VLAAMSE REGERING De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING
Maandelijkse rapportering van EU-dossiers – mei 2005 KORT OVERZICHT 1. Actualiteit in een notedop
3
1.1 Europese Grondwet
3
1.2 Uitbreiding 1.2.1 Bulgarije en Roemenië 1.2.2 Kroatië 1.2.3 Rusland
3
2. Omzetting en toepassing van de Europese regelgeving 2.1 Overzicht
4 4
Op 04/05/05 werd Vlaanderen gevat in 39 inbreukdossiers en ontving het 1 vraag om inlichtingen. 2.2 Overzicht van de inbreukdossiers • • • • • • •
4
2.2.1 Lopende inbreukdossiers Interne markt electriciteit. Decreet zorgverzekering. Vlaamse zorgverzekering. In de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen. Televisiereclame. Televisieuitzendingen. Telecomrichtlijnen.
- 1/11-
4
2.2.2 Nieuwe inbreukdossiers Geen nieuwe inbreukdossiers • •
6
2.2.3 Andere Minimumnormen voor ontheemden.
6
2.2.4 Interne marktrichtlijnen Dossiers die verscherpte aandacht vereisen met het oog op een verbetering van het ‘interne marktscorebord’.
6
3. Raadsbijeenkomsten
8
3.1 Kalender
8
Op volgende raadsbijeenkomsten wordt volgens het Samenwerkingsakkoord van 1994 de aanwezigheid van een Vlaams minister verwacht: • Raad Landbouw en Visserij (30/05/05 + 20-21/06/05 – Yves Leterme). • Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (02-03/06/05 – Inge Vervotte). • Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (27-28/06/05 – Katlheen Van Brempt, Kris Peeters). 3.2 Actuele dossiers
9
De volgende actuele dossiers zijn van belang voor Vlaanderen en verdienen bijzondere aandacht: • • • •
3.2.1 Horizontaal Financiële Vooruitzichten 2007-2013. Cohesiebeleid – Structuurfondsen. 3.2.2 Transport en Mobiliteit Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen. Richtlijn toegang tot de markt van de havendiensten. 3.2.3 Raad Werkgelegenheid, Consumentenzaken (02-03/06/05)
Sociaal
- 2/11-
Beleid,
Volksgezondheid
en
GLOBAAL OVERZICHT 1. Actualiteit in een notedop 1.1 Europese Grondwet Op 19/04/05 ratificeerde het Griekse Parlement op overtuigende wijze de Europese Grondwet. Op 11/05/05 deed het Slowaakse Parlement hetzelfde. Deze landen volgen daarmee Italië, Litouwen, Hongarije, Slovenië en Spanje. Op respectievelijk 11/05/05 en 12/05/05 keurden het Oostenrijkse en Duitse Lagerhuis eveneens zeer overtuigend, de Grondwet goed. Het Oostenrijkse en Duitse Hogerhuis zal naar alle verwachting hetzelfde doen op respectievelijk 27 en 25/05/05. Na goedkeuring door de Senaat op 28/04/05, keurde op 19/05/05 ook de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers de Grondwet goed. Ondertussen komen de referenda in Frankrijk en Nederland dichterbij. Op 31/05/05 en op 01/06/05 kunnen de Fransen, respectievelijk de Nederlanders, zich uitlaten voor of tegen de Grondwet. 1.2 Uitbreiding 1.2.1 Bulgarije en Roemenië Na ondertekening van het toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië op 25/04/05 in Luxemburg, heeft het Bulgaarse parlement dit verdrag op 11/05/05 met overweldigende meerderheid geratificeerd. Op 17/05/05 keurde Roemenië het ratificatieverdrag zelfs unaniem goed in een gezamenlijke zitting van de volksvertegenwoordigers en de senatoren. De Vlaamse Regering keurde het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië goed op 22/04/05. 1.2.2 Kroatië Tijdens een interministeriële Troïka-bijeenkomst op 26/04/05 werd opnieuw Carla Del Ponte gehoord, openbare aanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal. Deze bleef bij haar eerder geformuleerde standpunt dat Kroatië onvoldoende meewerkt met het Joegoslavië-tribunaal. 1.2.3 Rusland De EU en Rusland bereikten op 10/05/05 een akkoord ter creatie van een “gemeenschappelijke ruimte”. Het akkoord voorziet in een samenwerking op het vlak van financiële diensten, transport, telecommunicatie, energie en milieu, en omvat ook veiligheids- en humanitaire aspecten.
- 3/11-
2. Omzetting en toepassing van de Europese regelgeving 2.1 Overzicht Op 04/05/05 werd Vlaanderen gevat in 39 inbreukdossiers en ontving het 1 vraag om inlichtingen. Stadium in de inbreukprocedure o Ingebrekestellingen (1e administratieve stap) o Bijkomende ingebrekestellingen o Met redenen omklede adviezen (2e administratieve stap) o Bijkomende met redenen omklede adviezen o Dagvaardingen o Eerste veroordelingen door het Hof van Justitie o Vraag om inlichtingen na een eerste veroordeling o Ingebrekestellingen na een eerste veroordeling o Met redenen omklede adviezen na een eerste veroordeling o Dagvaardingen na een eerste veroordeling o Tweede veroordelingen door het Hof van Justitie Totaal aantal inbreukdossiers
08/03/05 17 0 9 0 6 1 1 1 2 0 0 37
11/04/05 20 0 8 0 7 1 1 1 1 0 0 39
04/05/05 20 0 8 0 6 2 1 1 1 0 0 39
Op 15/05/05 heeft de Vlaamse Regering opnieuw het belang benadrukt van de verdere uitbouw van een pro-actief en internationaal beleid in alle Vlaamse bevoegdheidsdomeinen om te kunnen doorwegen in het Europese en internationale beleidsproces. Deze pro-actieve benadering van de EU-besluitvorming zal ook positieve gevolgen hebben voor de tijdige omzetting en toepassing van EU-richtlijnen. De Vlaamse Regering gaf ook haar goedkeuring aan de uitbouw van een draaiboek voor Europese Regelgeving. Dit instrument zal dienen om de knelpunten aan te stippen en voorstellen te formuleren tot versnelling van de omzettings- en uitvoeringstermijn. Op 22/04/05 heeft de Vlaamse Regering minister Bourgeois belast om een gecoördineerd antwoord te geven op de schriftelijke vragen nrs. 48, 60, 129, 130, 135, 157, 164, 173, 504 van 15/04/05 van de heer Carl Decaluwe, Vlaams volksvertegenwoordiger betreffende de stand van zaken inzake de omzetting van Europese regelgeving. In zijn antwoord gaf de minister aan welke richtlijnen door Vlaanderen moeten worden omgezet en deelde hij de laatste stand van zaken mee inzake de inbreukdossiers. De genomen maatregelen om de problematiek van inbreuken en laattijdige omzettingen tegen te gaan en de evolutie in vergelijking met voorgaande jaren werden toegelicht. De afgelopen maand heeft de Vlaamse regering in de lopende inbreukdossiers belangrijke stappen gezet. 2.2 Overzicht van de inbreukdossiers 2.2.1 Lopende inbreukdossiers •
2004/2237: Interne markt elektriciteit (richtlijn 2003/54) – Een belangrijk deel van de richtlijn betreft federale bevoegdheden. Wat de gewestelijke bevoegdheden betreft werd door het elektriciteitsdecreet en de uitvoeringsbesluiten reeds geanticipeerd op de essentie - 4/11-
van de richtlijn, met uitzondering van enkele details die nu aan bod komen tijdens de herschrijving (coördinatie) van de energiedecreten. Op 22/04/05 heeft de Vlaamse Regering een besluit goedgekeurd dat de omzetting in Vlaamse regelgeving regelt van enerzijds artikel 5 van de Europese richtlijn over de bevordering van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen en anderzijds artikel 3 van de Europese richtlijn over gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit. Het besluit heeft onder meer tot doel een sluitende controleprocedure in te voeren die waarborgt dat elektriciteit die in Vlaanderen aan eindafnemers wordt aangeboden als elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, terecht onder die benaming wordt verkocht. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State. •
2002/2159: Decreet zorgverzekering (verordening 1408/71) – Op basis van de afspraken met de Commissie werd enerzijds overeengekomen om het decreet zorgverzekering aan te passen en anderzijds rekening te houden met de EU-regelgeving bij de toepassing van de regelgeving inzake de Vlaams zorgverzekering. Het decreet zorgverzekering werd reeds gewijzigd bij het decreet van 30/04/04, inzonderheid wat betreft het personele toepassingsgebied en de verblijfsvoorwaarde om tenlastenemingen te kunnen genieten. Echter, naar aanleiding van informele gesprekken met de Commissie dient het decreet verder te worden aangepast. Het ontwerp van wijzigingsdecreet werd reeds principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 25/02/05. Na het advies van SERV en de Raad van State zal het ontwerp opnieuw worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
•
2002/2181: Vlaamse zorgverzekering – Wat de Vlaamse zorgverzekering betreft, wordt tegemoet gekomen aan de opmerkingen van de Commissie door de erkenning van professionele zorgverleners en voorzieningen in de betreffende lidstaten te regelen via een aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 28/09/01. Op 15/04/05 heeft de Vlaamse Regering haar goedkeuring gegeven aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28/09/01, houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering.
•
2004/0417: In de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen – De Vlaamse Regering heeft het besluit voor het teeltmateriaal van fruitgewassen, ter omzetting van richtlijn 2003/111, op 18/03/05 definitief goedgekeurd. Het is ondertussen ook gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12/05/05. De Permanente Vertegenwoordiging heeft de Commissie op 19/05/05 hiervan op de hoogte gebracht.
•
2003/2144: Televisiereclame – De Vlaamse Regering heeft op 15/04/05 het voorontwerp van decreet houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Regulator voor Media, en houdende wijzigingen van sommige bepalingen aan de decreten betreffende de radio en televisie, principieel goedgekeurd. Dit voorontwerp zal voor advies aan SERV en Mina-raad worden voorgelegd. De tot op heden naast elkaar bestaande toezichtsorganen werden samengevoegd in een nieuw orgaan dat een verzelfstandigd agentschap wordt van de Vlaamse Gemeenschap (afgekort: VRM). Dit orgaan zal tevens fungeren als centraal meldpunt voor alle klachten en aanvragen. De hoofddoelstelling is het toezicht op de media zo transparant mogelijk te maken. De Commissie werd hiervan op 11/05/05 op de hoogte gebracht. - 5/11-
•
99/4291 e.v.: Televisieuitzendingen – De Europese Commissie stelde Vlaanderen in 1999 in gebreke omdat het recht op vrije nieuwsgaring zoals het binnen de Vlaamse Gemeenschap bestond, strijdig werd bevonden met het Gemeenschapsrecht. Nadat het lange tijd stil bleef, heeft Vlaanderen op 19/01/05 een met redenen omkleed advies ontvangen. Op 29/04/05 heeft de Vlaamse Regering na advies van de Raad van State een ontwerpdecreet definitief goedgekeurd dat tegemoet komt aan de eisen van de Europese Commissie. Het is de bedoeling om naast deze tegemoetkoming een gesprek met de Commissie te organiseren en het probleem van de delokalisatie dat zich hiermee stelt, aan te kaarten. De Commissie werd hiervan op 12/05/05 op de hoogte gebracht.
•
2003/0878, 2003/0879, 2003/0880, 2003/0881 (C-240/04): Telecomrichtlijnen –De Vlaamse Regering heeft met het decreet van 07/05/04 (decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25/01/95, en van sommige bepalingen betreffende de radio-omroep en televisie) de Europese telecomrichtlijnen omgezet. De tekst is op 09/08/04 in het Belgisch Staatsblad verschenen. De notificatie is op 01/09/04 gebeurd. Wat Vlaanderen betreft zijn we met de omzetting van de telecomrichtlijnen volledig in orde. Deze informatie werd ook aan het Hof meegedeeld op 19/08/04. Het Hof heeft zich op 10/03/05 uitgesproken waarin België werd veroordeeld. 2.2.2 Nieuwe inbreukdossiers
Geen nieuwe inbreukdossiers. 2.2.3 Andere •
2003/0293 (C-515/04): Minimumnormen voor de ontheemden – De Commissie heeft België op 23/12/04 voor het Hof van Justitie gedagvaard voor de laattijdige omzetting van de richtlijn 2001/55 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden. Vlaanderen is volledig in orde met de omzetting omdat de bestaande wetgeving voldoet aan de vereisten van deze richtlijn waardoor wij niet geviseerd werden in dit dossier. Deze informatie werd ook opgenomen in het gecoördineerd verweerschrift dat door de Federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 01/03/05 werd ingediend bij het Europees Hof van Justitie. Op 09/05/05 deed de Commissie in dit dossier afstand van geding. 2.2.4 Interne marktrichtlijnen
Voor het scorebord van juli zullen alle richtlijnen die omgezet moeten zijn tegen 30/04/05 in aanmerking genomen worden. De Belgische maatregelen voor de omzetting van deze richtlijnen kunnen tot 31/05/05 aan de Commissie worden overgemaakt zodat deze ook in aanmerking worden genomen voor de berekening van het interne marktscorebord van juli. De richtlijn 2003/111 is ondertussen in het Belgisch Staatsblad van 12/05/05 verschenen, de notificatie volgt eerstdaags. Dit heeft een gunstig effect op de score van België. Voor de richtlijn 2004/55 is enkel de publicatie in het Belgisch Staatsblad én notificatie aan de orde. Voor de andere richtlijnen is de omzetting lopende. - 6/11-
Vlaanderen moet proberen om de omzetting van de volgende richtlijnen zo snel mogelijk af te ronden: Richtlijn nr.
Onderwerp
Bevoegde Minister
2004/55: In de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen 2001/96: Laden en lossen van bulkschepen 2002/59: Monitoringsrichtlijn 2002/49: De evaluatie en beheersing van omgevingslawaai 2001/42: Milieueffectenbeoordeling voor plannen en programma' s 2003/54: Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92. Verklaringen m.b.t. ontmantelings-en afvalbeheeractiviteiten 2003/55: Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30 2003/4: Toegang van het publiek tot milieu-informatie 2001/19: Algemeen stelstel van erkenning van beroepskwalificaties
- 7/11-
Minister-President Leterme Minister Peeters Minister Peeters Minister Peeters Minister Peeters Minister Peeters
Minister Peeters Minister Peeters Minister Vandenbroucke
3. Raadsbijeenkomsten 3.1 Kalender Datum 30/05/05 02-03/06/05
Soort Raad (Raadscategorie Samenwerkingsakkoord)
Verantwoordelijke Deelstaat i.k.v. de Toerbeurt-regeling
Landbouw (VI) en Visserij (V)
VLG/WG
Werkgelegenheid (II), Sociaal Beleid (II), Volksgezondheid (II) & Consumentenzaken (I)
WG
07-08/06/05 16-17/06/05
Onderzoek: FG Concurrentievermogen Interne markt en [Industrie (III), Onderzoek (III), interne markt (II)] Industrie: WG Informele Ministerraad Ambtenarenzaken Europese Raad
20-21/06/05
Landbouw (VI) en Visserij (V)
VLG/WG
24/06/05 26-27/06/05
Milieu (III) Informele Ministerraad Cultuur
BRU FG
27-28/06/05
Vervoer (II), Telecommunicatie (I) en Energie (II)
Vervoer: VLG Energie: BRU
06-07/06/05
Bevoegde Ministers Landbouw: Sabine Laruelle, Yves Leterme, Benoit Lutgen Visserij: Yves Leterme Werkgelegenheid & Sociaal Beleid: Jean-Claude Marcourt Volksgezondheid: Inge Vervotte Consumentenzaken: Freya Van den Bossche Industrie: Jean-Claude Marcourt Onderzoek: Marie-Dominique Simonet Interne Markt: Verwilghen Landbouw: Sabine Laruelle, Yves Leterme, Benoit Lutgen Visserij: Yves Leterme Evelyne Huytebroeck Fadila Laanan Vervoer: Kathleen Van Brempt, Kris Peeters Telecommunicatie: Freya Van den Bossche Energie: Evelyne Huytebroeck
Opgelet: de Raad Landbouw en Visserij van 20-21/06/05, de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 02-03/06/05 en de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 27-28/06/05 vinden plaats in Luxemburg.
- 8/11-
3.2 Actuele dossiers 3.2.1 Horizontaal 3.2.1.1 Financiële Vooruitzichten 2007-2013 Ter afsluiting van de eerste reek speciale debatten in Coreper over de afzonderlijke rubrieken van de financiële vooruitzichten 2007-2013, stelde het Luxemburgse Voorzitterschap op 21 april een nieuwe versie van de onderhandelingsdoos voor. In deze nieuwe versie, waarover de ministers van Buitenlandse Zaken in de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 24 april hun algemene mening tijdens een gedachtewisseling ten beste konden geven, werd rubriek 1b (i.e. Europees cohesiebeleid) verder uitgewerkt in concrete voorstellen die volgens het Voorzitterschap een compromis mogelijk zouden maken. Zijn compromisvoorstellen, die neerkwamen op een reductie van de cohesie-enveloppe met ongeveer 11% ten opzichte van de oorspronkelijke voorstellen van de Europese Commissie, bestonden voornamelijk uit de volgende elementen: • • •
Een groter gewicht aan de convergentiedoelstelling, ten koste van de doelstelling 2; Een wijziging van de zogenaamde Berlijnmethode voor de toewijzing van de middelen aan de convergentielanden en -regio’s, waarbij regio’s in relatief welvarende lidstaten minder steun zouden genieten; Een differentiatie van de “phasing out”-steunregimes voor de landen en regio’s die onderhevig zijn aan het statistische effect van de uitbreiding. Daardoor kan Henegouwen op heel wat minder steun rekenen dan op basis van de voorstellen van de Commissie. Tegelijk werd een wig gedreven tussen sommige landen en regio’s die menen aanspraak te maken of phasing-outsteun omdat zij in een afzonderlijke en concurrerende categorie terechtkwamen.
Het Belgische standpunt dat ter voorbereiding van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen tot stand kwam, bestond uit een delicaat evenwicht, waarbij het prioritaire belang voor België werd onderstreept van zowel een in Europees verband billijke phasing-outsteun voor Henegouwen als voor een adequate enveloppe voor de doelstelling Regionaal Concurrentievermogen en groei (uit hoofde waaraan ook Vlaanderen steun kan genieten uit de Structuurfondsen). Na afloop van deze Raad wijdde het Voorzitterschap drie speciale zittingen van Coreper aan deze nieuwe onderhandelingsdoos, waarbij dieper werd ingegaan op de afzonderlijke rubrieken. De ambassadeurs van de lidstaten hadden meermaals de mogelijkheden hun meningen hierover naar Europa toe te ventileren: op 4 mei over rubriek 1b, op 12 mei over de rubrieken 1a, 2, 3, 4 en 5 en op 18 mei over de eigen middelen van de Europese Unie. Deze zittingen van Coreper moesten het Voorzitterschap inzichten geven over hoe de onderhandelingsdoos verder moest evolueren en worden verfijnd om een goede basis te vormen voor de laatste fase van de onderhandelingen. Verder lag op 10 mei in het Europees Parlement het ontwerpverslag Böge over de financiële vooruitzichten ter stemming voor in de speciale Commissie. Het verslag omvat 600 amendementen. - 9/11-
In het geconsolideerde verslag worden voor het cohesiebeleid, onderzoek en ontwikkeling, levenslang leren, plattelandsontwikkeling en de burgerschapsprogramma’s evenveel middelen worden toebedeeld als in de voorstellen van de Commissie. Bovendien wordt in het verslag een globaal uitgavenniveau van 1,18 % EU-BNI in vastleggingen verdedigd (versus 1,24% EUBNI door de Commissie). Het verslag komt verder aan bod in de plenaire vergadering van de week van 6 juni. Op 19 mei ten slotte verspreidde het Voorzitterschap een derde versie van de onderhandelingsdoos met het oog op het conclaaf van de ministers van Buitenlandse Zaken op zondag 19 mei in het kader van de RAZEB van 22-23 mei. De meest recente voorstellen van het Voorzitterschap houden een niet geringe reductie in van de kredietbedragen zoals die door de Commissie waren voorzien. Qua algemeen uitgavenniveau schommelt het verwachte totaal van de kredieten voor vastleggingen over de gehele periode beschouwd tussen 1,05% (868 miljard euro) en 1,09% (901 miljard euro) van het EU-BNI, wat overeenkomt met een daling van tussen de 12 en de 16% t.o.v. het Commissievoorstel. De subrubriek 1a "Concurrentiekracht" zou daarbij in absolute termen de zwaarste ingreep ondergaan. Kernpunten van de derde onderhandelingsdoos zijn: 1a Concurrentiekracht: een door het Voorzitterschap voorgestelde vork laat de lidstaten de keuze tussen een jaarlijks stijgingspercentage voor deze sub-rubriek tussen 8 en 11% overeenkomend met een besparing voor deze sub-rubriek van minimum 32% en maximum 39% t.o.v. het Commissievoorstel. Het Voorzitterschap maakt ook een ‘mix’ van de criteria ‘excellence’ en ‘balanced access’ voor wat betreft O&O. 1b Cohesie: Voorzitterschap stelt voor om 15% van de hele rubriek 1b voor te behouden voor Doelstelling 2 (tegen 82% voor Doelstelling 1 en 3% voor Doelstelling 3), waarbij de enveloppe voor de hele rubriek tussen de 0,37 en 0,38% van het BNI EU-27 zou komen te liggen (cfr. oorspronkelijk 0,43% in het COM voorstel). 2a Marktgebonden landbouwbeleid en directe betalingen: het Voorzitterschap laat de vraag open of de enveloppe voor deze sub-rubriek, zoals ze is vastgelegd door het akkoord van 2002, al dan niet dient te worden vermeerderd met de kosten voor Roemenië en Bulgarije. 2b Plattelandsontwikkeling (incl. milieu) en visserij: het Voorzitterschap stelt voor plattelandsontwikkeling een enveloppe voor van 69 of 77 miljard € (het verschil is exact het bedrag van de kosten voor Roemenië en Bulgarije in 2a) en voor visserij een daling van de enveloppe tot 4 à 5 miljard (cfr. Comm. voorstel van bijna 100 miljard voor beide). Het Voorzitterschap stelt dus voor 20 à 25 miljard € te besparen op 2b en eventueel een stukje van die besparing te realiseren in 2a. 3 Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: hier stelt het Voorzitterschap voor om de enveloppe uit het Commissievoorstel met 43% te verminderen waarbij het grootste deel van de besparing door de sub-rubriek ‘Burgerschap’ zou moeten worden gedragen. 4 EU als mondiale partner: hier wil het Voorzitterschap tussen de 30 en de 40% besparen (t.o.v. Commissievoorstel) afhankelijk van de jaarlijkse groei die de lidstaten voor deze rubriek wensen. 5 Administratie: deze rubriek zou met 11% dienen in te krimpen (t.o.v. Commissievoorstel) De vooraf intensief onderhandelde Belgische positie, vertolkt door de federale Minister van Buitenlandse Zaken op het conclaaf van 19 mei, is als volgt samen te vatten: - 10/11-
-
-
-
1,07% EU BNI als globaal uitgavenplafond moet in deze onderhandelingen in feite als absolute bodemlijn beschouwd worden; een akkoord met het Europees Parlement over een lager cijfer lijkt immers uitgesloten; voor België zijn de rubrieken 1a (concurrentiekracht en 1b (cohesie) van bijzonder belang; voor rubriek 1a wordt gepleit voor het hoogst mogelijke stijgingspercentage van de jaarlijke enveloppe met prioriteit voor O&O (met het criterium van ‘excellence’ als determinerende factor) en Levenslang leren. Voor rubriek 1b wordt een globale enveloppe van 0,38% naar voren geschoven met een aandeel daarin van 16,5% voor doelstelling 2 en een toereikend bedrag voor statistische ‘phasing-out’; voor doelstelling 3 is een aandeel van 70% voor de ‘cross border’ component een minimum; voor rubriek 2a dienen de in het akkoord van oktober 2002 vastgestelde plafonds te worden aangepast om rekening te houden met de geplande toetredingen van Bulgarije en Roemenïe. Inzake plattelandsontwikkeling (2b) pleit België voor het hoogste cijfer (77 miljard €). voor rubriek 3a lijkt een stijgingspercentage van 18 procent (vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) erg hoog. Voor rubriek 3b is daarentegen een stijgingspercentage van 5 procent een absoluut minimum. België herhaalt dat ook rubrieken 3, 4 en 5 op een evenwichtige manier dienen bij te dragen in de algemene besparingsinspanningen.
Verder verloop van de werkzaamheden: - na het eerste conclaaf en tot de eerste week van juni wordt de voorkeur gegeven aan bilaterale contacten tussen het de Eertse Minister van het Voorzitterschap en zijn collega’s Staats- en Regeringsleiders (geen COREPER activiteiten in die periode); - begin juni zal het Voorzitterschap, op basis van de bilaterale contacten, een nieuwe onderhandelinsdoos voorleggen met het oog op het tweede conclaaf van de ministers van Buitenlandse Zaken van 12 juni en de RAZEB van 13 juni. 3.2.1.2 Cohesiebeleid – Structuurfondsen Het is ook de bedoeling van het Luxemburgse Voorzitterschap dat de bespreking over de ontwerpverordeningen inzake de Structuurfondsen op werkgroepniveau zo goed als afgerond wordt tegen einde juni, zodat onder het Britse Voorzitterschap enkel nog gesproken dient te worden over het financiële kader (vertaling van het politieke akkoord over de Financiële Vooruitzichten door de Europese Raad van juni). Tijdens een informele ministerbijeenkomst op 20/05/05 over de strategische richtsnoeren in verband met het Cohesiebeleid werd een eerste ontwerp van voorstel voor de strategische richtsnoeren besproken.(zie vorige rapportering). Binnen het Europees Parlement liggen op 24/05/05 de ontwerpverslagen inzake de ontwerpverordeningen Structuurfondsen ter stemming voor in de Commissie Regionale Ontwikkeling. In juli wordt de stemming in de plenaire vergadering verwacht. 3.2.2 Transport en Mobiliteit
- 11/11-
3.2.2.1 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen Dit is de zogenaamde “Eurovignetrichtlijn”. Het doel is de harmonisatie op basis van gemeenschappelijke principes van de bestaande nationale systemen voor gebruiksrechten en tolheffingen m.b.t. de TEN-T. De knelpunten zijn: afschrijving van de infrastructuur, het integreren van bestaande concessies binnen het kader van de ontwerprichtlijn, de Mark Up (d.i. de hoogte van de heffingen en het toepassingsgebied) en de Earmarking. (Zie de vorige maandelijkse rapporteringen voor een iets uitvoeriger achtergrond.) Een politiek akkoord werd bereikt op de Raad van 21/04/05. België stemde tegen, net zoals Estland en Malta. Onthoudingen waren er van Portugal, Finland en Griekenland. Het Luxemburgse VZP zal dit dossier niet verder behandelen. 3.2.2.2 Richtlijn toegang tot de markt van de havendiensten De onderhandelingen rond dit dossier werden begonnen onder het Nederlands Voorzitterschap en een tour de table vond plaats op de Raad van Transportministers van december 2004. Op de Raadswerkgroep van 03/05/05 liet het Luxemburgse Voorzitterschap weten dat zij dit dossier niet verder zullen behandelen. Op de Raad van Transportministers van 27-28/06/05 wil het Luxemburgse Voorzitterschap tot een algemene oriëntatie komen. Een vragenlijst zou aan de Lidstaten worden voorgelegd. 3.2.3 Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (02-03/06/05) Op de agenda van de Raad staat vooreerst een algemeen oriënterend debat over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. De werkgelegenheidsrichtsnoeren maken een onderdeel uit van de Geïntegreerde Richtsnoeren voor Groei en Werkgelegenheid 2005-2008 in het kader van de herijkte Lissabonstrategie. Verder zullen de ministers zich buigen over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. De amendementen van het Europees Parlement in eerste lezing werden op de plenaire vergadering van 11/05/05 goedgekeurd. Gezien er geen politiek akkoord mogelijk is staat dit geagendeerd als openbare beraadslaging. Voorts staat een gedachtewisseling op het programma inzake het Groenboek over het beheer van de economische migratie. Daarnaast zal de Raad het Actieprogramma volksgezondheid en consumentenzaken behandelen. Dit zal gebeuren aan de hand van een oriënterend debat i.v.m. het voorstel voor een besluit ter zake van het Europees Parlement en de Raad. Ten slotte zal de Raad conclusies aannemen m.b.t. zwaarlijvigheid, voeding en lichaamsbeweging, HIV/AIDS en geestelijke gezondheid. - 12/11-
- 13/11-
De Vlaamse Regering wordt verzocht kennis te nemen van dit overzicht met het oog op een actieve opvolging van deze Europese dossiers.
Brussel, …………………………………..
Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,
Geert Bourgeois
- 14/11-