerpensioen, over te dragen naar de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Ook in het geval er geen sprake is van een verandering van dienstverband, maar wel van een verandering van pensioenuitvoerder is de oude pensioenuitvoerder verplicht mee te werken om de opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemer over te dragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. De hiervoor genoemde plicht tot waardeoverdracht is van toepassing bij een individuele waardeoverdracht. De artikelen 71, 72, 73, 74, 76, 85, 86 en 91 van de Pensioenwet zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
De gewezen deelnemer dient de waardeoverdracht binnen 6 maanden na aanvang van de deelneming in de pensioenregeling van de nieuwe pensioenuitvoerder aan te vragen bij laatstgenoemde.
3.
Voor de bepaling van de overdrachtswaarde, de extra pensioenaanspraken uit waardeoverdracht en dergelijke worden de vastgestelde wettelijke reken- en procedureregels als genoemd in Hoofdstuk 6 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en paragraaf 2 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling door het fonds steeds in acht genomen.
4.
Bij liquidatie van het fonds is de plicht tot collectieve waardeoverdracht als genoemd in artikel 84 van de Pensioenwet van toepassing.
5.
Bij een verzoek om inkomende of uitgaande waardeoverdracht die niet onder de plicht tot waardeoverdracht van het eerste lid of derde lid valt, is het fonds bevoegd mee te werken aan de waardeoverdracht. Het fonds is bevoegd een opslag wegens dekkingsgraad te vragen. De verdere afhandeling van de bevoegdheid tot waardeoverdracht vindt plaats volgens de artikelen 75, 78, 83, 87, 88, 90 en 92 van de Pensioenwet.
6.
Na waardeoverdracht kan door de betrokkene tegenover het fonds geen enkel recht meer worden ontleend aan de periode van deelneming waarop de opgebouwde pensioenaanspraken betrekking had en wordt bij hernieuwde deelneming met die periode geen rekening gehouden.
7.
Indien er waarden naar het fonds worden overgedragen, zullen deze worden aangewend ter verwerving van aanspraken zoals bepaald in dit pensioenreglement.
Artikel 16B. Afkoop kleine pensioenen 1.
Het fonds heeft het recht om bij de ingang van het ouderdomspensioen de aanspraak op ouderdomspensioen af te kopen indien de uitkering van het ouderdomspensioen op de ingangsdatum het in bijlage III opgenomen bedrag niet te boven gaat. Indien het fonds tot afkoop overgaat, zal de gepensioneerde daarover worden geïnformeerd en zal de afkoop binnen zes maanden na ingang van het ouderdomspensioen plaatsvinden.
2.
Het fonds heeft het recht om partnerpensioen af te kopen indien de uitkering van het partnerpensioen op de ingangsdatum het in bijlage III opgenomen bedrag niet te boven gaat. Indien het fonds tot afkoop overgaat, zal de partner daarover worden geïnformeerd en zal de afkoop binnen zes maanden na ingang van het partnerpensioen plaatsvinden.
3.
Indien het bepaalde in lid 1 toepassing vindt ten aanzien van het ouderdomspensioen, wordt het meeverzekerde partnerpensioen en wezenpensioen tegelijkertijd afgekocht. Indien het in lid 2 toepassing vindt ten aanzien van het partnerpensioen wordt het meeverzekerde wezenpensioen tegelijkertijd afgekocht.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
11
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
4.
Het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag wordt jaarlijks herzien conform het bepaalde in artikel 66, lid 8 van de Pensioenwet.
5.
De uitkering ineens als bedoeld in dit artikel is steeds gelijk aan de contante waarde van de aanspraken, berekend naar door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde sekseneutrale factor die is gebaseerd op algemeen aanvaarde actuariële principes en als bijlage II bij dit pensioenreglement is opgenomen en daarvan integraal onderdeel uitmaakt. De factor wordt vastgesteld voor maximaal vijf jaar. Als er sprake is van ingrijpende omstandigheden zoals een tussentijdse significante wijziging van de samenstelling van het deelnemersbestand, de introductie van een nieuwe Prognosetafel door het Koninklijk Actuarieel Genootschap, of als nieuwe wet- en regelgeving dat vereisen, kan het bestuur tussentijds een nieuwe factor vaststellen.
Artikel 17. Administratie van deelnemingsjaren Met ingang van 1 januari 2005 worden door het fonds als deelnemingsjaren geadministreerd de jaren gelegen na 1 januari 2005 waarin de deelnemer een dienstverband heeft met de werkgever en bij het fonds pensioen wordt opgebouwd.
Artikel 18. Vervallen.
Artikel 19. Financiering van de aanspraken 1.
De financiering van de aanspraken op ouderdomspensioen over enig jaar heeft plaats door middel van koopsommen, waarbij de aanspraken over verstreken deelnemersjaren jaarlijks op 1 januari worden afgefinancierd. Het partner- en wezenpensioen worden verzekerd tegen betaling van risicopremies of door omzetting van een deel van het ouderdomspensioen in partnerpensioen.
2.
Indien ten gevolge van enige omstandigheid het financieel evenwicht in het fonds zou worden verbroken, zal getracht worden het verbroken financieel evenwicht te herstellen, zonder de reeds ingegane en de reeds verworven aanspraken aan te tasten. Mocht zulks niet mogelijk zijn, dan kan het fonds besluiten de verworven aanspraken en de ingegane pensioenen te verminderen, indien: a. de technische voorzieningen en het minimaal vereist vermogen niet meer volledig worden gedekt door de waarde van de beleggingen; b. het fonds niet in staat is binnen een redelijk termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder de belangen (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet om uiterlijk binnen drie jaar te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen.
3.
Het fonds informeert de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten.
4.
De vermindering kan op zijn vroegst een maand nadat de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, werkgever en toezichthouder hierover zijn geïnformeerd, worden gerealiseerd.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
12
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 20A. Opgave aan de deelnemer door het fonds 1.
Het fonds verstrekt in de vorm van een uniform pensioenoverzicht eenmaal per jaar aan de deelnemer: a. een opgave van de hoogte van de verworven pensioenaanspraken; b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken; c. informatie over toeslagverlening; en d. een opgave van de aan het kalenderjaar of het voorgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van de pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen.
2.
In aanvulling op het bepaalde in lid 1 wordt aan de deelnemer en de gewezen deelnemer op hun verzoek een opgave verstrekt van de hoogte van de verworven pensioenaanspraken. De opgave wordt verstrekt binnen drie maanden nadat het verzoek bij het fonds is binnengekomen. Het bestuur mag hiervoor kosten in rekening brengen.
Artikel 20B. Opgave aan de gewezen deelnemer door het fonds 1.
Het fonds verstrekt in de vorm van een uniform pensioenoverzicht de deelnemer waarvan de deelneming is beëindigd: a. een opgave van de tot het moment van beëindiging opgebouwde pensioenaanspraken; b. informatie over toeslagverlening; c. informatie die voor de deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is; en d. omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder.
2.
Het fonds verstrekt in de vorm van een uniform pensioenoverzicht de gewezen deelnemer een keer in de vijf jaar een opgave van de opgebouwde aanspraken en informatie over toeslagverlening.
3.
Het fonds informeert de gewezen deelnemer binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging.
Artikel 20C. Opgave aan de gewezen partner door het fonds 1.
Het fonds verstrekt in de vorm van een uniform pensioenoverzicht degene die gewezen partner wordt en een aanspraak verkrijgt op bijzonder partnerpensioen bij ontstaan en vervolgens een keer in de vijf jaar: a. een opgave van de opgebouwde aanspraak op partnerpensioen; b informatie over toeslagverlening; c. informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is.
2.
Het fonds informeert de gewezen partner binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging.
Artikel 20D. Opgave aan de pensioengerechtigden door het fonds 1.
Het fonds verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt bij aanvang van het pensioen en vervolgens jaarlijks: a. een opgave van zijn pensioenrecht; b. informatie over toeslagverlening.
2.
Het fonds informeert de pensioengerechtigde binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
13
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Artikel 20E. Opgave op verzoek 1.
Het fonds verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde op verzoek: a. het voor betrokkene geldende pensioenreglement; b. het jaarverslag en de jaarrekening van het fonds; c. de uitvoeringsovereenkomst; d. de voor betrokkene relevantie informatie over beleggingen; e. de verklaring inzake beleggingsbeginselen; f. het korte- of langetermijnherstelplan indien daarvan sprake is; g. informatie over de hoogte van de dekkingsgraad; h. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing door De Nederlandsche Bank of Autoriteit Financiële Markten; i. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder; j. informatie over de gevolgen van uitruil.
2.
Het fonds verstrekt deze informatie op verzoek ook aan vertegenwoordigers van deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of pensioengerechtigden.
3.
Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer op verzoek een opgave van de hoogte van de opgebouwde pensioenaanspraken.
4.
De informatie op grond van lid 1, sub a, d en j, wordt kosteloos verstrekt. Voor de overige informatie kunnen kosten in rekening worden gebracht door het fonds.
Artikel 20F. Overige opgaven door het fonds 1.
Het fonds verstrekt deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden die zich in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende Europese Economische Ruimte vestigen informatie over hun pensioenaanspraken en pensioenrechten en over de mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling worden geboden. Deze informatie is ten minste overeenkomstig de informatie die wordt verstrekt aan deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden die in Nederland blijven.
2.
Op verzoek van de (gewezen) deelnemer verstrekt het fonds een opgave van de deelnemingsjaren en de schriftelijke bescheiden die de deelnemingsperioden, voorafgaande aan een vóór 1 januari 2005 gedane waardeoverdracht kunnen staven. De opgave wordt verstrekt binnen drie maanden nadat het verzoek bij het fonds is binnengekomen.
3.
Het fonds kan een vergoeding vragen voor kosten die aan de verstrekking van een opgave als bedoeld in het eerste en tweede lid verbonden zijn.
Artikel 20G. Wijze van informatieverstrekking 1.
Het fonds verstrekt de informatie als bedoeld in de artikelen 20A tot en met 20F schriftelijk, tenzij de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde instemt met elektronische informatieverstrekking.
2.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan het fonds de informatie als bedoeld in artikel 20A en 20B elektronisch verstrekken indien de verworven pensioenopbouw van de (gewezen) deelnemer minder bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 16B, lid 1 tenzij de (gewezen) deelnemer hiertegen bezwaar maakt. Indien het adres voor elektronische verstrekking onjuist blijkt te zijn, wordt de informatie schriftelijk verstrekt.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
14
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
3.
Het fonds zal de schriftelijke informatie zenden naar het laatst haar bekende adres. Indien dit adres onjuist blijkt te zijn wordt navraag gedaan bij de gemeentelijke basisadministratie in de laatst bekende woonplaats van betrokkene.
4.
Kosten die het fonds maakt, omdat betrokkene verzuimd heeft een adreswijziging door te geven, kunnen door het fonds bij betrokkene in rekening worden gebracht. Deze kosten kunnen niet direct in mindering worden gebracht op de uitkering.
Artikel 20H. Klachten- en geschillenregeling De klachten en geschillenregeling van het fonds is op dit reglement van toepassing. Deze regeling is opgenomen in het reglement klachten- en geschillenregeling van het fonds.
Artikel 21. Onvoorziene gevallen In alle gevallen waarin dit pensioenreglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Artikel 22. Inwerkingtreding Dit pensioenreglement treedt in werking op 1 januari 2006 en is laatstelijk gewijzigd op 12 juni 2014. Voor deelnemers zoals omschreven in artikel 1.1 onder a vervangt dit pensioenreglement het pensioenreglement zoals dat tot 1 januari 2006 gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds.
Artikel 23. Herziening of beëindiging van de pensioenregeling 1.
De werkgever behoudt zich het recht voor de pensioenregeling naar de toekomst toe te verlagen, te beperken of te beëindigen, indien: a. de ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen van overheidswege zodanig ingrijpend worden gewijzigd, dat een herziening of beëindiging van de pensioenregeling, gezien de opzet daarvan, noodzakelijk is; b. de werkgever na een afwijzende beschikking op een daartoe door de werkgever ingediend dispensatieverzoek verplicht wordt zich voor het onder deze regeling vallende personeel of een gedeelte daarvan aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds; c. de financiële positie van de werkgever de uitgaven terzake van de pensioenregeling niet meer toelaat.
2.
Indien de werkgever voornemens is van dit recht gebruik te maken, zal de werkgever de deelnemers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis stellen en met hen overleg plegen inzake de eventuele herziening van de pensioenregeling. Het deel van de pensioenen dat gevormd is door reeds gestorte bedragen, zal niet worden aangetast.
Artikel 24. Overgangsbepalingen 1.
Van de deelnemers die op 31 december 2000 deelnamen aan de pensioenregeling zoals die op dat moment gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, en die op 1 januari 2001 als deelnemer werden opgenomen in de pensioenregeling zoals die op dat moment ging gelden, zijn de tot en met 31 december 2000 opgebouwde aanspraken op ouderdoms- en (bijzonder) weduwe- of weduwnaarspensioen en wezenpensioen zoals bedoeld in de toen geldende pensioenregeling premievrij gemaakt. Deze premievrije pensioenaanspraken konden vanaf 1 januari 2001 worden verhoogd conform artikel 4 lid 8 van het pensioenreglement zoals dat op 1 januari 2001 ging gelden en kunnen vanaf 1 januari 2006 worden verhoogd conform artikel 4 lid 4 van het onderhavige reglement. Voor het overige blijven op de premievrije
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
15
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
aanspraken de bepalingen van het op 31 december 2000 bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds geldende pensioenreglement van toepassing. 2.
Voor de deelnemers die op 31 december 2000 deelnamen aan de pensioenregeling zoals die op dat moment gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, en die op 1 januari 2001 als deelnemer werden opgenomen in de pensioenregeling zoals die op dat moment ging gelden, is de pensioengrondslag in de regeling die vanaf 1 januari 2001 ging gelden minimaal gelijk aan de minimumpensioengrondslag in de pensioenregeling zoals die op 31 december 2000 gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, op basis van het toentertijd te hanteren minimumsalaris.
3.
De echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner van een deelnemer die op 31 december 2000 deelnam aan de pensioenregeling zoals die op dat moment gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, en die op 1 januari 2001 als deelnemer werd opgenomen in de pensioenregeling zoals die op dat moment ging gelden, wiens huwelijk met de deelnemer op of na 1 januari 2001 eindigt door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed respectievelijk wiens geregistreerde partnerschap met de deelnemer op of na 1 januari 2001 wordt beëindigd, behoudt haar conform lid 1 toegekende premievrije aanspraak op weduwe- of weduwnaarspensioen onder de noemer “bijzonder weduwe- of weduwnaarspensioen”. Dit bijzondere weduwe- of weduwnaarspensioen gaat in en eindigt op overeenkomstige wijze als het op grond van het op 31 december 2000 bij de vennootschap als bedoel in artikel 1 van de statuten van het fonds geldende pensioenreglement uit te keren weduwe- of weduwnaarspensioen ingaat en eindigt.
4.
De overgangsregeling, zoals verwoord in de voorgaande drie leden, is niet van toepassing op deelnemers aan de pensioenregeling zoals die op 31 december 2000 gold bij de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds, indien zij op of vóór deze datum gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid in de C.A.O. die op de vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de statuten van het fonds van toepassing is, om vrijwillig vervroegd uit te treden. Voor hen wordt de op 31 december 2000 geldende pensioenregeling gecontinueerd.
5.
Voor de deelnemers die op 1 januari 1982 deelnamen aan de pensioenregeling van Sligro B.V. gelden de volgende bepalingen: a. het in artikel 4 lid 1 omschreven ouderdomspensioen bedraagt ten minste € 31,85 voor elk desbetreffend deelnemersjaar vanaf 1 januari 1982. Voor parttimers wordt dit bedrag naar evenredigheid vastgesteld; b. indien het op grond van deze bepaling te verkrijgen ouderdomspensioen hoger is dan op grond van artikel 4 van dit reglement verkregen zou worden, wordt de hoogte van de te betalen premie gerelateerd aan de pensioengrondslag die aan het ingevolge deze bepaling te verkrijgen ouderdomspensioen ten grondslag ligt.
6.
Voor degenen die reeds op 31 december 2005 deelnemer waren in de vorige regeling en per1 januari 2006 deelnemer worden in de onderhavige regeling geldt dat over de jaren gelegen voor 1 januari 2006 de aanspraken gehandhaafd blijven op basis van het artikel ‘tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap’ van het voor 1 januari 2006 geldende reglement. Deze premievrije pensioenaanspraken komen in aanmerking voor een toeslag met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8 van het onderhavige reglement.
7.
Voor degenen die reeds op 31 december 2005 deelnemer waren in de vorige regeling en per 1 januari 2006 deelnemer worden in de onderhavige regeling geldt dat de pensioenjaren tot en met 31 december 2005 zoals die golden in de vorige regeling, tevens meetellen voor de bepaling van de hoogte van het verzekerde partner en-/of wezenpensioen.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
16
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Bijlage I. Factoren uitruil, hoog-laag en vervroeging De uitruilfactor, zoals bedoeld in artikel 7, lid 3 van dit pensioenreglement, is voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabel. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen en partnerpensioen op de pensioendatum Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Uitruilfactor 0,848 0,849 0,850 0,852 0,854 0,855 0,857 0,859 0,862 0,864 0,867
De uitruilfactor, zoals bedoeld in artikel 13, lid 2 van dit pensioenreglement, is voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabel. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen en partnerpensioen bij tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap Leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
Uitruilfactor 0,850 0,850 0,850 0,850 0,850 0,849 0,849 0,849 0,848 0,848 0,847 0,847 0,846 0,846 0,845 0,845 0,844 0,844 0,843 0,843 0,842 0,842 0,841
Leeftijd 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Uitruilfactor 0,841 0,840 0,840 0,840 0,840 0,840 0,840 0,841 0,841 0,842 0,843 0,844 0,846 0,847 0,849 0,851 0,853 0,855 0,858 0,860 0,863 0,867
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
17
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
De uitruilfactoren, zoals bedoeld in artikel 14, lid 3 en 15, lid 4 van dit pensioenreglement, zijn voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabel. Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen Gewenste ingangsleeftijd Jaar Maanden Uitruilfactor 55 0 0,136 55 1 0,137 55 2 0,137 55 3 0,138 55 4 0,138 55 5 0,139 55 6 0,139 55 7 0,140 55 8 0,140 55 9 0,141 55 10 0,142 55 11 0,142
Jaar 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60
Maanden 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Uitruilfactor 0,172 0,173 0,174 0,174 0,175 0,176 0,177 0,177 0,178 0,179 0,179 0,180
56 56 56 56 56 56 56 56 56 56 56 56
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,143 0,143 0,144 0,144 0,145 0,145 0,146 0,147 0,147 0,148 0,148 0,149
61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,181 0,182 0,182 0,183 0,184 0,185 0,185 0,186 0,187 0,188 0,188 0,189
57 57 57 57 57 57 57 57 57 57 57 57
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,150 0,150 0,151 0,151 0,152 0,152 0,153 0,154 0,154 0,155 0,155 0,156
62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,190 0,191 0,192 0,192 0,193 0,194 0,195 0,195 0,196 0,197 0,198 0,199
58 58 58 58 58 58 58
0 1 2 3 4 5 6
0,157 0,157 0,158 0,159 0,159 0,160 0,160
63 63 63 63 63 63 63
0 1 2 3 4 5 6
0,199 0,200 0,201 0,202 0,203 0,204 0,204
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
18
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
58 58 58 58 58
7 8 9 10 11
0,161 0,162 0,162 0,163 0,164
63 63 63 63 63
7 8 9 10 11
0,205 0,206 0,207 0,208 0,209
59 59 59 59 59 59 59 59 59 59 59 59
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,164 0,165 0,166 0,166 0,167 0,168 0,168 0,169 0,170 0,170 0,171 0,172
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 65
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 0
0,209 0,210 0,211 0,212 0,213 0,214 0,214 0,215 0,216 0,217 0,218 0,219 0,220
De hoog-laag factoren, zoals bedoeld in artikel 4, lid 4 van dit pensioenreglement, zijn voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabellen. Hoog-laag constructie met een duur van 10 jaar
Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Factor 1,153 1,151 1,148 1,145 1,142 1,139 1,136 1,132 1,128 1,125 1,120
OP voor omzetting 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000
OP hoog (eerste 10 jaar) 1153 1151 1148 1145 1142 1139 1136 1132 1128 1125 1120
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
19
OP laag (na 10 jaar) 865 863 861 859 857 854 852 849 846 844 840
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Hoog-laag constructie vanaf 65 jaar met een duur tussen 1 en 10 jaar OP voor Duur hoog 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
Factor 1,303 1,275 1,249 1,226 1,204 1,185 1,166 1,150 1,135 1,120
omzetting 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000
OP na omzetting (gedurende periode hoog) 1303 1275 1249 1226 1204 1185 1166 1150 1135 1120
OP laag na omzetting (gedurende periode laag) 977 956 937 920 903 889 875 863 851 840
Hoog-laag constructie tot 65 jaar
Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
Factor 1,153 1,163 1,175 1,188 1,202 1,217 1,235 1,255 1,277 1,303
OP voor omzetting 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000
OP hoog (tot 65 jaar) 1153 1163 1175 1188 1202 1217 1235 1255 1277 1303
OP laag (na 65 jaar) 865 872 881 891 902 913 926 941 958 977
Hoog-laag constructie, uitruil llOP voor max, dubbele gehuwden AOW tot 65
Pensioenleeftijd 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
Factor 2,132 2,282 2,471 2,715 3,040 3,496 4,181 5,324 7,614 14,487
Uit te ruilen llOP 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000
TOP tot 65 2132 2282 2471 2715 3040 3496 4181 5324 7614 14487
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
20
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
De vervroegingsfactoren, zoals bedoeld in artikel 15, lid 2 van dit pensioenreglement, zijn voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabel. Vervroegen Gewenste ingangsleeftijd Jaar Maanden Vervroegingsfactor 55 0 0,531 55 1 0,533 55 2 0,536 55 3 0,539 55 4 0,541 55 5 0,544 55 6 0,546 55 7 0,549 55 8 0,551 55 9 0,554 55 10 0,557 55 11 0,559
Jaar 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60
Maanden 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Vervroegingsfactor 0,714 0,718 0,722 0,725 0,729 0,733 0,737 0,741 0,745 0,749 0,753 0,757
56 56 56 56 56 56 56 56 56 56 56 56
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,562 0,565 0,567 0,570 0,573 0,576 0,578 0,581 0,584 0,587 0,590 0,593
61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,761 0,765 0,769 0,773 0,778 0,782 0,786 0,790 0,795 0,799 0,803 0,808
57 57 57 57 57 57 57 57 57 57 57 57
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,595 0,598 0,601 0,604 0,607 0,610 0,613 0,616 0,619 0,622 0,625 0,629
62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62 62
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,812 0,817 0,821 0,826 0,831 0,835 0,840 0,845 0,850 0,854 0,859 0,864
58 58 58 58 58 58 58
0 1 2 3 4 5 6
0,632 0,635 0,638 0,641 0,645 0,648 0,651
63 63 63 63 63 63 63
0 1 2 3 4 5 6
0,869 0,874 0,879 0,884 0,889 0,894 0,899
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
21
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
58 58 58 58 58
7 8 9 10 11
0,654 0,658 0,661 0,664 0,668
63 63 63 63 63
7 8 9 10 11
0,905 0,910 0,915 0,920 0,926
59 59 59 59 59 59 59 59 59 59 59 59
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
0,671 0,675 0,678 0,682 0,685 0,689 0,692 0,696 0,699 0,703 0,707 0,710
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 65
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 0
0,931 0,937 0,942 0,948 0,954 0,959 0,965 0,971 0,977 0,982 0,988 0,994 1,000
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
22
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Bijlage II. Afkoopfactoren De afkoopfactoren, zoals bedoeld in artikel 16B, lid 5 van dit pensioenreglement, zijn voor de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 vastgesteld conform onderstaande tabellen.
Afkoopfactoren ouderdomspensioen Leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
Afkoopfactor 2,5463 2,6461 2,7497 2,8571 2,9684 3,0839 3,2036 3,3278 3,4565 3,5900 3,7284 3,8718 4,0204 4,1744 4,3338 4,4992 4,6706 4,8483 5,0326 5,2239 5,4221 5,6276 5,8404
Leeftijd Afkoopfactor 44 6,0610 45 6,2899 46 6,5277 47 6,7748 48 7,0321 49 7,2999 50 7,5787 51 7,8690 52 8,1713 53 8,4870 54 8,8168 55 9,1616 56 9,5228 57 9,9021 58 10,3002 59 10,7175 60 11,1558 61 11,6167 62 12,1027 63 12,6183 64 13,1663 65 13,7516
Afkoopfactoren partnerpensioen (niet ingegaan) Leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Afkoopfactor 0,6264 0,6503 0,6754 0,7020 0,7302 0,7603 0,7920 0,8251 0,8598 0,8958 0,9334 0,9724 1,0133 1,0562 1,1013 1,1481 1,1966
Leeftijd Afkoopfactor 44 1,5898 45 1,6547 46 1,7208 47 1,7884 48 1,8560 49 1,9242 50 1,9931 51 2,0627 52 2,1337 53 2,2046 54 2,2757 55 2,3469 56 2,4176 57 2,4867 58 2,5551 59 2,6240 60 2,6931
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
23
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
38 39 40 41 42 43
1,2470 1,2990 1,3524 1,4078 1,4657 1,5266
61 62 63 64 65
2,7626 2,8316 2,8978 2,9611 3,0203
Afkoopfactoren partnerpensioen (ingegaan) Leeftijd 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
Afkoopfactor 23,3487 23,2633 23,1741 23,0815 22,9852 22,8848 22,7804 22,6720 22,5593 22,4420 22,3201 22,1931 22,0610 21,9235 21,7801 21,6312 21,4765 21,3160 21,1494 20,9770 20,7981 20,6124 20,4198
Leeftijd Afkoopfactor 44 20,2205 45 20,0143 46 19,8016 47 19,5815 48 19,3552 49 19,1223 50 18,8832 51 18,6378 52 18,3858 53 18,1285 54 17,8644 55 17,5929 56 17,3122 57 17,0240 58 16,7270 59 16,4207 60 16,1051 61 15,7794 62 15,4438 63 15,0978 64 14,7427 65 14,3779
Afkoopfactoren Wezenpensioen Leeftijd 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Afkoopfactor 12,9100 12,4066 11,8831 11,3386 10,7723 10,1834 9,5709 8,9340 8,2715 7,5826 6,8661 6,1209 5,3460 4,5400
Leeftijd Afkoopfactor 14 3,7018 15 2,8301 16 1,9235 17 0,9806 18 7,5826 19 6,8661 20 6,1209 21 5,3460 22 4,5400 23 3,7018 24 2,8301 25 1,9235 26 0,9806 27 0,0000
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
24
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014
Bijlage III. Overzicht geldende bedragen en premiepercentages
Jaar
Maximum jaarsalaris
Franchise
Afkoopgrens
Premiepercentage Werkgever/werknemer
2006
€ 42.587,-
€ 10.584,-
€ 361,02
14 / 7
2007
€ 43.225,-
€ 10.864,-
€ 400,00
14 / 7
2008
€ 44.414,-
€ 11.172,-
€ 406,44
14 / 7
2009
€ 45.968,-
€ 11.563,-
€ 417,74
15 / 7,5
2010
€ 45.968,-
€ 11.597,-
€ 420,69
Vanaf 01-01-2010 tot 01-04-2010: 15,8 / 7,9 Vanaf 01-04-2010: 16,6 / 8,3
2011
€ 46.428
€ 11.803
€ 427,29
Vanaf 01-01-2011 tot 01-04-2011: 16,6 /8,3 Vanaf 01-04-2011: 16,6 /10,3
2012
€ 47.124
€ 11.980
€ 438,44
16,6 / 10,3
2013
€ 47.831
€ 12.160
€ 451,22
16,6 / 10,3
2014
€ 48.788
€ 12.403
€ 458,06
16,6 / 8,3
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
25
Pensioenreglement 55-min Laatst gewijzigd 12 juni 2014