Stichting Pensioenfonds "Protector"
Uitvoeringsovereenkomst
Uitvoeringsovereenkomst
Esso Nederland B.V., statutair gevestigd te Breda, ExxonMobil Chemical Holland B.V., statutair gevestigd te Rotterdam, en ExxonMobil Financial Services B.V., statutair gevestigd te Breda, hierna te noemen: “de Toegetreden Ondernemingen” en/of ieder individueel: “Toegetreden Onderneming”; en Stichting Pensioenfonds “Protector", statutair gevestigd te Breda, hierna te noemen: “het fonds”;
Overwegende: • • • •
Dat tussen de Toegetreden Ondernemingen en hun werknemers Pensioenovereenkomsten bestaan in de zin van de Pensioenwet (hierna te noemen: "de wet"); Dat de Toegetreden Ondernemingen op grond van de wet ter uitvoering van die Pensioenovereenkomsten een Uitvoeringsovereenkomst in de zin van de wet dienen te sluiten met een pensioenuitvoerder; Dat het fonds bereid is de Pensioenovereenkomsten uit te voeren; Dat partijen hun afspraken in de onderhavige Uitvoeringsovereenkomst willen vastleggen in overeenstemming met het bepaalde in de wet;
Komen overeen als volgt: Artikel 1
Definities
Definities welke in de Statuten van het fonds worden gehanteerd zijn van overeenkomstige toepassing op deze overeenkomst. Artikel 2
Toetsingsmoment
Waar in deze overeenkomst wordt gesproken over toetsmoment wordt hieronder verstaan de toetsmomenten zoals gedefinieerd door DNB; Artikel 3 1. 2.
3.
4.
5.
Reglementen
De Toegetreden Ondernemingen stellen het fonds in kennis van de inhoud van de Pensioenovereenkomsten. Iedere Toegetreden Onderneming meldt ter uitvoering van de Pensioenovereenkomsten bij het fonds al haar werknemers aan op wie die Pensioenovereenkomsten van toepassing zijn. Het fonds stelt een of meer Reglementen vast in overeenstemming met de Pensioenovereenkomsten en deze Uitvoeringsovereenkomst en voert deze met inachtneming van de toepasselijke wettelijke regels uit wat betreft de daarvoor aangemelde werknemers. Het fonds wijzigt zonodig een of meer Reglementen indien de Toegetreden Ondernemingen aangeven dat Pensioenovereenkomst(en) is (zijn) gewijzigd of indien deze Uitvoeringsovereenkomst is gewijzigd. Het fonds is verplicht de Toegetreden Ondernemingen onverwijld te informeren indien DNB het fonds een aanwijzing geeft wat betreft de inhoud van een of meer Reglementen.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 1/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
6.
7. 8.
Het fonds is verplicht de Toegetreden Ondernemingen onverwijld te informeren indien tegen het fonds een klacht of gerechtelijke procedure is ingesteld wat betreft de inhoud van een of meer Reglementen. Het fonds is niet gehouden in een of meer Reglementen bepalingen op te nemen of te handhaven waarvan vaststaat dat deze in strijd zijn met enige wettelijke bepaling. Het fonds is te allen tijde bevoegd de Toegetreden Ondernemingen te adviseren over naar de mening van het fonds wenselijke wijzigingen van de Pensioenovereenkomsten.
Artikel 4 1.
2.
Uitvoeringsovereenkomst
Financiële relatie
Het fonds stelt jaarlijks de kostendekkende premie vast volgens het bepaalde in de Pensioenwet. Er vindt geen demping plaats zoals bedoeld in het betreffende artikel van de Pensioenwet. De feitelijke premie van de Toegetreden Ondernemingen wordt bepaald op basis van een aantal grenzen: VPV: De voorziening pensioenverplichtingen (op marktwaarde) berekend op basis van de grondslagen zoals genoemd in bijlage I. VPVmax4%: De voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis van een rekenrente van maximaal 4%. Anders gezegd: het maximum van de VPV en de voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis van een rekenrente van 4%. In de laatst genoemde voorziening wordt geen rekening gehouden met sterftetrend. Minimaal vereist vermogen: Het minimaal vereist vermogen wordt bepaald op de VPV verhoogd met het percentage minimaal vereist eigen vermogen zoals gedefinieerd in de Pensioenwet. Het fonds stelt dit percentage vast op 5%. Ondergrens: De ondergrens is gelijk aan de VPVmax4% verhoogd met de opslag voor extra waarborgen. Het fonds heeft deze opslag na overleg met de Toegetreden Ondernemingen vastgesteld op 25%. Vereist vermogen: Het vereist vermogen is gelijk aan de VPV verhoogd met het percentage vereist eigen vermogen zoals gedefinieerd in artikel 132 van de Pensioenwet. Hierbij wordt de standaardmethode gebruikt (S6-toets). Premiekortinggrens: Omdat de toekenning van toeslagen afhankelijk is van financiering door de Toegetreden Ondernemingen wordt de premiekortinggrens gelijkgesteld aan het vereist vermogen plus de middelen die benodigd zijn om eventuele niet verleende toeslagen in de 10 voorafgaande jaren in te kopen.
3.
4.
De feitelijke premie wordt per saldo gevormd door: a) Maandelijkse deelnemersbijdrage plus de voorschot premies Toegetreden Ondernemingen; b) Tussentijdse bijstortingen (op kwartaalbasis) door Toegetreden Ondernemingen; c) Jaarlijkse afrekening. De Deelnemers betalen bijdragen als omschreven in artikel 26 van Reglement A dan wel artikel 23 van Reglement B. De bedragen worden geïnd door de Toegetreden Ondernemingen en maandelijks afgedragen aan het fonds.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 2/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
5.
6.
7.
8.
9.
10. 11.
12.
13.
14.
Uitvoeringsovereenkomst
De te betalen voorschotpremie in een boekjaar is afhankelijk van het niveau van het aanwezige vermogen aan het eind van het boekjaar daarvoor: a) Indien het aanwezige vermogen hoger is dan de premiekortinggrens storten de Toegetreden Ondernemingen bedragen gelijk aan drie en een half maal de bijdragen van de Deelnemers, zijnde de geschatte jaarbijdragen. b) Indien het aanwezige vermogen lager is dan de premiekortinggrens storten de Toegetreden Ondernemingen bedragen gelijk aan de kostendekkende premie (inclusief bijdragen van de Deelnemers). Daarnaast zal 1/n-de deel van het tekort ten opzichte van het vereist vermogen worden gestort. Hierbij is n gelijk aan 15 minus het aantal jaren dat het aanwezig vermogen lager is dan het vereist vermogen. Eventuele koopsommen ten gevolge van reglementswijzigingen zijn verschuldigd per de datum van ingang van de wijziging. Een additionele koopsom ten gevolge van een toeslag op de pensioenaanspraken van de Pensioengerechtigden en overige Gewezen deelnemers wordt uiterlijk per de datum van toekenning betaald. Koopsommen voor reglementswijzigingen en toeslagen worden bepaald op basis van marktwaarde en worden verhoogd met een opslag voor vereist vermogen. Conform de bepalingen in artikel 26, lid 6 van Reglement A dan wel artikel 23 lid 6 van Reglement B wordt binnen een maand na afloop van elk kwartaal - aan de hand van een tussentijdse vergelijking van de bezittingen en de verplichtingen - bepaald of er sprake is van een tekort ten opzichte van de ondergrens. Indien dit laatste het geval is, zullen de Toegetreden Ondernemingen ieders aandeel in dat tekort uiterlijk 3 maanden na afloop van het desbetreffende kwartaal aanvullen. In de bepaling van de verplichtingen worden koopsommen ten gevolge van reglementswijzigingen en toeslagen op het toetsmoment samenvallend met of eerstvolgend op de datum van invoering van de reglementswijziging resp. toekenning van de toeslag betrokken. Voor het overige zal worden verondersteld dat de VPVmax4% primo van het kalenderjaar en de geschatte VPVmax4% ultimo van het kalenderjaar zich lineair zal ontwikkelen, met uitzondering van een eventueel rente-effect indien de VPV op enig moment hoger is dan de voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis van een rekenrente van 4%. Indien bij de tussentijdse toetsing blijkt dat er sprake is van een tekort ten opzichte van het vereist vermogen wordt DNB daarvan op de hoogte gesteld. Als het tekort aan het eind van het boekjaar nog steeds bestaat, wordt een langetermijnherstelplan opgesteld. De voorschotpremie is in maandelijkse termijnen bij achterafbetaling verschuldigd aan het fonds. Bij betaling van de voorschotpremie na de vervaldatum zal de Toegetreden Onderneming een rente vergoeden welke gelijk is aan de wettelijke rente, met een minimum rente gelijk aan de rekenrentevoet waarop de voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld. Iedere Toegetreden Onderneming voldoet uiterlijk binnen een maand na afloop van elke maand de voorschotpremie die door haar over die maand is verschuldigd. De totale jaarpremie wordt uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar voldaan. De genoemde termijnen gelden niet indien sprake is van beëindiging van de deelneming. In dat geval wordt de ten tijde van de beëindiging nog verschuldigde premie binnen 13 weken voldaan. Zolang er op basis van lid 12 sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de wettelijke eis inzake het minimaal vereist vermogen zal het fonds elk kwartaal voldoen aan zijn wettelijke verplichting om schriftelijk de Deelnemersraad bij het fonds en de ondernemingsraad van iedere Toegetreden Onderneming te informeren. Op de kostendekkende premie wordt een korting verleend dan wel een opslag in rekening gebracht afhankelijk van het niveau van het aanwezige vermogen. De feitelijke premie wordt pas na afloop van het boekjaar bij het opmaken van de
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 3/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
15.
16.
17.
jaarrekening vastgesteld. Gedurende het boekjaar wordt een voorschotpremie betaald, die na afloop van het boekjaar met de feitelijke premie wordt verrekend. De jaarlijkse afrekening wordt bepaald aan de hand van het aanwezige vermogen voor vaststelling van de afrekening - aan het eind van het boekjaar: a) Indien het aanwezige vermogen meer bedraagt dan de premiekortinggrens dan wordt het overschot ten opzichte van de premiekortinggrens in mindering gebracht op de reeds betaalde voorschotpremies en eventuele bijstortingen. Indien het overschot hoger is dan de betaalde voorschotpremies is de feitelijke premie nihil en vindt restitutie plaats. b) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de premiekortinggrens, maar meer dan het vereist vermogen, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. c) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan het vereist vermogen, maar meer dan de ondergrens, dan is de feitelijke premie gelijk aan de voorschotpremie. d) Indien het aanwezige vermogen minder bedraagt dan de ondergrens, dan zullen de Toegetreden Ondernemingen ieders aandeel in het tekort ten opzichte van de ondergrens uiterlijk 3 maanden na afloop van het boekjaar aanvullen. De feitelijke premie is daarmee gelijk aan de voorschotpremie plus alle bijstortingen. Premiekorting, respectievelijk restitutie zoals bepaald in Artikel 4, lid 15a zal niet plaats vinden indien het Bestuur van mening is dat een dergelijke korting, respectievelijk restitutie in strijd is met de belangen van het fonds. In geval binnen het Bestuur geen eenstemmigheid bestaat over de vraag of van een zodanige situatie al dan niet sprake is, zal advies van de Deelnemersraad worden gevraagd. Bestuur en Toegetreden Ondernemingen kunnen in onderling overleg bepalen dat de premiekorting, respectievelijk de restitutie als bepaald in Artikel 4, lid 15a niet door de Toegetreden Ondernemingen wordt aanvaard.
Artikel 5 1. 2.
3.
4. 5.
Uitvoeringsovereenkomst
Toeslagbeleid
Het fonds verleent toeslagen in de zin van de Pensioenwet op basis van het bepaalde over toeslagen in de Pensioenovereenkomsten. Een besluit tot het verlenen van toeslagen kan jaarlijks worden genomen door het Bestuur, indien de kosten van het verlenen van toeslagen via een aanvullende premie door de Toegetreden Ondernemingen zijn voldaan. Voor de voorwaardelijke toezegging tot het verlenen van toeslagen van het fonds is geen bestemmingsreserve gevormd. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening. De premie voor het verlenen van toeslagen in een jaar wordt voor 1 april in dat jaar door de Toegetreden Ondernemingen betaald. Een besluit tot het verlenen van incidentele toeslagen in bijzondere situaties kan door het Bestuur worden genomen, indien de kosten van het verlenen van deze incidentele toeslagen via een aanvullende premie door de Toegetreden Ondernemingen zijn voldaan. Voor de voorwaardelijke toezegging tot het verlenen van dergelijke incidentele toeslagen van het fonds is geen bestemmingsreserve gevormd. Er is geen geld gereserveerd voor de toekomstige incidentele toeslagverlening. Het Bestuur zal een voorgenomen besluit tot verlenen van een toeslag ter advies voorleggen aan de Deelnemersraad. Samenvattend kan worden gesteld dat het toeslagbeleid van het fonds lijkt op de toeslagcategorie D3 van de toeslagenmatrix zoals gepubliceerd door DNB en het ministerie van SZW. Met dien verstande dat in afwijking van toeslagcategorie D3 er geen sprake is van een garantie tot betaling van de Toegetreden Ondernemingen. Het al dan niet toekennen van toeslagen is afhankelijk van het al dan niet beschikbaar stellen van de benodigde toeslagenkoopsom door de Toegetreden Ondernemingen. Er wordt alleen toeslag toegekend indien de daarvoor benodigde koopsom door de Toegetreden Ondernemingen beschikbaar is gesteld.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 4/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
Artikel 6 1.
2.
Uitvoeringsovereenkomst
Aangaan of beëindiging van de aansluiting
Indien het – naar het oordeel van de Actuaris – nodig is dat bij aangaan van de aansluiting bij het fonds door een Toegetreden Onderneming een bedrag wordt gestort, zal de hoogte van dat bedrag op advies van de Actuaris door het Bestuur worden vastgesteld. Indien zich een situatie mocht voordoen waarin een Toegetreden Onderneming zich genoodzaakt ziet haar deelneming aan het fonds te staken, dan zal zij dit onverwijld schriftelijk mededelen aan het Bestuur van het fonds. Per de datum van staken van de deelneming aan het fonds zal conform de bepalingen in artikel 4 lid 7 worden bepaald of er sprake is van een tekort. De betrokken Toegetreden Onderneming is onverminderd verplicht haar aandeel in dat tekort aan te vullen.
Artikel 7
Liquidatie
Indien het fonds conform artikel 20 van de Statuten van het fonds tot ontbinding van het fonds overgaat en bij de vereffening blijkt dat in het fonds onvoldoende middelen zijn ter dekking van de vastgestelde rechten en aanspraken, dan zal elke Toegetreden Onderneming -alleen of tezamen met de andere Toegetreden Ondernemingen- verplicht zijn het tekort aan te vullen. Indien na vereffening een saldo overblijft, staat dit ter beschikking van de Toegetreden Ondernemingen. Artikel 8 1.
2.
Informatieverstrekking
Iedere Toegetreden Onderneming verstrekt het fonds alle informatie die het fonds nodig heeft om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze Uitvoeringsovereenkomst en de daarmee samenhangende wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen. Het fonds verstrekt de Toegetreden Ondernemingen een kennisbrief met betrekking tot de goedkeuring van het beleggingsbeleid. Tevens wordt jaarlijks de door het Bestuur opgemaakte balans en een verlies- en winstrekening door het fonds aan de Toegetreden Ondernemingen overgelegd.
Artikel 9
Startbrief
Het fonds zorgt ervoor dat alle daarvoor tijdig door de Toegetreden Ondernemingen aangemelde werknemers binnen de wettelijke termijn een Startbrief ontvangen in de zin van de wet.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 5/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
Artikel 10
Uitvoeringsovereenkomst
Overgangsbepalingen
De Reglementen die het fonds uitvoert op het moment waarop deze Uitvoeringsovereenkomst in werking treedt, zijn in overeenstemming met de dan geldende Pensioenovereenkomsten en deze Uitvoeringsovereenkomst. Artikel 11
Toepasselijk recht; geschillen
Op deze Uitvoeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Artikel 12
Inwerkingtreding en looptijd
1. Deze Uitvoeringsovereenkomst werd op 11 december 2007 vastgesteld, treedt op 1 januari 2007 in werking en vervangt elke voorgaande overeenkomst over dezelfde onderwerpen. 2. Deze Uitvoeringsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. Opzegging is mogelijk met in achtneming van een opzegtermijn van 12 maanden.
Aldus in viervoud opgemaakt en getekend te Breda, Voor Esso Nederland B.V.
________________________ J.M. van Roost
_______________________ P. Huisman
Voor ExxonMobil Chemical Holland B.V.
________________________ J.M. van Roost
_______________________ P. Huisman
Voor ExxonMobil Financial Services B.V.
________________________ A.J. van der Linden
_______________________ M.M.H.W. Speklé
Voor Stichting pensioenfonds "Protector"
_________________________ H.E. Benne Voorzitter
Hccmm, 14 december 2007
_________________________ G.F.H. Grootens Vice voorzitter
uitvoeringsovereenkomst
blz 6/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
Uitvoeringsovereenkomst
BIJLAGE I TECHNISCHE GRONDSLAGEN VPV a.
Overlevingskansen en sterftetrend
De overlevingskansen en sterftetrend van mannen worden ontleend aan de AG Generatietafel 2050 Mannen, toegepast met vier jaar leeftijdsterugstelling. De overlevingskansen en sterftetrend van vrouwen worden ontleend aan de AG Generatietafel 2050 Vrouwen, toegepast met een jaar leeftijdsterugstelling. De overlevingskansen van de kinderen aan wie een wezenpensioen wordt uitgekeerd worden ontleend aan dezelfde tafel als voor mannen, toegepast zonder leeftijdsterugstelling. In de VPVmax4% wordt geen rekening gehouden met sterftetrend. De overlevingskansen die voor de berekening van de VPVmax4% worden gebruikt, zijn de overlevingskansen die kunnen worden afgeleid uit de AG generatietafel 2050 behorende bij het basisjaar dat op de berekeningsdatum van toepassing is (ter illustratie: ultimo 2007 is basisjaar 2008 van toepassing). b.
Gehuwdheid
Tot 1 juli 1997 ontstond aanspraak op weduwe- c.q. weduwnaarspensioen uitsluitend indien het huwelijk was gesloten vóór de datum waarop de Deelnemer de hoedanigheid van Deelnemer met stemrecht had verloren. De partnerpensioenregeling droeg het karakter van een risicoverzekering. Vanaf 1 juli 1997 is voor iedere Deelnemer een aanspraak op partnerpensioen verzekerd. Met betrekking tot het leeftijdsverschil wordt aangenomen dat mannelijke verzekerden gehuwd zijn met een drie jaar jongere vrouw. Met betrekking tot het leeftijdsverschil wordt aangenomen dat vrouwelijke verzekerden gehuwd zijn met een drie jaar oudere man. c.
Rentetermijnstructuur
Voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen worden de opgebouwde pensioenaanspraken contant gemaakt op basis van de rentetermijnstructuur, zoals door De Nederlandsche Bank gepubliceerd per de datum van vaststelling. Bij de vaststelling van de voorziening uitgesteld ouderdoms- en meeverzekerd partnerpensioen voor arbeidsongeschikten wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie van 4% tot 65jarige leeftijd. d.
Arbeidsongeschiktheid
Ten behoeve van de financiering van de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid en van het meeverzekerde invaliditeitspensioen van de actieve Deelnemers, wordt als volgt gehandeld. • Er is een voorziening berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. Deze voorziening is gesteld op 1/3% per toekomstig dienstjaar van de voorziening voor het ouderdomspensioen van de actieve Deelnemers.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 7/8
Stichting Pensioenfonds "Protector"
Uitvoeringsovereenkomst
• Daarnaast worden de premies en koopsommen verhoogd met een opslag ter grootte van 3%. Additionele koopsommen met betrekking tot bijvoorbeeld reglementswijzigingen, omrekenen sterftetafels en indexatie blijven hierbij buiten beschouwing. e.
Overige bijzonderheden
Betalingswijze Bij de berekeningen wordt uitgegaan van de onderstelling dat de pensioenuitkeringen continu geschieden. Hiermee wordt voldoende rekening gehouden met uitkeringstermijnen, kleiner dan een jaar, mits de uitkeringen aan het eind van elke periode plaatsvinden. Opslagen Voor dekking van toekomstige administratiekosten is de voorziening pensioenverplichtingen verhoogd met 2%. Deze opslag wordt derhalve gelegd op alle premies en koopsommen. De premies en koopsommen worden verhoogd met een opslag ter grootte van 2,5% voor de lopende administratiekosten. Additionele koopsommen met betrekking tot bijvoorbeeld reglementswijzigingen, omrekenen sterftetafels en indexatie blijven hierbij buiten beschouwing. De voorziening pensioenverplichtingen voor niet-ingegaan wezenpensioen bedraagt 5% van de voorziening partnerpensioen behorende bij de nog niet ingegane ouderdoms- en invaliditeitspensioenen. Bovendien is op de voorziening van alle uitgestelde partnerpensioenen een opslag gelegd van 1% wegens de omstandigheid, dat na het overlijden van een gepensioneerde, een eenmalige uitkering aan de Partners wordt uitgekeerd, gelijk aan drie keer het op maandbasis berekende verschil tussen het wegens overlijden te beëindigen pensioen en de som van het door overlijden ontstane weduwe- c.q. weduwnaarspensioen. Actuariële factoren in pensioenreglement De actuariële factoren en de reductiefactoren uit de pensioenreglementen worden vastgesteld op basis van sekseneutraliteit en collectief actuariële gelijkwaardigheid. De periode waarin de factoren geldig zijn wordt in het pensioenreglement vastgelegd. Bij de berekening wordt uitgegaan van de rentetermijnstructuur van eind september van het jaar voorafgaand aan de periode waarin de factoren geldig zijn.
Hccmm, 14 december 2007
uitvoeringsovereenkomst
blz 8/8