Rapportage
Alcohol- en drugsgebruik door jongeren in de gemeente Beesel
November 2011 Vincent van Gogh Afdeling Preventie en Informatie Verslavingspreventie Bert Vinken Dennis Sanders Suzanne Brugman Opdrachtgever: Gemeente Beesel
Inhoudsopgave Inleiding
3
Doel- en vraagstellingen
4
Onderzoeksmethode
4
Literatuurstudie
6
Alcoholgebruik onder jongeren
6
Drugsgebruik onder jongeren
7
Problemen die samenhangen met alcohol- en drugsgebruik
8
Factoren die invloed hebben op het alcohol- en drugsgebruik van jongeren
9
Risicogroepen
10
Preventie van riskant middelengebruik
10
Resultaten veldonderzoek
12
Interviews professionals
12
Interviews jongeren
14
Focusgroep
16
Conclusies en aanbevelingen
17
Conclusies
17
Aanbevelingen
18
Referenties
20
Bijlagen
21
2
Inleiding In de gemeente Beesel wonen ongeveer 2100 jongeren tussen de 12 en 25 jaar. Er is een netwerk Jeugd opgezet waaraan professionals deelnemen die vanuit hun werk preventief (of repressief) betrokken zijn bij jongeren. Er komen steeds meer signalen bij de gemeente binnen over problemen en overlast met jongeren op straat. Burgers geven vaak aan dat die mogelijk samenhangen met het gebruik van alcohol en drugs. Vanuit het netwerk jeugd is er geen duidelijk beeld hoe het alcohol- en drugsgebruik in de gemeente is. De geruchten alleen zijn te weinig om hier een goed beleid op te maken. In het nieuwe jeugdbeleid wil de gemeente ingaan op deze signalen en er in samenwerking met jongeren en de partners acties op inzetten. Dit is voor de gemeente aanleiding geweest om contact op te nemen met de afdeling Verslavingspreventie van Vincent van Gogh. In overleg is besloten om een onderzoek uit te voeren naar het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren in de gemeente. Aangezien het van belang is dat de gemeente de informatie op korte termijn ter beschikking heeft om dit mee te nemen in het jeugdbeleid, is er gekozen om een RAR uit te voeren. RAR staat voor Rapid Assessment and Response. Met een RAR kan men op snelle, efficiënte en betrouwbare wijze een beeld krijgen van het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. In dit rapport vindt u allereerst de doel- en vraagstellingen van dit onderzoek. Ook kunt u een korte beschrijving van de gebruikte methode lezen. Verder wordt er verslag gedaan van de bestaande literatuur omtrent het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren. Vervolgens vindt u de resultaten van het onderzoek. Tot slot worden er conclusies en aanbevelingen beschreven. Het laatste gedeelte van het rapport bestaat uit een aantal bijlagen.
3
Doel- en vraagstellingen Doel van het onderzoek Dit kwalitatieve onderzoek heeft twee hoofddoelen. 1. Ten eerste is het onderzoek gericht op het aanleveren van gegevens omtrent de aard en omvang van het gebruik van alcohol en drugs door jongeren van 12 tot en met 25 jaar in de gemeente Beesel. 2. Op basis van de gegevens zullen concrete adviezen worden geformuleerd, die mede richting zullen geven aan een door de gemeente op te stellen plan van aanpak gericht op het terugdringen van (excessief) alcohol- en drugsgebruik met de focus op preventie.
Vraagstellingen De vraagstellingen die tijdens het onderzoek worden gehanteerd zijn: •
In welke omvang worden alcohol en drugs gebruikt door de jongeren in de gemeente Beesel?
•
Is er een verschil tussen jongens en meisjes wat betreft het gebruik van alcohol en drugs?
•
Waar wordt alcohol en drugs genuttigd door de jongeren?
•
Waar wordt alcohol en drugs gekocht door jongeren?
•
Is er een verschil in alcohol- en/of drugsgebruik tussen verschillende jeugdgroepen?
•
Naar welke uitgaansgelegenheden gaan jongeren? Is dit binnen of buiten de gemeente? En gebruiken jongeren alcohol en/of drugs tijdens het uitgaan?
•
Welke preventieve interventies kunnen worden ingezet om het (excessief) alcohol- en drugsgebruik terug te dringen?
Onderzoeksmethode Binnen het onderzoek wordt de RAR methode toegepast. Deze methode is gebruikt om snel, efficiënt en betrouwbaar een beeld te krijgen van het gebruik van alcohol en andere partydrugs. Daarnaast geeft deze methode advies over het preventiebeleid voor de toekomst. Deze RAR bestaat uit een aantal stappen: •
literatuuronderzoek
•
semi-gestructureerde interviews met sleutelfiguren
•
afnemen vragenlijsten bij jongeren
•
focusgroep Het literatuuronderzoek geeft een beeld van wat bekend is over alcohol- en drugsgebruik door
jongeren in Nederland en in de regio. Daarnaast levert bestudering van beleidsdocumenten ook informatie op over mogelijke interventies. Via de interviews met sleutelfiguren (vragenlijst bijlage 1), personen die in nauw contact staan met de doelgroep en/of de doelgroep vertegenwoordigen, ontstaat een beeld van de problematiek rondom middelengebruik (tijdens het uitgaan) op lokaal niveau. Ook leveren de interviews informatie op over welke van de mogelijke interventies ontwikkeld of geïmplementeerd kunnen worden.
4
Jongeren worden benaderd op relevante plaatsen als uitgaansgelegenheden, op straat of in openbare gelegenheden. Zij beantwoorden vragenlijsten (bijlage 2) en leveren hiermee informatie vanuit de doelgroep. Tot slot wordt de focusgroep met sleutelfiguren gebruikt om de eerste resultaten van het onderzoek te bespreken en wordt gepeild wat mogelijke of gewenste preventieve interventies zijn. Door triangulatie van de gegevens uit literatuur, professionals, doelgroep en focusgroep komen we tot gerichte aanbevelingen voor preventie.
5
Literatuurstudie Alcoholgebruik onder jongeren
Landelijk Alcohol is nog steeds het meest gebruikte psychoactieve middel onder jongeren (Doekhie, Nabben & Korf, 2010). In de periode 2007 – 2009 deed het CBS onderzoek naar de leefstijl van jongeren (Ewalds & van der Mooren, 2011). Hierbij werd het gebruik van alcohol door jongeren onder de loep genomen. Uit de gegevens van dit onderzoek komt naar voren dat ruim 19% van de jongeren tussen 15 en 25 jaar minstens één keer per week 6 glazen of meer op een dag dronk. Deze jongeren kunnen zware drinkers worden genoemd. Er is een aanzienlijk verschil te zien tussen jongens en meisjes. Van de jongens behoorde 28% tot de zware drinkers. Van de meisjes was dit 11%. Ook was er een belangrijk leeftijdsverschil te zien. Van de jongeren tussen de 15 en 19 jaar kwam 15% naar voren als zware drinker. Onder de jongeren tussen 20 en 24 jaar was dit 23%. Het aantal leerlingen op middelbare scholen dat ooit alcohol heeft gebruikt in 2007 is licht gedaald ten opzichte van 2003 (van 85% naar 79%). Ook het actuele gebruik onder leerlingen is tussen 2003 en 2007 enigszins afgenomen. In 2003 dronk 58% van deze jongeren en in 2007 was dit 51%. Deze afnames onstaan met name doordat het ooit-gebruik en actueel gebruik onder 12- en 13jarigen is afgenomen (Monshouwer et al., 2007). Bier is onder jongens nog steeds de meest populaire alcoholische drank. De meisjes kiezen voornamelijk voor zoete drankjes en wijn. De populariteit van Breezers lijkt het laatste jaar af te nemen. Daarentegen lijken meisjes vaker te kiezen voor nieuwe premix-drankjes (bv. Bacardi Coco, Bacardi Razz) (Doekhie, Nabben & Korf, 2010). Het indrinken voor het uitgaan komt zowel in steden als op het platteland veel voor, met name onder de jongste uitgaanders. De indrinklocaties kunnen verschillen van thuis of bij vrienden tot keten en hangplekken op straat. Wanneer er landelijk gekeken wordt naar de verspreiding van alcoholgebruik per subcultuur, dan is te zien dat jongeren in de hardcorescene en de underground dancescene het meest drinken. In de alternatieve urbanscene wordt het minste gedronken. Ook is er een verschil te zien tussen de stedelijke en rurale gebieden. Jongeren op het platteland lijken meer te drinken dan jongeren in de steden. Autochtone jongens drinken meer dan meisjes en allochtone jongens.
Regionaal Noord- en Midden Limburg In de gemeente Horst aan de Maas is in 2008 een onderzoek gedaan naar het alcoholgebruik onder jongeren (Fleuren, Vinken, Bosman et al., 2008). Hieruit komt naar voren dat jongeren van 13 – 14 jaar thuis of in keten beginnen met drinken. Vanaf 16 jaar gaan jongeren ook alcohol consumeren in horecagelegenheden en jongerensozen. Opvallend is dat jongeren weinig grenzen ervaren van hun ouders wat betreft het alcoholgebruik. In een onderzoek naar alcohol- en drugsgebruik in keten in de omgeving Venlo-Venray komt naar voren dat het drinken van alcohol in keten als normaal wordt gezien door jongeren (Preventie & Informatie GGZ Noord- en Midden Limburg, 2007). Jongeren
6
drinken hier over het algemeen in de weekenden en de hoeveelheid die er per avond wordt gedronken ligt boven de norm van zware drinker. Uit een onderzoek naar alcohol- en drugsgebruik in Weert en Nederweert (Compagne, Vinken, Wenmakers et al., 2006) komt naar voren dat veel jongeren vanaf ongeveer 15 jaar wekelijks drinken. Jongeren drinken gemiddeld 10 glazen alcohol tijdens het uitgaan.
Drugsgebruik onder jongeren
Landelijk Cannabis (hasj en wiet). In 2007 had ongeveer 17% van de jongeren tussen 12 en 18 jaar weleens cannabis gebruikt. Rond 14-jarige leeftijd vindt er een sterke toename plaats wat betreft het aantal jongeren dat ooit cannabis heeft gebruikt. Dit geldt voor zowel jongens als meisjes. Op 17- tot 18-jarige leeftijd is ongeveer de helft van de jongens en eenderde van de meisjes in aanraking gekomen met cannabis (Monshouwer et al., 2007). Het CBS meldt dat in 2007-2009 het aantal Surinaamse en Antilliaanse jongeren dat cannabis gebruikte groter was dan het aantal autochtone jongeren. Turkse en Marokkaanse jongeren gebruikten echter minder cannabis dan autochtone jongeren (Ewalds & Van der Mooren, 2010). Van de actuele gebruikers in 2007 had ruim de helft niet meer dan één à twee keer cannabis gebruikt in de afgelopen maand. Ongeveer eenderde van de jongeren kreeg in 2007 de cannabis van vrienden. Vier op de tien jongeren kwam weleens in de coffeeshop om cannabis te kopen. Een aanzienlijk deel van deze jongeren was nog geen 18, wat de leeftijdsgrens is voor toegang tot de coffeeshop. Het is echter niet bekend of deze jongeren zelf de cannabis kochten of anderen dit lieten kopen (Van Laar, Cruts, Van Ooyen-Houben, et al., 2010). Een onderzoek naar alcohol- en drugsgebruik onder Amsterdamse jongeren laat zien dat er in het uitgaansleven een dalende trend is in het gebruik van cannabis (Nabben, Benschop & Korf, 2009). Ecstasy (XTC) is onder jongeren de meest gebruikte harddrug. Ongeveer 2,4% van de scholieren tussen 12 en 18 jaar heeft in 2007 ooit ecstasy gebruikt. Daarbij was 0,8% van de scholieren een actuele gebruiker (Monshouwer et al, 2008). XTC wordt gezien als een partydrug. Uitgaanders gebruiken dus vaker ecstasy dan de algemene bevolking. In een onderzoek in de uitgaansgelegenheden van Amsterdam in 2005 werd aangetoond dat één op de vijf clubbezoekers een actuele gebruiker van XTC was. Het gebruik van XTC komt voornamelijk voor in de dancescene (Doekhie, Nabben & Korf, 2010). Amfetamine (speed). In 2007 had 1,9% van de jongeren tussen 12 en 18 ooit amfetamine gebruikt. Het aantal actuele gebruikers in deze leeftijdscategorie was 0,8% (Van Laar et al., 2010). Volgens gegevens uit 2009 is het gebruik van amfetamine in het zuiden van het land (waaronder in Limburg) het meest populair. Met name in rurale gebieden lijkt speed een populair middel. Jongeren die zich bevinden in de ‘hardcorescene’ gebruiken over het algemeen meer amfetamine dan andere jongerengroepen. Cocaïne (snuifcocaïne). Ongeveer 1,7% van de jongeren tussen 12 en 18 had in 2007 ooit eens cocaïne gebruikt. Ook waren er weinig actuele gebruikers in die leeftijdscategorie: 0,8% van de jongeren gaf aan in de afgelopen maand cocaïne te heben gebruikt (Monshouwer et al, 2008).
7
NL.Trendwatch geeft aan dat cocaïne in vergelijking met andere harddrugs minder scenegebonden is. In het uitgaansleven is cocaïne met name bij oudere uitgaanders populair. GHB wordt door middelbare scholieren weinig gebruikt. Volgens de gegevens van 2007 had 0,6% ooit eens GHB gebruikt. Onder jongeren van het speciaal onderwijs komt GHB-gebruik vaker voor. Het percentage van deze leerlingen tussen 12 en 16 jaar dat ooit GHB gebruikt heeft lag tussen de 3,1% en 7,1%, afhankelijk van leeftijd en schooltype (Monshouwer et al., 2008)..
Tabel 1: Percentage drugsgebruikers onder middelbare scholieren (12 t/m 19 jaar) in 2007 Drug
Ooitgebruik (%)
Actueel gebruik (%)
jongens
meisjes
jongens
meisjes
cannabis
19,3
13,9
9,9
6,2
XTC
2,7
2
1,2
0,4
cocaïne
2,0
1,3
1,1
0,4
amfetamine
2,3
1,4
1,2
0,4
paddo's
3,4
1,2
0,9
0,3
heroïne
0,9
0,7
0,6
0,2
4,4
3,2
2,2
0,9
enige harddrug (cocaïne, amfetamine, heroïne of XTC) Bron: Monshouwer et al., 2008
Regionaal Noord- en Midden Limburg Uit een kwalitatief onderzoek naar middelengebruik onder keetbezoekers in de gemeenten Venlo en Venray, komt naar voren dat er vrijwel geen keetbezoekers harddrugs gebruiken. In vergelijking met geïnterviewde jongeren die geen keten bezochten, gebruikten jongeren wel vaker cannabis. Ook in Weert en Nederweert is cannabis de meeste gebruikte drug onder de jongeren. Jongeren gebruiken wiet en hasj voornamelijk voordat zij uitgaan. Dit wordt bijvoorbeeld op straat of in het park gedaan. Stimulerende middelen (cocaïne, amfetamine en XTC) werden door 3,8% van de ondervraagde jongeren gebruikt. Hiervan was XTC het meest populair. Verdovende middelen zoals heroïne en GHB werden nauwelijks gebruikt door de ondervraagden.
Problemen die samenhangen met alcohol- en drugsgebruik Het gebruik van alcohol en drugs door jongeren wordt vaak in verband gebracht met verschillende problemen. Middelbare scholieren tussen 12 en 16 jaar die wekelijks drinken vertonen bijvoorbeeld meer delinquent en agressief gedrag dan jongeren die niet wekelijks drinken. Dit verband is met name sterk bij de jongste leeftijdsgroepen. Ook scholieren die regelmatig cannabis gebruiken, vertonen meer delinquent gedrag, zijn vaker agressief en hebben meer schoolproblemen (lagere cijfers, spijbelen) dan scholieren die geen cannabis gebruiken (Van Laar et al., 2010). Overigens kan hier niet worden gesproken over oorzaken en gevolgen. Het is mogelijk dat alcohol en drugs leiden tot
8
probleemgedrag, echter probleemgedrag kan ook voorafgaan aan middelengebruik. Probleemgedrag en middelengebruik kunnen ook beide onderdeel zijn van een breder probleem (Van Laar et al., 2010). Naast probleemgedrag zijn er ook relaties gevonden tussen middelengebruik en psychische problemen. Bij 12- en 13-jarigen die wekelijks alcohol drinken, komen vaker angst- en depressieve klachten voor. Cannabis vergroot het risico op een psychotische stoornis. Dit risico wordt groter bij frequenter cannabisgebruik. Eén van de lichamelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik van jongeren is een alcoholintoxicatie. Uit cijfers blijkt dat het aantal ziekenhuisopnames de afgelopen jaren is gestegen. In 2009 was dit aantal 25% hoger dan in 2008 (Van Dalen, Van Hoof, van der Lely et al., 2009). De aantallen zijn mogelijk een onderschatting, aangezien niet alle ziekenhuizen participeren in het registratiesysteem voor alcoholintoxicaties bij jongeren. Aan de andere kant kan toenemende aandacht van de media voor alcoholintoxicaties bij jongeren te maken hebben met een toename van jongeren die in het ziekenhuis worden opgenomen. Mogelijk worden jongeren door ouders nu eerder naar het ziekenhuis gebracht, waar een aantal jaar geleden deze jongeren thuis bleven of naar de huisartsenpost werden gebracht. Ziekenhuisopnames die in verband worden gebracht met drugsgebruik, komen minder voor. Vaak is het gebruik van middelen een nevendiagnose. Cocaïnegebruik wordt het meest als nevendiagnose gegeven bij problemen met de ademhalingswegen en bij letsel door ongelukken. Ziekenhuisopnames door GHB lijken de laatste jaren fors te stijgen. Ongeveer 15% van deze opnames betrof jongeren tussen de 15 en 19 jaar (Van Laar et al., 2010). Middelengebruik leidt bij sommige gebruikers tot middelenafhankelijkheid. Van alle hulpzoekenden bij de verslavingszorg in 2008 was 10% jonger dan 25 jaar. Van de jongeren tot en met 18 jaar zoekt ongeveer 10 op de 10.000 hulp bij de verslavingzorg, tegenover 49 op de 10.000 van de jongeren tussen 18 en 25 jaar. Hoewel hier een groot leeftijdsverschil te zien is, is het aantal aanmeldingen door jongeren onder de 18 in 2008 met 35% procent gestegen ten opzichte van 2004. Het aantal aanmeldingen door jongeren boven de 18 groeide met 5%. In 2008 werd er met name een sterke toename in cannabis- en alcoholproblematiek gezien. Bij aangemelde jongeren komen hulpvragen omtrent cannabis het meeste voor. Het aantal jongeren die problemen hebben met harddrugs is tussen 2004 en 2008 afgenomen (IVZ, 2010).
Factoren die invloed hebben op het alcohol- en drugsgebruik van jongeren Vooral ouders hebben invloed op het alcoholgebruik van jongeren. Zij kunnen met name invloed uitoefenen op het moment dat hun zoon of dochter begint met drinken. Uit onderzoek blijkt dat duidelijke regels en controle hierop door ouders met name veel invloed hebben op het alcoholgebruik onder jongeren tot een jaar of 14. Daarna lijken vrienden steeds meer invloed te krijgen op het gedrag van jongeren. Ouders lijken met name het begin van drinken te kunnen beïnvloeden, terwijl vrienden voornamelijk invloed hebben op de hoeveelheid alcohol die wordt gedronken (Van der Zwaluw, Scholte, Vermulst et al., 2008).
9
De invloed van de media op het alcoholgebruik van jongeren staat regelmatig ter discussie. In een review van Smith en Foxcroft (2009) wordt gesteld dat meerdere studies aantonen dat het zien van alcoholreclames invloed heeft op het begin van alcoholgebruik bij jongeren. Hoe reclames dit precies kunnen beïnvloeden, is echter onduidelijk. Mogelijk beïnvloeden reclames de gedachten en verwachtingen over alcohol en vervolgens het gedrag. Wat betreft drugsgebruik onder jongeren lijken verschillende factoren een duidelijke rol te spelen. Allereerst is gebruik van tabak op jonge leeftijd een risicofactor voor het beginnen met drugs. Jongeren die rond 12 jaar starten met roken, beginnen ook vaker met andere drugs. Ook het aantal rokende vrienden heeft invloed op het starten met cannabis en andere middelen. Daarnaast is het kennen van iemand die drugs gebruikt een risicofactor voor jongeren om zelf ook te starten (Korhonen, Huizink, Dick et al., 2008).
Risicogroepen Uit de literatuur komen landelijk verschillende groepen naar voren die meer alcohol- en drugsgebruik laten zien ten opzichte van de gemiddelde populatie Nederlandse jongeren. Wat betreft cannabis lijken gedetineerde jongeren, jongeren in jeugdzorg, school drop-outs, buurtjongeren en dak- en thuisloze jongeren meer te gebruiken dan andere jongeren. Het drinken van alcohol komt in alle jongerengroepen voor. Autochtone jongeren (met name de jongens) drinken wel beduidend vaker dan allochtone jongeren. Dak- en thuisloze jongeren vormen een risicogroep en zijn relatief vaker actuele drinker dan leeftijdgenoten. Jongeren in het speciaal onderwijs hebben aanzienlijk meer ervaring met XTC, amfetamine en GHB in vergelijking met jongeren in het reguliere voortgezet onderwijs. Tot slot vormen uitgaande jongeren een speciale risicogroep voor het gebruik van stimulerende middelen als cocaïne, amfetamine en XTC (Doekhie, Nabben & Korf, 2010).
Preventie van riskant middelengebruik De Limburgse GGD’en enquêteren iedere vier jaar leerlingen van klas 2 en klas 4 van het voortgezet (speciaal) onderwijs in Limburg. Dit jongerenonderzoek heeft in het najaar 2009 voor de vierde keer plaatsgevonden. In dit onderzoek werden jongeren uit klas 2 en 4 onder andere bevraagd over alcohol- en drugsgebruik (en gokken). In de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw en Roermond is er een convenant veiligheid in en om de school (VO/VSO/MBO). Hierin zijn ook alcohol- en drugsgebruik, bezit en handel in beschreven en de manier waarop de scholen hierin handelen volgens afgesproken protocollen. Vincent van Gogh richt zich in Noord- en Midden Limburg op preventie van verslavingen. De Verslavingspreventie heeft als doel: •
Informatie en voorlichting. Hierbij kan men denken aan campagnes over alcohol en drugs.
•
Deskundigheidsbevordering. Er worden onder andere trainingen en cursussen op maat gegeven aan externe organisaties.
•
Lokale uitvoering van landelijke campagnes en programma’s zoals Gezonde School en Genotmiddelen, Uitgaan en Drugs of oudercampagnes.
10
•
Signalering in een vroegtijdig stadium van verslavend middelengebruik. Hierbij kan gedacht worden aan het monitoren van de aard en omvang van het middelengebruik onder doelgroepen. Er wordt contact gelegd en onderhouden met jongeren die experimenteren met alcohol en drugs.
•
Uitvoeren van methodische interventies. Deze ‘Preventie op Maat’ interventies richten zich op jongeren (individueel dan wel in een groep), waarin voorlichting en advies wordt gegeven wat betreft alcohol- en drugsgebruik.
•
Motiveert jongeren die problematisch gebruik laten zien tot verandering en leidt hen actief toe naar (verslavings)zorg of andere hulpverleningsinstanties.
•
Ketensamenwerking. Er wordt een actief contact gehouden met een netwerk van diverse ketenpartners. Zo wordt er deelgenomen aan overleg met jeugdzorg, AMW, jongerenwerk, politie, leerplichtambtenaar, gemeenten en dergelijke.
•
Overige taken: bijdrage leveren aan het schrijven van projectplannen, adviezen, persberichten, evaluaties en afdelingsplannen en RAR-onderzoeken; testen van middelen; activeren van alarmsysteem bij de signalering van in omloop zijnde gevaarlijke middelen. (Bron: www.vincent.nl)
11
Resultaten veldonderzoek In dit hoofdstuk worden eerst de resultaten van de interviews met de sleutelfiguren besproken. Jongeren in de gemeente hebben vragenlijsten ingevuld, waarvan u hier de resultaten kunt lezen. Hierna staan in dit hoofdstuk ook de belangrijkste bevindingen afkomstig van de focusgroep.
Interviews professionals In dit onderzoek zijn 12 sleutelfiguren geïnterviewd. Deze sleutelfiguren hebben allen te maken met de doelgroep en hebben tevens een goed overzicht over de lokale situatie. Hierbij kunt u denken aan personen die werken in de horeca, op school, bij de politie of bij zorg- en welzijnsinstanties voor jongeren. Eén van de sleutelfiguren is zelf een jongere uit de doelgroep.
Alcoholgebruik Allereerst werd aan de sleutelfiguren de vraag gesteld om het alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Beesel te beschrijven. Hierbij werd ook gevraagd naar een onderscheid tussen jongeren onder de 16 en jongeren boven de 16 jaar. De respondenten gaven aan dat jongeren voornamelijk in de weekenden drinken, ongeveer 2 of 3 avonden per week. Volgens de respondenten zijn er wel signalen dat jongeren onder de 16 jaar alcohol drinken, maar dit is volgens hen niet schrikbarend veel. Respondenten zijn het er over eens dat er onder de jongeren ouder dan 16 jaar flink wordt gedronken. Respondenten geven aan dat jongens vooral bier drinken en meisjes mixdranken. Ook zijn er signalen dat jongeren whiskey en wodka meenemen naar het café en de flessen daar in de struiken verstoppen, om zo buiten te kunnen drinken. Meerdere respondenten geven aan dat in de omgeving van het café lege whiskey- en wodkaflessen zijn gevonden. De meningen zijn verdeeld wanneer de vraag wordt gesteld of alcoholgebruik onder de jongeren in de gemeente Beesel een probleem is. Enkele respondenten geven aan dat de acceptatie van alcoholgebruik onder jongeren hoog is in de gemeente. Jongeren drinken met name voor en tijdens het uitgaan. Op vrijdagavond gaan veel jongeren uit in een café in Reuver en op zaterdag in een ander café in Reuver, aldus de respondenten. Ook wordt er gedronken op verschillende hangplekken, bijvoorbeeld op pleintjes en parken onderweg naar de uitgaansgelegenheden, op een begraafplaats, bij de Schakel of bij de tribune in Bosdael. Jongeren kopen alcohol bij de plaatselijke supermarkt of slijterij.
Drugsgebruik De sleutelfiguren kregen tevens de vraag om het drugsgebruik onder jongeren te omschrijven. Respondenten geven aan dat er veel cannabis wordt gebruikt in de gemeente. Het cannabisgebruik lijkt zich niet te beperken tot het weekend, en er zijn jongeren die ook overdag blowen. Uit de informatie van de respondenten blijkt dat jongeren de wiet voornamelijk kopen in coffeeshops, maar er zijn ook signalen dat er een wiettaxi rondrijdt. Verder geven respondenten aan dat er veel straathandel is in de gemeente. Jongeren blowen met name in de parkjes en op pleintjes binnen de gemeente. De
volgende plaatsen worden meerdere malen genoemd: pleintje Kemien, het kerkhof, bij café’s, bij de Schakel en op het industrieterrein. Over harddrugs zijn de meningen verdeeld. Respondenten noemen cocaïne, XTC, GHB en speed als middelen die de jongeren in de gemeente gebruiken. Jongeren lijken deze middelen met name in het weekend te gebruiken. Enkele respondenten vertellen dat jongeren deze middelen met name gebruiken op party’s buiten de gemeente. Ook zijn er signalen dat er een tweetal panden is binnen de gemeente, waar jongeren drugs gebruiken. De tolerantie wat betreft het gebruik van drugs is volgens veel respondenten erg laag binnen de gemeente, waardoor jongeren dit minder snel gebruiken of juist stiekem gebruiken.
Problemen van overmatig alcohol- en drugsgebruik Als belangrijkste probleem van overmatig alcoholgebruik door jongeren, werd de overlast op straat het meeste genoemd. Ook vechtpartijen, baldadigheid, vernielingen en scooterrijden onder invloed werden genoemd. Een aantal respondenten noemt daarnaast dat jongeren problemen op school (bijvoorbeeld spijbelen) kunnen krijgen door alcoholgebruik. Enkele respondenten geven aan dat alcoholgebruik door jongeren kan leiden tot gezondheidsproblemen (schade aan de hersenen, comazuipen). Verder kan het alcoholgebruik volgens respondenten leiden tot problemen in de ontwikkeling. Overmatig drugsgebruik door jongeren wordt door de respondenten geassocieerd met spijbelgedrag, jongeren die ‘niet vooruit te branden zijn’ en nonchalant gedrag. Ook noemen respondenten dat overmatig drugsgebruik slecht is voor de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Financiële problemen (en daardoor diefstal), ruzie met ouders, liegen en bedriegen en niet meer normaal functioneren worden ook genoemd.
Welke factoren hebben invloed op het alcohol- en drugsgebruik De sleutelfiguren kregen tevens de vraag welke factoren volgens hen invloed hebben op het alcoholen drugsgebruik van jongeren. Respondenten noemen verveling en het niet hebben van zinvolle vrijetijdsbesteding als een belangrijke factor. Een laag zelfbeeld en een lager intelligentieniveau zijn ook risicofactoren. Vrienden en ouders hebben tevens een belangrijke invloed op het alcohol- en drugsgebruik. De respondenten geven aan dat de regels en afspraken met de ouders een belangrijke factor zijn. De dorpscultuur wordt verder genoemd als risicofactor. Respondenten noemen deelname aan een vereniging als een beschermende factor wat betreft drugsgebruik.
Risicogroepen De respondenten noemden een aantal risicogroepen die problemen veroorzaken in de gemeente en ook meer alcohol en drugs gebruiken dan andere jongeren. De eerste groep bestaat uit jongeren die rondhangen bij een café. Ook is er een groep die vaak te vinden is bij een ander café. Verder wordt er een groep jongeren genoemd, die bestaat uit jongeren met verschillende culturele achtergronden (Turken, Surinamers, Antillianen) Zij worden in verband gebracht met drugshandel.
13
Preventiemogelijkheden Tot slot is aan de respondenten gevraagd welke preventiemogelijkheden zij zien om riskant of overmatig gebruik van middelen te voorkomen of te beperken. Veel respondenten noemen voorlichting als zeer belangrijk. Deze voorlichting zou dan gericht dienen te zijn op jongeren (individueel, op scholen), ouders en netwerkpartners. Een aantal respondenten geeft aan dat de boodschap aan jongeren een schrikeffect zou moeten hebben, zodat zij weten hoe schadelijk drugsgebruik kan zijn. Meerdere respondenten benadrukken het belang van het uitdragen van één boodschap door alle netwerkpartners. Ook wordt door een aantal respondenten aangegeven dat er meer controle op straat nodig is door de politie. Verder is het belangrijk dat spijbelgedrag sneller wordt gesignaleerd en hierbij meteen contact dient te worden opgenomen met de ouders. Respondenten noemen de gemeente, de school, verslavingspreventie en de politie als belangrijke partijen voor het uitvoeren van de preventiemaatregelen.
Interviews jongeren In de periode augustus / september 2011 zijn 62 jongeren geïnterviewd. Om tot een goede spreiding in doelgroepen te komen zijn hiervoor verschillende locaties bezocht zoals parken, hangplekken, uitgaansgelegenheden en een zwembad. De interviews zijn op 8 verschillende momenten afgenomen; zowel ’s middags, ’s avonds als ’s nachts. Er is gekozen om bij grote groepen jongeren maximaal drie jongeren te interviewen om een zo goed mogelijk beeld van verschillende doelgroepen te krijgen. De interviews verliepen serieus, jongeren vertelden makkelijk en veel over zichzelf. Jongeren die zijn geïnterviewd ontvingen na afloop een usb-stick met voorlichtingsmateriaal. De geïnterviewden wonen in de gemeente Beesel of hebben een binding met de gemeente (kort geleden uit de gemeente verhuisd). De gemiddelde leeftijd is 17,5 jaar en driekwart is man en autochtoon. Er is een brede spreiding in opleidingsniveau, het meest voorkomend zijn VMBO T, HAVO en MBO. De meeste jongeren gaan uit, variërend van enkele malen per maand tot meerdere keren per week. Een café in Reuver heeft de voorkeur van deze groep, maar bijna 80% geeft aan ook buiten de gemeente uit te gaan. Dan zijn vooral grotere discotheken in de regio populair.
Alcohol Alcohol is een populair middel; slechts één jongere geeft aan nooit alcohol te drinken. De gemiddelde startleeftijd voor het drinken van alcohol is 13,6 jaar. 90% van de jongeren drinkt alcohol in cafés of discotheken. Een aantal jongeren drinkt ook alcohol op straat (25%). Ongeveer 60% van de jongeren drinkt thuis alcohol. Ook bij vrienden wordt gedronken (65%). Jongeren drinken voor het uitgaan gemiddeld ruim 5 glazen alcohol. Voor 65% van de ondervraagden geldt dat zij alcohol drinken voor het uitgaan. Tijdens het uitgaan worden gemiddeld ruim 7 glazen alcohol gedronken. Dat betekent een gemiddelde van 13 glazen per avond. Dit geldt voor nagenoeg alle jongeren. Na het uitgaan drinken de jongeren bijna geen alcohol meer.
14
Ruim de helft van de jongeren geeft aan geen afspraken te hebben met hun ouders wat betreft alcohol. Afspraken die wel gemaakt zijn variëren sterk; van “maximaal een glas op een feest” tot “niet kotsend thuiskomen”, “niet lam drinken”, “niet te zat” of “niet teveel”. Veel afspraken blijken daarmee niet erg duidelijk te zijn. Bijna alle jongeren geven aan dat er geen keten zijn in de gemeente. Slechts 6 jongeren geven aan dat er wel keten zijn, maar dat ze er nooit heen gaan. 1 jongere geeft aan dat er wel een keet is en dat hij/zij hier heen gaat. Van de ondervraagde jongeren zit ruim de helft bij een vereniging. Van deze groep zitten de meeste jongeren bij een sportvereniging, zoals fitness, tennis of voetbal (91%). De helft van de jongeren die bij een vereniging zitten, geeft aan daar ook alcohol te drinken.
Drugsgebruik Van de ondervraagden geeft ruim 40% aan in de laatste 30 dagen te hebben geblowd. Voor 15% was dit in de laatste 12 maanden. Voor 10% was dit langer dan een jaar geleden en 32% van de 1
ondervraagden heeft nooit geblowd . De gemiddelde startleeftijd voor blowen is in deze groep ondervraagden 14,8 jaar. Het lijkt erop dat jongeren die aangeven vaak op straat te vinden zijn, meer joints roken (gemiddeld 8,8 joints) per week dan jongeren die niet op straat te vinden zijn (gemiddeld 0,8 joints). Van de blowende jongeren geeft tweederde aan dat de ouders dit weten. Precies de helft van de blowende jongeren wil graag stoppen met blowen of het gebruik minderen. Cocaïne is door 10% van de jongeren meer dan een maand geleden gebruikt en door 10% in de afgelopen maand gebruikt. Cocaïne wordt door hen vooral tijdens het uitgaan gebruikt. XTC is door 16% van de jongeren meer dan een maand geleden gebruikt en door 15% in de laatste maand. XTC wordt vooral op feesten en tijdens het uitgaan gebruikt. Van de jongeren heeft 16% langer dan een maand geleden amfetamine gebruikt en bijna 7% in de laatste maand. Truffels zijn door 20% van de ondervraagde jongeren langer dan een maand geleden gebruikt en door 5% in de laatste 30 dagen. Andere drugs die door jongeren ooit zijn gebruikt zijn: GHB, ketamine, ritalin, LSD, lachgas en MDMA. Deze overige drugs zijn voornamelijk thuis en tijdens het uitgaan gebruikt.
Preventie Van alle ondervraagde jongeren geeft 23% aan dat er meer controle zou moeten zijn op het alcoholen drugsgebruik. Controle zou volgens hen plaats moeten vinden op straat door de politie of meer leeftijdscontrole in supermarkten en bij uitgaansgelegenheden. Ongeveer 10% van de jongeren vindt dat er geen problemen zijn bij jongeren wat betreft alcohol- en drugsgebruik. 10% van de jongeren vindt dat er meer voor jongeren in de gemeente zou moeten zijn om te voorkomen dat ze zich vervelen en meer gaan drinken of gebruiken.
1
Door de setting (openbare ruimte en uitgaanscircuit) liggen deze cijfers mogelijk hoger dan het
landelijk gemiddelde.
15
Focusgroep Op 17 oktober is er een focusgroep bijeengekomen met professionals uit het netwerk Jeugd van de gemeente Beesel. Hierin zijn de bevindingen uit de interviews besproken en is er gediscussieerd over mogelijke preventieve interventies. De meningen over het al dan niet problematisch zijn van het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren lopen deels uiteen. In het algemeen wordt alcohol- en drugsgebruik als probleem onderkend en is er behoefte aan beleid en samenhangende (preventieve) interventies. Het idee bestaat dat jongeren wel de risico’s kennen van gebruik van alcohol en drugs, maar dit niet vertalen naar de eigen situatie. Ouders worden gezien als de belangrijkste factor in de opvoeding rond de thema’s alcohol en drugs. “Hier is winst te behalen, duidelijke afspraken maken en grenzen stellen”. Daarnaast is er een rol weggelegd voor school, horeca, supermarkten, en verenigingen. Enerzijds op het gebied van voorlichting, anderzijds wordt handhaving van de regels genoemd. Ook het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en het jongerenwerk worden genoemd met een rol op het gebied van voorlichting en preventie. Het jongerenwerk zou een locatie kunnen beheren voor jongeren. Er lijkt een gebrek te zijn aan uitgaansmogelijkheden (niet aan een vereniging gebonden) voor jongeren in de eigen gemeente. Een idee wordt nog naar voren gebracht: niet zo laat op stap, mede omdat van tevoren veel wordt ingedronken. Het zou een goed effect op het dag/nacht ritme en mogelijk het alcoholgebruik van jongeren hebben als de horeca eerder/vroeger zou sluiten.
16
Conclusies en aanbevelingen De gegevens uit de hoofdstukken “literatuur” en “veldonderzoek” zijn samengevoegd. Deze geven samen een duidelijk beeld van het alcohol- en drugsgebruik door jongeren en de samenhangende factoren. Uit dit beeld kan een aantal conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan. Hierbij is vooral gelet op zaken die opvallend of zorgwekkend zijn in aard of omvang.
Conclusies Alcohol Alcohol is een populair middel bij Nederlandse jongeren. Zo ook in de gemeente Beesel. De startleeftijd ligt in de gemeente Beesel laag (13,6 jaar), in ieder geval ruim onder de wettelijke leeftijd waarop jongeren zelf alcohol mogen kopen. Jongeren drinken vaak en veel voor ze uitgaan (thuis of bij vrienden) of tijdens het uitgaan en er wordt ruim boven de (gezondheids)norm voor volwassenen gedronken. Ook blijken jongeren vaker bij verenigingen te drinken. Er worden weinig tot geen afspraken gemaakt door ouders over alcoholgebruik door hun kinderen. Door respondenten wordt overlast op straat als het belangrijkste probleem ervaren bij overmatig alcoholgebruik door jongeren. Naast probleemgedrag zijn er ook relaties gevonden tussen alcohol- en drugsgebruik en psychische problemen. Bij 12- en 13-jarigen die wekelijks alcohol drinken, komen vaker angst- en depressieve klachten voor.
Drugsgebruik Het drugsgebruik wijkt niet veel af van de landelijke cijfers; uitgaande jongeren gebruiken relatief veel harddugs. Met name XTC, amfetamine en cocaïne zijn populair. Professionals zien het cannabisgebruik als grootste drugsprobleem bij jongeren. Jongeren die regelmatig cannabis gebruiken, vertonen meer delinquent gedrag, zijn vaker agressief en hebben meer schoolproblemen. Jongeren die blowen doen dat ofwel recreatief, alleen in het weekend ofwel (bijna) dagelijks. Uit lokaal en regionaal onderzoek blijkt dat helft van de blowende jongeren aangeeft te willen minderen of stoppen. Blijkbaar ervaren ze hun gebruik als probleem. Bij aangemelde jongeren in de verslavingszorg komen hulpvragen omtrent cannabis het meeste voor.
Vrijetijdsbesteding / uitgaansleven: Er is weinig aanbod op het gebied van uitgaan voor jongeren in de gemeente Beesel, ofwel sluit het aanbod niet aan op deze doelgroep. Er is slechts één café in de gemeente dat zeer druk bezocht wordt door jongeren, verder wordt er uitgegaan in de regio, met name in discotheken. Bijna de helft van de geïnterviewde jongeren is geen lid van een vereniging.
17
Aanbevelingen Deze aanbevelingen geven handvatten aan de gemeente Beesel en andere instanties om het alcoholen drugsbeleid verder te ontwikkelen. De aanbevelingen zijn opgesteld aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek. Deze zijn op verzoek van de gemeente vertaald in concrete interventies en preventieprogramma’s met als doel het risicogedrag van jongeren te verminderen. Alcohol- en drugsmatiging vraagt om een meersporenbenadering: een evenwichtig en samenhangend pakket van beleids- (regelgeving) en interventie-instrumenten. De leefomgeving van jongeren is onderverdeeld in drie domeinen: domein thuis/gezin ,domein onderwijs/school, en het domein vrije tijd. Uitgangspunt is dat binnen ieder domein zowel beleidsaspecten (regelgeving), kennisvermeerdering als vaardigheidstrainingen aan bod komen. Dit verhoogt de effectiviteit van interventies. De interventies dienen bovendien gericht te zijn op alle middelen welke in de belangstelling van jongeren kunnen staan, omdat roken, drinken en ander druggebruik samenhang vertonen. •
Voorlichting is belangrijk. Deze voorlichting dient gericht te zijn op jongeren (individueel, op scholen), ouders en netwerkpartners. De Gezonde School en Genotmiddelen is een landelijk product (Trimbos instituut) gericht op universele preventie van genotmiddelen op zowel basis-, voortgezet-, als MBO-onderwijs.
•
Het Project Vroegsignalering Cannabis is gericht op (beginnend) problematisch blowende jongeren en kan worden ingezet ter ondersteuning bij het stoppen of minderen met blowen. PVC kan via scholen worden ingezet.
•
Voorlichting en opvoedingsondersteuning aan ouders kan via deelname aan landelijke campagnes (hoepakjijdataan.nl) en door het organiseren van voorlichtingen op school, CJG of in de horeca.
•
Jongeren die uitgaan gebruiken eerder, vaker en meer verschillende drugs. Preventie-acties gericht op het uitgaan zijn dus zinvol. Hierbij moet rekening worden gehouden met de setting. Het programma ‘Uitgaan en Drugs’ van het Trimbos Instituut sluit hier goed bij aan.
•
De gemeente Beesel kan deelnemen aan de regionale campagne “Lekker Friz”. De meeste gemeentes in Noord en Midden Limburg nemen hieraan deel. Het belangrijkste doel van dit programma is het verminderen van alcoholgebruik onder de 16 en het verminderen van problematisch alcoholgebruik bij jongeren tot 25 jaar. (www.lekkerfriz.nl)
•
Meerdere respondenten benadrukken het belang van het uitdragen van één boodschap door alle netwerkpartners. Hiervoor is het zinvol een deskundigheidsbevordering voor betrokken partners uit te voeren.
•
Het is belangrijk dat spijbelgedrag sneller wordt gesignaleerd (school en leerplichtambtenaar) en dat hierbij meteen contact dient te worden opgenomen met de ouders.
•
Om jongeren in hun vrije tijd te bereiken werken schoolse manieren niet, en moet men meer naar jongeren toegaan. Outreachende verslavingspreventie (in aansluiting op jongerenwerk) wordt uitgevoerd in geheel Noord Limburg. Dit werk moet dan ook worden voortgezet in de gemeente Beesel.
18
•
Strengere controle op het alcohol- en drugsgebruik. Controle op straat door de politie en meer leeftijdscontrole in supermarkten en bij uitgaansgelegenheden. De nieuwe drank- en horecawet zal hiervoor meer mogelijkheden gaan bieden.
•
Een beter aansluitend of gespreid vrijetijdsaanbod voor jongeren in de gemeente.
19
Referentielijst Compagne, R., Vinken, B., Wenmakers, L., & Van Zeeland, K.(2006). Rapportage jongeren uitgaan alcohol & drugs in Weert en Nederweert. GGZ Noord- en Midden Limburg. Doekhie, J., Nabben, T., & Korf, D.J. (2010). NL.Trendwatch. Gebruikersmarkt uitgaansdrugs in Nederland 2008-2009. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Ewalds, D., & Van der Mooren, F. (2011). Een op de vijf jongeren heeft ongezonde leefstijl. CBS e
Bevolkingstrends 1 kwartaal. Fleuren, J., Vinken, B., Bosman, N., & Schefman, S. (2008). Dorst aan de Maas? Alcoholgebruik door jongeren in Horst aan de Maas. (Intern rapport). GGD Noord- en Midden Limburg en GGZ Noord- en Midden Limburg. IVZ (2010). Jongeren in de ambulante verslavingszorg in Nederland (2004-2008). Het LADIS Bulletin, Februari 2010. Korhonen, T., Huizink, A.C., Dick, D.M., Pulkkinen, L., Rose, R.J., & Kaprio, J. (2008). Role of individual, peer and family factors in the use of cannabis and other illicit drugs: A longitudinal analysis among Finnish adolescent twins. Drug and Alcohol Dependence, 97, 33-43. Monshouwer, K., Verdurmen, J., Van Dorsselaer, S., Smit, E., Gorter, A., & Vollebergh, W. (2008). Jeugd en riskant gedrag: Kernegegevens uit het peilstation 2007. Utrecht: Trimbos-instituut. Nabben, T., Benschop, A., & Korf, D.J. (2009). Antenne 2009. Trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Preventie en Informatie (2007). Keten in keten? Een verkennend onderzoek in de gemeenten Venlo en Venray. (Intern rapport). GGZ Noord- en Midden Limburg. Smith, L.A., & Foxcroft, D.R. (2009). The effect of alcohol advertising, marketing and portrayal on drinking behaviour in young people: systematic review of prospective cohort studies. BMC Public Health, 9. Van Dalen, W., Van Hoof, J.J., Van der Lely, N., & Rodrigues Pereira, R. (2009). Alcoholintoxicaties bij jongeren in Nederland. Een onderzoek bij kinderafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen. Cijfers van 2007, 2008 en 2009 (t/m juni) Van Laar, M.W., Cruts, A.A.N., Van Ooyen-Houben, M.M.W., Meijer, R.F., & Brunt, T. (2010). Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2009. Utrecht: Trimbos Instituut. Van der Zwaluw, C.S., Scholte, R.H.J., Vermulst, A.A., Buitelaar, J.K., Verkes, R.J., & Engels, R.C.M.E. (2008). Parental problem drinking, parenting, and adolescent alcohol use. Journal of Behavioral Medicine, 31, 189-200.
20
Bijlage 1 Interviewprotocol sleutelfiguren
Interviewprotocol Semi-gestructureerd interview RAR Beesel 2011 Instructie: •
Introduceer jezelf en (eventueel) andere aanwezigen aan de respondent en leg uit wat het doel van het onderzoek is. Benadruk dat alle gegevens vertrouwelijk behandeld zullen worden en dat anonimiteit gewaarborgd is. Leg uit dat de persoon is geselecteerd vanwege zijn/haar expertise en dat de kennis, ervaringen en opinies van de respondent belangrijke informatie zijn voor dit onderzoek en op te zetten preventieactiviteiten.
•
Wanneer sommige vragen gevoelig liggen, probeer die dan in een later stadium van het interview nogmaals te vragen.
•
Wanneer de respondent een vraag niet volledig begrijpt, stel die dan op een andere wijze en probeer uit te leggen wat je precies wilt weten.
•
Probeer in het interview te achterhalen hoe de respondent aan zijn/haar informatie komt (informatie uit de eerste hand, uit de tweede hand, literatuur, beleidsrapporten, krantenartikelen et cetera)
Achtergrondinformatie respondent:
Leeftijd:
Geslacht:
Beroep/opleiding:
Relatie tot de jongeren in de gemeente:
21
A. Alcoholgebruik in de gemeente 1. Kunt u een algemeen beeld schetsen van het alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Beesel? En kunt u hierbij een onderscheid maken tussen jongeren tot 16 jaar en jongeren vanaf 16 tot ongeveer 25 jaar?
•
Hoeveel glazen alcohol drinken jongeren volgens u gemiddeld per week in de gemeente Beesel?
•
Welke alcoholische dranken zijn volgens u populair?
•
Is er volgens u een verschil tussen meisjes en jongens wat betreft alcoholgebruik?
•
Zijn er bepaalde groepen die volgens u meer drinken dan hun leeftijdgenoten?
•
Is alcoholgebruik een probleem in de gemeente Beesel?
22
B. Locaties waar jongeren alcohol drinken 2. Waar en wanneer drinken jongeren in de gemeente Beesel?
•
Drinken jongeren vooral thuis (indrinken) of tijdens het uitgaan? (Vraag ook naar de leeftijd van de jongeren die vooral thuis of tijdens het uitgaan drinken)
•
Zijn er keten in de gemeente waar jongeren alcohol drinken?
•
In welke uitgaansgelegenheden wordt gedronken (binnen of buiten de gemeente)?
•
Hoeveel dagen in de week drinken jongeren over het algemeen?
•
Hoe komen de jongeren volgens u aan de alcohol?
23
C. Drugsgebruik in de gemeente 3. Kunt u een algemeen beeld schetsen van het drugsgebruik onder jongeren in de gemeente Beesel? En kunt u hierbij een onderscheid maken tussen jongeren tot 16 jaar en jongeren vanaf 16 tot ongeveer 25 jaar?
•
Welke drugs (evt. combinaties) worden gebruikt door jongeren in de gemeente Beesel?
•
Hoeveel procent van de jongeren gebruikt volgens u drugs?
•
Is er verschil tussen jongens en meisjes wat betreft drugsgebruik?
•
Zijn er bepaalde groepen die volgens u meer drugs gebruiken dan hun leeftijdgenoten?
•
Is drugsgebruik een probleem in de gemeente Beesel?
•
Hoe komen de jongeren volgens u aan cannabis?
24
D. Locaties waar jongeren drugs gebruiken 4. Waar en wanneer gebruiken jongeren (12 t/m 16 jaar en 16 t/m 25 jaar) drugs in de gemeente Beesel?
•
Op welke locaties wordt er drugs gebruikt door jongeren (in welke uitgaansgelegenheden, op straat, ect.)?
•
Wanneer gebruiken jongeren drugs? Doordeweeks en/of in het weekend?
•
Zijn er keten in de gemeente waar drugs worden gebruikt door jongeren?
25
E. Problemen door alcohol- en drugsgebruik in de gemeente Beesel 5. Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen als gevolg van overmatig alcoholgebruik?
•
Op welk leefgebied (gezondheid, relaties, emotioneel, financiën, school)?
•
Zijn dit incidenten of komen deze problemen vaker terug?
6. Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen als gevolg van overmatig drugsgebruik?
•
Welke drugs leveren de meeste problemen op en wat zijn die problemen?
•
Op welk leefgebied (gezondheid, relaties, emotioneel, financiën, school)?
•
Zijn dit incidenten of komen deze problemen vaker terug?
26
F. Determinanaten van middelengebruik 7. Welke factoren hebben volgens u invloed op het alcohol- en drugsgebruik van de jongeren?
•
Wat zijn volgens u de belangrijkste redenen waarom jongeren alcohol en/of drugs gebruiken?
•
Denkt u dat de ouders invloed hebben op het alcohol- en drugsgebruik van jongeren, zo ja op welke manier? (apart voor alcohol- en drugsgebruik beantwoorden)
•
Denkt u dat vrienden invloed hebben op het alcohol- en drugsgebruik van jongeren, zo ja op welke manier?
•
Spelen omgevingsfactoren (zoals bijvoorbeeld café’s, keten in de omgeving of de aanwezigheid van veel reclame) volgens u een rol? Zo ja hoe dan?
Anders geformuleerd: denkt u dat aanbod vraag creëert?
27
G. Risicogroepen 8. Zijn er specifieke risicogroepen die veel problemen veroorzaken in de gemeente Beesel?
•
Zo ja, wat voor problemen veroorzaken deze groepen?
•
Speelt alcohol- en drugsgebruik hierbij een rol?
28
H. Preventie van riskant middelengebruik in de gemeente Beesel 9. Welke preventiemogelijkheden ziet u om riskant of overmatig gebruik van middelen te voorkomen of beperken?
• Kunt u een aantal concrete acties noemen die volgens u leiden tot een vermindering van problemen als gevolg van alcohol- en drugsgebruik?
• Kunt u een aantal concrete acties noemen die volgens u leiden tot minder gebruik van alcohol en/of drugs?
•
Wie moet daar bij betrokken worden?
TOT SLOT 10. Met wie moeten we volgens u nog gaan praten als we meer willen weten over het gebruik van alcohol en- drugsgebruik door jongeren in de gemeente Beesel?
DANK VOOR DE MEDEWERKING!!
29
Deel 2 – Specifieke interviewvragen voor verschillende sleutelfiguren Horeca Kunt u een beeld schetsen van het alcohol- en drugsgebruik van de bezoekers? • Gemiddeld aantal glazen alcohol per bezoeker • Wat voor drugs en schatting percentage drugsgebruikers. • Drugs in horecagelegenheid of daarbuiten (thuis/op straat) • Huisbeleid • Bezoekers onwel door alcohol en/of drugs? Procedure? • Agressiviteit door alcohol en/of drugs? Procedure? • Wat kan horecagelegenheid doen om problemen door alcohol en/of drugs te verminderen?
Politie Kunt u een beeld schetsen van de alcohol- en/of drugsgerelateerde incidenten in de gemeente? • Wat voor incidenten zijn dit? • Specifieke groepen die veel alcohol en drugs gebruiken? • Groepen die veel overlast veroorzaakt? • Toename van riskant alcohol en/of drugsgebruik? Toename incidenten? • Wat voor drugs worden in beslag genomen?
30
Bijlage 2 Vragenlijst jongeren Met deze vragenlijst willen we inzicht krijgen in het alcohol- en drugsgebruik van jongeren in de gemeente Beesel. Deze lijst is geheel anoniem.
Geslacht: □ M □ V
Leeftijd: ______ jaar
Woonplaats: _______________________________ Geboorteland vader: __________________________________________ Geboorteland moeder: __________________________________________ 1. Hoogst afgeronde opleiding of huidige opleiding? □ Basisschool □ Praktijkonderwijs □ VMBO □ BL □ KT □ GL □ TL □ HAVO □ VWO □ MBO □ HBO □ WO □ Anders nl: _________________ Welk jaar? □ 1e □ 2e □ 3e □ 4e □ 5e □ 6e jaar □ opleiding afgerond Op welke school zit je? _____________________________________ 2. Hoe vaak ga jij uit (bv naar een café, discotheek, etc.)? □ Een aantal keren per jaar □ Een aantal keren per maand □ Elke week □ Meerdere keren per week 3. Naar welke uitgaansgelegenheden ga jij het liefste? ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ 4. Ga je ook wel eens buiten de gemeente Beesel uit? □ Nee □ Ja, nl in: ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ 5. Ben je vaak op straat te vinden? □ Nee □ Ja, namelijk ______ dag(en) per week. overdag / ‘s avonds
6. Heb je wel eens alcohol gedronken? □ Nee (ga naar vraag 13) □ Ja, maar langer dan een jaar geleden (ga naar vraag 13) □ Ja, in de laatste 12 maanden □ Ja, in de laatste 30 dagen 7. Hoe oud was je toen je voor het eerst alcohol dronk? ________ jaar 8. Hoe vaak drink jij alcohol? □ Een aantal dagen per jaar □ Een paar dagen per maand □ 1 dag per week □ 2 dagen per week □ 3 tot 5 dagen per week □ (bijna) elke dag
31
9. Waar drink jij alcohol? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ In cafés of discotheken, nl in ____________________________ □ Op straat, nl __________________________________________(waar?) □ Thuis □ bij vrienden □ Ergens anders, nl _____________________________________ 10. Hoeveel glazen alcohol drink je gemiddeld op een uitgaansavond? ___ glazen gemiddeld vóór het uitgaan (indrinken, bv. thuis, bij vrienden, in een keet) ___ glazen gemiddeld tijdens het uitgaan (bv. in het café of discotheek) ___ glazen gemiddeld na het uitgaan (bv. thuis of bij vrienden) 11. Wat drink je het liefste? □ Bier □ mixdrankjes □ sterke drank □ anders, nl __________________________________ 12. Hoe kom je aan alcohol? (Meerdere antwoorden mogelijk) □ Supermarkt □ Aan de bar tijdens het uitgaan □ In de kantine van de sportclub / vereniging □ Van vrienden □ Van mijn ouders □ Anders, nl _________________ 13. Heb je afspraken met je ouders over het drinken van alcohol? □ Nee □ Ja, namelijk: _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 14. Zijn er keten in de gemeente Beesel? □ Nee (ga naar vraag 16) □ Ja, maar daar ga ik nooit heen (ga naar vraag 16) □ Ja, en daar ga ik regelmatig heen (ga naar vraag 15) 15. Drink je alcohol in de keet? □ Nee □ Ja 16. Zit je bij een vereniging? □ Nee □ Ja, namelijk bij ________________________________________________________ 17. Zo ja, drink jij wel eens alcohol bij deze vereniging? □ Nee □ Ja 18. Behoor jij tot een bepaalde vriendengroep of subcultuur? □ Nee □ Ja, namelijk ________________________________________________________ 19. Heb je wel eens geblowd? □ Nee (ga naar vraag 28) □ Ja, maar dat is langer dan een jaar geleden (ga naar vraag 28) □ Ja, in de laatste 12 maanden □ Ja, in de laatste 30 dagen 20. Hoe oud was je toen je voor het eerst blowde? __________ jaar 21. Hoe vaak blow jij? □ Een aantal dagen per jaar □ Een paar dagen per maand □ 1 dag per week □ 2 dagen per week □ 3 tot 5 dagen per week □ (bijna) elke dag
32
22. Wanneer blow je? (meerdere antwoorden mogelijk) □ alleen in het weekend □ alleen door de week □ ochtend □ middag □ avond
□ beide
23. Hoeveel blow je? ___________ joints per week
24. Hoeveel geld geef je per week uit aan hasj/wiet? ____________euro 25. Hoe kom je aan hasj/wiet? □ Coffeeshop □ Van vrienden □ Anders, nl _________________ 26. Weten je ouders dat je blowt? □ Nee □ Ja 27. Zou jij willen minderen/stoppen met blowen? □ Nee □ Ja 28. Welke van de volgende middelen heb je wel eens gebruikt? Waar heb je dit gebruikt? Nee Ja, maar Ja, (bv. met uitgaan, thuis, op straat, langer dan in de bij vrienden thuis) 30 dagen laatste geleden 30 dagen Cocaïne □ □ □ __________________________ __________________________ XTC
□
□
□
__________________________ __________________________
Pep / speed
□
□
□
(amfetamine) Truffels
__________________________ __________________________
□
□
□
__________________________ __________________________
Anders, nl
□
□
□
____________
__________________________
__________
__________________________
29. Wat zou er gedaan moeten worden om alcohol- en drugsgebruik bij jongeren te verminderen? __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________ 30. Overige opmeringen? __________________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________________
Bedankt voor het invullen! OZNR: ___________
33