Steenvoordeschool Schoolplan

Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2011

Dr. Poelslaan 2-4, 2285 VD Rijswijk tel: 070-3940760

Inhoudsopgave Schoolplan 2007-2011 0 1

Naam Voorwoord Blz. 3 Inleiding Blz. 4

2

Schoolbeschrijving Blz. 6

3

Onderwijskundig beleid Blz. 9

4

Integraal Personeelsbeleid Blz. 19 Organisatie & beleid Blz. 22

5

6

Financieel beleid Materieel beleid Blz. 25

7

Kwaliteitsbeleid Blz. 28

8

Verbeterplannen/ Beleidsplannen Blz. 43

9

Begrippenlijst Blz. 51

10

Bijlagen Blz. 52

Inhoud • Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 7.0 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 8.1 8.2 8.3 8.4 9.1

Doelen en functie van het schoolplan Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen Kenmerken school Kenmerken directie en leraren Kenmerken leerlingen Kenmerken ouders en omgeving Prognoses: interne en externe ontwikkelingen Doelstellingen van de wet op het primair onderwijs De algemene doelstelling van onze school Visie(s): algemeen en specifiek Missie en Missiebeleid Identiteit Onderwijskundig concept Pedagogisch-didactisch handelen Adaptief onderwijs Leertijd Samenwerkend leren Zorg en begeleiding Leerstofaanbod en Toetsinstrumenten Opbrengsten Beroepshouding Toelating van kinderen Taalbeleid Sociaal-emotionele ontwikkeling Burgerschap en integratie ICT Organisatorische doelen Schoolleiding Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie Structuur (groeperingvorm) Schoolklimaat Communicatie (intern) Communicatie (met externe instanties) Communicatie (met ouders) Buitenschoolse opvang (voor- , tussen- en naschools) Lumpsum financiering – ondersteuning Externe geldstromen Interne geldstromen Begrotingen Meerjareninvesteringsbegroting Dependance van de school Bovenschools huisvestingsbeleid Kwaliteitszorg Terugblik Schoolplan 2003-2007 en zelfevaluatie Analyse inspectierapport Kwaliteitszorg Analyse ouderenquête Analyse leerlingenvragenlijst Analyse lerarenvragenlijst Het evaluatieplan Kwaliteitsprofiel – Onze mogelijke verbeterpunten Plan van Aanpak (2007-2008) Plan van Aanpak (2008-2009) Plan van Aanpak (2009-2010) Plan van Aanpak (2010-2011) Leeropbrengsten Technisch en begrijpend lezen Techniek Sociaal- emotionele ontwikkeling Verklaring begrippen

10.1 Meerjareninvesteringsbegroting


2

0 Voorwoord De indeling van het schoolplan 2007-2011 is afgestemd op beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven 2. Periodiek (laten) beoordelen 3. Borgen of verbeteren

Wat beloven we? Doen wij wat we beloven? Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren?

De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader. Tevens beschrijven wij in deze inleiding de competenties, die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet Bio. Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg)

Onze competenties Afgeleid van de Wet BIO (integraal personeelsbeleid)

Kwaliteitszorg Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Leertijd Pedagogisch klimaat

Gerichtheid op kwaliteit Vakmatige beheersing

Competent in reflectie en ontwikkeling Vakinhoudelijk competent

Gebruik leertijd Pedagogisch handelen

Didactisch handelen

Didactisch handelen

Organisatorisch competent Pedagogisch competent Inter-persoonlijk competent Didactisch en vakinhoudelijk competent Organisatorisch competent Inter-persoonlijk competent

Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten Professionalisering Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie Externe contacten Contacten met ouders ICT Levensbeschouwelijke identiteit Taalbeleid

Zorg voor leerlingen Opbrengstgerichtheid Professionele instelling Communicatie Communicatie Communicatie Omgang met ICT Handelen vanuit identiteit

Competent in samenwerken (collegae) Competent in reflectie en ontwikkeling Competent in samenwerken (collegae) Competent in samenwerken (omgeving) Competent in samenwerken (omgeving) Vakinhoudelijk competent

In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. In hoofdstuk 4, Integraal Personeelsbeleid, gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties. Aan dit Schoolplan is het strategisch beleidsplan van de school toegevoegd


3

Hoofdstuk 1 1.1.

Inleiding

Doelen en functie van het schoolplan

Dit beleidsplan van de Steenvoordeschool geeft de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2007-2011 weer. Waar staan we als school in 2007 en hoe en waar willen we naar toe in 2011? Dit impliceert dat wij onze missie, visie en de daaraan gekoppelde doelen zullen beschrijven. Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van afspraken (fase ‘to plan’). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze verbeterdoelen (fase ‘to check’) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2007-2011. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Uitgangspunt van dit Schoolplan is: a. een plan (werkdocument) te maken dat verder uitgewerkt kan worden; b. dat het plan door alle personeelsleden gedragen wordt; c. dat het plan leesbaar moet zijn. d. dat het plan jaarlijks wordt geëvalueerd. Het schoolplan wordt beschouwd als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid wordt geformuleerd en vastgesteld. Ons Schoolplan moet een onmisbaar document vormen in de school. Het zal duidelijkheid bieden aan iedereen! In kaart is gebracht wat in de afgelopen jaren aan ons onderwijs is veranderd en verbeterd in relatie tot vorig schoolplan 2003-2007. Wat is er wel en wat is er niet bereikt en wat willen wij de komende jaren vasthouden en borgen. Daarnaast hebben wij bij het maken van dit plan gebruik gemaakt van de uitkomsten van het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) dat in schooljaar 2006 door de onderwijsinspectie is afgenomen en van de bevindingen in 2007. De uitkomsten van de ouderenquête 2006 (zie para 7.4) zijn eveneens in de plannen meegenomen. In het schooljaar 2006 – 2007 is er een sterkte/zwakteanalyse afgenomen onder de teamleden. Met de uitkomsten en de aanbevelingen van de inspectie zijn er beleidsvoornemens en prioriteiten opgesteld. In april 2008 zal de sterkte/zwakteanalyse worden herhaald, omdat in het kader van een digitale afname in 2006-2007 niet het hele team bevraagd is. Met de uitkomsten zullen beleidsvoornemens en prioriteiten in het schoolplan waar nodig worden bijgesteld. Het schoolplan maakt het bovendien mogelijk om gericht te evalueren. Bijstelling, indien nodig, vindt tussentijds plaats tijdens de halfjaarlijkse evaluatievergaderingen, de bouwvergaderingen en teamvergaderingen. De evaluatie zal worden opgenomen in een (intern) jaarverslag. Het jaarlijks uit te voeren beleid wordt per jaar weergegeven in een jaarplanning (opgenomen in het jaarverslag). Het uitgevoerde beleid wordt verantwoord in een jaarverslag (intern) en in de Schoolgids (horizontale verantwoording). Zie de schematische weergave daarvan. Twee keer per jaar, kort na de eerste en tweede halfjaarlijkse teamevaluatie zal in een vergadering van de mr verslag worden gedaan over de voortgang van de in het schoolplan gerelateerde activiteiten. Bij de tweede halfjaarlijkse evaluatie wordt tevens het nieuwe jaarplan aan de mr voorgelegd.


4

Schoolplan 2007-2011

Jaarplan 2007-2011

Jaarverslag 2007-2008

Schoolgids 2008-2009

Jaarplan 2008-2009



Jaarplan 2009-2010


Jaarplan 2010-2011




1.2.

Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan

Het Schoolplan is geconcipieerd door de directie- en managementteamleden. De onderdelen van het plan zijn op de teamvergaderingen ter sprake gebracht. Het definitieve plan is aan de voltallige medezeggenschapsraad ter instemming voorgelegd. Het Schoolplan wordt als werkdocument beschouwd. Het kan, zoals eerder werd vermeld, tussentijds worden bijgesteld. De uitkomsten van de evaluatie bepalen de inhoud van het vervolgjaarplan.

1.3.

Verwijzingen

Het schoolplan is een rompplan. Hier vindt men hier geen teksten uit bestaande bestanden. Daar waar mogelijk wordt verwezen naar bestaande teksten, die gearchiveerd zijn.


5

Hoofdstuk 2 2.1.

Schoolbeschrijving

Kenmerken school Steenvoordeschool, openbaar basisonderwijs Dr. Poelslaan 2-4 2285 VD Rijswijk Bevoegd gezag Directeur Adjunct-directeur

: Librijn : E.R. Baumgarten : J.W. van Hagen

E-mailadres: [email protected] Website: www.steenvoordeschool.nl Kenmerken directie en leraren De directeur heeft de post HBO-opleiding schoolleider gevolgd bij Esan Amsterdam (2000) Leeftijdsopbouw personeel: Per 01-08-2007 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

FPE

21,61

MT 3 1 1 5

Leraren 8 6 5 5 24

OOP* 1 1 2

Van de 31 personeelsleden werken er 6 in voltijd. (19%) De verhouding man-vrouw is 4 - 27 Het ziekteverzuim is laag: 0.84% (peiling 1ste kwartaal 2007) en 0,97% 2de kwartaal 2007) * onderwijs ondersteunend personeel

Speciale opleidingen

aantal

Bouwcoördinator Opleiding rt Ortho-pedagogiek Master dyslexie IB’er Schoolleiderstraining BHV 2.2.

2 4 1 1 3 1 4

Beschikbare tijd voor zorgfunctionarissen IB onderbouw IB bovenbouw Remedial teaching Meerbegaafdencoördinator

Lesuur/p.w.

Totaal

44.4

11 16.5 15 1.9

Kenmerken leerlingen Aantal(len) per teldatum 1 oktober: Jaar 1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006 1-10-2007

Totaal 354 351 332 325 325

1,00 246 247 220 161 101

1,25 41 40 45 35 19

1,90 67 64 67 42 35

1-10-2006 1-10-2006

4-jarigen 5-jarigen

0 39 30

0,3 2 7

1,2 5 4

Weging % 30 30 34


29

6

1-10-2007 1-10-2007 1-10-2007 1-10-2007 totaal

4-jarigen 5-jarigen 6-jarigen 7-jarigen

0 31 41 26 30 128

0,3 3 2 6 12 23

1,2 6 5 3 5 19

Weging %

30

Aantal rugzakleerlingen Jaar 1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006 1-10-2007

aantal 4 4 4 5 6

Op 1 oktober 2007 telde de Steenvoordeschool 325 leerlingen, inclusief 6 rugzakkinderen. De leerlingen zijn verdeeld over 15 groepen. Het aantal allochtone leerlingen is in 2007 ongeveer 20%; 9 % heeft een niet Nederlandse nationaliteit. De deelscores van de CITO-toetsen geven aan dat de school, mede dankzij de sterke zorgstructuur, met de leeropbrengsten van rekenen/wiskunde en begrijpend lezen gemiddeld op of boven het landelijk gemiddelde scoort (inspectierapport juni 2007). De intensieve zorg maakt het mogelijk kinderen, die normaliter naar het speciaal onderwijs zouden doorstromen, toch een kans te bieden op onze school. Doel van de zorgstructuur is om zo hoog mogelijke resultaten te genereren. Door het relatieve grote aantal zorgkinderen zijn de gemiddelde resultaten in een aantal gevallen lager dan men van de populatie (lees wegingsfactor) zou verwachten. Vastgesteld wordt dat instromende leerlingen taalzwakker zijn dan een aantal jaren geleden. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de toename van het aantal zorgkinderen met betrekking tot taalontwikkeling. Het team anticipeert hierop in haar leerstofaanbod en werkwijzen door: • • • • •

extra instructie, voorinstructie (preteaching); een aparte aanpak van het woordenschatonderwijs; een goede doorgaande lijn van het taalleesonderwijs; structurele aandacht voor de taalleeslijn op het lesrooster veel tijd voor taal te reserveren in de onder- en middenbouw (± 40%)

Aan de hand van de CITO-toetsresultaten, DMT-scores en de herfst-, winter- en lentesignalering worden analyses gemaakt. Met deze analyses wordt bepaald waar extra aandacht en hulp geboden is. De school is voornemens om per kind een portfolio van de opbrengsten bij te houden. Hiermee kan op termijn worden aangetoond wat het effect is van ons onderwijs op de individuele leerling. De school besteedt veel aandacht aan de sociaal-emotioneel ontwikkeling van de kinderen. Voor de groepen 1 t/m 4 wordt er een zelf ontwikkeld instrument gebruikt. Voor de bovenbouw wordt er in het schooljaar 2007-2008 een instrumentkeuze gemaakt. 2.3 Kenmerken ouders en omgeving Het opleidingsniveau van de ouders is zeer divers. De thuistaal is grotendeels Nederlands. Daarnaast wordt in een aantal allochtone gezinnen, zowel Nederlands als de moedertaal gesproken. Er is een beperkt aantal gezinnen waar geen Nederlands gesproken wordt.


7

2.4 Plaats van de Steenvoordeschool in de wijk 2.4.1. Situering De Steenvoordeschool ligt aan een gezellige singel in een groene woonomgeving met winkels. In de directe omgeving bevinden zich vier basisscholen waarbij de leerlingaantallen worden vermeld (peildatum 01-10-2007): • • • •

Petrusschool (rk) met 329 leerlingen Oprit/Brug (pc) met 137 leerlingen Shalomschool (pc) met 193 leerlingen Wethouder Brederodeschool (oo) met 226 leerlingen

Vrijwel direct over de Haagse gemeentegrens ligt de nieuwbouwwijk “Het Wateringse Veld’. Hierin liggen drie grote basisscholen van verschillende signatuur. 2.4.2 Opvang en brede schoolactiviteiten De school biedt voor- tussen- en naschoolse opvang in samenwerking met de Stichting Rijswijkse Kinderopvang. In de wijk waar de Steenvoordeschool zich bevindt, ligt op loopafstand van de school de hoofdvestiging van de Stichting Rijswijkse Kinderopvang (SRK). Hier vindt de voor- en naschoolse opvang van de leerlingen van de school plaats. Tevens is er peuterspeelzaal “De Stampertjes” gevestigd De school biedt in samenwerking met de SWR (Stichting Welzijn Rijswijk) brede schoolactiviteiten. De school participeert in de jaarlijkse straatspeeldag, die door de gemeente in de wijk van de school wordt georganiseerd. De school biedt leerlingen gelegenheid om een schooltuintje te onderhouden in samenwerking met de Rijswijkse Groei en Bloei schooltuinen. 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen De prognose voor de komende jaren is, dat de school qua leerlingenaantal stabiel zal blijven of een lichte daling zal vertonen. Dit laatste heeft vooral te maken met een kleiner leerling-aanbod in verband met de vergrijzing van Rijswijk en omliggende gemeenten. De leerling-populatie is een gemiddelde afspiegeling van de wijken rond de school. Er is weinig personeelsverloop. Het ziekteverzuim is relatief laag. Er is geen sprake van werkgerelateerd verzuim. De school heeft een goede naam. Het is van belang dat de school zich blijft profileren door het bieden van kwalitatief goed onderwijs gericht op zo hoog mogelijke leerling-opbrengsten. Via op dit punt nog te ontwikkelen pr-beleid zal dit worden uitgedragen. Het aanbod van goede leerkrachten zal vooralsnog in de komende jaren niet direct reden tot ongerustheid geven, aangezien het aanbod de vraag nog overtreft.


8

Hoofdstuk 3

3.1

Het onderwijskundig beleid

Doelstellingen van de wet op het primair onderwijs.

In artikel 9 van de WPO worden de doelstellingen van de basisschool geformuleerd. 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede vanuit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 3.2 De algemene doelstellingen van onze school. "Gestreefd wordt naar een openbare basisschool voor vier- tot twaalfjarigen, waarin het onderwijs in een ononderbroken ontwikkelingslijn aansluit bij de individuele mogelijkheden en behoeften van de leerlingen, waarin gelijkwaardige aandacht besteed wordt aan het verwerven van noodzakelijke kennis, sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden en de ontwikkeling van verstandelijke, emotionele en creatieve vermogens, waarin ruimte is voor verschillen in begaafdheid, belangstelling en tempo, onafhankelijk van ras, sekse, overtuiging en sociaal milieu, waarin de medezeggenschap van alle betrokkenen is gerealiseerd." 3.3 De visie van de school Centraal staat de kwaliteit van het onderwijs, die moet leiden tot optimale ontwikkeling van elk kind in een veilige, stimulerende omgeving. In de school als ontmoetingsplaats passen zelfstandigheid, ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid, samenwerking, waardering en aandacht voor verschillen tussen kinderen en verscheidenheid in de samenleving. De belangrijkste pijler is het kind. De Steenvoordeschool vindt in verband hiermee de volgende punten van belang: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 3.4

de school moet een prettige en veilige omgeving voor kinderen zijn; (samenwerkend) leren wordt zoveel mogelijk gestimuleerd; er is individuele aandacht voor kinderen; de opbrengsten per kind moeten zo hoog mogelijk zijn; zelfstandigheid wordt zo vroeg mogelijk ontwikkeld; leerlingen ontwikkelen zich tot kritische burgers; de kinderen, ouders en leerkrachten moeten elkaar respecteren en waarderen; de school betrekt de ouders bij het ontwikkelingsproces van hun kind(eren); de rol van de leerkracht is coachend; er is aandacht voor verschillen tussen diverse culturen; de school moet in beweging moet zijn (principe van de lerende organisatie).

Missie

Onze missie luidt: “Voor ieder kind een optimale en veelzijdige ontwikkeling in een veilige en stimulerende omgeving ” Visie- en missiebeleid De visie en missie komen 2 x per jaar aan bod in de evaluatievergaderingen van het team. Bovengenoemde missie richt zich voornamelijk op een combinatie van Leerlijn Georiënteerd Onderwijs en Leerling Georiënteerd Onderwijs. Zowel de leerling als de lesstof stellen wij daarbij centraal. Dat houdt in, dat wij: Leerlingen voorbereiden op het vervolgonderwijs Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name de vakken Taal en Rekenen/Wiskunde van belang. Gelet op het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.


9

Leerlingen laten ontwikkelen naar hun mogelijkheden Er wordt uitgegaan van verschillen tussen kinderen; het onderwijs wordt afgestemd op individuele behoeften en het individuele ontwikkelingsverloop. Zowel tijdens de instructie als tijdens de verwerking wordt er gedifferentieerd qua leerstof en leertijd. Door te differentiëren en te individualiseren en door in te spelen op behoeften van kinderen worden veel problemen voorkomen. Naast groepsinstructie is er sprake van subgroepinstructie of individuele instructie. Leerlingen leren op een goede manier met anderen om te gaan en samen te werken Tijdens het zelfstandig werken en het werken in hoeken en groepen, dat met name in de groepen 1 en 2 wordt toegepast, wordt mede door diverse didactische werkvormen het op een respectvolle wijze met elkaar samenwerken gestimuleerd. Het werken in hoeken en groepen schoolbreed zal gestimuleerd worden door de directie (zie 7). Leerlingen leren de basisvaardigheden te ontwikkelen. Naast leerstofdoelen zijn ook vormingsdoelen (samenwerken, zelfstandig werken enz.) belangrijk. Ook vaardigheden als presentaties geven en informatie opzoeken/verwerken via verschillende media leren de leerlingen te ontwikkelen. Leerlingen willen stimuleren om zich creatief te ontwikkelen (cultuureducatie). Om onze leerlingen structureel met cultuureducatie in aanraking te brengen is een cultuurplan ontwikkeld in samenwerking met het Kunsthuis en Trias. Het is een plan waarbinnen elke groep jaarlijks uit een cultuuraanbod zal kunnen kiezen. Er is sprake van een doorgaande lijn voor de groepen 1 t/m 8, waarbij de leerlingen in contact worden gebracht een aanbod van cultuuruitingen in actieve, receptieve en reflectieve zin. Leerlingen leren zich persoonlijk te ontplooien Kinderen leren steeds meer zelf beslissingen te nemen, kinderen zijn steeds meer verantwoordelijk voor hun eigen leren, eigen ontwikkeling. Onder voorwaarden zijn ze vrijer in de omgang met materiaal, werkwijzen en medeleerlingen. 3.5. Identiteit De Steenvoordeschool is een openbare school. Dit houdt in dat de school toegankelijk is voor alle kinderen, ongeacht achtergrond, cultuur en religie. Wij onderscheiden binnen het openbaar onderwijs drie pijlers, te weten: Algemene toegankelijkheid: Dit wil zeggen dat de school toegankelijk is voor ieder kind, ongeacht afkomst, herkomst, godsdienst of levensbeschouwing en geaardheid. Er zijn geen financiële hindernissen om onderwijs te volgen. Toegankelijkheid betekent tevens dat het onderwijs zodanig wordt gegeven dat zoveel mogelijk kinderen het onderwijs ook daadwerkelijk kunnen volgen, mede dankzij inspanningen in zorg en begeleiding. Ook kinderen met een handicap of een “rugzakje” kunnen op de school onderwijs volgen. Als de school de beste plek is voor het kind en wij de gewenste zorg kunnen bieden, is ieder kind van harte welkom. (zie Schoolgids 5.2) Actieve pluriformiteit: Mensen verschillen van elkaar in opvattingen over waarden en normen, geloof en overtuiging, in culturele achtergrond en interesses, in omgangsvromen, in leervermogen en leerstijl, leerweg en leerprestaties. De openbare school staat middenin deze pluriforme samenleving en maakt er actief deel van uit. De openbare school ontleent zijn meerwaarde aan het centraal stellen van deze verschillende overtuigingen en omgang met elkaar. Op het openbaar onderwijs vind je de pluriformiteit die ook de samenleving laat zien. Het is belangrijk voor de kinderen om op school ook in aanraking te komen met verschillende culturen en daarbij behorende uitingen. Hiernaast wordt ook in groep 7 en 8 lesgegeven in geestelijke stromingen waarbij ook de verschillende gebedshuizen kunnen worden bezocht. Openheid en respect: Dit komt binnen het openbaar onderwijs in brede zin tot uiting. Openheid is een houding die tot uitdrukking komt in de omgang in de kinderen, tussen de collega’s, met de ouders en met het bestuur. Openheid vindt u ook in informatie naar ouders, bestuur en de wijk over het reilen en zeilen van de school. Openheid vraagt ook om respect voor opvattingen van ieder lid binnen de school. Respect waarbij ruimte wordt gegeven aan uiteenlopende opvattingen, maar waarbij eigen ruimte niet mag leiden tot het schaden van de ruimte van een ander. Respect tonen betekent niet het accepteren van opvattingen die indruisen tegen de essentie van de democratische waarden van onze samenleving.


10

3.6. Onderwijskundig concept Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: • • • • • •

Motiveren voor de leertaak: daar waar mogelijk relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen; Coöperatief onderwijzen: leerlingen kritisch laten meedenken en meedoen; Zorgen voor afwisselende werkvormen; Stimuleren van eigen initiatief en creativiteit: leerlingen (geleid) zelf zaken laten ontdekken; Begeleiding van de zelfstandigheid en de motivatie: zelf kiezen, zelf sturen gekoppeld aan taakbewustheid (kinderen laten werken naar vermogen); Een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als regels, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn.

We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn: • • • • • • • • •

De leertijd wordt effectief besteed; Het leren van de leerlingen staat centraal; De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken; Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht; Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof) Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen; De vooruitgang van de leerlingen wordt systematisch geëvalueerd (CITO-LVS); De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend; Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend.

3.7. Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en afspraken • • • • • • • • • • • • • • • • •

Lessen zijn goed opgebouwd; De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus; De leraren geven directe instructie; De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen; De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde); De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren; De leraren zorgen voor stofdifferentiatie; De leraren zorgen voor tempodifferentiatie. De leraren plannen leerlingen in voor instructie aan de instructietafel. De leraren zorgen voor een ordelijke klas; De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving; De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om; De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen; De leraren bieden de leerlingen structuur; De leraren zorgen voor veiligheid; De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken; De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken.


11

3.8. Adaptief Onderwijs Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We vinden met name de kernwoorden relatie, autonomie en competentie van belang. We hechten aan een goede relatie met de leerlingen, vinden zelfstandigheid belangrijk en richten ons op wat het kind kan om daarbij aan te sluiten. Met betrekking tot adaptief onderwijs hebben we de volgende keuzes gemaakt: • • • • • •

wij gaan uit van verschillen, maar we vinden het onze taak om, uitzonderingen daargelaten, de verschillen te verkleinen; onze zorg(structuur) richt zich op de zorgleerlingen; onder zorgkinderen rangschikken wij leerlingen, die op een of andere manier speciale aandacht nodig hebben; we bieden alle leerlingen, behoudens enkele uitzonderingen, basisstof aan met daarbij herhalings- en verrijkingsstof; wij differentiëren bij de instructie; wij differentiëren naar tempo; wij differentiëren bij de verwerking.

3.9. Leertijd Jaarlijks wordt in de onderbouw 900 uur en in de midden- en bovenbouw 1000 uur lestijd ingepland. Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we leerlingen voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze afspraken zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en); Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd); Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland; Leraren hanteren overzichtelijke roosters; Leraren plannen extra tijd voor taal (gelet op de behoeften van onze populatie); Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften.

3.10. Samenwerkend leren Samenwerkend leren heeft een positieve invloed op de cognitieve en sociale ontwikkeling van de leerlingen (zoals leerprestaties, interetnische vriendschappen, acceptatie van zorgleerlingen en zelfvertrouwen). Dat houdt in, dat wij verantwoordelijkheid dragen voor een school waar: • • • • • • • • • • • •

actief leren wordt gestimuleerd; het leren van oplossen van problemen een voorname plaats inneemt; gebruik wordt gemaakt van de integratie en toepassing van kennis; actief mondeling taalgebruik wordt toegepast; door samenwerkend leren beter wordt omgegaan met de individuele verschillen tussen leerlingen; er mogelijkheden bestaan om samen te werken, waardoor kinderen van elkaar kunnen leren; samenwerken het persoonlijk leren zal ondersteunen; zij zich veilig voelen; het onderwijs rekening houdt met leerstijlen (meervoudige intelligentie) van leerlingen; een beroep wordt gedaan op de verschillende competenties van leerlingen en waar wij die willen ontwikkelen; leerlingen worden gestuurd naar optimale prestaties; buitenschools leren een serieuze plek krijgt.

Om in de toekomst de kinderen nog actiever te betrekken bij het leren, het samenwerken te stimuleren en ze nog meer de kans te geven om hun eigen keuzes te maken, zijn wij op zoek naar een nieuwe aanpak voor de wereldoriënterende vakken, waar deze aspecten vooral aan bod komen. Bovendien zullen kinderen pas echt leren van ervaringen en situaties, die betekenis voor ze hebben. Hieruit vloeit voort dat kinderen zelf informatie moeten kunnen verwerven en verwerken. Die informatie wordt opgedaan door eigen onderzoek en door bronnen zoals boeken, internet en computerprogramma’s. Voor de hoofdvakken rekenen/wiskunde, taal, lezen is er verplichte basisstof. Door het samenwerkend leren is de rol van de leraar veranderd. Naast de instructiegevende rol zal hij/zij ook een rol als begeleider, coach hebben.


12

3.11. Zorg en begeleiding We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen tussen leerlingen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school in de groepen 1 en 2 door de school aangepaste observatietafels en CITO toetsen (groep 2). In de groepen 3 t/m 8 worden methodegebonden toetsen, CITO-toetsen, DMT-, herfst-, winter, lentesignalering gebruikt. De CITO-scores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leerprestaties en sociale vaardigheden. In de onderbouwgroepen wordt een door de school zelf ontwikkeld instrument gebruikt om de sociale vaardigheden in kaart te brengen. Voor de bovenbouw wordt, zoals eerder gesteld, in 2007-2008 een instrument gekozen. Vooral (begrijpend)lezen en spellen hebben veel aandacht. Kinderen met een E- en D-score krijgen een handelingsplan; ze worden zoveel mogelijk in de klas door de eigen leerkracht begeleid. Hierbij is sprake van adaptiviteit: instructie, tempo en verwerking worden aangepast aan wat het kind nodig heeft. Kinderen met een D of E-score worden via de IB‘er aangemeld bij de remedial teacher. Indien de beschikbare tijd (zie 2.1.) niet toereikend is, vindt de begeleiding door de groepsleerkracht direct in de groep plaats. Ook kinderen met dyslexie en discalculie komen in aanmerking voor hulp. Deze hulp wordt door de rt-er gegeven buiten de klas. Kinderen, die de Nederlandse taal (nog) niet machtig zijn krijgen NT2-instructie. Voor de interne begeleiding en de remedial teaching is per week 44,4 uur beschikbaar. (2.1) Er is bewust gekozen voor meerdere intern begeleiders om daarmee de intensieve ib-taak te spreiden. Bovendien is door deze keuze de interne begeleiding minder kwetsbaar bij onverhoopte uitval van een ib’er. De directie stelt zich tot doel om ook in de komende jaren het aantal uren voor de zorgfunctionarissen op het niveau van 2007-2008 te houden. Uitbreiding betekent bij gelijkblijvende formatie, gelet op de lumpsumfinanciering, inleveren van uren voor groepstaken. (broekzak-vestzak). De uren remedial teaching worden door de gemeente Rijswijk in het kader van lokaal beleid vergoed aan Librijn. Er is echter een ontwikkeling, die er op wijst dat de gemeente Rijswijk deze vergoeding op termijn wil afbouwen. De directie van de school heeft Librijn inmiddels laten weten hierover bezorgd te zijn, omdat de remedial teaching voor de school onmisbaar is. Dit standpunt wordt door de directies van de andere Rijswijkse Librijnscholen gedeeld. Ook de leerlingen met een A-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. (meerbegaafden coördinator). De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleiders hebben een coördinerende taak. Onze afspraken zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De leraren kennen de leerlingen; De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben; Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind; Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen; De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen; Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen; De school voert de zorg planmatig uit; De school gaat de effecten van de zorg na; De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding.

Volginstrumenten De school beschikt over observatietafels (groepen 1 en 2) en digitale volginstrumenten zoals de Handelingsplanner (HP) en het CITO-LVS. De HP biedt de leerkrachten, zorgfunctionarissen en directie de mogelijkheid op elk moment van de dag bijzonderheden over leerlingen in te zien en op te slaan. Dit elektronisch dossier wordt ook gebruikt bij de overdracht van leerlingen naar een andere leerkracht/groep. Met ingang van november 2007 worden de schoolrapporten digitaal verwerkt en opgeslagen in de HP. Een evaluatie van deze digitalisering staat gepland in het schooljaar 2008-2009. De verslagen over de kleuterperiode werden al langer digitaal verwerkt. 3.12 Leerstofaanbod en Toetsinstrumenten Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld:


13

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Onze methodes voldoen aan de kerndoelen; We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen; Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn; Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen; Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling; De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap; Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT; Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs; Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs.

Vakgebied Taal

Methodes Schatkist Veilig Leren Lezen Taal Actief Taaltijd

Toetsinstrumenten CITO – deeltoetsen vanaf groep 2 Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – entreetoets groep 6

Lezen

Veilig in stapjes VLL Estafette Tekstverwerken Schatkist De Wereld in Getallen Het ei van Columbus Klaar over Techniekkasteel + aanvullende materialen Beter omgaan met jezelf en de ander Bubbles Basisbits Moet je doen Muziek voor de basisschool

CITO – DMT –herfst-, winter- en lentesignalering Protocol Leesproblemen – Dyslexie

Rekenen & Wiskunde Wereldoriëntatie Verkeer Techniek Soc. Emotionele vorming Engels ICT Crea Muziek

CITO -deeltoetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen/Veilig Verkeer Ned.

Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen

3.13. Opbrengsten (van het onderwijs) Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven zo hoog mogelijke opbrengsten na. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. Onze afspraken zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]; De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]; De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken); Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden; De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar (=uitgangspunt); De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs; De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs.


14

Kengetallen: in- door- en uitstroom Overzicht verlengde kleuterperiode Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007

Groep 1 -

Groep 2 3 4 -

Overzicht van zittenblijvers Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007

Gr. 1 -

Gr. 2 3 4 -

Gr. 3 2 4 3

Gr. 4 1 2

Gr. 5 1 -

Gr. 6 1 -

Gr. 7 -

Gr. 2 -

Gr. 3 -

Gr. 4 1 -

Gr. 5 -

Gr. 6 -

Gr. 7 1

Gr. 8 1 -

Overzicht van versnellers Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007

Gr. 1 -

Gr. 8 -

Overzicht onderzoeken door externe deskundigen Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007

OA (SBD) 6 7 13 7

Jeugdzorg 6 9 11 15

Elders 2 3

Overzicht externe verwijzingen Jaar 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007

SBO 3 3 3 2

Elders 1 1 -

CCLZ 4 4 3 2

Overzicht doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs Schooltype LWOO VMBO-praktijk VBO (VMBO-gemengd) VMBO-T VMBO-t -HAVO HAVO HAVO-VWO VWO-Gymnasium

Aug. 2003 4 8 1 8 11 7 5 2

Aug. 2004 5 2 7 7 11 7 7 2

Aug. 2005 5 2 4 8 8 3 4 8


Aug. 2006 2 4 10 6 4 6 3

Aug. 2007 3 2 5 2 5 6 6

15

3.14. Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het erom, dat alle werknemers • • • • • • • • • • • • • •

handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school; zich collegiaal opstellen; zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar; met anderen kunnen en willen samenwerken; hun werk met anderen bespreken; zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten; genomen besluiten loyaal uitvoeren; zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen; aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken; gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen; anderen kunnen en willen begeleiden of helpen; beschikken over reflectieve vaardigheden; planmatig werken; bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school.

3.15.

Toelating van kinderen

Steeds meer ouders van kinderen met een beperking wensen dat hun kind liefst in een gewone school onderwijs volgt. Deze wens van de ouders om hun kind te laten integreren in het onderwijs, is een startpunt geweest van het beleid om te komen tot leerling-gebonden financiering, ook wel het rugzakje genoemd. Aan kinderen die aan bepaalde criteria voldoen (een geïndiceerde leerling) een leerling-gebonden wordt een budget beschikbaar gesteld, waardoor ouders kunnen kiezen voor onderwijs in een speciale school of in een gewone basisschool. De volledige tekst staat in de Schoolgids pagina 5, 29 en 30) Onze school kan het geld uit de rugzak gebruiken voor materiële voorzieningen en voor aanpassingen die voor het onderwijs aan het kind nodig zijn. Voor een deel van de gelden kan expertise bij het speciaal onderwijs worden ingekocht. Minstens drie keer per jaar wordt op schoolniveau met de ouders geëvalueerd hoe de ontwikkeling van hun kind en de procedure eromheen verloopt . Binnen twee jaar bekijkt de CvI of er nog steeds sprake is van een handicap en volgt een herindicatie. Zo ja, dan wordt de rugzak opnieuw toegekend. Prognoseformulier Onze school hanteert een prognoseformulier voor kinderen waarvan verwacht wordt, dat zij het eindniveau van groep 8 niet zullen halen. Jaarlijks wordt dit formulier geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. (Zie intranet school: steenvoorde op apollo) 3.16.

Taalbeleid

Taal en woorden spelen een centrale rol in het onderwijs. Stel je voor hoe het zou zijn als we een week niet in de klas zouden kunnen praten en luisteren. Lekker rustig? Maar zonder woorden kun je ook niet lezen of schrijven. We zien dan meteen al hoe essentieel taal en woorden zijn voor de communicatie én voor het leren. Woorden zijn onontbeerlijk. Woordenschat moet ook niet gezien worden als een los onderdeeltje bij de taalles, als een los vak op het rooster. Woordenschat is de kern van de gecombineerde taal- èn cognitieve ontwikkeling. In woordenschat raken taal en denken elkaar. Woorden staan voor concepten. Werken aan woordenschatontwikkeling is dus werken aan cognitieve ontwikkeling. Als kinderen in de les het woord ‘vulkaan’ leren, leren ze niet alleen een woord, maar ook een nieuw begrip. Ze leren wat een vulkaan ìs. In het huidige onderwijs is woordenschat als het ware ‘weggezet’ in het schoolvak taal. Daarmee worden voortdurend kansen gemist. Niet alleen in de taalles, maar in alle voorkomende situaties moet woordenschat aandachtspunt zijn. In de aardrijkskundeles moeten kinderen om het woord ‘vulkaan’ te leren de woorden ‘berg’ en ‘uitbarsten’ kennen: om systematisch kennis uit te breiden is bewust inrichten van woordenschatonderwijs noodzakelijk. Dàt vormt het uitgangspunt voor de aanpak binnen de methode Schatkist (groepen 1 en 2 + woordenschatmodules en Taalactief groepen 3 t/m 8).


16

Werken aan woordenschat is werken aan schoolsucces Als de woordkennis te kort schiet, kunnen kinderen niet voldoende profiteren van het onderwijs. Er ontstaat, als er niet wordt ingegrepen, een neerwaartse spiraal.

Als leerlingen woorden wel snappen, heeft dat een positief effect op hun leerprestaties.

Leerkrachten moeten leren om op de juiste manier aandacht te besteden aan de voorkomende woorden en hun betekenissen. Bij onze aanpak willen we het effectief onderwijzen van woorden en bewust werken aan conceptuitbreiding samenbrengen. Leerkrachten moeten productief kunnen werken aan (woord)kennisopbouw bij alle kinderen op verschillende niveaus. Woordenschatonderwijs is een component van ‘basic-teaching’ en loopt als rode draad door alle klassenactiviteiten en vakken heen. Het snel en helder uit kunnen leggen van woorden (begripsopbouw), het systematisch kunnen inoefenen (zorgen dat de kennis beklijft) en het kunnen controleren (zicht krijgen op leerresultaten bij de individuele kinderen) heeft een plek gekregen in de aanpak van ons onderwijs Aandacht voor taal: Onze school beschikt over een taalbeleidsplan (9) Onze school besteedt veel aandacht aan taal/lezen (9) Ouders worden betrokken bij de taalontwikkeling van hun kind(eren). 3.17. Sociaal-emotionele ontwikkeling Sociaal-emotionele vorming is belangrijk als het straks gaat om een volwaardige plaats in de maatschappij. Wat eigenlijk nog belangrijker is hoe je als mens in de maatschappij van nu en straks functioneert. Kinderen leren daarom bij ons op school hoe zij goed met elkaar om kunnen gaan en wat normen en waarden zijn. Er wordt veel met de kinderen gesproken, ook over de maandelijkse regel van de groep, die de kinderen veelal zelf samenstellen in samenspraak met hun leerkracht(en). Met de methode “Beter omgaan met jezelf en de ander” (BOM) leren wij de kinderen hoe zij inhoud kunnen geven aan hun mens-zijn. De school heeft, zoals eerder vermeld, een volginstrument voor de onderbouw en stelt in 20072008 een instrument vast voor de midden- en bovenbouw. Pestprotocol De school hanteert een pestprotocol (zie Schoolgids en intranet school: steenvoorde op apollo). Dit protocol moet bij inschrijving door ouders/verzorgers ondertekend worden. Taakspel Het komt wel eens voor, dat een bepaalde groep qua zelfstandigheid en (sociaal-emotioneel) gedrag minder goed functioneert. Om deze groep toch op het goede spoor te zetten, hanteert de school de methode Taakspel. In samenwerking met Onderwijs Advies wordt negatief gedrag omgezet in positief gedrag. In het schooljaar 2006-2007 is hiermee in groep 5 een begin gemaakt. In het schooljaar 2007-2008 wordt deze aanpak gecontinueerd.


17

3.18. Burgerschap en integratie In de missie/visie van onze school staat in het kader van burgerschap en integratie genoemd dat: • • •

op de Steenvoordeschool kinderen, ouders en leerkrachten elkaar moeten accepteren en waarderen; er aandacht moet zijn voor verschillen tussen diverse culturen; vertrouwen in en respect voor elkaar vanzelfsprekende items zijn; het kind zich moet oriënteren op de maatschappij waarin het later zijn weg moet vinden.

Op de volgende manieren proberen wij op school gestalte te geven aan bovengenoemde aspecten en wat daar verder nog mee samenhangt: Sociale competenties Leren omgaan met elkaar, leren luisteren naar elkaar, verantwoordelijk zijn voor de ander, leren leren van elkaar…. Als een 4-jarige de school binnenstapt is de wereld om hem of haar heen alleen nog maar zijn of haar wereld. In het spel komen de eerste stappen op weg naar een wereld waar ook plaats is voor de ander. In de loop van de jaren op de basisschool wordt deze verkenning verder uitgebreid. Dit zal deels gebeuren door zaken die kinderen spontaan op hun pad tegenkomen, zoals vriendschappen sluiten, ruzie maken en weer leren oplossen, ideeën van anderen accepteren, enz. Toch zullen er ook competenties moeten worden aangeleerd, dus aangeboden. In kring- en klassengesprekken zal dit aan de orde komen maar ook door een systematischer aanpak. Op onze school wordt daarvoor de methode ‘BOM’ gebruikt (= Beter Omgaan Met jezelf en de ander). Allerhande thema’s komen op diverse manieren aan de orde, zodat kinderen kennis kunnen nemen van andermans mening en gevoelens; daar rekening mee gaan houden en wellicht daar ook van kunnen leren. De voorbeeldrol van de leerkracht is in deze ook heel belangrijk– leerkrachten zijn tenslotte nog steeds een rolmodel voor de kinderen.

Welke vakgebieden laten burgerschap en integratie toe? Uit voorgaande is duidelijk, dat burgerschap en integratie in de sfeer van alle dag aan de orde komt. Toch zijn er, naarmate de leerlingen verder de basisschool ingaan, ook specifieke vakgebieden te onderscheiden waarbij deze facetten aan de orde komen. Bij zaakvakken zal er aandacht zijn voor andere culturen, andere leefgewoonten, andere godsdiensten. In onze multiculturele samenleving zullen we hier aandacht aan moeten besteden. Ook wordt er aandacht besteed aan de democratische beginselen en staatsinrichting van onze maatschappij * en de rol die weggelegd is voor een steeds groter wordend Europa. Een van de praktische toepassingen is het feit dat wij stilstaan bij de meest relevante feesten vanuit andere culturen**; wij bieden de kinderen gelegenheid vanuit hun eigen beleving te vertellen en laten ze de nodige achtergrondinformatie aan de medeleerlingen geven. * **

gebruikte methode: Het ei van Columbus uit: En dat vieren wij! Feesten en vieringen van kinderen in kleurrijk Nederland.

3.19.

ICT

In samenspraak met de medezeggenschapsraad, de ict-er en de it-er van de school is afgesproken dat nog voor de zomer 2008 een ict-plan is ontwikkeld, waarin de visie op ict helder wordt verwoord en verder gaat dan alleen maar de opmerking dat ict geen doel is, maar een middel. Daarnaast zal er een zo volledig mogelijk beeld ontstaan over het beleid op langere termijn inclusief een financiële onderbouwing. (zie ook meerjareninvesteringsplan) Het nieuwe ict-plan zal na instemming van de medezeggenschapsraad worden toegevoegd aan dit schoolplan. Tot die tijd geldt het ict-plan van het schoolplan 2003-2007. De school telt in 2007-2008 twee smartboards. Librijn schenkt een bord, terwijl de school er zelf nog een financiert. Daarmee komt het totaal aan het begin van 2008-2009 op vier borden. De school streeft ernaar om in 2012 alle lokalen, behalve die van de kleuterafdeling te hebben voorzien van smartboards.


18

Hoofdstuk 4

Integraal personeelsbeleid

Uitgangspunt is het integraal personeelsbeleid op bovenschools niveau (IPB-plan). Het schoolbeleid is daarvan afgeleid. We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. Wij verwijzen ook naar het meerjarenbestuursformatiebeleidsplan. Item 1 2 3 4 5 6 7

Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw Aantal IB‘ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Opleiding schoolleider ICT-specialisten Onderwijsassistenten

Huidige situatie 2006-2007 29 25/4 3 2 1 1 0

Gewenste situatie 2010-2011 29 20/9 3 3 1 1 1

De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (20072011) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de functioneringsgesprekken. 4.2. De schoolleiding Onze school wordt geleid door de directie (directeur en adjunct-directeur) die daarbij ondersteund wordt door het managementteam. Het MT (managementteam) bestaat uit de directeur, de adjunctdirecteur en de drie bouwcoördinatoren. Kernwoorden bij het leiding geven zijn: organiseren, faciliteren en ontwikkelen. Het is van belang, dat de organisatie soepel loopt, dat de leraren voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen, en dat de medewerkers zichzelf verbeteren. De directie is verantwoordelijk voor de opleiding van het personeel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beginnende en meer ervaren leraren. Het MT bereidt beleid voor, dat wordt voorgelegd aan het team. Om draagvlak te creëren kan en mag het team meedenken en meepraten over het beleid van de school. Wel is het zo, dat het MT, het team gehoord hebbende, besluiten neemt. Dit kan gebeuren op basis van een stemming. 4.3. Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering) Het personeelsbeleid van de school streeft de volgende doelen na: • Het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat, waarin medewerkers zich veilig en gewaardeerd voelen en waar samenwerking en ontwikkeling bevorderd wordt. • Het zorg dragen voor een effectieve inzet van mensen op de juiste plaats en op het juiste moment, gericht op het geven van kwalitatief goed onderwijs. • Het verbeteren van de fysieke arbeidsomstandigheden binnen de school en de directe schoolomgeving. • We actualiseren jaarlijks de uitvoering van het taakbelastingbeleid. • In het jaarlijkse scholingsplan formuleren we welke deskundigheidsbevorderende activiteiten binnen het beschikbare scholingsbudget worden ondernomen. Ook de faciliteiten vanuit ondersteunende externe instanties worden aangewend om gewenste teamactiviteiten uit te kunnen voeren. • Hanteren van het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). • Gebruik van het bovenschoolse competentiemodel voor leerkrachten. • Collegiale consultatie, coachen en mentorschap. • Maken van afspraken voor onderling klassenbezoek. • Klassenbezoeken, voortgangs- en functioneringsgesprekken worden voortgezet. Hiervoor is een rooster beschikbaar. Het integraal personeelsbeleid van de Steenvoordeschool richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de gemaakte afspraken per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld en de afspraken zijn omgezet in criteria. Deze criteria staan op competentielijstjes. Onze school vindt de volgende competenties richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers:


19

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Gerichtheid op kwaliteit Vakmatige beheersing Gebruik leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Zorg voor leerlingen Opbrengstgerichtheid Professionele instelling Communicatie Omgang met ICT Handelen vanuit de identiteit van de school

4.3.1 Beleid m.b.t. stagiaires Alle scholen van Librijn werken mee aan de begeleiding en vorming van stagiaires van diverse opleidingen (Pabo, beroepsopleidingen (onderwijsassistent, peuterspeelzaalleidster), voortgezet onderwijs). De stagiaires krijgen hun begeleiding van mentoren. Voor onze school betekent dit dat wij jaarlijks ongeveer 2 pabostudenten, 1 LIO-student en 1 onderwijsassistent als stagiaire kunnen plaatsen. 4.3.1. Werving en selectie De werving en selectie van personeel gebeurt in eerste instantie stichtingsbreed intern. Nadat een vacature is gemeld en een profiel is opgesteld, wordt de vacature intern uitgezet. De sollicitatiecommissie bestaat uit de directeur, een afvaardiging van het team en een afvaardiging van de MR. Gaat het om een directievacature dan is ook de centrale directie van de stichting bij de procedure betrokken. Als er intern geen animo is, wordt de vacature extern uitgezet. 4.3.2. Introductie en begeleiding Na de officiële aanstelling, het in orde maken van de benodigde bescheiden (getuigschrift, verklaring van goed gedrag e.d.), de eerste kennismaking met het team en de algemene informatie van de directeur, krijgt de nieuwe leerkracht schriftelijke informatie bestaande uit de schoolgids en de groepsmap met de algemeen geldende afspraken en protocollen op de Steenvoordeschool. Aan de hand van deze informatie kan de nieuwe collega een goed beeld krijgen van de cultuur en de afspraken binnen de school. De bouwcoördinator is in eerste instantie verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van de nieuwe leerkracht. Voor begeleiding bij de dagelijkse werkzaamheden van de nieuwe leerkracht wordt een leerkracht (b.v. van de parallelgroep) of de duopartner van de betreffende groep aangewezen. Naast het overleg met de mentor en de bouwcoördinator is het van belang dat ook de directeur regelmatig bij zowel de nieuwe collega als de mentor en bouwcoördinator informeert over de werkzaamheden. 4.3.3. Taakbeleid Ieder personeelslid neemt, naast lesgevende taken, ook andere taken voor zijn of haar rekening. De verdeling van de niet-lesgebonden taken gebeurt aan het begin van ieder schooljaar. Uitgangspunten bij deze verdeling van taken zijn: • • • • • • •

Er wordt uitgegaan van een goed evenwicht tussen het schoolbelang en het individuele belang. De taken zijn geïnventariseerd en omschreven. Er is m.b.v. een urensystematiek een zwaarte toegekend aan elke taak. Er wordt rekening gehouden met de omvang van de aanstelling. De taaktoedeling van de medewerkers is op schrift gesteld. De uitvoering wordt gecontroleerd en er vindt jaarlijks een evaluatie plaats. Er wordt getracht gebruik te maken van de individuele kwaliteiten van de mensen.

4.3.4. Collegiale consultatie De Steenvoordeschool ziet een duidelijke meerwaarde in “het leren van elkaar”. Elk jaar wordt er aan de hand van de schoolontwikkelingsonderwerpen minimaal twee keer met een kijkwijzer bij elkaar gekeken. 4.3.5. Klassenbezoek De directeur/adjunct-directeur legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek of volgt het principe van ‘managing by walking around’. Daaraan koppelt hij een voortgangsgesprek en indien nodig een pop-gesprek. Na afloop van het bezoek vindt er een functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek plaats.


20

4.3.6. Het bekwaamheidsdossier/Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP) Per 1 augustus 2006 is de Wet op de beroepen in het onderwijs in werking getreden. De wet gaat over de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De bekwaamheden en de wijze waarop die onderhouden worden, worden vermeld in een bekwaamheidsdossier. Inzage in het dossier hebben de directeur, de medewerker en het bevoegd gezag. De Steenvoordeschool wil conform het Librijnbeleid in het schooljaar 2007-2008 een start maken om van elk personeelslid een bekwaamheidsdossier aan te leggen. Hierin bevinden zich: 1. 2. 3. 4. 5.

Personalia (Wie ben ik?) Diploma’s, certificaten, getuigschriften ( Welke bevoegdheden heb ik, waarin heb ik mij bekwaamd?) Verslagen van functioneringsgesprekken (Loopbaanwensen, gewenste nascholing, waar ben ik goed in, wat wil ik verder bekwamen?) Verslagen van voortgangsgesprekken Persoonlijke ontwikkelplannen

De persoonlijke ontwikkelingsplannen zijn gekoppeld aan de missie en visie van de school en zijn gebaseerd op de vaardigheden die een leerkracht nodig heeft om goed onderwijs te kunnen geven. De pop’s worden tijdens de functioneringsgesprekken besproken. Voor nascholing bestaat een financiële regeling (Librijn), waar iedere werknemer onder voorwaarden gebruik van kan maken. 4.3.8. Functioneringsgesprekken De directie voert jaarlijks aan de hand van een format een functioneringsgesprek met alle medewerkers. Tijdens het FG, dat op basis van gelijkwaardigheid wordt gehouden (tweerichtingsverkeer), kan het POP van de medewerker mede centraal staan. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, welbevinden, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid en mobiliteit. 4.3.9. Deskundigheidsbevordering Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen –zie hoofdstuk 4.1- en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert) de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje ‘deskundigheidsbevordering’. 4.3.10. Teambuilding Om de band binnen het team te versterken organiseren wordt er minimaal twee keer per jaar een teamuitje georganiseerd. Er wordt door bestuur en directie ook bijzondere aandacht geschonken aan de “Dag van de Leraar” 4.3.11. Beoordelingsgesprekken Onze school beschikt over een regeling Beoordelingsgesprekken. Deze regeling is Librijnbreed afgesproken. De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming of volgens de gesprekkencyclus om de twee jaar. 4.3.12. Verzuimbeleid Librijnbreed wordt er aandacht besteed aan verzuimbeleid (managementsrapportage). In het schooljaar 2005-2006 zijn in het kader van de Wet Poortwachter de procedures inzake het handelen bij ziekteverzuim opgesteld, zodat iedere medewerker weet wat er van hem of haar verwacht wordt. Er volgt nog een ziekteverzuimbeleidsplan. Op schoolniveau is de directeur de casemanager. In geval van langdurig ziekteverzuim kan de directeur hierin begeleiding krijgen van de personeelsfunctionaris van Librijn.


21

Hoofdstuk 5

Organisatie en beleid

5.1. Organisatiestructuur De Stichting Librijn Openbaar Onderwijs bestaat uit een algemeen bestuur met in hiërarchische lijn een algemeen directeur daaronder en de directeuren van de scholen in lijn als laatste. De advieslijnen van Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en Directieoverleg lopen naar de algemeen directeur. Het algemeen bestuur bestuurt op hoofdlijnen. De dagelijkse uitvoering is door het bestuur overgedragen aan de algemeen directeur. Organogram Gemeenteraad als toezichthouder

Bestuur /bevoegd gezag

Algemeen directeur

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

School

School

Bureau managementondersteuning

School

School

Medezeggenschapsraad

In het management-/directiestatuut zijn de bevoegdheden van bestuur, algemeen directeur directie en schoolleiders opgenomen (zie bijlage Management- en directiestatuut). Er is op stichtingsniveau een strategisch beleidsplan ontwikkeld, dat voor de komende jaren op de verschillende beleidsterreinen de streefdoelen weergeeft. (zie Strategisch Beleidsplan). Middels een GMR- en MR- reglement, vastgesteld in oktober 2005 is de inbreng van personeel en ouders op stichtings- en schoolniveau gewaarborgd. Analoog aan de organisatie van de stichting geven de schoolleiders leiding aan hun team en worden zij op schoolniveau geadviseerd door hun medezeggenschapsraad. Op elke school zijn de ouders tevens vertegenwoordigd in een ouderraad of oudervereniging. 5.2. Structuur Op school werken verschillende personeelsleden met de volgende taken (zie Schoolgids):

De groepsleerkrachten Intern begeleiders begeleiden de groepsleerkrachten in het kader van leerlingenzorg (3) Een remedial teacher Een informatietechnologiecoördinator (ICT- er) Een vakleerkracht gym. Bouwcoördinatoren (3) Een techniekcoördinator Een coördinator cultuureducatie Een administratief medewerker Een schoolmedewerker De directeur De adjunct-directeur

De schoolleiding bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur. Samen met de drie bouwcoördinatoren vormen zij het managementteam. Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2001

22

5.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid)

De school is een veilige school. De school heeft duidelijke regels. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om. Ouders ontvangen wekelijks een nieuwsbrief De school organiseert jaarlijks twee informatie/thema-avonden Ouders participeren bij diverse activiteiten De school stimuleert ouderbetrokkenheid De school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar Via de website van de school worden zowel kinderen als ouders (en buitenstaanders) geïnformeerd over de manier van werken en de vele activiteiten van de school.

De Steenvoordeschool wil een school zijn waar leerlingen, ouders en onderwijzend personeel zich veilig en op hun gemak voelen. Wij streven naar een omgeving waar iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het prettig (samen)werken is. Vriendelijke, spontane en open omgangsvormen tussen kinderen, ouders, en leerkrachten vinden wij van groot belang. Wij realiseren dit door aandacht voor elk individueel kind, een fijne werksfeer, door orde, rust en regelmaat en duidelijke gedragsregels. Wij zijn alert op ongewenst gedrag en pesten (zie bijlage pestprotocol). Wij maken heldere afspraken met kinderen over wat wel en niet mag en leggen hen steeds uit waarom dat zo is. Wij werken vooral aan het voorkomen van ongewenst gedrag en benadrukken vooral positief gedrag. De regels gelden voor alle personen die tot de gemeenschap van de school behoren (personeel, kinderen en hun ouders). De school hanteert hierbij een aanname-, schorsing- en verwijderingbeleid (zie bijlage) om de veiligheid van iedereen te waarborgen. Wij hechten veel waarde aan een goed en regelmatig contact met ouders. We proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. 5.3.1 Klachtenregeling Wij en ook ons bestuur vinden het belangrijk dat de school een veilige plek is voor leerlingen en leerkrachten. Een plek waar geen plaats is voor pesten, discriminatie, seksuele intimidatie of machtsmisbruik. Om dit standpunt zoveel mogelijk te onderbouwen heeft het bestuur een vertrouwenspersoon (VP) benoemd. Ook is er een klachtenregeling vastgesteld en is een klachtencommissie aangesteld, die werkzaam is op het gebied van klachten met betrekking tot ongewenste intimiteiten. Bovendien zijn er op onze school vertrouwenscontactpersonen (VCP) aangesteld. (Zie Schoolgids en intranet school: steenvoorde op apollo) 5.3.2. BHV Op de Steenvoordeschool zijn zes personeelsleden aangewezen als bedrijfshulpverlener. De taken van de BHV’er zijn: 1. Het in noodsituaties evacueren van kinderen en personeel. 2. Eerste hulp bij ongevallen. 3. Het bestrijden van brand. 4. Communicatie met de hulpverlenende instanties. 5.3.3 Arbo-Risico-Inventariatie In 2003 heeft er een risico-inventarisatie op de onze school plaatsgevonden. (in directiekamer) Er is een plan van aanpak opgesteld. Inmiddels zijn alle verbeterpunten doorgevoerd. 5.3.4 Arbobeleid Ons bestuur, Librijn openbaar onderwijs heeft een contract bedrijfsgezondheidszorg afgesloten met de ARBO-unie. Dit contract garandeert de wettelijke noodzakelijke begeleiding bij ziekteverzuim, aangevuld met “maatwerk”, zoals het SMT (sociaal medisch overleg tussen directeur, ARBO-arts en personeelsfunctionaris), het arbeidsomstandighedenspreekuur, psychosociale zorg, etc. 5.4. De interne communicatie Op onze school is, mede door het groot aantal parttimers, de interne communicatie van groot belang. We werken met team- bouw- en werkvergaderingen. Elke week is er zorgoverleg (de directeur, rt’er en de intern begeleiders) Het managementoverleg vindt gemiddeld een keer per maand plaats . Andere interne communicatiemiddelen zijn: de teaminformatie van de directie voor het personeel, het whiteboard in de directiekamer, het logboek en e-mail. Informatie wordt verspreid per e-mail en de postvakken van de personeelsleden. De school vindt het ook belangrijk dat de communicatie met degenen die betrokken zijn bij de school (bevoegd gezag, ouderraad, medezeggenschapsraad) optimaal verloopt. De ouderraad en medezeggenschapsraad worden digitaal geïnformeerd en mondeling op vergaderingen. De ouderraad vergadert 7 keer per jaar. Daar zijn leerkrachten bij aanwezig. De Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2001

23

medezeggenschapsraad vergadert 9 keer per jaar. De directeur, als afgevaardigde van het bestuur en de school, is daarbij gedeeltelijk aanwezig. Met betrekking tot communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. Zaken worden op de juiste plaats besproken; 2. Vergaderingen worden goed voorbereid; 3. Op vergaderingen is sprake van actieve deelname; 4. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf; 5. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen. 5.5. De communicatie met externe instanties De school onderhoudt contact met: de GGD (schoolverpleegkundige, schoolarts, logopedisten), de ARBO-unie, Onderwijs Advies, Opvoedbureau Florence, Jeugdzorg, de pers, het voortgezet onderwijs, de wijkagent, de voor- tussen- en naschoolse opvang, alle directies van de Stichting Librijn Openbaar Onderwijs, alle directies van de Rijswijkse scholen, het Samenwerkingsverband WSNS (3405) en de PABO. 5.6. De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien wij daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. In samenwerking met de MR zal in de komende jaren gewerkt worden aan een grotere ouderbetrokkenheid Onze afspraken zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

7.

Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten, zoals speel-lezen; handvaardigheid; excursies, schoolreizen, hand- en spandiensten; Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders door met de ouders te spreken bijv. op een informatieavond, tijdens een tien minutengesprek of tijdens een gesprek na schooltijd; Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken via het Nieuwsblad of via aparte informatie van de leerkracht.; Ouders worden betrokken bij (extra) zorg, wanneer daartoe aanleiding is. Als kinderen een handelingsplan hebben om een leerachterstand in te lopen dan worden de ouders daarvan op de hoogte gesteld. Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs door middel van informatiebijeenkomsten waarbij ook vertegenwoordigers van het Rijswijkse voortgezet onderwijs aanwezig zijn. Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind via de informatie die tijdens de tien minutengesprekken of een ander individueel gesprek wordt verstrekt. Daarnaast biedt het uitgebreide kleuterverslag aan het eind van groep 2 en de schoolrapporten van de groepen 3 t/m 8 ruimschoots informatie; Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie. Zij wijzen daarbij op het belang van bijv voorlezen, het begeleiden van hun kind naar een bibliotheek of de hulp bij en toezicht op huiswerkopdrachten.


24

Hoofdstuk 6 6.1

Financieel beleid

Lumpsum financiering – ondersteuning

Bovenschools financieel beleid De inkomsten: Librijn krijgt als overkoepelende stichting het geld dat bedoeld is voor het onderwijs binnen. Dat geld is toegewezen op basis van een bekostigingsgrondslag. Veelal is het leerlingaantal de bekostigingsgrondslag, soms ook het aantal specifieke doelgroepkinderen voor bepaald beleid, bijvoorbeeld de bekostiging op basis van de gewichtenregeling. Librijn krijgt middelen ten behoeve van het onderwijs van: • •

het Cfi; de personele lumpsum, materiële instandhouding, aanvullende middelen uit de gewichtenregeling, zorgformatie (herverdeeld via WSNS, pab-budget en mogelijke doelsubsidies Gemeente: de subsidies verschillen per gemeente, per jaar. De subsidies zijn afhankelijk van gemeentelijk beleid en het wel of participeren van scholen in gemeentelijke projecten.

De uitgaven: Alle geldmiddelen van Librijn (met uitzondering van enkele ouderraad- en schoolreisrekeningen) worden centraal beheerd. Er is sprake van budgethouderschap. Elke directeur is budgethouder van het deel van het geld dat aan zijn school middels de begroting wordt toegekend. Budgethouderschap houdt in dat voor uitgaven die passen binnen de begroting geen toestemming gevraagd hoeft te worden. Ook kan de directeur zelf bepalen hoe hij het geld inzet. Dat daarbij begrotingsregels (niet overschrijden op het totaal, begroting op basis van schoolplan) gelden en de normale medezeggenschapsprocedure een rol speelt en er (achteraf) verantwoording moet worden afgelegd, mag duidelijk zijn. De regels De budgetten die Librijn ontvangt worden zoveel mogelijk conform hun doelstellingen toegedeeld. De scholen ontvangen de personele lumpsum en de materiële instandhouding. Het bestuurskantoor (kostenplaats bovenschools) ontvangt de ABB-middelen, het budget Bestuur en Management en (voor 2007 en 2008) de bruidsschat (5 jarige impuls vanuit de gemeentes om de verzelfstandiging vorm te geven). Het PAB-budget (personeel en arbeidsmarktbeleid) wordt aan de scholen toegerekend, maar gedeeltelijk doorbelast (60%) naar de kostenplaats bovenschools. Het schoolplan moet leidraad zijn voor de begroting. Het strategisch beleidsplan is de leidraad voor de bovenschoolse begroting. Een exploitatietekort is zonder instemming vooraf van de algemeen directeur niet mogelijk. Structurele verlichtingen zijn zonder structurele dekkingen niet toegestaan. Bestedingsvrijheid van de budgethouder wordt geleid door de begroting en het financiële beleid van de school. De bestedingsvrijheid van het bestuurskantoor wordt geleid door de begroting en het bovenschools financieel beleid. 6.2 Externe geldstromen De diverse geldstromen komen van de volgende instanties: • Rijksbekostiging per school naar de stichting; personeelsbekostiging op basis van beleidskader, met achteraf nacalculatie. • Gemeentelijke subsidiestromen, b.v. middelen voor de vakleerkracht gymnastiek en remedial teacher. • Overige subsidiestromen b.v. subsidie Vervangingsfonds, techniekeducatiesubsidie, cultuureducatie, subsidie kennisnet. 6.3 Interne geldstromen Alle interne geldstromen, behalve het schoolreisgeld en de ouderbijdragen (Ouderfonds), worden verantwoord op de rekening van de school. 6.4 Begrotingen De stichtingsbegroting en de schoolbegroting liggen beide ter inzage op de school 6.5 Meerjareninvesteringsbegroting In het meerjareninvesteringsplan wordt duidelijk op elke wijze de school haar plannen financieel heeft onderbouwd. Het plan is als bijlage toegevoegd.


25

6.6 Dependance van de school In het schooljaar 2007-2008 zal in overleg met Librijn bepaald worden op welke wijze het onderhoud van de noodlokalen aangepakt gaat worden. De lokalen zijn in de periode 1997-2000 neergezet. Er is in de tussenliggende periode minimaal onderhoud aan gepleegd. In 2007 werd de riolering vervangen en zijn aan de buitenzijde de kozijnen geschilderd. De school heeft in 2006 een klimaatonderzoek laten verrichten. De uitkomsten laten zien dat actie geboden is. De ventilatiemogelijkheden zijn onvoldoende en leiden tot een te groot CO2-gehalte. Middels een brief hebben directie en MR de directeur van Librijn hierop gewezen. Naast de slecht ventilatiemogelijkheden zijn de houten vloeren gehorig en de toiletgroepen niet goed schoon te houden. In het jaarplan 2007-2008 is e.e.a. opgenomen. 6.7 Bovenschools huisvestingsbeleid Sinds 1997 zijn de gemeentebesturen verantwoordelijk voor de huisvesting van onderwijs. Hun verantwoordelijkheid onderscheidt zich in: 1. 2.

Nieuwbouw, vervangende huisvesting Onderhoud

• Gemeente: Nieuwbouw, vervangende huisvesting Indien een schoolgebouw niet meer voldoet, afgeschreven is of om andere redenen niet meer als schoolgebouw dienst kan doen, dient de gemeente te zorgen voor passende andere huisvesting van de school. Dit kan zijn nieuwbouw, of het geschikt maken van een ander gebouw. • Gemeente: Onderhoud Dit is altijd een lastig verhaal. Vaak wordt gezegd dat de gemeente verantwoordelijk is voor onderhoud aan de buitenkant en het schoolbestuur voor de binnenkant. In grote lijnen gaat dit op, maar niet in alle gevallen. De Huisvestingsverordening, die elke gemeente dient te hebben, beschrijft precies welk onderhoud voor de gemeente is en welk onderhoud voor het bestuur. Het gemeentelijk onderhoud is gesplitst in onderhoud volgens de eigen, gemeentelijke planning, en onderhoud op basis van aanvragen van het bevoegd gezag. De eigen gemeentelijke planning, aangevuld met gehonoreerde aanvragen van het bevoegd gezag bepalen jaarlijks de werkzaamheden die de gemeente ten behoeve van de scholen uitvoert. Jaarlijks loopt een gespecialiseerde medewerker van een bouwadviesbureau de gemeentelijke inspectieronde mee. De bevindingen van deze medewerker bepalen, in overleg met de directeur van school, de aanvragen in het kader van de huisvestingsverordening. De gemeente (het college) beslist uiteindelijk over toekenning van het aangevraagde. Naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid heeft ook het bevoegd gezag verantwoordelijkheid voor het onderhoud. De onderhoudsplanning, het aanbesteden van de uitvoering en de controle op de uitvoering wordt gedaan door een bouwkundig adviesbureau. Dit onderhoud valt uiteen in drie delen. • Bevoegd gezag: aanvragen in het kader van de huisvestingsverordening Zoals hierboven beschreven verzorgt het bouwkundig advieskantoor op basis van eigen inspectie en in overleg met de schooldirecteur de aanvragen in het kader van de huisvestingsverordening • Bevoegd gezag: planmatig onderhoud Voor alle onderhoudszaken waar de gemeente volgens de verordening niet toe verplicht is, is het bevoegd gezag verantwoordelijk. Het bouwkundig adviesbureau verzorgt een 10 jaarlijks planning met een 5 jaarlijkse herijking en een jaarlijkse planning. De meerjaarlijkse planningen worden vormen de leidraad voor de meerjarenbegroting. De jaarlijkse planning, opgesteld in overleg met de directeur van school, vormt het uitgangspunt van de ui te voeren werkzaamheden in dat jaar. Voor het planmatig onderhoud is een voorziening in het leven geroepen. Jaarlijks wordt er ongeveer € 200.000, -- gedoteerd aan de voorziening. De jaarlijkse onttrekking fluctueert, maar is in het 10-jaren gemiddeld niet meer dan € 200.000,-- per jaar. Echter, tot 2009 bevat de voorziening een hoger bedrag. Dit is in de aanvangsjaren van Librijn opgebouwd om extra onderhoud aan de scholen kunnen plegen. Voor 2007 en 2008 zal er gemiddeld voor zo’n € 400.000,- aan onderhoud besteed worden. • Bevoegd gezag: Calamiteitenonderhoud Op een school gaan er dingen kapot, die gemaakt moeten worden. Dergelijke reparaties en vervangingen in de gebouwensfeer noemen we calamiteitenonderhoud. De directeur van de school is verantwoordelijk voor het laten repareren/vervangen. Als de reparatie een spoedeisend karakter heeft, dient de directeur zelf een bedrijf te benaderen of een melding te doen bij het bouwkundig adviesbureau van Librijn. Bij een niet spoedeisend karakterkan ervoor gekozen worden de reparatie in planning te laten zetten door het bouwkundig adviesbureau. Indien de spoedeisende Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2001

26

reparatie een dergelijk omvang heeft dat de directeur ondersteuning gewenst vindt, kan hij daarvoor het bouwkundig adviesbureau inschakelen. Het calamiteitenonderhoud betaalt de school uit eigen budget. De schooldirecteur is hiervoor budgetverantwoordelijke. Jaarlijks dient de directeur een post calamiteitenonderhoud/ klein onderhoud mee te nemen in de begroting. Deze drie onderhoudsverplichtingen zijn neergelegd in een stroomschema en een bijbehorende procedure via Librijn.nl. De beide huisvestingsverordeningen zijn te raadplagen op het bestuurskantoor


27

Hoofdstuk 7

Kwaliteitsbeleid

7.0 Kwaliteitszorg Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de afspraken bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Zie schema: PROCEDURE VOOR ONZE KWALITEITSZORG Onderwerp

Er zijn schriftelijk vastgelegde afspraken en meestal activiteiten die daaruit voortvloeien.

Er zijn nog geen vastgelegde afspraken

schriftelijk

De afspraken worden gemaakt en schriftelijk vastgelegd. N.B. Er kunnen voortvloeien.

activiteiten

uit

De activiteiten en het bespreken van de afspraken worden ingepland.

De afspraken worden besproken.

De afspraken leiden voldoende/goede kwaliteit.

tot

De afspraken leiden tot onvoldoende kwaliteit.

We blijven ons aan deze afspraken houden en het bespreken ervan wordt weer ingepland. (kwaliteit behouden/borgen)

Er wordt in kaart gebracht waarom de afspraken tot onvoldoende resultaat leiden.

Hebben de oorzaken iets met de afspraken te maken?

N.B. Als door onvoorziene omstandigheden of bepaalde signalen afspraken eerder dan gepland besproken moeten worden, doen we dat en wordt de planning aangepast.

Nee

Ja

Oorzaken zo goed mogelijk aanpakken en nagaan of de afspraken over een ander aspect aangepast moeten worden

Afspraken aanpassen en het bespreken ervan weer inplannen.

Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid (IPB). We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen, die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze afspraken m.b.t. kwaliteitszorg zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie; We beschikken over doelen (afspraken) bij diverse beleidsterreinen; We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 2 x per jaar beoordeeld worden; We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren; We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag); Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2001

28

6. 7. 8. 9.

We We We We

evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn; borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen); rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, (G)MR en ouders); waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen.

Beoordeling De afspraken worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het bevoegd gezag. Verbeterpunten Uit de evaluaties komen verbeterpunten naar voren. Deze punten worden beschreven in iedere jaarplanning. De resultaten komen terug in het jaarverslag.


29

Hoofdstuk 7.1

Terugblik Schoolplan 2003-2007 en zelfevaluatie

Beleidsvoornemens 2003-2007: Beleidsterreinen A

2003 2004

2004 2005

2006 2007

gerealiseerd

Differentiëren invoering afschilmodel (vanaf voorjaar 2003) implementatie afschilmodel

x x

ja x

institutionalisering afschilmodel implementatie groepsdifferentiatiemodellen B

2005 2006

x

x

x

ja

x

x

ja

x

x

ja

Vaste meetpunten onderzoek nulmeting vierjarigen

x

evt. invoering nulmeting vierjarigen onderzoek instaptoets vierjarigen

niet toe besloten x

niet toe besloten

x

evt. invoering instaptoets groep 3

niet toe besloten x

niet toe besloten

invoering entreetoets groep 6

x

afschaffen entreetoets groep 7

x

ja

invoering CITO -eindtoets taal groep 8

x

niet toe besloten

Analyse leerling-/schoolprestaties structurele analyse CITO -LVS

x

x

x

x

ja

feedback op groeps-/schoolniveau

x

x

x

x

ja

afstemming leertijd a.d.h.v. LVS

x

x

x

x

ja

x

x

x

x

neen

coachen op bouw-/teamniveau

x

x

x

x

ja

coachen op individueel niveau

x

x

x

x

ja

coachen op groepsniveau

x

x

x

x

ja

ontwikkeling hulpmappen voor leerkrachten

x

x

x

x

ja

toepassing rugzakbeleid

x

x

x

x

ja

scholing in kader rugzakbeleid G Begrijpend/studerend lezen

x

x

x

x

ja

implementatie nieuwe methode

x

x

x

aanschaf nieuwe Avi-boekjes

x

x

C

ja

D Onderwijsassistenten inzet onderwijsassistenten E

F

Interne begeleiding

Zorgbreedte

uitbreiding klassenbibliotheken

ja gedeeltelijk

x

x

ja

x

x

x

ja

x

x

x

x

x

x

ja

x

x

ja

x

ja

H Engels implementatie nieuwe methode Engels I

Techniek invoering techniek in groep 7 en 8 invoering techniek in groep 5 en 6 invoering techniek in groep 3 en 4 invoering techniek in groep 1 en 2

J

Pedagogisch klimaat aanschaf methode soc./emotionele ontwikk.

x

implementatie methode soc./emot. ontw.

x

x

x

toepassen: ‘Regel van de Groep’

x

x

x

bestudering keuzes intercultureel onderwijs

x

implementatie intercultureel onderwijs K

ja x

ja gedeeltelijk

x

ja

x

x

x

neen

x

x

x

ja

x

x

x

Creatieve vorming implementatie methode “Moet je doen”

L

ja

x

ICT implementatie Handelingspanner Institutionalisering Handelingsplanner

x

ja


ja

30

2003 2004 M

N

O

2004 2005

2005 2006

2006 2007

Taakbeleid evenwichtige verdeling normjaartaak

x

vervanging personeelsgeleding MR

x

x

x

x

ja ja

intensief klassenbezoek

x

x

x

x

neen

klassenconsultatie door leerkrachten

x

x

x

x

ja

bevordering brede inzetbaarheid

x

x

x

x

ja

grotere persoonlijke aandacht

x

x

x

x

ja

voortgangsgesprekken

x

x

x

x

ja

functioneringsgesprekken

x

x

x

x

ja

beoordelingsgesprekken

x

x

x

x

alleen nog nieuwe lk

x

x

x

x

ja

x

x

x

x

ja

x

x

x

x

ja

structureel paralleloverleg

x

x

x

x

ja

behoeftepeiling frequentie GTO

x

Leerkrachtbegeleiding

Integraal personeelsbeleid persoonlijke ontwikkelingsplannen: •

professionalisering op schoolniveau • professionalisering op individueel niveau taken afstemmen actoren P

Overleg- en besluitvorming ja

Q

Ouders x

x

R

vergroten en aandacht voor betrokkenheid ouders Voorraad leermiddelen realisatie grotere voorraad

x

x

ja

S

Werkdruk x

x

ja

T

Groepsdifferentiatie op maat

2x per jaar werkdruk bespreken

U

V

x

x

ja

per jaar opstellen groepsprofielen

x

x

x

x

ja

Uitvoeren differentiatiemodellen

x

x

x

x

ja

structurele aanpak NT2-onderwijs

x

x

x

x

ja

meer aandacht voor Woordenschat

x

x

x

x

ja

x

x

x

x

ja

x

x

x

x

ja

x

x

ja

NT2-onderwijs

Verlengde kleuterperiode/zittenblijven Uitvoering nieuw protocol

W Vak- en vormingsgebieden uitwerken protocollen X

Kwaliteitszorg Invoering Cees Bos


31

Toelichting niet gerealiseerde onderwerpen: •

onderzoek nulmeting vierjarigen, de instaptoets groep 3 en de invoering CITO Taaleindtoets groep 8: Ten tijden van het opstellen van het Schoolplan 2003-2007 waren deze onderwerpen belangrijk issues bij de toenmalige minister van Onderwijs. De plannen om de instaptoets voor vierjarigen in te voeren zijn in de ijskast gezet. Er is verder geen actie op ondernomen. Met het oog op de nieuwe plannen van staatssecretaris Sharon Dijksma zou de discussie opnieuw gevoerd kunnen gaan worden, omdat zij af wil van het huidige beoordelingssysteem van scholen. Nu wordt vooral gefocust op de eindopbrengsten en de tussenopbrengsten van de leerjaren 3, 6 en 8. Realistischer is om de input en de output van een leerling vast te stellen, zodat duidelijk wordt wat de invloed van het onderwijs van de school op de leerling is geweest. De Eindtoets Taal groep 8 is niet ingevoerd, omdat deze diende voor de gemeentelijke monitoring. Dit project is stopgezet. De school kiest er bewust voor om geen CITO-eindtoets te gebruiken. (zie de Schoolgids) • inzet onderwijsassistenten Er is geen verdere actie ondernomen om onderwijsassistenten aan te stellen. Dit heeft te maken met het feit dat hiervoor te weinig middelen zijn. • Implementatie intercultureel onderwijs Er is besloten om geen apart intercultureel programma uit te voeren, omdat de aanpak verweven is in ons wereldoriëntatieonderwijs. Daarnaast wordt de methode “Zo vieren wij” gebruikt, waarin uitgebreid toelichting wordt gegeven op de interculturele feesten. • Beoordelingsgesprekken en coachen In afwachting van het Librijnbeleid t.a.v. beoordelingsgesprekken is vooralsnog nog geen begin gemaakt met beoordelingsgesprekken als onderdeel van de gesprekkencyclus. Ook de hieraan verbonden intensievere klassenbezoeken zijn niet uitgevoerd. Er is in de afgelopen periode geen aanleiding geweest om tot coachen van leerkrachten over te gaan. Naast de in de matrix vermelde onderwerpen zijn in de planperiode ook andere onderwerpen opgepakt. De belangrijkste zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.2

De invoering van een nieuwe Taal-leeslijn; Dyslexie; NLD; Sociaal-emotionele problematiek bij leerlingen ICT, w.o. smartboards VVE (voorschoolse en vroegschoolse educatie) Analyse inspectierapport

Overzicht onvoldoende beoordeling inspectie (PKO) 21 maart 2006 en de daaruit voortgevloeide acties. 1.4

De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten

12.1

De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling-populatie mag worden verwacht.

13.1

De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling-populatie mag worden verwacht.

Actie 1.4: Aanschaf nieuwste versie Kwaliteitskaarten Cees Bos (december 2006). Met deze kaarten wordt ons onderwijs systematisch in kaart gebracht. De start hiervan is in januari 2007.


32

Actie 12.1 en 13.1: De beoordeling van Begrijpend lezen (Taal) is onvoldoende. Inmiddels is in de afgelopen twee jaar gestart met preteaching Taal in de groepen 1 en 2. In het voorjaar 2007 is aan de hand van de CITO Taal voor kleuters opnieuw naar de scores gekeken. Geen van de kinderen van de groepen 2 scoort een onvoldoende. (D of E) In groep 3 is in augustus 2006 gestart met de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. Deze methode moet bijdragen tot een verbeterde leesopbrengst. In 2007 wordt fasegewijs gestart met het tutorlezen. Het niveaulezen wordt afgeschaft omdat het rendement te laag is. In samenspraak met OA is in 2006-2007 tijdens een aantal sessies gestudeerd op de keuze van een nieuwe methode voortgezet technisch lezen. Het niveaulezen is vervangen door tutorlezen en voor voortgezet technisch lezen is de methode Estafette aangeschaft. De aanschaf van de nieuwste versie van Taalactief (eind 2006) moet leiden tot betere resultaten. De implementatie van de methode in 2007-2008 wordt door de werkgroep Taal begeleid. Overzicht niet te beoordelen punten: 12.2

13.2

De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Vanaf het schooljaar 2007-2008 wordt in de onderbouw met een eigen registratiesysteem gewerkt. Voor de bovenbouw volgt in het schooljaar 2008-2009 een volginstrument. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

Sterke punten uit de beschouwing: 1. De ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs op de Steenvoordeschool laat zich typeren als een zoektocht naar mogelijkheden om het onderwijs zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoefte van de leerling-populatie. De inspanningen gericht op de taalontwikkeling van de leerlingen (preteachingmodules) hebben geleid tot een aanbod dat in hoge mate bijdraagt aan de kwaliteit van het taalonderwijs. Deze kwaliteit heeft echter nog niet geleid tot opbrengsten die passend zijn voor een school met een vergelijkbare leerling-populatie. Dit wordt en dele verklaard door het feit dat geleverde inspanningen zich pas mogelijk na een langere periode zullen vertalen in verbeterde toetsresultaten. 2. Er is zonder meer sprake van een grote bereidheid om vernieuwingen door te voeren. 3.De school maakt goed gebruik van de toetsresultaten voor het opstellen van trendanalyses op groeps- en schoolniveau. Overzicht beoordeling inspectie 28 juni 2007. Het jaarlijks onderzoek had voor de school de vorm van een schriftelijk onderzoek. De inspectie heeft zich een actueel oordeel gevormd over de school. Zij heeft zich daartoe beperkt tot de opbrengsten. De eindresultaten voor de schooljaren 2003-2004 en 2004-2005 liggen onder het niveau. De eindresultaten van het schooljaar 2005-2006 liggen op het niveau dat mag worden verwacht. Op grond van deze gegevens liggen de leerresultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode volgens de inspectienormen op het verwachte niveau. Het oordeel over de resultaten aan het eind van de schoolperiode baseert de inspectie op de gegevens over de landelijk genormeerde toetsen van de afgelopen drie schooljaren. De inspectie heeft voor de toetsen waar dit mogelijk is deze gegevens afgezet tegen gegevens van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Het oordeel over de resultaten gedurende de schoolperiode baseert de inspectie op de gegevens zoals door de school verzameld met behulp van landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen (in groep 3 en 4), rekenen en wiskunde (in groep 4 en 6) en begrijpend lezen (in groep 6). Uitgangspunt voor de beoordeling vormt het aantal leerlingen op D- en E-niveau en de gemiddelde vaardigheidsscores, of het aantal leerlingen met een beduidende onderwijsachterstand in DLE-termen.


33

7.3 Kwaliteitszorg De school heeft een systeem opgebouwd om zijn kwaliteit te bewaken. Onze kwaliteitszorg (plando-check-act: PDCA-cyclus) richt zich op het voortdurend bepalen, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van onze schoolorganisatie. Het gaat niet alleen om de primaire processen binnen het onderwijs - het werken in de groepen - maar om de gehele schoolorganisatie. Ons kwaliteitszorgsysteem is gericht op een reeks van samenhangende acties, verantwoordelijkheden, methodieken, instrumenten, procedures en afspraken over de werkwijzen en middelen om de doelstellingen van onze school te bewaken en te verbeteren. Er zijn vijf categorieën: A. De verantwoordings– en borgingsdocumenten: • de Schoolgids; • het Schoolplan; • het Strategisch Beleidsplan • de protocollen; B. Onderzoeksinstrumenten: • de observatietafels in de groep 1 en 2; • het CITO -Leerlingvolgsysteem voor de groepen 2 t/m 8; • de CITO Entreetoets groep 6 • de Schoolvragenlijst (SVL); • de NIO- toets voor groep 8; • de CITO Leestechniek- en Leestempotoets; • De DMT (=drieminuten-toets lezen); • de methodegebonden toetsen; • de sterkte/zwakteanalyse (Cees Bos); • Ouderenquête; • Leerling-enquête; C. De overleg- en besluitvormingsmiddelen: • het Zorgoverleg (directeur, ib’ers en rt-er); • het Bouwoverleg; • het GTO (gemeenschappelijk teamoverleg); • het MT (Managementteamoverleg); • het GTO-evaluatieoverleg; • Studiebijeenkomsten; • het Directieberaad (Librijn); • het Managementoverleg (Librijn); • de Medezeggenschapsraad; • de Ouderraad; D. Verbetermiddelen: • klassenconsultatie; • collegiale consultatie; • coachen; • voortgangs-, functionerings– en beoordelingsgesprekken; • persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s); • scholing van het personeel; E. De kwaliteitskaarten van Cees Bos Het instrument voor kwaliteitszorg van Cees Bos, dat onze school gebruikt, is een hulpmiddel om het onderdeel kwaliteitszorg vorm te geven. Door het te gebruiken, ontstaat een duidelijk beeld van de kwaliteit van de verschillende onderdelen van de school. Ook helpt het instrument bij het beheersen, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit. 7.4

Analyse ouderenquête

Uitslag ouderenquête In het najaar van 2006 is aan alle ouders/verzorgers van onze school een vragenlijst uitgereikt. Doel van de lijst is te weten te komen wat ouders/verzorgers van de school vinden. Toegezegd werd, dat de uitkomsten van deze enquête naar de ouders/verzorgers zal worden teruggekoppeld. In de vergadering van de medezeggenschapsraad van woensdag jl. zijn de uitkomsten besproken. Van de 274 gezinnen kwamen 125 ingevulde vragenformulieren retour (46%). Er is dus sprake van een representatief beeld. De conclusie die uit de enquête getrokken kan worden is, dat onze ouders/verzorgers over het algemeen tevreden tot zeer tevreden zijn over de school. Natuurlijk zijn er punten, die aandacht Steenvoordeschool Schoolplan 2007-2001

34

verdienen. Deze zullen intern worden besproken en waar mogelijk verbeterd. Minder tevreden is men over de staat waarin het gebouw verkeert. Opvallend is, dat desalniettemin het totaalbeeld van de enquête toch zeer positief is. Dat zegt dus iets over alle andere aspecten van ons onderwijs. Directie, team en medezeggenschapsraad zijn zich van de gebouwensituatie (hoofdgebouw en dependance) bewust. Daar waar het om onderhoud gaat, zijn enige tijd geleden al diverse acties ondernomen. Zo is het gebouw aan de buitenkant in het voorjaar van 2007 geheel geverfd. Inpandig is het nog een ander verhaal. De school is afhankelijk van het meerjarenonderhoudsplan. Wanneer zaken zeer urgent zijn, kan binnen het plan wel worden geschoven. Onlangs heeft de school bij het bestuur Librijn een aanvraag ingestuurd, waarin de volgende zaken staan vermeld: • • • • 7.5

Renovatie van nog niet gemoderniseerde toiletgroepen (begin 2008); Vervanging vloerbedekking in lokalen, voor zover dat sinds 1980 nog niet is gebeurd; Opknapbeurt entree en hal bij het grote schoolplein; (realisatie 2007) Opknapbeurt entree kleuterafdeling. (realisatie 2007) Analyse leerlingenvragenlijst

De school heeft nog geen leerling-vragenlijst afgenomen. Dit wordt in het voorjaar van 2008 gedaan. Aan de hand van de uitkomsten zal in het jaarplan 2008-2009 een verbeterplan worden opgenomen. 7.6

Analyse lerarenvragenlijst

In het voorjaar van 2007 is als proef bij een deel van het team een lerarenvragenlijst digitaal afgenomen. In het voorjaar van 2008 volgt een afname van een digitale vragenlijst bij alle leerkrachten. Aan de hand van de uitkomsten zal in het schooljaarplan 2008-2009 een verbeterplan worden opgenomen. 7.7

Het evaluatieplan

In de schoolplanperiode worden de beleidsterreinen – zoals aan bod gekomen in dit schoolplan met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterreinen wanneer geëvalueerd worden, staat aangegeven in onderstaand schema. De leerling-opbrengsten evalueren wij minimaal twee keer per jaar. De beleidsterreinen, die gerelateerd kunnen worden aan onderwijs en leren en schoolcondities, evalueren wij met een lagere frequentie, maar wel binnen de planperiode. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de MR en de ouders.


35

Beleidsterreinen A

2007 2008

Kwaliteitszorg (7)

2008 2009

2009 2010

2010 2011

x

x

B

Leerstofaanbod en toetsinstrumenten (3.4)

x

C

Opbrengsten (3.5 en 3.13)

x

x

x

x

D

Leertijd (3.9)

x

x

x

x

E

Pedagogisch klimaat (3.10)

x

F

Didactisch handelen (3.11)

x

G

Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.6)

H

Zorg en begeleiding (3.12)

I

Techniek (3.5)

J

Professionalisering (4.3 en 4.3.6)

K

Interne en externe communicatie (5.4; 5.5)

x

L

ICT (3.8)

x

M

Taalbeleid (3.5)

x

N

Contacten met ouders/ouderbetrokkenheid (5.6)

x

O

Burgerschap en integratie 3.7

x

x

x

x

x x

x

x

x x

x

x x

x

x x

x

x

x

x

x

Rapportage Scholen moeten zich steeds nadrukkelijker verantwoorden over hun prestaties. Hedendaagse vormen van rapportage zijn:

de leerling-opbrengsten de jaarrekening (verantwoording naar het bestuur); het (sociaal of ARBO-) jaarverslag (verantwoording naar het bestuur); de schoolgids (rapportage van schoolresultaten aan ouders).

De inspectie onderzoekt de kwaliteit van het onderwijs en maakt deze rapportage openbaar (verantwoording aan de overheid). De inspectie wil – namens de overheid – binnen haar verticale toezicht steeds meer aandacht geven aan de wijze waarop de school verantwoording aflegt aan haar belanghebbenden. Daarmee kan het verticale toezicht verminderen ten gunste van het ‘horizontale toezicht’, dat gericht is op de belanghebbenden van de school. Met ingang het schooljaar 2007-2008 moeten het schoolbestuur verantwoording afleggen aan de inspectie voor de onder haar ressorterende scholen. De school moet dus voortaan aan Librijn verantwoording afleggen over haar kwaliteit. In het kwaliteitssysteem van de school zijn al die zaken opgenomen die een bijdrage leveren aan de wijze waarop de kwaliteit zichtbaar en aantoonbaar wordt gemaakt. Al de genoemde vormen van verantwoording afleggen, vallen onder het begrip ‘verticaal toezicht’. Van bovenaf (overheid en bestuur) wordt er toezicht gehouden op het functioneren van de school. Met uitzondering van de schoolgids, die bedoeld is voor een groep belanghebbenden van de school: de ouders.


36

Bij meervoudig publieke verantwoording legt de school verantwoording af aan belanghebbenden. Wie zijn dat? Naast de ouders kunnen dat zijn:

al

haar

de toeleverende scholen (komen onze leerlingen goed terecht?); de afnemende scholen (is er sprake van een doorlopende leerlijn?); de hulpverlenende instanties (werken wij goed samen?); de buurt (bezorgen onze leerlingen geen overlast, kan de buurt gebruik maken van onze faciliteiten?);

• • • •

In het kader van meervoudig publieke verantwoording wordt ook de term educational governance gehanteerd. Daar gaat het om ‘goed besturen door onderwijsinstellingen’. Kernvraag is: hoe kunnen wij een onderwijsinstelling goed besturen, zowel intern al extern (dat wil zeggen: draagvlak verwerven in de maatschappij). 7.8

Kwaliteitsprofiel – Onze mogelijke verbeterpunten

Voor het vaststellen van de onderstaande (mogelijke) verbeterpunten is gebruik gemaakt van: 1. 2. 3. 4.

Het Het Het Het

strategisch beleidsplan (bovenschools management) zorgplan ICT-beleidsplan Integraal Personeelsbeleidsplan

en de uitslagen en analyses van : 1. 2. 3. 4.

Het meest recente inspectierapport (juni 2007) De oudervragenlijst De leerlingenvragenlijst (vanaf voorjaar 2008) De lerarenvragenlijst (compleet vanaf april 2008)

Beleidsterrein Kwaliteitszorg

Waardering ruim voldoende

Mogelijke verbeterpunten Nog systematischer vastleggen (PDCA) van afspraken (vakgroepen)

Leerstofaanbod Toetsinstrumenten

goed

Selectiever omgaan met aanbod in relatie tot leertijd

Leertijd

goed

Kritischer omgaan met leertijd Voorkomen van tijdverlies

Pedagogisch klimaat

goed

Inzet van Taakspel en Kanjertraining waar nodig

Didactisch handelen Schoolklimaat (Sociale Veiligheid) Zorg en begeleiding

goed

Hoeken en groepen Samenwerkend leren Gedragsformulieren en gele en rode kaarten (tso) nadrukkelijk hanteren

zeer goed

Verslaglegging zorgoverleg Vastlegging sommige kengetallen

Opbrengsten

voldoende

Overzichtelijk leerling-portfolio waardoor de ontwikkeling per leerling nog beter gemonitord kan worden. Gerichte IB-begeleiding. Structuur paralleloverleg;continue reflectie op resultaten,

Professionalisering Integraal Personeelsbeleid

ruim voldoende

Bekwaamheidsdossier Uitwerking pop’s Gesprekkencyclus

goed


37

Interne communicatie Externe contacten

goed

Uitbouwen digitale informatie

ruim voldoende

PR-beleidsplan

Contacten met ouders ICT

ruim voldoende

Ouderbetrokkenheid

voldoende

Visie Handelen volgens ict-beleidsplan Toekomstgerichtheid Toepassingen smartboards

Identiteit

ruim voldoende

Nadrukkelijker toelichting op feesten andere culturen

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. Tevens bespreken we tijdens de evaluaties de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.


38

7.9

Plan van Aanpak 2007-2011

Het schoolontwikkelplan jaar 2007-2008 Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

01

Taalonderwijs

Implementatie tutor- en duolezen Implementatie nieuwe versie Taalactief Implementatie ‘Estafette’ Implementatie Dyslexieprotocol Leerling-opbrengsten (Cito, DMT; herfst-, winter- en lentesignalering) Leerlingen, die de 80%-norm niet halen, krijgen een plan van aanpak met een streefdoel voor het te behalen minimum niveau binnen een schooljaar. Zie ook strategisch beleidsplan

02

ICT

Beleidsplan toekomstgericht formuleren Beleid aanschaf smartboards Komen tot heldere afspraken omtrent toepassingen smartboards. Onderbouwing met meerjarenbegroting

Afronding voor augustus 2008 Bespreking in bouwoverleg en GTO; Bespreking in mr. Evaluatie 2x per jaar Afspraken operationeel niveau smartboards

03

Techniekonderwijs

Leerstofplanning Organisatievorm(en) hoeken en groepen Organisatie inkoop materialen doelmatiger realiseren

Vast agendapunt op bouwoverleggen Evaluatie 2x per jaar

04

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Het kiezen van een meetinstrument voor de midden- en bovenbouwgroepen

Vakgroep stuurt GTO aan Scholing op toepassen instrument Evaluatie 2x per jaar Opbrengsten evalueren op bouwniveau en actieplan ontwikkelen indien nodig.

05

Kwaliteitszorg

PDCA vastleggen (borgen) van afspraken (vakgroepen) Bepalen en formuleren eigen kwaliteit

Overleg directie en vakgroepen

06

De school ontwikkelt VVE voorzieningen

Oriëntatie op mogelijkheden om tot samenwerking te komen met peuterspeelzaal ‘de Stampertjes’ ten einde de aansluiting van het taalonderwijs beter te laten verlopen (in overleg met de gemeente Rijswijk en de SRK)

Overleg directie en onderbouwgroepen i.s.m. de ib’ers Zie strategisch beleidsplan Zie verslagen bijeenkomsten gemeente Rijswijk

07

De school heeft een aantrekkelijk gebouw

08

Dyslexie

In samenspraak met Librijn en Multical komen tot afspraken om gebouw w.o ook de dependance op een goed niveau te krijgen. Zie strategisch beleidsplan Implementatie dyslexieprotocol

09

Opbrengsten algemeen

Begroting MOP (meerjarenonderhoudsplan) Overleg met P. van Engeldorp Gastelaars (portefeuille huisvesting) Bespreking in GTO Begeleiding door rt-er Bespreking in zorgbouwoverleg en GTO

Zie strategisch beleidsplan


Consequenties organisatie professionalisering middelen Begeleiding door vakgroep, zorgcommissie en directie; Borging afspraken; Opbrengsten lezen vergelijken met die van voor de invoering van tutor- en duolezen. Trendontwikkeling vaststellen.

39

7.10

Het schoolontwikkelplan jaar 2008-2009

Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

Effectieve instructie, doelmatig klassenmanagement en de doorgaande lijn.

Nadruk op korte instructiemomenten (SG 3.7) Gestructureerde planning instructietafel (SG 3.7) door middel van planningsformulier Doorgaande lijn consequent doorvoeren en afspraken borgen

02

Ouderbetrokkenheid

De ouderbetrokkenheid zo optimaal laten zijn.

03

Installeren van een pr-werkgroep Ontwikkelen communicatieplan

04

De school weet eigen marktaandeel te behouden of te vergroten Zorg

Organiseren van themaavonden; stimuleren van ouderparticipatie bij ouders en team; Bouwoverleg GTO MR Zie strategisch beleidsplan Ondersteuning van Librijn

05

Personeelsbeleid

Hulpplan gedrag ontwikkelen Zie strategisch beleidsplan Gesprekkencyclus (Librijn)

Wie: Werkgroep SE GTO Zie strategisch beleidsplan

06

Leerlingopbrengsten

Individuele ontwikkelingslijn per leerling expliciteren in relatie tot de begeleiding in de groep en daarbuiten.

07

Techniek

08

Taalonderwijs

Organisatievorm ‘hoeken en groepen’ in als werkvorm in combinatie met de creatieve vakken. Institutionalisering tutor- en duolezen Institutionalisering nieuwe versie Taalactief Institutionalisering ‘Estafette’ (VTL) Implementatie Dyslexieprotocol Implementatie meetinstrument voor de midden- en bovenbouwgroepen

Zorgteam Studiedag Teamleden nog meer opbrengstgerichter laten opereren. Studiedag/bouwoverleg/GTO

01

09


Consequenties organisatie professionalisering middelen scholing collegiale consultatie begeleiding IB-er afspraken op directie-, bouw- en GTO-niveau

Begeleiding door vakgroep VTL zorgcommissie en directie Evaluatie 2x per jaar in bouw en GTO

Coördinatie aanpak smartboards Afspraken maken over beheer lesactiviteiten en vastlegging gegevens Oriëntatie op een nieuwe methode voor de groepen 5 t/m 8

Ict-er coördineert Scholing teamleden Directie faciliteert Werkgroep WO onderzoekt en brengt advies uit aan directie; Directie overlegt met MT en komt met voorstel naar GTO


Uitwerking plannen in overleg met de gemeente Rijswijk en de SRK. (zie jaarplan 2007-2008)

Overleg directie en onderbouwgroepen i.s.m. de ib’ers Zie strategisch beleidsplan

Zorgteam Digitale rapporten

In stand houden faciliteiten Evaluatie invoering 2007-2008

Overleg Librijn MT/GTO

10

Smartboards

11

Wereldoriëntatie

12

13 14


40

7.11

Het schoolontwikkelplan jaar 2009-2010

Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

01

Effectieve instructie Doelmatig klassenmanagement

Korte instructiemomenten (SG 3.7) Structurele aandacht voor instructietafel (SG 3.7)

02

Ouderbetrokkenheid Structurele aandacht voor ouderbetrokkenheid door samenwerking met MR en OR

03

De school weet eigen marktaandeel te behouden of te vergroten

Afspraken pr-werkgroep in praktijk brengen.


04

Zorg

Implementatie hulpplan gedrag Zie strategisch beleidsplan

Werkgroep SE GTO

05

Personeelsbeleid

Gesprekkencyclus (Librijn) (zie notitie Librijn: bijlage)


06

Techniek

Implementatie hoeken en groepen

Evaluatie bouwoverleg/GTO

07

Taalonderwijs

Institutionalisering tutor- en duolezen Institutionalisering nieuwe versie taalactief Institutionalisering ‘Estafette’ Implementatie Dyslexieprotocol

Begeleiding door vakgroep zorgcommissie en directie

08


Implementatie instrument voor de midden- en bovenbouwgroepen

Evaluatie 2x per jaar in bouw en GTO

09


Uitwerking plannen in overleg met de gemeente Rijswijk en de SRK)

Overleg directie en onderbouwgroepen i.s.m. de ib’ers Zie strategisch beleidsplan

10

Smartboards

Implementatie aanpak 2008-2009 Borging afspraken

11

Wereldoriëntatie

Implementatie nieuwe methode

12

Rekenen en Wiskunde

Oriëntatie op nieuwe methode

Geschoolde teamleden scholen nog onervaren teamleden Werkgroep begeleidt en evalueert voortgang Werkgroep WO onderzoekt en brengt advies uit aan directie; Directie overlegt met MT en komt met voorstel naar GTO

13

Zorgteam

In stand houden faciliteiten


Consequenties organisatie professionalisering middelen scholing collegiale consultatie begeleiding IB-er GTO MR OR

Overleg Librijn

41

In te vullen medio 2009-2010 Aan de hand van de evaluaties van de voorgaande jaren en de actualiteit zal het jaarplan ingevuld worden. 7.12

Het schoolontwikkelplan Jaar 2010-2011

Beleidsterrein

Verbeterdoel(en)

Consequenties organisatie professionalisering middelen

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10


42

Hoofdstuk 8 8.1

Beleids-/verbeterplannen

Meerjarenbeleid leeropbrengsten Steenvoordeschool

LEEROPBRENGSTEN

schooljaar 2007-2011

Doelstellingen: • De school hanteert voor alle toetsen de 80%-norm. Alle scores lager dan 80% zijn onvoldoende. Bij het bepalen van deze norm zullen kinderen, van wie bekend is dat ze dyslectisch zijn of een andere beperking hebben, niet meegerekend worden. De school verplicht zich om van deze kinderen op het vakgebied/vakgebieden een prognoseformulier in te vullen. Het inspectierapport van 21 maart 2006 gaf aan dat de tussen- en eindopbrengsten niet voldoende waren. De school heeft aangegeven dat door zwart/wit-meting van de inspectie geen rekening gehouden wordt met de zorgkinderen en dat de onvoldoende score door deze wijze van meten niet te voorkomen was. De beoordeling van de inspectie in juni 2007 was goed. In het kader van onze kwaliteitszorg wordt er jaarlijks structureel aandacht besteed aan de leeropbrengsten. Er worden twee keer per leerjaar vanaf groep 2 Cito-toetsen afgenomen:. Groep 2: Taal voor kleuters en Ordenen; Naast de Cito-toetsen worden ook vanaf groep 3 andere toetsen afgenomen: Groep 3: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Woordenschat. Groep 4: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Woordenschat (Woordenschat alleen voor leerlingen, die in groep 3 een D of E scoorden). Groep 5: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Leeswoordenschat. Groep 6: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Leeswoordenschat. Groep 7: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Leeswoordenschat. Groep 8: Leestempo en Leestechniek (te vergelijken met AVI); DMT; Begrijpend lezen; Rekenen en Wiskunde, Spelling en Leeswoordenschat. (1x per jaar) Twee keer per jaar worden de opbrengsten geëvalueerd in het zorgoverleg en in een teamvergadering. Als de 80%-norm niet wordt gehaald, wordt eerst met aanvullende toetsen gezocht naar de mogelijke oorzaak en vervolgens wordt er in de vorm van groeps- of individuele hulp ondersteuning gegeven aan leerlingen en/of groepsleerkrachten. De directie inventariseert samen met de intern begeleiders de opbrengsten na iedere toetsperiode. (zie toetskalender intranet) Van deze inventarisatie wordt per keer een rapportage opgesteld, die plenair met het team wordt besproken.


43

8.2

Technisch en begrijpend lezen

Leesonderwijs: lezen

technisch

en

begrijpend


Doelstellingen: • In de groepen 1 en 2 krijgen taalzwakke leerlingen extra woordenschatinstructie d.m.v. preteaching; • Groep 2-leerlingen beheersen aan het eind van het schooljaar minimaal de 15 afgesproken aangeboden letters; • Aan het eind van groep 3 zit iedere leerling minimaal op beheersniveau Avi 2; • Medio maart 2007 heeft het team een duidelijk beeld van een nieuw aan te schaffen methode voortgezet technisch lezen (VTL) vanaf groep 4; • Het niveaulezen levert te weinig rendement op. Vanaf april 2007 is daarom 2x per week met tutorlezen gestart worden in de groepen 3 en 4. a. Beginsituatie In groep 3 wordt de nieuwste versie Veilig Leren Lezen (VLL) gebruikt. Na groep 3 is er naast het Avi-lezen nog geen gestructureerde methode voortgezet technisch lezen. Bovendien krijgen de leerlingen, die Avi-9 beheersen geen doelgericht leesaanbod meer. De leerlingen tot en met groep 8 krijgen relatief te weinig ‘leesaandacht’. De opbrengsten van de Cito-toetsen Begrijpend lezen (PKO 21 maart 2006) waren niet voldoende. Ook de DMT scores zijn niet voldoende voor de groepen 3 t/m 8. Reden te meer om voor een gestructureerde aanpak te kiezen. activiteiten b. werkwijze

wie

In samenwerking met Onderwijs Advies wordt een traject ingezet, waarbij diverse methoden met elkaar zullen worden vergeleken.

tijdpad • • • •

Vakgroep Lezen Directie Intern begeleider Team

september 2006

Belangrijk is dat de methode niet een uitvoerige voorbereiding per dag vereist en dat differentiatiemogelijkheden voldoende aanwezig zijn. c. onderbouwing van gekozen werkwijze De keuze voor de invoering van een nieuwe methode VTL moet zo breed mogelijk in het team worden neergelegd. Een goede voorbereiding (werkgroep VTL) om met voorstellen naar het team te komen is een vereiste. Het zal op termijn de implementatie van de methode vergemakkelijken. De vakgroep bereidt in samenspraak met de begeleider van Onderwijs Advies de activiteiten voor op een aantal werkvergaderingen verspreid over het schooljaar, doch uiterlijk voor mei 2007. d. inzet instrumenten Literatuur (OA) Zichtzendingen van diverse methoden Vergelijkend onderzoek op websites e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

In mei 2007 wordt de balans van de bevindingen/onderzoek opgemaakt en zal worden gekozen voor een methode.

• • • •



44

Meerjarenbeleid Voortgezet Technisch Lezen (VTL) Leesonderwijs: lezen

technisch

en

begrijpend


Doelstellingen: • Met ingang van het schooljaar 2007-2008 wordt gestart met de implementatie van de VTLmethode Estafette. Voor groep 4 en 5 zullen er per leesniveau boeken worden besteld voor alle lezers. De goede lezers lezen zelfstandig hun boek uit. • DMT3, die in alle groepen wordt afgenomen, wordt door iedere leerling op minimaal CITO C gescoord; • Aan het eind van groep 3 zit iedere leerling minimaal op beheersniveau Avi 2; • Aan het eind van groep 4 beheersen de leerlingen minimaal Avi-5; • Aan het eind van groep 5 beheersen de leerlingen minimaal Avi-7; • In maart groep 6 beheersen de leerlingen minimaal Avi-9; • Tutor- en duolezen is in de implementatiefase; • In groep 3 wordt wekelijks minimaal 9 uur aan leesonderwijs besteed; • Vanaf groep 4 wordt wekelijks minimaal 3 uur aan (begrijpend)leesonderwijs besteed. • Vanaf groep 4 begint iedere groep elke dag met een leeskwartiertje; • In groep 4 en 5 wordt 2x per week 45 minuten met de nieuwe methode VTL gewerkt; • In groep 4 wordt 2x 30 minuten aan tutor- of duolezen besteed; • Alle ouders/verzorgers worden periodiek geïnformeerd over de structurele aanpak van het leesonderwijs. • De opbrengsten van het begrijpend leesonderwijs liggen voor minimaal 80% op C-niveau of hoger. • In het schooljaar 2007-2008 zal duolezen worden ingevoerd voor de gevorderde lezers vanaf groep 4. • Per week wordt aan de methode ‘Tekstverwerken’ minimaal een uur besteed; • Alle leerlingen vanaf groep 4 maken structureel leeskilometers door het lezen van boeken, die zij in de groep kunnen bespreken met hun leerkracht. Ook kunnen zij kiezen voor een klassikale bespreking. Hieronder volgt een overzicht welke afspraken er rond boekbesprekingen met de kinderen in de diverse groepen gemaakt worden: groep 4 : klassikaal - facultatief; groep 5 : individueel: vijf boeken verplicht lezen; deze boeken moeten alle vijf worden nabesproken met de leerkracht. (op jaarbasis); klassikaal: facultatief; groep 6 : individueel: vijf boeken verplicht met nabespreking; klassikaal: één boek (dit boek mag deel uitmaken van de zes verplichte boeken); groep 7 : individueel: zes boeken verplicht met nabespreking; ( 3 mondeling/ 3 schriftelijk) klassikaal: één boek (dit boek mag deel uitmaken van de zeven verplichte boeken); groep 8 : individueel: zeven boeken verplicht met nabespreking;(3 of 4 mondeling/ 3 of 4 schriftelijk) klassikaal: één boek. • • • •

Beginsituatie In het schooljaar 2006-2007 is een begin gemaakt met het tutorlezen in groep 3; Er is een nieuwe methode VTL gekozen (Estafette); In groep 4 wordt tot en met december nog niet met begrijpend lezen begonnen, om eerst nog het accent op het voortgezet technisch lezen te leggen;

b. werkwijze

activiteiten

wie

tijdpad

In dit schooljaar zullen naast de AVIen DMT-toetsen ook de toetsen ‘Leestechniek’ en ‘Leestempo’ van Cito afgenomen worden. Dit jaar wordt gezien als overgangsjaar. Studiedag 14 november 2007 1ste evaluatie VTL.

De leerlingen voeren zelf de toetsen uit op de computer.

Vanaf 2007-2008


45

c. onderbouwing van gekozen werkwijze Voor deze werkwijze is gekozen om de resultaten zo hoog mogelijk te krijgen. d. inzet instrumenten • AVI-toets • Leestechniek • Leestempo • DMT • Methode VTL • Methode Tekstverwerken • Herfst-, winter-, lente en eind signalering van VLL; e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

• • • • • •

Trendanalyse CITO LVS; Groepsoverzichten; Parallelgroepoverleg; Bouwoverleg; Leerling-rapporten (vaardigheidsscores) Evaluatievergadering (2x per jaar)

Leesonderwijs: technisch en begrijpend lezen

• • • •



Doelstellingen De doelen realiseren, zoals beschreven in de schooljaren 2006-2008. Aan de hand van de evaluaties in november, maart en juni wordt de werkwijze aangepast. activiteiten

wie

tijdpad

• Vakgroep Lezen • Directie • Intern begeleider • Team b. onderbouwing van gekozen werkwijze, wanneer deze anders is dan in de voorgaande jaren. a. werkwijze

Nader in te vullen in het jaarplan 2008-2009 afhankelijk van de evaluaties.


46

8. 3

Verbeterplan Techniek schooljaar 2007-2008

Doelstelling: Het vak techniek integreren in ons onderwijs. Belangrijk hierbij is, dat leerlingen oplossingen voor technische problemen leren ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. (Kerndoel) a. Beginsituatie: Het werken met het ontdekkasteel verloopt niet naar wens. Het aanbod van de ontdekkasteelmaterialen is te eenzijdig en biedt te weinig’ technische’ onderbouwing. Ook de bijbehorende werkvormen zijn niet bevredigend. activiteiten b. werkwijze

wie

Enquête onder het team Bezoek studiedag Vonk in Nieuwegein

tijdpad • • •

Werkgroep Directie Team

September 2007 November 2007 Voor eind april 2008

Zoeken naar een werkvorm waarbij techniek als vak integraal kan worden behandeld in het onderwijsaanbod. Te denken valt hierbij aan een pakket van techniek, handvaardigheid en tekenen, aangevuld met opdrachten zelfstandig werken ondergebracht in een hoeken en groepen. Studenten voortgezet onderwijs inzetten

•

Werkgroep

Herfst-voorjaar

Organiseren excursies naar bijv. Nemo, Techniekmuseum, enz.

•

Werkgroep

Voorjaar 2008

c. onderbouwing van gekozen werkwijze De keuze voor de invoering van een nieuwe aanpak Techniekonderwijs moet zo breed mogelijk in het team worden neergelegd. Een goede voorbereiding (werkgroep) om met voorstellen naar het team te komen is een vereiste. Het zal op termijn de implementatie van de aanpak vergemakkelijken. De vakgroep bereidt in samenspraak met de directie de activiteiten voor op een aantal werkvergaderingen verspreid over het schooljaar, doch uiterlijk voor eind april 2008. d. inzet instrumenten De werkgroep schaft nieuwe materialen aan, die geschikt zijn om er binnen hoeken en groepen zelfstandig mee te werken. e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

In mei 2008 wordt de balans van de bevindingen/onderzoek opgemaakt en zal worden gekozen voor een nieuwe organisatievorm.

• • •



47

Projectjaar 1 schooljaar 2008-2009

Techniekonderwijs

Doelstellingen: Implementatie van de voorgestane werkwijze. (teamafspraak mei 2008) •

Beginsituatie: zie 2007-2008

b. werkwijze

activiteiten

wie

tijdpad

Iedere groepen vanaf groep 4 werkt wekelijks met het hoeken en groepen model waarin in ieder geval de vakken techniek, handvaardigheid en tekenen integraal zijn opgenomen

Teamleden

Vanaf 2008-2009

Bedrijfsbezoeken: deze leiden tot een beter inzicht in technische beroepen en draagt bij aan een positieve attitude.

Werkgroep Leerlingen vanaf groep 7

Samenwerking met voortgezet onderwijs.

Werkgroep

Deelname Techniektoernooi c. onderbouwing van gekozen werkwijze Voor deze werkwijze is gekozen om alle leergebieden voldoende uit de verf te laten komen. Bovendien impliceert deze aanpak een tijdsbesparing binnen het toch al krappe weeklesrooster. d. inzet instrumenten: zie 2007-2008 e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

• • •

Evaluatie in januari en juni 2009


Projectjaar 1 schooljaar 2009-2011

Techniekonderwijs Doelstellingen

De doelen realiseren, zoals beschreven in de schooljaren 2006-2008. Door middel van sponsoring de financiering m.b.t. techniek waarborgen

activiteiten a. werkwijze

wie

Onderzoeken welke mogelijkheden voor sponsoring haalbaar zijn.

tijdpad • •

Werkgroep Directie

Uiterlijk voor december 2009

b. onderbouwing van gekozen werkwijze, wanneer deze anders is dan in de voorgaande jaren


48

8. 4

Verbeterplan Sociaal-emotionele ontwikkeling schooljaar 2006-2007

Doelstellingen: In kaart brengen van de sociaal-emotionele situatie waarin onze leerlingen zich bevinden met behulp van een instrument. Aan de hand van de uitkomsten in relatie tot de leeropbrengsten actief beleid voeren m.b.t. gedepriveerde leerlingen. Meer structuur in de se-klassenregels aanbrengen. Deze klassenregels zijn gerelateerd aan de schoolregels. (Schoolgids) a. Beginsituatie: Er is nog geen se-volginstrument in gebruik activiteiten b. werkwijze

wie

Cito Viseon WSNS – SE-volgsysteem

tijdpad • • •


Voor eind juni 2007 moet een besluit genomen zijn

c. onderbouwing van gekozen werkwijze De keuze voor de invoering van een nieuw volginstrument moet zo breed mogelijk in het team worden neergelegd. Een goede voorbereiding (werkgroep) om met voorstellen naar het team te komen is een vereiste. Het zal op termijn de implementatie van het instrument vergemakkelijken. De vakgroep bereidt in samenspraak met de directie de activiteiten voor op een aantal werkvergaderingen verspreid over het schooljaar, doch uiterlijk voor mei 2007. d. inzet instrumenten Steenvoordeschool SE-volgsysteem 1-4 e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

In mei 2007 wordt de balans van de bevindingen opgemaakt en zal worden gekozen voor een methode.

• • •


schooljaar 2007-2008 Sociaal-emotionele vorming Doelstellingen: In kaart brengen van de sociaal-emotionele situatie waarin onze leerlingen zich bevinden aan de hand van een instrument. Aan de hand van de uitkomsten in relatie tot de overige leeropbrengsten actief beleid voeren m.b.t. gedepriveerde leerlingen. Meer structuur in de se-klassenregels aanbrengen. Deze klassenregels zijn gerelateerd aan de schoolregels. (Schoolgids) • •

Beginsituatie: Er is een se-instrument voor de groepen 1 -4, maar nog niet voor de overige groepen. De se-vakgroep oriënteert zich op een instrument voor de groepen 5 t/m 8.


49

b. werkwijze

activiteiten

wie

tijdpad

Bestuderen Pravoo Advies inwinnen bij OA

Vakgroep Directie

november 20072008

M.b.t. de regels: elementen Kanjertraining benutten. Voorlichting aan team in GTO

Vakgroep

Maken keuze instrument

Team+vakgroep/directie

Uiterlijk juni 2008

c. onderbouwing van gekozen werkwijze Draagvlak in het team m.b.t. een instrument draagt ertoe bij dat leerkrachten het instrument inzetten waar het voor is bedoeld. d. inzet instrumenten: 2 x per jaar wordt het instrument ingezet. e. wijze van vaststellen of beoogde doelen bereikt zijn

Tijdens evaluatiebijeenkomsten zal vastgesteld worden of het instrument voldoen

Sociaal-emotionele vorming

• • •


februari 2008 juni 2008


Doelstellingen: Implementatie van de gekozen volginstrumenten. Aan de hand van de uitkomsten in relatie tot de overige leeropbrengsten actief beleid voeren m.b.t. gedepriveerde leerlingen. Meer structuur in de se-klassenregels aanbrengen. Deze klassenregels zijn gerelateerd aan de schoolregels. (Schoolgids) activiteiten

wie

tijdpad

• Werkgroep • Directie • Intern begeleider • Team b. onderbouwing van gekozen werkwijze, wanneer deze anders is dan in de voorgaande jaren Draagvlak in het team m.b.t. de instrumenten draagt ertoe bij dat leerkrachten de instrumenten inzetten waar zij voor bedoeld zijn. a. werkwijze

Toepassen instrumenten Besprekingen op bouwniveau Evaluatie 2x per jaar


50

Hoofdstuk 9 9.1 ABB ARBO Cfi Cito IB’er DMT DLE GMR GTO Havo ICT IST LVS LWOO MR Nio NT2 Pab PAB PDCA PKO POP PR RT’er SBD OA OLP VMBO VTL VO VVE VWO Wet Bio WMK WSNS

Begrippenlijst

Verklaring begrippen : algemeen beleid en bestuur : arbeidsomstandigheden : financieel agentschap van het ministerie van onderwijs : centraal instituut toetsontwikkeling : intern begeleider : drie minutentoets : didactische leeftijd equivalent : gemeenschappelijke medezeggenschapsraad : gemeenschappelijk teamoverleg : hoger algemeen vormend onderwijs : informatie computer technologie : integraal school toezicht : leerlingvolgsysteem : leerwegondersteunend : medezeggenschapsraad : Nederlands intelligentie onderzoek : Nederlands als tweede taal : personeel en arbeidsmarkt : preambulante begeleider : plan-do-check-act : periodiek kwaliteitsonderzoek : persoonlijk ontwikkelingsplan : public relations : remedial teacher : schoolbegeleidingsdienst : Onderwijs Advies (onderwijsbegeleidingsdienst) : Onderwijsleerpakket : voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs : voortgezet technisch lezen : voortgezet onderwijs : voorvroegse en voorschoolse educatie : voorbereidend wetenschappelijk onderwijs : Wet op de Beroepen in het Onderwijs : werken met kwaliteitskaarten : Weer samen naar school


51

Hoofdstuk 10 10.1

Jaar

Wat olp

ict 2008

Bijlagen

Meerjareninvesteringsbegroting

Omschrijving 1 Leesboeken groepen 3 2

1

aanschafprijs € 1.000,00

olp

€

-

4

€

-

5

€

-

€ € 4.500,00 € 4.000,00 € 1.200,00

-

€

-

€ € 3.000,00

-

2

€

-

3

€

-

4

€ € 13.700,00

-

6 1 smartboard no 4 2 computers 3 monitors

1 8 8

€ 4.500,00 € 500,00 € 150,00

5 1 meubilair

1

Wereldoriëntatie 1 groepen 5 en 6 Rekenen en wiskunde 2 groepen 3

€ 3.000,00

1

€ 18.000,00

€ 18.000,00

1

€ 4.000,00

€

2009

€

-

4

€

-

5

€

-

€ 125,00

450,00 800,00 240,00

€

450,00

€ 1.040,00

150,00 € 150,00

1.765,00

-

€ 500,00 € € € € -

€ 2.750,00

1 smartboard no5+no6

2

€ 4.500,00

€

9.000,00

€ 900,00

€ 900,00

2 vervanging server

1

€ 4.250,00

€

4.250,00

€ 850,00 € € € -

€ 850,00

€ 225,00 € € € -

€ 225,00

3

€

-

4

€

-

5 meu.

4.000,00

€

€ € € € € € € € € € € € € €

Totaal

€ 2.250,00

3

6 ict

afschrijvingslast € 125,00

3

4

meu.

aanschaf totaal € 1.000,00

1 meubilair

€ 1

€ 4.500,00

€

4.500,00

2

€

-

3

€

-

4

€

-

€

39.750,00


€ 4.725,00

52

olp

Rekenen en wiskunde 1 groepen 4 2 Spellingmethode groepen 4 Wereldoriëntatie 3 groepen 7 en 8

ict 2010

meu.

olp

ict

€ 4.000,00

€

4.000,00

€

500,00

1

€ 1.500,00

€

1.500,00

€

187,50

1

€18.000,00

€ 18.000,00

4

€

-

5

€

-

6

€

-

2

€ 4.500,00

€

9.000,00

€ 900,00

2 computers

8

€ 500,00

€

4.000,00

€ 800,00

3 monitors

8

€

€

1.200,00

€ 240,00 € € -

150,00

4

€

-

5

€

-

1 meubilair

1

€ 4.500,00

€

4.500,00

2

€

-

3

€

-

4

€ €

42.200,00

-

€ 225,00 € € € € 5.102,50

Rekenen en wiskunde 1 groepen 5

1

€ 4.000,00

€

4.000,00

2 Spellingmethode groepen 5

1

€ 1.500,00

€

1.500,00

€ 187,50

3 Extra server

1

€ 4.250,00

€

4.250,00

€ 531,25 € € € -

€

-

5

€

-

6

€

-


2 10

€ 1.040,00

€ 225,00

€ 1.218,75

€ 4.500,00

€

9.000,00

€ 900,00

€ 900,00

€

5.000,00

€ 1.000,00 € € € -

€ 1.000,00

500,00

€

-

4

€

-

€ 1

€ 900,00

€

3

1 meubilair

€ 2.937,50

€ 500,00

4

5 meu.

€ 2.250,00 € € € -


2 computers

2011

1

€ 4.500,00

€

4.500,00

2

€

-

3

€

-

4

€ €

28.250,00


€ 225,00 € € € € 3.343,75

€ 225,00

53

olp

Rekenen en wiskunde 1 groepen 6

1

€ 4.000,00

1

€ 1.500,00

1

€ 4.000,00

1 smartboard no11

1

€ 4.500,00

2 computers

0

€

2 Spellingmethode groepen 6 Begrijpend lezen 3 groepen 4 en 5 4 5 6 ict 2012

500,00

3 4 5 meu.

1 meubilair

1

€ 4.500,00

2 3 4

olp

Rekenen en wiskunde 1 groepen 7 2 Spellingmethode groepen 7 Begrijpend lezen 3 groepen 6 en 7

1

€ 4.000,00

1

€ 1.500,00

1

€ 4.000,00

4 5 6 ict 2013

€ 500,00 € 187,50 € 500,00 € € € -

€ 1.187,50

€ 450,00 € € € € € 225,00 € € € € 1.862,50 € 500,00 € 187,50 € 500,00 € € € -

€ 450,00

1 computers

10

€ 500,00

€ 5.000,00

€

1.000,00

2 monitors

10

€ 150,00

€ 1.500,00 € € € -

€ € € € -

300,00

€ 4.500,00 € € € € 20.500,00

€ 225,00 € € € € 2.712,50

3 4 5 meu.

€ 4.000,00 € 1.500,00 € 4.000,00 € € € € 4.500,00 € € € € € 4.500,00 € € € € 18.500,00 € 4.000,00 € 1.500,00 € 4.000,00 € € € -

1 meubilair 2 3 4

1

€ 4.500,00


€ -

€ 225,00

€ 1.187,50

€ 1.000,00

€ 300,00

€ 225,00

54

olp

1 Spellingmethode groepen 8

1

€

1.500,00

€ 1.500,00

€ 187,50

2 Begrijpend lezen groepen 8 Rekenen en wiskunde 3 groepen 8

1

€

1.500,00

€ 1.500,00

€ 187,50

1

€

4.000,00

0

€

500,00

€ 4.000,00 € € € € -

€ 500,00 € € € € -

10

€

150,00

€ 1.500,00 € € € -

€ 300,00 € € € -

€ 4.500,00 € € € € 13.000,00

€ 225,00 € € € € 1.400,00

4 5 6 ict

1 computers 2 monitors

2014

3 4 5 meu.

1 meubilair 2 3 4

1

€

4.500,00


€ 875,00

€ -

€ 300,00

€ 225,00

55

Steenvoordeschool Schoolplan

Recommend Documents