Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Jaarverslag 2014

Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Jaarverslag 2014

Telefoon: Website: E-mail:

0172-570204 www.veenplas.nl [email protected]

Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas

Inhoudsopgave

Pagina

Bestuursverslag

2

Jaarrekening

28

Balans na resultaatbestemming per 31 december 2014 Staat van baten en lasten 2014 Kasstroomoverzicht 2014 Grondslagen Toelichting op de balans na resultaatbestemming per 31 december 2014 Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW Niet in de balans opgenomen verplichtingen Toelichting op de staat van baten en lasten 2014 Overzicht verbonden partijen WNT

29 31 32 33 38 42 43 45 49 50

Overige gegevens

51

Controleverklaring (Voorstel) bestemming van het resultaat Gebeurtenissen na balansdatum

52 54 55

Bijlagen

56

Gegevens over de rechtspersoon

57

Pagina 1


Voorwoord Geachte lezer, Hierbij ontvangt u, ter afsluiting van het boekjaar 2014, het jaarverslag van de Stichting Katholiek Basisonderwijs (SKB) De Veenplas. Dit jaarverslag bestaat uit twee delen: het bestuursverslag en de jaarrekening. In het bestuursverslag wordt een beschrijving gegeven van de organisatie van De Veenplas, van de belangrijkste activiteiten in 2014 en van het gevoerde financiële beleid gedurende het boekjaar. De jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014, de rekening van baten en lasten over 2014 alsmede een toelichting hierop. Daarnaast geeft de jaarrekening inzicht in toekomstige financiële ontwikkelingen. De jaarrekening van De Veenplas is opgesteld door Onderwijsbureau Hollands Midden te Leiden en gecontroleerd door accountantskantoor Flynth. Met dit jaarverslag willen we op hoofdlijnen inzicht geven in de wijze waarop we bij De Veenplas bezig zijn met onze kerntaak: onderwijs geven aan kinderen in de basisschoolleeftijd. Het verslag is bedoeld voor iedereen die kennis wil nemen van de activiteiten van de stichting. Namens de Raad van Beheer en het managementteam van De Veenplas wens ik u veel leesplezier, Mevr. drs. Thea Janson, directeur/bestuurder

Pagina 2


Bestuursverslag Samenvatting van het afgelopen jaar Het jaar 2014 was een enerverend jaar waarin veel is gebeurd. Onderwijsinhoudelijk hebben we veel zaken besproken en aangepakt, de directiestructuur is gewijzigd en we hebben een professionaliseringsslag gemaakt op het bestuurskantoor. Maar de belangrijkste ontwikkeling was de ontwikkeling van een nieuw financieel verdeelmodel. In het begrotingsbeleid van De Veenplas hebben we een slag gemaakt naar meer solidariteit en gezamenlijkheid. Die slag hebben we kunnen maken door uit te gaan van een zelf ontwikkeld verdeelmodel ‘De Effectieve School’. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid wil De Veenplas op al haar scholen eigentijds kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden. Om dit te kunnen realiseren is goed en voldoende personeel essentieel. De Veenplas heeft daarom een verdeelmodel ontwikkeld waarmee de middelen voor personeelsinzet die op Veenplasniveau in één lumpsum binnen komen zo eerlijk en gelijk mogelijk worden verdeeld. Hierdoor heeft ieder kind op iedere school dezelfde kansen op eigentijds hoogwaardig kwalitatief onderwijs. De beschikbare middelen worden zo eerlijk mogelijk verdeeld, maar omstandigheden verschillen. Als het verdeelmodel leidt tot ongewenste effecten of fricties die door een individuele school niet op te lossen zijn, dan worden daar in gezamenlijkheid met alle scholen begrotingsafspraken over gemaakt. Vooral de gezamenlijkheid en de transparantie in het werken met het verdeelmodel hebben geleid tot veel tevredenheid.

Algemeen  SKB De Veenplas De Veenplas is een stichting voor katholiek basisonderwijs. De Veenplas omvat tien basisscholen die ieder in een eigen dorpsgemeenschap staan. Ieder dorp heeft een eigen ‘couleur locale’ en iedere Veenplasschool heeft dan ook een eigen profiel. De scholen hebben de volgende vestigingsadressen: Brinnummer

Adres

Postcode

Plaats

De Kleine Wereld

03JG

Larikslaan 2

2451 BV

Leimuiden

St. Antonius

03NY

Anemonenstraat 1

2431 XBE

Noorden

St. Nicolaas

03UG

Hazeweg 3

2441 AD

Nieuwveen

Johannes de Doper

03WL

St. Janstraat 21-23

2435 WX

Zevenhoven

Aeresteijn

04UN

Langeraarseweg 86

2461 CL

Ter Aar

De Kinderarcke

06FU

Herenweg 149

2465 AG

Rijnsaterwoude

De Rietkraag

06JF

Ladderhaak 9

2421 NK

Nieuwkoop

Ter Does

07TB

Schoollaan 4

2355 BS

Hoogmade

De Vosseschans

07TH

Vierambachtsstraat 31

2461 BA

Ter Aar

De Tweeklank

07UR

Da Costasingel 42

2394 BL

Hazerswoude-Rijndijk

De adressen van de scholen bevinden zich in drie gemeenten: Nieuwkoop (zes scholen), Kaag & Braassem (drie scholen) en Alphen aan den Rijn (één school).  Missie en visie De Veenplas staat als lerende organisatie voor eigentijds, kwalitatief hoogwaardig onderwijs. De volgende kernwaarden staan daarbij centraal: optimale ontwikkeling van ieder kind professionaliteit pedagogisch partnerschap: ouders en school delen de zorg voor het kind innovatief in een lerende organisatie Ons dagelijks motto is dan ook: “ECHT LEREN, doe je bij De Veenplas”.

Pagina 3


De Veenplas heeft de katholieke identiteit. De Veenplas vertaalt haar katholieke wortels in waarden, normen en omgangsvormen in de scholen zelf, maar ook in hoe wij onze maatschappelijke rol en taak in onze leefgemeenschappen vervullen. Onze wortels bepalen ons mensbeeld en daarmee de manier waarop wij in het werk tegen collega's en kinderen aankijken. Wij vinden dat die wortels ons en onze leerlingen houvast bieden in een snel veranderende wereld. Ze bieden een perspectief waarin de volgende begrippen leidend zijn: leren zorg (voor elkaar en de leefomgeving) uniciteit verbinding.  Organisatie De Veenplas heeft een bestuursbureau, het Veenplaskantoor. Vanuit dit kantoor zijn de directeur/bestuurder en de ondersteunende staf werkzaam. De ondersteunende staf bestaat uit een financieel controller, een stafmedewerker personeel en organisatie en een administratief medewerker. De stafmedewerker personeel en organisatie is een nieuwe functie. Er was behoefte aan meer beleidsrijk personeelsbeleid waar we zelf meer zeggenschap over wilden hebben. Deze taak wilde De Veenplas daarom niet langer beleggen bij het administratiekantoor. Het instellen van deze nieuwe functie beschouwen we als een belangrijke stap in ons professionaliseringsproces. Zie verder organogram. De directeuren van de tien scholen vormen met elkaar het managementteam van De Veenplas. Het jaar 2014 begon met tien directeuren, iedere school een directeur, en eindigde met negen directeuren: één directeur geeft inmiddels leiding aan twee scholen. Het managementteam komt iedere maand, onder leiding van de directeur/bestuurder, bijeen in een managementoverleg. Naast deze maandelijkse overleggen vinden er jaarlijks een aantal studiedagen plaats. De managementoverleggen en de studiedagen vormen de meest essentiële onderdelen van de strategische beleidscyclus binnen De Veenplas. Op Veenplasniveau zijn werkgroepen actief. Deze werkgroepen zijn samengesteld uit directieleden, ondersteunende staf en de directeur/bestuurder. In 2014 waren een werkgroep Onderwijs, een werkgroep Financiën, een werkgroep Communicatie en Informatie, een werkgroep Personeel en een werkgroep Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) actief. Alle werkgroepen hebben een beleidsvoorbereidende en adviserende rol ten behoeve van de managementoverleggen en de studiedagen. De werkgroepen richten zich op de thema’s uit het Strategisch Beleidsplan. De -

belangrijkste beleidsonderwerpen in 2014 waren: opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken invoering passend onderwijs leergang Natuurlijk Leren: op weg naar een lerende organisatie invoering nieuw leerlingvolgsysteem ParnasSys evaluatie van het kwaliteitsmodel WMK de ouderenquête de veranderingen in het managementteam een nieuw financieel verdeelmodel: de Effectieve School professionalisering van het bestuurskantoor samenwerking met andere scholen en schoolbesturen de nieuwe CAO de werkkostenregeling

 Medezeggenschap De Veenplas heeft op schoolniveau, bij iedere school, een Medezeggenschapsraad (MR) waarin zowel ouders als personeelsleden zitting hebben. Op centraal niveau kent de stichting een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). In de GMR zitten van iedere afzonderlijke school twee vertegenwoordigers, één vertegenwoordiger namens de oudergeleding en één namens de personeelsgeleding. Het overleg met de MR wordt gevoerd door ieder van de afzonderlijke directeuren. Het overleg met de GMR wordt gevoerd door de directeur/bestuurder. De GMR wordt secretarieel ondersteund vanuit het Veenplaskantoor. De GMR heeft in 2014 vijf maal vergaderd. Daarnaast was er in september een themabijeenkomst voor MR en GMR-leden. Er zijn 2 workshops gegeven over ‘Medezeggenschap op scholen’ en ‘De Effectieve School’. De volgende onderwerpen zijn in de GMR besproken: ouderenquête

Pagina 4


-

het nieuwe financiële verdeelmodel Passend Onderwijs vaststellen GMR-reglementen het strategisch beleidsplan invulling directievacatures samenwerking met andere scholen en schoolbesturen de nieuwe CAO de werkkostenregeling de jaarbegroting de planning- en controlcyclus jaarverslag

 Intern toezicht: Raad van Beheer In 2014 bestond het bevoegd gezag van De Veenplas uit een Raad van Beheer, een zgn. one tierconstructie welke geënt is op de code goed bestuur van de PO Raad. De Raad van Beheer is samengesteld uit zes toezichthouders, afkomstig uit verschillende beroepssectoren (bedrijfsleven en onderwijs) en één directeur/bestuurder die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur van de organisatie. De toezichthouders en de directeur/bestuurder spreken per schooljaar een bestuurscontract af. In dit contract worden de belangrijkste strategisch beleidspunten en resultaten benoemd. Het bevoegd gezag wordt ondersteund door het bestuurskantoor in Nieuwveen en is daar ook gevestigd.

Veenplas(bestuurs)kantoor

Bestuursnr.

Adres

Postcode

Plaats

40974

Ambroziolaan 32

2441 AD

Nieuwveen

Tot september 2014 was de samenstelling van de Raad van Beheer als volgt: De heer G. Burgmeijer (Gerhard), voorzitter De heer M. Mollema (Martin), secretaris Mevrouw M. van Ravenswaaij (Marjolein), portefeuillehouder algemene zaken Mevrouw H. van Lith (Herma), portefeuillehouder algemene zaken De heer P. v.d. Geest (Peter), portefeuillehouder algemene zaken De heer F. Pickott (Francis), portefeuillehouder algemene zaken Mevrouw T. Janson (Thea), directeur/bestuurder. Per 1 september 2014 zijn de voorzitter, dhr. Burgmeijer, en mevr. van Ravenswaaij afgetreden. Zij zijn vervangen en met ingang van die datum ziet de samenstelling van de Raad van Beheer er als volgt uit: De heer P. v.d. Geest (Peter), voorzitter De heer M. Mollema (Martin), secretaris Mevrouw H. van Lith (Herma), portefeuillehouder algemene zaken Mevrouw F. Schouten (Fadjar), portefeuillehouder algemene zaken De heer F. Pickott (Francis), portefeuillehouder algemene zaken De heer J. Engelfriet (Joeri), portefeuillehouder algemene zaken Mevrouw T. Janson (Thea), directeur/bestuurder. De leden van de Raad van Beheer ontvangen, indien gewenst, per deelgenomen vergadering vacatiegeld. De hoogte van het vacatiegeld is voor de voorzitter € 100,-- en voor de overige leden € 75,--. Daarnaast ontvangen de leden van de Raad van Beheer een onkostenvergoeding. In 2014 heeft de Raad van Beheer zes maal vergaderd en in september is de raad vertegenwoordigd geweest bij de startbijeenkomst van de GMR. De volgende onderwerpen hebben op de agenda gestaan: Organisatie  Samenstelling RvB (competenties en functies) en rooster van aftreden, nieuw voorzitter, twee nieuwe leden  Bestuurscontract  Veranderingen in de directiestructuur (pensionering, meerscholendirecteur)  Professionalisering bestuurskantoor  Samenwerking met andere schoolbesturen

Pagina 5


 Jaaragenda en meerjarenagenda  Identiteit  Bestuurlijke samenwerking  Plancyclus/Herijking strategisch beleid Financiën  Uitgangspunten begroting 2014/2015: nieuw verdeelmodel De Effectieve School  Financiële rapportages  Begroting  Jaarverslag  Accountantsverslag  Meerjarenbegroting Onderwijs  Bezoeken aan scholen: Joh. De Doper, Ter Does, Rietkraag, Aeresteijn  Ondersteuningsplan nieuwe samenwerkingsverband  Inspectierapporten vierjaarlijkse bezoeken Antoniusschool, Tweeklank, Joh. De Doper, Rietkraag  Ouderenquête  Cito-scores alle scholen Personeel  Invoering CAO-PO bestuurders  Verzuimbeleid en ziekteverzuimpercentages  Invoering nieuwe CAO PO  RDDF-plaatsing nieuw te benoemen medewerkers Huisvesting  Nieuwbouw Hoogmade  Ontwikkelingen Strategisch Huisvestingsplan Kaag & Braassem  Ontwikkelingen strategisch plan Onderwijs en Huisvesting Nieuwkoop Algemeen  Voortgangsrapportages  Rolvastheid  Organogram Het organogram van De Veenplas ziet er als volgt uit:

Raad van Beheer: Toezichthoudende leden Directeur/bestuurder GMR Ondersteunende staf: -financial controller -stafmedewerker personeel en organisatie -administratief medewerkster

Negen schooldirecteuren

Tien MR-en Tien schoolteams

 Leerlingaantallen Elk jaar op 1 oktober vindt de leerlingentelling plaats. Op basis van deze leerlingentelling wordt het budget van het daaropvolgend jaar door de overheid vastgesteld. In het volgende schema staan de leerlingenaantallen voor 2014 en de zeven daaraan voorafgaande jaren weergegeven.

Pagina 6


School Kleine Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does Vosseschans Tweeklank Totaal aantal leerlingen

2007 159 213 245 157 322 103 438 136 329 260 2.362

2008 147 205 237 152 325 99 430 139 308 252 2.294

2009 140 201 234 152 322 98 441 143 299 262 2.292

2010 142 202 224 152 328 89 424 149 298 267 2.275

2011 146 199 221 138 289 90 416 143 281 275 2.198

2012 143 190 222 150 279 91 388 143 282 273 2.161

2013 149 180 216 147 273 91 361 140 282 287 2.126

2014 153 166 224 144 278 83 338 133 263 277 2.059

In grafiekvorm ziet de ontwikkeling in de leerlingaantallen er als volgt uit:

De tellingen per 1 oktober 2014 laten ten opzichte van de tellingen van 1 oktober 2013 het volgende beeld zien: De Kleine Wereld, de Nicolaas en Aeresteijn laten een stijging zien van het aantal leerlingen. Alle andere scholen laten een daling zien: van 3 tot 23 leerlingen. Grote dalingen worden doorgaans veroorzaakt door het weggaan van grote groepen 8, terwijl de instroom in de kleutergroepen lager is. Het is duidelijk dat het leerlingenaantal van De Veenplas gestaag afneemt, in 2014 waren er 67 leerlingen minder. Ook op de langere termijn blijft het leerlingenaantal dalen, echter minder snel dan vorig jaar nog werd verwacht. Prognose Totaal aantal

2015 2.045

2016 2.020

2017 2.006

2018 1.965

 Samenwerking met andere schoolbesturen De Veenplas heeft in 2014 met verschillende besturen voor primair onderwijs in onze regio (SOPORA, SKBA en De Woudse Venen, SSBA en De Veenplas) regelmatig onderling overleg gehad. Vanuit de ambitie om ook in tijden van krimp kwalitatief goed onderwijs te (blijven) geven, vonden wij het belangrijk om elkaar beter te leren kennen. Met het oog op de ontwikkelingen in onze omgeving wisselen wij kennis uit en onderzoeken wij eventuele samenwerkingskansen en – mogelijkheden. Eind 2014 is de intentie uitgesproken om te verkennen of er van vier organisaties twee organisaties gevormd kunnen worden: één voor het niet-stedelijke gebied (De Woudse Venen en De Veenplas) en één voor het stedelijke gebied (SOPORA en SKBA). Naast de vorming van twee nieuwe organisaties, willen de vier partners een bedrijfsbureau inrichten, waarin we gezamenlijk de zaken oppakken die we op dat overkoepelende niveau efficiënter kunnen regelen, zoals personeel, huisvesting en financiën. Door efficiënt samen te werken, denken wij actuele ontwikkelingen nog beter een plek te kunnen geven, bijvoorbeeld Passend onderwijs, de doorgaande lijn PO/VO, het bestuursakkoord , scholing, etc.

Pagina 7


 Stichting Samenwerkende Peuterspeelzalen Nieuwkoop (SPN) Vanaf 1 januari 2011 is er sprake van een samenwerkingsovereenkomst tussen SKB De Veenplas en Stichting Samenwerkende Peuterspeelzalen Nieuwkoop (SPN). Beide stichtingen werken samen met als doel de organisatie van SPN verder te professionaliseren op bestuurlijk en managementniveau, teneinde de kwaliteit van de voorschoolse opvang en educatie te optimaliseren en daarmee de doorgaande lijn van 4-jarigen in het basisonderwijs te verbeteren. Concreet betekent dit dat vijf Veenplasdirecteuren tevens leiding geven aan een peuterspeelzaal. Bij drie scholen is de peuterspeelzaal gehuisvest in het schoolgebouw. Dit wordt ervaren als een verrijking en als een stimulans richting de ontwikkeling van Integrale Kindcentra.  Samenwerking met gemeenten De Veenplas vindt samenwerking met de drie gemeenten waarin de scholen staan belangrijk. Vooral met de gemeenten Nieuwkoop en Kaag & Braassem is de samenwerking intensief. De samenwerking met die gemeenten beperkt zich niet uitsluitend tot de wettelijk voorgeschreven samenwerking (zoals in het kader van de LEA of de huisvestingsverordening) maar strekt zich ook uit tot een gedeelde verantwoordelijkheid voor het in stand houden van hoogwaardig, kwalitatief onderwijs in ieder van de dorpen.  Klachtenregeling De Veenplas kent een klachtenregeling die gepubliceerd wordt op de website en waar naar verwezen wordt in de schoolgidsen. De klachtenregeling is gebaseerd op de modelklachtenregeling voor primair en voortgezet onderwijs. Op iedere school zijn contactpersonen aangesteld die als aanspreekpunt bij klachten fungeren en die ondersteuning en bemiddeling kunnen bieden bij het indienen van klachten. Tevens is waar nodig een onafhankelijke vertrouwenspersoon beschikbaar, hiervoor is een overeenkomst afgesloten met GGD Hollands Midden te Alphen. De Veenplas is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de besturenbond KBO. In 2014 zijn er geen formele klachten ingediend. Wel zijn er op diverse scholen gesprekken gevoerd met ontevreden ouders, maar steeds hebben die gesprekken tot bevredigende oplossingen geleid en zijn formele klachten voorkomen.

Personeel  Personeelsbeleid In 2014 is beleid ontwikkeld en vastgesteld voor de volgende onderwerpen: Werkkostenregeling Ziekteverzuim Invoering nieuwe CAO Per 1 juli 2014 is de nieuwe CAO voor het Primair Onderwijs vastgesteld. Deze CAO bevat een aantal regelingen gericht op het verlagen van de werkdruk, zoals de invoering van de 40-urige werkweek en de regeling duurzame inzetbaarheid. Samen met een werkgroep en het managementteam is gewerkt aan de implementatie van deze nieuwe CAO binnen De Veenplas.  Formatiebeleid Iedere school heeft een formatieplan opgesteld op basis van de normen van ons verdeelmodel ‘De Effectieve School’. In principe heeft iedere school daarmee zijn basisbezetting rond gekregen. Op de ene school zijn daarbij vacatures ontstaan, op de andere school was personeel over. Personeel dat niet binnen de basisbezetting past noemen we bovenformatief. Een klein deel van de medewerkers OP (0,0414 fte) en OOP (1,7523 fte) is na vaststelling van het formatieplan bovenformatief gebleken. De bovenformatieve formatie OP is ingezet t.b.v. het project Opleiden in de School. De Veenplas ontvangt een bedrag van Hogeschool InHolland voor het begeleiden van Pabo-stagiaires, vanuit de bovenformatieve formatie werd daar 0,0414 fte aan toegevoegd. De 1,7523 bovenformatieve formatie OOP betreffen onderwijsassistenten. Deze onderwijsassistenten zijn ingezet t.b.v. extra leerlingenzorg en in overleg en conform CAOafspraken verdeeld over de scholen. Ondanks het krimpende leerlingenaantal is er in 2014 niemand ontslagen om formatieve redenen. Natuurlijk verloop en interne mobiliteit, hebben er voor gezorgd dat we aan al onze formatieve verplichtingen konden blijven voldoen. Een klein deel van de vrijkomende vacatureruimte hebben we ingevuld met het benoemen van invallers. Omdat op deze manier aan deze medewerkers verplichtingen zijn aangegaan, én omdat het krimpende leerlingenaantal zich de komende jaren voortzet, zijn deze nieuw benoemde medewerkers geplaatst in het risicodragende deel van de formatie (RDDF).

Pagina 8


Per 1 augustus 2014 zijn twee van de tien directeuren gebruik gaan maken van hun pensioen. Gezien het feit dat eind 2013 besloten was te streven naar een herinrichting van de directiestructuur, is getracht de vrijkomende vacatures in te vullen vanuit de bestaande groep directeuren. Dit is voor één vacature gelukt. De andere niet. Besloten is deze vacature voor de duur van 1 schooljaar in te vullen door een interim-directeur. In 2015 wordt de invulling van deze directie-vacature opnieuw bezien.  Functiedifferentiatie Eén van de maatregelen van het Convenant Leerkracht van Nederland, dat in 2008 is opgesteld om het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken, is de invoering van de functiemix. Bij De Veenplas is de verhouding LA-LB inmiddels als volgt:

Deze verhouding voldoet niet aan de streefnorm. Afgesproken is om niet langer deze kwantitatieve streefnorm als uitgangspunt te nemen, maar de gewenste kwaliteiten m.b.t. functiedifferentiatie. In 2015 zal beleid gemaakt worden om op een beleidsrijke manier invulling aan de functiemix te geven.  Mobiliteit Bij De Veenplas is sprake van een laag verloop en geringe mobiliteit. In 2014 hebben 6 medewerkers, waarvan 2 directeuren, 1 administratief medewerker en 2 leerkrachten, De Veenplas verlaten. Dit is 2,92 % van het totale personeelsbestand van 205 personen. De redenen waren: pensionering (5x) en vrijwillig ontslag (1x). Alle vacatures zijn opgevuld via interne mobiliteit (6 leerkrachten zijn hierdoor op een andere school gaan werken en 1 directeur is voor 2 scholen gaan werken). Drie onderwijsassistentes zijn als gevolg van het feit dat zij op hun school bovenformatief verklaard werden op een andere school gaan werken.  Ontslagbeleid/RDDF-plaatsing Bij De Veenplas is sprake van ontslagbeleid, er is niet gekozen voor werkgelegenheidsbeleid. Uiteraard wordt er voor gewaakt dat ontslag tot een minimum wordt beperkt. In de cyclus van functioneren en beoordelen volgen we de ontwikkeling van onze medewerkers. Als ontslag niet kan worden voorkomen, wordt zorgvuldig rekening gehouden met rechten van medewerkers en ontslagprocedures. De inkomsten van De Veenplas nemen, als gevolg van de daling van het leerlingenaantal, af. Echter, dankzij het Najaarsakkoord 2013 heeft De Veenplas een groot bedrag aan eenmalige middelen toegekend gekregen. Deze middelen zijn in 2014 in de reserves opgenomen. Dankzij deze middelen is de financiële positie van De Veenplas van dusdanige aard dat er, conform de regels van het Participatiefonds, in 2014 geen ontslagruimte aanwezig was. Toch is besloten, i.v.m. de voortzetting van de daling van het leerlingenaantal, de medewerkers die aan het begin van schooljaar 2014/2015 benoemd zijn te plaatsen in het risicodragende deel van de formatie (RDDF).

Pagina 9




Vervangerspool Mede als gevolg van de veranderende regelgeving m.b.t. het declareren van diverse vervangingssituaties bij het vervangingsfonds heeft De Veenplas over de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014 een lage dekkingsgraad behaald. Om vanuit het vervangingsfonds in aanmerking te komen voor volledige bekostiging van de vervangerspool dient minimaal 98% van de in te zetten formatie van de vervangers ten laste gebracht te kunnen worden van een afwezige leerkracht. Over schooljaar 2012/2013 was de dekkingsgraad van De Veenplas 87,29% en over schooljaar 2013/2014 78,34%. Als gevolg hiervan is besloten de vervangerspool voor schooljaar 2014/2015 drastisch te verkleinen en zijn de invallers (voor het grootste gedeelte) ingestroomd in de vaste formatie van diverse scholen.  Scholing In 2014 is er veel geïnvesteerd in scholing. Hiervoor is een beroep gedaan op de extra middelen die toegekend zijn vanuit het Najaarsakkoord. Er is een Veenplasbreed scholingstraject gestart onder leiding van Stichting Natuurlijk Leren. Dit traject is gericht op ‘systeemdenken in een lerende organisatie’ en omvat studiedagen voor directieleden en IB-ers (5 dagen) en (schooldoorbrekende) workshops voor alle leerkrachten (5 workshops per leerkracht). De aftrap van dit Natuurlijk Leren traject is gedaan tijdens de Veenplasdag (voor alle medewerkers van De Veenplas). Naast dit programma zijn de jaarlijkse BHV-cursussen georganiseerd. De vanuit de Tenderregeling van het Vervangingsfonds gesubsidieerde cursus ‘Van werkdruk naar werkgeluk’ is in 2014 afgerond en de positieve ervaringen hebben ertoe geleid dat De Veenplas eind 2014 een nieuwe aanvraag heeft ingediend t.b.v. een cursus ‘slow working’. Gezien het bovenstaande, veelomvattende traject is ervoor gekozen om de scholing op schoolniveau wat beperkt te houden. Van de door het ministerie ingestelde subsidiemogelijkheid “lerarenbeurs” hebben in 2014 4 leerkrachten gebruik gemaakt.  Arbeidsomstandigheden (Arbo), veiligheid en verzuimbeleid Arbo-beleid heeft te maken met de algemene veiligheid en het welbevinden in onze scholen. Indicatief voor de kwaliteit zijn de gegevens rond ongevallen, ziekteverzuim en de resultaten van de RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie). Over het algemeen kan gesteld worden dat de situatie binnen De Veenplas redelijk tot goed is. Sinds begin 2013 krijgt verzuimbeleid, en dan met name het terugdringen van het verzuim, veel aandacht. Begin 2013 was er sprake van een hoog verzuimpercentage, t.w. 8,71%. Om meer grip op het verzuim te krijgen is in 2013 een sociaal medisch overleg (SMO) gestart. Ongeveer één keer per drie maanden vindt er een overleg plaats waarin langdurig of complex verzuim van medewerkers besproken wordt. Bij dit overleg zijn de bedrijfsarts, de consulent van het Vervangingsfonds, de betrokken directeur, de stafmedewerker personeel en organisatie en de directeur/bestuurder aanwezig. Dit SMO is in 2014 voortgezet en tevens is in 2014 een nieuw ziekteverzuimbeleid vastgesteld en besproken in de teams. In dit ziekteverzuimbeleid is ook aandacht voor preventie.

Pagina 10


De verzuimcijfers over 2014, uitgesplitst per kwartaal en per school, zien er als volgt uit:

2014 Q1 Kleine Wereld 0,56% Antonius 0,15% St. Nicolaas 8,33% Joh. de Doper 9,86% Aeresteijn 7,98% Kinderarcke 2,43% Rietkraag 5,92% Ter Does 0,60% Vosseschans 6,92% Tweeklank 0,34% Pool en bureau 0,54% Totaal 4,58%

Totaal

2014 Q2 1,52% 1,34% 11,26% 12,38% 5,81% 0,12% 6,46% 0,71% 10,83% 0,81% 1,15% 5,47%

2010 3,57%

2014 Q3

2014 Q4

0,27%

0,77%

0,24%

0,23%

9,84%

8,58%

12,21%

10,73%

5,33%

6,47%

0,16%

1,08%

4,70%

5,31%

1,11%

0,92%

7,06%

9,40%

1,62%

8,60%

0,00%

0,97%

4,48%

5,84%

2011 6,49%

2014 0,77% 0,50% 9,49% 11,30% 6,37% 0,93% 5,61% 0,83% 8,55% 3,02% 0,67% 5,10%

2012 6,44%

2013 5,52%

2014 5,10%

De landelijke verzuimcijfers over 2014 zijn nog niet bekend. De verwachting is echter dat De Veenplas onder het landelijk gemiddelde scoort. In 2014 heeft De Veenplas wederom een restitutie ontvangen van het Vervangingsfonds.  Personeel in cijfers De personeelsformatie van De Veenplas bedraagt per 31 december 2014 205 medewerkers met een totale werktijdfactor van 138,6 fte.

Van de 205 medewerkers zijn 184 medewerkers vrouw en werken er 28 full-time. De personeelssterkte ingedeeld naar geslacht, leeftijdscategorie en deeltijdcategorie is weergegeven in de volgende grafieken:

Pagina 11


De personeelssterkte per school geeft het onderstaande beeld. Tevens wordt een indicatie gegeven van de verdeling van het personeel naar directie, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel.

Pagina 12


Huisvesting en beheer De Veenplas hanteert voor iedere school een meerjaren onderhoudsplan (MOP). Ieder MOP wordt jaarlijks geupdated, één keer per twee jaar op basis van een schouw. Op basis van de MOP wordt het (dagelijks) onderhoud, dat onder verantwoordelijkheid van De Veenplas valt, uitgevoerd. Groot onderhoud, renovatie en nieuwbouw kwamen tot 31 december 2014 ten laste van de gemeenten waarin de scholen staan. De directeur van iedere school is verantwoordelijk voor de uitvoering van het dagelijks onderhoud. Hij/zij wordt hierin ondersteund door een extern adviseur. De tien scholen staan in drie gemeenten, ieder van die gemeenten heeft een eigen beleid m.b.t. onderwijshuisvesting.  Gemeente Nieuwkoop De Veenplas is in gezamenlijkheid met de andere schoolbesturen met de gemeente Nieuwkoop in gesprek over een Integraal plan voor Onderwijs en Huisvesting. Per kern wordt bekeken wat de toekomstige wensen en ontwikkelingen zijn m.b.t. onderwijs en de huisvesting er van. De gemeente wil samen met de schoolbesturen komen tot een prioritering en planning. Stand van zaken per school in de gemeente Nieuwkoop De Rietkraag in Nieuwkoop: De Rietkraag is gehuisvest in een nieuw, breed schoolgebouw in de kern Nieuwkoop. In het gebouw zijn drie basisscholen van drie denominaties, de kinderopvang en de peuterspeelzaal gehuisvest. Het beheer wordt uitgevoerd door Stichting Buytewech. De middelen die De Veenplas ontvangt t.b.v. het materieel beheer en de exploitatie van De Rietkraag worden één op één overgemaakt naar deze stichting.

Pagina 13


De Antonius in Noorden: De Antonius zit in een ruim, nieuw schoolgebouw in Noorden. Er zijn nog geen andere voorzieningen die gebruik maken van het gebouw. In de toekomst gaat hier wel naar gekeken worden, want door afname van het leerlingaantal komt er ruimte vrij in de school. Het gebouw is duur w.b. de exploitatie. Johannes de Doper in Zevenhoven: Het gebouw van de Johannes de Doper in Noordeinde is 33 jaar oud. De school is samen met school De Zevenhof van De Woudse Venen met een ontwikkeling richting één IKC (Integraal Kindcentrum) voor Zevenhoven gestart. Naar verwachting zullen beide scholen binnen afzienbare termijn fuseren. Streven is dat zij in één gebouw terecht kunnen. St. Nicolaasschool in Nieuwveen: Het gebouw van de Nicolaas in Nieuwveen is niet meer zo jong, maar de school is vooralsnog tevreden met de huisvesting. In het gebouw van de Nicolaas is tevens Stichting Kinderopvang Liemeer (SKL) gehuisvest. In Nieuwveen staat ook een kleine openbare school. In de komende jaren zal de samenwerking met deze school versterkt worden. Naar verwachting zullen op termijn beide Nieuwveense scholen in één gebouw gehuisvest worden. De Vosseschans in Ter Aar De Vosseschans is ruim 40 jaar oud en al een paar jaar onderdeel van de ontwikkeling ‘Ter Aar Vernieuwd Verbonden’. Bedoeling is de bouw van een brede, centrale voorziening waarin ruimte is voor drie scholen, kinderopvang, peuterspeelzalen, bibliotheek, sportvoorzieningen e.d. Recent heeft de gemeente grond aangekocht voor de realisatie van deze voorziening. Op dit moment zijn de drie schoolbesturen met elkaar en de gemeente in gesprek over de invulling van deze voorziening. Aeresteijn in Langeraar Deze school bestaat ruim 40 jaar, het is de enige school in Langeraar. De Veenplas en de gemeente zijn zich aan het oriënteren op de toekomst van het gebouw. Het is een prettig gebouw, maar de energielasten zijn te hoog. In het gebouw zijn ook de peuterspeelzaal en de kinderopvang gehuisvest. Vervanging van het gebouw is een actueel onderwerp van gesprek met de gemeente.  Gemeente Kaag & Braassem: De gemeente Kaag en Braassem is sterk bezig met de leefbaarheid in de kernen middels het programma ‘Kernen in hun kracht’. De gemeente is van mening dat scholen een spilfunctie vervullen in die leefbaarheid. In de komende jaren zullen per kern ‘ronde tafel gesprekken’ plaats vinden waarin de toekomst van de scholen en de schoolgebouwen een belangrijk onderwerp van gesprek zal zijn. De gemeente wil daarbij de huisvesting van scholen graag koppelen aan andere (bestaande) maatschappelijke voorzieningen. Stand van zaken per school in de gemeente Kaag en Braassem De Kleine Wereld in Leimuiden: De Kleine Wereld zit in een oud, maar goed onderhouden gebouw. Het gebouw is inmiddels ruim veertig jaar oud. In Leimuiden zijn nog twee scholen aanwezig, ook deze scholen zitten in een oud gebouw. De drie schoolbesturen zijn met elkaar en met de peuterspeelzaal, de kinderopvang en de gemeente in gesprek over nieuwe, gezamenlijke huisvesting. De Kinderarcke in Rijnsaterwoude: Het gebouw van De Kinderarcke is minder oud dan het gebouw van De Kleine Wereld, maar ook hier zal binnen enkele jaren een besluit genomen moeten worden over nieuwbouw of renovatie. Het is niet echt een prettig gebouw. De gemeente steunt onze zienswijze op het gebouw. De Kinderarcke is een kleine school is die niet ver van Leimuiden ligt, daarom zullen de huisvestingsplannen voor deze school in Rijnsaterwoude waar mogelijk in samenhang met Leimuiden ontwikkeld worden. Ter Does in Hoogmade: Voor de school in Hoogmade is, in samenspraak met Stichting Kinderopvang Leiden (SKL), een nieuwbouwplan voor een Brede School ontwikkeld. Het plan wordt gecombineerd met de realisatie van een aantal woningen. Dit plan wordt in 2015 door de gemeente aanbesteed en zal naar verwachting in 2016-2017 gerealiseerd zijn.

Pagina 14


Gemeente Alphen aan den Rijn De Veenplas heeft in deze gemeente één school: De Tweeklank. De Tweeklank staat in Hazerswoude-Rijndijk en is een nieuwe school, nu ruim twee jaar in gebruik. Er zijn m.b.t. deze school geen bijzondere gemeentelijke ontwikkelingen te melden.

Onderwijskundig en kwaliteitsbeleid  Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken bij De Veenplas is samen te vatten als: het stellen van doelen en het bewaken van de realisatie van die doelen. De Veenplas maakt daarbij gebruik gemaakt van de principes van de regelkring van Deming: ‘plan – do – check – act’ •Doelen bijstellen, (beleids)plannen bijstellen

•Opstellen (beleids)plannen

Act

Plan

Check

Do

•Doelen evalueren op basis van data

•Plannen uitvoeren

Deze opbrengstgerichte cyclus zetten we bij De Veenplas in op alle niveaus: 1. op het strategisch niveau van De Veenplas t.b.v. bovenschoolse beleidsontwikkeling 2. op schoolniveau t.b.v. de schoolontwikkeling 3. op groepsniveau i.k.v. handelingsgericht werken (HGW) 4. op het niveau van de individuele leerling als er van een individuele aanpak sprake is In alle scholen van De Veenplas wordt opbrengstgericht gewerkt (OGW). We hebben hier in gezamenlijkheid de volgende definitie voor opgesteld: ‘‘Systematisch en doelgericht werken aan het optimaliseren van de prestaties van ieder individueel kind. Onder prestaties verstaan wij dan de minimale groei die je van ieder individueel kind mag verwachten op het gebied van basisvaardigheden en levensvaardigheden. Onder optimaliseren verstaan wij zo gunstig mogelijk voor de lange termijn.’ Leerlingen verschillen, scholen mogen binnen De Veenplas ook verschillen. Binnen de gezamenlijke afspraken over OGW hebben de scholen de ruimte voor eigen onderwijsconcepten. Als het maar handelingsgericht is d.w.z. dat ieder kind goed in beeld is en dat het handelen van de leerkracht daar op afgestemd is. Wij noemen dat handelingsgericht werken (HGW) Iedere school van De Veenplas heeft een eigen ‘kleur’, soms impliciet, soms explicieter: zo is basisschool Johannes de Doper een Daltonschool, werkt Ter Does met coöperatief leren en meervoudige intelligente, is er bij de Antonius in Noorden sprake van unitleren, gaat De Vosseschans uit van ervaringsgericht leren en werkt Aeresteijn met faseonderwijs. In 2014 zijn twee belangrijke stappen gezet om het OGW en HGW verder te verbeteren: het leerlingvolgsysteem ParnasSys is Veenplasbreed aangeschaft en op alle scholen geïmplementeerd er is een Veenplasbreed scholingstraject o.l.v. Stichting Natuurlijk Leren gestart. De doelstelling van dit traject is tweeledig: enerzijds wordt het handelingsgericht kijken en werken bevorderd, anderzijds wordt het Leren van Elkaar gestimuleerd.

Pagina 15


 Een lerende organisatie: Leren van Elkaar Bij medewerkers van De Veenplas is veel kennis en kunde aanwezig. Die kan efficiënter en effectiever worden gebruikt als we structureel meer uitwisselen en leren van elkaar. In 2014 hebben we daarom, naast het traject Natuurlijk Leren, de bestaande netwerken van intern begeleiders, ICT-ers en contactpersonen een impuls gegeven door de bovenschoolse netwerkbijeenkomsten in tijd te faciliteren, op te nemen in de jaarplanning en door te sturen op de uitwisseling van kennis en ervaringen. Streven is deze netwerken door te laten groeien tot zgn. professionele leergemeenschappen. Eén Veenplasschool is nog explicieter bezig geweest met het Leren van Elkaar: Aeresteijn heeft zich ingeschreven voor het landelijk programma LeerKRACHT. Dit is een landelijk project dat zich richt op efficiente en effectieve samenwerking binnen teams vanuit het motto: ‘Elke dag samen een beetje beter.’  Sociale veiligheid Op alle Veenplasscholen wordt veel en systematisch aandacht besteed aan sociale veiligheid. Veel scholen zijn Kanjerscholen, enkele scholen gebruiken een andere methodiek om een veilig schoolklimaat te waarborgen.  Passend Onderwijs Alle scholen van De Veenplas zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Rijnstreek. Binnen dit samenwerkingsverband is in 2014 hard gewerkt aan het ondersteuningsplan. Belangrijke uitgangspunten die daarvoor zijn geformuleerd zijn: De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de eigen scholen Het onderwijs en de extra ondersteuning moeten zo thuisnabij mogelijk plaatsvinden Alle scholen werken handelingsgericht Het ondersteuningsplan is op 1 augustus 2014 daadwerkelijk ingevoerd. Vanaf die datum kan De Veenplas zelf beschikken over een budget voor extra ondersteuning. Dit budget bestaat uit twee delen: 1. Een zgn. ‘trekkingsrecht’ op een bepaalde hoeveelheid personele inzet vanuit het Centrum voor Ondersteuning van het samenwerkingsverband. Dit trekkingsrecht is gebaseerd op het totale leerlingenaantal van De Veenplas; 2. Een ondersteuningsbudget in geld. Om in aanmerking te komen voor inzet vanuit dit budget is binnen De Veenplas een voorlopige aanvraagprocedure afgesproken. Met ingang van 1 augustus 2014 is gedurende een dag per week een specialist Passend Onderwijs aangesteld. Doel van deze aanstelling is de realisatie van: 1. een effectieve ondersteuningsstructuur op alle scholen van De Veenplas (conform de afspraken in het samenwerkingsverband); 2. een heldere aanvraagprocedure binnen De Veenplas t.b.v. extra ondersteuning. De verantwoordelijkheid voor de invoering van bovenstaande structuur en procedures ligt bij de directie en de IB-ers. De rol van de specialist Passend Onderwijs is hen daarbij als een ‘critical friend’ te adviseren en te ondersteunen.  Samenwerking met ouders Alle Veenplasscholen beschouwen de ouders als belangrijke partners. Iedere school geeft hier op een eigen wijze vorm aan. Aan de communicatie met ouders wordt op alle scholen veel aandacht besteed. En op steeds meer scholen worden naast de ouders ook de kinderen betrokken bij voortgangsgesprekken.  Samenwerking met (keten)partners Alle scholen van De Veenplas zijn gericht op samenwerking met voorschoolse partners: de kinderopvang en/of peuterspeelzalen. We vinden het belangrijk een doorlopende lijn te realiseren, zodat we zoveel mogelijk ontwikkelingskansen voor onze leerlingen realiseren en zo vroeg mogelijk signaleren als de ontwikkeling niet naar verwachting verloopt. Tevens werken we samen met het voortgezet onderwijs. Structureel overleg PO-VO in de regio moet leiden tot een betere aansluiting en passende verwijzingen. Een belangrijk thema hierin is de ontwikkeling van een zgn. ‘plaatsingswijzer’. Steeds meer scholen werken samen met de bibliotheek, in een aantal scholen is een kleine schoolbibliotheek ingericht en wordt samengewerkt met leesconsulenten.

Pagina 16


 Samenwerking binnen de dorpsgemeenschappen Alle Veenplasscholen staan in een dorp, allemaal in een ander dorp. Ieder dorp op zich is een gemeenschap, binnen die gemeenschappen zijn alle Veenplasscholen van veel betekenis, zij vormen een wezenlijk onderdeel van de dorpsgemeenschap. Dat komt o.a. tot uitdrukking in samenwerking met sportclubs, met goede doelen, met organisaties voor senioren, in pleinfeesten. Leerlingen van Veenplasscholen worden als vanzelf meegenomen in een ontwikkeling tot actieve, betrokken burgers.  Kwaliteitsbeleid Om de kwaliteit te bewaken worden diverse meetinstrumenten gebruikt. Alle scholen van De Veenplas werken al een aantal jaren met het WMK-model van Cees Bos. In het najaar van 2013 bleek dat het model op wisselende manieren wordt ingezet. In 2014 is besloten om het model weer nieuw leven in te blazen en het te gaan gebruiken als basis voor de nieuwe schoolplancyclus ’15 – ’19. Op alle scholen is een nulmeting uitgevoerd met hulp van de quick scan van WMK. Deze nulmeting zal dienen als uitgangspunt voor het schrijven van de nieuwe schoolplannen. In 2014 is ook op iedere school een ouderenquête uitgevoerd. De uitkomsten van de enquête zijn op iedere school in de teams en de MR-en besproken, het totaaloverzicht is besproken in de het Veenplas-MT en in de GMR. De Veenplas als geheel kan heel tevreden zijn met de uitkomsten.

Uitkomsten oudertevredenheidsonderzoek

Pagina 17


Onderwijs en kwaliteit in cijfers In 2014 heeft de inspectie voor het onderwijs geconstateerd dat alle scholen van De Veenplas voldoen aan de eisen voor een basisarrangement. Er zijn inspectiebezoeken gebracht aan: De Tweeklank, De Antonius, De Rietkraag en de JodeDo (Johannes de Doperschool). De scholen van SKB De Veenplas hebben de volgende scores op de Cito eindtoets gerealiseerd. 2011 2012 2013 2014 Kleine Wereld

537,5 540,7 535,4 537,6

Antonius* St. Nicolaasschool

539,0 536,2 532,1 535,3

JodeDo

537,3 534,7 539,6 541,4

Aeresteijn

534,6 536,2 535,5 537,5

Kinderarcke

543,8 539,3 537,0 542.3

Rietkraag

532,2 533,2 536,2 535,8

Ter Does

536,6 536,0 537,4 536,4

Vosseschans

540,5 539,1 535,6 535,0

Tweeklank

536,5 534,6 532,6 536,0

Landelijk gemiddelde

535,1 535,1 534,7 534,4

*Basisschool Antonius neemt geen CITO-eindtoets af, maar wel de entreetoets groep 7. De Citoscores bekijken we niet op zichzelf, wij beschouwen ze als onderdeel van het totale kwaliteitsbeleid. Daarbij wordt gekeken naar de visie en werkwijze van de school, de totale kwaliteitszorg op de school en de overige leerlingkenmerken. Dit is regelmatig onderwerp van gesprek tussen de directeur/bestuurder en de directeur van de school.

Financiën  Algemeen In 2012 heeft De Veenplas er voor gekozen te gaan werken met de systematiek van schooljaarbegrotingen. In 2013 vond de eerste jaarrapportage plaats op schooljaarbasis. In 2014 heeft De Veenplas deze methode gecontinueerd. Met name de maandelijkse rapportages m.b.t. de formatie zorgen ervoor dat we goed in control waren. De schooljaarcijfers en de toelichting daarop zijn uitgebreid besproken binnen De Veenplas. Begin 2014 was het nieuwe verdeelmodel de “Effectieve school” klaar om ingezet te worden ten behoeve van de schooljaar begroting 2014-2015. Vanuit vooraf gestelde normen (parameters), gebaseerd op het realiseren van hoogwaardige kwaliteit van onderwijs, zijn de middelen voor het schooljaar 2014-2015 naar tevredenheid van zowel directeuren, GMR en de raad van toezicht, verdeeld over de scholen en de bovenschoolse organisatie. Omdat wij eind 2013 de extra middelen uit het najaarsakkoord hadden ontvangen, hebben wij in de begroting voor het schooljaar 2014-2015 extra middelen kunnen investeren in de kwaliteit van onderwijs. Deels is dat gedaan door bij de invoering van het model “Effectieve school” wat ruimere formatie in te plannen. Een ander deel is besteed aan scholing van personeel en de invoering van een nieuw leerlingvolgsysteem. Omdat de uitvoering van een aantal van de plannen is gestart in de loop van 2014, maar afgerond zal worden in 2015 is er op een aantal posten in 2014 minder uitgegeven dan begroot. Deze uitgaven zullen in 2015 echter wel plaats vinden en dan mogelijk een overschrijding laten zien.

Pagina 18


 Samenvatting en toelichting op het gevoerde beleid In dit hoofdstuk worden de balans en de staat van baten en lasten van De Veenplas toegelicht. De cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2014 zoals deze in dit verslag is opgenomen. In dit hoofdstuk zijn de bedragen afgerond op duizenden euro’s. De Veenplas heeft over 2014 een negatief exploitatieresultaat gerealiseerd van € 51.000 (begroot € -235.000). Het totaal van de baten daalde ten opzichte van 2013 met € 433.000 tot € 10.167.000, een daling van 4%. Het totaal van de lasten steeg in 2014 ten opzichte van 2013 met € 136.000 tot € 10.255.000. Dit is een stijging van 1 %. De financiële baten bleven gelijk aan 2013. De financiële positie van De Veenplas komt tot uitdrukking in de balans. De verkorte balans is onderstaand weergegeven. De bedragen zijn in duizenden euro’s.

Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Verkorte balans (x € 1.000) Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Totaal Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Schulden lang Schulden kort Totaal

Balans

Balans

31-12-2014

31-12-2013

1.221 10 732 2.885 4.848

1.377 0 666 2.690 4.733

2.998 779 0 1.071 4.848

3.049 736 0 948 4.733

Het balanstotaal van de Stichting stijgt t.o.v. 31 december 2013 met € 115.000 tot € 4.848.000. De stijging wordt onderstaand verklaard en nader toegelicht.

Mutaties

Toename (t) afname (a)

31-12-2014 31-12-2013

Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Totaal

(a) (t) (t) (t) (t)

-156

Eigen vermogen Voorzieningen Schulden lang Schulden kort Totaal

(a) (t) (t) (t) (t)

-51

Pagina 19

10 66 195 115

43 0 123 115


 Materiële vaste activa De materiële vaste activa namen af t.o.v. 31 december 2013 met € 156.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de afschrijvingen van € 244.000 de investeringen van € 88.000 overstijgen. In 2014 zijn de materiële vaste activastaten beoordeeld. Niet meer aanwezige activa zijn opgeschoond. Zie verder onder de toelichting op de materiële vaste activa.  Financiële vaste activa De financiële vaste activa bestaan uit de borgsom voor de apparatuur die wij inlenen van de Stichting Snappet. Deze borgsom wordt teruggestort zodra wij de apparatuur weer terug leveren.  Vorderingen De toename van de vorderingen met € 66.000 wordt voor € 108.000 veroorzaakt door een vordering op het Ministerie van OCW door de verhoging van de subsidie Lumpsum en P+A 20142015. Verder is er een afname van diverse posten van € 2.000 te verantwoorden op de gemeente en een afname van overige vorderingen van € 40.000.  Liquide middelen De liquide middelen nemen toe met € 195.000. Een verklaring voor deze toename is opgenomen in de jaarrekening 2014 onder rubriek B4 Kasstroomoverzicht.  Eigen vermogen Het eigen vermogen daalt met € 52.000. Dit is het gevolg van de toedeling van het exploitatie resultaat van 2014. Binnen het eigen vermogen is de reserve interne groei bekostiging samengevoegd met de algemene reserve.  Voorzieningen Er zijn voorzieningen gevormd voor personele voorzieningen voor jubilea van medewerkers en groot onderhoud. Aan de voorziening voor jubilea is in 2014 een bedrag van €14.000 gedoteerd en werd aan jubilea een bedrag van € 17.000 uitgekeerd. De voorziening jubilea bedraagt per 31 december 2014 € 121.000. Aan de voorziening onderhoud is in 2014 een bedrag gedoteerd van € 120.000 (excl. gymzalen). Ten laste van de voorziening onderhoud is een bedrag van € 85.000 aan groot onderhoud uitgevoerd. Door de genoemde mutaties stijgt de voorziening met € 35.000 tot € 543.000 (excl. gymzalen). M.b.t. de gymzalen bedraagt de dotatie 2014 € 10.500 en de onttrekking €200 (stand voorziening onderhoud gymzalen per 31 december 2014 € 114.300).  Schulden kort De schulden kort stijgen met € 123.000. Belangrijkste oorzaken zijn de toename van de posten crediteuren en belastingen en premies en een navordering van het vervangingsfonds inzake de kosten van de vervangerspool van € 64.000.  Resultaat (staat van baten en lasten) In de staat van baten en lasten zoals deze is opgenomen in de jaarrekening 2014 worden de baten en lasten over 2014 vergeleken met de opgestelde begroting voor 2014 en met de baten en lasten over 2013. Onderstaand is de verkorte staat van baten en lasten opgenomen. De cijfers zijn ontleend aan de in de jaarrekening opgenomen staat van baten en lasten. De bedragen zijn in duizenden euro’s.

Pagina 20


Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Realisatie 2014

Begroot 2014

Realisatie 2013

Ministerie OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten

9.625 113 429 10.167

9.351 168 338 9.857

9.999 131 470 10.600

Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Leermiddelen Totaal lasten

8.576 244 612 425 398 10.255

8.420 258 636 413 390 10.117

8.398 246 649 424 401 10.118

-88 37 -51

-260 25 -235

482 37 519

Verkorte resultatenrekening (x € 1.000)

Saldo baten en lasten Financiële baten Exploitatieresultaat

De analyse van de verschillen in baten en lasten over 2014 in relatie tot de begroting 2014 en de exploitatie 2013 zijn onderstaand weergegeven.

Mutaties Baten en lasten 2013

Expl 2014 Bgr 2014

In % van bgr 2014

Expl 2014 Expl 2013

In % van expl 2013

Ministerie OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten

274 -55 91 310

(v) (n) (v) (v)

3% -33% 27% 3%

-374 -18 -41 -433

(n) (n) (n) (n)

-4% -14% -9% -4%

Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Leermiddelen Totaal lasten

156 -14 -24 12 8 130

(n) (v) (v) (n) (n) (n)

2% -5% -4% 3% 2% 1%

178 -2 -37 1 -3 137

(n) (v) (v) (n) (v) (n)

2% -1% -6% 0% -1% 1%

Financiële baten Exploitatieresultaat

12 (v) 184 (v)

48%

0 (n) -570 (n)

0%

Toelichting: Een (v) betekent een voordelig verschil t.o.v. de begroting resp. de exploitatie over voorgaand jaar. Een (n) betekent een nadelig verschil.

Pagina 21


Baten  Ministerie van OCW De subsidie van het Ministerie van OCW ligt € 274.000 (3%) boven het begrote bedrag voor 2014. In de begroting 2014 is gerekend met de op dat moment beschikbare informatie omtrent de hoogte van de subsidies. Deze zijn in de loop van 2014 aangepast. Hierdoor is € 181.000 meer binnengekomen aan lumpsum gelden dan begroot. Daarnaast heeft de Veenplas € 49.000 ontvangen uit nagekomen groeimiddelen. De overige € 44.000 betreft inkomsten meer dan begroot de middelen uit het samenwerkingsverband. Ten opzichte van de realisatie 2013 ligt het bedrag € 373.000 lager. Dit heeft vooral te maken met uitbetalingen van de gelden uit het Nationaal Onderwijs Akkoord welke eind 2013 zijn uitbetaald.  Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen vallen € 55.000 lager uit dan begroot. T.o.v. 2013 namen deze baten af met € 18.000. Hiervan wordt € 35.000 veroorzaakt door tegenvallende subsidies van de gemeente inzake o.a. subsidie onderwijsbegeleiding en € 15.000 door minder declarabele kosten inzake de gymzalen.  Overige baten De overige baten liggen € 91.000 boven de begroting 2014 en € 41.000 lager het niveau van 2013. De hogere overige baten worden mede veroorzaakt door de ontvangst van € 20.000 voor deelname aan een tenderregeling van het Vervangingsfonds en € 35.000 meer dan begroot ontvangen van het samenwerkingsverband.  Financiële baten en lasten Ondanks de nog steeds dalende rente zijn de rente baten zijn gelijk gebleven aan die van 2013. Ten opzichte van de begroting 2014 is er € 12.000 meer ontvangen.

Lasten  Personele lasten De personele lasten liggen € 156.000 boven de begroting en € 178.000 boven het niveau van 2013. De personele lasten bestaan uit de loonkosten van de medewerkers in dienst van de Veenplas en de overige personele kosten zoals inhuur van personeel, schoolbegeleiding, scholing, personeelsbijeenkomsten en verzuimbeheer. De afwijking t.o.v. de begroting wordt vooral veroorzaakt door extra inzet van personeel. Deze extra inzet kon plaats vinden, omdat we daar ook extra inkomsten voor hebben ontvangen.  Afschrijvingen De afschrijvingen over 2014 zijn € 2.000 lager dan de afschrijvingen in 2013. Ten opzichte van de begroting zijn de kosten € 14.000 lager. In 2014 is voor een bedrag van € 88.000 ( na verrekening van investeringssubsidie) geïnvesteerd in meubilair, leermiddelen, ict en inventaris.  Huisvesting De huisvestingslasten van de Veenplas liggen € 24.000 lager de begroting voor 2014. De kosten zijn t.o.v. 2013 met € 37.000 gedaald. Dit heeft vooral te maken met correcties op energienota’s uit het verleden. Tegelijkertijd was de dotatie aan de voorziening groot onderhoud hoger dan in het voorgaande jaar.  Overige instellingslasten De overige instellingslasten liggen € 12.000 boven de begroting 2014 en blijven gelijk aan de kosten uit 2013. Onderdeel van de € 12.000 is een eenmalige kosten post van € 8.000 in verband met de kosten van invoering van een nieuw leerlingvolgsysteem.  Leermiddelen De leermiddelen zijn € 8.000 hoger dan begroot in 2014. Dat wordt vooral veroorzaakt door de hogere kosten van reproductie en beheer en de kosten van ict licenties van onderwijspakketten. De kosten zijn echter wel € 3.000 lager dan in 2013.

Pagina 22


 Kengetallen per balansdatum Aan de balans en rekening van baten en lasten zijn de volgende kengetallen ontleend. Kengetallen

2014

2013

Liquiditeitsratio Solvabiliteitsratio (excl. voorzieningen) Solvabiliteitsratio (incl. voorzieningen) Kapitalisatiefactor (balanstotaal excl.gebouwen/totale baten)

3,38

3,54

0,62

0,64

0,78

0,8

47,5%

44,50%

 Liquiditeitsratio De liquiditeit geeft aan in hoeverre de stichting op korte termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit getal dient groter dan 1 te zijn. Het getal 3,38 geeft aan dat 3,38 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende verplichtingen. De liquiditeitsratio is gedaald.  Solvabiliteitsratio Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een organisatie de financiële verplichtingen aan verschaffers van vreemd vermogen kan nakomen met behulp van alle activa. Er is sprake van een goede solvabiliteit indien deze boven de 0,4 -incl. voorzieningen ligt.  Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor is vastgesteld exclusief de onder materiële vaste activa opgenomen gebouwen. De kapitalisatiefactor ligt met 47,5% boven het door de commissie Don geadviseerde niveau van 35% voor grotere organisaties. Realisatie Kengetallen (baten en lasten)

Begroot

Realisatie

2014

2014

2013

Personele lasten in % van totale lasten

83,6%

83,2%

83,0%

Verhouding rijksbijdrage / totale baten

94,7%

94,9%

94,3%

Resultaat in % van totale baten

-0,5%

-2,4%

4,9%

 Personele lasten in % van totale lasten Hieronder wordt het aandeel van de personele lasten in de totale lasten weergegeven. Het aandeel is in 2014 t.o.v. het voorgaande jaar gestegen door extra inzet welke gedaan kon worden door inzet van de extra ontvangen middelen.  Verhouding rijksbijdrage / totale baten Hieronder wordt het aandeel van de Rijksbaten in de totale baten aangegeven. Dit aandeel is t.o.v 2013 licht gestegen.  Resultaatbestemming Over 2014 heeft SKB de Veenplas een negatief resultaat behaald van € 51.673. Het bestuur heeft besloten om € 5.518 toe te voegen aan de overige private middelen en € 106.668 te onttrekken aan de algemene reserve. Het bedrag van nagekomen groeimiddelen van € 49.477 is in eerste instantie toegevoegd bestemmingsreserve interne groeibekostiging. Besloten is om deze reserve op te heffen en volledig op te nemen in de algemene reserve. Het saldo per 3112-2014 bedroeg € 116.938. Deze mutatie is als overige mutatie opgenomen in de specificatie. Specifieke geldstromen  Prestatiebox In 2014 heeft De Veenplas in totaal € 213.000 ontvangen uit de prestatie box. Daarvan was € 24.000 bestemd voor cultuureducatie. Deze middelen zijn in 2014 volledig ingezet. De middelen voor het versterken van opbrengst gericht werken en de professionalisering van leerkrachten € 169.300 zijn ook daadwerkelijk aan die doelen besteed. Door doelgerichte cursussen is in 2014 gewerkt aan de implementatie van opbrengst gericht werken en handelingsgericht werken. Tevens zijn de middelen ingezet in formatie, zodat er binnen de reguliere formatie ruimte ontstond om in gezamenlijkheid te kunnen werken aan handelingsgericht werken.

Pagina 23


Het budget voor de professionalisering van schoolleiders € 19.860 is bewust, in verband met de nog lopende ontwikkelingen van de nieuwe governancestructuur, gereserveerd en zal in 2015 beleidsmatig en in overleg met de directeur/bestuurder zo optimaal mogelijk worden ingezet.



Private middelen

Vanaf 2012 zijn de directie- en activiteitenrekeningen van de scholen in de jaarrekening opgenomen. De inkomsten van deze rekeningen bestaan uit bijdragen van ouders, sponsoractiviteiten, donaties e.d. Deze rekeningen zijn volledig opgenomen in de boekhouding en worden daar integraal verantwoord. Ultimo 2014 stond op deze schoolrekeningen in totaal € 94.218 ( € 83.580 ultimo 2013). Daarnaast hebben de scholen nog eigen spaarmiddelen, welke opgebracht zijn door acties e.d. Per einde 2014 bedroeg het saldo van deze spaarrekeningen € 49.991 (€ 56.144 ultimo 2013). De scholen gebruiken deze private middelen om specifieke doelen te kunnen financieren, zoals aanvullende zaken bij nieuwbouw scholen, festiviteiten rond jubilea van scholen, speelmateriaal e.d. Treasury beleid De overtollige liquide middelen van De Veenplas zijn ultimo 2014 als volgt bij de ABN-AMRO en Rabobank weggezet: Bank

Omschrijving

31-12-2014

01-01-2014

ABN

Vermogens spaarrekening 0.90% + 0.45% bonus

799.247

784.387

Rabo

Bedrijfsspaarrekening 0.5 % basis

259.000

555.788

Rabo

Vermogensspaarrekening 1.4

Totaal

1.531.445 2.589.692

1.012.178 2.018.607

De rente tarieven zijn gedaald t.o.v. voorgaand jaar. Er zijn geen gelden in aandelen of obligaties belegd. Een en ander is conform het treasurystatuut 2011 van de stichting. Risicobeleid In 2013 is een uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd met behulp van het instrument van de PO-raad. De analyse leverde een rapport op met een overzicht van alle risico’s waar De Veenplas mee te maken zou kunnen hebben, geordend in zes domeinen: onderwijs en identiteit, personeel, organisatie, PR en communicatie, huisvesting en financiën. Het rapport geeft aan dat 48% van de urgente en middelgrote risico’s adequaat is afgedekt. Volgens de norm zou het 60% moeten zijn. De risico’s waar De Veenplas mee van doen heeft zijn dus nog niet volledig afgedekt, maar er is geen sprake van een urgent risico. In 2014 zijn de uitgangspunten van de begrotingscyclus helder beschreven. Onderdeel daarvan is een nieuw en transparant verdeelmodel, waarmee de personele inzet niet alleen goed verdeeld wordt over alle scholen van de Veenplas, maar ook beheersbaar zijn en blijven. Verder is er aandacht geweest voor het verbeteren van de managementrapportages en is er een meerjarenbegroting opgesteld. Daarmee heeft de Veenplas weer een extra stap genomen om nog beter “in control” te komen. De komende jaren zal De Veenplas meer aandacht besteden en middelen daarvoor beschikbaar stellen om risico’s in het personele domein beter beheersbaar te maken en te houden. Denk daarbij vooral aan zaken als ziekteverzuim, uitval e.d. Aanbestedingsbeleid De Veenplas heeft geen eigen aanbestedingsbeleid en handelt conform de Europese aanbestedingsregels. Continuïteitsparagraaf De Veenplas verwacht de komende jaren een daling van het aantal leerlingen. Dit wordt veroorzaakt door demografische ontwikkelingen. Deze daling leidt tot een daling van inkomsten en zal uiteindelijk ook leiden tot vermindering van uitgaven. Om ook in de toekomst hoogwaardige kwaliteit van onderwijs te kunnen blijven verzorgen in de dorpen waar De Veenplas nu actief is wordt intensieve samenwerking gezocht met andere schoolbesturen.

Pagina 24


Stichting De Veenplas werkt sinds twee jaar met schooljaarbegrotingen en heeft voor het schooljaar 2014-2015 verdeelmodel ‘De Effectieve school” ingevoerd. De formatie wordt op basis van dit model toebedeeld aan de scholen. De schooljaarbegrotingen worden laat in het boekjaar opgesteld. Het effect daarvan is dat de Veenplas werkt met gegevens die zo actueel mogelijk zijn. Tijdens het opstellen van de begroting van schooljaar 2015-2016 is ook al vooruitgekeken naar de jaren erna. Bij het opstellen van jaarverslag over het jaar 2013 waren er nog veel onzekerheden met betrekking tot extra middelen die het onderwijs zou ontvangen. Dat betrof naast de verschillende zaken uit het Najaarsakkoord ook de middelen voor het buitenonderhoud dat overgeheveld is naar de besturen. Deze middelen zijn nu goed verwerkt in de meerjaren begroting. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting heeft De Veenplas zich gebaseerd op gegevens van onder andere de POraad. De eind 2013 ontvangen middelen uit het najaarsakkoord zijn in 2013 toegevoegd aan de reserve. Daardoor was de algemene reserve fors gestegen per einde 2013. In de schooljaarbegroting 20142015 zijn deze voor een groot deel beleidsrijk ingezet. Een groot deel van deze uitgaven zullen in boekjaar 2015 worden gerealiseerd. In tabel 1: overzicht formatie en aantal leerlingen 2014-2018 is voor de jaren 2014 tot en met 2018 de formatie weergegeven, uitgesplitst naar directie, onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel. In de formaties is wel rekening gehouden met natuurlijk verloop maar niet met aanpalende maatregelen, bijvoorbeeld RDDF plaatsing en/of ontslag. De directieformatie is kleiner geworden door de invoering van de functie meerschoolse directeur. De formatie OP zal elk jaar met ongeveer 1 fte verminderen i.v.m. het niet volledig opvullen van natuurlijk verloop.

In tabel 2 : Raming baten en lasten 2014-2018 zijn de vastgestelde baten en lasten opgenomen van 2013 en 2014 en de geraamde baten en lasten van 2015 tot en met 2018. De Veenplas is daarbij zoveel als mogelijk uitgegaan van de zaken die op dit moment bekend zijn. Door extra investeringen in met name het personele domein in de jaren 2016 tot en met 2018 zullen de geraamde resultaten negatief uitvallen. De Veenplas kan dat doen omdat enerzijds de kapitalisatiefactor hoog is en ook het weerstandvermogen tegen de bovengrens van 20% aan zit.

In tabel 3 balans 2014-2018 zijn de vastgestelde balansen opgenomen van de boekjaren 2013 en 2014. In de balansen van 2015 tot en met 2018 is rekening gehouden met de verwachte resultaten in deze jaren en de veranderingen in met name de voorzieningen. Daarnaast is uiteraard rekening gehouden met de wijzigingen in de vaste activa. Een van de zaken die van belang zijn bij de continuïteit van de bedrijfsvoering is het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de organisatie in staat is om financiële tegenvallers met eigen middelen op te vangen. Daarbij wordt gekeken wat de totale reserves zijn ten opzichte van de totale baten. Rekening houdend met de verwachte resultaten zien wij dit percentage van 29.70 % in 2014 teruglopen naar 26.21% in 2018. Hanteren wij het begrip weerstandsvermogen zoals de PO raad deze hanteert zien wij het percentage teruggelopen van 19% in 2014 naar 17 % in 2018. De PO raad hanteert een iets andere definitie. Zij kijkt naar de verhouding van het eigen vermogen minus de vaste activa ten opzichte van alleen de rijksbijdrage. Afhankelijk van het risicoprofiel van de Stichting zou dit tussen de 5% en 20% moeten liggen. Daarmee voldoet de Veenplas ook in de toekomst aan deze richtlijn.

Pagina 25


Door de voorgenomen extra investeringen in het domein personeel de komende jaren zien we de rentabiliteit onder de 0% dalen, zal de solvabiliteit ook licht dalen en zal ook het liquiditeit iets afnemen. Het eigen vermogen van de Stichting loopt door de negatieve uitkomsten van 2014 tot en met 2018 terug van € 3.017.000 naar € 2.578.000.

Tabel 1 Overzicht ontwikkeling formatie en aantal leerlingen 2014-2018 teldatum 1 oktober di recti e onderwi jsgevend personeel onderwi jsondersteunend personeel FTE totaal totaal aantal l eerl i ngen

2014 1-10-2014 12,24 101,21 14,38 127,83 2.059

2015 1-10-2015 11,41 99,17 14,61 125,18 2.045

2016 1-10-2016 11,41 98,17 14,61 124,18 2.020

2017 1-10-2017 11,41 96,67 14,61 122,68 2.006

2018 1-10-2018 11,41 95,67 14,61 121,68 1.967

Tabel 2 Raming baten en lasten 2014-2018 2014

2015

2016

2017

2018

3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overh.bijdragen en -subs. 3.3 Coll-,cursus-,les-en examengeld. 3.4 Baten werk i.o.v. derden 3.5 Overige baten totaal baten

9.625.463 112.576 428.843 10.166.882

9.608.241 96.700 220.045 9.924.986

9.779.840 57.040 198.560 10.035.440

9.692.260 38.590 198.560 9.929.410

9.596.980 39.020 198.560 9.834.560

4. Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten totaal lasten

8.575.709 244.328 612.517 823.154 10.255.708

8.409.770 255.968 624.596 811.680 10.102.014

8.408.840 263.830 675.360 808.840 10.156.870

8.274.020 271.680 688.810 780.550 10.015.060

8.229.610 267.410 694.930 780.550 9.972.500

Saldo baten en lasten

88.826-

177.027-

121.430-

85.650-

137.940-

Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten

37.153 -

22.921 -

20.000 -

20.000 -

20.000 -

Netto resultaat

51.673-

154.106-

101.430-

65.650-

117.940-

Pagina 26


Tabel 3 Balans overzicht 2014-2018 2014

2015

2016

1. Activa 1.1 Immateriële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa Vaste activa

1.221.084 9.900 1.230.984

1.134.116 9.900 1.144.016

1.066.286 1.066.286

984.606 984.606

907.196 907.196

1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.6 Effecten 1.7 Liquide middelen Vlottende activa

732.483 2.884.501 3.616.984

732.483 2.676.363 3.408.846

732.483 2.622.663 3.355.146

732.483 2.687.693 3.420.176

732.483 2.653.163 3.385.646

Totale Activa

4.847.968

4.552.862

4.421.432

4.404.782

4.292.842

2. Passiva 2.1 Eigen vermogen waarvan publiek eigen vermogen waarvan privaat eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden

2.997.705 2.263.152 734.553 779.006 1.071.257

2.843.599 2.109.046 734.553 638.006 1.071.257

2.742.169 2.017.616 724.553 608.006 1.071.257

2.676.519 1.961.966 714.553 657.006 1.071.257

2.558.579 1.844.026 714.553 663.006 1.071.257

Totale Passiva

4.847.968

4.552.862

4.421.432

4.404.782

4.292.842

Pagina 27

2017

2018

Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Jaarrekening 2014

Telefoon: Website: E-mail:

0172-570204 www.veenplas.nl [email protected]


Balans na resultaatbestemming per 31 december 2014

Activa Materiële vaste activa Meubilair

31 december 2014

31 december 2013

€

€

1.221.084

1.377.368

530.652

564.184

90.397

103.594

ICT

403.989

445.550

Duurzame leermiddelen

224.058

264.040

Investeringssubsidies

-28.012

0

Inventaris en apparatuur

1.221.084

1.377.368

Financiële vaste activa

9.900

0

Leningen en waarborgsommen

9.900

0 9.900

0

Vorderingen

732.483

666.217

Ministerie van OCW

540.898

432.592

Overige overheden (gemeenten)

91.296

93.556

Overige vorderingen

28.910

54.908

Overlopende activa

71.379

85.161 732.483

666.217

Liquide middelen

2.884.501

2.689.716

Banken

2.884.501

2.689.716

Totaal Activa

2.884.501

2.689.716

4.847.968

4.733.301

Pagina 29


Balans na resultaatbestemming per 31 december 2014

Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves

31 december 2014

31 december 2013

€

€

2.997.705

3.049.378

2.251.288

2.241.018

746.417

808.360 2.997.705

3.049.378

Voorzieningen

779.006

736.418

Personeelsvoorzieningen

121.454

124.276

Overige voorzieningen

657.552

612.142 779.006

736.418

1.071.257

947.505

Crediteuren

91.632

53.953

Ministerie van OCW

10.093

15.871

Loonheffing en premies

322.387

286.478

Pensioenpremies

107.199

120.999


12.225

0

Overige kortlopende schulden

80.874

91.350

446.847

378.854

Kortlopende schulden

Overlopende passiva

Totaal Passiva

1.071.257

947.505

4.847.968

4.733.301

Pagina 30


Staat van baten en lasten 2014 Realisatie

Begroting

Realisatie

2014

2014

2013

In €

In €

In €

Baten Rijksbijdragen OCW

9.625.463

9.350.890

9.998.313

Overige overheidsbijdragen en subsidies

112.576

167.760

131.321

Overige baten

428.843

338.350

470.113

Totaal Baten

10.166.882

9.857.000

10.599.747

8.575.709

8.419.800

8.398.634

Afschrijvingen

244.328

258.200

245.963

Huisvestingslasten

612.517

636.050

648.818

Overige instellingslasten

823.154

803.010

824.786

10.255.708

10.117.060

10.118.201

-88.826

-260.060

481.546

Financiële baten

37.153

25.000

37.497

Saldo financiële baten en lasten

37.153

25.000

37.497

-51.673

-235.060

519.043

Lasten Personele lasten

Totaal Lasten

Saldo baten en lasten

Financiële baten en lasten

Exploitatieresultaat

Pagina 31


Kasstroomoverzicht over 2014 2014

2013 €

€ Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten

-88.826

481.546

Afschrijvingen

244.328

245.963

- Vorderingen

-66.266

138.536

- Kortlopende schulden

123.752

-202.120

Mutaties voorzieningen

42.588

8.822

Mutaties werkkapitaal

255.576

Ontvangen interest Betaalde interest

672.747

37.153

37.497

0

0 37.153

37.497

Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa

-88.044

-240.467

(Des)investeringen financiële vaste activa

-9.900

0

Mutatie liquide middelen

Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen

-97.944

-240.467

194.785

469.777

2.689.716

2.219.939

194.785

469.777

Eindstand liquide middelen

2.884.501

Pagina 32

2.689.716


Grondslagen Activiteiten De Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas te Nieuwveen verzorgt onderwijs aan de bij de scholen ingeschreven leerlingen.

ALGEMEEN De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn in hele euro's. Omwille van de vergelijkbaarheid van de jaarcijfers 2014 met die van 2013 zijn de vergelijkende cijfers over 2013 in deze jaarrekening aangepast t.o.v. de in de jaarrekening over 2013 gepresenteerde cijfers.

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt een activeringsgrens gehanteerd van € 500, investeringen onder de € 500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.

Schoolgebouwen Het economisch eigendom van de gebouwen is in handen van de gemeente en het juridisch eigendom berust bij het bevoegd gezag. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voor kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.

Inventaris en duurzame leer- en hulpmiddelen Als ondergrens voor het activeren van duurzame middelen wordt een bedrag van € 500 aangehouden. Deze ondergrens geldt per artikel of voor een groep van samenhangende artikelen. De gehanteerde categorieën materiële vaste activa en de bijbehorende afschrijvingspercentages zijn: Meubilair Inventaris en apparatuur ICT hardware Leermiddelen Investeringssubsidies

5,00%

5,00% 12,50% 25,00% 12,50% 12,50%

De afschrijving kan nooit over een langere periode plaatsvinden dan de technische levensduur.

Pagina 33


Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten.

Vlottende activa Vorderingen De vorderingen zijn voor zover noodzakelijk gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.

Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld in de toelichting op de balans, ter vrije beschikking van het bevoegd gezag en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van het bevoegd gezag worden verwerkt onder de financiële vaste activa.

Eigen Vermogen Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de baten en lasten. Deze reserve dient ter dekking van eventuele toekomstige exploitatietekorten. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserves worden gevormd met als doel deze in de toekomst aan te wenden voor een specifiek doel. Bestemmingsreserves zijn gevormd op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen.

Bestemmingsreserve publiek Deze publieke reserve betreft het door het bevoegd gezag reeds bestemde gedeelte van de exploitatieoverschotten van het bevoegd gezag tot en met het verslagjaar.

Bestemmingsreserve privaat Deze private reserve is opgebouwd uit exploitatieoverschotten uit eigen middelen van het bevoegd gezag tot en met het verslagjaar. Deze reserve muteert na resultaatbestemming. Aan deze reserve ligt een private herkomst ten grondslag.

Resultaatbestemming De bestemming van het resultaat aan de algemene reserve dan wel de bestemmingsreserve vindt plaats op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Het resultaat wordt in principe toegevoegd of onttrokken aan de publieke reserve tenzij aan de middelen een private herkomst ten grondslag ligt.

Pagina 34


Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening is gevormd ter egalisatie van de kosten die verbonden zijn aan het meerjarig planmatig onderhoud en de exploitatievoorzieningen van de gebouwen van het bevoegd gezag. De dotatie aan de voorziening is gebaseerd op de verwachte kosten en de periodiciteit waarmee onderhoudswerken naar verwachting worden uitgevoerd op basis van een opgesteld onderhoudsplan dat door het bevoegd gezag is goedgekeurd. Het uitgevoerde groot onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht.

Pensioenvoorziening Het bevoegd gezag heeft voor haar werknemers een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegd-pensioenregeling, waarbij de toegezegde pensioenuitkeringen gebaseerd zijn op middelloon. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, en wordt - conform de in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving aangereikte vereenvoudiging - in de jaarrekening verwerkt als toegezegde-bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord.

Personeelsvoorzieningen De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de CAO dienen te worden betaald. Daarbij wordt rekening gehouden met de datum van indiensttreding, leeftijd van betrokkene(n), blijfkanspercentage en een uitkering bij 25 en 40 jarig jubileum conform de CAO. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde.

Langlopende schulden De langlopende schulden worden gevormd door verplichtingen die een looptijd hebben, langer dan één jaar.

Kortlopende schulden De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.

Pagina 35


GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.

Baten Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) waar geen bestedingsplan aan ten grondslag ligt worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Niet-geoormerkte subsidies waaraan een specifiek bestedingsdoel is gekoppeld, worden op basis van een bestedingsplan toegerekend aan de periode waar ze betrekking op hebben. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Overige overheidsbijdragen Dit betreft subsidies van Gemeenten en andere overheidsinstanties m.u.v. het Ministerie van OCW voor zover de bijdragen niet als doelsubsidies in het kader van de huisvestingsverordening in mindering zijn gebracht op de lasten.

Overige baten Alle overige baten die kunnen worden toegerekend aan de exploitatie van het bevoegd gezag.

Lasten Personeelslasten Onder de personele lasten zijn opgenomen de lonen en salarissen van het personeel in dienst van het bevoegd gezag verminderd met ontvangen uitkeringen van Vervangingsfonds en uitkeringsinstanties. Tevens zijn onder deze noemer opgenomen de overige personele lasten.

Afschrijvingen De afschrijvingslasten worden berekend over de aanschaffingsprijs op basis van de onder materiële vaste activa vastgelegde criteria rekening houdend met de economische levensduur.

Huisvestingslasten Onder de huisvestingslasten worden de kosten van huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Overige lasten De overige lasten, die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs, worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Pagina 36


Rentebaten en rentelasten De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente opbrengsten en -kosten en kosten van ontvangen leningen

Resultaat Onder resultaat wordt verstaan het resultaat van het bevoegd gezag inclusief de financiële baten en lasten. Het resultaat is in de balans verwerkt conform de in de jaarrekening opgenomen resultaatbestemming.

Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.

Pagina 37


Toelichting op de balans na resultaatbestemming per 31 december 2014 Activa Vaste activa Materiële vaste activa Meubilair

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

530.652

564.184

90.397

103.594

ICT

403.989

445.550


224.058

264.040



-28.012

0

1.221.084

1.377.368

Verkrijgings

Cum.afschr.

Boek

Investe-

Desinveste

Afschrij-

Boek

prijs t/m

t/m

waarde

ringen

ringen

vingen

waarde

2013

2013

31-dec-13

2014

2014

2014

31-dec-14

Specificatie materiele vaste activa Meubilair

941.302

-377.118

564.184

14.176

0

-47.708

530.652


190.865

-87.271

103.594

448

0

-13.645

90.397

ICT

1.658.339

-1.212.789

445.550

73.116

0

-114.677

403.989


1.141.802

-877.762

264.040

29.790

0

-69.772

224.058


0

0

0

-29.486

0

1.474

-28.012

3.932.308

-2.554.940

1.377.368

88.044

0

-244.328

1.221.084

In 2014 zijn de materiële vaste activa staten beoordeeld. Niet meer aanwezige activa is opgeschoond. Totaal is er bij meubilair voor € 21.965, bij ICT voor € 846.380, bij inventaris voor € 56.628 en bij leermiddelen voor € 595.913, in de materiële vaste activa opgeschoond. Deze posten hadden geen waarde meer.

De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn:

%

%

Jaren

Meubilair

5,00%

20


12,50%

8

ICT

25,00%


12,50%

8


12,50%

8

Financiële vaste activa Leningen en waarborgsommen

Pagina 38

5,00%

4 / 20

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

9.900

0

9.900

0


Vorderingen OCW te vorderen subsidies

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

540.898

432.592


91.296

93.556

Overige vorderingen

28.910

54.908

Overlopende activa

Verloopstaat overige overheden (gemeenten) Gemeente subsidie huisvesting Gemeente subsidie schade/vandalisme Gemeente subsidie nieuw-/verbouw Gemeente subsidie diverse aanvragen

71.379

85.161

732.483

666.217

Saldo

Ontvangen

Besteed

Boeken tlv

Overige

Saldo

31-dec-13

2014

2014

2014

2014

31-dec-14

-28.936

0

20.554

0

-8.382

0

484

0

6.886

0

0

7.370

0

0

34.838

0

0

34.838

122.008

158.599

94.061

0

8.382

49.088

93.556

158.599

156.339

0

0

91.296

Overige vorderingen (specificatie) Vervangingsfonds

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

28.910

41.390

0

13.518

28.910

54.908

Overige vorderingen

Overlopende activa (specificatie)

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

Vooruitbetaalde kosten

12.345

11.562

Overige overlopende activa

59.034

73.599

71.379

85.161

Liquide middelen Banken Spaarrekeningen

Pagina 39

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

235.310

284.149

2.649.191

2.405.567

2.884.501

2.689.716


Passiva Eigen vermogen Algemene reserve

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

2.251.288

2.241.018

Bestemmingsreserve (publiek)

11.864

79.325

Bestemmingsreserve (privaat)

734.553

729.035

2.997.705

3.049.378

Eigen vermogen (specificatie en resultaatverwerking)

Saldo

Bestemming

Overige

Saldo

31-dec-13

resultaat

mutaties

31-dec-14

Algemene reserve Stichtingskapitaal Algemene reserve

100

0

0

100

2.240.918

-106.668

116.938

2.251.188

Bestemmingsreserve (publiek) Reserve spaarverlof Reserve interne groeibekostiging Reserve exploitatietekorten gymzalen

6.732

0

0

6.732

67.461

49.477

-116.938

0

5.132

0

0

5.132

555.493

0

0

555.493

173.542

5.518

0

179.060

3.049.378

-51.673

0

2.997.705

Bestemmingsreserve (privaat) Algemene reserve private middelen Overige algemene reserve private middelen

Voorzieningen

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

Personeelsvoorzieningen

121.454

124.276

Overige voorzieningen

657.552

612.142

779.006

736.418

Specificatie voorzieningen dotaties / onttrekkingen

Saldo

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Saldo

Kortlopend

Langlopend

31-dec-13

2014

2014

2014

31-dec-14

deel < 1 jr

deel > 1 jr

Voorziening jubilea personeel

124.276

14.092

-16.914

0

121.454

10.692

110.762

Voorziening onderhoud gebouwen

612.142

130.500

-85.090

0

657.552

157.917

499.635

736.418

144.592

-102.004

0

779.006

168.609

610.397

Kortlopende schulden

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

Crediteuren

91.632

53.953

Ministerie van OCW

10.093

15.871

Loonheffing en premies

322.387

286.478

Pensioenpremies

107.199

120.999

12.225

0

Overige overheden (gemeenten) Overige kortlopende schulden Overlopende passiva

Pagina 40

80.874

91.350

446.847

378.854

1.071.257

947.505


Overige kortlopende schulden (specificatie)

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

Schulden aan personeel

24.860

38.129

Diverse te betalen premies

56.014

48.678

Te verrekenen uitkeringen UWV

Overlopende passiva (specificatie) Rechten vakantiegeld en -dagen Vooruitontvangen en -gefactureerd Overige overlopende passiva

Pagina 41

0

4.543

80.874

91.350

31-dec-14

31-dec-13

in €

in €

281.577

282.506

55.658

25.424

109.612

70.924

446.847

378.854


Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW G1

Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing

Omschrijving

Kenmerk

Datum

Bedrag van

Ontvangen t/m

toewijzing

verslagjaar

€

verslagjaar cf beschikking

€

gereed

niet gereed

Studieverlof 2014

7.415

7.415

5.412

2.003

Totaal

7.415

7.415

5.412

2.003

G2

Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

G2-A

Aflopend per ultimo boekjaar

Toewijzing

Omschrijving

Kenmerk

Datum

Bedrag van

Ontvangen t/m

Totale

toewijzing

verslagjaar

Totale kosten

€

€

Totaal

G2-B

De prestatie is ultimo

0

Te verrekenen ultimo verslagjaar

€

0

€

0

0

Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Totaal kosten

Omschrijving

Toewijzing Kenmerk

Totaal

Datum

Bedrag van

Saldo per

Ontvangen in

toewijzing

01-01-2014

verslagjaar

€

€

0

Pagina 42

€

0

0

Saldo nog te

Lasten in

per

verslagjaar

per 31-12-2014

ultimo verslagjaar

€

€

€

0

verrekenen

0

0


Niet in de balans opgenomen verplichtingen Meerjarige financiële verplichting Huurverplichtingen Bij Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas lopen de volgende huurverplichtingen. Het materieel beheer van de school De Rietkraag wordt vanaf 1 januari 2010 verzorgd door de Stichting Buytewech. De stichting Buytewech beheert het gebouw, waarin gevestigd zijn een openbare basischool De Zilveren Maan, een katholieke basisschool De Rietkraag, en een christelijke basisschool De Maranatha, een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en twee gymzalen. Het huurbedrag bedraagt voor 2014 € 86.536 en voor 2015 € 104.678.

Langlopende contracten Bij Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas lopen de volgende meerjarige contracten. RICOH - inzake kopieerapparatuur - looptijd 60 maanden - tot maart 2017 - omvang per jaar ca. € 48.516.

Krediet Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas heeft de volgende kredietfaciliteiten. De bankrekening 1270.49.819 van de Stg. De Veenplas heeft een kredietfaciliteit van € 50.000,-

Pensioenrechten De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds (beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 maandelijkse dekkingsgraden) dit toelaat. Naar de stand van februari 2015 is de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds 103,4% (bron: website www.abp.nl). In 2015 dient het pensioenfonds een nieuw herstelplan in bij de toezichthouder. Het oude herstelplan vervalt door nieuwe regels die vanaf 2015 gelden. Naar de stand van ultimo 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101,1% (bron: website www.abp.nl). De Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

Pagina 43


Verlofuren duurzame inzetbaarheid personeel In de cao PO is in artikel 8A.1 in het kader van de duurzame inzetbaarheid de mogelijkheid opgenomen om met ingang van 1 oktober 2014 uren op te sparen. Voor de gespaarde uren dient, indien deze in uren of in geld opgenomen zullen worden, een voorziening gevormd te worden. Hiertoe dienen tussen werknemer en werkgever individuele afspraken gemaakt te worden. In verband met het tijdstip van het bekend worden van de cao-afspraken was het niet mogelijk om voor ultimo 2014 deze afspraken te maken. Omdat er geen betrouwbare schatting van een eventuele voorziening gemaakt kan worden kan er ultimo 2014 geen voorziening worden gevormd.

Pagina 44


Toelichting op de staat van baten en lasten 2014 Realisatie 2014 In €

Begroting 2014 In €

Realisatie 2013 In €

Baten Rijksbijdragen OCW OCW lumpsum OCW personeels en arbeidsmarktbeleid OCW lgf en impulsgebieden OCW prestatiebox OCW bijdragen via samenwerkingsverbanden OCW materiële instandhouding OCW overige subsidies

6.777.766 901.368 104.429 213.381 131.761 1.361.967 134.791 9.625.463

6.682.240 846.248 99.498 101.826 86.802 1.354.196 180.080 9.350.890

6.759.796 858.783 228.049 207.648 0 1.363.805 580.232 9.998.313

30.063 14.110 68.403 112.576

46.388 30.756 90.616 167.760

24.131 21.808 85.382 131.321

91.577 65.779 3.947 64.705 123.695 20.923 58.217 428.843

104.658 60.486 0 61.214 87.878 0 24.114 338.350

105.885 48.279 0 82.810 173.179 3.884 56.076 470.113

10.166.882

9.857.000

10.599.747

Overige overheidsbijdragen en subsidies Gemeente bijdragen onderwijsbeleid Gemeente bijdragen huisvesting en materieel Gemeente overige bijdragen Overige baten Ouderbijdragen Verhuur Sponsoring Baten van derden Baten van Samenwerkingsverband Vervangingsfonds bijdragen en subsidies Overige baten

Totaal baten

Pagina 45





Lasten Loonkosten personeel Loonkosten bestuur, directie en toezicht Loonkosten onderwijzend personeel Loonkosten onderwijsondersteunend personeel Loonkosten vervangingen Loonkosten overig Loonkosten overboekingsrekening

1.136.183 6.208.756 641.305 568.555 165.618 0 8.720.417

1.151.902 6.199.676 615.734 228.354 43.018 10 8.238.694

1.189.033 6.193.907 640.762 606.671 158.869 0 8.789.242

106.539 98.213 56.269 7.074 40.066 199 5.708 -2.822 311.246

133.904 116.994 42.560 15.270 25.736 29.178 23.010 0 386.652

101.065 54.765 53.730 52 28.245 -7.821 5.044 -15.780 219.300

-455.954 -455.954

-205.546 -205.546

-609.908 -609.908

Personele lasten

8.575.709

8.419.800

8.398.634

Specificatie personele lasten naar samenstelling Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Totaal lonen en salarissen

6.695.790 1.125.840 898.787 8.720.417

6.327.795 1.062.599 848.300 8.238.694

6.923.154 979.699 886.389 8.789.242

Overige personele kosten Inhuur personeel niet in loondienst Scholing en opleiding personeel Personeelsbijeenkomsten, overleg, beleid en zorg Werving en selectie Representatie, bijeenkomsten en consumpties Kosten kwaliteit en projecten Overige personele kosten Dotaties personele voorzieningen Uitkeringen personeel en vervangers Uitkeringen (-/-)

In de pensioenlasten 2014 en 2013 zijn uitsluitend de werkgeverslasten opgenomen. Bij de stichting waren in 2014 gemiddeld 138,60 FTE's werkzaam (2013: 140,59 FTE's) Onderverdeeld naar: Directie Onderwijzend personeel

2014 12,47 110,88

2013 15,22 110,42

Onderwijs ondersteunend personeel

15,25 138,60

14,95 140,59

Pagina 46


Realisatie 2014 In € Investeringen Investeringen in meubilair Investeringen in leermiddelen Investeringen in inventaris en apparatuur Investeringen in ICT Investeringssubsidies Overboekingsrekening mva naar balans Afschrijvingen Afschrijvingskosten meubilair Afschrijvingskosten inventaris en apparatuur Afschrijvingskosten ICT Afschrijvingskosten leermiddelen Afschrijvingskosten investeringssubsidies Huisvestingslasten Huur terreinen en gebouwen Klein onderhoud gebouwen en terreinen Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen en vuilafvoer Groot onderhoud Onttrekking voorziening onderhoud Dotatie voorziening onderhoud Overige huisvestingslasten Administratie, beheer en bestuur Administratie en advisering door derden Accountantskosten Contributie besturenorganisaties Verzekeringen Medezeggenschap Telefonie / Dataverbindingen Schooladministratie Contributies scholenorganisaties Overige schoolgebonden kosten Overige lasten beheer en administratie

Uitsplitsing accountantskosten Honorarium onderzoek jaarrekening

Pagina 47



14.176 29.790 448 73.116 -29.486 -88.044 0

11.444 70.724 2.840 83.886 0 -168.904 -10

41.919 52.385 15.188 130.978 0 -240.470 0

47.708 13.645 114.677 69.772 -1.474 244.328

46.968 63.158 118.874 29.210 0 258.210

46.811 11.875 108.202 79.075 0 245.963

101.856 74.113 173.843 120.383 11.129 85.783 -85.090 130.500 0 612.517

102.028 80.464 182.530 121.466 18.346 145.941 -145.901 130.838 338 636.050

104.144 77.300 205.699 123.726 16.169 88.932 -88.931 113.533 8.246 648.818

219.560 7.623 18.824 7.560 1.925 21.029 18.426 2.689 16.750 19.060 333.446

213.522 13.712 17.580 8.202 3.958 23.792 10.876 3.544 21.524 10.838 327.548

222.081 7.381 17.003 7.482 1.338 24.467 11.492 2.061 21.349 15.358 330.012

7.623 7.623

13.712 13.712

7.381 7.381


Realisatie 2014 In € Inventaris, apparatuur en leermiddelen Onderwijsleerpakket incl. ondw licenties Reproductiekosten Kosten en onderhoud meubilair en inventaris Beheer en kosten ICT incl. adm. licenties


197.884 97.893 2.615 100.017 398.409

200.764 89.544 7.390 92.534 390.232

202.889 85.903 12.856 99.209 400.857

10.296 49.104 31.899 91.299

4.342 44.196 36.692 85.230

6.664 50.808 36.445 93.917

823.154

803.010

824.786

10.255.708

10.117.060

10.118.201

37.153 37.153

25.000 25.000

37.497 37.497

-51.673

-235.060

519.043

Overige lasten Kosten van projecten Activiteiten, werkweken en excursies Overige schoolkosten

Overige instellingslasten Totaal lasten


Financiële baten en lasten Financiële baten Rentebaten en dividenden

Resultaat

Pagina 48


Overzicht verbonden partijen Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap)

Per 31 december 2014 zijn er financiële of organisatorische banden met de volgende samenwerkingsverbanden: Juridische vorm

Naam

code activiteiten

WSNS SWV Rijnstreek

Stichting

4

Stichting Speciaal (basis) onderwijs Rijnstreek

Stichting

4

Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)

Per 31 december 2014 zijn er financiële of organisatorische banden met de volgende rechtspersonen: Juridische vorm

Naam

Statutaire zetel

Stichting Beheer en Exploitatie MFA Buytewech

Stichting

Nieuwkoop

Stichting Samenwerkende Peuterspeelzalen Nieuwkoop

Stichting

Nieuwkoop

Pagina 49


WNT

VERMELDING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN (WNT 4.1) Vermelding topfunctionarissen- bestuurders met dienstbetrekking bezoldiging Functie

Voorzitter

Naam

J/N

Ingangsdatum

Einddatum

Omvang

dienstverband

dienstverband

dienstverband

beloning

in fte

Directeur / bestuurder

N

Mw. T.E.G. Janson

Het bezoldigd bestuur bestaat uit de volgende personen:

12-9-2012

0,9000

Ingangsdatum

Einddatum

Vergoeding

Dhr. G.J.P. Burgmeijer (voorzitter)

1-10-2009

26-6-2014

€ 304

Mw. T.E.G Janson

12-9-2012

n.v.t.

zie tabel

Dhr. M. Mollema

26-2-2007

n.v.t.

€ 387

Dhr. P.G.J. van der Geest

1-9-2008

n.v.t.

€ 392

Mw. H.A. van Lith

1-9-2013

n.v.t.

€ 388

Dhr. F.C. Pickott

1-9-2013

n.v.t.

€ 478

Mw. M. van Ravenzwaaij

1-9-2013

26-6-2014

€ 184

Mw. F. Schouten

1-8-2014

n.v.t.

€ 238

Dhr. J. Engelfriet

1-8-2014

n.v.t.

€ 232

Pagina 50

67.840

belastbare vaste

voorzieningen

uitkeringen

en variabele

beloningen

wegens

onkosten

betaalbaar op

beëindiging

vergoedingen

termijn

dienstverband

7.875


Overige gegevens

Pagina 51


(Voorstel) bestemming van het resultaat Het exploitatieresultaat over het jaar 2014 bedraagt € 51.673 negatief. Het bestuur stelt voor om het exploitatieresultaat te bestemmen aan de onderstaande reserves. Vooruitlopend op de vaststelling door het bestuur is dit voorstel reeds in de jaarrekening verwerkt.

Stand

Bestemming

Overige

Stand

31-dec-13

resultaat

mutaties

31-dec-14

€

€

Stichtingskapitaal

€

€

100

0

0

100

2.240.918

-106.668

116.938

2.251.188

Bestemmingsreserves publiek

79.325

49.477

-116.938

11.864

Bestemmingsreserves privaat

729.035

5.518

0

734.553

3.049.378

-51.673

0

2.997.705

Algemene reserve

Stand

Bestemming

Overige

Stand

31-dec-13

resultaat

mutaties

31-dec-14

€

€

€

€

100

0

0

100

2.240.918

-106.668

116.938

2.251.188

6.732

0

0

6.732

67.461

49.477

-116.938

0

5.132

0

0

5.132

Algemene reserve private middelen

555.493

0

0

555.493

Overige algemene reserve private middelen

173.542

5.518

0

179.060

3.049.378

-51.673

0

2.997.705

Stichtingskapitaal Algemene reserve Reserve spaarverlof Reserve interne groeibekostiging Reserve exploitatietekorten gymzalen

Pagina 54


Gebeurtenissen na balansdatum Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van belang zijn voor de beoordeling van de positie van de instelling.

Pagina 55


Bijlagen

Pagina 56


Gegevens over de rechtspersoon Algemene gegevens Bestuursnummer Naam instelling KvK-nummer

40974 Stichting Katholiek Basisonderwijs De Veenplas 28076731

Adres Telefoon E-mailadres Website

Ambroziolaan 32, 2441 AD NIEUWVEEN 0172-570204 [email protected] www.veenplas.nl

Contactpersoon Naam Adres Telefoon E-mailadres

De heer M.J. Ripken Ambroziolaan 32, 2441 AD NIEUWVEEN 0172-570204 [email protected]

BRIN-nummers 03JG 03NY 03NY(G) 03UG 03WL 04UN(G) 04UN 06FU 06JF 07TB 07TH 07UR 40974

R.K. Basisschool De Kleine Wereld R.K. Basisschool St. Antonius Antonius R.K. Basisschool St. Nicolaas R.K. Basisschool Johannes de Doper Aeresteijn Katholieke Basisschool Aeresteijn R.K. Basisschool De Kinderarcke De Rietkraag, School voor Katholiek Basisonderwijs R.K. Basisschool Ter Does R.K. Basisschool De Vosseschans R.K. Basisschool De Tweeklank Stg Kath Basisond De Veenplas Bovenschools

Pagina 57

Stg. Katholiek Basisonderwijs De Veenplas Jaarverslag 2014

Recommend Documents