Stichting BASF Pensioenfonds
Stichting BASF Pensioenfonds Groningensingel 1, 6835 EA Arnhem Postbus 1019, 6801 MC Arnhem Telefoon:
026 - 3717 159
Telefax:
026 - 3717 246
Internetsite: www.basfpensioenfonds.nl Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 0910.3467.0000
Verslag over het boekjaar 1-1-2012 t/m 31-12-2012
2
Inhoud
Pagina Meerjarenoverzicht
5
Organisatie van het Pensioenfonds Profiel
7
Bestuur
7
Directie
8
Dagelijks bestuur
8
Beleggingscommissie
8
Communicatieadviesgroep
8
Deelnemersraad
8
Verantwoordingsorgaan
9
Intern toezicht
9
Compliance officer
9
Externe dienstverleners
9
Bestuursverslag Algemeen
11
Goed pensioenfondsbestuur
11
Pensioenbeleid
13
Beleggingsbeleid
16
Financieel beleid
17
Risico’s
21
Verwachte ontwikkelingen in het komende jaar
23
Verslag van het Verantwoordingsorgaan
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
Verslag van het Verantwoordingsorgaan 2012
25
Reactie bestuur
25
Verklaring intern toezicht
27
3
Pagina Jaarrekening Balans per 31 december
30
Staat van baten en lasten
32
Kasstroomoverzicht 34 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
35
Beleggingen 36 Toelichting op de balans per 31 december
39
Toelichting op de staat van baten en lasten
45
Risicoparagraaf 50 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum
55
Financiering 55 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
55
Resultaatbestemming 55 Actuariële verklaring
56
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
58
Bijlagen Begrippenlijst 61
4
Meerjarenoverzicht
2012
2011
2010
2009
2008
Actieve deelnemers
165
176
171
157
174
Gewezen deelnemers
331
340
355
347
402
Pensioengerechtigden
558
544
536
508
486
1.054
1.060
1.062
1.012
1.062
56
48
35
0
0
Pensioenverplichtingen eigen rekening
169.437
160.770
149.759
142.358
144.512
Pensioenverplichtingen herverzekering
12.359
11.987
11.462
10.873
11.374
1.070
529
233
37
0
182.866
173.286
161.454
153.268
155.886
8.755
6.573
5.896
8.608
3.404
Aanwezig
104,8%
103,8%
103,7%
105,6%
102,2%
Vereist
110,5%
110,8%
111,2%
111,3%
111,5%
Minimaal vereist
103,8%
103,8%
103,8%
103,8%
105,0%
Bijdragen (inclusief FVP-bijdragen en inkoopsommen)
1.651
7.125
1.651
1.539
2.612
Pensioenuitkeringen
9.105
9.414
9.078
8.691
8.355
Aantallen
Totaal Deelnemers beschikbare-premieregelingen Financiële gegevens (in duizenden euro) Technische voorzieningen
Pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
Reserves Algemene reserve Dekkingsgraad
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
5
2012 2011 2010 2009 2008
Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen Opbrengst uit beleggingen
179.492 158.706 155.763 148.770 153.409 18.166
13.381
12.055
9.922
-4.625
1.070
529
233
37
0
121
21
10
6
0
Beleggingen voor risico deelnemers Belegd vermogen beschikbare premieregeling Opbrengst uit beleggingen
6
Organisatie van het Pensioenfonds
Profiel Het BASF-pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds verbonden aan de ondernemingen BASF Nederland B.V. en BASF Polyurethanes Benelux B.V. Het pensioenfonds is een stichting die statutair gevestigd is in Arnhem. BASF Pensioenfonds heeft als doel pensioenvoorzieningen te treffen voor ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Op verzoek van de werkgever kunnen andere overeenkomstige voorzieningen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst worden uitgevoerd.
Bestuur Het bestuur van BASF Pensioenfonds bestaat uit drie leden die zijn benoemd door de werkgever en drie leden die zijn benoemd door de deelnemersraad. Per 1 januari 2012 waren Mevrouw Van der Werk-Kil en de heer Nijenhuis aftredend. Beiden werden al eind 2011 herbenoemd. De heren Krook en Van der Lubbe, die per 1 januari 2013 aftredend waren, zijn eind 2012 eveneens herbenoemd. In alle gevallen geldt de herbenoeming voor een nieuwe periode van drie jaar. In de loop van 2012 is mevrouw Van der Werk-Kil uit dienst van de werkgever getreden en heeft zij daardoor ook het bestuurslidmaatschap beëindigd. De heer Ackermans is in haar plaats benoemd, welke benoeming op 7 januari 2013 door De Nederlandsche Bank (DNB) is bevestigd. Het bestuur is als volgt samengesteld:
Namens werkgever Functie
Naam
Dagelijkse functie
Aftredend
Voorzitter
G.A.D. van der Lubbe
Managing Director
1-1-2016
Algemeen lid
J.T.I. Ackermans
Manager Human Resources
1-1-2015
Algemeen lid
C.M. Becx
Head Legal Tax & Insurances
1-1-2014
Functie
Naam
Dagelijkse functie
Aftredend
Secretaris
Z. Nijenhuis
Contolling Specialist
1-1-2015
Algemeen lid
A.W.M. de Bever
Registratie manager Divisie Agro
1-1-2014
Algemeen lid
T.A. Krook
Sales Account manager CASE
1-1-2016
& Communications
Namens deelnemers
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
7
Directie N. Mol van Mol & Pensioen voert de directie van het fonds en verzorgt samen met het secretariaat alle dagelijkse operationele zaken. De directie ondersteunt het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij hun beleidsvoorbereidende en -uitvoerende taken.
Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Het vertegenwoordigt het pensioenfonds in en buiten rechte.
Beleggingscommissie Er is een beleggingscommissie met als mandaat het opstellen van een strategisch beleggingsplan en het monitoren van de uitvoering van dit plan door de vermogensbeheerders. De beleggingscommissie bestaat eind 2012 uit de heren Van der Lubbe en Nijenhuis van het bestuur en mevrouw A. Olschinka-Rettig, head of asset management bij BASF SE in Ludwigshafen, het moederbedrijf van de werkgever. Het is de bedoeling dat de heer R.J.B.M. Holtermann, Head Finance & Control bij BASF Nederland, op termijn de heer Van der Lubbe in de beleggingscommissie zal vervangen. Om die reden heeft de heer Holtermann zich vanaf 2013 als toehoorder bij de vergaderingen gevoegd. De beleggingscommissie maakt gebruik van adviezen door een externe beleggingsdeskundige.
Communicatieadviesgroep Om het belang van duidelijke en begrijpelijke informatievoorziening aan de deelnemers en gepensioneerden te onderstrepen, benoemt het bestuur op ad-hoc-basis een communicatieadviesgroep uit het bestuur, indien daar aanleiding toe is. De adviesgroep besteedt specifieke aandacht aan de communicatie- en voorlichtingsaspecten van de pensioenregeling en het bestuursbeleid. In het verslagjaar is het communicatieplan getoetst aan de beleidsregel van DNB en op enkele punten aangepast.
Deelnemersraad Het pensioenfonds heeft een deelnemersraad. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het pensioenfonds aangaan. De deelnemersraad is in 2012 in samenstelling niet veranderd en wordt bemand door: Namens gepensioneerden
8
Namens deelnemers M.A. van Bakkum
J. de Beer
L. de Beer
P. van Boxtel
P. Breedveld (secretaris) H. Breggeman B.J.H. Hengelveld J.C. Mustert
M. Visseren
C.J. Wijnhoud
P.C.H. van Zeil
E. Kwak
Verantwoordingsorgaan De samenstelling van het Verantwoordingsorgaan is als volgt: Namens gepensioneerden B.J.H. Hengeveld J.C. Mustert Namens deelnemers H. Breggeman E. Kwak Namens werkgever R.J.B.M. Holtermann J. Verweij De belangrijkste taak van het Verantwoordingsorgaan is een oordeel geven over het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden adviesrecht.
Intern toezicht Het intern toezicht beoordeelt of het bestuur procedures juist volgt en zorgvuldig tot besluitvorming komt. Het intern toezicht wordt bij BASF Pensioenfonds verzorgd in de vorm van een apart toezichtsorgaan dat uit drie onafhankelijke leden bestaat die verder geen banden met het bestuur van het pensioenfonds hebben. Sinds 2011 hebben zitting in het intern-toezichtsorgaan : H.C. Berends J. Maartense J. Zandbergen
Compliance officer De compliance officer bewaakt dat het pensioenfonds voldoet aan de voor het pensioenfonds van toepassing zijnde actuele wet- en regelgeving op het gebied van compliance. De heer C.M. Becx, bestuurslid en tevens Head of Legal Tax & Insurances bij BASF Nederland B.V., is als compliance officer aangesteld.
Externe dienstverleners Het bestuur heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een aantal uitvoeringsorganisaties. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. De financiële, beleggings- en pensioenadministratie en de jaarverslaglegging worden verzorgd door AZL. De vermogenbeheerders zijn BlackRock en Robeco Pension Providers (voor de beschikbare-premieregeling). Het bestuur heeft Towers Watson als actuaris aangesteld en KPMG als accountant van het fonds.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
9
10
Bestuursverslag
Algemeen Ondanks dat de financiële crisis nog aanhoudt, heeft BASF Pensioenfonds een goed jaar gehad. De dekkingsgraad is omhoog gegaan, het herstel van de financiële positie heeft zich voorzichtig ingezet en korten van pensioen is op dit moment gelukkig niet aan de orde. Kanttekening daarbij is dat de financiële situatie onzeker blijft, we hebben weinig vet op de botten en zijn nog steeds in de herstelfase. Een eventuele tegenvaller door externe oorzaken kan alsnog leiden tot impopulaire, maar noodzakelijke maatregelen. Dekkingsgraad omhoog In 2012 haalde Stichting BASF Pensioenfonds een positief rendement op haar beleggingen van 11,5%. Stijgende aandelenkoersen en dalende rente hebben hiertoe geleid. Door de gedaalde rente zijn de vastrentende waarden hoger geworden, maar de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) eveneens. Dankzij de hoge rendementen en mede door een aangepaste rentestructuur voor de waardering van de pensioenverplichtingen steeg onze dekkingsgraad in 2012 van 103,8% naar 104,8%. Daarmee is de dekkingsgraad bijna terug op het niveau van drie jaar geleden. Toeslag nihil Voor ongeveer zeventig pensioenfondsen was de situatie eind 2012 zodanig dat zij een vorig jaar aangekondigde korting op de pensioenen daadwerkelijk moesten doorvoeren. Het korten op de pensioenen als laatste redmiddel in tijden van crisis was natuurlijk wel bekend, maar niemand had serieus rekening gehouden met de mogelijkheid dit ooit mee te maken. En nu gebeurt het alsnog. Met een dekkingsgraad van 104,8% is bij het fonds het minimaal vereist eigen vermogen aanwezig. Korten van pensioen is op dit moment dan ook niet aan de orde. Maar, er was nog niet voldoende vermogen aanwezig om een toeslag op de pensioenen per 1 januari 2013 te rechtvaardigen.
Goed pensioenfondsbestuur Elk pensioenfonds dient maatregelen te treffen ter waarborging van goed pensioenfondsbestuur. Dit volgt uit de principes voor goed pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid, die zijn verankerd in de Pensioenwet. Deze principes betreffen onder meer zorgvuldig bestuur, transparantie en open communicatie, deskundigheid en functioneren van het bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van het pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Dit houdt onder meer in het beheersen van bedrijfsprocessen en -risico’s, integriteit, soliditeit van het fonds en het beheersen van de financiële positie op de langere termijn. Intern toezicht en verantwoording Het bestuur van het pensioenfonds besteedt veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, en de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en op welke wijze men invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Een goede samenwerking tussen de verschillende organen draagt bij aan de professionaliteit. Voor het Verantwoordingsorgaan, het intern-toezichtsorgaan en de deelnemersraad is er tevens gelegenheid voor onderlinge afstemming.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
11
Het intern toezicht heeft zich bij zijn onderzoek over 2012 geconcentreerd op de organisatie en processen rond het communicatiebeleid en de uitvoering daarvan. De commissie heeft zijn bevindingen met het bestuur besproken. Het Verantwoordingsorgaan heeft het gevoerde beleid getoetst en aan het bestuur verslag uitgebracht. De aanbevelingen die beide organen hebben gedaan, zullen alle aandacht krijgen. Statuten Op 1 december 2011 stelde het bestuur gewijzigde statuten vast. Het verlijden bij de notaris is echter vertraagd, en wordt pas in 2013 gerealiseerd. ABTN In de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) is gemotiveerd omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het pensioenfonds te kunnen nakomen. Er wordt ingegaan op de organisatie van het pensioenfonds, de inhoud van de pensioenregeling, de financiële opzet, hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle. In de eerste bestuursvergadering van 2012 is tot formele vaststelling van de in 2011 geactualiseerde ABTN besloten. Toezichthouder DNB voerde in het verslagjaar enige themaonderzoeken uit. Onderzocht werden onder meer de kwaliteit van pensioenadministraties, risico’s van commercieel vastgoed en uitbesteding, de kwaliteit van crisisplannen en de effectiviteit van besturen. De uitkomsten van het onderzoek naar crisisplannen heeft bij BASF Pensioenfonds geleid tot een aanpassing van het plan. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek naar de kwaliteit van pensioenadministraties heeft DNB een aantal aanbevelingen gedaan. Het bestuur heeft deze serieus overwogen en geconcludeerd dat de controlemaatregelen en werkwijze die worden toegepast door de administrateur voldoende waarborgen geven voor een goede administratie. Compliance In het verslagjaar zijn door de compliance officer geen bijzonderheden geconstateerd en gemeld. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden schriftelijk bevestigd dat zij de gedragscode nageleefd hebben. Deskundigheidsbevordering In 2011 hebben De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB tot een gezamenlijke beleidsregel deskundigheid voor beleidsbepalers van financiële instellingen besloten. Hiermee hebben ze willen verduidelijken welke eisen zij aan deskundigheid van onder meer pensioenfondsbestuurders stellen en welke aspecten zij bij de toetsing ervan in aanmerking nemen. BASF Pensioenfonds heeft zijn bestaande deskundigheidsplan aan de nieuwe beleidsregel getoetst en aangepast. De deskundigheidseisen zijn niet veranderd, maar er wordt meer aandacht geschonken aan vaardigheden en gedrag. Het bestuur bewaakt de deskundigheid van zijn leden in de bestuursvergaderingen en evalueert hen minimaal eenmaal per drie jaar. Het bestuur heeft in 2012 training gevolgd. De training was op maat samengesteld en voorzag in kennisniveau 2 (oordeelsvorming in verband met besluitvorming). De training stond in z’n geheel in het teken van risicomanagement. Zelfevaluatie bestuur Het bestuur heeft een procedure vastgesteld teneinde zijn eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuursleden, periodiek te evalueren. Inmiddels heeft het bestuur de zelfevaluatie in 2013 uitgevoerd.
12
Communicatie Het bestuur heeft in het communicatieplan uitvoerig beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de informatieverplichting conform de eisen van de Pensioenwet. Voor het informeren van de deelnemers maakt het pensioenfonds onder andere gebruik van een website. Naast nieuwsberichten met een meer algemeen karakter wordt daar ook op kwartaalbasis melding gemaakt van de ontwikkeling van de dekkingsgraad van het fonds. Ieder jaar stuurt BASF Pensioenfonds het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) naar zijn deelnemers en gepensioneerden. Het belangrijkste doel van het UPO is deelnemers op een toegankelijke manier meer inzicht in hun opgebouwde pensioen te geven. Deelnemers kunnen hun UPO ook op onze website www.basfpensioenfonds.nl raadplegen. Elke deelnemer heeft hiervoor een unieke login ontvangen. Pensioenfondsen moeten voorgeschreven teksten gebruiken bij het informeren van deelnemers over voorwaardelijke toeslagen (indexatie). Hierbij zijn pensioenfondsen verplicht de tekst van de voorwaardelijkheidsverklaring in zijn geheel over te nemen. De tekst van de voorwaardelijkheidsverklaring wordt consequent gebruikt in verschillende communicatiemiddelen van BASF Pensioenfonds. Bestuursvergaderingen Het bestuur van BASF Pensioenfonds heeft in 2012 zes maal vergaderd, waarvan eenmaal met het Verantwoordingsorgaan en eenmaal gezamenlijk met de deelnemersraad. De belangrijkste onderwerpen in de bestuursvergaderingen waren: –
De evaluatie van het herstelplan
–
Het opstellen van een crisisplan
–
De verhoging van de AOW-leeftijd en de gevolgen voor het pensioen
–
De jaarstukken 2011, en de aanbevelingen naar aanleiding hiervan van de accountant, actuaris en het intern-toezichtsorgaan
–
Verlenging van het herverzekeringscontract voor het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico
–
Toetsing van het communicatieplan aan de beleidsregel van DNB
–
Toetsing van het deskundigheidsplan aan de beleidsregel van DNB en het opstellen van een functieprofiel voor nieuwe bestuursleden
–
De uitvoering van een risicoanalyse
–
De verzwaring van de waarderingsgrondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen
–
De ontwikkeling van de financiële positie gedurende het jaar
–
Monitoring van de vermogensbeheerders en evaluatie van het beleggingsbeleid
–
De vaststelling van de premie van de werkgever en de toeslag op de pensioenen voor het nieuwe jaar.
Pensioenbeleid Het pensioenfonds voert drie regelingen uit, een middelloonregeling en twee beschikbare-premieregelingen. Het pensioenfonds voerde oorspronkelijk enkel de middelloonregeling uit. Vanaf 1 juli 2008 worden er geen nieuwe deelnemers meer tot deze regeling toegelaten en geldt een beschikbare-premieregeling, die vanaf 2010 ook van kracht is voor nieuwe werknemers van BASF Polyurethanes Benelux B.V. Het pensioenreglement van de middelloonregeling is gedurende het verslagjaar op een aantal punten verduidelijkt. Het ging hierbij om uitstel van het ouderdomspensioen en uitruil van ouderdoms- en partnerpensioen. In de middelloonregeling wordt het ouderdomspensioen berekend op basis van iemands verdiende salaris gedurende de jaren van deelname. De pensioenleeftijd is 62 jaar. In de beschikbare-premieregelingen krijgen deelnemers van hun werkgever een premie toegezegd, die ze zelf gaan beleggen voor een pensioenkapitaal. Met dat kapitaal kunnen ze op de pensioendatum een levenslang ouderdomspensioen, mogelijk gecombineerd met een partnerpensioen en wezenpensioen kopen bij een verzekeraar naar keuze. De pensioenrichtleeftijd is 65 jaar. Eerder of later met pensioen is mogelijk.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
13
Voor de werknemers van BASF Nederland B.V., Construction Chemicals (locatie Oosterhout) is eveneens een beschikbarepremieregeling van kracht, maar als excedent-regeling bovenop de pensioenregeling van de Hibin (Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen). Deze regeling kent twee pensioengrondslagen die elk hun eigen premiebijdrage hebben. Toeslagbeleid Voor toeslagverlening op de opgebouwde pensioenen van de actieve deelnemers aan de middelloonregeling is de algemene loonontwikkeling van BASF Nederland uitgangspunt. Deze heeft in 2012 2% bedragen. De maximale toeslag is gelijk aan de looninflatie. Voor toeslagverlening op de pensioenen van gewezen deelnemers en gepensioneerden is de prijsinflatie het uitgangspunt. De maximale toeslag is gelijk aan de stijging van het CBS-prijsindexcijfer, en bedraagt per 1 januari 2013 eveneens 2%. De toeslagen op de pensioenen zijn altijd voorwaardelijk, waarbij wordt gekeken naar de financiële positie van BASF Pensioenfonds. Volgens het bestuursbeleid worden de pensioenen gedeeltelijk geïndexeerd vanaf een dekkingsgraad van ongeveer 107%. Op dit moment is de dekkingsgraad nog lager. Volgens het afgesproken beleid bedraagt de toeslag per 1 januari 2013 nihil voor zowel actieve deelnemers als voor gewezen deelnemers en gepensioneerden. Op de pensioenkapitalen van de deelnemers aan de beschikbare-premieregelingen wordt geen toeslag verleend. Het jaarlijks behaald rendement op de individuele beleggingsrekening wordt aan het pensioenkapitaal toegevoegd of, als het rendement negatief is, onttrokken.
14
Verzekerdenbestand
Gewezen Middelloon-regeling Stand per 31 december 2011
Deelnemers 176
Pensioen-
deelnemers gerechtigden 340
544
Totaal 1.060
Mutaties door: Nieuwe toetredingen
6
Ontslag met premievrije aanspraak
-7
3
6
-4
-16
30
10
Overlijden
-1
-15
-16
Afkoop
-1
-1
-2
-4
Waarde-overdracht Ingang pensioen
Andere oorzaken
0
-6
6
-11
-9
14
-6
165
331
558
1.054
2012
2011
Ouderdomspensioen/tijdelijk ouderdomspensioen
394
383
Partnerpensioen
159
158
Wezenpensioen
5
3
558
544
Mutaties per saldo Stand per 31 december 2012
Specificatie pensioengerechtigden
Totaal
Beschikbare-premieregeling Stand per 31 december 2011 Mutaties Stand per 31 december 2012
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
0
Deelnemers 48 8 56
15
Beleggingsbeleid Het pensioenfonds belegt het vermogen voor de middelloonregeling voor 65% in vastrentende waarden en 35% in aandelen. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan Black Rock, een grote speler op de pensioenmarkt. De vastrentende portefeuille wordt passief belegd in beleggingsproducten die worden afgestemd op de pensioenverplichtingen van het fonds. De aandelen worden op een geavanceerde manier passief belegd. In principe wordt de index gevolgd, maar met behulp van rekenkundige modellen kunnen andere keuzes worden gemaakt met als doel een iets hoger rendement te halen. De afwijking ten opzichte van de benchmark blijft beperkt. De vastrentende waarden bestaan uit LDI’s (Liability Driven Investments). Dit zijn allemaal zogenaamde swapfondsen in euro’s. Er wordt belegd in swapfondsen met verschillende looptijden om de duur van de verplichtingen zoveel mogelijk te benaderen. Hiermee wordt bereikt dat het renterisico wordt afgedekt. Het renterisico is het risico dat door rentedaling de dekkingsgraad naar beneden gaat. Dit komt doordat de bezittingen minder hard toenemen dan de voorziening pensioenverplichtingen (VPV). Door in swaps met verschillende op de verplichtingen afgestemde looptijden te beleggen wordt het verschil kleiner. Het beleid is om 70% van het renterisico af te dekken. Hierdoor heeft het pensioenfonds minder last van rentedaling; daarentegen profiteert het ook minder van rentestijging. De aandelenbeleggingen worden wereldwijd gespreid over ontwikkelde markten. De waarde van de aandelen is onderhevig aan schommelingen op de aandelenmarkten, maar door de spreiding worden beleggingsrisico’s enigszins verminderd. Samenstelling beleggingsportefeuille De samenstelling van het belegd vermogen voor risico pensioenfonds (t.b.v. middelloonregeling) aan het einde van 2012 was:
Actueel
Norm Bandbreedte 31-12-2012
Vastrentende waarden (LDI)
65%
60% - 70%
113.898 (63,5%)
Aandelen
35%
30% - 40%
64.705 (36,0%)
Derivaten
0%
-
889 (0,5%)
100%
179.492 (100%)
Totaal
De beleggingsportefeuille zit dicht bij de normverdeling van 65%-35%. Dit is verklaarbaar omdat de rendementen voor aandelen en vastrentende waarden in 2012 redelijk dicht bij elkaar lagen, resulterend in een lichte overweging in aandelen. De derivaten betreft de waarde van de contracten waarmee het valutarisico van de aandelenportefeuille wordt afgedekt. Het belegd vermogen voor risico deelnemers (u.h.v. beschikbare-premieregeling) is ultimo 2012 gelijk aan € 1.070.000.
16
Rendement In 2012 is de marktrente blijven dalen (de 10-jaars swaprente was eind 2011 2,6% en eind 2012 1,8%). Hierdoor zijn de vastrentende waarden in waarde gestegen, wat het hoge rendement op de vastrentende-waardenportefeuille verklaart. De aandelen zijn in het derde kwartaal hersteld van een lichte terugval in het tweede kwartaal. Over de totale portefeuille bedraagt het rendement in 2012 11,51%. De rendementen hebben in 2012 als volgt bedragen: Rendementen 2012
Realisatie Vastrentende waarden (LDI)
Benchmark
9,98%
10,50%
Aandelen
14,70%
14,62%
Totaal
11,51%
12,71%
Omdat passief wordt belegd, is de verwachting dat het behaalde rendement voor vastrentende waarden heel dicht bij de benchmark uitkomt. Echter, de afwijking is behoorlijk. Dit komt vooral door de verschillende rente curves die worden gebruikt voor de waardering van de fondsbeleggingen (Eonia) en voor de benchmark (Euribor). Op de aandelenportefeuille scoort BASF Pensioenfonds in 2012 iets boven de benchmark (MSCI World index). Dit is echter voor kosten (0,18%). Op de langere termijn is het resultaat (voor kosten) nog gunstig ten opzichte van de benchmark, maar de toegevoegde waarde van geavanceerd passief beleggen is beperkt.
Financieel beleid De financiële positie van BASF pensioenfonds ontwikkelde zich in 2012 als volgt (bedragen in duizenden euro’s ):
Voorziening pensioen
Stand per 31 december 2011
Vermogen
verplichtingen
Dekkingsgraad
179.330
172.757
103,8%
Premies
1.555
1.409
0,1%
Uitkeringen
-9.105
-9.342
0,2%
0
0
0,0%
Toeslagen Wijziging rentetermijnstructuur Beleggingsopbrengsten Overig Stand 31-12-2012
0
12.877
-7,2%
18.166
2.606
8,6%
605
1.489
-0,7%
190.551
181.796
104,8%
De dekkingsgraad is gelijk aan de waarde van het vermogen gedeeld door de waarde van de pensioenverplichtingen. De voorziening pensioenverplichtingen nam toe, maar het vermogen nam iets meer toe. Hierdoor is de dekkingsgraad verbeterd. Per 31 december
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
17
2012 voldoet BASF Pensioenfonds nog steeds aan de wettelijke norm voor het minimaal vereiste eigen vermogen (103,8%). Wel loopt het fonds nog achter op het herstelplan en is er nog een reservetekort. De voor BASF Pensioenfonds vereiste dekkingsgraad –op grond van de solvabiliteitseisen volgens de Pensioenwet– bedraagt 110,5%. Het reservetekort bedraagt € 10,3 miljoen. De toename van het vermogen voor risico deelnemers is in 2012 als volgt geweest: Ontwikkeling vermogen beschikbare-premieregelingen Stand per 31 december 2011
529
Premies 422 Uitkeringen – Beleggingsopbrengsten 121 Overig -2 Stand per 31 december 2012
1.070
Herstelplan Het kortetermijnherstelplan (om uit onderdekking te komen) liep vanaf 31 december 2008 en is ultimo 2011 door de extra premiebetaling van de werkgever beëindigd. Het plan is bij DNB afgemeld. In 2012 bevond de dekkingsgraad zich kortstondig weer onder het minimaal vereist eigen vermogen, maar er is geen nieuw kortetermijnherstelplan bij DNB ingediend omdat de onderdekking slechts tijdelijk was. Het langetermijnherstelplan (om uit reservetekort te komen) loopt tot eind 2023. Jaarlijks per 31 december moet het herstelplan worden geëvalueerd en gerapporteerd aan DNB. Aan de hand van de evaluatie moet het bestuur beoordelen of het herstel van de vermogenspositie volgens verwachting verloopt. De dekkingsgraad ultimo 2012 bedraagt 104,8% (vorig jaar 103,8%). Het vermogen is toegenomen door de waardevermeerdering van de vastrentende waarden en aandelen. Echter, door de rentedaling en de nieuwe pensioenopbouw is de voorziening pensioenverplichtingen evenzeer toegenomen. De introductie van de nieuwe rentestructuur door DNB heeft een positief effect op de dekkingsgraad gehad. Invoering van de nieuwe overlevingstafels heeft een negatief effect gehad. Het verloop van de dekkingsgraad is sinds de start van het herstelplan als volgt geweest:
18
De dekkingsgraad bevindt zich aan het einde van 2012 onder het herstelplan en onder de ondergrens voor indexatie. Het vooruitzicht op een toeslag is op dit moment beperkt. Kostendekkende en ontvangen premie De Pensioenwet schrijft voor dat de door een pensioenfonds te ontvangen premie ten minste gelijk dient te zijn aan de gedempte kostendekkende premie. De ontvangen premie over boekjaar 2012 bedraagt € 1,555 miljoen, de kostendekkende premie € 2,018 miljoen en de gedempte premie € 1,555 miljoen. De ontvangen premie was gelijk aan de gedempte kostendekkende premie. Herverzekering Het pensioenfonds heeft het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd. Indien er op het contract door de verzekeraar winst wordt gemaakt, deelt het pensioenfonds daarin mee. Een deel van de pensioenverplichtingen voortvloeiend uit de periode vóór de ingang van de middelloonregeling is eveneens herverzekerd. Dit betreft een volledige herverzekering op basis van een garantiecontract. Analyse van het resultaat In 2012 is een positief resultaat behaald van € 2.182.000. Om de verschillende winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid inzichtelijk te maken, is een analyse uitgevoerd:
Analyse resultaat (in € 1.000)
2012
2011
-463
5.464
Winstbron Premie (feitelijke -/- kostendekkende) Toeslagverlening (lasten voor indexatie)
0
0
Wijziging marktrente (toename VPV)
-12.877
-18.393
Beleggingsopbrengsten (boven benodigd)
15.560
11.354
-38
2.252
2.182
677
Overige Resultaat
Het resultaat op premie is gelijk aan het verschil tussen de ontvangen premie en de kostendekkende premie. De werkgever betaalt een gedempte kostendekkende premie. De toeslagverlening is in het boekjaar nihil geweest. De verlaging van de marktrente heeft geleid tot de forse toename van de voorziening pensioenverplichtingen. Het resultaat op beleggingsopbrengsten is bepaald als het behaalde rendement verminderd met de rentetoevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen. Oordeel actuaris Vanwege het ontbreken van een recente consistentietoets heeft de actuaris zich geen oordeel kunnen vormen over de samenhang tussen toezegging, gewekte verwachting en financiering van het toeslagbeleid. Volgens de actuaris is de voorziening pensioenverplichtingen toereikend vastgesteld, maar gemeten naar de wettelijke maatstaf is er wel een reservetekort. Naar aanleiding van de evaluatie van het herstelplan constateert hij dat het reservetekort binnen de daartoe gestelde termijnen zal zijn opgeheven. Uitvoeringskosten Het bedrag van de kosten van het fonds, exclusief die voor vermogensbeheer, heeft in 2012 totaal € 481.000 bedragen, inclusief btw. Uitgesplitst naar de verschillende functies in het fonds zijn deze:
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
19
Kosten uitvoering (in € 1.000) Functie in fonds
2012
Bestuur + bestuursondersteuning
138
(29%)
Administratie
207
(43%)
Advies
33 (7%)
Controle + verslaglegging
80
(17%)
Toezicht (DNB + AFM)
12
(2%)
Overig
11 (2%)
Totaal
481 (100%)
Het bedrag voor bestuur en bestuursondersteuning betreft voor het overgrote deel de vergoeding voor directie en secretariaat, maar omvat ook de opleidingskosten voor bestuur, intern toezicht en Verantwoordingsorgaan. De administratiekosten betreffen de vergoedingen voor de deelnemers-, financiële en uitkeringsadministratie en de begeleiding van de bestuursadviseur. De kosten voor controle en verslaglegging hebben betrekking op de accountantscontrole van het jaarverslag en de actuariële certificering, als ook op de maand- en kwartaalrapportages aan DNB. De toezichtskosten omvatten mede de vergoedingen aan de interne toezichthouders. De kosten voor de beleggingsadministratie en voor adviezen en rapportages over het beleggingsbeleid zijn niet in het bovenstaande overzicht begrepen. Deze worden als onderdeel van de vermogensbeheerskosten verantwoord. Kosten vermogensbeheer De kosten van het vermogensbeheer hebben in 2012 totaal €510.000 bedragen (0,3% van het gemiddelde belegd vermogen). In de jaarrekening wordt slechts een bedrag van € 346.000 verantwoord. Sommige kosten zijn niet zichtbaar omdat ze worden verwerkt in de waardeontwikkeling. Om het inzicht in de kostenstructuur te vergroten heeft BASF Pensioenfonds alle kosten gesplitst:
Kosten vermogensbeheer (in € 1.000) Vast- Totaal Kostensoort Beheer Transactiekosten Overlay (afdekking valutarisico) Bewaarloon Advies Beleggingsadministratie Totaal
Aandelen rentend
2012
87 120 207 185
3
188
18
0
18
9 18 27 15 29 44 9 17 26 323 187 510
Door een gebrek aan informatie zijn sommige kostensoorten zo nauwkeurig mogelijk geschat. De transactiekosten zijn afgeleid van de total expense ratio (TER) die door de vermogensbeheerder is opgegeven. De splitsing van bewaarloon, advieskosten en beleggingsadministratie tussen de twee beleggingscategorieën, is gebeurd op basis van de strategische mix.
20
Risico’s Risico’s zijn nooit helemaal uit te sluiten. Door een actief risicobeheerbeleid probeert het pensioenfonds de kans op ongelukken te verminderen en ervoor te zorgen dat de grootste risico’s niet tegelijk kunnen voorkomen. In 2012 heeft het pensioenfonds een uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd om zeker te stellen dat alle risico’s op de meest optimale manier worden beheerst. Hierbij is tevens aandacht besteed aan FOCUS!, de vernieuwde toezichtsaanpak van DNB. In de risicoanalyse zijn acties gedefinieerd op basis waarvan het risicomanagement van het fonds verder wordt versterkt. De risico’s zijn nader gespecificeerd. Het pensioenfonds onderscheidt de volgende risico’s met beheersingsmaatregelen: Financiële risico’s Renterisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Door de gekozen beleggingen wordt dit risico voor 70% (bandbreedte 65% tot 75%) afgedekt. Een waardestijging van de verplichtingen door een daling van de rente wordt voor 70% opgevangen door een waardestijging van de beleggingen; overigens ook andersom. Door de invoering van een andere rentecurve waartegen de voorziening pensioenverplichtingen wordt berekend, steeg de feitelijke afdekking naar 68% eind 2012. De renteafdekking wordt gerealiseerd door te beleggen in Liability Driven Investments (LDI’s). Hierbij wordt belegd in Euro swapfondsen met verschillende looptijden. Uit de risicoanalyse is naar voren gekomen dat de beheersing van het renterisico kan worden verbeterd door periodiek de werkelijk gerealiseerde renteafdekking te meten. Tevens is het wenselijk om de benchmark voor de LDI’s te verbeteren en om de verantwoordelijkheden rond de allocatie over de verschillende LDI-fondsen beter te organiseren. Marktrisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Dit risico wordt vooral beheerst door voldoende spreiding en gedetailleerde monitoring van de beleggingen. Er wordt een beperkt actief beleggingsrisico gelopen. Uitlenen van effecten tegen een vergoeding (securities lending) en het schrijven van ongedekte opties (short selling) is niet toegestaan. Valutarisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Het valutarisico op de aandelenportefeuille is volledig afgedekt. De vastrentende waarden zijn in euro’s belegd en kennen dus geen valutarisico. Kredietrisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Om het kredietrisico te beperken heeft het fonds een aantal regels opgesteld met betrekking tot tegenpartijen, onderpand, markten, credit default swaps en securities lending. Er worden alleen transacties aangegaan met goedte-boek-staande banken en er wordt gewerkt met onderpand. Het fonds belegt niet rechtstreeks in derivaten die niet op de beurs verhandelbaar zijn (OTC’s) of financiële producten die een uitkering doen bij faillissement van een tegenpartij (credit default swaps). Secrurities lending wordt niet toegestaan. Liquiditeitsrisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Bij de jaarlijkse herijking van de vastrentende portefeuille wordt rekening gehouden met de liquiditeitsbehoefte. Er vindt afstemming met de administrateur plaats over de liquiditeitsbehoefte. Concentratierisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Er is een wereldwijde spreiding voor de aandelenportefeuille over ontwikkelde markten. Er worden geen extreme posities ten opzichte van marktgemiddelden ingenomen.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
21
Inflatierisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Jaarlijks besluit het bestuur over de toekenning van toeslagen en de communicatie over het toeslagbeleid wordt zorgvuldig bewaakt, waarbij wordt zeker gesteld dat wordt aangesloten bij de wettelijk voorgeschreven teksten. Het beleggen in aandelen is een bewuste keuze voor het nemen van risico. Dit risico is aanzienlijk, maar acceptabel vanwege de rendementsverwachting. Beoogd wordt om hiermee zo veel mogelijk aan de toeslagambitie te voldoen. Langlevenrisico (onderdeel van actuarieel risico) Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Door rekening te houden met de toekomstige sterftetrend wordt naar verwachting volgens de huidige inzichten het resterende langlevenrisico sterk gereduceerd. Het resultaat op langlevenrisico wordt jaarlijks beoordeeld in het actuarieel rapport. Kortlevenrisico en arbeidsongeschiktheidsrisico (onderdeel van actuarieel risico) Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Het fonds heeft het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico volledig herverzekerd bij Zwitserleven. Niet-financiële risico’s Operationeel risico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Aan de eigen organisatie en organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken worden kwaliteitseisen gesteld die periodiek worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld (conform de beleidsregel uitbesteding van DNB). Een adequate AO/IC is hier onderdeel van. Daarnaast is het intern toezicht geïnstitutionaliseerd en is professionele bestuursondersteuning ingehuurd. Uitbestedingsrisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: De werkzaamheden zijn uitbesteed aan gerenommeerde professionele partijen. De kwaliteit van de dienstverlening is vastgelegd in service level agreements (SLA’s). Evaluatie vindt onder andere plaats door kwartaalrapportage en “in control statements”. De externe uitvoerders hebben een eigen gedragscode, waarin relevante bepalingen over fraudepreventie zijn opgenomen. IT risico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Het fonds heeft haar volledige administratie uitbesteed aan grote professionele partijen en intern maakt het pensioenfonds gebruik van de IT-faciliteiten van de werkgever. Beide hebben een back-up systeem waardoor ingeval van uitvallen van systemen verlies van informatie wordt voorkomen. Integriteitsrisico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: Het bestuur heeft een gedragscode, die jaarlijks door de bestuursleden wordt getekend. Daarnaast heeft het bestuur geen directe invloed op het vermogensbeheer (het bestuur is geen insider), kunnen besluiten alleen genomen worden in de bestuursvergadering en is er een adequate procuratieregeling. Juridisch risico Belangrijkste beheersingsmaatregelen: het bestuur schakelt voor het opstellen en beoordelen van documenten professionele partijen in. Er zijn een communicatieplan en een deskundigheidsplan aanwezig. Het pensioenfonds heeft een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten.
22
Marktrisico Het marktrisico is beoordeeld als aanzienlijk. Het pensioenfonds neemt beleggingsrisico om de deelnemers uitzicht te kunnen geven op een waardevast pensioen en om buffers te kunnen opbouwen voor onvoorziene risico’s (bijvoorbeeld een forse daling van de aandelenmarkt). Het bestuur dient een continue afweging te maken tussen een waardevast pensioen en het zekerstellen van de nominale pensioenen. De omvang van het marktrisico dient derhalve in verhouding te staan tot het renterisico. Het nemen van marktrisico is een bewuste keuze van het fonds. Naar aanleiding van de risicoanalyse is besloten om de procedure voor de evaluatie van de vermogensbeheerder aan te scherpen. Inflatierisico Net als het marktrisico is het inflatierisico als aanzienlijk aangemerkt. Dit hangt samen met het marktrisico en de lage dekkingsgraad van het pensioenfonds. Het bestuur is direct betrokken bij de communicatie aan de deelnemers met betrekking tot de indexatie. De beheersing van dit risico is verbonden aan het marktrisico, aangezien de waardevastheid van het pensioen voor een groot deel hiervan afhankelijk is. De communicatie aan de deelnemers inzake de inflatie is een continu aandachtspunt voor het bestuur. Resterende risico’s Het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het langlevenrisico zijn na de genomen beheersingsmaatregelen als beperkt beoordeeld. De overige risico’s zijn als laag aangemerkt.
Verwachte ontwikkelingen in het komende jaar Bestuursmodel De staatssecretaris streeft ernaar om de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen in de zomer van dit jaar van kracht te laten worden. Volgens verwachting zal de wet leiden tot een verschuiving van een aantal taken binnen de verschillende organen van het pensioenfonds. BASF Pensioenfonds zal in de komende periode nadenken over hoe de veranderde wettelijke eisen het beste kunnen worden geïmplementeerd. Nieuwe pensioenregeling Herziening van het financieel toetsingskader (FTK) wordt ten minste uitgesteld tot 2015, maar het project bij de werkgever over een nieuwe pensioenregeling gaat onverminderd door. Vanaf 1 januari 2014 moet in ieder geval de pensioenleeftijd omhoog naar 67. De nieuwe pensioenregeling houdt het bestuur bezig: sinds 2012 krijgt dit onderwerp tijdens iedere bestuursvergadering aandacht. In het kader van het pensioenproject heeft de werkgever eind mei 2013 meegedeeld dat hij de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenfonds gaat opzeggen, om in formele zin niet belemmerd te worden in te maken keuzes. Het bestuur zal zich voorbereiden op de situatie dat de uitvoeringsovereenkomst inderdaad eindigt per 31 december 2013. Beleggingsbeleid Naar aanleiding van verandering in de rentestructuur voor de waardering van de verplichtingen neemt het bestuur het beleid rond renteafdekking in heroverweging. Het bestuur streeft ernaar om in het vervolg van 2013 hier over te besluiten.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
23
Arnhem, 20 juni 2013
Het Bestuur
G.A.D. van der Lubbe
Z. Nijenhuis
voorzitter secretaris
J.T.I. Ackermans
C.M. Becx
A.W.M. de Bever
T.A. Krook
24
Verslag van het Verantwoordingsorgaan
Verslag van het Verantwoordingsorgaan 2012 In het kader van goed pensioenfondsbestuur heeft het BASF Pensioenfonds een Verantwoordingsorgaan ingesteld, bestaande uit zes personen, twee vertegenwoordigers van zowel de deelnemers als de gepensioneerden als de werkgever. Het Verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het jaarverslag, de jaarrekening, het actuarieel rapport en de bevindingen van het intern toezicht en de accountant. Op basis van deze gegevens en de overige informatie, die het bestuur heeft verstrekt in het periodiek overleg, heeft het Verantwoordingsorgaan zich een adequaat beeld kunnen vormen van de financiële situatie van het pensioenfonds, van het gevoerde beleid en van de gemaakte keuzes voor de toekomst. Conclusie Op basis van de beschikbare informatie is het Verantwoordingsorgaan van oordeel dat het bestuur zijn taken naar behoren heeft uitgevoerd. Het Verantwoordingsorgaan concludeert dat het bestuur bij het gevoerde beleid en het maken van zijn beleidskeuzes voor alle betrokken partijen een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt. Aanbeveling Het Verantwoordingsorgaan stelt opnieuw voor om een standaard beleidsrapportage op te zetten met daarin een overzicht van genomen stappen/besluiten met de beoogde resultaten m.b.t. de diverse beleidsthema’s.
Arnhem, 20 juni 2013
Het Verantwoordingsorgaan
Reactie bestuur Het Verantwoordingsorgaan heeft over 2012 aan het bestuur verslag uitgebracht. De aanbevelingen die het Verantwoordingsorgaan doet, zullen alle aandacht van het bestuur krijgen.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
25
Verklaring intern toezicht
In 2012 heeft het intern-toezichtsorgaan zich geconcentreerd op de organisatie en de processen van het communicatiebeleid van BASF Pensioenfonds en de uitvoering daarvan. Het intern-toezichtsorgaan heeft hierin in voldoende mate inzicht kunnen krijgen. Aanbevelingen betreffende het vastleggen van taken en bevoegdheden van de communicatieadviesgroep en betreffende de inhoud van het communicatieplan neemt het bestuur in overweging. Het intern-toezichtsorgaan is zeven maal bijeen geweest, waarvan eenmaal met het bestuur van het fonds, eenmaal met een afvaardiging van de beleggingscommissie en eenmaal met de communicatieadviesgroep en de deelnemersraad. Het intern-toezichtsorgaan heeft geconcludeerd dat de inrichting (beheer en controle van de processen en de organisatie) rondom het communicatiebeleid van BASF Pensioenfonds adequaat is en in voldoende mate beantwoordt aan de eisen die gesteld mogen worden aan goed pensioenbestuur.
Februari 2013
Het intern-toezichtsorgaan
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
27
28
Jaarrekening
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
29
Balans per 31 december (na resultaatverdeling; in duizenden euro)
Activa 2012 2011 Beleggingen voor risico pensioenfonds [1] Financiële beleggingen Zakelijke waarden 64.705 47.319 Vastrentende waarden 113.898 112.805 Derivaten 889 0 179.492 160.124 Beleggingen voor risico deelnemers [2] Beschikbare premieregeling
1.070 529
Herverzekering [3] 12.359 11.987 Vorderingen en overlopende activa [4]
5
3.860
Liquide middelen [5]
206
5.458
Totaal activa 193.132 181.958
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal
30
onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Passiva
2012
2011
8.755
6.573
Reserves [6] Algemene reserve Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Eigen rekening [7]
169.437
160.770
Herverzekering [8]
12.359
11.987 181.796
172.757
0
128
Beschikbare premieregeling
1.070
529
Kortlopende schulden [11]
1.370
1.906
141
65
193.132
181.958
Voorziening af te dragen BTW [9] Voorziening voor risico deelnemers [10]
Overlopende passiva [12] Totaal passiva
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
31
Staat van baten en lasten (in duizenden euro)
2012 2011 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten [13] Indirecte beleggingsopbrengsten [14] Kosten van vermogensbeheer [15]
2.487
3.333
16.025
10.339
-346
-291
18.166 13.381 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers [16]
121
21
Bijdragen van werkgevers en werknemers [17]
1.651
7.125
Premiebijdragen voor risico deelnemers [18]
422
275
Saldo van overdrachten van rechten [19]
14
-90
Pensioenuitkeringen [20] -9.105 -9.414 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [21]
-9.039
-11.536
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen [22]
372
525
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een
32
integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Mutatie voorziening af te dragen BTW [23] Onttrekkingen beleggingen voor risico deelnemers [24]
2012
2011
-23
0
-2
0
-541
-296
636
1.224
-481
-549
-9
11
2.182
677
2.182
677
Mutatie voorziening voor risico deelnemers [25] Mutaties voorziening beschikbare premieregeling Herverzekeringen [26] Pensioenuitvoerings- en administratiekosten [27] Overige baten en lasten [28] Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo Algemene reserve
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
33
Kasstroomoverzicht (in duizenden euro) 2012 2011 Pensioenactiviteiten Ontvangsten Bijdragen Herverzekerde uitkeringen Overgenomen pensioenverplichtingen Overige
4.179 1.380 803
728
14
-1
0 11
4.996 2.118 Uitgaven Uitgekeerde pensioenen Overgedragen pensioenverplichtingen
-9.114
-9.425
0
-90
Premies herverzekering
-167
-110
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-473
-677
Overige
-244 -3
-9.998 -10.305 Beleggingsactiviteiten Ontvangsten Directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen beleggingen Overige
2.520
3.333
18.068
2.191.307
1.418 -1.418
22.006 2.193.222
Uitgaven Aankopen beleggingen Kosten van vermogensbeheer
-21.940
-2.184.596
-316
-226
-22.256 -2.184.822
Mutatie geldmiddelen
-5.252
213
Saldo geldmiddelen 1 januari
5.458
5.245
Saldo geldmiddelen 31 december
206
5.458
34
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 BW en met inachtneming van de richtlijnen voor de Jaarverslaglegging. Waardering Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
35
Beleggingen Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op dezelfde wijze gewaardeerd. Overige activa en passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden overige activa en passiva gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Voor vorderingen wordt rekening gehouden met een aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Buitenlandse valuta Activa en passiva in buitenlandse valuta worden omgerekend tegen de ultimo jaar geldende koersen. Transacties in vreemde valuta’s gedurende de verslagperiode worden in de jaarrekening verwerkt tegen de koers van afwikkeling. De uit de omrekening per balansdatum voortvloeiende koersverschillen worden rekening houdend met eventuele dekkingstransacties, opgenomen in de staat van baten en lasten. Transacties in vreemde valuta’s gedurende de verslagperiode worden in de jaarrekening verwerkt tegen de koers van afwikkeling. De uit de omrekening per balansdatum voortvloeiende koersverschillen worden, rekening houdend met eventuele dekkingstransacties, opgenomen in de staat van baten en lasten. Participaties in beleggingsinstellingen De ter beurze genoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde de beurswaarde. Niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde, op basis van waardering tegen reële waarde. Zakelijke waarden De zakelijke waarden, aandelen, converteerbare obligaties en opties, zijn gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. Vastrentende waarden Alle vastrentende beleggingen, obligaties en leningen op schuldbekentenis, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Voor de obligaties is dat de beurswaarde ultimo boekjaar en voor de leningen op schuldbekentenis is dat de berekende reële waarde. Bij deze berekening worden alle toekomstige geldstromen contant gemaakt tegen de geldende marktpercentages. Herverzekering Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd voor de waarde van het verzekerde risico op basis van de grondslagen van het contract. Bij de waardering van de vorderingen wordt indien nodig rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar.
36
Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. De waardering en presentatie van beleggingsdepots gekoppeld aan kapitaalcontracten is overeenkomstig de grondslagen voor beleggingen. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (markt- waarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toezeggingen tot) toeslagen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. De VPV is, evenals vorig jaar, gelijk aan de contante waarde van de opgebouwde, premievrije en ingegane pensioenen. Bij de vaststelling van de VPV is uitgegaan van marktwaardering. Dit houdt onder andere in dat gerekend is met de termijnstructuur van de actuele nominale marktrente zoals gepubliceerd door DNB. In deze rentetermijnstructuur is gebruik gemaakt van de zogenaamde Ultra Forward Rate-methode (UFR). Per saldo heeft de renteverandering in 2012 een verhogend effect gehad op de technische voorzieningen van 12.877. De pensioenverplichtingen zijn berekend volgens de AG-Prognosetafel 2012-2062 (startjaar 2013). Er wordt rekening gehouden met het verschil in overlevingskansen tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van de Towers Watson 2012 ervaringssterfte. De overgang naar de nieuwe tafel heeft geleid tot een toename van de voorziening van 1.706 en toepassing van de fondsspecifieke ervaringssterfte heeft geleid tot een afname van 401. Gehuwdheid:
Voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke deelnemers en gewezen deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het nabestaandenpensioen tot de pensioenleeftijd uitgegaan van een gehuwdheidsfrequentie van 100%.
Leeftijdsverschil: Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man ouder dan vrouw). Kosten:
Voor kosten zijn de verplichtingen met 3% verhoogd.
Resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vastrentende waarden verstaan de rente-opbrengst verminderd met de kosten; bij de zakelijke waarden wordt hieronder verstaan het bruto-dividend, voor aftrek van dividendbelasting, verminderd met de kosten. De intresten van overige activa en passiva worden opgenomen op basis van nominale bedragen. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder deze post worden de volgende resultaten opgenomen: –
gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van aandelen, converteerbare obligaties en obligaties;
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
37
–– gerealiseerde koersverschillen bij (af )lossing van leningen op schuldbekentenis en obligaties; –– boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis; –– valutaverschillen met betrekking tot zakelijke waarden, vastrentende waarden, deposito’s, valutatermijntransacties en bankrekeningen in buitenlandse valuta; –– niet-gerealiseerde koers- en valutaverschillen inzake aandelen, converteerbare obligaties, obligaties en leningen op schuldbekentenis. Kosten van vermogensbeheer Onder de kosten van vermogensbeheer worden de kosten opgenomen die verband houden met het beheer van de beleggingen, die direct bij het fonds in rekening worden gebracht. Herverzekering Het pensioenfonds heeft het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico volledig herverzekerd. Als er op het contract door de herverzekeraar winst wordt gemaakt, deelt het pensioenfonds daarin mee. Een deel van de pensioenverplichtingen voortvloeiend uit de periode vóór de ingang van de middelloonregeling is eveneens herverzekerd. Dit betreft een volledige herverzekering op basis van een garantiecontract. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
38
Toelichting op de balans per 31 december (in duizenden euro) Activa [1] Beleggingen voor risico pensioenfonds NietStand
Aankopen/
ultimo
Verstrek-
2011
kingen
47.319
15.465
Obligaties
98.223
Money Market Funds
Categorie
Verkopen Gerealiseerde aflossingen
gerealiseerde
Stand
koers-
koers-
ultimo
verschillen
verschillen
2012
-5.089
328
6.682
64.705
0
-6.000
425
7.953
100.601
14.582
4.490
-5.775
0
0
13.297
112.805
4.490
-11.775
425
7.953
113.898
-1.418
1.985
0
-567
889
889
158.706
21.940
-16.864
186
15.524
179.492
Financiële beleggingen Zakelijke waarden Vastrentende waarden
Derivaten/valutatermijncontracten Totaal belegd vermogen Waarvan onder de passiva gepresenteerd Derivaten/valutatermijncontracten Totaal beleggingen activa
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
1.418
0
160.124
179.492
39
Methodiek bepaling marktwaarde Level 1: Directe marktwaardering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd). Level 2: Afgeleide marktwaardering: geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet actieve markt met niet-significante prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen). Level 3: Modellen en technieken: marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beïnvloeden.
Stand ultimo Categorie (indeling categorie is op basis van “lookthrough”)
Level 1
Level 2
Level 3
2012
63.553
0
0
63.553
Obligaties en Money Market Funds
0
113.898
0
113.898
Derivaten conform risicoparagraaf
0
889
0
889
264
0
0
264
Zakelijke waarden Beleggingsfondsen in aandelen Vastrentende waarden
Liquide middelen Liquide middelen beschikbaar voor beleggingen Totaal
63.817 114.787
0 178.604
[2] Beleggingen voor risico deelnemers Categorie
Beschikbare premieregeling
Stand Aankopen/ Verkopen ultimo
Directe Indirecte
Stand
Verstrek- aflossingen beleggings- beleggings-
ultimo
kingen opbrengsten opbrengsten
2012
2011
529 422 -2
5 116 1.070
2012 2011 [3] Herverzekering Stand per 1 januari
11.987
10.856
Tegenboeking kredietafslag vorig boekjaar
0
606
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
372
525
12.359 11.987
Contante waarde van door deelnemers gecedeerde premievrije aanspraken jegens de verzekeringsmaatschappijen Nationale Nederlanden, Delta Lloyd en ASR.
40
2012
2011
[4] Vorderingen en overlopende activa Vorderingen Beleggingen
0
1.418
Afrekening premies
0
133
Eenmalige bijstorting premie tot MVEV
0
2.275
Onderneming
0
3.826
Overlopende activa Vooruitbetaalde facturen
5
0
Lopende intrest - obligaties
0
18
Lopende intrest - banken
0
16
Totaal vorderingen en overlopende activa
5
34
5
3.860
[5] Liquide middelen Depotbanken
0
-2
ING Bank N.V.
206
5.460 206
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
5.458
41
Passiva 2012 2011 Reserves [6] Algemene reserve Stand per 1 januari
6.573
5.896
Saldobestemming boekjaar
2.182
677
Totaal eigen vermogen Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt Het vereist eigen vermogen bedraagt
6.908 19.088
De dekkingsgraad is
8.755
6.573
3,8%
6.565
3,8%
10,5%
18.638
10,8%
104,8%
103,8%
De dekkingsgraad is vastgesteld als het totaal vermogen gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De berekening is als volgt: (181.796 + 8.755) / 181.796 x 100% = 104,8% Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [7] Eigen rekening Het verloop van de voorziening is als volgt: Stand per 1 januari
160.770
149.759
Actuariële premies
1.409
1.116
Intresttoevoeging
2.427 1.885
Koopsom i.v.m. toeslagverlening Sterfte Uitkeringen eigen rekening Vrijval kostenreserve Overdrachten Aanpassing rekenrente Overige verzekeringstechnische grondslagen
0
1
263 -383 -8.349
-8.555
-250
-257
0 -89 11.976
17.280
0
25
Wijziging ervaringssterfte
-305
0
Wijziging overlevingstafels
1.562
0
Mutatie voorziening herverzekering
-372
-525
Overige mutaties
306
513
Stand per 31 december
42
169.437
160.770
2012
2011
Bedrag
Aantal
Bedrag
Aantal
20.407
165
18.650
176
De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is als volgt opgebouwd Actieve deelnemers Slapers Gepensioneerden
Af: herverzekering Blijft: voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening
32.511
331
31.430
340
128.878
558
122.677
544
181.796
1.054
172.757
1.060
-12.359
-11.987
169.437
160.770
11.987
11.462
372
525
[8] Herverzekering Stand per 1 januari Mutatie Stand per 31 december
12.359
11.987
181.796
172.757
Totaal voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [9] Voorziening af te dragen BTW Stand per 1 januari Dotatie Onttrekking
128
128
23
0
-151
0
Stand per 31 december
0
128
[10] Voorziening voor risico deelnemers Stand per 1 januari
529
233
Bij: stortingen
422
275
Af: opnames
-2
0
Rendement
121
21
Stand per 31 december
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
1.070
529
43
2012 2011 [11] Kortlopende schulden Te betalen loonheffing Sociale lasten Uitkeringen
168
179
45
44
10 5
Te betalen algemene kosten
125
Ondernemingen
120 0
Beleggingen valutatermijncontracten Beleggingen lopende transacties Te betalen kosten vermogensbeheer
0
195 1.418
888
0
14
65
1.370 1.906 [12] Overlopende passiva Ramingen algemene kosten
59
65
Ramingen kosten vermogensbeheer
82
0
141 65
44
Toelichting op de staat van baten en lasten (in duizenden euro) Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het fonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Transacties met bestuurders De leden van het bestuur, de deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan hebben in 2012 geen bezoldiging ontvangen. Er zijn geen leningen verstrekt aan noch zijn er vorderingen op bestuurders. De bestuurders nemen deel aan de pensioenregeling, tegen dezelfde voorwaarden als voor de overige deelnemers. Overige transacties met verbonden partijen Tussen het fonds en de werkgever is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin afspraken zijn vastgelegd ten aanzien van de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de pensioenregeling. Personeel Gedurende het boekjaar 2012 had Stichting BASF Pensioenfonds geen personeel in dienst.
Baten en lasten
2012
2011
Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds [13] Directe beleggingsopbrengsten Vastrentende waarden
2.453
3.103
Liquide middelen
36
256
Waardeoverdrachten
-1
-1
Overige intrest
-1
-25
Totaal directe beleggingsopbrengsten
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
2.487
3.333
45
2012 2011 [14] Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde koersverschillen Zakelijke waarden
328
-515
Vastrentende waarden
425
-611
Derivaten
-567 -1.623
186 -2.749
Niet-gerealiseerde koersverschillen Zakelijke waarden
6.682
-1.852
Vastrentende waarden
7.953
14.889
Derivaten
889 -1.418
Valutaverschillen
315 1.469
15.839 13.088 Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
16.025
10.339
[15] Kosten van vermogensbeheer Bewaarloon effecten Beheerloon Advieskosten
-27
-24
-275 -267 -44 0
Totaal kosten vermogensbeheer
-346
-291
Totaal beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds
18.166
13.381
[16] Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
5
6
116
15
Totaal beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers
121
21
[17] Bijdragen van werkgevers en werknemers Premies werkgevers Premies werknemers Vrijwillige bijstortingen
1.237
1.144
274
265
44
59
Afrekening vorig boekjaar
0
45
Extra premie uit vrijval SUT-regeling
0
3.337
0
2.275
Eenmalige bijstorting WG tot MVEV FVP-bijdragen
96 0
1.651 7.125
46
2012
2011
Kostendekkende premie
2.018
1.661
Gedempte kostendekkende premie
1.555
1.424
Feitelijke premie
1.555
7.080
De kostendekkende premie is als volgt samengesteld: Onvoorwaardelijke aanspraken
1.569
1.253
Solvabiliteitsopslag
168
138
Opslag voor uitvoeringskosten
281
270
2.018
1.661
1.106
1.016
Solvabiliteitsopslag
168
138
Opslag voor uitvoeringskosten
281
270
1.555
1.424
De gedempte premie is als volgt samengesteld: Onvoorwaardelijke aanspraken
[18] Premiebijdragen voor risico deelnemers
422
275
[19] Saldo van overdrachten van rechten Overgenomen pensioenverplichtingen
14
0
Overgedragen pensioenverplichtingen
0
-90 14
-90
[20] Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen
-7.134
-7.337
Weduwepensioen
-1.546
-1.518
Wezenpensioen
-12
-12
Prepensioen
-14
-134
Extra uitkering CIAGO-regeling
-131
-134
Overige
-268
-279 -9.105
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
-9.414
47
2012 2011 [21] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Actuariële premies
-1.409
Intresttoevoeging
-2.427 -1.885
Koopsom i.v.m. toeslagverlening Sterfte Uitkeringen eigen rekening Vrijval kostenreserve Overdrachten Aanpassing rekenrente Overige verzekeringstechnische grondslagen Wijziging ervaringssterfte Wijziging overlevingstafels Overige mutaties
0
-1.116 -1
-263 383 8.349
8.555
250
257
0 89 -11.976
-17.280
0
-25
305
0
-1.562
0
-306
-513
-9.039 -11.536 [22] Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
372
525
[23] Mutatie voorziening af te dragen BTW
-23
0
[24] Onttrekkingen beleggingen voor risico deelnemers
-2
0
[25] Mutatie voorziening voor risico deelnemers Beschikbare premieregelingen Dotatie voorziening
-541 -296
[26] Herverzekeringen Premies Risicopremie
-167 -110
Uitkeringen uit herverzekering Ouderdomspensioen, partnerpensioen, arbeidsongeschiktheid en overlijden
749
728
Resultatendeling Winstdeling
54 0
Overige Kredietafslag (insolventierisico)
0
606
636 1.224
48
2012
2011
[27] Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Administratie Controle jaarrekening Pensioen- en actuarieel advies Secretariaat De Nederlandsche Bank Overige kosten
-207
-205
-27
-37
-145
-202
-54
-54
-3
-3
-45
-48 -481
-549
Naleving wet- en regelgeving Overtredingen van wet- en regelgeving zijn het bestuur niet bekend. In het verslagjaar zijn aan het pensioenfonds door de toezichthouder geen boetes of dwangsommen opgelegd. DNB heeft het pensioenfonds ook geen aanwijzingen gegeven om binnen een bepaalde termijn een aangegeven gedragslijn te volgen. DNB heeft niet verzocht om aanstelling van een bewindvoerder. [28] Overige baten en lasten Beleggingen
0
11
Overige
-9
0
Saldo van baten en lasten
-9
11
2.182
677
Actuariële analyse Resultaat op: Aanpassing rekenrente
-12.877
-18.393
Beleggingen
18.210
13.381
Premies
-387
5.492
Intrest
-2.606
-2.027
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
1.108
1.859
Sterfte
44
513
Uitkeringen
-30
-157
Andere baten en lasten
-9
12
Kosten pensioenuitvoering
20
-1
0
-1
Toeslagverlening Waardeoverdrachten Wijziging ervaringssterfte Wijziging overlevingstafels
14
-1
401
0
-1.706
0 2.182
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
677
49
Risicoparagraaf (bedragen in duizenden euro) In de risicoparagraaf binnen het bestuursverslag is het beleid rond risicobeheersing uiteengezet. Hierna wordt een aantal specifieke risico’s nader toegelicht en gekwantificeerd. Aansluiting beleggingen volgens de balans met de risicoparagraaf
Over- lopende Stand aan- en ultimo Te ver- Toe- 2012
Stand
Over- vorderen
ultimo Liquide lopende dividend- 2012
middelen
intrest
belasting
kopen passen conform beleg- gingen
Look Through
risico-
paragraaf
Zakelijke waarden 64.705 -888 -264 63.553 Vastrentende waarden 113.898 113.898 Financiële derivaten 889 889 Liquide middelen 264 264
179.492 0 0 0 -888 0 178.604
Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste financieel risico voor het pensioenfonds is het niet kunnen nakomen van de pensioentoezeggingen. Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode vastgelegd om te kunnen toetsen of het aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aantal specifieke risico’s op te kunnen vangen (het standaardmodel). Het Eigen vermogen van het pensioenfonds per 31 december 2012 is lager dan het Vereist eigen vermogen volgens het standaardmodel, zodat het pensioenfonds hierdoor een langetermijnherstelplan heeft moeten indienen.
50
Jaarlijks vindt toetsing plaats aan de hand van dit standaardmodel. De verschillende risicofactoren hierin worden benoemd onder de noemer S1 tot en met S6. Tevens wordt rekening gehouden met onderling compenserende effecten (diversificatie effect). Hierna zijn de uitkomsten weergegeven voor de verschillende risicocategorieën: 2012 €
%
2011 €
%
Op basis van de strategische beleggingsmix Renterisico (S1)
3.400
1,9
4.009
2,3
16.495
9,1
15.698
9,1
Valutarisico (S3)
0
0,0
0
0,0
Grondstoffenrisico (S4)
0
0,0
0
0,0
Zakelijke waarden risico (S2)
Kredietrisico (S5)
0
0,0
0
0,0
Verzekeringstechnisch risico (S6)
4.919
2,7
4.666
2,7
Diversificatie-effect
-5.726
-3,2
-5.735
-3,3
19.088
10,5
18.638
10,8
Vereist eigen vermogen (strategisch) Aanwezige dekkingsgraad
104,8
103,8
Minimaal vereiste dekkingsgraad
103,8
103,8
Vereiste dekkingsgraad
110,5
110,8
De dekkingsgraad wordt berekend door het eigen vermogen plus de technische voorzieningen te delen door de technische voorzieningen. Het afgelopen jaar is deze, op grondslagen van het Pensioenfonds toegenomen van 103,8% (2011) naar 104,8% (2012). Renterisico Bij de vaststelling voor het renterisico is gebruikt gemaakt van de exacte berekening met de cash-flows. Gevoeligheidsanalyse: Strategisch wordt 70% van de duration van de TV voor risico fonds afgedekt. De buffer voor het renterisico moet een daling van de rentetermijnstructuur kunnen opvangen. Deze daling komt overeen met een stijging van de technische voorzieningen van 11.332. Daartegenover mag echter rekening gehouden worden met een daling van de actuele rente van de obligaties. Deze daling leidt tot een stijging van de obligaties met 7.932. De stijging van de technische voorzieningen overtreft de stijging van de obligaties met 3.400. De benodigde buffer voor het renterisico bedraagt dientengevolge 3.400. Zakelijke waarden risico Mogelijke waardedalingen van beleggingen voor het vastgoed en de aandelen zijn in het hiervoor genoemde standaardmodel begrepen. Hiervoor wordt een gedifferentieerde berekening naar categorieën van markten en beleggingen uitgevoerd. Ter zake van het zakelijke waarden risico worden risico-inschattingen aan de hand van de in de markt gebruikelijke risicoparameters gemaakt. In het beleggingsbeleid wordt met dergelijke risico’s rekening gehouden door ondermeer een toepassing van voldoende spreiding in de beleggingsportefeuille naar categorieën, markten en dergelijke. Dit wordt gerealiseerd door te beleggen in beleggingsfondsen waarin de mix van beleggingen zeer divers is.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
51
2012 2011
€ % € %
Verdeling zakelijke waarden per categorie: Beleggingsfondsen
63.553 100,0 47.319 100,0
Valutarisico De pensioenverplichtingen luiden in euro’s, de mogelijke risico’s als gevolg van valutakoersontwikkelingen komen daarom alleen bij de beleggingen tot uitdrukking. Het pensioenfonds loopt valutarisico binnen de beleggingsfondsen in de aandelenportefeuille. Het valutarisico wordt geheel afgedekt door de beheerder van de aandelenportefeuille. De vereiste buffer voor valutarisico bedraagt dan 0. Derivaten Ter afdekking van de valutarisico’s op de effectenportefeuille zijn er door de vermogensbeheerders valutatermijntransacties afgesloten. De post valutatermijntransacties bestaat uit de volgende transacties, omgerekend in euro per 31 december 2012:
EUROS
aankoop verkoop uiterlijke transacties transacties resultaat einddatum 110.643 110.643 4-2-2013
AUSTRALIAN DOLLARS -4.995 -4.995 4-2-2013 CANADIAN DOLLARS -6.788 -6.788 4-2-2013 JAPANESE YEN -11.571 -11.571 4-2-2013 POUND STERLING -13.552 -13.552 4-2-2013 SWISS FRANCS -4.971 -4.971 4-2-2013 US DOLLARS -67.877 -67.877 4-2-2013
110.643 -109.754
889
Grondstoffenrisico Het pensioenfonds belegt niet in grondstoffen en hoeft daarom geen buffers hiervoor aan te houden. Kredietrisico Bij het kredietrisico dient het effect van de kredietwaardigheid van de partijen, waarin belegd wordt, tot uitdrukking te komen. Het kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze creditspread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid (risicovrij) tot uitkering zal komen. Ter beperking van het kredietrisico gelden binnen het pensioenfonds restricties voor de samenstelling van de vastrentende portefeuilles met betrekking tot geografische spreiding, verdeling over verschillende debiteurencategoriëen, de minimale kwaliteit van de debiteur (“rating”) en voor de omvang van de beleggingen per debiteur. Verzekeringstechnisch risico (actuarieel risico) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het
52
pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Volgens informatie van het CBS en het Actuarieel Genootschap stijgt de levensverwachting van mannen en vrouwen sneller dan eerder werd aangenomen. Het overlijdensrisico ontstaat doordat deelnemers eerder komen te overlijden dan gemiddeld verondersteld in de tarifering. Dit geldt voor pensioenvormen waarvoor een uitkering bij overlijden is verzekerd (bijvoorbeeld nabestaandenpensioen). Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Concentratierisico Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. De spreiding van de portefeuille is in de toelichting op de balans nader toegelicht. Ook “grote posten” zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd In het standaardmodel is de gevoeligheid van het eigen vermogen voor concentratierisico (S8) gelijkgesteld aan 0%.
2012
2011
€
%
€
%
63.553
100,0
47.319
100,0
113.898
100,0
112.805
100,0
BLACKROCK LSF EUR FIXED 2030-2039
22.883
20,1
23.319
20,7
BLACKROCK LSF EUR FIXED 2040-2049
13.059
11,5
14.404
12,8
Zakelijke waarden Grote posten: zakelijke waarden van eenzelfde uitgevende instelling groter dan 5% van de totale beleggingen in zakelijke waarden BLACKROCK ENHANCED GLOBAL SER. Vastrentende waarden Verdeling vastrentende waarden per regio: Europa Grote posten: vastrentende waarden van eenzelfde uitgevende instelling groter dan 5% van de totale beleggingen in vastrentende waarden
BLACKROCK LAIB SOLUT EURO FIX 2010-2014
4.922
4,3
7.230
6,4
BLACKROCK LSF LVGD EUR FIXED 2015-2019
13.678
12,0
12.402
11,0
BLACKROCK LAIB SOLUT EURO FIX 2020-2029
46.060
40,4
40.868
36,2
INSTL CASH SERIES HERITAGE EUR INC NAV
13.296
11,7
14.582
12,9
113.898
100,0
112.805
100,0
Er zijn geen beleggingen uitgeleend en er zijn geen beleggingen in BASF Nederland B.V. en de aan haar gelieerde ondernemingen.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
53
Arnhem, 20 juni 2013
Het Bestuur
G.A.D. van der Lubbe
Z. Nijenhuis
voorzitter secretaris
J.T.I. Ackermans
C.M. Becx
A.W.M. de Bever
T.A. Krook
54
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen relevante gebeurtenissen voorgedaan na balansdatum.
Financiering Stichting BASF Pensioenfonds ontvangt van de werkgever een structurele bijdrage. Deze bijdrage wordt vastgesteld op een percentage van de salarissom. Het percentage wordt jaarlijks –na advies van de actuaris– vastgesteld met gebruikmaking van verwachtingen omtrent salaris-, indexatie-, en bestandsontwikkelingen, huidig en verwacht rendement. Daarbij bestaat de mogelijkheid een onderscheid te maken naar onderneming. Voor het boekjaar 2012 is voor de aangesloten ondernemingen een premiebijdrage vastgesteld van 23,7%. De structurele bijdrage omvat: –
een actuariële koopsom voor de inkoop van de pensioenopbouw in het boekjaar overeenkomstig de statuten en het pensioenreglement van het pensioenfonds;
–
een jaarlijkse risicokoopsom ter dekking van het nog niet gefinancierde nabestaandenpensioen op het moment van vaststellen;
–
een risicokoopsom ter dekking van het arbeidsongeschiktheidspensioen;
–
een risicokoopsom ter dekking van het Anw-hiaatpensioen.
De financiering van de indexatielasten geschiedt uit de gealloceerde overrente uitgaande boven de rekenrente. De niet gebruikte maar wel gealloceerde overrente wordt gedoteerd aan een voorziening aanpassing pensioenen. De voorziening aanpassing pensioenen bedraagt maximaal 10% van de voorziening pensioenverplichtingen. Indien de voorziening aanpassing pensioenen dit niveau overschrijdt wordt het meerdere ten gunste van de algemene reserve geboekt.
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN.
Resultaatbestemming Resultaatverdeling Het bestuur heeft besloten het resultaat over het boekjaar 2012 als volgt te verdelen: 2012 x € 1.000 Algemene reserve
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
2.182
55
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting BASF Pensioenfonds te Arnhem is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het verslagjaar 2012. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn ‘Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: –– heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en –– heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van de artikelen 132 (vereist eigen vermogen) en 137 (financiering voorwaardelijke toeslagverlening). Vanwege het ontbreken van een recente consistentietoets kunnen wij geen oordeel geven over artikel 137. De vermogenspositie van Stichting BASF Pensioenfonds is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort. Op basis van de door het pensioenfonds uitgevoerde evaluatie van het herstelplan per einde 2012, constateer ik dat het reservetekort naar verwachting binnen de daartoe gestelde termijnen zal zijn opgeheven.
56
Eindhoven, 20 juni 2013
Drs. M.B.H. Ceelaert, AAG
Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
57
Aan: het Bestuur van Stichting BASF Pensioenfonds
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening over 2012 van Stichting BASF Pensioenfonds te Arnhem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting BASF Pensioenfonds per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
58
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht, 20 juni 2013
KPMG Accountants N.V.
H.P. van der Horst RA
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
59
60
Bijlagen
Begrippenlijst ABTN Afkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. In de ABTN wordt door het bestuur van een pensioenfonds uiteengezet welke actuariële en bedrijfstechnische opzet ten grondslag ligt aan een fonds. Ook wel bedrijfsplan genoemd. Hierin komen drie hoofdonderwerpen aan de orde: de wijze van vaststelling van de verplichtingen jegens de deelnemers, de beleggingsportefeuille en het intern risicobeheersingssysteem. Actuariële grondslagen Wanneer een contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen moet worden bepaald maakt de actuaris gebruik van actuariële grondslagen, zoals: de rekenrente; de kansstelsels: sterftekansen, arbeidsongeschiktheids- en revalideringskansen, frequenties van gehuwd zijn, soms ook toekomstige salarisontwikkeling of indexatiebeleid enz.; kostenopslagen (bijvoorbeeld voor administratiekosten en/of uitbetalingskosten). Actuariële methoden Methoden om met behulp van actuariële grondslagen de contante waarde te berekenen van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen. Algemene nabestaandenwet De Anw vervangt met ingang van 1 juli 1996 de Algemene Weduwen- en Wezenwet. De volgende groepen hebben recht op een Anw-uitkering bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) of partner: –
nabestaanden geboren vóór 1 januari 1950;
–
nabestaanden die ongehuwde kinderen jonger dan 18 jaar verzorgen;
–
nabestaanden die voor ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn.
De netto Anw-uitkering bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon en is afhankelijk van het inkomen. Een gedeelte van het inkomen uit arbeid wordt vrijgelaten. Ongehuwd samenwonenden worden gelijkgesteld met gehuwden. Algemene Ouderdomswet De Algemene Ouderdomswet (AOW) is in 1956 tot stand gekomen. Het is een volksverzekering en geldt dus voor alle ingezetenen van Nederland. De AOW voorziet in uitkeringen bij ouderdom. De uitkeringen gaan vanaf 2013 één maand na het bereiken van de 65-jarige leeftijd in. In de komende jaren zal deze datum geleidelijk verder worden verhoogd. De hoogte van de uitkeringen is niet afhankelijk van het loon dat gedurende een eventuele loopbaan is verdiend, maar is afhankelijk van de burgerlijke staat en de gezinssituatie waarin de verzekerde verkeert. ALM Afkorting voor Asset Liability Management. Een ALM-studie betreft de analyse van het risicobeheer van de balans tussen activa en de passiva van een pensioenfonds. Deze studie dient onder andere te resulteren in de formulering van een strategisch beleggingsbeleid.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
61
Benchmark Vooraf vastgestelde, objectieve maatstaf voor de prestatie van (de beheerder van) een beleggingsportefeuille of pensioenfonds. Een beursindex bijvoorbeeld. In het strategisch beleggingsbeleid wordt door het pensioenfonds zelf vooraf een normportefeuille, al dan niet bestaande uit indices, bepaald. Aan de hand van de benchmark kunnen normwegingen voor de verdeling van de beleggingen over (sub)categorieën, en normrendementen bij een gegeven risicoprofiel van het fonds worden benoemd. Bestuurstoets De bestuurderstoets wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB). Door middel van deze toets –waartoe het bestuur de DNB van diverse documenten moet voorzien– kan de toezichthouder zich een beeld vormen van de deskundigheid en integriteit van de bestuurders van het pensioenfonds. Indien de toets tot een negatief oordeel leidt, kan de DNB een voorgenomen (her)benoeming van een kandidaat-bestuurslid tegenhouden. Beurskoers Marktprijs van een aandeel, obligatie of andere waardepapieren. Contante waarde De contante waarde op een bepaald moment van (een serie) betalingen in de toekomst, is het bedrag dat op dat moment aanwezig zou moeten zijn om, rekening houdend met rente-aangroei (rekenrente) en eventuele andere actuariële grondslagen, deze toekomstige betalingen te kunnen verrichten. De Nederlandsche Bank Bij wet ingesteld toezichthoudend orgaan dat onder andere de navolging van de Pensioenwet bewaakt. Derivaten Financiële contracten waarvan de waarde afhankelijk is van een of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices. Voorbeelden van derivaten zijn opties, termijncontracten en rente- en valutaswaps. Directe beleggingspbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten worden verstaan: dividend- en rente opbrengsten van de beleggingen. Duration De gewogen gemiddelde looptijd van de kasstromen van een obligatie, waarbij weging geschiedt op basis van de contante waarde van iedere kasstroom. Duration is een graadmeter voor de rentegevoeligheid van een obligatie. In de regel: hoe langer de looptijd van een obligatie, hoe gevoeliger de koers van die obligatie voor renteveranderingen. Indien men een daling van de rente verwacht is het profijtelijk een obligatie met een zo lang mogelijke duration te kopen, aangezien de koers daarvan het meest zal oplopen. Effectief rendement Het effectief rendement houdt naast het couponrendement nog rekening met winst of verlies bij aflossing van een obligatie. Eindloonregeling Een eindloonregeling is een pensioenregeling, waarin de hoogte van het ouderdomspensioen afhangt van het salaris dat de deelnemer geniet op de pensioendatum.
62
Franchise In veel pensioenregelingen is een bepaald drempelbedrag opgenomen waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt omdat de AOW geacht wordt hierover pensioen te verlenen. Dit bedrag is veelal afgeleid van de uitkeringen krachtens de AOW en wordt dan ‘franchise’ genoemd. Gedragscode De gedragscode bevat voorschriften voor bestuurders en eventuele medewerkers van het pensioenfonds ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige, vertrouwelijke informatie. Deze informatie betreft voor een belangrijk deel de beleggingstransacties namens het fonds. Herverzekering Het door een pensioenfonds geheel of gedeeltelijk onderbrengen van een pensioenregeling in een levens-verzekeringsovereenkomst en/of het door een pensioenfonds onderbrengen van extra hoge risico’s bij een levensverzekeraar, zoals overlijdens- en invaliditeitsrisico’s van deelnemers. Index Cijfer dat een gewogen gemiddelde uitdrukt en waaraan men kan zien hoe een grootheid (bijvoorbeeld de beurskoersen in Amsterdam) zich ontwikkeld heeft. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten vallen de gerealiseerde verkoopresultaten inclusief valutaresultaten en de nietgerealiseerde herwaarderingsresultaten. Intrinsieke waarde De intrinsieke waarde per aandeel is de ‘werkelijke’ waarde van dat aandeel, afgeleid van de onderliggende beleggingen. De intrinsieke waarde wordt berekend door de waarde van de activa (bezittingen) te verminderen met de passiva (schulden) en het saldo te delen door het aantal uitstaande aandelen. Koopsom Een koopsom is een eenmalige betaling die aan de uitvoerder van de pensioenregeling is verschuldigd en waarvoor een bepaalde pensioenaanspraak wordt ingekocht. In beginsel is een koopsom dus een eenmalige betaling en een premie een periodieke betaling. Zowel premies als koopsommen dienen hetzelfde doel, namelijk de financiering van de pensioenen. LDI-fondsen Liability Driven Investment fondsen bieden beleggingen aan met verschillende (meestal tranches van) looptijden die daardoor in termijn (nagenoeg) kunnen worden aangesloten op de verplichtingen van het pensioenfonds, waardoor de rentegevoeligheid van het fonds als gevolg van waardering van beleggingen en verplichtingen op marktwaarde wordt gereduceerd. Lijfrente Het begrip lijfrente wordt gebruikt in de individuele levensverzekeringsmarkt. Technisch gesproken is een lijfrente hetzelfde als een ouderdomspensioen. Het belangrijkste verschil is dat een lijfrenteverzekering privé wordt gesloten, terwijl bij pensioen altijd sprake is van een werkgever/werknemer relatie. Look through DNB schrijft inzake het indienen van de kwartaalstaten voor dat pensioenfondsen de zogenaamde “Look through”-regel moeten toepassen.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
63
Toepassing van de “Look through”-regel houdt in dat de beleggingsrisico’s van pensioenfondsen zover mogelijk uitgesplitst dienen te worden naar onderliggende deelrisico’s; één en ander voor zover het een betekenisvolle verscherping van het beeld geeft. Het is, aldus DNB, aan het bestuur van een pensioenfonds om op gepaste wijze invulling te geven aan de “Look through”-regel, zodat een zo zuiver mogelijk beeld wordt verkregen van de beleggingsrisico’s. Middelloonregeling Een pensioenregeling waarbij het aan het einde van de deelneming toe te kennen pensioen gerelateerd is aan het gemiddeld salaris over de gehele periode van deelneming in de regeling. Nabestaandenpensioen Verzamelnaam voor weduwe-, weduwnaars- en partnerpensioen, soms ook voor wezenpensioen. Nominale waarde De op het stuk (aandeel of obligatie) aangegeven waarde. Bij een koers van 100 (= 100%) is de prijs van het waardepapier gelijk aan de nominale waarde. Overlevingstafels Geven aan wat de levens- en sterftekansen zijn van mannen en vrouwen in Nederland, afhankelijk van de bereikte leeftijd. Ze worden gebruikt bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen door de actuaris. Overreserve Het deel van de reserves van een pensioenfonds waar geen pensioenverplichtingen tegenover staan (ook wel genoemd: extra of algemene reserve). Partnerpensioen Benaming voor een vorm van nabestaandenpensioen ten behoeve van de ongehuwde partner met wie een ongehuwde deelnemer aan de pensioenregeling een gezamenlijke huishouding voert. Partnerregistratie De Wet Partnerregistratie is per 1 januari 1998 in werking getreden. Deze wet opent de mogelijkheid voor partners die niet willen of kunnen huwen hun relatie te laten registreren bij de burgerlijke stand van de gemeente. Partnerregistratie is gelijkgesteld met het huwelijk en geldt ook voor partners met gelijke sekse. De groep bloedverwanten valt er buiten. Premievrije aanspraken Indien het deelnemerschap aan een pensioenregeling eindigt, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioenleeftijd, verkrijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Een andere vorm van premievrije aanspraak is het bijzonder partnerpensioen dat de gewezen partner ontvangt bij scheiding/einde partnerschap. Rating Met een rating wordt de mening over de kredietwaardigheid van een instelling weergegeven. Ratingbureaus, zoals Moody’s en Standard & Poor’s, geven alle voor de belegger relevante informatie in een zo beknopt mogelijke rating weer. Een voorbeeld van een rating voor (oplopende) kredietwaardigheid is de A-, AA-, AAA-rating voor debiteuren waarin beleggingen van vastrentende waarden plaatsvinden.
64
Reële rente Het verschil tussen het fondsrendement en de (loon- of prijs-)inflatie. Bij de premiestelling wordt verondersteld dat het fondsrendement ten minste gelijk is aan de som van de rekenrente en de inflatie. In dat geval kan de last uit hoofde van indexering worden gefinancierd uit het verschil tussen het fondsrendement en de rekenrente. Reële waarde De reële waarde is voor beleggingen waarvoor dagelijks openbare prijzen worden vastgesteld, zoals aandelen en obligaties, de beurswaarde. Voor andere vastrentende waarden, zoals onderhandse leningen en hypotheken, wordt de reële waarde benaderd als de contante waarde van de toekomstige nettokasstromen. Als reële waarde van de beleggingen in vastgoedfondsen wordt de intrinsieke waarde gehanteerd. Rekenrente De rekenrente is het fictieve percentage dat het belegde pensioenvermogen wordt geacht op te brengen in de toekomst en waarvan bij de berekening van de contante waarden wordt uitgegaan. Rendement Het positieve of negatieve resultaat dat een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds behaalt met de belegging van daartoe beschikbare middelen. Rentetermijnstructuur De rentetermijnstructuur is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Solvabiliteit Het vermogen om (nu en op termijn) aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. STAR (Stichting van de Arbeid) Overlegorgaan van centrale organisaties van werkgevers en werknemer. Tevens adviesorgaan van het kabinet op sociaal en arbeidsvoorwaardelijk terrein. Stop-loss-verzekering Bij een stop-loss-verzekering wordt het te dekken risico door het pensioenfonds niet op individuele basis verzekerd, maar voor de gehele portefeuille gemaximeerd met het streven de jaarlast van het pensioenfonds te beperken. Taakafbakening Met deze term wordt de verdeling van de markt voor aanvullende pensioenproducten over pensioenfondsen en verzekeraars aangegeven. Pensioenfondsen zijn aan strikte regels gebonden met betrekking tot hetgeen wordt verzekerd ten behoeve van de deelnemers aan bedrijfstak- dan wel ondernemingspensioenfondsregelingen. In het algemeen moeten deze regelingen c.q. afzonderlijke onderdelen daarvan worden gekenmerkt door solidariteit en collectiviteit. Strikt individuele pensioenproducten, zonder financiële betrokkenheid van de werkgever, zijn voorbehouden aan verzekeringsmaatschappijen. De taakafbakening is neergelegd in een ministeriële regeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Toeslag Een toeslag is een verhoging van een pensioen of een aanspraak op pensioen, welke is gebaseerd op een in het pensioenreglement omschreven regeling, dan wel op incidentele basis wordt verleend.
Stichting BASF Pensioenfonds Jaarverslag 2012
65
Toeslagverlening Hieronder wordt verstaan de aanpassing van de ingegane pensioenen en/of premievrije aanspraken (voor pensioeningang) op basis van de stijging of daling van een indexcijfer dan wel een vast percentage. Totaal rendement Het totaal rendement van een belegging is samengesteld uit de koerswinst of het koersverlies (indirecte beleggingsopbrengsten) over de beschouwde periode, terwijl de directe beleggingsopbrengsten (dividend, rente, aflossingen, huur en dergelijke uitkeringen) meteen worden herbelegd en tijdsgewogen in het totaal rendement worden meegenomen. Het totaal rendement wordt uitgedrukt in een percentage ten opzichte van het gemiddeld belegd vermogen. Vastrentende waarden Hypotheken, leningen op schuldbekentenis en obligaties. Verzekeringstechnische risico’s Bij het verzekeren van pensioenaanspraken loopt een fonds een langlevenrisico voor het ouderdomspensioen als verzekerden langer leven dan volgens de gebruikte overlevingstafel wordt verwacht. Voor het nabestaandenpensioen loopt het fonds een kortlevenrisico als de verzekerden korter leven dan volgens de overlevingstafel wordt verwacht. Ook kan het invaliditeitsrisico worden gerekend tot de verzekeringstechnische risico’s van fondsen. Volatiliteit De beweeglijkheid van beurskoersen. Voorziening pensioenverplichtingen Dit is de, met inachtneming van de actuariële grondslagen (rekenrente, kansstelsels en kostenopslagen), vastgestelde balanspost die de gekapitaliseerde waarde (contante waarde) van de opgebouwde pensioenen aangeeft. Zakelijke waarden Aandelen, converteerbare obligaties en onroerend goed(fondsen).
66