Staten-Generaal van de Media Actuele en toekomstige uitdagingen voor de Vlaamse mediasector Wanneer: donderdag 19 maart 2009 van 14.45 tot 16.30 uur Waar: Radisson SAS Astrid Hotel Antwerpen
Sessie 1: rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf VERSLAG / RAPPORTERING
Voorzitter: Jan Segers, journalist Het Laatste Nieuws Rapporteur: Ides Debruyne, directeur Fonds Pascal Decroos Panel: Siegfried Bracke, hoofdredacteur VRT-nieuws Hans De Ridder, adj.-hoofdredacteur Het Laatste Nieuws Paul Goossens, journalist/Europa-expert Marleen Teugels, lector Arteveldehogeschool Gent Johan Van Cutsem, persfotograaf Luc Vanheerentals, journalist Lode Verschingel, vakbondssecretaris ACV/LBC Geert Steurbaut, Corelio Thema: Burnout in de Vlaamse Pers
Marleen Teugels
Sessie 1 werd ingeleid door Marleen Teugels die een korte toelichting geeft bij het onderzoek ‘Burnout in de Vlaamse pers’ dat ze in februari 2009 publiceerde. Deze studie werd uitgevoerd aan de Arteveldehogeschool (werkten verder mee: Hans De Witte, Elke Van Hoof en Marleen Teugels). Eerst ging Marleen in op wat burnout is. De typische verschijnselen zijn uitputting, cynisme en gevoel van verminderde professionele bekwaamheid (het gevoel dat je je werk meer niet goed kunt uitvoeren. Resultaten: 69% heeft geen burnout, 21% heeft een verhoogd risico en 10% heeft een klinische burnout (maar weet het in vele gevallen zelf niet). Marleen merkt op dat absenteïsme bij journalisten nauwelijks bestaat. Wel worden journalisten ziek.
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
1/12
De situatie blijkt ernstig als je dit vergelijkt met andere beroepsgroepen (de journalisten staan op de 6e plaats). Er zijn ook veel bevlogen mensen op redacties. En die zijn gevoeliger voor stress. Een gemiddelde werkweek bestaat uit 48,46 uur, 18% werkt vaak ’s avonds, 65% zegt thuis geïrriteerd te zijn ten gevolge van het werk. In 62,5% van de redacties is er geen stressbeleid Bij 60% wordt er een nood aan bijscholing vastgesteld, 74% volgt geen bijscholing en 14% zegt niet te beschikken over geld om bijscholing te volgen, 80% betaalt zelf de kosten voor de bijscholing. Eindredacteurs zijn meer uitgeput en over het algemeen cynischer dan de collegae. Kunnen we burnout voorspellen? Ja is het antwoord, indicatoren zijn uitputting, persoonlijke bekwaamheid, cynisme. Er zijn correlaties tussen burnout en gebrek aan variatie op het werk, geen steun van de leidinggevenden, geen feedback. Marleen Teugels geeft hierbij enkele adviezen mee: - werkdruk moet verminderen - 4 dagenweek - introductie van een anti-stressbeleid - respecteren van werktijden - mogelijkheid om te recupereren - meer bijscholing - training tegen burnout - Tip: good practice: in Denemarken wordt 1 week bijscholing (afdwingbaar tov van de werkgever) door de overheid gefinancierd Thema/vraag: werken we nu harder dan vroeger?
Jan Segers
Siegfried Bracke: “We werken inderdaad nu twee keer zo hard als 20 jaar geleden. Moesten we wel werken?! Het was er ook aan te zien. De producten zijn beter gemaakt. En het belet niet dat er vroeger ook mensen met een burnout rondliepen.” Paul Goossens: “Tegenover vroeger is de snelheid (digitaal, etc....) aanzienlijk versneld. Een aantal journalistieke vaardigheden krijgen nu geen kans meer. Vroeger maakten mensen tijd om zodat je een deftig interview kon afnemen. En je kreeg tijd op de redactie om je stuk te maken. Nu wordt dit als een pure luxe beschouwd.
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
2/12
Toen ik bij De Morgen hoofdredacteur was, werkten we er met slechts 27 mensen. Daar heb ik inderdaad mensen zien verbranden. Er was geen duurzaam beleid. Een burnout is een signaal voor de redactie. Moet een duurzaam beleid geïnstalleerd worden? Ik denk het wel. Meer controle op dumpingtarieven én een redactiestatuut. Ik zie vooral een keerpunt in 1989. VTM werd toen opgericht. De Vlaamse overheid heeft zich gaan focussen op het audiovisuele. En de invloed van de markt is vanaf dan spectaculair toegenomen. Er moet een evenwicht zijn tussen de uitgever en de redactie. Er zijn teveel accidenten. De reden daarvan ligt in het gebrek aan een solide redactiestatuut. En vooral moet daarin de benoeming van de hoofdredacteur worden geregeld. De redactie is essentieel voor de bewaking van de identiteit. Dit beschikken daarvoor over onvoldoende middelen. Ik heb het dan niet over een syndicale activiteit maar wel over het evenwicht bewaren tussen de uitgever en de redactie. Voor alle duidelijkheid, de uitgevers doen een voorstel wat betreft de hoofdredacteur, maar de redactie heeft een vetorecht hiertegen.” Geert Steurbaut: “ik onderschrijf de stelling van Paul volledig. Er moet een scheidingsmuur worden gezet tussen de commerciële en de redactionele. Ik pleit niet voor een redactiestatuut, wel voor deontologische zelfregulering van de autonome redactie zoals dit bij Corelio is geregeld met een VZW en effectief ook werkt. Een redactiestatuut juridisch wettelijk afdwingen zal de zaak niet verbeteren. Iedereen moet de vrijheid hebben zijn eigen systeem op te zetten. Dit is het beste. Een code voor de journalist van de Raad voor Journalistiek kan wel helpen.”
Thema/vraag:
“Wat is de positie van de hoofdredacteurs in deze? Langs welke kant staan die?” Jan Segers
Hans De Ridder: “Ik ben geen voorstander van een redactiestatuut waarbij journalisten hun eigen hoofdredacteur voorstellen. De redacties moeten niet beslissen wie aan het hoofd komt. Een hoofdredacteur moet immers kunnen werken met de uitgever.” Siegfried Bracke: “De hoofdredacteur heeft een brugfunctie tussen directie en redactie. De hoofdredacteur is per definitie iemand van de redactie. Het is niet moeilijk om als buffer te fungeren ten aanzien van de redactie. Bij de VRT is er wekelijks overleg met de directie. Er wordt naar geluisterd. En de VRT heeft een redactiestatuut. De redactieraad wordt bij de benoeming van de hoofdredacteur gehoord, maar hebben geen vetorecht. Een voetbalploeg kiest toch ook niet zelf
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
3/12
zijn trainer?! Ik moet toegeven dat dit in een niet-commerciële omgeving iets makkelijker is.” Hans De Ridder: “Voor alle duidelijkheid: de hoofdredacteur is geen vazal van de commercielen. Er is uiteraard intens overleg. Trouwens, hoofdredacteurs zeggen om de haverklap neen tegen hun directie! Daar wordt wel degelijk gevolg aan gegeven.” Thema/vraag:
“Staat de individuele journalist meer alleen dan vroeger?” Jan Segers
Lode Verschingel: “Dat klopt. Een betonnen redactiestatuut kan alleen maar werken met een betonnen sociaal statuut. Trouwens, de eisenbundel van de vakbond spoort perfect met het onderzoek van Marleen Teugels. De journalist is meer dan ooit een generalist en overal inzetbaar. In 1989 heeft men voor de audiovisuele sector een aantal lijnen uitgezet. Maar nu blijkt dat de mensen in de audiovisuele sector alles moeten doen (opname, montage, ...). De evolutie is compleet doorgeslagen. Er is veel te veel werkdruk, er moet veelal ’s avonds worden gewerkt. Daarom dat de 4dagenweek een methode kan zijn (zie VMMA die de 4dagenweek met succes invoerde). Er is contractuele onzekerheid en dit verhoogt de druk nog meer en maakt de afhankelijkheid zwaarder. En dit heeft effectief impact op de kwaliteit van het product. Ik pleit eerst voor een sociaal statuut en dan pas een redactiestatuut. Paritaire comités kunnen hiervoor worden ingezet om dit sociaal statuut uit te werken.” Thema/vraag: druk?”
“Komen door de ontslagen ook de freelancers onder Jan Segers
Johan Van Cutsem: “De persfotograaf is een bedreigde diersoort. Er zijn nog 167 erkende persfotografen. Voor Corelio zijn die overbodig geworden. Een beperkt aantal is in het systeem gestapt, wat betekent dat je mag blijven maar je foto’s worden vergoed tegen de helft van de prijs. Dit betekent 16 euro per foto. En daar is geen kilometervergoeding in begrepen. Bij De Morgen worden de professionele fotografen enkel nog ingezet voor de weekendbijlagen. Het Laatste Nieuws kent een dumpingtarief van 12 euro per foto. De fotografen hebben geen rechten maar wel veel plichten. Als de bestelde fotografen niet worden gepubliceerd, dan krijg je er een aalmoes voor. De persfotografen moeten die permanente besparingen lijdzaam ondergaan. Trouwens mag zonder meer te betalen de foto’s meermaals gebruiken. De fotografen krijgen constant te horen dat hun job overbodig wordt. Dit is de vernedering ten top.
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
4/12
Investeren in productieverbetering betekent niet het distribueren van digitale fototoestellen aan de regionale redacteurs.” Luc Vanheerentals: Luc Vanheerentals maakt een samenvatting van een onderzoek over het redactiestatuut dat in De Journalist is gepubliceerd. Hieronder geef ik het volledige artikel (in twee delen in De Journalist gepubiceerd): INSPRAAK VAN JOURNALISTEN? (1) De mate van inspraak van journalisten in redactionele aangelegenheden verschilt in de Vlaamse mediabedrijven enorm, zo blijkt uit een rondvraag bij de redacties. De Morgen, de VRT en De Tijd zijn de enige drie waar de verhouding tussen directie, hoofdredactie en de journalisten, verenigd in een redactieraad, geregeld is door een redactiestatuut. Het persagentschap Belga kent enkel een redactieraad en bij Concentra zetelen de directie, hoofdredactie en afgevaardigden van de journalisten samen in het Comité K (K staat voor knelpunten). Bij De Standaard en Het Laatste Nieuws overleggen de drie partijen af en toe in het kader van een stichting die lang geleden opgericht werd om de ideologische lijn van de krant te bewaken. Helemaal niets is er voorzien bij VTM en Knack. Over de puur sociale kwesties is er natuurlijk steeds overleg tussen directie en vakbondsafgevaardigden binnen of buiten de respectievelijke ondernemingsraden. In ons overzicht over de inspraak van journalisten komen eerst de drie mediabedrijven met een redactiestatuut aan bod. DE MORGEN Het eerste redactiestatuut in Vlaanderen kwam in 1990 tot stand bij De Morgen. De tekst stipuleert dat de redactie haar informatieverwervende en –verstrekkende taak moet kunnen uitvoeren zonder rechtstreekse of onrechtstreekse beïnvloeding door wie dan ook. De redactieraad bestaat uit 7 leden die tweejaarlijks verkozen wordt. De directie moet voorafgaandelijk overleg plegen met de raad over beslissingen zoals benoeming, ontslag of positiewijziging van een hoofdredacteur, wijziging van karakter en/of verschijningsvorm van de krant en het aangaan van samenwerkingsverbanden of structuurwijzigingen die van belang zijn voor taak en functie van de redactie. Voor de aanwerving van een hoofdredacteur beschikt de raad over een voordrachtrecht. De hoofdredactie moet overleggen over belangrijke beslissingen in verband met de journalistieke productie. De raad heeft ook het recht advies of bezwaar uit te brengen bij aanwervingen of ontslagen van journalisten. Journalisten kunnen in conflictsituaties vragen gehoord te worden door de redactieraad. Zowel Georges Timmerman, die de afgelopen 2 jaar voorzitter was van de redactieraad, als Bert Bultinck die hem twee maanden terug opvolgde zijn best tevreden over de werking van de raad. “We hebben goed gewerkt en ook dingen kunnen realiseren. We zijn natuurlijk slechts een adviesorgaan”, aldus Timmerman. De redactieraad wordt volgens Bultinck door de journalisten van De Morgen erkend als hun vertegenwoordiger ten aanzien van de hoofdredactie en directie waardoor het in staat is een belangrijke rol te spelen. “Bij momenten worden wij dagelijks aangesproken door journalisten. Wij fungeren als doorgeefluik van hun verzuchtingen en trachten tevens zo goed mogelijk hun rechten te verdedigen. We slagen daar ook redelijk in. Het bestaan van een redactieraad geeft de journalisten vanzelfsprekend een sterke positie bij onderhandelingen”, aldus Bultinck. Momenteel speelt de redactieraad bij De Morgen een belangrijke rol in de bundeling van het protest bij de journalisten tegen de geplande verhuizing van De Morgen naar de gebouwen van de Persgroep Publishing (DPP) in Kobbegem. Onder impuls van de redactieraad ondertekende recent de grote meerderheid van de journalisten een petitie tegen deze verhuis omdat gevreesd wordt dat hierdoor de onafhankelijkheid van de krant in het gedrang zal komen. De journalisten van De Morgen vrezen met name dat de verhuis de aanzet wordt voor nieuwe synergieën na de sport (met HLN) en de Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
5/12
economische berichtgeving (met De Tijd). De redactieraad houdt zich overigens principieel echter alleen maar bezig met zaken die rechtstreekse invloed hebben op de redactionele werking en laat het louter sociale over aan de vakbonden. Artikel 43 van het redactiestatuut stipuleert overigens “dat de raad niet in de bevoegdheden treedt die krachtens de CAO voor journalisten behoren tot die van de ondernemingsraad of het Comité voor Veiligheid. “Niet alleen de redactieraad, maar ook het bestaan van een redactiestatuut is voor ons zeer nuttig omdat dit zeer helder de relaties tussen de redactie enerzijds en de hoofdredactie en directie anderzijds op punt stelt. Dit vergemakkelijkt de interne werking in het bedrijf evenals het overleg tussen deze instanties omdat heel duidelijk op papier staat wat kan en niet kan. Het redactiestatuut vormt in de praktijk het kader voor elk gesprek dat wij hebben met de hoofdredactie en directie. Die statuten worden in de praktijk ook zeer goed nageleefd”, aldus Bert Bultinck.
VRT Het redactiestatuut bij de VRT heeft tot doel “een omgeving te scheppen waarbinnen journalisten professioneel en met eerbied voor de deontologische code, hun taak kunnen uitoefenen met de gangbare waarborgen voor het redactioneel onafhankelijk opereren van commerciële, politieke, particuliere en groepsbelangen”. Het voorziet ook in de nodige procedures als journalisten dergelijke interne of externe druk ervaren. De redactieraad telt thans 12 verkozen journalisten. Ook de sport- en regioredacties, cameraploegen en de deontologische adviesraad zijn vertegenwoordigd. De raad adviseert de hoofdredactie over ontwikkeling en uitvoering van de hoofdlijnen van het redactioneel beleid binnen de nieuwsdienst. De hoofdredacteurs moeten de raad informeren en raadplegen over voornemens op dat vlak. De raad kan ook het vertrouwen in een hoofdredacteur opzeggen. Vooraleer de directie een hoofdredacteur benoemt of ontslaat moet de redactie gehoord worden. Eindredacteur radionieuws Mark Lamot is momenteel voorzitter van de redactieraad. “We proberen door een goed contact met ‘de vloer’ de vinger aan de pols te houden om hetgeen leeft onder de journalisten aan bod te kunnen brengen. Zo hebben we hen in mei in een grote enquête over alle aspecten van de redactionele werking bevraagd. Hierbij kwam onder meer duidelijke kritiek op de hoge werkdruk naar voren. Een ander thema dat de afgelopen maanden in de raad aan bod kwam is het omstreden evaluatiesysteem. Naar aanleiding van het feit dat men vooral vanuit lagere echelons mensen wou laten doorstromen naar de job van journalist hebben we aangedrongen dat men verder ook competente mensen van buitenaf zou blijven recruteren. In de raad hadden we het de afgelopen maanden ook over zaken gehad zoals de slecht afgestelde klimaatregeling…”. Lamot is redelijk tevreden over het resultaat van de werking van de raad. “Wij krijgen echt wel de mogelijkheid om onze visie naar voor te brengen. Wat de evaluaties betreft heeft men beloofd het op een andere manier te gaan aanpakken, maar we weten nog niet hoe. Fout was natuurlijk dat VRTtopman Dirk Wouters na het ontslag van Jos Bouveroux op de redactieraad is komen meedelen wie de nieuwe hoofdredacteur zou worden. Dat is natuurlijk kennis geven en geen inspraak. Ook hiervoor heeft men een nieuwe procedure beloofd. Wat de werkdruk betreft hebben we nog maar weinig resultaat gezien”. Wat dit laatste betreft komt de redactieraad overigens in het vaarwater van de vakbonden. “We proberen dat te vermijden en hebben regelmatig overleg met hen”. Enkele dagen terug voerden de vakbonden overigens nog een prikactie om het personeelstekort aan te klagen op de afdeling van de cameramensen en beeldmengers. Het redactiestatuut is voor Lamot zeer nuttig. “Alle beslissingen die de raad neemt worden steeds opnieuw getoetst aan dit statuut. Dat het zijn nut heeft blijft ook bijvoorbeeld uit het feit dat er de jongste jaren geen enkele procedure meer geweest is over ongewenste druk”, aldus Lamot. DE TIJD Ook De Tijd heeft sinds enkele jaren een redactiestatuut. Bedoelingen is onder meer “het scheppen van de noodzakelijke waarborgen en een omgeving die het de redactie mogelijk maken journalistiek te beoefenen op een gedegen en zorgvuldige wijze en dit in alle onafhankelijkheid van commerciële, Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
6/12
politieke, particuliere en groepsbelangen”. De uitgever pleegt op voorhand overleg met de redactieraad over het ontslag en benoeming van de hoofdredacteur en over “plannen tot reorganisatie, fusie, verkoop, gehele of gedeeltelijke vervreemding of vereffening van het uitgeversbedrijf, de krant, de redactionele bijlage of website”. De hoofdredacteur moet de raad informeren over alle essentiële redactionele aangelegenheden en overleggen over zaken zoals wijziging van deadlines, naamsverandering en ingrijpende wijzigingen in het formaat, medium of inhoudelijke lijn van de krant en in gevallen “waarin de identiteit van De Tijd wijzigt of kan wijzigen of de onafhankelijkheid van de redactie in gedrang komt of kan komen”. “We vergaderen maandelijks een keer met de directie en hoofdredactie over alle mogelijke redactionele thema’s. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan over de scheidingslijn tussen redactie en de marketingafdeling. We hebben bijvoorbeeld ook gesprekken gehad naar aanleiding van het samenwerkingsproject met De Morgen over de financiële berichtgeving. Binnen de redactie zijn wij het aanspreekpunt voor al dit soort thema’s. Na een klacht volgt ook steeds snel overleg. De verhouding met de vakbonden is goed. Wij hebben geen ambitie om ons op hun terrein te begeven. Met een thema als werkdruk houden we ons enkel bezig als dit impact heeft op de kwaliteit van het redactionele werk. Over gezamenlijke bekommernissen wordt met de vakbonden overlegd”, aldus raadsvoorzitter Lars Bové. Bové is tevreden over de wijze waarop het er in de praktijk aan toegaat. “Op dit ogenblik wordt echt heel openlijk met ons gediscussieerd. Tot dusver is er nog nooit een probleem geweest waarover niet kon gepraat worden of waarvoor geen oplossing gevonden werd. Voorwaarde om resultaten te bereiken is wel dat er aan beide zijden een constructieve houding bestaat en men niet met getrokken messen tegenover elkaar staat”, aldus Bové. Ook hij vindt het redactiestatuut een zeer nuttig instrument. “In de praktijk moeten we het slechts zelden inroepen. Bij de aanduiding van de nieuwe hoofdredacteur bijvoorbeeld hebben we op basis van het statuut kunnen eisen dat ook wij een advies mochten geven. De procedure werd toen gevolgd”.
INSPRAAK VAN JOURNALISTEN? (2) In de vorige Journalist brachten we het verhaal over het redactiestatuut en de redactieraad op de redacties van De Morgen, de VRT en de Tijd. Het bestaan van een dergelijke raad en zeker van het redactiestatuut werd er telkens als iets zeer positiefs ervaren. Minder groot was het enthousiasme over de resultaten van het overleg met hoofdredactie en directie. Hoe zit het op de andere redacties? Bestaat er elders een of andere formele vorm van inspraak van de journalisten in redactionele kwesties of worden deze zaken eerder informeel besproken met hoofdredactie en directie of via de redactie- of vakbondsafgevaardigden als tussenpersoon? Hebben de journalisten in de andere redacties geen behoefte aan een redactieraad of aan een redactiestatuut dat de onafhankelijkheid van de redactie formeel garandeert?
Belga Het persagentschap Belga kent geen redactiestatuut, maar wel een redactieraad. Deze raad bestaat uit 10 leden die verkozen zijn voor vier jaar. Naast journalisten zijn ook redactiebedienden, de fotoredactie en de multimediaredactie vertegenwoordigd. “Deze raad dient om de interne communicatie, de betrokkenheid van de redactie bij het redactionele beleid en de doorstroming van informatie te optimaliseren”, aldus artikel 2 van de statuten. De raad is het adviesorgaan van de hoofdredactie in redactionele aangelegenheden. Hier kunnen met de hoofdredactie alle redactionele problemen besproken worden behalve wat tot de exclusieve bevoegdheid behoort van de syndicale afvaardiging, ondernemingsraad of het Comité voor Preventie en Bescherming. “We vergaderen minstens 6 keer per jaar. De agenda wordt twee dagen vooraf bekendgemaakt aan de ganse redactie zodat iedereen nog punten kan toevoegen. Ook de hoofdredactie neemt geregeld Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
7/12
het initiatief tot een vergadering om mededelingen te doen over beleidskwesties. Wijzelf hebben met de raad al standpunten ingenomen over thema’s zoals de organisatie van de redactie, opleiding, het aantal mensen in deelredacties, de uurroosters…Het belangrijkste advies van de voorbije jaren was dat over welke structuur de redactie het best heeft. Nieuw is dat het verslag van onze vergaderingen voortaan ook in de ondernemingsraad zal besproken worden, al is niet iedereen daar onverdeeld gelukkig mee omdat beide organen toch hun eigen specificiteit en dynamiek hebben”, aldus raadsvoorzitter Farid El Mabrouk. Farid is niet helemaal tevreden over de resultaten en de invloed van de redactieraad. “Wij hebben de indruk dat de hoofdredactie de raad teveel beschouwt als een vergadering om mededelingen te doen. Er wordt lang niet altijd rekening gehouden met de mening van de redactieraad. Positief is wel dat de hoofdredactie en de vertegenwoordigers van de redactie binnen de raad naar elkaar kunnen luisteren en elkaars standpunten beter leren kennen en begrijpen. Wij willen in de toekomst echter meer de rol van adviesraad opnemen en minder louter dienen als doorgeefluik voor beslissingen”, stelt El Mabrouk. Van een redactiestatuut is op Belga nooit echt sprake geweest. Concentra Bij Concentra is er geen redactiestatuut, noch een formele redactieraad. Naar aanleiding van de problemen bij de overname van de Gazet van Antwerpen werd in 1996 wel een overlegorgaan tussen directie en redactie in het leven geroepen, dat de naam Comité K (van Knelpunten) meekreeg. De redacties – zowel die van Het Belang van Limburg als van de Gazet van Antwerpen – zijn in dit comité door de verkozen redactie-afgevaardigden van de VVJ vertegenwoordigd. “Het betreft een informeel comité zonder statuten, een zogenaamd ‘herenoverleg’ dat ‘herenakkoorden’ afsluit. Het komt enkel op vraag van de leden samen. In dit orgaan wordt tevens de CAO voor de journalisten onderhandeld”, aldus Luc Standaert, lid van het comité en tevens LBC-vakbondsafgevaardigde in de ondernemingsraad van Concentra. “In de praktijk kunnen in dit comité alle problemen aan bod komen die specifiek zijn voor redacties gaande van dagdagelijkse beslommeringen tot werkdruk in redacties of deelredacties. Twee jaar geleden werd een nieuw overkoepelend computersysteem ingevoerd dat ons in staat stelde stukken meteen in de lay-outformat in te tikken. Dit had echter heel wat voeten in de aarde had en is uitgebreid besproken in het comité om de hoofdredactie en de directie bewust te maken van de problemen. Thema’s die in dit comité opgelost raken komen niet meer terug aan bod in de ondernemingsraad”, aldus Standaert. Luc Standaert is redelijk positief over de werking van Comite K. “In dit comité zetelen naast journalisten ook de hoofdredacties van beide kranten, de personeelsdirecteur en de gedelegeerd bestuurder. Dit rechtstreeks contact stelt journalisten in staat thema’s aan bod te brengen waarvan wij willen dat men het hogerop weet. Het draait vrij goed en is efficiënt om problemen op te lossen. Recent zijn er wel enkele probleempjes geweest en hebben we de schroeven wat moeten aandraaien. Het is de juiste plek om redactionele problemen op te lossen. We kunnen indien nodig problemen nog steeds op de ondernemingsraad aankaarten. Overlapping met de vakbondswerking zijn er niet vermits ikzelf in de twee organen zetel”. De Standaard Ook De Standaard en Het Nieuwsblad hebben geen redactiestatuut noch redactieraad. Wel zijn de journalisten vertegenwoordigd in de VZW Redactie, een stichting die opgericht werd na het faillissement van De Standaard in 1976 en die toen bedoeld was om de redactionele principes van de kranten te beschermen. Journalisten en hoofdredacteurs zijn vertegenwoordigd in de raad van bestuur van de VZW en overleggen er af en toe over redactionele kwesties. Volgens een protocolakkoord tussen de VZW en de directie moet de VZW ook advies geven bij de benoeming van de hoofdredacteurs. Ook heeft de VZW in samenspraak met de hoofdredactie een algemene deontologische code opgesteld, en expliciete richtlijnen in verband met informatie onder embargo van beursgenoteerde bedrijven en financiële instrumenten. Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
8/12
“Er wordt nog relatief weinig formeel vergaderd. In de praktijk verloopt het overleg met de hoofdredactie en de directie informeel. Zo heeft de VZW in het verleden bijvoorbeeld al problemen aangekaart die we hadden met sommige commerciële bijlagen bij de krant. Deze waren extern aangeleverd, maar wij vonden dat dit niet duidelijk genoeg was. En het is geen geheim dat we enkele jaren geleden geprotesteerd hebben toen er een advertentie van (toen nog) het Vlaams Blok in onze kranten verschenen is. Het is bij die ene advertentie gebleven. Journalisten signaleren ons bepaalde problemen en wij gaan dan hierover praten met de hoofdredactie en, indien nodig, met de directie. We beperken ons tot redactionele thema’s en laten het sociale over aan de vakbonden, die geregeld wel met ons contact opnemen. Bij de aanstelling van een hoofdredacteur hebben we in het verleden telkens vooraf advies mogen geven”, aldus Karin De Ruyter. Alhoewel de werking van de VZW grotendeels informeel en discreet verloopt is De Ruyter niet ontevreden over de gang van zaken. “Als er zich problemen stellen is het niet echt een probleem om daarover hogerop gehoor te krijgen. Maar dat neemt niet weg dat we een tijdje plannen hebben om een redactiestatuut op te stellen, gewoon omdat daarin een aantal zaken opgenomen kunnen worden, waarmee we ons in de praktijk bezighouden, maar die niet in onze huidige statuten staan. De journalistieke omgeving waarin we werken, is nu eenmaal helemaal anders dan dertig jaar geleden”, aldus De Ruyter. KNACK Ook bij Knack is er geen redactieraad. “Die heeft een tiental jaren terug wel bestaan, maar is vanzelf gestopt omdat er door gebrek aan interesse bij de leden niets gebeurde. Er is geen officieel overlegorgaan, maar je kan ons moeilijk vergelijken met kranten- of tv-redacties. Onze redactie telt immers slechts een 15-tal journalisten. Als er problemen zijn worden die informeel geregeld”, aldus Hubert Van Humbeeck. Van een redactiestatuut is evenmin sprake al zijn er wel een aantal waarborgen opgenomen in de contracten. “Hierin worden de doeleinden van het blad opgesomd. Er staat ook vermeld dat de hoofdredacteur de inhoud van het blad bepaalt en garandeert dat de redactie bij de bepaling van de inhoud en het maken van keuzes een rol speelt”. Van inspraak bij de aanduiding van een hoofdredacteur is echter geen sprake. VTM Ook bij VTM is geen redactieraad. De hoofdredactie roept wel enkele keren per jaar een algemene redactievergadering samen om journalisten te brieven over nieuwe plannen. “Het is geenszins bedoeld als inspraakronde over deze plannen. Tijdens de vergadering is er wel mogelijkheid om grieven aan bod te brengen en van die mogelijkheid wordt wel gebruikt gemaakt. Soms merk je dat dit ook resultaten oplevert. Daarnaast zie je dat journalisten vaak informeel pogen om problemen aan te kaarten in een gesprek met de directeur informatie of hoofdredacteur. Van enige inspraak in de aanstelling van een hoofdredacteur is echter geen sprake”, aldus onze anonieme informant op de redactie. De persoon in kwestie wou anoniem blijven omdat een collega die in de Journalist een tijd terug dingen over VTM aankaartte gesanctioneerd werd. Bij VTM wordt meer dan in andere mediabedrijven beroep gedaan op de ondernemingsraad om redactionele kwesties aan bod te brengen. “Sommigen die niet rechtstreeks durven communiceren met de hoofdredactie doen hiervoor beroep op de vakbondsleden van de ondernemingsraad. Zaken die daar worden aangekaart, zoals bijvoorbeeld het feit dat de hoofdredactie veel te weinig communiceert, komen via dit kanaal terecht bij de directeur-generaal die vervolgens de directeur informatie om meer uitleg vraagt. Meestal merk je dan op de redactie dat deze laatste opdracht heeft gekregen om daar iets aan te doen. De directeur informatie en alle mensen met wie hij zich omringt moeten echter bijzonder weinig weten van de vakbond”, aldus onze anonieme collega. HET LAATSTE NIEUWS
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
9/12
Ook bij Het Laatste Nieuws wil onze contactpersoon anoniem blijven. Ook hier geen redactieraad of redactiestatuut, maar wel net als bij De Standaard een stichting die waakt over de ideologische lijn van de krant en zijn zeg heeft over bijvoorbeeld de aanstelling van de hoofdredacteur. Zo werd er in de jaren ’90 al eens een kandidaat-hoofdredacteur afgewezen. In deze stichting zetelen externe mensen uit de wereld van de politiek, de bedrijfswereld, de vakbond, de wereld van financiën… Vertegenwoordigers van de directie en van de journalisten zetelen als waarnemer. De groep vergadert slechts een tweetal keren per jaar. “De feitelijke macht van de stichting is erg beperkt. Zaken zoals de druk van de commerciële afdeling op de redactie of ontslagen zijn hier door ons al eens aan bod gebracht. Men evalueert dan in de eerste plaats of dit gevolgen heeft voor de lijn van de krant”. Thema’s zoals de werkdruk op de redactie worden vanzelfsprekend ook aan bod gebracht door de syndicale afgevaardigden tijdens bijvoorbeeld de CAO-onderhandelingen. Onze gesprekspartner geeft grif toe dat het ontbreken van een redactieraad niet alleen te wijten is aan een afwijzende houding bij de directie, maar ook aan de desinteresse op de redactie. “In alle eerlijkheid, je hoort daar spontaan bij het personeel bijzonder weinig over. Het is al moeilijk genoeg om kandidaten te vinden voor afgevaardigde van VVJ of van de vakbond. De bereidheid om zich te engageren ligt niet erg hoog. Ik ben er natuurlijk ook zeker van dat het bedrijf niet happig is op dit soort dingen”. Luc Vanheerentals
Luc Vanheerentals: “We zien dus wel dat dit op de redacties geen thema is. Ze denken dat dit onhaalbaar is om dit te realiseren. Niettemin stellen we vast dat de journalisten vragende partij zijn. De freelancers voelen als eerste de crisis aan. Knack geeft minder opdrachten, Corelio zet persfotografen op zwart zaad. Voor de freelancer is het eigenlijk al altijd crisis geweest. De grootste klachten blijken rechtsonzekerheid, tarieven, werkomstandigheden, machtsonevenwicht dat zou kunen verholpen worden met een soort van klachtendienst voor freelancers.” Citerend uit vrije tribune van Luc Vanheerentals waar hij tijdens het debat naar verwijst: Waar we in de eerste plaats nood aan hebben is een standaardaannemingsovereenkomst waarin alle problemen die freelancers thans ondervinden als ze samenwerken met een mediabedrijf geregeld worden. Het gaat dan over minimumtarieven (met als streefdoel 30 euro per uur werk), betalingstermijnen (binnen 15 dagen na publicatie), recht op betaling van een stuk dat besteld werd maar niet gepubliceerd, inhoudelijke wijzigingen enkel mits overleg met de auteur, auteursrechten voor elk hergebruik van de tekst, een opzegtermijn van minimum 2 maanden, recht op vorming en materiële ondersteuning… Het is ook absoluut noodzakelijk dat de hoofdredactie het mogelijk maakt dat haar freelancers onderling overleggen. De Vlaamse regering zou haar steun aan de media moeten afhankelijk maken van de toepassing van deze standaardaannemingsovereenkomst die vanzelfsprekend het resultaat moet zijn van onderhandelingen tussen de Vereniging van Vlaamse Journalisten en de Vlaamse Dagbladpers. Toen Hans Maertens (zelf een ex-freelancer) nog VDPvoorzitter was hebben we hierover in 2002 enkele keren nuttig vergaderd, evenwel zonder resultaat. Er zijn vanzelfsprekend nog andere mogelijkheden om het statuut van de freelancer te verbeteren. We denken hierbij aan een Vlaamse bemiddelingsdienst waar freelancers terechtkunnen met hun klachten. In de VVJ-nota naar aanleiding van deze Staten-Generaal wordt onder meer gepleit om het wettelijk aanvullend pensioenstelsel voor beroepsjournalisten toepasbaar te maken op zelfstandige beroepsjournalisten. Ook pleit de VVJ om het sociaal statuut van kunstenaar toepasbaar te maken op freelancers. Om schijnzelfstandigheid te voorkomen zou zoals in Frankrijk een bepaling in het arbeidsrecht ingevoerd kunnen worden waardoor op elke overeenkomst tussen een mediabedrijf en beroepsjournalist het vermoeden rust een arbeidsovereenkomst te zijn. Op fiscaal vlak zijn nog verbeteringen mogelijk zoals de invoering van forfaitaire beroepskosten en de mogelijkheid van spreiding van inkomsten over verschillende jaren. Bij onderhandelingen over collectief ontslag zou ook de situatie van freelancers aan bod moeten komen. Zelfstandigen die getroffen worden door deze Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
10/12
saneringen moeten evengoed beroep kunnen op ondersteunende maatregelen zoals outplacement. Er is ook en vooral meer nood aan solidariteit in het wereldje van journalisten, ook met freelancers.
Geert Steurbaut: “De advertentiemarkt is zwaar aan het dalen. Dit betekent in de eerste plaats besparing. We hebben een besparingsplan opgezet. Daarin hebben we eerst andere besparingen doorgevoerd vooraleer we naar de redacties stappen. Ik kan ook melden dat we bij Corelio een hogere tarief hanteren voor de ‘nationale’ foto’s. Wat het statuut van de freelancer betreft wil ik nog opmerken dat freelancers niet economisch afhankelijk mogen worden van één werkgever. Als schijnzelfstandige zit je inderdaad in een zwakke positie. Daarom hou ik een pleidooi bij starters om te starten als zelfstandige in bijberoep.” --------------------------------
Thema/vragen uit het publiek: 1. Ivan Declercq (VVJ): “Hoe kwaliteit krijgen als je slechts 20 euro per foto wordt betaald of voor 1 dag op de rechtbank 28 euro krijgt? Wat verstaan directies onder kwaliteit?” Hans De Ridder: “Bij Het Laatste Nieuws krijgt men 80 euro voor een regionaal kopstuk. In 2007 werden 6 freelancerfotografen bedacht met een regeling en konden eventueel worden opgevangen via persbureaus. Bij de Persgroep hebben we 40 fotografen in vast dienstverband (in contract) waaronder 4 beroepspersfotografen. Trouwens, welke beroepsfotograaf wil uitrukken voor een jubileum? Het Laatste Nieuws publiceert dagelijks 500 regionale foto’s en 1250 regionale teksten per dag. We zorgen ervoor dat de freelancers hiervan kunnen leven.” Publiek: “we keren terug naar de schoolmeester fotograaf” 2. Johan Van Cutsem: “Gevolg is dat er een enorm kwaliteitsverlies is en we stellen een gebrek aan visie vast. Hoe lang zal het publiek dit pikken? Dit is een vorm van economische censuur.” Siegfried Bracke: “1989 is een cruciaal jaar. De hele media in Vlaanderen is daar kwalitatief beter op geworden. ALLEMAAL zijn ze er kwalitatief op vooruitgegaan.”
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
11/12
3. Leo Neels (publiek): “Collectief zijn ze inderdaad verbeterd. Maar ik hou een pleidooi voor expertise en specialisatie. Zetten media daarop in?” Einde debat
Staten-Generaal van de Media – Antwerpen, 19 maart 2009 Rapportering sessie 1, rol en statuut van de journalist en van de persfotograaf – Ides Debruyne
12/12