Heraklion NTC Primair- en Voortgezet onderwijs

Heraklion NTC Primair- en Voortgezet onderwijs

Inleiding

3

1.

De school: wie, wat waar

4

2.

Waar de school voor staat

5

3.

Onderwijs

8

4.

Volgen van de ontwikkeling van leerlingen op school

15

5.

Leerkrachten

18

6.

Ouders

19

7.

Kwaliteitszorg

21

8.

Resultaten van het onderwijs

24

9.

Praktische zaken

27

10. Namen en adressen

30

Bijlage 1 De profielen Certificaat Nederlands als Vreemde Taal

31

Schoolgids 2012-2013

NTC- onderwijs ‘de Tulpen-Bolletjes’

Pagina 2

Inleiding Deze schoolgids is bedoeld om u te informeren over het onderwijs op onze school. De schoolgids laat zien wat wij u en uw kind te bieden hebben. Ouders van toekomstige leerlingen kunnen in de schoolgids lezen waarom onze school een goede keuze is. Aan ouders die al leerlingen op onze school hebben, leggen wij verantwoording af over onze manier van werken en de behaalde resultaten. De schoolgids geeft aan waar onze school voor staat en wat u van ons mag verwachten. Wij willen samen met u werken aan de kwaliteit van het onderwijs van “De Tulpen-Bolletjes”. In de schoolgids zijn ook opgenomen de les- en vakantieroosters en uiteraard ook veel praktische informatie. De schoolgids sluit aan bij het schoolplan van onze school. Dit is een beleidsdocument waarin wij voor een periode van vier jaar uitgebreid beschrijven hoe ons onderwijs in elkaar zit en wat onze plannen zijn om een goede school te blijven. U bent welkom om het schoolplan eens in te kijken.

De schoolgids ligt ter inzage op school en is na te lezen op de website van de school: www.tulp.gr

Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Om de informatie in de schoolgids nog beter te kunnen afstemmen op uw wensen, horen wij graag wat u van onze schoolgids vindt. Zo kunnen we samen werken aan een nog betere kwaliteit van ons onderwijs. Deze schoolgids wordt jaarlijks gemaakt in samenwerking met het leerkrachtenteam en vastgesteld door het schoolbestuur.



Pagina 3

1. 1.1

De school: wie, wat, waar Contactgegevens

Vereniging NTC “De Tulpen-Bolletjes” Agias Lavras 26 71307 Heraklion, Kreta, Griekenland Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs

: Brin 28 GX : Brin 28 XP

Telefoon: +30 2810 311175 E-mail: [email protected] Internet site: www.tulp.gr

1.2

Schoolorganigram Schoolbestuur Oudercommissie Werkgever Bibliotheekcommissie Directeur/coördinator & Leerkrachten

Activiteitencommissie Kascontrolecommissie Redactie schoolblad ‘de Hollandse Nieuwe’

Werknemers

1.3

Wie is wie

Ons team bestaat uit de volgende mensen:

Bestuur Voorzitter (vice)

Irma Maniadaki - Hartman

Secretaris Penningmeester Algemeen bestuurslid Bestuurslid / contactpersoon NOB / Pr Bestuurslid / contactpersoon Activiteitencommissie Bestuurslid / contactpersoon Oudercommissie

Samantha Helmich Bernie Jessen Antoinette Rientjes Etty Kitsou - Hartholt Anneke Karida – Otten Marianne Kambaka - Wijkhuizen

Onderwijsteam : Directeur Groep 1 t/m 4 Groep 5 en 6 Groep 7, 8, VO1 & VO2

Inge Foukaki - Kaemingk Evelyn Ieronymaki – Roozen Esther Poulaki – van de Donk Inge Foukaki – Kaemingk



Pagina 4

2.

Waar de school voor staat

2.1 Missie Het geven van Nederlands taal- en cultuuronderwijs aan Nederlandstalige leerlingen (NTC-richting-2) in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar woonachtig op Kreta. Doel is om op ieder gewenst moment te kunnen instromen in het Nederlandse onderwijs en te kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. 2.2 Visie Mede in het kader van de kwaliteitszorg heeft de school in maart 2009 het “NTC School Administratie”programma aangeschaft, dat is ontwikkeld door John Laurijsen te Agios Nikolaos. Het automatiseringsprogramma kent 4 modules (basis-, leerkracht-, penningmeester-, en secretarismodule), waarin o.a. de hieronder genoemde onderwerpen zijn opgenomen:  Ouder – en leerlingenregistratie  Groepsindeling met daaraan gekoppeld het lesrooster  Leskalender (registratie van de absentie)  Toetskalender en de registratie van de Cito-toets scores  Handelings- en verbeterplannen  Financiële administratie met begrotingen en realisaties  Bibliotheek Het programma produceert de leerlingenlijst die t.b.v. de subsidieaanvraag wordt gezonden naar de ambassade in Athene ter goedkeuring. Ook genereert het systeem de financiele gegevens die nodig zijn voor de jaarlijkse subsidieaanvraag bij de Stichting NOB. Op grond van de leerlingenpopulatie van de NTC-school en rekening houdend met onze missie willen wij in de komende periode (2010-2014) in het bijzonder aandacht besteden aan:         

Systematisch evalueren van de kwaliteitszorg van het onderwijs; Periodiek evalueren en bewaken van de opgestelde verbeter- c.q handelingsplannen; Invoeren van activerende werkvormen in de klas; Aansluiting vinden van het leerstofaanbod bij het onderwijs in Nederland; Uitbreiding van het voortgezet onderwijs met 1 schooljaar; Het zoeken naar nieuwe middelen (financieel en/of in samenwerkingsverband) om continuering van de school te waarborgen; Stimuleren van een positieve werksfeer/klimaat; Ontwikkelen van positieve betrokkenheid bij de school door ouders en leerlingen Ontwikkelen van een effectieve en efficiënte samenwerking tussen schoolteam en bestuur

2.3 Achtergronden / Uitgangspunten De school is ontstaan naar aanleiding van de resultaten van een enquête die is gehouden in februari 1991 onder Nederlanders, wonend op Kreta, die op dat moment stonden ingeschreven bij het Nederlands Consulaat in Heraklion. Uit de enquête kwam niet alleen belangstelling voor Nederlands onderwijs voor de kinderen naar voren, maar ook voor een Nederlandse vereniging en bibliotheek. Dit resulteerde in de oprichting van een vereniging per 5 mei 1991 en Nederlands onderwijs onder één bestuur. Dankzij grote inzet van de leerkrachten en uit Nederland afkomstig gratis aangeboden lesmateriaal kon per 1 september 1991 met de lessen worden begonnen in “een kelder”. De VNK heeft in 1992 de peuterochtend opgericht en nadat in eerste instantie 1 maal 2 uur per week werd lesgegeven is dit in de afgelopen jaren uitgebreid naar 2 keer in de week 3 uur. In 1995 verhuisde de school naar zijn tweede leslocatie en hadden we 2 leslokalen. Sinds 1997 is de naam van onze school: "De Tulpen-Bolletjes". De Tulpen worden geassocieerd met Nederland en bol is het synoniem van hoofd (figuurlijk hersens). Naar aanleiding van een ouderenquête in het voorjaar 1998 werd besloten naast het Primair Onderwijs een afdeling Voortgezet Onderwijs te creëren en in september 1998 ging de eerste groep van start. Het leerlingaantal groeide en in mei 2003 verhuisden wij naar een groter schoolgebouw. In 2006 verlieten 30 leerlingen onze school om naar de opgerichte NTC school te gaan in Chersonissos. Dat heeft gevolgen gehad voor de klassengrootte en dat betekende dat er combinatiegroepen kwamen. De dependance in het zuiden van Kreta is na 2 schooljaren opgeheven in verband met het dalende leerlingenaantal.



Pagina 5

Eind van het schooljaar 2007 heeft de school afscheid genomen van juf Joke Liraraki. Zij was leerkracht en directeur van de school vanaf de oprichting in 1991. Juf Vivian heeft in het schooljaar 2007/08 de groepen van juf Joke overgenomen. Zij is echter aan het einde van dat schooljaar terug naar Nederland verhuisd. Esther Poulaki- van de Donk was in het schooljaar 2007/08 als stagiaire verbonden aan onze school en heeft met dispensatie van de Inspecteur en de St. NOB in het schooljaar 2008/09 lesgegeven. Echter heeft zij in juni 2009 haar diploma gehaald en is vanaf het schooljaar 2009/10 als bevoegd onderwijzeres aan de school verbonden. Evelyn Ieronymaki – Roozen was tijdens het schooljaar 2007/08 en 2008/09 de directeur van de school. De directeursfunctie wordt vanaf 1 september 2009 vervuld door Inge Foukaki- Kaemingk. Als gevolg van de economische crisis in Griekenland, is vanaf 2010 het leerlingenaantal sterk gedaald (o.a. vertrekkende gezinnen naar NL) waardoor de school in juni 2012 genoodzaakt was te verhuizen naar een kleinere en goedkopere locatie. De leslocatie is een representatief en aardbevingbestendig onderkomen, waar het prettig en veilig vertoeven is voor alle betrokkenen. De school wil een bijdrage leveren aan een positief zelfconcept van de leerlingen. Begrip, kennis en waardering zullen hierbij belangrijke vaardigheden zijn. Eveneens willen wij de leerling in de gelegenheid stellen om zich binnen zijn aard, aanleg en achtergrond zo volledig mogelijk te ontwikkelen en te oriënteren wat betreft de Nederlandse taal en cultuur. Veel volwassenen beseffen dat de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang is om een volwaardig mens te worden. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs. Pas als een kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Voor de kinderen die onze NTC-school bezoeken, is door de ouders veelal bewust gekozen voor het Nederlands als moedertaal en voor Nederland als het land waarmee speciale emotionele en culturele banden onderhouden worden. Ons onderwijs heeft daarom een belangrijke taak als centrum van de Nederlandse taal en cultuur. Vanaf schooljaar 2009 -2010 werken we op onze school met een cultuurprogramma. Hierin staat per groep vermeld welke leerstof wanneer wordt behandeld. Tevens staat er of deze leerstof verweven is in de reguliere lessen of dat het gaat om een extra activiteit. Bovendien wordt aangegeven of het karakter van de les educatief of recreatief zal worden uitgevoerd. Zo worden een aantal Nederlandse feestdagen gevierd, waaronder in ieder geval Koninginnedag, sinterklaas, carnaval, kerst en paaseieren zoeken. Voor het voortgezet onderwijs wordt een dropping/survivalweekend of iets dergelijks georganiseerd. 2.4 Aannamebeleid Het vernieuwde aannamebeleid is schooljaar 2010-11 in werking getreden en kent de volgende voorwaarden:  Voor het primair- en voortgezetonderwijs kunnen kinderen aangemeld worden die de nationaliteit van één van de lidstaten van de Europese Unie hebben.  De school richt zich voornamelijk op NTC–richting 2 leerlingen en dat betekent dat deze kinderen thuis met tenminste één van de ouders Nederlands spreken, maar een andere taal zal dominant zijn. Het kind dient een redelijke tot goede Nederlandse spreek- en luistervaardigheid te hebben. De leerling kan instromen wanneer de taalachterstand niet meer dan 2 jaar betreft. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden op een maximale afstand van twee jaar gevolgd.  De school maakt in een enkel geval uitzondering voor de NTC-richting 3 leerling. Deze kinderen dienen het Nederlands aan te leren als vreemde taal. Het betreft kinderen die nog vrijwel geen Nederlands spreken. De leerling wordt opgenomen in de lesgroep met NTC-2 leerlingen en zal met extra begeleiding dienen te werken aan de uitbreiding van de woordenschat en de spreekvaardigheid. Na een (proef) periode van 2 jaar dient de leerling op het NTC-2 niveau te scoren en zal vanaf dat moment alleen de lesstof aangeboden krijgen van de lesgroep. Wanneer echter de leerling niet dit niveau haalt, dan zal de groepsleerkracht het advies aan de ouder geven te stoppen met de Nederlandse lessen.  Aanmelden van leerlingen dient te geschieden vòòr 1 september van het schooljaar;  Toelaten van kinderen tijdens het schooljaar zal alleen in uitzonderingsgevallen plaats vinden. De directeur en de groepsleerkracht bepalen of de instroming geen problemen oplevert voor de lesgroep waarin het kind dient te worden opgenomen.  Voor het primaironderwijs dienen kinderen vòòr 1 oktober van het lopende schooljaar vier jaar te zijn. Hierbij hanteert de school een uitzondering voor kinderen die in de periode van 1 oktober t/m 31 december vier jaar worden. Deze leerlingen mogen instromen op hun vierde verjaardag.  Voor het voortgezetonderwijs is de maximale leeftijd tot instroming 18 jaar; de leerling dient deze leeftijd te hebben vòòr 1 oktober van het betreffende schooljaar. Het NTC-onderwijs kan worden afgesloten met het behalen van één of meerdere CNaVT (Nederlands als vreemde taal)-certificaten.



Pagina 6

 

 

 



De daarvoor opgestelde profielexamens worden afgenomen in het voortgezet onderwijs (verspreid over 2 schooljaren). De school biedt de ouders en het kind aan om een proefles bij te wonen, om te bezien of de lessen aansluiten bij de verwachtingen. Na een aantal maanden zal de groepsleerkracht met de ouders bespreken hoe de leerling zich ontwikkelt en welke vorderingen zijn gemaakt. Aan het einde van het schooljaar worden de resultaten besproken en advies gegeven omtrent de voorzetting of stopzetting van het onderwijs. Van de ouder en de leerling wordt verwacht dat zij de Nederlandse lessen serieus nemen. Ook is de inzet voor en de steun aan de school door de ouder van groot belang. De ouder dient de taal-ontwikkeling te ondersteunen door veel voor te lezen en televisie en/of dvd’s met de kinderen te kijken. De ouder heeft een belangrijke rol bij het gebruik van de Nederlandse taal en de motivatie voor de Nederlandse lessen, inclusief het huiswerk. Aanmelding van leerling met een leer- of gedragsprobleem (waaronder o.a. dyslexie en ADHD): Tijdens het toelatingsgesprek zullen de wensen/verwachtingen van de ouders aan de orde komen. Echter de faciliteiten en mogelijkheden die de school kan bieden in deze, zullen bepalend zijn of een leerling geaccepteerd kan worden. Indien de school over de faciliteiten beschikt en tot toelating van de leerling besluit dan zal in alle gevallen een proefperiode van 1 jaar worden gehanteerd. Wanneer een kind les heeft genoten op een andere (NTC) school dan dient de ouder bij de toelatingsprocedure het onderwijskundigrapport of laatste schoolrapport en bewijs van uitschrijving van eerdere school te overleggen. Indien dit niet mogelijk is (of genoemd rapport is onvolledig), dan zal een toets worden afgenomen om het niveau van de leerling te bepalen.

Ouders die hun kind bij ons op school Nederlandse lessen willen laten volgen worden uitgenodigd voor een gesprek waarin de school wordt vertegenwoordigd door de groepsleerkracht en de directeur. Voor de algemene gang van zaken bij instroom verwijzen wij naar hoofdstuk 4.6. 2.5 Absentie Wij gaan er vanuit dat kinderen op onze school, net als in Nederland, leerplichtig zijn. Het schooljaar heeft 37 verplichte schoolweken met wekelijks minimaal 3 uur les. De leerlingen horen aanwezig te zijn gedurende deze lessen, maar uiteraard kan het voorkomen dat de leerling ziek is of een andere plausibele reden heeft om niet op school te komen. Incidenteel lesverzuim dient de ouder voor aanvang van de les bij de groepsleerkracht te melden. Aangezien de leerkracht een bepaald programma heeft, is het noodzakelijk dat alle leerlingen aanwezig zijn als de les begint. Wij verwachten dan ook dat een leerling vijf minuten voor aanvang van de les aanwezig is. Wanneer er geen reden bekend is voor het te laat komen dan wordt de leerling niet meer toegelaten tot de les. Telefonisch kan de leerling het huiswerk en eventuele gemiste opdrachten bij de leerkracht opvragen. In het primair onderwijs zijn de ouders, gezien de leeftijd van de kinderen, verantwoordelijk. Zij moeten ervoor zorgen dat de kinderen op tijd op school zijn en ook weer tijdig worden opgehaald. In het voortgezet onderwijs geldt echter dat zowel de ouders als de leerling verantwoordelijk zijn. Van de ouders wordt verwacht dat zij hun kind stimuleren c.q. controleren tot het bijwonen van de lessen. Indien een leerling door bijvoorbeeld de Griekse schooltijden niet op tijd aanwezig kan zijn, dan kunt u dit bespreken met de leerkracht, wij kunnen u bijvoorbeeld een brief meegeven met een verzoek aan de Griekse school om uw zoon/dochter toestemming te verlenen eerder van school te vertrekken. Op school wordt een (digitale) absentieregistratie bijgehouden; daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gemelde en niet gemelde absentie en de aangegeven reden tot verzuim. In het leerlingrapport (2x per jaar) wordt het aantal verzuimuren vermeld.

Verzuim van een leerling in het NTC-onderwijs leidt al snel tot een (te) grote leerachterstand en is het voor de groepsleerkracht een grote opgave om, in de beschikbare tijd, de opgelopen achterstand bij te werken. Ervaringen van andere NTCscholen hebben uitgewezen dat een strenger beleid leidt tot hogere deelname aan de lessen en ouders en leerlingen de Nederlandse school serieuzer nemen.



Pagina 7

3.

Onderwijs

3.1. NTC-onderwijs Wat houdt Nederlandse Taal en Cultuur onderwijs nu precies in? NTC onderwijs is onderwijs voor Nederlandse kinderen in het buitenland in de Nederlandse taal en cultuur. Deze lessen zijn een aanvulling op het onderwijs van de Griekse dagschool. Dat betekent dat het aantal beschikbare uren en lestijden beperkt is tot de naschoolse tijden. Over het algemeen geldt dat de Nederlandse kinderen in het buitenland die NTC-onderwijs volgen, gemiddeld 3 uur per week Nederlandse les krijgen in. Alle NTC scholen in het buitenland staan onder toezicht van de Nederlandse onderwijsinspectie. Het NTC-onderwijs kenmerkt zich door uiteenlopende leeftijdsgroepen en taalniveaus. Op basis van de doelstellingen van het onderwijs is er in het primair onderwijs onderscheid tussen NTC-richtingen en in het voortgezet onderwijs tussen doelen. NTC-richting 1 (PO): Is gericht op directe aansluiting bij onderwijs in Nederland; primair gericht op terugkeer in het Nederlandse onderwijs. Toewerken naar kerndoelen van de Nederlandse taal en de tussendoelen zoals geformuleerd voor de verschillende jaargroepen. Deze leerlingen spreken thuis meestal overwegend Nederlands met daarnaast misschien nog andere talen. De woordenschat zal daarom variëren en het schriftelijk taalgebruik zal beïnvloed zijn door het onderwijs in de taal op de dagschool. NTC-richting 2 (PO): Zo goed mogelijk op peil houden van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het onderwijs is dus niet primair gericht op directe aansluiting op het Nederlands onderwijs, maar richt zich op die lesstof die nodig is voor een goede basis in het Nederlands waardoor een eventuele overstap eenvoudiger zal verlopen. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden op een maximale afstand van twee jaar gevolgd. Deze kinderen zullen thuis Nederlands spreken, maar een andere taal zal dominant zijn. Nadruk in NTC-onderwijs op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. NTC-richting 3 (PO): Aanleren van Nederlands als vreemde taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die nog vrijwel geen Nederlands spreken en dit als nieuwe taal moeten aanleren. In de praktijk zal dit neerkomen op uitbreiding van de woordenschat en spreekvaardigheid. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden op meer dan twee jaar achterstand gevolgd. Doel 1 (VO): Aansluiten bij voortgezet onderwijs in Nederland; gericht op terugkeer in het Nederlands onderwijs. Toewerken naar kerndoelen van de onderbouw (jaar 1, 2 en 3) en exameneisen vmbo havo/vwo van de Nederlandse taal en cultuur. Zowel de actieve als de passieve taalvaardigheden worden ontwikkeld en gestimuleerd. Onderwijs moet ook voorbereiden op de klas- en lesorganisatie in het moderne Nederlandse onderwijs (eigen verantwoordelijkheid, projecten, ict, enzovoort) en de cultuur c.q. sfeer op scholen (samenleving). Er moet voorlichting zijn over vervolgonderwijs en opzet Nederlands VO vanuit het perspectief van internationaal onderwijs en arbeidsmarkt. Doel 2 (VO): Behalen van internationaal diploma, zoals IB (language A1 en A2) en IGCSE of AICE. Gericht op doorstroom naar internationaal vervolgonderwijs of hbo of universitair onderwijs in Nederland. Daarbij geeft het IB (A1) toelating op universitair niveau en het IGCSE toelating op hbo-niveau. Doel 3 (VO): Bijhouden van het Nederlands: bereiken van zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. Kerndoelen worden op afstand gevolgd. Deze kinderen zullen thuis Nederlands spreken, maar een andere taal zal dominant zijn. Nadruk in NTC VO-onderwijs op mondelinge taalvaardigheid; schriftelijke taalvaardigheid, minder accent. Certificaat Nederlands als Vreemde Taal Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs. Het overgrote deel van onze leerlingen behoort tot de NTC 2 richting, waarbij er vanuit gegaan wordt dat het Grieks (taal van de dagschool) tevens de dominante taal is binnen het gezin. Onze school is dan ook gericht op leerlingen uit deze NTC 2 richting. Tot richting 2 leerlingen rekenen wij ook de kinderen waarbij beide talen thuis dominant zijn. Heel zelden hebben wij leerlingen uit richting 1 en 3.



Pagina 8

De Stichting NOB heeft zich recentelijk opengesteld tot subsidiering van niet-Nederlandse of Vlaamse kinderen. Daardoor kan het aantal kinderen uit de NTC 3 richting die Nederlands onderwijs wensen, gaan toenemen. NTC3 gericht onderwijs, welke zijn eigen specifieke didactiek en leermethodes vereist, is momenteel echter financieel en praktisch didactisch niet haalbaar in onze school. Wel kunnen wij incidenteel in de onderbouw NTC3 leerlingen binnen het NTC2 gerichte onderwijs opvangen. In het voortgezet onderwijs is onze school een mix tussen doel 1 en doel 3 Het voortgezet onderwijs is niet primair gericht op directe aansluiting op het Nederlands onderwijs, maar richt zich op die lesstof die nodig is voor een goede basis in het Nederlands waardoor een eventuele overstap eenvoudiger zal verlopen. Kerndoelen van de onderbouw jaar 1 en 2 worden op afstand gevolgd.

3.2 Organisatie van het onderwijs Op onze NTC-school wordt les gegeven aan kinderen van groep 1 tot en met 8 van het primair onderwijs en aan leerlingen in het voortgezet onderwijs. Wij verwachten schooljaar 2012-2013, 22 leerlingen in het primair- en 11 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ons NTC-onderwijs richt zich op NTC-richting 2 leerlingen en heeft als doelstelling om aan te sluiten bij het onderwijs in Nederland, zodat kinderen bij terugkeer naar Nederland, zo veel als mogelijk, aansluiting vinden in het Nederlandse onderwijs. We richten ons op toewerken naar de kerndoelen zoals deze geformuleerd zijn voor de deelvaardigheden van de Nederlandse taal. Onze school vindt het tevens belangrijk dat we toe werken naar een duidelijk doel/examen . Een examen werkt stimulerend voor de leerlingen, leerkrachten en ouders. Wij werken toe naar het behalen van minimaal één van de CNaVT-certificaten (zie bijlage 1). Deze profielexamens worden afgenomen in het voortgezet onderwijs. Het examen is geen doel op zich maar een stap om een goede aansluiting te krijgen bij onderwijs in Nederland.

3.3

Groepsgrootte Aantal leerlingen op 1 september 2012

Vergelijkbare groep(en) in het onderwijs in Nederland

Groep 1

1 leerlingen

groep 1

Groep 2

5 leerlingen

groep 2

Groep 2a

2 leerlingen

groep 2 en 3

Groep 3

2 leerlingen

groep 3

Groep 4

3 leerlingen

groep 4

Groep 5

2 leerlingen

groep 5

Groep 6

2 leerlingen

groep 6

Groep 7

3 leerlingen

groep 7

Groep 8

2 leerlingen

groep 8

Groep VO-1

7 leerlingen

1 havo/vwo

Groep VO-2

4 leerlingen

2 havo/vwo

Binnen elke groep kan er sprake zijn van leerlingen uit verschillende NTC-richtingen (zie 3.1.) Binnen de groepen voortgezet onderwijs is er sprake van de verschillende niveaus van het CNaVT (zie bijlage 1).



Pagina 9

3.4 Onderwijsaanbod en methoden Ons NTC-onderwijs streeft ernaar de kerndoelen zoals deze geformuleerd zijn voor de deelvaardigheden van de Nederlandse taal en de tussendoelen zoals geformuleerd voor de verschillende jaargroepen met een achterstand van maximaal twee jaar te bereiken. Omdat de startsituatie van richting 2 leerlingen anders is, is gebruik van aanvullende leermiddelen en didactieken voor deze leerlingen veelal noodzakelijk. Het onderwijs in de Nederlandse taal is er op gericht dat de leerlingen:  vaardigheden ontwikkelen waarmee ze de Nederlandse taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen;  kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van de taal;  plezier hebben en/of houden in het gebruiken en beschouwen van de taal. We onderscheiden spreken en luisteren, lezen, schrijven (stellen) en taalbeschouwing. De verschillen bij het onderwijsaanbod voor verschillende NTC-richtingen liggen vooral op het gebied van de leerstofinhoud en ordening van de leerstof. Er zit verschil in de accenten die op de verschillende deelgebieden worden gelegd, de volgorde waarin bepaalde leerstof wordt aangeboden en uiteraard het beginniveau van de leerstof. Zo moeten wij op onze NTC-school dus zowel in de onderbouw als in de bovenbouw veel aandacht besteden aan woordenschat en mondelinge taalvaardigheid en in tegenstelling tot andere NTC-scholen buiten Griekenland moeten wij ook aandacht besteden aan het “Nederlandse alfabet” zie ook groep 2a en 3 Begrijpend luisteren moet in het aanvankelijk Richting 2- en 3-onderwijs een belangrijke plaats innemen. Met name bij het opstellen van de onderwijsinhoud komt de complexiteit van ons NTC-onderwijs naar voren: hoe creëren we voldoende taalgebruiksituaties die motiverend voor de leerlingen zijn, terwijl we toch voldoen aan de gestelde doelstellingen. Een gedegen voorbereiding, zowel didactisch en organisatorisch als wat betreft de keuze van materialen, vinden we noodzakelijk om kwalitatief goed werk te leveren. Daarnaast wordt op de Griekse dagschool nog steeds onderwezen volgens het overdrachtsmodel (het traditionele onderwijs) dit betekent dat van onze school extra inspanningen worden verwacht. In het Nederlands onderwijs gebruikelijke activerende werkvormen vraagt om zelfstandigheid van de leerlingen. Dit wordt niet gestimuleerd en aangeleerd op het dagonderwijs. Het is dan ook van groot belang dat er aandacht wordt besteed aan de voorwaarden voor het zelfstandig werken (een veilig klimaat, zelfvertrouwen, fouten maken mag en leerlingen steeds meer verantwoordelijkheid geven). Ook de materialen die wij gebruiken om onze leerdoelen te bereiken moeten aansluiten op het leerproces. Onze school was schooljaar 2011-2012 een proefschool voor een nieuwe digitale taalmethode “Online Nederlands”. Deze methode wordt ontwikkeld door Edufax en is gebaseerd op de methodes: Veilig Leren Lezen, Taalactief-3, Taallijnen en Talent. Wij denken dat de mix van de klassieke groepslessen en een vorm van technologisch (afstands)onderwijs het zogenaamde Blended Learning de toekomst is. Sommige dingen oefen je het best in klassikaal verband, terwijl je andere dingen prima op je eigen manier kunt leren. D.m.v van Blended learning bieden we beter onderwijs op maat en hebben we de mogelijkheid de leerling leerstof aan te bieden die tegemoet komt aan zijn/haar persoonlijke leerbehoefte. In de klas blijft de leerkracht instructie geven; er wordt ook zelfstandig gewerkt en de leerkracht krijgt tijd om individueel nog eens iets extra uit te leggen als een leerling daar behoefte aan heeft. Basisonderwijs Groepen 1 en 2 en 2a Groep 2a en 3

Groepen 4 t/m 8


Leessleutel Extra verwerking d.m.v. Online Nederlands Veilig Leren Lezen Humpie Dumpie Schrijftaal kleuterschrift/ Hoofdstroom Spelling in de Lift Extra verwerking d.m.v. Online Nederlands Online Nederlands (Taalactief-3 enTaalactief Spelling) Taalactief Woordenschat Nieuwsbegrip (–XL)


Pagina 10

Voortgezet onderwijs Groep Vo-1 en VO-2

Online Nederlands (Taallijnen en Talent) Nieuwsbegrip (XL) CNaVT –toetsenbank Help-3

3.4.1 Cultuuronderwijs Om de aansluiting met het onderwijs in Nederland en de Nederlandse samenleving zo goed mogelijk te laten verlopen, maakt naast de taal ook de Nederlandse cultuur deel uit van ons onderwijsaanbod. Doel van de cultuurlessen is de leerlingen basiskennis met betrekking tot de Nederlandse cultuur, de Nederlandse geschiedenis en aardrijkskunde mee te geven. Daarbij komen ook facetten van de hedendaagse cultuur en samenleving uitgebreid aan te orde. Op onze school wordt het cultuuronderwijs zowel in de reguliere lessen als in extra activiteiten aangeboden. De leerstof is onder verdeeld in 3 gebieden:  festiviteiten, feestdagen, gebruiken en gewoontes  jeugdcultuur en actuele ontwikkelingen  nederlandkunde Onze school maakt voor het cultuuronderwijs gebruik van de methodes NederLAND IN ZICHT en Nieuwsbegrip XL. Ter ondersteuning is divers aanvullend materiaal aanwezig (diverse verhalenboeken, naslagwerken en ICT). 3.4.2 Groepen 1 en 2 en 2a In groep 1 en 2 en 2a (t/m de kerstvakantie) ligt de nadruk op activiteiten die gericht zijn op taalontwikkeling, woordenschat en motoriek. We werken met de zogenaamde tussendoelen beginnende geletterdheid. Dit zijn tussendoelen in de taal-, lees- en schrijfontwikkeling. Daarnaast is er aandacht voor samen spelen, zelfstandigheid en expressie. Al deze onderdelen zijn belangrijk als voorbereiding op het latere lees- en taalonderwijs. We beginnen en sluiten de les altijd af in de kring, omdat dit voor leerlingen op deze leeftijd een veiligheid biedt. Aan de hand van thema’s komen alle aspecten die van belang zijn voor de taalontwikkeling van het jonge kind aan de orde. In het kader van een thema wordt gewerkt aan de uitbreiding van de woordenschat, d.m.v. woordwebben, verteltafel, illustratiematerialen, (interactief)voorlezen, gesprekken, boekbesprekingen, liedjes, versjes, rijm-en taalactiviteiten, werkbladen en ontwikkelingsmaterialen. Het spelend en ontdekkend leren is heel belangrijk, want op deze manier leren de kinderen hoe hun wereld in elkaar zit. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling en wie speelt met een lotto leert getallen of kleuren. Een kind dat op een vel papier de golfjes van de zee tekent is bezig met voorbereidend schrijven. In groep 1 en 2 werken we met de methode de Leessleutel en in groep 2a wordt met thema’s uit de cultuurmap NederLAND IN ZICHT gewerkt. De werkwijze van de Leessleutel wordt toegepast bij de thema’s uit NederLAND IN ZICHT. De leerlingen krijgen een gedeelte van de leerstof aangeboden in het programma ‘Online Nederlands’. Het gaat om de taken die aansluiten bij de thema’s die dit schooljaar centraal staan. De opdrachten worden klassikaal of individueel gedaan en de ouders kunnen thuis met hun kind deze taken herhalen. Voor het voorbereidend schrijven in groep 2a gebruiken we de schrijfmethode Schrijftaal “kleuterschrift”. Het kind oefent hiermee op een speelse manier de fijne motoriek en het juist hanteren van het potlood (tussen duim, wijs- en middelvinger, de zogenaamde “pengreep”) 3.4.3 Groepen 2a en 3 In groep 2a beginnen de leerlingen na de kerstvakantie met het leren lezen en schrijven van de Nederlandse taal. Er wordt op onze school gewerkt met de aanvankelijk leesmethode “Veilig Leren Lezen”. Wij behandelen in deze groep de kernen 1 t/m 5 van de leesmethode. In groep 2a is het belangrijk dat de leerlingen de letters goed leren uitspreken(fonetisch) en op de juiste wijze leren schrijven, omdat vele letters verschillen met die van de Griekse taal. Bij het aanleren van nieuwe woorden leren de leerlingen door “hakken en plakken” de structuur van het woord. Naast klassikale instructie krijgt het kind de gelegenheid de aangeboden stof in eigen tempo te verwerken. Naast de methode wordt gebruik gemaakt van aanvullende materialen zoals, werkbladen, de letterdoos, het woorddoosje, de woordkaartjes, de woordenrijtjesboekjes “veilig en vlot”.



Pagina 11

In groep 3 behandelen wij de kernen 6 t/m 12 van “Veilig Leren Lezen”. Het technisch lezen en het begrijpend lezen is in deze groep heel belangrijk. De leerlingen werken zelfstandig met de begrijpend leesmethode “Humpie Dumpie”. We gebruiken de methode “Spelling in de lift”, deel 1 en 2, waarmee de leerlingen extra kunnen oefenen. In beide groepen besteden we veel aandacht aan woordenschat. mondelinge- en schriftelijke taalvaardigheid. De kinderen lezen zelfgekozen boekjes uit de schoolbibliotheek en houden hier zelf een uitleensysteem van bij. In groep 2a werken we met de schrijfmethode schrijftaal “Woordstroom”, deel 1A/1B. De kinderen leren meteen letters schrijven in drukletters en schrijfletters. Wij raden de leerlingen aan om in drukletters te schrijven, als leerlingen toch aan elkaar willen schrijven wordt dit toegestaan, mits dit correct gebeurt. De leerkracht doet de druk- en schrijfletters eerst voor op het bord. De kinderen schrijven de letter mee in de lucht. De leerlingen schrijven met potlood. Doel van het schrijfonderwijs is dat de leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen. De leerlingen krijgen naast de bestaande methode Veilig Leren Lezen, de aansluitende taken in het programma ‘Online Nederlands’ aangeboden. Verschillende opdrachten worden klassikaal of individueel gedaan, de verwerkingsopdrachten maken de kinderen thuis. De ouders begeleiden hun kind hierbij. De leerkracht volgt en begeleidt de leerlingen zowel in de klas, als binnen het programma. 3.4.4. Groepen 4 t/m 8 Om de leerdoelen te bereiken maken wij gebruik van de methode Online Nederlands. Uitgangspunt in deze methode is Taalactief -3 het taalboek. Elk boek heeft tien hoofdstukken die een vaste herkenbare structuur hebben. Elk hoofdstuk heeft 15 lessen, waarvan les 1 en 10 altijd het ankerverhaal zijn. Les 8 en 14 zijn stelopdrachten. Les 3, 5 7 en 9 zijn taalbeschouwingslessen. In de groepen 4 en 5 zijn de lessen 12 alfabetlessen. De overige lessen zijn mondelinge- of speciale taalvaardigheden. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een toets. De score van de leerlingen op die toets maakt de verdere leerbehoefte zichtbaar. Daaraan wordt tegemoet gekomen middels het taalboek-extra waaruit de leerkracht een keuze maakt voor elke leerling om óf verrijkend óf remediërend nogmaals de te leerstof aan te bieden. De spelling van de Nederlandse taal bieden wij ook aan met Online Nederlands gebaseerd op de leerlijn spelling van Taalactief. Wij, en de makers van Online Nederlands, hebben geconstateerd dat in de methode van Taalactief, te weinig uitleg staat. Om meer structuur en eenduidige regelgeving aan te bieden hebben wij een onthoudboekje ontwikkeld. In dit boekje worden de nieuw aangeboden onderwerpen uitgelegd en staat duidelijk op papier wat de spellingsregels zijn en hoe wij die op onze school aanbieden. Dit onthoudboekje is tevens ter ondersteuning voor de ouders die op deze manier hun kind beter kunnen begeleiden bij het maken van het huiswerk. Aan het einde van elk hoofdstuk wordt de spelling getoetst met een dictee. Naargelang de score op dit dictee krijgen de leerlingen extra oefenmateriaal aangeboden. Dit onthoudboekje geven we nog steeds mee aan onze leerlingen maar ook binnen de spelling van Online Nederlands worden uitleg en extra opdrachten aangeboden. De leerlingen krijgen de leerstof aangeboden in het programma ‘Online Nederlands’ en/of zoals we gewend zijn in de klas, met daaraan verbonden huiswerkopdrachten. De leerkracht volgt en begeleidt de leerlingen zowel in de klas, als binnen het programma. Ook voor woordenschat hebben wij voor de methode van TaalActief gekozen. Vanaf schooljaar 2011-2012 zullen voor alle groepen de woordklappers van de woordenschat beschikbaar zijn. Onze leerlingen hebben veel behoefte aan extra woordenschatonderwijs gezien hun NT2 achtergrond. Door inzet van de didactiek van Verhallen en zoveel mogelijk beeldmateriaal breiden we de woordenschat van onze leerlingen fundamenteel uit. Ook helpt de uitgebreide schoolbibliotheek hierbij. De leerkrachten stimuleren van jongs af aan de leerlingen veel te lezen. Vanaf groep 6 maken de leerlingen een vastgesteld aantal boekverslagen. De woordenschat wordt elke twee thema’s getoetst met een methodetoets. Vanaf groep 4 werken onze leerlingen met Nieuwsbegrip aan begrijpend lezen. In groep 4 wordt niveau AA aangeboden. In groep 5 en 6 niveau A en in groep 7 en 8 niveau B. Er worden bijbehorende filmpjes bekeken en ook sinds het schooljaar 2010-2011 kunnen leerlingen aan de slag met NieuwsbegripXL. Dit zijn o.a. opdrachten begrijpend lezen en woordenschat die, thuis, op de computer gemaakt worden. 3.4.5 Voortgezet onderwijs Gezien onze missie, instromen in het Nederlandstalige onderwijs of het functioneren als burger in de Nederlandse samenleving, streven wij ernaar dat onze leerlingen de schoolverlaten met minimaal een PMT certificaat (=Niveau Basiskwaliteit Drempel 2F = eind VMBO). Een deel van onze leerlingen gaat na het voortgezet onderwijs studeren aan een Nederlandstalige hoge school of universiteit, een PTHO certificaat vormt een goede basis voor het hoger onderwijs in Nederland en/of België.



Pagina 12

Per leerling wordt in overleg met de leerling zelf, leerkracht en ouder, het individuele eindniveau bepaald. Zodoende zijn binnen een groep verschillende streefniveaus. Om bovenstaande te bereiken maken wij gebruik van de methode Online Nederlands. Deze methode gaat uit van de taalmethodes: Taallijnen en Talent. In de VO-1 bieden wij niveau 1 HAVO/VWO en in de VO-2 niveau 2 /3 HAVO/VWO. De leerlingen krijgen de leerstof aangeboden in het programma ‘Online Nederlands’ en/of zoals we gewend zijn in de klas, met daaraan verbonden huiswerkopdrachten. De leerkracht volgt en begeleidt de leerlingen zowel in de klas, als binnen het programma. Voor leesvaardigheid is evenals in het primair onderwijs gekozen voor de begrijpend lezen methode Nieuwsbegrip. Er worden bijbehorende filmpjes bekeken (Luister- en kijkvaardigheid) en ook kunnen leerlingen aan de slag met NieuwsbegripXL. Dit zijn o.a. opdrachten begrijpend lezen en woordenschat die, thuis, op de computer gemaakt worden. De aangeboden teksten zijn nu van C of D. niveau. Naast de basismethode behoren de toetsenbank/opdrachten van de CNaVT tot het lesmateriaal. In VO-1 worden PTIT en/of PMT examens afgenomen en maken we gebruik van de opdrachten op A2 en B1 niveau. In de VO-2 worden de PTHO en/of PAT examens afgenomen en werken we met de toetsen/opdrachten op B2 en C1 niveau. Tevens wordt “Help-3” gebruikt om ons doel te bereiken. Het schooljaar is ingedeeld in 3 periodes, elke periode wordt afgesloten met methodegebonden-toetsen en daarnaast worden regelmatig aangekondigde en niet aangekondigde CNaVT-toets afgenomen. Aan het begin van een nieuwe periode ontvangen de leerlingen een lesplanning waarop de taken staan en wanneer deze taken moeten worden ingeleverd. De leerlingen worden gestimuleerd tot het lezen van jeugdliteratuur, eventueel boeken voor volwassenen. Vanaf de middenbouw van het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs evalueren zij het gelezen boek door het maken van een boekverslag. De CNaVT-examens 2013 staan voorlopig gepland voor in de paasvakantie. 3.5 Thuis Juist in het kader van het NTC-onderwijs is het noodzakelijk dat ouders en school dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van Nederlandse taalbeheersing. Dit alles heeft alleen kans van slagen, als de ouders zich betrokken en geïnteresseerd tonen en er blijk van geven zich te realiseren dat de thuissituatie in hoge mate bepalend is, voor het succes in de schoolsituatie. Daarmee verband houdt de mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken. Iedere ouder moet zoeken naar de methode die het best bij zijn kind past, maar een aantal zaken zijn voor iedereen belangrijk. De motivatie om iets te leren valt of staat bij succeservaringen. Als iets je lukt, doe je in het vervolg harder je best dan als je telkens faalt. Met succeservaringen bouw je zelfvertrouwen op en dat heb je nodig om Nederlands te durven spreken. De omgeving speelt daarbij een belangrijke rol. Het is belangrijk dat u als ouder de tijd neemt om te luisteren, om te communiceren met elkaar. Een veilige sfeer is ook onmisbaar. Kinderen moeten weten dat ze fouten mogen maken. Nadrukkelijk verbeteren werkt remmend. Als kinderen geen fouten meer durven maken, heb je kans dat ze helemaal geen Nederlands meer durven spreken. Tenslotte gaat het om communicatie: het belangrijkste is of de boodschap overkomt. Het is mooi als dat vlekkeloos gebeurt, maar anders is er ook geen man overboord. Als het goed is, zullen de fouten langzaam verdwijnen. Oefening baart immers kunst. Als ouder kunt u op verschillende manieren met de taalontwikkeling van uw kind bezig zijn.

(Voor) lezen. (Voor) Lezen is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Voor Nederlandse kinderen in het buitenland geldt dat de Nederlandse woordenschat toch vaak achterloopt bij die van hun leeftijdgenootjes in Nederland. Thuis aandacht besteden aan voorlezen en lezen in het Nederlands is daarom belangrijk. Boeken zijn rijk aan woorden, en de kinderen vergroten al lezend hun woordenschat. Praat samen over het gelezene en stel korte vragen. Het kan soms lastig zijn om uw kinderen te motiveren om Nederlandstalige boeken te lezen. Het is daarom belangrijk om uw kinderen te laten zien dat u graag leest. Vertel hun ook eens wat u leest. Besteed ook veel aandacht aan het samen kiezen van een boek. Ga tijdens een vakantie in Nederland naar een mooie kinderboekenwinkel of kies samen een boek uit op internet. Er zijn volop leuke Nederlandse kinderboeken te bestellen op websites die ook kunnen leveren in het buitenland. Op school kunnen de kinderen kiezen uit een groot aantal boeken uit de bibliotheek. Tegenwoordig zijn er ook veel boeken verkrijgbaar als luisterboek.



Pagina 13

Elke les kunnen de leerlingen een boek uitzoeken uit de bibliotheek van de school. Zij leren om hier zelf verantwoording voor te dragen door een uitleensysteem bij te houden per groep. (De afspraak in groep 3 is dat het boek geheel uitgelezen wordt en pas daarna een nieuw boek gekozen mag worden.) Laat uw kind leesboekjes aan u voorlezen en stimuleer het hierin. De kinderen van groep 3 kennen bijna alle letters en nu geldt zeker hier de regel bij het lezen: ”oefening baart kunst”, laat uw kind zijn leesboekje hardop aan u voorlezen. Naast het lezen door het kind zelf, kunt u ook voorlezen, want voor voorlezen is een kind nooit te groot. Tips voor kleuterouders Naast de taal is het ook belangrijk dat uw kind zoveel mogelijk met allerlei materialen in aanraking komt, het kind op deze leeftijd leert al doende. Daarom is spelen met zand, water, klei, kleuren, knippen, knutselen van groot belang. Het kind leert spelenderwijs zijn motoriek te beheersen van grove naar fijne motoriek. Dit is belangrijk voor het latere schrijven. Tips voor ouders van groep 2a en 3 Het is belangrijk dat de leerlingen de letters goed leren uitspreken(fonetisch) en op de juiste wijze leren schrijven. Ook het aanleren van de woorden is belangrijk, door het “hakken en plakken” van de woorden leren de kinderen de structuur van het woord. Daarom moet u thuis met uw kind op deze manier de woorden blijven herhalen. Ook het herhalen van woordenrijtjes uit het groene schrift is belangrijk, hiermee oefent u het vlotte lezen van uw kind. Probeer om uw kind bij het lezen en het helpen van huiswerk positief te benaderen, zodat het zich zelfverzekerd voelt. Tips voor ouders van alle groepen - Spelletjes spelen, liedjes zingen en versjes opzeggen, de woordenlijsten van de thema’s oefenen - Ook Nederlandse media kunnen een goede invloed hebben op de Nederlandse taalvaardigheid. Kijk daarom regelmatig naar Nederlandse kinderprogramma’s en als u geen Nederlandse tv heeft kunt u ook zoeken op www.uitzendinggemist.nl. hier kunt u bijna alle kinderprogramma’s terug kijken. Laat uw kinderen naar het jeugdjournaal kijken. Dit kan ten alle tijden op www.jeugdjournaal.nl. - Kies voor Nederlandstalige DVD’s (bijvoorbeeld films of series) en luister eens naar een leuke Nederlandstalige CD. - Een abonnement op een kinder- of jeugdtijdschrift is ook een goed idee. Wellicht kunt u dit abonnement delen met andere Nederlandse gezinnen in de buurt of laten opsturen door vrienden of familie in Nederland. - Op internet zijn vele oefeningen te vinden. Bijvoorbeeld www.woordkasteel.com Via de taken of krant van Online Nederlands worden de kinderen naar educatieve spelletjes verwezen. - Spelen met andere Nederlandstalige kinderen helpt ook goed bij het leren begrijpen en spreken van een taal. Dit kan bijvoorbeeld door een vriendje of vriendinnetje van de Nederlandse school te vragen om thuis te komen spelen.

Huiswerk Van de ouders verwachten we zowel het actief beoefenen van de Nederlandse taal thuis als hulp bij het maken van het huiswerk. Aan alle leerlingen vanaf groep 2a wordt wekelijks huiswerk meegegeven. Dit doen wij om de volgende redenen: -

het aantal uren NTC-onderwijs is beperkt (120 uur per jaar), huiswerk is dan een noodzakelijke aanvulling; leerlingen kunnen thuis zelfstandig de leeren schrijfstof oefenen, verwerken en herhalen. de leerlingen moeten hun taakbewustzijn ontwikkelen; ouders bewust maken van waar de leerlingen op school mee bezig zijn.

De school besteedt regelmatig aandacht aan de juiste aanpak van het huiswerk.



Pagina 14

4.

Volgen van de ontwikkeling van leerlingen op school

4.1 Methodegebonden/methodeonafhankelijke toetsing Toetsing maakt deel uit van het onderwijsleerproces in ons NTC-onderwijs. De vorderingen die een leerling maakt, worden door toetsing in kaart gebracht. Door de toetsresultaten te vergelijken met de doelstellingen van het onderwijs aan de leerling, wordt de vraag beantwoord: ‘Heeft de leerling geleerd wat zij moest leren?’. De resultaten van de toetsing worden gebruikt om het onderwijsaanbod en -proces beter af te stemmen en te verbeteren en indien nodig wordt een handelingsplan opgesteld. Binnen ons NTC- onderwijs onderscheiden we twee verschillende vormen van toetsing. 1. Methodegebonden toetsing Hiervoor worden (hoofdstuk)toetsen uit de methodes gebruikt. Meestal worden deze aan het einde van een hoofdstuk afgenomen. 2. Methode onafhankelijke toetsing. Dit zijn toetsen die los van de gebruikte methodes staan. Daarvoor maken we gebruik van genormeerde toetsen, de toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem. Een leerlingvolgsysteem bestaat uit toetsen voor meerdere leerstofgebieden die jaarlijks afgenomen worden. Hierdoor kan de ontwikkeling van elke leerling door de jaargroepen heen gevolgd worden. Constateren we dat een leerling onvoldoende vooruitgaat of een te lage score haalt (V / D of E), dan stellen we vast op welk onderdeel die leerling precies problemen heeft en bepalen we in overleg (tijdens de leerlingbespreking) welke acties ondernomen moeten worden en een handelingsplan kan worden opgesteld. De score van de Cito-toetsen van uw kind vindt u terug op de laatste twee bladzijdes van het rapport 4.2 Leerlingvolgsysteem Een leerlingvolgsysteem is een middel waarmee de leervorderingen ten opzichte van gewenste leerdoelen verzamelt en registreert, zodanig dat een zo optimaal mogelijke onderwijsleersituatie kan worden gerealiseerd. Verbeteringen in de onderwijsleersituatie naar aanleiding van de gegevens uit het LOVS richten zich niet alleen op individuele leerlingen, maar ook op groepen leerlingen en op schoolniveau. Wij maken gebruik van toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem. Op vaste tijden en/of na afloop van bepaalde onderwijsonderdelen worden de leerlingen getoetst en/of geobserveerd. De uitkomsten daarvan worden opgenomen in het (computer)systeem. Leraren bekijken deze gegevens en gaan voor elk kind na of hij of zij de lesdoelen heeft bereikt. Onderdeel van het leerlingvolgsysteem is het leerling-dossier, in een groepsmap wordt van iedere leerling gegevens bijgehouden. Daarin worden, behalve de resultaten van toetsen en observaties, gegevens opgenomen over de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en de rapporten van de verschillende jaren. De groepsmap is alleen toegankelijk voor de leerkrachten (en directeur). Ook ouders kunnen op aanvraag de gegevens van hun kind inzien. De map wordt niet alleen gebruikt om de ontwikkeling van het kind te volgen, maar bij een eventuele overgang naar een andere school geeft deze map de nieuwe school een goed beeld van het kind. Op groepsniveau wordt ernaar gestreefd om 80% van de leerlingen per leerstofgebied een niveau te laten behalen dat gemiddeld op (ver) boven het gemiddelde van de zogenaamde vergelijkingsgroep van het Cito ligt, score I t/m IV. De individuele leerlingen die het niveau niet halen maar V scoren (oude indeling D of E), krijgen in een handelingsplan met het oog op het verbeteren van hun niveau. Zie hoofdstuk 8 en de context: uitleg bij de resultaten. 4.3 Toetskalender Wij hanteren de volgende toetskalender, welke is opgesteld overeenkomstig de aanwijzingen in de handleidingen: Leerstofgebied Taal Woordenschat Technisch lezen Begrijpend lezen

Spelling

Toets Taaltoets voor kleuters LOVS Woordenschattoets Leeswoordenschat LOVS Technisch Lezen Leestechniek /-tempo DMT* LOVS Begrijpend lezen LOVS-Begrijpend lezen LOVS Spelling LOVS Spelling LOVS Spelling werkwoorden LOVS Spelling werkwoorden

Groep 2 + 2a 3 t/m 5 6 t/m 8 3 t/m 5 6 t/m 8 3 t/m 8 4 5 t/m 8 3 t/m 7 8 7 8

Tijdstip januari/mei januari/mei november/mei januari /mei januari mei januari januari mei januari mei januari

* Indien leerlingen van groep 5 t/m 8 bij de leestechniek/-tempo ABC scoren dan wordt de DMT niet afgenomen.



Pagina 15

4.4 Contact met ouders en rapporten Een goede informatie-uitwisseling en afstemming tussen school en ouders zijn van groot belang. Dat geldt niet alleen bij de aanmelding van een nieuwe leerling, maar ook tijdens de periode dat de leerling onderwijs volgt. Ouders krijgen zo veel mogelijk informatie. Tweemaal per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee naar huis en eenmaal per jaar worden de ouders uitgenodigd om over de vorderingen van hun kind te spreken in een “tienminutengesprek” (niet alleen cijfers worden besproken, maar ook de algehele ontwikkeling van de leerling). In het voortgezet onderwijs is bij dit gesprek ook de leerling zelf aanwezig en wordt in overleg met leerling, leerkracht en ouder het individuele eindniveau van het CNaVT-examen bepaald. In gevallen waarin de leerkracht, tussentijds, een gesprek met de ouders noodzakelijk acht, zal zij uiteraard het initiatief daartoe nemen. Wanneer ouders vragen hebben over de resultaten of gedrags- of leermoeilijkheden van hun kind kunnen zij altijd vragen om een gesprek. Wij verwachten van ouders dat zij op hun beurt ons informeren wanneer er thuis en/of op de Griekse school belangrijke veranderingen zijn. Groep 1-2 2a 3–8 VO-1 Voortgezet onderwijs VO-2 Primair onderwijs

Rapport

“ Tien minutengesprek”

februari en juni december en juni februari en juni december en juni december

februari/maart januari februari/maart januari/februari januari/februari

4.5 Zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Soms heeft een kind extra zorg nodig. Daarom heeft onze school een samenhangend systeem van leerlingenzorg ontwikkeld; onderwijs op maat betekent voor ons ook zorg op maat. Om eventuele problemen snel op te sporen, bespreken de leraren samen regelmatig de resultaten van alle leerlingen. Zowel zwakke resultaten als heel goede resultaten kunnen aanleiding zijn voor extra zorg. Uiteraard wordt u als ouder hierover geïnformeerd. Voor kinderen met heel goede resultaten worden extra materialen en leeractiviteiten ingezet. Voor kinderen met zwakke resultaten wordt door de leerkracht in overleg met de ouders en de directeur een zogeheten handelingsplan opgesteld. Hierin staat welke extra zorg het kind krijgt en op welke manier en het aantal weken.

Aan het einde van die bepaalde periode wordt nagegaan of het handelingsplan werkt. Als het nodig is wordt het plan bijgesteld. Handelingsplannen worden opgesteld in overeenstemming met de ouders en de resultaten worden met hen besproken. Aan de ouders wordt toestemming en medewerking gevraagd voor het begeleiden met een handelingsplan. De uitvoering van dit handelingsplan geschiedt, in verband met de beperkte leertijd, in de meeste gevallen door de ouders zelf thuis. De leerkracht is eindverantwoordelijk voor de uitvoering, maar voor de ouder is dus een belangrijke rol weggelegd.



Pagina 16

Nadat via methode (on)afhankelijke toetsing of observaties een probleem bij een leerling is gesignaleerd, wordt in gezamenlijk overleg tussen leerkracht en de ouder voorgesteld om hun zoon of dochter, onafhankelijk van de school te laten testen bij een genormeerd instituut. Op deze manier krijgt de school naast hun eigen bevindingen een andere, neutrale opinie van het gesignaleerde probleem. Dit werkt geruststellend voor de ouder alsmede voor de leerkracht waardoor er nieuwe stappen ondernomen kunnen worden het probleem aan te pakken. Zittenblijven wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen wanneer de leerresultaten en de ontwikkeling van een kind opvallend achterblijven bij die van de meeste klasgenoten en de school hiervoor geen andere oplossing gevonden heeft. Een groep overslaan gebeurt alleen wanneer de resultaten van het kind opvallend boven de norm uitsteken. Ook is het mogelijk om voorwaardelijk over te gaan, dan wordt rond de kerst bekeken hoe de resultaten van het kind zijn. Dit alles gebeurt in overleg met ouders (en/of leerling) en leerkrachten.

4.6 Algemene gang van zaken bij instroom van een (nieuwe) leerling Ons NTC-onderwijs is een doorlopende leerlijn van peuter-, primair- tot en met voortgezet onderwijs. Aanmelding van leerlingen voor groep 1 van het primair onderwijs geschiedt, in eerste instantie, informeel via de peuterleidster. De latere, formele aanmelding vindt plaats met behulp van een inschrijfformulier waarop gegevens van de leerling en zijn/haar ouders staan vermeld. ‘Nieuwe ouders’ die hun kind bij onze school Nederlandse lessen willen laten volgen worden uitgenodigd voor een gesprek waarin de school wordt vertegenwoordigd door de groepsleerkracht en de directeur. Zij zullen de toelatingsnormen (vastgelegd in het Aannamebeleid, zie hoofdstuk 2.4) toetsen aan de informatie die door de ouder wordt verstrekt. Tevens heeft het adviesgesprek als doel een beeld te krijgen van wensen en verwachtingen van de ouders en eventueel het kind zelf. Van dit aanmeldingsgesprek wordt een rapport ingevuld en dat door zowel de ouder als de directeur wordt ondertekend. De directeur van de school zal, na toetsen van bovengenoemde aspecten en regels, het definitieve toelatingsbesluit nemen. Indien de directeur tot afwijzing besluit en de ouder de mening is toegedaan dat dit in strijd is met het aannamebeleid van de school, dan kan de ouder een bezwaaroverleg aanvragen met het bestuur van de school. Het bestuur van de school zal, na overleg met de directeur, de definitieve beslissing schriftelijk aan de ouder melden. Het inschrijfformulier wordt door directeur/groepsleerkracht ingevuld en door zowel de ouder als de directeur/groepsleerkracht getekend. Genoemd formulier wordt ingeleverd samen met een kopie van een paspoort waaruit de nationaliteit blijkt. De ouder ontvangt na inschrijving een welkomstbrief met algemene informatie met betrekking tot onze school en het schoolreglement waarin ‘huisregels’ zijn weergegeven.

4.7 Algemene gang van zaken bij vertrek van een leerling naar een andere school Graag zien we alle leerlingen terug op school in het nieuwe schooljaar, maar wanneer tot uitschrijving wordt besloten dan moet de ouder een “schriftelijk verzoek tot uitschrijving” doen voor 1 juni. Wanneer de school geen verzoek tot uitschrijving heeft ontvangen dan wordt de leerling automatisch ingeschreven voor het volgende schooljaar. Bij verzoek tot uitschrijving tijdens het schooljaar dient een opzegtermijn van 4 weken in acht genomen te worden. Voor vertrek wordt door de groepsleerkracht en/of directeur met de ouder en eindgesprek gevoerd. De ouder ontvangt dan het leerlingdossier dat meegenomen kan worden naar de nieuwe school. Het dossier omvat:  het onderwijskundig rapport (incl. de gegevens uit het leerlingvolgsysteem)  het traditionele rapport  een bewijs van uitschrijving  monitor vertrokken leerlingen; Sinds schooljaar 2010-11 wordt dit formulier aan de vertrekkende ouder verstrekt om informatie op te vragen bij de nieuwe school betrekking hebbend op de instroom van de leerling.  de schriften en andere werk van de leerling



Pagina 17

5.

Leerkrachten

5.1 Leerkrachten stellen zich voor Ons team bestaat uit 3 gediplomeerde leerkrachten. Zij stellen zich in deze alinea, kort, aan u voor.

v.l.n.r. : juf Evelyn, juf Inge en juf Esther

Mijn naam is Evelyn Ieronymaki – Roozen. In het jaar 1986 ben ik in Heraklion komen wonen en sinds 1992 verbonden als leerkracht aan de NTC-school de Tulpenbolletjes. Ik ben ook de juffrouw bij de peutermorgen. Mijn naam is Esther Poulaki - van de Donk. Ik kom oorspronkelijk uit Veldhoven (Noord-Brabant), maar woon sinds 1989 op Kreta. Ik woon in een klein bergdorpje Alagni. Ik werk sinds het schooljaar 2008-2009 op onze school. Mijn hobby’s zijn lezen, tuinieren, mijn beesten en spelletjes spelen. Mijn naam is Inge Foukaki- Kaemingk. Ik ben geboren en getogen in Barchem, een dorpje in de Achterhoek. In 1996 ben ik getrouwd en sindsdien woon ik op Kreta. 2001 was een belangrijk jaar voor mij, want toen zijn we in ons eigen huis in Kalessa gaan wonen en in november werd ik ook nog eens juffrouw aan onze school. Sinds 2009 ben ik naast juf ook directeur van de Tulpenbolletjes.

5.2 Wijze van vervanging bij afwezigheid Er kunnen redenen zijn dat leerkrachten niet aanwezig zijn, zoals ziekte of het volgen van cursussen. In de regel zal de vervanging intern worden opgelost, om zo veel mogelijk te voorkomen dat leerlingen vanwege afwezigheid van de leerkracht de school moeten verzuimen.

5.3 Personeelsbeleid Tijdens het schooljaar 2011/12 hebben zich geen personeelswijzigingen voorgedaan. Het huidige schoolteam bestaat uit 3 leerkrachten, waarvan een leerkracht tevens de directeur van de school is. Zij delegeert taken en heeft zitting in de maandelijkse bestuursvergadering. Door het dalende aantal leerlingen is het noodzakelijk de meeste groepen (1 of 2 keer per week) samen te voegen. Dit betekent dat het aantal lesuren per leerkracht afneemt. De directeur verdeelt in nauwe samenwerking met het schoolteam de groepen/lesuren waarbij rekening wordt gehouden met de kennis die iedere leerkracht heeft met betrekking tot het niveau van de groep.

5.4 Scholing van leraren Net als leerlingen zijn onze leraren nooit uitgeleerd. Het is belangrijk dat zij de ontwikkelingen in het onderwijs blijven volgen en steeds werken aan het vergroten van hun deskundigheid. Daarom volgen onze leraren in de zomer bijscholingscursussen in Nederland georganiseerd door de Stichting NOB. In juli 2012 is de volgende cursus gevolgd: 

Stichting NOB – De Koningshof te Veldhoven: ‘ Zien is snappen’



Evelyn Ieronymaki – Roozen

Pagina 18

6.

Ouders

6.1 Belang van betrokkenheid van ouders Van ouders en leraren wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind. Wij proberen een goede samenwerking te creëren door de school toegankelijk te maken voor de ouders. Ouders krijgen zo veel mogelijk informatie. Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van wat er op school gebeurt. Indien voor de ouders de informatie onvoldoende blijkt te zijn, is deze zowel schriftelijk als mondeling altijd verkrijgbaar. Met uitzondering van persoonlijke dossiers van leraren en leerlingen en specifieke vertrouwelijke stukken zijn alle gegevens ter inzage, bijvoorbeeld het schoolplan, leerlingvolgsysteem, enzovoorts. Op school zijn de leraren de eerstverantwoordelijken voor de kinderen; de directeur heeft de eindverantwoordelijkheid over de algehele gang van zaken met betrekking tot de NTC-school. Begrip en respect voor elkaar is een uitgangspunt voor een goede communicatie. Juist in het kader van het NTC-onderwijs is het bovendien noodzakelijk dat ouders en school dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van Nederlandse taalbeheersing. Dit alles heeft alleen kans van slagen, als de ouders zich betrokken en geïnteresseerd tonen en er blijk van geven zich te realiseren dat de thuissituatie in hoge mate bepalend is, voor het succes in de schoolsituatie. Daarmee verband houdt de mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken. De ouder dient de taalontwikkeling te ondersteunen door veel voor te lezen en televisie en/of dvd’s met de kinderen te kijken. De ouder heeft een belangrijke rol bij het gebruik van de Nederlandse taal en de motivatie voor de Nederlandse lessen, inclusief het huiswerk.

6.2 Ouderactiviteiten Het cultuurprogramma wordt in september in gezamenlijk overleg tussen schoolteam en activiteitencommissie vastgesteld. De activiteitencommissie neemt een aantal buitenschoolse activiteiten voor haar rekening. In het kader van de ouderparticipatie en -betrokkenheid worden ouders gestimuleerd om medewerking te verlenen bij de organisatie daarvan. Tot de vaste activiteiten behoren: sinterklaasfeest, filmavonden, Koninginnedag, paaseieren zoeken, carnaval en een VO-activiteit. De ouders kunnen direct betrokken zijn bij de school bijvoorbeeld als lid van: het schoolteam, het schoolbestuur, de ouder-, de activiteiten-, de bibliotheek-, en de kascontrolecommissie. Ook is de redactie van het verenigings- en schoolblad ‘de Hollandse Nieuwe” in handen van ouders.

6.3 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Als school willen wij u graag op de hoogte houden van schoolzaken, het onderwijs dat wij bieden en van de voortgang van uw kind. Over algemene schoolzaken informeren wij u via het verenigings- en schoolblad ‘de Hollandse Nieuwe’, nieuwsbrieven en via het informatiebord dat in de hal van de school hangt. Eenmaal per jaar vindt de algemene ledenvergadering plaats waarin ook het jaarverslag van de school wordt besproken. Algemene informatie kunt u vinden op de website van de school: www.tulp.gr In een jaar dat de Inspectie van het Onderwijs onze school heeft bezocht, geven wij u inzicht in de conclusies van de inspectie. Conclusies van eerdere bezoeken kunt u downloaden vanaf de site van de Inspectie van het Onderwijs (www.onderwijsinspectie.nl). Daarnaast kunt u het ook opvragen bij Marianne Kambaka (bestuurslid en contactpersoon oudercommissie). De school organiseert jaarlijks contactavonden voor de ouders van de leerlingen:  Eenmaal per jaar, oktober/november, vindt een klassenavond/ochtend plaats. Dit jaar voor de groepen 4 en VO-1. Deze bijeenkomsten staan in het teken van de informatievoorziening aan de ouders over zaken die betrekking hebben op het onderwijs aan de groep zoals gebruik van leermiddelen, huiswerk, inrichting CNaVT-examens, enzovoorts. Tijdens deze informatieavond zal ook het belang van thuis Nederlands spreken aan bod komen en zullen tips gegeven worden hoe ouders het Nederlands taalaanbod kunnen vergroten.  De ouders van groep 2a worden in januari/februari uitgenodigd om een les bij te wonen.  Informatie over de vorderingen van uw kind ontvangt u van de groepsleerkracht tijdens het jaarlijkse ’10-minutengesprek’



Pagina 19

6.4 Klachtenregeling Onze school heeft een klachtenregeling. Uitgangspunt van de klachtenregeling is dat klachten, problemen, vragen en dergelijke in eerste instantie worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie te maken heeft. Bijvoorbeeld: een ouder met een klacht over (het lesgeven van) een leerkracht, neemt hierover eerst contact op met de desbetreffende leerkracht. Als dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, kan de ouder het volgende stappenplan volgen. Bij een klacht wordt het onderstaand stappenplan gevolgd; dit schept duidelijkheid over de rol en positie van de verschillende schakels. Stap 1

De ouders nemen contact op met de betreffende leerkracht (persoon die bij klacht is betrokken);

Stap 2

Vinden de ouders en/of leraar geen bevredigende oplossing voor het probleem, dan wordt de directeur van de school ingeschakeld. Deze kan overigens ook al in de eerste stap bij de kwestie worden betrokken, maar alleen met instemming van één van beide partijen.

Stap 3

Indien ook na het overleg met de directeur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, wordt de zaak voorgelegd aan het schoolbestuur. Het bestuur zal in voortdurend overleg met de directeur de kwestie bespreken en naar een oplossing zoeken.

Voor klachten van algemene aard kan de ouder contact opnemen met iemand van de oudercommissie. De commissie dient als klankbord voor de ouders en kan hen van advies voorzien en uitleg geven over het te volgen traject zoals hierboven is beschreven. De namen en telefoonnummers vindt u achter in deze schoolgids. Mocht de aard van de klacht de afhandeling in onderling overleg niet mogelijk maken of heeft de afhandeling niet naar tevredenheid plaatsgevonden, dan kan de klacht worden gedeponeerd bij de Klachtencommissie van de Vereniging Bijzondere Scholen (VBS). Voor klachten die betrekking hebben op seksuele intimidatie kunt u ook terecht bij de speciaal hiervoor aangestelde vertrouwensinspecteur. Voor Nederlandse scholen in het buitenland is dit het Centraal Meldpunt Vertrouwensinspecteurs. De contactgegevens vindt u achter in de schoolgids.

6.5 Inspraak De ouders kunnen direct betrokken zijn bij de school door deel uit te maken van het bestuur of een van de verschillende commissies. Onze school is een vereniging die eenmaal per jaar een algemene ledenvergadering houdt, waarin het bestuur verslag uitbrengt over de gang van zaken binnen de vereniging/school en het gevoerde beleid. De leden hebben tijdens deze vergadering de mogelijkheid tot inspraak en kunnen zich kandidaatstellen voor het bestuur of een van de commissies.



Pagina 20

7.

Kwaliteitszorg

7.1 Kwaliteitszorgbeleid Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. De nadruk ligt daarbij op de leerontwikkeling van de kinderen en het onderwijs dat wij geven. Dit kwaliteitsbeleid leggen we telkens voor een periode van vier jaar vast in ons schoolplan. We proberen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door daar waar nodig eventuele aanpassingen en of verbeteringen door te voeren. Hierbij maken we onder andere gebruik van het leerlingvolgsysteem. Op basis van de resultaten van de leerlingen kijken we of de kwaliteit van het totale onderwijsaanbod op peil blijft en of er voldoende voorzieningen zijn voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De geboekte resultaten zijn in hoofdstuk 8 opgenomen. Inspectiebezoek Op 17, 18 en 19 januari 2012 heeft de inspecteur van het onderwijs, dhr. drs. R.W.M. Roozenburg onze school bezocht. Bij het vierjaarlijkse bezoek worden in beginsel de opbrengsten, de kwaliteitszorg en de zorg en begeleiding onderzocht. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, de voorwaarden voor kwaliteitszorg, het leerstofaanbod, de leertijd, het pedagogisch klimaat, het didactisch handelen van leraren, het schoolklimaat, de leerlingenzorg, toetsen, tests, opdrachten en examens. Ook gaat de inspectie na of de schoolgids en het schoolplan ingeleverd zijn, en of de school voldoet aan de wettelijk vastgelegde onderwijstijd. Uitkomsten van het periodiek kwaliteitsonderzoek: Uit het kwaliteitsprofiel blijkt, dat de inspectie van oordeel is, dat de school een voldoende tot goede kwaliteit realiseert. Sterke kanten zijn het schoolklimaat en de betrokkenheid van leerlingen en ouders bij het onderwijs. In een kleine gemeenschap is dat een factor van belang. In vergelijking met het onderzoek uit 2008 heeft de school, door extra aandacht, diverse onderdelen weten te verbeteren. Het leerstofaanbod, de zorg voor leerlingen en de kwaliteitszorg zijn nu in orde. Het team en het bestuur werken constructief aan de realisering van goed onderwijs. De ouders, met wie de inspectie heeft gesproken, zijn betrokken bij en tevreden over het onderwijs. Ze ervaren de school als duidelijk en laagdrempelig, waardoor contacten soepel verlopen. De kinderen gaan doorgaans graag naar de lessen. De leraren informeren de ouders in voldoende mate over de voortgang van hun kinderen en de ontwikkelingen in het onderwijs. De oordelen van de inspectie leiden tot een basisarrangement. Dat wil zeggen dat de inspectie vertrouwen heeft in de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs en dat zij deze in beginsel over vier jaar opnieuw zal onderzoeken. Op de internetpagina van onze school zijn de volledige rapporten te lezen (www.tulp.gr). NOB-bezoek Het bezoek aan de school is op verzoek van het bestuur verzet van november 2012 naar mei 2012. Op 21 en 22 mei j.l. hebben Hanneke Kadijk en Marlou Bijlhout onze school bezocht. De school staat, in verband met een sterk teruglopend leerlingaantal, voor een aantal belangrijke keuzes. Daarnaast ondervond het bestuur structureel terugkerende problemen betreffende de interne communicatie met het leerkrachtenteam. De NOB heeft gesprekken gevoerd met zowel het bestuur als het leerkrachtenteam en concludeert dat de school wordt gesteund door zeer gemotiveerde mensen. Echter door negatieve omgevingsfactoren (o.a. economische crisis, teruglopend leerlingaantal) wordt er van iedereen meer verwacht. Het bestuur moet de financiele positie van de school bewaken en de leerkrachten moeten door het samenvoegen van groepen meer gedifferentieerd werken. De adviezen die we hebben gekregen zijn:  toekomstvisie van de school bepalen (uitbreiding van lesaanbod)  vastleggen van rolverdeling, verantwoordelijkheden en werkafspraken  duidelijkheid creëren in de besluitvormingsprocedure (helder en inzichtelijk)  effectief vergaderen (doelen stellen) De school kost iedereen momenteel veel tijd en aandacht. Door de aandachtspunten in praktijk te brengen komt meer tijd vrij voor toekomstplannen en -mogelijkheden ten gunste van de school. Het bezoek van Hanneke en Marlou hebben we als zeer positief ervaren en verwachten dat de adviezen leiden naar de oplossingen die de school nodig heeft.



Pagina 21

Ouderenquête: Uit de laatste ouderenquête van 2010 zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen:  Jaarvergadering en informatiebijeenkomsten plannen in samenspraak met de ouders om zo deelname te vergroten; Bij het plannen van vergaderingen en informatiebijeenkomsten wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ouders.  Verbeteren van de communicatie en informatievoorziening richting ouders; Het twee-maandelijkse schoolblad ‘De Hollandse Nieuwe’ is vanaf het schooljaar 2011-2012 vervangen door een maandelijkse digitale nieuwsbrief, welke tevens op de website wordt gepubliceerd.  Het opstellen van een pestprotocol. Schooljaar 2011-2012 is het pestprotocol opgesteld, welke onderdeel is van het veiligheidsplan.

7.2 Ontwikkelingen in de school Evaluatie van verbeterdoelen  Oriëntatie op/en aanschaf van nieuw lesmateriaal Voortgezet Onderwijs: We hebben verschillende methodes onderzocht (zie verbeterplan). We hebben gekozen voor ‘Online Nederlands’ van Edufax. Mocht ‘Online-Nederlands’ om welke reden dan ook komen te vervallen, dan kiezen we voor ‘Talent’, de HAVO-VWO lijn.  ICT (Informatie en Communicatie Technologie). De leerlingen van groep 4 t/m VO-2 zijn in september begonnen met een nieuwe, nog in ontwikkeling zijnde, digitale Nederlandse taalmethode ‘Online Nederlands’. Zij maken naast gewone opdrachten uit leeren werkboeken ook opdrachten op de computer. De leerlingen van de groepen 1 t/m 3 zijn in eerste instantie in de klas bezig geweest met het programma en hebben opdrachten gemaakt. Eind november hebben wij voor alle groepen informatiebijeenkomsten voor de ouders georganiseerd en het ‘OnlineNederlands’ programma uitgelegd. Vanaf dat moment kregen ook de kinderen van groep 1 t/m 3 een eigen inlogcode, zodat ouders thuis samen met hun kind “boekjes” konden lezen, educatieve spelletjes konden spelen en filmpjes bekijken. De computer is niet meer weg te denken uit ons leven en wij zien het dan ook als aanvulling op de standaard manier van aanbieden van het Nederlands. Ook voor het schooljaar 2012-2013 zullen wij opnieuw als pilot-school gebruik maken van ‘OnlineNederlands’. Wij blijven de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT nauwlettend volgen en we nemen het dan ook weer op in de plannen voor dit schooljaar.  Updaten LOVS Voor groep 2 en 2a is de Cito Taaltoets voor kleuters aangeschaft en voor groep 4 Technisch lezen en woordenschat toetsen. Deze toetsen zijn ook dit schooljaar afgenomen.  Veiligheidsplan We hebben de veiligheid op school onder de loep genomen en een officieel veiligheidsbeleid en calamiteitenplan gemaakt. Onderdeel van dit plan is het pestprotocol, hetgeen met ingang van schooljaar 2012-2013 in werking treedt.  Verbeterplan activerende werkvormen Eén van onze leerkrachten heeft in juli 2011 de cursus ‘coöperatief leren’ gevolgd. Zij is met een aantal coöperatieve werkvormen in haar groepen aan het werk gegaan. Ze heeft gemerkt dat het leren op een actieve manier zeer snel en effectief gaat. De leerlingen vonden deze manier van werken leuk, het bracht beweging en interactie met zich mee. Verder was het een voordeel dat coöperatieve werkvormen niveauoverstijgend kunnen werken. De combinatiegroepen hebben op deze manier gezamelijke leermomenten die én leerzaam én groepsversterkend zijn. De positieve ervaringen die de leerkracht met deze werkvormen heeft zullen verwerkt worden in het programma ‘Online-Nederlands’ zodat alle leerkrachten hiermee kunnen gaan werken. Zo krijgt het Blended Learning meer inhoudelijke uitwerking: een gedeelte van de leerstof wordt aangeboden binnen het programma, met aanvulling (waar nodig) in de klas middels coöperatieve werkvormen.  Creëren van netwerken Contacten zijn gelegd met andere buitenlandse verenigingen/scholen. Doel hiervan was hen onderdak te bieden om daarmee onze huisvestingskosten te verlagen. Dit houdt onze aandacht.



Pagina 22

Plannen komend schooljaar  Updaten LOVS Voor groep 5 Technisch lezen en woordenschat toetsen van de Cito.  ICT (Informatie en Communicatie Technologie).  Voorbereiding op invoering van extra schooljaar voor de VO, de zogenaamde VO-3.  Stimuleren van zowel de ouderparticipatie als de ouderbetrokkenheid bij de school. 7.3 Relatie school met omgeving In Griekenland hebben wij regelmatig contact met collegae van andere NTC-scholen. Dit gebeurt onder meer tijdens de 2-jaarlijkse bijeenkomst in Athene en via Hyves. Afgelopen schooljaar zijn twee bijeenkomsten voor de NTC-scholen Kreta gehouden. Tijdens de eerste bijeenkomst (november 2011) kwamen alleen de besturen van de vijf scholen bijeen en stonden o.a. de volgende punten op de agenda:  besturen van de school, verdelen van de werkdruk en werven van nieuwe bestuursleden  het inspectiebezoek januari 2012  activiteitenverslag (document bij subsidieaanvraag St. NOB) In februari 2012 is de bijeenkomst gehouden voor zowel de besturen als de leerkrachten waarbij ondergenoemde onderwerpen uitgebreid aan de orde zijn geweest:  toekomst(plannen) ivm dalend leerlingaantal  evaluatie inspectiebezoek  culturele activiteiten  uitwisselen informatie m.b.t. lesmaterialen  ICT in het onderwijs (‘Online Nederlands en Blended Learning) Het uitwisselen van informatie en kennis wordt telkens weer als zeer positief ervaren.

De stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) bezoekt onze school elke vijf jaar. Zij verleent subsidie aan Nederlandse scholen in het buitenland in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De stichting NOB is tevens een adviesorgaan en wil daarom graag gesprekspartner zijn voor de Nederlandse scholen in het buitenland voor zowel onderwijskundige- als bestuursvragen. Wij maken graag gebruik van de mogelijkheid hen advies te vragen en onderhouden via e-mail en skype contacten met hen. De website van de st. NOB is een informatiebron voor ouders, schoolteams en besturen. ‘Mijn school’ is een onderdeel van deze website en is dé virtuele ontmoetingsplek voor leerkrachten, directie en bestuursleden van Nederlandse scholen in het buitenland.



Pagina 23

8.

Resultaten van het onderwijs

8.1 Cijfers over vorderingen in basisvaardigheden In het PO hanteren wij delen van het Cito-leerling-onderwijsvolgsysteem (LOVS). Tot vorig jaar trof u in onze schoolgids de gemiddelde scores per schooljaar per groep aan, maar gelet op het dalende aantal leerlingen en het waarborgen van de privacy vermelden wij vanaf dit schooljaar de scores alleen op schoolniveau. De scores op schoolniveau 2011-2012 Leerstofgebied Toets

Taal Woordenschat Technisch lezen Begrijpend lezen* Spelling*

Taaltoets voor kleuters Woordenschattoets * Leeswoordenschat Leestechniek /-tempo LOVS-Begrijpend lezen LOVS Spelling

De scores op schoolniveau 2010-2011 Leerstofgebied Toets

Taal

Taaltoets voor kleuters Woordenschattoets 1 Woordenschat Leeswoordenschat Technisch lezen Leestechniek /-tempo Begrijpend lezen* LOVS-Begrijpend lezen Spelling* LOVS Spelling * zijn nieuwe Cito-LOVS-toetsen

Groep

2 + 2a 3 en 4 5 t/m 8 3 t/m 8 4 t/m 8 3 t/m 8

Groep

2 + 2a 3 en 4 5 t/m 8 3 t/m 8 4 t/m 8 3 t/m 8

Aantal toetsen afgenomen 2011-2012 12 12 25 30 23 50

score A,BC of I t/m IV

Aantal toetsen afgenomen 2010-2011 17 13 34 33 29 61

score A,BC of I t/m IV

Examenresultaten mei 2011 In mei 2011 namen 17 leerlingen deel aan in totaal 29 CNaVT-examens Profielexamens PTIT PMT PTHO Deelnemers 9 13 4 Certificaten 9 13 4 % Geslaagd 100 100 100

83% 50% 46% 83% 78% 82%

88% 46% 53% 76% 79% 69%

PAT 3 3 100

In juni 2011 verlieten de 4 VO-2-leerlingen de school in het bezit van PAT en/of PTHO. Van de VO-1 verlieten 4 leerlingen onze school in het bezit van het PMT-certificaat, 1 daarvan ging naar Nederland. De andere 9 leerlingen uit de VO-1 stroomden door naar VO-2. Examen(resultaten) mei 2012 In mei 2012 hebben 10 leerlingen deelgenomen aan de verschillende CNaVT-examens, in totaal zijn er 17 examens afgenomen. De uitslagen zijn in augustus bekend. Profielexamens PTIT PMT PTHO PAT Deelnemers 3 3 7 4



Pagina 24

8.2 Context: uitleg bij vorderingen basisvaardigheden (zie 8.1) In de vorige paragraaf heeft u de gemiddelde cijfers van de Cito-LOVS-toetsen gelezen. De Cito-LOVS-toetsen geven een beeld van het niveau van onze leerlingen in vergelijking met de normgroep in Nederland. De behaalde toetsscores worden in 5 niveaugroepen verdeeld: Niveau A: Goed tot zeer goed Niveau B: Ruim voldoende tot goed Niveau C: Matig tot ruim voldoende Niveau D: Zwak tot matig Niveau E: Zeer zwak tot zwak De nieuwe Cito-LOVS-toetsen hebben een nieuwe indeling van niveau I t/m V (Romeinse cijfers). Deze indeling is gebruikt bij de begrijpend lezen en spellingstoetsen. Met ingang van schooljaar 2010-2011 gaan we deze nieuwe indeling gebruiken. Voor de oude toetsen blijven we uitgaan van de A t/m E indeling. Bij de indeling in de niveaus I t/m V wordt uitgegaan van vijf groepen van 20% Niveau I:: Ver boven het gemiddelde Niveau II: Boven het gemiddelde Niveau III: De gemiddelde groep leerlingen Niveau IV: Onder het gemiddelde Niveau V: Ver onder het gemiddelde De toetsen hebben met name een signalerende functie, zowel op leerling- als op groeps- en schoolniveau.  Op leerling-niveau wordt nagegaan of de leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt zijn. Indien een individuele leerling D of E (nieuwe indeling V ) scoorde wordt in principe een handelingsplan opgesteld. (zie paragraaf 8.3 specifieke zorg voor de leerling)  Op groeps- en schoolniveau kan er op basis van de gezamenlijke leerling-resultaten een uitspraak gedaan worden over de kwaliteit. De school gebruikt de toetsgegevens om te kijken of we onze functies vervult en doelstellingen bereikt hebben. Onze school streeft ernaar om 80% van de leerlingen per leerstofgebied een niveau te laten behalen dat gemiddeld op score I t/m IV of bij oude indeling 75% A t/m C van het Cito ligt (zie hoofdstuk 4.2). de Zoals u kunt zien in de 1 tabel halen wij bij de woordenschat het streefniveau niet. We constateren, al jaren, dat dit voor onze leerlingen zeer moeilijk is. Woordenschat zal dan ook komend schooljaar onze aandacht blijven houden. De diverse acties die zijn ondernomen (handelingsplannen en ‘Online-Nederlands’) hebben er toe geleid dat, in tegenstelling tot het vorige schooljaar, het streefniveau voor de spelling dit jaar is bereikt. 8.3 Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen Indien een individuele leerling D of E (nieuwe indeling V ) op een Citotoets scoort, wordt in principe een handelingsplan opgesteld. De uitvoering van deze handelingsplannen wordt thuis gedaan. Daartoe heeft de leerkracht overleg met de ouder, die de uitvoer van het plan zal begeleiden. De leerkracht is eindverantwoordelijk voor de uitvoering, maar voor de ouder is een belangrijke rol weggelegd. Vanaf maart 2012 hebben de leerlingen met een lage score op de (lees)woordenschattoets iedere week de woordenschatlessen gemaakt die behoren bij Nieuwsbegrip(-XL). Voor (werkwoord)spelling hebben vier leerlingen een handelingsplan gekregen, drie leerlingen scoorden daarna beter op de methodegebonden toetsen. N.a.v. de Cito-toetsen voor begrijpend lezen heeft één leerling een handelingsplan gehad. Aan het einde van het schooljaar scoorde deze leerling voldoende op de eindtoets van Nieuwsbegrip. Eén leerling krijgt extra opdrachten mee voor in de zomervakantie. Uit inspectie rapport: “De eindopbrengsten liggen op een voldoende niveau. Dat wil zeggen dat de leerlingen aan het eind van groep 8 op het niveau scoren dat op grond van hun kenmerken en situatie mag worden verwacht. De tussentijdse opbrengsten van de meeste leerlingen liggen eveneens op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht. Dat betekent dat de toetsresultaten van leerlingen iets onder het niveau van leerlingen in Nederland liggen. Dat is begrijpelijk, omdat zij opgroeien in een Griekse (taal)omgeving.“



Pagina 25

De inspectie beoordeelt in dit onderzoek als eindopbrengsten de resultaten van leerlingen op het afsluitende examen. Dat is op onze school één van de niveaus van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT). Deze opbrengsten liggen voor individuele leerlingen op een verschillend, maar voldoende niveau. Het uiteindelijk niveau is afhankelijk van de inzet en mogelijkheden van de leerling en de beheersing van de Nederlandse taal. 8.4 Cijfers van uitstroom leerlingen I.v.m. de onzekere situatie in Griekenland zijn een aantal gezinnen naar Nederland verhuisd. Dit heeft geleid tot de tussentijdse uitstroom van leerlingen gedurende het schooljaar 2011-2012. Vijf leerlingen zijn verhuisd naar Nederland, één leerling is met de Nederlandse lessen gestopt op advies van de leerkracht, en één leerling is naar de NTC-school in Chersonissos gegaan. Deze zomervakantie verhuizen weer vier gezinnen naar Nederland/België hetgeen betekent dat opnieuw zes leerlingen gaan uitstromen.



Pagina 26

9. 9.1

Praktische zaken Voorlopig lesrooster 2012/13:

Tot de kerst maandag

dinsdag van

tot

groep 1en 2 en 2a

16.00-18.00

groep 3

18.30-19.30

groep 4

woensdag

donderdag

van

van

tot

tot

tot

17.30-18.30

groep 5 en 6

16.30-18.00

18.00-19.30

groep 7 en 8

18.00-19.30

16.30-18.00 16.30-18.00

groep VO-2

van

16.30-17.30 16.30-18.00

groep VO-1

vrijdag

19.30-20.30

17.30-19.00 18.00-19.30

Na de kerst maandag

dinsdag van

groep 1en 2 groep 2a en 3

tot

woensdag

donderdag

van

van

tot

tot

van

tot

16.00-18.00 *

18.00-19.30

groep 4

16.30-18.00 16.30-18.00

17.30-18.30

groep 5 en 6

16.30-18.00

18.00-19.30

groep 7 en 8

18.00-19.30

16.30-18.00

groep VO-1 groep VO-2 *

vrijdag

16.30-18.00 19.30-20.30

17.30-19.00 18.00-19.30

tot kern 2 begint groep 2a de les zonder groep 3. Groep 3 zal na een half uur binnenkomen.

Leerkrachten:

Evelyn Ieronymaki – Roozen Esther Poulaki – Van de Donk Inge Foukaki – Kaemingk

groep 1 t/m 4 groep 5 t/m 6 groep 7, 8, V0-1 en VO-2

9.2 Veiligheid Het schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid om een omgeving te creëren waarin voor het schoolteam en de leerlingen een prettig en veilig werken leerklimaat bestaat. Sociale veiligheid betreft het opstellen van gedragsregels binnen de school. Welke gedragingen acceptabel zijn en welke niet worden helder geformuleerd in het schoolreglement en de huisregels van de school. Hierbij zijn bestuur en leerkrachten zich bewust van hun voorbeeldfunctie en streven naar het scheppen van duidelijkheid omtrent gedrag naar leerlingen en ouders. Fysieke veiligheid betreft de risico’s die zich voordoen in het leslokaal of rondom de school. Ons gebouw is dan ook aardbevingbestendig met een pleintje ervoor. Dit betekent dat de leerlingen op een veilige manier arriveren en vertrekken bij de school. In de school zijn kastjes met gevaarlijke stoffen met een kinderslot vergrendeld en wordt een uitdrukkelijk beroep gedaan op de aanwezige ouders om kleine, wachtende kinderen in de gaten te houden. De aanwezige brandblusapparaten staan in de hal en de keuken van de school, op een veilige en zichtbare plek, opgesteld. Een en ander staat tevens nader uitgelegd in het veiligheidsbeleid van de school.



Pagina 27

9.3

Vakantierooster 2012/2013

Eerste schooldag:

dinsdag 4 september 2012

Ochi-dag:

zondag 28 oktober 2012

Kerstvakantie:

zaterdag 22 december 2012 tot en met maandag 7 januari 2013

Schone maandag:

maandag 18 maart 2013

Algemene vrije dag

maandag 25 maart 2013

Paasvakantie:

maandag 29 april tot en met zondag 12 mei 2013 (CNaVT-examens!) vrijdag 14 juni 2013

Laatste schooldag:

9.4 Naschoolse activiteiten voor leerlingen In het activiteitenprogramma worden de naschoolse activiteiten opgenomen en via een nieuwsbrief aan de leerlingen en ouders verstrekt. De school heeft het streven om voor elke doelgroep twee buitenschoolse activiteiten te organiseren. De activiteiten worden zoveel mogelijk kostendekkend uitgevoerd. Per deelnemende leerling wordt een kleine bijdrage gevraagd. Tevens wordt jaarlijks tijdens een van de feesten een loterij gehouden, de opbrengst wordt gebruikt om verschillende activiteiten te bekostigen. 9.5 Ouderbijdrage De ouderbijdrage is voor het schooljaar 2012-2013 vastgesteld op Euro 230,= per leerling. Ons bewustzijnd van de financiële situatie van veel gezinnen heeft geen verhoging plaatsgevonden. Het bedrag kan in 1 termijn worden betaald (in oktober 2012) of in 2 termijnen (oktober 2012 en in februari 2013). Betaling kan door middel van een contante betaling of via een bankstorting. Wanneer een leerling tijdens het schooljaar uitstroomt dan dient een opzegtermijn van 4 weken in acht genomen te worden. De ouderbijdrage blijft verschuldigd tot de datum van uitschrijving door de school. Het schoolgeld wordt gebruikt voor het aanschaffen van o.a. leermiddelen en schoolbenodigdheden, salarissen en bijscholing leerkrachten, de huur van het gebouw en overige kosten. Naast het schoolgeld van de ouders ontvangt de school subsidie via de Stichting NOB. Het bestuur geeft op de jaarvergadering inzicht in de besteding van de gelden en de financiële situatie van de school. Bij de jaarlijkse subsidieaanvraag legt de school financiële verantwoording af aan de Stichting NOB met betrekking tot besteding van de ontvangen gelden van het afgelopen schooljaar. De ouders van de leerlingen zijn lid van de vereniging ‘NTC de Tulpen-Bolletjes’ en betalen een contributie van € 30,- per gezin per jaar. 9.6 Schoolverzekering Onze school is aangesloten bij de Stichting NOB en heeft daardoor automatisch een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA). Deze verzekering dekt de zogenaamde zaak- of letselschade aan derden die is toegebracht door een personeelslid die onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur werkzaamheden verrichten. Voor leerlingen dekt deze verzekering de schade die zij veroorzaken wanneer zij onder toezicht van de school staan (zowel op het terrein van de school alswel tijdens uitstapjes in klassenverband). Daarnaast heeft de Vereniging Nederlanders op Kreta (VNK; de rechtspersoon in Griekenland) een WAverzekering die lokaal is afgesloten. Deze verzekering dekt de schade veroorzaakt door personen die bij onze de school werkzaam zijn of degene die namens de school activiteiten organiseren. Schade aan derden veroorzaakt door betrokkenen buiten de schooluren is niet gedekt. De school heeft geen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten via de stichting NOB, omdat in onze situatie het Griekse recht van toepassing is.



Pagina 28

9.7 Sponsoring en pr De school wordt incidenteel gesponsord door locale bedrijven uit Heraklion en omgeving. Als dank voor donatie kunnen genoemde bedrijven een bedrijfsadvertentie plaatsen op de website van de school. Bij de organisatie van activiteiten en de jaarlijkse loterij wordt er actief gezocht naar sponsoren. Meestal zijn dit personen en bedrijven die producten in natura doneren, waardoor bepaalde festiviteiten kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. In het schooljaar 2011-12 werd het gebruik van computers tijdens de les uitgebreid (Online Nederlands). Via persoonlijke, Nederlandse contacten zijn 9 tweedehands computers aan onze school gedoneerd. Ook het vervoer naar Kreta werd gratis uitgevoerd door hetzelfde transportbedrijf dat elk jaar het bestelde lesmateriaal van Nederland naar Kreta vervoert. We proberen de onkosten/uitgaven zo goed mogelijk in de hand te houden en te kijken waar bezuinigd kan worden zonder dat de kwaliteit van het onderwijs in gevaar komt. De bibliotheek Rotterdam was een enorme kostenpost en daarom is het abonnement opgezegd. N.a.v. een door het bestuur opgezette aktie in augustus 2011 hebben verschillende uitgeverijen en auteurs de leesboeken geschonken aan de school. Daarnaast worden leesboeken 2 hands gekocht wat een flinke besparing oplevert.



Pagina 29

10.

Namen en adressen

10.1 Externe contacten Onze school maakt deel uit van een groter netwerk: Via Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland ontvangt onze school een financiële stimulans – in de vorm van subsidie – van de Nederlandse overheid. Ook biedt Stichting NOB ons advies op onder meer onderwijskundig en bestuurlijk gebied. De kwaliteit van het onderwijs wordt beoordeeld door de Nederlandse onderwijsinspectie. Wij zijn niet de enige school Nederlandse school in het buitenland. Over de gehele wereld zijn er ruim 200 scholen die onderwijs verzorgen dat zich richt op volledig dagonderwijs of de Nederlandse taal en cultuur (NTC). Met de NTC-scholen op Kreta onderhouden wij goede contacten en jaarlijks komen wij bijeen om informatie uit te wisselen en kennis met elkaar te delen. In principe bezoekt een afvaardiging van onze school de 2-jaarlijkse regio-bijeenkomst in Athene, waar alle scholen binnen Griekenland elkaar treffen.

Rijksinspectiekantoor Breda Team Buitenland Postbus 7447 4800 GK Breda e-mail Team Buitenland: [email protected] website: www.onderwijsinspectie.nl Telefoon vragen van ouders over onderwijs in het buitenland: 0031 77 46 56 767 Vertrouwensinspecteur (voor meldingen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; extremisme en radicalisering) Rijksinspectiekantoor Utrecht T: 0031 30 670 6001 W: www.onderwijsinspectie.nl Zoek op ‘vertrouwensinspecteurs’ Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Stichting NOB) Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg Nederland T: + 31 70 386 66 46 W: www.stichtingnob.nl E: [email protected] Landelijke Klachtencommissie Vereniging Bijzondere Scholen (VBS) (voor klachten van ouders en scholen die de schoolinterne klachtenprocedure al doorlopen zijn) Postbus 95572 2509 CN Den Haag Tel: + 31 70 331 52 26 Email: [email protected] W: www.vbs.nl Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) Centrum voor Taal & Onderwijs CNaVT-secretariaat Blijde Inkomstenstraat 7 bus 3319 B-3000 Leuven België Tel. : +32 16 32 55 25 Fax: +32 16 32 55 12 e-mail [email protected] W: www.cnavt.org



Pagina 30

Consulaat van het Koninkrijk der Nederlanden Consul: Dhr. I. Vardinogiannis Dimokratias 11 71316 Heraklion Telefoon: 2810 – 241 700 Fax: 2810 – 226 513 Consulaat van België Ere-consul : M. Y. Maebe Meteoron 10 71307 Heraklion Telefoon: 2810-330 404

10.2. Contactgegevens commissieleden van de school: Oudercommissie Karen Beijer e-mail: [email protected] Activiteitencommissie Monique Pedioti Kascontrolecommissie Guus Vergnes Josee Vooren Bibliotheekcommissie Anneke Karida – Otten Redactie ‘Hollandse-Nieuwe’/ digitale nieuwsbrieven Etty Kitsou – Hartholt e-mail: [email protected]

Webmaster www.tulp.gr Leen Patsianotaki – Sevrijnck



Pagina 31

Bijlage 1

De profielen Certificaat Nederlands als Vreemde Taal

Het certificatenstelsel bestaat met ingang van 2006 uit zes profielen. 1. Profiel academische taalvaardigheid (PAT): bedoeld voor mensen die aan het einde van een opleiding Nederlands als vreemde taal staan of aan het begin van een loopbaan als docent Nederlands als vreemde taal. Zij moeten kunnen omgaan met mondelinge en schriftelijke teksten op academisch niveau. 2. Profiel professionele taalvaardigheid (PPT): bedoeld voor mensen die het Nederlands nodig hebben binnen administratieve en dienstverlenende functies zoals administratief medewerker, informaticus, vertegenwoordiger, reisleider, telefonist, bankbediende, receptionist, boekhouder, etc. 3. Profiel maatschappelijke taalvaardigheid (PMT): bedoeld voor mensen die interesse hebben voor de Nederlandse taal (en cultuur) en Nederlandse teksten als krantenartikelen en nieuwsberichten willen begrijpen. Daarnaast is het profiel ook geschikt voor mensen die voor een langere periode in het Nederlandse taalgebied willen verblijven en tijdens dat verblijf Nederlands willen begrijpen en gebruiken. 4. Profiel toeristische en informele taalvaardigheid (PTIT): bedoeld voor mensen die contacten (willen) aangaan of onderhouden met Nederlandstalige familie of vrienden, voor mensen die zich als toerist in het Nederlands willen redden of voor mensen die in een niet-professionele context met Nederlandstalige toeristen in hun eigen land willen communiceren. 5. Profiel Taalvaardigheid in Praktische Beroepen (PTPB): bedoeld voor mensen die het Nederlands nodig hebben om te kunnen functioneren in praktijkgerichte beroepen (bijvoorbeeld lasser, elektricien, arbeider in de textielsector maar ook chauffeur, magazijnbediende, tuinman, verzorger, restauranthulp) en die willen leren professioneel redzaam te zijn op de werkvloer of voor jonge mensen die een lagere beroepsopleiding achter de rug hebben en die willen instromen in het hoger middelbaar beroepsonderwijs. 6. Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO): bedoeld voor mensen die van plan zijn zich in te schrijven aan een Nederlandstalige universiteit of hogeschool om er lessen bij te wonen en een getuigschrift of diploma te halen. Zij moeten mondeling en schriftelijk kunnen omgaan met theoretische, wetenschappelijke of academische teksten, afhankelijk van de instelling waar les wordt gevolgd (hogeschool of universiteit). Voor elk profiel wordt één examen ontwikkeld waarvoor een certificaat behaald kan worden. Deze worden gerelateerd aan het door de Council of Europe ontwikkelde Common European Framework of Reference (CEFR) en aan de niveaus van de Association of Language Testers in Europe (ALTE), waarvan het CNaVT lid is. Onderstaand schema vat dat samen. DE CNaVT profielen en de CEFR niveaus

In de VO-1 worden PTIT en/of PMT afgenomen. In de VO-2 worden (PTIT/PMT) PTHO en/of PAT afgenomen.

C2 PAT

C1

PPT PTHO

B2 B1 A2

PMT PTIT PTPB

A1 PROFIEL



Pagina 32

Heraklion NTC Primair- en Voortgezet onderwijs

Recommend Documents