Bijlage 1
Startnotitie
Herijking Jeugdbeleid
Status: vaststellen door Gemeenteraad Portefeuillehouder: Dhr. J.A. Lavooi Ambtelijk opdrachtgever: Dhr. A. Siebel Primaathouder: Mevr. P.M. van der Klooster Datum: 8 juni 2012 Versie: 2.0
1
Inhoudsopgave Startnotitie Samenvatting
blz. 3
Gevraagde beslissing
blz. 4
1. Inleiding
blz. 5
2. Probleemschets
blz. 5
3. Oplossingsrichting(en)
blz. 8
4. Proces voor tot stand komen kaderstellend besluit
blz. 8
5. Overige informatie
blz. 9
6. Overzicht bijlagen
blz. 9
.
2
Samenvatting (Beleids)probleem Jeugdbeleid is sterk in beweging. Ontwikkelingen als de totstandkoming van het Centrum voor Jeugd en Gezin, decentralisatie van de Jeugdzorg, de wijzigingen in de Integrale Jeugdgezondheidszorg, de invoering van Passend onderwijs, maar ook de zorgen omtrent het alcoholgebruik van jongeren en overlastgevende jeugd maken dat het noodzakelijk is om het jeugdbeleid van de gemeente Sliedrecht aan te passen. Oplossingsmogelijkheden Met het oog op de aankomende decentralisatie van de jeugdzorg en de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn de doelen uit de integrale beleidsnota ‘Jeugd (in)begrepen’ niet meer geheel actueel. Om te kunnen voldoen aan de (wettelijke) taken is een accentverschuiving in het beleid nodig. Er wordt een nieuwe beleidsnota Jeugd opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de komende ontwikkelingen en die aansluit bij de (toekomstige) structuur in Sliedrecht.
3
Gevraagde beslissing 1. De startnotitie Herijking Jeugdbeleid vast te stellen
4
1. Inleiding Het beleidsveld Jeugd is de laatste jaren sterk in beweging. Vanuit het Rijk zijn verschillende ontwikkelingen in gang gezet en ook lokaal is het jeugdbeleid een speerpunt. In 2006 is een integrale beleidsnota over jeugd opgesteld, deze is in 2011 geëvalueerd. Tijdens deze evaluatie is gebleken dat het jeugdbeleid van de gemeente Sliedrecht deels verouderd is en moet worden vernieuwd.
2. Probleemschets Zoals eerder aangeven is het jeugdbeleid sterk in beweging. Ontwikkelingen als de totstandkoming van het Centrum voor Jeugd en Gezin, decentralisatie van de Jeugdzorg, de wijzigingen in de Integrale Jeugdgezondheidszorg (IJGZ), de invoering van het Passend Onderwijs, maar ook de zorgen omtrent het alcoholgebruik van jongeren en het ontbreken van beleid omtrent overlastgevende jeugd zorgen ervoor dat het noodzakelijk is het jeugdbeleid van de gemeente Sliedrecht aan te passen. In de beleidsnota uit 2006 is gewerkt met de volgende thema’s: 1: Jeugd speelt (over vrije tijdsbesteding); 2: Jeugd leert (over onderwijs en ontwikkelingsmogelijkheden); 3: Jeugd is gezond (over gezondheid); 4: Jeugd is veilig (over openbare orde en veiligheid); 5: Jeugd is betrokken (over betrokkenheid en participatie). Bovenstaande thema’s dekken grotendeels de lading als het gaat om de leefwereld van jongeren. Voorgesteld wordt om op deze thema’s voort te borduren bij de uitwerking van het jeugdbeleid met bijzondere aandacht voor onderstaande vijf aandachtsgebieden: 1. Decentralisatie jeugdzorg/Passend Onderwijs 2. Doorontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin 3. Beleid omtrent overlastgevende jeugd 4. Alcohol/drugsgebruik 5. Jongerenwerk in Sliedrecht Decentralisatie jeugdzorg/Passend onderwijs In het regeerakkoord is aangekondigd dat de jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De taken worden per 1 januari 2015 naar de gemeenten overgeheveld. Gemeenten krijgen de opgave om de jeugdzorg anders (beter) en met minder middelen uit te voeren. Gemeenten kunnen niet volstaan met het overnemen van de te decentraliseren jeugdzorg, maar moeten deze wezenlijk anders organiseren om, binnen het beschikbare budget, passende ondersteuning te bieden aan jeugdigen en gezinnen die dat nodig hebben. Er wordt dan ook gesproken over het transformeren van de jeugdzorg. De transformatie is complex, maar biedt ook kansen om jeugdigen en gezinnen beter te ondersteunen. De gedachte achter de decentralisatie is dat gemeenten het beste in staat zijn integrale ondersteuning nabij jeugdigen en gezinnen te organiseren, juist door samenhang te zoeken met allerlei andere vormen van ondersteuning die lokaal in buurten en wijken worden uitgevoerd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan opgroeien opvoedingsondersteuning (CJG), maatschappelijk werk, jongerenwerk, maatschappelijke zorg, schuldhulpverlening, onderwijs en arbeidsmarkttoeleiding. Ondanks dat er veel regionaal zal worden opgepakt en georganiseerd zijn gemeenten lokaal eindverantwoordelijk voor de te decentraliseren jeugdzorg. Naast de decentralisatie van de jeugdzorg wil het kabinet het huidige stelsel van passend onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben herzien. Het nieuwe stelsel Passend onderwijs moet zo
5
goed mogelijk onderwijs bieden aan kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. Voorwaarden hiervoor zijn een zorgplicht voor scholen, betrokken ouders, bekwame docenten en goede samenwerking tussen scholen, jeugdzorg en gemeenten. In mei 2012 zou een voortgangsbrief verschijnen over de invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. Deze is echter vertraagd. Ook is vanwege de val van het kabinet nog niet duidelijk welke status het (in voorbereiding zijnde) wetsvoorstel krijgt. Ondanks dat de contouren van genoemde ontwikkelingen reeds helder zijn, zijn dus er veel onduidelijkheden. Bij de totstandkoming van de herijking van het jeugdbeleid wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met de toekomstige situatie. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) In 2011 heeft het CJG haar deuren geopend in Sliedrecht. Het CJG bestaat uit een gebouw waarin verschillende functies gehuisvest zijn en een ‘backoffice’ waarin de netwerkstructuur haar vorm heeft gekregen. Inmiddels hebben de partijen die zich hebben verbonden aan het CJG kunnen wennen aan de nieuwe structuur. Er is nog een aantal knelpunten dat moeten worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld de ruimteverdeling binnen het gebouw, versteviging van de netwerkstructuren, en koppeling met het onderwijs en de functionaliteit van Zorg voor Jeugd. Met dit laatste wordt het signaleringssysteem bedoeld waarin professionals kunnen aangeven dat zij zich zorgen maken over een jongere. Indien meerdere partijen zich zorgen maken over een jongere wordt er zorgcoördinatie opgestart. De mogelijkheden om informatie uit het systeem te halen is beperkt. Een aanpassing hiervan kan de functionaliteit van het systeem verhogen. Ook moet onderzocht worden op welke wijze het CJG een rol kan/gaat spelen bij de decentralisatie van de jeugdzorg en welke voorbereidingen hiervoor getroffen kunnen worden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de laagdrempeligheid die het CJG voorstaat. Om een doorontwikkeling van het CJG mogelijk te maken moet onderzocht worden of het mogelijk is bestaande structuren los te laten en op andere wijze in te richten. Hierbij valt te denken aan het anders inrichten van het aantal contactmomenten van de IJGZ (consultatiebureau, schoolarts, etc.). Een meer risicogerichte aanpak kan mogelijkheden scheppen (middelen vrij maken) voor extra of aanvullende activiteiten/hulpverlening. Ook moet gekeken worden naar de zorgcoördinatie, momenteel loopt dit via het Zorg Advies Team (ZAT) en via Zorg voor Jeugd (ZvJ). De coördinator CJG speelt hierin (nog) geen rol. Gezien de komende decentralisatie van de jeugdzorg moet onderzocht worden of de wijze waarop de zorgcoördinatie is ingericht toekomstbestendig is. Beleid omtrent overlastgevende jeugd Jongeren verblijven in de openbare ruimte om elkaar te ontmoeten. Er zijn verschillende plekken in Sliedrecht waar dit plaatsvindt. In Sliedrecht is een officiële JOP (in de Westwijk), verder zijn er bij de diverse trapveldjes dug-outs geplaatst, en zijn er bij de parken plekken ingericht waar jongeren kunnen verblijven. De ervaring leert inmiddels dat jeugd zich niet laat sturen. De aangewezen plekken in Sliedrecht zijn vaak niet de plekken waar de jeugd wil zijn. Jongeren kiezen zelf de plek waar zij elkaar willen ontmoeten en dit gaat soms niet samen met de functie van dat gebied (woongebied, winkelgebied, etc.). Hierdoor kan er sprake zijn van overlast. De afgelopen jaren is gebleken dat er regelmatig klachten binnenkomen bij zowel de gemeente als de politie van overlastgevende jeugd. Hierbij gaat het vaak om geluidsoverlast, vandalisme en zwerfafval. In het COOS-overleg (coördinatie overleg overlast hangjeugd Sliedrecht) worden deze meldingen besproken. Aan dit overleg nemen gemeente, politie, jongerenwerk, beleidsmedewerker OOV, beleidsmedewerker PR en de beleidsmedewerker Jeugd deel. Per melding wordt gekeken welke acties
6
kunnen worden uitgezet. Er is geen vast beleid opgesteld over op welke wijze wordt omgegaan met deze ‘hangjongeren’. Enerzijds moet een inzet gepleegd worden om overlast door hangjeugd te voorkomen, anderzijds moet er meer begrip komen bij de inwoners van Sliedrecht voor de leefwereld van jongeren. Er zijn verschillende handreikingen verschenen hoe gemeenten het best invulling kunnen geven aan hun regierol, welke hulpmiddelen er zijn en hoe er beleid kan worden opgesteld voor de aanpak van problematische jeugdgroepen. Deze worden gebruikt bij het opstellen van de beleidsnota. Alcohol en drugsgebruik Het alcoholgebruik onder jongeren is hoog. Binnen Sliedrecht komen regelmatig signalen binnen over overmatig drankgebruik bij (jonge) jeugd. Dit is zorgelijk. Onlangs heeft er vanuit “Verzuip jij je toekomst” een onderzoek plaatsgevonden naar het schenkbeleid van de horeca. Hieruit is gebleken dat er nog steeds alcohol wordt verkocht aan jongeren onder de 16 jaar. Vanuit “Verzuip jij je toekomst” zijn aanbevelingen gedaan om de naleving te verhogen door middel van het versterken van de handhaving. Met de nieuwe Drank- en Horecawet die naar verwachting dit jaar in zal gaan krijgt de gemeente zelf de bevoegdheid deze handhaving uit te voeren. Dit biedt mogelijkheden om extra in te zetten op de handhaving. Daarvoor zouden dan overigens wel gelden beschikbaar gesteld moeten worden. Daarnaast moet er (meer) aandacht komen voor bewustwording, zowel bij de jongeren als bij hun ouders. In het nieuwe beleidsplan van “Verzuip jij je toekomst 2013 e.v.” wordt voorgesteld dit te laten aansluiten bij reeds bestaande projecten/voorzieningen als bijvoorbeeld “De gezonde school” en “Help mijn kind wordt een puber”. Het doel hiervan is om zo min mogelijk inbreuk te maken op de planning het onderwijs. In de uitvoering (voorlichting en preventie) rond voornoemde projecten wordt door de GGD ZHZ aandacht besteed aan gebruik van alle genotmiddelen als tabak, alcohol en drugs. Het vroegtijdig en overmatig gebruik van alle genotmiddelen is tevens een belangrijk aandachtspunt binnen de overige twee projecten. Jongerenwerk in Sliedrecht In februari 2012 heeft de gemeenteraad een startnotitie vastgesteld voor de doorlichting van het jongerenwerk. Deze doorlichting is reeds gestart. De uitkomsten hiervan zullen onderdeel uitmaken van het jeugdbeleid van Sliedrecht. In deze startnotitie wordt daarom niet verder op het jongerenwerk ingegaan. Beleidsdoelen Voor het opstellen van een nieuw jeugdbeleid zal getracht worden heldere beleidsdoelen te definiëren. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van jeugdbeleid, welke doelen worden nagestreefd. Wat is belangrijk en op welke wijze passen de huidige voorzieningen hierin? Uit de speerpunten die in deze startnotitie staan kunnen de volgende beleidsdoelen worden geformuleerd: 1: het verbeteren van de (lokale) jeugdzorgstructuur, aansluitend op de gedachte één gezin één plan; 2: de structuur van het Centrum voor Jeugd en Gezin versterken door de coördinatie te verbeteren; 3: de overlast door jongeren in de openbare ruimte te verminderen; 4: het alcohol- en drugsgebruik onder jeugd te verminderen; 5: het jongerenwerk binnen Sliedrecht beter te positioneren (zie aparte startnotitie). Aan het Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD) is gevraagd te ondersteunen bij het opstellen en verder uitwerken van de beleidsdoelen en om hier meetbare prestatie-indicatoren aan te hangen. De volgende kernvragen worden beantwoord: 1: Wat zijn de relevante beleidsdoelen voor het jeugdbeleid van Sliedrecht met het oog op de huidige speerpunten en nieuwe ontwikkelingen? 2: Hoe kunnen deze doelen meetbaar gemaakt worden? Wat zijn geschikte indicatoren? 3: Door middel van welke bronnen kunnen deze indicatoren gevuld worden?
7
We gaan met het OCD nog nader in overleg met betrekking tot het benoemen van indicatoren, waarbij het vooral gaat om: a. het in beeld brengen van het welbevinden van de Sliedrechtse jeugd in het algemeen (hoe voelt zij zich); wat gaat er afgezien van de problemen wél goed? b. het in beeld brengen van het gevoel van onveiligheid en overlast bij de inwoners van Sliedrecht. Om indicatoren op te kunnen stellen is een nulmeting noodzakelijk, duidelijk wordt dus waar de gemeente Sliedrecht nu staat. Er wordt getracht een uitgangspunt vast te stellen op basis waarvan in de toekomst gemeten kan worden of de beleidsdoelen worden behaald.
3. Oplossingsrichting(en) Met het oog op de aankomende decentralisatie van de jeugdzorg en de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin zijn de doelen uit de integrale beleidsnota ‘Jeugd (in)begrepen’ niet meer actueel. Om te kunnen voldoen aan de (wettelijke) taken is een accentverschuiving in het beleid nodig. Er wordt een nieuwe beleidsnota Jeugd opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de komende ontwikkelingen en die aansluit bij de (toekomstige) structuur in Sliedrecht.
4. Proces voor tot stand komen kaderstellend besluit Deze startnotitie is getoetst door de leden van het strategisch overleg jeugdbeleid. Hierin zijn de GGD, Rivas, CJG, WMO adviesraad, Onderwijs (basisonderwijs en voortgezet onderwijs), Bureau Jeugdzorg en de ZAT’s vertegenwoordigd. Na vaststelling van de startnotitie door de gemeenteraad zal een interactieve bijeenkomst worden georganiseerd met jongeren. Om jongeren op een passende manier te betrekken bij de beleidsvorming wordt gedacht aan het organiseren van een chatsessie en eventuele andere (nieuwe) media om de wensen, behoeften en meningen peilen. Vervolgens worden de spelers uit het veld (zoals (sport)verenigingen, (kerkelijk) jeugdwerk, onderwijs, partners CJG, etc.) en de gemeenteraadsleden ook op interactieve wijze gevraagd mee te denken in de beleidsvorming. Aan de hand van de verschillende speerpunten wordt de huidige situatie en de gewenste situatie in kaart gebracht. Op basis van deze uitkomsten wordt onderzocht welke acties/interventies wenselijk/noodzakelijk zijn. De gemeenteraad zal in een opiniërende raadsvergadering op de hoogte gesteld van de resultaten van deze sessies waarbij een beleidsnota zal worden voorgelegd. Daarna wordt deze ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. De uitkomsten worden gepresenteerd aan de maatschappelijke partners. Planning1: Aanbieden startnotitie aan gemeenteraad (Chat)sessie met jongeren Bijeenkomst met maatschappelijke partners Vaststelling beleidsnota en presentatie aan maatschappelijke partners en raadsleden
1
: mei 2012 : september 2012 : november 2012 : voorjaar 2013
Dit is een streefplanning, agendering is afhankelijk van de agendacommissie.
8
5. Overige informatie 5.1 Financieel-juridische aspecten De kosten voor het onderzoek door het OCD worden gedekt uit de jaarlijkse bijdrage van de gemeente aan het OCD. De kosten van het organiseren van de interactieve sessies worden gedekt uit de middelen die beschikbaar zijn binnen product 42 (jeugd en jongerenwerk). Voor de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin is binnen de middelen uit BDU CJG ruimte.
5.2 Risicoparagraaf n.v.t. 5.3 Rol raad in de communicatie n.v.t. 5.4 Afkortingenlijst:
CJG COOS GGD IJGZ OCD WMO ZAT ZvJ
Centrum voor Jeugd en Gezin Coördinatie overleg overlast hangjeugd Sliedrecht Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Integrale Jeugdgezondheidszorg Onderzoekscentrum Drechtsteden Wet Maatschappelijke Ondersteuning Zorg Advies Team Zorg voor Jeugd
6. Overzicht bijlagen n.v.t.
9