Verantwoordelijke uitgever en afzender: Ludo Longin, Stationsstraat 37 - 1740 Ternat
“Jeugd Rond Kruikenburg” verschijnt 5 x per jaar in feb - apr - jun - nov. - dec. • Afgiftekantoor: 1740 Ternat - P409407
ST.- JOZEFSINSTITUUT België P.B. 1740 Ternat 2/2930
Nr: Januari 2008
[email protected]
Krakdag 2007, wat onze persgroep verzamelde… Indrukken op de speelplaats “En ze dachten dat het goed zou zijn…” Onze persgroep nam haar taak zeer ernstig. Als volleerde journalisten stonden ze in de vroege ochtend op post om bij de leerlingen te peilen naar hun verwachtingen voor deze grote dag. Wat verwacht jij van Krakdag 2007?/ Waarvoor staat KRAK? Ik verwacht dat het een heel leuke dag wordt en dat iedereen ervan zal genieten. (Rens, derde jaar) Gewoon, dat het een plezante dag wordt en dat ik veel ga bijleren. (Annelies, derde jaar) Ik denk dat het leuk gaat worden. / Waar KRAK voor staat? Geen idee. Heel leuk, ’t is de eerste keer dat ik ga meedoen (Sammie Wauters, derde jaar) Een toffe, laatste schooldag
Kan u ons bondig vertellen waarover u deze voormiddag hebt gesproken? Ik heb gesproken over integratiekampen die De Zonnebloem organiseert, voor jongeren met een beperking en jongeren die opgroeien in moeilijke thuissituaties. Het is dus eigenlijk een soort van scoutsactiviteit, maar dan met een zeer specifieke doelgroep. Het zijn jongeren die verzorging nodig hebben, die bijvoorbeeld in een rolstoel zitten, of jongeren die moeilijkInterview met Gijs ’t heden hebben met het onder houden van emoties, Hooft, voorzitter vzw controle enzovoorts. Het is die specifieDe Zonnebloem, Gent ke doelgroep die wij meene“Die jongeren er eventjes uit men op kamp. Het is onze halen en hen een andere erva- bedoeling, omdat de groep heel ring aanbieden, dàt is onze ruim en divers is, een soort bedoeling.” integratiemoment te organiseren. Toen Gijs ’t Hooft klaar was met zijn lezing, trok onze redactie De werking steunt puur op vrijnaar de leraarskamer voor een willigerswerk. De Zonnebloem interview met deze geëngageerde is een vzw van vrienden, een jongeman.
voor de herfstvakantie. Dat het een goeie dag zal zijn. / KRAK = Kruikenburg actief? Niks. Dat het plezant gaat worden. / Kruikenburgs actie team of zoiets. ( Ewout en Ward, derde jaar) Mijn verwachtingen zijn heel hoog, zoals elk jaar./ Kruikenburgs actiecomité!! (Ulrike,zesde jaar)
JRK jan ‘08 - 3
vriendenkring eigenlijk, die probeert om continu mensen aan te werven om hetzelfde te doen. De kracht van onze kampen schuilt in het feit dat we goede vrienden zijn én dat we die taak vrijwillig organiseren. Er zijn kampen in de grote vakantie en ook eens in een weekend doorheen het jaar met jongeren die specifieke noden hebben. Maar voor zulke kampen en de bijhorende faciliteiten is toch geld nodig? Ja, de jongeren betalen om mee te gaan op kamp, maar de prijs is niet zo hoog omdat er vaak ook jongeren meegaan uit kansarme gezinnen. We doen ook activiteiten om geld te verzamelen om het lidgeld zo laag mogelijk te houden. De begeleiders betalen hun eigen deelname aan het kamp: €75, omdat die natuurlijk mee eet en drinkt en dergelijke. Hoe lang bestaat de organisatie? Ik geloof bijna 30 jaar, ik vermoed dat we binnenkort een jubileum moeten houden.
Hoe gebeurt de werking met de jongeren zelf? De essentie van het werk is dat we die gasten, die opgroeien in een instelling, of jongeren die opgroeien in een internaat en daar de helft van hun leven doorbrengen, dat we die voor een stuk in hun vrije tijd wat betekenis meegeven. Dat ze zich eigenlijk gewoon kunnen amuseren. Er zijn een aantal jongeren mee die bijvoorbeeld zwaar gehandicapt zijn, in een rolstoel zitten, een pamper dragen, die hun voedsel gepureerd moeten krijgen. De bedoeling is eigenlijk om net die jongeren eventjes uit te halen waar ze al altijd zitten en hen een andere ervaring aan te bieden. Maar het doelpubliek is heel divers: er gaan kansarme jongeren mee, jongeren die gedragsproblemen vertonen, agressieproblemen hebben. Er gaan ook jongeren mee die een mentale ach-
JRK jan ‘08 - 4
terstand of een heel laag IQ hebben, die in de ontwikkeling als kind een achterstand hebben opgelopen. De invalshoek is pure vrije tijd. We organiseren activiteiten met hen zoals op een gewoon kamp van eender welke jeugdbeweging. Zijn er aparte kampen voor kinderen met verschillende beperkingen? Nee, iedereen gaat samen. We doen ook niet zo veel: één kamp en één weekend per jaar en dat ene kamp is met iedereen samen, dus een groep van 50 jongeren. Dat betekent zeer veel werk, je hebt minstens 30 begeleiders nodig omdat je voor de verzorging ‘1 op 1’ werkt, eigenlijk een individuele verzorging. De begeleiding doen we allemaal samen. Wanneer je een activiteit doet, moet de hele groep zorgen voor de hele groep. De verzorging is wel intensiever, omdat je voor sommige jongeren twee begeleiders nodig hebt. Als er iemand bij is die 16 jaar is en in een rolstoel zit, dan is dat vaak een zwaar gewicht. Het zijn vaak heel gespierde gasten of meisjes omdat die heel gespannen in de rolstoel zitten, heel stressvol
eigenlijk. Dus er is heel wat begeleiding nodig en het is niet altijd evident om dat te doen, om dat te realiseren met zoveel gasten. Nog even terugkomen op dat vrijwilligerswerk… Alles gebeurt op vrijwillige basis, zowel begeleiding als het voorzitterschap is puur onbezoldigd, er is geen geld mee gemoeid. Het is net onze kracht dat het gaat om een kleine organisatie. Je zou zoiets kunnen uitbouwen tot een grote werking, dat bestaat trouwens al: de mutualiteiten bijvoorbeeld werken ook in grote mate met vrijwillige krachten, maar zijn veel meer gestructureerd. Bij ons is dat veel kleinschaliger wat sneller een huiselijke sfeer geeft voor die gasten. Er zijn jongeren die al jaren meegaan en die zich heel goed voelen bij de werking van De Zonnebloem omdat ze de groep en de leidersploeg voor een stuk al kennen. Dat maakt de drempel om deel te nemen aan zo’n kamp of weekend veel kleiner. Laat ons niet vergeten dat het
groep van 7 tot 12 jaar, een tweede van 13 tot 16 en dan eentje met leden van 16 tot 25 jaar. Daarnaast heb je ook workshops met verschillende begeleidingsvormen. Bijvoorbeeld jongeren die nooit uit hun rolstoel komen, die halen we er af en toe uit en leggen we op snoezelmatten om snoezelactiviteiten te doen. Dat betekent ‘werken op de zintuigen’ die ze nog hebben. Dat betekent tasten, voelen, geluid, muziek, zulke dingen.
voor die jongeren wel een drempel is om mee te gaan met een organisatie. Het is niet zo Hebben de begeleiders een speciaevident om hen te overtuigen: le opleiding genoten voor die specifieke doelgroep? ‘Ga eens mee op weekend.’ Neen, wij voorzien geen opleiOver welke leeftijdscategorie gaat ding. De kracht is net dat mensen begeleiden die niet in de het bij die kampen? Je kan mee van 7 tot 23 jaar. Je sociale sector werken. Natuurhebt er echt kindjes bij die je lijk is het wel zo dat de spil van dan vroeger in bed stopt en die vzw De Zonnebloem wordt je een verhaaltje voorleest. gedragen door mensen die Maar je hebt evengoed jonge- ofwel medisch geschoold zijn ren van 18 met wie je op twee- of orthopedagogisch geschoold daagse gaat en waarmee je zijn, zodat er toch een aantal andere, ruigere, avontuurlijkere mensen zijn met wat bagage dingen doet. We hebben een om zo’n kamp in goede banen werking met drie groepen: een te leiden. Medisch sowieso,
JRK jan ‘08 - 5
want je bent verplicht dat je iemand bij hebt die in geval van nood medische zorgen kan toedienen. Maar ook voor de medicatie zijn die begeleiders nodig: heel wat van die gasten neemt medicatie en dan is het belangrijk dat je daar goed mee om kan gaan. Bijvoorbeeld jongeren die gedragsproblemen hebben, ADHD wordt daar vaak genoemd, nemen Risperdal, Rilatine of Dipiperon. Dit zijn vaak kalmeringsmiddelen of hallucinatiemiddelen, om waanbeelden tegen te gaan. Gaat de werking van De Zonnebloem over Vlaanderen of is die eerder gecentraliseerd? Het is heel centraal. De Zonnebloem is een plaatselijke Gentse werking eigenlijk. Vanuit Gent doen we 1 kamp en 1 weekend, dat is het eigenlijk. Zelf zitten wij in het overlegorgaan van Gent en Oost-Vlaanderen met andere organisaties die een gelijkaardige aanbod doen, inclusieve vrijetijdswerking. En van daaruit zitten we ook in de jeugdraad in Gent. Dat is de grote opdracht: naast de vrije tijd, de maatschappij beter op maat maken voor die doelgroep en dus proberen we ook door te wegen op het beleid in de stad of op Vlaams niveau om wat aanpassingen te doen.
voordeel was dat we vorig jaar van jullie een mooie gift hebben gekregen en zo konden we What do you think of this day so dus concrete resultaten voorleggen. far?
Phan, onze Thaïse uitwisselingsstudent
I think it’s boring. Boring, why is that? Because I can’t understand what everybody is saying. What are you going to do this afternoon? I don’t know, maybe I will go to see my friends and buy something to eat. From the BBQ over there? Yes, but I don’t have a ticket yet for BBQ. Do they have something like this at your school? Yes, of course. What is it called? I will say it in Thai, you won’t understand, it’s called (er volgt nu iets onverstaanbaars op de tape, maar je spreekt het uit als “song-karn”)Hopefully, the day won’t end boring, once the workshops start! Thanks for your time!
Hoe lang bestaat Afractie al? Afractie bestaat in werking al 6 jaar, maar we zijn sinds 2 jaar een vzw geworden omdat we beseften dat we professioneler moesten gaan werken als we op een goede manier aan ontwikkelingssamenwerking wouden gaan doen. En zo’n losse initiatieven zijn wel leuk en dat draait wel, maar om op blijvende termijn te werken, moet je bijna echt wel in een vzw- werking gaan.
Kan u ons vertellen over een concreet project dat jullie gerealiseerd hebben met het geld van de Krak van vorig jaar? Het geld van de Krak van vorig jaar was €250. Daarmee hebben we een jaar lang elke maand een zak rijst van 50 kg kunnen aankopen. Nu, dat lijkt soms niet veel voor de mensen Annelies Scholliers hier, maar een zak rijst is daar basisvoedsel. Om u een idee te geven, in ons tehuis hebben we Interview met Ken- twee zakken rijst per maand neth Rummens, voor- nodig, dus kunnen we eigenlijk dankzij de Krak, een jaar lang zitter vzw Afractie “Met 10 euro per maand geef je de helft van de mensen in het 3 straatkinderen elke dag een tehuis voeden of toch basisvoeding geven. volwaardig ontbijt”
Pluim voor jullie werk! Hopelijk Waarover heeft u vandaag kunnen jullie anderen inspire- gesproken op de Krakdag? ren.Bedankt voor dit gesprek! Wij werken met een project van straatkinderen in Senegal. En ik Hannah Eeckhout en Sven ben hier namens de vzw AfracWatthy tie. Net als vorig jaar zijn we komen vertellen wat we eigenKorte impressie van lijk in Senegal uitsteken. Het JRK jan ‘08 - 6
Gaat jullie werking over verschillende landen in Afrika of 1 land specifiek? Wij werken in Senegal. Tot nu toe hadden we als basis een tehuis in Senegal, maar vandaag hebben we voor de leerlingen ook heel duidelijk gemaakt: dat is noodhulp, dat is
eigenlijk kinderen van straat halen. Je moet ook aan de basis werken. Dus intussen hebben we eigenlijk een heel netwerk van projecten opgezet met scholen, met een scoutswerking, met gezondheidsposten die we steunen. We werken aan het milieu en we hebben ook 10 families die we concreet maandelijks steunen via sponsoring. Bijvoorbeeld, een sponsor geeft ons €20 per maand voor een bepaalde familie en ook hen geven we dan maandelijks een zak rijst. Twintig euro is natuurlijk niet voldoend. Waar komt de rest van jullie financiële middelen vandaan? We krijgen een aantal toelagen van overheden, je kan wel eens subsidie vragen op gemeenten maar we moeten het vooral hebben van heel veel persoonlijke steun. Als elke persoon €20 per maand zou geven dan draaien we ongelooflijk, dan wordt ons budget daarmee gevuld voor een deel. Verder worden we gesteund door heel veel scholen natuurlijk en door lezingen die we houden. Af en toe organiseren we zelf evenementen, maar ik blijf er toch bij dat individuele steun soms enorm belangrijk is. We hebben momenteel een aantal mensen die € 10 per maand geven, wat eigenlijk heel weinig is voor een individu en daarmee kunnen we aan drie straatkinderen elke morgen ontbijt geven zodanig dat ze de rest van de dag verder kunnen. Een ontbijt is een stuk brood met choco, een banaantje en een glas melk, wat eigenlijk heel voedzaam is voor de rest van de dag. Gaat u zelf vaak naar Senegal? Ik probeer jaarlijks te gaan.
Natuurlijk is het ook een zeer kostelijke reis en ik moet daar zelf voor sparen, voor alle duidelijkheid: dat gaat niet van het geld van de vzw. Ik probeer dus jaarlijks te gaan en dat is al 6 jaar op rij gelukt. Het is heel leuk, zoals bijvoorbeeld vorige zomer hebben we enkele gemotiveerde mensen mee gekregen, vrijwilligers, en op de duur worden het stilaan groepsreizen. Vorig jaar was dat een soort van ‘Afractie on tour’: we zijn gaan toneel spelen, hebben kinderen geschminkt, spelletjes gedaan met kinderen, maar ook verzorging staat op ons programma, gewoon, in het midden van de straat ergens in een dorp. Het is natuurlijk ideaal als je het zo kan doen.
zich stilaan ontwikkelt.
Hoe zien jullie dat netwerk op langere termijn, liever beperkt of zouden jullie de werking van Afractie graag uitbreiden? Wij hebben geleerd, en ik denk dat je dat ook ziet bij alle grote organisaties: ze leveren mooi werk, maar ook altijd in een schemerzone van ‘Hoeveel gaat ervan verloren?’ Dus willen we het beperkt houden om het voor ons haalbaar te houden. We weten nog altijd concreet waar elke euro naartoe gaat en dat willen we graag zo houden. Aan de andere kant zijn we vorig jaar begonnen met lidmaatschap en ons ledenaantal stijgt elke dag. We hebben het er wel eens over: “ Waar gaat dit eindigen, op 500, 100 leden?” Het hoeft niet te eindigen, De organisatie bestaat 6 jaar, zei maar hoe meer leden, hoe meer u, maar wie nam het initiatief? werk uiteraard om het op te volgen. Hoe is Afractie ontstaan? Het is Lies Van Camp, die al 12 jaar in Senegal woont en daar Bedankt voor het gesprek en veel een herberg heeft, die eigenlijk succes in de toekomst! vanaf het begin de straatkinde- Hannah Eeckhout ren de overschot van het ont- Annelies Scholliers bijt gaf en af en toe een wonde ging verzorgen. Zij heeft 6 jaar geleden besloten om iets concreet te gaan doen. Toen heeft Krakdag 2007, de ze het tehuis geopend, maar ze workshops. had steun uit België nodig. Zes jaar lang is zij al een goede Nadat we onze opdracht hadvriendin van mij. Ik ben er via den gekregen van mevrouw een reis terecht gekomen, zij Segers, vertrokken we snel om heeft in Senegal het initiatief onze job als ‘reporter ter plaatgenomen en ik heb hier een se’ waar te maken. aantal mensen rond mij verzameld. Natuurlijk, hoe meer Opbouw podium sportzaal mensen daar geweest zijn of Hier wordt alles natuurlijk hoe meer mensen onze wooropgebouwd en klaargezet voor den, onze boodschap horen, het free podium. hoe meer er willen meewerken. Terwijl meneer Hazevoets de Het is een netwerk van hulp dat JRK jan ‘08 - 7
basgitaar op een juiste toon zet, bemoeit de leiding zich met het geluid. We horen woorden langs alle kanten vliegen: “Check 4,…” De sfeer zit in ieder geval nu al goed, want het is nog altijd een dag voor de leerkrachten zonder les geven en voor leerlingen zonder werken. (nvdr: Is les geven dan niet werken, misschien?) In ieder geval, de werken zijn hier duidelijk nog niet gedaan. We gaan nu naar buiten, maar krijgen eerst nog een live concert van “The White Stripes met Seven Nation Army”. Barbecue We zijn op weg naar de schaakworkshop en we komen onze beste vriend, meneer Muylaert, tegen. Dus dachten we, laten we hem enkele vragen stellen. Hij staat achter de barbecue en we vragen hem: ‘Meneer, zouden wij u enkele vragen mogen stellen?” Men. Muylaert: “Natuurlijk, maar wacht even, ik moet mijn haar nog goed leggen.” Na enkele minuten… “Meneer Muylaert, even niet over de barbecue, het schijnt dat u zo’n goede skiër bent?” (Een medewerker van hem fluisterde ons deze vraag in) Men. Muylaert: “Is het weer zover, doen de roddels weer de ronde ja? Zijn medewerker: “Het is waar dat ik meneer vorig jaar heb leren skiën, maar hij was zo
bang dat hij op kinderlatjes wou beginnen. Het was ook de eerste keer dat hij een beetje sneeuw zag.” “Vlot de barbecue trouwens een beetje?” Men. Muylaert: “De saucissen en de brochettes zijn bijna klaar, dus laat de lagere school maar komen.” We hebben ook nog een mededeling van een medewerker van hem: als je een GPS nodig hebt, moet je men. Muylaert komen halen. De sfeer zit hier duidelijk goed en wij gaan door naar de volgende workshop. Schaken Het is hier doodstil. Denken wordt er zeker gedaan. We proberen een interview te doen, maar het enige antwoord dat we krijgen is: “Het is schaken en dan moet er veel concentratie zijn.” Verder wordt hier niets gezegd, behalve de woorden ‘schaak’ en ‘schaakmat’. Het is hier nogal een dode boel dus vertrekken we maar weer, hier wordt toch alleen maar gedacht aan winnen.
van 1 in het schoolkrantje. Straks gaan we ook een strip tekenen.” Wij lopen hier een beetje in de weg dus vertrekken we weer. Ondertussen neemt de concurrentie (onze collega’s uit het zesde jaar) onze gesprekken af. Argentijnse tango Terwijl iedereen aan het dansen is zien we men. Van Gompel daar moederziel alleen zitten. Dus stellen we hem maar enkele vraagjes. “Meneer, waarom danst u niet mee, kan u het dan niet?” Men. Van Gompel: “Natuurlijk kan ik dat wel, maar ik denk niet dat de meisjes dat leuk zouden vinden (er zijn alleen maar meisjes aanwezig), want het is nogal een dans waarbij je heel close bent met je danspartner, ik kan de tango nog genoeg met mijn vrouw dansen. Er zijn er hier wel die al een pak beter dansen dan ik. (lacht)” Nog enkele reacties van de leerlingen: “Heel plezant, ik kon het voordien nog niet, en nu wel.” “Iedereen is wel nogal uitgeput.”
Wij zijn ook uitgeput, dus gaan we het hierbij laten. Wij gaan nu onze lekkere barStriptekenen Terwijl iedereen ijverig aan het becue halen. werken is, vragen we toch aan een leerling uit deze workshop: Smakelijk iedereen en tot de “Wat moeten jullie hier eigen- volgende. lijk allemaal doen?” Leerling: “We moeten allemaal Joachim Pletinckx 3LWa gekke gezichten tekenen, zoals deze hier (hier moet een foto komen). Misschien komt daar-
JRK jan ‘08 - 8
Van offset tot computergestuurd kopiëren. Jeugd rond Kruikenburg elke editie weer vol krijgen is soms een hele heksentoer. Kopijen langs alle kanten proberen bijeen te krijgen, lezen en verbeteren van de teksten, onderwerpen vinden, foto’s zoeken, drukker aanspreken, eerste drukproef, tweede proef,… het heeft geen einde. Maar één van de weinige voordelen is dat telkens een collega een zilveren staat van dienst heeft, je jezelf mag uitnodigen ten zijnen of hare huize. Zo ook mocht ik bij de collega waar de jaren geen vat op hebben en de jeugd eeuwig en één dag in huist, opzoeken om haar relaas over 25 jaar trouwe dienst aan de school te mogen neerpennen in JrK. Linda Van Eeckhoudt, ook “Linda van het secretariaat” genoemd, mocht op 30 juni laatstleden haar zilveren palm in ontvangst nemen. We maken een afspraak en ik verwittig alvast het thuisfront dat “het laat zou kunnen worden” (nvdr: ik weet dat één van –de vele- gebreken die ik heb, is: als ik zit geraak ik moeilijk recht, maar ondertussen heeft de rest van de familie daar al vrede mee genomen). En welkom ben ik er, dat mag gerust worden gezegd! Aankloppen hoefde ik zelfs niet (nee, de bel deed het wel, maar de gastvrouw was mij voor). JrK: goeiemiddag Linda! LVE: Let niet op de rommel, we zijn namens zinnes te verbouwen, vandaar dat alles wat overhoop staat. JrK: Overhoop? Waar? Ik zie niets overhoop! LVE: Grapjas, kom geef je jas,
en zeg wat je drinkt. Als dat geen welkom is! Ik kom hier zakelijk en word dadelijk al uitgenodigd om een flesje te kraken! Kwestie dat het spreken wat makkelijker verloopt! Het klassieke: “En hoe is het? Het is warm buiten voor de tijd van het jaar, er zijn toch geen winters meer, enz…” loopt heel spontaan over in het geplande interview. JrK: Een jubileum van 25 jaar. Dat wil zeggen dat je op 1 september 1982 begonnen bent? LVE: Neen, niet op 1 september 1982 maar wel op 1 februari 1981! JrK: Heb ik mij misrekend? Laat mijn wiskundige geest mij in de steek? 2007 – 25 is toch 1982? LVE: Neen, men is mij blijkbaar vorig jaar vergeten, en eigenlijk moet ik bekennen: ik had gehoopt dat men mij ook dit jaar zou vergeten. JrK: Van uitstel komt blijkbaar toch geen afstel! Je bent begonnen op Sint- Angela, maar blijkbaar was je daar geen onbekende? LVE: Neen, ik heb daar mijn lagere cyclus gevolgd en ben nadien Secretariaat-Talen gaan studeren in Zellik. JrK: Dan moet je nog les gehad hebben van de “”de oude garde”? LVE: Nu moet ik ver denken. Ik herinner mij nog Lieve De Clerck, Hilda Cockx, pater JRK jan ‘08 - 9
Voets (+), Magda Schoukens, Ilda Lemaire, Josiane Van der Elst, zuster Ignace, Chris Mot, zelfs huidig directeur Guido Van den Cruyce heeft mij heel even ingeleide gedaan in de wereld van de wiskunde. Wat ik zeker niet zal vergeten zijn de enorm boeiende lessen van Anne Marreyt. Zij kon zodanig vertellen over het oude Egypte en Griekenland dat onze mond open stond van belangstelling. Eén vak heb ik nooit goed gekund, nl. zwemmen. JrK: Verklaar je nader. LVE: Misschien is het wel een beetje mijn eigen fout. Ik had zo’n afkeer van het zwemmen dat ik er praktisch elke keer in slaagde om niet te moeten zwemmen. Je snapt wel, welke reden ik daarvoor kon aanhalen. JrK: Dat heb ik nooit gekund! LVE: En alsof die panische angst voor het zwembad nog niet voldoende was: toen ik uiteindelijk toch eens mee ging zwemmen, is bij het duiken het bovenste gedeelte van mijn “maillotje” 30 cm naar onder bewogen! Daar gingen mijn goede voornemens.
JrK: Je was wat men noemt een brave leerling? LVE: Ik moest wel want mijn moeder werkte toen bij het onderhoudspersoneel op SintAngela! JrK: En in 1981 was dus je “rentree” op Sint- Angela? LVE: Ik werd aangeworven als klerk- typiste en verzorgde het drukwerk, typwerk en later toezicht.. JrK: Dat wil zeggen dat je bureau zich bevond achter de toog onder de trap? LVE: Inderdaad. Toen gebeurde het drukwerk nog met een offsetmachine. Vb. de huiswerkbladen werden gedrukt met metalen offsetplaten. Man, dat was een vuiligheid en stinken! Op dat gebied hebben wij ons heel wat verbeterd! De technologie is enorm geëvolueerd. Nu wordt er reeds digitaal gekopieerd. Leve de vooruitgang, bye bye migraine. Het typwerk gebeurde vooraan in het bureau aan de inkom net naast Christa. We hebben toen beiden onze nieuwe bureaus ingehuldigd met een hapje en een drankje, met boa en cocktailjurk,… JrK: Als ik mij nog goed herinner, heb jij toch nog dactylo gegeven? LVE: Inderdaad, ik volgde zuster Marie- Jeanne (+) op die net op pensioen was gegaan. Zij gaf toen deze lessen op zaterdag voor vrijwilligers. Ik heb die toen een jaartje overgenomen en gaf die tijdens de middagpauze. JrK: Wat moet ik mij daar bij voorstellen? Gekletter dat lijkt op mitrailleurvuur?
LVE: Het leek er wel op. De typmachines waren toen nog mechanisch en het blind typen werd op cadans gegeven. Zo begonnen we met “jklm qsdf jklm qsdf…” alsof dat het militaire dril was. Consternatie alom natuurlijk als we boven het klavier een houten bakje plaatsten zodat de leerlingen niet anders konden dan blind typen. Op het einde van de cursus kwam er dan een jury de leerlingen, die het voldoende aantal slagen per minuut haalden, een attest geven. JrK: En in 2002 kwam je naar het kasteel? LVE: Ja, door o.a. besparingen binnen het secretariaat ben ik richting Sint- Jozef geland. Super, ik heb me daar van in het begin heel goed gevoeld. Er hangt een enorm positieve aura in en rond het kasteel. JrK: Op het secretariaat, daar beleeft een mens toch wat? LVE: Als je onze behuizing kent, weet je al genoeg zeker! Wij hebben elk net genoeg het voldoende aantal vierkante centimeter om te overleven. De bel die gaat aan “de toog”, de telefoon die permanent roodgloeiend staat, leerkrachten die binnen en buiten komen, leerlingen die kleine accidentjes gehad hebben, leerlingen die zich onwel voelen, enz… Ik heb wel te doen met deze laatste als zij daar op het zeteltje moeten liggen. Maar kom, volgens de bouwplannen wordt er voor hen een apart lokaaltje voorzien. Zo zie je, de toekomst ziet er weer al eens beter uit. JRK nov ‘07 - 10
JrK: Op het secretariaat werden ook de punten van de rapporten ingegeven? LVE: Ik heb ongeveer 25 jaar de trimester- en semesterrapportjes ingetikt met de nodige dosis stress en spanning omdat het systeem en de printers het soms wel lieten afweten. Maar dank zij een nieuw rapportprogramma – iedere leerkracht tikt zijn punten in – toets ik alleen nog maar een paar welbepaalde muisklikjes en klaar zijn de rapporten. Alhoewel, ik had dit trimester wel heimwee naar dit puntengekletter. JrK: Er heeft toch ooit nog een hondje op het secretariaat gezeten? LVE: Een hondje? Een hond, ja! De hond die heel Kruikenburg in zijn ban had! Tarras! (nvdr: de hond van broeder directeur) Hij waakte beter voor de school dan alle mogelijke veiligheidscamera’s samen! Maar je moest hem nemen zoals hij was. Kwam hij met zijn grote poten op jou gesprongen, ja dan was dat zo. Maar het was een lief beest. JrK: Dit lijkt mij een aanzet tot anekdotes! LVE: Op een winterse dag voelde ik mij niet zo lekker en zuster Ludwyna was heel bezorgd. Ze wou mijn koorts meten. Marieke en ik gingen haar een poets bakken. Wij hadden nl. de koortsthermometer verwarmd tot 40,5°C. Zuster Ludwyna vond dat iemand met meer dan 40° koorts onmogelijk kon werken en heeft mij dadelijk naar huis gestuurd. Zij was heel bezorgd
om zoveel koorts en stond erop dat ik naar bed ging. Na deze hevige reactie durfden Marieke en ik ons grapje niet meer opbiechten. Tot op heden is zij dit niet te weten gekomen. Als zij JrK zal lezen zal ik waarschijnlijk bij haar op het appèl geroepen worden. Misschien moet ik dat uurtje nog inhalen…! JrK: Eén anekdote is er geen! Ik ben ooit met twee verschillende schoenen naar school gekomen. Je weet wel: ’s morgens haast en spoed… Ik had het pas in de gaten toen ik van de schoolbus stapte. Toen ik tijdens de speeltijden toezicht had, had één iemand dit met pretoogjes gemerkt. Ik denk dat bijna alle leerlingen naar mijn outfit komen kijken zijn. Van toezicht houden was geen sprake meer, ik ben mij dan gaan verstoppen op het secretariaat. JrK: Vooruit! Nog één! Wij waren ook eens bij de broeders van Bijgaarden geweest. Daar hadden we een paar flessen van de beruchte Pojast gekocht (nvdr: cider die gebrouwen werd door broeder Pol, broeder Jan en broeder Stefaan). We konden het niet laten om ook op het secretariaat een flesje te kraken, tot er natuurlijk iemand binnenkwam. Er was zelfs iemand van de collega’s die zijn glas in zijn typmachine wegstak opdat het niet zou gezien worden! En er mag toch ook eens gelachen worden! Zo zijn we op initiatief van Hilde Van Droogenbroeck samen met de
directies een lachsessie gaan volgen! In het begin ging het wat stroef maar éénmaal op dreef kwam er hier en daar een slappe lach. Een echte aanrader want iedereen was ontspannen. Goedgemutst vertrokken we nadien richting Brussel naar een leuk Grieks restaurantje. Wij vormen echt een leuk team, werken in een fantastische omgeving, met meestal leuke leerlingen en hebben 2 fijne directies met het hart op de juiste plaats. Ik heb daarbij ook een warm gezinnetje met 2 toffe en brave kinderen, een supermam… Wat kan een mens nog meer verlangen? Ik dank God elke dag voor deze zegeningen. JRK: Meer dan twintg jaren busdienst, daar moet toch ook wat over te vertellen zijn! Natuurlijk zijn er daar wat ‘accidentjes’ voorgevallen. Nu worden de schoolritten verzorgd met luxe-bussen. Vroeger waren dat rammelende lijnbussen waarvan je al blij was dat het niet binnenregende, met hier en daar een paar gaten die er niet hoorden te zijn, rare zetelbekledingen… Dus, op een morgen nam de schoolbus een onverwachte draai en schoof ik met mijn jas van de ‘lederen’ zitbank, op de linkerbank. Ik kwam dus terecht op de schoot en in de armen van een leerling die het blijkbaar heel leuk vond en mij een tijdje nadien nog met fonkelende oogjes aankeek en vroeg of ik al getrouwd was. Met een vuurrood hoofd ben ik toen de bus afgestapt. JRK jan ‘08 - 11
Kom, ik schenk nog eens vol. De glazen worden nog eens gevuld en Rony, de heer des huize, mag na een zware dagtaak ook meegenieten van het sprankelende vocht. Het dialect trouw hebben gezworen, valt mij onmiddellijk een tongval op die niet dadelijk uit de buurt komt. Inderdaad als hij “de perseine eerst naar beneden laat zodat hij een boterham met uuftvlakke (grapje) kan eten”, dan moet hij afkomstig zijn van Moerbeke- Waas. De grote discussies die volgden over wat je wel en niet of hoe je dit of dat zegt in het dialect zouden ons te ver leiden. JrK: Linda, als men mij zou vragen welke hobby’s iemand zoals jij beoefent, dan zou ik nog zo hard en nog zo lang mogen nadenken, ik zou ze nooit kunnen achterhalen. Postzegels verzamelen? Paardrijden? Champagnestopsels verzamelen? Bloemschikken? LVE: Ik heb een niet voor de hand liggende hobby: ik lees nl. heel veel spirituele boeken. JrK: Ik moet inderdaad zeggen dat je woonkamer dadelijk de indruk geeft dat je “naar het hogere” zoekt. LVE: De laatste jaren ben ik mij gaan verdiepen in het mediteren en het gebed. Een mens moet dankbaar zijn voor het leven, hij moet niet profiteren maar genieten van het leven (nvdr: zijn dit niet de wijze woorden van broeder Michiel?) En dit doe ik elke dag! Een mens moet een afweerschild opbouwen tegen de negatieve invloeden die men
naar ons stuurt. Men zou meer moeten handelen vanuit de hartchacra i.p.v. vanuit de basischacra. Door deze hogere trillingenfrequentie zou de wereld er al veel beter uitzien. Daarom vind ik het heel belangrijk dat wij ons steentje kunnen bijdragen om onze jongeren te begeleiden naar fijne volwassen mensen niet alleen qua intelligentie maar ook qua geloof, liefde en respect voor elkaar. Alle beetjes helpen, nietwaar? Mijn moeder en ik zijn ingewijd in Reiki. Daarbij stel je jezelf kanaal om energie te laten doorstromen naar jezelf of anderen. Wij spelen dus proefkonijn bij mekaar. Zo volgde ik ook o.a. elektro-accupunctuur. Wanneer een
bepaald orgaan in onbalans is, wordt er een stroomstoot(je) bijgegeven of afgenomen totdat dit orgaan terug in balans staat. Momenteel volg ik een behandeling om je cellen te decoderen en herprogrammeren via Totale Biologie. Elke ziekte heeft een psychologische oorsprong… Elke mens beschikt over een regelend systeem dat ontworpen is op welslagen in wat je onderneemt. Ziekten, schokkende ervaringen,.. kunnen dat systeem ontregelen en blokkeren. Zo krijg je dus een maandkuur, volledig op jouw lichaam afgesteld. Dit zijn kleine, witte bolletjes die geprogrammeerd worden met 12 aspecten: vuur, licht, ruimte, communicatie, orde,… Fantas-
tisch. Alleszins, mijn leukste en lekkerste hobby: uit eten gaan mag ik zeker niet vergeten. Mijn man en ik zijn beiden Bourgondiërs. Wij genieten enorm van lekker eten en ik vind het fijn dat hij ook kan meegenieten zonder dat hij zelf aan zijn kookfornuis moet staan. Hij is nl. kok van beroep en in zijn vrije tijd muzikant. Zo zie je, het leven is mooi!
JRDACTIONEEL Enige weken geleden verraste JrK zijn lezers met een streepje poëzie: gewaardeerde collega Els Matthys presenteerde haar lievelingsgedicht en twee poëzieliefhebbers mochten vrijelijk hun ideeën neerpennen die door de lectuur van een gedicht van Willem Van Toorn spontaan in hun hoofden kwamen opborrelen. Die inwijding in de poëzie kent nu een vervolg. Op de leestafel ligt deze keer Behoud van Hugo Claus. De lezers die u op uw literaire ontdekkingsreis zullen begeleiden zijn: Alcib en Socratiz.
BEHOUD Behoud de begeerte. Vergeet waarvoor je in de kou wou staan en sterven toen je dacht dat de wereld een lente was of een tuin of een vrouw.
JrK: Oeioei is het al zo laat! Zo merk je dat de tijd inderdaad vliegt. Linda, in naam van heel Kruikenburg: bedankt en we wensen je nog het allerbeste!
Verwacht dag en nacht maar vergeet de vrees die je was. Betaal geen rente voor je gedrag.
Marc Muylaert
Morgen versnelt. Gisteren zwelt liefde doodt, gaat niet dood. Behoud geen resten. Stap over haar schreef. Zij blijft de welriekende dreef in jouw verwoeste gewesten. Hugo Claus
Alcib Socrátiz Alcib
JRK nov ‘07 - 12
: “Behoud de begeerte”, die woorden heb ik nog gehoord. : Wellicht ken jij dat vers als de naam van een kunstencentrum dat jaarlijks het poëziefestival Saint Amour organiseert. : Dat zou inderdaad wel het geval kunnen zijn. Maar sinds ik – en dat was tijdens de laatste editie, geloof ik – bij een voorleesbeurt van Ramsey Nasr ben ingedommeld, is mijn interesse voor de poëzie danig afgenomen. Maar ik ben aan het uitweiden; terug naar het gedicht nu! ... Ik lees, maar word er niet veel wijzer van. JRK jan ‘08 - 13
Socrátiz Alcib Socrátiz Alcib
Socrátiz Alcib Socrátiz Alcib
Socrátiz
Alcib Socrátiz
Alcib
Socrátiz Alcib
Socrátiz
: Ik evenmin, maar laten we de moed niet te gauw opgeven. Misschien biedt de titel al een aanzet om de betekenis van dit gedicht te ontsluieren. : “Behoud”. Wat een vreemde titel. Het klinkt als een bevel. : Dat is nog niet eens zo gek gezien. In dit gedicht staan wel meer van zulke geboden… : Nu je het zegt: “Vergeet” en verderop: “Verwacht” en “Betaal”. Het lijkt wel een handvol adviezen van een ervaren minnaar gericht tot één of ander groentje. : Precies, zo’n beetje te vergelijken met onze situatie hier, alleen hebben wij het over de poëzie en niet over de liefde. : Maar over liefde gesproken…Vind je “Behoud” geen vreemde titel voor een liefdesgedicht? : Hoezo? : Wel, liefde heeft toch alles te maken met ‘geven’ in plaats van ‘krijgen’, met passie zonder grenzen… “Behoud” klinkt zo krenterig, als een burgermannetje dat één keer per maand obligaat de liefde bedrijft, en de overige nachten zijn lusten veilig opsluit achter de strepen van zijn pyjama, alsof de verspilling van slaap, adem, energie en vocht een doodzonde is! Liefde is toch niet behoudsgezind? : Mmm… Interessante beschouwingen. Wacht even, dan neem ik pen en papier om ze neer te krabbelen. Wie weet schrijf ik later nog een werk over erotiek dat ik dan kan noemen naar het drinkgelag dat ik volgende week met mijn goede vrienden Pausanias en Aristophanes zal houden.Ik weet echter niet of jouw beschouwingen van toepassing zijn op dit gedicht. Me dunkt dat in deze verzen niet veel te ‘behouden’ valt, veeleer te ‘verliezen’. : Hoe bedoel je? : Wel, de spreker, die we gemakshalve de “ik” noemen, maant de aangesprokene, de “jij”, weliswaar aan tot het “behoud van de begeerte”, maar geeft hem tevens de raad om afscheid te nemen van het verleden: de “jij” zou immers beter ophouden met denken aan die momenten dat hij stond te klappertanden in de kou, wachtend op een welwillend teken van zijn geliefde. : Wellicht is dat, omdat de gevoelens voor die geliefde blijkbaar voorbij zijn; kijk maar naar de verleden tijd van de werkwoorden in de eerste strofe: er was een tijd dat de “jij” “in de kou wou staan en sterven”, dat hij “dacht dat de wereld een lente was of een tuin of een vrouw.” : Inderdaad. En is het niet ironisch dat net die gevoelens afgestorven zijn die hem de indruk gaven dat de wereld één grote brok levenskracht was? : Nu je het zegt: de “jij” dacht namelijk dat de wereld “een lente” was, een seizoen van bloei, van zwellende bloemknoppen, van stoeien achter de struiken of “een tuin” waar gewassen in bloei staan. Meer zelfs: de wereld was voor hem “een vrouw”, die dé verwekker is van het menselijk leven… En al die zinderende gevoelens, die levenwekkende gedachten, daar blijft niets meer van over. : Nu begrijp je, dunkt me, beter waarom de “ik” de “jij” oproept tot het JRK jan ‘08 - 14
Alcib
Socrátiz Alcib
Socrátiz:
Alcib Socrátiz
Alcib
Socrátiz
“behoud van de begeerte”. : Ja. In het leven gaat alles voorbij: idealen, liefde…En precies omdat er zo weinig van beklijft, spoort de “ik” de “jij” aan om minstens toch dát wat eenieder dríjft, de begeerte, niet te laten verkillen, maar juist te koesteren. Het valt me trouwens op dat niet alleen in de eerste, maar zelfs in elke strofe die tegenstelling tussen ‘bewaren’ en ‘loslaten’, ‘verkwikking’ en ‘verval’, ‘heden’ en ‘verleden’, ‘dood’ en ‘leven’ aanwezig is. : Dat moet je me toch eens uitleggen. : In de tweede strofe staat bijvoorbeeld: “Verwacht dag en nacht”. M.a.w. de dichter adviseert de lezer om de blik hoopvol op de toekomst gericht te houden, maar tegelijkertijd drukt hij hem op het hart om de angst in het verleden de rug toe te keren: “vergeet de vrees die je was”, lees ik immers.In de derde strofe kunnen de tegenstellingen,waarover ik het had, niet bondiger uitgedrukt worden: “Morgen” contrasteert met “Gisteren”. En de “liefde”, dékracht die de mens doet leven, staat lijnrecht tegenover de “dood”. Volgens mij wil de dichter hier zeggen dat de mens niet bij het verleden mag blijven stilstaan, want wat voorbij is, is dood. Weg met nostalgie! Integendeel, een mens moet voor zich uit durven kijken, want in de toekomst liggen nieuwe perspectieven, nieuwe ervaringen, kortom een nieuw leven besloten! Jij beweert dus dat Hugo Claus in dit gedicht ‘het verleden’ voorstelt als iets wat onherroepelijk voorbij is en dat de toekomst de mensen de belofte van vitaliteit biedt. Welnu, ook al heb je rake dingen gezegd, toch ga ik niet helemaal met je interpretatie akkoord. Lees maar goed: Claus schrijft: “Morgen versnelt”. Jij bent nog jong en mooi van lijf en leden, Alcib, en de uren van de dag lijken zich slechts langzaam voort te slepen. Je zal echter spoedig merken dat, naarmate je ouder wordt, de zon alsmaar sneller doorheen het luchtruim vliedt. Ouderen van dagen, zoals ik, hebben bijgevolg de indruk dat ze in versnelde vaart afstevenen op hun levenseinde. In de toekomst ligt dus geen nieuw leven besloten, maar eerder de vette knipoog van de dood.En wat het verleden betreft: zo onherroepelijk voorbij lijkt die in dit gedicht van Claus niet te zijn: “Gisteren zwelt”, staat er. : Wat bedoelt ie met dat “zwellen”? : Ik weet het niet precies. Maar als ik het werkwoord “zwellen” lees, dan denk ik niet bepaald aan iets wat afgestorven is, maar veeleer aan iets wat leeft en later zal open bloeien, zoals een bloemknop bijvoorbeeld. : Dat heb je goed gezien, Socrátiz. De associatie met een bloemknop is niet uit de lucht gegrepen: in de eerste strofe was er al sprake van een “lente” en van een “tuin” en in de laatste strofe komt een laan met bomen in bloei voor: een “welriekende dreef”. Op die manier weeft de dichter een web van woorden die alle te maken hebben met de levenskracht in de natuur. En door dat web ga je een woord als “zwellen” in verband brengen met de vitaliteit in de natuur. : Het werkwoord “zwellen” is overigens niet slecht gekozen in deze context. Het heeft iets ‘heimelijks’, iets ‘onderhuids’, wat goed past bij een gedicht JRK jan ‘08 - 15
Alcib Socrátiz Alcib Socrátiz
Alcib Socrátiz Alcib Socrátiz
Alcib Socrátiz Alcib Socrátiz
Alcib
over de begeerte. De begeerte is namelijk bij uitstek een aandrift die zich in de schaduwkant van de menselijke ziel verborgen houdt en die gedijt in het onderbewuste. En laat Claus nu net dé dichter zijn die zich liet inspireren door Freud. Maar er is nog iets belangwekkends wat we tot nu toe over het hoofd hebben gezien en waar ik toch even de aandacht op wil vestigen. Leesnog eens het laatste vers van de derde strofe, alsjeblief. : “liefde doodt, gaat niet dood.” : Da’s wel een vreemde bewering, niet? : Ja, het is een stelling die een tegenspraak bevat en daarom niet lijkt te kloppen, maar toch is er iets van aan, dat voel ik, maar ik kan niet duiden wat. : Dat heb je goed aangevoeld. Dit is dan ook een paradox: een uitspraak waarin een diepere wijsheid gehuld is achter een ogenschijnlijke tegenstelling. Maar ik wil het niet over definities hebben. Het is me eerder te doen om een uitspraak die je daarnet hebt gedaan. Zopas zei je immers dat in deze strofe ‘liefde’ als levensbeginsel, lijnrecht tegenover de ‘dood’ staat. Ben je die bewering nog steeds toegedaan? : God, neen. Nu je het zegt: het is de “liefde” die “doodt”. Dat is wel kras!!! : Precies! In de kiem van het leven, namelijk de liefde, zit meteen ook de dood vervat!!! : En wat bedoelt de dichter daar nu mee? : Tja, dat moet je hém vragen. Maar aangezien ik de menselijke natuur al een beetje begin te doorgronden, vermoed ik dat de dichter wil wijzen op de destructieve aard van de begeerte. Amoureuze passie brengt immers niet alleen mensen samen, maar kan hen soms ook te gronde richten, vooral wanneer zij in elkaar het zinnebeeld van de volmaakte liefde hopen te vinden, vergeefs helaas. Ach liefde en dood zijn geen twee verschillende zaken, maar wel de keerzijde van één en dezelfde medaille: Eros en Thanatos. Vandaar dat de dichter schrijft: “liefde doodt”; zij maakt komaf met illusies, te hoog gegrepen idealen en, jammer genoeg, soms ook met de geliefden zelf, die, nadat de passie van het eerste uur is bekoeld, zich ontnuchterd van het leven beroven. Eros is een veelvraat die alles wat op zijn weg komt leegzuigt en opslokt. : Maar er is toch één positieve kant aan de liefde: zelf “gaat ze niet dood”, zoals de dichter beweert. : Inderdaad, het menselijk verlangen naar liefde is onverzadigbaar. : Welnu, dat is dan toch tenminste íets wat de mens behoudt van zijn vergankelijke bestaan: passie! : Tja, veel stelt dat niet voor. Ik zou zelfs durven beweren: het is evengoed als niets. Want wat anders is de begeerte dan de ervaring van een fundamenteel tekort, een verlangen naar iets dat er zou moeten zijn, maar dat er niet is en een gapende leegte achterlaat in een mensenleven. : Aha, maar als je de begeerte zó opvat, ik bedoel, niet als een wezenlijkekracht die zich in elke vezel van het lichaam manifesteert en de mens prikkelt om deze of gene vrouw te beminnen, maar als een ervaring van een gemis, dan JRK jan ‘08 - 16
Socrátiz Alcib
Socrátiz
Alcib
Socrátiz
Alcib Socrátiz Alcib Socrátiz
Alcib
Socrátiz Alcib Socrátiz
Alcib Socrátiz
is de titel van dit gedicht wel erg tegenstrijdig. : Hoe bedoel je? : Wel, de titel is “Behoud”, maar wat de dichter de lezer gebiedt te behouden is zo goed als niets, namelijk het verlangen naar datgene wat op pijnlijke wijze ontbreekt. : Gelijk heb je. En met dit gedicht verwoordt Claus, denk ik, op treffende wijze, wat het betekent om mens te zijn: wij, mensen, verschijnen als hulpeloze wezens op deze wereld. Als kind verlangen we naar de moeder, als volwassene naar de vrouw…En nooit wordt dat hongerende verlangen gestild. : Daarom blijft de begeerte de mens voortdrijven, op zoek naar vervulling. Het uitstel van bevrediging is voor de mens de stuwende kracht die hem ertoe brengt om telkens weer de resten van gisteren, de stukgeslagen dromen en doodgebloede verwachtingen, weg te smijten, om vervolgens overeind recht te krabbelen, de laarzen aan te trekken en weer de boer op te gaan. : En telkens weer wordt de man onweerstaanbaar aangetrokken tot de vrouw; ook al zijn zijn “gewesten verwoest”, zijn diepste wensen allang aan diggelen geslagen; “zij blijft de welriekende dreef”, waar hij wil toeven. Méér nog: de begeerte drijft de man zover dat hij niet anders kan dan “over haar schreef” te stappen. : Wat hij met die “schreef” bedoelt, is me niet helemaal duidelijk. : Volgens mij heeft het te maken met het overschrijden van grenzen die door allerlei instanties worden getrokken. : En met ‘instanties’ bedoel je… : …om te beginnen de vrouw zelf, voor wie zijn toenadering misschien niet altijd gewenst is; het gaat per slot van rekening om háár schreef. Maar wie weet gaat het ook om de grenzen van bepaalde morele normen en waarden die worden overtreden en waarvan de overtreding neerkomt op het doorbreken van een taboe. Het incestueuze verlangen is in Claus’ werk immers nooit ver weg. : En Claus roept de lezer op om zich daar vooral niet over te schamen, want het is volslagen absurd om “voor je gedrag rente te betalen.” : Zo is dat. : Hoe droefgeestig is een mensenleven toch. Opgejaagd door een verlangen dat nooit voldoening vindt… : Je klinkt als Silenus, één van Dionysus’ metgezellen, die koning Midas antwoordt dat het hoogste goed voor een mens is niet geboren te zijn en het op één na hoogste goed zo spoedig mogelijk te sterven : Dat gezegde van Silenus is een waardige spreuk om deze poëzieles mee af te sluiten. : Ik heb nog een smaakmakertje om definitief mee af te ronden. De belezen JRK jan ‘08 - 17
Paul Claes heeft dit gedicht van Claus omgezet naar het Latijn. Lees maar:
Brief aan de Sint
Wenzel Van Deun
Conserva Conserva cupidinem. Obliviscere quare in frigore stans mori volueris cum ver vel hortum vel mulierem esse putares hunc mundum.
Exspecta diem noctemque sed metum obliviscere pristinum. Noli usuram vitae pendere. Dies crastinus urget. Dies hesternus turget. Amor peremit, non perit. Conserva nullas reliquias. Transgredere marginem illius quae tibi platea remanebit odora in terris desertis.
Paul Claes
Beste Sint, liefste Pieten, Hier ben ik weer, even enthousiast als vorig jaar en ik zal alweer zeer tevreden zijn als jij langs geweest bent. Dit jaar heb ik een zeer speciale sinterklaasbrief voor u klaar. Want tijdens het schrijven was het voor mij zeer ingewikkeld om het juiste geschenk te wensen. Ook ik word een jaartje ouder en ook al wat meer volwassen. Daarom zal ik u niet alleen mijn wens vertellen, maar ook de weg naar die wens. Wat u zou verwachten is dat ik bijvoorbeeld een videogame vraag zoals de Playstation 3. Een fantastisch snufje technologie om je vingers bij af te likken. Eerst dacht ik er een te vragen, maar ik dacht aan meer. Want is dat wat je als scholier in het zesde jaar het meeste nodig hebt? Volgens mij zijn er toch andere dingen die het leven iets meer kleur geven dan enkel deze videogame. Met dat geschenk speel ik me rot dag in dag uit, jaar in jaar uit, maar wat bereik ik er mee? Neen, goede Sint, mijn geschenk voor dit jaar wordt een diploma met onderscheiding zonder één vak onder de 65 procent. Waarom dit? Wel goede man uit Spanje, dit geschenk is mij meer waard dan 100 videogames. Want die videogames zullen je niet verder helpen in het verdere leven. Ik kan een Playstation krijgen en mijn laatste jaar hopeloos veel keren overdoen omdat ik me niet inzet. Hierdoor behoor ik tot de stoute kinderen, dus lijkt het me leuker om die Playstation een andere keer te vragen en om nu prioriteiten te stellen. Met mijn diploma heb ik een bewijs dat ik genoeg kennis bezit om naar de hogeschool te gaan. Mijn diploma is een eerste stap naar volwassenheid. Met een diploma maak ik meer kans op een goede baan dan met een Playstation. Maar ook die wens naar een diploma heeft een negatief kantje. Want een diploma betekent niet alleen het binnenkomen in een nieuwe wereld, maar ook het verlaten van de oude. Het verlaten van de middelbare school. O goede Sint, dit was voor mij een moeilijke keuze. Want mijn middelbare school heeft me veel geleerd en ligt me nauw aan het hart. Ik heb nu al de gedachte van het verlaten willen opzij leggen, maar ooit eens zal de gedachte werkelijkheid worden en dan is er geen ontkomen meer aan. Wat zal het zijn, het leven zonder Sint-Jozef? Zal ik ooit nog de befaamde uitspraken “ Potverdorie, Ga zitten schoonheden, Pardon Service of Daar wringt het schoentje” mogen aanhoren? Zal ik ooit nog terechtkomen in zo een gemeenschap waar iedereen elkaars vriend is? Voor mij zal het echt verscheurend zijn om Sint-Jozef te verlaten. Drie jaar geleden kwam ik door de grote poort naar binnen, vrezend voor wat er hier zou gebeuren, maar nu zal ik door deze poort met pijn in het hart de school verlaten. Maar tijdens het schrijven besefte ik maar al te goed dat ik dit moet doen. Ik besefte dat ik - wanneer ik de school zou verlaten - geen befaamde uitspraken, geen leuke alliteraties of moppen die al meer dan 10 jaar de ronde doen maar toch nog even grappig zijn, meer zal aanhoren, maar dat ik deze dingen voor altijd zal herinneren en nooit zal loslaten in mijn verdere leven. Want zij bevatten vriendschap en lessen voor het leven. Dus lieve Sint, mijn wens is het diploma en je mag er altijd een paar speculazen bij doen. Ik hoop dat je spoedig komt . Uw kapoen for ever, Tom Van Buggenhout, 6 LaMt
JRK jan ‘08 - 18
JRK jan ‘08 - 19
Mijn nieuwjaarsbrief
Het uitzicht langs de andere kant van de klas!
Alles wijst erop: de temperaturen zakken vrolijk tot -5, het is ongeveer één uur per dag licht én overal hangt er opvallende (lees: vaak spuuglelijke) kerstverlichting. Jaja, goed geraden, de feestdagen staan weer voor de deur! Hoezee! En wat is er zo feestdagelijks als een nieuwjaarsbrief? Niets toch? Daarom dus hieronder mijn –speciaal voor jullie gemaakte- nieuwjaarsbrief. Weet wel dat het ondertussen alweer zes jaar geleden is sinds mijn laatste krachttoer op het gebied van deze edele discipline der briefschrijfkunst, dus enig mededogen is wel gewenst!
Geschreven door de alom bekende anonieme: S.B. Na het lezen van deze titel denkt iedereen direct aan leraren die hele dagen tegen 3 muren staan te praten (tegen de vierde niet, want met je rug tegen iemand of iets spreken is zeer onbeleefd). Dit schitterende artikel gaat dan ook over leraren, en soms ook leerlingen die dan heel onvrijwillig vrijwillig een artikel moeten schrijven voor dit boekje, dat na het ontvangen in de papiermand verdwijnt of dient om de stoof mee aan te steken. Maar tussen het ontvangen en de stoof zitten nog een paar uur les die men kan vullen met bezigheidstherapie, bijv. dit boekje lezen. Leerkrachten, en soms ook leerlingen, zien elke dag wel
Liefste … (aanvullen wat past) Aan het begin van het nieuwe jaar Sta ik weer met mijn briefje klaar (ohoh, is dit nu een cliché?) Ik wens jullie vele fijne dingen En dan kunnen we nu liedjes zingen (meer ohoh, rijmen is duidelijk ook nooit mijn sterkste punt geweest) Verder wens ik jullie nog veel geluk Dan kan 2008 zeker niet meer stuk (wat zijn we weer origineel)
een paar jongeren die tijdens de schoolplicht in slaap vallen. Na een kort tukje hebben velen onder ons de neiging om zich eens uit te rekken. Wat door deze beweging te voorschijn komt, is niet om aan te zien. Soms is het zelfs zo erg dat men de plaats kan zien waar men aan de moeder (soms vader, als de moeder een geslachtsoperatie heeft ondergaan) heeft vastgehangen. Sommige leerkrachten - ik zal geen namen noemen, meneer Muylaert - vinden dit zo ongehoord dat ze er zelfs even hun les voor stilleggen, een leerling naar voor roepen en deze van het uitzicht te laten genieten. Het uitzicht zou fenomenaal moeten zijn als er een paar chicca’s in de klas zitten. Spijtig
genoeg is dat bij mij niet het geval. Het uitzicht kan beschreven worden als saai: een paar strebertjes hier, een pessimist daar en ginder een actieve zot. Nu snappen jullie wel waarom leerkrachten zoveel rimpels hebben. Als ik daar langer dan 1min.37sec.en79 honderdsten van een seconde had gestaan, zou ik in slaap gevallen zijn, wat gelukkig niet is gebeurd, want anders was ik de gelukkige die de 5 speciale vragen kreeg op de test. Nog een goede raad van S.B.: Uitrekken = 5 speciale vragen + een artikel aan uw been. Stijn Beecke, 4 LaWi
Nu ben ik ongeveer klaar En wens ik jullie Een gelukkig nieuwjaar! (och ja, ze doen het toch elke weer, die clichés) Oproep !
Je kapoen … (aanvullen wat past) Oké, ik beken, het was niet echt een hoogstaand staaltje literatuur maar het kwam allemaal, voor de volle 100% recht uit het hart (behalve misschien het ‘samen liedjes zingen’: als u al dacht dat ik slecht kon schrijven, wacht maar tot u me hoort zingen) en dat is toch het belangrijkste, nee? Allez bon, wat ik eigenlijk al een pagina lang probeer te zeggen is zo simpel als dit: een vrolijke en gelukkig nieuwjaar voor iedereen! Voila! Annelies Scholiers
Naar aanleiding van het thema voor de Kruikenburgse Feesten in mei, zijn wij op zoek naar beeld– en fotomateriaal van de voorbije 9 schooljaren De Brug. Ook velen onder jullie maakten daar deel van uit. Kunnen jullie foto’s, filmpjes, … over allerlei activiteiten (rechtstreeks, via een leerling of via
[email protected]) bezorgen ? We scannen of kopiëren dit en jullie krijgen het dan snel terug…. Alvast bedankt !
De leerkrachten LO
JRK jan ‘08 - 20
JRK jan ‘08 - 21
Van de regen in de drop Wie kijkt er nu niet uit naar een nieuw sanitair of een modern chemielokaal? Zelfs de kleine klassen zouden ruimer worden en ook de school kreeg een likje verf. Al deze mooie vooruitzichten werden ons begin dit jaar gemeld na jaren van overleg. Het gehele project zou maar liefst meer dan 5 miljoen euro kosten. Enkele lokalen echter, zoals het PO- of fysicalokaal, schreeuwen voor een beetje opfleuring. In de rest van de school heerst overal eentonig wit. Waarom kan dit ook niet eens wat meer levendiger zijn? Ondertussen is de bouw al
begonnen. Dit brengt natuurlijk ook kleine probleempjes met zich mee. Je zit in de les maar de leerkracht wordt overstemd door de machines. Ook de bouwvakker die naar elke vrouwelijke leerkracht fluit, slaagt erin de les voor enkele seconden stil te leggen. Buiten deze kleinigheden is er één probleem dat normaal gezien al lang zou verholpen kunnen zijn. Mij werd vaak gezegd dat indien ik nog veel batterijen verbruikte, mijn kinderen hier op school zouden zitten met natte voeten omwille van de opwarming van de aarde. Blijkbaar hebben de bouwvakkers
JRK jan ‘08 - 22
Oud- leerlingen schrijven. niet zo goed begrepen dat het over mijn kinderen ging. Tegenwoordig moet je snorkelen in lokaal 15 om aan je bank te geraken. Na iedere regenbui staat een grote plas in de klas. In plaats van dit lek te dichten wordt het water gewoon even opgedweild met als gevolg dat ze de volgende keer weer opnieuw kunnen beginnen. Moge dit lek zo snel mogelijk gedicht worden zodat wij zonder problemen verder kunnen met de lessen.. Tomes, 4LWb
Ahoi Sint-Jozef ! Terwijl België op z’n kop staat en de politieke crisissen er in het rond vliegen, bevinden sommigen zich in betere oorden. De meeste onder jullie kennen mij niet aangezien ik een oud-studente ben dus stel ik me beter eerst even voor. Mijn naam is Sarah Stroobants en na vier prachtige Sint-Jozef jaren nam ik de beslissing geschiedenis te gaan studeren aan de Katholieke Universiteit te Leuven. De eerste twee jaren aan de universiteit verliepen heel vlot en vooral in de tweede bachelor beleefde ik zonder twijfel één van de mooiste jaren van m’n leven! Toch begon er met het vooruitzicht op het derde jaar iets te knagen… Eerst en vooral kende ik Leuven-city al op m’n duimpje, daarnaast openden de cursussen die ik volgde (Interculturele contacten, Geschiedenis van Rusland, Antropologie, …) nieuwe perspectieven. Het bestuderen van vele nieuwe, oude en vreemde culturen stimuleerde mij om een uitwisselingproject (Erasmus) te ondernemen en voor enkele maanden in het buitenland te gaan studeren. Na een lange onaangename procedure kwam ik terecht in het prachtige Olomouc in de Tsjechische Republiek waar ik ondertussen al twee maanden verblijf! Wat dit Erasmus-project me tot nu toe al heeft gegeven overstijgt al mijn eerdere verwachtingen. Olomouc zelf is een prachtig oud cultureel centrum, het is een gezellig stadje steeds badend in een sfeer van rust. De cursussen die ik volg worden op een totaal andere manier aangebracht dan in Leu-
ven maar zijn minstens even interessant. Vooral de politieke en sociale ontwikkelingen van Centraal- en Oost-Europa in de recente geschiedenis staan centraal in mijn studieprogramma hier. Het meest uit de toon vallende vak dat ik volg is zonder twijfel ‘Magic and Witchhunts in Early Modern Europe’ (Magie en Heksenvervolging in de Nieuwe Tijd) gegeven door professor Elbel. Naast cultuur en lessen zijn het rondreizen en de Erasmus-feestjes mijn twee belangrijkste bezigheden hier. De feestjes zijn zoveel meer aantrekkelijk omdat ze steeds multicultureel zijn (nog nooit in m’n leven heb ik zoveel nieuwe nationale specialiteiten geproefd!). Maleisiërs, Kroaten, Portugezen, Polen, Ieren, Italianen, Zwitsers, Oostenrijkers, Amerikanen, Duitsers, Slovenen … ze zijn er allemaal!!! Daarnaast probeer ik in de weekends zoveel mogelijk tijd te maken om rond te reizen in Centraal en Oost-Europa. Krakow (Polen), Ostrava (Czech Republic) en Praag (Czeck Republic) zijn al aan de beurt geweest. Bratislava
JRK jan ‘08 - 23
(Slovakije), Budapest (Hongarije) en Wenen (Oostenrijk) zullen volgen in de komende twee maanden. Ik kijk er al naar uit! Het grote voordeel aan reizen en leven in Centraal-Europa is dat het niet te duur uitvalt. Het leven in Olomouc in het bijzonder is een stuk goedkoper dan dat in Leuven. Een maaltijd in een restaurantje, bijvoorbeeld, kost hier tussen de drie en de vier euro waar dat in Leuven zeker niet minder dan twaalf euro zou zijn. Zoals jullie zien, of beter lezen, niets dan voordelen aan studeren in het buitenland… En wat met heimwee? Daar heeft niemand hier echt last van, het is hier steeds zo druk en alles gaat zo snel dat je geen tijd hebt om daaraan te denken! Hier eindig ik m’n mini-verslagje. Ik wens jullie nog enkele leuke Sint-Jozef jaren toe en daarna volgt hopelijk een vrije en wervelende studententijd, in België of in het buitenland! Vele groeten Na Shledanou Sarah
Bezoek aan het suikermuseum en de suikerfabriek van Tienen op 15 november 2007 Donderdag 15 november, 9 uur. Iedereen kwam blij (omdat we weer een dagje les misten) naar de verzamelplaats om op excursie te vertrekken naar Tienen. En wie Tienen zegt, denkt aan… juist ja. Na anderhalf uur keuvelen in de bus bereikten we onze eerste bestemming: het suikermuseum, een oord om van te snoepen. Bij de ingang van het museum kregen we allemaal een gids in de oren, namelijk professor Zucchero, en we vertrokken op ontdekkingstocht door de kleurrijke, zoete wereld van suiker. Zucchero loodste ons door het museum via filmpjes over de geschiedenis, de bietenoogst, de honingproductie en de suiker in al zijn vormen, geuren en kleuren. Leuk waren de animatiefilmpjes met mijnheer Biet of Miss Cacao over ‘de verloren smaak van suiker’. Calorieën verbranden op de fiets,
meezingen met de grootste ‘sugar-hits’,… het kon er allemaal! Op de bovenste verdieping konden we ook genieten van de ‘puppi’s du zuccaro’, allemaal poppetjes vervaardigd uit suiker, van Mickey Mouse over danseresjes tot kordate soldaatjes. Nadat we dit speelse maar boeiende interactieve museum doorlopen hadden, was het middag en tijd om onze boterhammetjes op te eten met zicht op het plaatselijke zwembad. Wanneer alle magen weer gevuld waren, vertrokken we naar onze tweede bestemming: de suikerfabriek, waar een suikerbiet wordt omgevormd tot het gekende suikerklontje van Tienen.
foon, zodat de gids via een micro alles kon vertellen. Toegegeven, het moet een grappig zicht zijn om zo’n groep haarnetjes en helmen rond te zien lopen, maar veiligheid gaat boven alles! De eerste indruk die iedereen wel had toen we de fabriek binnengingen was ‘Eikes! Zo stinken!’. Maar toch leidde de gids ons doorheen heel de fabriek zonder dat iemand bezweek en zij vertelde ons alle stappen van het productieproces, van suikerbiet tot klontje. Kamers met ontploffingsgevaar, inpakkamers, grote ovens, buizen, snijmolens en verpakkingsmachines brandden zich op ons netvlies. Ook deze rondleiding liep al snel op zijn einde en we gingen voldaan terug naar de bus, richting Ternat. En wat waren we Bergen suikerbieten vertelden vandaag weer zoet geweest ons dat we juist waren. Voor we (van al dat suiker of van nature de fabriek introkken, kregen we ?)! nog een film te zien over hoe de suiker in de fabriek komt en wat er nadien mee gebeurt. Na Eowyn Huybrecht 3LWA de film kreeg iedereen een haarnetje, helm en een koptele-
weekend. Wat gaan jullie zoal doen? Turbo begin jij eens.” Hoewel hij zich een beetje aangevallen voelde, begon Turbo over zijn weekendactiviteiten. Turbo deed aan motorcross en had een grote familie. Daar had hij het dan ook over. Ook ging hij die avond nog naar een feestje. Fragiel bleek vooral daarin geïnteresseerd te zijn. “En wie van de klas gaat nog naar het feestje?” Turbo’s vrienden staken hun hand op. “En jij, Usual, ga jij niet?” Usual ging niet vaak weg en al zeker niet met Turbo. De ouders van Usual waren streng voor hun enig kind. Ze hadden het vaak over verloedering en waardeloosheid. Dat waren alleszins
de woorden die Usual voor zich uit stamelde op de speelplaats als er hem gevraagd werd of hij niet kwam. Zelf wist hij niet goed wat aan te vangen met die woorden en dus praatte hij zich vaak vast. Dream volgde het laatste uurtje wat van op een afstand. Wat zou zij dit weekend doen? Een vraag die ook Fragiel bezighield. “Dream, wat brengt het weekend voor jou?” vroeg Fragiel met hoge stem. “Goh jah, hier en daar wat langsgaan”, stamelde ze. Fragiel vroeg niet echt door, ze wist vaak niet goed wat aanvangen met Dream. “Zo, dat klinkt fijn”, zei ze dan maar. “En wat doet u mevrouw?!” liep Turbo zich
Dream, Turbo en Usual Dream stond te staren naar de vloer, Turbo trok de aandacht naar zich toe en Usual kwam net de klas binnen gewandeld. Die klas, dat is de klas van mevrouw Fragiel. Zij hing nog wat rond in de leraarskamer, ze sloeg er een praatje. Dat deed ze wel vaker. De leerlingen wisten daar duchtig gebruik van te maken. Turbo ontpopte zich
dan tot held van de klas. Het slachtoffer van de heldhaftigheid van Turbo was meestal Usual. Dream praatte in die dode minuten wat met haar buur. Af en toe sprak ze met de kapstokjes die dan wormpjes werden die glimmen bij klaarlichte dag. Zo gaat dat nu eenmaal. Vijf minuten later stapte ook JRK jan ‘08 - 24
Fragiel het klaslokaal binnen. Op haar gezicht stond het uur te lezen, het laatste van de week. Toen maakte ze de verrassende beslissing om het niet over de geschiedenis van het Nederlands te hebben, maar over het aankomende weekend. “Kinderen, laat jullie boeken maar zitten in de boekentas, vertel mij wat over jullie JRK jan ‘08 - 25
hardop af te vragen. Na Turbo duidelijk te hebben gemaakt dat zij een vrouw is die belang hecht aan beleefdheid, vertelde ze over haar kleinkinderen. Ook zou ze gaan zwemmen met haar manlief. Fragiel praatte het uur vol. Nadat de kinderen de school uit waren en vertrokken met hun brommer of fiets, liep zij gezapig naar haar wagen. Dream nam de bus naar huis, Usual was met de fiets en Turbo vertrok op z’n brommer. Het leek wel of er niets gebeurd was die dag. Elke Scholiers, 6 EcMt
De Koninklijke Oud-leerlingenbond van het Sint- Jozefsinstituut nodigt u uit te komen kijken naar
Heerlijk dineren in een kasteel en genieten van toneel ?
NON-ACTIEF in de feestzaal van het Sint-Jozefsinstituut, stationsstraat 37, Ternat
op vrijdag 22 februari 2008 om 20.00u op zaterdag 16 en 23 februari 2008 om 20.00u op zondag 17 en 24 februari 2008 om 15.00u een komische thriller van Bram Gezel in een regie van Bram Gezel Uw lachspieren worden op de proef gesteld door leerlingen, oud-leerlingen, leerkrachten en ouders: Lydia Ancolet, Veerle Carlier, Kristien De Moor, Valérie Dubois, Willem Huyghe, Bea Michiels, Marc Muylaert, Isabelle Rossignol, Annelies Scholiers, Nathalie Pham, Tim Van der Hoeven, Flor Van Nuffel, Jessica Vervaecke
Gratis maar verplichte reservatie via
[email protected] (u krijgt een mail ter bevestiging van uw reservatie) telefonisch: enkel op zondag 10/2 en 17/2 van 11 tot 13 uur en op donderdag21/2 van 20 tot 22 uur op het nummer 02 581 03 43 rechtstreeks in de “Kring” op de vermelde uren
Toegangsprijs: 5 euro
JRK jan ‘08 - 26
Dat kan perfect met NON-ACTIEF op ZONDAG 24 FEBRUARI ! Wanneer? Om 12 uur met aansluitend de toneelvoorstelling van NON-ACTIEF of Om 17.30 uur, onmiddellijk na de toneelvoorstelling van NON-ACTIEF, in aanwezigheid van de toneelspelers (einde: 20.00 uur). Waar? Zaal “De Kring” in het kasteel Kruikenburg te Ternat. Menu: vier-gangenmenu met aangepaste wijnen en koffie, een speciaal kindermenu is voorzien
Aperitief Kruikenburg met wachtbordje Gegrilde scampibrochette op een bedje van ebly met groentjes Lamskroontje, versierd met appel met veenbesjes en groentengratin Soyaijs met rode vruchtencoulis en sabay Prijs diner met dranken en toneel: 45 euro per volwassene – 25 euro per jongere (tot en met 18). Reserveren kan via e-mail aan
[email protected] of telefonisch op 02 581 03 43 op zondag 10/02 en 17/02 van 10 tot 13 uur en op donderdag 21/02 van 20 tot 22 uur of rechtstreeks in de “Kring” tijdens de vermelde uren. Uw reservatie is pas definitief na ontvangst van uw betaling op rekening 068-2056165-83 van vzw Kruikenburg-Club te 1740 Ternat. Vermeld uw naam, aantal personen en middag- of avonddiner aub. JRK jan ‘08 - 27
Opstel van Joske De jeugd van tegenwoordig. U heeft het zeker al eens meegemaakt, beste leeftijdsgenoten en als de ietwat oudere lezer eerlijk is met zichzelf hij ook: je hebt van die dagen dat alles tegen slaat, niets meevalt, het gezag en tucht een doorn in je oog zijn en de revolterende mens in je opstaat. Ook een eenvoudige sterveling als ik heeft er meermaals mee te maken, zeker als onze pa de eer en het genoegen heeft mijn rapport te mogen ontvangen, of mijn agenda met de zoveelste opmerking er in mag ondertekenen, dan is het water tussen jeugd en volwassenheid weer (ik herhaal: weer) eens te veel diep. Ik mocht zoals alle deelgenoten mijn gekleurd mapje van mijn titularis in ontvangst nemen. Reeds van in het begin van het jaar heb ik mij (en achteraf lijkt die bedenking mij terecht) de vraag gesteld: waarom steekt mijn rapport in een rood mapje. Dit moet zeker met voorbedachte rade een zet geweest zijn van de hogeren van ons instituut opdat mijn cijfers niet te fel zouden afsteken tegen de verschrikkelijke rode kaft die mijn schoolse resultaten omhullen. De preken die de verschillende leerkrachten formuleren komen mij zo clichématig over dat je ze zonder enige moeite al op voorhand kan voorspellen: Jos studeert veel te weinig, Jos heeft mogelijkheden genoeg maar gebruikt ze niet, indien Jos het niet over een andere boeg gooit zal hij verdrinken (nvJ: vind ik tot nu toe nog altijd de beste), Jos vindt alles wat naast en ach-
ter hem gebeurt interessant maar niet wat voor hem gebeurt, dit leidt tot een fiasco,… Er is geen enkele formulering die er nog niet heeft opgestaan. De laatste positieve opmerking dateert van het vierde studiejaar bij juffrouw Veerle: “Joske is een flinke jongen”. En daar moet ik het dan mee doen. Maar hoe leuk alles ook op school mag zijn, welk imago je ook mag opbouwen om de stoere jongen uit te hangen, een student kan nooit de confrontatie met het ouderlijk gezag ontwijken. En u heeft het al door: het heeft er (weer eens) gekletterd! Met de staart tussen de benen geef ik het rapport af aan onze pa. Ik had gehoopt dat hij wat goedgezind zou zijn omdat ik het gras had afgereden (een mens doet dan al eens iets) maar blijkbaar heeft hij zoonlief door en weet hij dat dit een charmeoffensief(je) is van mijnentwege om naderend onheil proberen af te wenden. Met een hartslag die minstens drie keer tegelijk te snel en te traag slaat, angstzweet dat de geur verspreidt die je hebt als je je drie weken niet hebt gewassen, vibrerende knieën die het geluid van castagnetten voortbrengen en een ademhaling die doet denken aan astma-aanvallen, heb ik de eer en het genoegen mijn ouderlijk gezag mijn prestaties in cijfervorm over te brengen. Onze pa begint te koken. Hij krijgt een hoofd dat doet den-
JRK jan ‘08 - 28
ken aan een vuurrode zonsondergang, haalt een paar keer diep adem en leest de opmerkingen die er staan, gekoppeld aan de cijfers, voor. Aardrijkskunde 42, chemie 38, Frans 54, fysica 49, wiskunde 25,… L.O. 85… “Wat stelt dat hier voor! Staan die punten tegenwoordig op 50? Dan zou je nog een mooi gemiddelde hebben ook! Ben jij al eens gepasseerd waar ze aan het werken zijn? Jawel! Maar je kijkt niet hoe ze dat doen! Jij bent de nagel van mijn doodskist, jij bent een verkorting van mijn leven, jij … jij… jij…!!!” Onze pa is buiten zichzelf van woede. Ik probeer mijzelf te verdedigen: “Maar pa die van aardrijkskunde heeft heel de klas gebuisd en die van chemie heeft speciaal onze proef van practicum doen mislukken en die van wiskunde kan mij niet uitstaan omdat zij denkt dat ik een oogje heb op haar dochter en zij het niet ziet zitten dat ik haar schoonzoon word. Ze hebben allemaal iets tegen mij!” “En L.O. dan? Is dat het enige wat je kunt? Over de bok springen en toertjes rond de vijver lopen? Verstand zit in uw hersenen manneke, niet in uw benen! Het is aan het verroesten want je gebruikt het niet!” Hij weet met zichzelf geen blijf en wenst maar één ding: “Uit mijn ogen!! Op je kamer! Ik wil je niet meer zien!” Het is mij geraden deze laatste bevelen te volgen willen we verdere moeilijkheden voorkomen. Eenzaam en alleen leg ik mij op mijn bed, vechtend met het dilemma: studeer ik of geniet ik verder van de leute en plezier die ik kan maken? De posters boven mijn bed (nvJ: neen, er hangen geen wiskundige formules aan de muur) worden één wazig blad… “Jos! Wat zit jij hier in de klas te doen manneke? Je broek verslijten? Het
geld van de gemeenschap door vensters en deuren gooien? Hier in dit instituut moet je werken, manneken! Ken je dat woord wel? Werken! W-E-R-K-E-N! Staat dat bij jou in je woordenboek? Och ja, jij hebt een speciale uitgave! Bij jou staat dat als verklaring voor het woord slapen! Dat is de enige activiteit die jij kent. Wat doe jij hier eigenlijk!” Het is niet het moment om aan gezichtsverlies te leiden en ik stel mijn offensief in. Meneer: van werken word je moe! En als je hard werkt zelfs nog moeder! En voor een man is dat heel moeilijk. Het belangrijkste is dat we gezond zijn!” Hij voelt dat hij in nauw gedreven wordt. “Vooruit naar de tuchtprefect! Die zal u leren hoe dat je moeder wordt! En haast u wat! Natuurrampen als jij moeten zo vlug mogelijk bestreden worden!” Ik klop aan bij hem. Neen, geen reactie. Oef, ik ontloop een martelstraf. Net op het moment dat ik mij opnieuw naar de klas wil begeven, wordt de deur opengetrokken. “Aha! Wie we daar hebben! Onze vaste klant! Je klantenkaart geraakt stilletjes aan vol manneke! Wat heb je nu weer uitgespookt?” Zijn ogen dringen door mijn ogen heen. Ik voel dat hij mij wil kraken. “Wat is het? Tongetje verloren? Grote mond wordt kleine mond? Wordt het broekske nat?” Ik voel mij in het nauw gedreven: “Ik heb niets gedaan”. “Ik heb niets gedaan, wie?” “Ik heb niets gedaan, meneer de tuchtprefect”. “Zozo, meneerke lief kan al met twee woorden spreken! Je gaat nog een flinke
JRK jan ‘08 - 29
heer worden zo.”
“Jawel.”
met zijn metafysica!
“Maar meneer de tuchtprefect, mijnheer Viezeka, heeft iets tegen mij, hij kan mij niet uitstaan.”
“Jawel, wie?”
De seconden tikken weg, rustig tot 120 tellen, dat doodt de tijd. Één, twee, drie, …, zestig, éénenzestig, …., honderd twintig. De rechterknie… de linkerknie… de rechter… de linker… De pijn, hij begint te komen, de groeven van de vloertegels tekenen zich af in mijn knievel, de pijn wordt ondraaglijker… de tuchtprefect slurpt van zijn koffie, ik begin te kreunen maar doe het onhoorbaar,… de tuchtprefect neemt een koekje,… mijn knievel heeft haast geen dikte meer,… de tuchtprefect lonkt rustig naar buiten,… mijn rechterknie begint het te begeven, … de tuchtprefect tikt rustig een SMS-je in,… de volgende 2 minuten gaan in,.. de tuchtprefect neuriet het liedje “Zie de boerinnetjes hun rokje zwaaien”,… mijn gekreun wordt luider,… de tuchtprefect glimlacht,… ik probeer op mijn twee knieën tegelijk te rusten,… de tuchtprefect neemt het boek van Prof. Dr. Ir. Jozef van Kruikenburg uit mijn handen en begint er luidop in voor te lezen,… ik voel mij plooien maar nog niet kraken,… de tuchtprefect geeft zijn bloemetjes water,… auw mijn rug, auw mijn nek, auw mijn armen, auwauw-auw-auw!!! Mijn knieën! Auwauwauwauw alles doet pijn alles! Alles! Aaaah!
“Jongeheer, wij hebben niets tegen niemand, wij hebben alleen iets tegen mensen die de spijsvertering van anderen hopeloos in de knoop leggen”. “Meneer, de tuchtprefect, als uw buikmannekes ambetant doen, dan moet ge op uw eten letten, niet op de studenten. Ons ma zegt dan altijd dat wij appels, bananen, rijst, oud wit brood en veel water moeten eten en drinken.” “Zozo, meneer wil nog hoog van de toren blazen ook! Vergeet niet dat hoe hoger je staat, hoe lager je kunt vallen! Weet jij wat wij met mannen, excuseer ik gebruik een verkeerd woord, weet jij wat wij met creaturen zoals jij doen? Wat je er niet in krijgt, moet je er in kloppen en wat je er niet uit krijgt moet je er uit kloppen, jongeheer!” Eens te meer voel ik dat ik aan de verliezende kant sta. “Daar jonge heer, daar is een hoekje waar je knusjes kunt vertoeven. In een hoekje met een boekje! Wees eerlijk jongeheer, wat ben ik toch vindingrijk! Je mag op je knieën zitten, maar wij zullen u wat sparen. Je mag beurtelings op je linker- en rechterknie zitten. Het is een kwestie van wat te kunnen recupereren nietwaar? En wij gaan het nog heel democratisch doen ook: je mag zelfs kiezen met welke knie je begint! Is dat niet mooi van mij? Wat vind je?”
“Jawel, meneer de tuchtprefect.” “Dat is al heel flink! En welke lectuur wenst u te lezen brave jongen? Ik zou niet graag hebben dat je je verveelt daar in het hoekje! Mag ik u iets aanraden? Wat zou u denken van het volgende werk geschreven door oud- leerling Prof. Dr. Ir. Jozef Van Kruikenburg: “Metafysica als het zijn van het zijnde en het zijnde van het zijn.” Terwijl je lekker op je tamme knietjes zit, kan je de eerste 50 bladzijden lezen. Je kan genieten van het gezelligste hoekje hier op Kruikenburg. Gedenk dat velen u reeds zijn voorgegaan, en dat velen u nog zullen volgen! Wat zegt u daarvan?” “Goed.” “Goed, wie?” “Goed, meneer de tuchtprefect.” “U mag gaan knielen, jongeheer!”
“Wel wel wel, doet het pijn manneke? Als je pijn hebt, zal ik er een beetje jezekeszalf opstrijken, dan ben je zo genezen.” “Meneer de tuchtprefect, ik ga braaf zijn! Ik beloof het! Ik kan het niet meer houden! Laat mij van mijn knieën komen! Alstublieft! Ik smeek het u! Aaauuuwww! Aaauuuww!” Ik voel een hand over mijn hoofd gaan, ik open mijn ogen… het is ons ma! “Ma! Oooh ma!” Wat ben ik blij jou te zien! Ons ma omarmt mij zoals zij en alleen zij dat kan, een knuffel die door merg en been gaat. “Ma, ik heb gedroomd! Wat een nare droom, ma!” “Ik weet het mijn jongen, ik weet het. Kom we gaan naar beneden. Vergeet je rapport en begin met een nieuwe lei.” “Ma, je bent de bovenste beste! En onze pa…. Eigenlijk heeft hij gelijk.”
Oh, neen. Knielen in het akeligste hoekje van heel Kruikenburg. De verf bladdert er van de muur, de plaaster maak één stofplek op de grond en de spinnen vieren hier waarschijnlijk hun 100- jarig jubileum. Al bij al moet ik zeggen dat hij nog mals is geweest voor mij: ik mag namelijk beginnen met de knie naar keuze. Mijn linker dan maar. Maar ik zal niet plooien, als het moet zal ik kraken, maar dan wel met opgeheven hoofd. Hij kan de boom in
JRK jan ‘08 - 30
JRK jan ‘08 - 31
Joske
Vrienden van de poëzie Het reglement van “Vrienden van de poëzie” wil dat de schrijver van de vorige bijdrage een nieuwe gelukkige mag uitkiezen die zijn of haar lievelingsgedicht even komt toelichten. Nieuwsgierig wie het slachtoffer van mevrouw Matthys geworden is. Els Matthys: ”Een leerkracht van wie je 5 van de 6 jaren op Sint-Angela en Sint-Jozef les kreeg -en het eerste jaar maar liefst 9 uur per week- vergeet je niet zo gauw. Ik ben ervan overtuigd dat zij een grote bijdrage geleverd heeft aan mijn aandacht voor het juiste woord op de juiste plaats en aan mijn liefde voor taal in het algemeen. Ik geef graag de poëziefakkel door aan mevrouw Mieke Hens.” Dichters… ze zijn als Orpheus, die in de onderwereld zijn wegglijdende Eurydice probeert te vatten. Zo proberen zij hun ongrijpbare en onzegbare gevoelens en gedachten te verwoorden. Frustrerende bezigheid! En toch… pareltjes hebben we te danken aan hun noeste arbeid. Wonderlijk toch dat woorden, die zo vaak bron van onbegrip zijn, -hoe dikwijls loopt communicatie mis-, evengoed diep kunnen ontroeren en troosten. In tijden van twijfel en rouw lezen mensen poëzie en worden geroerd door klank, ritme en inhoud. Dichters herwaarderen taal. Zij verdienen hun standbeelden dubbel en dik. Door hun suggestief taalgebruik maken ze taal tot kunst. En kunst is esthetica, maakt emoties los, ontroert. Zo blijken dichters, bij nader inzien, sterker dan Orpheus. Lezers herkennen de gevoelens en gedachten van de poëet. Of herkennen ze de Schoonheid en het Goede? En is dat de reden van hun ontroering?
Ziel die een hoge god als kerker borg en ader die het vuur met sappen voedt, en merg dat in triomf de hitte klieft: het lichaam laat gij achter, niet uw zorg; tot as zult gij vergaan, as met gemoed: stof zult gij worden, maar nog steeds verliefd. Mieke Hens
Hieronder volgen, als voorbeeld, enkele verzen die ik mooi vind. Het eerste fragment bestaat uit twee verzen waarmee Dylan Thomas, -een Welshe dichter uit de eerste helft van de 20ste eeuw-, een gedicht afsluit, dat hij opdroeg aan zijn vader. Do not go gentle into that good night Rage, rage against the dying of the light. Het volgende vers is heel oud en eenvoudig. Juist die eenvoud maakt het zo krachtig. Het dateert uit de 5de eeuw voor Christus. Sophocles drukt zijn verbazing uit over het menselijk vernuft. (polla ta deina kouden anthroopou deinoteron) (vert. Vele dingen zijn wonderlijk, maar niets is wonderlijker dan de mens.) En tot slot, een volledig sonnet van de Spaanse barokdichter Francisco de Quevedo, meesterlijk vertaald door Dolf Verspoor. Het is, door zijn klassieke inspiratie en Platonische verwijzingen, geen gemakkelijk gedicht, maar het sluit qua thematiek aan bij de veel simpeler, hoger aangehaalde verzen van de romanticus Dylan Thomas. De laatste schaduw kan mijn ogen dichten en mij de witte dag voorgoed versteken, de tijd kan van mijn ziel de kluisters breken en eindelijk haar gestegen nood verlichten. Maar niet zal zij de herinnering vergeten op deze oever, waar zij heeft gebrand: mijn vlam zwemt door kil water naar de kant en schendt de strenge wetten van de Lethe. JRK jan ‘08 - 32
JRK jan ‘08 - 33