TAAKBELEID Stichting Katholiek Basisonderwijs “de Veenplas”
Vastgesteld: MT vergadering 29 mei 2008 GMR vergadering 23 juni 2008 AB-vergadering 7 juli 2008
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
1
INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk 1: 1.1 1.2 1.3 1.4
Algemeen Inleiding Taakbeleid Het doel van taakbeleid Regelgeving
Hoofdstuk 2: 2.1 2.2
Taakomvangbeleid Hoe stel je het huidige takenpakket op school niveau vast? Soorten taken
Hoofdstuk 3: 3.1 3.1.1 3.2 3.2.1
Lesgebonden taken Lesgebonden taken (lesgeven) Tijdsinvestering lesgebonden taken Lesgebonden taken (voorbereiding en nakijkwerk) Tijdsinvestering lesgebonden taken (voorbereiding en nakijkwerk)
Hoofdstuk 4: 4.1 4.2
Niet lesgebonden taken Categorieën niet-lesgebonden taken Tijdsinvestering voor niet-lesgebonden taken
Hoofdstuk 5: 5.1 5.2 5.3
Deskundigheidsbevordering Omschrijving Invulling van de tijd voor deskundigheidsbevordering Concrete taken en activiteiten
Hoofdstuk 6: 6.1 6.2
Taakverdelingsbeleid Lesgebonden taken Schooltaken
Hoofdstuk 7: 7.1 7.2
Taakbelastingbeleid Algemeen beleid Invulling taakbelasting
Hoofdstuk 8:
Relatie met andere beleidsnotities
Hoofdstuk 9:
Taakformulier
Hoofdstuk 10:
Evaluatie
Hoofdstuk 11:
Medezeggenschap en vaststelling
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
2
1. ALGEMEEN 1.1. Inleiding Het hierna beschreven taakbeleid geldt voor al het personeel dat werkzaam is aan de scholen voor Primair Onderwijs die ressorteren onder het bevoegd gezag van de Stichting De Veenplas. Tegelijk met de invoering van de normjaartaak en de vaststelling van de regeling taakbeleid in 2003 is het taakbeleid vastgelegd in het personeelsbeleid van elke school. Het doel van het taakbeleidsplan voor De Veenplas is een raamwerk te verschaffen waarbinnen alle scholen hun eigen taakomvang, taakverdeling, taakbelastbaarheid en taakuitvoering kunnen weergeven om zodoende voor alle partijen duidelijke afspraken te maken. Met de vaststelling van de nieuwe CAO-PO 2006-2008 zijn we weer in een fase beland dat er opnieuw bovenschools taakbeleid binnen De Veenplas moet worden vastgesteld. Naar aanleiding van de gesprekken met de werkgroep personeel, die zich in eerste instantie bezig moest houden met het functiebouwwerk hebben we daar ook de taken IB-er, ICT-er, bouwcoördinator en VICCER aan gekoppeld. Ik wil hen bedanken voor het meedenkwerk. 1.2. Taakbeleid In het primair onderwijs zijn in de CAO 2006-2008 afspraken gemaakt over personeelsbeleid. In beleidsplannen van De Veenplas zijn deze nader uitgewerkt en maken deel uit van het nader in te vullen Integraal Personeelsbeleid. Het gaat hierbij om onder andere functioneringsen beoordelingsgesprekken, POP-gesprekken, werktijdenregeling en werktijdenbeleid, scholingsbeleid en verzuimbeleid. Taakbeleid is het nadrukkelijk en systematisch omgaan met het geheel aan taken binnen een school, zowel op organisatie- als op individueel niveau, en in samenhang met verschillende andere beleidsaspecten binnen de school. Het taakbeleid moet leiden tot een zorgvuldige afstemming van het takenpakket van de school op de personele mogelijkheden, waarbij de taaklast binnen de school evenwichtig wordt verdeeld over de personeelsleden. Bij het taakbeleid worden vier beleidsaspecten onderscheiden: 1. Het taakomvangbeleid: de afstemming van het totale takenpakket op de beschikbare personeelsformatie. 2. Het taakverdelingsbeleid: de evenwichtige verdeling van het takenpakket van de school over de personeelsleden conform de werktijdfactor. 3. Het taakbelastingbeleid: het beleid van de school dat is gericht op het verminderen van de ervaren werkdruk. 4. Het belastbaarheidbeleid: de zorg voor elk personeelslid, gelet op de individuele belastbaarheid. Uit deze vier beleidsaspecten kan worden afgeleid dat het gaat om een zorgvuldige afstemming van organisatiebelang en persoonlijk belang. Dit betekent ook dat de situatie per school verschillend kan zijn. Afstemming van het takenpakket van de school op de personele moge-
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
3
lijkheden kan leiden tot verschillen: de personele invulling op een kleine school kan er anders uitzien dan op een grote school. Ad. 1 Bij taakomvangsbeleid op schoolniveau denken we aan: • de tijd die we in school met zijn allen besteden aan schoolzaken, • een opsomming van taken en activiteiten van de school, met daarbij desgewenst een indicatie van de tijd per taak/activiteit, • een overzicht van het aantal functies of formatieplaatsen, • het formatiebudget van de school, • de omvang van de totale lestijd (uren op jaarbasis). Op het niveau van het individuele personeelslid komen aan bod: • de taakomvang van de functie die iemand bekleedt, • de omvang van het takenpakket van het personeelslid, uitgedrukt in uren per jaar (is de normjaartaak) Ad. 2 Bij taakverdelingsbeleid moeten we op schoolniveau denken aan: • verdeling van de taken van de school binnen onderscheiden aandachtsterreinen als: onderwijs, (interne) begeleiding, coördinatie, management e.d., • verdeling van de taken over de functies die er zijn; wie verzorgt het ‘vakonderwijs’? • het toewijzen van taken en deeltaken aan concrete personen Op het niveau van het individuele personeelslid komen aan bod: • de hoofdtaak (voor leraren voornamelijk lesgeven), • de apart benoemde, meer gespecialiseerde taken (bouwcoördinator, vakleerkracht, ict en ib en rt) • de veelheid van andere schooltaken die evenwichtig/evenredig over allen moeten worden verdeeld. Hiermee komen we al op het terrein van de taakbelasting. Ad 3. Bij taakbelastingsbeleid denken we aan de school die mee wil werken aan het verbeteren van de werksfeer en aan de gevoelsmatig ervaren werkbelasting. De centrale rol speelt hier het functioneringsgesprek. De feitelijk gewerkte tijd wordt naast de door een personeelslid ervaren werkdruk geplaatst (kwantitatieve versus kwalitatieve werkdruk). Ad. 4 Wanneer we bij de individuele leraren zijn aangeland spreken we over belastbaarheidsbeleid. Iedere leraar zal verschillend omgaan met zijn of haar functie en takenpakket, en met de invulling en beleving daarvan. Hoe kan vanuit de missie van De Veenplas aandacht worden gegeven aan het welzijn van de leraren, en aan taakinhoud en werkbelasting. 1.3. Het doel van taakbeleid: •
14-07-08
Algemene doelstelling van het taakbeleid van De Veenplas is te zorgen, dat alle als noodzakelijk geachte taken binnen de scholen van de stichting op een deskundige wijze uitgevoerd worden, waarbij sprake is van een evenwichtige verdeling van taken
Taakbeleid De Veenplas
4
over het personeel van de school, rekening houdend met de belastbaarheid, competenties en ambities van de individuele leerkrachten binnen de normjaartaak. Taakbeleid is tevens onderdeel van het integrale personeelsbeleid. Binnen een goed functionerende schoolorganisatie waar taken zijn vastgelegd en goed verdeeld, zal dit niet snel leiden tot een overbelasting van personeelsleden. Taakbeleid ondersteunt hierdoor ook leeftijdsbewust personeelsbeleid. Kwantitatief • het ontwikkelen van inzichtelijke criteria voor het bepalen van de omvang van de onderscheiden taken (lesgebonden, niet-lesgebonden, structurele en algemene); • het evenwichtig/evenredig verdelen van de taken over het personeel; • het evenwichtig/evenredig verdelen van de taken over het schooljaar; • het bereiken van een takenpakket voor ieder personeelslid, waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de persoonlijke capaciteiten, ambities en inzet; • het bepalen van het gewenste takenpakket voor de school en het aangeven van prioriteiten daarin, dit alles in relatie tot het beschikbare budget en de beschikbare tijd. Kwalitatief • het regelmatig voeren van verschillende gesprekken (functionering-beoordeling-POP); • begeleiding van beginnende leraren; • werkbesprekingen per bouw; • het verdelen van taken op basis van de kwaliteit van de leraar; • klassenbezoek; • het creëren van een open sfeer. 1.4 Regelgeving In de CAO PO 2006-2008 zijn verschillende afspraken gemaakt t.a.v. de arbeidsvoorwaarden voor personeel van scholen voor het primair onderwijs. Samengevat zijn voor deze notitie de volgende zaken van belang: a. Uitgangspunt is de normjaartaak van 1659 uur voor onderwijspersoneel met een volledige betrekking. De normjaartaak heeft een werktijdfactor van 1,0. Binnen een normjaartaak van 1659 uur bedraagt de tijd die voor de lesgevende taak kan worden ingezet maximaal 930 uur. b. Aanspraak op compensatieverlof vindt uitsluitend plaats indien aantoonbaar taken worden verricht boven de 1659 uur. c. Voor personeelsleden met een deeltijdbetrekking geldt een jaartaak die een evenredig deel is van deze normjaartaak. Dit wordt verkregen door de normjaartaak te vermenigvuldigen met de werktijdfactor. Voorbeeld: Bij een deeltijdbetrekking met een werktijdfactor van 0,5 hoort een jaartaak van 0,5 x 1659 uur = 830 uur (afronding naar boven op hele uren). d. In de CAO worden binnen de normjaartaak de volgende elementen onderscheiden: • lesgevende taken, voor maximaal 930 uur • schooltaken voor 563 uur
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
5
• deskundigheidsbevordering 166 uur Samen is dit een normjaartaak van 1659 uur. Binnen de CAO PO bestaat de mogelijkheid om in individueel geval af te wijken van bovengenoemde voorbeeldberekeningen. Het is mogelijk om van jaar tot jaar met een individueel –vast benoemd- personeelslid een hoger of lager aantal lesgevende taken overeen te komen. Hierdoor kan het aantal schooltaken zowel naar beneden als boven worden bijgesteld waardoor de vooraf overeengekomen normjaartaak niet wordt overschreden. Deze wijze van invulling staat gelijk aan het principe van “communicerende vaten”. Bij een deeltijdbetrekking wordt de tijdsinvestering voor de afzonderlijke elementen berekend door deze te vermenigvuldigen met de werktijdfactor. e. De vermelde (norm)jaartaak is exclusief compensatieverlof. Van personeelsleden, die hun compensatieverlof sparen of verzilveren (geheel of gedeeltelijk) stijgt juist de tijd van hun jaartaak en de daaruit afgeleide deeltaken. Dit is in het volgende overzicht weergegeven:
Normjaartaak
Totale jaartaak
Maximale Schooltaken Deskundigheids Compensatie Lesgevende bevordering verlof Taak
Geen compensatie Verlof
1659 uur
930 uur
563 uur
166 uur
0 uur
Compensatieverlof Verzilveren/opname of spaarverlofregeling (131 uur)
1790 uur
1010 uur
601 uur
179 uur
0 uur
De omvang van het op te bouwen compensatieverlof (daadwerkelijke inzet boven de afgesproken normjaartaak) kan per persoon variëren en wordt jaarlijks vastgesteld. Dit ligt tussen 0 en maximaal 131 uur.
2. TAAKOMVANGSBELEID 2.1 Hoe stel je het huidige takenpakket op schoolniveau vast ? De beschikbare menskracht voor het uitvoeren van alle taken op de school wordt gevormd door de optelsom van alle aanstellingen van het ‘zittend’ personeel en eventuele vacatures: de formatie is het samenstel van de functies van de school. Bij het zetten van stappen gaan we er vanuit dat de school een realistisch beeld heeft van de beschikbare formatieruimte. Leidend hiertoe is het Bestuursformatieplan welk jaarlijks door het bestuur wordt vastgesteld. Dat betreft zowel de huidige als de verwachte situatie in de toekomst. Ook gaan we er vanuit dat de school weet wat haar ‘verplichtingensaldo’ is, het verschil tussen de verplichtingen en het te besteden budget dat bestemd is voor personeel.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
6
In het onderwijs is het primaire proces het onderwijsproces. Dat betekent dat we de verschillende taken als volgt kunnen omschrijven: • uitvoerende taken • voorbereidende taken • ondersteunende taken • coördinerende taken • bestuurlijke taken 2.2 SOORTEN TAKEN Om taken systematische en evenwichtig te kunnen verdelen is het noodzakelijk alle taken te inventariseren. Hiertoe dient onderscheid te worden gemaakt in de soort taken die binnen de school kunnen voorkomen. Onderstaand schema geeft inzicht in de zeven taken die wij onderscheiden. Taken leerkracht Lesgebonden taken Niet-lesgebonden taken 2. Lesvoor1. Les- bereiding en 3. Periodiek 4. Specifietaken nakijktaken Overleg ke taken
5. Onderwijsinhoudelijke taken
6. School organisatorische taken
7. Deskundigheidsbevordering
Het werk van een (groeps)leraar kan opgesplitst worden in twee blokken van taken; • de lesgebonden taken en • de niet-lesgebonden taken. 3. LESGEBONDEN TAKEN •
3.1 De lestaken (lesgeven) zijn die taken die direct met het lesgeven te maken hebben. Met lesgevende taken wordt in feite bedoeld: het daadwerkelijk geven van (vak)onderwijs aan leerlingen.
Bij de lesgevende taak zijn derhalve altijd leerlingen betrokken. Het kan hierbij gaan om lesgevende taken in een grote groep (als groeps- of vakleerkracht), aan een kleine groep of aan individuele leerlingen (R.T. of zorgleerkrachten.). Onder lestaken valt wel het toezicht tijdens het speelkwartier, maar niet de toezichthoudende taken bij bijvoorbeeld overblijven. Deze worden gerekend tot de schoolorganisatorische werkzaamheden van de niet-lesgebonden taken. De uren gegeven door een vakleerkracht worden dus voor de betreffende groepsleerkracht niet meegerekend als lesgevende taak (lessen daadwerkelijk gegeven volgens het rooster).
3.1.1 Tijdsinvestering voor de lestaken 1.
De tijd die voor de lesgevende taak uitgetrokken wordt is binnen de CAO PO vastgesteld op maximaal 930 uur per jaar binnen de normjaartaak van 1659 uur. Personeelsleden met een volledige betrekking (WTF 1.000) kunnen dus per schooljaar voor maximaal 930 uur met lesgevende taken worden belast. Zoals eerder aangegeven kan hier in onderling overleg van worden afgeweken.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
7
2.
Voor personeelsleden met een deelbetrekking geldt een evenredig deel. De berekening hiertoe vindt plaats door de werktijdfactor te vermenigvuldigen met 930 uur. Voorbeeld: Een personeelslid heeft een betrekking met een werktijdfactor van 0,5000. Dit personeelslid kan voor maximaal 0,5000 x 930 uur = 465 uur per schooljaar met lesgevende taken worden belast.
3.
Voor personeelsleden die hun compensatieverlof zelf herbezetten (verzilveren) of gebruik maken van de regeling spaarverlof (geheel of gedeeltelijk) gelden andere jaartaken. De tijd voor de maximale lessentaak, schooltaken en deskundigheidsbevordering is van deze jaartaak afgeleid en wijkt dan ook af van de hiervoor vermelde uren. Voorbeeld: Een personeelslid heeft een betrekking met een werktijdfactor van 0,5425. Dit personeelslid kan voor maximaal 0,5425 x 930 uur = 505 uur per schooljaar met lesgevende taken worden belast.
4.
Voor de bepaling van de werkelijke tijd die wordt besteed aan lesgevende taken wordt ook de tijd genomen dat personeelsleden ook daadwerkelijk onderwijs geven aan leerlingen. De zgn. schooltijden. Verschillen in schooltijden tussen onder- en bovenbouw worden daardoor zichtbaar.
5. Om deze uren voor lesgevende taken helder te krijgen wordt per personeelslid VOORAF (voor de zomervakantie) een jaarrooster opgesteld. Hierop worden de werkelijke uren voor lesgevende taken ingevuld. Op dagen dat compensatieverlof wordt opgenomen worden dan geen uren ingevuld. Op deze wijze kan worden vastgesteld of het werkelijk aantal uren voor lesgevende taken de maximale lessentaak niet overschrijdt. 3.2 De lesvoorbereidende en nakijktaken zijn die taken die rechtstreeks verband houden met de lesgevende taken en sterk beïnvloed worden door die lestaken of elementen daarvan (bijvoorbeeld de omvang van de groep). Deze taken kunnen bestaan uit (niet limitatief): • Het verzorgen van lesvoorbereiding op het geven van les; • In de voorbereiding rekening houden met de inrichting van de les; • Vóór de lestijden verzamelen van leermiddelen en materialen ten behoeve van de les; • De opzet van de lessen en onderwijskundige activiteiten plannen (jaarplan maken); • Maken of verzamelen van les- en oefenstof en toetsen; • Maken van een weekplanning; • Mee opstellen en uitvoeren van handelingsplannen; • Afnemen en verwerken van toetsen en observaties in het kader van het leerlingvolgsysteem/handelingsplanner; • Rapporteren van resultaten in het kader van het leerlingvolgsysteem/handelingsplanner; • Corrigeren van het werk; • Maken van foutenanalyses; • Overleg met individuele leerlingen;
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
8
• • • • • • •
Bieden van extra hulp en zorg als de resultaten dit vereisen; Voeren van gesprekken met collega’s, IB’er of externe deskundigen inzake hulp aan zorgleerlingen; (Rapport) gesprekken voeren met ouders (op school of thuis); Het informeren van ouders over het werk in de groep; Het voeren van overleg verbandhoudende met overgang naar een volgende groep; Het inrichten en verzorgen van het groepslokaal (geen structurele schoonmaak); Zorg dragen voor en onderhouden van de leermiddelen en onderwijsmaterialen.
3.2.1 Tijdsinvestering voor de lesvoorbereidende en nakijktaken Met betrekking tot de tijdsinvestering in de omvang van voor- en nakijkwerk zoals boven omschreven is vastgesteld dat een bovenschools vastgesteld percentage of omvang niet wenselijk is. Bij de bepaling van de omvang dient de schoolsituatie en ook de situatie van het betreffend personeelslid leidend te zijn. In veel literatuur wordt een marge aangehouden van tussen de 25%-35% van het aantal lesuren per jaar. De hoeveelheid tijd die een leerkracht kwijt is aan deze lesgebonden taken is mede afhankelijk van de wijze waarop het onderwijsleerproces georganiseerd is. In steekwoorden geformuleerd: hoe meer geïndividualiseerd, verbreed en thematisch geïntegreerd het onderwijs is, des te groter zal de omvang van voor- en nawerk zijn. Ook kunnen groepsgrootte, leerjaar en aantallen zorgleerlingen van invloed zijn. De algemeen directeur stelt derhalve dat de school binnen een marge van minimaal 25% en maximaal 35% (dus tussen 233 en 326 uuur) kan duiden als voor- en nawerk. Op individueel niveau kan hiervan worden afgeweken.
4. De NIET-LESGEBONDEN TAKEN Niet-lesgebonden taken zijn taken die niet rechtstreeks met het lesgeven verband houden, maar meer van algemene aard zijn. Het betreft hier zaken van algemene aard in belang van de schoolorganisatie. Het gaat hierbij dus om een grote hoeveelheid en verscheidenheid aan taken, die in een aantal categorieën kunnen worden geclusterd. Deze worden hierna omschreven en aan het eind als totaal gekoppeld aan een tijdsinvestering. 4.1 Categorieën van de diverse niet-lesgebonden taken: 1) Deelname aan periodiek overleg binnen de school; Iedere school kent en heeft haar eigen overlegstructuur. Per school wordt bepaald welke tijdsinvestering hieraan gekoppeld wordt. Bij periodiek overleg kan worden gedacht aan: -deelname aan algemene teamvergadering -deelname aan bouwoverleg -deelname aan parallelgroepoverleg Noot: het (periodiek) overleg tussen twee duobaners van dezelfde groep wordt hier niet onder verstaan. Deze overleg-uren worden beschouwd als een vorm van lesvoorbereiding en valt derhalve onder de lesgebonden taken. 2) Specifieke vaste taken binnen de schoolorganisatie:
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
9
Iedere school kent en heeft haar eigen vaste schoolorganisatietaken. Bij (vaste) taken binnen de schoolorganisatie kan worden gedacht aan uitvoering van functie -en taakdifferentiatie of uitvoering van wettelijke vastgestelde activiteiten. Per school worden deze voorzien van de benodigde tijdsinvestering. Hierbij kan worden gedacht aan: - Bouwcoördinatie - Intern begeleider (IB) - I.C.T.er - Bedrijfshulpverlener (BHV) - Lid van de (gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad - Contactpersoon/intern vertrouwenspersoon 3) Onderwijsinhoudelijke taken: Onderwijsinhoudelijke taken zijn verwant aan de lesgebonden taken omdat ze zich ook richten op de inhoud van het onderwijs, echter met het verschil dat deze taken niet groepsgebonden zijn. Het zijn dus taken die groepsoverstijgend zijn en uitwerking hebben voor meerdere groepen dan alleen de eigen groep. Ook deze onderwijsinhoudelijke taken worden door iedere school apart voorzien van de benodigde tijdsinvestering. Het betreft hier taken als:
zitting nemen in werkgroepen met een onderwijskundige opdracht (werkgroep nieuwe methode) mentorschap nieuwe leerkrachten begeleiding van stagiaires
4) School organisatorische taken: Het gaat hierbij om taken die uitgevoerd worden teneinde de organisatie binnen een school op een efficiënte en effectieve wijze vorm te geven. Per school wordt de tijdsinvestering hiervoor bepaald. Het betreft hier onder andere de navolgende taken: •
•
• • •
14-07-08
Toezicht Het betreft hier toezichthoudende taken op de speelplaats, schoolgebouw of groepslokaal vóór en eventueel ook na schooltijd. Toezicht ten tijde van het speelkwartier valt hierbuiten aangezien deze al is opgenomen bij de tijd voor lesgevende taken. Zitting nemen in werkgroepen voor schoolprojecten, evenementen en vieringen Te denken is aan bijvoorbeeld: schoolbeginfeest, kinderboekenweek, sinterklaasviering, kerstviering, carnavalsfeest, paasviering, sportdag, schooleindfeest, schoolreizen etc. Notuleren van algemene teamvergaderingen of bouwoverleg Coördinatie van diverse activiteiten Te denken is aan bijvoorbeeld de schoolkrant, schoolkalender, deelname aan kinderpostzegelactie, sponsorloop e.d. Beheerstaken Bij de beheerstaken gaat het met name om het toezien op het gebruik van een bepaald soort materialen binnen de school. De beheerder is degene die het gebruik aanstuurt, coördineert, initieert, stimuleert en evalueert. Het gaat hier om het beheer van bijvoorbeeld: documentatiecentrum, boekenbestand (verhalende boeken), sportmaterialen, handvaardigheidsmaterialen, leermiddelenmagazijn, video banden, DVD, dia’s/ landkaarten etc.
Taakbeleid De Veenplas
10
•
•
• •
Externe contacten Bij het onderhouden van externe contacten wordt de school vertegenwoordigd door degene die contactpersoon is. Hierbij valt te denken aan contacten met: ouderraad, overblijfgroep, peuterspeelzaal, PABO, WSNS, VO-scholen etc. Representatieve taken Ook hierbij is er sprake van vertegenwoordiging van de school. Hierbij valt te denken aan: bijwonen van officiële recepties, bijwonen afscheidmusical groep 8, aanwezig zijn bij Open Dag of Schoolfeest, openingen, jubilea etc. Administratieve taken Het betreft hier werkzaamheden zoals het verzorgen van de leerlingenadministratie, absentenadministratie, archivering van stukken etc. Huishoudelijke- en onderhoudstaken Hieronder vallen werkzaamheden zoals koffiezetten, afwas verzorgen, was verzorgen, klein onderhoud etc. Deze werkzaamheden worden zoveel mogelijk uitgevoerd door leden van het onderwijsondersteunend personeel.
4.2 Tijdsinvestering voor de niet-lesgebonden taken Met betrekking tot de tijdsinvestering in de omvang van bovengenoemde niet –lesgebonden taken is door de werkgroep vastgesteld dat een bovenschools vastgesteld percentage of omvang niet wenselijk is. Bij de bepaling van de omvang dient de schoolsituatie c.q. wens en behoefte maar ook de situatie van het betreffend personeelslid leidend te zijn. Defacto 1659 -930 – (233 of 326) = 496 of 403 uur. Uitzondering op het bovenstaande betreft de wettelijk vastgestelde faciliteiten als bijvoorbeeld de (G)MR. Voor de MR geldt volgens de CAO-PO maximaal 50 uur per schooljaar. Voor lidmaatschap van de GMR geldt maximaal 100 uur per schooljaar. In overleg met het team en de MR worden de feitelijke uren vastgesteld. Voor het onderwijsondersteunend personeel met uitsluitend niet lesgebonden taken (bijv. adm. medewerker en conciërge) is de regeling “vakantieverlof Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) van kracht. 5. DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING 5.1 Omschrijving Deskundigheidsbevordering omvat het volgen van nascholing en het ontwikkelen van de eigen deskundigheid en professionaliteit. In de CAO PO is bepaald dat voor deskundigheidsbevordering –bij een volledige betrekking- 166 uur per jaar wordt berekend. Dit komt overeen met 10% van de normjaartaak. Voor parttimers geldt dit naar rato. Inzet van deskundigheidsbevordering vindt veelal plaats na schooltijd. Op Veenplasniveau is afgesproken dat 50% voor persoonlijke ontwikkeling kan worden gebruikt (83 uur) 5.2 Invulling van de tijd voor deskundigheidsbevordering Deskundigheidsbevordering dient te zijn afgestemd op de organisatie c.q. ontwikkeldoelen van de school. Met elk personeelslid dient jaarlijks afspraken te worden gemaakt over de inhoud van deskundigheidsbevordering. Binnen de genoemde 10% ten behoeve van deskundigheidsbevordering wordt in overleg tussen de directeur en het personeelslid maximaal 50% van deze tijd ingezet voor persoonlijke scholing en ontwikkeling.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
11
Ten tijde van bijvoorbeeld een functionerings –en of POP-gesprek legt het personeelslid achteraf verantwoording af over de feitelijke besteding van de uren. Feitelijk gezien is hier sprake van een recht maar ook een plicht tot scholing. In specifiek geval kan de school c.q. bevoegd gezag afwijken van het gestelde percentage van 10%. Bijvoorbeeld in geval er sprake is van een opleiding die meer dan 10% van de jaartaak omvat. 5.3 Concrete invulling van taken en activiteiten in het kader van deskundigheidsbevordering Scholing bestaat uit alle activiteiten van een personeelslid om het niveau van kennis en vaardigheden, benodigd om uitoefening van het beroep mogelijk te maken, uit te oefenen, te verdiepen of uit te bereiden. Bij deskundigheidsbevordering kan worden gedacht aan: • Interne en externe studiedagen • Interne en externe informatiebijeenkomsten/lezingen/congressen • Het ondergaan van interne of externe coaching • Voor startende personeelsleden, het ontvangen van begeleiding • Het deelnemen aan studiereizen • Bijhouden van vakliteratuur • Volgen van cursussen en of opleidingen 6. TAAKVERDELINGSBELEID 6.1 Lesgebonden taken Lesgevende taken komen voort uit het feit dat een personeelslid les geeft aan leerlingen. Jaarlijks dient bij aanvang van het schooljaar een groepsverdeling te worden vastgesteld. De directie beslist over de toewijzing van de groepen. De MR heeft hierin adviesrecht. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met: -deskundigheid (de juiste man/vrouw op de juiste plek); -loopbaanontwikkeling en mogelijkheid bieden tot brede inzetbaarheid; -eigen wensen en ambities van personeelslid; -dynamiek van de inzet van personeel; -stabiliteit van de schoolorganisatie. Het streven is om leerkrachten voor een periode van maximaal 5 jaar in een bepaald leerjaar te plaatsen. Dit is echter niet altijd wenselijk en mogelijk omdat de mogelijkheden hiertoe afhankelijk zijn van het team en brede inzetbaarheid van het personeel. Ook kan een beperkende factor de betrekkingsomvang (parttimers) van het team zijn. Rekening houdend met genoemde aspecten zal de schooldirectie enerzijds de schoolorganisatie vaststellen en anderzijds toewijzing van groepen aan leerkrachten laten plaatsvinden. Indien vaststaat hoe de groepstoewijzing zal plaatsvinden ontstaat de basis voor berekening van de omvang van de lesgevende taken. 6.2 Schooltaken Nadat de lesgebonden taken volgens eerdergenoemde wijze heeft plaatsgevonden dient verdeling van de schooltaken plaats te vinden. • •
14-07-08
Enkele schooltaken zijn bovenschools vastgesteld; De omschrijving en nadere specificatie van schooltaken dient op schoolniveau plaats te vinden aangezien deze taken vooral schoolorganisatorische elementen be-
Taakbeleid De Veenplas
12
vatten die bovendien een afgeleide zijn van een onderwijskundige visie, die niet bovenschools in deze nota bepaald kunnen worden; • De omschrijving en nadere specificatie van de schooltaken, alsmede ook de faciliteiten uitgedrukt in uren, wordt dus op schoolniveau na overleg met het team vastgesteld; • Na overeenstemming kunnen personeelsleden aangeven welke wensen, ambities en voorkeuren zij hebben; • De directeur maakt na inventarisatie een verdeling van de schooltaken waarbij –net als bij de groepstoewijzing- rekening wordt gehouden met: -deskundigheid (de juiste man/vrouw op de juiste plek); -loopbaanontwikkeling en mogelijkheid bieden tot brede inzetbaarheid; -eigen wensen en ambities van personeelslid; -dynamiek van de inzet van personeel; -stabiliteit van de schoolorganisatie; • Uiteraard dient bij de verdeling van de schooltaken rekening te worden gehouden met de reeds toegewezen lesgebonden taken; • De schooldirectie bepaalt uiteindelijk de verdeling en legt deze voor aan de MR; • Jaarlijks worden de taken geëvalueerd en indien wenselijk bijgesteld. 7. TAAKBELASTINGBELEID 7.1 Algemeen beleid: De CAO PO verplicht de werkgever tot het voeren van personeelsbeleid waarbij rekening wordt gehouden met doelgroepen. Hierbij is toepassing van leeftijdsbewust personeelsbeleid van essentieel belang voor een optimale inzet van het personeel. Leeftijdsbewust personeelsbeleid omvat echter niet uitsluitend de groep senioren. Ingeval van leeftijdsbewust personeelbeleid dient onderkend en rekening te worden gehouden met specifieke wensen en omstandigheid van personeel welk een specifieke leeftijdsfase doorloopt. 7.2 Invulling van taakbelastingbeleid: • •
•
• •
14-07-08
Uitgangspunt is dat de taakbelasting van een personeelslid niet boven de taakomvang uit mag komen. Deze taakbelasting is gelieerd aan het aantal te belasten uren waarbij de taakomvang een afgeleide is van de betrekkingsomvang; Indien –tussentijds- blijkt dat de jaartaak overschreden dreigt te worden dient het personeelslid dit te melden bij de directie. Dit kan tot gevolg hebben dat taken of werkzaamheden worden geschrapt of dat er meer (aanvullende) faciliteiten beschikbaar worden gesteld; Oorzaken van het niet behalen van vooraf gestelde doelen kunnen worden onderscheiden in persoongebonden of werkgebonden oorzaken. Persoongebonden oorzaken zijn bijvoorbeeld problemen in de privé-situatie of in de gezondheid. Werkgebonden oorzaken zijn bijvoorbeeld piekbelastingen of een combinatie van zware taken. Het is echter een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen om hier iets aan te doen; De belastbaarheid is niet uitsluitend gelieerd aan de (taak)omvang. Ook de belasting in zwaarte van de taken kent een grens. De ene taak is de andere niet waardoor bepaalde taken een zwaardere of grotere verantwoordelijkheid met zich meebrengt; Taakbelasting wordt door individuen verschillend ervaren. Wat voor de een gemakkelijk is, vindt de ander moeilijk. Toch is een norm of indicatie noodzakelijk om inzicht in de omvang en organisatie te verkrijgen. Het is hierbij van belang om bij de normeTaakbeleid De Veenplas
13
•
•
ring nauw overleg te voeren met het team zodat er een breed draagvlak is voor de normering. Zonder dat de normering (per persoon) dient te worden aangepast, kan de schooldirectie toch zoveel mogelijk rekening houden met de verschillen in beleving. De directie en leerkracht dienen jaarlijks ten tijde van de taaktoedeling in een gesprek de taken voor het komend schooljaar te bespreken. Hierbij vindt dus afstemming plaats tussen de belastbaarheid van de leerkracht en de taken die hij/zij krijgt uit te voeren. De schooldirectie kan hierbij inspelen op de persoonlijke situatie van de leerkracht; Taakbelastingbeleid heeft als uitgangspunt dat overbelasting moeten worden voorkomen. Het is hierbij van belang om, ingeval er overbelasting ontstaat, maatregelen te treffen om de overbelasting te verminderen en op een aanvaardbaar niveau te brengen. Het herkennen, erkennen en het ondernemen van actie bij overbelasting is een belangrijke taak van de schooldirectie. Dit laat echter onverlet dat van het gehele team mag worden verwacht dat zij alert zijn op signalen van overbelasting bij zichzelf of bij collega’s en dit bespreekbaar maken. Taakbelastingbeleid heeft ook als uitgangspunt dat onderbelasting moet worden voorkomen. Het zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin onderbelasten van personeel kan de nodige belasting met zich meebrengen. Personeel wat structureel onder het wenselijke niveau functioneert wordt niet geboeid door de taken en verantwoordelijkheden. Deze groep personeelsleden stompt af, raakt gedemotiveerd, vertoont geen initiatieven en de kans op ongewenste uitstroom is relatief groot.
Taakbeleid is geen op zichzelf staand beleidsterrein. Taakbeleid is een onderdeel van het (integraal) personeelbeleid in de meest brede zin van het woord. Diverse andere onderdelen van het (integraal) personeelsbeleid zijn nauw verbonden met het taakbeleid en vullen elkaar aan. Gezien de omvang maar ook specifieke uitwerkingen van aanverwante beleidsterreinen is het niet wenselijk om deze onderdelen van het personeelsbeleid integraal over te nemen in deze notitie. Hierdoor zou de notitie Taakbeleid behoorlijk in omvang toenemen hetgeen de leesbaar- en toepasbaarheid niet ten goede zal komen. Voor een overzicht van ALLE personeelsgerelateerde activiteiten verwijzen wij u naar de bijlage. Regelingen in het kader van personeelsbeleid zullen vanwege de onderlinge dwarsverbanden op elkaar afgestemd te zijn. Het gaat hierbij om het beleid ten aanzien van: • • • • • • • • •
Regeling Parttime Werken Regeling Arbeid- en Rusttijdenregeling Regeling Werktijden Regeling Taak- en functiedifferentiatie Regeling Functioneren en Beoordelen Ziekteverzuim- en ziektepreventiebeleid Arbobeleidskader Verlofregeling (BAPO, compensatieverlof en andere verlofsoorten zoals opgenomen in de CAO PO) Regeling Introductie en begeleiding nieuw personeel
Het taakbeleid dient over en weer aan te sluiten op het beleid van bovenstaande beleidsterreinen. Taakbeleid is derhalve geen op zichzelf staand beleid maar beleid welk voortdurend dynamiek vertoont en afhankelijk is van diverse ontwikkelingen binnen het terrein van (integraal) personeelsbeleid.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
14
Naast de genoemde dwarsverbanden met onderdelen van het personeelsbeleid zijn er ook dwarsverbanden met het algemene (school c.q. bestuurs) beleid te onderscheiden. Zo zijn het onderwijskundig beleid, het organisatiebeleid en het Financieel Beleid beleidsterreinen waar de invulling van Taakbeleid van afhankelijk is. Ook wijzigingen in het onderwijskundig beleid of Financieel Beleid (zie hiervoor het Financieel Beleidskader waar het Bestuursformatieplan onderdeel van uitmaakt) heeft derhalve invloed op de invulling van Taakbeleid. 9. TAAKFORMULIER Het verdient aanbeveling om afspraken die jaarlijks –voorafgaand aan het schooljaar- met individuele personeelsleden worden gemaakt schriftelijk vast te leggen. Dit gebeurt door de directeur in overleg met het betrokken personeelslid. Op het taakformulier worden afspraken van de omvang van de te verrichten taken vastgelegd. Het taakformulier dient voor het eind van het schooljaar doch uiterlijk in de tweede schoolweek te zijn opgesteld. Voor nieuw personeel geldt dat binnen twee weken na indiensttreding schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de taakinhoud en taakomvang. Scholen worden geadviseerd gebruik te maken van instrumenten die de uitvoering van Taakbeleid vergemakkelijken. Hiertoe zijn diverse instrumenten beschikbaar via o.a. A.V.S., Bond KBO, Besturenraad BPCO of www.taakbeleid.nl.
10. EVALUATIE Opnemen in traject van 2008-2012 beleidscyclus.
11. VASTSTELLING De notitie taakbeleid werd door de algemeen directeur van De Veenplas vastgesteld na overleg met het MT en vervolgens na instemming van de personeelsgeleding en advies van de oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.
Namens de (G)MR van De Veenplas
Namens De Veenplas
Datum:
Datum:
Naam:
Naam:
Functie: Voorzitter GMR
Functie: Alg. directeur
Handtekening:
Handtekening:
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
15
BIJLAGEN Hieronder vindt u een beschrijving van de taakomschrijvingen die we op de scholen van De Veenplas tegenkomen. Deze beschrijvingen zijn besproken met de werkgroep personeel, de adjuncten en bouwcoördinatoren, het MT, de IB-ers en de ICT-coördinatoren. Dit heeft steeds geleid tot aanpassingen. Het zijn algemene beschrijvingen waaraan geen enkele vorm van ambulantie kan worden afgeleid. De ambulantie wordt bepaald door de directeur in overleg met de leerkracht die deze taak uitvoert. Bepalend daarbij zijn de volgende criteria: • De feitelijke inhoud van de taak op de specifieke school. • De formatie-inkomsten en verplichtingen. • De visie van de school en het schoolplan • De grootte van de school. • ………………………….. Jaarlijks wordt dit vooraf aan het schooljaar besproken met het team en de MR van de school. Onderstaande taken worden uitgevoerd door onderwijzend personeel met een salarisschaal LA en/of onderwijsondersteunend personeel met de daarbij behorende schaal. De hieronder genoemde taken kunnen mogelijk in aanmerking komen voor een beloning conform het beloningsbeleid van De Veenplas vastgesteld in april 2004. De ICT-coördinator De taak van de ICT coördinator omvat: - Het in overleg met bovenschools i-coach (VIC), directeur en intern begeleider uit werken van ICT-beleid (uitgangspunt: ICT is een hulpmiddel bij het realiseren van onderwijskundige doelstellingen); - Zorgdragen voor een adequate communicatie tussen alle betrokkenen (intern); - In samenspraak met de VIC, schoolleiding en intern begeleider ontwikkelen van cri teria voor beslissingen (methodekeus, software, investeringsomvang); - In samenspraak met VIC, schoolleiding en intern begeleider doen van voorstellen voor invoeringsstrategieën; - Begeleiden van projecten betreffende automatisering; - Verzamelen en verspreiden van relevante informatie (o.a. vakliteratuur); - Het bijhouden van actuele ontwikkelingen op ICT gebied; - Het, binnen de geldende collectieve investerings- en vervangingsafspraken, doen van voorstellen m.b.t. de aanschaf van hard- en software; - Zorgdragen voor regelmatige evaluatie; - Bewaken aanschaf benodigde hardware; - Het ontwerpen van gebruiksregels en het toezien op het juiste gebruik van hard- en software; - Het begeleiden (assisteren en stimuleren) van gebruikers; - Het onderhouden van contacten met de systeembeheerder en met de diverse leveranciers; - Het deelnemen aan de door De Veenplas georganiseerde ICT overleg momenten en scholingsbijeenkomsten.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
16
Intern begeleider De intern begeleider organiseert, coördineert, bewaakt en draagt de verantwoordelijkheid voor de leerlingenzorg binnen de school. Hij/zij ondersteunt collega’s bij het uitvoeren van zorgverbredingsactivitieiten en zorgt voor afstemming van deze activiteiten op schoolniveau. Hij/zij voert gesprekken met ouders en leerkrachten en ziet erop toe dat gemaakte afspraken nageleefd worden. Daarnaast neemt de IB-er toetsen af bij individuele kinderen en observeert hij/zij incidenteel in de groepen. Coördinerende taken: • Opstellen en bewaken van procedures voor planmatig werken binnen de school; • Bewaken van procedures en afspraken die zijn gemaakt op schoolgebied van leerlingvolgsysteem en leerlingdossier; • Opstellen zorgplan op schoolniveau; • Organiseren en leiden van zorgverbredingsoverleg (groeps- en leerlingenbespreking); • Afstemming van hulpverlening door RT-er, OBD, PCL en andere hulpverleners; • Toegankelijk maken van informatie naar collega’s; • Opstellen toetskalender; • Beheer orthotheek; • Het in kaart brengen van de zorgleerlingen; • Het participeren in netwerken; • Het voeren van overleg (directie); • Eventueel afnemen van PDO en/of onderzoeken op het gebied van dyslexie; • Opstellen en dragen van de verantwoordelijkheid voor de onderwijskundige rapporten (BAO-BAO, BAO-PCL, BAO-VO). Begeleidende en coachende taken: • Ondersteunen bij het afnemen van toetsen; • Ondersteunen bij het verwerken en interpreteren van toetsgegevens; • Ondersteunen en adviseren bij gebruik van speciale hulpmiddelen; • Adviseren en begeleiden bij handelingsplannen; • Ondersteunen en adviseren bij hulpvragen op het gebied van klassenmanagement; • Doen van observaties in het kader van de zorg; • Samen met leerkrachten/directeur gesprekken met ouders voeren en diverse hulpverleners rondom een zorgleerling; • Ondersteunen van het MT; • Begeleiden van de overgang naar het voortgezet onderwijs. Innoverende taken: • Signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten van het onderwijsaanbod; • Naar aanleiding van de toetsgegevens voorstellen doen voor beleid op schoolniveau; • Het kennis hebben van het zorgsysteem en bijhouden van actuele ontwikkelingen op het gebied van zorgverbreding; • Doen van voorstellen die leiden tot verbetering van de zorgverbreding op Veenplas niveau. • Bezoeken van de ZAT bijeenkomsten en het Veenplas IB-netwerk. 14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
17
Hier geldt dat de invulling afhankelijk is van de keuzes die de school heeft gemaakt: wel/geen adjunct, combinatie met andere taken en andere afspraken op schoolniveau Bouwcoördinator • • • • • • • • • • • •
Coördineert alle activiteiten in zijn/haar bouw die de specifieke klas of groep overstijgen; Brengt in/zijn haar bouw gedrag en handelen van zowel het collectief van collega’s als de individuele collega in lijn met de uitgangspunten en de afspraken van de school als geheel; Heeft in de bouw een coachende taak richting collega’s; Bewaakt de procedures en afspraken; Ondersteunt en adviseert bij hulpvragen op het gebied van klassenmanagement; Stelt procedures op en bewaakt procedures voor planmatig werken binnen de school; Informeert structureel (in het MT) en consequent collega coördinatoren en de schoolleiding t.a.v. zaken in de bouw, die consequenties en invloed hebben op de school als geheel; Werkt samen met de IB-er m.b.t. leerlingenzorg en het pedagogisch-didactisch vormgeven van het onderwijs; Neemt leidinggevende en coördinerende taken van anderen over waar tijdelijk lacunes ontstaan; Is mede verantwoordelijk voor de voorbereiding, leiding, verslaglegging en de voortgang van de bouwvergaderingen; Staat model richting ouders en collega’s in de bouw voor uitgangspunten, het beleid en de afspraken, die op school zijn overeengekomen; Zorgt dat hij/zij op de hoogte blijft van ontwikkelingen op het gebied van leidinggeven.
DE VIC (bovenschools ICT-er). (Wordt benoemd volgens een officiële sollicitatieprocedure) De volgende taakgebieden en verantwoordelijkheden horen erbij a. het coördineren binnen de stichting: • Het zijn van aanspreekpunt binnen de stichting voor interne en externe relaties op het gebied van ICT; • Is mede verantwoordelijk voor de voorbereiding, leiding, verslaglegging en de voortgang van de ICT coordinatorvergaderingen; • Het coördineren van de ICT-scholing binnen de stichting; • Het verzorgen van scholing binnen de stichting. • Het verzorgen van de website. b.
14-07-08
het voorbereiden en uitvoeren van het ICT-beleid binnen de stichting: • Het uitvoeren van alle overige werkzaamheden t.b.v. ICT van de goede gang van zaken binnen de scholen van de stichting; • Het begeleiden van veranderingsprocessen binnen ICT; • Het formuleren en bewaken van ICT doelstellingen binnen de stichting; • Het mede initiëren van ICT vernieuwingen binnen de stichting;
Taakbeleid De Veenplas
18
• • • • • • • • •
Rapporteren aan en voeren van overleg met directies en algemeen directeur; Adviseren bij het opstellen van ICT-beleidsplannen; Adviseren bij administratief (netwerk)beheer; Organiseren van het bovenschools ICT-overleg; Ondersteunen en adviseren van individuele ict- coördinatoren en directies; Automatiseringsprojecten mee opzetten en begeleiden; In overleg opleveren van, en evalueren, werkzaamheden aan automatiseringsprojecten; Aanspreekpunt en coördineren van oplossingen van technische problemen; Voorstellen doen voor een beveiligingsplan en adviseren bij apparatuur en software.
c.
Het uitvoeren van de aspecten van het personeelsbeleid die gerelateerd zijn aan de realisatie van het ICT-beleidsplan.: • Begeleiden en coachen van ICT-coördinatoren; • Het aansturen van extern ingehuurde deskundigen.
d.
Het onderhouden van interne en externe contacten m.b.t. vorengenoemde taken.
14-07-08
Taakbeleid De Veenplas
19