Stageportfolio Mytylschool Eindhoven Valerie Maas
Speciaal Voortgezet Onderwijs
september tot december 2014
04 05 06 10 14 19
Inhoudsopgave Inleiding
Stagewerkplan Versie 1; 10 september 2014 Versie 2; november 2014 Notities Reflecties Bijlage Stagecontract Verklaring omtrent het gedrag Lesvoorbereidingen / groepsplannen Vakvisie
2
Seeing comes before words. The child looks and recognizes before it can speak
John Berger
3
Inleiding
Ga uit van de mogelijkheden, niet van de beperkingen! Leerlingen in hokjes plaatsen. Jij bent een leerling in een rolstoel. Jij bent een leerling met autisme. Jij bent een leerling met spasme.
NEE! Kijk naar wat de leerlingen wel kunnen, niet naar hun beperkin-
gen of handicaps. Ook al zit een leerling in een rolstoel, dat wil niet zeggen dat zij niks kan. Zij heeft juist andere mogelijkheden en dingen waar zij goed in is, waar wij nog iets van kunnen leren. Ik heb gekozen voor het voortgezet speciaal onderwijs, omdat ik me interesseer in leerlingen met een beperking. Ik wil hen de mogelijkheden laten zien van wat zij kunnen. Daarnaast heb ik vanuit mijn andere stages gehoord, dat ik beter ben in het individueel begeleiden van leerlingen en makkelijker praat voor een kleinere groep. Ook merk ik zelf dat ik me meer op mijn gemak voel voor een kleinere groep mensen. In het (voortgezet) speciaal onderwijs bestaan de klassen uit kleine groepen leerlingen, natuurlijk hebben zij allemaal wel speciale aandacht nodig.
4
Stagewerkplan
Wat wil ik doen? Wat wil ik bereiken? Het stagewerkplan is een groeidocument. Dit betekent dat ik dit stagewerkplan regelmatig bijstel. Naar aanleiding van de Competentiegids ‘Overal Ramen’.
5
Competentie B.
Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Je kunt een relatie leggen tussen je visie op je vak en het schoolvak. Hoe? Door mijn vakvisie meer te verduidelijken en deze manier van denken ook duidelijk te laten zien in het lesgeven. Waar? Dit is terug te vinden in mijn geschreven vakvisie (in de bijlage) en daarnaast in de lesvoorbereidingen.
Competentie C.
Pedagogisch vermogen Je kunt een veilig sociaal klimaat in een groep creëren; je houdt daarbij rekening met verschillen tussen leerlingen in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht. Hoe? Oberserveren; hoe doet Agnes dit? Wat gebeurt er in de klas? Wat gebeurt er op het speelplein? Welke leerlingen kunnen goed samenwerken en welke niet? Uiteindelijk de uitkomsten van het observeren verwerken in de manier van lesgeven. Waar? Dit is terug te vinden in observaties en lesvoorbereidingen.
Competentie D. Versie 1; 10 september 2014
Didactisch vermogen Je verantwoordt je (vak)didactische opvattingen. Hoe? Wat vind ik belangrijk in mijn beeldende les? Wat wil ik dat de leerlingen leren? Hoe pas ik dit toe? 6
Waar? Dit is terug te vinden in mijn geschreven vakvisie en daarnaast in de lesvoorbereidingen. Je stimuleert leerlingen om zelf hun leerproces vorm en richting te geven. Hoe? Lessen ontwerpen waarin leerlingen eigen keuzes kunnen maken. Bij het geven van de lessen zal ik stimuleren elkaar niet ‘na te apen’ en eigen keuzes te maken. Eigen keuzes maken kan voor leerlingen met een lichamelijke beperking handig zijn, omdat zij dingen die ze niet kunnen dan niet moeten doen, maar voor iets anders kunnen kiezen. Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in de werken en de reflectie van de leerlingen. Ook zal dit terug te vinden zijn in mijn reflectie op de lessen.
Versie 1; 10 september 2014
Je stelt zelfstandig lessen samen, die worden gekenmerkt door samenhang en doelgerichtheid, voert deze lessen uit, en evalueert ze. Hoe? Wat wil ik bereiken in de lessenserie? En in welke stapjes zullen de leerlingen dit doel bereiken? Ik moet duidelijke doelen stellen en deze stapsgewijs in de lessenserie verwerken. Deze lessen uitvoeren en (elke) les om feedback vragen van mijn stagebegeleidster, maar ook van de leerlingen. Aan het einde reflecteren we samen op wat de leerlingen denken dat ze bereikt hebben en welke stapjes ze hiervoor genomen hebben. Later reflecteer ik nog op mijn eigen les. Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in het proces van de leerlingen en hun eigen reflectie daarop. Ook in reflecties van mijzelf op de les en aan het einde op de lessenserie.
7
Competentie E.
Interpersoonlijk vermogen Je bevordert effectieve communicatie door bijvoorbeeld te luisteren, samen te vatten, en dóór te vragen Hoe? Observeren, hoe doet Agnes dit? Welke manier van communicatie werkt het beste bij de leerling, dit verschilt waarschijnlijk per leerling. Verschillende manieren van communicatie uit proberen, dit kan door middel van verbale en non-verbale communicatie, maar daarnaast ook door afbeeldingen. Waar? Dit is terug te vinden in de observaties en daarnaast in reflecties op de lessen. Je bevordert zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid door een balans te vinden tussen leiden en begeleiden. Hoe? Door een lessenserie te ontwerpen waarin zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid een grote rol speelt. De zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid zal per leerling verschillen. Maar de leerling kan ook zelfstandig zijn door iets aan zijn klasgenoot te vragen, in plaats van aan mij. Ook het leiden en begeleiden zal per leerling erg verschillen. In het begin van de les zal ik altijd leiden, een duidelijke instructie geven, zodat de leerlingen daarna zelfstandig aan de slag kunnen. Hierbij zal ik begeleiden. De ene leerling zal meer begeleiding nodig hebben dan de ander. Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in de reflecties op de les. Versie 1; 10 september 2014 8
Competentie F.
Vermogen tot samenwerking Je bent in staat om in afstemming met anderen doelen te realiseren. Hoe? Overleg plegen over het onderzoek wat ik ga doen voor mijn OT (onderwijstheorie) scriptie. Afspraken maken over experimenten, interviews, enquêtes, et cetera met leerlingen, de mentor en de op dat moment lesgevende docent. Waar? Reflecties en uitkomsten van experimenten, interviews, enquëtes, et cetera.
Versie 1; 10 september 2014 9
Competentie B.
Vermogen tot reflectie en ontwikkeling Je kunt een relatie leggen tussen je visie op je vak en het schoolvak. Hoe? Door mijn vakvisie meer te verduidelijken en deze manier van denken ook duidelijk te laten zien in het lesgeven. Waar? Dit is terug te vinden in mijn geschreven vakvisie (in de bijlage) en daarnaast in de lesvoorbereidingen. Je kunt reflecteren op de door jou gegeven les(senserie) Hoe? Door les te geven en hier aan het einde van de dag op terug te kijken. Wat ging goed? Wat ging minder goed? Plus- en minpunten. Waar? Bij de reflecties.
Competentie C.
Pedagogisch vermogen Je kunt een veilig sociaal klimaat in een groep creëren; je houdt daarbij rekening met verschillen tussen leerlingen in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht. Hoe? Oberserveren; hoe doet Agnes dit? Wat gebeurt er in de klas? Wat gebeurt er op het speelplein? Welke leerlingen kunnen goed samenwerken en welke niet? Uiteindelijk de uitkomsten van het observeren verwerken in de manier van lesgeven. Waar? Dit is terug te vinden in observaties en lesvoorbereidingen. Versie 2; november 2014 10
Waar? Dit is terug te vinden in mijn geschreven vakvisie en daarnaast in de lesvoorbereidingen.
Competentie D.
Didactisch vermogen Je stimuleert leerlingen om zelf hun leerproces vorm en richting te geven. Hoe? Lessen ontwerpen waarin leerlingen eigen keuzes kunnen maken. Bij het geven van de lessen zal ik stimuleren elkaar niet ‘na te apen’ en eigen keuzes te maken. Eigen keuzes maken kan voor leerlingen met een lichamelijke beperking handig zijn, omdat zij dingen die ze niet kunnen dan niet moeten doen, maar voor iets anders kunnen kiezen. Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in de werken en de reflectie van de leerlingen. Ook zal dit terug te vinden zijn in mijn reflectie op de lessen.
Versie 2; november 2014
Je stelt zelfstandig lessen samen, die worden gekenmerkt door samenhang en doelgerichtheid, voert deze lessen uit, en evalueert ze. Hoe? Wat wil ik bereiken in de lessenserie? En in welke stapjes zullen de leerlingen dit doel bereiken? Ik moet duidelijke doelen stellen en deze stapsgewijs in de lessenserie verwerken. Deze lessen uitvoeren en (elke) les om feedback vragen van mijn stagebegeleidster, maar ook van de leerlingen. Aan het einde reflecteren we samen op wat de leerlingen denken dat ze bereikt hebben en welke stapjes ze hiervoor genomen hebben. Later reflecteer ik nog op mijn eigen les. 11
Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in het proces van de leerlingen en hun eigen reflectie daarop. Ook in reflecties van mijzelf op de les en aan het einde op de lessenserie.
Competentie E.
Interpersoonlijk vermogen Je bevordert effectieve communicatie door bijvoorbeeld te luisteren, samen te vatten, en dóór te vragen Hoe? Observeren, hoe doet Agnes dit? Welke manier van communicatie werkt het beste bij de leerling, dit verschilt waarschijnlijk per leerling. Verschillende manieren van communicatie uit proberen, dit kan door middel van verbale en non-verbale communicatie, maar daarnaast ook door afbeeldingen. Waar? Dit is terug te vinden in de observaties en daarnaast in reflecties op de lessen.
Versie 2; november 2014
Je bevordert zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid door een balans te vinden tussen leiden en begeleiden. Hoe? Door een lessenserie te ontwerpen waarin zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid een grote rol speelt. De zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid zal per leerling verschillen. Maar de leerling kan ook zelfstandig zijn door iets aan zijn klasgenoot te vragen, in plaats van aan mij. Ook het leiden en begeleiden zal per leerling erg verschillen. In het begin van de les zal ik altijd leiden, een duidelijke instructie geven, zodat de leerlingen daarna zelfstandig aan de slag kunnen. Hierbij zal ik begeleiden. De ene leerling zal meer begeleid-
12
ing nodig hebben dan de ander. Waar? Dit is terug te vinden in het lesontwerp en de lesvoorbereidingen. Daarnaast in de reflecties op de les.
Competentie F.
Vermogen tot samenwerking Je bent in staat om in afstemming met anderen doelen te realiseren. Hoe? Overleg plegen met Agnes. Wanneer doen we wat? Welke momenten geef ik een les? Welke momenten geeft Agnes een les/ Hoe gaan we om met de klassen die maandag en vrijdag les hebben? Waar? Reflecties
Competentie G.
Omgevingsgerichtheid Je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kusntenaars en/of vormgevers. En verwerkt dit in je stage. Hoe? Door kunstenaars als inspiratiebron te nemen voor mijn lessen. Hierover zal ik een stukje kunstbeschouwing/geschiedenis geven. Waar? Lesvoorbereidingen.
Versie 2; november 2014 13
Notities
Wat valt me op? Wat zie ik? Wat doet Agnes de Wit? Wat doen de leerlingen? Hoe ziet het lokaal er uit? Et cetera
14
Donderdag 4 september 2014 PGL2 -
Leerlingen pakken met het binnenkomen meteen hun werkstuk. De vragen; Waar zijn we mee bezig? Wat was de opdracht? Duidelijke instructie voordat de leerlingen beginnen met werken. Werkstukken zijn kwijt. Later teruggevonden in de houtbak. Op het moment weinig materialen, doordat er nog geen boodschappen zijn gedaan. - Veel verschil in niveau en tempo leerlingen. - Leerlingen helpen elkaar waar nodig.
Donderdag 4 september 2014 VMBO-TBK2
- Instructie, waarbij veel vragen worden gesteld aan de leerlingen. Wat weten zij al? - Leerlingen komen zelf met verschillende ideeën. - Leerlingen weten bij het zoeken van de afbeeldingen bij hun idee, niet goed waar ze moeten zoeken. (trefwoorden) - Printer is kapot. - De leerlingen weten niet goed waar ze moeten beginnen met ‘bouwen’.
Vrijdag 5 september 2014 PGL3 -
Verzamelen in ‘eigen’ klaslokaal van de leerlingen. Leerlingen pakken als we in het lokaal zijn gelijk hun werkstuk. Voorbeelden laten zien van eerdere jaren. In tegenstelling tot de andere groep die met theaters bezig zijn, werkt in deze groep iedere leerling individueel. - Op tijd opruimen, anders tijd te kort.
Lokaal:
3 tafels; 1 tekentafel, 1 hoge werktafel, 1 lage werktafel. Aan de werktafels zitten bankschroeven. In het lokaal staan kasten met allerlei teken- en schildermaterialen, papier, enz. Daarnaast staan er machines en is er een wand met allerlei materiaal om ruimtelijk te werken. Ook is er nog een wasbak en een vuilnisbak Door leerlingen zelf na te laten nadenken ontwikkel en train je hun zelfstandigheid. Leerlingen helpen elkaar waar nodig. Dit verbetert de zelfstandigheid, doordat de leerlingen elkaar om hulp moeten vragen. 15
Vrijdag 5 september 2014 VMBO1
- Een aantal leerlingen zijn te laat, hier wordt een reden voor gevraagd. - De leerlingen weten niet waar ze moeten gaan zitten en wat ze moeten doen. - Duidelijke instructie; wat doe je als je het lokaal binnen komt. - Herhaling van de opdracht, doormiddel van vragen stellen. - De leerlingen krijgen allemaal een taak. De een pakt de tekeningen en deelt deze uit, de ander pakt de potloden, enz. - Materiaal uitleg. - Leerlingen leren meteen keuzes maken, doordat ze tussen verschillende materialen kunnen kiezen. - Leerlingen zijn onzeker over hun kunnen.
Zelfstandigheid verbeteren door de leerlingen zelf keuzes te laten maken. Materiaal uitleg door alle materialen voor te doen op een apart blaadje. Daarnaast worden ook nog verschillende mogelijkheden per materiaal en de voordelen en nadelen van een materiaal.
Donderdag 11 september 2014 PGL2
- Leerlingen komen binnen en gaan zitten, maar pakken niet hun werkstuk, zoals afgesproken. - Tempo verschil tussen leerlingen. - Leerlingen weten niet goed hoe ze moeten schilderen.
Donderdag 11 september 2014 VMBO-TBK2
- Drukke klas - Groepjes veranderen, doordat een leerling vorige week ziek was. - Constructie (van kistje) is moeilijk voor leerlingen.
16
Vrijdag 5 september 2014 PGL3
- B. is lui, liefste komt alles aangewaaid of alles voorgezegd. - P. heeft veel hulp nodig, alles aangeven, enz. - B. is dromerig en onzeker, waardoor ze niet durft. - E. heeft in het begin even hulp nodig, maar als hij eenmaal aan het werk is, gaat het goed. - H. is aan een kant doof en aan de andere kant hoort ze heel slecht. - B. heeft spasme, maar hij is ook heel precies. Dit gaat soms niet goed samen. Hij werkt heel zelfstandig. - B. is erg zelfstandig, hij wil het liefste geen hulp. Hij zoekt eigen materialen en heeft eigen ideeën.
Vrijdag 5 september 2014 VMBO1
- Leerlingen weten nog niet wat ze moeten doen als ze binnenkomen. - Tempo verschil is erg groot. De een is al klaar als de ander pas twee lijnen op het papier heeft staan. - Geen homogene groep. - Een paar drukke leerlingen; M. en M. - ‘Ik kan niet tekenen.’ - Een extra leerling in deze klas van een hoger jaar. Hij is zelfstandig bezig aan een doek. Hierop schildert hij ‘impressionistisch/pointilistisch’ een landschap.
Donderdag 18 september 2014 PGL2 - Hoe schilder ik? Ze doen zo maar iets. De haren van de penseel / kwast steken alle kanten uit. Water zorgt er voor dat je makkelijker schildert, enz. - Leerlingen weten (nog steeds) niet dat ze hun werkstuk moeten pakken als ze binnen komen. - Extra leerling uit een hogere klas zit hier bij, maar maakt iets anders. Zij gaat helemaal zelf aan de slag. Donderdag 18 september 2014 VMBO-TBK2
- Druk, druk, druk. Waarom? Leerlingen weten zelf niet waar ze moeten beginnen. Onzelfstandig. - Groot verschil in ‘handigheid’ van bijvoorbeeld zagen. Leerlingen die zeggen nog nooit gezaagd te hebben, terwijl ze dat allemaal in het eerste jaar geleerd hebben. - Afspraken komen ze niet na. Bijvoorbeeld; uit de les lopen zonder te zeggen waarheen en niet terug komen.
Donderdag 18 september 2014
Toen ik klaar was met de laatste les, liep ik naar de bushalte. Onderweg, al best ver weg van het schoolgebouw kwam ik B. uit PGL3 tegen. Hij had nog les, dus ik vroeg wat hij daar deed. Hij stond meteen op en liep weg. Ik heb het besluit genomen om de receptie te bellen van de Mytylschool, zodat zij konden handelen. Ik heb hem in de gaten gehouden, maar hoe dichter ik bij hem kwam, hoe verder hij weg liep. 17
Vrijdag 19 september 2014 PGL3
- We beginnen de les in het klaslokaal van PGL3. - H. was bang om in de klas te gaan zitten, doordat er gisteren iets gebeurd was. Uiteindelijk blijkt dat B. de juf geslagen en geschopt had, en daarnaast ook nog uitschold. H. was op dat moment bang geweest dat zij ook geslagen werd. - We hebben even een klassengesprek gehouden over wat er gebeurd was en hoe we er de volgende keer mee om gaan. Bijvoorbeeld B. niet ‘opjutten’. Daaruit bleek dat B. en H. erg geschrokken waren en erg bang waren voor B. - Bjorn is voor één dag geschorst. - Eigen les gedraaid, doordat Agnes met de ouders van B. moest gaan praten over wat er gebeurd was. Deze les was onvoorbereid, maar ik wist wat de bedoeling was. Daarnaast was het ook erg rustig, doordat B. en E. er niet waren. - Wat kan P. en wat kan hij niet? Hij wil graag van alles maken, maar heeft hij daar niet te veel hulp bij nodig? Waardoor het mij te veel tijd gaat kosten? Uiteindelijk heeft hij een plaatje uitgeprint, deze gaat hij op het door mij uitgezaagde plankje schilderen.
Vrijdag 19 september 2014 VMBO1 - E. van PGL3 komt de klas binnen. Dus Agnes gaat met hem praten over wat er gisteren gebeurd is. Hij was degene die met B. aan het ‘stoeien’ was, waardoor hij uiteindelijk zichzelf verloor. Dus ik heb de klas alleen, vanaf 10 minuten na het begin. - Tempo verschil valt nu erg op, doordat een aantal leerlingen helemaal klaar zijn met ‘de kalender’ en de anderen nog bijna moeten beginnen. Degene die klaar zijn met ‘de kalender’ gaan vogeltjes maken van klei. Hierbij is het de bedoeling dat zij eerst een ei maken en dan vanuit daar een vogeltje. - A. kan erg goed tekenen, alleen het duurt best lang. Hij is er dan ook één les niet geweest. - D. kan erg goed boetseren. Hij heeft in de tijd dat de andere leerlingen één vogeltje maken al drie vogeltjes gemaakt, die er ook nog goed uitzien. - Veel zieken, waardoor het tempo verschil nog meer op gaat vallen.
18
Wat ging goed? Wat ging minder goed? Hoe reageerden de leerlingen? Wat deed ik? Wat deden de leerlingen?
Reflecties
19
PGL 1-2 Donderdag 10.45 - 12.15 Donderdag 9 oktober
les 1 De leerlingen komen binnen en beginnen meteen vragen te stellen over de afbeeldingen die in de klas hangen. Ik vraag ze rustig te gaan zitten en als alle leerlingen binnen zijn begin ik. Ik merk dat sommige leerlingen er veel fantasie hebben als ik iets vraag, zoals J. Voor zijn leeftijd heeft hij nog erg veel fantasie, hij is kinderlijker dan zijn klasgenoten. A. moet ik een paar keer uit haar droom halen, wat ik ook doe, ze blijft dromen. De leerlingen zijn blij als ze mogen beginnen. Ik merk dat het goed is dat ik een stappenplan heb, want de kleurovergangen zijn nog erg moeilijk. Alleen J en L kunnen dit zonder extra uitleg. W., Z. en Y. heb ik het een aantal keer voor moeten doen voor het kwartje viel. Het opruimen gaat moeizaam, dit ligt onder andere aan mijn taakverdeling. De ene leerling is nou eenmaal sneller dan de ander. Voor de reflectie op de werken was geen tijd meer. Pluspunten - Leerlingen waren meteen geïnteresseerd. - Fantasie aangewakkerd. - Stappenplan
Minpunten - De taakverdeling - Uitleg kon duidelijker, waardoor er minder vragen komen tijdens het werken.
Donderdag 16 oktober
les 2 Als de leerlingen binnen komen merk ik meteen dat W. erg druk is. Hij zorgt er voor dat Y., T. en J. er druk en aanwezig worden. Ik heb W. gevraagd waarom hij zo druk was. Het antwoord was dat hij 25 zure matten op had en ook nog 2 blikjes red bull. Ik heb gevraagd of hij zo rustig mogelijk kon doen. Het mag gezellig zijn, maar niet te gezellig. hij was de rest van de les redelijk rustig, alleen Y. was erg druk. Hij heeft dan ook een paar keer een waarschuwing gehad. Het begin van het schilderij was moeilijk voor de leerlingen. Ik heb de les even stil gelegd, om het opnieuw uit te leggen. Daarna zijn de leerlingen zelfstandig verder gegaan. Het opruimen moet gestuurder, anders gaan sommige leerlingen niksen. De reflectie gaat moeizaam. Ik moet veel vragen stellen en er komt weinig antwoord. Dit is waarschijnlijk een kwestie van meer doen, zodat de leerlingen er aan gewend raken. Pluspunten - De les stil leggen en opnieuw een uitleg geven. - Er was tijd voor reflectie. - Ik merk dat ze mij mogen en dat ze het oké vinden als ik een keer streng ben.
Minpunten - De uitleg was niet duidelijk genoeg, waardoor de leerlingen niet wisten waar ze moesten beginnen. - Opruimen moet gestuurder. 20
Donderdag 30 oktober
les 3 De leerlingen waren rustig. L. pakt meteen een schort, de rest van de leerlingen niet. We hebben dit voor de vakantie wel afgesproken. Dit heb ik herhaalt, in de hoop dat de leerlingen dit over twee weken nog weten. Volgende week donderdag (6 november) hebben de leerlingen namelijk studiedag. Ik vergat, doorda de leerlingen na hun schort gepakt te hebben meteen verf, etc. pakten, de leerlingen te vragen waar we ook al weer mee bezig waren. ook had ik het stukje kunstbeschouwing nog willen herhalen. Des ondanks weten de leerlingen wat ze moeten doen en beginnen meteen. De meeste leerlingen hebben goed gewerkt. Ik merk vooral aan het einde van de les dat sommige leerlingen niet zo veel zin meer hebben in de opdracht. De reflectie gaat al beter dan vorige weken, maar ik moet leerlingen blijven aanwijzen die iets mogen vertellen. Dit is denk ik nog steeds een kwestie van meer doen. Pluspunten - Leerlingen weten wat ze moeten doen. - Reflectie gaat beter. - Opruimen gaat beter. Heel gestuurd.
Minpunten - Leerlingen vergeten, ondanks dat het afgesproken is, schorten te pakken voor ze binnenkomen. - Vergeten de les te openen.
Donderdag 06 november Studiedag
Donderdag 13 november
les 4 De leerlingen pakten toen ze binnen kwamen bijna allemaal een schort. Deze les wil ik de lessenserie afsluiten. Sommige leerlingen vragen gedurende de les veel aandacht. J. en Y. vragen de hele tijd of het ‘goed’ is. Aan het einde merk ik dat ik mijn geduld verlies. Als de leerlingen klaar zijn met schilderen mogen ze hun verf, penseel en water opuimen en met pastelkrijt aan de slag. Als ik halverwege de les de wasbak ga controleren, zie ik dat er bakjes liggen met verf erin. Ze zijn er zo ingegooid. Ik heb de les even stop gelegd en twee leerlingen gevraagd dit op te ruimen. Het opruimen van de werkplekken verliep een beetje rommelig, dit komt denk ik doordat niet alle leerlingen tegelijk begonnen met opruimen. De reflectie gaat al stukken beter. Pluspunten - Leerlingen blijven checken op bijvoorbeeld de wasbak. - Reflectie gaat beter. - Leerlingen pakken bijna allemaal meteen een schort.
Minpunten - Opruimen gaat rommelig. - Hoe ga ik om met leerlingen die vragen blijven stellen?
21
Donderdag 20 november les 1
De leerlingen deden lang over het binnen komen en gaan zitten. Toen was T. ook nog zijn pil vergeten. Ik heb de introductie gedaan van de tekenopdracht van Angelika Arendt. Ik merk dat mijn stem verheffen nodig is bij deze groep. Nu ik dat doe letten de leerlingen beter op. Namen noemen gaat beter dan ‘jongens’ of iets dergelijks, de leerlingen voelen zich dan meer aangesproken. De leerlingen werken goed. Ik merk dat de fineliners al minder werken, maar ik heb er niet meer. Gewoon doen zonder na te denken is voor sommige leerlingen moeilijk. De leerlingen vinden het wel fijn om te doen, het werkt onspannend. Het opruimen gaat super snel en ik heb nog bijna een kwartier over voor de reflectie. Ik stel de volgende vragen: - Ging het goed? Waarom wel of niet? - Vond je het makkelijk of moeilijk en waarom? - Wat heb je gemaakt? - Welke kleur ecoline ga je volgende les gebruiken. Pluspunten - Stem verheffen. - Reflectie gaat goed, omdat dit super gestuurd gaat.
Minpunten - De fineliners zijn zo goed als op.
Donderdag 27 november les 2
We gaan deze les verder met de tekenopdracht rondom Angelika Arendt. Ik heb besloten dat een aantal leerlingen opnieuw gaan beginnen. Ze stribbelen niet tegen, zoals ik had verwacht. Ik les het verschil tussen vorm en lijn uit en laat een goede tekening zien waar niet over nagedacht is en een minder goede tekening waar over nagedacht is. Deze leerling heeft duidelijk allemaal voorbedachte vormen getekend. De leerlingen gaan aan de slag en tussendoor leg ik de les stil als ik iets wil uitleggen. De leerlingen zijn op den duur erg druk. Hier doe ik iets aan door een aantal leerlingen te vragen 10 minuten stil te zijn. Ze maken hier een spelletje van; wie het langste stil is. Dit werkt prima en er komt rust. T. en J. gaan aan het einde van de les ruziën, ik leg de les opnieuw stil en zeg dat ik daar niet van gediend ben. Als we klaar zijn met opruimen zeg ik nogmaals dat het de volgende les rustiger moet en ik klaar ben met het geklooi. Dit is goed overgekomen, want de leerlingen waren in eens allemaal stil. Pluspunten - Stem verheffen. - Les stil leggen en uitleg geven - Les stil leggen, omdat het super druk is.
Minpunten - Sommige dingen heb ik opnieuw uit moeten leggen, daaruit blijkt dat ik het de eerste keer niet goed uitgelegd heb. 22
Donderdag 04 december
les 3 We gaan deze les weer verder met de tekenopdracht van Angelika Arendt. Ik herhaal kort wat de bedoeling is en de leerlingen beginnen. Onder het tekenen heb ik de les een aantal keer stil gelegd, zodat ik tegen iedereen iets kon vertellen. Ik had me niet bedacht dat sommige leerlingen al klaar waren. Deze leerlingen heb ik met ecoline laten ‘spelen’. Dit ging goed, zolang ik goed bleef begeleiden. De leerlingen zijn erg onzeker als ze niet een gestuurde opdracht hebben met een doel. Hieruit bijkt dat de leerlingen nog niet erg zelfstandig zijn. De zelfstandigheid kunnen we vergroten door de leerlingen vaker zo’n soort opdracht te geven. Pluspunten - Les stil leggen werkt goed, iedereen luistert en iedereen doet daarna wat de bedoeling is.
Minpunten - Niveau zelfstandigheid ligt lager dan verwacht.
Donderdag 11 december
les 4 Ik had in mijn hoofd dat de leerlingen al klaar waren met de oprdacht, uiteindelijk bleek van niet. Agnes heeft de les geopend en iets extra’s aan de opdracht toegevoegd. De leerlingen moeten de zwarte lijnen verduidelijken. Deze zijn oor de donkere ecoline ‘weggevallen’. Daarnaast kunnen zij met witte ecoline vlakken en ijnen overtrekken, zodat er een extra contrast toegevoegd wordt. Pluspunten - Leerlingen denken zelf mee - Sfeer is goed, ondanks er ruzie is geweest in de pauze
Minpunten - Ik dacht dat de leerlingen de opdracht al klaar hadden.
23
VMBO 2 Donderdag 12.45 - 14.15 Donderdag 20 november
les 1 Dit is de eerste keer dat ik deze klas zelf les geef. Zij waren nog met het ‘theatertje’ bezig. De leerlingen luisteren niet zo goed. Ik heb ze een aantal keer gecorrigeerd, dit werkte. Toen de leerlingen begonnen met werken waren ze rustiger. Agens had ze over twee tafels verdeeld, waardoor de leerlingen alleen tegen hun eigen tafelgenootjes spraken. Agens heeft de leerlingen net een andere opdracht gegeven. Bij hen gaat het vooral over het verschil tussen vormen en lijnen, wit en zwart, opvallend en onopvallend. De leerlingen zijn tevreden en werken goed door. Opruimen gaat snel! Pluspunten - Leerlingen werken goed.
Minpunten -
Donderdag 27 november les 2
Als de leerlingen binnen komen is Agnes nog even roken. Ze pakken hun tekeningen en gaan zitten. Als Agnes terug is geeft ze de uitleg over pastelkrijtes en de leerlingen gaan aan de slag. Ze zijn erg onrustig, later blijkt dat ze in de pauze ruzie hebben gehad met een andere leerling. We praten daarover en over ‘straffen’. Wat is een goede straf? En wat werkt totaal niet? De leerlingen komen zelf tot de conclusie dat de straffen op de Mytylschool te laag zijn. Het werken met pastelkrijt gaat prima en de leerlingen laten zich goed begeleiden. Pluspunten - Begeleiden gaat goed. - Leerlingen werken goed
24
Donderdag 04 december
les 3 Als de leerlingen binnen komen vraag ik ze meteen hun tekening te pakken. Ik begin de intructie, omdat Agnes er nog niet is. Later neemt Agnes deze over. De leerlingen laten zich gemakkelijk begeleiden en daarnaast is de sfeer in de klas goed. Er wordt gezellig gekletst, maar ook goed doorgewerkt. De tijd gaat dan ook erg snel.
Donderdag 11 december
les 4 De leerlingen gaan weer verder aan hun tekening. Twee leerlingen zijn al klaar en hun tekening gaat naar de veiling met kerst. De opbrengst van deze veiling gaat voor de helft naar de school en voor de andere helft naar een goed doel. Ik merk dat de leerlingen er niet meer zo’n zin in hebben. Maar ze werken op een paar leerlingen na toch goed door. Tegen de leerlingen die niet goed werken heb ik een aantal keer gezegd dat ze iets moesten gaan doen. Maar vaak weten ze niet goed wat. Dit komt denk ik onder andere, doordat de opdracht abstracter is. Dit vinden de leelringen moeilijk. Pluspunten - Goede sfeer en gezellig, maar werken ook goed door.
Minpunten - Leerlingen hebben er niet zo’n zin meer in.
25
PGL 3 Vrijdag 9.00 - 10.30 Vrijdag 10 oktober
les 1 Bij de introductie merk ik meteen dat deze leerlingen ouder zijn dan de leerlingen van gisteren. Zij hebben veel minder fantasie. Alleen Bjorn probeert van alles te zien, maar ik heb het gevoel dat dit is om op te vallen. Agnes benadrukte dit later ook. Bij deze leerlingen heb ik geen stappenplan, omdat zij vaker geschilderd hebben. Zij hoeven geen kleurovergangen te oefenen. De leerlingen werken hard door, vooral B. R. Hij heeft de schildering al af vindt hij. P. vinger verft, omdat dit voor hem makkelijker is. Opruimen gaat snel en bij de reflectie moet ik net als bij de jongere leerlingen veel vragen stellen. Pluspunten - Leerlingen waren meteen geïnteresseerd. - Zelfs B. R. is geïnteresseerd. - Geen stappenplan, omdat de leerlingen al meer weten. - Oplossing gezocht voor probleem; P. kan moeilijk schilderen.
Minpunten - De introductie had sneller gekund. De leerlingen hebben minder fantasie.
Vrijdag 17 oktober
les 2 Ik herhaal kort wat we gaan doen en de leerlingen beginnen meteen. Ik heb B. R. zoals belooft geholpen. Hij neemt de hulp goed op en gaat enthousiast aan de slag. Halverwege heeft hij geen zin meer en gaat hij uit zich zelf P. helpen. Wie erg veel hulp nodig heeft. De mannen zijn er aan het einde van de les wel klaar mee. Daarom besluit ik volgende les de serie af te sluiten. Opruimen gaat goed en de reflectie gaat ook beter. Pluspunten - Leerlingen werken goed door. - Korte herhaling aan het begin van de les. - Plannen aanpassen op de leerlingen. De lessenserie eerder afsluiten dan gepland. - Reflectie gaat al beter.
Minpunten - B. R. heeft halverwege geen zin meer. Hoe ga ik daarmee om als hij toch nuttig bezig is op dat moment? - Leerlingen fout ingeschat, t.o.v. concentratie op de serie.
26
Vrijdag 31 oktober
les 3 Vandaag sluiten we de lessenserie af. Niet alle leerlingen zijn even ver, maar toch besluit ik ze allemaal verder te laten gaan met pastelkrijt. Ik heb de techniek uitgelegd, waarbij de leerlingen minder goed opletten als ik had gehoopt. Ik heb een aantal keer opnieuw de aandacht moeten vragen. Een aantal leerlingen zijn al klaar, deze leerlingen gaan verder aan hun ‘maandag-opdracht’. Ik zelf ben er maandag niet, maar ze hebben wel eens in de twee weken handenarbeid. Agnes heeft hiervoor een aparte opdracht verzonnen. Het tweede lesuur ben ik begonnen met de introductie van de volgende lessenserie. Deze had ik beter voor kunnen bereiden, maar ik had verwacht dat de leerlingen langer bezig zouden zijn met de pastelkrijt. Er worden veel vragen gesteld, maar aan het einde van de les is de opdracht wel duidelijk. Pluspunten - Techniek uitleg pastelkrijt was duidelijk. - Leerlingen gaan enthousiast aan de slag. Ze hebben er weer een beetje zin in. - Leerlingen durven vragen te stellen. - Afbeeldingen riepen veel gedachten op.
Minpunten - Aandacht vragen van leerlingen gaat moeizaam. - Foute planning, waardoor ik me minder voorbereid had als had gemoeten.
Vrijdag 07 november
les 1 Ik heb twee lesuren met deze leerlingen. De leerlingen moesten het eerste lesuur een toets maken, hiervan baalde ik best wel. Maar wat moet dat moet. De leerlingen zelf waren hierdoor wel heel enthousiast toen ze eenmaal konden beginnen aan de nieuwe opdracht. De leerlingen konden starten met de nieuwe opdracht als hun toets af was, dus ik heb de opdracht per leerling opnieuw uitgelegd. De materialen (fineliners) waren allemaal op, dit had ik van te voren even moeten testen. B. R. presteert boven verwachting goed. Hij is dan ook erg trots op zijn werk. Alle leerlingen vinden het leuk om voor hun gevoel wat te knoeien. Pluspunten - Omgaan met verandering. - Leerlingen waren enthousiast. - Leerlingen durven te doen. Ze zien bijna geen grenzen, ook al zijn deze er wel. - Afbeeldingen zorgden voor genoeg inspiratie.
Minpunten - Materialen klaarleggen / nakijken.
27
Vrijdag 14 november
les 2 De leerlingen hebben niet zo veel zin om te tekenen. Ze zien de opdracht niet meer zitten. Dit verbaast me, omdat ze het vorige week nog heel leuk vonden. Ik baal hiervan en dit laat ik ook merken. Hilde, die de opdracht super leuk vind, is er niet vandaag. B. R. gaat aan de slag voor de kerstmarkt. B. is er niet, want hij maakt een toets. Alleen B. en P. zijn bezig met de opdracht. Ik merk dat het Bowie goed af gaat. En uiteindelijk zijn beide jongens trots op wat ze gedaan hebben. B. komt halverwege de les pas binnen, omdat zij ook een toets af moest maken. Zij is opnieuw begonnen, want ze had de vormen uit de foto helemaal nagetekend, en dat was natuurlijk niet de bedoeling.
Vrijdag 21 november
Pluspunten - Materialen gehaald, waardoor de leerlingen door konden werken. - Leerlingen zijn trots op wat ze gemaakt hebben.
Pluspunten - Leerlingen zijn enthousiast. - Ik kan sommige leerlingen helpen, terwijl anderen zelfstandig verder werken.
Minpunten - Materialen klaarleggen / nakijken. - Les verloopt rommelig, omdat alle leerlingen met iets anders bezig zijn.
les 1 Omdat de meeste leerlingen de tekenopdracht niet zo leuk vonden, heb ik besloten met dezelfde kunstenares een drie dimensionale opdracht te gaan doen. De leerlingen gaan nu met Fimo-klei, gekleurde klei, vormpjes maken. Ik geef een korte introductie en daarnaast een geleide instructie. De leerlingen gaan enthousiast aan de slag. Ik help ze zo nu en dan. P. heeft moeite met plat rollen, dus dat doe ik voor hem. B. F. kan bijna niet snijden, dus hem help ik daarmee. In eerste instantie was het mijn bedoeling om samen één kunstwerkje te maken, maar de leerlingen vinden dat niet leuk, want zij willen natuurlijk allemaal hun eigen werkje mee naar huis. Het opruimen gaat snel en de leerlingen hebben hard gewerkt. Minpunten - Fout ingeschat; samen één maken of allemaal apart een...
28
Vrijdag 29 november
les 2 De leerlingen gaan vandaag verder met het maken van ‘canes’ met fimoklei. Ik merk aan alle leerlingen dat ze het fijn vinden om te doen. B. wordt er erg rustig van en werkt super goed door. Alle leerlingen zijn fijn bezig en het is rustig. Ik merk dat B. gepest wordt, doordat ze hem ‘gay’ noemen. Ik zeg hier iets van en later zegt Agnes er ook nog wat van. Pluspunten - Leerlingen zijn enthousiast. - Ik kan sommige leerlingen helpen, terwijl anderen zelfstandig verder werken.
Minpunten - De leerlingen pesten elkaar in mijn les.
Vrijdag 05 december
les 3 Omdat het vandaag sinterklaas is, gaan we om negen uur, de tijd dat de les eigenlijk begint, eerst sinterklaas binnenhalen. Pas rond kwart voor 10 kan ik met de les beginnen. De leerlingen luisteren goed bij de uitleg, maar zijn te eigenwijs om het te proberen. Ik vraag ze dit toch te doen en als het niet lukt kunnen ze het als nog op een andere manier doen. Dit werkt prima, sommige leerlingen doen het volgens mijn techniek, andere leerlingen via een andere techniek. Ik moet de leerlingen een aantal keer vragen om te gaan opruimen en uiteindelijk gebeurd dit ook, maar echt zin hebben ze er niet meer in. Pluspunten - Leerlingen luisteren goed.
Minpunten - Opruimen gaat slecht.
29
VMBO 1 Vrijdag 10.45 - 12.15 Vrijdag 10 oktober
les 1 Als de leerlingen binnen komen zijn ze meteen nieuwsgierig. bij de introductie blijkt dat de leerlingen niet zo veel concentratie hebben. Ik ben snel over gegaan naar de uitleg van de opdracht. Ik leg nu beter uit wat de bedoeling is, waardoor alleen de ‘intensiefjes’ moeite hebben met de opdracht. K. heeft bijvoorbeeld erg veel moeite met de opdracht. Bij D. en I. gaat het boven verwachting goed. A. presteert lager dan ik hem ingeschat had. Ook Agnes had hem hoger ingeschat, omdat zijn tekening erg goed was. Ik verdeel de taken van het opruimen en A. neemt de taak op zich om L. te helpen. Ook helpt hij Irene als ze dat vraagt. De reflectie is kort en ik moet veel vragen stellen. Pluspunten - Leerlingen waren meteen nieuwsgierig. - Uitleg beter dan gisteren, want er komen veel minder vragen. - Opruimen gaat prima. Taken zijn goed verdeeld.
Minpunten - Uitleg kon sneller, waardoor leerlingen hun concentratie behouden. - Sommige leerlingen fout ingeschat. - Reflectie kan beter.
Vrijdag 17 oktober
les 2 Als de leerlingen binnen komen pakken enkele leerlingen meteen een schort. De anderen vraag ik dit ook te doen. We herhalen samen de kunstbeschouwing en ik les de opdracht uit. Ik kies er voor om ‘de grove lijnen’ met een krijtje voor te doen op het bord, zodat ik de les niet stil hoef te leggen, zoals bij PGL1-2. De leerlingen werken zelfstandig aan de opdracht. Ondertussen leg ik de opdracht van de eerste les aan M. en M. uit, beide waren ziek vorige week. K., T. en J. hebben veel hulp nodig. Het opruimen gaat traag ondanks een goede taakverdeling. Bij deze klas zullen we eerder op moeten gaan ruimen. De reflectie komt er niet meer van. Pluspunten - Herhaling kunstbeschouwing. Zorgt er voor dat de stof weer meer gaat leven. - Opdracht uitleg is duidelijker.
Minpunten - Opruimen gaat traag. Dus planning voor de volgende les; eerder opruimen.
30
Vrijdag 31 oktober
les 3
Lesbezoek Jan Plasman. Ik kies er voor om met de opening van de les aan de deur te gaan staan, zodat alle leerlingen meteen een schort pakken. Ook vraag ik ze meteen verf te pakken. Ik herhaal kort de opdracht en de leerlingen gaan verder. Tijdens het werken beledigen de leerlingen elkaar, hier steek ik een stokje voor. Martijn raakt op een begeven moment zijn concentratie en enthousiasme kwijt. Hij vindt dat hij niet kan tekenen, etc. Agnes leert hem eerst een trucje, maar als dit niet werkt zorgt ze er voor dat hij iets anders gaat doen. Het opruimen gaat prima en snel. Ik heb de reflectie half kunnen doen, niet alle leerlingen zijn aan de beurt geweest. Jan wijst me op iets. Als de leerlingen iets vragen, hoe reageer ik daarop? Ik stel een vraag terug, waardoor de leerlingen zelf nadenken. Pluspunten - Les opening aan de deur gaan staan werkt goed. - Leerlingen zijn nog enthousiast genoeg, dus beginnen meteen. - Leerlingen wijzen op beledigingen. Dit doe ik subtiel, maar ze weten wel dat ik er niet van gediend ben. - Vraag beantwoorden met vraag
Minpunten - Martijn raakt concentratie / enthousiasme kwijt. Hoe ga ik hiermee om?
Vrijdag 07 november
les 4 Leerlingen komen het lokaal binnen en vergeten hun schorten. Het werkt beter om aan de deur te gaan staan. De leerlingen pakken hun schilderingen en vinden degene die vorige week kwijt waren terug. Vorige week hebben ze schijnbaar niet goed gekeken. Leerlingen zijn erg druk en hebben weinig concentratie. Dit komt waarschijnlijk omdat ze gisteren vrij waren. Tijdens het werken merk ik dat de leerlingen niet zo veel zin meer hebben in de opdracht en er zijn al een aantal leerlingen zo goed als klaar. Ik besluit volgende week de lessenserie te eindigen. Martijn begint weer met zijn schildering, met tegenzin, halverwege gaat hij weer sokkeltjes zagen. Hij vindt dit leuk en zorgt zo voor minder afleiding. Het opruimen gaat gestuurd. Zo loopt het prima. Leerlingen komen zelf vragen wat ze nog kunnen doen, in plaats van dat ze gewoon op hun stoel gaan zitten. Pluspunten - M. R. leidt de rest van de leerlingen erg af. Ik heb hem gevraagd 10 minuten stil te zijn. Dit werkt prima. - Opruimen gaat goed, doordat het gestuurd is.
Minpunten - Aan het begin aan de deur gaan staan werkt beter. - Leerlingen hebben weinig concentratie.
31
Vrijdag 14 november
les 5 De leerlingen zijn weer erg druk. Weer was één leerling zijn tekening kwijt. Ik snap er helemaal niks van hoe dit kan, want ze ruimen de tekeningen zelf op. De leerlingen beginnen allemaal meteen met pastelkrijt. Ook de leerlingen die nog lang niet klaar zijn met schilderen, geef ik pastelkrijt. Ik merk dat ze deze techniek fijn vinden. Het gaat snel en het mengen gaat makkelijk. Als de leerlingen klaar zijn, spuiten we hun werk samen in. De leerling mag dan opruimen. Het opruimen gaat snel, omdat de krijtjes zo opgeruimd zijn. Daarna kunnen ze beginnen aan het maken van ijzeren poppetjes. Dit vinden ze ook leuk om te doen. Zelfs M. vind dit leuk, tenminste het eerste half uur. En stiekem is hij toch wel trots op zijn tekening. Als tip van Agnes krijg ik mee om mijn stem te verheffen. Dit ga ik volgende week proberen. Ik hoop dat dit lukt, want ik heb niet zo’n harde stem. Pluspunten - M. heeft het naar zijn zin deze les en valt de rest van de klas niet lastig. - Opruimen gaat goed, doordat de krijtjes zo opgeruimd zijn.
Minpunten - Hoe zorg ik dat ik ‘boven’ de leerlingen sta? Stem verheffen, zodat ik over de leerlingen heen kom.
Vrijdag 21 november
les 1 Opnieuw zijn de leelringen erg druk. Meteen valt op dat sommige leerlingen een schort hebben gepakt. Juist nu het niet nodig is, hebben de leerlingen het onthouden. Ik heb een introductie gegeven, waarbij opletten best moeilijk bleek. De leerlingen willen graag aan de slag. Na de uitleg gingen ze aan het werk. Ze namen ‘zo maar iets doen, zonder na te denken’ wel heel serieus, waardoor het een krastekening werd. Een aantal leerlingen zijn opnieuw begonnen. M. was te eigenwijs daarvoor, dus ik heb hem ecoline gegeven en hij heeft het ‘ingeschilderd’. Hij was trots op zijn tekening. Pluspunten - Leerlingen bij de les houden. - Het heft in handen nemen door een aantal leerlingen opnieuw te laten beginnen. - M. laten doen wat hij wil, zonder me aan hem te ergeren.
Minpunten - Introductie was te lang, waardoor de leerlingen hun aandacht verloren.
32
Vrijdag 29 november
les 2 De leerlingen pakken allemaal meteen een schort als ze binnen komen, dit is fijn, want ik kan meteen beginnen. Ik herhaal kort de opdracht en zeg wat goed gegaan is en niet goed gegaan is de vorige les. De leerlingen gaan dan aan de slag. M. is fijn aan het werk, als hij zich niet meer kan concentreren laat ik hem met ecoline ‘spelen’. Dit werkt voor even, maar hij voelt zich niet lekker, dus hij houdt al snel weer op. Hij valt de rest van de klas niet lastig, dus ik laat het maar zo. Pluspunten - Leerlingen zijn enthousiast. - Meteen de schort laten pakken is fijn, want ik kan meteen met de les beginnen. - Snelle oplossing voor M. bedacht.
Vrijdag 05 december Les ging niet door in verband met de surprise
les 3
33