STICHTING LEZEN PRESENTEERT
SCHOOLJAAR 2012-2013
Inleiding
(p. 3)
Stappenplan voor leerkrachten
(p. 5)
Stappenplan voor bibmedewerkers
(p. 9)
Lees mee met PETER VAN DE VEIRE
(p. 12)
Lees mee met TATYANA BELOY
(p. 14)
Lees mee met TINA MAEREVOET
(p. 16)
Zoek een boek op Boekenzoeker.org
(p. 18)
Technisch moeilijke lezers
(p. 26)
Extra inspiratie voor de klas
(p. 32)
Extra inspiratie voor de bib
(p. 63)
Jouw Weddenschap met subsidies
(p. 70)
van dynamo3
CONTACT Fieke Van der Gucht | Stichting Lezen Frankrijklei 130/4, 2000 Antwerpen Tel: 03 201 00 33
[email protected] www.deweddenschap.be
DE WEDDENSCHAP – 2 – HANDLEIDING
Wedden dat er een boek is voor iedereen? Drie Bekende Vlamingen – Peter Van de Veire (MNM-dj), Tatyana Beloy (actrice en presentatrice) en Tina Maerevoet (Paulien uit Thuis) – dagen vijftienplussers uit het beroeps- en technisch onderwijs uit om drie boeken te lezen tussen 15 oktober 2012 en 15 april 2013. Deze leesbevorderingscampagne heet De Weddenschap. Met de campagne wil Stichting Lezen aantonen dat er voor iedereen een boek is, ook voor aarzelende lezers.
Ondersteuning en campagnemateriaal We hopen dat zoveel mogelijk jongeren De Weddenschap aannemen én de eindmeet halen. Met jouw hulp! Wij zetten je op weg met: •• deze handleiding, vol inspiratie om De Weddenschap uit te werken in de klas of bib. •• affiches en folders. Begin oktober krijgt elke bibliotheek en elke school met een bsoen/of tso-richting een gratis promopakket. Meer materiaal nodig? Dat kan je vanaf 10 september bestellen op http://bestellen.stichtinglezen.be. Het materiaal is gratis, je betaalt alleen 3,50 euro verzend- en administratiekosten. •• www.deweddenschap.be, de website die de hele periode actuele info biedt. •• de Facebook-pagina van De Weddenschap, met nieuwtjes en wedstrijden voor je leerlingen.
WIE MEEDOET, KIEST ZELF Als je meedoet aan De Weddenschap, kies je zelf hoe je het project uiteindelijk integreert in je lessen of je bibwerking. De Weddenschap is een flexibel concept: •• De campagne start officieel op 15 oktober 2012, maar later instappen kan altijd. Alleen de einddatum ligt vast: leerlingen krijgen tot 15 april 2013 de tijd om drie boeken te lezen. •• Leerlingen kunnen meelezen met de BV’s, maar mogen net zo goed hun eigen boeken uitzoeken. Bijvoorbeeld op www.boekenzoeker.org: een boekenadviessite op maat van jongeren met boekentips voor elk lezersprofiel, van aarzelende lezers tot veellezers. •• Je plande al leesopdrachten? Je hebt een eigen boekenlijst? Ook dat is geen probleem! Je vraagt de leerlingen gewoon om de boeken die ze voor jou lezen ook in te voeren op www. deweddenschap.be. Vanaf 2012-2013 kunnen leerlingen ook jouw opdrachten bij de boeken uploaden naar hun persoonlijke account. •• Ook wie technisch moeilijke lezers in de klas heeft, kan deelnemen. In deze handleiding vind je extra tips en een leeslijstje voor deze doelgroep.
DE WEDDENSCHAP – 3 – HANDLEIDING
School en bib dagen samen uit Voor De Weddenschap kunnen bibliotheken en scholen de handen in elkaar slaan. Bibmedewerkers kunnen leerkrachten laten kennismaken met De Weddenschap en hen verder inhoudelijk ondersteunen. Dat kan bijvoorbeeld door scholen boekenkoffers op maat te bezorgen. Voor leerkrachten kan De Weddenschap een gelegenheid zijn om leerlingen de bib te leren kennen en hen daar boeken te laten kiezen. Werk je in de bib? Mail dan de postcode van de scholen die je bedient door naar
[email protected]. Wij gaan na of de scholen in je buurt al meedoen met De Weddenschap.
Win! Iedere leerling die drie boeken leest en via www.deweddenschap.be laat weten welke boeken dat waren en of ze in de smaak vielen, maakt kans op een prijs voor zichzelf of voor de hele klas. Winnen is natuurlijk fantastisch, maar met De Weddenschap hopen we vooral dat leerlingen proeven van het plezier van lezen op zich.
DE WEDDENSCHAP – 4 – HANDLEIDING
Je kiest zelf hoe je De Weddenschap invult, maar hier vind je enkele suggesties.
1. Stel De Weddenschap voor in je klas Affiches Hang affiches van De Weddenschap op in de klas, in de gangen, in de schoolbibliotheek. Zo raken de leerlingen en je collega’s vertrouwd met het campagnebeeld. Folders Deel folders van De Weddenschap uit aan je leerlingen. Ze vinden er de spelregels van De Weddenschap, een kort interview met Peter Van de Veire (MNM-dj), Tatyana Beloy (actrice en presentatrice) en Tina Maerevoet (Paulien uit Thuis), een bondige voorstelling van de boeken die de drie BV’s uitkozen, uitleg over de Boekenzoeker en een overzicht van de prijzenpot. Meer affiches en folders nodig? Die kan je vanaf 10 september bestellen via http://bestellen.stichtinglezen.be Het materiaal is gratis, je betaalt alleen 3,50 euro verzend- en administratiekosten. Website Laat je leerlingen naar www.deweddenschap.be surfen. Ze vinden er filmpjes en nieuwtjes over De Weddenschap. De filmpjes met de BV’s kunnen hen overtuigen de uitdaging aan te gaan. Op de website vind je als leerkracht alle verdere achtergrondinfo bij De Weddenschap. Facebook-pagina Leerlingen die lid worden van de Facebook-pagina van De Weddenschap vinden er allerlei nieuwtjes, en af en toe een wedstrijd. Zelf kunnen ze er foto’s en filmpjes posten. Goed om weten! Vanaf 15 oktober 2012 kunnen deelnemers zich registreren via www.deweddenschap.be. Als leerkracht kan je een paswoord aanvragen om in te loggen op de administratieve pagina van de site. Zo kan je:
DE WEDDENSCHAP – 5 – HANDLEIDING
•• per school zien welke klassen meedoen, •• per klas zien welke leerlingen meedoen en welke boeken ze lezen, welke commentaren ze schrijven en – nieuw vanaf 2012-2013! – welke schoolopdrachten ze hebben geüpload, •• klassen samenvoegen wanneer verschillende leerlingen eenzelfde klas anders hebben benoemd, •• een foute registratie verwijderen. Paswoorden vraag je aan zodra je leerlingen zich geregistreerd hebben, via
[email protected]. Vermeld duidelijk de naam én postcode van je school!
2. Laat je leerlingen drie boeken kiezen Drie boeken lezen, daar gaat het om bij De Weddenschap. In de folder lees je hoe de drie BV’s hun titels uitkozen: op basis van hún interesses, persoonlijkheid en gemoedstoestand. De boeken zijn daarom niet meteen ‘hapklare’ brokken voor de doelgroep. Sommige leerlingen zullen zich uitgedaagd voelen en willen meelezen met ‘hun’ BV, andere leerlingen zullen liever eigen boeken kiezen. De keuze is aan hen! Er zijn geen opgelegde titels: alles kan. Aarzelende lezers een positieve leeservaring bezorgen, dat is de bedoeling. Jouw hulp is hierbij cruciaal. Je leerlingen lezen mee met de Bekende Vlamingen Kunnen je leerlingen zich helemaal vinden in de boekenkeuze van Peter Van de Veire, Tatyana Beloy of Tina Maerevoet? Dan kunnen ze meedoen met ‘hun’ BV en dezelfde titels lezen. Of ze pikken een titel van elke BV mee in hun eigen selectie. Meer info over de boekenkeuze van de BV’s lees je op p. 12, p. 14 en p. 16. Tips om deze titels aan je leerlingen voor te stellen vind je op p. 32 e.v. Je leerlingen doen lekker hun eigen zin Kiezen je leerlingen liever voor andere titels? Ga dan samen op zoek naar een boek dat bij hen past. Laat je leerlingen een boek kiezen op www.boekenzoeker.org (zie: p. 18 voor meer info over de mogelijkheden van de Boekenzoeker en p. 44, Tip 5 – ‘Ken je boek-pappenheimer’ voor het introduceren van de Boekenzoeker in de klas). Of ga samen grasduinen in de plaatselijke bibliotheek. Je leerlingen zijn technisch moeilijke lezers Niet iedereen leest even vlot. Ook je technisch moeilijke lezers kan je warm maken voor De Weddenschap. Voor hen zijn er aangepaste boeken. Enkele tips voor moeilijke lezers vind je op p. 26-28, een leeslijst voor deze doelgroep vind je op p. 29-31.
In de rubriek ‘Makkelijk lezen’ op www.boekenzoeker.org vinden anderstalige nieuwkomers boeken in eenvoudig Nederlands.
DE WEDDENSCHAP – 6 – HANDLEIDING
3. Surf samen naar www.deweddenschap.be Zijn de boeken gekozen? Via een webformulier kunnen leerlingen vóór 15 april 2013 laten weten welke drie boeken ze lazen en wat ze ervan vonden. Ook het volledige wedstrijdreglement, nieuwtjes, les- en bibtips en filmpjes met de BV’s staan op www.deweddenschap.be. NIEUW! Vanaf 2012-2013 kunnen leerlingen hun schoolopdrachten bij de boeken uploaden naar hun persoonlijke account. Als leerkracht kan je via
[email protected] een paswoord aanvragen om die opdrachten in één handig klasoverzicht te bekijken.
4. Hou De Weddenschap levend Laat je leerlingen niet aan hun leeslot over zodra ze drie boeken gekozen hebben, maar hou De Weddenschap levend. Gebruik www.deweddenschap.be Ga tussendoor naar de website kijken met je klas. Je leerlingen vinden er o.m. filmpjes waarin de BV’s zichzelf voorstellen. Bij de rubriek ‘foto’s en filmpjes’ zien ze hoe andere deelnemers De Weddenschap beleven. Vrij (voor)lezen Laat je leerlingen af en toe een half uurtje vrij lezen in hun boeken voor De Weddenschap, al dan niet samen. Twee leerlingen begrijpen meer en beter dan één. Lees zelf ook mee. Vrij lezen maakt van lezen een gezonde gewoonte en het vergroot de leesvaardigheid. Het stimuleert zwakke lezers: zij kunnen op hun eigen tempo lezen en fouten maken zonder zich te schamen. Je kan de vrije leessessies in- en uitleiden door een stukje voor te lezen uit een boek waarover je zelf enthousiast bent. Bespreek wat je leest In een groep(je) praten over boeken geeft inzicht in wat je (graag) leest. Samen kan je dieper ingaan op het verhaal, het gedrag van de personages, de structuur die de auteur aan het boek geeft. Het helpt om je een mening over het boek te vormen die verder gaat dan: ‘Ik vond het boek (niet) mooi.’ Op zoek naar vragen als opstapje naar een gesprek over boeken? Zie p. 46: Tip 8 – ‘Gespreksgroepen’. Maak een blog of een Facebook-groep Op sites als www.blogger.com kan je heel eenvoudig een eigen blog aanmaken. Hierop kunnen leerlingen makkelijk berichtjes, foto’s en filmpjes posten over de boeken die ze voor De Weddenschap lezen. Via een Facebook-groep kan je leerlingen makkelijk met elkaar laten communiceren over de boeken die ze lezen. Je kan je leerlingen natuurlijk ook aanmoedigen lid te worden van de officiële Facebook-pagina van De Weddenschap.
DE WEDDENSCHAP – 7 – HANDLEIDING
Maak een reportage Maak foto’s en filmpjes en bezorg ze aan Stichting Lezen. Foto’s en links stuur je naar
[email protected]. Op www.deweddenschap.be, bij ‘Foto’s en filmpjes’, zie je wat leerlingen al eerder instuurden. Meer inspiratie op p. 53: Tip 12 – ‘Jouw foto’s en filmpjes’. Persoonlijke weddenschap Maak je eigen versie van De Weddenschap. Laat jezelf en je collega’s uitdagen door de leerlingen. Zij bepalen welke boeken jij en je collega’s moeten lezen. Wat dacht je bijvoorbeeld van drie chicklit-boeken voor de leerkracht wiskunde? Nodig ons uit Heb je zelf wilde plannen met De Weddenschap? Mail ze naar
[email protected] Wij komen graag op bezoek. Geld voor je weddenschap Met dynamo3, het subsidieproject van CANON Cultuurcel, maak je kans op 1500 euro ondersteuning voor een creatief scholenproject. De Weddenschap kan de kapstok voor dat project zijn (zie: ‘Jouw Weddenschap met subsidies van dynamo3, p. 70). Meer tips om boeken te verwerken? Je leest ze op p. 32 e.v.
5. Laat je leerlingen meedingen naar de prijzenpot Leerlingen die via www.deweddenschap.be laten weten welke boeken ze lazen, maken kans op een prachtige prijs, voor zichzelf of de hele klas: •• een BV op bezoek, •• een iPod Touch, •• verfilmde boeken met dvd, •• boekenpakketten. Alle leerlingen die hun e-mailadres achterlaten, krijgen een printbaar diploma met de covers van de drie boeken die ze lazen. Daarnaast maakt iedereen kans op een individuele prijs. Doen meerdere leerlingen uit dezelfde klas mee, dan maken ze kans op de prijs voor de hele klas en kunnen ze één van de drie BV’s op bezoek krijgen. TIP: Je kan zelf een (extra) prijs verzinnen om je leerlingen te motiveren. Een tegenprestatie van de leerkrachten als de hele klas De Weddenschap haalt, een schooluitstap, een traktatie, een cadeautje…
6. Hou ons op de hoogte Hoe heb jij De Weddenschap aangepakt? Opmerkingen of suggesties? Hou ons op de hoogte via
[email protected]. DE WEDDENSCHAP – 8 – HANDLEIDING
Als bibliotheek kan je een belangrijke rol spelen bij De Weddenschap. Introduceer De Weddenschap bij scholen met een bso- en/of tso-richting in je buurt en help jongeren bij het uitkiezen van boeken voor De Weddenschap.
1. Stel De Weddenschap voor Speel ambassadeur voor De Weddenschap en maak de campagne bekend bij de scholen in je buurt. De Weddenschap is er voor 15-plussers uit het beroeps- en technisch onderwijs. Nodig leerkrachten Nederlands of PAV (Project Algemene Vakken) uit om met hun leerlingen deel te nemen aan De Weddenschap en bezorg hen het bijbehorende campagnemateriaal: affiches om op te hangen, folders om uit te delen aan de leerlingen. Vertel leerkrachten wat ze van jouw bibliotheek kunnen verwachten tijdens De Weddenschap. Enkele ideeën: •• een wisselcollectie in de klas, •• de mogelijkheid om leerlingen boeken via e-mail te laten reserveren, •• een rondleiding in de bib voor de leerkrachten en/of leerlingen, •• het organiseren van een auteurslezing (al dan niet met financiële steun – zie www.auteurslezingen.be), •• een kennismakingssessie met de Boekenzoeker in de bib of op school (die je samen met een leerkracht voorbereidt), •• een bezoek van de bib in de klas met een stapel boeken waaruit leerlingen kunnen kiezen, •• …
TIP: Mail de postcode van de scholen die je bedient door naar
[email protected] . Wij gaan na of de scholen in je buurt al meedoen met De Weddenschap.
DE WEDDENSCHAP – 9 – HANDLEIDING
2. Toon De Weddenschap in je bib Affiches Hang affiches van De Weddenschap op in de jongerenafdeling van de bib. Zo raken jongeren vertrouwd met het campagnebeeld. Folders Leg folders van De Weddenschap in de jongerenafdeling. Jongeren vinden er de spelregels van De Weddenschap, een kort interview met Peter Van de Veire, Tatyana Beloy en Tina Maerevoet, een bondige voorstelling van de boeken die de 3 BV’s uitkozen, uitleg over de Boekenzoeker en een overzicht van de prijzenpot. Meer affiches en folders nodig? Die kan je vanaf 10 september bestellen via http://bestellen.stichtinglezen.be . Het materiaal is gratis, je betaalt alleen 3,50 euro verzend- en administratiekosten. Website Plaats www.deweddenschap.be als startscherm op een pc in de jongerenafdeling. Daarop staan nog meer nieuwtjes over De Weddenschap.
Thematafel Vestig de aandacht op de drie uitdagers, bijvoorbeeld met een thematafel. Inspiratie vind je op p. 63, Tip 1 – ‘Thematafel bij De Weddenschap’.
3. Help leerlingen drie boeken kiezen Jongeren kunnen meelezen met de BV’s of zelf een boek uitzoeken. Het is om het even wat ze lezen, zo lang ze maar zin hebben om in het boek te beginnen én het uit te lezen. Maar het is niet eenvoudig om in het grote aanbod een boek te vinden dat bij hen past. Ook voor leerkrachten is het een onmogelijke taak om op de hoogte te zijn van alle nieuwe uitgaven. Met de kennis die je hebt als bibmedewerker kan je handig op die nood inspelen en jongeren helpen kiezen. Stel de boeken van de BV’s voor Presenteer de boekenkeuze van de drie BV’s, bijvoorbeeld op een thematafel. Beperk je niet tot de boeken alleen, maar hang er ook een biografietje van de BV’s, foto’s en krantenknipsels over hen bij. Zo leren de leerlingen de BV’s nog beter kennen, zien ze meteen wat zij gelezen hebben en kunnen ze beslissen of die boeken hen aanspreken. Meer weten over de boeken van de BV’s? Per boek vind je op p. 11-19 een korte inhoud met een bondige omschrijving van de kansen en uitdagingen. Op die pagina’s vind je ook een korte bio van de BV’s. Hoe kan je een thematafel over De Weddenschap aanpakken? Zie: p. 52: Tip 1 – ‘Thematafel bij De Weddenschap’.
DE WEDDENSCHAP – 10 – HANDLEIDING
Schakel www.boekenzoeker.org in Willen de jongeren liever iets anders lezen dan de BV’s maar weten ze niet goed wat? Wijs hen de weg op de Boekenzoeker, zodat ze een boek vinden dat bij hen past. Op p. 18-25 lees je meer over de mogelijkheden van de Boekenzoeker. Op p. 65 (Tip 4 – ‘Themastand Boekenzoeker’) staat hoe je de Boekenzoeker kan voorstellen in de bib. Extra inspiratie… …vind je op p. 63 e.v.
TIP: Geef jongeren een constructieve, maar realistische uitleg bij de boeken die je voorstelt. Belicht de kansen, maar ook wat er minder makkelijk is aan elk boek. Dat kan mondeling, bij een klasbezoek, maar ook met eenvoudige bladwijzers die je tussen de boeken steekt, of met post-its die je op de boeken kleeft.
4. Laat JONGEREN meedingen naar de prijzenpot Jongeren die via www.deweddenschap.be laten weten welke boeken ze lazen, maken kans op een prachtige prijs voor zichzelf of voor de hele klas: •• een BV op bezoek, •• een iPod touch, •• verfilmde boeken met dvd, •• boekenpakketten. Alle leerlingen die hun e-mailadres achterlaten, krijgen een printbaar diploma toegestuurd met de covers van de drie boeken die ze lazen.
Maak jongeren attent op de prijzen die ze kunnen winnen en moedig hen aan om hun boeken in te geven op www.deweddenschap.be. Of verzin een extra prijs: een tegenprestatie van de burgemeester of een bekende figuur uit je gemeente als de hele klas De Weddenschap haalt, een feestje in de bib, een auteurslezing (-> al dan niet met financiële steun, zie www.auteurslezingen.be)…
5. Hou ons op de hoogte Hoe heb jij De Weddenschap aangepakt? Opmerkingen of suggesties? Hou ons op de hoogte via
[email protected]
DE WEDDENSCHAP – 11 – HANDLEIDING
PETER VAN DE VEIRE is... Radio-dj en tv-maker Peter Van de Veire heeft zijn handen vol aan De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow op MNM en aan Vrienden van de Veire op Eén. Maar drukke dagen sluit hij af met één minuut tot een half uur lezen voor het slapengaan. De komende maanden neemt hij drie boeken van De Weddenschap mee naar bed. www.petervandeveire.be
PETER leest... Dagboek van een vampier watje Tim Collins en Andrew Pinder (ill.) Ploegsma, 2011 218 pagina’s ISBN 9789021668888
“De meisjes in mijn klas zijn allemaal gek op die acteur uit de vampier-tv-serie en hebben hun agenda’s volgeplakt met foto’s van hem in serieuze en sombere poses. Wat blind van hen om zo bezig te zijn met dit commerciële beeld van vampirisme terwijl er een echte vampier recht voor hun neus zit.” Nigel is tegelijk 100 en 15 jaar oud. Dat zit zo: op zijn 15de is hij vampier geworden. Voor eeuwig en altijd zal hij 15 zijn. Leuk? Nigel vindt er niks aan. Hij is een soort mislukte vampier: hij is niet knap en niet sterk, hij kan niet eens zijn eigen bloedvoer regelen en hij heeft nog nooit (nooit!) een vriendinnetje gehad. Nu hij verliefd geworden is op Chloë, is de maat vol. Hij moet en zal haar hart veroveren. Adriaan Mole meets Twilight, zo omschrijf je dit dagboek nog het best. Met veel droge humor vertelt Nigel over zijn ellendige vampierenbestaan, dat helemaal anders blijkt te zijn dan de doorsnee puber tegenwoordig denkt. Trefwoorden dagboek, lachen, vampieren
Kansen De taal, de illustraties en de dagboekvorm maken van Dagboek van een vampier een vlot boek voor aarzelende lezers. Het hoofdpersonage is een vampier met een hevige verliefdheid voor een sterfelijk meisje. Dat uitgangspunt bleek al talloze keren een succesformule in andere boeken. De herkenbaarheid voor de lezers is dus groot. Ook in andere thema’s zullen lezers zich makkelijk herkennen: je liefde onbeantwoord weten, je als watje een plek zoeken tussen zelfzekerder leeftijdgenoten… De humor in de boek is pittig en gevat, de toon allerminst melig: ook jongens zullen zich aangesproken voelen. Uitdagingen Dit boek richt zich tot een jonger publiek dan het eigenlijke doelpubliek van De Weddenschap. Voor de echte aarzelende lezers vormt dat geen probleem, gevorderde lezers vinden het misschien te kinderachtig van toon. Dit boek drijft de spot met Twilight. Voor wie het niet gewend is om tussen de regels te lezen, gaat die – belangrijke – dimensie van het boek verloren. Anderzijds is dit boek een uitstekende inleiding op het begrip ‘parodie’. Twilight-fans zit de spottende toon misschien dwars, andere leerlingen kunnen het vampierenthema dan weer uitgemolken vinden.
DE WEDDENSCHAP – 12 – HANDLEIDING
De hongerspelen Suzanne Collins Van Goor, 2012 / 340 pagina’s ISBN 9789047515975 (filmeditie) “Gelukkig komt het eerste mes van rechts aanzoeven zodat ik het kan horen en ik weet het af te weren met de rug van mijn boog. Ik draai me om terwijl ik de pees naar achteren trek en een pijl recht naar Cloves hart schiet. Ze wendt zich net genoeg af om een dodelijke treffer te voorkomen, maar de punt doorboort haar linkerbovenarm.” Met 24 zijn ze: 12 jongens en 12 meisjes. Ze worden door het lot aangewezen en vervolgens in een arena gedropt. Daar moeten ze het opnemen tegen elkaar en tegen de gruwelijke plagen die de Spelmakers bedenken. Eén zal overleven. Eén zal de winnaar van de Hongerspelen zijn. Katniss is zestien als het lot haar de arena in stuurt. Om te overleven moet ze hartverscheurende keuzes maken... Dit boek is het eerste deel uit de originele en razendspannende Hongerspelen-trilogie. Wat zou jij kiezen: sterven en een vriend laten leven? Of overleven en hem doden? En hoe zou je het publiek bespelen dat op tv meekijkt? Want zij kunnen je overlevingskansen vergroten... Reality tv voor gevorderden! Er is ook een tweede deel (Vlammen) en een derde (Spotgaai). In maart 2012 kwam The Hunger Games als film uit.
Trefwoorden op leven en dood, spannend, reality tv, sciencefiction Kansen Door het Romeinse concept van brood en spelen te mengen met het actuele Big Brother-thema krijg je een heel apart, razendspannend avonturenverhaal. Dit is een jongensboek dat door een vleugje romantiek ook meisjes voor de bijl laat gaan. Er zijn twee vervolgdelen: bevalt het eerste deel, dan hebben leerlingen meteen drie good reads voor De Weddenschap. Het kan interessant zijn om het boek met de film te vergelijken. Uitdagingen Voor je in dit – dikke – boek vertrokken raakt, moet je een drempel over: het eerste hoofdstuk bevat termen en begrippen als boetedag, de Laag, district 12… die je niet onmiddellijk kan plaatsen. Wie van sciencefiction en fantasy houdt, weet dat dat eigen aan het genre is. Wie eenmaal voorbij de eerste pagina’s heen is, zal alleen maar betreuren dat het boek ‘maar’ 340 pagina’s telt.
Nachten vol angstaanjagende schoonheid Edgar Allan Poe, Ed Franck (bewerker) en Carll Cneut (ill.) Davidsfonds, 2011 / 167 pagina’s ISBN 9789063066208 (hardback)
“Vroeg of laat komt voor mij het gevecht met de wrede hersenschim die angst heet. En ik zal die strijd verliezen.” Edgar Allan Poe leefde in het begin de 19de eeuw en is beroemd geworden met zijn griezelverhalen. Voor deze bundel bewerkte Ed Franck er zeventien. In één verhaal zit iemand opgesloten in een cel die steeds kleiner wordt. In een ander vermoordt een man een andere man omdat diens oog hem de stuipen op het lijf jaagt. En wat is dat met die vreemde familie Usher in dat vreemde spookhuis? Dit is een macabere bundel, vol krankzinnigheid, waanzin en verderf. Ed Franck vertelt Poe’s verhalen rustig en beheerst, op een plechtige toon. Daardoor kruipt de dreiging des te meer onder je vel. De illustraties zijn even donker als de verhalen, en met hun schaduwen zijn ze soms even eng als de verhalen. Een prachtboek dus, zowel om te lezen als om te bekijken. Trefwoorden klassiekers, kortverhalen, duister
Kansen Alleen al door de tekeningen is dit een aantrekkelijk boek. De sprookjesachtige prenten kunnen de aarzelende lezers uit nostalgie aanspreken. De moderne bewerking van Ed Franck geeft hen de kans om op een relatief toegankelijke manier kennis te maken met een grote naam uit de wereldliteratuur. Het biedt mogelijkheden om klassieke griezelverhalen te vergelijken met hedendaagse horrorverhalen of -films die de leerlingen kennen. Een kortverhalenbundel hoef je bovendien niet van A tot Z te lezen: dat werkt drempelverlagend. Uitdagingen Hoewel Ed Franck een meester is in het bewerken van klassiekers, blijven dit verhalen van lang geleden in een gedragen, ietwat plechtstatige stijl: die toon zal niet elke aarzelende lezer liggen. De gruwel zit hem bovendien in de personages zelf, die hun eigen angsten niet langer de baas kunnen. In die zin zijn het geen doordeweekse horrorverhalen waar de dreiging van buitenaf komt. Wil je dit boek aanbieden, dan is het een uitstekend idee om eerst de verhelderende inleiding te lezen.
DE WEDDENSCHAP – 13 – HANDLEIDING
TATYANA BELOY is... Actrice en presentatrice Tatyana Beloy ken je van Vlaanderen Vakantieland en Volt, en van haar passage in Vlaamse Hollywoodvrouwen. Toen ze nog tussen de Verenigde Staten en België pendelde, werd ze een bevlogen vliegtuiglezeres. Tatyana houdt het meest van waargebeurde of realistische verhalen. Voor De Weddenschap leest ze er drie.
TATYANA leest... De ruwe weg [Lean on Pete] Willy Vlautin Nijgh & Van Ditmar, 2011 / 271 pagina’s ISBN 9789038894300
“Ik zag hoe een jongen zo hard werd geslagen dat hij schuim om zijn mond kreeg en stuipen kreeg en ik had gezien hoe een jongen een hond in zijn kop schoot met een .22. Ik had een andere jongen de pyama van zijn zusje zien aftrekken omdat hij haar daar van onderen wilde zien. Ze gilde en huilde. En ik had gezien hoe Del een paard sloeg zo hard als hij kon en ik had een paard zijn been zien breken en rond zien strompelen op drie benen terwijl het gebroken vierde been alleen nog maar met het vel aan hem vast zat. Ik bleef rennen en rennen tot ik zo moe was dat ik niet meer aan zulke dingen kon denken. Het duurde lang. Het duurt altijd lang, maar het werkt altijd.” Charley Thompson is vijftien en woont in Portland. Een moeder is er niet. Een vader wel, maar die is waardeloos. Geld scharrelt hij bijeen door wat klusjes op te knappen voor de louche Del Montgomery, die zich met illegale paardenraces bezighoudt. Charley raakt verslingerd aan Lean on Pete, een versleten renpaard. Wanneer zijn vader sterft, gaat hij er met het paard en zijn schamele hebben en houden vandoor, richting Wyoming. In zijn bagage zit de foto en de naam van een tante uit een ver verleden, de enige persoon die hem een toekomst kan geven. Willy Vlautin woont in de VS, is zanger bij Richmond Fontaine, maar deugt minstens even hard als schrijver. Een jongen van weinig woorden, een paard met artritis en wonderlijke ontmoetingen met bizarre personages tegen
het decor van een grimmig, Amerikaans landschap: meer heeft Vlautin niet nodig om een hard en ontroerend boek te schrijven dat leest als een roadmovie. Trefwoorden rauw, paarden, roadmovie, VS Kansen De ruwe weg bestaat uit korte hoofdstukken met al even korte zinnen en veel dialogen. Het hoofdpersonage is een vijftienjarige jongen die – gedwongen – voor zichzelf zorgt. De omstandigheden waarin hij leeft zijn hartverscheurend. Het is moeilijk om niet van Charley te gaan houden: als lezer hoop je dat hij onderweg iemand vindt die voor hem kan zorgen. Die zoektocht en die hoop houdt je aan het lezen. Uitdagingen De setting van het verhaal is diep in Amerika. De auteur wil tussen de regels door iets meegeven over de harde omstandigheden waarin mensen zonder sociale zekerheid moeten overleven. Voor wie het anders gewend is in België, is dit misschien een ver-van-mijn-bedshow. De auteur neemt de tijd om sfeer op te bouwen, de actie – Charley die er met Lean on Pete vandoor gaat – komt pas vrij laat. Dat kan aarzelende lezers doen afhaken.
DE WEDDENSCHAP – 14 – HANDLEIDING
Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht / Mark Haddon De Fontein, 2012 ISBN 9789026119101
“Toen kwam de politie. Ik hou van de politie. Ze hebben uniformen en cijfers en je weet wat ze moeten doen. Er was een agente en een agent. De agente had een gaatje in haar panty op haar linkerenkel en een rode schram in het midden van het gaatje. De agent had een groot oranje boomblad onder zijn schoen zitten dat er aan één kant uitstak. De agente sloeg haar armen om mevrouw Shears heen en liep met haar terug naar het huis. Ik tilde mijn hoofd van het gras. De agent hurkte naast me en zei: ‘Zou je mij willen vertellen wat hier aan de hand is, jongeman?’ Ik ging rechtop zitten en zei: ‘Die hond is dood.’ ‘Zover was ik al,’ zei hij. Ik zei: ‘Ik denk dat iemand die hond heeft vermoord.’” Wanneer Christopher de hond van de buurvrouw dood op het gazon ziet liggen, is hij ervan overtuigd dat iemand de hond heeft vermoord. Op zijn geheel eigen manier – hij heeft het syndroom van Asperger – gaat hij op onderzoek. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door zijn vader. Over hem komt Christopher heel wat dingen te weten die zijn strikt geordende leventje overhoop halen. En structuur is net datgene wat hem het liefst is... Dit is een hilarische detectiveroman met een uniek personage: Christopher is ontwapenend naïef, consequent eerlijk en duizelingwekkend geniaal. Hij interpreteert de mensen om hem heen fundamenteel anders. Het is knap hoe de auteur je in Christophers hoofd laat kruipen.
Trefwoorden ‘detective’, autisme, bijzonder Kansen Dit boek verscheen in 2003, in 2012 is het aan zijn veertiende druk toe: het is dus een recente klassieker. De ik-verteller is een ideaal vertelperspectief: je kijkt in Christophers hoofd dat vòòr alles logisch redeneert. Hij stelt dingen in vraag die voor de lezer perfect normaal zijn. Als lezer doorzie je de situaties waarin Christopher terecht komt vaak sneller dan hij. Dat maakt het verhaal tragikomisch. Jongeren die zich interesseren voor het syndroom van Asperger en autisme, kunnen hun hart ophalen aan het psychologische portret. Christopher bepaalt ook de stijl van het boek: helder, kort, bondig en logisch. Dat zal aarzelende lezers zeker liggen, net als de combinatie van tekst en beeld (grafieken, tekeningen,...). Uitdagingen Wie een écht detectiveverhaal verwacht, komt bedrogen uit. Het detective-aspect is de kapstok waar het persoonlijke verhaal van Christopher aan opgehangen wordt. Ook wordt nergens expliciet vermeld dat Christopher Asperger heeft. Dit licht je voor sommige jongeren beter op voorhand toe, zodat ze Christophers ‘vreemde’ gedrag en zijn specifieke stijl kunnen plaatsen.
Meisje van Mars Anna Woltz en Vicky Janssen Querido, 2011 / 155 pagina’s ISBN 9789045112930
“Misschien vind jij het ook krankzinnig om mensen met een gezond lichaam te verbouwen. Om te snijden in gezonde piemels en vagina’s en te knutselen met tepels en eikels. Dat is ook nogal krankzinnig. Maar het is ook nogal krankzinnig om in het verkeerde lichaam te zitten. Ik kan het niemand aanraden.” De natuur heeft haar zaakjes niet altijd goed voor elkaar. Zo worden er jongens in meisjeslichamen geboren, en meisjes in jongenslichamen. Evert is drie als hij weet dat hij geen Evert, maar Evy wil zijn. De weg daar naartoe blijkt erg lang en ellendig. Dit boek verscheen in de Slashreeks. In die reeks schrijven auteurs de levensverhalen van bijzondere jongeren neer. Voor dit boek interviewde Anna Woltz Vicky Janssen over haar leven als transseksueel. Dat loopt nu over rozen, maar zo ging het lang niet altijd. In korte hoofdstukken lees je over alle horden die ze over moest voor ze echt gelukkig werd. Trefwoorden transgender, boys and girls, eerlijk
Kansen De hoofdstukken zijn kort, de stijl is direct en de pagina’s hebben veel witruimte (en dus ademruimte). Het boek legt op een bevattelijke manier de transgenderproblematiek uit. Evert moet afrekenen met een boel vooroordelen, maar aan het eind aanvaardt zijn omgeving zijn identiteit. Die boodschap – dicht bij jezelf blijven, ongeacht het oordeel van anderen – is bemoedigend en hoopvol voor jongeren die zelf hun weg zoeken. Uitdagingen Niet elke vijftienjarige heeft de openheid van geest om over transgenderproblematiek te willen lezen, al kan het verhaal er wel voor zorgen dat ze begrip krijgen voor mensen in deze situatie. Dit boek zal wellicht eerder meisjes dan jongens aanspreken. Overigens is de associatie met ‘homoseksualiteit’ snel gemaakt, wat in bepaalde situaties misschien gevoelig ligt. Maar dit alles zorgt er wel voor dat het boek interessante mogelijkheden biedt tot klasgesprekken en debatten.
DE WEDDENSCHAP – 15 – HANDLEIDING
tina maerevoet is... Vier jaar lang was Tina Maerevoet vaste waarde Paulien Snackaert in Thuis. Ze speelde gastrollen in Vermist, Flikken, Spoed en Aspe, leende haar stem aan Rod in de Nederlandse vertaling van The Simpsons Movie en staat vaak op de planken. Tina leest graag, maar strandt vaak na het begin van een boek. Voor De Weddenschap leest ze drie boeken tot het bittere eind.
tina leest... De hond is een beetje kapot Wouter Deprez en Randall Casaer (ill.) De Eenhoorn, 2011 / 93 pagina’s ISBN 9789058387141 “De eerste schooldag
zijn erg schattig, de observaties van Wouter Deprez zijn afwisselend hilarisch en ontroerend. Voor al wie houdt van de grappige eenvoud uit de peutertijd.
ondanks de troostende aanmoediging van de juf een heel klein hartje gehad een dag vol gemis enfin we mogen het zeggen zoals het is de hele dag gehuild en dan om twintig over drie eindelijk eindelijk eindelijk de grote hereniging
Trefwoorden grappige eenvoud, brieven, dun Kansen Dit is een boek dat het heel goed kan doen in verzorgende richtingen en bij meisjes. De vele illustraties geven lucht aan de tekst. Let wel: de illustraties zijn niet van het knuffelachtige soort dat vaak met jonge kinderen geassocieerd wordt. Het boek bestaat uit brieven: korte, makkelijk leesbare tekstjes. Dit fragmentarische karakter biedt de mogelijkheid om af en toe een stukje te lezen. De anekdotes zijn herkenbaar en grappig.
zo was onze dag jij had een heel fijne dag gehad” Wouter Deprez is stand-upcomedian. En vader van twee in bijberoep. In dit boek bundelt hij korte brieven aan zijn oudste zoon - die is drie. Hij slaat het kereltje gade en beleeft zo zijn eigen jeugd opnieuw. Hij moet lachen om zoveel jonge genialiteit (vaak), zucht diep (uitzonderlijk) en loopt over van liefde (dat vooral). Je hoeft (nog) geen ouder te zijn om je hart op te halen aan dit fijne boekje. De tekeningen van Randall Casaer
Uitdagingen Dit boek gaat over ouders en hun kinderen. Voor de meeste jongeren is dat een ver-van-mijn-bed-show – hoewel sommigen wellicht nog kleine broertjes, zusjes, neefjes en nichtjes zullen hebben. Ook is dit geen geschikt boek voor wie een goed, spannend en meeslepend verhaal zoekt.
DE WEDDENSCHAP – 16 – HANDLEIDING
Een weeffout in onze sterren John Green Lemniscaat, 2012 / 256 pagina’s ISBN 9789047704560
“Ik ben verliefd op je en ik weet dat liefde slechts een roep in de leegte is, en dat vergetelheid onvermijdelijk is, en dat we allemaal gedoemd zijn, en dat er een dag zal komen dat alles wat we tot stand hebben gebracht tot stof zal zijn wedergekeerd, en ik weet dat de zon de enige aarde die we ooit zullen hebben zal verzwelgen, en ik ben verliefd op je.” Een weeffout in onze sterren is een kankerboek. Kanker verzuipt Hazels longen. Een nieuw wondermiddel houdt haar, inclusief zuurstofkarretje, voor onbepaalde duur op de been. Augustus heeft zijn leven – voorlopig – betaald met een been. Ze ontmoeten elkaar in de Praatgroep waar Hazel door haar ouders naartoe gestuurd is om haar van haar depressie af te helpen. En ze worden verliefd. Al is dat aanvankelijk het laatste wat Hazel wil. Dit indrukwekkende boek is schoon en wreed tegelijk. Schoon omdat Augustus en Hazel waanzinnig verliefd zijn. Wreed omdat liefde de kanker niet wegneemt. Met humor countert John Green de de zwaarte en het verdriet in het verhaal. Niet dat dit boek haha-grappig is. Maar des te meer is het oprecht en hartverwarmend grappig.
Trefwoorden wreed schoon, kanker, authentiek Kansen Dit boek is vooral geschikt voor lezers die houden van realistische probleemboeken, maar zal uiteindelijk iedereen naar de keel grijpen. Hoewel bijna elk personage de dood recht in de ogen kijkt, wordt het op geen enkel moment zwaarmoedig of melig. Dit is dankzij John Greens spitsvondige en intelligente humor. De overlevingsdrang en de ondernemingszin van de personages werkt inspirerend en relativerend. Uitdagingen Voor lezers die in hun nabije omgeving geconfronteerd zijn met de ziekte, kan dit boek te confronterend zijn. Hazel en Augustus schuwen de galgenhumor niet en dat maakt het verhaal soms heel rauw. Dit boek breekt nadrukkelijk met alle melige “komoptegenkankeroverlevingsverhalen”. De manier waarop John Green de thematiek aanpakt, kan voor sommige lezers te direct zijn. Overigens is de taal niet altijd even gemakkelijk.
Geen bereik Marian De Smet, Moon, 2011 / 223 pagina’s ISBN 9789048808908 “Maar zijn ogen. Zo groot en donker, de vlam van de olielamp danste erin. Nooit was ik zo dicht bij een ander mens geweest. Alles aan hem was nieuw. Zijn geur, zijn blik, zijn adem. Waarin zat het gevaar? Zou ik dood neervallen als hij me aanraakte?”
Trefwoorden spannend, geheimen, vriendschap
Nanou leidt met haar moeder een teruggetrokken leven op een bergflank in de Franse Alpen. Mensen zijn slecht en gevaarlijk, zo pepert haar moeder haar in, en contact met anderen zoeken is uit den boze. Dan ontdekt ze Leo, op haar geheime plek, in een bergspelonk. Zijn voet is gebroken, eten en drinken heeft hij niet bij zich. Zijn beste vriend, die achterbleef op de camping, weet niet waar hij is. Leo legt zijn leven in de handen van Nanou. Durft ze tegen haar moeder ingaan? Is Leo dat risico waard?
Kansen Geen bereik biedt aarzelende lezers een snelle, directe, spannende leeservaring. De drie personages zijn knap uitgewerkt, dat is bijzonder voor zo’n dun boek. Nanou, Leo en David komen afwisselend aan het woord. Die perspectiefwissel is echter nooit verwarrend omdat boven elk hoofdstuk duidelijk aangegeven staat wie aan het woord is. Het verhaal is spannend en intrigerend: zal Nanou Leo aan zijn lot overlaten of niet? Zal David Leo op tijd vinden? Waarom mag Nanou geen contact leggen met andere mensen? De taal is helder.
Drie personages vertellen dit thrillerachtige verhaal: met David wacht je bang af of Leo terugkeert; met Leo vraag je je af waarom Nanou zo wereldvreemd is; met Nanou ontdek je beetje bij beetje waarom haar moeder haar angstvallig voor de buitenwereld verborgen houdt. Een hoofdstuk telt maximum vier pagina’s: dit ontroerende, fascinerende en spannende verhaal heb je zó uit.
Uitdagingen De perspectiefwisselingen – hoe duidelijk aangegeven ook – vragen uiteraard een inspanning van de lezer. De subtiele stijl kan bevreemdend werken: de auteur laat veel ongezegd, zodat je tussen de regels moet lezen. Ook ontdek je pas laat in het verhaal dat Nanou’s vriend ingebeeld is.
DE WEDDENSCHAP – 17 – HANDLEIDING
Leerlingen kunnen meelezen met Peter Van de Veire, Tatyana Beloy of Tina Maerevoet maar ze kunnen net zo goed zelf een boek kiezen. Voor wie de weg kwijtraakt in het massale boekenaanbod is er www.boekenzoeker.org. De site geeft leesadvies op basis van interesses. Want iedereen houdt van andere boeken. Voor iedereen is er wel een boek dat past. www.boekenzoeker.org is een project van Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen Nederland en de Nederlandse Taalunie. Er is een Boekenzoeker 8-12, een Boekenzoeker 12-15 en een Boekenzoeker15+. Wil je de Boekenzoeker introduceren? Leerkrachten kunnen kijken op p. 44 (Tip 5 – ‘Ken je boek-pappenheimer’), bibmedewerkers op p. 65 (Tip 4 – ‘Themastand Boekenzoeker’).
Doel De Boekenzoeker helpt veellezers en aarzelende lezers om boeken te kiezen uit het massale aanbod, op basis van persoonlijke interesses. De Boekenzoeker biedt jonge mensen de kans om nieuwe boeken te ontdekken: minder voor de hand liggende verhalen of minder vertrouwde genres. Maar steeds op hun maat.
Aanbod Op de Boekenzoeker vind je niet elk boek dat is verschenen, maar een selectie. Die is gemaakt door een redactie van mensen uit het onderwijs en de bibliotheek. Ze letten er op dat het aanbod divers en evenwichtig is, en houden rekening met de verkrijgbaarheid in de bib of boekhandel. Zowel fictie als non-fictie, poëzie en proza, verrassende en populaire, moeilijke en makkelijke boeken… krijgen op de Boekenzoeker een plek. De Boekenzoeker bevat een duizendtal titels en elke maand komen er bij.
DE WEDDENSCHAP – 18 – HANDLEIDING
Korte kennismaking voor deelnemers aan De Weddenschap 1. Ga naar
Ga naar www.boekenzoeker.org. Klik rechts de Boekenzoeker15+ aan.
Je krijgt de openingspagina van Boekenzoeker15+ te zien.
De site kan je op drie manieren gebruiken: •• bladeren volgens interesse, •• registreren (om persoonlijk leesadvies te krijgen), •• gericht zoeken. 2. Blader Wil je – snel! – één of meer leestips? Dan kies je voor de ‘blader-optie’. De tips die je krijgt hangen af van je lezersprofiel en je interesses.
Boekenzoeker15+ heeft drie ingangen: * Lezen? Natuurlijk! * Lezen? Soms * Lezen? Liever iets anders
DE WEDDENSCHAP – 19 – HANDLEIDING
Zet je je tanden graag in een boek? Kies dan ‘Lezen? Natuurlijk!’
Lees je op zich graag, maar niet vaak en hou je van een verrassing? Kies dan ‘Lezen? Soms’
Lees je zelden of nooit en ook niet bijzonder graag, maar wil je voor De Weddenschap toch een boek vinden? Kies dan ‘Lezen? Liever iets anders’
Heb je een ingang gekozen, naargelang van je lezersprofiel, dan kan je je keuze verder verfijnen. Een voorbeeld: Eerlijk gezegd lees je liever niet. Daarom koos je voor ‘Lezen? Liever iets anders’. Daarna kan je kiezen uit verschillende categorieën, afhankelijk van wat je het meest interesseert. Hou je bijvoorbeeld vooral van de grote en kleine problemen des levens? Dan klik je op ‘Het leven is geen lachertje’.
Daarna beslis je of je boeken over verslaving wil lezen, over problemen dicht bij je bed, of wereldproblemen.
DE WEDDENSCHAP – 20 – HANDLEIDING
Je keuze gemaakt tussen de verschillende (sub)categorieën? Dan krijg je leestips! Per leestip krijg je: - titel, auteur, illustrator, uitgeverij en aantal pagina’s, - een korte inhoud, - een motivering waarom het boek een aanrader is.
Klik je op het boek-icoontje, dan verschijnt een citaat dat de sfeer en stijl van het boek weergeeft. Wil je achteraf je mening kwijt over een boek? Klik op het icoontje rechts onderaan elke leestip. Je reactie verschijnt op de site nadat het goedgekeurd is door de redactie – een boek rotslecht vinden mág, racistische scheldtirades mogen niet. Als je wil stemmen op een boek of een tip doorsturen, moet je je eerst registreren op de site.
3. Registreer Behalve ad hoc boekenadvies, geeft de Boekenzoeker ook persoonlijke leestips, helemaal op jouw maat en gebaseerd op jouw persoonlijke leesvoorkeuren. Om deze functies te gebruiken, moet je je registreren. De Boekenzoeker onthoudt van elke geregistreerde gebruiker het lezersprofiel, de boeken waarop gestemd werd en de scores die de boeken kregen. Op basis daarvan selecteert de Boekenzoeker persoonlijke leestips die alleen jij te zien krijgt.
DE WEDDENSCHAP – 21 – HANDLEIDING
Surf naar de startpagina van Boekenzoeker15+. Klik er links de blauwe hondenpoot aan.
Je krijgt het inlogscherm. Ben je nieuw, dan geef je aan of je een meisje of een jongen bent, in Vlaanderen of in Nederland woont, hoe oud je bent en welke hobby’s je hebt. Dat profiel kan je bij elk volgende bezoek aanpassen. Inloggen biedt je een aantal voordelen, die je terugvindt in je persoonlijke account. Op de ‘welkompagina’ staat de tip van de week. De redactie selecteert die elke week uit het nieuwste aanbod op Boekenzoeker.
Bij ‘leestips’ vind je de boeken die de Boekenzoeker speciaal voor jou heeft uitgekozen, op basis van wat je al eerder las, op basis van de boeken waarvoor je stemde…
Via ‘favorieten’ krijg je een overzicht van de boeken op de Boekenzoeker die jij de hoogste score gegeven hebt. Hoe je op boeken kan stemmen, lees je verderop.
DE WEDDENSCHAP – 22 – HANDLEIDING
Wil je een handig overzicht van alle boeken die je nog wil lezen? Daarvoor kan je terecht bij ‘mijn boeken’. Verderop lees je hoe je boeken op je leeslijstje kan zetten.
Als geregistreerde bezoeker kan je ook stemmen, een tip doorsturen naar vrienden en een leeslijstje aanleggen.
Kom je op de Boekenzoeker een boek tegen dat je gelezen hebt en dat je heel goed of net erg slecht vond? Klik dan links onderaan de leestip op ‘stemmen’. Je kan je mening geven door het boek een score te geven tussen een dikke ‘0’ en een vette ‘10’.
Is er een boek dat je aan een vriend of vriendin wil aanraden? Klik dan op ‘tella-friend’.
DE WEDDENSCHAP – 23 – HANDLEIDING
Vul het e-mailadres in van de gelukkige, vertel hem of haar waarom je het boek wil aanraden en klik op ‘mail dit boek door’. Fieke
[email protected] Griet
[email protected]
Boeken gevonden die je interesseren? Vink ze aan via ‘dit wil ik lezen’. De Boekenzoeker verzamelt ze op een printbaar lijstje bij ‘mijn boeken’ in je persoonlijke account.
4. Zoeken Wil je kijken of je lievelingsboek op de Boekenzoeker staat? Ben je op zoek naar een specifieke titel of een bepaalde auteur?
Dat kan via de zoekknop in de navigatiebalk bovenaan.
Staat het boek op de Boekenzoeker, dan stuurt de Boekenzoeker je door naar boeken uit dezelfde categorie. Klik je bijvoorbeeld onderaan De kleine prins op ‘Nog meer dunne boeken’, dan vind je meer boeken met weinig pagina’s.
DE WEDDENSCHAP – 24 – HANDLEIDING
5. En verder
In de navigatiebalk boven: * leiden de hondenpootjes bij de ‘terug’-knop naar de voorgaande pagina, * leidt het huisje terug naar de startpagina.
In de navigatiebalk links naast elke leestip: - lees je ‘bij info’ een beknopte introductie tot de site, - kan je bij ‘top 10’ zien welke tien boeken de hoogste scores kregen, - vind je via ‘links’ nog meer websites over lezen en boeken.
DE WEDDENSCHAP – 25 – HANDLEIDING
Lezen gaat niet voor iedereen even vlot. Volgens onderzoek is slechts 30% van de jongeren aan het eind van het secundair onderwijs voldoende geletterd. Datzelfde onderzoek duidt zelfs 60% van de schoolverlaters aan als ‘functioneel ongeletterd’. Dat wil zeggen dat deze leerlingen onvoldoende kunnen communiceren via geschreven taal. Schriftelijke informatie die in hun vrije tijd, tijdens hun studie, of in het verkeer op hen afkomt, kunnen ze onvoldoende verwerken. Logisch dus dat deze leerlingen niet graag lezen. Deze richtlijnen kunnen je helpen om de leesvaardigheid en het leesplezier van zwakke lezers te bevorderen:
Creëer de behoefte om te lezen Lezen wordt leuker als je inspeelt op een behoefte. Met andere woorden: lezen gaat beter en is plezieriger als je het nodig hebt om iets te kunnen doen dat je leuk vindt. Het lezen is dan geen doel op zich, maar een middel om een interessant of uitdagend doel te bereiken. De Weddenschap geeft een reden om te lezen. Jongeren kunnen zich uitgedaagd voelen door de BV’s die deel uitmaken van hun leefwereld, door de inhoud van een boek dat aansluit bij hun interesse, maar net zo goed door de prijzen die ze kunnen winnen. Je kan je leerlingen motiveren door hen voor De Weddenschap non-fictie te laten lezen over een onderwerp dat hen interesseert. Moeilijke lezers zullen veeleer voor informatieve boeken gaan dan voor verhalen. Zo mikken ze op leesnut in plaats van op leesplezier. Informatieve boeken bevatten vaak korte tekstblokken in plaats van doorlopende tekst en er staan meer foto’s en/of prenten in. Ze nodigen uit tot af en toe een stukje lezen.
Neem drempels weg Zorg ervoor dat leerlingen de nodige bagage meekrijgen om te starten met een boek voor De Weddenschap. Schets tijd en sfeer, reik woordenschat aan… Zo maak je de leesdrempel zo laag mogelijk. Verder in deze bundel vind je een aantal boeken waarin met die drempels rekening gehouden wordt, bijvoorbeeld in de vereenvoudigde versie van De Voorlezer (Bernhard Schlink, Eenvoudig Communiceren, 2009). Daarin licht men de context van het oorspronkelijke verhaal toe, zijn moeilijke woorden vervangen en grammaticale constructies vereenvoudigd.
DE WEDDENSCHAP – 26 – HANDLEIDING
Laat ze samen lezen Twee (of drie of vier…) leerlingen weten meer dan één. Laat leerlingen die hetzelfde boek uitkozen voor De Weddenschap samen lezen. Geef hen de mogelijkheid om er samen over te praten. Wat de ene leerling niet begrepen heeft, is misschien wel duidelijk voor de andere. Zo kunnen ze elkaar aanvullen en meer grip krijgen op de inhoud. Het is belangrijk dat je de groepen niet samenstelt volgens leesniveau, maar wel op basis van een gemeenschappelijke interesse voor één boek. Leerlingen indelen in homogene niveaugroepen is vooral nefast voor zwakkere lezers. Niveau-lezen nivelleert de zwaksten naar onderen, de besten naar boven. Wanneer zwakke en sterke lezers gemengd worden, kunnen zwakke lezers uitleg vragen bij de sterkere. Die worden zo gestimuleerd om de tekst aandachtiger te lezen.
Blijf in de buurt Laat leerlingen de boeken voor De Weddenschap als het kan in de klas lezen. Blijf in de buurt om het leesproces te begeleiden en om te helpen bij struikelblokken. Het Centrum voor Taal en Onderwijs raadt aan om die hulp op te vatten als ‘bemiddeling’. Is er een cruciaal woord waarvan leerlingen de betekenis niet begrijpen? Geef dan niet meteen het antwoord, maar wijs op elementen in de context die het woord kunnen verklaren. Stel vragen die ‘aha-erlebnissen’ uitlokken, zodat de leerlingen uiteindelijk zelf het probleem oplossen.
Gun het oog ook wat Voor anderstalige nieuwkomers kan visuele ondersteuning bij een verhaal bijzonder handig en stimulerend zijn. Kunstcollectief DE DAGEN werkte samen met KOCA vzw (Speciale Beroepsschool Emmaüs) en vroeg een aantal auteurs een verhaal over een alledaags thema te schrijven. Bij dat verhaal maakte collectief Edelweiss prachtige foto’s. De tekst bij het verhaal staat op de achterkant van de foto’s die je in een kamishibai of Japans vertelkastje schuift. Terwijl de leerlingen naar de afbeelding aan de voorkant van het vertelkastje kijken, kan jij de bijbehorende tekst aan de achterkant van de foto voorlezen. Tekst en beeld vullen elkaar zo mooi aan en versterken de verstaanbaarheid. Jan Simoen schreef Het gele kaartje (thema ‘station’), Edward van de Vendel maakte Vrouwen zijn de baas van de wereld (en ik heb het bewijs) (thema ‘internet’) en van Els Beerten is het verhaal Honger (thema ‘voeding’). De verhalen werden oorspronkelijk ontwikkeld voor dove en slechthorende taalzwakke of nauwelijks gealfabetiseerde jongeren, maar ze vinden ondertussen ook een weg naar andere groepen zoals NT2-leerders. Speciaal voor Fahrenheit451 schreef Marit Trioen lestips bij Honger voor jongeren uit de 2de en 3de graad bso. De lestips download je op http://www.fahrenheit451.be/tipsvoordeschool/docs/lestips_honger.pdf Wil je de kamishibaiplaten en meer lesmateriaal bestellen? Dat kan op www.luisterogen.be Meer weten over de kamishibai en/of een vertelkastje uitlenen? Kijk op www.abc-web.be
DE WEDDENSCHAP – 27 – HANDLEIDING
En verder •• Laat je leerlingen op sommige tijdstippen vrij kiezen wat ze lezen. Leerkrachten die in hun lessen rekening houden met de smaak van de leerling zorgen voor een positief effect op de leesfrequentie van jongeren, zo blijkt uit onderzoek. •• Stel regelmatig zelf een boek voor waarover je enthousiast bent. Zorg voor voldoende variatie in je aanbod. Achteraf geef je leerlingen de mogelijkheid om de boeken in de klas in te kijken of mee te nemen naar huis. •• Lees geregeld een stukje voor uit een boek. Ook hier geef je leerlingen achteraf de mogelijkheid om de boeken in te kijken in de klas of mee te nemen naar huis. •• Lees samen een artikel uit de Wablieft-krant, de krant in eenvoudige taal. •• Maak gebruik van luisterboeken of verfilmde boeken.
Meer weten? Voor de meeste van bovenstaande algemene tips maakten we dankbaar gebruik van de expertise van het Centrum voor Taal en Onderwijs: WWW.CTENO.BE Het CTO is een universitair centrum verbonden aan de K.U. Leuven dat sinds 1990 het taalvaardigheidsonderwijs Nederlands in Vlaanderen ondersteunt door middel van onderzoek, de ontwikkeling van materialen en het bieden van begeleiding en nascholing. Een belangrijk project van het CTO was het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen dat 1 januari 2010 werd stopgezet. Op www.steunpuntgok.be vind je wel nog steeds tips over gelijke onderwijskansen.
Leestips? Ben je op zoek naar concrete boekentips voor technisch moeilijke lezers? Op www.boekenzoeker.org is er een nieuwe categorie ‘Ik leer Nederlands’ met boeken in eenvoudig Nederlands. De lijst is nog beperkt, maar wordt elke maand aangevuld. Ga naar www.boekenzoeker.org > Boekenzoeker15+ > Fahrenheit451 > Ik leer Nederlands.
Hieronder vind je ook een uitgebreide lijst met suggesties. Ilona Plichart zocht ze bij elkaar. Ilona Plichart werkt als coördinator van Wablieft (www.wablieft.be). De afgelopen jaren deed ze ervaring op in leesbevordering. Als coördinator van De Boekenkaravaan, als onderzoeker laaggeletterdheid en als docent in de basiseducatie legde ze zich meer toe op (literaire) leeservaringen van aarzelende en moeilijke lezers. Ze is ook redactielid van de Boekenzoeker 15+. Contact opnemen kan via
[email protected]
DE WEDDENSCHAP – 28 – HANDLEIDING
1. Reeksen voor technisch moeilijke lezers a) Fast Lane (Biblion) In het donker / Spike T. Adams Joris vlucht voor zijn klasgenoten. Lisa redt hem… door hem de muur in te trekken. Hij komt terecht in een parallelle wereld. Maar ook daar dreigt gevaar. Een spannend en beetje hilarisch verhaal over een parallelle schoolwereld. Foute vrienden / Spike T. Adams In snelle auto’s rijden, een coole vriendin hebben: heel wat jongens dromen ervan. Bij Jay lijkt die droom uit te komen. Al snel blijken zijn nieuwe ‘vrienden’ net iets gevaarlijker dan gedacht. In dezelfde reeks, van dezelfde auteur: Bloedbroeders en Racemonsters
b) Een selectie uit de reeksen van Uitgeverij Eenvoudig Communiceren Schaduwreeks Met eigen ogen / Anne Cassidy Voor de ogen van Tim dringen overvallers een winkel binnen. Tim herkent de dader! En de dader herkent Tim. De dader en anderen hebben er veel voor over om Tim het zwijgen op te leggen. Een spannend verhaal, in vlotte taal. Dubbelspel / Alan Durant David zakt net voor een belangrijke voetbalwedstrijd door zijn enkel. Hij vraagt zijn tweelingbroer Sven om zijn plek in te nemen. Sven wil niet meedoen. Wat weegt het zwaarste? Broederliefde, of eerlijk willen zijn? Een verhaal met vaart, voor iedereen die van sport houdt. Reeks ‘Misdadig’ Verdwijning / Charles den Tex Marja vindt vrouwenkleren in het pashokje. Waar is de vrouw van wie deze kleding is? Wat gebeurt er allemaal in de winkel? En wie is toch die man? Hij komt Marja bekend voor, maar meer weet ze niet. Heeft hij iets te maken met de verdwenen vrouw? Een up-tempo verhaal over een dikke, doortastende vrouw en een wel zeer vreemde man. De lifter / Chris Rippen Een vakantie op de camping kan erg leuk zijn. Dit jaar valt het tegen voor Kees en Mia. Iemand krast met een mes in hun tent, iemand slaat hun autoruit stuk. Wat nu? Een verhaal met een heftig einde. De schuilkelder / Tomas Ross Bert verdient veel geld. Hij en Lizzy zijn gelukkig in hun mooie huis. Tot Lizzy een tv-programma
over bommen ziet. Vanaf dan denkt Lizzy dat er een kernbom op Nederland zal vallen. Een verhaal over schuilkelders en over anders beginnen denken. Een verhaal met wel heel snelle en omvangrijke gebeurtenissen! Reeks ‘Vlaamse Reuzen’ Verhalen van Kristien Hemmerechts Vijf verhalen van Kristien Hemmerechts over (niet) houden van. Ze zijn zo vereenvoudigd, dat de verhaallijn niet altijd meer even goed te volgen is. Enkele verhalen zullen inhoudelijk (bijv. seksueel misbruik) niet bij elke lezer even goed aankomen. Verhalen van Herman Brusselmans Reeks verhalen van Herman Brusselmans over zijn jeugd. Leestechnisch eenvoudig. Vooral voor lezers die van Brusselmans’ humor houden. Reeks ‘Leeslicht’ Voetstappen / Kader Abdolah Drie verhalen over liefde in eenvoudige taal: een man treurt om de vrouw die hij moest achterlaten in zijn geboorteland, iemand treurt om zijn zus die plots verdween, een vrouw wordt verliefd op een onbekende man. De voorlezer / Bernard Schlink Dit is het verhaal waarop de film The Reader is gebaseerd. Het gaat over een relatie tussen een adolescent en een vrouw. Zij vraagt hem telkens voor te lezen. Pas vele jaren later ontdekt hij waarom. Reality Reeks Blauwe maandag / Marian Hoefnagels Het muziekgroepje Blauwe Maandag mag in de vakantie spelen op de camping in Terschelling. Een unieke kans voor alle groepsleden. Mara is het er niet mee eens dat de vier jongens geen grenzen kennen in hun drankgebruik. Zal het groepje dit overleven? Andere titels: 16&zwanger, wat nu (over – je raadt het al – een ongeplande zwangerschap) en Topmodel, bang voor de weegschaal (over anorexia), ook titels over loverboys, homoseksualiteit … Reeks ‘Wereldverhalen in gewone taal’ Romeo en Julia, Frankenstein, Dracula, Moby Dick…: klassiekers hertekst. Het resultaat is kwalitatief wisselend.
c) Troefreeks (Van Tricht) Beroemd /Iris Boter Daan neemt deel aan een talentenjacht op tv. Wanneer hij wint, begint voor hem een hectisch leven als popidool. Hoe gaat hij om met al die
DE WEDDENSCHAP – 29 – HANDLEIDING
aandacht, de interviews, de roddels? Zal zijn relatie met Eva dit overleven? Met illustraties. Dik / Marieke van Otten Pleun en Lexie gaan samen afvallen. Lexie weet van geen ophouden en belandt met anorexia in het ziekenhuis.
Klap richt zich in eerste instantie tot lezers in de tweede graad lager onderwijs. Daarnaast wordt Klap veel gelezen in BuSo-scholen. Daar houdt men inhoudelijk rekening mee: de krant biedt jongeren artikels aan die hen interesseren en wijst hen de weg in actuele thema’s en vraagstukken.
Tessa vecht terug / Anne-Rose Hemer Tessa krijgt te horen dat ze leukemie heeft. Hoe zullen haar vrienden reageren? Zij zijn heel belangrijk voor Tessa. Ze helpen haar bij de strijd tegen die ziekte. Want Tessa is zeker: de ziekte krijgt haar er niet onder.
Kits richt zich in eerste instantie tot kinderen vanaf 10 jaar en tot tieners. De teksten zijn iets moeilijker dan in Klap.
d) Wablieft-boeken
a) Fahrenheitreeks (Averbode)
Wablieft is een wekelijkse krant in eenvoudige taal. In 2009 verscheen een eerste reeks Wablieftboeken, in eenvoudige taal, gevolgd door een tweede reeks in 2010. In najaar 2011 verschijnt een derde reeks. De slaper en andere verhalen / Rachida Lamrabet, 2009 In Rachid wil een jongen geïntegreerd raken. Werken is de oplossing, denkt Rachid. Een interimkantoor geeft hem een job die hij niet kan weigeren. Maar de job is niks voor hem. Hoe raakt hij daar weg? Kortfilm gaat over Petru. Hij is een Romazigeuner die vaak verhuizen moet. In zijn fantasie brengen de ‘omaatjes’ hem troost. Als hij in het spookdorp Doel terechtkomt, zijn de ‘omaatjes’ verdwenen. Hij gaat verder op zoek naar hoop en troost. Het hoofdpersonage in De slaper is een baby. Hij vertelt het verhaal vanuit de buik van zijn moeder: over vooroordelen, bijgeloof en angst... Stemmen uit de oorlog / Rudi Vranckx, 2009 Rudi Vranckx is journalist. Hij woonde acht maanden in Irak als oorlogsverslaggever. Hij maakte er vele vrienden. Zijn vrienden leven nu ondergedoken, zijn gevlucht of vermoord. In dit boek vertelt hij het verhaal van Jassim en Ibrahim. Zij maken elke dag de gruwel van de oorlog mee. Stemmen uit Irak vertelt met veel liefde over gewone mensen in een harde oorlog.
e) Non-fictie Klap en Kits, De Eenhoorn Kits en Klap zijn twee kranten met artikels over actuele onderwerpen uit binnen- en buitenland, over sport en cultuur. Kinderen en jongeren staan centraal. Klap verschijnt maandelijks, Kits elke twee weken.
2. Iets moeilijker reeksen De meeste boeken zijn geschikt voor aarzelende lezers. Gemotiveerde technische moeilijke lezers durven misschien volgende twee titels aan: De Hamburger files / Edward van de Vendel Sessy en Joene ontmoeten elkaar als jobstudent in de MacLekker. Samen vormen ze het ‘teamigste team’ dat ooit in de MacLekker heeft gewerkt. Joene, die heel open is over zijn homoseksualiteit, wordt het mikpunt van pesterij. Of is Joene minder een slachtoffer dan Sessy eerst dacht? Haat kwadraat / Floortje Zwigtman De tweeling Kaat en Michael kunnen elkaars bloed wel drinken. Elke dag is het kletterende ruzie. Ten einde raad sturen hun ouders hen naar de psycholoog. Die suggereert een scheiding. Perfect, vinden ze. Maar hoe doe je dat, scheiden als broer en zus?
b) Lekker Lezen (De Eenhoorn) Enkele titels zijn Getekend van Mario Demesmaeker, Kampioen van Frank Geleyn en Bioboy van Inge Misschaert.
3. Luisterboeken Ondertussen bestaat er een ruim en gevarieerd aanbod aan ingesproken verhalen! Van Mevrouw Verona daalt de heuvel af (Dimitri Verhulst) over Joe Speedboot (Tommy Wieringa) tot De brief voor de koning (Tonke Dragt) en Alice in Wonderland (Lewis Carroll). Uitgeverij Rubinstein is gespecialiseerd in luisterboeken.
4. Grasduinend in het ‘gewone’ aanbod a) Going Graphic (Graphic Novels) Vallende ziekte 1 / David B David B. vertelt in beelden over het leven van zijn epileptische broer, Jean-Christophe. Het
DE WEDDENSCHAP – 30 – HANDLEIDING
leven van elk gezinslid staat in functie van diens ziekte. Jean-Christophe heeft tot drie aanvallen per dag. Het hoofdpersonage heeft het moeilijk met zijn jongere broer. Aya uit Yopougon /Marguerite Abouet en Clément Oubrerie Aya, een zelfbewuste tiener uit Ivoorkust in Afrika is van plan om dokter te worden. Haar vriendinnen zijn meer geïnteresseerd in jongens en discotheken. En daar komen brokken van. Deze strip toont de middenklasse in Ivoorkust in vele facetten: het immorele gedrag van mannen, de sociale ongelijkheid, de strijd tussen generaties, het gebrek aan sociale ambitie onder de jongeren.
b) Poëzie Opa laat zijn tenen zien en andere stripgedichten / Edward van de Vendel en Floor de Goede Een boekje vol met korte strips en (weinig) tekst op rijm. Geestige observaties over alledaagse dingen. Moeilijke lezers zullen niet elke dubbelzinnigheid begrijpen, maar kunnen het meeste wel afleiden uit de visuele ondersteuning van de striptekeningen. Tip: op de website van Floor de Goede staat elke dag een geestige cartoon. Tederhuid / Geert De Kockere en Johan Devrome Van elkaar houden, knuffelen, tederheid, het liefdesspel, jij en ik. Hierover gaan de korte liefdesgedichten in deze bundel. Tegelijkertijd een prentenboek met paginagrote licht-erotische illustraties. Recente dichtbundels bevatten vaak enkele gedichten die geschikt zijn voor moeilijke lezers. Goed snuffelen in bundels is de boodschap. Twee titels die je op weg zetten: Twee ons liefde / Ted van Lieshout Bundeltje in zakformaat met teksten om bij te gniffelen. De ik, in blauwe broek en witte trui, trekt naar de winkel. In de hand het boodschappenlijstje van moeder. Bouillonblokjes, snoep en appels doen hem ontdekken dat poëzie echt overal is. Ik wil je / Dirk Terryn Een bont allegaartje aan passionele liefdesgedichten, dat bevat deze bundel. Dirk Terryn selecteerde teksten van podiumdichter Stijn Vranken, songwriter Pieter Embrechts, alleskunner Joke van Leeuwen; en ook enkele van bekende namen als Hugo Claus en Mark Insingel.
c) Kijk- en bladerboeken Gaandeweg. Reis rond het leven in 33 dagen / Dimitri Leue en Stef Stessel Je kan dit boek lezen als het verhaal van een jongeman die nog maar 33 dagen te leven heeft. Bij wijze van afscheid bezoekt hij India, Mali, Mexico en China om er het leven te vatten in zinvolle beelden. Je kan je ook gewoon laten meeslepen door de beelden en de tekst ernaast bekijken als commentaren die niet noodzakelijk hoeven samen te hangen. De uitvinding van Hugo Cabret / Brian Selznick. Mynx, 2007 1931. Sinds de dood van zijn oom woont Hugo in een station in Parijs. Hij zorgt voor de klokken door ze elke dag proper te maken en op te winden. Maar niemand mag hem zien want anders is hij zijn woonplekje kwijt. Het verhaal leest als een film: het wordt namelijk evenveel in woorden als in beelden verteld. Dat maakt het bijzonder en makkelijk om te lezen. Voor technisch moeilijke lezers kan het de eerste keer zijn dat ze een dik boek (uit)lezen. Lannoo-reeks ‘365 dagen. Wijsheid uit…’. (titels: Wijsheid uit Afrika, Midden-Oosten, Verre Oosten, Westen, India, de woestijn) Schitterende fotoboeken met naast elke foto een citaat. Daar zijn makkelijke en moeilijke teksten bij, mooie gedachten en soms iets minder geslaagde teksten.
d) Uit het gewone aanbod voor jongeren 1001 gangen / Jeroen van Haele Raina zeurt en zeurt tot ze mee mag met haar grote zus Souhaila. Die poetst ‘s nachts in een kantoorgebouw met wel 1001 gangen. Raina wil de gangen zien. Ze ontmoet er collega’s, mannen als Fouad, Manaparenko en Louis. Vreemde, haast griezelige kerels. Wat voor spel hebben ze voor Souhaila op touw gezet? Moslimcultuur wordt met mondjesmaat aangereikt in dit boek, zonder te oordelen. De roep van de wolf / Steven Herrick In een afgelegen gebied in Australië wonen de tieners Jake en Lucy. Lucy’s vader is ongelukkig en reageert dit af op zijn dochter. Die heeft er schoon genoeg van. Als ze samen met Jake de heuvels intrekt, op zoek naar de wolf, is ze eigenlijk van plan om weg te lopen. Hun tocht heeft onverwachte gevolgen. Een boek in vrije versvorm, of anders gezegd: in zinnen van enkele woorden, elke nieuwe zin begint op een nieuwe lijn. Weinig, maar zorgvuldig afgewogen woorden en sterke beelden.
DE WEDDENSCHAP – 31 – HANDLEIDING
TIP 1 - DE KRACHT VAN VOORLEZEN > Stel De Weddenschap voor Start een aantal weken voordat je met De Weddenschap begint de lessen Nederlands en/of PAV met het voorlezen van een kort fragment uit één van de negen boeken die de BV’s lezen voor De Weddenschap. Al kan je natuurlijk net zo goed voorlezen uit om het even welk boek dat jij geschikt vindt voor je klas. DOELSTELLING Voorlezen prikkelt de verbeelding en stimuleert de fantasie van de leerlingen. Bovendien schept voorlezen op een ongedwongen manier een band tussen leerkracht en leerling. TIJDBESTEDING Voorlezen kost tien tot vijftien minuten bij het begin van een les, bijvoorbeeld één keer in de week: op maandagmorgen om de week mee te beginnen of op vrijdagnamiddag om de week mee te beëindigen…
DE WEDDENSCHAP – 32 – HANDLEIDING
BIJLAGE BIJ TIP 1 – VOORLEESFRAGMENTEN
1. Uit: Dagboek van een vampier watje Tim Collins en Andrew Pinder (ill.) Ploegsma, 2011 Dinsdag 11 januari Volgens mij begin ik een band op te bouwen met Chloë. Misschien dat het niet lang meer zal duren voor ze zich overgeeft aan mijn onsterfelijke aantrekkelijkheid. Ik ratelde mijn dierenweetjes af tijdens de pauze in de bibliotheek. Ze leek erg onder de indruk, en daarna kletsten we gezellig. Later bood ze me een van haar zuurtjes aan. Eigenlijk hoorde het naar limoen te smaken, maar zoals alles wat geen bloed is, smaakte het voor mij naar steenkool met een kotssausje. Toen ze de andere kant opkeek, spuugde ik het smerige ding snel in de prullenbak. Maar ik heb het snoeppapiertje bewaard als een aandenken aan mijn geliefde. Als we getrouwd zijn, zal ik haar dit vertellen en we zullen erom lachen. Om de vieze smaak uit mijn mond te krijgen, ging ik naar de wc om te lunchen. Ik begrijp dat dit nogal onsmakelijk klinkt, maar het is de enige plek op school waar ik dat kan doen. Elke dag breng ik een thermoskan bloed mee naar school. Ik kan moeilijk met bloed langs mijn kin druipend in de kantine gaan zitten, dus sluit ik mezelf op in een toilethokje om te drinken. Ik begrijp dat deze dineerervaring waarschijnlijk geen Michelin-ster zal krijgen, maar het is de enige veilige plek. Ik heb een keer geprobeerd om achter de vuilnisbakken te kruipen, maar iemand betrapte me met bloed rond mijn mond en toen moest ik net doen alsof ik was gevallen.
2. Uit: De hongerspelen Suzanne Collins Van Goor, 2012 Er is vast een fout gemaakt. Dit kan niet waar zijn. Prim had één papiertje tussen duizenden andere! De kans dat zij getrokken zou worden, was zo klein dat ik niet eens de moeite heb genomen om me zorgen om haar te maken. Ik heb toch alles gedaan? Alle bonnen op me genomen, geweigerd haar hetzelfde te laten doen? Eén papiertje. Eén van de duizenden papiertjes. De kansen waren volstrekt in haar voordeel. Maar het heeft allemaal niets uitgemaakt. Ergens in de verte hoor ik de menigte zachtjes morren, zoals ze altijd doen als er een twaalfjarige wordt getrokken, omdat iedereen dat oneerlijk vindt. En dan zie ik haar. Haar gezicht is lijkbleek geworden en ze houdt haar handen in vuisten langs haar zij terwijl ze met stramme, kleine pasjes voorbijloopt naar het podium, en ik zie dat de achterkant van haar blouse weer is opgekropen en over haar rok hangt. Dat detail, de opgekropen blouse die een eendenstaartje vormt, brengt me weer bij mijn positieven. ‘Prim!’ komt er in een gesmoorde kreet uit mijn keel, en mijn spieren beginnen weer te bewegen. ‘Prim!’ Ik hoef de mensenmassa niet opzij te duwen. De andere kinderen maken meteen ruimte, zodat ik rechtstreeks naar het podium kan lopen. Net voor ze het trapje op wil stappen, ben ik bij haar. Met één zwaai van mijn arm schuif ik haar achter me. ‘Ik bied me aan!’ stoot ik uit. ‘Ik bied me aan als tribuut!’ Er heerst enige verwarring op het podium. Het is tientallen jaren geleden dat iemand zich in District 12 als vrijwilliger heeft aangeboden en het is niet meer helemaal duidelijk hoe de gang van zaken dan ook alweer is. De regel is dat als de naam van een tribuut uit de bol is getrokken, een andere verkiesbare jongen of een ander meisje naar voren kan komen om zijn of haar plaats in te nemen. In sommige districten, waar het winnen van de
DE WEDDENSCHAP – 33 – HANDLEIDING
boete zo’n enorme eer is dat mensen graag hun leven ervoor op het spel zetten, is het een ingewikkelde procedure om jezelf aan te bieden. Maar in District 12, waar het woord ‘tribuut’ vrijwel synoniem staat aan het woord ‘lijk’, zijn vrijwilligers zo goed als uitgestorven. ‘Geweldig!’ zegt Effie Prul. ‘Maar volgens mij moeten we eerst de boetewinnaar aankondigen, en vervolgens vragen of er vrijwilligers zijn, en als er iemand naar voren komt dan… eh…’ Haar stem sterft weg – ze weet het zelf ook niet.
3. Uit: Nachten vol angstaanjagende schoonheid Edgar Allan Poe, Ed Franck (bewerker) en Carll Cneut (ill.) Davidsfonds, 2011 Toen ik op een avond halfdronken in een berucht hol zat, werd mijn aandacht getrokken door iets zwarts dat op een van de vaten rum zat. Ik liep erheen en raakte het aan. Het was een zwarte kat, zeker zo groot als Pluto en zijn evenbeeld – op één detail na: bij Pluto zag je niet één wit haartje, maar deze kat had een vage witte vlek, bijna over zijn hele borst. Toen ik hem aanraakte, stond hij meteen op, begon luid te spinnen en wreef met zijn kop tegen mijn hand. Ik vroeg de waard hoeveel hij ervoor moest hebben, maar het dier was niet van hem – hij had het zelfs nooit eerder gezien. Ik bleef de kat aaien en toen ik naar huis ging, kwam hij me na. Thuis nestelde hij zich meteen in een hoekje en hij werd de lieveling van mijn vrouw. Maar ikzelf kreeg al vlug een hekel aan het dier. Ik weet niet hoe het kwam. Hij was verzot op mij, maar het werkte me vreselijk op de zenuwen. Misschien kwam het door het feit dat ik de ochtend na zijn intrek in ons huis ontdekte dat hij een oog miste, net als Pluto. Ik begon hem te haten. Maar hoe meer ik hem probeerde te ontlopen, des ter hardnekkiger volgde hij me op de voet. Als ik ging zitten, sprong hij op mijn knieën om me met zijn walgelijke liefkozingen te overstelpen. Als ik dan opstond om te gaan wandelen, liep hij me voor de voeten en deed me haast struikelen, of sloeg hij zijn klauwen in mijn kleren om tegen mijn borst op te klimmen. Op zulke momenten wilde ik hem graag met één klap doodslaan. Maar ik hield me altijd in, deels omdat ik aan mijn vroegere wandaad terugdacht, maar vooral – laat ik het maar direct bekennen – omdat ik doodsbang was voor die kat. Die angst nam nog toe bij een andere ontdekking. Mijn vrouw had meer dan eens mijn aandacht gevestigd op de vage plek wit haar van het dier. Welnu, die vlek was heel langzaam en bijna onmerkbaar veranderd en had ten slotte de duidelijke vorm aangenomen van – ik huiver om het neer te schrijven – een galg!
4. Uit: De ruwe weg Willy Vlautin Nijgh & Van Ditmar, 2011 Toen ik daar kwam was het nog steeds donker en Dels paarden stonden in hun stal en er was bijna niemand. Ik ging bij Pete kijken en ik aaide hem en steeds als ik daarmee ophield kwam hij naar me toe en stampte en schudde zijn hoofd. Ik deed het licht in zijn stal aan en ging naar binnen. Het was dezelfde stal als alle andere. De vloer was bedekt met stro en er waren geen ramen, alleen drie geverfde akstenen muren die vervallen waren en onder het stof zaten, en een hek dat hem binnenhield. Aan de dakspanten hing een lamp, en er was een automatisch fonteintje waaruit hij kon drinken. Ik kriebelde in zijn hals en toen ik dat deed trilden zijn lippen. Er zaten littekens op zijn gezicht en lange littekens op zijn achterkant. Ik had aan Del gevraagd waar die van waren en hij zei dat de meeste waren van toen Pete een tijd rust kreeg en weer in een kudde werd gezet. Paarden maken altijd ruzie, zei
DE WEDDENSCHAP – 34 – HANDLEIDING
Del. Maar de littekens rond zijn been waren van toen hij een keer steigerde in de startbox en de jockey afwierp en zichzelf had verwond. Del zei dat Pete het vroeger altijd hoog in zijn bol had, dat hij altijd onhandelbaar was, maar nu was hij moe geworden en had het opgegeven. Ik bleef binnen bij Pete en bleef hem aaien, en toen deed ik het licht in de stal uit en ging op de grond zitten. Ik vertelde hem over de Samoaan en over mijn vader in het ziekenhuis en over wat er was gebeurd. Ik vertelde dat overal glas en bloed was en dat in het ziekenhuis allemaal buisjes in mijn vader zaten en dat ik niet wist wat ik moest doen als hij niet beter zou worden. Ik wilde ontzettend graag dat hij en ik er gewoon vandoor konden gaan. We konden ergens wonen waar er niemand anders in de buurt was en waar het warm was en waar kilometers gras was dat hij kon eten en niemand hem dwong om te racen. En dan zou er een schuur zijn en een huis en het huis zou helemaal vol staan met eten van de voer tot het plafond en ook zou er een televisie zijn en een zwembad.
5. Uit: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht Mark Haddon De Fontein, 2012 Het was 7 minuten na middernacht. De hond lag midden op het gazon voor het huis van mevrouw Shears. Zijn ogen waren dicht. Het leek of hij liggend op z’n zij rende, zoals honden rennen als ze in een droom denken dat ze achter een kat aan zitten. Maar de hond rende niet en sliep niet. De hond was dood. Er stak een spitvork uit de hond. De tanden van de vork moeten dwars door de hond heen de grond in zijn gegaan, want de vork was niet omgevallen. Ik besloot dat de hond waarschijnlijk met de vork vermoord was omdat ik geen andere wonden zag en ik denk niet dat je een spitvork in een hond zou steken die om een andere reden was doodgegaan, zoals bijvoorbeeld kanker, of een verkeersongeluk. Maar daar kon ik niet zeker van zijn. Ik ging het hek van mevrouw Shears door en deed het achter me dicht. Ik liep haar gazon op en knielde naast de hond. Ik legde mijn hand op de snuit van de hond. Die was nog warm. De hond heette Wellington. Hij was van mevrouw Shears die een vriendin van ons was. Zij woonde aan de overkant van de straat, twee huizen naar links. Wellington was een poedel. Niet zo’n kleine poedel met een kapsel maar een grote poedel. Hij had zwart krulhaar, maar als je dichtbij kwam zag je dat de huid onder de vacht heel lichtgeel was, als kip. Ik aaide Wellington en vroeg me af wie hem had vermoord, en waarom. __ Ik lieg nooit. Moeder zei altijd dat dat kwam omdat ik een goed iemand was. Maar het komt niet omdat ik een goed iemand ben. Het komt omdat ik niet kan liegen. Moeder was een klein iemand die lekker rook. En soms droeg ze een fleecetrui met een rits van voren die roze was en er zat een klein merkje met Berghaus op de linkerborst. Liegen is als je zegt dat er iets is gebeurd wat niet is gebeurd. Maar er is altijd maar één ding dat op een bepaald moment en een bepaalde plek is gebeurd. En er is een oneindig aantal dingen die op dat moment en die plek niet zijn gebeurd. En als ik aan iets denk wat niet is gebeurd, begin ik te denken aan alle andere dingen die niet zijn gebeurd. Vanmorgen heb ik bijvoorbeeld Ready Brek gegeten en een warme frambozenmilkshake gedronken. Maar als ik zeg dat het Shreddies en een beker thee was, begin ik aan Coco-Pops te denken en limonade en pap en Dr. Pepper en dat ik niet in Egypte zat te ontbijten en dat er geen nijlpaard in de keuken was en dat vader geen duikerpak droeg enzovoort en alleen al door dit op te schrijven word ik bang en bibberig, zoals wanneer ik boven op een heel hoog gebouw sta en er duizenden huizen en auto’s en mensen onder me zijn, en mijn hoofd zo vol met al die dingen zit dat ik bang ben dat ik vergeet rechtop te staan en me aan de reling vast te houden zodat ik te pletter val. Dat is nog een reden dat ik niet van echte romans hou, omdat het leugens zijn over dingen die niet gebeurd zijn en ik er bang en bibberig van word. En daarom is alles wat ik hier geschreven heb waar.
DE WEDDENSCHAP – 35 – HANDLEIDING
6. Uit: Meisje van Mars Anna Woltz en Vicky Janssen Querido, 2011 Thuis praatte ik steeds minder. Ik zat op mijn kamer, of ik zwierf door de stad. Ik spijbelde vaak, want op school hield het treiteren nooit op. Travestiet riepen ze naar me, omgebouwde, homo… Of meisje, dat zeiden ze ook vaak. Soms hoorden leraren het wel, maar ze deden niks. Vaak meldde ik me ziek. Mijn ouders wisten daarvan, want dan lag ik zogenaamd ziek in mijn bed. Maar over het pesten heb ik nooit wat gezegd. Ook niet tegen een mentor. Ik dacht: wat kunnen zij eraan doen? Willen ze een halve school straffen of zo? Als ze wat riepen in de gangen of op het schoolplein, dan liep ik gewoon door. Ik sloot me ervoor af. Het boeide me gewoon niet. Of – het boeide me natuurlijk wel. Ik probeerde me ervoor af te sluiten, en later lukte dat vaak ook. Maar in die maanden na opa’s dood was het echt verschrikkelijk. Alles kwam keihard aan: ik voelde me rauw en bloot. Elke ochtend stapte ik met buikpijn op de fiets om naar school te gaan. Zenuwen gierden door mijn lijf als ik de poort door fietste. Dan dacht ik: ooow, daar gaan we weer. Weer zo’n dag. Wéér zo’n dag. Ik had het gevoel dat ik muurvast zat. Echt, ik was alles zat. Het hele leven was ik zat en ik had geen idee meer wat voor nut het had dat ik hier op aarde was. Op school ging het heel slecht: ik deed er gewoon niks meer voor. Ik vond het niet meer belangrijk. Ik heb het weggestopt, die tijd. Ik was mezelf niet. Ik stond op, ik ging naar school – maar het ging allemaal op automatische piloot. En steeds dacht ik maar: wie ben ik? Wat ben ik? Wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Wat heeft het allemaal nog voor zin? ___ Nee, mijn moment kwam één keer per dag. Dan sloot ik mezelf op in de badkamer en liet ik het bad vollopen. Ik moest oppassen dat het water niet te heet was, want deze keer mocht de spiegel juist niet beslaan. Wel vijf keer checkte ik of ik de deur echt op slot had gedaan. Hij zat op slot. Terwijl het water in de badkuip kletterde, pakte ik mijn verrekijkertasje en haalde ik mijn make-up tevoorschijn. De make-up die ik van Sjefke had gekregen. Eerst deed ik eyeliner op. Dan mascara. Daarna lipliner en lippenstift. Het was gewoon een ritueel dat ik niet hoefde te leren. Ik kon het gewoon . Jarenlang had ik gekeken naar mijn moeder en mijn zus. Als mijn moeder zich op zondag opmaakte voordat ze naar het voetballen van mijn vader ging, dan zat ik op het bed. Ik wist altijd precies wat ze ging doen en hoe ze het ging doen. Ik keek nar haar en legde elk detail vast. Zelfs hoe een vrouw precies kijkt wanneer ze mascara opdoet – ik wist het. In de spiegel keek ik niet naar mijn hele gezicht. En mijn lichaam hoefde ik al helemaal niet te zien. Ik keek naar mijn opgemaakte ogen zonder mijn korte haar te zien. Ik bewonderde mijn lippen en negeerde mijn platte borst. Opgemaakt lag ik in bad, totdat mijn vingers en tenen wit en gerimpeld waren. En dan, daarna, was het afgelopen. De make-up moest er weer af. Elk spoortje, elk korreltje moest verdwijnen, want mijn moeder zag alles. Ze zag àlles. Soms snauwde ze opeens naar me: ‘Jij hebt mascara opgehad, ik zie het wel!’ En daar bleef het dan bij. Ze vroeg nooit: maar hoezo dan? Waarom doe je dan mascara op? En ik legde niks uit. Soms wreef ik zo lang over mijn ogen dat het leek alsof ik hard gehuild had. De eerste dag maakte ik de fout om halverwege het schoonmaken in de spiegel te kijken. Mijn hand stokte. Ik zag er belachelijk uit met de uitgelopen vegen mascara. Ik beet op mijn lip en proefde lippenstift. Wat was ik voor een wezen? Half jongen, half meisje. Vanbuiten man, vanbinnen vrouw. Ik bestond helemaal niet.
DE WEDDENSCHAP – 36 – HANDLEIDING
7. Uit: De hond is een beetje kapot Wouter Deprez en Randall Casaer (ill.) De Eenhoorn, 2011 ‘ik danste ik zag je mama dansen en boem ik was verliefd zo ging het’ antwoord ik ‘waar was ik toen?’ wil je weten ‘je was nog niet geboren’ breng ik je in de war ‘waar was ik dan toen ik nog niet geboren was?’ wil je weten ‘toen bestond je nog niet als je niet bestaat ben je nergens’ probeer ik ‘ik was wel al ergens’ zeg je ‘waar?’ vraag ik benieuwd ‘ik ken je pas vanaf je geboorte’ ‘ik zat in een appelboom ik was helemaal bloot ik zat een appeltje te eten’ lach je ik zie het helemaal voor mij, en zeg ‘ja toen wilden mama en ik een appeltje plukken maar we waren aan het kussen we keken niet goed en toen hebben we jou geplukt’
DE WEDDENSCHAP – 37 – HANDLEIDING
8. Uit: Een weeffout in onze sterren John Green Lemniscaat, 2012 Dus de volgende ochtend, een donderdag, was ik nogal laat op. Mijn moeders beleid was om me nooit wakker te maken omdat veel slapen een van de functie-eisen is van een beroepszieke, en daarom was ik aanvankelijk nogal in de war toen ik wakker schrok met haar handen op mijn schouders. ‘Het is bijna tien uur,’ zei ze. ‘Slaap bestrijdt kanker,’ zei ik. ‘Ik heb tot laat liggen lezen.’ ‘Dat moet dan een goed boek zijn.’ Ze knielde naast mijn bed om me los te maken van mijn grote, rechthoekige zuurstofconcentrator, die ik Philip noemde, omdat hij eruit zag als een Philip. Mijn moeder koppelde me aan de draagbare zuurstoffles en herinnerde me er toen aan dat ik college had. ‘Heb je het van die jongen gekregen?’ vroeg ze, uit het niets. ‘En met ‘het’ bedoel je herpes?’ ‘Nou ja,’ zei mijn moeder. ‘Het boek, Hazel. Ik bedoel het boek.’ ‘Ja dat heb ik van hem.’ ‘Ik zie heus wel dat je hem leuk vindt,’ zei ze met opgetrokken wenkbrauwen, alsof voor die observatie uniek moederlijk instinct vereist was. ‘Ik zei toch dat die Praatgroep ergens goed voor zou zijn.’ ___ Isaac schudde nee. Hij leunde over Augustus heen, keek me aan en zei met verstikte stem: ‘Ze wilde het niet erna doen.’ ‘Ze wilde geen blinde dumpen,’ zei ik. Hij knikte. Zijn tranen waren als een stille metronoom – regelmatig, eindeloos. ‘Ze zei dat het haar te veel was,’ zei hij. ‘Haar is het te veel? Ik sta op het punt blind te worden en haar is het te veel.’ Ik dacht aan alles wat te veel was en waar je toch iets mee moest. ‘Ik vind het rot voor je,’ zei ik. Hij veegde zijn kletsnatte gezicht af met zijn mouw. Achter zijn bril leken Isaacs ogen zo groot dat al het andere in zijn gezicht min of meer verdween en alleen die zwevende ogen zonder lichaam – één echt, één van glas – me aanstaarden. ‘Het is onaanvaardbaar,’ zei hij. ‘Absoluut onaanvaardbaar.’ ‘Nou, als je eerlijk bent,’ zei ik, ‘ik bedoel, waarschijnlijk is het haar echt te veel. Jou ook, maar zij hoeft er niet mee te leven. En jij wel.’ ‘Ik zei vandaag steeds weer ‘altijd’ tegen haar, ‘altijd altijd altijd’, en zij praatte er gewoon doorheen zonder het terug te zeggen. Het was net alsof ik er al niet meer was, snap je? ‘Altijd’ was een belofte! Hoe kun je nou zomaar een belofte breken?’ ‘Soms hebben mensen niet door wat ze beloven als ze iets beloven,’ zei ik. Isaac keek me boos aan. ‘Ja, natuurlijk. Maar toch kom je je belofte na. Dat is nou liefde. Liefde is je belofte toch nakomen. Geloof jij niet in ware liefde?’ Ik gaf geen antwoord. Ik had geen antwoord. Maar ik dacht dat, als ware liefde echt bestaat, dat er een heel aardige definitie van was.
DE WEDDENSCHAP – 38 – HANDLEIDING
9. Uit: Geen bereik Marian De Smet Moon, 2011 Met mijn verkrampte vingers peuterde ik de ritssluiting van mijn broekzak open en viste mijn gsm eruit. Op de top had ik David al proberen te bellen, maar ik had er geen bereik. Ik was van plan geweest het opnieuw te proberen als ik een geschikte slaapplaats had gevonden, maar daar dacht de berg anders over. Ik drukte het scherm aan en schrok van het felle licht, waarna ik meteen opgelucht ademhaalde; ik kon weer zien. Nu pas zag ik waar ik terechtgekomen was; een grillige, kleine ruimte, niet groter dan drie bij vijf. Met de hoogste wand, minstens acht meter, had ik al pijnlijk kennisgemaakt, twee andere wanden liepen spits naar elkaar toe, zodat het grondoppervlak een driehoek vormde. In de uiterste punt kon een volwassene amper rechtop zitten. Maar wat me nog het meest verbaasde, was dat er sporen waren van mensen. Iemand kende deze spelonk. Er stond een omgekeerde krat, er lag een lege wijnfles met een stompje kaars en in de hoek stond een kist. Net toen ik erheen wilde kruipen, doofde het licht en vertelde een luid signaal me dat de batterij bijna leeg was. Het duister was zwarter dan voorheen.
DE WEDDENSCHAP – 39 – HANDLEIDING
TIP 2 - DE BOEKENKAST VAN… > Stel De Weddenschap voor Laat de leerlingen, bij wijze van schrijfopdracht, een veellezer zoeken in hun omgeving (een leerkracht, een familielid, een leeftijdsgenoot, een bibliotheekmedewerker…). De leerlingen nemen een kort interview af over zijn of haar leesgewoonten – ze kunnen zich baseren op de interviews met de BV’s in de folder van De Weddenschap. Ze kunnen ook een foto nemen van de geïnterviewde voor haar of zijn boekenkast. DOELSTELLING De leerlingen verwerven inzicht in het leesgedrag van anderen. Ze worden geprikkeld om zelf te lezen. TIJDBESTEDING Kan als individuele opdracht voor thuis gegeven worden, maar er kan ook tijd voor worden vrijgemaakt in de klas, bijvoorbeeld voor het gezamenlijk opstellen van mogelijke interviewvragen.
MOGELIJKE INTERVIEWVRAGEN •• Lees je graag? Lees je veel? Lees je weinig? Kan je je een leven zonder boeken voorstellen? •• Las je graag toen je nog op school zat? •• Lees je boeken altijd uit? •• Welke genres lees je het liefst? Wat voor soort boeken lees je graag? •• Wanneer is een boek voor jou een goed boek? Moet het grappig zijn? Herkenbaar? Spannend? •• Heb je boeken in huis? Koop je boeken? Ga je naar de bibliotheek? •• Van wie krijg je je leestips? Waar zoek je leestips? •• Leen je boeken uit aan vrienden? •• Praat je met vrienden over boeken? •• Waar lees je het liefst? •• Lees je snel tussendoor of uren aan een stuk? In alle rust of drukte? •• Lees je je boeken in papieren versie of digitaal? •• Lees je op vakantie?
DE WEDDENSCHAP – 40 – HANDLEIDING
TIP 3 - VERBIND BOEK EN BV > Stel De Weddenschap voor Leg kort uit waar De Weddenschap om draait: drie BV’s die drie boeken lezen op zes maanden tijd en die leerlingen uitdagen om hetzelfde te doen. Net als de leerlingen, mogen de BV’s zelf kiezen welke boeken ze willen lezen. Kunnen de leerlingen de smaak van de BV’s juist inschatten? Laat hen raden welke drie boeken bij welke BV horen. Speel met de boeken door de leerlingen in groep de titel, de cover en de flaptekst met elkaar laten verbinden. Die combinaties zetten ze dan achteraf bij de juiste BV. Deel daarna de folders van De Weddenschap uit en toon de filmpjes van de BV’s (vanaf 15 oktober 2012 op www.deweddenschap.be). Daarin vertellen de BV’s voor welke boeken ze kozen en waarom. DOELSTELLING De leerlingen leren de boeken die de BV’s lezen op een ongedwongen kennen. TIJDBESTEDING Deze opdracht neemt een half tot een volledig lesuur in beslag.
TIP 4 - LEESCAFÉ > Stel De Weddenschap voor Organiseer samen met enthousiaste collega’s een leescafé waarop je de klassen die meedoen met De Weddenschap uitnodigt. Daar geef je het officiële startschot voor De Weddenschap. Je kan er de boeken voorstellen die de BV’s lezen. Of je laat de leerlingen de boeken presenteren die ze uitkozen op www.boekenzoeker.org. Je kan als leerkracht natuurlijk ook zelf een lijstje met must reads opstellen. Probeer ook andere leerkrachten te overtuigen om De Weddenschap aan te gaan. Voor een dergelijk leescafé kan je prima samenwerken met de plaatselijke bibliotheek. Een bibliotheekmedewerker kan met een goed gevulde ‘boekenkoffer’ bij jou op school komen en de leerlingen een aantal interessante boekentips meegeven. Of, nog beter, organiseer je leescafé in de bibliotheek. Maak er een gezellige ochtend of namiddag van: lezen mag een feest zijn. Literaire hapjes dragen daaraan bij. Hieronder vind je een aantal receptjes waarmee je zelf snel en gemakkelijk ‘literaire hapjes’ kan maken. DOELSTELLING De leerlingen beginnen gemotiveerd aan De Weddenschap. Bovendien overstijgt deze opdracht de lessen Nederlands of PAV. Zo wordt De Weddenschap iets van de hele school. TIJDBESTEDING Dit vraagt uiteraard meer tijd dan één lesuur. Je organiseert het als naschoolse activiteit of tijdens de lessen met enkele gemotiveerde collega’s.
DE WEDDENSCHAP – 41 – HANDLEIDING
BIJLAGE BIJ TIP 4 – LITERAIRE HAPJES © Kristien De Meyer en Marieke van den Berge Literaire hapjes combineren literaire ingrediënten met eetbare ingrediënten. Zo kan je letters, woorden, boektitels, boekcovers, boekillustraties, citaten, versregels, logo’s (in dit geval van De Weddenschap)… printen op stickers waarmee je pergamijn- of plastic zakjes dichtkleeft. Die zakjes vul je bijvoorbeeld met snoep-, suiker-, of chocoladeletters. Of je maakt een literaire wikkel die je rond een koekje draait. Ook andere presentaties zijn mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een poster of een scrabblebord met snoepletters… Hieronder vind je enkele voorbeelden, maar laat vooral je creativiteit de vrije loop. Smakelijk! Koekje opgevuld met een citaat Stop een opgerold velletje papier met enkele versregels, een mooi citaat of een uitspraak van een BV in een sigarenkoekje. Zorg ervoor dat minstens één uiteinde zichtbaar blijft.
Poëzie op gebak Snijd letters uit in karton en vorm er iets poëtisch mee. Leg de letters op een hotelcake, bestrooi ze met poedersuiker en neem ze vervolgens voorzichtig weg.
Inspirerende snoepletters Vul een plastic zakje met snoepletters. Print citaten van de negen boeken van de BV’s op stickers en kleef er het zakje mee dicht.
Chocolade met citaatjes Voorzie individueel verpakte chocolaatjes van een wikkel met een citaat.
Zuurtjes als alternatief boekenlijstje Tik de titels van must reads en hun auteurs uit als doorlopende tekst en wikkel ze om een zuurstokje.
DE WEDDENSCHAP – 42 – HANDLEIDING
Affiche met eetbare letters Print een citaat op groot formaat. Bovenop bepaalde letters leg je een snoepletter.
‘Pennywafel’ in niet-klassiek jasje Op de voorzijde van de winkel print je de cover van een boek met de titel. Op de binnenkant van de wikkel print je een citaat uit het boek of een uitspraak over waarom dit boek zo’n aanrader is. Citaten vind je op www.boekenzoeker.org.
Miniboekjes Kleef boekcovers rond doosjes Smarties. Covers vind je bijvoorbeeld op www.boekenzoeker.org.
Zelfgebakken koekjesletters Steek met vormpjes letters uit in een vel kruimeldeeg. Gebruik de gebakken letters in allerlei combinaties.
DE WEDDENSCHAP – 43 – HANDLEIDING
TIP 5 – KEN JE ‘BOEK-PAPPENHEIMER’ > Help je leerlingen kiezen Verdeel de leerlingen per twee en laat hen elkaar interviewen over hun leesvoorkeuren: Welk genre lezen ze graag? Welke boeken hebben ze al gelezen? Hebben ze lievelingsauteurs? Wanneer vinden ze een boek goed? Daarnaast laat je hen peilen naar elkaars hobby’s en interesses. Op basis van de antwoorden selecteert elke leerling voor zijn of haar partner drie boeken, bijvoorbeeld op www.boekenzoeker.org. Een handig stappenplan voor het werken met de Boekenzoeker, vind je op p. 19. DOELSTELLING De leerlingen ontdekken de Boekenzoeker en leren ermee werken. Het is bovendien verrassend en motiverend voor leerlingen om hun boekenkeuze uit handen te geven en zich blindelings te laten leiden door een klasgenoot. TIJDBESTEDING Ongeveer één lesuur.
TIP 6 - JE EIGEN KEUZE > Help je leerlingen kiezen Doe zelf ook mee met De Weddenschap. Bedenk twee boeken die je wil lezen, vertel de leerlingen waarom je meedoet, hoe je de boeken uitgekozen hebt en of het voor jou een zware opdracht wordt. Laat de leerlingen ten slotte het derde boek voor je kiezen. Spreek collega’s van andere vakken aan om hetzelfde te doen en laat hen hun boekenkeuze in hun eigen les voorstellen. DOELSTELLING Je toont jouw betrokkenheid bij De Weddenschap aan de leerlingen. Dat motiveert hen. Bovendien versterk je de band met de leerlingen door hen een boek voor jou te laten kiezen. Ga je vakoverschrijdend te werk en doen je collega’s mee, dan plaats je ‘lezen’ meteen in een groter referentiekader dan in de lessen Nederlands alleen. TIJDBESTEDING Deze opdracht vraagt niet veel tijd en kan bij het begin of aan het einde van een les gebeuren.
DE WEDDENSCHAP – 44 – HANDLEIDING
TIP 7 – START TO READ > Hou De Weddenschap levend (= verwerkingsopdracht) Informeer tijdens de lessen af en toe naar de vorderingen van de leerlingen bij het lezen. Dat kan met een chart board waarop drie ‘mijlpalen’ staan aangeduid, één per gelezen boek. Onderaan voorzie je pionnen, eentje per leerling. Je hangt de chart op een centrale plaats in de klas.
DOELSTELLING De chart houdt De Weddenschap in de belangstelling. Bovendien komen de leerlingen op een eenvoudige en veilige (want anonieme) manier te weten hoe goed ze opschieten met De Weddenschap in verhouding tot het klaspeloton. TIJDBESTEDING Deze opdracht kan je makkelijk even tussendoor doen. WERKWIJZE STAP 1 Leerlingen starten met het lezen van boeken voor De Weddenschap. STAP 2 Zodra ze een eind gevorderd zijn met lezen, geven leerlingen anoniem door aan jou waar ze zitten (bijv. Leerling X las 1 boek, leerling Y las 1 boek en een kwart van boek 2, leerling Z las de helft van boek 1…) Zet op basis van die info alle pionnen in de juiste positie. Herhaal dit proces om de twee weken. Via die update ziet de klas waar ze zich bevinden ten opzichte van het peloton. Door de voortdurende beweging in de chart blijft De Weddenschap zeer aanwezig in de klas. Na een poosje kan de chart er bijvoorbeeld zo uit zien:
OPMERKING Het is belangrijk dat de chart anoniem is en een beeld geeft van iedereen die meedoet met De Weddenschap. Zo kan iedere leerling voor zichzelf uitmaken waar hij zich ten opzichte van de groep bevindt en weet niemand wie zich in de kop of in de staart bevindt. DE WEDDENSCHAP – 45 – HANDLEIDING
TIP 8 – GESPREKSGROEPEN > Hou De Weddenschap levend Praten over boeken is een ideale verwerkingsopdracht. De leerlingen leren op een genuanceerde manier hun mening over een boek formuleren. Hieronder volgen een aantal suggesties om die gespreksgroepen te organiseren. DOELSTELLING De leerlingen leren hun mening over een boek te formuleren en vertrekken daarbij vanuit hun eigen leeservaring. TIJDBESTEDING Eén gespreksmoment neemt een volledig lesuur in beslag. WERKWIJZE Laat de leerlingen in groep antwoorden. Probeer hen eventueel ook verschillende rollen in de gespreksgroep te geven: de ene leerling is moderator, een andere notulist… A. Eigen mening Je maakt tien kaartjes met korte zinnetjes die de leerlingen aanvullen met hun mening. Leg de kaartjes omgekeerd op tafel. Om beurten nemen de leerlingen een kaartje en vullen ze aan. Enkele voorbeeldzinnetjes: •• Het leukste stuk in het boek was… omdat… •• De cover van het boek vond ik… omdat... •• Het personage dat mij het meest aansprak was…omdat... •• Het personage dat mij het minst aansprak was… omdat... •• Een grappig fragment vond ik… omdat... •• Storend in het boek vond ik… omdat... •• Een spannend stuk in het boek was… omdat... •• De taal en stijl vond ik… omdat... •• Een fantasierijk fragment was… omdat... •• Een minpuntje aan het boek was… omdat...
B. Kruis aan en vertel Geef de leerlingen een fiche waarop ze de woorden aankruisen die ze bij hun gelezen boek vinden passen. Laat hen dan die woorden als uitgangspunt nemen om iets over het boek te vertellen. Bijvoorbeeld: ik vond het boek boeiend omdat… •• spannend •• verrassend •• boeiend •• origineel •• gemakkelijk •• begrijpelijk •• geloofwaardig •• ontroerend •• grappig •• rijk aan inhoud •• diepzinnig •• leerrijk •• volwassen
•• mooi verwoord •• slaapverwekkend •• voorspelbaar •• saai •• banaal •• moeilijk •• onverstaanbaar •• ongeloofwaardig •• gevoelloos •• niet grappig •• arm aan inhoud •• oppervlakkig •• kinderachtig •• flauw verwoord DE WEDDENSCHAP – 46 – HANDLEIDING
C. Focus op… Laat de leerlingen focussen op één (narratologisch) element uit het boek, zoals het thema of de personages. Daarover praten ze in groep. Over de personages kan je bijvoorbeeld dit vragen: •• Welke personages komen in het boek voor? •• Wie is het hoofdpersonage? •• Welk personage vind je het leukst en waarom? •• Zijn er te veel of te weinig personages in het verhaal? Waarom? Wie is overbodig? Welk soort figuur mis je? Zou je een personage kunnen weglaten? Wie? Waarom? •• Welke invloed hebben de personages op elkaar? Welke relatie hebben ze met elkaar? •• Zijn alle personages even belangrijk? •• Wie zijn de belangrijkste personages? •• Is het (hoofd)personage veranderd aan het einde van het boek? D. Genres Deel de leerlingen in groepjes in. Doe dat op basis van het genre dat ze gelezen hebben. Elke groep krijgt daarover een aantal specifieke vragen. De leerlingen bespreken op welke manier hun boek in het bredere genre past. Mogelijke genres met bijbehorende vragen: Alle genres •• Waarom vind je dat jouw boek in dit genre past? Avontuur •• Wie is de ‘held’ van dit verhaal? Was het een echte held of eerder een softie (een antiheld)? •• Wanneer noem je een hoofdpersonage een ‘held’? Is elk hoofdpersonage een ‘held’? •• Met welke moeilijkheid of welk gevaar wordt de held geconfronteerd? •• Een avonturenverhaal verloopt meestal volgens een vaste structuur: inleiding – verwikkeling – gelukkige afloop. Geldt dat ook voor jouw boek? •• Was er een happy end? Vond je dat goed? Of had je het liever anders zien aflopen? •• Herken je karaktertrekken van jezelf in de held? Kan je je inleven in hem/haar? •• Heeft de held in jouw verhaal een tegenstander? Zo ja, geef dan een paar karaktertrekken van de held en van de tegenstander. Zijn die karaktertrekken tegengesteld aan elkaar? Hebben ze dezelfde eigenschappen? •• Is het verhaal spannend? Waarom (niet)? •• Maakt dit boek deel uit van een serie? Zo ja, zou je de andere delen ook nog willen lezen? Waarom (niet)? Zo nee, zou er een tweede deel kunnen of moeten komen? •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? Biografie •• Over wie ging jouw biografie? •• Waarom wilde je meer weten over die persoon? •• Heb je het gevoel dat de biografie je meer informatie geeft over die persoon? •• Kan je het leven van die persoon in twee zinnen samenvatten? •• Vind je het boek goed geschreven? Waarom (niet)? •• Maakt de auteur het lezen aangenaam? Of is de biografie een droge opsomming van feiten? •• Is het levensverhaal van jouw persoon ook verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? DE WEDDENSCHAP – 47 – HANDLEIDING
Chick lit •• Wat betekent chick lit? •• Chick lit is ‘de oorspronkelijk licht neerbuigende benaming voor een vorm van eigentijdse romantische fictielectuur die zich in de eerste plaats richt op vrouwen tussen de 20 en 30 jaar.’ Is die definitie van toepassing op jouw boek? Is jouw boek ‘eigentijds en romantisch’? En richt het zich op vrouwen tussen de 20 en 30? Waaraan merk je dat? •• Hoe herken je een chick lit-boek? •• Vind je het terecht dat men vaak neerbuigend doet over dit genre? Waarom (niet)? •• De meeste chick lit-auteurs zijn Engelstalig. Is jouw auteur dat ook? Ken je andere titels van dezelfde auteur? •• De meeste chick lit-heldinnen zijn alleenstaande, vlotte, grootsteedse vrouwen met een interessant beroep en een levendige belangstelling voor liefde, seksualiteit en mannen. Klopt dat voor jouw boek? Vertel! •• Heb je nog andere chick lit-boeken gelezen? Zo ja, welke? Ga je nog andere chick litboeken lezen? •• Lees je dit soort boeken graag? Waarom (niet)? •• Van chick lit wordt vaak een tv-serie gemaakt. Geldt dit ook voor jouw boek? •• Verfilmingen van chick lit of films die bedoeld zijn voor een vrouwelijk publiek heten chick flicks. Deze films hebben eenzelfde thema en eenzelfde soort hoofdpersonage als chick lit-verhalen. Je hebt vast en zeker al zulke films gezien! Welke? Wat is jouw lievelings chick flick en waarom? •• De tegenhanger van chick lit heet lad lit (bijvoorbeeld de boeken van Mike Gayle). Het hoofdpersonage is vaak een man van een jaar of 30 die aan bindingsangst lijdt. Dit genre is een pak minder populair. Hoe zou dat komen, denk je? Ken je lad lit-boeken? Detectiveverhalen en thrillers •• Een detectiveverhaal en een thriller zijn niet helemaal hetzelfde. Een synoniem voor een detectiveverhaal is een whodunit: een zoektocht waarbij je als lezer mee zoekt naar de dader. Bij een thriller is de schurk meestal al gekend en ligt de klemtoon op actie en gevaar. Bij een thriller is het hoogtepunt vaak een ultieme confrontatie tussen de held en de schurk. Kan je op basis van bovenstaande informatie zeggen tot welk genre jouw boek behoort? Verklaar! •• Vond je het verhaal spannend? Zat er vaart in? Waarom (niet)? •• Een misdaadauteur gebruikt vaak trucjes om het verhaal spannender te maken. De cliffhanger is zo’n trucje. Een cliffhanger betekent dat een hoofdstuk eindigt op het moment dat de spanning het grootst is. Als lezer wil je zo snel mogelijk weten hoe het afloopt. Kan je voorbeelden uit jouw boek opsommen? Zo ja, pik er eentje uit en vertel er iets over. •• Een ander trucje is de red herring. Een red herring zet de lezer op het verkeerde been. Bij een detectiveverhaal maakt men bijvoorbeeld vaak iemand verdacht die achteraf helemaal niet de dader blijkt te zijn. Komt dit ook in jouw boek voor? •• Een derde en laatste trucje heet dramatische ironie. Dat betekent dat de lezer meer weet dan het hoofdpersonage. De lezer weet bijvoorbeeld al wie de moord gepleegd heeft, maar het personage nog niet. Herken je dat uit jouw boek? Vertel! •• Wie is de held van jouw verhaal? Beschrijf hem of haar! •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? Historische roman •• In welke periode speelt jouw boek zich af ? •• Wat wist je zelf over die periode vóór je het boek las? •• Heb je het boek gelezen omdat je al iets wist over de periode en/of omdat je er iets over wilde bijleren? DE WEDDENSCHAP – 48 – HANDLEIDING
•• Heb je het gevoel dat je iets hebt bijgeleerd? Zo ja, wat? •• Las je al andere boeken over die periode? Zo ja, welke? •• Denk je dat het verhaal waarheidsgetrouw is? Waarom (niet)? •• Heeft de auteur aandacht voor de details van de periode waarin het verhaal zich afspeelt? Vertel iets meer over hoe de mensen toen leefden, de kleren die ze droegen, de plaats waar het verhaal zich afspeelt… •• Slaagt de auteur erin om de sfeer van de periode over te brengen? •• Wie is het hoofdpersonage? Vertel iets meer over hem of haar. •• Is het verhaal spannend? Zo ja, waarom? •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? •• Als je de anderen hoort vertellen over hun boeken, welk boek zou je dan ook willen lezen? Welke periode of welk thema interesseren je? Horror, fantasy en sci-fi •• Horror, fantasy en sciencefiction worden vaak in één adem genoemd, al zijn er duidelijke verschillen. Bepaal op basis van deze definities tot welke genre jouw boek behoort: * Fantasy: verhalen die zich in een fictieve wereld afspelen met verzonnen wezens in de hoofdrol; een vleugje magie is nooit veraf. * Sciencefiction: verhalen die zich in de toekomst afspelen; nieuwe technieken en wetenschappelijke vooruitgang spelen vaak een belangrijke rol. * Horror: verhalen die de lezer angst willen aanjagen, bijvoorbeeld met angstaanjagende wezens; in dit genre (waaronder ook de griezelroman valt) wordt sterk ingezet op het inlevingsvermogen in het hoofdpersonage: hoe meer de lezer zich met hem of haar kan identificeren, hoe beter hij de angst van het personage aanvoelt.
•• Komen er in jouw verhaal verzonnen wezens voor? Zo ja, welke? Vertel! •• Speelt het verhaal zich af in een andere wereld? Hoe ziet die fictionele wereld eruit? Beschrijf ! •• Speelt het verhaal zich af in de verre of de nabije toekomst? Waarin verschilt de toekomstige wereld van de onze? Vaak wil de auteur met zijn toekomstbeeld iets zeggen over onze huidige wereld – meestal geeft hij er kritiek op. Wat wil de auteur van jouw boek zeggen, denk je? •• Wie is het hoofdpersonage? Vertel iets meer over hem of haar. •• Vond je het verhaal spannend? Waarom (niet)? •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? Strips en graphic novel •• Graphic novels zijn soms gebaseerd op bestaande boeken. Is dit bij jouw boek het geval? Zo ja, welk boek? •• Wat vond je van de tekeningen? Welke materialen gebruikt de striptekenaar? •• Hoe verhouden woord en beeld zich tot elkaar: heb je de tekst nodig om het verhaal te begrijpen of volstaan de tekeningen? •• Waarom heb je voor een graphic novel of een strip gekozen? •• Heb je nog andere graphic novels gelezen? Zo ja, welke? •• Wanneer zou je een boek als een strip omschrijven? Wanneer als graphic novel?
DE WEDDENSCHAP – 49 – HANDLEIDING
Non-fictie •• Waar gaat jouw boek over? •• Waarom heb je voor dat onderwerp gekozen? •• Wat wist je over het onderwerp voor je dit boek las? •• Heb je het gevoel dat je iets bijgeleerd hebt? Zo ja, wat? •• Lees je wel vaker non-fictie? Zo ja, over welke onderwerpen? •• Wat lees je het liefst: non-fictie of fictie? Waarom? •• Lees je om iets bij te leren? Of lees je om je te ontspannen? •• Vind je dat je ook iets kan leren uit verzonnen verhalen? Waarom (niet)? •• Kijk je vaak naar documentaires? Zo ja, over welke thema’s? Realistische romans en probleemboeken •• Realistische romans en probleemboeken gaan vaak over thema’s als pesten, alcoholisme, vechtscheidingen, misbruik, uithuwelijking, vrouwenbesnijdenis… Over welk probleem gaat jouw boek? •• Hoe gaan de personages met het probleem om? Wie is dader, wie is slachtoffer? Voelde je mee met het slachtoffer? Kon je je inleven in de dader? •• Was het verhaal geloofwaardig? Was het sentimenteel? •• Zegt de titel iets over het thema? •• Is het verhaal in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd geschreven? Is het een terugblik op een moeilijke periode of zit het personage er nog middenin? •• Wordt het probleem uiteindelijk opgelost? Is er een happy end? Vind je dat goed? Is het einde geloofwaardig? •• Heb je meer boeken over dit thema gelezen? In welk boek was het probleem het beste uitgewerkt? •• Heb je meer probleemboeken over andere thema’s gelezen? Welke? Welke thema’s interesseren je het meest? •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)? Poëzie •• Waarom koos je voor poëzie en niet voor proza? •• Las je een bloemlezing met gedichten van verschillende dichters of een bundel van één dichter? •• Hadden de gedichten een overkoepelend thema? •• Waar lees jij poëzie het liefst? •• Lees je wel vaker poëzie? Wie zijn je lievelingsdichters? •• Als het de eerste keer was dat je poëzie las: smaakt het naar meer? Of kies je in het vervolg toch voor proza? Vertel! •• Lees je lievelingsgedicht uit de bundel voor. Waarom kies je dat gedicht? •• Welke beelden gebruikt de dichter? Zijn ze duidelijk of vaag? Kan je enkele voorbeelden geven? •• Wat is er bijzonder aan de taal in en de vorm van het gedicht? Gebruikt de auteur rijm of niet? Hoe is de tekst geschikt op de pagina? •• Kan je in één woord zeggen waarover het gedicht gaat? Waarom (niet)? •• Welke muziek past bij het gedicht? •• Welke foto of welk schilderij past bij het gedicht? Reisverhalen •• Waar speelt het reisverhaal zich af ? Koos je het uit op basis van het land, van de manier van reizen, de cultuur…? •• Heb je het land of de plaats zelf al bezocht? Vertel! DE WEDDENSCHAP – 50 – HANDLEIDING
•• Zou je er graag (nog eens) naartoe willen gaan? •• Is verhaal fictie of non-fictie? •• Is de reis het belangrijkste element in het verhaal? Of staat de reis meer op de achtergrond? In dat laatste geval: hoe zou je het genre dan noemen? •• Is het boek verfilmd? Heb je de film gezien? Zo nee, zou je de film nog willen zien? Waarom (niet)?
TIP 9 - BOEKENKETTING > Hou De Weddenschap levend Laat de leerlingen vertellen aan wie ze hun gelezen boek zouden willen doorgeven en waarom. Bijvoorbeeld: “Ik las Geen bereik van Marian De Smet. Het is een boek dat zich niet zomaar in één zin laat samenvatten. Het verhaal is spannend, maar het doet je ook nadenken over vriendschap en verbondenheid. Omdat ik weet dat Sarah wel houdt van een beetje avontuur en spanning, maar omdat ze ook de waarde van vriendschap kent, zou ik dit boek graag aan haar doorgeven.” Op die manier maak je een ketting van leerlingen die hetzelfde boek gelezen hebben. Aan het einde van De Weddenschap kan je hen samen een verwerkingsopdracht laten uitvoeren. DOELSTELLING De leerlingen leren hun mening over een boek verwoorden en nemen zelf de rol van ‘leesbevorderaar’ aan. TIJDBESTEDING Deze opdracht kan makkelijk tussendoor. VARIATIE Laat de leerlingen verwoorden aan welke BV of aan welke persoon in hun nabije omgeving ze hun boek willen doorgeven. Ze motiveren ook waarom.
TIP 10 – PECHA KUCHA > Hou De Weddenschap levend Een Pecha Kucha-presentatie (spreek uit: ‘petsjatsja’) is een leuke manier om iets kort en creatief voor te stellen. Het concept werd in 2003 door twee Japanse architecten bedacht. Pecha Kucha betekent zoveel als ‘prietpraat’. In principe bestaat een Pecha Kucha-presentatie uit 20 afbeeldingen en duurt ze 6 minuten 40 seconden. Dat betekent dat je over elke afbeelding 20 seconden mag praten. Laat de leerlingen een Pecha Kucha-presentatie geven over een boek dat ze lazen. Makkelijk is dit concept niet, maar het stimuleert wel de creativiteit. Versoepel eventueel de voorwaarden: werk bijvoorbeeld met tien afbeeldingen of met een tijdlimiet van in totaal 10 minuten. Laat hen afbeeldingen zoeken die zij vinden passen bij het boek, of die illustreren wat zij dachten of voelden bij het boek. DOELSTELLING Deze spreekoefening doet een beroep op de verbeeldingskracht van leerlingen. Zeker voor minder taalvaardige leerlingen is deze vorm van ‘visuele’ boekbespreking een plus.
DE WEDDENSCHAP – 51 – HANDLEIDING
TIJDBESTEDING Met twintig leerlingen die elk een volwaardige presentatie (met 20 beelden in 6 minuten en 40 seconden) geven, ben je al gauw twee lesuren bezig. Laat je hen het aantal beelden halveren, dan kunnen twintig leerlingen een spreekoefening doen in iets meer dan een volledig lesuur. Je kan de presentaties ook verspreiden over verschillende lessen. BIJLAGE BIJ TIP 10 – DE HOND IS EEN BEETJE KAPOT IN PECHA KUCHA-VORM
DE WEDDENSCHAP – 52 – HANDLEIDING
TIP 11 – SOCIALE MEDIA > Hou De Weddenschap levend Facebook, Twitter en sms’en maken deel uit van het dagelijkse leven van je leerlingen. Daar kan je rekening mee houden in je verwerkingsopdrachten. •• Maak een Facebookgroep voor de klas aan en laat de leerlingen daar discussiëren of korte reacties geven op het boek dat ze lezen. De Facebook-groep van Iedereen Leest kan inspireren. Je leerlingen kunnen uiteraard ook terecht op de Facebook-groep van De Weddenschap. •• Laat leerlingen in één sms’je (160 tekens) duidelijk maken wat ze van hun boek vonden. Dit is een handige manier om leerlingen over de kern van een boek te laten nadenken. Het sms’je moet doordacht zijn. DOELSTELLING De leerlingen leren hun mening over boeken formuleren in een voor hen vertrouwd kader. TIJDBESTEDING Dit kan als individuele opdracht tijdens de les gegeven worden of als huistaak.
TIP 12 – JOUW FOTO’S EN FILMPJES > Hou De Weddenschap levend Aarzelende lezers zijn ‘doeners’ en vaak visueel ingesteld. Filmpjes of fotoreportages maken zijn dus ideale verwerkingsopdrachten. Hieronder vind je een aantal inspirerende good practices. A. Filmpje Leerlingen van klas 4TW van het Sancta Maria Instituut in Kasterlee deden mee aan De Weddenschap en maakten dit filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=JuctuIRTVbc
DE WEDDENSCHAP – 53 – HANDLEIDING
B. Fotoreportage leeslandschap De leerlingen van 5 BK en IB van het KTA 2 in Diest hebben een leeslandschap voor De Weddenschap gemaakt. Ze kozen een voorwerp dat indirect met het boek te maken heeft. Daarna legden ze de voorwerpen samen en maakten ze er een echt landschap van.
C. Fotoreportage citatenboom Ga op zoek naar een plant of een klein boompje en zet het in de klas. Selecteer citaten of uitspraken van de BV’s van De Weddenschap of citaten uit de boeken die de leerlingen zelf hebben geselecteerd. Dit resultaat komt van de leerlingen en hun leerkracht Liesbeth Janssens van 4 TechniekWetenschappen van het Sancta Maria Instituut in Kasterlee.
DE WEDDENSCHAP – 54 – HANDLEIDING
BIJLAGE BIJ CITATENBOOM – CITATEN UIT DE BOEKEN
Dagboek van een vampier watje Tim Collins en Andrew Pinder (ill.) Ploegsma, 2011 Ik hoor min of meer bij de goths, maar ik ga niet met ze om na school of zo. Ik ben eigenlijk een beetje en mysterieuze loner. (Uit: Dagboek van een vampier watje / Tim Collins) Ik ben wel eens op een meisje geweest, maar dit is écht. Als ik normaal gesproken zou kunnen eten of slapen, zou ik nu niet kunnen eten of slapen! (Uit: Dagboek van een vampier watje / Tim Collins) Vandaag zocht ik op internet naar tips om meisjes uit te vragen, maar toen pa zag dat ik achter de computer zat, werd hij heel chagrijnig. Hij denkt dat computers gevaarlijk zijn, terwijl hij helemaal niets van ze begrijpt. Hij begon typemachines nog maar net te snappen toen ze allang weer uit de tijd waren. (Uit: Dagboek van een vampier watje /Tim Collins) Als je zo dom bent als mijn zusje is eeuwig leven een peulenschilletje. Maar als je zo gevoelig en intelligent bent als ik is het niet zo gemakkelijk. Niet dat iemand daar begrip voor heeft. (Uit: Dagboek van een vampier watje / Tim Collins)
De hongerspelen Suzanne Collins Van Goor, 2012 Eén papiertje. Eén van de duizenden papiertjes. De kansen waren volstrekt in haar voordeel. Maar het heeft allemaal niets uitgemaakt. (Uit: De hongerspelen / Suzanne Collins) Tot op de dag van vandaag kan ik Peeta Mellark, het brood dat me hoop gaf en de paardenbloem die me eraan hielp herinneren dat ik niet ten dode opgeschreven was, niet los van elkaar zien. (Uit: De hongerspelen / Suzanne Collins) Een aardige Peeta Mellark is veel gevaarlijker dan een onaardige. Aardige mensen dringen bij me naar binnen en nestelen zich daar. En dat mag ik Peeta niet laten doen. Niet in onze situatie. (Uit: De hongerspelen / Suzanne Collins) Voor verraad had er eerst vertrouwen moeten zijn. Tussen Peeta en mij. En vertrouwen hoorde niet bij de afspraak. We zijn tributen. (Uit: De hongerspelen / Suzanne Collins)
DE WEDDENSCHAP – 55 – HANDLEIDING
Waarom spring ik als een afgerichte hond in het rond in een poging leuk gevonden te worden door mensen die ik haat? (Uit: De hongerspelen /Suzanne Collins) Ik ben nog nooit verliefd geweest, dus dit zal geen gemakkelijke opgave worden. Ik denk aan mijn ouders. Hoe mijn vader altijd iets voor mijn moeder meebracht uit het bos. Hoe mijn moeders gezicht oplichtte als ze het geluid van zijn laarzen hoorde bij de deur. Hoe ze bijna ophield met leven toen hij doodging. (Uit: De hongerspelen /Suzanne Collins)
Nachten vol angstaanjagende schoonheid Edgar Allan Poe, Ed Franck (bewerker) en Carll Cneut (ill.) Davidsfonds, 2011 Een troosteloze somberheid had alles tot in de kern doordrongen. (Uit: Nachten vol angstaanjagende schoonheid /Ed Franck en Carll Cneut) Soms had ik de indruk dat hij liep te worstelen met een verstikkend geheim en dat hij vocht om de moed bij elkaar te schrapen het te onthullen. Zijn vreemde gedrag begon mijn geest aan te vreten. Ik voelde hoe ik langzaam maar zeker onder de indruk kwam van zijn waanvoorstellingen, hoe zijn fantasieën me bekropen en inpalmden. (Uit: Nachten vol angstaanjagende schoonheid /Ed Franck en Carll Cneut) En toen werd ik plotseling kalm en lag glimlachend te kijken naar die glinsterende dood, als een kind naar een mooi stukje speelgoed. (Uit: Nachten vol angstaanjagende schoonheid /Ed Franck en Carll Cneut) In de ziel van de mens huist een onweerstaanbaar verlangen om zich tegen zichzelf te keren, zijn eigen natuur geweld aan te doen, kwaad te bedrijven omwille van het kwaad. (Uit: Nachten vol angstaanjagende schoonheid /Ed Franck en Carll Cneut)
De ruwe weg Willy Vlautin Nijgh & Van Ditmar, 2011 Maar pas op dat je niet aan een paard gehecht raakt. Paarden zijn niet als die hond daar. Als ze niet kunnen racen, dan heeft niemand ene moer aan ze. (Uit: De ruwe weg /Willy Vlautin) Mijn vader was dood en hij lag ergens, en ik was helemaal alleen. (Uit: De ruwe weg /Willy Vlautin) Ik zag hoe een jongen zo hard werd geslagen dat hij schuim om zijn mond kreeg en stuipen kreeg en ik had gezien hoe een jongen een hond in zijn kop schoot met een .22. Ik had een andere jongen de pyjama van zijn zusje zien
DE WEDDENSCHAP – 56 – HANDLEIDING
aftrekken omdat hij haar daar van onderen wilde zien. Ze gilde en huilde. En ik had gezien hoe Del een paard sloeg zo hard als hij kon en ik had een paard zijn been zien breken en rond zien strompelen op drie benen terwijl het gebroken vierde been alleen nog maar met het vel aan hem vast zat. Ik bleef rennen en rennen tot ik zo moe was dat ik niet meer aan zulke dingen kon denken. Het duurde lang. Het duurt altijd lang, maar het werkt altijd. (Uit: De ruwe weg /Willy Vlautin)
Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht Mark Haddon Contact, 2012 Priemgetallen zijn wat er overblijft als je alle patronen weghaalt. Volgens mij zijn priemgetallen net als het leven. Ze zijn heel logisch, maar je komt nooit achter de regels, zelfs al zou je nergens anders meer aan denken. (Uit: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht /Mark Haddon) Maar in het leven moet je een heleboel beslissingen nemen en als je geen beslissingen neemt zou je nooit iets doen want je zou al je tijd besteden aan het kiezen tussen dingen die je zou kunnen doen. (Uit: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht /Mark Haddon) Toen kwam de politie. Ik hou van de politie. Ze hebben uniformen en cijfers en je weet wat ze moeten doen. Er was een agente en een agent. De agente had een gaatje in haar panty op haar linkerenkel en een rode schram in het midden van het gaatje. De agent had een groot oranje boomblad onder zijn schoen zitten dat er aan één kant uitstak. De agente sloeg haar armen om mevrouw Shears heen en liep met haar terug naar het huis. Ik tilde mijn hoofd van het gras. De agent hurkte naast me en zei: ‘Zou je mij willen vertellen wat hier aan de hand is, jongeman?’ Ik ging rechtop zitten en zei: ‘Die hond is dood.’ ‘Zover was ik al,’ zei hij. Ik zei: ‘Ik denk dat iemand die hond heeft vermoord.’ (Uit: Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht /Mark Haddon)
Meisje van Mars Anna Woltz en Vicky Janssen Querido, 2011 O, wat was ik vaak jaloers op Rosanne. Want zij mocht wel een trui van de kleine zeemeermin, en ik niet. Zij mocht wel jurkjes aan en staartjes in haar haren, en zij mocht wel een bikini dragen. En als ik ook zo’n prachtige zeemeerminnentrui wilde, of lange haren, dan zeiden mijn ouders: ‘Evert! Je bent toch geen meisje? Dat is iets voor meisjes!’ (Uit: Meisje van Mars / Anna Woltz enVicky Janssen) Ik wilde dat die jongens ook naar mij lachten. Ik wilde dat ze naar me keken zoals ze naar mijn vriendinnen keken. Dat ze stoere dingen naar me riepen en flirtten en floten – maar dat dezen ze niet. Ik kreeg een korte hoofdknik en een hé, mijn vriendinnen kregen de rest. (Uit: Meisje van Mars / Anna Woltz enVicky Janssen)
DE WEDDENSCHAP – 57 – HANDLEIDING
Al die jaren had ik geprobeerd om een gewone jongen te zijn. Al die jaren had ik geprobeerd om gehoorzaam te doen wat mijn ouders en Sinterklaas van me wilden. En waar was dat geëindigd? Met een touw en een kast. (Uit: Meisje van Mars / Anna Woltz enVicky Janssen)
De hond is een beetje kapot Wouter Deprez en Randall Casaer (ill.) De Eenhoorn, 2011 ja zeg ben je daar al dat je dingen voor de tweede keer meemaakt (Uit: De hond was een beetje kapot / Wouter Deprez en Randall Casaer) Mijn lippen naderen haar lippen, presenteren zich als vervangers, terwijl jij oververantwoordelijk je jas aantrekt. Ik wil het moederleed van haar lippen kussen. Maar jouw arm die vastzit in je mouw Moet ze er eerst doorheen helpen. In ruil voor een zoen van jou. (Uit: De hond was een beetje kapot / Wouter Deprez en Randall Casaer) Je wacht op groen licht om alles los te moeten laten, je geboorte opnieuw te doen en banger te zijn dan ooit tevoren. (Uit: De hond was een beetje kapot / Wouter Deprez en Randall Casaer) De touwen van de schommel en de wind zoemen een lied over de geschiedenis van alles en jij neuriet de tweede stem erbij (Uit: De hond was een beetje kapot / Wouter Deprez en Randall Casaer) Ik ben stoutbraaf zeg je en soms ook braafstout als een schilder die ontdekt dat je kleuren kunt mengen (Uit: De hond was een beetje kapot / Wouter Deprez en Randall Casaer)
DE WEDDENSCHAP – 58 – HANDLEIDING
Een weeffout in onze sterren John Green Lemniscaat, 2012 ‘Zie je wel!’ riep Augustus uit. ‘Hazel Grace, je bent de enige zestienjarige in Amerika die gedichten lezen prefereert boven gedichten schrijven. Dat is zó veelzeggend. Je leest vast veel goede boeken met een hoofdletter G.’ (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Ik ben verliefd op je en ik weet dat liefde slechts een roep in de leegte is, en dat vergetelheid onvermijdelijk is, en dat we allemaal gedoemd zijn, en dat er een dag zal komen dat alles wat we tot stand hebben gebracht tot stof zal zijn wedergekeerd, en ik weet dat de zon de enige aarde die we ooit zullen hebben zal verzwelgen, en ik ben verliefd op je. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Ik keek steeds even onopvallend naar zijn been, of naar de plek war zijn been had gezeten, en probeerde me voor te stellen hoe het kunstbeen eruitzag. Ik wilde niet dat het wat uitmaakte, maar dat deed het wel een beetje. Waarschijnlijk maakte mijn zuurstof hem ook wat uit. Ziek zijn stoot af. Daar was ik al lang geleden achter gekomen en Augustus ook, vermoed ik. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Maar ik geloof in ware liefde, weet je? Ik geloof niet dat iedereen zomaar zijn ogen houdt of nooit ziek wordt of weet ik veel, maar iedereen zou wél ware liefde moeten kennen en die zou minstens zo lang moeten duren als je leven. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Mensen hebben het over de moed van kankerpatiënten en ik ontken die moed niet. Ik ben jarenlang getreiterd en geprikt en vergiftigd en ik ben er nog steeds. Maar vergis je niet: op dat moment zou ik erg, erg blij geweest zijn als ik was doodgegaan. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Ik dacht altijd dat de wereld een wensvervullingsfabriek was. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green) Terwijl hij las, werd ik verliefd op hem zoals je in slaap valt: langzaam en dan ineens helemaal. (Uit: Een weeffout in onze sterren /John Green)
DE WEDDENSCHAP – 59 – HANDLEIDING
Geen bereik Marian De Smet Moon, 2011 Mensen zijn gevaarlijk. In het dal stikt het van de mensen. De dag dat mijn vader met mijn zusje voor het eerst de berg afdaalde, kwamen ze nooit meer terug. (Uit: Geen bereik / Marian De Smet) Vincent kende ik al zolang ik me kon herinneren. Soms trokken we een hele dag samen op, soms zag ik hem weer een hele poos niet. Hij was er altijd als ik hem nodig had. (Uit: Geen bereik / Marian De Smet) ‘We moeten hem laten gaan, David! We moeten!’ schreeuwde hij me na en hij probeerde zo vooral zichzelf te overtuigen. (Uit: Geen bereik / Marian De Smet) Ik voelde me opgelaten en aarzelde lang bij de laatste vraag: Dit vind ik fijn aan jou. Ze keek gespeeld onverschillig naar buiten, haar hand onder haar kin, en ze trommelde met de vingers van haar andere hand zacht op tafel. Floot ze nu tussen haar tanden? Ik grinnikte en schreef: Je doet me vergeten. Al is het maar voor even. (Uit: Geen bereik / Marian De Smet)
DE WEDDENSCHAP – 60 – HANDLEIDING
TIP 13 – LITERAIRE MINDMAP > Hou De Weddenschap levend De officiële definitie van een mindmap luidt: “Een mindmap is een diagram opgebouwd uit begrippen, teksten, relaties en/of plaatjes, die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur rond een centraal thema.” Sommige scholen hebben al de gewoonte om leerlingen een literaire mindmap, oftewel een grafische voorstelling van het boek, te laten maken. DOELSTELLING De leerlingen leren op een visueel overzichtelijke manier hun gedachten over een boek ordenen. TIJDBESTEDING Je kan een mindmap als individuele opdracht meegeven. Maken de leerlingen de mindmap in de les, dan ben je er ongeveer één lesuur mee bezig. WERKWIJZE Een literaire mindmap maak je zo: •• In het midden van de literaire mindmap staat de titel van het boek, plus een illustratie die het boek typeert. •• Vanuit het midden ontspringen acht takken. •• Elke tak heeft een andere kleur. •• Elke tak correspondeert met een literaire begrip. Aan de rechterkant van de mindmap zijn dat (met de klok mee): ‘plot’, ‘personages’, ‘perspectief/vertelsituatie’, ‘tijd’ en ‘ruimte’. Aan de linkerkant zijn dat: ‘symbolen’, ‘motieven’ en ‘thema’. •• De takken worden gevuld met steekwoorden en tekeningetjes. De takken kunnen zelf ook weer vertakken. •• Maak een literaire mindmap bij voorkeur op A3, zodat er genoeg ruimte is voor alle vertakkingen en tekeningen.
(c) Martijn Koek
DE WEDDENSCHAP – 61 – HANDLEIDING
Een literaire mindmap heeft een aantal voordelen: •• De visuele verwerking is voor veel leerlingen een aangename afwisseling. Sommige leerlingen denken nu eenmaal beter in beelden dan in woorden. Beklemtoon weliswaar wél dat de kwaliteit van de tekeningen niet belangrijk is, maar wel hun betekenis. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld ook met symbolen werken. •• Met een mindmap krijg je in één oogopslag een overzicht van een boek. •• Een mindmap heeft een heldere structuur. •• Een mindmap spreekt verschillende leer- en verwerkingsstijlen aan. •• Leerlingen worden gedwongen om specifiek te zijn en zich op de hoofdzaken te richten. •• Een mindmap laten maken is makkelijk te organiseren binnen één of twee lesuren. •• Een mindmap biedt interessante didactische mogelijkheden en helpt bij de toetsing.
Meer weten? Informatie over de literaire mindmap haalden we uit De literaire mindmap als alternatief voor het leesdossier van Martijn Koek (Het Schoolvak Nederlands 2010, http://taalunieversum.org/onderwijs/conferentie_het_schoolvak_nederlands/bundels/24/60 )
DE WEDDENSCHAP – 62 – HANDLEIDING
Tip 1 - THEMATAFEL BIJ DE WEDDENSCHAP > Stel De Weddenschap voor DOELSTELLING Jongeren – individueel of in klasverband – worden enthousiast gemaakt om deel te nemen aan De Weddenschap en om mee te lezen met de drie BV’s. WERKWIJZE Maak een thematafel per BV waarop je de BV’s en de boeken die ze lezen, voorstelt. Vul de tafel met: •• affiches en folders van De Weddenschap, •• de drie boeken die de BV’s lezen, •• voorwerpen die iets te maken hebben met de BV’s en de boeken die ze lezen: bijvoorbeeld een hoefijzer bij De ruwe weg, een plan van de Londense metro bij Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht of een microfoon voor Peter Van de Veire (zie: Tip 2 – ‘Kijk eens in de doos’, p. 63) •• artikels over en recensies van de boeken, •• interviews met de BV’s uit toegankelijke tijdschriften, •• citaten uit de interviews met de BV’s in de folder van De Weddenschap, •• verwijzingen naar de websites van de BV’s, •• een computer die YouTube-fragmenten uit Thuis of Vlaanderen Vakantieland afspeelt, •• …
Tip 2 - KIJK EENS IN DE DOOS > Help de jongeren kiezen > Meelezen met de BV’s > De klas komt naar de bib DOELSTELLING De leerlingen leren de boeken van de BV’s kennen. Ze denken na over boeken en verhalen en leggen verbanden.
DE WEDDENSCHAP – 63 – HANDLEIDING
WAT IS HET? ‘De doos’ is een gewone maar mooi versierde doos met allerlei voorwerpen. Aan de jongeren om de voorwerpen met het juiste boek in verband te brengen. VOORBEREIDING VOOR DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Kopieer de covers van de boeken van De Weddenschap en hang ze eventueel geplastificeerd op. Plaats bij de covers een doos met voorwerpen die naar de boeken verwijzen. Presenteer bijvoorbeeld: •• een plannetje van de Londense metro bij Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht van Mark Haddon, •• een hoefijzer bij De ruwe weg van Willy Vlautin, •• een afbeelding van een zeemeermin bij Meisje van Mars van Anna Woltz en Vicky Janssen, •• een pijl en boog bij De hongerspelen van Suzanne Collins, •• een kaartje ‘Groeten uit Amsterdam’ bij Een weeffout in onze sterren van John Green, •• een griezelmasker bij Nachten vol angstaanjagende schoonheid van Edgar Allan Poe, •• plastic vampierentanden bij Dagboek van een vampier watje van Tim Collins, •• peuterschoentjes bij De hond is een beetje kapot van Wouter Deprez, •• een gsm bij Geen bereik van Marian Desmet. Stel wedstrijdformulieren op waarop deelnemers de voorwerpen aan de boeken of covers kunnen koppelen en leg ze naast een brievenbus. Zorg ook voor folders en affiches van De Weddenschap. WERKWIJZE De klas komt naar de bib en probeert de voorwerpen aan de juiste boeken te koppelen. De leerlingen kunnen de boeken raadplegen. Laat de doos tijdens de openingsuren ook voor individuele leners staan, zodat ook zij kunnen deelnemen. De prijs kan een cd-bon of een gratis bioscoopticket zijn.
TIP 3 - EEN ‘TUPPERWARE-NAMIDDAG’… MAAR DAN MET BOEKEN > Help de jongeren kiezen > De bib komt naar de klas DOELSTELLING De leerlingen maken een keuze uit een aanbod van boeken. WAT IS HET? Iedereen kent wel het fenomeen van de Tupperware-voorstellingen. Een gezellige bende dames maakt er kennis met opbergdozen, slakommen en bakvormen. Laat je er door inspireren om jongeren te laten kennismaken met boeken die ze voor De Weddenschap kunnen lezen. VOORBEREIDEND WERK VOOR DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Vul een boekenkoffer en ga ermee naar de school.
DE WEDDENSCHAP – 64 – HANDLEIDING
WERKWIJZE STAP 1 Ga naar de klas met de boekenkoffer. Maak De Weddenschap bekend. Leg uit wat de bib van plan is. Bij dit eerste bezoek zitten enkel de negen boeken van de BV’s die meedoen aan De Weddenschap in de koffer. Vertel kort waar ze over gaan, wat je ervan vindt… Kortom: verkoop je waren goed. Belicht kansen én uitdagingen van elk boek (zie: Lees mee met Peter Van de Veire, Tatyana Beloy en Tina Maerevoet, p. 12-17). STAP 2 De leerlingen kiezen uit het pakket een boek van de BV’s dat hen leuk lijkt. Ze vullen een reservatieformulier in zodat ze het later in de bib kunnen ophalen, of ze krijgen het boek meteen in de klas. Zorg in dat laatste geval dat je meerdere exemplaren van elk boek bij je hebt. Kondig ten slotte je volgende bezoek aan. STAP 3 Twee maanden later kom je opnieuw langs met de boekenkoffer. Nu zitten er niet alleen de boeken van De Weddenschap in, maar ook boeken die ermee verwant zijn. Raadpleeg hiervoor bijvoorbeeld www.boekenzoeker.org. Vraag naar de bevindingen van de leerlingen. Vonden ze het boek leuk? Smaakt het naar meer? Daarna maak je hen warm voor de nieuwe lading boeken. Laat hen daar twee boeken uit kiezen. Helemaal ideaal is het als je de klas naar de bibliotheek uit kan nodigen, waar je een themastand maakt met nieuwe leessuggesties. TIP Beperk je niet tot boeken, maar stop in de koffer ook cd’s, films, tijdschriften… Zo maken de leerlingen kennis met een deel van de bibliotheekcollectie dat ze misschien nog niet kenden.
TIP 4 - THEMASTAND BOEKENZOEKER > Help de jongeren kiezen > Schakel de Boekenzoeker in DOELSTELLING De jongeren ervaren dat bibliotheken niet statisch zijn, dat er voortdurend nieuwe boeken, strips, cd’s… bijkomen en dat iedereen er zijn gading vindt. VOORBEREIDEND WERK VOOR DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Richt elke maand een nieuwe themastand in, geïnspireerd op het aanbod van de Boekenzoeker. Plaats naast de stand een computer met als homepage www.boekenzoeker.org en leg er een stapeltje folders van De Weddenschap bij. WERKWIJZE Voorbeeldthema: ‘Ik kijk liever naar een film’ •• Vul de tafel met boeken uit de Boekenzoeker die je onder deze rubriek terugvindt. Vul dit verder aan met andere verfilmde werken, de verfilmingen zelf en de filmmuziek. Maak het geheel compleet met filmaffiches, kartonnen figuren, popcornzakjes, frisdrankbekers, filmrolletjes, oude metalen filmdozen… Misschien kan de plaatselijke cinema je wel het een en ander lenen? DE WEDDENSCHAP – 65 – HANDLEIDING
•• Zorg voor een prikbord bij de stand: ‘Rudy van de cinema vindt … het best verfilmde boek, omdat…’. Jongeren kunnen er hun eigen opmerkingen kwijt. Voorbeeldthema: ‘Ik heb geen tijd!’ •• Vul de tafel met boeken uit de Boekenzoeker die je onder deze rubriek terugvindt en vul verder aan met poëzie, kortverhalen, tijdschriften en dunne boekjes. Maak het geheel compleet met een grote klok, zandlopertjes, een chronometer, een keukenwekkertje, een afbeelding van The Persistence of Memory (‘de horloges’ van Dali, 1931), afbeeldingen van geïllustreerde gedichten… Voorbeeldthema: ‘Lezen is sporten’ •• Stal op een tafel de boeken uit die je vindt in de categorie ‘Ik sport’. Hang er posters omheen van bekende sporthelden, maar ook van mensen die lezen. Verzamel sportmagazines of sportbijlagen uit kranten en leg die op de tafel. Verder luister je de stand op met sportattributen: sportschoenen die je aan veters laat bungelen of een zweetband om een boek. •• Vraag plaatselijke sporters, de uitbater van de fitnessclub, de eigenaar van de cafetaria van het zwembad om een leestip, en maak die bekend aan het publiek. Voorbeeldthema: ‘Genieten’ •• Deze tafel verzamelt geen boeken over eenzelfde thema, maar drukt eerder een gevoel uit. Lezen is genieten: wie leest laat zich wegvoeren naar een andere wereld, en raakt er helemaal ontspannen van. Richt een knusse hoek in en hang foto’s op van mensen die op leuke leesplekken genieten van een boek. Op de tafel zelf presenteer je de heerlijkste leesboeken, echte pageturners. Accentueer het idee met een aantal spreuken aan de muur, waarbij je inspeelt op de tijd van het jaar, zoals sneeuw, zon, Kerstmis, zomervakantie: •• Neem een boek mee op vakantie en geniet driedubbel van de stranduurtjes! •• Lange rit voor de boeg? Vergeet je boek niet! •• Stop een boek in je koffer en geef de après-ski een extraatje. •• Geniet van de eerste zon, lees een boek in het park. •• … Geef de jongeren een gadget bij het ontlenen van een boek van de themastand. Een zakje instant soep bij ‘Ik heb geen tijd!’ of een zakje popcorn bij ‘Ik kijk liever naar een film’. Of verzamel tekstjes rond het thema en kopieer ze op gekleurd papier dat je als bladwijzer meegeeft.
TIP 5 - DUOPARTNER > Help de jongeren kiezen DOELSTELLING De jongeren komen in contact met de boeken van De Weddenschap en gerelateerde boeken. Ze leren meteen het gevarieerde aanbod van de bib kennen. WAT IS HET? Aan de boeken van De Weddenschap wordt telkens een ander boek gekoppeld. Die twee boeken worden in een pakketje gestoken en kunnen enkel samen worden ontleend.
DE WEDDENSCHAP – 66 – HANDLEIDING
WERKWIJZE Geef de boekenduo’s een eigen tafel en maak duidelijk dat ze samen worden uitgeleend. Bind ze samen met een touw of stop ze in een hersluitbaar plastic zakje met de achterzijden tegen elkaar zodat beide covers zichtbaar zijn. Kopieer de achterflapteksten en leg de kopies bij de boekenduo’s. Combineer bijvoorbeeld: •• Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht van Mark Haddon met Marcelo en de echte wereld van Francisco X. Stork of met De hond van de Baskervilles van Arthur Conan Doyle •• De ruwe weg van Willy Vlautin met De weg van Siobhan Dowd of met De wildernis in van Jon Krakauer •• Meisje van Mars van Anna Woltz en Vicky Janssen met De gelukvinder van Edward van de Vendel of met (de film) Boys don’t cry •• De hongerspelen van Suzanne Collins met Inwijding van Veronica Roth of met Matched van Ally Condie •• Een weeffout in onze sterren van John Green met Voor ik doodga van Jenny Downham of met Het Grote Misschien van John Green •• Nachten vol angstaanjagende schoonheid van Edgar Allan Poe en Ed Franck (bewerker) met Hou van mij! van Ed Franck (bewerker) of met De verschrikkelijke verhalen van Chris Priestley •• Dagboek van een vampier watje van Tim Collins met de Twilight-saga van Stephenie Meyer of met Tijgers, tanga’s en tongzoenen van Louise Rennison •• De hond is een beetje kapot van Wouter Deprez met Wouter Deprez ontdekt de wereld van Wouter Deprez en Jonas Lampens of met Verzamel de liefde van Bart Moeyaert •• Geen bereik van Marian Desmet met 127 uur van Aron Ralston of met Kelderkind van Kristien Dieltiens
TIP 6 - GETIPTE BLADWIJZERS > Help de jongeren kiezen DOELSTELLING Jongeren wegwijs maken in het ruime aanbod van boeken en hen helpen een boek te kiezen dat bij hen past. WAT IS HET? Net zoals jongeren op de Boekenzoeker doorheen het boekenaanbod worden geleid op basis van hun persoonlijke voorkeuren, ontdekken ze via bladwijzers boeken die aansluiten bij hun interesses. VOORBEREIDEND WERK VOOR DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Vul de categorieën van de boekenzoeker verder aan met boeken uit de bib. Maak boekenleggers van die lijstjes met titels. WERKWIJZE Op de boekenlegger staat bijvoorbeeld: ‘Liever beelden dan woorden? Blader en kies!’ •• Herr Luna van Pieter Gaudesaboos en Annick Lesage (Lannoo, 2010) •• Allemaal mensen (Clavis, 2009) en Seizoenen (Clavis, 2010) van Blexbolex •• Het wonderkabinet van Brian Selznick (Boekerij, 2012) •• Zwart gat van Charles Burns (Oog & Blik, 2009)
DE WEDDENSCHAP – 67 – HANDLEIDING
‘Ben je een sportfreak? Dan is dit echt wat voor jou!’ •• De man en zijn fiets: wielerverhalen van Wilfried de Jong (Podium, 2009) •• Homeless world cup: ze kunnen alleen maar winnen van Geert Degrande (Van Halewyck, 2009) •• In de greep van de Everest van Mark MacKenzie (Carrera, 2009) •• In de woestijn fiets je niet van Peter Delpeut (Augustus, 2009) •• Vuil spel: het systeem Armstrong van Pierre Ballester Pierre en David Walsh (No Monkey, 2009) ‘Dol op een beetje lol? Dan vind je deze boeken beslist super!’ •• Bloeddorst van Flynn Meaney en Titia Ram (Prometheus, 2011) •• Een strip uit de Casper en Hobbes-reeks van Bill Watterson •• De belevenissen van een muurbloem van Stephen Chbosky (Prometheus, 2011) •• De terugkeer van de zelfmoordkonijntjes van Andy Riley (Oog & Blik, 2010) •• Het geheime dagboek van Adriaan Mole 13 ¾ jaar van Sue Townsend (Muntinga Pockets, 2011) ‘Krijg je niet genoeg van thrillers? Dit is ook spannend!’ •• Bloed op het schoolplein van Frank Geleyn (De Eenhoorn, 2011) •• Erebos van Ursula Poznanski (Lemniscaat, 2011) •• De stalker van Helen Vreeswijk (WPG, 2012) •• iBoy van Kevin Brooks (De Harmonie, 2012) •• Roadmovie van Do van Ranst (Averbode, 2010) •• Verstrikt van Mel Wallis de Vries (De Fontein, 2011) Vermeld boekentips van gelijkaardige romans, maar ook websites met leestips, nieuwe publicaties, genreboeken… Stop de bladwijzers in de boeken, stel ze in staanders tentoon aan de balie of op de leestafel, hang ze in plastic mapjes aan de juiste boekenrekken… TIP Niet alleen de inhoud, maar ook de vorm van de bladwijzer kan inspirerend zijn. Maak een bladwijzer in de vorm van een drugsspuit en noteer er boeken over verslaving op. Op een bladwijzer in de vorm van een hart schrijf je titels van romantische boeken. Deze bladwijzers verspreid je via de openbare bibliotheek maar ook via de school, de jeugdbeweging, de jeugddienst… Voor een professionelere look kan je de bladwijzers laten ontwerpen door een klas van de academie.
DE WEDDENSCHAP – 68 – HANDLEIDING
TIP 7 - BOEKENDEALER > Help de jongeren kiezen DOELSTELLING Jongeren ontdekken dat de bib hen kan helpen om boeken uit te kiezen. WAT IS HET? Een boekendealer is een medewerker van de bibliotheek die klaarstaat om de jongeren te helpen bij het kiezen van een goed boek. VOORBEREIDEND WERK VOOR DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Wees op de hoogte van nieuwe, populaire boeken, zowel in de jongeren- als in de volwassenenliteratuur. Zorg er ook voor dat je raad kan geven aan jongeren bij het specifieke kiezen van de juiste boeken voor De Weddenschap. WERKWIJZE Om de jongeren te helpen bij het vinden van het juiste boek en het ontdekken van hun leesprofiel, is jouw hulp meer dan welkom. Jij kent het aanbod, de genres en de nieuwe publicaties. Via een kort gesprekje leer je ook de jongere kennen. Je wordt ‘een levende Boekenzoeker’ die voor elke jongere het perfecte boek vindt. De bib legt een tijdstip vast waarop de boekendealer geraadpleegd kan worden. Bijvoorbeeld woensdag- of vrijdagnamiddag van 14 uur tot 20 uur. Kondig het aan als het spreekuur van de boekendealer, de boekenleverancier, de leesconsulent of de boekentherapeut, in ieder geval: iemand bij wie je terecht kan voor leesadvies. Wie je ook bent, wat je ook wil of wat je ook nodig hebt… hij heeft het juiste spul.
TIP 8 - FAST READ/BOOK BOX > Help moeilijke lezers kiezen DOELSTELLING Lezers met weinig tijd of geduld aanmoedigen om te lezen en het vertrouwen in hun leescapaciteiten stimuleren. WAT IS HET? Wijs de jongeren de weg naar de vele dunne en snelle boeken in je collectie: stripverhalen, kijkboeken, kortverhalen, novellen, gedichten… WERKWIJZE Keuzelijst Stel een lijst van geschikte boekentitels samen. De vormgeving van je titellijst lijkt op die van een menukaart in een fastfoodketen of pittabar. Boekenstand Dek een boekentafel met dunne en vlot weglezende boeken en schotel de bezoekers een ‘fastreadmenu’ voor. Voorzie leuke onderleggers, leg de boeken op de plaats van de borden, plaats boekenleggers in de glazen... Kant-en-klare boekenpakketjes Stel lunchpakketten met snel verteerbare boeken samen. Stop ze in een papieren lunchzak of een ouderwetse brooddoos. DE WEDDENSCHAP – 69 – HANDLEIDING
Met dynamo3, een subsidieproject van CANON Cultuurcel, kan je financiële steun krijgen om het cultuuraanbod op je school te verdiepen en te verbreden. Als je De Weddenschap inbedt in een cultuureducatief project op school, maak je kans op maximaal 1500 euro aan subsidies. CANON Cultuurcel wil scholen actief stimuleren om cultuureducatie op te nemen in hun schoolbeleid. Kunst en cultuur prikkelen de nieuwsgierigheid en tonen een bredere kijk op de samenleving. Elke leerling krijgt zo extra kansen om zijn interesses ruim te ontwikkelen en een open blik op de samenleving in al zijn geuren en kleuren te krijgen. Ook boeken kunnen die kijk op de wereld verruimen. Een cultuureducatief beleid ontwikkelen met steun van dynamo3 gaat in een aantal stappen. Als schoolteam vul je eerst een dynamoPLAN in. Daarin bekijk je wat er nu al gebeurt aan cultuureducatie op jouw school. Met een goedgekeurd PLAN kan je als school gebruik maken van dynamoOPWEG en dynamoPROJECT: •• Met dynamoOPWEG kan elke school gratis met de Lijn naar cultuurschakels. •• Met dynamoPROJECT kan je tot 1500 euro krijgen voor een creatief schoolproject. Je projectvoorstellen kan je indienen of tot 25 september, of tot 25 januari of tot 25 mei. Een maand na elke juryronde weet je of je financiële ondersteuning voor je projectvoorstel krijgt. Ook De Weddenschap kan je gebruiken als kapstok voor je dynamoPROJECT. Het is belangrijk dat je er dan naast de gebruikelijke ingrediënten – kiezen, lezen en invoeren van drie boeken met commentaar op www.deweddenschap.be – je eigen ingrediënten aan toevoegt, met bijvoorbeeld een eigen prijsuitreiking, leerlingen die leerkrachten uitdagen… Bovendien wil dynamo3 het idee van de ‘brede school’ mee ondersteunen. Een ‘brede school’ is een school die raakvlakken heeft en communiceert met plaatselijke organisaties, verenigingen, heemkringen, sportclubs... Een voor de hand liggende partner voor een dynamoPROJECT in het kader van De Weddenschap is de openbare bibliotheek. Die kan je leerlingen bijvoorbeeld helpen om boeken uit te kiezen, of een boekenkoffer op maat samenstellen. Sinds april 2009 zijn er al meer dan 500 scholen actief met dynamo3 aan de slag. Misschien hoort jouw school daar binnenkort ook bij? Meer weten? www.dynamo3.be
3
DE WEDDENSCHAP – 70 – HANDLEIDING
COLOFON Tekst: Stichting Lezen en Heleen Rijckaert (‘De Weddenschap in de klas – Extra tips’) Eindredactie: Stichting Lezen Vormgeving: Nicolas Marichal Handleiding voor leerkrachten en bibliotheekmedewerkers bij De Weddenschap, een project van Stichting Lezen. Stichting Lezen wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. www.stichtinglezen.be
Met dank aan:
DE WEDDENSCHAP – 71 – HANDLEIDING