Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 2013-2016
Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 1 AANLEIDING De gemeenten in het Land van Heusden en Altena hebben in 2008 de nota volksgezondheid 2008 – 2011 vastgesteld. Hierin is het gemeentelijk beleid met betrekking tot de volksgezondheid vastgelegd. De nota is in 2011 verlengd met 1 jaar, zodat in 2012 een nieuwe nota gezondheidsbeleid vastgesteld moet worden. In de Wet publieke gezondheid (Wpg) is de verplichting opgenomen dat de gemeenteraad binnen twee jaar na vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid, een gemeentelijke nota vaststelt. In deze notitie wordt het kader geschetst van de nieuwe nota en wordt een doorkijk gegeven naar de actuele ontwikkelingen op het gebied van volksgezondheid. 2 PROBLEEMSTELLING / UITDAGING Een goede gezondheid is belangrijk. Vraag aan een willekeurig persoon wat hij of zij belangrijk vindt. Vaak zal het antwoord zijn dat hij/zij gezond is en blijft. Een gezonde bevolking vormt de basis voor een goed functionerende en productieve samenleving. Gezonde mensen kunnen beter meedoen aan de maatschappij en hebben minder maatschappelijke ondersteuning en langdurige en/of intensieve zorg nodig. Het rijk stelt elke vier jaar een landelijke nota gezondheidsbeleid vast. In de nota worden de speerpunten van het gezondheidsbeleid vastgesteld. Binnen twee jaar na openbaarmaking van de nota moet de gemeenteraad een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast stellen, waarin ieder geval is opgenomen wat de gemeentelijke doelstellingen zijn, welk acties worden ondernomen en welke resultaten worden verwacht. Hierbij dient de gemeenteraad in ieder geval de landelijk prioriteiten in acht te nemen. 3 DOEL Deze startnotitie geeft inzicht in de te volgen stappen om te komen tot een nieuwe nota gezondheidsbeleid voor het land van Heusden en Altena. De notitie geeft weer welke stappen gezet worden, welk tijdspad daar globaal aan verbonden is en welke financiële consequenties mogelijk naar voren komen. Daarnaast worden in deze startnotitie de speerpunten benoemd, waarop het gezondheidsbeleid in de gemeenten zich richt. 4 RESULTAAT Op basis van de vastgestelde startnotitie, wordt de nota gezondheidsbeleid 2013 – 2016 opgesteld. Naar verwachting wordt deze begin 2013 ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. De nota vormt het beleidskader voor de uitvoering van het gezondheidsbeleid in de komende jaren. Jaarlijks wordt binnen dit beleidskader door B&W een uitvoeringsprogramma met uit te voeren activiteiten opgesteld. 5 REIKWIJDTE EN AFBAKENING Wettelijk kader De volgende onderwerpen zijn wettelijk bepaald en dienen opgenomen te zijn in de gemeentelijke nota gezondheidsbeleid: - bevordering continuïteit van en samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (art 2) - zorg dragen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (art 5) - zorg dragen voor de uitvoering van de ouderengezondheidzorg (art 5a) - zorg dragen voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding (art 6) De onderwerpen zullen allen terugkomen in de nota.
2
Inhoudelijk Het is onmogelijk om het gezondheidsbeleid als een eigenstandige discipline te vervatten. Het beleid strekt zich niet alleen uit over vele sectoren (zorg, sport, jeugd, ruimtelijke ordening, verkeer, veiligheid, onderwijs, milieu en welzijn) maar is tevens georganiseerd vanuit verschillende functies (preventief of curatief). Om die reden wil het Rijk de gemeenten meegeven volksgezondheid vanuit een brede en integrale blik te benaderen. Deze blik onderschrijven de drie gemeenten. Grofweg zijn er drie categorieën te onderscheiden, namelijk gezondheidsbescherming gezondheidsbevordering en curatieve zorg Het gezondheidsbeleid zoals in deze nota opgevat, heeft met name betrekking op gezondheidsbevordering. In de Wet Publieke Gezondheid (WPG) zijn alle overheidstaken ter bevordering van de volksgezondheid opgenomen. Het gezondheidsbeleid zoals in deze nota opgevat, is voornamelijk gericht op de collectieve preventie en de openbare gezondheidszorg. Op dit onderdeel vervult de gemeente een regierol en kan zij enig invloed uitoefenen. Echter de verbinding met de andere twee onderdelen (gezondheidsbescherming en curatieve zorg) heeft de aandacht en dan in het bijzonder de relatie met de curatieve zorgsector (eerstelijnszorg). Gezondheidsbeïnvloedende factoren Gezondheidsbeleid is onlosmakelijk verbonden met de definitie van gezondheid. Gezondheid wordt in Nederland breed gedefinieerd en heeft niet alleen betrekking op lichamelijke gezondheid. Deze invalshoek biedt kansen voor inventief en integraal beleid. Het gevaar bestaat ook dat alles met elkaar in verband wordt gebracht en dat de uiteindelijke effectiviteit uit het oog wordt verloren. Inkadering is daarom noodzakelijk. Er zijn vier factoren van invloed op gezondheid: A. Biologische factoren en erfelijkheid B. Fysieke en sociale omgeving C. Leefstijl (gedrag) D. Kwaliteit en beschikbaarheid van de gezondheidsvoorzieningen. De centrale factor voor deze nota is leefstijl, aangezien dit een factor is die door beleid (in zekere mate) beïnvloedbaar is. De factor omgeving heeft een indirecte rol van betekenis. In de nota zullen met name preventieve activiteiten gericht op leefstijl centraal staan. Doelgroepen De belangrijkste doelgroepen in de nota zijn jeugd en ouderen. Deze worden ook expliciet genoemd in de Wpg. Ouderen Aan de Wpg is een specifiek artikel over de ouderengezondheidszorg toegevoegd (artikel 5a). Op 1 juli 2010 is dit artikel in werking getreden. In artikel 5a staat dat: 1. 2.
3.
Het college van burgemeester en wethouders zorg draagt voor de uitvoering van de ouderengezondheidszorg voor ouderen vanaf 65 jaar. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor: a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende- en bedreigende factoren; b. het ramen van de behoefte aan zorg; c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit; d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid.
3
Dit artikel dient verwerkt te worden in de nieuwe nota vgz. Jongeren Bij jongeren is de voornaamste gezondheidswinst te behalen, vooral voor de langere termijn. Ook is het bij jongeren relatief eenvoudig gedragsverandering te bewerkstelligen. Bovendien sluit het gezondheidsbeleid aan bij het algemeen jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg, waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn. Naast ouderen zijn jongeren daarom de belangrijkste doelgroep voor het gezondheidsbeleid. Vormvoorschriften Op 19 mei 2011 is de gewijzigde Wet publieke gezondheid vastgesteld (de zogeheten Wpg 2e tranche). Het doel van deze wijziging is (onder meer) het versterken van de preventiecyclus en de bevordering van de implementatie van de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid. Op grond van daarvan moeten gemeenten bij het opstellen van de nota volksgezondheid de volgende zaken rekening houden: Gemeenten dienen de landelijke prioriteiten, zoals opgenomen in de landelijke nota gezondheidsbeleid, in acht te nemen. Gemeenten mogen alleen gemotiveerd afwijken van landelijk prioriteiten. Deze motivatie moet opgenomen zijn in de lokale nota. De gemeente moet in hun nota in ieder geval vermelden wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op het terrein van de publieke gezondheidzorg, welke acties worden ondernomen om deze doelen te halen en welke resultaten de gemeenten in die periode wenst te realiseren. Landelijke prioriteiten De minister van VWS heeft in de landelijke nota gezondheidsbeleid gesteld dat de vijf prioriteiten uit de vorige landelijke nota (2006) belangrijk blijven om de volksgezondheid te verbeteren, te weten: schadelijk alcoholgebruik, roken, overgewicht, depressie, diabetes. Het kabinet houdt deze speerpunten vast, maar legt daarbij het accent op bewegen. Deze speerpunten komen grotendeels overeen met de speerpunten zoals deze ook de afgelopen jaren golden voor de drie gemeenten. Ook voor de komende jaren zullen deze speerpunten centraal staan. Het onderdeel diabetes wordt daarbij gekoppeld aan overgewicht en het onderdeel depressie wordt in de lokale nota’ s vanuit eenzaamheid ingestoken. Daarnaast zal Werkendam op verzoek van de gemeenteraad het onderwerp internetverslaving meenemen. Mede gezien de cijfers uit de lokale jeugdmonitor maar ook in verband met het stellen van prioriteiten zal het onderdeel roken niet specifiek in de nota’ s van Werkendam en Woudrichem terugkomen. Dat neemt niet weg dat bij voorlichting over genotsmiddelen roken altijd een onderdeel zal vormen. In Aalburg geven de cijfers van de jongerenmonitor aan dat er meer jongeren zijn gaan roken c.q. zijn blootgesteld aan roken. De gemeente Aalburg zal roken wel als apart speerpunt meenemen. Dat betekent concreet dat de volgende speerpunten centraal zullen staan in de nieuwe nota: 1. alcohol en drugs (in Werkendam zal hier internetverslaving aan worden toegevoegd en in Aalburg zal roken worden toegevoegd). Het beleidsterrein jeugd en veiligheid zal hierbij met name betrokken worden. 2. overgewicht (diabetes) 3. eenzaamheid (depressie) Daarnaast zal artikel 5a zoals hierboven beschreven meegenomen worden. Relatie aanverwante beleidsterreinen: Bij het nieuwe beleid wordt zoveel mogelijk verbinding gelegd met aanverwante beleidsterreinen (zoals WMO en sport) en gebruik gemaakt van bestaande organisaties en ketens zoals het CJG (Centrum voor jeugd en Gezin). Door bewuster om te gaan met deze invloed op elkaars beleidsterreinen soms met een kleine aanpassing van het beleid of van de uitvoering kan een win-win situatie worden gecreëerd.
4
6 RANDVOORWAARDEN EN EISEN Voor het opstellen van de nota zijn de volgende randvoorwaarden te benoemen: -
De drie gemeenten dienen alle te besluiten de nota gezondheidsbeleid gezamenlijk op te stellen; Er dient voldoende ambtelijke capaciteit beschikbaar te zijn voor het opstellen van de nota; Het proces wordt interactief opgesteld, waarbij inbreng van experts, inwoners, adviesraden en andere belanghebbenden essentieel is. Waar mogelijk wordt met behulp van social media input vanuit de omgeving gevraagd (zie ook onder 8).
7. ORGANISATIE Voor het opstellen van de nota wordt de volgende structuur voorgesteld: Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit de drie portefeuillehouders volksgezondheidszorg van de drie gemeenten in het Land van Heusden en Altena en de drie ambtenaren volksgezondheidszorg. De portefeuillehouders sturen het proces aan en zorgen voor de gewenste afstemming binnen de eigen colleges. Daarnaast zijn zij eindverantwoordelijke voor de nota gezondheidsbeleid, Werkgroep De werkgroep bestaat uit de drie ambtenaren volksgezondheidszorg. Zij zorgen voor de afstemming tussen de werkgroep en de stuurgroep. Zij zijn dan ook in beide groepen vertegenwoordigd. De werkgroep wordt ondersteund door de beleidsadviseur vanuit de GGD. Op gezette tijden zullen vertegenwoordigers van relevante organisaties (bijv. welzijnsinstellingen, huisartsenzorg, en verslavingszorg) uitgenodigd worden om in de werkgroep hun expertise in te brengen. 8 AANPAK In de nota zal aangegeven worden welke speerpunten de komende jaren centraal zullen staan. Daarnaast zal aangegeven worden welk beleid binnen een speerpunt wordt gevoerd. De concrete uitvoering zal in overleg met betrokkenen, belanghebbenden, inwoners en professionals verder worden geconcretiseerd. De nota en de uitvoering van de nota wordt zo interactief mogelijk, met inbreng van zoveel mogelijk experts en inwoners opgesteld. Dit zal enerzijds plaatsvinden via de meer traditionele bijeenkomsten en anderzijds met behulp van social media. Schrijven van de nota Veel actoren Integraal Gezondheidsbeleid heeft veel facetten en kent veel actoren. Gemeenten kunnen het niet alleen, maar zijn afhankelijk van andere spelers in het veld. Zo spelen onder andere de GGD, welzijnsinstellingen, zorgaanbieders, huisartsen een belangrijke rol, maar ook scholen, ondernemingen kunnen bijdragen aan de bevordering van de gezondheid. Het beleid van al deze organisaties zal daarom op elkaar afgestemd moeten zijn en er zal overeenstemming moeten zijn over de doelstellingen. De belangrijkste rol is echter weggelegd voor de inwoners zelf. Zij hebben bij uitstek de mogelijkheid hun eigen gezondheid, die van hun kinderen en/of ouders mede te bepalen. Dit kan door gebruik te maken van gezondheidsbevorderende activiteiten. Zij zullen dit alleen doen als deze aansluit bij de behoefte van de mensen. Om dit voor elkaar te krijgen is een interactieve aanpak nodig, waarbij zowel organisaties aan de ene kant, als de inwoners aan de andere kant hun bijdrage leveren aan het beleid. Samenwerking gemeenten Door de veelheid aan actoren, houdt gezondheid ook niet op bij de gemeentegrenzen. Jongeren gaan naar school in de andere gemeenten, bezoeken horecagelegenheden en activiteiten in andere plaatsen. Zorgaanbieders leveren
5
diensten in het hele land van Heusden en Altena enz. Het is daarom belangrijk dat het beleid van de drie gemeenten zoveel mogelijk op elkaar afgestemd is en waar mogelijk identiek is. De gemeenten blijven afzonderlijk verantwoordelijk voor de nota gezondheidsbeleid, die door de gemeenteraden worden vastgesteld. De speerpunten van beleid worden op basis van bestaande gegevens en landelijke richtlijnen bepaald. Daarom staan deze niet ter discussie. Actoren kunnen voor het inhoudelijke beleid binnen deze speerpunten hun inbreng leveren. Indien tijdens het proces sterke behoefte blijkt aan het toevoegen van een speerpunt, kan daartoe bij uitzondering besloten worden. Finale besluitvorming daarover zal echter pas bij het vaststellen van de beleidsnota door de gemeenteraad plaatsvinden. Participatieniveau Op de participatieladder wordt daarmee het niveau van coproduceren gehanteerd. Hierbij komt het erop neer dat Inwoners en organisaties deelnemen aan de planvorming. Samen met beleidsambtenaren werken ze beleidsvoorstellen uit. De rol van de deelnemende burgers lijkt op die van beleidsambtenaar. Deelnemers investeren relatief veel tijd en ze nemen ook hier een duidelijke verantwoordelijkheid: ze zijn (mede)aanspreekbaar op de geleverde voorstellen/plannen. ‘De politiek’ moet het resultaat zwaar mee laten wegen in de besluitvorming en dient veel aandacht te geven aan terugkoppeling naar de deelnemers over het effect van hun inbreng. Het uiteindelijke besluit blijft echter aan de gemeente zelf. Door deze trede van de participatieladder toe te passen wordt de kwaliteit van het beleid vergroot. Burgers en organisatie hebben invloed op het beleid en kunnen zelf initiatieven nemen, waardoor het beter aansluit bij hun behoeften en meer effect zal hebben. Bovendien worden ze mede verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid en daarmee samenhangende factoren, wat een positieve invloed zal hebben. Inbreng beleidsfasen Het vormen van beleid heeft een aantal fasen, waarin de interactie kan plaatsvinden. In dit geval wordt gekozen voor interactie in de beleidsvormingsfase en de uitvoeringsfase. De actoren hebben, binnen de vastgestelde speerpunten, de mogelijkheid het beleid van de gemeenten mede vorm te geven en denken met de gemeente mee over het beleid. Daarnaast wordt in de uitvoeringsfase inbreng van de partijen verwacht, zodat zij betrokken blijven hun eigen (mee)vormgegeven beleid. Rol bestuur/politiek Bij deze wijze van beleidsvorming hoort een participatieve bestuursstijl 1 . Hierbij houdt het bestuur wel de eindverantwoordelijkheid, maar wordt veel ruimte gegeven voor de inbreng van andere actoren in het beleid, probleemdefinities enz. Cruciaal bij deze bestuursstijl is openheid. Zowel inhoudelijke openheid (probleemdefinities, aanpak en formulering van beleid) en openheid ten aanzien van het proces de deelnemende actoren. Iedereen die wil, kan in principe meedenken over het onderwerp. Het bestuur moet bereid zijn zich te laten overtuigen door de actoren. Daarnaast is het van belang dat het proces en de verwachtingen bij de actoren helder zijn. Middels deze startnotitie wordt daaraan invulling gegeven. Wijze van uitvoering Bij het opstellen van de vorige nota’s is via bijeenkomsten en bilaterale gesprekken input voor de nota gevraagd van betrokken partijen en inwoners. Bij deze bijeenkomsten komen vaak dezelfde organisaties, inwoners leveren niet of nauwelijks hun inbreng. Mede daardoor leveren ze weinig nieuwe informatie op. Het draagvlak bij de aanwezigen wordt hierdoor wel vergroot. Om meer input te krijgen, volgen we twee sporen waarbij de partijen betrekken bij het opstellen van de nota: 1. Een interactieve bijeenkomst met relevante partijen en geïnteresseerde inwoners; 2. Inzet van social media. Ad 1: interactieve bijeenkomst
1
Pröpper; De aanpak van interactie beleid (2009)
6
Met een aantal partijen 2 (GGD, zorgbelang Brabant, zorgverzekeraars, huisartsen, GGZ, maatschappelijk werk, scholen, directieberaden, OOGO, woningcorporaties, naschoolse opvang etc.) die mede als aanjager in de beleidsvorming kunnen fungeren (door hun expertise, gezag, of bekendheid) wordt een interactieve bijeenkomst belegd. Deze bijeenkomst geeft mede input voor de nota gezondheidsbeleid en geeft richting aan het beleid. Hoewel de speerpunten bepaald zijn, zal hier flexibel mee omgegaan worden. Als tijdens overleggen met experts blijkt dat prioriteiten bijgesteld moeten worden of nieuwe toegevoegd, dan is hier ruimte voor. Voorafgaand aan de bijeenkomst zal een schriftelijke inventarisatie plaatsvinden onder partijen over hun zienswijze op het gezondheidbeleid en hun eigen rol daarin. Tijdens de bijeenkomst komen de organisaties met elkaar in contact, zodat ze in onderlinge samenwerking initiatieven kunnen ontplooien ten behoeve van de volksgezondheid. Ook worden ze voorafgaand aan en tijdens de bijeenkomst uitgedaagd na te denken over wat ze zelf bij kunnen dragen aan het gezondheidsbeleid. Dit past in het streven om de maatschappelijke betrokkenheid bij gemeentelijk beleid te vergroten. Ad. 2: social media In de bijeenkomsten wordt de inbreng van veel inwoners, ondernemers op het gebied van gezondheid, andere ondernemers gemist, terwijl juist daar de kennis en kunde zit. Vaak zijn ze bereid mee te denken over het lokale gezondheidsbeleid en bij te dragen bij het bevorderen van de gezondheid van onze inwoners. Echter, weten wij niet waar welke kennis aanwezig is, laat staan dat wij de beschikbaarheid op vaste tijden daarvan kunnen inroepen. Daarom maken we bij het schrijven van nieuwe nota mede gebruik van social media (LinkedIn, twitter, hyves, facebook). Hiermee maken het we mogelijk voor iedereen inbreng te leveren, te discussiëren of mee te schrijven aan het gezondheidsbeleid in het land van Heusden en Altena. Als gemeenten houden wel hierop wel de regie. De social media die worden ingezet, moeten een interactiekanaal zijn en niet als (eenzijdig) informatiekanaal dienen. De social media worden ingezet om jongeren te bereiken, om hun ideeën over gezondheid(sbeleid) te achterhalen, aan te sluiten bij hun leefwereld en hun na te laten denken over hun eigen gezondheid en leefstijl. Via sleutelfiguren die ten opzichte van de jongeren een bepaalde status hebben en gezag uitoefenen (bijv. jongerenwerkers, vertegenwoordigers van sportverenigingen en scholen) wordt op facebook contact gelegd met de jongeren en met hen gediscussieerd. Ze worden ook uitgedaagd onderling op elkaar te reageren. Naast input voor het gezondheidsbeleid, zal bij de uitvoering ook gebruik worden gemaakt van social media. Dit loopt dan ook door tot en met 2016 (laatste jaar van de nota). Evaluatie Gemeenten hebben geen of weinig ervaring met interactieve beleidsvorming middels social media. De effectiviteit daarvan is dan ook niet vooraf bewezen en gedurende het traject zijn wellicht aanpassingen nodig. Het proces zal dan ook als pilot dienen voor ander beleid. Na vaststelling van de nota door de gemeenteraden, zullen we het proces tot en met de besluitvorming evalueren, zodat daarvan geleerd kan worden. Voor de evaluatie vragen we ook de inbreng van externe actoren. Uitvoering de nota Gekoppeld aan de nota zal gewerkt worden met jaarlijkse uitvoeringsplannen. De uitvoering van de nota en het concretiseren van de te ondernemen acties zal op interactieve wijze worden opgepakt. Afhankelijk van het speerpunt wordt gekeken wie hierbij betrokken worden en welke interactieve wijze wenselijk is. Een nieuwe tendens in de wereld van de preventieve gezondheidszorg is de publiek-private samenwerking (PPS). Een concreet voorbeeld hierin is de samenwerking tussen de gemeente Woudrichem en HAK als het gaat voorlichting rondom gezonde voeding. Steeds meer bedrijven en gemeenten werken samen aan doelen in het kader van de volksgezondheid. Deze ontwikkeling willen we zeker meenemen in het schrijven en uitvoeren van de nota gezondheidsbeleid.
2
Afhankelijk van het onderwerp zullen sommige overleggen bestuurlijk worden ingestoken en anderen ambtelijk.
7
9. 1. 2. 3.
4 5.
PLANNING EN FASERING Vaststellen plan van aanpak nota gezondheidsbeleid door B&W Bespreking plan van aanpak in gemeenteraad Schrijven nota gezondheidsbeleid a. Inventarisatie bij relevante partijen b. Interactieve discussie via social media c. Interactieve bijeenkomst met relevante partijen d. verwerken input uit bijeenkomst in nota vaststelling nota gezondheidsbeleid B&W vaststelling nota gezondheidsbeleid raad
september 2012 oktober 2012 sept 2012- jan. 2013 oktober 2012 oktober 2012 – januari 2013 november 2012 januari 2013 januari 2013 maart 2013
10. KOSTENRAMING EN FINANCIERING Uren De ambtelijke capaciteit voor het schrijven en de uitvoering van deze nota is in alle gemeenten verwerkt in de individuele planningen c.q. afdelingsplannen van de betreffende gemeenten. Financiering Op dit moment is niet in te schatten welke kosten de uitvoering van de nota met zich mee zal brengen. Vooralsnog wordt voorgesteld het huidige uitvoeringsbudget van de drie gemeenten te reserveren als uitvoeringsbudget voor de nieuwe nota. Dit budget zit reeds verwerkt in de begroting. 11.
RISICOMANAGEMENT - Beschikbare ambtelijke capaciteit de komende jaren kan een risico vormen bij de uitvoering van de nota gezondheidsbeleid - De afgelopen jaren is gebleken dat de uitvoering veelal lokaal wordt opgepakt daar waar de nota met drie gemeenten wordt geschreven. Daarmee lopen gemeenten het risico dat de afstemming in het geding komt. Bij de uitvoering zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Wat doen we gezamenlijk en wat alleen. - De nota beslaat een periode van vier jaar. Voortschrijdend inzicht en landelijke en/of lokale ontwikkelingen kunnen om gewijzigd beleid of accentverschillen vragen.
12. COMMUNICATIE Intern Het college, de raad en de WMO adviesraad zullen via het plan van aanpak, de nota zelf, de jaarlijkse uitvoeringsplannen en de tussenrapportages op de hoogte gebracht van alle ontwikkelingen. De wmo-adviesraden, de seniorenraad en de sportraad zullen tijdens het schrijven van de nota betrokken worden in het proces. Extern Bij het opstellen en de uitvoering van de nota zullen diverse partijen betrokken worden. Wie en de mate waarin verschilt per fase en per speerpunt. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het creëren van draagvlak. Zie hiervoor ook onder punt 8. 13. PROJECTOPLEVERING Uiterlijk mei 2013 moet de nota gereed zijn conform landelijke richtlijnen. De planning is echter op de nota in maart 2013 aan de raad aan te bieden. 14. EVALUATIE- EN EINDRAPPORTAGE De nota zal na 2 jaar en na 4 jaar geëvalueerd worden met de betrokken partijen. Bij de evaluatie na 2 jaar kan dan ook gekeken worden of de ingeslagen weg de juiste is of dat deze moet worden bijgesteld.
8