Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verklaring beleggingsbeginselen
STICHTING PENSIOENFONDS
P rotector”
Verklaring Beleggi ngsbeginselen
december 2011
beleggingsbeginselen
1/8
Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verklaring beleggingsbeginselen
Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Profiel van het pensioenfonds 2.1 Organisatie 2.2 Geen nevenactiviteiten 2.3 De pensioenregeling 3. Beleggingsbeleid: verantwoordelijkheid van het Bestuur 4. Beleggingsbeleid van het pensioenfonds 4.1 Doelstelling 4.2 Strategisch beleggingsbeleid 4.3 Gebruik van derivaten 4.4 Het uitlenen van stukken (securities lending) 4.5 Risicobeheersing in het beleggingsbeleid 4.6 Investeringen in ExxonMobil ondernemingen 4.7 Waarderingsgrondslag 4.8 Verantwoord Beleggen 5. Uitvoering van het beleggingsbeleid 5.1 Adminisdtratie en vermogensbeheer 5.2 Aanstelling externe vermogensbeheerders 5.3 Beleggingsrichtlijnen 5.4 Bewaarneming van effecten 5.5 Risicobeheersing in de uitvoering van het beleggingsbeleid 5.6 Evaluatie van de beleggingsresultaten 6. lnwerkingtreden en wijziging van de verklaring
december 201 1
beleggingsbeginselen
2/8
Stichting Pensioenfonds ‘Protector”
Verklaring beleggingsbeginselen
1. Introductie Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: de verklaring) geeft beknopt het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds “Protector” (Protector) weer. Dit beleid wordt door het Bestuur van Protector vastgesteld. Protector stelt de verklaring op verzoek beschikbaar aan alle aanspraak- en pensioen gerechtigden. Ook is de verklaring terug te vinden op de internetsite van Protector, www. pensioenfondsprotector. ni. Deze verklaring is door het Bestuur vastgesteld op 28 juni 2011 en wordt regelmatig herzien: minimaal eens in de drie jaar èn tussentijds bij belangrijke wijzigingen in het beleggingsbeleid. Na een korte profielschets van het pensioenfonds, wordt beschreven op welke wijze het beleggingsbeleid wordt vastgesteld en hoe door het Bestuur verantwoording wordt afgelegd over het beleid en de uitvoering daarvan. Vervolgens wordt het beleggingsbeleid besproken. Tot slot wordt ingegaan op de uitvoering van het beleggingsbeleid. 2. Profiel van het Pensioenfonds 2.1 Organisatie Protector is het ondernemingspensioenfonds van de ExxonMobil ondernemingen in Nederland en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregelingen, zoals die door de tot het pensioenfonds toegetreden ondernemingen (TO) voor de betreffende medewerkers zijn getroffen. Protector is een aparte rechtspersoon (stichting) en staat daarmee juridisch los van ExxonMobil. Protector administreerde per 31 december 2010 1.621 deelnemers, 2.192 pensioengerechtigden en 1.136 verzekerden met premievrije aanspraken. 2.2 Geen nevenactiviteiten Protector beperkt zijn activiteiten tot het uitvoeren van pensioenregelingen en het verrichten van werkzaamheden die daar rechtstreeks verband mee houden. Het pensioenfonds oefent geen nevenactiviteiten uit zoals bedoeld in Principe A4 van de ‘Principes voor goed pensioenfondsbestuur’, zoals gepubliceerd door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005. 2.3 De pensioenregeling De pensioenregeling is een eindloonregeling en wordt op grond van de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst. De pensioenregeling voorziet gedurende deelneming in arbeidsongeschiktheidspensioen, bij pensionering in ouderdomspensioen en bij overlijden van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde in partner- en wezenpensioen. De actuele pensioenregeling is opgenomen in de Reglementen A en B en is gepubliceerd op de website van het fonds.
3. Beleggingsbeleid: verantwoordelijkheid van het Bestuur Het Bestuur wordt geadviseerd door de Beleggingscommissie. Het Bestuur stelt, gehoord de TO en de Deelnemersraad, het strategisch beleggingsbeleid vast. Dit beleid wordt opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) van het fonds. Jaarlijks doet het Bestuur verslag van de vaststelling en uitvoering van het beleggingsbeleid in het jaarverslag. Zowel de ABTN als het jaarverslag worden voor advies voorgelegd aan de Deelnemersraad. Het beheer van het vermogen is op basis van contracten uitbesteed aan diverse vermogens beheerders. Het Bestuur blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor het gevoerde beleggingsbeleid. Het functioneren van (het Bestuur van) Protector wordt periodiek bezien door een Visitatie commissie die bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen. De bevindingen van de Visitatiecommissie worden in het jaarverslag van het pensioenfonds vermeld.
december 201 1
beleggingsbeginselen
3/8
Verklaring beleggingsbeginselen
Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verder legt het Bestuur jaarlijks verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan over het door het Bestuur vastgestelde beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en over de naleving van de ‘Principes voor goed pensioenfondsbestuur’ zoals vastgesteld door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005. Het oordeel van het Verantwoordingsorgaan en de reactie van het Bestuur daarop worden in het jaarverslag van Protector opgenomen. 4. Beleggingsbeleid van het Pensioenfonds 4.1 Doelstelling Doelstelling van het beleid van het Bestuur is het nakomen van pensioenaanspraken en pensioenrechten. De TO streven er naar om ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken in redelijke mate te beschermen tegen de gevolgen van inflatie. De daarvoor geldende maatstaf is 90% van het ‘afgeleide prijsindexcijfer alle huishoudens’. Het Bestuur geeft uitvoering aan het streven van de TO en financiert dit uit een aanvullende premie die door de TO wordt betaald. Er is geen reservering in het fonds voor duurtetoeslag. In de opzet van de pensioenregeling wordt gestreefd naar eenvoud en transparantie en naar onafhankelijkheid van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid. Protector streeft ernaar deze doelstelling te bereiken met gemiddeld lage premies. De premies die het pensioenfonds ontvangt van de werkgever en de deelnemers worden daarom zorgvuldig belegd.
4.2 Strategisch beleggingsbeleid Om de doelstelling van Protector te bereiken is het van belang dat het pensioenfonds op lange termijn binnen aanvaardbare risico’s optimale beleggingsresultaten behaalt en een gezonde financiële positie behoudt. Daartoe is een strategisch beleggingsbeleid ontwikkeld, waarin de verdeling van de beleggingen over de verschillende beleggingscategorieën is vastgelegd. Binnen deze verdeling kan de vermogensbeheerder binnen zijn mandaat tactische beleggingskeuzes maken. Als onderdeel van het beleggingsbeleid is een valutabeleid geformuleerd. Het strategisch beleggingsbeleid wordt door middel van een Asset Liability Management studie (ALM-studie) afgestemd op de verplichtingen van het fonds. In beginsel wordt het beleggingsbeleid telkens voor drie jaar vastgesteld aan de hand van een nieuwe ALM-studie. Jaarlijks vindt er een evaluatie en eventueel een bijstelling plaats. Zo kan er worden ingespeeld op wijzigingen in het risicoprofiel en de risicotolerantie van de pensioentoezeggingen en in de risicoperceptie van het Bestuur en de TO. Het huidige beleggingsbeleid omvat een normverdeling over de verschillende beleggings categorieën en normspreidingen van de aandelen en de vastrentende waarden. Het valutabeleid houdt in dat op maximaal 35% van de beleggingen een valuta-exposure kan bestaan. Norm verdeling beleggingsmix Tabel 1: Strategische samenstelling beleggingsportefeuille op 1 juli 2011.
Categorie *
Vastrentende Waarden
*
Zakelijke Waarden Private equity Aandelen wereldwijd Onroerend goed -
-
-
strategisch % 50% 50% 3% 44% 3% 100%
Totaal
december 201 1
beleggingsbeginselen
4/8
Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verklaring beleggingsbeginselen
Tabel 2: Feitelijke samenstelling beleggingsportefeuille op 30 september 201 1. Categorie *
Hele portefeuille
Vastrentende Waarden Obligaties Euro governments Obligaties Euro credits
*
Liquiditeiten
*
Zakelijke Waarden -
-
48.7%
48.7% 27.9% 20.8%
27.9% 20.8%
Private equity
0.7%
0.7%
50.6%
15.6% 0.4%
3.4%
Aandelen wereldwijd Aandelen EMU area Aandelen Overig Europa ontwikkeld Aandelen Noord Amerika Aandelen Oceanie/Far East ontwikkeld Aandelen Emerging Markets
43.2%
11.2%
11.2% 4.8% 17.7% 5.0% 7.4%
-
-
Euro gedeelte
Onroerend goed
11.2% 0% 0% 0% 0% 4.0%
Totaal
4.0% 100.0%
65.0%
4.3 Gebruik van derivaten Het is beleid om het gebruik van derivaten tot een minimum te beperken. De vermogensbeheerders worden daarom ontmoedigd om derivaten toe te passen. Het gebruik is momenteel beperkt tot voornamelijk het tijdelijk herbeleggen van dividenden. De afspraken met de vermogensbeheerders staan in meer detail beschreven in de ABTN van het fonds. 4.4 Het uitlenen van stukken (Securities Lending) De portefeuille kan deels uitgeleend worden tegen storting van een onderpand (geld of waardepapier met een marktwaarde van 102% 105% van het geleende). De uitlening wordt dagelijks geherwaardeerd zodat eventueel additioneel benodigd onderpand tijdig kan worden gevraagd. Met de twee vermogensbeheerders zijn afspraken gemaakt over het proces, de toegelaten partijen, de belegging van het onderpand, liquiditeit, enz.. Daarenboven is er een aparte garantie overeengekomen om te compenseren voor een eventueel verlies wanneer een tegenpartij diens verplichtingen niet zou nakomen. -
4.5 Risicobeheersing in het beleggingsbeleid Een belangrijk onderdeel van het beleggingsbeleid is het beheersen van beleggingsrisico’s. Protector verkleint de beleggingsrisico’s primair door te zorgen voor een goede spreiding van de beleggingen over diverse beleggingscategorieën. Beperking van het ‘risico van gebrek aan diversificatie’ is een essentieel element bij het vaststellen van het strategisch beleggings beleid. Protector overlegt regelmatig met de TO over het beleid t.a.v. afdekken van risico’s, omdat de TO borg staan voor het aanvullen van eventuele tekorten. In aanvulling hierop onderscheidt Protector onder meer de onderstaande beleggingsrisico’s met de aangegeven risicobeheersing (op hoofdlijnen):
december 201 1
beleggingsbeginselen
5/8
Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verklaring beleggingsbeg inselen
Beleggingsrisico Risicobeheersing Mismatch-risîco Beleggingen en verplichtingen niet in dezelfde mate gevoelig voor wijzigingen in financiële en demog rafische factoren, waaronder rente- en inflatiebewegingen (rente- en inflatierisico). Geen specifieke maatregelen Zakelijke waarden risico Voornamelijk het koersrisico van beleggingen in met name aandelen en onroerend goed. Strategisch beleggingsbeleid via spreiding over regio’s en sectoren Valutarisîco Wisselkoersschommelingen beïnvloeden de waarde van een belegging. Strategisch beperken valutaposities tot 35% van de portefeuille Kredietrisico De tegenpartij kan niet (meer) aan zijn verplichtingen voldoen, bijvoorbeeld door liquiditeits of solvabiliteitsproblemen. Goede spreiding in de portefeuille Limieten aan in te nemen posities fr Verkrijgen van zekerheden van tegenpartijen Actief risico Rendement wijkt af van (benchmark)-rendement dat op grond van de strategische beleggingsmix zou mogen worden verwacht. Spreiding ingenomen posities Aandelen beleggingen passief, lnvestment guidelines inzake actief risico bij obligaties en onroerend goed. Liquiditeitsrisico Een positie kan, gegeven de benodigde gelden voor (toekomstige) uitbetaling van pensioenen, niet tijdig tegen een redelijke prijs worden geliquideerd. Overgrote deel portefeuille in liquide beleggingen Beperkte marktconcentratie van de beleggingen lnvestment guidelines Rente- en infiatierisico De verplichtingen nemen meer dan verwacht toe t.g.v. dalende rente en/of stijgende inflatie. Risico wordt deels beperkt door de samenstelling van de beleggingsmix Resterende risico wordt niet afgedekt 4.6 Investeringen in ExxonMobil Het beleggingsbeleid staat toe dat Protector door middel van passief beheer posities betreffende effecten ExxonMobil heeft, binnen de daarvoor geldende wettelijke en statutaire grenzen. Actief beleggen of het nemen van specifieke derivatenposities in deze effecten is niet toegestaan. 4.7 Waarderingsgrondslag Protector waardeert de bezittingen op actuele waarde. 4.8 Verantwoord Beleggen Voor alle aandelen wordt zoveel mogelijk gestemd bij alle ondernemingen waarin het fonds belegt. Protector geeft de voorkeur aan stemmen op afstand boven aanwezigheid op een aandeelhoudersvergadering. Om dit te realiseren maken de vermogensbeheerders gebruik van een daartoe gespecialiseerde dienstverlener, met wie een duidelijke modus operandi is afgesproken. december 201 1
beleggingsbeginselen
6/8
Stichting Pensioenfonds “Protector”
Verklaring beleggingsbeginselen
5. Uitvoering van het beleggingsbeleid 5.1 Administratie en vermogensbeheer Protector heeft Syntrus Achmea pensioenbeheer aangesteld als administrateur van het fonds. De administrateur ondersteunt het Bestuur, voert de pensioenadministratie en adviseert het Bestuur over het pensioen beleid. Northern Trust is door het pensioenfonds aangesteld als global custodian en zij verzorgt de maandelijkse performance rapportage. 5.2 Aanstelling externe vermogensbeheerders Protector heeft voor al haar vermogensbeheer externe vermogensbeheerders aangesteld. Aanstelling van externe vermogensbeheerders geschiedt op basis van investment management agreements. 5.3 Beleggingsrichtlijnen Ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het beleggingsbeleid zijn voor de externe beheerders zogeheten ‘portfolio guidelines’ vastgesteld. Daarin worden (op hoofdlijnen) afspraken vastgelegd over zaken zoals de beleggingsfilosofie en beleggingsstijl, de benchmark, de rendementsdoelstelling alsmede een aantal kwalitatieve en kwantitatieve criteria waaraan de portefeuille dient te voldoen. 5.4 Bewaarneming van effecten Protector heeft een onafhankelijk bewaarinstelling (‘custodian’) benoemd die het vermogen houdt. Periodiek wordt de dienstverlening van deze bewaarinstelling beoordeeld. 5.5 Risicobeheersing in de uitvoering van het beleggingsbeleid 5.5.1 Algemeen Hierna worden de algemene beheersmaatregelen en interne controle op hoofdlijnen beschreven, toegespitst op vermogensbeheer. Protector zorgt ervoor dat het in alle fasen van het beleggingsproces beschikt over de juiste deskundigheid die vereist is voor een optimaal beleggingsresultaat, een correct beheer van de beleggingen en een goede beheersing van de aan de beleggingen verbonden risico’s. Protector beschikt over een deskundigheidsplan ten behoeve van het Bestuur. Het beleggingsbeleid en de beleidsvoornemens van het pensioenfonds worden telkens voor een periode van een jaar vastgelegd in een Beleggingsplan, onderbouwd met een ALM studie. Voor de wijze van vaststelling van het strategisch beleggingsbeleid en het afleggen van verantwoording ter zake, zie hoofdstuk 3. Protector heeft een Gedragscode. De code geldt voor de leden van het Bestuur van het fonds, de Deelnemersraad, de Beleggingscommissie, etc. De Gedragscode heeft tot doel te verzekeren dat alle activiteiten van het pensioenfonds op een integere wijze worden uitgevoerd en dat belangenverstrengeling van zakelijke en privé-belangen (en ook de schijn daarvan) wordt vermeden. De compliance officer van Protector houdt toezicht op de uitvoering en effectiviteit van de Gedragscode. De bevoegdheden van het Bestuur en ondersteunende medewerkers ten aanzien van financiële transacties zijn vastgelegd in de Statuten en in procuratieregelingen. De interne controle ten aanzien van het Bestuur en ondersteunende medewerkers is zoveel mogelijk gewaarborgd door onder meer procuratieregelingen en toegangsbeveiligingen, functiescheidingen, afbakening van bevoegdheden, toepassing van het vier-ogen-principe en hantering van beleggingsrichtlijnen en benchmarks op basis van risicoanalyse. Het functioneren en de kwaliteit van de administratieve organisatie worden periodiek getoetst door middel van zowel interne audits uitgevoerd door de controls advisor van Protector, als audits door externe accountants. december 201 1
beleggingsbeginselen
7/8
Verklaring beleggingsbeginselen
Stichting Pensioenfonds “Protector”
5.5.2 Beleggingsrisico’s Met betrekking tot de beheersing van de beleggingsrisico’s bevatten de door het Bestuur opgestelde beleggingsrichtlijnen onder meer bepalingen omtrent: • de minimale en maximale allocatie van de beleggingscategorieën; • de minimale en maximale allocaties van subcategorieën binnen de beleggingscategorieën; • verbod op het ‘short” gaan van obligaties en aandelen (het verkopen van effecten die het pensioenfonds niet in zijn bezit heeft en die, in dat geval, ingeleend dienen te worden); • toegestane derivaten en derivatengebruik. De Secretaris van de Beleggingscommissie van Protector meet op maandelijkse basis of de posities van het pensioenfonds aan de richtlijnen voldoen; hierbij worden alle posities van het pensioenfonds meegenomen. Eventuele overschrijdingen worden direct gemeld aan het Dagelijks Bestuur van Protector, die vervolgens zorgt voor correctieve actie, en worden verder elk kwartaal aan het Bestuur van het pensioenfonds gerapporteerd. Verder rapporteert de Secretaris van de Beleggingscommissie periodiek over de risico’s van de beleggingsportefeuille aan de Beleggingscommissie. Dit comité bespreekt relevante beleggingsrisico’s en belangrijke en/of innovatieve investeringsvoorstellen. Een dergelijk risico dan wel voorstel wordt voorgelegd aan het Bestuur van Protector indien de Secretaris van de Beleggingscommissie dat nodig acht. 5.6 Evaluatie van de beleggingsresultaten De externe vermogensbeheerders rapporteren maandelijks aan Protector over het beleggingsresultaat en de beleggingsactiviteit. De Beleggingscommissie evalueert regelmatig het vermogensbeheer, met inbegrip van het beheer door de externe beheerders, waarbij desgewenst externe adviseurs worden ingeschakeld. De beleggingsresultaten worden maandelijks gerapporteerd aan de Beleggingscommissie en per kwartaal gerapporteerd aan het Bestuur van het pensioenfonds. 6. Inwerkingtreden en wijziging van de verklaring Deze verklaring is laatstelijk aangepast op 28 juni 2011 (tabellen zijn nadien geactualiseerd) Dit beleid is vastgesteld door het Bestuur. Het kan door het Bestuur worden gewijzigd. Getekend te Breda,
.L
H.E. Benne / voorzitter van het Bestuur
december 201 1
G.’.H. Grootens vice-voorzitter van het Bestuur
beleggingsbeginselen
8/8