Richtlijn Toelaatbaarheid tot het Voortgezet Speciaal Onderwijs
1. Toelichting
Passend Onderwijs wil de omslag maken van diagnosegericht naar handelingsgericht. Niet de diagnose staat centraal, maar de vraag wat de leerling nodig heeft. Dat impliceert echter niet dat er helemaal geen richtlijnen meer nodig zijn om de toelating tot het VSO te regelen. Het betekent wel dat de bestaande criteria voor de toelating tot het VSO herzien dienen te worden. De twee samenwerkingsverbanden voor V(S)O Leiden en Duin- en Bollenstreek hebben in samenwerking deze richtlijn voor de bepaling van de toelaatbaarheid tot het VSO opgesteld.
Versie november 2015
2. Indicatoren voor toelaatbaarheid VSO: a. Zeer moeilijk lerende kinderen (categorie laag,midden,hoog) Het toekennen van een TLV VSO ZML gebeurt op basis van de combinatie van vastgestelde kindkenmerken en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. ZMLK Kenmerken van de leerling
Ondersteuningsbehoeften van de leerling
Ontoereikende ondersteuningsstructuur vanuit het regulier onderwijs
1
Indicatoren voor onderwijs aan zeer moeilijk lerende leerlingen Leerlingen met het Syndroom van Down. Leerlingen met een IQ < 55. Leerlingen met een IQ > 55: in combinatie met specifiek geformuleerde onderwijs- en zorgbehoeften en/of in combinatie met didactische vaardigheden op niveau praktijkonderwijs dan nieuw 1 intelligentieonderzoek. De leerling is nog geen 18 jaar en kan in het onderwijs nog vorderingen maken die noodzakelijk zijn voor toeleiding naar de arbeidsmarkt of dagbesteding. A. Praktische en sociale redzaamheid De leerling heeft aantoonbaar zeer grote ondersteuningsbehoefte ten aanzien van de praktische redzaamheid. De leerling laat aantoonbaar zeer grote ondersteuningsbehoefte zien in het omgaan met anderen. B. Voorwaarden om te kunnen leren De leerling heeft aantoonbare structurele behoefte aan ondersteuning om te kunnen voldoen aan de voorwaarden om te kunnen leren. De leerling heeft aantoonbare structurele behoefte aan aanpassingen in de lesstof en aangepast lesmateriaal. De aanpassingen vergen structureel veel tijd van de docent(en). De onderwijsbegeleiding van de leerling eist aantoonbare specialistische kennis van de doelgroep bij de docent/docententeam. C. Leerontwikkeling De leerling heeft aantoonbaar zware ondersteuningsbehoefte ten aanzien van het begrijpend lezen, spellen en/of rekenen (leerrendement < groep 4). D. Emoties en persoonskenmerken De leerling laat aantoonbaar grote ondersteuningsbehoefte zien op het gebied van (de regulatie van) emoties en persoonskenmerken op onderwijskundig gebied. E. Integrale ondersteuning De onderwijsbehoefte van de leerling is aantoonbaar structureel verweven met een zorgbehoefte. Aangeven op welke onderdelen onderwijsbehoefte en op welke onderdelen zorgbehoefte is. Aantoonbaar ontbreken van passende ondersteuning in het regulier onderwijs vanuit de basisondersteuning en vanuit de extra ondersteuning aan de hand van geformuleerde onderwijs- en zorg/ondersteuningsbehoeften.
Intelligentieonderzoek mag niet ouder zijn dan twee jaar.
Versie november 2015
Benodigde (onderzoeks) gegevens
Medische verklaring noodzakelijk, voorzien van datum, naam, handtekening en functie arts. (alleen in geval van Syndroom van Down) Intelligentieonderzoek, indien van toepassing (zie linker kolom) voorzien van datum, naam, handtekening en functie onderzoeker.
Psychodiagnostische rapportage waaruit blijkt dat er sprake is van zeer geringe sociale redzaamheid. OPP met waarin opgenomen: - didactische voortgangsrapportage in relatie tot evaluatie van uitgevoerde doelen in OPP - mate waarin ondersteuning nodig is. - handelingsdeel
Uit het groeidocument/OPP (inclusief handelingsdeel) van de leerling blijkt dat de school de ondersteuningsmogelijkheden volledig heeft benut. Uit de evaluatie blijkt dat de school onvoldoende aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling tegemoet kan komen.
b. Lichamelijk gehandicapt en/of meervoudig gehandicapt (categorie midden/hoog) Het toekennen van een TLV VSO LG (categorie laag/midden) en MG (categorie midden/hoog) gebeurt op basis van de combinatie van vastgestelde kindkenmerken en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. De leerling heeft aantoonbare ondersteuningsbehoeften in de relatie tot onderwijs in de categorieën A t/m D. LG/MG Kenmerken van de leerling
Ondersteuningsbehoeften van de leerling
Ontoereikende ondersteuningsstructuur
Indicatoren voor onderwijs aan lichamelijk gehandicapte leerlingen Een of meer aantoonbare aandoeningen die dermate motorische beperkingen veroorzaken waardoor sprake is van ernstige belemmering om aan het regulier onderwijs deel te nemen. De leerling is nog geen 18 jaar en kan in het onderwijs nog vorderingen maken die zijn noodzakelijk zijn voor diplomagericht onderwijs, toeleiding naar de arbeidsmarkt of dagbesteding A. Praktische zelfredzaamheid De leerling heeft aantoonbare behoefte aan praktische ondersteuning van anderen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij gebruik van technische hulpmiddelen. De leerling heeft aantoonbare behoefte aan (ver)zorgen/of verpleeghandelingen. B. Fysieke eigenschappen en mobiliteit De leerling is aantoonbaar afhankelijk van paramedische behandelingen en hulpmiddelen. C. Onderwijsleeromgeving en leermiddelen De leerling heeft aantoonbare behoefte aan aangepaste sanitaire voorzieningen en volledig rolstoeltoegankelijk schoolgebouw. De leerling heeft aantoonbare behoefte aan het inzetten van speciale (technische) hulpmiddelen en materialen. D. Didactische begeleiding: De leerling heeft aantoonbare behoefte aan intensieve ondersteuning bij onderwijs voorwaardelijke (fijn)motorische activiteiten en handelingen. De leerling heeft aantoonbare behoefte aan ondersteuningsvormen die zijn gericht op het (stimuleren van het) leerproces, zoals praktische begeleiding tijdens de les of speciale ondersteuning bij specifieke vakken. Aantoonbaar overstijgen van de basisondersteuning dan wel de extra ondersteuning van het VSO.
Benodigde onderzoeksgegevens
Rapportagegegevens die de aanvraag onderbouwen.
Integraal groeidocument en/of geëvalueerd OPP (inclusief handelingsdeel) waarin de relatie wordt beschreven tussen de fysieke beperkingen en/of gedragsmatige kenmerken en de onderwijsbehoeften. Eventueel gegevens van zorg- of hulpverleningsinstanties. Aangeven wat de leerling kan leren.
2.
Intelligentieonderzoek dient relevante gegevens te bevatten voor het beoordelen van een TLV
Versie november 2015
Medische diagnose voorzien van datum, handtekening en functie arts. Medische verslagen. Intelligentieonderzoek voorzien 2 van datum , handtekening en functie onderzoeker.
c. Langdurig (somatisch) zieke leerlingen (categorie laag) Het toekennen van een TLV VSO LZ (categorie laag) gebeurt op basis van de combinatie van vastgestelde kind kenmerken en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. De leerling heeft aantoonbare ondersteuningsbehoeften in relatie tot het onderwijs in de categorieën A t/m D. LZ Kenmerken van de leerling
Indicatoren voor onderwijs aan langdurig (somatisch) zieke leerlingen Een lichamelijke, neurologische of psychosomatische beperking, die niet in hoofdzaak leidt tot motorische beperkingen, maar wel leidt tot een ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen. Psychosociale en cognitieve beperkingen welke leiden tot ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen.
Ondersteuningsbehoeften van de leerling
A. B.
C. D.
Ontoereikende ondersteuningsstructuur
De leerling is nog geen 18 jaar en kan in het onderwijs nog vorderingen maken die zijn noodzakelijk zijn voor diplomagericht onderwijs toeleiding naar de arbeidsmarkt of dagbesteding. Praktische zelfredzaamheid De leerling heeft aantoonbaar behoefte aan praktische ondersteuning van anderen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen. De leerling heeft aantoonbaar behoefte aan (ver)zorg- en/of verpleeghandelingen. Fysieke eigenschappen en mobiliteit De leerling is aantoonbaar afhankelijk van (para)medische behandelingen en hulpmiddelen. De leerling heeft aantoonbaar extra onderwijs- en zorgbehoeften als het gaat om diens gezondheid en/of pijnbeleving. De leerling heeft aantoonbaar extra onderwijs- en zorgbehoeften als het gaat om diens energieniveau, slaapbehoeften en/of slaappatroon. Onderwijsleeromgeving en leermiddelen De leerling heeft aantoonbaar behoefte aan een rustruimte en/of aangepaste sanitaire voorzieningen. Didactische begeleiding: De leerling heeft aantoonbare extra intensieve onderwijsbehoeften als het gaat om informatieverwerking, taakgerichtheid, concentratie en/of werktempo. Aantoonbaar ontbreken van passende ondersteuning in het regulier onderwijs vanuit de basisondersteuning en vanuit de extra ondersteuning aan de hand van de geformuleerde onderwijs- en zorgbehoeften.
Benodigde onderzoeksgegevens
Rapportagegegevens die de aanvraag onderbouwen.
Integraal groeidocument en/of geëvalueerd OPP (inclusief handelingsdeel) waarin de relatie wordt beschreven tussen de lichamelijke, neurologische of psychosomatische stoornis en de onderwijsbehoeften. Eventueel gegevens van zorg- of hulpverleningsinstanties.
3
Intelligentieonderzoek dient relevante gegevens te bevatten voor toewijzing TLV.
Versie november 2015
Medische diagnose voorzien van datum, handtekening en functie arts. Medische verslagen. Intelligentieonderzoek, voor zover van toepassing, voorzien 3 van datum , handtekening en functie onderzoeker.
d. Leerlingen met ernstige gedrags- en/of psychiatrische problematiek (categorie laag) Het toekennen van een TLV VSO (categorie laag) gebeurt op basis van de combinatie van vastgestelde kindkenmerken en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. De leerling heeft aantoonbare ondersteuningsbehoeften in relatie tot het onderwijs in de categorieën A t/m D.
Kenmerken van het kind
Extra onderwijs- en zorgbehoeften
Ontoereikende ondersteuningsstructuur
Versie november 2015
Indicatoren voor onderwijs aan leerlingen met ernstige gedrags- of psychiatrische problematiek Er is sprake van aantoonbare ernstige gedrags- of psychiatrische problematiek, die leidt tot een ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen. De leerling is nog geen 18 jaar en kan in het onderwijs nog vorderingen maken die zijn noodzakelijk zijn voor diplomagericht onderwijs toeleiding naar de arbeidsmarkt of dagbesteding A. Sociaal- emotionele vaardigheden De leerling heeft aantoonbaar veel ondersteuning nodig op het gebied van Zelfbesef Zelfmanagement Besef van een ander Relaties hanteren Keuzes maken B. Voorwaarden om te kunnen leren De leerling heeft aantoonbaar structureel behoefte aan een omgeving, waarin veel (pedagogische) veiligheid, structuur en consequent handelen wordt geboden. De leerling heeft aantoonbaar intensieve individuele begeleiding nodig van de docent. C. Didactische begeleiding De leerling heeft aantoonbaar structurele behoefte aan aangepast lesmateriaal/lesstof. D. Integrale onderwijs- en zorgbehoeften De leerling heeft zowel in het onderwijs als in de thuissituatie/vrijetijdsbesteding duidelijke ondersteuningsbehoefte ten aanzien van zijn/haar sociaal-emotionele ontwikkeling en/of gedrag. Aantoonbaar ontbreken van passende ondersteuning in het regulier onderwijs vanuit de basisondersteuning en vanuit de extra ondersteuning aan de hand van geformuleerde onderwijs- en zorgbehoeften.
Benodigde rapportage
Onderzoeksgegevens / OPP (inclusief handelingsdeel) die de kenmerken van het kind onderbouwen.
Onderzoeksgegevens die de aanvraag onderbouwen. Geëvalueerd OPP (inclusief handelingsdeel), waarin de onderwijs- en zorgbehoeften in relatie staan tot de geformuleerde doelen. Er is sprake (geweest) van bemoeienis vanuit de jeugdhulp en/of psychiatrie. Tenzij ouders aantoonbaar weigerachtig zijn om hieraan mee te werken.
Uit het groeidocument/OPP (inclusief handelingsdeel) van de leerling blijkt dat het in regulier onderwijs de basis- en extra ondersteuning volledig zijn benut. Uit de evaluatie is gebleken dat het regulier onderwijs onvoldoende aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling tegemoet kan komen.