Arbogroep
aZ M
Stafdirectoraat Personeelszaken
Notitie arbo-organisatie azM naar aanleiding van de liberalisering Arbowet 2005
Auteurs:
T. Leijten, directeur Personeelszaken/ H. Luyten, Arbomanager
Datum:
17 mei 2006
Versie:
8.0
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -1-
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
3
2.
Inpassing arbowetswijziging binnen het azM
5
2.1
Organisatie arbo binnen het azM
5
2.2
Positie huidige taken Arbogroep en taken volgens arbowetswijziging
7
2.3
Conclusies en aanbeveling
8
2.4
Organogram interne azM arbo-organisatie
10
2.5
Organogram situatie conform liberalisering Arbo-wet
11
2.6
Afkortingen
12
2.7
Literatuurlijst en websites
13
Bijlage: 1. Inhoud van de wijzigingen in de Arbowet
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -2-
1.
Inleiding
Met ingang van 1 juli 2005 is de Arbowet gewijzigd op het punt van de organisatie van de deskundige bijstand betreffende het arbeidsomstandighedenbeleid. In essentie bestaat de wetswijziging uit de volgende punten:
een werkgever moet één of meerdere interne preventiemedewerkers aanstellen;
een werkgever moet de overige bijstand regelen door:
het geheel naar eigen inzicht intern organiseren van de noodzakelijke bijstand, rekening houdend met de wettelijke randvoorwaarden (o.a. een verplicht contract met een bedrijfsarts, overeenstemming met de OR). Dit wordt de 'Maatwerkregeling' genoemd.
inhuur bij een (externe) gecertificeerde arbodienst, indien er onvoldoende mogelijkheden zijn om de deskundige ondersteuning intern te organiseren. Dit wordt de 'Vangnetregeling' genoemd.
Als gevolg hiervan nemen de verplichtingen van de werkgever toe wat betreft de invulling van het preventiedeel van de arbowetgeving. De werkgever krijgt daarentegen wel de mogelijkheid om de overige delen van de Arbo-dienstverlening,
zoals begeleiding van het ziekteverzuim
flexibeler, en meer afgestemd op de specifieke eisen en vraag van de organisatie, te organiseren. Dat hoeft niet per se via een arbodienst te gebeuren. Met name op gebied van verzuim kunnen werkgever en werknemer andere deskundigen inschakelen naast de bedrijfsarts in het kader van de demedicalisering, bijvoorbeeld als er een verzuimprobleem is ten gevolge van een arbeidsconflict of bijvoorbeeld bij een arbeidskundige beoordeling.
Als gevolg van de uitspraak van het Europese hof krijgt met name het preventiedeel van de Arbodienstverlening een ander karakter. Voorheen kon een organisatie alle Arbodienstverlening extern inkopen (de werkgever hoeft in feite niets zelf te doen). Met de uitspraak van het Europese hof is de werkgever verplicht om zelf intern het preventiedeel vorm te geven. Doel van het Europese beleid is om bedrijven meer zelf bij de preventie van arbeidsomstandigheden te betrekken.
Het streven om arbozorg intern te organiseren (naast de uitgangspunten van de Europese wetgeving) komt mede voort uit de praktijkervaring dat arbozorg binnen de organisatie effectiever is dan alleen externe ondersteuning (blijkens brief Staatssecretaris van Hoof, SZW). Belangrijke feiten zijn dat een interne arbodienst beter in staat is in te spelen op wensen en behoeften van de organisatie, en betere voorwaarden biedt voor een goede arbozorg en verzuimbegeleiding dan een externe arbodienst. De overheid verwacht dat slechts in bij specialistische vraagstukken een beroep op externe adviseurs wordt gedaan. Bij het “ op maat “ organiseren hiervan heeft de OR (of eventueel de sociale partners) een zeer belangrijke rol (het zogenaamde overeenstemmingsrecht).
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -3-
De recente wijziging van de Arbowet is niet alleen ingegeven door het arrest van het Europese Hof. Het past in de ontwikkeling binnen arbeidsomstandigheden- en sociale wetgeving van het afgelopen decennium, waarin verantwoordelijkheden voor arbo, verzuim en reïntegratie steeds meer van externe partijen naar de werkgever worden verplaatst. Denk aan wetgeving als Wulbz (1996), Pemba (1997), Wet Verbetering Poortwachter (2002), wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (2004) en de WIA (2006).
Opgemerkt moet worden dat de wetswijzigingen de grootste impact hebben op kleinere bedrijven (veelal minimum contract met externe arbodiensten, geen interne ondersteuning) én bedrijven die alle benodigde bijstand via een externe arbodienst inhuren (met name gericht op de verzuimaanpak). Daar waar interne (preventie)deskundigen c.q. interne Arbogroep aanwezig zijn, hoeft er op zich niet veel te veranderen. In deze notitie wordt de nieuwe wetgeving belicht binnen de reeds bestaande arbodienstverlening van het azM. In de bijlagen komen de achtergronden van de wetswijzigingen aan de orde. De structuur, essentie en toelichting in termen van de wetswijzigingen staan op pagina 11, de wettelijke gevolgen voor de werkgever en de OR staan in bijlage 1.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -4-
2.
Inpassing arbowetswijziging binnen het azM
Kernpunt van de nieuwe wetgeving is om de bijstand m.b.t. de arbodienstverlening af te stemmen op de activiteiten van de organisatie. Maar, is dat bij het azM zo nieuw? De huidige wetswijzigingen draaien de situatie in feite terug. Deze lijkt op de situatie van vóór de verplichtstelling van Arbo-diensten in 1994. Voor het azM betekent dit dat er niet veel hoeft te veranderen om aan de nieuwe verplichtingen van de arbowet te voldoen. Er was al "maatwerk” binnen het azM sedert eind 2002. Binnen het azM is het beleid zodanig gestructureerd dat de Arbocoördinator de aansturing en coördinatie heeft van de arbogroep en de rol van preventiemedewerker bekleedt, gesteund door de kerngroep arbo, de interne projectleiders (projecten Arboconvenant), en de expertise van de externe Arbo-dienst (zie bijlage 1). Immers, de arboproblematiek binnen het azM is zeer uiteenlopend en divers van aard. De in de wetgeving genoemde “ vangnetregeling”
is binnen het azM vertaald in een
maatwerkregeling. 2.1
Organisatie arbo binnen het azM
De Arbogroep onderscheidt zich van een externe arbodienst door te adviseren in de context en belangen van de complexe azM-organisatie, de typisch wetenschappelijke cultuur en werkzaamheden, de processen met een hoog afbreukrisico (cytostatica, narcosegassen etc.) en de daarbij behorende voorzieningen en de specifieke werkomgeving met bijvoorbeeld hoge eisen aan laboratoria en werkomgeving. Met de inbesteding van de Arbocoördinator sedert 2002 heeft het azM besloten de regie en aansturing van het Arbobeleid volledig in eigen hand te nemen. De procedure in het kader van de Europese aanbesteding Arbo-dienstverlening is afgesloten. Deskundige ondersteuning van het Arbobeleid wordt uitbesteed aan een externe Arbo-dienstverlener. Onderstaand model illustreert hoe de Arbo-dienstverlening kan worden vorm gegeven. De werkwijze die het azM hanteert verschuift van model II naar III (zie schema pagina 6) vanwege het feit dat de leidinggevenden binnen het azM de rol van casemanager vertegenwoordigen. Deskundige ondersteuning wordt daarbij gericht ingezet. De uitvoering zal conform wettelijke ontwikkelingen - in de toekomst steeds meer intern gaan plaatsvinden (zie aanbevelingen).
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -5-
Regie bij management
Deskun dige bijstand extern
II
III
Zelf regie. Uitvoering gedeeltelijk uitbesteden aan externe dienstverlener
Zelf regie. Uitvoering intern Geïntegreerd vormgegeven
I
IV
Regie en uitvoering volledig extern uitbesteed aan externe dienstverlener
Regie en uitvoering volledig bij interne ( ARBO ) dienst
Deskun dige bijstand intern
Regie bij deskundige
2.2
Positie huidige taken -arbogroep en taken volgens arbowetswijziging Tot op heden waren werkgevers verplicht om voor een vijftal taken een gecertificeerde arbodienst in te schakelen. Deze verplichte taken zijn tot 1 juli 2005: 1. toetsing en advisering van de RI&E en plan van aanpak (door de 4 gecertificeerde deskundigen); 2. ziekteverzuimbegeleiding; 3. PAGO; 4. arbeidsomstandighedenspreekuur; 5. aanstellingskeuring (indien van toepassing). De verplichtingen zijn na 1 juli 2005 dezelfde gebleven, maar kennen wel een andere invulling. De belangrijkste wijzigingen: - verplichting tot het aanstellen van een preventiemedewerker; - toets en advies van de RI&E door minimaal één gecertificeerde arbodeskundige die bij voorkeur in de organisatie zelf werkzaam is; - verplicht contract met een bedrijfsarts; - andere wijze van ondersteuning is mogelijk voor de ziekteverzuimbegeleiding, PAGO, arbeidsomstandighedenspreekuur en aanstellingskeuring. Dat kan door een contract met een bedrijfsarts en hoeft bij de maatwerkregeling niet via een gecertificeerde arbodienst te verlopen. De activiteiten in de tabel op pagina 10 vinden op dit moment plaats onder begeleiding van de Arbocoördinator. Uit de tabel blijkt dat taken die volgens de nieuwe wetgeving intern moeten worden uitgevoerd op dit moment door het azM extern worden uitbesteed.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -6-
Dit is als zodanig opgenomen in het contract Arbo-dienstverlening vanwege het feit dat het azM niet beschikt over de benodigde deskundigheid (de taken die behoren bij de "bij voorrang intern te verrichten bijstand"). Dat is dus geheel overeenkomstig de eisen van de nieuwe arbowetgeving. Door deze insteek voldoet de arbogroep aan de letter van de nieuwe arbowetgeving: meer 'diensten op maat' aan de werkgever aanbieden, vanuit een 'interne deskundigheid op maat', waarbij samenwerking geborgd is tussen deskundigen door middel van intersubjectieve toetsing.
Wel
valt
op
termijn
te
overwegen
een
gecerticificeerde
kerndeskundige
(arbeidshygiënist) vast binnen het azM aan te stellen. Op deze wijze voldoet het azM aan de wettelijke criteria voor een interne Arbo-dienst.
2.3
Conclusies en aanbeveling
Conclusies Gegeven de verplichtingen en mogelijkheden van de werkgever kan worden gesteld dat de huidige arbogroep: -
alle nieuwe wettelijke verplichtingen kan uitvoeren;
-
Arbo-dienstverlening op maat biedt op basis van zelfwerkzaamheid;
-
bedrijfsartsen in dienst heeft op basis van detachering die uitvoering geven aan de wettelijke taken;
-
over een RI&E-instrument beschikt dat functioneert op basis van zelfwerkzaamheid. De RI&E is op alle afdelingen uitgevoerd.De bijbehorende plannen van aanpak zijn getoetst door de gecertificeerde deskundigen;
-
zorg gaat dragen voor het arbozorgsysteem teneinde het Arbobeleid te borgen;
-
de taken van de preventiemedewerker laat uitvoeren door de arbocoördinator.
Aanbeveling De regie van fase 2 naar fase 3 De liberalisering van de arbowet moet het azM benutten om benodigde expertise in huis te halen zodat in onafhankelijk van een externe Arbo-dienst geopereerd kan worden (zie bijlage 1). De streefdatum voor de implementatie van fase 3 is het aflopen van het contract met de huidige externe Arbo-dienstverlener op 1 mei 2008.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -7-
Consequenties:
Om 100% te kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen dient het azM een kerndeskundige aan te stellen in verband met de toetsing van de RI&E. Vanwege de complexiteit
en
variatie
binnen
het
azM
adviseren
wij
een
gecertificeerde
arbeidshygiënist in vaste dienst te nemen. Dit kan, zodra een nieuw contract in werking treedt, budgettair neutraal. Uit bovenstaande komt naar voren dat de liberalisering van de Arbo-wet geen extra investering betekent wanneer het azM de gekozen weg blijft volgen. De nieuwe wet leent zich voor een flexibelere omgang met de Arbo-dienst. De eisen die worden gesteld aan de inrichting van interne Arbo-diensten zijn eenvoudiger te realiseren. Het voornemen is ervoor te zorgen dat tenminste een of meer gecertificeerde deskundigen op een van de vakgebieden (AH, A&O, HVK, arbeidsgeneeskunde) werkzaam is of zijn, mits is gegarandeerd dat externe deskundigen op de andere vakgebieden in een samenwerkingsverband zijn ingeschakeld.
Het aanstellen van de arbeidshygiënist moet begin 2008 gerealiseerd zijn. 1 Het contract met de huidige (externe) Arbo-dienstverlener loopt 1 mei 2008 af. Daarnaast is het te overwegen om 2 x 0,5 fte reïntegratieconsulent aan te stellen; dit om de onafhankelijkheid van de Arbo-dienst te vergroten.
Het is vooralsnog niet te overwegen de bedrijfsartsen in vaste dienst te nemen. Immers, hieraan kleven een aantal nadelen, te weten: een vrije keuze van een bedrijfsarts is niet meer mogelijk. Het financiële voordeel is betrekkelijk in relatie tot het afbreukrisico. Daarnaast valt de intercollegiale toetsing weg. De consequentie hiervan kan zijn dat de kwaliteit van de dienstverlening na 3 tot 5 jaar niet meer adequaat is.
De
leden
van
de
kerngroep
arbo
daar
waar
nodig
omscholen
tot
preventiemedewerkers. Deze scholing moet begin 2007 azM gerealiseerd zijn.
In afwachting van de aanpassingen van de arbowetgeving
een arbo-catalogus
opstellen in overleg met de OR.; te realiseren januari 2008.
Na 2008 dient het azM onafhankelijk van de externe Arbo-dienst te kunnen opereren. In 2008 dient de Arbo-dienst alleen daar waar nodig en financieel aantrekkelijk ingezet te worden waar de expertise van de azM-organisatie tekortschiet. Dit betekent een verschuiving van verantwoordelijkheden van de Arbo-dienst naar de azM-organisatie. Met het oog op de onafhankelijke positie van de bedrijfsartsen verdient het de voorkeur deze in de toekomst ook van buiten het azM te blijven aantrekken.
1
Mits de arbeidsinspectie hiertoe geen aanwijzing geeft
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -8-
Tabel inverdieneffect
opleiding
aantal
huidige
aanstelling
geprognosticeerd
uren
kosten
azM
inverdien effect
nvt
nvt
nvt
fte *
nvt
te
gefinancierd
realiseren
uit
1-1-2007
contract azM/ Blue Note
preventiemedewerker
€ 54.178
gecertificeerde
500
€ 66.759
€ 28.315
€ 38.444
0,5
1-1-2008
reintegratieconsulent
1400
€ 131.614
€ 40.539
€ 91.075
1,0
1-1-2008
opstellen
400
nvt
nvt
nvt
nvt
1-1-2008
198.373
68.854
129.519
genoemde
functionarissen
arbeidshygienist
contract azM/ Blue Note
Arbocatalogus Totaal Bedragen zijn inclusief BTW * uren zijn afgerond naar halve of hele fte's
Naast
de
in
bovenstaande
tabel
zoals
arbeidshygiënist,
reïntegratieconsulent en bedrijfsarts zijn in het contract azM/ArboNed eveneens de volgende functies opgenomen: hoger veiligheidskundige, middelbaar veiligheidskundige, ergonoom, arbeids- en organisatiedeskundige, bedrijfsmaatschappelijk werker en arbeidsdeskundige.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys -9-
2.4 Organogram interne azM arbo-organisatie Huidige situatie intern externe Arbo-dienst
directeur FB
directeur PZ HVK
gevaarlijke stoffen
coördinator
BHV
arbo
Ergonoom BA
backoffice
infectiepreventie
arbogroep
Hep. B / TBC
verzuim & reintegratie
kerngroep arbo
BVF ASD*
vertrouwenspersonen
ESF
2
AH
BMW
decentrale
RC
arbocoordinatoren
Arbo+convenant
AO
Projectorganisatie
stralingsdeskundige
ergocoaches
*
BVF (UM)
* het onderdeel stralingsveiligheid en biologische veiligheid is beschreven in de regeling stralingshygiëne Randwijck, respectievelijk beleidsplan biologische veiligheid UM/azM.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 10 -
2.5 Organogram situatie conform liberalisering Arbo-wet directeur FB
directeur PZ
gevaarlijke stoffen
externe Arbo-dienst
coördinator arbo
BHV arbogroep
backoffice
vertrouwenspersonen
infectiepreventie
Ergonoom
Hep. B / TBC
verzuim & reïntegratie
BVF
HVK
preventiemedewerker
ESF
ASD*
kerngroep arbo
BA
arbeidshygiënist
BMW
reintegratieconsulent
AO
decentrale
stralingsdeskundige
*
arbocoordinatoren
BVF preventiemedewerker
Arbo+convenant projectorganisatie
ergocoaches
* het onderdeel stralingsveiligheid en biologische veiligheid is beschreven in de regeling stralingshygiëne Randwijck, respectievelijk beleidsplan biologische veiligheid UM/azM.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 11 -
2.6
Afkortingen
AH
arbeidshygiënist
AO
arbeids en organisatiedeskundige
BA
bedrijfsarts
BHV
bedrijfshulpverlening
BMW
bedrijfsmaatschappelijk werker
BVF
biologisch veiligheidsfunctionaris
ESF
Europees Sociaal Fonds
HVK
hoger veiligheidskundige
RC
reïntegratieconsulent
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 12 -
2.7
Literatuurlijst Van der Steeg, M Gevolgen liberalisering Arbowet 2005 m.b.t. organisatie arbodienstverlening, Amsterdam, 2005. Falke & Verbaan Inkoop AVR-dienstverlening in het post arbo-tijdperk, 2005 Luyten, H Arbobeleidsplan 2005-2007 Luyten, H Voorstel arbodienstverlening azM, 28-01-2003 Concept mandateringsregeling 2005 Leijten, A. Mandateringsregeling, 1999 Concept mandateringsregeling 2005, A.Leijten / H. Luyten Arboplatform De arbodienst als initiator van veranderingen in organisaties, 2002
Websites www.werkjegezondinhetazm.nl www.boaplein.nl/nieuws252.php www.szw.nl www.arbo.nl www.arboconvenanten.szw.nl www.arbeidsinspectie.nl
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 13 -
Bijlage 1: Inhoud van de wijziging in de Arbowet
1. Deskundige werknemers en voorrangsregel In artikel 13 van de gewijzigde arbowet wordt de wijze van deskundige bijstand omschreven op het gebied van preventie en bescherming. Kern van dit artikel is dat deze bijstand zo veel mogelijk intern binnen de organisatie wordt georganiseerd (dit is de zogenaamde 'Voorrangsregel'). Afhankelijk van de bedrijfsgrootte kan de werkgever dat zelf doen (bedrijfsgrootte tot 15 medewerkers) of dat via één of meerdere interne "preventiemedewerkers" (zie verder). Pas indien dit niet mogelijk is, is een combinatie mogelijk van deskundige werknemers en andere deskundige personen. Van belang is dat deskundigheid, ervaring, uitrusting, aantal en beschikbare tijd zodanig zijn, dat de bijstand naar behoren vervult kan worden. 2. Maatwerkregeling De maatwerkregeling (artikel 14 gewijzigde arbowet) houdt in dat de werkgever de bijstand grotendeels naar eigen inzicht organiseert. Voorwaarde is dat de werkgever ook hier tenminste één of meer interne preventiemedewerker(s) moet aanstellen. Bij het organiseren 'op maat' hiervan heeft de OR (of eventueel de CAO) een zeer belangrijke rol (overeenstemmingsrecht). Essentieel in de maatwerkregeling is dat er wel een contract moet zijn met een bedrijfsarts, maar dat deze niet bij een arbodienst werkzaam hoeft te zijn. Wel moet de bedrijfsarts samenwerken met o.a. de betrokkenen bij de RI&E (zie bijlage 2). De rol van de bedrijfsarts bij de Wet verbetering poortwachter (beoordeling i.v.m. dreigend langdurig ziekteverzuim) blijft van kracht. De RI&E moet in de maatwerkregeling getoetst worden door een (interne of externe) gecertificeerde arbodeskundige (zie bijlage 2). Indien uit de RI&E blijkt dat het vereiste deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker zodanig is dat deze een gecertificeerd deskundige moet zijn, moet o.a. het toetsen van de RI&E intern gebeuren. De arbeidsinspectie kan een eis tot naleving instellen indien de maatwerkregeling niet goed wordt ingevuld.
N.B.: Deze 'maatwerkregeling' is er met name voor om werkgevers andere mogelijkheden te geven voor de bijstand bij arbeidsomstandigheden dan alleen via een arbodienst. Indien de huidige ondersteuning voldoet aan en overeenkomt met de wensen van de werkgever, hoeft er feitelijk niets te veranderen. De situatie zoals omschreven in punt 3 "vangnetregeling' is dan van toepassing. 3. Vangnetregeling Indien er geen maatwerkregeling wordt afgesproken, moet de werkgever zich laten bijstaan door een gecertificeerde arbodienst (artikel 14a gewijzigde arbowet). Ook hier moeten de preventietaken bij J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 14 -
voorrang intern worden uitgevoerd. De arbodienst moet bij voorkeur intern georganiseerd zijn. Indien er onvoldoende mogelijkheden zijn moet de bijstand worden verleend door een externe gecertificeerde arbodienst. (N.B.: deze regeling is er met name om te zorgen dat de deskundige bijstand altijd geregeld is, ook indien werkgever en werknemer niet tot overeenstemming komen). De arbeidsinspectie kan beoordelen of de juiste keuzes zijn gemaakt indien een externe arbodienst wordt ingeschakeld.
N.B. Volgens de nieuwe wetgeving wordt het tevens makkelijker om een interne arbodienst (volgens de voorrangsregeling) in te stellen, omdat meer maatwerk mogelijk is (bijvoorbeeld een samenwerkingsverband tussen interne en externe [vier gecertificeerde] arbo-deskundigen). Alleen indien er onvoldoende interne mogelijkheden zijn om de arbodienst intern vorm te geven moet men een externe gecertificeerde arbodienst contracteren (in het geval van de vangnetregeling). Zie voor een globaal overzicht in tabel 1. Een belangrijke overeenkomst tussen de maatwerkregeling en de vangnetregeling is dat in beide gevallen de interne preventiemedewerker verplicht is. Tabel 1.
Maatwerkregeling
Vangnetregeling
Overzicht welke vormen van bijstand nodig zijn bij de
bij overeenstemming in
in alle overige gevallen
'Maatwerkregeling' en 'Vangnetregeling'.
CAO of per onderneming met OR
Algemene preventietaken
Preventiemedewerker(s), waarvan aantal en
Bijstand bij voorrang intern (art. 13)
deskundigheid gebaseerd is op de RI&E.
door eigen werknemers
Toets en advies RI&E
Onder
Door gecertificeerde
(art 14 of 14a)
verantwoordelijkheid van
arbodienst, indien mogelijk
tenminste één van de vier
intern.
kerndeskundigen, indien mogelijk intern. Verzuimbegeleiding
Tenminste contract met
Contract met
bedrijfsarts
gecertificeerde arbodienst
PAGO
bedrijfsarts
Gecertificeerde arbodienst
Aanstellingskeuring
bedrijfsarts
Gecertificeerde arbodienst
Spreekuur
bedrijfsarts en
Gecertificeerde arbodienst
Voorrangsregel niet van toepassing (art. 14 of 14a)
ingeschakelde deskundige bij de RI&E
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 15 -
Schema nieuwe Arbowet 2005
werkgever & werknemer
overeenstemmingsartikel
Artikel 13, Voorrangsregel - bijstand deskundige werknemer(s) - takenpakket - algemeen kader Maatwerk
Artikel 14a, Vangnetregeling - preventiemedewerker - eerst interne arbodienst - daarna externe arbodienst
Artikel 14, Maatwerkregeling - dienstverlening op maat (intern dan wel extern) - taken gecertificeerde deskundigen
Arbo-ondersteuning in de organisatie
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 16 -
4. Toelichting Toelichting 'Preventiemedewerker Op grond van artikel 13 van de gewijzigde wet moet een werkgever zich laten bijstaan door 'deskundige werknemers'.
De
deskundige
werknemer(s)
wordt
aangewezen
als
zogenaamde
interne
'preventiemedewerker(s)' die belast is met de algemene bijstand bij de preventietaken. Het uitgangspunt is dat de RI&E aangeeft welke aard en niveau van deskundigheid vereist is. Dit deskundigheidsniveau moet aansluiten op de risico’ s in het bedrijf, de aard en omvang van de bedrijvigheid (de arbeidsinspectie is van mening dat iemand met een MVK of HVK opleiding aan de basiseisen van een preventiemedewerker zal voldoen). Het regeringsstandpunt is dat in grotere en meer complexe organisaties het deskundigheidsniveau van de interne kerndeskundige zodanig is om die preventietaken uit te voeren. In de wet (zowel bij maatwerk als vangnetregeling) zijn de volgende taken van 'de preventiemedewerker' opgenomen: - verrichten/opstellen van de RI&E; - adviseren/samenwerken met OR; - betrokken zijn bij arbo-maatregelen, zoals uitvoering RI&E, voorlichting, arbeidsbeschermende maatregelen, ongevallenregistratie of informatie geven over het werken met gevaarlijke stoffen.
N.B. Dit is bij de arbogroep al het geval.De arbogroep beschikt over preventiedeskundige in de vorm van een -coördinator arbo. Daarnaast geschiedt het opstellen/verrichten van de RI&E (d.m.v. het RI&Einstrument dat gebaseerd is op zelfwerkzaamheid) door de medewerkers van het azM zelf. Deze deskundige medewerkers, c.q. preventiemedewerkers dienen van de werkgever de ruimte te krijgen om hun bijstand zelfstandig en onafhankelijk te verlenen. Deze medewerkers mogen niet benadeeld worden in hun positie in het bedrijf, overeenkomstig OR-leden (artikel 21 wet op de ondernemingsraden). Toelichting RI&E De RI&E is een belangrijke preventietaak. De risico-inventarisatie en- evaluatie verandert op zich niet zo veel. Het stelsel van RI&E, plan van aanpak en jaarlijkse voortgangsrapportage als belangrijke kern van de arbobeleidscyclus blijft in tact. Nieuw is dat in de RI&E aandacht moet worden besteed aan de omvang en aard van de deskundige bijstand. Bij interne aanwezigheid van alle deskundigen op het hoogste niveau (gecertificeerde deskundigen) is het in ieder geval duidelijk dat er voldoende mogelijkheden zijn binnen de organisatie om aan de preventietaken te voldoen.
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 17 -
In de nieuwe wetgeving wordt expliciet gesteld dat de medewerking aan het verrichten en opstellen van een RI&E intern moet gebeuren, in combinatie met ondersteuning en uitvoering van maatregelen. De toetsing van de RI&E moet door minimaal één gecertificeerde kerndeskundige gebeuren, bij voorrang intern werkzaam. Van belang is dat de toetser(s) kennis van zaken heeft (hebben). Binnen het azM geschiedt uitvoering van de RI&E door middel van het RI&E-systeem. Alleen toetsing van de plannen van aanpak geschiedt via de externe Arbo-dienst. Op basis van bovenstaande is het van belang een gecertificeerde arbeidshygiënist in dienst te nemen. Toelichting Arbeidsomstandighedenspreekuur Dit spreekuur is in de wetgeving bedoeld als een breed 'spreekuur', in die zin dat er adequate toegang moet zijn voor de individuele medewerkers om de door de werkgever 'gecontracteerde' deskundigen te kunnen raadplegen. Dat geldt zowel voor de 'Vangnetregeling' als voor de 'Maatwerkregeling'. In de praktijk komt het er op neer dat er een spreekuur van de bedrijfsartsen (vanwege medisch gebonden zaken) en overige deskundigen beschikbaar moet zijn om vragen te beantwoorden en adviezen te geven aan individuele medewerkers. Wettelijke gevolgen voor de werkgever en de OR Gevolgen voor de werkgever Uit de voorgaande beschrijving van de wetsveranderingen volgen enkele concrete gevolgen voor de werkgever: -
de werkgever moet tenminste één preventiemedewerker aanstellen via een arbeidsovereenkomst en deze medewerker betrekken bij het uitvoeren van maatregelen;
-
in de RI&E moet worden opgenomen welke niveau van de kerndeskundige vereist is;
-
een advies van de interne deskundige aan de werkgever moet door deze deskundige in afschrift aan de OR worden gezonden.
-
de werkgever moet nagaan welke regeling deze wil toepassen: de Maatwerkregeling of de Vangnetregeling;
-
er moet overeenstemming zijn tussen de werkgever en de werknemer over de organisatie van het arbo- en verzuimbeleid bij keuze voor de Maatwerkregeling en over het invullen daarvan;
-
bij de Vangnetregeling (indien er geen maatwerk komt c.q. nodig is, of geen overeenstemming is met de OR) blijft de werkgever verplicht aangesloten bij een arbodienst.
Aanvullend voor Maatwerkregeling: -
de werkgever moet tenminste een contract hebben met een bedrijfsarts;
-
de taken die de werkgever door de gecertificeerde arbodeskundige(n) moet laten uitvoeren zijn: * toetsing en advisering in het kader van de risico-inventarisatie; * ziekteverzuimbegeleiding * arbeidsgezondheidskundig onderzoek
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 18 -
* aanstellingskeuring indien van toepassing * arbeidsomstandighedenspreekuur -
met betrekking tot verzuimbegeleiding moet uit een schriftelijk document blijken wie wat doet op het gebied van verzuimbegeleiding;
Aanvullend voor Vangnetregeling: -
Indien de werkgever kiest voor een arbodienst moet deze bij voorkeur intern worden georganiseerd.
Daarnaast zijn er de genoemde vrijheden van de werkgever om arbo te organiseren volgens de Maatwerkregeling. Bij de Maatwerkregeling worden werkgever en werknemer volledig verantwoordelijk gesteld voor de inschakeling van de benodigde interne en externe deskundigheid èn hun onderlinge samenwerking. Hiermee wordt tevens duidelijk dat, indien de arbo-ondersteuning bestaat uit een palet van interne en externe ondersteuners, de regiefunctie vanuit de organisatie om deze samenwerking te bewerkstellingen, zwaarder wordt. Beheer en aansturen blijkt in de praktijk veel tijd en aandacht te vergen.
Gevolgen voor de OR De nieuwe Arbo-dienstverlening komt tot stand in een dialoog tussen werkgever en werknemer. Deze moeten met elkaar afspreken hoe de Arbo-dienstverlening geregeld moet worden. Het aangaan van een Maatwerkregeling kan een werkgever niet zomaar. Afspraken over de Maatwerkregeling kunnen gemaakt worden op ondernemingsniveau (OR) of door de CAO-partijen (brancheniveau). Hierbij geldt voor de OR het recht van overeenstemming. Partijen moeten het dus echt eens worden. Er kan alleen worden overgegaan op de Maatwerkregeling wanneer de OR hiervoor toestemming geeft. Wanneer er geen expliciete afspraken worden gemaakt (bijvoorbeeld als de aansluiting bij een arbodienst voldoet aan de behoefte voor deskundige ondersteuning), geldt de Vangnetregeling. Er hoeft dan in feite niets te veranderen: de werkgever blijft verplicht om zich aan te sluiten bij een arbodienst, intern dan wel extern bij onvoldoende interne mogelijkheden. Omdat de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft ten aanzien van de RI&E is de OR ook betrokken bij de vaststelling van het deskundigheidsniveau van de preventiemedewerker(s).
J:\luyten\liberalisering arbowet ys - 19 -