2013 STAGEBEGELEIDING BUITENLANDSE STUDENTEN Bestemd voor stagescholen en mentoren
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 1/29/2013 Mentor brochure stage 2012
Voorwoord Uit gesprekken met mentoren die in de afgelopen jaren studenten uit verschillende landen te gast hebben gehad, is gebleken dat er grote behoefte bestaat aan wat overzichtelijk informatie die kan helpen de begeleiding van een buitenlandse student zo goed mogelijk te laten verlopen. Deze brochure is bedoeld voor mentoren die een buitenlandse student op school begeleiden tijdens het lesgeven of bij het uitvoeren van opdrachten in de school. Wij hopen met de gegeven informatie u als mentor beter voor te bereiden op de dagen dat u een internationale gast heeft. Mocht u na het lezen toch nog vragen hebben of aanvullingen dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Mochten er tussendoor toch vragen of problemen zijn laat het ons dan meteen weten. We zullen onze uiterste best doen deze zaken zo snel mogelijk op te lossen! Wij wensen u een plezierige, inspirerende en leerzame tijd toe met uw internationale gast!
Achtergrond van de HAN en haar internationale studenten De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) voert al jaren een actief internationaliseringsbeleid, o.a. zichtbaar in het tienjarige bestaan van het Centrum voor Internationale Educatie (CIE). Naast het stimuleren van onze eigen studenten om tijdens hun studie een periode in het buitenland studie en veldwerk te verrichten, zijn we ook een opleiding waar studenten uit andere landen met veel plezier naar toe komen. Sinds februari 2012 bieden wij aan de Faculteit Educatie van de HAN de minor ‘Education in International Perspective’ aan. Deze minor is een zogenaamde stapelminor, studenten kiezen zelf hun modules die zij willen volgen. Ook korte studiereizen kunnen hierin opgenomen worden. De bedoeling is dat meer studenten voor een internationale ervaring kiezen. De buitenlandse studenten die voor deze minor kiezen volgen in de meeste gevallen een lerarenopleiding. Daarbij is het o.a. de bedoeling dat ze kennis maken met het Nederlandse onderwijssysteem en zien hoe dat georganiseerd is. Ze zien hier dat er op andere manieren met onderwijskundige zaken om gegaan wordt en krijgen zo de kans om op hun eigen onderwijs te reflecteren. Ook is het voor een grote groep studenten een periode waarin ze zich in een vreemde cultuur moeten zien te redden. Uit evaluaties is gebleken dat de buitenlandse studenten zich na de stageperiode sterker en zelfverzekerder voelen, zowel persoonlijk als professioneel. Dat geldt voor onze studenten die weggaan en voor studenten die uit Europa of daarbuiten naar ons toekomen. Buitenlandse studenten komen hier volgens ons naar toe om te zien hoe onderwijs georganiseerd is in klas, in een school in een andere cultuur of een ander land. Om eens een andere 'oplossing' voor het probleem onderwijs te zien en te leren kennen en daardoor opnieuw te leren kijken naar de situatie thuis. We zeggen niet voor niets dat een stage in het buitenland ook een thuiskomst is. Pas in een andere omgeving leer je je eigen situatie beter zien en soms ook beter waarderen. Niet alleen studenten die van ver komen, maar ook studenten die vanuit onze buurlanden komen ervaren cultuurverschillen. Het blijkt dat deze cultuurverschillen veel invloed kunnen hebben op hun zicht op het Nederlandse onderwijs. In Nederland zijn we bijvoorbeeld gewend om op een vrije, open manier met elkaar om te gaan. We verwachten van een student dat deze initiatief toont en van zich laat horen (zelfstandigheid en autonomie). Dat is in een aantal andere Europese landen heel anders. In bijvoorbeeld Ierland, maar ook in de Oost-Europese landen, is er een tamelijk hiërarchische opbouw binnen het onderwijs. De studenten lopen weinig stage, en moeten zich zeer correct opstellen ten opzichte van de groepsleerkracht en zeker ten opzichte van de directeur. Het kan voor hen heel verwarrend (leerzaam) zijn dat er ineens van ze verwacht wordt dat ze zelf ideeën etc. aandragen. De
2
eerste dagen zal het even wennen zijn, maar wanneer ze eenmaal zien dat ze echt hun ideeën kwijt kunnen blijken ze ineens heel wat in huis te hebben! Maar de omgangsverschillen blijven vaak een rol spelen. Dat kan irriterend, maar even zo goed interessant zijn. Heel anders is het weer met de Scandinavische studenten. De lerarenopleiding in bijvoorbeeld Denemarken stelt behoorlijke aanvangseisen voor je op de opleiding wordt toegelaten. De studenten zijn meestal wat ouder dan onze studenten en komen met een duidelijk plan naar Nederland en weten dus wat ze hier willen bereiken. Zo is er over elk land wel wat te melden. Natuurlijk verschilt het ook nog eens per persoon. De een past zich makkelijker aan een nieuwe situatie aan dan een ander. Probeert u daarom de student zoveel mogelijk op zijn of haar gemak te stellen en geef hem of haar de tijd om binnen de schoolcultuur te wennen en rond te kijken. Neem de tijd om niet alleen over het onderwijs te praten maar ook over hun eigen cultuur. Deze gesprekken kunnen u veel duidelijkheid geven over het gedrag van de student en zijn/haar handelen. Dat schept een vertrouwensband en hopelijk een basis voor gezamenlijk leren.
Kennismaking en begeleiding Wij proberen voor aankomst de studenten en stagescholen zo goed mogelijk aan elkaar te koppelen. Daarbij raden we de student aan om voor de daadwerkelijke stage begint al een afspraak met u te maken zodat deze niet op een eerste stagedag als een wildvreemde binnen komt. De student heeft dan al een keer de reis naar de school gemaakt en weet waar hij terecht komt. Ook kunnen alvast afspraken gemaakt worden over de periode. De studenten krijgen opdrachten mee die zij tijdens hun stage uit moeten voeren en tijdens bijeenkomsten besproken worden. Het kan voorkomen dat zij nog een vraag over de opdracht hebben of deze met u willen bespreken. Probeer met de student een vast moment op de dag af te spreken voor vragen, of evaluatie van activiteiten. Tijdens studentbijeenkomsten op de HAN worden o.a. stage –ervaringen en opdrachten door de studenten uitgewisseld en besproken. Mochten er tussendoor toch vragen of problemen zijn laat het ons dan meteen weten. We zullen onze uiterste best doen deze zaken zo snel mogelijk op te lossen!
Invulling stage Alle studenten die deelnemen aan de minor lopen één dag stage per week. Daarnaast zijn er studenten die voor de stage module ‘placement’ (werkervaring) gekozen hebben. Zij lopen twee dagen stage per week. De stagedagen zijn op maandag en dinsdag. De andere dagen volgen zij modules aan de HAN, bezoeken andere (onderwijs)-instanties en volgen intervisiebijeenkomsten in een internationale klas waar zij inzicht krijgen in het Nederlandse onderwijs en haar opvattingen. De studenten die u begeleidt geeft zelf aan of hij/zij één of twee dagen stage per week loopt. Alle studenten krijgen vanuit de ‘workshopbijeenkomsten’ inspiratie van diverse docenten voor (les)activiteiten binnen de school. De studenten die de stage module gekozen hebben krijgen vanuit intervisiebijeenkomsten gerichte opdrachten mee om uit te voeren op zijn stage. Deze opdrachten worden tijdens deze bijeenkomsten besproken en nieuwe opdrachten worden weer gegeven. Lesgeven is niet voor alle studenten een vereiste, maar het is zeker een meerwaarde voor de studenten om een les te mogen geven. De student presenteert u een lesvoorbereiding als hij of zij een activiteit uitvoert. Het format van de lesvoorbereiding vindt u in bijlage 2. Wij zouden het fijn vinden als u kort de tijd neemt om de gegeven les even met de student te bespreken aan de hand van de lesvoorbereiding. De student kan een gedeelte van zijn of haar tijd vullen met het uitvoeren van opdrachten. Aan de
3
resterende tijd moet de student, in samenwerking met u invulling geven. Het kan zijn dat de student het nodig heeft om suggesties te krijgen, een beetje gestuurd moet worden. Bijvoorbeeld met kleine opdrachten of een onderzoekje. Hiervoor krijgt u wat suggesties. Deze krijgen de studenten ook aangereikt in de studentbrochure. Het is voor de student heel bijzonder als u aan het einde van de stage een korte schriftelijke indruk geeft van de kwaliteiten en inzet van de student, mogelijk in het Engels, als het om anderstalige studenten gaat. Dit kan aan de hand van de evaluatiecriteria, te vinden in bijlage 3.
Algemene suggesties voor opdrachten in en rondom de klas. In het algemeen is het de bedoeling dat u de student(e) de kans geeft om de volgende aspecten van het onderwijs te leren kennen en/of er vragen over te (laten) stellen. Sommige opdrachten zijn specifiek op het primair onderwijs gericht, dan staat er PO achter. Dit zal ook het geval zijn voor opdrachten die specifiek op het voortgezet onderwijs gericht zijn, dan staat er VO achter de opdracht. De klas
De interactie leerling - leerkracht De wijze van instructie Welke (andere) vakgebieden komen aan de orde en op welke wijze worden deze aangeboden, de onderwijsdidactiek De lesmethoden/lesboeken De inrichting van de klas, materialen en werk- en groeperingsvormen, etc. Het pedagogisch klimaat: de omgang, waarden en normen, straffen en belonen Klassenorganisatie: hoe verlopen de voorbereidingen. Hoe worden de methodes gebruikt, wat zijn de regels in de klas, hoe verloopt de rapportage etc. Een interview met een leerkracht over zijn of haar visie op het onderwijs
De school
Verhouding tussen de leerkrachten onderling Samenstelling team en taken Vergaderingen, ouderavonden, feestelijkheden De relatie en de contacten met ouders De ligging in de wijk of dorp en de specifieke culturele omgeving De identiteit van de school Overkoepelende organisatie: Met wie werkt de school allemaal samen, hoe is het bestuur geregeld? Wat is de identiteit van de school? Worden er bepaalde activiteiten gehouden (feesten, weeksluitingen etc.)? Hoe worden de ouders voorgelicht over hun kinderen, hoe worden ouders betrokken bij de school?
N.B. De student zou een keer met bijvoorbeeld een remedial teacher of coach ( zorgteam op VO) mee kunnen lopen. Tevens stimuleren wij het om ook in andere groepen of klassen eens een dag mee te draaien. Natuurlijk alleen indien dit mogelijk is.
4
Het onderwijssysteem De studenten krijgen informatie over het onderwijssysteem in Nederland. Binnen de stage kunnen ze de gekregen theorie toetsen en hier op reflecteren ook naar de situatie in het thuisland toe. De omgang met en het onderscheid tussen 'kleuters' en 'schoolkind' (PO) Heterogeniteit en homogeniteit in samenstelling van groepen Klassikaal onderwijs en differentiatievormen. Rooster en vakken Eigen wensen
Opdracht meegekregen van de thuisinstelling. Samenhangend met eigen vakinteresse of afstudeeronderwerp. Opdrachten op een specifiek vakgebied waarin de student zich wil specialiseren
LESACTIVITEITEN primair onderwijs Er is een groot verschil tussen studenten wat ze met de kinderen kunnen of willen ondernemen. De verschillende cultuur en ook de taal kunnen hierbij een probleem zijn. Al hetgeen hier gesteld is geldt in veel mindere mate voor Belgische (Vlaamstalige) studenten die zowel op de pabo de lessen uitstekend kunnen volgen alsook op de stage veelal in staat zijn volledig als 'Nederlandse' student te kunnen functioneren. Wij gaan er toch vanuit dat de buitenlandstudent een aantal activiteiten kan en wil ondernemen ondanks de taalbarrière. De lijst hieronder is beknopt. Het is de bedoeling om u met deze lijst een beetje te inspireren. Het zijn geen gedwongen activiteiten. Alles natuurlijk in overleg tussen u en de student.
Een activiteit over het land van herkomst. Uit ervaring weten we dat er studenten zijn die met de kinderen zingen, dansen, koken maar ook een verhaal vertellen over hun land aan de hand van dia's, mee genomen attributen, muziekinstrumenten etc. Drama, muziek en dans en bewegingsonderwijs zijn uitermate geschikt als les. Het zijn lessen waar geen uitgebreide instructies voor nodig hoeven te zijn en een lied aanleren in een andere taal is altijd prachtig. Deze activiteiten leggen ook een goed contact tussen student en kinderen. Mocht er in uw groep al Engels gegeven worden dan is dit een mooie kans om de kinderen in uw groep te laten voelen wat ze met Engels kunnen doen. Simpele gesprekken voeren, vragen voorbereiden etc. De buitenlandse student kan binnen de verschillende vakken meewerken / assisteren door bijvoorbeeld bij rekenen de kinderen in zijn taal te leren tellen, bij topografie te assisteren etc. Het maken van tekeningen met daarbij het verklarende woord in de student zijn eigen taal is uitdagend en instructief bij bijvoorbeeld taalonderwijs. Die tekeningen kunnen in de klas worden opgehangen.
5
LESACTIVITEITEN voortgezet onderwijs Studenten die stage lopen op het voortgezet onderwijs zullen beter in staat zijn om les te geven, omdat middelbare scholieren de Engelse taal beter beheersen. Maar net als in het PO geldt: er is een groot verschil tussen studenten wat ze met de kinderen kunnen of willen ondernemen. Wij gaan er toch vanuit dat de buitenlandstudent een aantal activiteiten kan en wil ondernemen ondanks de taalbarrière. De lijst hieronder is beknopt. Het is de bedoeling om u met deze lijst een beetje te inspireren. Het zijn geen gedwongen activiteiten. Alles natuurlijk in overleg tussen u en de student.
Een activiteit over het land van herkomst. Uit ervaring weten we dat er studenten zijn die met de kinderen zingen, dansen, koken maar ook een verhaal vertellen over hun land aan de hand van dia's, mee genomen attributen, muziekinstrumenten etc. Het geven van Engelse les. Dit een mooie kans om leerlingen te laten voelen wat ze met Engels kunnen doen. Simpele gesprekken voeren, vragen voorbereiden etc. Wordt er op uw school Spaanse les aangeboden? Spaanse studenten kunnen wellicht een korte lessencyclus ontwerpen. Het maken van tekeningen met daarbij het verklarende woord in de student zijn eigen taal is uitdagend en instructief bij bijvoorbeeld taalonderwijs. De buitenlandse student kan binnen zijn vak meewerken / assisteren door bijvoorbeeld leerlingen bij projecten te begeleiden.
Tot slot Wij hopen dat deze brochure u een helder beeld geeft voor uw tijd met de buitenlandse student. Vergeet niet dat deze informatie bedoeld is als inspiratie. In overleg met de student is het natuurlijk toegestaan om de stage periode een eigen karakter te geven. . De stage wordt formeel en financieel voor uw school behandeld als een reguliere stageplaats. Een fijne en leerzame tijd gewenst! Team Internationalisering Office van faculteit Educatie van de Hogeschool van Amhem en Nijmegen.
Anneli Schaufeli, contactpersoon Pabo Nijmegen:
[email protected] Kees-Jan van Oorsouw, contactpersoon Instituut Leraar School (ILS):
[email protected]
6
Bijlage 1: Lesson plan Name student: Study year: Teaching practice observer School: Class/Group Date: Lesson start time: Length of lesson:
GOALS: a. Learning goal (describe observable behaviour of the pupil by the end of the lesson): (I.e. what you hope the learners will achieve/be able to do better after your lesson)
b. Personal goal (describe observable teaching capabilities you mean to practice); (I.e. what you are trying to improve in your own skills as a teacher)
Assumptions (about what the students know/can do)
7
Time
(lesson) content
Teacher’s activity / activities
Beginning
Core
Closure
Pupil’s activity / activities
Materials used
Remarks on the lesson’s progress/ Reflection
8
LESSON OBSERVATIONS What observations did the other students and / or teachers make during the review of the lesson?
SUGGESTIONS What suggestions to improve the lesson did the other students and / or teachers make during the review of the lesson?
PERSONAL EVALUATION What has (teaching) this lesson taught you?
How would you prepare and execute this lesson if you were to teach it again?
9
Bijlage 2: Evaluation form The teaching practice mentor completes this form after the teaching practice period and discusses this with the student. Name mentor: Name school: Class/Group: Name Student:
Teaching practice supervisor Address school (Option) subject Date
Evaluation teaching practice
Not evident
In development
Evident
Attitude of the student -
Posture (two legs, shoulders down, back straight, head erect, eyes visible) Articulation (powerful, well-understood) Voice/ voice volume (clear, sufficiently loud, full) Intonation (varied) Tempo (sufficient breaks, quiet, tempo changes) Physical expressions (facial expression visible, appropriate to the context and supported by natural body movements)
Taking the initiative -
The student displays a critical approach The student does not merely imitate, but also displays his/her own creative interpretations. The student takes initiative to practise skills and learning goals.
Design and performance lessons or activities -
-
-
The student is aware of the situation of the pupils and takes this into account when preparing lessons. The student can justify choices in teaching methods adopted in activities. The student reflects on all facets of a lesson or activity and formulates learning goals or improvements for the next activity. The student can teach a group of pupils.
10
Contact with pupils -
The student (as far as possible) initiates contact with the pupils. - The student acknowledges responses from students (e.g., nodding, expressions of encouragement and signals such as thumbs up) - Student looks at students and makes eye contact. Contact with mentor/colleagues -
The contact with the student is good The communication is good. The student is amenable The student is able to justify choices The student is able to convey information, ideas and solutions. The student consults with colleagues.
Attitude aspects regarding professional approach -
It is possible to supervise the student; he/she is receptive to feedback and prepared to apply it. The student displays the motivation to become a teacher.
Learning Skills -
The student plans his/her activities. The student is capable of self-reflection. The student works on his or her learning goals and this learning process is clear. Remarks
11
Mentor brochure stage 2012