Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Statuten
Artikel 1
Begripbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder: -
Stichting: de Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group;
-
Bestuur: het bestuur van de stichting;
-
Sligro Food Group Nederland B.V.: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Sligro Food Group Nederland B.V., gevestigd te Veghel;
-
Directie: de directie van Sligro Food Group Nederland B.V.;
-
Vennootschap: Sligro Food Group Nederland B.V. en de groepsmaatschappijen van Sligro Food Group Nederland B.V. ten behoeve waarvan Sligro Food Group Nederland B.V. een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten met de stichting;
-
Werkgever: de vennootschap en de aan de vennootschap gelieerde ondernemingen die op grond van artikel 4 van deze statuten aan de stichting verbonden zijn en een uitvoeringsovereenkomst met de stichting hebben gesloten. Ondernemingen als hiervoor bedoeld worden opgenomen in een bijlage bij deze statuten;
-
Ondernemingsraad: de ondernemingsraad van Sligro Food Group Nederland B.V.;
-
Pensioenreglement: een in artikel 7 van deze statuten bedoeld pensioenreglement;
-
Werknemer: de persoon die door een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is bij de werkgever;
-
Deelnemer: de werknemer die op basis van een pensioenreglement van de stichting als deelnemer is opgenomen in een pensioenregeling van de stichting;
-
Gewezen deelnemer: de persoon die zijn deelnemerschap aan een pensioenregeling van de stichting heeft beëindigd en op basis van dit deelnemerschap op grond van het desbetreffende pensioenreglement anders dan als pensioengerechtigde aanspraken op pensioen heeft behouden jegens de stichting;
-
Pensioengerechtigde: de persoon voor wie op grond van de statuten en een pensioenreglement van de stichting het pensioen is ingegaan;
-
PW: de Pensioenwet;
-
De Nederlandsche Bank: de toezichthoudende instantie als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht;
-
Verzekeraar: een verzekeraar als bedoeld in artikel 1 van de PW.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
2
Statuten
Artikel 2
Naam en zetel
De stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. De stichting is gevestigd in de gemeente Veghel.
Artikel 3
Doel
1. De stichting heeft, binnen de perken van haar middelen, ten doel: a. het toekennen van pensioenaanspraken, het uitkeren of doen uitkeren van pensioenen en het treffen van andere gewenste voorzieningen ten behoeve van de (ex-)werknemers en hun nabestaanden; b. het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking; en wel in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader geregeld zijn in deze statuten en in een reglement van de stichting en met inachtneming van artikel 116 PW. Het toekennen van de andere gewenste voorzieningen en de uitkeringen met een ideële of sociale strekking zullen de pensioenvoorzieningen zoals beschreven in een pensioenreglement van de stichting niet aantasten. 2. De stichting werkt volgens de actuariële en bedrijfstechnische nota betreffende het te voeren beleid, waarbij de financiële opzet en de grondslagen waarop het beleid berust, gemotiveerd zijn omschreven en bevat voorts een verklaring inzake beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen. De stichting houdt hierbij rekening met de door De Nederlandsche Bank bij of krachtens de wet te stellen regels. Het bestuur legt de actuariële en bedrijfstechnische nota alsmede iedere wijziging daarvan onverwijld over aan De Nederlandsche Bank.
Artikel 4
Aansluiting van ondernemingen
1. Het bestuur kan na overleg met de directie besluiten om ook andere, aan de vennootschap gelieerde, ondernemingen bij de stichting aan te sluiten. De voorwaarden voor aansluiting worden dan in een aparte uitvoeringsovereenkomst vastgelegd. 2. Het bestuur beslist na overleg met de directie wanneer een onderneming geen aangesloten onderneming meer is.
Artikel 5
Inkomsten en uitgaven van de stichting
1. De inkomsten van de stichting bestaan uit: a. bijdragen van de werkgever; b. bijdragen van deelnemers; c. uit herverzekering; d. opbrengsten uit beleggingen; e. andere baten, met dien verstande dat erfstellingen, legaten en schenkingen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard. 2. De uitgaven van de Stichting bestaan uit: a. pensioenuitkeringen en andere uitkeringen als bedoeld in artikel 3, eerste lid; b. premies en koopsommen voor herverzekering; c. bijdragen die aan De Nederlandsche Bank verschuldigd zijn; d. onkosten en andere uitgaven, welke het bestuur ter nakoming van het doel van de stichting nodig acht. 3. De bezittingen van de stichting moeten, tezamen met de te verwachten inkomsten, toereikend zijn ter dekking van de uit de statuten en pensioenreglementen voortvloeiende pensioenverplichtingen.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
3
Statuten
4. Voorzover de geldmiddelen van de stichting niet worden aangewend voor de uitgaven als omschreven in lid 2 en bovendien niet vereist zijn voor het aanhouden van de noodzakelijke liquiditeit, worden zij door het bestuur op solide wijze belegd. 5. Vorderingen van de stichting op de werkgever alsmede beleggingen in aandelen van de werkgever worden beperkt tot ten hoogste vijf procent van de portefeuille van de stichting als geheel. Het bedrag van deze vorderingen en aandelen mag echter een tiende deel van de portefeuille van de stichting niet overschrijden. Beleggingen in de ondernemingen die tot dezelfde groep als de werkgever behoren worden in totaliteit beperkt tot ten hoogste 10% van de portefeuille van de stichting 6. Niet belegde gelden van de stichting worden gestort op een op naam van de stichting staande bank- of girorekening. Effecten worden bij een bank in open bewaargeving gedeponeerd. Eigendomsbewijzen, grossen en hypotheekakten met bijlagen en andere waardepapieren worden in een safe-inrichting bij een bank bewaard.
Artikel 6
Overdracht of herverzekering
1. De voor pensioenen bestemde gelden van de stichting moeten worden aangewend tot het overdragen of het herverzekeren van het uit de aangegane verplichtingen voortspruitende risico, door het sluiten van overeenkomsten van verzekering met een verzekeraar, een en ander tenzij het derde lid van toepassing is. Zodra de stichting verplichtingen heeft ten aanzien waarvan de vorige volzin geen toepassing heeft gevonden of zodra er ten aanzien van het bepaalde in de vorige volzin wijzigingen hebben plaatsgevonden, deelt het bestuur dit onverwijld mee aan De Nederlandsche Bank. 2. Indien en voorzover een rechthebbende op pensioen, niet zijnde een deelnemer, aanspraak heeft jegens de verzekeraar wordt bij overdracht of herverzekering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel de stichting aangemerkt als verzekeringnemer. De voorwaarden van verzekering liggen voor alle (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden ter inzage bij de stichting. Als de stichting haar rechten als verzekeringnemer aan de rechthebbende op het pensioen heeft overgedragen, wordt deze rechthebbende als verzekeringnemer aangemerkt. 3. Overdracht of herverzekering behoeft niet plaats te vinden indien de stichting werkt volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota waaruit blijkt dat de financiële opzet in relatie tot het draagvlak van de stichting voldoet aan de bij of krachtens de PW gestelde regels teneinde de nakoming van de uit de pensioenregeling voortvloeiende verplichtingen te waarborgen. 4. Indien De Nederlandsche Bank zulks noodzakelijk acht in het belang van de deelnemers, de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden of andere belanghebbenden, gaat de stichting binnen de daardoor door De Nederlandsche Bank gestelde termijn over tot het overdragen of herverzekeren van het uit de aangegane verplichtingen voortspruitende risico door het sluiten van overeenkomsten van verzekering met een verzekeraar als bedoeld in artikel 1 van de PW.
Artikel 7
Reglementen
1. Het bestuur stelt, na overleg met de directie, een of meer pensioenreglementen vast, houdende nadere bepalingen van de wijze waarop en de gevallen waarin een pensioen zal worden verleend, alsmede van de aard en het bedrag van de te verlenen pensioenen en uitkeringen. 2. Naast de pensioenreglementen, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, kan het bestuur andere reglementen vaststellen en wijzigen. Ten aanzien van wijzigingen van een pensioenreglement geldt artikel 13 van deze statuten. 3. De in de vorige leden van dit artikel bedoelde reglementen mogen geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
4
Statuten
4. De in de vorige leden van dit artikel bedoelde reglementen treden in werking op een door het bestuur te bepalen tijdstip.
Artikel 8
Bestuur
1. Het bestuur is paritair samengesteld en bestaat uit vijf bestuursleden. Twee werkgeversbestuursleden worden benoemd door het bestuur na voordracht door de directie. Twee werknemersbestuursleden worden benoemd door het bestuur na voordracht door de ondernemingsraad. Eén bestuurslid uit de pensioengerechtigden wordt benoemd door het bestuur na verkiezingen. Het bestuurslid dat benoemd is uit de pensioengerechtigden behoort samen met de bestuursleden die benoemd zijn namens de deelnemers en gewezen deelnemers tot de werknemersbestuursleden. De verdeling van de zetels van de vertegenwoordigers van werknemers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden vindt plaats op basis van onderlinge getalsverhoudingen waarbij de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden niet meer dan 25% van het totaal aantal zetels bezet. 2. De werkgeversbestuursleden en werknemersbestuursleden worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar. Bij beëindiging van de zittingsperiode van vier jaar is een bestuurslid direct herbenoembaar. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door overlijden; b. door bedanken; c. door functies te bekleden die strijdig zijn met de belangen van de stichting, indien en voor zover de beëindiging in overeenstemming is met artikel 99, lid 3 en artikel 104 van de PW; d. door ontslag , als bedoeld in het derde lid; e. door het verstrijken van de zittingsperiode; alsmede voor de werknemersbestuursleden: f. als het werknemersbestuurslid geen deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde meer is. Het werknemersbestuurslid dat tussentijds wordt gekozen, neemt de bestuursfunctie waar tot de dag, waarop degene in wiens plaats hij is gekozen had moeten aftreden.
3. Een bestuurslid kan door het bestuur worden geschorst of ontslagen wegens disfunctioneren, indien: a. het desbetreffende bestuurslid niet naar behoren functioneert; of b. zich naar het oordeel van het bestuur of de geleding die het bestuurslid heeft benoemd een onverenigbaarheid van hoedanigheden voordoet en het desbetreffende bestuurslid na daartoe te zijn gemaand, hierin geen verandering heeft gebracht; of c. door gedragingen van het bestuurslid de goede naam of de belangen van het pensioenfonds worden geschaad. 4. Het bestuurslid over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd, moet in de desbetreffende vergadering de gelegenheid worden geboden om te worden gehoord en heeft het recht zich te verdedigen of te verantwoorden. 5. Het besluit tot schorsing of ontslag wordt genomen in een bestuursvergadering. Het bestuursbesluit wordt genomen met twee derde van de stemmen, waarbij de stem van het desbetreffende bestuurslid buiten beschouwing blijft, in een bestuursvergadering waarin alle leden, behoudens eventueel het desbetreffende lid, aanwezig zijn. 6. Een schorsing, verleend op de wijze als bedoeld in lid 4, die niet binnen twee maanden wordt gevolgd door ontslag, vervalt van rechtswege na het verstrijken van die periode. Een geschorst bestuurslid wordt geacht geen bestuurslid te zijn. 7. De voorzitter van het bestuur wordt door het bestuur uit de werkgeversbestuursleden gekozen. Een van de werknemersbestuursleden wordt door het bestuur als secretaris aangewezen. De overige functies, zijnde plaatsvervangend voorzitter en plaatsvervangend secretaris, worden door het bestuur in onderling overleg verdeeld. Het bestuur kan in onderling overleg uit zijn midden ook
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
5
Statuten
andere functionarissen aanwijzen, zoals een penningmeester en een plaatsvervangend penningmeester. 8. De geschiktheid van de bestuursleden dient naar het oordeel van De Nederlandsche Bank voldoende te zijn met het oog op de belangen van de bij de stichting betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden. Het bestuur brengt elke wijziging in de samenstelling van het bestuur van de stichting vooraf ter kennis aan De Nederlandsche Bank. 9. Voor het borgen van de kwaliteit van het bestuur worden de kandidaat bestuursleden getoetst aan één van de door het bestuur vastgestelde functieprofielen. Het functieprofiel waaraan getoetst wordt, is afhankelijk van de taken die de kandidaat toebedeeld krijgt en/of de commissies waarin wordt deelgenomen. Als het bestuur van mening is dat de kandidaat wezenlijk afwijkt van het van toepassing zijnde functieprofiel, treedt deze niet in functie en zal het bestuur de voordragende partij vragen een nieuwe persoon voor te dragen. 10. Het bestuur draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de bestuurders buiten twijfel staat. De betrouwbaarheid van een bestuurslid staat buiten twijfel wanneer dat door De Nederlandsche Bank is vastgesteld, zolang niet een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling. 11. Een wijziging in de personen van de bestuursleden wordt niet doorgevoerd indien De Nederlandsche Bank binnen zes weken na ontvangst van de melding, of, indien De Nederlandsche Bank om nadere gegevens om inlichtingen heeft verzocht, binnen zes weken na ontvangst van die gegevens of inlichtingen aan het bestuur bekend maakt dat zij niet met de voorgenomen wijziging instemt. 12. De voornemens, de handelingen of de antecedenten van de bestuursleden mogen De Nederlandsche Bank geen aanleiding geven tot het oordeel dat met het oog op de belangen, bedoeld in lid 4, de betrouwbaarheid van deze personen niet buiten twijfel staat. Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten stelt het bestuur De Nederlandsche Bank daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. 13. Het bestuur evalueert jaarlijks haar functioneren zowel collectief als individueel aan de hand van een daartoe vastgesteld model. 14. De bestuursleden genieten als zodanig geen beloning voor door hen als zodanig verrichte werkzaamheden. Onkosten en andere uitgaven, in het belang van de stichting gedaan, worden door de stichting vergoed. 15. Tot de individuele administratieve gegevens met betrekking tot deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden hebben de bestuursleden slechts toegang indien en voor zover zij tot inzage zijn gemachtigd in een bestuursvergadering. 16. De bestuursleden zijn tot geheimhouding verplicht van alle gegevens waarvan zij uit hoofde van hun functie als bestuurslid met betrekking tot de werkgever, de stichting, de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en eventuele andere belanghebbenden kennis hebben gekregen. 17. De stichting beschikt over een door het bestuur opgesteld geschiktheidsplan als bedoeld in de Beleidsregel geschiktheid 2012 van De Nederlandsche Bank. Het geschiktheidsplan wordt door het bestuur herzien als daartoe aanleiding bestaat.
Artikel 9
Taak en werkwijze van het bestuur
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het dagelijks beleid van de stichting wordt bepaald door ten minste twee personen. Het bestuur is bevoegd tot alle daden, zowel van beheer als beschikking, vallende onder de doelstelling van het fonds, daaronder begrepen het besluiten
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
6
Statuten
tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 2. Het dagelijks beleid kan bepaald worden door personen die niet tot het bestuur behoren. Deze personen worden door het bestuur benoemd, waarbij de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. Het bepaalde in artikel 8 leden 8, 9 en 10 en artikel 9 lid 3 is op deze personen van overeenkomstige toepassing. 3. De bestuursleden richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij de stichting betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. 4. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. De stichting wordt tevens vertegenwoordigd door de voorzitter en een werknemersbestuurslid tezamen. Het bestuur is ook bevoegd bij bestuursbesluit een of meer bestuursleden dan wel niet bestuursleden te machtigen om de stichting te vertegenwoordigen. Deze volmacht kan slechts betrekking hebben op het voeren van het dagelijkse beheer en de administratie. 5. Het bestuur vergadert tenminste eenmaal per jaar ter vaststelling van de stukken bedoeld in artikel 12 en voorts zo dikwijls als een of meer bestuursleden de wens daartoe te kennen geeft. Bestuursvergaderingen worden tenminste zeven werkdagen voor de vergadering de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend door de voorzitter bijeengeroepen. De oproepingsstukken vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen. In geval de oproeping niet op gemelde wijze heeft plaatsgevonden of bij de oproeping de behandeling van een of meer onderwerpen niet op de juiste wijze is aangekondigd, kunnen niettemin geldige bestuursbesluiten worden genomen, indien alle in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn en niemand zich tegen de wijze van besluitvorming verzet. 6. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door een van de aanwezigen, door de voorzitter daartoe verzocht. De notulen worden in de volgende bestuursvergaderingen vastgesteld en getekend door degenen die in de betreffende vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd. 7. Het bestuur neemt zijn besluiten bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen waarbij het stemgewicht van de twee werkgeversbestuursleden gelijk is aan het stemgewicht van de drie werknemersbestuursleden. Indien niet alle vijf bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn, heeft elk werknemersbestuurslid zoveel stemmen als er werkgeversbestuursleden ter vergadering aanwezig zijn en heeft elk werkgeversbestuurslid zoveel stemmen als er werknemersbestuursleden ter vergadering aanwezig zijn. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen; blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 8. Ieder der bestuurders is bevoegd een deskundige te raadplegen, alsmede zich krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste een vierde der bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan. 9. Het bestuur kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per fax of elektronisch hun mening te uiten en geen van hen bezwaar aantekent tegen deze wijze van besluitvorming. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de voorzitter een relaas opgemaakt, dan door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 10. Het bestuur kan uit zijn midden commissies benoemen, die met een speciale taak of taken worden belast en waarvan de bevoegdheden bij bestuursbesluit worden geregeld. Een commissie is bij voorkeur paritair samengesteld en wijst zelf een voorzitter en indien gewenst een secretaris aan. Daarnaast kunnen door het bestuur externe deskundigen aangesteld worden om advies uit te brengen.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
7
Statuten
Artikel 10
Verantwoordingsorgaan
1. Het bestuur heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld dat bestaat uit drie leden: één vertegenwoordiger uit de kring van werknemers, één vertegenwoordiger uit de kring van pensioengerechtigden en één vertegenwoordiger van de werkgever. 2. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met een andere functie binnen de stichting. 3. De vertegenwoordigers van de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever worden door het bestuur benoemd, na voordracht uit de betreffende geleding. 4. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt door: a. het verstrijken van de zittingsduur; b. het bedanken door het betreffende lid; c. beëindiging van het dienstverband bij de werkgever in geval van een vertegenwoordiging van de deelnemers; d. het aanvaarden van een andere functie binnen het fonds; e. ontslag door het bestuur indien het lid van het verantwoordingsorgaan aantoonbaar niet naar behoren functioneert en/of met zijn gedragingen de goede naam of de belangen van het fonds schaadt; f. overlijden. 5. Het bestuur legt ten minste één maal per jaar verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd, alsmede over de waarborging van goed pensioenfondsbestuur. 6. De samenstelling, de wijze van benoeming en ontslag, de bevoegdheden en de werking van het verantwoordingsorgaan staan nader beschreven in het Reglement Verantwoordingsorgaan.
Artikel 11
Intern toezicht
1.
Het bestuur stelt een visitatiecommissie in die is belast met het interne toezicht.
2.
De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden, die allen deskundig zijn. De leden zijn op geen enkele wijze, anders dan uit hoofde van de visitatiecommissie, betrokken bij het functioneren van de stichting.
3.
De leden worden benoemd door het bestuur, nadat het verantwoordingsorgaan over de samenstelling van de visitatiecommissie advies heeft uitgebracht.
4.
Ten minste één maal per jaar beziet de visitatiecommissie het functioneren van (het bestuur van) het fonds.
5.
De samenstelling, de wijze van ontslag, de bevoegdheden en de werking van de visitatiecommissie staan nader beschreven in het Reglement Visitatiecommissie.
Artikel 12
Boekjaar en verslag
1. Het boekjaar van de stichting loopt van een januari tot en met een en dertig december. 2. Het bestuur benoemt tot wederopzegging een accountant, en indien de wet dit vereist, een actuaris. De accountant zal de boekhouding van de stichting regelmatig controleren en aan het bestuur zo dikwijls het dit gewenst acht, doch ten minste eenmaal per jaar na het einde van het boekjaar schriftelijk verslag uitbrengen omtrent de financiële positie van de stichting. Onder accountant wordt hier verstaan een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
8
Statuten
3. Het bestuur legt aan De Nederlandsche Bank jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, een jaarverslag en overige gegevens over het verstreken boekjaar over, waaruit een volledig beeld van de financiële toestand van de stichting gegeven wordt en waaruit ten genoegen van De Nederlandsche Bank blijkt dat wordt voldaan aan het bepaalde bij en krachtens de PW en dat de belangen van de bij de stichting betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden voldoende gewaarborgd geacht kunnen worden. De jaarrekening moet zijn voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, ondertekend door de accountant. Indien de accountant naar het oordeel van De Nederlandsche Bank niet of niet meer de nodige waarborgen biedt dat deze de toevertrouwde taak met betrekking tot het fonds naar behoren zal vervullen, kan De Nederlandsche Bank bepalen dat hij niet bevoegd is deze verklaring af te leggen. 4. Indien op grond van artikel 6 lid 3 van deze statuten het uit de aangegane verplichtingen voortspruitende risico niet (geheel) overgedragen of herverzekerd is door het sluiten van overeenkomsten van verzekering met een verzekeraar, legt het bestuur aan De Nederlandsche Bank bovendien binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een actuarieel verslag betreffende het fonds over, voorzien van de verklaring van de actuaris.
Artikel 13
Wijziging van statuten en reglementen
1. Het bestuur kan statuten en pensioenreglementen wijzigen met ingang van een door het bestuur te bepalen datum. Wijziging van de statuten dient bij notariële akte tot stand te komen. Het bestuur treedt hierover tijdig in overleg met de directie en de ondernemingsraad, tenzij deze wijzigingen noodzakelijk zijn op grond van de wet of als gevolg van een aanwijzing van de toezichthouder. 2. In tegenstelling tot het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is overleg met de ondernemingsraad niet vereist indien deze wijzigingen noodzakelijk zijn ter uitvoering van een liquidatie van de stichting en bij wijzigingen van een pensioenreglement met betrekking tot pensioenaanspraken over nog niet verstreken perioden van deelneming of aanpassing van aanspraken in geval van veranderingen of invoering van sociale wetten mits deze wijzigingen worden doorgevoerd binnen de daarbij geldende wettelijke begrenzingen. 3. Indien de financiële positie van het fonds daartoe aanleiding geeft, kan het bestuur, in overleg met de directie en de ondernemingsraad, alle uit een pensioenreglement voortvloeiende aanspraken, rechten en/of verplichtingen bij reglementswijziging aanpassen naar rato van het tekort. 4. Indien een werkgever zijn bijdrage aan de pensioenregeling vermindert of beëindigt in verband met een ingrijpende wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van de PW kan het bestuur het pensioenreglement wijzigen met dien verstande dat de aanspraken casu quo rechten over reeds vervulde dienstjaren vooreerst onaangetast zullen blijven. Het bestuur zorgt dat de deelnemers in het bezit gesteld worden van een afschrift van de mededeling die de werkgever overeenkomstig artikel 12 van de PW aan de stichting heeft gedaan.
Artikel 14
Liquidatie
1. De stichting wordt ontbonden indien het bestuur daartoe besluit na overleg met de directie en de ondernemingsraad. 2. Als liquidateuren treden op de bestuursleden die in functie zijn op het tijdstip van de opheffing. De liquidateuren voorzien zo nodig zelf in de vervulling van een eventuele vacature. Gedurende de liquidatie blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing en zijn de liquidateuren onderworpen aan dezelfde voorschriften als het bestuur. 3.
Alle deelnemers worden geacht op de datum van ingang van de liquidatie de deelneming te beëindigen.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
9
Statuten
4. De reeds gevestigde pensioenaanspraken zullen worden overgedragen aan een verzekeraar of een pensioenfonds als bedoeld in de PW. Voorzover de voor de pensioenen bestemde middelen aan een verzekeraar worden overgedragen, zullen de uit de verzekeringen voortvloeiende rechten op naam van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden worden gesteld. Op de desbetreffende verzekeringsbescheiden zal worden aangetekend dat op de verzekeringen voorzover hierin zijn belichaamd de jegens de stichting opgebouwde aanspraken, uitsluitend en onverminderd de voorschriften van de PW van kracht blijven. 5. Een eventueel batig liquidatiesaldo zoals vastgesteld door de liquidateuren conform de algemene bepalingen van Boek 2 BW wordt uitgekeerd aan Sligro Food Group Nederland B.V. nadat door de liquidateuren is vastgesteld dat de stichting aan de verplichtingen krachtens artikel 129, lid 2 van de Pensioenwet heeft voldaan. Een negatief liquidatiesaldo zal leiden tot evenredige vermindering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten, met inachtneming van artikel 134 PW. 6. De liquidateuren dragen er zorg voor dat de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van de stichting in liquidatie worden geïnformeerd over de liquidatiegevolgen, onder meer door uitreiking van een bewijs waaruit hun - al dan niet gewijzigde - rechten blijken en waaruit blijkt jegens wie deze rechten geldend kunnen worden gemaakt.
Artikel 15
Onvoorziene gevallen
Het bestuur beslist, na overleg met de directie, over incidentele gevallen welke geen algemeen karakter dragen en waarin deze statuten niet voorzien.
Artikel 16
Klachten- en geschillenregeling
1. Een (gewezen) deelnemer, pensioengerechtigde of andere belanghebbende heeft het recht om bij de stichting een met redenen omklede schriftelijke klacht in te dienen over de wijze waarop hij door de stichting is bejegend. 2. Een (gewezen) deelnemer, pensioengerechtigde of andere belanghebbende kan tegen een schriftelijke beslissing van de stichting inzake de voor hem uit de deelneming voortvloeiende rechten en plichten een geschil aanhangig maken. 3. De klachten en geschillenprocedure is beschreven in het Reglement Klachten- en geschillenregeling. 4. Een (gewezen) deelnemer, pensioengerechtigde of andere belanghebbende die de klachten- of geschillenregeling van de stichting heeft doorlopen en zich niet kan vinden in de uitkomst hiervan, kan de klacht of het geschil aan de Ombudsman Pensioenen voorleggen.
Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
10
Statuten