20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
Statuten 2010
Stichting Pensioenfonds Randstad
1
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 1. Naam en zetel. 1.
De stichting draagt de naam "Stichting Pensioenfonds Randstad".
2.
De stichting is gevestigd te Amsterdam.
3.
De stichting wordt hierna genoemd "het fonds".
ARTIKEL 2. Doel. Het fonds stelt zich ten doel het verlenen of doen verlenen van pensioenen aan pensioenen aanspraakgerechtigden in de zin van de pensioenreglementen van het fonds. ARTIKEL 3. Aangesloten ondernemingen. Als aangesloten onderneming zijn toegetreden: Randstad Groep Nederland bv alsmede door haar met name aangewezen ondernemingen, die met haar in een groep zijn verbonden, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze statuten. Onder groep wordt verstaan een groep in de zin van artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek. Het bestuur van het fonds bepaalt of, en zo ja onder welke voorwaarden, een onderneming die niet langer deel uitmaakt van Randstad Groep Nederland bv, als aangesloten onderneming verbonden kan blijven. ARTIKEL 4. Middelen, inkomsten en uitgaven. 1.
De middelen en inkomsten van het fonds bestaan uit: a.
het bij de oprichting van het fonds door de aangesloten onderneming afgezonderde stichtingskapitaal, groot vijfenveertig Euro en achtendertig Eurocent (€ 45,38);
b.
reglementaire bijdragen der aangesloten ondernemingen;
c.
reglementaire bijdragen door deelnemers;
d.
inkomsten uit beleggingen;
e.
eventuele vrijwillige stortingen van de aangesloten ondernemingen of van de deelnemers;
f.
waardeoverdrachten;
g.
hetgeen het fonds bij erfenis, legaat of schenking mocht verkrijgen. Omtrent het al of niet aanvaarden van de erfstellingen, legaten of schenkingen beslist het bestuur. Erfstellingen zullen echter nimmer anders mogen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
h. 2.
inkomsten uit anderen hoofde.
De uitgaven van het fonds bestaan uit die voor pensioenen, waardeoverdrachten en overige uitkeringen, alsmede uit de beheerskosten, welke het bestuur van het fonds nodig of wenselijk acht.
3.
De middelen van het fonds zullen, voor zover geen gebruik wordt gemaakt van de ingevolge de volgende leden toegestane uitzonderingen, worden belegd en bezwaard, afgezonderd van die van de aangesloten ondernemingen. 2
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
4.
Beleggingen in een aangesloten onderneming worden beperkt tot ten hoogste 5% van de portefeuille als geheel, en in geval de aangesloten onderneming tot een groep behoort, worden beleggingen in de ondernemingen die tot dezelfde groep behoren beperkt tot ten hoogste 10% van de portefeuille. Wanneer een groep van ondernemingen aan het fonds premies betaalt, geschieden beleggingen in deze ondernemingen prudent, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een behoorlijke diversificatie.
ARTIKEL 5. Grondslagen van het fonds. 1.
Het bestuur van het fonds stelt een actuariële en bedrijfstechnische nota vast waarin in elk geval een omschrijving is opgenomen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 95, , 126 tot en met 137 en 143 van de Pensioenwet. De nota bevat voorts een verklaring inzake beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen, De nota voldoet aan het bepaalde bij en krachtens artikel 145 van de Pensioenwet. Voor zover risico’s zijn overgedragen, herverzekerd of ondergebracht, kan de omschrijving beperkt blijven tot een verwijzing naar hetgeen in de betreffende overeenkomsten is opgenomen.
2.
Het bestuur legt de in de vorige volzin bedoelde nota alsmede iedere wijziging daarvan binnen twee weken na tot stand komen daarvan over aan De Nederlandsche Bank.
3.
Het bestuur verstrekt met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens artikel 147 van de Pensioenwet, jaarlijks binnen de daartoe gestelde termijn staten aan De Nederlandsche Bank, die De Nederlandsche Bank nodig heeft voor de uitoefening van haar taak.
ARTIKEL 6. Deelnemers. Deelnemers van het fonds zijn die leden van het personeel van een aangesloten onderneming, die door het bestuur van het fonds als zodanig zijn toegelaten, één en ander zoals nader reglementair is geregeld. ARTIKEL 7. Inrichting Het fonds heeft een bestuur en een verantwoordingsorgaan. Het bestuur is belast met het besturen van het fonds. Het verantwoordingsorgaan geeft in ieder geval jaarlijks achteraf een oordeel over het door het bestuur vastgestelde beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en over de naleving van de in artikel 33, lid 2, van de Pensioenwet bedoelde Principes voor goed pensioenfondsbestuur.
3
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 8. Bestuur. 1.
Het fonds wordt beheerd door een bestuur, bestaande uit acht leden. Vier leden worden benoemd en ontslagen door de aangesloten ondernemingen in onderling overleg. Vier leden van het bestuur worden door de deelnemers en de pensioengerechtigden gekozen.
2.
Een benoeming als bestuurslid vindt slechts plaats onder de opschortende voorwaarde dat De Nederlandsche Bank na beoordeling van de vraag of de deskundigheid van het bestuur voldoende is en of de betrouwbaarheid van de betrokken persoon buiten twijfel staat, niet laat weten niet in te stemmen met de voorgenomen benoeming. Het bestuur brengt elke wijziging in de samenstelling van het bestuur vooraf ter kennis van De Nederlandsche Bank met inachtneming van het gestelde bij en krachtens artikel 105 van de Pensioenwet. Indien De Nederlandsche Bank niet instemt met de benoeming en daartegen niet tijdig een rechtsmiddel is ingesteld of op het ingestelde rechtsmiddel definitief ten nadele van de betrokken persoon is beslist, wordt met inachtneming van het gestelde in deze statuten een ander persoon als bestuurslid benoemd. Indien er ten aanzien van een persoon die als bestuurslid is benoemd een wijziging optreedt in de antecedenten als bedoeld in artikel 105 lid 8 van de Pensioenwet, deelt het bestuur dit, zodra het daarvan kennis neemt, onverwijld aan De Nederlandsche Bank mee. Indien De Nederlandsche Bank een desbetreffende aanwijzing geeft, is de betrokken persoon voorlopig ontheven van zijn taken als bestuurslid. Indien niet tijdig tegen de aanwijzing een rechtsmiddel is ingesteld of op het ingestelde rechtsmiddel definitief ten nadele van de betrokken persoon is beslist, is de betrokken persoon definitief ontheven van zijn taken als bestuurslid en wordt met inachtneming van het gestelde in deze statuten over vacatures een andere persoon als bestuurslid benoemd. Indien op het ingestelde rechtsmiddel definitief ten voordele van de betrokken persoon is beslist, wordt de betrokken persoon in zijn taken als bestuurslid hersteld.
3.
Het bestuur heeft een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. De voorzitter wordt in functie benoemd door de aangesloten ondernemingen in onderling overleg. Indien de voorzitter behoort tot de door de aangesloten ondernemingen benoemde bestuursleden, behoort de secretaris tot de door de deelnemers en pensioengerechtigden gekozen bestuursleden en omgekeerd. Hetzelfde geldt ten aanzien van hun plaatsvervangers. De plaatsvervangend voorzitter, de secretaris en de plaatsvervangend secretaris worden door het bestuur uit zijn midden gekozen telkens voor de tijd van twee jaren. De aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar.
4.
De voorzitter heeft de leiding van alle bestuurswerkzaamheden. Hij heeft de leiding van de bestuursvergaderingen. De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.
4
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
De secretaris houdt de notulen van de bestuursvergaderingen. Hij voert de correspondentie namens het bestuur en is verantwoordelijk voor het archief. De plaatsvervangend secretaris vervangt de secretaris bij diens afwezigheid. 5.
De bestuursleden, benoemd door de aangesloten ondernemingen, hebben zitting voor vier jaren. Zij kunnen na de zittingstermijn door de aangesloten ondernemingen herbenoemd worden. Zij kunnen te allen tijde door de aangesloten ondernemingen worden ontslagen. De bestuursleden namens de deelnemers en pensioengerechtigden hebben zitting voor vier jaren. Eén maal in de twee jaar treden twee bestuursleden namens de deelnemers en pensioengerechtigden af, zodra hun zittingstermijn afloopt. De aftredende bestuursleden kunnen terstond worden herkozen. Het lidmaatschap van een bestuurslid namens de deelnemers en pensioengerechtigden eindigt zodra het bestuurslid geen deelnemer meer is en niet aansluitend pensioengerechtigde is geworden. Tevens eindigt het lidmaatschap van het bestuur door het bedanken door of het overlijden van het betreffende lid. Daarnaast treden bestuursleden af door een besluit van het bestuur, waarbij aan het lid ontslag wordt verleend wegens niet naar behoren functioneren. Indien een bestuurslid niet naar behoren functioneert, zal een besluit tot ontslag niet kunnen worden genomen dan nadat het betrokken bestuurslid ter zake van zijn niet naar behoren functioneren ten minste een maal van het bestuur een waarschuwing heeft ontvangen, tenzij het niet naar behoren functioneren van het betreffende bestuurslid van een zodanige ernst is dat een waarschuwing in redelijkheid niet behoeft te worden gevergd. Benoeming van een opvolgend bestuurslid geschiedt conform de bepalingen van deze statuten. Tevens eindigt het lidmaatschap van het bestuur, indien en zodra een bestuurslid in staat van faillissement raakt, surséance van betaling aanvraagt of onder curatele of bewind wordt gesteld.
6.
In bestaande vacatures moet binnen drie maanden na het ontstaan daarvan worden voorzien. Indien het betreft een vacature van een lid, benoemd door de aangesloten ondernemingen, geeft het bestuur de aangesloten ondernemingen schriftelijk kennis van de vacature. Indien de aangesloten ondernemingen in gebreke blijven een bestuurslid te benoemen, blijft de vacature bestaan, totdat hierin is voorzien. Een bestuurslid, dat gekozen is in een tussentijdse vacature treedt af op het ogenblik waarop het lid, in wiens plaats hij is getreden, zou zijn afgetreden. Gedurende het bestaan van een vacature blijft het bestuur wettig samengesteld en behoudt het zijn volle bevoegdheid.
7.
Het bestuur heeft de gehele leiding van zaken, vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte en is, met inachtneming van de statuten en reglementen, bevoegd tot alle daden, zowel van beheer als van beschikking, welke verband houden met de doelstelling van het fonds. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. Het 5
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
bestuur is bevoegd de vertegenwoordiging in en buiten rechte op te dragen aan twee bestuursleden gezamenlijk. Van deze twee bestuursleden zal één moeten behoren tot de bestuursleden, gekozen door de deelnemers en de pensioengerechtigden, en één tot de door de aangesloten ondernemingen benoemde bestuursleden. 8.
Het bestuur is tevens belast met het bepalen van het beleid van het fonds. Het bestuur kan het bepalen van het dagelijks beleid of onderdelen daarvan overlaten aan tenminste twee van zijn leden. Delegatie of uitbesteding van het bepalen van het dagelijks beleid of onderdelen daarvan door het bestuur is mogelijk op basis van een gedetailleerde vastlegging van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personen of instellingen, aan wie delegatie of uitbesteding plaatsvindt. Indien delegatie als hiervoor omschreven zich voordoet zal het bestuur de bedoelde gedetailleerde beschrijving vaststellen met inachtneming van het gestelde bij en krachtens artikel 34 van de Pensioenwet. De deskundigheid van de personen die het beleid van het fonds (mede) bepalen, dient naar het oordeel van De Nederlandsche Bank voldoende te zijn met het oog op de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden. De voornemens, handelingen of antecedenten van de personen die het beleid van het fonds (mede) bepalen mogen De Nederlandsche Bank geen aanleiding geven tot het oordeel dat, met het oog op de belangen bedoeld in de vorige volzin, de betrouwbaarheid van deze personen niet buiten twijfel staat.
9.
Het bestuur kan een directeur benoemen, die, onder verantwoordelijkheid van het bestuur, werkzaamheden voor het fonds zal verrichten. De taken en bevoegdheden van de directeur worden nader uitgewerkt in een directiestatuut, met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens artikel 34 van de Pensioenwet. De directeur is van al zijn daden en werkzaamheden met betrekking tot het fonds verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
10.
Alle bestuursleden en de directeur zijn geheimhouding verschuldigd ten aanzien van alle persoonlijke gegevens van de deelnemers, gewezen deelnemers en andere belanghebbenden, waarvan zij uit hoofde van hun functie kennis dragen, ook na beëindiging van hun functie.
11.
De bestuursleden genieten als zodanig geen enkele bezoldiging; reis- of verblijfskosten en andere uitgaven, in het belang van het fonds gedaan, zulks ter beoordeling van het bestuur, worden evenwel door het fonds vergoed.
12.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee der overige bestuursleden zulks wenselijk achten, doch tenminste één keer per jaar ter behandeling van de jaarstukken.
13.
Ieder der bestuursleden is bevoegd een deskundige te raadplegen, alsmede zich ter vergadering van het bestuur door een deskundige te laten bijstaan.
14.
Ieder bestuurslid kan een ander bestuurslid schriftelijk machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem stem uit te brengen. Eén lid kan ten hoogste één ander lid vertegenwoordigen. Een vergadering van het bestuur wordt door de secretaris bijeengeroepen door 6
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
middel van een schriftelijke convocatie, vermeldende tijd en plaats der vergadering en de te behandelen onderwerpen. De convocatie zal ten minste drie dagen vóór het houden der vergadering aan alle bestuursleden moeten worden toegezonden. Iedere vergadering wordt echter geacht op geldige wijze te zijn bijeengeroepen, indien het gehele bestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 15.
Geldige besluiten kunnen niet worden genomen, wanneer niet ten minste de helft plus één der bestuursleden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
16.
Voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, worden alle besluiten van het bestuur genomen bij gewone meerderheid van stemmen der ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden. Een besluit is slechts rechtsgeldig indien dit door tenminste één bestuurslid, benoemd door de aangesloten ondernemingen en één bestuurslid, gekozen door de deelnemers en pensioengerechtigden, wordt ondersteund. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen; bij staking van stemming over personen beslist het lot.
17.
Van elke vergadering van het bestuur worden door de secretaris notulen gehouden, welke na behandeling in een volgende vergadering worden goedgekeurd door het bestuur.
18.
Een bestuursbesluit kan buiten vergadering worden genomen door middel van ondertekening door alle bestuursleden van een stuk, waarin zodanig besluit is vervat.
19.
Stukken en bescheiden, uitgaande van het bestuur, worden namens het bestuur door de voorzitter en de secretaris getekend of ook door de in lid 6 genoemde directeur, voor zover het zaken betreft, daartoe in zijn instructie aangewezen.
20.
De personen die het beleid van de stichting bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij de stichting betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen.
21.
Het fonds beschikt over een door het bestuur opgesteld deskundigheidsplan dat voldoet aan het bepaalde bij en krachtens artikel 105 van de Pensioenwet.
22.
Het fonds beschikt over een gedragscode die voor bestuursleden en medewerkers van het fonds voorschriften geeft ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van bij het fonds aanwezige informatie.
23.
Conform de in artikel 33, lid 2, van de Pensioenwet aangewezen Principes voor goed pensioenfondsbestuur evalueert het bestuur jaarlijks zijn eigen functioneren en dat van de individuele leden. Deze evaluatie kan een aanleiding zijn zoals genoemd in lid 21 van dit artikel.
7
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 9. Verkiezing van de bestuursleden namens de deelnemers en pensioengerechtigden. 1.
Om tot bestuurslid namens de deelnemers en pensioengerechtigden te worden gekozen, moet de desbetreffende deelnemer of pensioengerechtigde kandidaat zijn gesteld overeenkomstig het vierde lid van dit artikel. De verkiezing geschiedt door middel van een referendum.
2.
Het bestuur is verplicht binnen veertien dagen na het ontstaan van een vacature van een bestuurslid namens de deelnemers en pensioengerechtigden, hiervan schriftelijk kennis te geven aan de deelnemers en pensioengerechtigden. Deze mededeling bevat tevens de datum, waarop kandidaatstellingen bij het bestuur moeten zijn binnengekomen en de datum, waarop het referendum zal worden gehouden. De eerste datum wordt niet later gesteld dan drie weken na de datum der mededeling.
3.
Ingeval van het ontstaan van een tussentijdse vacature is het bepaalde in lid 2 niet van toepassing. De tussentijdse vacature van bestuurslid zal worden vervuld door de eerstvolgende beschikbare kandidaat die bij de laatste verkiezingen voor bestuursleden namens de deelnemers en pensioengerechtigden na de in het bestuur gekozen kandidaten in deze verkiezing het hoogste aantal stemmen heeft behaald. Indien met inachtneming van het in de vorige volzin bepaalde de tussentijdse vacature niet kan worden vervuld is het bepaalde in lid 2 alsnog van toepassing.
4.
Elke deelnemer en pensioengerechtigde kan kandidaat gesteld worden, mits van deze kandidaatstelling schriftelijk kennis wordt gegeven aan het bestuur. De kandidaatstelling dient door ten minste drie deelnemers en/of pensioengerechtigden te zijn ondertekend. Indien door de deelnemers en pensioengerechtigden geen kandidaten gesteld worden, heeft het bestuur de bevoegdheid één of meer kandidaten aan te wijzen. Aftredende bestuursleden zullen bij een kandidaatstelling als hier bedoeld van rechtswege op de kandidatenlijst geplaatst worden, zo zij zich herkiesbaar stellen. Kandidaten zijn alleen verkiesbaar als zij schriftelijk jegens het bestuur hebben verklaard een bestuursfunctie te willen aanvaarden. Indien voor één vacature slechts één kandidaat gesteld wordt, is deze kandidaat gekozen en blijft ten deze het referendum achterwege.
5.
Elke deelnemer en pensioengerechtigde heeft één stem. Blanco stemmen worden als niet-uitgebrachte stemmen beschouwd. De kandidaat, die het grootste aantal stemmen op zich verenigd heeft, is gekozen. Bij een gelijk aantal stemmen beslist het lot.
ARTIKEL 10. Verantwoordingsorgaan 1.
Er is een verantwoordingsorgaan bestaande uit zes leden. In het verantwoordingsorgaan zijn de aangesloten ondernemingen, de deelnemers en de pensioengerechtigden – de drie geledingen – gelijkelijk vertegenwoordigd.
2.
De leden van het verantwoordingsorgaan worden benoemd door het bestuur. Leden namens de aangesloten ondernemingen en leden namens de deelnemers worden benoemd op voordracht van door het bestuur aangewezen organen of instellingen 8
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
die representatief geacht kunnen worden voor de aangesloten ondernemingen respectievelijk de deelnemers. Pensioengerechtigden worden benoemd op basis van de uitslag van hiervoor specifiek binnen deze geleding georganiseerde verkiezing. De wijze waarop deze verkiezing georganiseerd wordt, is vastgelegd in een separaat door het bestuur opgesteld reglement voor het verantwoordingsorgaan. 3.
Benoeming in het verantwoordingsorgaan is voor vier jaren, voor het eerst ingaande op één januari twee duizend en acht. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt door: het verstrijken van de zittingsduur; het bedanken door het betreffende lid; bij lidmaatschap namens de deelnemers: zodra de betreffende persoon geen deelnemer meer is; het aanvaarden van een andere functie binnen het fonds of pensioenbureau; overlijden.
4.
Het bestuur legt éénmaal per jaar verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst en over de naleving van de in artikel 33, lid 2, van de Pensioenwet bedoelde Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het accent ligt op de vraag of het bestuur bij de genomen besluiten op een evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle belanghebbenden. De wijze waarop het bestuur verantwoording aflegt, is vastgelegd in een separaat door het bestuur opgesteld reglement voor het verantwoordingsorgaan – met taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van dit orgaan.
5.
Het bestuur is verplicht desgevraagd aan het verantwoordingsorgaan tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken, die dit voor de vervulling van zijn taken als bedoeld in lid 4 redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt.
6.
Het verantwoordingsorgaan heeft het recht op overleg met het Bestuur, de accountant als bedoeld in artikel 17, en de actuaris als bedoeld in artikel 18, voor zover dat voor de vervulling van zijn taken als bedoeld in lid 2 redelijkerwijs nodig is.
7.
Het verantwoordingsorgaan kan een verzoek in het kader van het recht van enquête bedoeld in afdeling 2 van titel 8 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek indienen bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam indien voorafgaand aan de indiening van dat verzoek het intern toezicht bedoeld in artikel 11 zich daarover heeft uitgesproken. Een besluit tot het indienen van dit verzoek kan slechts worden genomen in een vergadering waarin: minimaal tweederde van de stemmen van het orgaan wordt uitgebracht; uit alle geledingen tenminste één stem wordt uitgebracht; ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen instemt; en uit elke geleding ten minste één stem instemt.
9
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 11. Intern toezicht. 1.
Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van een transparant intern toezicht, in beginsel door visitatie. Het bestuur kan een Raad van Toezicht benoemen ten behoeve van het interne toezicht. In het laatste geval vormt deze raad een separaat orgaan van het fonds en stelt het bestuur een separaat reglement op met taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Raad van Toezicht. De bevindingen van het intern toezicht worden in het jaarverslag van het fonds opgenomen.
2.
Het intern toezicht, hetzij door visitatie, hetzij door een Raad van Toezicht, wordt verricht door ten minste drie personen.
3.
Het intern toezicht betreft het kritisch bezien van het functioneren van het pensioenfonds, waarbij het accent ligt op het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en –processen, op interne controles en waarborgen, op de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en op de wijze waarop wordt omgegaan met risico’s van het fonds op lange termijn.
4.
Het intern toezicht heeft recht op alle informatie die het nodig acht om zijn taak goed te kunnen uitvoeren, alsmede op overleg met het bestuur en met de externe accountant en de externe actuaris.
ARTIKEL 12. Referendum. 1.
Indien op grond van het bepaalde omtrent de verkiezing van bestuursleden namens de deelnemers en pensioengerechtigden in artikel 9 van de statuten een referendum onder de deelnemers moet worden gehouden, zal het bestuur ten minste veertien dagen vóór de datum, waarop het referendum is vastgesteld, aan de deelnemers een door het bestuur gewaarmerkt stembiljet doen toekomen. Dit stembiljet staat niet op naam van de stemgerechtigde. De namen van de kandidaten worden op het stembiljet vermeld. Dit stembiljet gaat vergezeld van een aan het bestuur geadresseerde enveloppe, waarin het stembiljet moet worden gesloten, dan wel vergezeld van een eenduidige uitleg hoe elektronisch een stem kan worden uitgebracht.
2.
Stembiljetten, ingevuld door de betrokken deelnemer zelve, moeten uiterlijk op de datum van het referendum in het bezit van het bestuur zijn. Binnen een week na het referendum, worden de ontvangen stembiljetten en de elektronisch uitgebrachte stemmen in een daartoe uitdrukkelijk bijeengeroepen bestuursvergadering geteld. Het bestuur maakt van de telling der stemmen een verslag en doet hiervan mededeling aan de deelnemers. Elke deelnemer heeft één stem. Indien het stembiljet dan wel de elektronische uitgebrachte stem andere mededelingen bevat dan die, noodzakelijk voor het referendum, wordt dit biljet of deze stem als van onwaarde beschouwd en niet meegeteld.
10
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 13. Pensioeneglementen van het fonds. 1.
Het bestuur stelt één of meer pensioenreglementen vast. Deze houden nadere bepalingen in omtrent onder andere:
2.
a.
tijdstippen van begin en einde van het deelnemerschap;
b.
de wijze waarop en de gevallen waarin recht op pensioen ontstaat;
c.
de aard en de grootte der pensioenen;
d.
het betalingsverkeer tussen de aangesloten ondernemingen en het fonds.
De bepalingen van een pensioenreglement kunnen worden gewijzigd door een besluit van het bestuur.
3.
Het bestuur wijzigt een pensioenreglement als de pensioenregeling wijzigt die ten grondslag ligt aan het betreffende pensioenreglement.
4.
Vaststelling en wijziging van een pensioenreglement vindt plaats met inachtneming van de procedure en voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de geldende uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de aangesloten ondernemingen.
ARTIKEL 14. Wijziging van de statuten. 1.
Wijziging van de statuten geschiedt door een besluit van het bestuur.
ARTIKEL 15. Beleggingen, beheer van ontvangsten en uitgaven. 1.
De beschikbare gelden van het fonds zullen op solide wijze worden belegd met inachtneming van het gestelde bij en krachtens artikel 135 van de Pensioenwet.
2.
De effecten zullen in een open bewaarneming gegeven worden bij een bankinstelling of worden opgeborgen in een safe-inrichting.
3.
Aanvragen tot terugneming uit open bewaarneming zullen getekend moeten worden door twee bestuursleden.
4.
Alle eigendomsbewijzen, polissen, hypotheekakten met bijlagen, enzovoort zullen bewaard worden in een safe-inrichting. Tot de safe-inrichting als bedoeld in lid 2 en in dit lid zal alleen toegang worden verleend indien twee bestuursleden aanwezig zijn.
5.
Twee leden van het bestuur zullen gezamenlijk over het tegoed op de bank- of girorekening van het fonds kunnen beschikken.
6.
Van de bestuursleden, genoemd in de leden 3 tot en met 5 van dit artikel zal één lid moeten behoren tot de bestuursleden, gekozen door de deelnemers en de pensioengerechtigden, en één lid tot de bestuursleden benoemd door de aangesloten ondernemingen.
7.
Onverminderd de verantwoordelijkheid van het bestuur kan door het bestuur aan de administrateur worden opgedragen één van de bestuursleden, genoemd in de leden 3 tot en met 5 te vervangen. In zodanig geval vervalt het bepaalde in lid 6.
11
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 16. Boekjaar. Het boekjaar loopt van de eerste januari tot en met de éénendertigste december daaropvolgend. ARTIKEL 17. Accountant. Door het bestuur wordt een accountant benoemd, ingeschreven als registeraccountant, die tot taak heeft op de boekhouding geregeld toezicht te houden, alsmede aan de aangesloten ondernemingen en het bestuur jaarlijks schriftelijk verslag uit te brengen omtrent de financiële toestand van het fonds en een jaarlijks overzicht te verstrekken van de inkomsten en uitgaven van het fonds. De accountant kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. ARTIKEL 18. Actuaris. Indien het fonds eigen risico draagt, wordt door het bestuur een actuaris benoemd, werkend lid zijnde van het Actuarieel Genootschap, die tot taak heeft jaarlijks de voorziening pensioenverplichtingen vast te stellen en na te gaan of de in het (de) reglement(en) in het vooruitzicht gestelde pensioenen en uitkeringen voldoende gedekt geacht kunnen worden. De actuaris bepaalt, in overleg met het bestuur, de nodige premies en/of koopsommen en brengt jaarlijks een verslag uit aan de aangesloten ondernemingen en het bestuur. Voorts adviseert de actuaris het bestuur op pensioentechnisch en actuarieel terrein alsmede, desgevraagd, ten aanzien van het beleggingsbeleid. De actuaris die het actuarieel verslag waarmerkt: a) is onafhankelijk van het fonds; en b) behoort niet tot dezelfde organisatie als een andere actuaris of deskundige die andere werkzaamheden verricht voor het fonds, tenzij die organisatie een door De Nederlandsche Bank goedgekeurde gedragscode heeft over de onafhankelijkheid van de waarmerkende actuaris; en c) verricht geen andere werkzaamheden voor het fonds. De actuaris kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. ARTIKEL 19. Jaarverslag. 1.
Het bestuur brengt jaarlijks verslag uit over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan de aangesloten ondernemingen.
2.
Het verslag bevat onder andere een balans, een winst- en verliesrekening en een uittreksel uit het verslag van de accountant en van de actuaris.
3.
Een verkort jaarverslag zal aan de deelnemers worden uitgereikt. Het volledige jaarverslag ligt voor hen ter inzage en wordt eveneens beschikbaar gesteld via internet. 12
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
ARTIKEL 20. Opheffing en liquidatie. 1.
Tot opheffing van het fonds kan slechts worden besloten bij besluit van het bestuur.
2.
Het fonds zal in elk geval in liquidatie treden, wanneer alle aangesloten ondernemingen geliquideerd zijn, zonder dat haar bedrijf in de tegenwoordige of gewijzigde vorm wordt voortgezet, en ook indien geen begunstigde of te begunstigen personen in de zin van de statuten en reglementen meer aanwezig is.
3.
Het bestuur is met de vereffening van de zaken van het fonds belast.
4.
Het bestuur is verplicht bij liquidatie de belangen der begunstigde of te begunstigen personen te regelen op basis van de geldende statuten en reglementen.
5.
Indien daarna enig saldo overblijft, zal dit worden aangewend in overeenstemming met het doel van het fonds.
6.
Indien gedurende de tijd, dat het fonds in liquidatie verkeert, een vacature in het bestuur ontstaat, zal hierin - voor zover mogelijk - worden voorzien op de in de artikelen 8 en 9 omschreven wijze, waarbij in het geval dat de aangesloten ondernemingen in staat van faillissement verkeren, de curatoren (de curator) in de rechten van die ondernemingen treden (treedt). Indien in een bestuursvacature op deze wijze niet kan worden voorzien, zal het bestuur zichzelf aanvullen door coöptatie, met dien verstande dat in de vacature van een door de deelnemers gekozen bestuurslid slechts kan worden voorzien door iemand, die laatstelijk vóór het besluit tot liquidatie, als bestuurslid namens de deelnemers had kunnen fungeren.
7.
Voor zover mogelijk blijven de bepalingen van deze statuten ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur en de besluitvorming in het bestuur ook gedurende de tijd, dat het fonds in liquidatie verkeert, van kracht; zou zulks niet mogelijk zijn dan wordt zoveel mogelijk in de geest van deze bepalingen gehandeld.
8.
Degenen die jegens het fonds pensioen- of aanspraakgerechtigd zijn zullen in het bezit gesteld worden van een bewijsstuk van hun tot de datum van opheffing aan de deelneming in het fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensioen (waarin begrepen die, voortvloeiend uit het bepaalde in lid 5). In dit bewijsstuk zal tevens melding worden gemaakt van de instantie casu quo instanties, jegens welke zij die aanspraken of rechten geldend kunnen maken. De vaststelling van die aanspraken of rechten en de veiligstelling daarvan mag niet plaatsvinden in strijd met enig bindend voorschrift van de Pensioenwet.
9.
Voor zover ter zake van de in lid 8 bedoelde aanspraken of rechten op pensioen verzekeringsovereenkomsten zijn of zullen worden gesloten en deze aan de betrokkenen zelf dan wel aan een (nieuwe) werkgever worden overgedragen, zal de begunstiging ten name gesteld worden van verzekerden casu quo hun nabestaanden. Op de door de verzekeraar uit te reiken polissen zal door hem worden aangetekend dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voor zover deze betrekking hebben op aan de deelneming in het fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensioen als bedoeld in lid 8, de voorschriften van de
13
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
Pensioenwet - voor zover nog van toepassing - uitsluitend en onverminderd van kracht blijven. Tevens zal door die verzekeraar op die polissen worden aangetekend dat noch afkoop der in de vorige volzin bedoelde verzekeringen, noch wijzigingen van de begunstiging (tenzij die wijziging plaatsvindt ten behoeve van de verzekerde casu quo diens nabestaanden) kan plaatsvinden. 10.
Het fonds zal niet zijn opgeheven dan na goedkeuring door de accountant en de actuaris van het door het bestuur opgestelde definitieve liquidatierapport.
ARTIKEL 21. Geschillen. 1.
Het bestuur stelt een regeling vast met betrekking tot de wijze waarop besluiten worden genomen inzake geschillen tussen het fonds en belanghebbenden ter zake van de toepassing van de statuten en de pensioenreglementen, alsmede inzake klachten van belanghebbenden ter zake van de wijze waarop zij, ofschoon zij in hun rechtspositie niet zijn geschaad, door het fonds nadelig zijn bejegend. In deze regeling kan nader worden omschreven wie in dit verband onder belanghebbenden worden verstaan.
2.
Het bestuur benoemt voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde regeling een klachten- en geschillencommissie. Deze commissie bestaat uit drie personen, te weten:
één bestuurslid van het fonds namens de deelnemers van het fonds;
één bestuurslid van het fonds namens de aangesloten ondernemingen;
één onafhankelijk voorzitter, niet zijnde een bestuurslid van het fonds.
ARTIKEL 22. Onvoorziene gevallen. In incidentele gevallen, niet van algemene aard zijnde, waarin de statuten en reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. ARTIKEL 23. Overgangsbepalingen. 1.
In gevolge artikel 8 lid 5 van deze statuten gaat de eerste zittingstermijn van vier jaren voor bestuursleden benoemd door de aangesloten ondernemingen in op één januari twee duizend en acht.
2.
In gevolge artikel 8 lid 5 is bepaald dat de op eenendertig december twee duizend zeven zittende bestuursleden namens de deelnemers aftreden op één januari twee duizend tien, met uitzondering van het per één augustus twee duizend zeven aangetreden bestuurslid namens de deelnemers; deze laatste treedt af per één januari twee duizend twaalf. Het op één januari twee duizend acht aantredende bestuurslid namens de deelnemers treedt af op één januari twee duizend twaalf na een zittingstermijn van vier jaren.
3.
Artikel 9 lid 3 is eveneens van toepassing op de per één januari twee duizend acht beschikbaar komende vierde zetel voor bestuursleden namens de deelnemers. 14
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
4.
In gevolge leden 1 t/m 3 van dit artikel stelt het bestuur in de eerstvolgende vergadering na één januari twee duizend en acht een rooster van zittingstermijnen van de bestuursleden vast.
ARTIKEL 24. Slotbepaling. Deze statuten zijn in werking getreden per één januari negentienhonderd acht en zestig; de onderhavige statutenwijziging moet ten aanzien van de (gewezen) deelnemers worden geacht te zijn in werking getreden per één januari twee duizend en tien. De comparant is mij, notaris, bekend. Deze akte, opgemaakt in minuut, is verleden te Amsterdam, op de datum als in het hoofd van deze akte vermeld. Nadat de inhoud van deze akte zakelijk aan de comparant is opgegeven, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet door de comparant en mij, notaris, ondertekend.
15
20100203 Statuten 2010 - versie definitief schoon
BIJLAGE 1 BIJ DE STATUTEN Aangesloten ondernemingen Conform artikel 3 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Randstad zijn per één januari 2008 de volgende ondernemingen door Randstad Groep Nederland bv aangewezen als aangesloten ondernemingen: Diemermere Beheer bv E-bridge bv I-bridge bv Mailprofs Beheer B.V. Otter-Westelaken Groep bv Randstad Holding bv Randstad HR Services bv Randstad Nederland bv Rederij Clipper Stad Amsterdam bv (t.b.v. het niet-varend personeel) SPARQ Beheer B.V. Tempo-Team Group bv Yacht Group Nederland bv Northgate Arinso B.V.* * De aansluiting van Northgate Arinso betreft een tijdelijke aansluiting tot en met 30 april 2010 in het kader van de overgang van een benoemde groep medewerkers.
16