RIS180590c_8-JUNI-2011
Stakeholders gemeente Den Haag over bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de binnenstad Kwalitatief onderzoek na implementatie verkeerscirculatieplan
Den Haag, maart 2011 Drs. Christine Swankhuisen Drs. Marloes Klop Lisanne de Vrij MSc
Inhoud
1
Aanleiding en opzet van het onderzoek ................................................................. 3
2 2.1 2.2 2.3
Belangrijkste conclusies en aandachtspunten...................................................... 4 Bereikbaarheid nog niet optimaal ............................................................................... 4 Aantrekkelijkheid verbeterd, maar verblijfsruimte nog niet ‘af’ ................................... 6 Belanghebbenden voelen zich niet altijd gehoord ...................................................... 6
3 Resultaten .................................................................................................................. 7 3.1 Bereikbaarheid van de binnenstad ............................................................................. 7 3.1.1 Autoluw centrum en doorstroming .................................................................. 7 3.1.2 Route-informatie ............................................................................................. 8 3.1.3 Venstertijden ................................................................................................... 9 3.1.4 Pollers ........................................................................................................... 10 3.1.5 Hulpdiensten ................................................................................................. 10 3.2 Aantrekkelijkheid van de binnenstad ........................................................................ 12 3.2.1 Verblijfsruimte ............................................................................................... 12 3.2.2 Ondernemers in aanloopstraten ................................................................... 12 3.2.3 Situatie voor fietsers ..................................................................................... 13 3.3 Implementatie van en communicatie over veranderingen ........................................ 14 3.3.1 Verwachtingen over acties gemeente .......................................................... 14 3.3.2 Wegwerkzaamheden .................................................................................... 14 3.3.3 Informatie voor bezoekers en toeristen ........................................................ 15 Bijlage:
Lijst geïnterviewde stakeholders .............................................................. 16
2
1
Aanleiding en opzet van het onderzoek •
In november 2009 is in Den Haag het verkeerscirculatieplan geïmplementeerd. Met de invoering van dit plan beoogde de gemeente: de hoeveelheid doorgaand verkeer door de binnenstad te verminderen; de luchtkwaliteit op de Veerkades te verbeteren; de binnenstad goed bereikbaar te houden voor autoverkeer; het verblijfsklimaat in de binnenstad te verbeteren. Momenteel vinden diverse onderzoeken plaats om de effecten van het plan te monitoren en evalueren.
Doel en insteek •
Als onderdeel van de effectmetingen wil de gemeente Den Haag inzicht in hoe stakeholders na de invoering van het verkeerscirculatieplan aankijken tegen de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de binnenstad. Hiertoe heeft Tabula Rasa een kwalitatief onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn de meningen en ervaringen van de bevraagden. In dit rapport worden de hoofdlijnen van de serie interviews weergegeven. Dat betekent dat vooral de punten zijn opgenomen die door meerdere gesprekspartners zijn genoemd.
Opzet •
In het onderzoek zijn 18 interviews afgenomen onder belanghebbenden (uit verschillende sectoren) die mogelijk consequenties van het plan ondervinden voor hun organisatie of achterban. De selectie van de gesprekspartners heeft in overleg met de gemeente plaatsgevonden. In de bijlage is een lijst met alle geïnterviewden opgenomen.
•
Deze gesprekken waren face-to-face en duurden ongeveer een uur. Er werd zonder vaste vragenlijst gewerkt om de respondenten zo min mogelijk te sturen. Op deze manier kan het beste een betrouwbaar beeld gevormd worden van de ervaringen en behoeften van de respondenten. Tijdens de gesprekken kwam aan bod hoe men de nieuwe situatie ervaart en wat men nu van de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de binnenstad vindt. Merken de respondenten verschillen? Wat vinden zij hiervan? Ook is besproken welke knelpunten en kansen zij (nog) zien na de implementatie van het verkeerscirculatieplan.
3
2
Belangrijkste conclusies en aandachtspunten De meeste stakeholders zijn tamelijk positief over de vernieuwde situatie in de Haagse binnenstad. De binnenstad is aantrekkelijker geworden. Over de bereikbaarheid zijn meer twijfels. In de gesprekken zijn verder suggesties gedaan om de binnenstad nog verder te verbeteren.
2.1
Bereikbaarheid nog niet optimaal Route-informatie kan beter •
De indruk van de meeste gesprekspartners is dat na een gewenningsperiode de automobilist die frequent in Den Haag rijdt zijn weg wel weer kan vinden. Maar de bereikbaarheid van de binnenstad kan (met name voor bezoekers) nog wel vergroot worden:
Suggesties stakeholders aan de gemeente Zorgen voor up to date navigatiesystemen. In het onderzoek werd vaak genoemd dat navigatiesystemen nog niet zijn aangepast aan de nieuwe situatie. Bestuurders dienen natuurlijk zelf voor een update te zorgen. Maar de geïnterviewden vragen zich af of de gemeente wel tijdig de juiste informatie heeft doorgegeven. Duidelijkere benamingen in het parkeerverwijssysteem. Bijvoorbeeld bekende attracties of gebouwen in plaats van windrichtingen. Bewegwijzering eerder langs route plaatsen. Met name bij de route naar het centrum vanaf de Utrechtsebaan en bij wegafsluitingen. Mensen komen er soms vlak voor een poller pas achter dat ze niet verder kunnen. Dynamische route-informatie inzetten. Een aantal geïnterviewden had verwacht dat hiervan al meer gebruik gemaakt zou worden na invoering van het verkeerscirculatieplan. Verkeersinformatie beschikbaar stellen aan antwoordvoorbedrijven.nl. Een webportal met weginformatie voor leveranciers. Meer bekendheid geven aan de Centrumring. Volgens de geïnterviewden is bij veel inwoners van Den Haag nog niet bekend waar deze precies loopt. De Centrumring zou meer een begrip moeten worden.
4
Autoluw centrum: met name taxi’s en leveranciers sceptisch •
Het grootste deel van de stakeholders staat in beginsel positief tegenover een autoluw centrum. Voor met name de taxicentrale en de vertegenwoordigers van leveranciers is dit niet het geval. Zij kunnen hun klanten bij het Spui en de Grote Marktstraat minder goed bedienen. Ook hebben ze het idee dat er nu meer verkeersbewegingen zijn. Dit wordt ook door enkele andere geïnterviewden genoemd. Men had het beeld dat het autoverkeer over het geheel genomen zou verminderen, maar op sommige punten rond het centrum lijkt het nu juist drukker (de Mauritskade wordt veel genoemd). Dat heeft wellicht ook zijn weerslag op de luchtkwaliteit, zo redeneert men.
Veel reacties op pollers •
De pollers worden in een groot aantal gesprekken naar voren gebracht. Soms gaat het om kinderziektes in het systeem, soms om meer structurele knelpunten. Zo zijn ze niet altijd afgesteld op de juiste venstertijden, werken de pollers soms niet, is er onduidelijkheid over het aanvragen van pasjes en onbegrip over het niet verlenen van bepaalde ontheffingen. Dit alles zorgt voor verwarring en frustratie.
Suggesties van stakeholders aan de gemeente: Het verlenen van meer ontheffingen voor het pollergebied, zodat bijvoorbeeld cateraars, bandjes, of belangrijke gasten in de avonduren toegang kunnen krijgen.
Hulpdiensten: wisselend beeld •
De brandweer en de ambulancedienst denken wat verschillend over de gevolgen van het verkeerscirculatieplan. De brandweer geeft aan dat de bereikbaarheid niet is verbeterd. Het is met name nadelig dat de Grote Marktstraat (voetgangersgebied) de enige hoofd-/noodroute is om het centrum te doorkruisen. De ambulancedienst ervaart geen nadelige effecten; uit hun cijfers blijken ook geen veranderingen in aanrijtijden. Ambulances zijn wel kleiner dan brandweerwagens en ook dynamischer doordat ze geen vaste routes hanteren maar steeds rondrijden.
•
Beiden geven wel aan dat het tijdens drukte op sommige plaatsen op de Centrumring lastig is om het andere verkeer te passeren.
5
2.2
Aantrekkelijkheid verbeterd, maar verblijfsruimte nog niet ‘af’ •
Het overgrote deel van de gesprekpartners vindt dat de binnenstad aantrekkelijker is geworden. Men is positief over de ruimte en rust die gecreëerd is, met name op het Spui.
•
Tegelijkertijd wordt hier aan toegevoegd dat er nog wel een stap gezet kan worden in de inrichting van de openbare ruimte. Het Spui en de Grote Marktstraat ogen nog niet ‘af’. Het is een nog wat kale, stenige, lege ruimte. Ook is er nog onduidelijkheid over de plaats op de weg voor voetgangers en fietsers.
2.3
Suggesties stakeholders aan de gemeente: Meer bankjes, groen, verlichting en (op sommige plekken) betere bestrating (Grote Kerk veel genoemd) zouden het nog aangenamer maken om in de binnenstad te verblijven. Het aanzien van de stad verdient nog aandacht. Het opknappen van de stationsgebieden en het terugdringen van het aantal leegstaande panden zou voor een aantrekkelijker beeld zorgen.
Belanghebbenden voelen zich niet altijd gehoord •
Uit diverse gesprekken blijkt dat belanghebbenden zich niet altijd gehoord voelen door de gemeente. Dat komt bij verschillende issues naar voren:
Verschillende stakeholders geven aan dat er soms (in hun ogen) simpele aanpassingen zijn die met name de bereikbaarheid van de binnenstad nog zouden verbeteren. Sommigen hebben deze oplossingen ook aan de gemeente voorgelegd. De gemeente toont wel begrip, maar ziet volgens hen het belang vaak niet in, waardoor actie uitblijft. De stakeholders zijn ook wat sceptisch ten aanzien van de onderzoeken naar de effecten van het verkeerscirculatieplan. Men vraagt zich af of er ook daadwerkelijk actie wordt ondernomen als er negatieve effecten worden geconstateerd. En of eventuele negatieve effecten ook openbaar gemaakt worden.
6
3
Resultaten
3.1
Bereikbaarheid van de binnenstad •
De meeste geïnterviewden spreken over een gewenningsperiode na invoering van het verkeerscirculatieplan, waarna de meeste mensen zich aan de nieuwe situatie hebben aangepast.
•
Vertegenwoordigers van leveranciers en ondernemers geven aan weinig geluiden vanuit hun achterban te horen over de huidige verkeerssituatie. Dit is alleen zo als ze er direct naar vragen of een discussie over het onderwerp initiëren.
3.1.1 Autoluw centrum en doorstroming •
De gesprekspartners brengen naar voren welke consequenties zij ervaren van de nieuwe verkeerssituatie:
Drukker rond het centrum Een deel van de geïnterviewden heeft de indruk dat het drukker is geworden op de wegen aan de randen van het centrumgebied. Met name de Mauritskade. Men had de verwachting dat er minder verkeersbewegingen zouden zijn, en vraagt zich af of de auto’s door het verkeerscirculatieplan niet zijn verplaatst.
Meer omrijden = meer kilometers Het is niet meer mogelijk om de binnenstad te doorkruisen. Dit betekent dat men niet meer de kortste weg kan kiezen en dus meer kilometers rijdt. Vertegenwoordigers van leveranciers en taxi’s geven aan dat het extra omrijden tijd en geld kost.
Sluiproutes Vier geïnterviewden stellen dat de huidige verkeerssituatie nog tot sluiproutes en –verkeer leidt. Automobilisten maken gebruik van ‘lekken’ in het verkeerscirculatieplan. Vooral om de drukke Centrumring met de vele verkeerslichten te mijden. Zij noemen vooral de Prinsestraat als plek waar veel meer auto’s lijken te rijden dan voorheen. De meningen verschillen of dat positief of juist negatief is voor de winkeliers in deze straat.
7
Verplaatsing luchtverontreiniging Een deel van de stakeholders verwacht dat de luchtkwaliteit aan de rand van het centrum is verslechterd. Er rijden op die wegen nu meer auto’s, en door de drukte en vele verkeerslichten moet men vaker remmen en weer optrekken.
Verplaatsing tramhalte Spui Door een culturele instelling aan het Spui wordt aangegeven dat de (met name oudere) bezoekers veel hinder ondervinden van het verplaatsen van de tramhalte aan het Spui. Mensen voelen zich ‘s avonds onveilig bij de haltes Centrum en de Bierkade. En het is voor de oudere bezoeker nu ook een stuk verder lopen (afzetten voor de deur ook niet mogelijk).
3.1.2 Route-informatie •
Om het centrum van Den Haag nog beter bereikbaar te maken, zouden een aantal randvoorwaarden beter vervuld moeten worden. De door de geïnterviewden genoemde punten hebben met name betrekking op route-informatie. Deze is volgens het overgrote deel van de stakeholders op dit moment nog niet optimaal. Terwijl dat cruciaal is voor een goede bereikbaarheid.
Actuele route-informatie in navigatiesystemen Het overgrote deel van de stakeholders merkt op dat navigatiesystemen nog niet de actuele route-informatie bevatten. Bestuurders moeten natuurlijk zelf voor een update zorgen. Maar de stakeholders vragen zich af of de gemeente wel tijdig de juiste informatie aanlevert.
Parkeerverwijssysteem Er zijn nog twijfels over het parkeerverwijssysteem. Een aantal gesprekspartners geeft aan dat dit nog duidelijker kan. Hiervoor worden een aantal opties genoemd. Er kan een koppeling gemaakt worden met bezienswaardigheden of bestemmingen. Ook kan er gewerkt worden met stadsdelen of kleuren. Op de Utrechtsebaan moet het voor bezoekers al duidelijk zijn welke parkeergarage ze moeten volgen als ze bijvoorbeeld naar het centrale winkelgebied willen.
Bewegwijzering De bewegwijzering kan vanaf de Utrechtsebaan al beter volgens de stakeholders. Door borden eerder op de route te plaatsen, kan men direct bij binnenkomst van Den Haag de
8
juiste route volgen. De ervaring is dat als mensen eenmaal verkeerd het centrumgebied in rijden, het erg omslachtig en tijdrovend is om alsnog een andere bestemming te bereiken. Ook binnen het centrumgebied zou de bebording naar verschillende locaties beter kunnen. Dat geldt ook voor afgesloten routes: automobilisten komen er soms vlak voor een poller pas achter niet verder te kunnen.
Bekendheid Centrumring De Centrumring speelt een belangrijke rol in de verkeersafwikkeling. Volgens een aantal stakeholders is de Centrumring nog niet voldoende bekend. Dat geldt zowel voor inwoners als bezoekers van Den Haag.
Plaatsen van dynamisch route-informatiesysteem Een aantal geïnterviewden vraagt zich af of het dynamisch route-informatiesysteem nog geplaatst wordt. Volgens hen zouden de drips eigenlijk voor de implementatie van het verkeerscirculatieplan komen. Drips zijn volgens de stakeholders zeker van toegevoegde waarde bij het eenvoudiger bereiken van bestemmingen in de binnenstad.
3.1.3 Venstertijden •
Door verschillende gesprekspartners wordt aangegeven dat het principe van venstertijden werkt. Een aantal van hen merkt wel op dat ze ook niet anders kunnen dan zich aanpassen.
•
De venstertijden zijn wel een nadeel voor leveringen die niet binnen deze tijden te plannen zijn: leveranciers die pas in de avond aanwezig moeten en/of kunnen zijn. Hierbij valt te denken aan cateraars voor diners of bandjes die ’s avonds optreden. De laatste groep moet nu hun auto’s buiten het pollergebied laten staan en al lopende de apparatuur naar de locatie van het optreden verplaatsen. Een cultuurinstelling in het pollergebied onderstreept dat het een groot nadeel is dat belangrijke gasten bij voorstellingen nu niet meer tot voor de deur kunnen komen.
•
De vertegenwoordigers van leveranciers hebben het idee dat er nu meer verkeersbewegingen worden gemaakt om alles binnen de venstertijden te leveren. De wagens rijden meer kilometers tussen verschillende afleveradressen. Om toch binnen de venstertijden te blijven, wordt nu soms met twee half geladen wagens gereden in plaats van één volle.
9
Er zijn volgens hen nog een aantal mogelijkheden om de leveringen zo efficiënt mogelijk te maken. Bijvoorbeeld voldoende, goed gesitueerde en ruime laad- en losplekken (bijvoorbeeld in de Grote Marktstraat). Daarnaast is EVO bezig met het opzetten van een portal met verkeersinformatie. De gemeente kan hieraan bijdragen door volledige verkeersinformatie beschikbaar te stellen op de website en deze informatie actueel te houden. 3.1.4 Pollers •
De pollers worden in een groot aantal gesprekken naar voren gebracht. Ondanks dat wordt aangegeven dat er inmiddels minder berichten zijn over aanrijdingen en storingen, wordt wel duidelijk uit de gesprekken dat er nog verwarring heerst over het pollergebied. Zo ervaart een aantal gesprekpartners inconsequenties in de tijden waarin het gebied wordt afgesloten. De pollers sluiten niet altijd om half 12. Ook wordt wel waargenomen dat ze af en toe de hele dag open staan.
•
Een aantal geïnterviewden maakt opmerkingen over het pasjesbeleid voor pollers. Het aanvragen van een pasje wordt ervaren als omslachtig, selectief en rigide. Voor sommigen zouden bepaalde ontheffingen al grote knelpunten oplossen. Twee partijen waren voor de implementatie van het verkeerscirculatieplan in de veronderstelling dat zij een ontheffing danwel belverbinding met een poller zouden krijgen, maar dit bleek uiteindelijk niet het geval. Er werd ook aangegeven dat de pasjes niet altijd goed werken. Taxichauffeurs hebben een aantal keer ervaren dat het licht op groen stond, maar de poller toch weer omhoog kwam.
3.1.5 Hulpdiensten •
Voor de brandweer is het een groot nadeel dat de Grote Marktstraat nu de enige hoofd-/noodroute om de binnenstad te doorkruisen. Omdat het een voetgangersgebied is, is het voor hen bijna onmogelijk om in het geval van spoed daar de maximumsnelheid te rijden. Ook ervaren zij dat deze route tijdens de venstertijden vaak geblokkeerd is door leveranciers. De ambulancedienst geeft aan dynamischer te zijn; zij vertrekken niet vanaf kazernes en hebben dus geen vaste routes. Het Spui lijkt
10
volgens hen, nu het autoluw is, sneller door te stromen. Uit hun cijfers blijken verder geen veranderingen in de aanrijtijden na invoering van het verkeerscirculatieplan. De brandweer benadrukt nog het verschil in grootte tussen ambulances en brandweerwagens. •
Zowel de brandweer als de ambulancedienst geven aan dat het tijdens drukte op sommige plaatsen op de Centrumring wel lastig is om het andere verkeer (en bijvoorbeeld wachtende auto’s) te passeren.
•
De brandweer geeft ook aan dat er in het geval van wegwerkzaamheden in de nieuwe situatie te weinig omrijroutes zijn.
•
Het opticomsysteem, waarbij de pollers zakken in reactie op zwaailichten, werkt over het algemeen redelijk goed. Echter, in het transpondersysteem (voor als ze niet met zwaailichten en sirenes rijden) zijn nog wel verbeteringen gewenst. Bij dit systeem reageert de poller doordat een lus in de weg de wagen detecteert. Bij het huidige systeem wordt het signaal echter pas opgepikt als de wagen precies goed over deze lus heenrijdt. De brandweer en de politie hebben een nieuw transpondersysteem getest dat minder afhankelijk is van de perfecte afstand en plaatsing. Dit werkte zeer goed; men kan er hierbij beter op vertrouwen dat de pollers bij aankomst naar beneden gaan. De hulpdiensten brengen naar voren dat zij de mogelijkheden voor implementatie hiervan met de gemeente zouden willen bespreken. Prioriteit hebben met name twee ‘probleempollers’ op het Buitenhof en de Grote Kerk.
11
3.2
Aantrekkelijkheid van de binnenstad
3.2.1 Verblijfsruimte •
De stakeholders vinden de binnenstad aantrekkelijker geworden. Het overgrote deel vindt dat met name het Spui is opgeknapt; er is meer ruimte en rust.
•
Een autovrij winkelgebied is aantrekkelijk, maar de straten en pleinen ogen nu nog wel kaal, leeg en stenig. Het verblijfsklimaat kan worden verbeterd door wat meer inrichting van de openbare ruimte. Bankjes, meer groen, goede bestrating en goede verlichting worden vaak genoemd als suggesties.
•
De manager van een supermarkt, een winkelstraatmanager, de adjunct-directeur van een hotel en een horeca-eigenaar wijzen nog expliciet op de aanblik van de stad. Die kan aantrekkelijker. Zij noemen als voorbeeld de stationsgebieden, het tankstation aan de Laan (bij de Grote Markt) en leegstaande panden aan de Jan Hendrikstraat en de Elandstraat.
3.2.2 Ondernemers in aanloopstraten •
De ondernemers in de aanloopstraten hoopten dat na de invoering van het verkeerscirculatieplan deze straten beter zouden aansluiten op het kernwinkelgebied. Een aantal gesprekpartners stelt dat er echter geen positieve effecten zijn. En dat is een gemiste kans. De Boekhorststraat wordt hierbij vaak als voorbeeld genoemd. Maar tegelijkertijd wordt bijna altijd de opmerking gemaakt dat het sowieso al langer minder goed gaat met de winkels in deze straat. Wel wordt voorgesteld dat bij de herinrichting van de Grote Marktstraat nog eens moet worden geprobeerd de Boekhorststraat hierbij te betrekken. Een vergelijkbaar geluid is te horen over het Zeeheldenkwartier. Ondernemers hadden graag gezien dat de wijk meer betrokken werd bij het centrum. Het gebied is in hun beleving nog meer afgesloten; de winkelstraatmanager vreest een stagnatie van economische groei.
12
3.2.3 Situatie voor fietsers •
De bereikbaarheid en het verblijfsklimaat voor fietsers wordt positief beoordeeld. Met name op het Spui is er voor hen meer ruimte nu de auto’s weg zijn. Onderwerp van discussie is nog wel de plaats op de weg voor voetgangers en fietsers bij het Spui en de Grote Marktstraat. De geïnterviewden verschillen van mening of het nog een kwestie van wennen is, of dat er meer regels nodig zijn om onwenselijke situaties te voorkomen.
•
Een aantal gesprekpartners geeft aan dat er nog wel aandacht nodig is voor fietsvoorzieningen, zoals goede bestrating (bijvoorbeeld rondom de Grote Kerk) en een uitbreiding van (inpandige) fietsstallingen.
13
3.3
Implementatie van en communicatie over veranderingen
3.3.1 Verwachtingen over acties gemeente •
De geïnterviewden geven aan dat ze zich niet altijd gehoord voelen door de gemeente. Ze hebben de indruk dat er weinig wordt gedaan met hun voorstellen, ideeën of opmerkingen met betrekking tot de situatie in de binnenstad. Een aantal neemt hierdoor niet meer de moeite om in gesprek te komen met de gemeente. Als ze iets willen bespreken, gaat het over veel schijven en langs veel contactpersonen. Wat het meest frustreert, is dat er in hun ogen soms een zeer eenvoudige oplossing voorhanden is, maar dat de gemeente daar niet voor open lijkt te staan.
•
Tijdens de gesprekken kwam ook de verwachting ten aanzien van de onderzoeken naar de effecten van het verkeerscirculatieplan aan bod. Ten eerste was niet iedereen ervan op de hoogte dat er een effectmeting plaatsvindt. Daarnaast is men over het algemeen wat sceptisch. Zo vragen de stakeholders zich af of de (met name economische) effecten wel objectief te meten zijn. Het is lastig te onderscheiden wat waardoor precies veroorzaakt is: door invoering van het verkeerscirculatieplan of door iets anders? Ook vraagt men zich af waar de evaluatie toe zal leiden. Worden de uitkomsten alleen ter kennisgeving aangenomen, of wordt er ook actie ondernomen als er negatieve effecten worden geconstateerd? Een aantal stakeholders verwacht dat alleen positieve effecten worden opgenomen in het rapport of dat het mooier wordt gemaakt dan het in werkelijkheid is. Men geeft aan in elk geval graag een terugkoppeling te krijgen over dit kwalitatief onderzoek.
3.3.2 Wegwerkzaamheden •
De communicatie over en organisatie van wegwerkzaamheden zijn voor een aantal stakeholders nog een knelpunt. Twee ondernemers (aan de Elandstraat en de Boekhorststraat) geven aan dat ze begrijpen dat wegwerkzaamheden nodig zijn, maar dat de organisatie ervan volgens hen beter kan. Ze zijn van mening dat veel werkzaamheden niet op elkaar worden afgestemd en langer duren dan nodig is. Ook
14
worden ze er (te) laat over geïnformeerd. Daarnaast is de informatie langs de weg, met aanduiding van alternatieve routes, volgens hen onvoldoende. Een aantal geïnterviewden vraagt zich af of de gemeente de consequenties van wegwerkzaamheden voor ondernemers wel ziet. Ondernemers ervaren dat als hun zaak tijdelijk niet of nauwelijks bereikbaar is, klanten in de tussentijd een alternatief vinden en daarna ook niet meer terugkeren. 3.3.3 Informatie voor bezoekers en toeristen •
Een aantal stakeholders uit twijfels over de perceptie van de bereikbaarheid van Den Haag bij bezoekers en toeristen. Het is belangrijk dat continu de boodschap uitgedragen wordt dat Den Haag een aantrekkelijke en bereikbare stad is. Dit gebeurt naar hun mening nu nog te weinig. Ondernemers uit de Elandstraat en de Boekhorsttraat, bij een hotel aan de Jan Hendrikstraat en bij een parkeergarage aan de Laan ervaren dat na de implementatie van het verkeerscirculatieplan minder klanten uit de regio (Leidschendam, Voorburg, Rijswijk etc.) komen.
15
Bijlage:
Lijst geïnterviewde stakeholders
Organisatie
Gesprekpartner
Functie
1.
Albert Heijn XL
dhr. Smeets
Manager
2.
Ambulancedienst Den Haag
dhr. Van der Meijden
Hoofd Meldkamer Ambulancezorg
3.
Anton Philipszaal
dhr. Fluit
Manager Horeca en Evenementen
4.
Basisschool ’t Palet
dhr. Demesmaeker
Directeur
5.
BOF, Bureau Binnenstad
dhr. Bakker, dhr. Kersbergen, mevr. Alkema
6.
Brandweer Haaglanden
dhr. Vis
Voorzitter BOF Bestuurslid BOF Binnenstadsmanager Bedrijfsleven Coördinator Object en Infra
7.
Chinatown/Boekhorststraat
dhr. Chang
Eigenaar Lung Fung
8.
CityMarketing Den Haag
dhr. Van den Berg
Chief Marketing Officer
9.
EVO TLN
dhr. Górak dhr. Blook
Beleidmedewerker EVO Beleidmedewerker TLN
10.
Fietsersbond
dhr. Goedhart
Voorzitter Haagse Regio
11.
Horeca Grote Markt
dhr. Hinloopen
Eigenaar
12.
Hotel Ibis Den Haag City Centre
dhr. Besselink
Adjunct-directeur
13.
HTMC
mevr. De Roode
Adjunct-directeur
14.
Kamer van Koophandel
dhr. Rijerkerk
Directeur KVK Den Haag
15.
Klankbordgroep VCP
dhr. Van den Brink
Lid
16.
MKB Den Haag
dhr. Van Cromvoirt
Bestuurslid
17.
Ondernemersvereniging De Zeehelden
mevr. De Jager
Winkelstraatmanager
18.
QPark
dhr. Ten Hoorn
Regiomanager
16