Startnotitie Beperking alcohol- en drugsgebruik in de gemeente Waterland
Juni 2010
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.3. 1.4. 1.5.
Inleiding Aanleiding Probleemschets Alcoholgebruik Drugsgebruik Schadelijke gevolgen Uitgangssituatie Waterland Doel Doelgroepen
3 3 3 3 3 4 4 5 5
2. 2.1. 2.2. 2.3.
Uitgangspunten op hoofdlijnen Regierol gemeente Uitgangspunt: gedragsverandering Actiepunten Pijler 1. Bewustwording Pijler 2. Regels Pijler 3. Handhaving Financiële kaders Uitvoering en planning Evaluatie
7 7 7 7 8 9 10 11 11 12
2.4. 2.5. 2.6.
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
Overzicht landelijke regels alcohol Overzicht landelijke regels en mogelijkheden lokale regels drugs Klankbordbijeenkomt beperking alcohol en drugs
2
1.
INLEIDING
1.1. Aanleiding De gemeente Waterland is op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid op te stellen, waarin aangegeven wordt hoe de gemeente vorm wil geven aan de openbare gezondheidszorg. Op 18 december 2008 heeft de gemeenteraad de nota gezondheidsbeleid 2008-2011 van de gemeente Waterland vastgesteld. Eén van de prioriteiten in deze nota is de beperking van overmatig alcoholgebruik. Vooral het alcoholgebruik onder jongeren baart zorgen. Jongeren drinken steeds eerder (op jongere leeftijd), ze drinken steeds meer en ze drinken steeds vaker. Dit is niet alleen schadelijk voor hun gezondheid maar heeft ook de nodige andere consequenties. Naast het beperken van overmatig alcoholgebruik heeft het beperken van het drugsgebruik bij jongeren prioriteit. In de jeugdnota 2007-2009 is de uitvoering van alcohol- en drugspreventie activiteiten als actiepunt opgenomen. Om uitvoering te kunnen geven aan de geformuleerde prioriteiten is deze startnotitie opgesteld. De startnotitie vormt de basis voor overleg en afstemming met extern betrokken partijen over de invulling van alcohol- en drugspreventie in Waterland. 1.2.
Probleemschets
1.2.1. Alcoholgebruik De laatste tijd staan in de landelijke en regionale pers regelmatig berichten over jongeren die in het weekend uitgaan en te veel alcohol en drugs gebruiken. Uit de gezondheidsenquête 2005, onze nulmeting, blijkt dat 7% van de 12 tot 17 jarigen in onze gemeente overmatig alcohol gebruikt. De grens voor overmatig alcoholgebruik ligt bij het drinken van 6 of meer glazen per dag op drie of meer dagen in de week. Bij de groep 18 tot 24 jarigen is dit percentage maar liefst verdubbeld en drinkt 14% overmatig. Vooral het ineens veel drinken op uitgaansavonden, het zogenaamde ‘binge drinken’ is populair. Behalve de toename in drankgebruik blijken jongeren op steeds jongere leeftijd te beginnen met drinken. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren in Nederland hun eerste glas alcohol drinken is 12,7 jaar. Uit de jeugdmonitor 2007 blijkt dat op het platteland1 12,5% van de 8 tot 11 jarigen ooit alcohol heeft gedronken en 0,6% ooit dronken of aangeschoten is geweest. Volgens de ouders van deze groep jongeren heeft slechts 5,3% ooit alcohol gedronken. Uit de resultaten blijkt dat ruim 46% van de ouders niet weet dat hun kind ooit alcohol gedronken heeft. Gemiddeld drinken kinderen drie keer zoveel alcohol als hun ouders vermoeden. Veel ouders vinden het acceptabel als een kind voor zijn zestiende een eerste slokje of glas neemt. De ouders zijn doorgaans tolerant over beginnend gebruik, maar keuren zwaarder gebruik af. De jeugdmonitor wees tevens uit dat als de 8 tot 11 jarigen alcohol drinken dat meestal thuis (56,1%) of bij familie of vrienden (35,4%) gebeurt. 1.2.2. Drugsgebruik Het drugsgebruik onder de bevolking in Nederland is in vergelijking met alcohol gering, maar er is de afgelopen jaren wel sprake van een toename. Cannabis is met ongeveer 3% actuele gebruikers (gebruik in de laatste maand) veruit de meest populaire drugs in Nederland. Uit de gezondheidsenquête 2005 blijkt dat ruim 45% van de 18 tot 24 jarigen in de regio ZaanstreekWaterland ooit cannabis heeft gebruikt. Het percentage jongeren dat ooit harddrugs heeft gebruikt is beduidend lager, namelijk 14%. Hasj en wiet zijn de meest populaire drugs. Daarna volgen XTC en cocaïne. Een combinatie van alcohol en drugs wordt vaak op één dag of avond gebruikt. Hasj en wiet worden voornamelijk in de coffeeshops gekocht. Jongeren gebruiken de hasj of wiet vaak thuis of bij vrienden. In 2006 gaf 4% van de inwoners van de gemeente Waterland aan dat drugsoverlast in hun buurt vaak voorkwam.
Voor de enquête 0-11 jarigen heeft de gemeente Waterland gekozen voor uitspraken op plattelandsniveau. Cijfers op het niveau van de gemeente Waterland zijn daarom niet beschikbaar. De cijfers zijn gepresenteerd op het niveau van het platteland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland en Zeevang) en de stad (Zaanstad en Purmerend).
1
3
Uit de jeugdenquête Purmerend2 blijkt dat 8% van de kinderen onder de 16 jaar softdrugs gebruikt. Veel kinderen krijgen hasj of wiet aangeboden op straat, in het park of op school. 1% van de 12 tot 17 jarigen heeft wel eens harddrugs gebruikt. Kinderen die de coffeeshops niet in komen omdat ze te jong zijn, kunnen toch vrij makkelijk aan wiet komen. Ze kopen dat op straat of op school. Terwijl deze cijfers de indruk wekken dat het alcohol- en drugsgebruik in Waterland wel meevalt, is dat in de beleving van de inwoners anders. Zij hebben de indruk dat er een ernstig alcohol- en drugsprobleem in de gemeente is, dat aangepakt moet worden. 1.2.3. Schadelijke gevolgen Terwijl het gebruik van alcohol breed geaccepteerd is, zijn de risico’s ervan groot. Het drinken van alcohol op jonge leeftijd is erg schadelijk voor de gezondheid en kan ondermeer leiden tot hersenbeschadigingen. Het lichaam van jongeren onder de 16 jaar is vaak nog niet volgroeid waardoor alcoholgebruik op jonge leeftijd extra risico’s met zich mee brengt. Jongeren die voor hun 13e beginnen met drinken hebben 40% kans dat ze op een bepaald moment in hun leven alcoholverslaafd zijn. Daarnaast laat hersenonderzoek zien dat alcoholgebruik op jonge leeftijd van invloed kan zijn op de hersenfunctie, zowel op korte als lange termijn. Zo kan het consequenties hebben voor het concentratie- en leervermogen van kinderen. Daarnaast is overmatig alcoholgebruik een niet te onderschatten aanjager van geweld en overlast, met name in het uitgaansleven. Overmatig alcoholgebruik is daarmee niet alleen een volksgezondheidsprobleem, maar hangt tevens samen met agressie, criminaliteit, openbare orde en verkeersveiligheid. Herkenbare voorbeelden zijn rijden onder invloed, uitgaansgeweld en alcoholgerelateerde agressie. Voor het gebruik van drugs geldt evenals voor alcoholgebruik, dat het tot allerlei vormen van gezondheidsschade kan leiden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen softdrugs en harddrugs. Softdrugs zijn producten van de hennep/cannabisplant (wiet en hasj). De meest gebruikte harddrugs zijn cocaïne, heroïne, amfetamine (peppillen of speed) en XTC. Hoe vaker en hoe meer drugs gebruikt wordt, hoe meer risico iemand loopt. Softdrugs verminderen het reactie- en concentratievermogen en het korte termijn geheugen, waardoor school- en werkprestaties en verkeersgedrag nadelig beïnvloed kunnen worden. Er is toenemend bewijs dat cannabis psychotische symptomen kan ontlokken, met name bij personen die veel gebruiken en een aanleg hebben voor psychosen. Afgezien van het verslavende effect van drugs lopen gebruikers een verhoogde kans op allerlei aandoeningen (aan longen, lever, hart en hersenen). Aandoeningen die relatief veel voorkomen bij gebruikers die drugs roken zijn longaandoeningen. 1.3. Uitgangssituatie Waterland Het gebruik van alcohol en drugs, de daaruit voortvloeiende overlast, de mogelijkheden die er zijn om het alcohol- en drugsgebruik te ontmoedigen en de invloed van alcohol en drugs op de openbare orde, zijn voor de gemeente al jaren onderwerp van gesprek. Er zijn verschillende beleidsterreinen, zoals jeugd, openbare orde en veiligheid, onderwijs en sport die zich direct of indirect met de beperking van alcohol en drugs bezighouden. Ook regionaal is het ontmoedigen van overmatig alcohol- en drugsgebruik een aandachtspunt. De regionale initiatieven hebben tot nu toe echter weinig impact gehad op de lokale situatie. Het is belangrijk dat de aanpak van overmatig alcohol- en drugsgebruik een integraal karakter heeft. Het is daarbij essentieel dat beleidsterreinen beter op elkaar worden afgestemd, met een groter bereik en met meer effect. Hieronder wordt kort aangegeven welke lokale initiatieven al zijn ontwikkeld om het alcohol- en drugsgebruik in Waterland te ontmoedigen.
De uitspraken met betrekking tot drugs zijn gebaseerd op regionale cijfers afkomstig uit de jongerenenquête 2005/2006 van de gemeente Purmerend. Er zijn op gemeenteniveau geen gegevens beschikbaar.
2
4
Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Op 12 juni 2008 is de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) in Monnickendam van start gegaan. Het doel van de KVU is dat de gemeente, politie en horecaondernemers samen eventuele problemen in kaart brengen en deze gezamenlijk aan pakken om zo de veiligheid in het uitgaansgebied te verhogen. Bij de start van de KVU zijn er gezamenlijke speerpunten geformuleerd, waaronder de overlast op straat en drugs. De KVU heeft in het kader van het onderwerp drugs huisregels voor cafés geïntroduceerd, er is een ontzeggingenbeleid opgesteld en er worden voor de horecaondernemers trainingen georganiseerd over drugsherkenning. Wet- en regelgeving De gemeente heeft op grond van de Drank- en Horecawet (DHW) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) uiteenlopende voorwaarden met betrekking tot de verstrekking van alcohol, sluitingstijden en evenementen opgesteld. Zo maakt de gemeente gebruik van de mogelijkheid in de DHW om de verkoop van alcoholhoudende drank in bepaalde typen inrichtingen (bv. sportkantines) of op bepaalde tijdstippen (tijdens evenementen) te verbieden. De kans op verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren wordt hiermee kleiner. Daarnaast gelden voor openbare evenementen en feesten voorwaarden op het gebied van de verkoop van alcohol. Hennepconvenant Op het gebied van drugs zijn er regionale afspraken met betrekking tot het toegestane aantal drugsverkooppunten en de plaats van de vestiging daarvan. Verder is er regionaal een hennepconvenant gesloten wat inhoudt dat de betrokken partijen elkaar actief helpen bij het opsporen en ontmantelen van hennepkwekerijen. 1.4. Doel De gemeente Waterland heeft tot doel het alcohol- en drugsgebruik door jongeren onder de 16 jaar te voorkomen. Deze groep is bijzonder kwetsbaar voor de schadelijke gevolgen van alcohol en drugs en is zelf vaak nog niet in staat om grenzen te stellen aan het gebruik. We sluiten met deze doelstelling aan bij landelijk beleid. We stellen ons tot doel dat: Het percentage 8 tot 11-jarigen dat op die leeftijd ooit alcohol heeft gedronken in 2011 lager is dan het huidige percentage van 12,5%3. Het percentage 12 tot 17-jarigen dat overmatig alcohol drinkt in 2011 lager is dan het huidige percentage van 7%4. Het percentage 12 tot 17-jarigen dat softdrugs gebruikt in 2011 lager is dan het huidige percentage van 8%2. Daarnaast stellen we ons tot doel het overmatige alcohol- en drugsgebruik door jongvolwassenen tussen de 18 en 24 jaar te voorkomen en bestrijden. Deze groep kunnen we kwalificeren als de ‘uitgaanders’. Het is de leeftijdscategorie die de meeste alcohol en drugs gebruikt. Bij deze groep gaat het naast de gezondheid om een maatschappelijk probleem. Overmatig drinkende jongeren en jongvolwassen zorgen immers vooral in de weekenden voor overlast (dronkenschap, agressie, vernielingen en rijden onder invloed). We stellen ons tot doel: Het percentage 18 tot 24-jarigen dat overmatig drinkt is in 2011 niet hoger dan het huidige percentage van 14%4. Het percentage 18 tot 24-jarigen dat ooit softdrugs heeft gebruikt is in 2011 niet hoger dan het huidige percentage van 45%4. 1.5. Doelgroepen De doelgroep waar wij ons primair op willen richten zijn jongeren in de leeftijd van 8 tot 24 jaar, en hun ouders en verzorgers. Vooral jongeren zelf verdienen onze aandacht. Maar ook ouders spelen een sleutelrol in de gedragsverandering die bij de jongeren nodig is. De jeugdmonitor 2007 toont aan dat jongeren vaak in het gezin beginnen met drinken; tweederde van de leerlingen van het voortgezet onderwijs mag thuis alcohol drinken. Daarnaast blijkt dat jongeren softdrugs vaak 3 4
Het percentage is afkomstig uit de jeugdmonitor 0-11 jarigen 2007 van de GGD Zaanstreek-Waterland. Het percentage is afkomstig uit de gezondheidsenquête Zaanstreek-Waterland 2005.
5
thuis of bij vrienden gebruiken. Kinderen drinken en gebruiken meer als ouders hier positief of neutraal tegenover staan. Als ouders niet toestaan dat kinderen op jonge leeftijd alcohol drinken of drugs gebruiken, dan beginnen kinderen later met drinken en drugs en gaan ze ook minder drinken en gebruiken op latere leeftijd. Daarnaast richten wij ons op een intermediaire doelgroep, namelijk volwassenen die met jongeren te maken hebben in het onderwijs, verenigingen, jeugden jongerenwerk, winkeliers en de horeca.
6
2. UITGANGSPUNTEN OP HOOFDLIJNEN Alcohol- en drugsproblemen manifesteren zich vooral op lokaal niveau. Daarom speelt de gemeente een belangrijke rol bij de aanpak van overmatig alcohol- en drugsgebruik. De gemeente wordt geconfronteerd met ongelukken, openbare dronkenschap, criminaliteit, huiselijk geweld, jongeren die door te veel drank of drugs bewusteloos raken of verslavingsproblemen. De gemeente staat het dichtst bij de burgers die daar last van hebben en is daarom het best in staat om maatregelen te nemen die passen bij de problemen die op lokaal niveau spelen. 2.1. Regierol gemeente Om het alcohol- en drugsgebruik aan te kunnen pakken, moet er sprake zijn van een goede onderlinge samenwerking tussen alle betrokken partijen. Voorop staat dat de gemeente in de beperking van alcohol- en drugsgebruik een regierol heeft en diverse andere partijen vraagt een inbreng te leveren die aansluit bij hun functie en deskundigheid. Bij de aanpak van alcohol en drugs is de inbreng van de politie, de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), de GGD ZaanstreekWaterland, Brijder verslavingszorg, het jongerenwerk, de sportverenigingen, de horeca, de detailhandel en het onderwijs onmisbaar. 2.2. Uitgangspunt: gedragsverandering Wij gaan er vanuit dat blijvende resultaten worden bereikt wanneer jongeren en hun ouders bereid zijn tot gedragsverandering. Gedragsverandering is het meest effectief als er binnen verschillende leefdomeinen preventieve activiteiten plaatsvinden. Hoe vaker de risico’s van overmatig alcohol- en drugsgebruik herhaald worden op school, thuis en in de vrije tijd, des te groter is de kans dat jongeren hun gedrag aanpassen. Deze aanpak wordt ook wel de systeembenadering genoemd. Het alcohol- en drugsgebruik van jongeren wordt voor een belangrijk deel bepaald door hun omgeving; de houding van ouders en vrienden en de aanwezigheid van alcohol en drugs op schoolfeestjes, in de sportkantine, in de kroeg en het aanbod van alcohol in de supermarkt. Uit onderzoek blijkt dat het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren alleen kan worden teruggedrongen als de omgeving daarbij volop wordt betrokken. Een integrale en effectieve aanpak van overmatig alcohol- en drugsgebruik bestaat uit drie soorten activiteiten, ook wel pijlers genoemd: Pijler 1: bewustwording van de nadelige gevolgen van overmatig alcohol- en drugsgebruik. De Waterlandse samenleving moet weten wat de problemen zijn op dit moment en waarom ze moeten worden aangepakt. Pijler 2: afstemming en verbetering van de regels met betrekking tot alcohol en drugs. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen gewezen worden op hun verantwoordelijkheden met betrekking tot jongeren, alcohol en drugs en dat zij ondersteund worden bij het naleven van de regels. Pijler 3: effectieve handhaving van de regels door de gemeente, de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de politie. Het handhaven van alcohol- en drugsregels behoort tot de meest effectieve preventiemaatregelen die de gemeente kan nemen. 2.3. Actiepunten Hier wordt per pijler een aantal actiepunten voor Waterland benoemd. Het zijn voorbeelden waaruit de gemeente in samenwerking met alle betrokkenen een keuze zal moeten maken. Er zijn verschillende organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan de invulling van de verschillende pijlers. In de tabel op pagina 12 wordt per pijler aangegeven welke lokale, regionale en landelijke organisaties mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van de pijlers. Het is in ieder geval aan de gemeente om de samenwerking te organiseren.
7
Pijler 1. 1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
Maatregelen en activiteiten met een preventief karakter en gericht op bewustwording Algemene voorlichting Een artikelenreeks op de gemeentepagina in huis-aan-huisbladen en op de website van de gemeente. In een reeks artikelen wordt het publiek schriftelijk geïnformeerd over de gevolgen van alcohol en drugs op jongeren, hun ontwikkeling en worden tips gegeven. De GGD Zaanstreek-Waterland en Brijder Verslavingszorg kunnen hiertoe relevante artikelen aanleveren. Voorlichtingsmateriaal over de gevolgen van overmatig alcohol- en drugsgebruik verspreiden bij bibliotheken, ontmoetingsplekken en openbare gelegenheden in de gemeente. Het trimbosinstituut biedt gratis diverse materialen aan zoals stickers, flyers en posters. Landelijke folder ‘Voorkom alcoholschade bij uw kind’ huis-aan-huis verspreiden. Voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders, scholieren, studenten, EHBO-verenigingen, leerkrachten, sportverenigingen, dorpsraden en hulpverleners. Tijdens deze algemene voorlichtingsbijeenkomst leren de deelnemers meer over de werking van alcohol en drugs, de effecten op korte en lange termijn en trends in het gebruik van alcohol en drugs. Alcohol- en drugspreventie op school Stimuleren dat de Waterlandse basisscholen en de middelbare school alcohol- en drugspreventie nadrukkelijker op de agenda zetten5. In het overleg met de schoolbesturen kan hiertoe door de portefeuillehouder een dringende oproep worden gedaan. Het lesprogramma ‘Alcohol, een ander verhaal’6 aanbieden aan de basisscholen. De gemeente kan een deel van de kosten van het lesprogramma op zich nemen. Het digitale lesprogramma over alcohol en drugs aanbieden aan de middelbare school. Beide lesprogramma’s bestaan uit lesmateriaal, een docenteninstructie, een gastles en een ouderavond. Voorlichting op scholen door een ervaringsdeskundigen (ex-verslaafden). Alcohol- en drugspreventie ouders Voorlichtingsbijeenkomsten specifiek voor ouders van kinderen in de leeftijd van 10-15 jaar. Tijdens de bijeenkomst leren ouders hoe zij hun kind kunnen voorbereiden op de omgang met genotmiddelen, hoe zij het gebruik van alcohol en drugs bij hun kinderen kunnen herkennen, wat zij kunnen doen als hun kind gaat experimenteren, hoe zij weten of hun kind riskant alcohol of drugs gebruikt en wat ouders in die situatie het beste kunnen doen. Deze voorlichtingsbijeenkomsten zijn eventueel te combineren met de oudercursussen die in het kader van de opvoedingsondersteuning in de gemeente Waterland worden aangeboden. Alcohol- en drugspreventie in de vrije tijd De horeca, sportverenigingen, dorpshuizen, de scouting, sociaal-cultureel centrum en detailhandel wijzen op hun maatschappelijke rol ten aanzien van de beperking van overmatig alcohol- en drugsgebruik. Hiertoe kan door de portefeuillehouder een mailing verstuurd worden, waarin aandacht is voor de schadelijk gevolgen van alcohol en drugs, voorbeeldgedrag en hulpverlening.
Uit een inventarisatie van het aanbod en de vraag naar preventieactiviteiten voor Waterlandse basisscholen blijkt dat geen van de Waterlandse basisscholen de afgelopen twee jaar gebruik heeft gemaakt van de leskisten van de GGD. Er zijn ook geen projecten in het kader van alcohol en drugs uitgevoerd.
5
6
Het lespakket Alcohol, een ander verhaal is speciaal ontwikkeld voor de voorlichting aan jongeren in groep 7 en 8 van de basisschool. Deze methode zorgt voor een zinvolle samenhang tussen leeractiviteiten en roept bij leerlingen een grote motivatie en betrokkenheid op.
8
Stimuleren dat barvrijwilligers van sportverenigingen, horeca, culturele organisaties en dorpshuizen voldoende worden voorgelicht over de risico’s van alcohol- en drugsgebruik en de mogelijkheden van alcohol- en drugspreventie. Daartoe kan de gemeente ervoor kiezen deze groep een cursus aan te bieden waarin kennis van wettelijke voorschriften, kennis van de risico’s van (overmatig) alcohol- en drugsgebruik en kennis over hoe om te gaan met lastige situaties centraal staan. De Brijder kan de gemeente hiertoe een passend aanbod doen, op basis van een inventarisatie van vraag en aanbod. Voorlichtingsmateriaal over alcohol- en drugsgebruik aanbieden aan de horeca, sportverenigingen, dorpshuizen en detailhandel. Voorlichting aan jongeren in de leeftijd 12 tot 16 jaar tijdens de Fris-in-de-bolder feesten. Jongeren van het infoteam praten tijdens de feesten in de bolder met leeftijdsgenoten over alcohol en drugs. Het Infoteam is een vorm van "peer - educatie". "Peer" is een Engels woord dat "leeftijdgenoot" of "iemand zoals jij" betekent. Bij dit soort voorlichting is het uitgangspunt dat jongeren andere jongeren goed kunnen informeren omdat jongeren veel met elkaar gemeen hebben.. Voorlichting aan jongeren in de leeftijd 10 tot 15 jaar tijdens de tienerdisco in de Bolder. Jongeren van het drugsinfoteam praten tijdens de tienerdisco met leeftijdsgenoten over alcohol en drugs. Voorlichtingsbijeenkomst over de schadelijke gevolgen van alcohol voor jongeren van 16 tot 25 jaar. Wij kunnen ervoor kiezen om Unity in te zetten. Unity is een vorm van voorlichting waarbij jongeren geïnformeerd worden door jongeren (die getraind zijn om voorlichting te geven).
Pijler 2.
Maatregelen en activiteiten gericht op afstemming en verbetering van de naleving van landelijke en lokale regels met betrekking tot alcohol en drugs.
Alcohol Regelgeving is een belangrijk instrument in de aanpak van overmatig alcoholgebruik. Het instrument is vooral inzetbaar om de beschikbaarheid van alcohol voor bepaalde doelgroepen te beperken. Zo is in de Drank- en Horecawet (DHW) een verbod opgenomen voor het verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de vereiste leeftijd hebben bereikt. De leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcoholhoudende drank is daarbij vastgesteld op 16 jaar7. De landelijke overheid heeft regels in relatie tot de alcoholproblematiek opgenomen in verschillende wetten, zoals de Drank- en Horecawet, Gemeentewet, Wetboek van Strafrecht, Wegenverkeerswet 1994 en de Wet op de accijns. In de bijlage vindt u een overzicht van alle landelijke regels met betrekking tot alcohol. De gemeente heeft verschillende mogelijkheden om de landelijke regels op basis van de lokale situatie aan te vullen of aan te scherpen. De gemeente heeft op grond van de DHW bijvoorbeeld de mogelijkheid om de verkoop van alle alcoholhoudende drank in bepaalde typen inrichtingen of op bepaalde tijdstippen te verbieden, bijvoorbeeld in sportkantines, jeugdaccommodaties of tijdens jeugdevenementen. Hierdoor wordt de kans op verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren in een ongeschikte omgeving kleiner. Deze beperkingen en voorschriften kunnen zowel aan de horeca als aan de paracommerciële sector (bijvoorbeeld sportkantines, dorpshuizen en jeugdcentra) opgelegd worden. Het is belangrijk in onze aanpak naast de horeca ook aandacht te besteden aan de paracommerciële sector. Veel stichtingen en verenigingen bieden in zalen en kantines horecadiensten aan.
Minister Klink van VWS heeft begin augustus 2009 een wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet naar de Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel geeft gemeente meer bevoegdheden om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Zo worden de gemeenten in staat gesteld om de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol te verhogen tot 18 jaar en zijn burgemeesters voortaan belast met de uitvoering van de Drank- en Horecawet. Ook overweegt het kabinet de gemeenten de bevoegdheid te geven het bezit van alcoholhoudende drank door jongeren strafbaar te stellen. 7
9
Drugs Het landelijke drugsbeleid heeft als doelstelling de risico's van drugsgebruik voor het individu, zijn directe omgeving en de samenleving te beperken en zo veel mogelijk te voorkomen. De landelijke overheid heeft regels in relatie tot drugs opgenomen in de Opiumwet. De Opiumwet verbiedt het bezit, de productie en de handel in hard- en softdrugs. De burgemeester is op basis van de Opiumwet bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien er binnen voor het publiek toegankelijke gelegenheden (theehuizen, cafés, restaurants, winkels) drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel aanwezig zijn. De gemeente heeft op basis van de lokale situatie de mogelijkheid om enkele bepalingen uit de Opiumwet aan te scherpen. Voor de aanpak van drugsoverlast op straat kunnen bijvoorbeeld bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) worden opgenomen. De gemeente heeft verder de mogelijkheid het openlijk gebruik van drugs en het bijeenkomen van personen in verband met drugs te verbieden. In de bijlage vindt u een overzicht van de landelijke regels met betrekking tot drugs. Enkele voorbeelden van actiepunten zijn: 2.1.
2.2.
Landelijke en lokale regelgeving beter benutten Het inventariseren van de huidige regelgeving, het toezicht op en de handhaving van al bestaande regels met betrekking tot alcohol en drugs in onze gemeente. De inventarisatie vormt de basis voor de ontwikkeling van nieuwe regels of het desgewenst aanscherpen van de bestaande regelgeving. In gesprek gaan met sleutelpersonen (stichtingen en verenigingen, detailhandel en de horeca) die een rol spelen in de verkrijgbaarheid van alcohol en drugs om gemeenschappelijke uitgangspunten te verkennen, hun mogelijkheden om bij te dragen aan alcohol- en drugsmatiging te verkennen en onze ideeën over regulering te toetsen. Op basis van de gesprekken met sleutelpersonen de mogelijkheden onderzoeken of in het bestuursreglement van paracommerciële instellingen extra regels moeten worden opgenomen met betrekking tot: - het schenken van alcoholhoudende dranken op tijdstippen dat de jeugd traint, een wedstrijd heeft of anderszins in de kantine verblijft; - de prijzen en promotie van alcohol. Regels naleven Het is voor de naleving van de regels belangrijk dat het barpersoneel voldoende op de hoogte is van alle regels. Hiertoe kan de gemeente het horecapersoneel een cursus/training aanbieden waarin de huidige wet- en regelgeving centraal staan (zie actiepunten bij pijler 1 algemene voorlichting – vrije tijd).
Pijler 3.
Maatregelen en activiteiten gericht op een effectieve handhaving van de regels
De kracht van goede regelgeving zit niet zozeer in het stellen van regels als wel in de naleving en handhaving ervan. Ondanks het verbod op het verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar blijkt in de praktijk dat jongeren van 15 jaar er door onvoldoende handhavingcapaciteit in negen van de tien keer in slagen om alcohol te kopen. Daarnaast blijkt in de praktijk dat veel oudere vrienden (boven de 16 jaar) de alcohol kopen voor jongeren die nog geen 16 jaar zijn. De verkoop van alcohol aan jongeren onder de leeftijdsgrens kan met 35% tot 40% afnemen door een intensivering van de handhaving. Er zijn verschillende partijen betrokken bij de handhaving van de regels omtrent alcohol en drugs. De verantwoordelijkheid voor het handhaven van de DHW ligt met name bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)8. Als het om openbare orde en veiligheid gaat, handhaaft de politie in opdracht van de burgemeester de APV-regels. De politie heeft verder een algemene opsporingsbevoegdheid. De gemeente kan op basis van 8
Minister Klink van VWS heeft begin augustus 2009 een wetsvoorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet naar de Kamer gestuurd. In het wetsvoorstel is opgenomen dat burgemeesters voortaan worden belast met de uitvoering van de Drank- en Horecawet.
10
constateringen van de VWA of de politie een handhavingtraject opstarten en uiteindelijk een vergunning intrekken. Het openbaar ministerie (OM) is belast met de handhaving van de verbodsbepalingen in de Opiumwet. Het OM heeft richtlijnen opgesteld voor de opsporing en vervolging van overtredingen van de Opiumwet. Hoogste prioriteit heeft de in- en uitvoer van harddrugs. Opsporing en vervolging van het bezit van kleine hoeveelheden soft- en harddrugs voor eigen gebruik heeft de laagste prioriteit. 3.1.
Samenwerking Intensiveren samenwerking met de politie en de VWA om tot een betere naleving van de regels te komen. In overleg met de politie en de VWA uitvoeringsgerichte acties intensiveren, zoals strikte controle op naleving van de leeftijdsgrenzen, een frequente controle plaats laten vinden op alcohol en drugs in het verkeer, met name na sluitingstijd van de horeca en sport- en jongerenverenigingen, handhaving van de regelgeving bij verkooppunten. Melding door de politie van persoonsgegevens van dronken of drugsgebruikende jongeren onder de 16 jaar bij HALT of Brijder Verslavingszorg en hierover contact leggen met de ouders. Met de horeca afspraken maken over de verbetering van de naleving van de leeftijdsgrenzen en het verbod op doorschenken bij dronkenschap en de sanctionering bij overtreding. Dergelijke afspraken zijn in het kader van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) in Monnickendam al met horecaondernemers gemaakt. Met de detailhandel afspraken maken over verbetering naleving leeftijdsgrenzen en de sanctionering bij overtreding.
2.4 Financiële kaders Voor de aanpak van alcohol en drugs wordt gebruik gemaakt van de beschikbare financiële middelen vanuit de jeugdnota 2007-2009 en de nota gezondheidsbeleid 2008-2011. In de jeugdnota is voor de uitvoering van preventieactiviteiten in het kader van alcohol en drugs vanaf 2007 jaarlijks € 4.000,00 geraamd. Voor de uitvoering van de prioriteiten die voortvloeiend uit de vaststelling van de nota gezondheidsbeleid is jaarlijks structureel € 2.000,- geraamd. Baten 2009 Preventie activiteiten alcohol en drugs Uitvoering prioriteiten nota gezondheidsbeleid Totaal
€ 4.000 € 2.000 € 6.000
Ambtelijke inzet Naast het beschikbare budget zal de gemeente ambtelijke uren inzetten. Voor de meeste betrokken partijen (politie, Voedsel en Waren Autoriteit, de GGD Zaanstreek-Waterland en Brijder Verslavingszorg) behoort de betrokkenheid bij de uitvoering van het alcoholbeleid (in elk geval ten dele) tot hun reguliere takenpakket. In de praktijk kost alles echter meestal meer tijd dan voorzien. Het is essentieel dat daarover vooraf afspraken worden gemaakt. 2.5. Uitvoering en planning Het is belangrijk om alle betrokkenen vroegtijdig te betrekken bij en te informeren over onze doelstellingen, plannen en de essentie van samenwerking. Hiertoe worden vier bijeenkomsten (ingedeeld op basis van de kernen) georganiseerd. Deze bijeenkomst met betrokkenen en partners in het veld heeft als doel om op basis van deze startnotitie gezamenlijk te bespreken wat iedereen belangrijk vindt, waar iedereen aan wil bijdragen en welke mogelijkheden er zijn voor onze gemeente om uitvoering te geven aan het alcohol- en drugsbeleid. Op basis van de bijeenkomsten kunnen prioriteiten worden gesteld en kan de definitieve aanpak worden bepaald. De definitieve aanpak wordt verwoord in een uitvoeringsplan. Bij de uitvoering van het beleid is 11
de inbreng van de ondermeer de politie, de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA), de GGD Zaanstreek-Waterland, Brijder Verslavingszorg, de jongerenorganisaties (o.a. Scouting Waterland, SJILP Jongerenvereniging Ilpendam, Stichting Marker Jongeren en Sociaal Cultureel Centrum De Bolder), de sportverenigingen, de horecaondernemers, Horeca Nederland, de detailhandel, het onderwijs, de dorpsraden, de huisartsen en GGZ Dijk en Duin onmisbaar. Activiteiten Startbijeenkomsten Uitvoeringsplan Besluitvorming uitvoeringsplan Start uitvoering
Planning Juli 2010 4e kwartaal 2010 4e kwartaal 2010 1e kwartaal 2011
2.6. Evaluatie Op basis van de startbijeenkomsten wordt een uitvoeringsplan gemaakt. In het uitvoeringsplan worden de beoogde resultaten verder uitgewerkt (‘SMART’ gemaakt) en worden de financiële gevolgen aangegeven. De uitkomsten van het uitvoeringsplan worden jaarlijks geëvalueerd aan de hand van de resultaten van de gezondheidsenquête. Het is belangrijk om te evalueren of de lokale inspanningen succesvol zijn geweest. De gegevens van de nulmeting (de gezondheidsenquête 2005 van de GGD Zaanstreek-Waterland) worden hiertoe afgezet tegen de nieuwe gegevens uit de gezondheidsenquête 2012.
12
Schema 1. Er zijn verschillende organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan de invulling van de verschillende pijlers. Hieronder wordt per pijler aangegeven welke lokale, regionale en landelijke organisaties mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van de pijlers. Het is aan de gemeente om de samenwerking te organiseren. Pijler 1. Bewustwording Algemene voorlichting
Actiepunten
Actoren
Publiceren artikelenreeks Verspreiding voorlichtingsmateriaal Algemene voorlichtingsbijeenkomsten
Gemeente, GGD ZW, Brijder, Trimbos instituut Gemeente, GGD ZW, Brijder, Trimbos instituut, Bibliotheken Gemeente, GGD ZW, Brijder, Trimbos instituut
Stimuleren scholen Uitvoering lesprogramma’s op scholen
Gemeente, Basisscholen, Voortgezet onderwijs (Bernard Nieuwetijt) Brijder, GGD ZW, Basisscholen, Voortgezet onderwijs
Voorlichtingsbijeenkomst ouders
Gemeente, Brijder, GGD ZW, scholen
Alcohol- en drugspreventie op school
Alcohol- en drugspreventie ouders Alcohol- en drugspreventie vrije tijd Mailing horeca, detailhandel en paracommerciële sector Cursus barvrijwilligers
Gemeente, Brijder, GGD ZW, Horeca, Detailhandel, Paracommerciële instellingen (sportverenigingen, dorpshuizen). Brijder, GGD ZW, Horeca, Paracommerciële instellingen (sportverenigingen, dorpshuizen). Voorlichtingsmateriaal aanbieden aan de horeca, Gemeente, Brijder, GGD ZW, Trimbos, Horeca, Paracommerciële sportverenigingen, dorpshuizen en detailhandel. instellingen (sportverenigingen, dorpshuizen), detailhandel Info-team tijdens feesten in de Bolder Brijder, SCC De Bolder Voorlichtingsbijeenkomst jongeren 16 tot 25 jaar Gemeente, Brijder, GGD ZW, SCC De Bolder, sportverenigingen, scholen Pijler 2. Regelgeving Regelgeving benutten Inventarisatie wet- en regelgeving Gesprekken stichtingen en verenigingen, detailhandel
Gemeente (afdelingen Z&W en AJZ) Gemeente, Horeca, Paracommerciële sector, detailhandel
13
en de horeca Regels naleven Cursus barvrijwilligers (zie pijler 1).
Zie pijler 1.
Intensiveren samenwerking politie en VWA Contact Halt en Brijder Intensiveren uitvoeringsgerichte acties In gesprek met horeca en detailhandel
Gemeente, Politie en VWA Gemeente, Politie, Halt, Brijder Gemeente, Politie, VWA Gemeente, Horeca, Detailhandel
Pijler 3. Handhaving Samenwerking
14
Bijlage 1.
Overzicht landelijke regels alcohol
Leeftijdsgrenzen In de Drank en Horeca Wet (artikel 20) is een verbod opgenomen voor het verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de vereiste leeftijd hebben bereikt. De leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcoholhoudende drank is 16 jaar. Alle kant en klare mixdrankjes onder de 15% zijn zwakalcoholische dranken en mogen verkocht worden aan jongeren van 16 jaar en ouder. Voor sterke drank geldt een grens van 18 jaar. De ondernemer moet voordat hij verstrekt, zeker weten dan de koper oud genoeg is. Dat wordt vastgesteld aan de hand van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs). Ook de zogenaamde wederverstrekking (verkoop aan een persoon die oud genoeg is, waarbij de drank kennelijk is bestemd voor iemand van wie niet is vastgesteld dat hij/zij 16 of 18 jaar is) is verboden. Verder moeten de geldende leeftijdsgrenzen op een duidelijke wijze zichtbaar zijn in het bedrijf. Vergunningen De DHW regelt de distributie van alcoholhoudende drank door onder meer een vergunningenstelsel. Zo’n stelsel geldt voor de verkoop van alcoholhoudende drank in cafés, restaurants, sportkantines, e.d., maar ook van sterke drank in slijterijen. Na een grondig onderzoek (naar inrichting en ondernemers) wordt deze vergunning door het college van B&W verstrekt. De toetsingscriteria, weigeringsgronden, intrekkingsgronden en vervalgronden staan omschreven in de DHW. Het is van belang dat het vergunningenbestand regelmatig wordt gecontroleerd, om na te gaan of de vergunningen nog rechtsgeldig zijn. Dit kan door een bezoek aan het bedrijf en een check met behulp van gegevens van de Kamer van Koophandel. Paracommerciële instellingen, zoals buurthuizen, sportkantines en jongerencentra waar in eigen beheer, tegen betaling, alcoholhoudende drank geschonken wordt, moeten voor het verkrijgen van een DHW-vergunning een bestuursreglement opstellen. Dat bevat afspraken en voorschriften die gericht zijn op verantwoord alcoholgebruik. De gemeente toetst het bestuursreglement. Doortappen In de DHW is het horecaondernemers en slijters verboden de aanwezigheid toe te laten van personen die dronken zijn of onder invloed van andere psychotrope stoffen (zoals drugs) verkeren (artikel 20, lid 7). Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat mensen zich dronken of onder invloed in een horecagelegenheid of slijterij ophouden. Artikel 252 Wetboek van Strafrecht verbiedt dat drank wordt verkocht of toegediend aan dronken personen, dat kinderen beneden de 16 jaar dronken worden gevoerd, of dat iemand door geweld of bedreiging wordt gedwongen alcohol te drinken. Met dit artikel wordt het doorschenken aan personen onder invloed voorkomen. Dronkenschap Het Wetboek van Strafrecht regelt in artikel 453 de strafbaarheid van openbare dronkenschap. Artikel 426 regelt de strafbaarheid van dronkenschap in relatie tot het verstoren van de openbare orde. Alcohol en verkeer De Wegenverkeerswet stelt regels (artikel 8, lid 2) t.a.v. het maximum bloedalcoholgehalte in relatie tot het besturen van een voertuig: • 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed • 0,2 milligram alcohol per milliliter bloed voor beginnende bestuurders (gedurende de eerste vijf jaar na het behalen van het rijbewijs).
15
Bijlage 2.
Overzicht landelijke regels en mogelijkheden lokale regels drugs
Opiumwet De Opiumwet hanteert een verbodsbepaling (via een lijst) van drugs. Dit geldt zowel voor harddrugs als softdrugs. Het justitiële beleid In de landelijke richtlijnen van het OM wordt ten aanzien van de oplossing en vervolging van Opiumwetdelicten uitgegaan van een strikte scheiding tussen harddrugs en softdrugs, alsmede van een strikt onderscheid tussen drugshandelaar en drugsgebruiker. Op grond van deze richtlijnen wordt justitieel aan de handel in softdrugs in kleine hoeveelheden, zoals die in coffeeshops plaatsvindt, geringe prioriteit toegekend. Door het OM worden met betrekking tot het vervolgingsbeleid van de handel in softdrugs de volgende criteria gehanteerd (de zogenaamde AHOJ-G criteria): 1. A = geen affichering/reclame; 2. H = geen handel in harddrugs; 3. O = geen overlast door verkoop voor de nabije omgeving; 4. J = geen verkoop aan jeugdigen (beneden 18 jaar); 5. G = geen verkoop van grote hoeveelheden (max. 5 gram/eigen gebruik). Bij overtreding van één of meer van deze criteria wordt tot vervolging overgegaan. De ruimte voor het gemeentelijk beleid Sinds 21 april 1999 is artikel 13b van de Opiumwet van kracht. Beter bekend onder de naam ‘Wet Damocles’. Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid bestuursdwang toe te passen indien in coffeeshops, cafés, of andere voor publiek toegankelijke lokalen soft- of harddrugs worden verhandeld. Voluit luidt het betreffend artikel lid l: De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven een middel bedoeld in artikel 2 of 3 wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Deze bestuursdwangbevoegdheid is van toepassing op alle gelegenheden die vrijelijk toegankelijk zijn. Primair valt te denken aan coffeeshops, theehuizen, cafés, (afhaal)restaurants, maar daarnaast ook aan winkels (zoals soft- en growshops), maar ook (tijdelijke) beurzen en tentoonstellingsruimten. Ook dealpanden waar uitsluitend of hoofdzakelijk harddrugs worden verkocht vallen onder de werking van de Damocles-regeling, mits deze voor het publiek toegankelijk zijn. Dealpanden die in gebruik zijn als woning of overigens een besloten karakter hebben, als schuren, garages, sociëteiten etc. vallen niet onder de Damocles-regeling. Tegen overlast uit deze panden kan worden opgetreden op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. Waarvan lid l luidt: De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten indien door gedragingen de openbare orde wordt verstoord. Terwijl lid 2 spreekt over ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde. De vervolging en strafoplegging van delicten op grond van de Opiumwet zijn uiteraard voorbehouden aan het OM die zich hierbij in het kader van het opsporingsonderzoek bedient van de politie. De gemeente heeft een eigen regeling (bijvoorbeeld een verordening en/of een beleid) op grond waarvan opgetreden zou kunnen/moeten worden. Aangezien de Opiumwet reeds een verbodsbepaling bevat voor de handel in soft- en harddrugs is de ruimte voor de gemeente om regelend op te treden beperkt. Voorkomen moet worden dat eventuele verordonneerde verbodsbepalingen in een gerechtelijke procedure onverbindend worden verklaard in verband met strijdigheid met een hogere regeling. De gemeente heeft de mogelijkheid de bepalingen uit de Opiumwet aan te vullen. Op basis van de zgn. motieftheorie mag de gemeente regels stellen met betrekking tot een onderwerp (drugs) dat een wet reeds regelt indien dit vanuit een ander motief gebeurt dan die wet voor ogen heeft. Een gemeente mag zich dus niet op het terrein begeven dat de wetgever voor ogen heeft. De motieven waarbij de gemeente zijn regels (bij verordening) dan wel beleidsregels kan stellen zijn; openbare orde, veiligheid, uiterlijk aanzien van de gemeente,
16
zedelijkheid en (overlast voor) woon- en leefklimaat ook wel de randverschijnselen van de drugsproblematiek genoemd. Op grond van deze motieven kan een gemeente optreden tegen inrichtingen waar handel en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat door jurisprudentie is bepaald dat bij verkoop van harddrugs vanuit een inrichting de gemeente niet hoeft aan te tonen dat sprake is van verstoring van de randverschijnselen; bij harddrugs wordt dit door de rechter zonder meer aangenomen (dit in tegenstelling tot softdrugs).
17
Bijlage 3.
Startbijeenkomsten beperking alcohol en drugs
In onderstaande tabel worden de actoren weergegeven die in ieder geval uitgenodigd worden voor de startbijeenkomsten beperking alcohol- en drugsgebruik in Waterland. Politie Zaanstreek-Waterland Onderwijs Horecaondernemers GGD Zaanstreek-Waterland Brijder Verslavingszorg/ Trimbos instituut Jongerenorganisaties
Basisscholen Voortgezet onderwijs Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan
Scouting Waterland SJILP Jongeren Vereniging Ilpendam St. Buurt- en Clubhuiswerk Ilpendam Stichting Marker Jongeren Sociaal Cultureel Centrum De Bolder
Sportverenigingen Dorpsraden Dorpshuizen Huisartsen EHBO- & Reanimatieverenigingen Horeca Nederland Detailhandel GGZ Dijk en Duin Horeca Nederland Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) HALT
18