Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland Henegouwenlaan 2 5628 WK Eindhoven www.spvozn.nl
_____________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2010 van de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland en de onder de Stichting ressorterende scholen Stedelijk College Eindhoven en International School Eindhoven. In vogelvlucht is 2010 het jaar waarin veel energie is gestoken in de verdere voorbereiding en ontwikkeling van (nieuw)bouw voor locatie Avignonlaan en de International School Eindhoven. De complexiteit van het aanbestedingsproces in combinatie met de door de economische crisis veroorzaakte druk op de budgetten heeft er toe geleid dat eind 2010 nog geen definitieve besluiten konden worden genomen. Verder heeft de invoering van een nieuw bestuursmodel voor de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland vorm gekregen. Op onderwijsinhoudelijk terrein is op Stichtings- en opleidingsniveau in 2010 het nieuwe strategisch beleidsplan vastgesteld, het schoolplan 2010-2014. In dit plan worden belangrijke externe en interne ontwikkelingen afgezet tegen onderwijs en organisatie van de school als geheel en de opleidingen in het bijzonder. Er is een begin gemaakt met de implementatie van dit plan, onder andere door het schrijven van een leermiddelenbeleidsplan. Het leermiddelenbeleid wordt in samenhang met de toepassing van moderne technologie in het onderwijs een belangrijke drager van aangepaste vormen van lesmateriaal en het daarbij behorende pedagogisch-didactisch handelen. Gelet op de geboekte resultaten is het oordeel van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur dat de balans over 2010 een positief beeld vertoont. Wij nodigen u uit om uw mening aan dit oordeel te spiegelen en zijn geïnteresseerd in uw bevindingen1. Dit verslag is opgebouwd uit een tiental hoofdstukken. De eerste negen hoofdstukken hebben betrekking op de Stichtingbrede resultaten. Hoofdstukken 10, 11 en 12 geven specifieke informatie over de verschillende locaties van het Stedelijk College Eindhoven en de International School Eindhoven. Dhr. drs. Meine Stoker Voorzitter College van Bestuur
1
Stuur uw reactie naar
[email protected]
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 2 van 96
Inhoudsopgave Voorwoord 1. Organisatie
6
1.1 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid Nederland
7
1.2 Stedelijk College Eindhoven (SCE)
7
1.3 International School Eindhoven (ISE)
7
1.4 Verdeling leerlingenaantallen over de locaties
8
1.5 Missie
8
1.6 Kernkwaliteiten
8
1.7 Medezeggenschap
9
1.8 Samenwerkingsverbanden
9
2. Vestigingen, opleidingen en verdeling leerlingenaantallen
11
2.1 Verschillende vestigingen van de Stichting PVOZN
11
2.2 Opbouw van de school
12
3. Doelstellingen voor 2010
13
3.1 Stabilisering of lichte groei op Stichtingsniveau
13
3.2 Uiting geven aan de kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs
13
3.3 Invoering Raad van Toezicht / model College van Bestuur
13
3.4 Voorbereiding nieuwbouw vmbo Avignonlaan
14
3.5 Ontwikkeling huisvesting Internationale Campus
14
3.6 Implementatie schoolplan 2010-2014
14
3.7 Doordecentralisatie
15
3.8 Actieplan Leerkracht
15
3.9 Leermiddelen
15
3.10 Ontwikkeling nieuw communicatiebeleid en PR
16
4. Waar komen onze leerlingen vandaan?
17
4.1 Uit welke gemeenten komen onze leerlingen
17
4.2 Toeleverende basisscholen
17
5. Zorg en begeleiding
19
5.1 Zorgplan
19
5.2 Vroegtijdig schoolverlaten
19
5.3 Leerwegondersteuning of leerlinggebonden financiering
20
5.4 Lesuitval / onderwijstijd
20
6. Schoolklimaat en veiligheid
21
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 3 van 96
7. Tevredenheidsonderzoeken
23
7.1 Tevredenheidsonderzoek medewerkers locatie Avignonlaan
23
7.2 Tevredenheidsonderzoek medewerkers locatie Henegouwenlaan
27
7.3 Aanvullend tevredenheidsonderzoek leerlingen en hun ouders leerjaar 3
30
7.4 Quality Survey Students Secondary Division (MP4)
32
8. Personeel
34
8.1 Leeftijdsopbouw
34
8.2 Formatieplan 2010-2011
35
8.3 Ziekteverzuim
36
8.4 Scholingsuitgaven
37
9. Financiën
38
9.1 Overzicht ontwikkeling financiën 2010
38
9.2 Conclusie en toekomstplanning
40
10. Avignonlaan, een trotse zichtbare kansenschool 10.1 Ontwikkelingen op locatie Avignonlaan
41 43
10.1.1 Huisvesting en exploitatie
43
10.1.2 Doorontwikkeling Horizongebieden
43
10.1.3 Maatschappelijke stages in de vorm van internationale projecten
43
10.1.4 Imago
43
10.1.5 Verbeteren (examen)resultaten
44
10.1.6 Leermiddelenbeleid
44
10.1.7 VAS-toetsen
44
10.1.8 Taal-rekenbeleid
44
10.1.9 Professionalisering personeel
45
10.1.10 Vroegtijdig schoolverlaten
45
10.2 Feiten en cijfers
46
10.3 Verschillende opleidingen locatie Avignonlaan
47
10.4 Aantal leerlingen locatie Avignonlaan
49
10.5 Marktaandeel / voedingsgebied Avignonlaan
50
10.6 Toeleverende basisscholen
51
10.7 Onderwijsontwikkeling
52
10.8 Schoolklimaat en veiligheid
53
10.9 Leerweg en sectorkeuze locatie Avignonlaan
54
10.10 Onderwijstijd
58
10.11 Resultaten
59
10.12 Doorstroom en uitstroom
61
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 4 van 96
11. Henegouwenlaan, waar leraren en leerlingen elkaar kennen 11.1 Ontwikkelingen op locatie Henegouwenlaan
62 64
11.1.1 Internationalisering
64
11.1.2 TTO voor het vmbo-t
65
11.1.3 Keuzereizen
65
11.1.4 Externe evaluaties
65
11.1.5 Zorgstructuur en passend onderwijs
66
11.1.6 Examenresultaten
66
11.1.7 Werken in zuilen
66
11.1.8 Professionalisering personeel
67
11.1.9 Communicatie
67
11.2 Feiten en cijfers
68
11.3 Verschillende opleidingen locatie Henegouwenlaan
69
11.4 Aantal leerlingen locatie Henegouwenlaan
70
11.5 Marktaandeel / voedingsgebied Henegouwenlaan
71
11.6 Toeleverende basisscholen
72
11.7 Onderwijsontwikkeling
73
11.8 Schoolklimaat en veiligheid
75
11.9 Profiel,- sectorkeuze locatie Henegouwenlaan
76
11.10 Onderwijstijd
78
11.11 Resultaten
79
11.12 Doorstroom en uitstroom
81
12. International School Eindhoven, more than a school
82
12.1 Facts and figures
83
12.2 Where are our students from?
86
12.3 School fees
87
12.4 ISE Curriculum
89
12.5 Educational development ISE
91
12.6 Primary Division
92
12.7 Structure of the Primary Division Education Programme
92
12.8 School benefits Primary Division
92
12.9 Educational development Primary Division
94
12.10 School climate and safety issues
94
12.11 Secondary Division
95
12.12 School benefits
95
12.13 Leaving school without a degree
95
12.14 School climate and safety issues
96
12.15 Educational norm Secondary Division
96
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 5 van 96
1.
Organisatie
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland vormt juridisch gezien het bevoegd gezag van het Stedelijk College Eindhoven (20BK), een brede openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met een internationale afdeling en de Regionale Internationale School (03TF), een school voor internationaal primair onderwijs op algemeen bijzondere grondslag. Organisatorisch onderscheiden we echter de volgende twee eenheden:
het Stedelijk College Eindhoven (SCE), met twee locaties voor regulier voortgezet onderwijs, en
de Internationale School Eindhoven (ISE), voor internationaal voortgezet onderwijs en internationaal primair onderwijs, inclusief een Nederlandse afdeling. Schematisch ziet de organisatie er als volgt uit.
Het Stedelijk College Eindhoven en de International School Eindhoven bieden in vergelijking met andere scholen in de gemeente Eindhoven het meest brede scala aan opleidingsmogelijkheden.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 6 van 96
1.1
Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Nadat in 2009 vele voornamelijk administratieve en organisatorische zaken voor de nieuwe Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland werden geregeld heeft de Stichting in 2010 vorm gekregen, mede als gevolg van de ontwikkeling van een nieuw schoolplan (2010-2014) voor alle locaties. Daarnaast ook de vormgeving van de door de wetgever gewenste scheiding van bestuur en toezicht, aan het einde van het kalenderjaar 2010. De nieuwe Raad van Toezicht heeft op één persoon na de zelfde samenstelling als het voormalige bestuur behouden, dat in 2010 9 keer in vergadering bijeen kwam. Het College van Bestuur wordt gevormd door de voormalige Centrale Directie. Het College van Bestuur wordt gevormd door dhr. drs. M. Stoker (voorzitter) en dhr. B. Neggers (lid). Aan het hoofd van de opleidingen staan mevr. P Toonen (opleidingsdirecteur Avignonlaan), mevr. I. van Zuijdam (opleidingsdirecteur Henegouwenlaan) en mr. D. Gatley (head ISE), tesamen vormen zij het CMT. 1.2
Stedelijk College Eindhoven (SCE)
Het Stedelijk College Eindhoven bestaat uit twee locaties. De locatie Henegouwenlaan (hoofdstuk 11) omvat de opleidingen vwo (gymnasium en atheneum), havo en de theoretische leerweg van het vmbo. Binnen vwo en havo zijn er tevens tweetalige opleidingen. Leerlingen komen vooral uit Eindhoven-Noord en de regio ten noorden van Eindhoven. Het wervingsgebied van de tweetalige opleidingen is ruimer. De locatie Avignonlaan (hoofdstuk 10) verzorgt alle leerwegen in het vmbo, deels via leerwegondersteunend onderwijs. Hier is ook een eerste opvang voor anderstaligen (EOA) gehuisvest waar kinderen vanuit alle werelddelen onderwijs genieten. Leerlingen van deze locatie komen eveneens vooral uit Eindhoven-Noord en omgeving. In Eindhoven is er landelijk gezien sprake van een onevenwichtige spreiding van voorzieningen voor voortgezet onderwijs als gevolg van de grotere behoefte aan havo-vwo-scholen in vergelijking met vmbo scholen. In het havo/vwo-segment is het aanbod groot, terwijl maar drie scholengemeenschappen vmbo-breed aanbieden. Op initiatief van de voorzitters van de scholen met vmbo-breed, zijn plannen gemaakt om het vmbo te verstevigen en kwalitatief sterker op de kaart te zetten. In verband hiermee zijn er vergevorderde plannen voor nieuwbouw voor de locatie Avignonlaan. Ook voor de locatie Henegouwenlaan blijft optimalisering van de huisvesting een aandachtspunt. 1.3
International School Eindhoven (ISE)
De International School Eindhoven (hoofdstuk 12) bestaat uit twee zogenaamde Divisions. De Primary Division verzorgt op de locatie aan de Humperdincklaan Engels- en Nederlandstalig Primair Onderwijs volgens het IPC Curriculum. De Secondary Division aan de Venetiëstraat verzorgt het International Baccalaureate Middle Years Programme en het International Baccalaureate Diploma Programme. Het rekruteringsgebied van de school is groot en strekt zich uit van Tilburg in het westen, tot Venlo in het oosten en van ‟s Hertogenbosch in het noorden tot Mol in België in het zuiden. Op dit moment wordt gewerkt aan de totstandkoming van één locatie voor de ISE.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 7 van 96
1.4
Verdeling leerlingenaantallen over de locaties
Per 1 oktober 2010 stonden er bij de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland in totaal 3149 leerlingen ingeschreven. In onderstaande tabel zien we de ontwikkeling van het leerlingenaantal over 2009 en 2010. De verdeling van de leerlingenaantallen over de verschillende locaties ziet er als volgt uit, peildatum 1 oktober 2010.
1.5
Missie
Wij stimuleren leerlingen in het ontdekken en het verder ontwikkelen van hun talenten. Wij bereiden hen optimaal voor op het vervolgonderwijs en op een pluriforme en snel veranderende samenleving, zodat zij daar als verantwoordelijke wereldburgers nu en in de toekomst een duurzame bijdrage aan kunnen leveren. Onze scholen zijn algemeen toegankelijk. Wij bieden kansen aan alle leerlingen die respectvol omgaan met allen die bij de scholen zijn betrokken én die in principe een van de geboden opleidingen met succes kunnen volgen. 1.6
Kernkwaliteiten
Ontwikkelingsgerichtheid, transparantie, veiligheid, respect en intercultureel gedrag vormen onze kernkwaliteiten. Zij geven in onderlinge samenhang weer waar we als scholen voor staan, waaraan we voortdurend werken en waarmee we ons onderscheiden.
Ontwikkelingsgerichtheid
Centraal in onze scholen staat de ontwikkeling van leerlingen. Om leerlingen hierbij optimaal te ondersteunen, ontwikkelen allen die in de scholen werken zich voortdurend. Wij zijn een lerende organisatie.
Transparantie,
Transparantie, veiligheid en respect zijn belangrijke voorwaarden voor ontwikkelings-
veiligheid en
gerichtheid. De kleinschalige teamstructuur zorgt voor transparantie, zodat leerlingen,
respect
ouders en medewerkers weten waar ze „thuis horen‟ en weten bij wie ze terecht kunnen.
Transparantie bereiken we ook door de manier waarop we communiceren over de keuzen die we maken en hoe we die maken: in samenwerking met de betrokkenen in en rond de school. De teamstructuur biedt leerlingen en medewerkers veilige omgeving, waarin zij samen verantwoordelijk zijn voor een sfeer van onderling vertrouwen en met respect met elkaar omgaan. Dit respect komt tot uitdrukking in wederzijds handelen en bij het uiten en aanvaarden van waardering en opbouwende kritiek. Het belang van een respectvolle ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 8 van 96
omgang met elkaar is des te groter in een school als de onze, die zich kenmerkt door culturele en internationale variëteit.
Intercultureel
We zien die variëteit als een meerwaarde van onze school, omdat we willen dat leerlingen
gedrag
en medewerkers over de eigen culturele en nationale grenzen heenkijken en, mede met het oog op vervolgstudie en werk, intercultureel gedrag laten zien.
1.7
Medezeggenschap
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland vindt inspraak en meedenken over schoolzaken belangrijk. Met de verschillende geledingen, MR en ouders en leerlingen, is regelmatig overleg. Op onze scholen wordt het beleid vastgesteld door het College van Bestuur, met inspraak van personeelsleden, ouders en leerlingen. Die inspraak is wettelijk geregeld in de WMS (Wet Medezeggenschap op Scholen). Deze wet bepaalt dat elke
school
een
Medezeggenschapsraad
van beleidsbesluiten door het
College
van
(MR) Bestuur.
heeft
die
meepraat
bij
Bij sommige beleidsonderwerpen
de voorbereiding heeft
de
MR
instemmingsrecht; dit houdt in dat de directie een besluit mag uitvoeren als de MR met dat besluit instemt. Bij andere onderwerpen heeft de MR adviesrecht; dan wordt het voorgenomen besluit pas uitgevoerd nadat overleg met de MR heeft plaatsgevonden. Ook kan de MR ongevraagd voorstellen doen aan het College van Bestuur. Gelet op het feit dat de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland het bevoegd gezag vormt over een school voor Primair Onderwijs en voor Voortgezet Onderwijs zijn zowel de wet Voortgezet Onderwijs als de wet Primair Onderwijs beide van toepassing. Voor wat betreft de medezeggenschap betekent dit dat er twee medezeggenschapsraden zijn. De MR-VO bestaat uit 16 leden, waarvan acht leden rechtstreeks uit en door het personeel worden gekozen en door acht leden de ouders/leerlingen worden vertegenwoordigd. De MR-PO bestaat uit 8 leden. Er zijn hier twee geledingen: 4 personeelsleden en 4 vertegenwoordigers van de ouders. De Medezeggenschapsraden vergaderen 6 à 8 keer per jaar apart en gezamenlijk. Dit gebeurt altijd in de avonduren; de vergaderingen zijn toegankelijk voor de geledingen van de school. Het College van Bestuur wordt voor deze vergaderingen als regel uitgenodigd. Daarnaast vergaderde de medezeggenschapsraden in 2010 twee keer met de Raad van Toezicht. Voor inzage van het jaarverslag 2010 van de medezeggenschapsraden verwijzen wij u naar onze website. 1.8
Samenwerkingsverbanden
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland vindt het belangrijk om actief deel te nemen in samenwerkingsverbanden en netwerken:
Regionaal Samenwerkingsverband Eindhoven en de Kempen
Netwerk tweetalig onderwijs (TTO)
Voorzitterschap netwerk.
Samenwerkende scholen Orion
Lidmaatschap bestuur en lidmaatschap Kamer Eindhoven
Lidmaatschap schoolleidersoverleg, portefeuillehouderschap ICT en deelname aan diverse werkgroepen
European Council of International Schools (ECIS)
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 9 van 96
Council of International Schools (CIS)
Lidmaatschap Lidmaatschap
Deelname aan raden van advies, besturen, werkgroepen en overlegorganen
Lidmaatschap Raad van Advies Fontys Hogescholen
Lidmaatschap bestuur Stichting vmbo
Lidmaatschap Adviesgroep vmbo
Lidmaatschap en deelname aan werkgroepen in het kader van de Educatieve agenda Eindhoven
Lidmaatschap commissie Internationalisering VO-raad
Bestuurslidmaatschap Vereniging Informatie Beheer Onderwijs
Deelname aan Convo overleg Eerste Opvang Allochtonen (EOA)
Lid van het bestuur van de Dutch International Secondary Schools (DISS)
Samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven en Fontys Hogescholen aangaande bèta onderwijs.
ROC Eindhoven
School 23
Diverse projecten
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 10 van 96
2
Vestigingen, opleidingen en verdeling leerlingenaantallen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de vier verschillende vestigingen van de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland. De verdeling van de leerlingen over de verschillende locaties en de verdeling van de leerlingen in schoolsoorten wordt weergegeven. 2.1
Verschillende vestigingen van de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Stedelijk College Eindhoven, Locatie Avignonlaan
Alle leerwegen van het vmbo (inclusief leerwegondersteunend onderwijs),
Leerwerktraject –klassen,
Eerste opvang anderstaligen EOA.
Stedelijk College Eindhoven, Locatie Henegouwenlaan
Gymnasium (ook tweetalig),
Atheneum (ook tweetalig),
Havo (ook tweetalig),
Vmbo theoretisch.
International School Eindhoven (ISE) Secondary Division
Secondary Department International Baccalaureate Middle Years Program (IB-MYP),
Secondary Department International Baccalaureate Diploma Years Program (IB-DP).
International School Eindhoven (ISE) Primary Division
Primary Department International Primary Curriculum (IPC),
Dutch Stream, Nederlands curriculum, basisonderwijs.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 11 van 96
2.2 Opbouw van de school Omdat het vmbo voorkomt op zowel locatie Avignonlaan als locatie Henegouwenlaan vormt deze opleiding het grootste aandeel in de totale leerling-populatie van de Stichting. Op locatie Henegouwenlaan houden het vwo en de havo een stijgende lijn vast. De Engelse stroom MYP/DP blijft redelijk stabiel. Het Algemene leerjaar van locatie Henegouwenlaan vertoont een dalende trend aangezien leerlingen in de brugklassen vaker direct in een schoolsoort worden geplaatst.
Het vmbo kent een afname in leerlingenaantallen in verloop van tijd. Deze dalende trend is toe te schrijven aan de landelijk dalende trend van leerlingen die zich aanmelden voor de opleidingen binnen het vmbo. Wat betreft het algemeen leerjaar zien we in verloop van tijd ook een daling dat te maken heeft met de toenemende plaatsing van brugklasleerlingen in homogene groepen. Op zowel de havo als het vwo zien we een stijgende lijn voor wat betreft het leerlingenaantallen voor deze opleidingen. Wat betreft de ISE zien we een stabiel leerlingenaantal in verloop van tijd. De Primary Division heeft in schooljaar 2009-2010 een toename van 44 in het leerlingenaantal gekend.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 12 van 96
3.
Doelstellingen voor 2010
In het jaar 2010 heeft de Stichting op verschillende niveaus een ontwikkeling doorgemaakt. Dit hoofdstuk beschrijft de tien belangrijkste doelstellingen welke de Stichting in 2010 heeft gerealiseerd. 1.
Stabilisering aantal leerlingen op Stichtingsniveau
2.
Uitvoering geven aan Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs
3.
Invoering Raad van Toezicht / model College van Bestuur
4.
Voorbereiding nieuwbouw vmbo Avignonlaan
5.
Ontwikkeling huisvesting Internationale Campus
6.
Implementatie schoolplan 2010-2014
7.
Doordecentralisering
8.
Actieplan leerkracht
9.
Leermiddelen
10. Ontwikkeling nieuw communicatiebeleid en PR
3.1
Stabilisering of lichte groei aantal leerlingen op Stichtingsniveau
De grafiek laat zien dat de groei van de locatie Henegouwenlaan doorzet. Er zijn 1641 leerlingen die onderwijs volgen op deze locatie. Op locatie Avignonlaan loopt het leerlingenaantal al een aantal jaren terug. Locatie Venetiëstraat (ISE Secondary Division) blijft redelijk stabiel en schommelt jaarlijks rond de 250 leerlingen. Voor alle VO-opleidingen tezamen bedraagt de groei ten opzichte van het vorige verslagjaar 3 leerlingen. Inclusief de Primary Division telt de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland op 1 oktober 2010 totaal 3149 leerlingen, zie tabel op pagina 12. 3.2
Uitvoering geven aan de kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs
In 2008 heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs: „Onderwijs met ambitie‟ gelanceerd. Met deze agenda wil de overheid werk maken van, deels Europees geformuleerde beleidsprioriteiten waaronder rekenen en taal, optimale ontwikkeling en benutting van talenten, burgerschap, goede en betrouwbare examens. Hoewel alle prioriteiten de nodige aandacht krijgen is ook in 2010 binnen de reguliere VO-afdelingen met name gekeken naar de examens en heeft de invoering van de maatschappelijke stage in de schijnwerpers gestaan. Het reken- en taalbeleid is op de locaties verder vorm gegeven. Zie hiervoor de betreffende locatie hoofdstukken. 3.3
Invoering Raad van Toezicht / College van Bestuur model
Nadat in 2009 vele voornamelijk administratieve en organisatorische zaken voor de nieuwe Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland werden geregeld heeft de Stichting in 2010 vaste voet onder de voeten gekregen, mede als gevolg van de ontwikkeling van een nieuw schoolplan voor alle locaties (zie verderop in deze paragraaf) en de vormgeving van de door de wetgever gewenste scheiding van bestuur en toezicht. Als gevolg van deze ontwikkeling zijn op 23 december 2010 de nieuwe statuten de notaris gepasseerd waarin de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van zowel de Raad van Toezicht, als het College van Bestuur zijn vastgelegd. Voor beide organen en voor de medezeggenschapsraden zijn tevens nieuwe reglementen opgesteld. De nieuwe Raad van Toezicht heeft op één persoon na de zelfde samenstelling als het voormalige bestuur behouden. Het College van Bestuur wordt gevormd door de voormalige Centrale Directie. ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 13 van 96
3.4
Voorbereiding nieuwbouw vmbo Avignonlaan
De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de voorbereiding van de nieuwbouw voor locatie Avignonlaan. We gaan ervan uit dat naast de nieuwbouw ook onze onderwijsinhoud en kwaliteit voldoende nieuwe leerlingen zal trekken, zodat we een school met een voldoende omvang kunnen zijn. Voor de nieuwbouw zijn in het technische plan van eisen (pve) de specificaties terug te vinden zoals zijn opgesteld door de school (management en medewerkers). In 2010 is het voorlopig ontwerp gereed gekomen. Eind 2010 is de projectgroep uitgenodigd om een presentatie te verzorgen voor de Raadscommissie. De gemeente Eindhoven zoekt nog naar financiële dekking en de school heeft een bezuinigingsoperatie op het plan volgens afspraak gerealiseerd. 3.5
Ontwikkeling huisvesting Internationale Campus In 2010 is de Europese aanbesteding van start gegaan die de monumentale Constant Rebecque Kazerne aan de Oirschotse Dijk 14b om moet vormen tot een aantrekkelijke nieuwe campus voor de International School Eindhoven. Drie consortia zijn geselecteerd om, volgens een zogenaamde concurrentiegerichte dialoog, te komen tot een adequaat ontwerp inclusief de gewenste 30-jarige exploitatie van de nieuwe campus volgens het DBFMO model (Design / Build / Finance / Maintain / Operate). Naast de Primary en Secondary Division wordt op deze locatie tevens een voorziening
gecreëerd voor kinderen van 0 tot 4 jaar, zodat er één punt is waar de internationale gemeenschap terecht kan voor internationaal onderwijs en kinderopvang. De planning is erop gericht om de nieuwe internationale campus in de tweede helft van 2013 te betrekken. De Stichting en de gemeente Eindhoven hebben ook in 2010 intensief samengewerkt om deze Internationale Campus tot ontwikkeling te brengen, waarbij de belangrijkste onderlinge afspraken in een budgetovereenkomst zijn vastgelegd. Deze overeenkomst en de wijze van samenwerking tussen Stichting en gemeente in het verslagjaar hebben een solide basis gelegd voor de toekomst, waarbij uiteraard het daadwerkelijk realiseren van de aanbesteding geldt als “proof of the pudding”. 3.6
Implementatie schoolplan 2010-2014
In 2010 is het schoolplan 2010-2014 gepresenteerd. Artikel 24 van de Wet op het voortgezet onderwijs verplicht het bestuur van een school iedere vier jaar een Schoolplan vast te stellen. Het vorige schoolplan van het Stedelijk College Eindhoven besloeg de periode 2006-2010. Daarom is in schooljaar 2009/2010 gestart met de ontwikkeling van het huidige schoolplan wat de periode 2010-2014 beslaat en heeft betrekking op de gehele Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland.
Alle scholen
en
opleidingen
van
de Stichting hebben
nieuwe
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 14 van 96
beleidsvoornemens geformuleerd en waar nodig bestaande beleidsdoelen geactualiseerd op basis van de belangrijkste externe en interne ontwikkelingen. Het schoolplan is te vinden op de website van de Stichting, www.spvozn.nl. In verband met draagvlak en implementatie van het schoolplan zijn per opleiding verkorte publiekversies ontwikkeld ten behoeve van ouders en andere stakeholders die de Stichting met belangstelling volgen. De afzonderlijke scholen en opleidingen hebben de dialoog over het schoolplan, resp. de publieksversies hiervan in 2010 met ouderraden en klankbordgroepen vormgegeven en zullen deze geledingen ook in de toekomst bij de evaluatie van de voortgang betrekken. 3.7
Doordecentralisering
In 1997 heeft het Rijk de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van scholen in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs overgedragen aan gemeenten (decentralisatie). Via een algemene uitkering uit het gemeentefonds kregen de gemeenten hiervoor financiële middelen overgedragen. De gedachte achter de decentralisatie was dat gemeenten beter dan het rijk in staat zouden zijn om op lokaal niveau invulling te geven aan de huisvesting van scholen (maatwerk). Organisatorisch en bestuurlijk was decentralisatie naar gemeenten destijds een logische stap: er waren veel kleine scholen en kleine besturen, zeker in het primair onderwijs. Maar die tijd is voorbij. Sinds enige jaren is sprake van een verregaande bestuurlijke schaalvergroting en professionalisering van het onderwijsbestuur. In de afgelopen periode heeft onderzoek plaatsgevonden en hieruit blijkt dat doordecentralisatie van huisvestingstaken en – middelen van het voortgezet onderwijs diverse voordelen heeft. Doordecentralisatie maakt het mogelijk om de autonomie van de schoolbesturen te vergroten, waardoor zij beter in staat zijn om het onderwijs te moderniseren en met hun huisvesting in te spelen op maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen. Op basis van deze argumenten heeft de gemeenteraad van de gemeente Eindhoven in januari 2010 het college van B&W opdracht gegeven het proces van onderhandeling over doordecentralisatie op te starten en uit te zoeken of tot een overeenkomst kan worden gekomen met VO-besturen. Het VO deelt de ambitie tot doordecentralisatie en heeft samen met vertegenwoordigers van de gemeente Eindhoven zitting genomen in werkgroepen die de overeenkomst voorbereiden. Een en ander zal naar verwachting de eerste helft van 2011 zijn beslag krijgen. 3.8
Actieplan leerkracht
In 2009 en 2010 heeft de schoolleiding een aantal verkenningen gemaakt over de uitwerking van het zogenaamde Convenant Leerkracht. In het convenant dat is afgesloten tussen de minister van OCW, de VO-raad en de vakbonden dat afspraken worden gemaakt om het dreigende lerarentekort aan te pakken. Het akkoord gaat over de besteding van extra gelden aan doorstroom naar hogere leraarsfuncties, verkorting van de salarisschalen en toelagen om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken. In 2010 heeft het bestuur moeten constateren dat de overheid een hoog ambitieniveau heeft geformuleerd maar daarvoor niet alle noodzakelijke middelen beschikbaar stelt. 3.9
Leermiddelen
Leermiddelenbeleid is in het schoolplan 2010-2014 aangemerkt als een van de belangrijkste beleidsvoornemens op onderwijskundig gebied. Onze school bevindt zich met dit voornemen niet in een unieke positie: met het overheidsbeleid over gratis schoolboeken als trigger wordt anno 2010 op vrijwel alle bestuurlijke niveaus en vanuit ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 15 van 96
vele perspectieven naar leermiddelen en de effectiviteit daarvan gekeken. De keuzes die de school in deze context en die van het schoolplan 2010-2014 maakt zijn bepalend voor de kwaliteit van ons werk, de toekomstige mogelijkheden van studie en beroep die wij onze leerlingen bieden en de aantrekkelijkheid van de school in Eindhoven en omgeving nu en in de toekomst. Dat we de mogelijkheden van ICT en digitalisering hierbij optimaal willen benutten behoeft geen nadere toelichting: die ontwikkeling voltrekt zich sowieso, het is alleen de vraag wanneer en hoe we in een verantwoorde mix van onderwijstraditie, authenticiteit en modernisering de meest effectieve en motiverende werkvormen en leermiddelen in kunnen zetten. Een werkgroep heeft een eerste aanzet gemaakt ten behoeve van dit leermiddelenbeleidsplan. Met een studiereis naar de VS is letterlijk en figuurlijk afstand genomen van onze dagelijkse praktijk, waarna door deelname aan de ontwikkelgroep
leermiddelenbeleid
van
de
VO-raad
en
een
congres
van
het
Expertisecentrum
voor
Leermiddelenontwikkeling CLU van de Universiteit Utrecht de focus steeds sterker is gelegd op de vraag hoe (traditionele, moderne, creatieve, activerende, digitale) leermiddelen kunnen bijdragen aan het optimaliseren van leerprocessen. 3.10
Ontwikkeling nieuw communicatiebeleid en PR
In de afgelopen periode is planmatig gewerkt aan de interne en externe communicatie en aan onze public relations (momenteel wordt hieronder verstaan: drukwerk, advertenties, perscontacten). Hiertoe is in 2010 de basis gelegd en zal in 2011 een communicatieplan worden ontwikkeld, met in de middelenmatrix aandacht voor: -
de momenten waarop we met de verschillende doelgroepen communiceren;
-
welke communicatiemiddelen en activiteiten we daarbij inzetten.
Daarbij zal nadrukkelijk aandacht worden besteedt aan de profilering van alle afdelingen, de aantrekkelijkheid en doelgerichtheid van onze communicatiemiddelen en de actieve, professionele en betrokken rol van onze medewerkers, leerlingen en ouders als ambassadeurs van de scholen. In 2010 is de eerste actie richting een betere profilering ondernomen; er is een nieuwe uitstraling gekozen voor alle externe communicatie-uitingen. Te denken valt dan aan de schoolgidsen, brochures, flyers, advertenties et cetera. In de externe communicatie profileren we ons met twee scholen: -
het Stedelijk College Eindhoven dat Nederlandstalige en tweetalige opleidingen voor voortgezet onderwijs biedt;
-
de International School Eindhoven met internationale opleidingen voor voortgezet en primair onderwijs.
Externe communicatie rond de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland beperken we in principe tot de formele verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de stichting. Hiervoor is een logo ontworpen en doorgevoerd in de huisstijl. Het is belangrijk om zowel intern als extern duidelijk te maken waar we voor staan. De ervaring leert dat onze locaties nog niet altijd optimaal gebruik maken van de mogelijkheden daartoe. We mogen en moeten datgene waar we trots op zijn en waar we goed in zijn, beter voor het voetlicht brengen. De website is daarbij een belangrijk communicatiemiddel wat in 2010 door structureel beheer up to date is gebracht en wekelijks wordt bijgehouden.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 16 van 96
4.
Waar komen onze leerlingen vandaan?
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de herkomst van onze leerlingen. Achtereenvolgens komt aan bod waar onze leerlingen vandaan komen en welke de toeleverende basisscholen zijn. 4.1
Uit welke gemeenten komen onze leerlingen?
Leerlingen komen vooral uit Eindhoven-Noord en de regio ten noorden van Eindhoven. Het wervingsgebied van de tweetalige opleidingen op locatie Henegouwenlaan is ruimer. De meeste leerlingen (ruim 75%) komt uit Eindhoven, een kwart uit de omliggende randgemeenten. Van deze randgemeenten komt het grootste deel van onze leerlingen uit Son en Breugel, bijna 10% van het totaal. Deze leerlingen bezoeken hoofdzakelijk de locatie Henegouwenlaan. Nuenen, Best en St. Oedenrode volgen op enige afstand, waarbij de eerste twee gemeenten met ruim 70 leerlingen zijn vertegenwoordigd. Het aantal basisscholen en andere instanties van herkomst van leerlingen waarmee de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland te maken krijgt bedraagt 150 en vertoont een grote variëteit qua geografische ligging en achtergrond. De belangstelling van basisschoolleerlingen en hun ouders voor de verschillende locaties van de school is niet evenwichtig verdeeld, zie ook verder bij de beschrijving van de locatiedelen in dit jaarverslag. 4.2
Toeleverende basisscholen
De VO-afdelingen van Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland steken ieder jaar veel tijd en energie in het bezoeken van de toeleverende basisscholen. Met de leerkrachten van groep 8 worden de resultaten van de voormalige basisschoolleerlingen in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs besproken en de verdere schoolloopbaan van alle leerlingen, die afkomstig zijn van de betreffende basisschool. Op veel basisscholen gaan vertegenwoordigers van onze scholen voorlichting geven aan ouders over het voortgezet onderwijs en er zijn regelmatig contacten met de basisscholen met betrekking tot de advisering, de onderwijskundige rapporten en de gewenste begeleiding. Deze contacten beogen een betere aansluiting tussen basisschool en voortgezet onderwijs tot stand te brengen. Hetzelfde doel wordt nagestreefd door contacten met het vervolgonderwijs (ROC, Fontys, TU/e) te onderhouden.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 17 van 96
Voor wat betreft de leerlingen van de International School Eindhoven zijn de leerlingen afkomstig uit verschillende werelddelen. Meer informatie over de herkomst van de leerlingen van de International School Eindhoven kunt u vinden op pagina 85 en 86.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 18 van 96
5.
Zorg en begeleiding
Het zorgplan is een document, specifiek ingericht per locatie, waarin de activiteiten beschreven zijn die door de school ondernomen worden om deskundige hulp te bieden aan leerlingen voor wie extra zorg noodzakelijk is. In dit jaarverslag wordt aandacht besteed aan de thema‟s zorgplan, vroegtijdig schoolverlaten en leerwegondersteuning en/of leerlinggebonden financiering. Tevens komt hier het thema onderwijstijd aan bod. 5.1
Zorgplan
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland heeft met het Stedelijk College Eindhoven en de Internationale School Eindhoven twee ontwikkelingsgerichte scholen met een veilig pedagogisch klimaat. Deze elementen vormen een basis voor de organisatorische en pedagogische die de locaties nastreven. Zowel het Stedelijk College Eindhoven, als de International School Eindhoven heeft een goede basiszorg, zodat leerlingen binnen de kaders van het zorgprofiel onderwijs op maat kan worden geboden. Een aantal leerlingen heeft cognitieve en/of sociaal-emotionele problemen die hen belemmeren in hun persoonlijke ontwikkeling en schoolloopbaan. Om deze leerlingen een reële kans binnen het regulier onderwijs te geven, bieden wij hen zorg in de vorm van bijvoorbeeld studiehulp, remedial teaching, huiswerkbegeleiding, mentorlessen, keuzelessen. Extra zorg wordt bij voorkeur op een integrale manier geboden. Dit betekent dat onderwijs, begeleiding en (extra) zorg zoveel als mogelijk in samenhang worden verzorgd. Binnen de teams, die rond de leerlingen georganiseerd zijn, zijn hierbij alle begeleiders actief betrokken. De mentor heeft hierin een centrale rol. Stelregel is dat alle zorg begint en eindigt bij de mentor. In de teams vinden leerlingenbesprekingen plaats waarin klassen en individuele leerlingen worden besproken. De integrale leerlingenzorg heeft een planmatig karakter waarbij zo nodig externe deskundigheid wordt ingeroepen. Docenten en mentoren in het bijzonder, kunnen niet met alle problemen die zich voordoen, omgaan. Ook de inzet van interne specialisten, zoals leerlingbegeleider, auti-coach, zorgcoördinatoren, orthopedagoog, is niet altijd voldoende. Het gedrag of het probleem van een leerling kan dusdanig zijn, dat verwijzing naar een andere externe instantie nodig is. Dit proces wordt voor een aantal leerlingen vanuit de (interne) zorgklas begeleid. Door de inzet van de zorgklas kan de leerling vaak weer terug worden geplaatst binnen de reguliere onderwijs-setting of behalen zij een diploma door middel van maatwerkoplossingen. 5.2
Vroegtijdig schoolverlaten (vsv)
Op 25 april 2008 sloten de meeste besturen van de onderwijsinstellingen van de regio Zuidoost-Brabant (regionummer 37) een samenwerkingsovereenkomst over het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters in de jaren 2008 tot en met 2011. Een subsidie voor de ontwikkeling en uitvoering van onderwijsprogramma‟s, gericht op het voorkomen van schooluitval, werd voor de periode 2008-2011 beschikbaar gesteld waarmee een programma van maatregelen voor het gehele samenwerkingsverband VO en MBO kan worden gerealiseerd. In het kader van het Convenant Voortijdig schooluitval (2008-2011), heeft de school in de samenwerking met de verschillende werkgroepen in zowel 2009 als 2010 aansprekende resultaten tot stand gebracht. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door het monitoren van de overgang van leerlingen die hun diploma hebben behaald van het vmbo en de overstap moeten maken naar het MBO. Leerlingen die de overgang van het vmbo naar het MBO ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 19 van 96
maken kunnen “uit beeld” raken en daarmee niet voldoen aan het startkwalificatiebeleid. In 2010 heeft de locatie Avignonlaan in samenwerking met overige scholen en de gemeente onder andere een digitale applicatie gerealiseerd die de overgang van schoolverlaters van het vmbo naar het MBO registreert waardoor de overgang beter kan worden gemonitord. Dit levert een positieve bijdrage aan leerlingvolgsystemen over de diverse schoolsoorten heen. Door preventief op te treden en extra voorlichting en studiebegeleiding te bieden kan het vroegtijdig schoolverlaten worden gereduceerd. Daarnaast is een aantal tussentijdse maatwerktrajecten succesvol uitgevoerd waarbij middels een zogenaamde „warme overdracht‟ de instroom naar het ROC heeft plaatsgevonden. Dit thema blijft een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. 5.3
Leerwegondersteuning of leerlinggebonden financiering
Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is bedoeld om leerlingen binnen het vmbo extra begeleiding te kunnen bieden. Omdat de locatie Avignonlaan het vmbo in de volle breedte aanbiedt komt op deze locatie ook het hoogste percentage leerlingen met een LWOO-indicatie voor. Afgelopen jaar is onderzocht of het budget voor de LWOO leerlingen op locatie Avignonlaan met nog meer rendement kon worden ingezet. Doel was om met name binnen de theoretische leerweg een inhaalslag te maken, omdat daar aanzienlijk meer LWOO leerlingen zijn dan overige scholen van vergelijkbare orde. Uit dit onderzoek is gebleken dat de effectiviteit van zorg en begeleiding wellicht kan worden verbeterd maar tevens dat niet alle leerlingen met LWOO in de theoretische leerweg een enkelvoudig advies hadden. De zogenaamde dubbele advisering vanuit de basisschool (kader-theoretisch advies) heeft tot gevolg dat er relatief veel leerlingen blijven zitten of afstromen en dat beïnvloedt de resultaten op de kwaliteitskaart. De school is in 2009 begonnen met het ontwikkelen van integraal plan met als doel de rendementen maar ook de plaatsing van leerlingen in de best haalbare leerweg te verbeteren. In 2010 is dit plan verder uitgewerkt. 5.4
Lesuitval/onderwijstijd
De verschillende locaties hebben nauwkeurige meetinstrumenten om de gevolgde onderwijstijd van de leerlingen te volgen. Het programma dat hiervoor is ontwikkeld, maakt het mogelijk gedurende het schooljaar informatie over de onderwijstijd te genereren waardoor er mogelijkheden ontstaan om gemiste onderwijstijd zo nodig bij te sturen. De inspectie heeft tijdens het periodiek onderzoek op locatie Avignonlaan, geconstateerd dat de school een overzichtelijk systeem heeft om de onderwijstijd bij te houden en dat de gerealiseerde onderwijstijd op orde was. In de locatiedelen van dit jaarverslag zijn hierover kwantitatieve gegevens opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 20 van 96
6.
Schoolklimaat en veiligheid
De 16 scholen van het Orion-samenwerkingsverband hebben gemeenschappelijke uitgangspunten geformuleerd m.b.t. het op de scholen te voeren en nader uit te werken veiligheidsbeleid. Veilige scholen zijn scholen waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel veilig zíjn en waar zij zich veilig vóelen. Veiligheid heeft een fysieke en een sociaal-psychologische component. Het gaat dus bijvoorbeeld om de goede fysieke infrastructuur, om deugdelijk materiaal, om goede afspraken en procedures, maar een veilige school is (dus) ook een school waar voorkomen wordt dat leerlingen elkaar pesten en discrimineren. Binnen de Orionscholen ligt de nadruk op het voeren van preventief beleid en daarmee op het scheppen van een sociaal-pedagogisch klimaat en randvoorwaarden die ertoe leiden dat onveilige situaties zoveel mogelijk worden voorkomen. Onze Stichting onderschrijft deze spelregels. Veiligheid moet zich als het ware nestelen in de vezels van de school en de genen van het personeel. Dat vinden we als school minstens zo belangrijk als het opstellen van allerhande procedures en protocollen. In dit verband is het van belang om op te merken dat veiligheid niet een geïsoleerd domein is binnen onze scholen, maar dat het onlosmakelijk gekoppeld is aan vrijwel alle andere beleidsterreinen: onderwijs, kwaliteitszorg, personeelsbeleid, leerlingenzorg, huisvesting enz. Niettemin is in 2010 locatie-overstijgend een begin gemaakt met het actualiseren van het schoolveiligheidsplan en alle daarbij behorende procedures en protocollen. Tevens is samenwerking met de gemeente Eindhoven en HALT een convenant opgesteld waarmee alle scholen en instanties zich binden aan één gedragslijn om de veiligheid op school zo goed als mogelijk te waarborgen. De veilige school is duidelijk in haar pedagogische overtuiging en uitgangspunten. Aandacht, zorg, respect en tolerantie geven uitdrukking aan onze gezamenlijke missie. Deze is niet vrijblijvend: gedrag (door leerlingen of personeelsleden) dat sterk afwijkt van de binnen de school gemaakte afspraken wordt niet getolereerd en leidt zo nodig tot aangifte. De school heeft meerdere vertrouwenspersonen, er zijn een gedragscode, een klachtenregeling, een leerlingenstatuut en diverse protocollen. De school werkt nauw samen met politie, justitie en jeugdzorg. Ook in 2010 heeft de school zich verantwoord over het veiligheidsbeleid middels verslagen en evaluaties naar diverse geledingen - zoals M.R en ouderraad. Een veilige school is zich bewust van de noodzaak om op het terrein van veiligheid beleid te voeren, normen te stellen, gedrag af te spreken en toepassing te verzekeren, te handhaven. Het Stedelijk College Eindhoven beschikt over een aantal protocollen en gedragscodes die ondersteunend zijn aan het veiligheidsbeleid en waarvan er enkele in 2010 zijn geactualiseerd.
Het leerling-statuut,
De schoolgids,
Protocol en procedure inzake re-integratie detentiejongeren (A-Laan),
De nota: Risicovol gedrag (alcohol, drugs, enz.),
De nota: School en de buitenwereld,
Protocol voor melding (dreigen met) agressie en/of geweld (verbaal en fysiek) of seksuele intimidatie,
Gedragscode voor medewerkers van het Stedelijk College Eindhoven,
Gedragscode voorkomen strafbare feiten bij personeel en leerlingen,
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 21 van 96
Gedragscode ongewenst bezoek in en rond de school,
Pestprotocol,
Gedragscode voor medewerkers van het Stedelijk College Eindhoven,
Gedragscode voorkomen strafbare feiten bij personeel en leerlingen,
De nota: ongewenst bezoek in en rond de school,
Gedragscode voorkomen discriminatie en homoseksuele intimidatie,
Gedragscode voorkomen van pesten,
Beleidsplan (Protocol): Omgaan met drugs en Alcohol (wordt herschreven).
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 22 van 96
7.
Tevredenheidsonderzoeken personeel, leerlingen en ouders
In 2010 zijn op de locaties Henegouwenlaan en Avignonlaan van het Stedelijk College Eindhoven, tevredenheidsonderzoeken gehouden onder medewerkers. De Stichting heeft in haar kwaliteitsbeleid opgenomen dat elk jaar een tevredenheidsonderzoek wordt afgenomen, het ene jaar wordt de tevredenheid gemeten onder leerlingen en ouders, het andere jaar onder medewerkers. In 2009 is onder leerlingen en ouders een tevredenheidsonderzoek afgenomen, in 2010 onder medewerkers. In paragraaf 7.1 en 7.2 vindt u de resultaten van dit onderzoek terug. Nu het Stedelijk College Eindhoven participeert in het landelijke project „Vensters voor Verantwoording‟ bovendien is elk jaar een meting van de tevredenheid onder leerlingen en ouders gewenst. Om die reden is in 2010 zowel een tevredenheidsonderzoek gehouden onder de medewerkers als een aanvullend onderzoek voor leerlingen en hun ouders, specifiek van leerjaar drie. De resultaten van dit aanvullend onderzoek zijn opgenomen in paragraaf 7.3 op pagina 31. In „Vensters voor Verantwoording‟ (www.venstersvoorverantwoording.nl) worden de schoolprestaties van de verschillende locaties met medewerking van publieke databanken zoals de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) digitaal beschikbaar gesteld en vergeleken met een landelijke benchmark. In Paragraaf 7.4 zijn de resultaten opgenomen van een tevredenheidsonderzoek onder MP4 studenten van de Secondary Division van de ISE. 7.1
Tevredenheidsonderzoek medewerkers locatie Avignonlaan
In het voorjaar van 2010 is een tevredenheidsonderzoek gehouden onder medewerkers en gevraagd werd om een waardering (op een 5-puntenschaal) voor de stichtingbrede kernkwaliteiten welke geformuleerd staan in onze missie. Ontwikkelingsgerichtheid, transparantie, veiligheid, respect en intercultureel gedrag vormen deze kernkwaliteiten. Zij geven in onderlinge samenhang weer waar we als scholen voor staan, waaraan we voortdurend werken en waarmee we ons onderscheiden. Voor wat betreft locatie Avignonlaan zijn de medewerkers overwegend tevreden. In vergelijking met het tevredenheidsonderzoek wat in 2008 is gehouden zijn de cijfers van het onderwijzend personeel (OP) en van het onderwijs ondersteunend personeel (OOP) dichter bij elkaar komen te liggen. Het gemiddelde eindcijfer voor deze locatie is een 6,7. De uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek zijn binnen de teams besproken en actiepunten zijn uitgezet. Resultaten vindt u op de volgende pagina‟s2.
2
NB! Op deze locatie is gesteld dat alles wat boven de 3.2 scoort als tevreden wordt aangemerkt, wat lager is dan 3 wordt als
aandachtgebied gezien. ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 23 van 96
We zien in de waardering van de variable „communicatie‟ een stijging in verloop van tijd, van 2,6 in 2006, 2,7 in 2008 naar 2,8 in 2010 waardoor we kunnen concluderen dat er een verbetering optreedt. Toch behoeft dit punt nog aandacht. Docenten geven aan het gevoel te hebben dat ze 'voorbij gelopen' worden in beslissingen die worden genomen door de directie. Er zijn veel ontwikkelingsmogelijkheden, maar de communicatie daaromtrent is nog niet optimaal. Een aandachtspunt is bijvoorbeeld het tijdig informeren van medewerkers, ouders (ouderavond), het tijdig uitschrijven van rapporten etcetera. Ook de terugkoppeling binnen de teams over onderwijsontwikkelingen is een actiepunt.
Over het algemeen scoort ontwikkelingsgerichtheid goed. Het Onderwijs ondersteunend personeel is wel tevreden maar wel iets minder dan 2 jaar geleden over het contact met de leidinggevende. Hoewel de waarde van deze variabele nog voldoende is (3) kan een oorzaak voor de daling gevonden worden in het feit dat, het contact met de leidinggevende mogelijk heeft geleden aan het feit dat het locatiebeheer tussen augustus en januari minder was bezet. Deze functie is nu weer volledig op sterkte. In een gesprek met OOP zal de locatiebeheerder bovenstaande uitkomst bespreken en waar nodig tot verbeteracties komen in het contact.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 24 van 96
Men geeft aan nog niet tevreden te zijn over de faciliteiten zoals computers en active-whiteboards, maar ook over de wensen t.a.v het faciliteren van bijvoorbeeld onderwijsassistenten etc. Ook wordt aangegeven dat er niet genoeg individuele werkplekken zijn waar men zich kan concentreren. ICT wordt als aandachtspunt door de medewerkers genoemd. Het gaat dan om de service en de kwaliteit van de faciliteiten. Deze aandachtspunten zijn doorgespeeld naar de afdeling-ict. Opvallend is dat in de zomervakantie van 2009-2010 is geïnvesteerd in veel voorzieningen (praktijkgerichte leeromgeving, horizonlokalen, digitale borden) en dit punt toch onvoldoende scoort. De scores zijn binnen de teams besproken en verbeteracties worden voorbereid. De waardering van de onderwijsvernieuwing laat een stijgende lijn zien. Medewerkers vinden onderwijsvernieuwing belangrijk en werken graag mee aan vernieuwingen. Ze geven aan de plannen die binnen de organisatie worden gemaakt waardevol te vinden.
De ondersteuning door leidinggevenden wordt nog voldoende gescoord maar is ten opzichte van de tevredenheid (onderzoek 2008) gedaald van 3,5 naar 3,0. Voor het managementteam is dit een aandachtspunt. Hier is ook een samenhang te vinden met de variabele „waardering‟. Aangegeven wordt dat er meer van gedachten gewisseld zou mogen worden tussen de teamleider en docent over ervaringen en wensen, al dan niet positief en niet alleen tijdens beoordelings- of functioneringsgesprekken. De teamleiders hebben dit als aandachtpunt opgenomen. De relatie met ouders is verbeterd en wordt meer gewaardeerd dan in 2008 (van 3,1 in 2008 naar 3,3 in 2010).
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 25 van 96
Om een prettige leer en werkomgeving te creëren is het van belang dat ook medewerkers de gestelde regels hanteren (niet alleen de conciërge en stewards). Te denken valt dan aan omgangsvormen, jassen in de school, kauwgom, roken op bepaalde plaatsen, telefoon/mp3's, zwerfafval in en rond de school. Wat betreft dit punt kan de aandacht verscherpt worden. Men zou hierin meer als eenheid kunnen optreden en de waarden (kernkwaliteiten) beter uitdragen. Klimaatbeheersing en hygiëne zijn punten waarop men graag verbetering zou zien.
We zien culturele variëteit als een meerwaarde van onze school, omdat we willen dat leerlingen en medewerkers over de eigen culturele en nationale grenzen heen kijken en, mede met het oog op vervolgstudie en werk,
intercultureel gedrag laten zien. Dit gebeurt voldoende op locatie Avignonlaan, dit wordt ook voldoende gewaardeerd.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 26 van 96
7.2
Tevredenheidsonderzoek medewerkers locatie Henegouwenlaan
Ook op locatie Henegouwenlaan is in 2010 gelijktijdig een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers afgenomen en in alle zes de teams zijn de uitkomsten besproken. De tevredenheidsonderzoeken onder het personeel leveren een positief beeld op van de school en tevreden zijn wij met een gemiddeld eindcijfer van 7,1. Natuurlijk zijn er op bepaalde punten nog aandachtspunten die liggen op een aantal gebieden: - De communicatie (onder kernwaarde transparantie), - De voorzieningen (onder kernwaarde ontwikkelingsgerichtheid), - Onderwijsvernieuwingen en betrokkenheid (onder kernwaarde ontwikkelingsgerichtheid), - Buitenlesactiviteiten (onder kernwaarde ontwikkelingsgerichtheid), - Waardering. Op de volgende pagina‟s vindt u de bijbehorende grafieken, geordend per kernkwaliteit van de Stichting en per aandachtspunt een toelichting.
1. De communicatie In een steeds groter wordende organisatie met twee gebouwen, relatief veel parttimers en nieuw personeel is de communicatie lastig en voor de meesten ook onder de maat. Vooral het tijdig verkrijgen van relevante informatie scoort laag. Enkele suggesties ter verbetering zijn door de teams genoemd en worden door de schoolleiding ondersteund. Te denken valt dan aan meer frequent plenair bijeenkomen, terugkoppeling van besluiten binnen de teams en bewaken van de onderwerpen tijdens teamvergaderingen om te komen tot een goed evenwicht in enerzijds organisatorische zaken en anderzijds inhoudelijke zaken.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 27 van 96
2. Voorzieningen De waardering van de voorzieningen scoort te laag, hoewel er wel verbeteringen in gang zijn gezet en voor de medewerkers ook zichtbaar zijn, waarvoor ook waardering is. Bij doorvragen blijkt dat met voorzieningen vooral schoonmaak en onderhoud wordt bedoeld. Vooral laag scoren de rommel in de lokalen, toiletten en de grijze muren. Hierop is actie uit gezet. 3. Onderwijsvernieuwingen en betrokkenheid Onderwijsvernieuwingen en betrokkenheid zijn twee zaken die nauw met elkaar verband houden en waarin een goede communicatie van belang is. In het bijzonder schoolbrede onderwijsvernieuwingen zijn afhankelijk van een goede communicatie, omdat het locatie-overstijgend is. Vernieuwingen die worden doorgevoerd worden niet altijd goed/tijdig gecommuniceerd waardoor de medewerkers het gevoel kunnen krijgen dat hen zaken worden opgelegd. Dit verlaagt de betrokkenheid en zorgt voor weerstand. De positie van de pedaccers hierin, die teamoverstijgend werken, wordt positief beoordeeld. De onderwijsvernieuwingen die binnen het team plaatsvinden verlopen meestal ook beter omdat hier de communicatielijnen korter zijn. Betrokkenheid heeft uiteraard niet uitsluitend te maken met onderwijsvernieuwing. Wederzijdse betrokkenheid uit zich al in kleine zaken zoals aandacht hebben voor elkaar, het voeren van gesprekken zowel formeel als informeel. Actiepunt, zeker bij onderwijsvernieuwingen, is dat iedereen goed en tijdig op de hoogte wordt gebracht van nut, noodzaak en tijdspad. Het organiseren van plenaire informatiebijeenkomsten en hearings kan hierbij positief werken. 4. Buitenlesactiviteiten Uit het onderzoek kwam naar voren dat over de activiteiten die buiten de lessen worden georganiseerd verschillend wordt gedacht. Aangegeven wordt dat met name de relatie met het onderwijs die we nastreven, ten opzichte van buitenlesactiviteiten, helder en duidelijk moet zijn. Er zijn veel verschillende buitenlesactiviteiten. Soms hebben ze te maken met internationalisering en soms met de vakken of een combinatie van beide. Actiepunt is het kritisch kijken naar de verschillende buitenlesactiviteiten zoals die worden georganiseerd voor wat betreft: kosten, relatie met ons onderwijs, haalbaarheid en organiseerbaarheid. Uitgangspunt is dat alle activiteiten plaatsvinden in de activiteitenweken en slechts bij uitzondering (afhankelijkheid van derden) tussendoor activiteiten worden georganiseerd.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 28 van 96
5. Waardering Men ervaart de teamstructuur en waardering binnen het team als prettig, maar verwacht meer aandacht en waardering. Bijvoorbeeld bij ziekte, geboekte resultaten, geboortes en dergelijke. Men verwacht structuur en leiding en het aanspreken van collega‟s als dat nodig is. Aangegeven wordt dat collega‟s elkaar onderling minder gemakkelijk aanspreken op zaken die aandacht behoeven. Hoewel de meeste mensen dit ook prima lijken te vinden, vindt de schoolleiding dat collega‟s meer met elkaar zouden moeten communiceren, zeker als het goed gaat maar ook over zaken die minder goed gaan.
In alle tevredenheidsonderzoeken (ouders, leerlingen en personeel) wordt aangegeven dat de school, met zijn onderwijs, als onvoldoende stimulerend voor de leerlingen wordt ervaren (leerklimaat). De inspectie constateert dat, in ieder geval bij de bezochte (t) HAVO lessen, niet voldoende wordt omgegaan met verschillen. Deze twee zaken zouden met elkaar te maken kunnen hebben. Met behulp van de pedaccers wordt een plan opgesteld over hoe in het onderwijs aandacht besteed gaat worden aan differentiatie binnen de les en binnen het curriculum. Ook de resonansgroepen die ook uit leerlingen bestaan kunnen hierin worden betrokken. Tevens wordt hierin in het vakwerkplan aandacht besteed.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 29 van 96
We zien de culturele variëteit als een meerwaarde van onze school, omdat we willen dat leerlingen en medewerkers over de eigen culturele en nationale grenzen heenkijken en, mede met het oog op vervolgstudie en werk, intercultureel gedrag laten zien. 7.3
Aanvullend tevredenheidsonderzoek leerlingen en hun ouders leerjaar 3
Zoals gesteld is door de participatie van het Stedelijk College Eindhoven in het project „Vensters voor Verantwoording‟ elk jaar een meting van de tevredenheid onder leerlingen en ouders gewenst. Om die reden is in 2010 een aanvullend onderzoek afgenomen onder leerlingen en hun ouders, specifiek van leerjaar drie. Onderstaande tabel geeft het gemiddelde cijfer weer dat leerlingen toekennen aan het Stedelijk College Eindhoven, locatie Henegouwenlaan. Daarnaast wordt het gemiddelde cijfer weergegeven van aanvullende 15 vragen.
LOCATIE HENEGOUWENLAAN TEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGEN LEERJAAR 3 Eindcijfer tevredenheid leerlingen Ik voel me veilig op school De sfeer op school is prettig De docenten behandelen mij met respect Op school gelden duidelijke regels In de lessen doen we veel verschillende activiteiten (bijvoorbeeld luisteren naar uitleg, zelfstandig werken, samenwerken, gebruik van ict) De docenten houden rekening met wat ik wel en niet kan Ik word voldoende uitgedaagd om mijn best te doen op school Ik ben tevreden over mijn mentor Ik weet bij wie ik op school terecht kan met mijn problemen Als het nodig is, krijg je extra begeleiding Ik word geholpen bij het maken van belangrijke keuzes (niveau, leerweg, sector, profiel) Docenten vertellen duidelijk hoe mijn resultaten zijn Ik word geïnformeerd over dingen die voor leerlingen belangrijk zijn De mening van leerlingen telt mee op deze school
CIJFER 6,8 8,0 7,5 7,1 6,9 6,4 6,4 6,2 6,2 6,9 7,1 6,9 7,1 6,6 6,4
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 30 van 96
LOCATIE HENEGOUWENLAAN TEVREDENHEIDSONDERZOEK OUDERS LEERJAAR 3 Eindcijfer tevredenheid ouders. Mijn kind voelt zich veilig op school. De sfeer op school is prettig. De docenten behandelen mijn kind met respect. Op school gelden duidelijke regels. De school geeft mij nuttige informatie over de vorderingen van mijn kind. Ik word geïnformeerd over dingen die ik als ouder moet weten. De mening van ouders telt mee op deze school. De school biedt het onderwijs dat zij belooft. Ik ben tevreden over het onderwijs zoals de school dat aanbiedt. De school beschikt over goede, vakbekwame docenten. De school maakt leren voor mijn kind aantrekkelijk. De school staat goed bekend. Ik zou andere ouders aanraden deze school voor hun kind te kiezen. Mijn kind wordt goed begeleid door de mentor. De school biedt leerlingen goede hulp bij leer- of gedragsproblemen. De school zorgt voor een goede begeleiding op keuzemomenten (beroepsrichting, sector, leerweg, niveau, profiel).
CIJFER 5,6 7,3 7,1 6,0 5,7 5,5 4,6 4,6 4,8 4,8 5,5 6,4 6,4 5,1 5,5 5,1 6,0
Uit het tevredenheidsonderzoek dat in 2009 onder ouders en leerlingen is afgenomen, waar diezelfde thema‟s zijn bevraagd, kwam een gemiddeld eindcijfer van 7.2 naar voren, gegeven door én leerlingen én ouders. Dit maakt de lage waardering in dit onderzoek van met name ouders in 2010 opvallend en is aanleiding voor verdere analyse. Onderstaande tabel geeft de gemiddelde cijfers weer die door leerlingen en ouders is toegekend voor locatie Avignonlaan.
LOCATIE AVIGNONLAAN TEVREDENHEIDSONDERZOEK LEERLINGEN LEERJAAR 3 Eindcijfer tevredenheid leerlingen. Ik voel me veilig op school. De sfeer op school is prettig. De docenten behandelen mij met respect. Op school gelden duidelijke regels. In de lessen doen we veel verschillende activiteiten (bijvoorbeeld luisteren naar uitleg, zelfstandig werken, samenwerken, gebruik van ict). De docenten houden rekening met wat ik wel en niet kan. Docenten leggen goed uit Ik word voldoende uitgedaagd om mijn best te doen op school. Ik ben tevreden over mijn mentor. Ik weet bij wie ik op school terecht kan met mijn problemen. Als het nodig is, krijg je extra begeleiding. Ik word geholpen bij het maken van belangrijke keuzes (niveau, leerweg, sector, profiel). Docenten vertellen duidelijk hoe mijn resultaten zijn. Ik word geïnformeerd over dingen die voor leerlingen belangrijk zijn. De mening van leerlingen telt mee op deze school.
CIJFER 6,5 7,3 6,9 6,6 6,9 6,4 6,0 5,7 6,4 7,5 6,9 6,9 6,2 6,4 6,4 5,5
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 31 van 96
LOCATIE AVIGNONLAAN TEVREDENHEIDSONDERZOEK OUDERS LEERJAAR 3 Eindcijfer tevredenheid ouders. Mijn kind voelt zich veilig op school. De sfeer op school is prettig. De docenten behandelen mijn kind met respect. Op school gelden duidelijke regels. De school geeft mij nuttige informatie over de vorderingen van mijn kind. Ik word geïnformeerd over dingen die ik als ouder moet weten. De mening van ouders telt mee op deze school. De school biedt het onderwijs dat zij belooft. Ik ben tevreden over het onderwijs zoals de school dat aanbiedt. De school beschikt over goede, vakbekwame docenten. De school maakt leren voor mijn kind aantrekkelijk. De school staat goed bekend. Ik zou andere ouders aanraden deze school voor hun kind te kiezen. Mijn kind wordt goed begeleid door de mentor. De school biedt leerlingen goede hulp bij leer- of gedragsproblemen. De school zorgt voor een goede begeleiding op keuzemomenten (beroepsrichting, sector, leerweg, niveau, profiel).
CIJFER 6,2 6,9 6,9 6,9 6,6 6,2 5,7 6,2 6,2 6,0 6,6 5,5 5,1 6,2 6,6 6,2 5,7
Uit het tevredenheidsonderzoek dat in 2009 onder ouders en leerlingen is afgenomen, waar diezelfde thema‟s zijn bevraagd, gaven ouders een gemiddeld eindcijfer van 7.1. Leerlingen van locatie Avignonlaan gaven de locatie een eindcijfer van 6,4. Dit maakt de lage waardering in dit onderzoek van met name leerlingen in 2010 opvallend en is aanleiding voor verdere analyse. 7.4 Quality Survey Students Secondary Division ISE (MP4) A quality Survey was taken in 2010 among MP4 students, from the ISE Secondary Division. Students gave their opinion on diverse statements. The scale is 0-5 and 2 would be average, we are above average on all
counts, see graphs below.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 32 van 96
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 33 van 96
8.
Personeel
8.1
Leeftijdsopbouw
Onderstaande tabel geeft een totaalbeeld van de leeftijdsopbouw van de medewerkers van de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid Nederland.
Onderstaande grafieken geven de leeftijdsopbouw weer per locatie.
Onderstaande grafieken geven de leeftijdsbouw van de medewerkers weer in voltijd en deeltijd betrekking vergeleken met de benchmark.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 34 van 96
8.2 Formatieplan 2010-2011 In 2010 is een notitie opgesteld in het kader van de formatie en werkverdeling voor schooljaar 2010-2011. Het formatieplan is een notitie die zijn basis vindt in het Schoolplan 2010-2014 hierdoor komt in het formatieplan de ontwikkeling van de school en het personeel in het bijzonder tot uitdrukking.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 35 van 96
8.3
Ziekteverzuim
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland ontvangt jaarlijks een rapportage van de Arbo-dienst Human Capital Care (HCC). Omdat de ORION-scholen in gezamenlijkheid bij deze Arbo-dienst een contract hebben afgesloten kan HCC ook kengetallen leveren waardoor de gegevens van de individuele school kunnen worden afgezet tegen de gemiddelde score van alle ORION-scholen3. Deze vergelijking is mede aanleiding geweest tot het nemen van maatregelen om het ziekteverzuim tot aanvaardbare proporties terug te brengen.
SPVOZN 2010 Orionscholen 2010 SPVOZN 2009 Orionscholen 2009
lv 2,25 2,25 3,48 2,31
mlv 0,62 0,60 0,72 0,65
kv 1,28 1,08 1,46 1,20
zvp 3,78 3,92 5,66 4,16
gzvd 11,28 8,11 9,19 7,57
zmf 1,79 1,63 2,18 1,82
De grafiek laat het type ziekteverzuim in procenten op onze school zien over schooljaar 2009-2010 en 2010-2011 vergeleken met de gemiddelden van de Orionscholen over die periode. lv categorie lang verzuim mlv categorie middellang verzuim kv categorie kort verzuim zvp ziekteverzuimpercentage gzvd gemiddelde verzuimduur zmf verzuimfrequentie Onder leiding van een deskundige van het HCC zijn enkele studiebijeenkomsten van schoolleiding, hoofd personeelszaken en teamleiders geweest met als doel meer zicht en grip te krijgen op de verzuimcijfers van de Stichting en deze, voor zover boven het gemiddelde, te bewegen in de richting van de ORION gemiddelden. De
3
Bij de kengetallen Orionbreed moet worden opgemerkt dat de gegevens van zowel complexe scholen in een stedelijke omgeving, als die van categoriale gymnasia in het buitengebied zijn verwerkt.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 36 van 96
vorig jaar voor 2010 uitgesproken ambitie om in de buurt van het Orion-gemiddelde van het ziekteverzuim uit te komen is werkelijkheid geworden. Verzuimpercentages 2010 ten opzichte van 2009 2010
2009
ISE Primary Division
5.35%
6.81%
ISE Secondary Division
1.60%
2.26%
SCE Locatie Avignonlaan
3.84%
3.36%
SCE Locatie Henegouwenlaan
4.72%
3.18%
Deze studiedagen hebben inzicht opgeleverd in de achtergronden van verzuim en hebben tot drie nieuwe activiteiten geleid:
een training voor leidinggevenden over verzuimgesprekken,
een training voor belangstellenden over de balans tussen werk en privé,
een training voor belangstellenden over vitaliteit.
De resultaten van de trainingen zullen onderwerp zijn van (functionerings)gesprekken en worden nader bezien en beoordeeld vanuit de verzuimpercentages. 8.4
Scholingsuitgaven
Conform het op het schoolplan gebaseerde scholingsplan zijn scholingsaanvragen gehonoreerd, waarbij een relatie is gelegd met de prioriteiten op opleidingsniveau en bij de kernkwaliteiten. In hoofdstuk 9, Financiën, van dit verslag is meer informatie opgenomen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het Financieel Jaarverslag 2010.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 37 van 96
9.
Financiën
9.1 Overzicht ontwikkeling financiën 2010 In het financieel jaarverslagverslag 2010 van de stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland worden de resultaten van de stichting over het boekjaar 2010 gepresenteerd. In dit hoofdstuk wordt een korte samenvatting van het financieel jaarverslag 2010 gegeven. Zoals vorig jaar in het financieel jaarverslag 2009 is aangehaald, is er sprake geweest van wijzigingen in de grondslagen en afschrijvingstermijnen. Zie hiervoor het financieel jaarverslag 2010. In het kader van het gevoerde treasury beleid over 2010 zijn geen bijzonderheden te melden. Er zijn geen langlopende leningen verstrekt en er zijn geen obligatieleningen aangegaan. Ten gevolge van het samengaan van de 2 organisaties met ieder hun bankrelaties, is het voornemen om te kijken naar het “huisbankierschap”. Het doel is te komen tot een kleiner aantal bankrelaties rekening houdend met het beleid “Beleggen en Belenen”. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de ontwikkeling van de financiële kengetallen over de laatste 2 jaren, inclusief het jaar dat in dit jaarverslag wordt verantwoord.
Financiële kengetallen
2010
2009
Solvabiliteit 1
0,58
0,59
0,60
0,63
1,95
1,98
-0,9%
2,2%
eigen vermogen / totaal vermogen
Solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorziening / totaal vermogen)
Liquiditeit: Current ratio vlottende activa / kortlopende schulden
Rentabiliteit Resultaat gewone bedrijfsvoering / totale baten
De financiële kengetallen voor de solvabiliteit zijn ten opzichte van 2009 licht teruggelopen. Enerzijds is er sprake van een negatief resultaat, en anderzijds heeft OCenW de richtlijnen voor de wijze van verantwoording van de Vordering i.v.m. het betaalritme van de lumpsum personeel VO alsmede voor de BAPO voorziening gewijzigd. De liquiditeitscijfers zijn licht gedaald door een relatief grotere stijging van de kortlopende schulden. Desondanks behoudt de stichting een uitstekende liquide positie.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 38 van 96
Voor het jaar 2010 is er gestart met een begroting met een negatief saldo van €710.600,-. Voor zowel PO (RIS) als VO (SCE) waren negatieve uitkomsten begroot. Het werkelijk totaalresultaat van de stichting bedraagt €255.990,negatief, te weten een negatief resultaat van €314.069,- voor PO en een positief resultaat van € 58.079,- voor VO. De realisatie 2010 valt minder negatief uit dan begroot. Dit is vooral een gevolg van goed beheer op personele kosten. De werkelijke personele lasten waren ca €0,6 miljoen hoger dan het begrotingsbedrag. Hiertegenover staat een (hoeveelheids- en index-) stijging van de vergoedingen van OC en W van ca €1.3 miljoen ten opzichte van de begroting. In 2010 vond geen indexering plaats op de materiële vergoeding. Verder was sprake van een grotere (ca 0,8 mln) bate dan begroot bij de Overige overheidsbijdragen. De renteopbrengsten zijn in de begroting voorzichtig geraamd, en vielen ruim €60.000 mee ondanks de lage marktrente. Onderstaand worden balansverhoudingen en verdelingen van baten en lasten grafisch gepresenteerd.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 39 van 96
9.2 Conclusie en toekomstplanning In het jaar 2010 heeft de integratie van PO en VO op administratief vlak grotendeels haar beslag gekregen. Dit geldt evenzeer voor de financiële administratie. Vanaf 1 januari 2010 wordt de financiële administratie van het primair onderwijs dan ook gevoerd onder verantwoordelijkheid van de afdeling FZ. Voorheen was deze administratie uitbesteed. De stichting staat zoals eerder in dit verslag (hoofdstuk 3) beschreven voor belangrijke investeringsuitgaven bijvoorbeeld op het gebied van (nieuw)bouw. Hiervoor spelen ontwikkelingen op gebied van leerlingaantallen een heel cruciale rol. Financiële weerbaarheid blijft daarom noodzakelijk. Het jaar 2011 wordt een belangrijk jaar juist met het oog op boven aangehaalde investeringen. De planning van de personele formaties van de komende schooljaren moet met zorg worden opgesteld. Dit geldt evenzeer voor de overige posten in de meerjarenraming. Voor de vastlegging van de posten is geïnvesteerd in een nieuw begrotingssysteem. De vergoedingen van de overheid blijven onzeker. Continuïteit in het onderwijs is gebaat bij structurele aanpassingen met een meerjarenperspectief voor de lumpsumvergoeding in plaats van het toekennen van incidentele doelsubsidies. In 2011 worden er afrondende stappen verwacht inzake de besluitvorming rond het realiseren van een internationale campus op de Constant van Rebecque kazerne. De voorbereidingen voor een DBFMO aanbesteding zijn in volle gang. Ook is er de verwachting dat de besluitvorming over de nieuwbouw van de vmbo een verder vervolg zal krijgen in 2011. Het voorlopig ontwerp is eind 2010 afgerond. Zoals het er nu uitziet zal de stichting zelf bij de realisering van de nieuwe vmbo investeringen doen in de realisatie van de benodigde sportvoorzieningen. De definitieve doorgang van de vmbo vereist besluitvorming door de gemeente. De afgelopen jaren zijn de resultaten in het algemeen positief geweest, en is het vaak niet nodig geweest om de bestemmingsreserves aan te spreken. De situatie in de nabije toekomst met nieuwbouw op 2 locaties, en onzekerheden omtrent de overheidssubsidiering zal aanleiding kunnen vormen tot het aanspreken van de gevormde reserves.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 40 van 96
10.
Locatie Avignonlaan: een trotse en zichtbare kansenschool
De locatie Avignonlaan biedt binnen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) theoretische, gemengde, kaderberoeps- en basisberoepsgerichte leerwegen in de sectoren techniek, economie en zorg & welzijn en daarnaast een eerste opvang voor anderstaligen (EOA). In onze visie zijn het vmbo en de EOA schakels in de opleiding van jonge mensen. Het vmbo schakelt naar het middelbaar beroepsonderwijs, de EOA naar het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs. Leer- en loopbaanoriëntatie en -begeleiding is daartoe in het hart van het onderwijsprogramma geplaatst. Wij begeleiden leerlingen op weg naar hun volwassenheid en het vervolgonderwijs, door het zo optimaal mogelijk ontwikkelen van hun talenten en persoonlijkheid. Ook in 2010 hebben we dit gedaan door het aanbieden van brede oriënterende programma‟s en veel praktijklessen. De leerling leert zichzelf en de beroeps- en studiemogelijkheden kennen en ontwikkelt daardoor een gemotiveerde studie- en beroepskeuze. De school wil deze visie op leren en loopbaanbegeleiding zichtbaar maken, uitstralen en verwezenlijken. Drie waarden vormen het fundament van ons onderwijs, dat wil zeggen dat zij zichtbaar moeten zijn in het (voorbeeld)gedrag van onze medewerkers en (gewenst) gedrag van onze leerlingen. De waarden zijn:
verantwoording nemen,
zinvol bezig zijn,
een opbouwende grondhouding. De illustratie op de volgende pagina laat zien dat het hoofddoel van de school, „goed maatschappelijk functioneren nu en later‟ kan worden gespecificeerd in specifieke doelen en contexten:
de persoonlijke ontwikkeling als mens,
het goed maatschappelijk functioneren,
het ontwikkelen van de keuze voor studie en beroep.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 41 van 96
Het vmbo bestaat nu ruim tien jaar en de Avignonlaan heeft zich als beroepsvoorbereidende en -oriënterende opleiding ontwikkeld, met eigen programma‟s binnen de wettelijke ruimte van de nieuwe onderbouw en bovenbouw. De extra kansen die leerlingen geboden werden in 2010 waren; -
kader en plaatsing,
-
leer- en werktrajecten leerjaar 2 t/m 4,
-
horizonlessen,
-
zorgklas en rebound.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 42 van 96
10.1 Ontwikkelingen op locatie Avignonlaan 10.1.1 Huisvesting en exploitatie De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de voorbereiding van de nieuwbouw. We gaan ervan uit dat naast de nieuwbouw ook onze onderwijsinhoud en kwaliteit voldoende nieuwe leerlingen zal trekken, zodat we een school met een gezonde omvang in stand kunnen houden. We proberen tot de verhuizing zoveel mogelijk ons huidige gebouw netjes en aantrekkelijk te houden, maar stellen grote investeringen uit tenzij noodzakelijk en liefst verhuisbaar. In 2010 is het voorlopig ontwerp gereed gekomen. Eind 2010 is de projectgroep uitgenodigd om een presentatie te verzorgen voor de Raadscommissie. De gemeente Eindhoven zoekt nog naar financiële dekking en de school heeft een bezuinigingsoperatie op het plan volgens afspraak gerealiseerd. 10.1.2. Doorontwikkeling Horizongebieden Kenmerkend voor de vmbo-onderbouw zijn de horizonprogramma‟s. Om zich te oriënteren onderzoeken leerlingen in de horizongebieden welke beroepsmogelijkheden het beste bij hen passen. Al doende ontwikkelen zij hun studiekeuze door middel van praktijkopdrachten, projecten, excursies en spiegel- en reflectiegesprekken. In 2010 is de organisatie rondom de Horizongebieden verder ontwikkeld en heeft een feestelijke opening van de Horizongebieden plaatsgevonden in november 2010. 10.1.3 Maatschappelijke stages in de vorm van internationale projecten In het kader van het Lifelong Learning Programme van Comenius, gesubsidieerd door de Europese Unie is locatie Avignonlaan van het Stedelijk College Eindhoven actief in het stimuleren van leerlingen tot een zeker (internationaal) maatschappelijk bewustzijn. Door maatschappelijke stages aan te bieden in de vorm van internationale uitwisselingen (in bijvoorbeeld Afrika; Kenia, België, Groot-Brittanië) leren onze leerlingen over de eigen grenzen heenkijken. Deelnemen maakt onze leerlingen enthousiast. Door maatschappelijke stages leren ze over andere culturen, taal en vaardigheden maar bovenal verbinden we die ervaringen met het curriculum van de school. Zo wordt in Kenia, Afrika een schoolgebouw gebouwd door onze leerlingen en medewerkers en krijgen zij hiervoor een basiscursus techniek. 10.1.4 Imago Het imago van de school is van belang voor de leerlingen en docenten die nu aan de school verbonden zijn, omdat we trots zijn op onze school en de leerlingen. Imago is ook van belang voor de leerlingaantallen. Daarom blijven we jaarlijks aandacht besteden aan public relations. Activiteiten die in 2010 in dit kader zijn ondernomen hadden betrekking op: -
service en klantgerichtheid in de school door alle medewerkers,
-
een goede en aantrekkelijke website,
-
verhogen van het aantal open-dag momenten,
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 43 van 96
-
verhogen van het aantal activiteiten voor basisschoolleerlingen,
-
de school uitdrukkelijk in beeld brengen in de wijk en in Eindhoven. De horizonprogramma‟s en nieuwbouw kunnen hiervoor goed worden gebruikt, Eerder genoemde projecten zoals maatschappelijke stages in het
-
buitenland zijn uitdrukkelijk bedoeld voor het verbeteren van het imago van de vmbo leerling door het gebruik van rolmodellen. 10.1.5 Verbeteren (examen)resultaten De locatie werkt al twee jaar aan een verbeterplan om de onvoldoende resultaten betreffende de doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma en het te grote verschil tussen Schoolexamen cijfers en de Centraal examen cijfers van diverse vakken te verbeteren. Tijdens de studiedagen zijn docenten voorgelicht en zijn zij betrokken in
werkgroepen
verbetertrajecten
om
resultaten
waarbij
ter
te
verbeteren.
ondersteuning
ook
Inmiddels externe
lopen
diverse
adviseurs
zijn
ingeschakeld. De doelstelling betreffende de doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma zonder vertraging is in examenjaar 2010 behaald. Door aanpassingen in de schoolexamens, door inzet op extra deskundigheidsbevordering van docenten en begeleiding van de teams streeft de school naar het behalen van de doelstelling om de verschillen tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers te verkleinen. De inspecteur heeft in november 2010 de vervolgrapportage waarin de actiepunten voor verbetering, de resultaten en de nieuwe maatregelen besproken met het bestuur en de directie van de school. 10.1.6 Leermiddelenbeleid Leermiddelenbeleid is in het schoolplan 2010-2014 aangemerkt als een van de belangrijkste beleidsvoornemens op onderwijskundig
gebied.
De
locatie
Avignonlaan
heeft
zich
georiënteerd
op
ICT-ontwikkelingen
en
leermiddelenbeleid. Het werken met digitale schoolborden lijkt een kwaliteitsverbetering in de les tot gevolg te hebben. 10.1.7 VAS-toetsen In september 2010 is gestart met het afnemen van de zogenaamde VAS-toets bij leerlingen in het eerste leerjaar. VAS staat voor Volg Advies Systeem. De toets wordt aan het begin en het einde van het schooljaar afgenomen. Dit is een extra instrument om de leerontwikkeling van de leerlingen te volgen. De onderdelen die worden getoetst zijn, Nederlands 1 en 2, woordenschat, rekenen/wiskunde 1 en 2 en studievaardigheden. In de 2e klas en de daarop volgende klassen, wordt ook het onderdeel Engels getoetst en vindt de toets nog maar één keer per jaar plaats. 10.1.8 Taal-rekenbeleid Het reken,- en taalbeleid van locatie Avignonlaan heeft zich het afgelopen jaar gericht op extra scholing en bewustwording van docenten. Wat betreft taalbeleid is ingezet op de ontwikkeling van de taalvaardigheden met behulp van het leesbevorderingsprogramma Bazar, ondersteund door het Open Leer Centrum van de school. Leerlingen van de klassen basis, hebben in 2010 in het kader van het rekenbeleid één uur per week rekenen gehad. Rekenen staat als apart vak op de lessentabel. Aan het einde van het 3e leerjaar wordt de rekentoets ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 44 van 96
afgenomen om te zien of leerlingen het goede niveau behaald hebben. Ook in 2011 staat het taal- en rekenbeleid structureel op de agenda en zal een werkgroep zich bezig houden met de actualisering van het taal- en rekenbeleid waarbij de uitgangspunten van het schoolplan 2010-2014 worden meegenomen dat moet leiden tot goede resultaten van de reken en taaltoets. 10.1.9 Professionalisering personeel Scholing is een belangrijk element bij de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en het vermogen om adequaat in te spelen op alle ontwikkelingen die op de school afkomen. In de teams wordt gewerkt aan de kwaliteit van het pedagogisch – didactisch handelen. Medewerkers voeren met de direct leidinggevende overleg over individuele trajecten voor scholing, zoals de deelname aan projecten, netwerken en cursussen zoals; -
van handelingsplan naar handelingsgericht werken;
-
gedifferentieerd werken in de klas;
-
van vakbevoegdheid naar bredere bekwaamheden en inzetbaarheid;
-
taalgericht vakonderwijs;
-
opstellen van en werken met lwoo-handelingsplannen;
-
voeren van coaching- en reflectiegesprekken met leerlingen;
-
zoveel mogelijk bevoegde mensen voor de klas;
-
gerichte inzet van deskundigheidsbevordering gekoppeld aan schoolontwikkeling;
-
scholen van mensen die op basis van de functiemix in een andere functie benoemd worden.
Op de locatie Avignonlaan is een pilot gehouden over het deel van de deskundigheidsbevordering dat de school in overleg met de docent kan bepalen, vanuit de gedachte dat medewerkers leren en professionaliseren wanneer zij actief bijdragen aan schoolontwikkeling. Deze koppeling van leren en schoolontwikkeling wordt in (academische) scholing vaker toegepast, zoals bij ontwikkelend onderzoek. Ook in 2010 werd in het onderwijsoverleg een lijst aan taken vastgesteld, waaruit teamleiders en docenten konden kiezen. 10.1.10 Vroegtijdig schoolverlaten (vsv) In het kader van de maatregelen rondom het Convenant Voortijdig schooluitval (2008-2011), is locatie Avignonlaan actief met het programma van maatregelen om het vroegtijdig schoolverlaten van leerlingen zoveel mogelijk te bepreken en terug te dringen. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door het monitoren van de overgang van leerlingen die hun diploma hebben behaald van het vmbo en de overstap moeten maken naar het MBO. Leerlingen die de overgang van het vmbo naar het MBO maken kunnen “uit beeld” raken en daarmee niet voldoen aan het startkwalificatiebeleid. Dit startkwalificatiebeleid houdt in dat, vanuit het rijksbeleid, gestreefd wordt naar de inzet om elke jongere een startkwalificatie (diploma MBO niveau 2, havo of vwo) te laten behalen. In 2010 heeft locatie Avignonlaan in samenwerking met overige scholen en de gemeente een digitale applicatie gerealiseerd die de overgang van eindexamenkandidaten van het vmbo naar het MBO registreert waardoor de overgang beter kan worden gemonitord. Dit levert een positieve bijdrage aan leerlingvolgsystemen over de diverse schoolsoorten heen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 45 van 96
10.2 Feiten en cijfers Locatie Avignonlaan van het Stedelijk College Eindhoven is een school waar dagelijks een groot aantal leerlingen onderwijs wordt geboden. Onderstaand organogram geeft de structuur van de organisatie weer. In totaal werkten er in 2010, 107 docenten in vijf teams waarbij de teamleiders verantwoording afleggen aan de opleidingsdirectie. De school heeft de vorming van kleine, overzichtelijke teams gemaakt tot leidraad voor de organisatieontwikkeling. Kleinschaligheid en korte, duidelijke lijnen worden aangemerkt als voorwaardelijk voor een veilig schoolklimaat en een transparante organisatiestructuur. Kort samengevat kennen de medewerkers van een team de leerlingen en hun ouders, vice versa, en weten medewerkers, leerlingen, ouders en externe instanties bij wie zij moeten aankloppen. De ideeën omtrent teamontwikkeling zijn met het oog op de besturingsfilosofie van de school verder uitgewerkt op basis van “resultaat verantwoordelijk werken”: een benadering waarin het meten van de bereikte resultaten (onder personeel, leerlingen en ouders) een centrale rol is toegekend. Onder het onderwijs ondersteunend personeel wordt verstaan, de (leerlingen)administratie, centrale receptie, facilitaire dienstverlening, leerlingbegeleiders, decanaat, mediatheken, vertrouwenspersonen et cetera.
totaal totaal totaal totaal
directie & management: aantal leerlingen: aantal docenten: aantal OOP‟ers:
2009 3 876 106 25
2010 3 846 107 27
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 46 van 96
10.3 Verschillende opleidingen locatie Avignonlaan Op de locatie Avignonlaan bieden wij het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) aan en Eerste Opvang Anderstaligen (Internationale Schakel Klassen). Het vmbo kent 4 leerwegen; •
Theoretische leerweg (TL),
•
Gemengde leerweg (GL),
•
Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL),
•
Basisberoepsgerichte leerweg (BBL).
Binnen de BBL hebben we het; •
Leerwerktraject,
•
EOA.
Daarnaast hebben wij ook een kader plus afdeling. Hierin zitten leerlingen die in een kaderberoepsgerichte leerweg zitten, maar die op theoretisch niveau les krijgen. Hiermee houden we de optie open voor deze leerlingen om op te stromen naar het theoretisch niveau. Na
twee
jaar
onderbouw
kiezen
onze
leerlingen
voor
een
voorbereidende beroepssector of voor een profiel binnen de theoretische leerweg. Leerlingen kunnen bij ons terecht voor de volgende sectoren: •
Techniek
•
Zorg en welzijn
•
Economie
Voor leerlingen die recht hebben op extra begeleiding biedt onze school LWOO (Leerweg Ondersteunend Onderwijs) aan. Leerlingen worden extra begeleid op sociaal-emotioneel vlak, ontvangen extra studie en huiswerkbegeleiding en keuzebegeleiding. De mentor speelt een belangrijke rol voor leerlingen. Ook de EOA (internationale schakelklassen) is een afdeling van het Stedelijk College Eindhoven, locatie Avignonlaan die gespecialiseerd is in het Nederlands als Tweede taal (NT2). Theoretische en gemengde leerweg Binnen de theoretische leerweg wordt door de leerlingen voor een sectorprofiel gekozen. Dit houdt in dat het vakkenpakket gebaseerd is op de drie sectoren. Als een leerling hierbij kiest voor techniek, kiest hij voor de gemengde leerweg. Deze leerweg legt naast de theorie ook een stevige technisch/beroepsgerichte basis om verder te studeren binnen het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Naast de algemeen vormende vakken krijgt de leerling het beroepsgerichte programma metalektro. De gemengde leerweg is qua niveau vergelijkbaar met de theoretische leerweg.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 47 van 96
De theoretische leerweg kan op het Stedelijk College Eindhoven worden gevolgd aan de Avignonlaan en aan de Henegouwenlaan. Aan het eind van het 3e leerjaar wordt een aantal vakken afgesloten. Leerlingen die de gemengde leerweg volgen in leerjaar 3, kunnen aan het eind van dat jaar besluiten de gemengde leerweg te vervolgen of over te stappen naar de theoretische leerweg. Voor alle leerwegen geldt dat het examenprogramma wordt afgenomen in leerjaar 3 en 4. Alles wat een leerling in leerjaar 3 en 4 doet, telt mee voor het examen en dus voor het diploma. Een aantal vakken, waaronder maatschappijleer 1 en kunstvakken 1, worden reeds in het 3e leerjaar afgesloten, maar tellen wel mee voor het examen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 48 van 96
10.4 Aantal leerlingen locatie Avignonlaan De Avignonlaan heeft in 2010 in totaal 846 leerlingen op school. Gezien de trend over de afgelopen schooljaren concluderen we een geleidelijke afname van het aantal leerlingen dat verschillende oorzaken kan hebben. Stichting Platform vmbo stelt bijvoorbeeld de invloed van het “slechte imago van het vmbo” als oorzaak voor de daling van leerlingenaantallen. Volgens dit platform doen ouders er alles aan om te voorkomen dat hun kinderen naar de lagere vmbo-leerwegen moeten omdat die een slechte naam hebben. Omdat er op het laagste niveau door de leegloop relatief veel leerlingen met gedrags- of taalproblemen achterblijven, krijgt die leerweg een steeds negatiever imago. Terwijl het voor veel jongeren nog steeds de meest geschikte opleiding is. Landelijke cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek en de Dienst Uitvoering Onderwijs laten zien dat een daling van het aantal leerlingen in alle leerwegen van het vmbo wordt geconstateerd. Dat is ook merkbaar voor deze locatie van het Stedelijk College Eindhoven. Vele jaren was de verhouding in aantallen leerlingen in vmbo (60 procent) en havo/vwo (40 procent) tamelijk stabiel, maar sinds de eeuwwisseling is er sprake van een trendbreuk. Dit jaar (2010) komt landelijk gezien 53 procent van het vmbo, acht jaar terug was dat 63 procent. Opleidingen havo en vwo trekken meer en meer leerlingen. Het totaal aantal leerlingen dat in Nederland het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kiest is ook in 2010 gedaald (bron: CBS, Jaarboek onderwijs in cijfers 2010). Voor locatie Avignonlaan geldt een daling van het aantal leerlingen in 2010 ten opzichte van 2009 van 4,88%. Onderstaande grafiek laat de trend in leerlingenaantallen zien van 2006 tot 2010. De peildatum is 1 oktober van elk jaar, gelijk aan de datum waarop de leerlingenaantallen worden vastgesteld door de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 49 van 96
10.5 Marktaandeel / voedingsgebied Avignonlaan De Avignonlaan heeft in de gemeente Eindhoven het grootste voedingsgebied en een klein aandeel ten aanzien van de overige gemeenten zoals Best en Son en Breugel. Gezien de trend over de afgelopen drie schooljaren zien we een geleidelijke afname van percentage leerlingen over het gehele voedingsgebied. Zoals eerder in dit verslag gesteld, laten landelijke cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek en de Dienst Uitvoering Onderwijs laten zien dat de daling van het aantal leerlingen in alle leerwegen van het vmbo doorzet. Dit is een landelijke tendens wat ook van toepassing is op de leerlingenaantallen van locatie Avignonlaan van het Stedelijk College Eindhoven en terug te zien is in de cijfers ten aanzien van het marktaandeel / voedingsgebied. Onderstaande tabel laat zien dat Eindhoven tot het grootste voedingsgebied van deze locatie behoort. Best en Son en Breugel komen als randgemeenten als tweede en derde in de rij en vormen samen het grootste aandeel. De daling in leerlingenaantallen in verloop van tijd heeft invloed op de percentages binnen het voedingsgebied van locatie Avignonlaan.
2007-2008 2008-2009
2009-2010
Eindhoven
87,4 %
84,5 %
82,8 %
Best
3,3 %
3,1 %
2,7 %
Son en Breugel
2,7 %
2,6 %
2,7 %
Nuenen, Gerwen en Nederwetten
1,5 %
1,5 %
1,1 %
Geldrop-Mierlo
1,2 %
1,0 %
1,8 %
Veldhoven
0,7 %
1,0 %
1,3 %
Overige gemeenten <8
3,2%
6,3%
7,6 %
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 50 van 96
10.6 Toeleverende basisscholen Waar vorig jaar basisschool Atalanta, basisschool ‟t Palet en basisschool De Opbouw nog werden gezien als hofleveranciers voor locatie Avignonlaan van het Stedelijk College zien we dit jaar de meeste leerlingen komen van basisschool de Boschuil, basisschool De Korenaar en net als vorig jaar basisschool Atalanta. Zie onderstaande grafiek voor een overzicht van toeleverende basisscholen in 2010.
I Wat betreft de eerste opvang anderstaligen (EOA) zien we een verandering van de populatie: meer dan in het verleden komen leerlingen uit het voormalige Oostblok. Daarnaast zijn er hoger opgeleide kinderen van buitenlandse ouders die bij internationale bedrijven in de regio werken en besluiten in Nederland te blijven.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 51 van 96
10.7 Onderwijsontwikkeling De locatie Avignonlaan heeft een aantal speerpunten van onderwijsontwikkeling en verbetering van kwaliteit van onderwijs en resultaten van leerlingen. Beleidskeuzen onderwijs 2010-2014 zijn beschreven in het locatieplan Avignonlaan en worden jaarlijks aangepast. We hebben in 2010 een begin gemaakt met onderstaande thema‟s: 1. Passend onderwijs, met o.a.
verstevigen van de bestaande onderwijsvoorziening voor speciale doelgroepen (mytyl; leer- en werktrajecten; auties; vangnet voor praktijkonderwijs);
alle docenten ontwikkelen zich verder in het orthopedagogisch en -didactisch handelen;
mede-opleiden van aankomende docenten (studenten) in basiszorg (jongerencoaching);
2. Leermiddelenbeleid, o.a.
Het verder invoeren van het gebruik van het digitaal portfolio en het elektronisch leerling-dossier (ELD) en digitale leerlingvolgsysteem incl. handelingsplannen;
Het verder invoeren en optimaal gebruiken van digitale schoolborden;
De digitale schooltas voorbereiden zodat we dit in de nieuwbouw kunnen invoeren.
3. Doorontwikkelen van huidig onderwijs en programma‟s
ontwikkelen en invoeren van techniekbreed;
voorbereiden van leerpleinen;
ontwikkelen van een kalender met maatschappelijke activiteiten (servicepunten en PR);
implementatie van de maatschappelijke stage;
doorontwikkelen en verbreden van het Kanjerproject (internationalisering);
vormgeven van nieuwe routes richting verlengd vmbo (VM2) en profielverbetering;
ontwikkelen van reken- en taalbeleid;
4. Verder professionaliseren en scholen van medewerkers Scholen van mensen die op basis van de functiemix in een andere functie benoemd worden. 5. Verbeteren van de resultaten Verhogen van kwaliteit en rendement (bevordering onvertraagde doorstroom, cijfers en examens); 6. Public relations. Service en klantgerichtheid in de school door alle medewerkers; de school uitdrukkelijk IN BEELD brengen in de wijk en in Eindhoven. De horizonprogramma‟s en nieuwbouw kunnen hiervoor goed gebruikt worden. In relatie tot het bovenstaande hebben we in het schooljaar 2009-2010 de daadwerkelijke invoering in leerjaar 1 en 2 van LOB, LifeStyle ;TechnoWorld; SportPlaza en Theaterfabriek gerealiseerd. De materialen zijn aangepast en dienen verder te worden ontwikkeld. Belangrijk in de ontwikkeling van materialen zij de mogelijkheden tot differentiatie geënt op verschillende doelgroepen (niveau‟s) en het praktisch en zinvol houden van opdrachten. De spiegellessen, reflectiegesprekken en de relatie met de AVO vakken en docenten komen nog niet helemaal goed uit de verf en verdienen verdere aandacht.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 52 van 96
10.8 Schoolklimaat en veiligheid In nauwe samenwerking tussen gemeente en school is het bestaande schoolveiligheidsplan geëvalueerd en geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Met name de protocollen en procedures zijn grondig onder handen genomen en zijn gepubliceerd op besloten gedeelten van de website. Het schoolklimaat en de veiligheid is een zaak van ons allemaal. Dat betekent een actieve inzet en positieve grondhouding van medewerkers en leerlingen. Leerlingen worden in het stewardproject maar ook in sociale projecten als „Anti-pesten‟ en „nette schoolomgeving‟, het „kanjerproject‟ in de presentaties en wedstrijden uitgedaagd hun steentje bij te dragen. De kwaliteit van toezicht en surveilleren bleef in 2010 een aandachtspunt waar ook het conciërgeteam een actieve rol speelde. De samenwerking met Politie en GGD was intensief en gericht op preventie. Op studiedagen in 2010 zijn diverse pedagogische thema‟s aan bod geweest om meer kennis te genereren over het signaleren, de oorzaken en de aanpak van probleemgedrag. Door met elkaar deze onderwerpen te bespreken is de teamspirit versterkt en is meer inzicht verkregen in deze onderwerpen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 53 van 96
10.9 Leerweg en sectorkeuze locatie Avignonlaan Binnen de leerwegen verzorgt de Avignonlaan drie sectoren. In leerjaar 3 kiezen de leerlingen binnen hun leerweg een sector. De sectoren die op locatie Avignonlaan worden verzorgd: techniek, economie en zorg & welzijn.
Techniek
Zorg & welzijn breed met Keuzemodules:
Economie
-
Bouwtechniek Voertuigentechniek
-
Handel & administratie
-
Oriëntatie op sportvaardigheid
-
Electrotechniek
-
Mode & commercie
-
ICT vaardigheden
-
Metaaltechniek
-
Expressieve vaardigheden
De keuze voor de sectoren Economie, Techniek en Zorg en Welzijn in de bovenbouw vmbo aan de Avignonlaan is ook over het schooljaar 2010-2011 redelijk evenwichtig (resp. 119, 129, 155) over de sectoren verdeelt. Bij de sector Economie moet worden opgemerkt dat in de praktijk interne differentiatie plaatsvindt tussen Handel & Administratie en Mode & Commercie. Deze laatste differentiatie staat qua leerlingenaantal sterk onder druk. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de sectoren Economie en Zorg & Welzijn intrasectoraal zijn ingericht en de sector Techniek is opgedeeld in
4
afdelingen.
Dit betekent
dat
gemiddeld
per
techniekafdeling, per leerjaar een potentieel van 32 leerlingen beschikbaar is. De sector techniek ontwikkelt een nieuwe lesinhoud en is actief in het verbeteren van de organisatie van de afdeling techniek. Dit draagt bij aan een bredere opleiding van de leerlingen waardoor zij in het MBO meer doorstroommogelijkheden hebben en de keuze voor een smalle beroepsopleiding feitelijk wordt uitgesteld.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 54 van 96
Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) De
Beroepsgerichte
leerweg
heeft
twee
varianten:
de
Basisberoepsgerichte
leerweg
(BBL)
en
de
Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL). De eerstgenoemde leidt op voor niveau 1 en 2 van het middelbaar beroepsonderwijs, de tweede voor niveau 3 en 4. Naast algemeen vormende vakken worden er vanaf het derde leerjaar ook beroepsgerichte vakken gegeven. De basisberoepsgerichte leerweg is bestemd voor leerlingen die vooral praktisch ingesteld zijn. Qua theoretische belasting is deze leerweg minder zwaar dan de kaderberoepsgerichte leerweg. Vandaar ook de benaming: basisberoepsgerichte leerweg. Het eindexamen BBL omvat de volgende vakken; a. Nederlandse taal, Engelse taal, kunstvakken, maatschappijleer, Lichamelijke Opvoeding. b. twee vakken uit het sectordeel. De basisberoepsgerichte leerweg bereidt uitsluitend voor op de basisberoepsopleidingen in het MBO (niveau 2). Een leerling kan in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken). Een groot deel van het onderwijs volgt de leerling dan buiten school in een leerbedrijf.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 55 van 96
In het schooljaar 2009-2010 werd er binnen de beroepsgerichte leerweg als volgt gekozen: Sector profiel
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Economie (EC)
41
28
22
Techniek (TE)
41
45
47
Zorg en Welzijn (ZW)
54
43
40
Uit de cijfers in de tabel valt op te merken dat de sector economie een sterke daling heeft gekend van schooljaar 2007-2008 ten opzichte van 2008-2009. Nu is er nog steeds sprake van een lichte daling. Dit heeft geleid tot het samenvoegen van de teams economie en techniek onder leiding van een teamleider. De sector techniek laat meer stabiliteit zien hoewel de schoolleiding vreest voor een daling conform de landelijke tendens ook wat betreft de sector zorg en welzijn fluctueren in verloop van tijd. We gaan evalueren wat de invloed en effectiviteit van de Horizonprogramma‟s in de onderbouw is met betrekking tot beroepsbeeld studiekeuze en sectorkeuze.
Kader beroepsgerichte leerweg (KBL) In de kader beroepsgerichte leerweg leert een leerling met name door praktisch bezig te zijn. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het MBO (niveau 3 en 4). De benaming verwijst naar het feit dat de leerlingen al bezig zijn met een opleiding die in zijn geheel gericht is op een functie op kaderniveau. Opvallend wat betreft de kader beroepsgerichte leerweg is dat er meer gekozen wordt voor de sector economie en voor zowel de sector techniek in vergelijking met de sector zorg en welzijn. We zien dat de sector economie in het jaar 2008-2009 qua leerlingenaantallen een kleine dip heeft gehad. Nu lijkt er weer een stijging te zijn. De profielkeuze voor sector techniek daalt licht maar is stabiel te noemen. Tot slot heeft de sector zorg en welzijn van 2007-2008 een flinke daling gekend en lijkt het zich dit jaar te stabiliseren ten opzichte van vorig jaar. Sector profiel
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Economie (EC)
45
27
33
Techniek (TE)
28
25
23
Zorg en Welzijn (ZW)
38
18
19
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 56 van 96
Gemengde en theoretische leerweg Een leerling kan de theoretische leerweg kiezen als hij het juiste basisniveau heeft. De theoretische leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Met de theoretische leerweg kan een leerling soms ook doorstromen naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo). Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Een leerling kan de gemengde leerweg kiezen als hij weinig moeite heeft met studeren, maar zich ook gericht wil voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het MBO (niveau 3 en 4). Onderbouw én bovenbouw van de theoretische leerweg zijn ondergebracht in één apart leshuis op een eigen locatie, Le Havre 5, tegenover het schoolgebouw op de Avignonlaan waar de (kader) beroepsgerichte leerwegen worden verzorgd. Het team van vmbo-t heeft voor het tweede jaar ingezet op een verbetering van de resultaten waarvoor in 2010 een plan is ontwikkeld. Sector profiel
2007-2008
2008-2009
<5
Vmmbo G vmbo-t (MAVO)
2009-2010
30
29
46
Bovenstaande groei heeft plaatsgevonden ondanks het feit dat instroomcriteria voor vmbo-t zijn aangescherpt waardoor leerlingen van de kader beroepsgerichte leerweg als kader+ leerlingen kunnen worden geplaatst en niet meer als vmbo-t leerlingen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 57 van 96
10.10 Onderwijstijd
De schoolleiding is tevreden over de behaalde norm. Administratief is het nog lastig om sommige doelgroepen goed te volgen met betrekking tot de gerealiseerde onderwijstijd. Dit geldt met name voor EOA-leerlingen die gedurende het schooljaar instromen en vaker per jaar de overstap maken naar andere opleidingen of niveaugroepen. Ook de leerwerktraject leerlingen lijken minder onderwijstijd te ontvangen wat niet het geval is omdat zij stage lopen. Dit verklaart een groot deel van het percentage onderwijstijd onder de landelijke norm en de planning is dat dit door een aanpassing
in
de
software
in
schooljaar
2011-2012
verbeterd is.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 58 van 96
10.11 Resultaten
Wat betreft de resultaten van de examens kunnen we terugkijken op een goede afsluiting van schooljaar 20092010. Waar de examenresultaten in schooljaar 2008-2009 nog lager zijn dan in vergelijking met het landelijk gemiddelde scoren we in schooljaar 2009-2010 op vmbo-(g)t boven het landelijk gemiddelde. Dit positieve resultaat is te wijten aan het uitvoeren van het verbeterplan ter verbetering van resultaten: intensievere begeleiding van
examenleerlingen, herzien van het op- en afstroombeleid en
meer aandacht voor
deskundigheidsbevordering van docenten. Examen Vmbo duaal Vmbo-BL Vmbo-KL Vmbo-TL Totaal
Geslaagd 16 93 75 46 234
Kandidaten Geslaagd
aantal 2009 213 191
Gespreid examen
Afgewezen
Teruggetrokken
1
2
1
5 2 2 9
2010 234 223
percentage 2009 100% 89,7%
2
2010 100% 95,3%
Gemiddeld examencijfer vmbo-b (S= school, BM=benchmark). 2007
2008
2008
2009
2009
2010
S
BM
S
BM
S
BM
Centraal examen
6,3
6,5
6,4
6,4
6,4
6,5
School examen
6,5
6,5
6,3
6,5
6,4
6,5
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 59 van 96
Gemiddeld examencijfer vmbo-k
2007-2008
2008-2009
2009-2010
S
BM
S
BM
S
BM
Centraal examen
6,3
6,3
6,2
6,2
6,2
6,2
School examen
6,5
6,5
6,4
6,5
6,5
6,5
Gemiddeld examencijfer vmbo-(g)t 2007-2008
2008-2009
2009-2010
S
BM
S
BM
S
BM
Centraal examen
5,7
6,3
6,0
6,3
6,2
6,3
School examen
6,6
6,6
6,4
6,6
6,7
6,5
Ten aanzien van de examencijfers beogen wij voor de komende jaren een gemiddeld cijfer op het Centraal examen te blijven behalen dat > dan 6.0 is. Wij werken door aanpassingen in het PTA en aanpassingen in het toetsbeleid aan het verkleinen van het verschil tussen het gemiddelde Schoolexamen cijfer en het gemiddelde Centraal examen cijfer.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 60 van 96
10.12 Doorstroom en uitstroom
Onderstaande tabel laat de doorstroom naar diploma zonder doubleren zien over de schooljaren 2008-2009, 20092010 en 2010-2011. De laatste is de „voorlopige opbrengstenkaart‟.
BBL KBL TL
examenjaar 2008 (= opbrengstenkaart 2009)
examenjaar 2009 (= opbrengstenkaart 2010)
examenjaar 2010 (= de voorlopige opbrengstenkaart 2011)
79% 71% 81%
79% 79% 83%
83% 89% 94%
Gezien de stijgende lijn in de doorstroompercentages heeft het plan geleid tot concrete resultaatsverbeteringen. Er zijn minder leerlingen die blijven zitten en de leerlingen die nog met twijfel bevorderd worden naar een hoger leerjaar blijken met speciale aandacht en begeleiding toch het examen te behalen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 61 van 96
11. Locatie Henegouwenlaan: Waar leraren en leerlingen elkaar kennen We zijn een kleinschalige school, waar leraren en leerlingen elkaar kennen. We werken in teams, dat draagt ook bij aan de goede en open sfeer. Leerlingen voelen zich thuis en de krijgen de aandacht en zorg die zij nodig hebben. De lijnen zijn kort: leerlingen stappen gemakkelijk op docenten af en andersom ook: docenten zijn betrokken bij hun leerlingen. Iedere leerling is gekend. Dat is voor ons een belangrijke voorwaarde om het beste uit iedere leerling te halen. Om dit profiel verder te versterken, werken we in de locatie aan een groot aantal ontwikkelingen en verbeteringen. Streaming In schooljaar 2009/2010 zijn we gestart met het stroomlijnen van de vakkenkeuzes in de bovenbouw en het inperken van de keuzemogelijkheden voor een extra vak. Daar gaan we in de volgende schooljaren mee verder gaan. We kijken daarbij vooral naar de keuzemogelijkheden in de diverse profielen. Op dit gebied zou een spanningsveld kunnen ontstaan tussen het streven naar een vrije keuze en wat de organisatie aan kan. De criteria organiseerbaarheid/betaalbaarheid maar ook profilering zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Delfscolaire Naast het feit dat we een tweetalige opleiding Engels aanbieden
is
het
belangrijk
te
kijken
naar
de
mogelijkheden om de andere talen eveneens in versterkte
vorm
aan
te
bieden.
In
schooljaar
2010/2011 starten we met Delfscolaire, waarbij de leerlingen de mogelijkheid krijgen om op diverse niveaus extra lessen te volgen in het vak Frans en daarin examen af te leggen. Science floor In de nieuwbouw van de Henegouwenlaan beschikken we over de science floor en in de bestaande bouw over technas-ruimtes. Dit biedt ons de kans verder in te zetten op geïntegreerd science-onderwijs en het ontwikkelen van het vak research & development (r&d) in de onderbouw van het tweetalig atheneum. De universumgelden zijn goed besteed en we zullen de komende vier jaar werken aan een vaste plaats van het bètaonderwijs in het totale aanbod van onze school. De science floor biedt leerlingen extra studieruimte, een uitbreiding van ons studiehuis. Drie zuilen De locatie Henegouwenlaan biedt brede algemene vorming met de opleidingen gymnasium, atheneum, havo en vmbo theoretische leerweg. Leerlingen van vwo en havo kunnen de opleiding ook tweetalig volgen. De locatie is opgedeeld in drie zuilen, die elk een eigen profiel hebben: 1.
Vmbo-t
2.
Havo/vwo
3.
Tweetalig onderwijs
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 62 van 96
Het beste uit iedere leerling Binnen de zuilen stemmen we het onderwijs af op de kenmerken van de leerlingen. We werken in teams, dat draagt ook bij aan de goede en open sfeer. Leerlingen voelen zich daardoor thuis en de krijgen aandacht en zorg die zij nodig hebben. Zo halen we het beste uit iedere leerling. Onze opdracht Wij willen leerlingen goed voorbereiden op het vervolgonderwijs. We willen ook en dat ze opgroeien tot verantwoordelijke mensen, die kunnen samenwerken en samenleven in een pluriforme en multiculturele samenleving. Vanuit deze overtuiging werken we aan:
Inspirerende inhoud van de vakken, die aansluit bij de belevings- en leefwereld van de leerlingen.
Variatie in de lessen, in de manier waarop de leraren lesgeven en leerlingen leren.
Een veilig pedagogisch klimaat waarin respect een sleutelbegrip is en de leerling centraal staat.
Creativiteit en sportiviteit.
Intercultureel besef ombuigen naar intercultureel gedrag. We willen niet alleen bewustwording, maar vinden het ook belangrijk dat leerlingen kunnen handelen in de interculturele samenleving.
Doelstellingen We laten ons in 2010 leiden door negen onderwijskundige doelstellingen die per team en zuil verder worden ingevuld: 1.
We spelen in op de verschillen tussen de leerlingen.
2.
We geven de leerlingen keuzes in hun eigen leerproces.
3.
We maken de leerlingen verantwoordelijk voor de resultaten.
4.
We werken aan de ontwikkeling van waardebesef voor goed (internationaal) burgerschap.
5.
We scheppen een goed leefklimaat.
6.
We schenken aandacht aan samenwerkend leren.
7.
We bewaken het niveau van de leerstof.
8.
We bieden de leerstof aan in samenhang, waarbij de vakken dienstbaar zijn aan het ontwikkelen van kennis in samenhang.
9.
We bewaken de doorlopende leerlijnen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 63 van 96
11.1 Ontwikkelingen op locatie Henegouwenlaan 11.1.1 Internationalisering Sinds 1992 heeft het Stedelijk College Eindhoven tweetalige opleidingen (tto), eerst het tweetalig vwo en in 2006 ook een tweetalig havo. Momenteel is de ontwikkeling van een tweetalig vmbo in volle gang. Wat in Nederland tweetalig onderwijs heet wordt in het buitenland CLIL (Content and Language Integrated Learning) genoemd. Dit is een onderwijskundige benadering waarbij niet-talige onderwerpen als geschiedenis, biologie enz. onderwezen worden in een taal die een andere is dan de moedertaal. De laatste jaren wordt op het Stedelijk College meer en meer aandacht besteed aan CLIL in het kader van deze definitie; specifieke leerstof wordt in het Engels aangeboden om hiermee de kennis van het Engels bij de leerlingen en ook bij andere vakken te vergroten. Een voorbeeld hiervan is het geven van chemistry in de onderbouw van het tto en in het 4 e leerjaar van het tvwo. Uit de keuze van intercultureel gedrag, met internationale oriëntatie als uitvloeisel, als speerpunt van het beleid kan worden geconcludeerd dat het huidige bestuur en management juist op dit gebied mogelijkheden ziet tot verrijking van het onderwijs en daarmee profilering van de school. Het tweetalig onderwijs heeft de volgende visie ontwikkeld met betrekking tot internationaliseren:
“De activiteiten die internationale gewaarwording bevorderen moeten deels opgenomen worden in het reguliere curriculum. De activiteiten tijdens een internationale activiteit moeten aansluiten op het curriculum en verrijkend zijn. Tijdens een internationale activiteit wordt gestreefd naar constructief contact met scholen in de bezochte landen. Op deze manier zal het internationale programma een integraal deel van het curriculum worden.” Dit betekende voor het tweetalig onderwijs: 1)
Internationalisering in de onderbouw wordt in kaders geplaatst en structureel in het programma opgenomen; het zullen hier in eerste instantie culturele reizen zijn met contacten met plaatselijke scholen. Ook zijn projecten opgezet op basis van contacten met het buitenland.
2)
Internationalisering in de bovenbouw bestaat o.a. uit een uitwisseling en een internationale stage.
3)
Internationalisering moet de leerlingen een realistisch beeld geven van Europa en de internationale gemeenschap en ze in staat stellen contact te hebben met leeftijdgenoten in Europa en de internationale gemeenschap.
Concreet heeft dit geleid tot de volgende resultaten:
Integreren van internationalisering in het curriculum
Opzetten van internationale projecten
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 64 van 96
Organiseren van internationale dag- en meerdaagse excursies met een educatief karakter en interactie met lokale leerlingen.
Uitvoeren van uitwisselingen met scholen in (en buiten) Europa.
In het kader van internationalisering zijn in de afgelopen jaren zijn alle curricula van de verschillende vakken bekeken om te zien waar de vakken aandacht besteden aan internationalisering en waar vanwege overlap de kans bestaat op een gezamenlijk project. Daarnaast doen de leerlingen buiten het curriculum om in de zes resp. vijf jaar, een groot deel Europese en Internationale Oriëntatie (EIO) op. Het opdoen van internationale ervaring kan natuurlijk niet zonder een verblijf in het buitenland. 11.1.2 TTO voor het vmbo-t Na de invoering van het tweetalig onderwijs op de afdeling vwo (1992) en de afdeling havo (2006-2007) is in 2010 besloten om te starten met het tweetalig vmbo-t toen duidelijk werd dat er mogelijkheden zouden komen voor het tweetalig vmbo-t. Twee jaar is door afgevaardigden van de school deelgenomen aan een landelijke commissie om standaarden voor deze onderwijsvorm te ontwikkelen en ervaringen met elkaar te delen. Daarnaast is onderzoek gedaan onder basisschoolleerlingen, basisschoolleerkrachten, eigen leerlingen, ouders en personeel naar de wensen en haalbaarheid van tweetalig onderwijs op het vmbo-t. Conclusie is dat onze school vanaf schooljaar 2011-2012 een opleiding gaat aanbieden als pilot, tweetalig vmbo-t. Dit is nog geen volledige tweetalige opleiding volgens de gestelde standaarden maar het curriculum is wel al sterk gericht op de landelijke standaarden. Leerlingen die kiezen voor het tweetalig vmbo-t zullen in de pilotgroep starten in schooljaar 2011-2012 nadat zij door een toelatingscommissie beoordeeld zijn. Leerlingen in de pilot-klas volgen twee uur extra Engels, krijgen projecten in het Engels aangeboden en onderwerpen van vakken worden aangeboden in het Engels. Een werkgroep van 8 docenten gaat aan de slag om het tweetalig vmbo-t verder te ontwikkelen. 11.1.3 Keuzereizen Het reizenaanbod is opnieuw onder de loep genomen. Besloten is om in leerjaar twee en leerjaar vier een aanbod te doen voor een keuzereis. Hierdoor neemt het aantal reizen per leerjaar toe maar het totale aanbod af. Deze constructie is beter op te vangen door het personeel en heeft voor ouders en verzorgers minder financiële consequenties. 11.1.4 Externe Evaluaties Er is een externe evaluatie geweest van het Europees Platform en een van de inspectie. Van de inspectie ligt er een rapport en van het Europees Platform is het rapport nog niet binnen. De certificering voor het tweetalig onderwijs seniorschool blijft behouden daar we hebben aangetoond te voldoen aan de gestelde standaarden. De onderwijsinspectie heeft locatie Henegouwenlaan in februari 2010 een bezoek gebracht. Het bezoek werd uitgevoerd in het kader van een landelijke steekproef naar de staat van het Voortgezet Onderwijs in Nederland. Het onderzoek richtte zich op de havo-afdeling. De inspectie kwam tot de conclusie dat het onderwijs op de onderzochte gebieden op de meeste aspecten van voldoende niveau is. Op de onderzochte afdeling (havo) zijn de aangeboden leerinhouden gericht op een brede ontwikkeling van de leerlingen en de voorbereiding op het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt en de samenleving. Door veel aandacht te besteden aan bijvoorbeeld internationalisering en plusklassen worden leerlingen extra gestimuleerd hun talenten te ontwikkelen, ook op gebied van sociale competenties en diversiteit in de samenleving. Schoolklimaat, onderwijstijd en lessen voldoen ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 65 van 96
aan de verwachtingen, met uitzondering van differentiatie tussen leerlingen binnen de lessen. Dat wil zeggen dat de leraren nog wat te weinig instructie, lestijd en verwerkingsopdrachten afstemmen op de verschillen in ontwikkeling
tussen
leerlingen.
De
leerlingen
worden
systematisch
gevolgd
en
besproken
in
de
rapportvergaderingen en er is goed contact met afleverende scholen en vervolgonderwijs. Er worden nog geen landelijk genormeerde toetsen gebruikt, met uitzondering van de Cambridge Checkpoints Exams op het TTO. De leerlingen ontvangen passende zorg, die nog aandacht behoeft wat betreft de planmatige aanpak en evaluatie. Op het gebied van kwaliteitszorg vertoont de school een positief beeld. Er is nog extra aandacht nodig voor de waarborg van de kwaliteit van de schoolexamens. Op de genoemde aandachtspunten is inmiddels actie ondernomen. 11.1.5 Zorgstructuur en passend onderwijs Onze zorgstructuur heeft een duidelijke plaats in de school en de functionarissen ook. Het zorgcoördinatorschap is aan het einde van schooljaar 2009-2010 overgedragen aan een docent pedagogiek-didactiek en er zijn op onze locatie twee nieuwe leerling-zorgbegeleiders aangesteld. In overleg met andere scholen, de gemeente Eindhoven en zorginstanties krijgen de kaders van „passend onderwijs‟ in de looptijd van het nieuwe schoolplan (2010-2014) meer en meer concreet vorm. Het werken met auti-coaches wordt doorgezet en na positieve evaluatie in samenwerking met de ambulant begeleiders van de school. 11.1.6 Examenresultaten Er is een te groot verschil geconstateerd tussen de cijfers van de schoolexamens en de centraal examens, op de havo en het vwo met name bij de talen. Doel is om het verschil tussen de cijfers van de school examens – centraal examens binnen de landelijk toegestane marges van 0,5 te brengen. Het huidige –nog te grote- verschil is binnen de vaksecties besproken en een aantal vakken heeft het PTA aangepast. Toch blijkt in het laatste examen vwo dat het verschil tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers groot blijft. Dit onderwerp blijft hoog op de agenda van de pedaccers,
vaksecties
en
het
management.
Doel
is
om
de
slagingspercentages en doorstroomgegevens op, of boven het landelijk gemiddelde te brengen.
11.1.7 Werken in zuilen De locatie is opgedeeld in drie zuilen, die elk een eigen profiel hebben: 1.
Vmbo-t
2.
Havo/vwo
3.
Tweetalig onderwijs
In 2009 is gestart met het werken in de drie verschillende zuilen. Doel van de drie zuilen is de kleinschaligheid binnen de school, door deze op te delen in verschillende afdelingen, te waarborgen. Hierdoor staan we garant voor een prettige cultuur en sfeer op school. Leerlingen weten precies waar ze terecht kunnen en bewegen zich binnen een van de drie zuilen binnen de locatie Henegouwenlaan. Iedere zuil stemt af op de leerlingendoelgroep. ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 66 van 96
Het werken binnen de teams en binnen de zuilen is een continu proces van evalueren en bijsturen. Het werken in zuilen is voor het merendeel van de docenten aantrekkelijk gevonden omdat het de communicatie verbetert en de geboden structuur door de leerlingen positief wordt ervaren. Daarnaast wordt aangegeven dat, het werken in een specifieke zuil en daarmee de verbondenheid met die zuil, als inspannend wordt ervaren en meer afwisseling wenselijk zou zijn. Dit wordt met name aangegeven in de zuil van het vmbo-t. Deze doelgroep leerlingen zijn meer sociaal-dynamisch en dit vraagt een andere didactische en pedagogische aanpak dan bijvoorbeeld de doelgroep leerlingen van het tweetalig vwo. 11.1.8 Professionalisering personeel Scholing is een belangrijk element bij de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en het vermogen om adequaat in te spelen op alle ontwikkelingen die op de school afkomen. Binnen het Stedelijk College Eindhoven staat ontwikkeling centraal; zowel de ontwikkeling van de individuele leerling en de medewerker, als de ontwikkeling van het onderwijs en de school als organisatie. In de teams wordt gewerkt aan de kwaliteit van het pedagogisch – didactisch handelen. Voor medewerkers is ook hierin het contact met hun leidinggevenden belangrijk. De teamleiders, die leidinggeven aan de docententeams, en de leidinggevenden die ondersteunende medewerkers aansturen, spelen daarin een belangrijke rol. Zij stimuleren hun medewerkers zich te blijven ontwikkelen. In dit kader verwacht de school een actieve rol van de docenten maar ook van andere medewerkers, ten aanzien van hun professionele ontwikkeling. Iedere locatie heeft een apart scholingsbudget dat jaarlijks (per kalenderjaar) wordt vastgesteld en in de begroting wordt opgenomen. 11.1.9 Communicatie Goede interne communicatie blijft een sterk aandachtspunt. Uit de resultaten van de tevredenheidsonderzoeken (zie hiervoor ook hoofdstuk 7) kwam naar voren dat informatie niet altijd op tijd op de juiste plek is of boodschappen onvoldoende de doelgroep bereiken. De medewerkers voelen een grotere betrokkenheid als de communicatie op orde is. Dit geldt eveneens voor externe betrokkenen bij de school. Er wordt meer aandacht besteed aan interne en externe communicatie. Gekozen is om meer gestructureerd hearings en plenaire informatiebijeenkomst te organiseren. De schooldirectie heeft als doel in dit kader ook de bewustwording van medewerkers dat 100% werken in een zuil bijna een vereiste is voor een gestroomlijnde communicatie binnen de organisatie. Teamleiders en opleidingsdirectie zullen eenheid uitstralen wat ook hoge eisen stelt aan de communicatie onderling. Op maandag en donderdag zijn vaste overleg momenten met de opleidingsdirectie en de teamleiders. De opleidingsdirectie heeft overlegmomenten op woensdag (facilitair) en op vrijdag (algemeen).
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 67 van 96
11.2 Feiten en cijfers Locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College Eindhoven is een ruime school waar dagelijks een groot aantal leerlingen onderwijs wordt geboden. Onderstaand organogram geeft de structuur van de organisatie weer. In totaal werkten er in 2010 138 docenten onder leiding van teamleiders in zes teams, waarbij de teamleiders verantwoording afleggen aan de opleidingsdirectie. Onder het onderwijsondersteunend personeel (OOP) wordt verstaan, de (leerlingen)administratie, centrale receptie, facilitaire dienstverlening, mediatheken et cetera.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling van het totaal aantal medewerkers van locatie Henegouwenlaan over 2009 en 2010. Op de locatie Henegouwenlaan zijn ook de stafdiensten van de Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs gehuisvest.
totaal directie & management: Teamleiders totaal aantal leerlingen: totaal aantal docenten: totaal aantal OOP‟ers: totaal aantal staf-OOP‟ers
2009 2 6 1584 130 28 17
2010 2 6 1641 138 27 15
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 68 van 96
11.3 Verschillende opleidingen locatie Henegouwenlaan Het onderwijs aan de locatie Henegouwenlaan kent verschillende opleidingen:
vwo (gymnasium/atheneum)
tweetalig vwo (gymnasium/atheneum)
havo
tweetalig havo
vmbo theoretische leerweg (TL)
Onderstaande grafiek geeft een beeld van de verdeling van leerlingenaantallen over de verschillende opleidingen. Over alle opleidingen zien we een sterke groei in leerlingenaantallen. De meeste leerlingen kiezen voor het vwo en de havo. Op te merken is dat afgelopen jaar (van 2009 naar 2010) er een lichte daling heeft plaatsgevonden in het aantal leerlingen dat koos voor het vmbo theoretische leerweg (van 351 naar 311). Dit valt toe te schrijven aan de landelijke daling van leerlingen die kiezen voor de opleiding vmbo-t. In het algemeen leerjaar (combinatieklas) worden steeds minder leerlingen geplaatst omdat leerlingen vaker direct in homogene groepen worden geplaatst. Leerlingen die wel in de combinatieklas worden geplaatst hebben veelal een dubbel advies gekregen van de basisschool.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 69 van 96
11.4 Aantal leerlingen locatie Henegouwenlaan De locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College Eindhoven heeft in 2010 in totaal 1641 leerlingen op school. Gezien de trend over de afgelopen drie schooljaren zien we een toename in het aantal leerlingen voor locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College Eindhoven. Deze toename is te danken aan het feit dat wij als school hard werken aan de kwaliteit van ons onderwijs, het aanbieden van tweetalig onderwijs op zowel het vwo als de havo en de cultuur van de school. Landelijke cijfers van het CBS en de Dienst Uitvoering Onderwijs laten zien dat er een algemene stijging van het aantal leerlingen plaatsvindt in het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dat is ook merkbaar voor deze locatie. Uit onderzoek van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), blijkt dat het aantal leerlingen dat naar havo en vwo gaat toeneemt. Ging jarenlang landelijk gezien ongeveer 60 procent van de basisschoolleerlingen naar het vmbo en zo een 40 procent naar havo/vwo, is die verhouding nu bijna 50/50. Deze beweging richting havo/vwo is opvallend, omdat er geen aanwijzingen zijn dat leerlingen gemiddeld slimmer worden, zo stelt DUO. De cito-scores op basisscholen zijn de afgelopen jaren stabiel te noemen. Met name op de tweetalige opleidingen zijn de leerlingenaantallen gestegen wat heeft geleid tot een algehele toename in leerlingenpopulatie.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 70 van 96
11.5 Marktaandeel / voedingsgebied Henegouwenlaan De Henegouwenlaan heeft in gemeente Eindhoven het grootste voedingsgebied, waarna dan Son en Breugel de gemeente is, waar het grootste deel van onze leerlingen vandaan komt (13,6%). Er trekken meer leerlingen uit randgemeenten van Eindhoven naar onze school waardoor er een verschuiving is op te merken in het percentage leerlingen dat zich aanmeldt uit de randgemeenten van Eindhoven.
Gemeente
Voedingsgebied
Eindhoven
71,9%
Son en Breugel
13,6%
Nuenen, ...
3,7%
Onderstaande tabel geeft een trend in het voedingsgebied van locatie Henegouwenlaan weer.
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Eindhoven
74,9 %
73,3 %
71,9 %
Son en Breugel
12,3 %
13,2 %
13,6 %
Nuenen, Gerwen en Nederwetten
3,5 %
3,3 %
3,7 %
Best
1,8 %
2,2 %
2,8 %
Sint-Oedenrode
1,0 %
1,5 %
1,6 %
Veldhoven
0,9 %
1,3 %
1,1 %
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 71 van 96
11.6 Toeleverende basisscholen Een goed pedagogisch klimaat staat of valt met het contact tussen de leraar en zijn leerlingen. Als het contact goed is, voelen de leerlingen zich veilig, kunnen ze actief mee doen, zijn de leerprestaties hoger en kunnen ze zich optimaal ontwikkelen. In de overdracht van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs speelt dit contact een cruciale rol. Er is een goed contact met de basisscholen. De school investeert in een goed contact met het basisonderwijs door de invoering van een „werkgroep basisscholen‟ welke wordt voorgezeten door een functionaris relatiebeheer basisscholen. Zij communiceren structureel met de basisschoolleerkrachten. De school verzorgt minilessen voor groep-8 leerlingen die zo kennis maken met onze school en ons onderwijs. Tot slot worden er verschillende voorlichtingsactiviteiten en rondleidingen verzorgd. Voor de toelating tot het eerste leerjaar geldt als hoofdregel, dat het advies van de basisschool doorslaggevend is, mits in grote lijnen in overeenstemming met andere gegevens, zoals de uitslag van de CITO-toets. Als vuistregel voor de uitslag van de CITO-toets geldt het volgende: standaardscore
532 en hoger vmbo-t
537 en hoger vmbo-t/havo
540 en hoger (t)havo
543 en hoger (t)vwo/(t)havo
546 en hoger (t)vwo
Het onderwijskundig rapport biedt de basisschool de mogelijkheid te melden dat CITO-score en schoolprestaties uiteenlopen. Zo een vermelding zal altijd aanleiding zijn tot nader mondeling contact tussen de secretaris van de toelatingscommissie en de basisschool. Het onderwijskundig rapport van de basisschool speelt dus altijd een cruciale rol.
Onder andere door het aanbieden van tweetalig onderwijs als enige VO school in Eindhoven komen onze leerlingen van veel verschillende basisscholen en uitgestrekt over een groot gebied. De Boschuil is al jarenlang de hofleverancier voor locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College Eindhoven. Een toename wordt geconstateerd in de leerling-aanmeldingen van bijvoorbeeld basisschool de Vuurvlinder en St. Antonius Abt. Zie onderstaande grafiek voor een overzicht van toeleverende basisscholen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 72 van 96
11.7 Onderwijsontwikkeling Tweetalig Vmbo Er is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid van het aanbieden van tweetalig vmbo-t op onze locatie. We hadden een vertegenwoordiger in de landelijke werkgroep die zich heeft bezig gehouden met het ontwerpen van een standaard voor dit type onderwijs. Binnen de teams vmbo-t heeft een oriëntatie plaatsgevonden op het tweetalig vmbo-t en zijn er diverse discussierondes geweest, waarna een breed onderzoek is georganiseerd door vier studenten van de opleiding Personeel en Organisatie. In januari 2011 wordt een besluit verwacht rondom het aanbieden van tweetalig onderwijs op het vmbo-t, maar vooralsnog lijkt het erop dat er snel met een pilot kan worden gestart. WON Onze school is toegetreden tot de landelijke stichting WON. Deze letters staan voor Wetenschapsoriëntatie Nederland. Dit betekent dat we in schooljaar 2011-2012 op het vwo een programma gaan aanbieden dat de leerlingen voorbereidt op het Wetenschappelijk onderwijs. Op een onderzoekende manier worden leerlingen geconfronteerd met wetenschap in de meest brede zin van het woord. Vanuit vier disciplines wordt onderzoek gedaan op het niveau van de leerlingen van het voortgezet onderwijs in samenwerking met Universiteiten en Hogescholen. We hebben een indeling gemaakt naar:
Kunst, cultuur en Design
Sport en Gezondheid
Natuur en Wetenschap
Jij, wij en de maatschappij
Vanuit deze disciplines geven we de leerlingen prikkels tot academisch denken en ze krijgen een introductie van wetenschappelijke methodes. Er wordt gestart met een doorlopende leerlijn vanaf klas 1. Goede betrouwbare Schoolexamens Vanuit de wetenschap dat er een groot, voor ons onacceptabel, verschil was tussen de schoolexamencijfers en de Centrale Eindexamencijfers met name op havo/vwo is er een begin gemaakt met het aanpassen van de PTA‟s en het vastleggen van vakwerkplannen. Er is ingezet op scholing rondom toetsing. Internationalisering Internationalisering heeft een belangrijke plaats in onze school. Inbedden in het onderwijs is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Er is een werkgroep gevormd die met name dit aspect van internationalisering ontwikkelt. Er is ook een notitie internationalisering opgesteld. Maatschappelijke stage Er is een stappenplan opgesteld waarbij de maatschappelijke stage een plaats krijgt in de school. Leerjaar 1 en 2 zullen voornamelijk bezig zijn met hun maatschappelijke stage gedurende schooltijd en vanuit de lessen. Leerjaar 3 zal een eigen stage moeten zoeken en afronden. Registratie vindt plaats binnen een speciaal hiervoor aangeschaft programma dat via de site te benaderen is.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 73 van 96
Vakwerkplannen Er is een start gemaakt met het opstellen van vakwerkplannen voor alle vakken en alle leerjaren binnen hetzelfde format. Veel materialen waren al aanwezig in de school, maar het doel is om met deze stap een beter inzicht te krijgen in de doorlopende leerlijnen en de overlap tussen de vakken. Tegelijkertijd
wordt
rondom
deze
ontwikkeling ook aandacht besteed aan de leermiddelen. Doelstelling is om in 2014 nog maar 50% van leermiddelen te hebben in de vorm van boeken en om de rest te digitaliseren. In de school is dat nu al zichtbaar
door
schoolborden
de en
komst het
van
digitale
gebruik
van
N@tschool.
Rekenbeleid Vanaf schooljaar 2009/2010 is gestart met het plusuur rekenen. Door het aanbieden van plusuren rekenen, wordt aan de brugklasleerlingen de gelegenheid geven de rekenvaardigheden beter te ontwikkelen en te onderhouden. Om een goed beeld te krijgen van de rekenvaardigheden van de leerlingen die bij ons op school instromen en tevens ook om een referentiepunt te creëren, is gestart met het afnemen van een toets rekenvaardigheden onder de brugklasleerlingen. Hiervoor hebben wij de leerlingen in de eerste of tweede schoolweek een speciaal ontwikkelde toets van de Hogeschool Utrecht laten maken. Door dezelfde toets nogmaals af te nemen aan het eind van leerjaar 1 hebben we de ontwikkeling in kaart kunnen brengen. Naast toetsing hebben we de resultaten ook vergeleken met de cito scores. De cito-scores basisschool kwamen redelijk overeen met ons toetsingsresultaat. Opvallend was dat 130 van de 314 leerlingen onvoldoende scoorden. Dit is 41% van de totale instroom van de leerlingen van het eerste leerjaar. Een centrale coördinatie en van de plusuren is essentieel om misverstanden bij leerlingen, ouders en mentoren te voorkomen. De komende jaren willen wij de aandacht voor de algemene rekenvaardigheden verder stimuleren. Taalbeleid Er is een werkgroep samengesteld rondom de ontwikkeling van het taalbeleid van locatie Henegouwenlaan. Onder taalbeleid wordt verstaan; “alles wat je doet om taal op de beste manier in de school te zetten”. We komen uit op drie werkgebieden; 1.
De aparte talen,
2.
Overstijgend over de verschillende talen,
3.
Toepassing van taal in andere vakken.
Het gaat om de uiteindelijke beoordeling van competenties op het gebied van schrijfvaardigheid, leesvaardigheid, spreekvaardigheid, luistervaardigheid en gespreksvaardigheid. De vakwerkplannen vormen het uitgangspunt voor nieuw beleid. Het is van belang om eerst in kaart te brengen in welke mate de werkgebieden hun inbedding al vinden in de vakwerkplannen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 74 van 96
11.8 Schoolklimaat en veiligheid Het Stedelijk College Eindhoven wil een veilige school zijn. Het heeft veiligheid zelfs benoemd als één van de vijf kernkwaliteiten. Dat betekent dat het Stedelijk College Eindhoven zich bewust is van het feit dat op dit gebied beleid zal moeten worden gevoerd, normen zullen moeten worden gesteld en toepassingen van deze normen zal moeten worden geborgen. In samenwerking met Bureau Halt wordt het vastgestelde locatieveiligheidsplan geëvalueerd en geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. In dit locatieveiligheidsplan wordt beschreven wat de kaders van het beleid zijn en tevens komt de samenhang van het thema veiligheid met onderwijs, teamontwikkeling en pedagogisch klimaat aan de orde. Met name de protocollen en procedures worden grondig onder handen genomen. Locatie Henegouwenlaan van het Stedelijk College Eindhoven onderhoudt een goed contact met de buurtbewoners. Ongeveer vijf keer per jaar vindt er een bijeenkomst plaats tussen de directie van de school en een afvaardiging van de buurtbewoners. Tijdens dit overleg worden zaken aan de orde gesteld die zich in de afgelopen periode hebben voorgedaan, zoals parkeerproblemen of overlast van jongeren in de wijk. De buurtbewoners krijgen aan het begin van het schooljaar een overzicht met daarop de jaaragenda van de school zodat de avondactiviteiten ruim van tevoren bekend zijn. Eventuele klachten van buurtbewoners worden adequaat en naar tevredenheid van de buurtbewoners aangepakt. Uit de tevredenheidsonderzoeken blijkt duidelijk dat de leerlingen zich op onze school veilig voelen. De leerlingen waardeerden in 2009 de sfeer op school met het cijfer 7,5. Ook de ouders geven via de tevredenheidsonderzoeken aan dat hun kinderen zich veilig voelen op school. Door de teamstructuur zijn wij er in geslaagd om binnen de grote school een zekere mate van kleinschaligheid door te voeren. Leerlingen voelen zich gekend en gezien. De aanspreekpunten voor de leerlingen en ouders zijn duidelijk herkenbaar en de drempel om de juiste personen aan te spreken is laag. De deuren staan letterlijk open. In de diverse resonansgroepen van ouders en leerlingen is het schoolklimaat en de veiligheid op school een belangrijk gespreksonderwerp.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 75 van 96
11.9 Profiel,- sectorkeuze locatie Henegouwenlaan De Onderbouw De Onderbouw heeft betrekking op de 1e fase van het Voortgezet Onderwijs. Voor (t)vwo en (t)havo beslaat dat leerjaar 1 t/m 3 en voor het vmbo-t de eerste twee leerjaren. Het streven is leerlingen goed voor te bereiden op de 2e fase van (t)havo/vmbo en (t)vwo. We spelen in op de verschillen tussen de leerlingen. De leerlingen krijgen keuzes in hun eigen leerproces en zijn ook verantwoordelijk voor hun eigen leerresultaten. Ook het niveau van de leerstof wordt bewaakt, zodat leerlingen een doorlopende leerlijn kan worden geboden. Dat betekent dat de leerstof van het lesprogramma in samenhang wordt gepresenteerd. Er wordt veel gewerkt aan projecten in verschillende vakken en vakoverstijgende projecten. De Tweede Fase vmbo-t Het vmbo is onderverdeeld in vier leerwegen. De locatie Henegouwenlaan biedt de theoretische leerweg aan. Deze leerweg kent theorievakken, maar ook vakken als muziek, drama en lo2, waarin ook examen kan worden gedaan. Locatie Avignonlaan van het Stedelijk College Eindhoven biedt alle leerwegen van het vmbo aan. Het examenprogramma (PTA Programma van Toetsing en Afsluiting) start in het derde leerjaar en wordt afgesloten in het vierde jaar. Binnen het vmbo willen we tegemoet komen aan de eisen van de vervolgopleidingen en de maatschappij. Naast het aanleren van kennis wordt in het examenprogramma veel aandacht besteed aan het verwerven van vaardigheden. Daarom zijn in het programma onder andere praktische opdrachten, een sectorwerkstuk en een arbeidsstage opgenomen. Om een goede doorstroming naar de vervolgopleidingen te creëren zijn er sectoren ingevoerd. Op het einde van het tweede leerjaar moeten alle leerlingen een sector kiezen. Er zijn drie sectoren: Techniek, Zorg en Welzijn en Economie. Onderstaand cirkeldiagram laat de verdeling sectorkeuze zien. Meer dan de helft van onze leerlingen kiezen voor de sector Economie, 26%, waarna 26% kiest voor de sector Techniek en de overige 13% Zorg en Welzijn. Gezien de sectorkeuze in 2009 zien we een kleine verschuiving hoewel de verdeling over de drie sectoren nagenoeg hetzelfde blijft.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 76 van 96
De Tweede Fase in (t)vwo/(t)havo Sinds de invoering van de Tweede Fase in 1998 zijn er vele aanpassingen geweest. Het oorspronkelijke doel van deze onderwijsvernieuwing was het beter tegemoet kunnen komen aan de eisen van de maatschappij en de vervolgopleidingen. Tien jaar ervaring en vele onderzoeken hebben geleid tot de laatste aanpassingen, waarbij met name de organisatie van de Tweede Fase eenvoudiger zou worden en de leerlingen niet meer worden geconfronteerd met deelvakken. Vanaf schooljaar 2007-2008 hebben we dan ook te maken met de vernieuwde Tweede Fase, waarin de structuur van de profielen is blijven bestaan. In 2009 is er gewerkt aan het zogenaamde „vrije deel‟ van het onderwijscurriculum waar, door de keuzemogelijkheden voor leerlingen wat meer te matigen, een betere en meer overzichtelijke structuur is ontstaan. In 2010 is gewerkt aan het stroomlijnen van de keuzeprofielen door het inrichten van vakkenpakketten voor bepaalde profielen. Profielen Leerlingen kiezen uit vier vaste vakkenpakketten, de zogenaamde profielen. Het vakkenpakket van alle leerlingen is opgebouwd uit een gemeenschappelijk, een profiel- en een vrij deel. Alle leerlingen volgen verplicht de vakken uit het gemeenschappelijk deel. Aan het gemeenschappelijke deel zowel van (t)vwo als van (t)havo heeft het Stedelijk College het vak loopbaanoriëntatie toegevoegd. Leerlingen kunnen kiezen uit vier profielen: 1 Cultuur en Maatschappij
3 Natuur en Gezondheid
2 Economie en Maatschappij
4 Natuur en Techniek.
In het vrije deel kunnen leerlingen kiezen uit een aantal nieuwe vakken, vakken uit andere profielen, modules ter verbreding of verdieping van vakken, modules ter persoonlijke verbreding of andere activiteiten. Onderstaande cirkeldiagram geeft de profielkeuze van Havo 4 en 5 weer in procenten. Opvallend is dat de helft van het aantal leerlingen kiest voor het profiel Economie en Maatschappij. Leerlingen die de opleiding vwo volgen kiezen ook voor een van de vier profielen. Onderstaande cirkeldiagram laat de verdeling leerlingenaantallen over de verschillende profielen zien. Opvallend is dat binnen deze opleiding de keuze voor de verschillende profielen meer evenwichtig verdeeld is. Op de Havo kiezen meer leerlingen voor het profiel Cultuur en Maatschappij in vergelijking met de opleiding vwo. Het profiel Natuur en Techniek wordt hier weer door meer leerlingen gekozen. Voor wat betreft de keuze voor Techniek is het vak „Technas‟ in 2009 definitief opgenomen in het onderwijscurriculum. Hier zijn de vakken techniek, natuurkunde en scheikunde geïntegreerd en worden opdrachten gemaakt in het nieuw ingerichte Techlab, die veel mogelijkheden biedt en uitstekend aansluit bij de belevingswereld van
de
leerling.
Dit
draagt
bij
aan
de
belangstelling voor dit profiel.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 77 van 96
11.10 Onderwijstijd Met genoeg lesuren en uitdagend en inspirerend onderwijs kunnen leerlingen zich het beste ontwikkelen. Voldoende onderwijstijd is daarom belangrijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie ziet erop toe dat wij onze leerlingen voldoende onderwijstijd aanbieden. In het voortgezet onderwijs is er een nieuwe definitie voor onderwijstijd vastgesteld. Scholen, ouders en leerlingen in die sector krijgen meer mogelijkheden om samen de onderwijstijd in te vullen. Deze definitie van onderwijstijd wordt als volgt beschreven. Het onderwijs;
Moet onder pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van bekwaam onderwijspersoneel worden uitgevoerd,
Moet deel uitmaken van het door de school geplande en voor de leerlingen verplichte onderwijsprogramma,
Moet door een inspirerend en uitdagend karakter bijdragen aan een zinvolle invulling van de totale studielast van leerlingen.
De inspectie beoordeelt onderwijstijd op de volgende punten; reguliere vakken en plusklassen, pauzetijd, proefwerkweek en schoolexamens, excursies, (maatschappelijke) stages, projectweek, activiteiten begin en het einde van het schooljaar, verkort lesrooster, zelfstandig werken (ook wel: keuzewerktijd) en maatwerk, te denken valt aan mentoruren, leerlingbegeleiding, loopbaanactiviteiten.
In 2009 en 2010 zijn we bezig geweest met het ontwikkelen van een nieuw registratieprogramma voor onderwijstijd wat nog enkele kinderziektes lijkt te vertonen waardoor de huidige cijfers nog niet volledig betrouwbaar zijn. Desondanks kunnen we stellen dat het totaalbeeld positief te noemen is en dat onze leerlingen voldoende onderwijstijd ontvangen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 78 van 96
11.11 Resultaten Het examen bestaat dus uit het centraal schriftelijk eindexamen en het schoolexamen. Het schoolexamen strekt zich uit over alle leerjaren van de bovenbouw, hier start voor leerlingen van het vmbo, havo en vwo de opbouw van de examenresultaten. De leerling krijgt voor elk vak één of meerdere PTA-toetsen. Samen met de PTA-toetsen van de vierde klas levert dat een eindcijfer op voor het schoolexamen. Het gemiddelde van het schoolexamen en centraal examen bepaalt het definitief eindcijfer. Een onderdeel van het schoolexamen vormt het profielwerkstuk. Dit werkstuk is bedoeld om aan te tonen dat de leerling een combinatie van kennis en vaardigheden beheerst. Tegelijkertijd tonen leerlingen ermee aan dat ze actief en zelfstandig kunnen studeren.
vmbo Vanaf 2003 zijn de examens mavo en vbo vervangen door vmbo-examens. Percentage geslaagden 2003: 98%
2007: 93%
2004: 98%
2008: 88%
2005: 94%
2009: 92%
2006: 94%
2010: 96%
Het aantal leerlingen dat het diploma haalt zonder vertraging ligt rond het landelijk gemiddelde. Ook de gehaalde cijfers voor het centraal examen liggen onder het landelijk gemiddelde.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 79 van 96
havo Rekening houdend met de leerling-kenmerken lopen enkele leerlingen vertraging op in de bovenbouw. Het gemiddelde eindexamencijfer ligt rond het landelijk gemiddelde. Dit is een belangrijk aandachtspunt van de school waarbij we ons vooral richten op het onderwerp toetsing. Percentage geslaagden 2002: 95% 2003: 93%
2007: 90%
2004: 92%
2008: 90%
2005: 91%
2009: 87%
2006: 92%
2010: 81%
vwo Het aantal leerlingen dat zonder vertraging het diploma haalt ligt rond het landelijk gemiddelde. De cijfers voor het centraal eindexamen liggen rond het landelijk gemiddelde. Percentage geslaagden 2004: 96%
2008: 96%
2005: 100%
2009: 88%
2006: 96%
2010: 93%
2007: 89% Aandachtspunt van de verschillende vaksecties op het vwo zijn de verschillen tussen het cijfer schoolexamen en het cijfer centraal examen.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 80 van 96
11.12 Doorstroom en uitstroom Onderstaande grafiek geeft het aantal leerlingen dat locatie Henegouwenlaan ongediplomeerd verlaten heeft.
In de onderbouw (klas 1 t/m 3) ligt het rendement hoger dan het landelijk gemiddelde. Er blijven relatief gezien weinig leerlingen zitten in de eerste drie leerjaren. In de bovenbouw ligt dit anders. Met name op de havo/vwo daar lopen enkele leerlingen meer vertraging op dan verwacht mag worden. De opleidingsstaf onderzoekt of de determinatie van de leerlingen in de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw op de juiste manier verloopt. Met name op de havo-afdeling is het noodzakelijk dat goed gemonitord wordt of de leerlingen op de, voor hen, juiste plek terecht komen en geen vertraging oplopen tijdens hun studie.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 81 van 96
12. International School Eindhoven, more than a school The
Stichting
Eindhoven
and
Stedelijk Stichting
College Regionale
Internationale School joined together on October 28th 2008 founding the Stichting
Primair
en
Voortgezet
Onderwijs Zuid-Nederland. Under this umbrella organisation, the International School
Eindhoven
(ISE)
officially
commenced operation on the first of January 2009. The year 2009 was then a transition year and a school director for ISE was appointed in August of that year.
The
school
leadership
then
looked at organisational and administrative procedures that would help to bring the schools together. A solid base was set during 2009 where all interests of the Stedelijk College Eindhoven and the International School Eindhoven could be served.
Further developments have continued in 2010 with the setting up of a new administrative
structure to reflect the move to the whole school. The Primary division has two departments, an English speaking department from age 4 -11 and a Dutch speaking department from age 4 -12. Of the 405 students, roughly one third were in the Dutch speaking stream and two thirds in the English speaking stream. The Secondary division has 257 students in an English speaking education system. The International School Eindhoven (ISE) is one of the divisions of the Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland with a total of 662 students situated at Humperdincklaan 4, Primary Division and Secondary Division at the Venetiëstraat 43. The other division, the Stedelijk College Eindhoven offers a broad range of national programmes and curricula (Gymnasium-Bilingual vwo atheneum – Bilingual havo - vmbo- EOA). The Stedelijk College Eindhoven is a school with some 2700 students and is located on two sites: Henegouwenlaan 2 and Avignonlaan 11 where the Dutch divisions are situated.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 82 van 96
12.1 Facts and figures By striving for excellence in education and by engaging with the international community, the ISE seeks to be an asset to Eindhoven and the Noord-Brabant region. The ISE seeks to:
challenge and support students from a wide range of national, cultural, linguistic and educational backgrounds to achieve personal excellence within an internationally recognized curriculum,
provide a safe and supportive school environment which allows students to settle easily and develop a sense of belonging,
be open and accountable in its actions, and to involve parents, guardians, teachers and students as partners in the education process,
encourage all members of the ISE community to become life-long learners, open to change, innovation and improvement,
encourage students to develop pride in their own cultural and linguistic background, as well as respect for the culture and beliefs of others,
foster an appreciation of the language, culture and achievements of the Netherlands,
provide all students with opportunities to develop social, creative, physical and leadership skills by engaging in a wide range of activities.
The structure of de International School Eindhoven is shown in the organization chart below.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 83 van 96
Table below shows the division of staff and students in our school over the years 2009, 2010. ISE Total Total Total Total
management: number of students: number of teaching staff: number of non-teaching staff:
2009 6 589 95 16
2010 6 652 79 18
Number of students Primary Division Secondary Division Total number ISE
405 257 652
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 84 van 96
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 85 van 96
12.2 Where are our students from? Our students come from all over the world. The largest part of our students come from foreign countries. The Primary Division of the International School also deliver a lot of students.
The origin from our students outside Eindhoven is shown in the graph below. Nuenen, Son en Breugel, Velhoven, Waalre and Best are the top 5 of places our students come from.
A mix of nationalities is represented at our International School Eindhoven as you can see in the graphs below. The European Union is represented quite well at both our Divisions. ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 86 van 96
12.3 School fees The ISE parental school fees for the Primary Division are as following; English language stream
Dutch language stream st
€3.490,- per school year for the 1 child
€2.665,- per school year for the 1st child
€225,- reduction per school year for the 2nd child
€225,- reduction per school year for the 2nd child
€455,- reduction per school year for the 3rd child
€455,- reduction per school year for the 3rd child
€680,- reduction per school year for the 4th child
€680,- reduction per school year for the 4th child
The employers' contribution per student in the Primary Division is €300,-per student.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 87 van 96
The ISE school fees for the Secondary Division are as following; MP1-5 The parental school fee is €4665,- per student in MP1-5 for the academic year 2010-2011. The employers' contribution per student in MP1-5 is €1230,- per student. DP1-DP2 The parental school fee is €4865,- per student in DP1-2 for the academic year 2010-2011. The employers' contribution per student in DP1-2 is €1260,- per student. Fee reduction for the 3rd and the 4th child at the ISE, Secondary Division. For families with a 3rd child studying at the ISE, there is a 30% reduction to the school fees, a 4th child receives a 40% reduction. These reductions apply only to families that are paying themselves, not if the employer is paying the fees. The reduction is based on the total number of children registered at the ISE in any one year.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 88 van 96
12.4 ISE curriculum International Baccalaureate Middle Years Program (IB-MYP) Description and aims Students in MP1 to 5 follow the IB Middle Years Programme, developed by the International Baccalaureate Organisation. The programme, like the IB Diploma Programme, is intended to promote the education of the whole person, emphasising the importance of a broad and balanced education. The MYP is a coherent and comprehensive curriculum, which provides the framework of academic challenge and life skills appropriate to the age group. It provides a broad traditional foundation of knowledge, but at the same time students are encouraged to question and evaluate information critically, to seek out and explore the links between subjects, and to develop an awareness of their place in the world. The fundamental concepts of the programme are intercultural awareness, holistic education and communication. MYP curriculum A framework of academic challenges and life skills appropriate to this stage of adolescence. The MYP provides a thorough study of various disciplines (see curriculum model below). It offers students a balanced curriculum with equal importance placed on all subject areas; it also accentuates the interrelatedness of them. The MYP provides a curriculum, which allows students to develop knowledge, attitudes and skills. The concept of balance is fundamental to the programme in a number of ways. It strives to - provide a broad base of disciplines to ensure the acquisition of knowledge and skills, - ensure that students are not only knowledgeable about a subject area, but also develop a genuine understanding of principles, and an ability to apply these in new contexts, - promote the principle of concurrent learning whereby students deal with a balanced curriculum each year, - emphasise the development of the whole child: affective, cognitive, creative and physical encourage a balance between, formative and summative assessment, using a range of activities.
The Areas of Interaction Five perspectives, known as the areas of interaction, are at the core of the MYP. These are approaches to learning, community and service, health and social education, environments, and human ingenuity. These pervade and reoccur throughout the five years of the MYP, through the eight subject groups, but also through interdisciplinary teaching and projects, whole school activities and the MYP personal project. The areas of interaction are not directly assessed nor awarded individual grades, since they are themes rather than subjects.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 89 van 96
International Baccalaureate Diploma Programme (DP) The upper school follows the Diploma Programme, developed by the International Baccalaureate Organisation for students in the final two years of Secondary school. The IB diploma programme is a demanding pre-university course of studies, leading to examinations. Designed as a comprehensive two-year curriculum that allows its graduates to fulfil requirements of various national education systems, the diploma model is based on the pattern of no single country but incorporates the best elements of many. Beyond intellectual rigour and high academic standards, strong emphasis is placed on the ideals of fostering international understanding, crosscultural awareness and responsible citizenship. DP curriculum A rigorous pre-university course of studies that leads to examinations, for highly motivated Secondary school students. For the IB diploma, students normally select a combination of six subjects, three at higher level (HL) and three at standard level (SL), with a minimum of one subject from each subject group.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 90 van 96
12.5 Educational development ISE Since the joining of the two schools we have been defining our environment and expected educational outcomes which we have defined, through the 4 year school plan, as follows: - Learning happens in a caring, supportive environment where students, parents and all staff feel valued, safe and capable of personal and academic growth, - ISE‟s vision is of a purposeful and focused learning community where all are engaged and inspired in a co-operative, challenging and enjoyable learning experience, - We want to educate resilient, confident, self-motivated and creative people who are internationally-minded, accepting of individual differences and who will be inspired to continue their learning. - From here we will develop the school curriculum and infrastructure to support this. We have already made a start in getting the school ideas together with curriculum meetings across the school. Special Educational Needs support across the school has been looked at and English Language Learner provision is next on the list. More than the curriculum alignment we have looked at what needs to be done to align assessment procedures, reporting to parents and pedagogy. We have commenced this work and much needs to be done in the coming two years.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 91 van 96
12.6 Primary Division 2010 was another very intense year. The effects of the economic crises were clear but the school recovered quickly with student numbers increasing significantly in 2010. The start of the campus project had a great impact on time investment of the school‟s management. The Primary and Secondary Divisions continued their cooperation with joint meetings, training and planning. The above were achieved whilst offering good educational provision to expatriate and local families.
12.7 Structure of the Primary Division Education programme We continue to use of the „RIS-school plan‟ 2008-2012, which contains detailed descriptions of the teaching and development programmes. The school‟s Dutch Language Department consists of 8 class groups with an average of 18 pupils in each. The study programme for the International Department is divided into 7 age groups, 16 classes, also with an average of 18 pupils per group. The maximum number of pupils in groups 1 & 2 in each department is 20 and 22 for groups 3 and up. By keeping groups to a smaller size the individual attention that can be given to each pupil is maximised. Our main focus is learning and therefore we focus on the process of improving learning by professional development of teachers. The International Primary Curriculum (IPC) Apart from the mathematics and language programmes that use the Dutch and UK curricula, both departments use the IPC is giving teachers the chance to use the most modern learning activities and approaches. Each unit of work is designed to help children learn through their different learning styles and their multiple intelligences. Each unit is structured to make sure that children‟s learning experiences are as stimulating as possible. The International Curriculum at the RIS has been articulated to address the global community we live in and to ensure high standards of pupil progress and achievement in all subjects and aspects of their own personal and social development.
12.8 School benefits Primary Division Pupils are closely monitored in their development throughout the curricular year. This is an on-going process and is achieved through informal observation, schematic testing and standardised assessments. These assessments have the purpose to monitor the child‟s development. They are mainly conducted to facilitate our teaching and to work out how the school needs to cater for the social/emotional and academic needs in the classroom. The Primary School does not just look at the results measured by a set of objective cognitive and social emotional tests. There is also an emotional environment, which includes social, emotional and cultural education. Our focus is not only centred towards „clean results‟ but also towards the personal development, this is the holistic approach to education. ___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 92 van 96
The school also supports the holistic approach through:
class teachers,
our tutors for special educational needs,
additional English/Dutch language support for
those joining the Primary Division from a nonEnglish/Dutch speaking background. Furthermore specialist tuition is provided in Physical Education and as part the P.E. programme, all pupils in groups 4 attend swimming lessons once a week at nearby swimming pool „De Tongelreep‟. There are also different occasions of cultural events, such as the monthly coffee morning, educational fieldtrips, sporting days, excursions (the annual „Walk for Water‟), the April Fun Fair, the Christmas Evening and Sinterklaas on December 5th. Remedial teaching (RT) during school hours In principal, pupils will not receive RT during school hours. Primary education Dutch Division final examination – CITO results Group 8
School year
Number of students
2005 2006 2007 2008 2009
22 13 19 14 19
– – – – –
2006 2007 2008 2009 2010
Primary Average standard score 542.2 542.5 541.7 541.3 540,1
National Average standard score 535.9 535.1 535.4 535.5 535.8
Primary Division test results (DfER Nelson) for group 7 School Year 2005 – 2006 2006 – 2007 2007 – 2008 2008 – 2009 2009 – 2010
2005 – 2006 2006 – 2007 2007 – 2008 2008 – 2009 2009-2010
Number of pupils 44 39 30 37 22
Percentage of EAL Pupils 73% 64% 63% 56% 73.8%
Language
Spelling
Maths
113 117 97 102
107 106 103 100
124 119 101 99
Standardised score 130 - 130+ 115 - 129 85 – 115 70 – 85 0 – 70
Description Extremely High Score Moderately High Average Moderately low score Extremely low score
CAT Test VB 105 100 102 100
QB
NV 116 108 113 108
116 109 112 114
Pupil Requires Extension needed Mainstream Mainstream Occasional extra support Regular support necessary
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 93 van 96
12.9 Educational development Primary Division
Both Departments continue to use an instrument to measure social - emotional development;
Both Departments work steadily through the renewal of the curriculum by training and the renewal of methods and / or components;
The two Departments work more closely together in the IPC each year. Each Division works simultaneously. (Both at the opening and closing and at any kind of excursions);
Each Department member is observed teaching by the head of the Departments and / or the IB / SEN coordinators. There are now structured interviews after test results;
A biannual „critical friend‟ collects all relevant information, to make guidance by the MT possible;
Depending on the topic, event or demand a problem will be tackled, solved and embedded within the organization as deemed appropriate. (See the regular consultations with the Lunch Club, etc.).
12.10 School climate and safety issues Healthcare Human Capital Care Arbozorg [Occupational Health
&
Safety]
responsible
for
auditing
adherence to the safety directives applicable to the school. Emergency Response Services (BHV) At least eight team members have completed their emergency response (BHV) training. They are charged with the development and maintenance of the emergency evacuation plan, coordination during accidents and disasters and they possess extensive First Aid training.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 94 van 96
12.11 Secondary Division 2010 saw the secondary division settling down after the changes the previous year. Much work was done on the structure, the acting head became head of school and the new IB diploma co-ordinator had his position recognised at the correct level. The leadership team was then able to focus on developing education at the secondary division level. The new structures where put into place to looking at the development of the whole International School. Work continued on the building project.
12.12 School benefits There has been a large increase in the number of students needing special educational needs provision, language provision, counselling and general care. Work has continued on entry procedures, as well as making common procedures for the two schools, this has been largely completed. Entry screening has been advised as well as yearly screening to look at student progress. The school continues to provide good support for students in terms of care and support but specialist help for Special Needs and English Language Learners is still being stretched to the limit. Following on from the analysis of the assessment and reporting procedures and decisions were made to change the reporting procedures and develop the website to
give
parents access to
their child‟s
information through the software used Stichting wide. Much of this work continues with a group of teachers trialling the new procedures. There have been regular monthly meetings looking at the current situation for the Information Technology support of education and the future that we believe will become available and is now available. The IT infrastructure has been upgraded with interactive beamers being put in each classroom. Laptop computers are available to teachers with docking stations in each room so that work can be prepared and easily used in the classroom in a flexible manner. Further short term goals and long term goals have been developed.
12.13 Leaving school without a degree Of the full IB Diploma students: 10 failed the full diploma, gaining only certificates. One had not completed CAS in time but managed to complete over the summer vacation, and another failed to complete a ToK essay and is retaking this year to improve his grades. One student gained 25pts but only a 2 on a HL. The other 7 students performed as predicted and failed to secure 24pts with one, a retake, still not managing to achieve.
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 95 van 96
12.14 School climate and safety issues The ISE Secondary Division received joint Council of International Schools (CIS) & New England Association of Schools and Colleges (NEASC) accreditation in June 2007. The Primary School will look to go for accreditation before the schools join in September 2013. This will be followed one year later by a visit to get full school accreditation on the new campus. All accreditation procedures would then be locked into the same ten year cycle after this point.
12.15 Educational norm Secondary Division
___________________________________________________________________________________________________ Jaarverslag 2010 Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland
Pagina 96 van 96