Stageopdracht ‘Plannen van zorg’ Afdeling: De Kade – screeningsunit Novawhere, Purmerend Naam: Eline Fuhren Stagebegeleidster: Carla Bregman Docentbegeleidster: Martina Wolf Praktijkbegeleidster: Ingrid Flik Stageperiode: 5 september – 1 februari 500640542 2012-2013
Inhoudsopgave
Inleiding
Blz. 3
Voorbereiding en uitvoering opdracht ‘plannen van zorg’
Blz. 4
Verpleegplan o Casus o Functionele gezondheidspatronen - het ordenen van gegevens o Clusteren o Hypothetische diagnosen o Definitieve diagnose o PES o Prognose o Resultaatsklasse o Beoogd resultaat - resultaat stellen o Interventies selecteren o Definitieve interventies o Resultaat evalueren
Blz. 7 Blz. 9 Blz. 11 Blz. 12 Blz. 13 Blz. 13 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 18 Blz. 19
Bronnenlijst
Blz. 20
2 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Inleiding Ik ben Eline Fuhren en ik ben HBO verpleegkundige student aan de Hogeschool van Amsterdam. Op dit moment zit ik het tweede jaar van mijn opleiding en loop ik mijn tweede stage, gedurende 20 weken, in verpleeghuis Novawhere in Purmerend. Ik loop daar stage op afdeling de Kade, de screeningsunit. Op deze unit worden cliënten op cognitief gebied gescreend en wordt gekeken wat de beste woonsituatie voor een cliënt zou zijn. Op deze unit is plaats voor 10 bewoners en één crisisopname. Gedurende deze stage moet ik werken aan verschillende stage opdrachten. Het opstellen van een verpleegplan voor een niet complexe zorgvrager is hier één van. Samen met mijn werkbegeleidster heb ik een zorgvrager uitgekozen waar ik mijn verpleegplan voor op ga stellen. Dit verpleegplan moet worden opgesteld volgens de methode die we hebben geleerd tijdens de cursus Klinisch Redeneren 1 en 2 (Marjory Gordon). Voordat ik aan deze opdracht begonnen ben, heb ik voor mezelf een planning gemaakt van hoe en wanneer ik te werk zal gaan. Deze zal na deze bladzijde te zien zijn. Na het maken van de planning ben ik begonnen met het opzoeken en verzamelen van informatie over de betreffende zorgvrager. Dit heb ik gedaan door middel van het doorlezen van het cliëntendossier, collega’s te vragen naar bijzonderheden, het zorgplan door te lezen en door familie af en toe vragen te stellen als er onduidelijkheden waren. De gegevens die ik heb verkregen door middel van de genoemde acties, heb ik onderverdeeld in de 11 gezondheidspatronen van Gordon. Deze gegevens heb ik vervolgens geclusterd, zodat het duidelijk wordt waar er problemen bestaan. Na te hebben geclusterd heb ik de hypothetische- en daarna de definitieve diagnose opgesteld, een prognose bepaald en een beoogd resultaat opgesteld. Hierna heb ik de interventies geselecteerd en uitgevoerd. Als laatste zal ik het resultaat van het verpleegplan evalueren. Dit zal ik doen doormiddel van collega’s te vragen hoe zij vinden dat het met de zorgvrager gaat na het opgestelde verpleegplan en de uitgevoerde interventies. In mijn stagewerkplan staat dat ik deze opdracht in week 14 wilde evalueren. Dit is door onderschatting van de zwaarte van de stage helaas niet gelukt. Dit heb ik daardoor bijgesteld naar week 16, zodat ik zo optimaal mogelijk verpleegplan zou kunnen opstellen.
3 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Voorbereiding en uitvoering opdracht ‘plannen van zorg’ Zoals ik in de inleiding al zei, heb ik een planning voor mezelf gemaakt. Deze planning zag er als volgt uit: Planning maken Cliëntendossier lezen, collega’s vragen naar onduidelijkheden, zorgplan lezen en familie zo nodig vragen stellen. Het indelen van de verkregen informatie in de functionele gezondheidspatronen Clusteren Voorlopige diagnose stellen Definitieve diagnose stellen (PES-structuur) Prognose bepalen Resultaatsklasse bepalen Beoogd resultaat vaststellen Interventies selecteren Definitieve keuze maken m.b.t. verpleegkundige interventies Evalueren van verpleegkundig proces Productevaluatie Structuurevaluatie Procesevaluatie Consequenties van de evaluatie
12 november – 16 november 2012 19 november – 23 november 2012 23 november 2012 23 november 2012 26 november 2012 29 november 2012 3 december 2012 5 december 2012 5 december 2012 12 december 2012 14 december 2012 14 januari 2013 of eerder
14 januari 2013 of eerder
Hieronder zal ik concretiseren op welke manier ik het maken van de opdracht ga aanpakken. Activiteit Cliëntendossier lezen, collega’s vragen naar onduidelijkheden, zorgplan lezen en familie zo nodig vragen stellen. Het indelen van de verkregen informatie in de functionele gezondheidspatronen Clusteren Voorlopige diagnose stellen
Manier van aanpakken Ik zal de verkregen informatie van collega’s gebruiken, het zorgplan lezen, het cliëntendossier lezen en de ontbrekende informatie zal ik bij de patiënt of zijn familie verkrijgen. Hierbij zal ik mijn schoolboeken gebruiken om te kijken wat precies waar onder geplaatst moet worden. Ik zal de verkregen informatie verdelen onder verschillende belangrijke clusters. Voor het stellen van de voorlopige diagnose, bekijk ik de verschillende symptomen en bekijk ik in mijn schoolboeken welke diagnoses erbij 4
Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Definitieve diagnose stellen (PES-structuur) Prognose bepalen
Resultaatsklasse bepalen
Beoogd resultaat vaststellen
Interventies selecteren
Definitieve keuze maken m.b.t. verpleegkundige interventies
Evalueren van verpleegkundig proces Productevaluatie Structuurevaluatie Procesevaluatie Consequenties van de evaluatie
kunnen passen. M.b.v. de PES-structuur zal ik de definitieve diagnose stellen. Om de prognose te bepalen ga ik de rapportages van de patiënt na lezen, en ga ik na wat ik bij de patiënt gezien heb aan opvallende items die binnen de 4 gebieden passen. Om de resultaatsklasse te bepalen ga ik bekijken welke richting haalbaar is voor de patiënt en zijn verpleegprobleem. Voor het vaststellen van het beoogd resultaat zal ik bedenken wat haalbaar is voor de patiënt en wat we willen bereiken. De interventies zal ik zodanig selecteren dat zij passen bij de patiënt en dat ze haalbaar zijn voor zowel de patiënt als voor de verpleegkundige op de afdeling. Ik zal verschillende interventies overwegen en afwegen met elkaar. Zodat we tot verantwoorde en resulterende interventies komen. Het evalueren van het gehele verpleegkundige proces zal ik doen aan de hand van wat ik gezien heb, tijdens het actieve gebruik van de interventies met betrekking tot het verpleegplan, bij de patiënt. De consequenties van de evaluatie zal ik vaststellen indien de evaluatie van het verpleegkundige proces voltooid zijn en daar opmerkingen uit voort zijn gekomen.
Hieronder zal ik de theoretische en methodische onderbouwing vermelden bij iedere activiteit. Activiteit Anamnese afnemen
Het indelen van de verkregen informatie in de functionele gezondheidspatronen Clusteren Voorlopige diagnose stellen
Theoretische en methodische onderbouwing Ik zal de verkregen informatie van collega’s gebruiken, het zorgplan lezen, het cliëntendossier lezen en de ontbrekende informatie zal ik bij de patiënt of zijn familie verkrijgen. De verkregen informatie zal ik onderverdelen in de 11 functionele gezondheidspatronen van Gordon Ik verzin een ‘kopstuk’ voor een groep symptomen Naar aanleiding van de gegevens uit de 5
Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Definitieve diagnose stellen (PES-structuur) Prognose bepalen
Resultaatsklasse bepalen Beoogd resultaat vaststellen
Interventies selecteren
Evalueren van verpleegkundig proces Productevaluatie Structuurevaluatie Procesevaluatie
Consequenties van de evaluatie
Functionele gezondheidspatronen trek ik een voorlopige conclusie Met behulp van de PES-structuur stel ik de definitieve diagnose op Bij het bepalen van de prognose bekijk ik in welke van de 4 gebieden…: Ziekte, stoornis, beperking, participatiepatroon Gezondheidsrisico’s Omgevingsinvloeden Hulpmiddelen/hulpbronnen …verandering kan plaatsvinden en die van invloed zijn op de prognose Bij het bepalen van de resultaatsklasse bepaal je de richting waarin verandering kan optreden Het beoogd resultaat formuleer ik in mijn eigen woorden en ik verantwoord mijn keus op basis van de prognose en de diagnose. Ik operationaliseer het beoogd resultaat met RUMBA of SMART-eisen. Op basis van de diagnose en het beoogd resultaat selecteer in de interventies. Bij het selecteren van de interventies maak ik weloverwogen een definitieve keuze en ga ik na of het haalbaar is voor zowel de patiënt als voor de verpleegkundige. Hierbij vergelijk ik het beoogde resultaat met het daadwerkelijke resultaat aan de hand van de RUMBA- of SMART-eisen. Productevaluatie: wat is het zorgresultaat? Structuurevaluatie: wat waren de omstandigheden en de beschikbare middelen? Procesevaluatie: hoe was het daadwerkelijk verpleegkundig handelen? Ik bepaal welke consequenties de evaluatie heeft voor het hulpverleningsproces. Bijvoorbeeld: - aanpassing van termijn of aard van de hulpverlening - afsluiten van de hulpverlening
6 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Verpleegplan Casus De heer S. is een 87 jarige man. Dhr. is geboren op 2 november 1925 in Amsterdam. Dhr. heeft daar zijn hele leven gewoond met zijn vrouw en 3 kinderen. Dhr. is al bijna 63 jaar getrouwd. Dhr. heeft 2 dochters, één woonachtig in Purmerend en één in Amsterdam. De zoon van dhr. woont in Australië. Familie komt regelmatig bij dhr. op bezoek, en nemen dhr. dan gezellig mee naar het restaurant in het huis, of gaan gezellig met dhr. op zijn kamer zitten. Dhr. heeft een medische voorgeschiedenis. In 2001 kreeg dhr. een urotheelcelcarcinoom van de urethra prostatica. Een mooi wordt voor een blaascarcinoom. Dhr. krijgt hier blaasspoelingen voor bij de uroloog en moet hier een keer in de drie maanden voor terug komen. In 2009 kreeg dhr. een lacunair infarct als gevolg van een CVA. Dhr. leidt aan astma en gebruikt hier een poederinhalator voor, welk dhr. in eigen gebruik heeft. Tevens is dhr. bekend met Diabetes Mellitus type II en gebruikt hier orale medicatie voor. Dhr. is valgevaarlijk. Dhr. is bij ons op de afdeling opgenomen, omdat Dhr. in steeds meerdere mate last ondervond van desoriëntatie in plaats en tij. Familie heeft dhr. wel altijd nog herkend. Dhr. uitte zich seksueel en agressief tegenover familie en echtgenote. In het ziekenhuis, waar Dhr. is opgenomen wegens deze klachten, zocht Dhr. regelmatig naar zijn vrouw en werd emotioneel als je vertelde dat de echtgenote van dhr. thuis was. Toen dhr. bij ons werd opgenomen, liep dhr. met rollator en kon agressief en emotioneel gedrag vertonen. Dhr. wilde de afdeling af en sloeg met meerdere voorwerpen tegen de gesloten deur aan. Dhr. vraagt ook regelmatig naar zijn echtgenote. Dhr. heeft geen ziektebesef, waardoor het moeilijk is om uit te leggen waarvoor dhr. bij ons is opgenomen. Tevens verkeert dhr. in een vermoedelijk delier, waardoor je alles moet blijven herhalen tegen dhr. Sinds de val van dhr. uit bed, toen hij ’s nachts naar het toilet wilde lopen, zit dhr. in een rolstoel en mag het linker been na een bovenbeenfractuur links 50 – 100% belasten. Dhr. is erg passief en onderneemt op eigeninitiatief geen activiteiten. Dhr. heeft soms de neiging om uit de rolstoel op te staan, omdat dhr. denkt zelfstandig te kunnen lopen. Dhr. vertoont dan tekenen van pijn en als je met dhr. gaat lopen, geeft dhr. ook pijn aan. Tegen deze pijn krijgt dhr. dagelijks 6 paracetamol. Dhr. doet 1 keer per week mee aan de gezamenlijke activiteit in de woonkamer van de afdeling, maar als dhr. te emotioneel is, zal dhr. niet deelnemen aan deze activiteit. Tevens is dhr. geabonneerd op het RecreatiePlus programma van de zorgcirkel, waarmee dhr. mag deelnemen aan activiteiten georganiseerd door de activiteitenbegeleiding. Dhr. oefent 2 keer per week met de fysio om de mobilisatie van dhr. te vergroten. Dhr. was voor de val relatief zelfstandig met betrekking tot ADL. Sinds de val moet dhr. volledig gestuurd worden. Dhr. krijgt hulp bij het wassen van het onderlichaam op bed. 7 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Op de afdeling vertoont dhr. nog steeds emotioneel gedrag. Dhr. is de gehele dag opzoek naar zijn echtgenote. Dhr. slaat soms een maaltijd over, omdat dhr. niet is over te halen tot eten door het emotionele gedrag. Dhr. drinkt naar behoefte. Dhr. is gedurende de opnamen 12 kilo afgevallen. Dhr. woog bij opname 77 kilo en 2 maanden later nog maar 65 kilo. Dhr. is continent, maar af en toe te laat en daarom draagt dhr. een up&go. Dhr. gaat volledig zelfstandig naar het toilet. ’s Nachts urineert dhr. in een urinaal. Dhr. weet deze dan ook goed te vinden. Dhr. slaap ’s nachts weinig tot niet. Dit als gevolg van het vele urineren wat dhr. ’s nachts veel doet. Als dhr. ’s nachts slecht geslapen heeft, dut dhr. overdag wat in de rolstoel, maar echt slapen op bed doet dhr. overdag niet. Dhr. krijgt hier geen slaapmedicatie voor, omdat dhr. al valgevaarlijk is, en door slaapmedicatie kan een patient alleen maar meer valgevaarlijk worden.
8 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Functionele gezondheidspatronen – het ordenen van gegevens 1. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding - Dhr. is volgens familie vermoedelijk beginnend dementerend of verkeert in een delier als gevolg van een vermoedelijke urineweg infectie - Dhr. heeft geen ziektebesef - Dhr. heeft een linker bovenbeen fractuur opgelopen na een val vanuit bed toen Dhr. naar het toilet wilde lopen. - Dhr. zit in een rolstoel en mag het been nu 50 – 100% belasten. - Dhr. krijgt tegen de pijn dagelijks 6 maal paracetamol - Dhr. was voor de val relatief zelfstandig. Dhr. had alleen mondelinge sturing nodig bij de ADL. Sinds de val heeft dhr. hulp nodig bij het wassen van het onderlichaam. - Dhr. geeft pijn aan tijdens (lopende) transfers. - Dhr. heeft diabetes mellitus type II en gebruikt daarvoor orale medicatie. - Dhr. is bekend met astma, heeft hiervoor een poederinhalator in eigen gebruik 2. Voeding- en stofwisseling patroon - Dhr. eet naar behoefte wanneer dhr. goed gestemd is, indien dhr. erg emotioneel is en erg opzoek is naar zijn vrouw, slaat dhr. nog wel eens een maaltijd over - De vochtinname van dhr. is voldoende. Dhr. drinkt graag melk en koffie bij het ontbijt en het diner, vaak koffie tussendoor en sap bij de middagmaaltijd. - Dhr. lust ’s morgens graag een kom havermoutpap - Dhr. eet bij de broodmaaltijd ’s avonds vaak 2 boterhammen. - Dhr. woog 77 kilo bij opname en weegt nu 2 maanden later 65 kilo. - Dhr. ontbijt rond een uur of 9. Dhr. luncht om half 1 en ’s avonds eet dhr. om 5 uur. 3. -
Uitscheidingspatroon Dhr. heeft geen problemen met urineren of defeceren. Dhr. is continent, maar af en toe te laat, draagt daarom up&go Dhr. geeft aan het vervelend te vinden om iedere keer te moeten vragen om hulp bij de toiletgang. Dhr. doet zijn behoeftes ’s nachts in een urinaal
4. Activiteitenpatroon - Dhr. is erg passief. Dhr. onderneemt niets op eigen initiatief activiteiten. - De familie van dhr. neemt dhr. veel mee naar het restaurant van het verpleeghuis waar dhr. momenteel verblijft - Dhr. rijd zelfstandig over de afdeling met de rolstoel. - Dhr. maakt 1 keer per week onderdeel uit van de activiteiten die worden georganiseerd in de huiskamer van het verpleeghuis waar Dhr. woont. - Dhr. betaald voor het recreatie-Plus programma wat betekend dat dhr. ook aan georganiseerde middagen mee mag doen. 9 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
-
Dhr. oefent 2 keer per week met de fysio voor het bevorderen van de mobilisatie
5. -
Slaap- en rustpatroon Dhr. slaapt ’s nachts vrij slecht. Dit doordat dhr. ’s nachts vaak moet urineren. Overdag dut dhr. in zijn rolstoel, maar echt slapen doet dhr. niet. Dhr. gebruikt geen slaapmedicatie Dag- en nachtritme is niet verstoord
6. -
Cognitie- en waarnemingspatroon Dhr. is brildragend Dhr. is vergeetachtig, daarom opgenomen op screeningsunit in verpleeghuis Dhr. ervaart pijn door zijn gebroken bovenbeen. Dhr. ondervindt last van desoriëntatie in plaats en tijd. Dhr. is gedurende de dag erg emotioneel en vraagt herhaaldelijk naar zijn vrouw.
7. Zelfbelevingspatroon - Dhr. maakt oogcontact tijdens conversaties - Als je dhr. medicatie aanbied, vraagt dhr. soms waar het voor is, als je dhr. dan uitlegt waarvoor het dient, begrijpt dhr. het weer. Het kan ook voorkomen dat dhr. denkt dat de verpleging hem wil vergiftigen. 8. Rollen- en relatiepatroon - Dhr. is getrouwd en woont met echtgenote in Amsterdam Noord - Dhr. heeft 2 dochters en een zoon. 1 dochter woont in Huizen, 1 dochter woont in Purmerend en de zoon woont in Australië. - Familie komt regelmatig bij dhr. op bezoek - Wanneer dhr. aan zijn familie denkt, wordt dhr. erg emotioneel 9. Seksualiteit en voortplantingspatroon - Dhr. heeft een echtgenote - Dhr. heeft 3 gezonde kinderen 10. Stressverwerkingspatroon -11. Waarden en geloofsovertuigingspatroon --
10 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Clusteren Cluster 1: Emoties - Dhr. eet naar behoefte wanneer dhr. goed gestemd is, indien dhr. erg emotioneel is en erg opzoek is naar zijn vrouw, slaat dhr. nog wel eens een maaltijd over - Dhr. is gedurende de dag erg emotioneel. Dhr. vraagt herhaaldelijk naar zijn vrouw. - Wanneer dhr. aan zijn familie denkt, wordt dhr. erg emotioneel Cluster 2: Vergeetachtigheid - Dhr. is vergeetachtig, daarom opgenomen op screeningsunit in verpleeghuis - Dhr. is volgens familie vermoedelijk beginnend dementerend of verkeert in een delier als gevolg van een vermoedelijke urineweg infectie - Dhr. heeft geen ziektebesef - Dhr. ondervindt last van desoriëntatie in plaats en tijd. - Dhr. is gedurende de dag erg emotioneel en vraagt herhaaldelijk naar zijn vrouw. - Als je dhr. medicatie aanbied, vraagt dhr. soms waar het voor is, als je dhr. dan uitlegt waarvoor het dient, begrijpt dhr. het weer. Het kan ook voorkomen dat dhr. denkt dat de verpleging hem wil vergiftigen. Cluster 3: Pijn - Dhr. krijgt tegen de pijn dagelijks 60 druppels Tramadol en 6 maal paracetamol - Dhr. geeft pijn aan tijdens (lopende) transfers. - Dhr. ervaart veel pijn door zijn gebroken bovenbeen. Cluster 4: Passiviteit - Dhr. was voor de val relatief zelfstandig. Dhr. had alleen mondelinge sturing nodig bij de ADL. Sinds de val heeft dhr. hulp nodig bij het wassen van het onderlichaam. - Dhr. zit in een rolstoel en mag het been nu 50 – 100% belasten. - Dhr. is erg passief. Dhr. onderneemt niet op eigen initiatief activiteiten. De clusters waarmee ik wat ga doen zijn het eerste en het vierde cluster ‘emoties’ en ‘passiviteit’. De reden dat ik niet voor het tweede cluster heb gekozen, is omdat je daar als verpleegkundige geen macht over hebt. Dhr. zijn vergeetachtigheid krijg je er als verpleegkundige niet uit, en het verminderen heeft ook weinig effect, omdat het voor korte duur zal zijn. Het feit dat ik niet met het derde cluster aan de slag ga, ligt bij de medicatie. Dhr. krijgt pijnmedicatie. Hier gaat de arts over. Het bedenken van interventies die gericht zijn op de pijn van dhr. is erg moeilijk. De reden dat ik voor het cluster emotie kies, is omdat je hier als verpleegkundige interventies bij kan bedenken, wat het kan helpen om dhr. minder emotioneel te zijn. Tevens is het cluster passiviteit erg belangrijk om er wat mee te doen, om dhr. te stimuleren activiteiten te ondernemen. Als dhr. passief blijft en er niks aan gedaan zal worden, zal dhr. een saai en eentonig leven lijden. En dat is niet wat wij verpleegkundige willen. 11 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Hypothetische diagnosen Ik heb 3 hypothetische diagnosen opgesteld, waarvan ik denk dat daar sprake van kan zijn. Deze 3 hypothetische diagnosen zal ik toetsen door de definitie van de auteur (Carpenito) af te wegen met de verschijnselen die aanwezig moeten of kunnen zijn bij de cliënt, wil er sprake zijn van de gekozen diagnose. - Gebrek aan afleiding Verminderde prikkeling door of verminderde belangstelling voor vrijetijdsbesteding - Verminderde mobiliteit Een beperking in de bewegingsmogelijkheden, zonder immobiel te zijn - Verwardheid Desoriëntatie met verstoring van cognitieve functies, aandacht en geheugen zonder vastgestelde oorsprong of aanvang
Afwegen hypothetische diagnosen Gebrek aan afleiding Verminderde mobiliteit Verwardheid
Definitie auteur + + +
Moet aanwezig zijn + + +
Kan aanwezig zijn + -
12 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Definitieve diagnose De definitieve diagnose die uit de voorgaand genoemde afweging voortkomt, is het gebrek aan afleiding. Deze keuze heb ik gemaakt, omdat deze in ieder geval het beste uit de afweging met de andere diagnosen komt, en omdat Dhr. erg passief is op de afdeling, en dit nog meer aanleiding geeft tot verwardheid. Dhr. krijgt hierdoor nog meer de kans om na te denken over de dag en kan hier dan weer verward door worden. Het feit dat ik niet heb gekozen voor de diagnosen verminderde mobiliteit is omdat dhr. geen tegenzin ervaart om te gaan bewegen, dhr. wil heel graag, maar het gaat niet zelfstandig. De reden dat ik niet voor verwardheid heb gekozen is, omdat dhr. geen last ondervind van hallucinaties, waandenkbeelden of onjuiste waarnemingen.
PES P
Gebrek aan afleiding
E
De veroorzakende factoren van het gebrek aan afleiding zijn de emotionele carrousel waar dhr. overdag veel in zit. Dhr. is niet van zijn emoties af te helpen en erover praten helpt ook niet. Tevens zit dhr. in een rolstoel, wat de vrijheid tot het ondernemen van activiteiten ook beperkt.
S
Dhr. was voor de val relatief zelfstandig. Dhr. had enkel mondelinge sturing nodig bij de ADL. Sinds de val heeft dhr. hulp nodig bij het wassen van het onderlichaam. Dhr. zit in een rolstoel en mag het been nu 50 – 100% belasten. Dhr. is erg passief. Dhr. onderneemt niet op eigen initiatief activiteiten.
13 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Prognose Gunstige prognostische variabelen: - Ziekte, stoornis, beperking, participatieprobleem o Wil opstaan uit de rolstoel -
Gezondheidsrisico’s o --
-
Omgevingsinvloeden o Familie van Dhr. komt veel op bezoek en neemt dhr. dan mee naar zijn kamer of naar het restaurant van het verpleeghuis.
-
Hulpmiddelen/hulpbronnen o Dhr. krijgt 2x fysiotherapie per week
Ongunstige prognostische variabelen: - Ziekte, stoornis, beperking, participatieprobleem o Dhr. is volgens familie vermoedelijk beginnend dementerend of verkeert in een delier als gevolg van een vermoedelijke urineweg infectie o Dhr. heeft geen ziektebesef o Dhr. zit in de rolstoel en mag het been 50-100% belasten o Dhr. geeft pijn aan tijdens (lopende) transfers. o Dhr. ondervind last van desoriëntatie in plaats en tijd. -
Gezondheidsrisico’s o Dhr. wil opstaan uit de rolstoel, als er geen toezicht is op dhr. kan dit tot gevolg hebben dat dhr. ten val zou komen.
-
Omgevingsinvloeden o Dhr. ziet iedereen lopen, en begrijpt niet dat hij niet mag lopen.
-
Hulpmiddelen/hulpbronnen o –
14 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Resultaatsklasse Met mijn interventies wil ik een tijdelijke verbetering of remissie van het gezondheidsprobleem bereiken. Ik denk dat dit wel moet lukken als ik goede en haalbare interventies selecteer. Voorkomen van het gezondheidsprobleem is moeilijk. Dhr. heeft op het moment al een gebrek aan afleiding, en omdat dhr. niet aangeeft wanneer hij zich verveelt, is het moeilijk om het gebrek aan afleiding te voorkomen, helemaal omdat het niet altijd haalbaar is met de bezetting op de afdeling. Ik heb tevens niet voor uitstel of beperking van het gezondheidsprobleem gekozen, omdat het van belang is dat er nu wat aan gedaan wordt, en niet dat het gezondheidsprobleem nog langer uitgesteld wordt, om te voorkomen dat dhr. geen leuke tijd op de afdeling zal hebben. Voor het oplossen van het gezondheidsprobleem durf ik niet te kiezen, omdat ik op het moment niet weet of dhr. mee zal werken aan de interventies, en dan vind ik het oplossen van het gezondheidsprobleem wel erg hoog ingezet. Stabilisatie van het gezondheidsprobleem valt af, omdat Dhr. van het begin af aan al erg emotioneel en passief was. Wij van de verzorging weten niet hoe Dhr. thuis was, dus is stabiliseren van het gezondheidsprobleem onmogelijk. Verslechtering van het gezondheidsprobleem wil ik al helemaal niet bereiken, dit is het laatste wat ik wil bereiken met mijn geselecteerde interventies
Beoogd resultaat – resultaat stellen Dhr., deelt de rest van zijn opname, aan ten minste één activiteit per dag mee. Waardoor dhr. zich gedurende de dag minder zal vervelen. S M A R T
Het is een specifiek doel Dhr. moet aan één activiteit per dag deelnemen Het is acceptabel voor Dhr. en haalbaar voor de verzorgenden Dhr. zal zich minder vervelen De rest van de opname
15 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Interventies selecteren Op basis van de diagnose en het beoogde resultaat zal ik interventies selecteren met behulp van het boek ‘Verpleegkundige interventies’ van de auteurs Joanne McCloskey en Gloria M. Bulechek. Dit boek is opgebouwd uit 7 domeinen. Deze 7 domeinen zijn onderverdeeld in 30 klassen en binnen deze klasse zijn er verschillende interventies. Deze interventies zijn gericht op de klasse. Als je dan nog verder gaat moet je activiteiten binnen deze interventies selecteren om het verpleegplan compleet te maken. Domein: 1 ‘elementair fysiologische functies’ Gericht op de ondersteuning van de functionele gezondheidstoestand Klasse: A Interventies gericht op de ondersteuning bij lichamelijke activiteiten en het energiebehoud en –verbruik Interventies: - Bevordering van lichamelijke oefening o Bevorderen van regelmatige lichamelijke oefening om de conditie en gezondheid op peil te houden of op een hoger niveau te brengen
Domein: 3 ‘gedrag’ Gericht op de ondersteuning van het psychosociaal functioneren en van veranderingen in de levensstijl Klasse: O Interventies gericht op de versterking en bevordering van wenselijk gedrag of de verandering van onwenselijk gedrag Interventies: - Activiteitenbegeleiding o Voorschrijven van en helpen bij specifieke lichamelijke, cognitieve, sociale en spirituele bezigheden om de activiteiten van de patient (of groep patienten) in verscheidenheid, frequentie of duur te doen toenemen.
Klasse: P Interventies gericht op de versterking of bevordering van het wenselijk cognitief functioneren of de verandering van het onwenselijk cognitief functioneren Interventies: - Realiteitsoriëntatie o Het besef van de patient van eigen identiteit, tijd en omgeving bevorderen. 16 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
-
Cognitieve stimulering o Bevorderen van het besef en begrip van de omgeving door middel van geplande prikkels.
Klasse: R Interventies gericht op de ondersteuning bij het verder ontwikkelen van de vermogens, het aanpassen aan veranderingen in het functioneren of het streven naar een hoger niveau van functioneren Interventies: - Emotionele ondersteuning o De patient in tijden van stress geruststellen, accepteren en aanmoedigen.
Klasse: T Interventies gericht op de bevordering van het welzijn met behulp van psychologische technieken Interventies: - Afleiding o De aandacht van de patient doelbewust op iets anders richten dan op ongewenste sensaties - Ontspanningstherapie o Technieken toepassen om de patient te helpen zich te ontspannen teneinde klachten en verschijnselen zoals pijn, gespannen spieren of angst te verminderen.
17 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Definitieve interventies De definitieve interventies waar ik voor heb gekozen zijn de volgende, ik zal ook meteen verduidelijken waarom ik voor deze interventies heb gekozen. Activiteitenbegeleiding Voorschrijven van en helpen bij specifieke lichamelijke, cognitieve, sociale en spirituele bezigheden om de activiteiten van de patient (of groep patienten) in verscheidenheid, frequentie of duur te doen toenemen. De reden dat ik voor deze interventie heb gekozen, is omdat het een brede interventie is en heel haalbaar voor zowel de cliënt als voor de verpleegkundige. Omdat de cliënt zich vermoedelijk in een delier bevind, is het moeilijk om de cliënt aan te zetten tot activiteit. Wanneer dhr. hier de tijd voor krijgt en de verpleegkundige er tijd voor krijgen, en dhr. aanbieden om een activiteit te ondernemen, verwacht ik dat het haalbaar moet zijn.
Afleiding De aandacht van de patient doelbewust op iets anders richten dan op ongewenste sensaties De reden dat ik voor deze interventie heb gekozen, is omdat dhr. passief is door zijn emotionele houding. Dhr. is vaak de gehele dag opzoek naar zijn vrouw en hierdoor emotioneel, waardoor dhr. moeilijk over te halen is voor activiteiten. Door de activiteiten die bij deze interventie passen, ga ik proberen om dhr. toch tot activiteit aan te zetten door middel van afleiding. Bevordering van lichamelijke oefening Bevorderen van regelmatige lichamelijke oefening om de conditie en gezondheid op peil te houden of op een hoger niveau te brengen Dat ik voor deze interventie heb gekozen, komt voornamelijk doordat dhr. zelf vergeet dat hij pijn heeft tijdens het lopen en hierdoor soms zelf, zonder begeleiding, gaat staan. Om dit in het vervolg te voorkomen, wil ik dat de verpleegkundige van de afdeling deze interventie gaan gebruiken. Hiermee wil ik de activiteit van dhr. bevorderen, maar wel onder toezicht, zodat dhr. te allen tijde veilig is tijdens het lopen.
18 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Resultaat evalueren Als ik het verpleegplan van dhr. 2 weken heb toegepast, zal ik het gaan evalueren. Deze evaluatie doe ik aan de hand van een paar vragen die ik heb opgesteld. Tevens zal ik nagaan of het beoogde resultaat is behaald, zo niet zal ik mijn interventies aanpassen. Indien het resultaat wel is behaald, gaan we verder op de manier hoe we bezig waren. Opgestelde vragen die behulpzaam zijn bij de evaluatie van het resultaat: Productevaluatie - Dhr. heeft elke dag aan tenminste één activiteit deelgenomen. - Dhr. lijkt zich minder te vervelen als voor het gebruik van dit verpleegplan o Indien dhr. zich nog steeds verveelt, zal ik het beoogde doel bijstellen. Dan zal dhr. aan tenminste twee activiteiten per dag deel moeten nemen. Gedurende de 2 weken heeft dhr. aan tenminste één activiteit per dag meegedaan. Dhr. kan vanwege zijn dementiële diagnose geen relevant antwoord geven op de vraag of hij zich verveeld. Ten opzichte van voor het gebruik van de interventies, merken we wel vooruitgang. Dhr. kan meer motivatie vinden om aan een activiteit deel te nemen. Dhr. vind het leuk als we een stukje gaan lopen en wilt dit ook steeds vaker. Structuurevaluatie - Hebben de definitieve gekozen interventies bijgedragen aan een actievere cliënt, of is er geen verschil te zien met de tijd voordat het verpleegplan actief werd gebruikt? De definitieve gekozen interventies hebben zeker bijgedragen aan een actievere cliënt. Dhr. stelt zich meer open voor activiteiten en neemt zelf ook meer initiatief tot activiteit. Dhr. leest de krant, wel moet je eerst de krant op tafel leggen. Dhr. gaat graag een stukje lopen om te revalideren.
Procesevaluatie - Is er voldaan aan de eis dat dhr. aan minimaal één activiteit per dag meedoet? o Hier is zeker aan voldaan. Vaak deed dhr. mee aan 2 activiteiten per dag. - Welke activiteiten zijn er uitgevoerd om voor dhr. een voldane dag te maken? o Stukjes lopen om te revalideren, met dhr. naar beneden om eventjes van de afdeling af te zijn, de krant lezen, muffins bakken, poffertjes bakken, televisie kijken. - Werkte dhr. te allen tijde mee aan de activiteiten, of waren er ook momenten waarop dhr. weigerde? o Als dhr. te emotioneel was, en te veel naar zijn vrouw verlangde, was het moeilijk om dhr. deel te laten nemen aan een activiteit. 19 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542
Bronnenlijst 1. Carpenito LJ. Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen: WoltersNoordhoff; 2008
2. McCloskey JC, Bulechek GM. Verpleegkundige Interventies. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg; 2002
20 Novawhere – de Kade HBO-V stage II, Hogeschool van Amsterdam
Eline Fuhren 500640542