Verantwoordelijke uitgever en afzender: Ludo Longin, Stationsstraat 37 - 1740 Ternat
“Jeugd Rond Kruikenburg” verschijnt 5 x per jaar in feb - apr - jun - nov. - dec. • Afgiftekantoor: 1740 Ternat - P409407
ST.- JOZEFSINSTITUUT België P.B. 1740 Ternat 2/2930
Nr: Juni 2008
[email protected]
Das ist die Berliner Luft, Luft, Luft ... Na lang afwachten stonden we uiteindelijk met veertig op de grote markt van Ternat om te vertrekken richting Berlijn. Veel vroeger dan verwacht kwamen we allen vermoeid aan in de jeugdherberg, waar we werden opgewacht door de overactieve meneer Gezel en mevrouw Delcour. Toen het ontbijt op was konden we eindelijk vertrekken naar Berlijncity, waar we meteen op bus 100 sprongen. Hierdoor hadden we de kans om een eerste blik te werpen op Berlijn. Nadien gingen we naar het museum” Story of Berlin “, waar de ene groep in het Duits gegidst werd en andere in het Engels. De rest van de dag brachten we wandelend door van het ene gebouw naar het andere. We dachten de dag af te sluiten met een heerlijke maaltijd bij de Italiaan, maar dit was buiten de leerkrachten gerekend. Dankzij hen hebben we tussen het eten en ons, op dat moment, heilige bedje, twee uur staan aanschuiven voor een toch wel prachtig uitzicht van op de Reichstag-koepel. Ons bedje zagen we voor het eerst om 1 uur s’nachts. Half slapend kwam iedereen de volgende morgen samen aan het ontbijt, maar het onuitputtelijke enthousiasme van meneer Gezel hielp er ons weer bovenop. En zo zou het de hele week gaan… Woensdagvoormiddag brachten we vooral door in het Pergamommuseum en het Ägyptische Museum. Deze musea mochten we vrij ontdekken met behulp van een audiogids
waar je het nummer van het betreffende beeld moest intoetsen. Hierna hadden we een boottocht op de Spree die ons de mooiste gebouwen van Berlijn toonde. Door het slechte weer namen we binnen plaats waar we een heerlijke chocomelk konden verkrijgen. We brachten nog een bezoekje aan de Fernsehturn en de Alexanderplatz, die ons zo konden bekoren dat we er zelfs ons avondmaal nuttigden. Dit keer kozen we voor een Zuid-Amerikaans restaurant waar je heerlijke steak kon bestellen. Spijtig genoeg was men als afsluiter het koekje op de Bananasplit van Steven en Bart vergeten.(Of toch niet helemaal, is het niet jongens?) Om de avond af te sluiten trokken we het nachtleven van Berlijn in, samen met onze Nightlife Scout Apu. We bezochten twee buurten met vele café-tjes die enorm populair zijn bij de jeugd. Natuurlijk zouden we die ook eens van binnen beter
JRK juni ‘08 - 3
leren kennen. Daarna moesten we nog sprinten voor onze trein, maar we hadden geluk, we waren nog op tijd. Op tijd om terug te gaan naar onze jeugdherberg! Donderdagochtend begon met een dipje. We brachten eerst een bezoekje aan Checkpoint Charlie, en het bijhorende museum. Dit museum bekoorde ons niet zozeer, omdat het er veel te druk was. Maar onze middaglunch bracht er ons weer bovenop. We konden onder een stralend zonnetje picknicken op grote stenen blokken. Spijtig genoeg moesten we afscheid nemen van mevrouw Delcour. We begonnen met nieuwe goede moed aan het Joodse museum, en tot onze grote verbazing stond er een reus voor onze neus die dan ook nog Nederlands sprak. Deze rondleiding vonden we allen zeer geslaagd. We maakten kennis met de beangstigende sfeer van de Holocaust die ons toch wel op een verrassen-
de manier werd aangebracht. Het museum was volledig uitgetekend als herdenking voor de Joden. De vorm van het gebouw, elke gang, elke streep op de muur, elke kleur van de muur had een bepaalde betekenis. Nadien zijn we het HolocaustMahnmal gaan verkennen. Hierop volgde een superleuk spel van groep 1. De leerlingen werden in 4 groepen onderverdeeld. Elk groepje moest met een kaartje in de hand verschillende gebouwen zoeken en er vragen over oplossen. Met deze antwoorden vond men de eindbestemming, namelijk de Hauptbahnhof, waar we lekker gegeten hebben. Hierna was het tijd om terug te keren naar de jeugdherberg, waar we nog even de tijd hadden voor een drankje en om een beetje te kletsen. Vermoeid keerden we terug naar ons bedje. Slaapzacht! Vrijdagochtend, klaar voor de rustigste dag van de week. Met z’n allen trekken we op naar het filmpark in Babelsberg. De eer-
ste indrukken waren zeer positief, want de 4D-film, de training van de dieren en het bijwonen van een tv-show brachten ons dichter bij de showbizz. Na de bootjesattractie, die nog trager ging dan de bootjes in Plopsaland, kwam het middageten waar een plotse pannekoekenregen ons verraste, met dank aan Stefanie. Om 14.30 uur stond er een heel team stuntmannen en - vrouwen klaar om ons een show van hoog niveau te bieden: vuur, brommers, gevechten, ronkende motoren en heel wat spectaculaire stunts vlogen ons om onze oren. Na de show kregen we een backstage rondleiding. Eerst leerden we hoe alle geluidjes werkten die geproduceerd werden, en we mochten die dan ook nog eens uittesten. Hierna kregen we uitleg over de vele stunts. Onze gids was zelf stuntman geweest, maar hij was te oud om het nog te doen, want zijn lichaam kon het niet meer aan. Deze rondleiding was voor ons nog maar eens het bewijs hoe
JRK juni ‘08 - 4
gevaarlijk stuntwerk wel kan zijn. Doordat we buiten het centrum van Berlijn waren, zaten we wel een tijdje op de trein. We moesten maar liefst 16 haltes van de S-Bahn voorbij naar de Ostbahnhof op de Warschauerstraße. We hadden keuze uit verschillende restaurants, maar voor de verandering was het eens Mexicaans, wat helemaal niet slecht was. Als afsluiter van de avond en van de reis gingen we terug naar de herberg waar een ‘grote party’ op ons wachtte. Het duurde wel even vooraleer de geluidsinstallatie in orde was, maar na een tijdje kwam het toch in orde. Ondanks een start in mineur werd het al bij al een geslaagde, en vooral een vermoeiende (is het niet jongens…?) afsluiter van een nog meer geslaagde reis. Zaterdag 29/3, onze laatste dag in Berlijn. Met veel gegrom en geklaag kwamen we met kleine oogjes gepakt en gezakt naar beneden. Ons maagje was gevuld, onze honger was gestild, we konden er nog een dag met de volle 100% tegenaan. We namen toen afscheid van meneer Gezel. Na wat zoeken vonden we in Potsdam de bus die ons naar het Park Sanssouci bracht, waar we een wandeling maakten door het prachtige park. We konden spijtig genoeg de indrukwekkende paleizen niet bezoeken, want ze waren volgeboekt. Na 2 uur stappen waren onze voetjes terug moe. En de twee gehandicapten van dienst, Kevin en Dorien, zagen het ook niet meer zitten. Na ons middageten en een bezoekje aan onze
noorderburen was het tijd om voor de laatste keer terug te keren naar het centrum. Hier kregen we de rest van de dag vrij. We mochten ons uitleven in alle mooie winkels van de KaDeWe en de buurt er rond. Hier waren alle merken die je maar kunt denken vertegenwoordigd: Adidas, Gucci, Dolce & Gabbana, Dior, Burberry en nog vele andere. Met ons hoofd naar beneden en een traantje in onze ogen namen we afscheid van het mooie Berlijn. We keerden terug naar onze jeugdherberg, waar onze valiezen reeds gepakt klaar stonden.
We moesten nog eventjes wachten op de bus, maar om 22.45 konden we vertrekken. De terugreis s’nachts viel weer enorm mee, en we kwamen veel vroeger dan gepland aan in Ternat. Berlijn: vrij onbekend, maar ons heeft het meer dan verrast! Een absolute aanrader! Dorien Masschelein Stefanie Jacobs Jeroen Vranckaert Kevin De Valck Jeroen Van den haute
Vakantie! De zomervakantie kan terug wat rust brengen. Na alweer een boeiend schooljaar, kunnen we ‘moe maar voldaan’ achterom kijken. De schooldoorlichting was goed tot zeer goed. Enkel onze infrastructuur scoorde onvoldoende. Ondertussen zijn de nieuwbouw en verbouwingswerken al een héél eind opgeschoten. We kijken dus ook al graag vooruit. De nieuwe klassen zullen we in september in gebruik kunnen nemen. De refter, het secretariaat, de leraarskamer, de directieburelen en de inkomhal worden tijdens het volgende schooljaar aangepakt. De toiletten vernieuwen we tijdens de zomervakantie 2009. Ook onze ICT mogelijkheden worden vanaf september enorm uitgebreid. Niet iedereen zal dus rust hebben tijdens de vakantie… En als we dan toch al wat vooruit lopen, wil ik graag meedelen dat het uurrooster vanaf volgend schooljaar voor alle leerlingen hetzelfde wordt. We zullen starten om 8.55 uur en eindigen om 16.00 uur. Dit zal ons wat meer mogelijkheden geven om ’s middags meer tijd samen te hebben. Voor leerlingen die 17 jaar worden, kunnen we vanaf volgend schooljaar ook jaarlijks het ‘Rijbewijs op school’ aanbieden. Dit wil zeggen dat zij in het tweede JRK juni ‘08 - 5
trimester op school de theoretische lessen zullen kunnen volgen én het examen voor het theoriedeel zullen kunnen afleggen. En dit allemaal gratis. Maar eerst RUST, VAKANTIE voor iedereen op één of andere manier verbonden met het Sint-Jozefsinstituut. Bedankt voor jullie inzet, want ‘school’ maken we samen! Een 130-tal laatstejaars vieren hun afscheid van onze school. Een afscheid dat een begin betekent van een nieuwe wending in hun leven, een leven met nog meer vrijheid en verantwoordelijkheid, een leven met nog meer kansen… En ook een zestal collega’s kunnen na een verdienstelijk aantal jaren inzet voor leerlingen en collega’s op een welverdiende pensioensrust. We wensen hen allemaal het allerbeste!
Yannick Noppe Directeur Sint-Jozefsinstituut
Jrdactioneel “Quousque tandem abutere patientiā nostrā Catilina!” Hoeveel leerlingen die over een paar maanden zullen uitzwermen over de aula’s van Vlaanderens universiteiten en hogescholen kennen deze pathetische uitroep van Cicero niet uit het hoofd? Het zou echter best kunnen zijn dat die regel vrij snel uit het collectief geheugen verdwijnt en dat heeft dan niet alleen te maken met het zogenaamde stoffige imago van het vak Latijn, maar ook met het talent van een “angry young man” die reeds meer dan tweeduizend jaar geleden in zijn verzen de tijdsgeest van dit derde millennium wist te vatten. Zijn naam? Catullus; hij was een kleine dertig jaar jonger dan de eerder vermelde Cicero. En waarom zou de dichter Catullus, van wie de redenaar en staatsman Cicero geen hoge dunk had, deze laatste naar de kroon steken? Wel, om te beginnen spreekt hij tot de verbeelding van menig jeugdig geweld met zijn poëtische kroniek van zijn passionele liefde voor de bevallige Lesbia. Welke jongeling voelt het hart niet sneller kloppen, wanneer Catullus schrijft:
“Vivamus, mea Lesbia, atque amemus, rumoresque senum severiorum omnes unius aestimemus assis!” “Leven is liefhebben, Lesbia, en geen cent geven om praatjes van oude heren.” (vert. Paul Claes) Of wie voelt niet zelf de adem stokken in de keel, het merg branden in de botten wanneer men terugdenkt aan dat ene moment dat men de aanbedene zich ziet vermeien in het gezelschap van een mogelijke rivaal. Met een akelig precies inlevingsvermogen legt Catullus dat ogenblik vast op papier: “lingua sed torpet, tenuis sub artus flamma demanat, sonitu suopte tintinnant aures, gemina teguntur lumina nocte.” “maar mijn tong is verlamd, tot diep in mijn ledematen
JRK juni ‘08 - 6
stroomt een zachte gloed, mijn oren suizen door hun eigen geruis, het ziet zwart voor beide ogen.” (vrije vertaling) Lang voordat het vak “creative writing” aan Amerikaanse universiteiten werd gedoceerd, past Catullus daarvan één van de belangrijke principes toe: het zintuiglijk schrijven: verlies je niet in algemeenheden, wollig taalgebruik of clichés, neen, hanteer de pen als een camera of een cassetterecorder of – zoals in de pas aangehaalde strofe – als een stethoscoop waarmee je elke reutel in je lichaam kan registreren. Zelden zijn woordkunstenaars erin geslaagd de symptomen van verliefdheid zo plastisch weer te geven als Catullus. Wie echter meent dat zijn verzen bol staan van onschuldige sentimentaliteit, slaat flink de bal mis. Lesbia, het voorwerp van Catullus’ passie, was een “femme fatale” uit de Romeinse “beau monde”. Dat deze dame minnaars verslond met het tempo waarmee anderen “Pringles chips” naar binnen werken, dat ze naar ’t schijnt niet beschroomd was om het bed met haar broer te delen en zelfs gif in de wijnbeker van haar respectabele echtgenoot te mengen, dat alles verleent haar en ook de verzen waarin Catullus haar bezingt (maar ook hekelt) een aura van zwarte romantiek die niet anders dan een onweerstaanbare aantrekkingskracht moet uitoefenen op fans van Jotie T’ Hooft, Nick Cave, Joy Division of Amy Winehouse. Lesbia zou als protagonist in een “Film Noir” niet fout gecast zijn. Maar met alles wat we tot nu toe over hem geschreven hebben lijkt Catullus zelf slechts een jonge snaak te zijn die maar niet volwassen wil worden. Zoals dat bij een puber het geval is, lijkt hij de speelbal te zijn van zijn wisselende emoties: nu eens scheert hij de hoge toppen van de extatische liefde (“Da mi basia mille”, vrij vertaald: “Kus me duizendmaal”), dan weer plooit hij terug op zichzelf in dalen van donkere depressies, bijvoorbeeld wanneer zijn enige echte vriend hem bedriegt met Lesbia: “omnia est ingrata!”, vrij: “alles is tegen mij!” Maar Catullus afschilderen als de onstuimige puber
doet afbreuk aan het talent van deze geraffineerde dichter. Dat wordt maar al te duidelijk wanneer men beseft dat precies dat éne gedicht over de symptomen van de passionele liefde, waaruit hierboven een strofe werd geciteerd, in feite een bewerking is van een gedicht van Sappho, die afkomstig was van het eiland Lesbos (!). Wat zich dus aanvankelijk liet lezen als de onschuldige weergave van een spontane verliefdheid is in feite een bewuste poging om betere poëzie te schrijven dan die van de beroemde dichteres Sappho! Catullus als “Latin lover”? Het lijkt dus je reinste flauwekul te zijn! Kijk maar naar de laatste strofe van hetzelfde verliefdheidsgedicht: “Otium, Catulle, tibi molestum est: otio exsultas nimiumque gestis: otium et reges prius et beatas perdidit urbes.” “Niets om handen hebben, Catullus, is zwaar voor jou. Door niets om handen te hebben ben je overmoedig en te uitgelaten. Tijd om niets te doen heeft vroeger koningen en welvarende steden te gronde gericht.” (werkvertaling) Na met veel oog voor plastische details de fysieke tekenen van de verliefdheid te hebben beschreven komt deze conclusie als een anticlimax op de lezer over: geen bevlogen woord meer over de passionele liefde; in plaats daarvan is er zelfreflectie en de nuchtere vaststelling dat ledigheid Catullus de gelegenheid biedt om te zwelgen in zijn emoties. Het minste wat je daarvan als lezer kan zeggen is dat onze dichter nu van op een afstand naar zichzelf kijkt en de oorzaak van zijn liefdeseuforie bagatelliseert (“ik had niets anders om mij af te leiden.”). Maar dan volgt er een verrassende wending: Catullus voegt eraan toe dat datzelfde nietsdoen waardoor hij de tijd heeft om zich te verliezen in zijn uitgelatenheid, ook tot de ondergang van vorsten en steden heeft geleid. Van overdrijving gesproken! Men kan zich afvragen of Catullus’ uitweiding over het “verwoestende effect” van het niets om handen hebben wel serieus bedoeld is; waardoor de lezer zich kan afvragen
JRK juni ‘08 - 7
of daarmee de bagatellisering van zijn euforie niet vervalt en hij Catullus’ gevoelens nu toch dient ernstig te nemen. Het is onduidelijk welke conclusie de lezer uit dit gedicht moet trekken, maar wellicht doet dat er niet toe; wie weet zou Catullus in zijn vuistje gelachen hebben als hij zag hoe generaties poëzieliefhebbers hun hoofd hebben zitten breken over de interpretatie van deze verzen. Dat Catullus veeleer een minnaar was van woorden, dan van Lesbia’s verlokkende charmes, blijkt goed uit een gedicht waarin hij nochtans precies die charmes prijst door ze te vergelijken met die van een andere vrouw, Quintia, die het echter in schoonheid van haar moet afleggen: Quintia is mooi voor velen; voor mij is ze stralend, rijzig, recht: dat geef ik zo stuk voor stuk toe. Dat soort schoonheid wijs ik helemaal af: want er is geen bevalligheid, geen vleugje esprit / geen greintje karakter in dat zo grote lichaam. Lesbia is mooi, die niet alleen helemaal de mooiste is, maar ook in haar eentje iedereen alle charme heeft ontfutseld. (werkvertaling) De houterige werkvertaling, voor de gelegenheid snel even neergepend, doet het sierlijke
Latijn geweld aan, maar wat erger is, is het feit dat zij de betekenisverschillen niet kan weergeven tussen de drie woorden voor bevallige schoonheid die Catullus hier bezigt: “pulcher”, “formosus”, “venustas / venus”. “Pulcher” moet zowat het algemene, neutrale woord zijn en betekent “mooi zonder meer”. “Formosus” lijkt eerder uitsluitend op uitwendige lichamelijke schoonheid te slaan en kan misschien het best weergegeven worden met “welgevormd”; Quintia is “formosa”, maar dat maakt van haar nog niet de mooiste vrouw; die eer is weggelegd voor Lesbia die in haar eentje alle vrouwelijke charmes (“veneres”) bezit. “Venustas” heeft net als de twee overige woorden eveneens betrekking op uiterlijke schoonheid, maar is tegelijk ook doordrongen van een spirituele kwaliteit, die moeilijk in woorden te vatten is en die de eigenheid van Lesbia uitmaakt: charme lijkt het woord in het Nederlands te zijn dat het dichtst bij het Latijn aansluit. Wat Lesbia onderscheidt van andere mooie vrouwen, zoals Quintia is dat ze karakter, esprit heeft (“mica salis”, letterlijk: “een korrel zout”). Moraal van dit verhaal? Catullus toont zich in dit gedichtje niet alleen als bewonderaar van Lesbia, maar ook als woordkunstenaar, die in zijn zoektocht naar het juiste woord, de expressieve kracht van de taal aftast. W. Van Deun
De culturele dag Donderdag 24 april, de culturele dag. Het beloofde een mooie dag te worden met veel zonneschijn. Dat zou het stappen met mijn krukken misschien kunnen verzachten, want ik zou de hele dag al huppelend en ‘pikkelend’ doorbrengen. Het was even wachten op de trein,en toen die aankwam vroeg iedereen zich af waar hij ging zitten, die trein zat al bomvol! Na wat duwen en trekken
had ik toch een plaats (gelukkig, want dat kon niet van iedereen gezegd worden !). Na twee haltes ging een andere school van de trein en konden we allemaal bij elkaar zitten. Toen we in Brussel Centraal afstapten, zag ik mijn eerste hindernis … de trappen. Door de attente mentale steun van klasgenote Katrien kon ik die overwinnen. Tijdens de voormiddag was de literaire wandeling met een JRK juni ‘08 - 8
spreekopdracht gepland. Eerste halte: de St-Michiel en de St-Goedele kathedraal. Deze. Wie hier een spreekopdracht moest doen had het niet gemakkelijk, er waren werken aan een nabij gebouw en bij momenten hoorden we ze echt niet goed. Na hun uitleg moesten we in de kathedraal gaan en de kunstwerken aandachtig bekijken, want er volgde een quiz. Ik ging niet mee (teveel trappen) en na een tiental
minuten kwam de klas weer naar buiten en kon de quiz beginnen, de winnaar was Marjan, ze kreeg een kroon en mocht de koning van de dag zijn. Daarna gingen we verder naar het Spanjeplein met het beeld van Don Quichot en Sancho Panza. Anke, Lotte en Soline maakten van de opdracht een interview. Ik vond dit de beste spreekopdracht van de dag. Nu was de Grote Markt aan de beurt. Aan de hand van rebussen moesten we de namen van een aantal gebouwen ontcijferen en het groepje gaf er meer uitleg over. De volgende halte was het monument van ’t Serclaes dat zich ook op de Grote Markt bevindt, we kwamen te weten hoe de Brusselaars aan hun bijnaam komen (de Kiekenfretters) en normaal konden we eens over de arm wrijven van het standbeeld (wat vooral geluk zou brengen aan de jonge, ongehuwde meisjes!), maar het hele pand was in restauratie. Manneke Pis was de volgende die aan de beurt was. Veel plaats om te staan hadden we niet , want de dagelijkse hoeveelheid Chinezen en Japanners waren weer paraat! Het was er ook heel rumoerig, zodat het moeilijk was om de uitleg te verstaan. En dan, last but not least, waren ik en mijn groepje aan de beurt met de Kleine Zavel. We gaven elk uitleg over een standbeeld en aan de hand van een rebus moesten onze klasgenoten de naam van het personage raden. Toen we klaar waren was het al twaalf uur en rammelde iedereen van de honger. We gingen
op zoek naar een restaurant dat niet te duur was, wat eigenlijk een moeilijke opdracht bleek te zijn doordat we in een chique wijk zaten. Maar wie zoekt die vindt en inderdaad we vonden een bord met daarop “Plat du jour” voor maar acht euro. De baas keek ons een beetje raar aan , maar noteerde toch onze bestellingen. Amper tien minuten later hadden we ons eten al en het was heel lekker ! Moest nu juist
JRK juni ‘08 - 9
die kwelende straatmuzikant eens zwijgen, dan zou alles perfect zijn. In de namiddag gingen we naar het museum voor oude kunsten , waar we niet echt naar uitkeken. Ik was liever naar Muziekinstrumentenmuseum geweest. Maar vooraleer we daar geraakten moesten we nog wat stappen en jawel, nog wat meer trappen beklimmen. Toen we er aankwamen, bleek het dat we nog twintig minuten
moesten wachten. Voor ons geen enkel probleem, zo konden wij nog wat zonnen! Mevrouw Collaert had voor mij een rolstoel geregeld en ik moest via een andere ingang naar binnen. Daar bleek dat Mevrouw Collaert en ik geen kaartje hadden mee gekregen zodat we waarschijnlijk niet binnenkonden. Na twee niet beantwoorde telefoontjes besloten we toch de rest van de klas te gaan zoeken die op de min één zaten. We gingen de lift in en .. die bleef gewoon staan. En dus gingen we maar weer wat uitleg vragen aan een conservator, maar dan hoorden we de stemmen van onze klas en konden we verder. Lotte eiste haar rol van de bestuurder van de rolstoel op en samen gingen we de lift in, die nu wel werkte. Onze gids leidde ons
rond, liet ons veel schilderijen zien en na een anderhalf uur was de rondleiding voorbij. We gingen terug naar het station en na een pijnstiller, veel trappen en een half uur wachten kwam onze gereserveerde trein aan, waar nu dus wel plaats was. Toen ik naar huis “krukte” wist ik eigenlijk al dat ik de volgende dag niet naar Ilke De Meuter, 4EWb school zou gaan.
JRK juni ‘08 - 10
Het gat tussen 10 en half 1 Een voorbereid man is er twee waard. Nu ja,’voorbereid’. Achteraf gezien kan men zich op zoiets niet voorbereiden … Maar laat ik beginnen bij het begin. 7.30 uur. De wekker. Het is donderdag 13 maart en ik heb vandaag examen Nederlands en mondeling Engels. Dankzij de mooi uitgedachte, democratisch besliste overeenkomst tijdens de les Engels mocht ik als laatste aantreden in het kleine lokaaltje. Laatste betekende om tien voor één. Wetende dat de test Nederlands geen drie uur zou duren, nam ik vol goede voornemens mijn map geschiedenis mee, om tijdens de wachturen mijzelf nog wat nuttig bezig te houden. Nu ja,’nuttig’. Wanneer ik om tien uur klaar ben met Nederlands, vraag ik beleefd aan de dichtstbijzijnde leerkracht of ik mijn kopij mag indienen. “Neen”, is het antwoord. “Niet voor half 11! Kijk nog eens na.” Kijk nog eens na, kijk nog eens na?? Als ik om kwart voor tien al klaar ben, en een kwartier lig te staren op drie armzalige bladzijden met acht vraagjes waar ik me 45 minuten mee bezig moeten houden heb, denk ik wel dat ik zeker genoeg zeker ben om mijn kopijtje af te geven. Wat is dat eigenlijk met die hele regeling dat we pas om half elf of elf uur mogen afgeven? Alsof het enig verschil maakt. Alsof wij echt nog gaan zitten nakijken! Naar wat ik hoor, vinden ook alle leerkrachten het quatsch, maar geen mens die er iets aan doet. Niemand die er zich vragen bij stelt, hoe het beter kan,
neen neen, laat de kindjes maar zitten tot half elf. Leve de kritische ingesteldheid! Ik pak een potlood en teken een mengeling van Lost en Pacman op mijn blad, vraag nog drie keer hoe laat het is en kan eindelijk het lokaal verlaten. Ik vermoed dat ik in de refter terecht kan om te wachten, en eventueel al wat te lezen voor geschiedenis en zet mij daar dus aan een tafeltje. Al snel voegen enkele lotgenoten zich bij me en van studeren komt niet veel meer in huis. Dat gaat ook moeilijk als om de vijf minuten een leerkracht, iemand van het secretariaat of andere schoolgerelateerde personen komen vragen wat wij hier doen! Denken jullie dan dat wij het tof vinden nog wat langer in het gebouw te blijven?? Half twaalf. Al bij al zit ik hier een dik uur te praten met vriendjes en vriendinnetjes, maar naargelang de grote wijzer dichter bij de 12 komt, loopt de eetzaal steeds meer leeg. Ik besef dat ik honger heb en begeef me snel even naar de markt om wat eten te halen. Op de markt ontmoet ik leeftijdsgenootjes die mij verbaasd vragen wat ik hier kom doen. ‘Voedsel voor de ziel’, zeg ik, en ik reik hen de druipende hamburger aan. Vijf voor twaalf. Blijkbaar mocht ik de school helemaal niet uit. Niemand die mij daarvan iets gezegd had. Lijkt me ook maar stom. Al de kindjes worden na hun examens naar buiten gejaagd door opzichters,en ik zou dan maar moederziel alleen moeten achterblijven in een lege eetzaal? ZONDER JRK juni ‘08 - 11
ETEN? Schandelijk! Dictatoriaal! Geen haar op m’n hoofd dat er zelfs maar aan denkt daar als een tam schaap te blijven zitten! Mij een week lang afbeulen met examens, niets dan vragen stellen waarvan ik me telkens opnieuw (en op één examen staan genoeg vragen) de vraag stel:’Zal het besef dat de eucharistie een ONT-moeting is met Jezus mij in m’n toekomstig leven nog van pas komen?’ Best deprimerend. Goed, tien voor één. Een klasgenootje komt me uit mijn lijden verlossen en zegt dat ik vertrekken mag. Aangekomen in het kleine lokaaltje haal ik m’n prachtig opnieuw afgedrukte portfolio boven en toon het met afwachtende trots aan de leerkracht. Die is er heel wat minder enthousiast over. Gebrek aan extra materiaal. O ja, want het afdrukken van een liedjestekst is wel zeer verrijkend. ‘Je kan hem vertalen, daar leer je veel uit!’ Jup, een zoekopdracht in Google was zeer leerrijk. Wel tien sites waarop ik Engelse lyrics in zowel Engels als Nederlands vond, praktisch in kolom gezet en afdrukklaar! Ook een pluim voor het milieuvriendelijke aspect van dit alles. Mijn voorganger had ongeveer 20 pagina’s bijkomend spul mee (niet eens de moeite genomen om iets dubbelzijdig af te drukken) en no offence, maar mijn Engels is beter dan dat van die persoon. ‘Je kan zo te zien niet met de vrijheid omgaan.’ Kan zijn. Valt te zien wat er als vrijheid bestempeld wordt. Ik heb ‘de vrijheid’ om te kiezen wat ik
met m’n portfolio doe om mijn Engels te verbeteren. Ik kan een film kijken. En ‘bewijzen’ dat ik hem echt gezien heb. Ik kan een boek lezen en ‘bewijzen’ dat ik hem echt gelezen heb (alsof we niet genoeg te doen hebben voor Nederlands). Ik verbeter m’n Engels wel op mijn manier. En in de tussentijd kan je mij gerust wat woordenschat bijleren en testen laten afleggen, zodat ik hetgeen ik al kan ook onderhoud. Maar kom niet met futiliteiten op de proppen. Daarmee word ik al te veel geconfronteerd tijdens de gewone schoolweken. Als laatste wil ik de volgende mensen bedanken: de leer-
krachten, voor hun onuitputtelijke inzet ons gedurende de eerste 18 jaar van ons leven bezig te houden met hun vreemde obsessie voor bepaalde aspecten van de wereld rondom ons; het secretariaat; voor de goede zorgen die zij ons telkens met een stralende glimlach geven en voor het in stand houden van de Douwe Egberts-fabriek ; de bouwvakkers van de nieuwbouw aan onze school, voor vele maanden dat ze voor vertraging zorgden in de gangen na het belsignaal, waardoor we jammerlijk soms tot tien minuten van onze les missen. Geloof mij, ik zeg enkel wat elke andere leerling
denkt. En ten slotte een woordje van dank aan minister Franck Vandebroucke, voor zijn goed en doordacht onderwijsbeleid. De mail die mijn zus u gestuurd heeft is trouwens nog steeds niet beantwoord denk ik, wat uw populariteit in de stad Gent niet ten goede komt. Ook bedankt aan het schoolgebeuren in het algemeen, voor het geven van leuke opdrachten tijdens de vakantie, die onze maagdelijke katholieke zieltjes dichter bij God brengen, en hiermee een reis naar Spanje in de war sturen. Leve de opgelegde religie. Laurens De Boeck, 4 LaWi
2 daagse 4e jaars in Dworp Dag 1 Op 17 april stonden alle vierdejaars fris (nuja, daarover kan nog gediscussieerd worden aangezien het nog vroeg in de ochtend was) gewassen, klaar
om te vertrekken op 2-daagse naar Dworp, aan het zwembad te Ternat! Voor diegenen die de ogen nog even wilden sluiten op de bus, was het echter niet de moeite aangezien het maar een beperkte busrit van
JRK juni ‘08 - 12
ongeveer 30 minuten was. Eenmaal aangekomen, mochten we onze, niet al te zware, bagage al droppen in een grote berging. Maar om te treuzelen of te bekomen van die “vermoeiende” busrit was helaas geen sprake want de workshops begonnen meteen na de aankomst. Onze klas, 4EMA, begon bijvoorbeeld met de workshop: relaties. Na een hele wirwar van gangen en trappen te hebben doorkruist, vonden we het juiste lokaal en begonnen we er meteen aan. We keken naar een zeer eigenaardige kortfilm over vreemde figuren op een grote plaat die in het heelal “zweeft”. Men vindt daarop een koffer, die iedereen krijgen wil. Nadien kregen we allemaal een nummer, het was alsof we in het leger waren. We moesten
onze eigen steekkaarten maken aan de hand van nummers. Enkele voorbeelden? Wel, bijvoorbeeld je telefoonnummer, klasnummer, huisnummer, postcode, rekeningnummer, geboortedatum, schoenmaat, … en ga zo maar verder. Aan de hand van die gegevens moesten de klasgenoten raden van wie dit kaartje was. Nadien speelden we een “spel” waarbij 1 persoon een bol touw krijgt en dat steeds naar iemand moet gooien die hij/zij denkt goed te kennen. Zo gaat dit verder tot iedereen touw in de handen heeft. Zo ontstond er dus 1 groot spinnenweb. Na een korte pauze van even luieren in de zalig liggende zeteltjes, begonnen we aan onze 2e workshop. Onze klas had een gesprek met een seksuoloog. Zij, die de naam Ruth draagt, vertelde ons wat meer over zowel de geslachtsorgane van de man als de van de vrouw. Ze gaf ons info over de eerst keer en de voorbehoedsmiddelen waar we gebruik van kunnen maken. We hebben zeker allemaal wat bijgeleerd! Eindelijk: middag! Met knorrende magen gingen we op weg naar de eetzaal. Natuurlijk denk je dat je op van die schooluitstappen niet veel soeps zult krijgen, maar toch! Het eten viel goed in de smaak. Frieten met pepersaus en een brochette en een hoopje sla… Wie vindt dat nu niet lekker?! Voor wie zin had in meer: de extra porties waren aanwezig! Een uurtje pauze! Dat zien we natuurlijk allemaal wel zitten! Gelukkig was het mooi weer waardoor we konden genieten op het gras van het heerlijke
zonnetje. Natuurlijk vloog deze pauze voorbij… De workshops begonnen weer! Wij vlogen er meteen in met toneel spelen. Na een tijdje in het lokaal rondgelopen te hebben en wat uitgebeeld te hebben op commando van de leerkrachten, begonnen we eraan. De klas werd in groepjes van 2 verdeeld en ieder kreeg een koppeltje na te spelen. Je kreeg een foto met een homokoppel, lesbisch koppel, getrouwd koppel,… op en daarbij moest je je eigen sketch verzinnen. Dat was uiteraard soms wel eens lachen geblazen! Hierna volgde het zogenoemde “soaspel”. Hierbij moest je allerlei opdrachten uitvoeren tegen een andere ploeg. De ene keer moest je de juiste soa’s bij de juiste foto’s plaatsen (dit waren niet bepaald de meest aantrekkelijke foto’s maar daar willen we uiteraard niet te diep op ingaan want dit kan voor nogal nare herinneringen zorgen), vragen beantwoorden in verband met soa’s en seksualiteit, de stoelendans, het beker-
JRK juni ‘08 - 13
spel,… en ga zo maar door. Telkens als je een opdracht tegen een andere ploeg verloor, kreeg je een soa. Uiteraard was het dus de bedoeling om zoveel mogelijk te winnen en dus… zo weinig mogelijk soa’s te krijgen! Na een korte pauze, gingen we verder met de workshops. Nu was het tijd voor dansen! Van een simpele volksdans (cowboydans,…) tot een toch wel vrij ingewikkelde wals, die niet voor iedereen weggelegd was. Voor de ene ging het vanzelf, voor de andere verliep het dan
toch wat stroef. Maar ik denk toch dat we ons allemaal geamuseerd hebben! De workshops van die dag zaten erop! We konden weer onze magen gaan vullen met een koud buffet. Na het eten was het tijd voor de kamerindeling. Je had verschillende blokken. Blok A, B, C en D. De kamers waren vrij groot, voorzien van stapelbedden en voldoende lampen (waarvan er een aantal het slachtoffer zijn
tjes, maar dan wel andere personen, gespeeld door slechts 2 mensen die zich steeds gingen omkleden achter het decor. Het was een best wel eigenaardig stuk. Het toneel zat erop en de avond kon beginnen. Meneer Gezel draaide op de fuif er stevig op los met een heuse installatie! Een cola of andere frisdranken waren te verkrijgen voor de zeer democratische prijs van 1 euro! En dankzij de goede wil van de leerkrachten mochten we nog een uurtje langer doorfeesten! Rond half 1 zat het feestje erop en moesten geworden van enkele leerlin- we terugkeren naar de kamers. gen), een douche en 2 lavabo’s. Dag 1 was al afgelopen. Ook was er sprake van een balkon. De kamers waren dus dik Dag 2 in orde! Na even tijd te hebben gehad Na een nacht vol binnenvallenom de bedden op te maken en de leerkrachten en vuurwerk eventueel een douche te (hoe spannend kan een 2-daagnemen, gingen we naar een se zijn!) werden we allen vroeg toneelstuk kijken. Het was een wakker. Met kleine oogjes zeer eigenaardig toneelstuk schoven we aan het ontbijtmet slechts 2 personages die buffet. Wat later maakten we steeds van karakter verander- onze valiezen en onze kamer in den. Het waren steeds koppel- orde en begonnnen aan de eerste workshop. Na eventjes zoeken in dat ‘doolhof’ aan gangen vonden we het juiste lokaal voor de workshop holebi’s. Een jongen en meisje (zelf homo en lesbienne natuurlijk), vertelden hun verhaal en daarna mochten we allemaal anoniem vragen stellen op papiertjes. Op naar de volgende workshop dan: aids. Een seropositieve man vertelde ons zijn verhaal en gaf ons heel wat info over aids. Het was zeer leerrijk want er werden veel dingen verteld die velen nog niet wisten. Het was ook redelijk shockerend, we werden er allemaal wel wat JRK juni ‘08 - 14
stiller van toen we naar buiten gingen. Tijd voor het middageten: heerlijke puree met balletjes in tomatensaus, en als dessert, jawel: een frisco ! Het eten was ginder echt wel dik in orde dus. Dan kregen we terug wat tijd om ons wat te ontspannen in het gebouw waar we weer konden genieten van de zalige zeteltjes. Wat later was het weer tijd voor onze laatste workshop: diep.
We moesten in kleine groepjes stellingen over mannen en vrouwen bespreken. En daarna werd er een balletje rondgegooid en wie het balletje kreeg moest het eerste woord zeggen dat in hem/ haar opkwam, dat te maken had met seks. Dat zorgde natuurlijk voor de nodige grappige momenten, vooral wanneer er spontaan mensen met het woord ‘leiband’ afkwamen.
En toen was het tijd om naar huis te gaan. We stonden buiten allemaal met onze valiezen nog wat na te praten over de, zeker en vast geslaagde, 2-daagse en stapten daarna de bus in, terug naar Ternat. Machteld Clement en Astrid Staljanssens , 4EMA
De tijd: hij vliegt snel! Vreemd om te merken hoe snel de tijd passeert. Tot voor een jaar was Sint-Jozef nog een grote onbekende voor mij. Enkel via de talrijke verslagjes van leerlingen in de JRK’s had ik een idee van wat mij hier te wachten stond. In die artikeltjes dook vaak één constante op: ze waren bijna allen gemaakt op vraag van ene mijnheer Muylaert. De geschiedenis blijft zich herhalen, vandaar ik nu tijdens een verlengd weekend dit stukje aan het schrijven ben. Diezelfde mijnheer Muylaert was bij de tweedejaars ook de enige gekende (of misschien hoort hij liever bekende J) leraar van Sint-Jozef. Voorgangers waarschuwden ons voor zijn reputatie. In september bleek dat hij een jaar lang onze leraar wiskunde ging zijn. Nu, met acht maanden ervaring achter de rug, wil ik alle lezers van Sint-Angela verzekeren dat de vijf uur wiskunde in de week werkelijk zijn om naar uit te kijken! En ik ben niet de enige die wiskunde zo boeiend vindt, er komen zelfs geregeld grijze toeschouwers met lange staart en piepende stem de les volgen. Dit hadden we niet in Sint-Angela!
Voor de rest is er eigenlijk niet zoveel veranderd tov het vorige jaar. Er zijn een paar nieuwe vakken bijgekomen en misschien is ook de hoeveelheid leerstof een beetje toegenomen, maar dat valt echter zeer goed mee. Wat echter buiten alle proporties toegenomen is, zijn de afstanden of rondjes die we tijdens LO moeten afleggen. Deze zullen nog jaren opduiken in mijn ergste nachtmerries. Ook zijn er een paar dingen die ik echt mis, met name zitbanken op de speelplaats zijn hier nog niet gekend. Sint-Jozef is een milieu-vriendelijke school. Dit merken we niet alleen door de lieve muisjes en de frisdrankloze donderdagen, maar ook tijdens de toetsen waar we op een half blaadje een dubbele pagina moeten zien op te krijgen. Arme leerkrachten die dit nadien moeten ontcijferen. Sarah, 3LaWia
JRK juni ‘08 - 15
A Midsummer Night’s Dream by the Storytent. Year after year the Storytent comes to our school and tells us a story. This year, he showed us a play by Shakespeare. A Midsummer Night’s Dream is not an easy play, It’s quite complicated with all the different characters and certainly when there’s only one person to play them. But the Storytent found a solution. He used people from the crowd, he dressed them up and told them the lines they had to say. You could see that some people were very unhappy that they had been chosen, but eventually everybody had a good laugh. The Storytent stayed close to the original text that Shakespeare wrote, I thought that was good because I like that, you learn to understand all sorts of
English and of course, the art of writing that Shakespeare used didn’t disappear like in all of the modern versions. Generally, it was a good play. It wasn’t too long or too boring. The story was clear for all the people in the crowd and it was filled with humour (although we all had trouble appreciating Shakespeare’s humour). I think this was one of the best plays of the Storytent. So, if you want a good laugh and to learn something about Shakespeare, you should go to the play, but be careful, because before you realise it, you are in the middle of the play yourself. (Charlotte Matthys)
Dag van de Duurzame Mobiliteit Onze zesdes legden zich toe op duurzame mobiliteit : een spreker van Greenpeace bracht info over duurzame energie en over de zin om over te schakelen op Groene Stroom. Daarna volgden er workshops : een fiets-werk-atelier waar we leerden een ketting opleggen en smeren,remblokjes herstellen,kapotte lichten vervangen enz. Heel practisch!!!!!! Bij Charly Eylenbosch hoorden we een fervent fietser aan het woord die resoluut de wagen aan de kant schuift en bijna alles per fiets doet om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen. En op het einde nog een paar praktische tips bij de fiets zelf. Heel wat leerlingen leerden de ecologische rijstijl aan en HET WERKT !!!!!!!!!!!!!! Collega Mevr Vandersypen kwam getuigen over haar manier van autodelen : nl Cambio : openbaar autodelen en
ook iemand van Autopia is gekomen om over de andere vorm van autodelen te spreken: nl. privaat autodelen. Allemaal heel goede alternatieven om geen auto te bezitten en je toch comfortabel te vervoeren enkel indien het nodig is. Verder speelde nog een groep een interactieve energiequiz en
JRK juni ‘08 - 16
een ander groepje leerde LETS kennen. En de dappersten trotseerden het gure winterse weer om per fiets naar de kringloopwinkel in Liedekerke te fietsen. Alle leerlingen die zich met de fiets naar school verplaatsen, kregen van Kreco een wafeltje aangeboden en er was gelegen-
heid om voor Greenpeace een petitie te handtekenen voor zuinigere auto’s. Hopelijk worden alle aangeboden initiatieven vroeg of laat eens door deze leerlingen concreet toegepast en blijven onze Kruikenburgers zoveel mogelijk en zo lang mogelijk de fiets of het openbaar vervoer of hun voeten gebruiken. Ons klimaat zal er wel bij varen!!!!!!!!!!!!!!! Dank aan alle leerkrachten die meewerkten en aan Raf voor het welslagen van deze dag.
Een greep uit de KOLB-projecten Zoals je wellicht weet organiseert de KOLB, Koninklijke Oud-LeerlingenBond, elk jaar een aantal activiteiten. Denk maar aan het herstrestaurant, de lustrumviering (avond voor oud-leerlingen die x maal 5 jaar terug afstudeerden), de toneelavonden, de Kruikenburgse Feesten, de 1e-Terugzieactiviteit voor de jongste afgestudeerden op Kruikenburg,... Daarnaast is de KOLB ook de uitbater van het cafeetje De Kring in het kasteel (open elke zondagvoormidaag van 10 tot 13 uur). Waarom toch al die feesten? Een vraag die ik meermaals hoorde de voorbije weken. De feesten die de oud-leerlingenbond organiseert leveren ieder jaar ± 30.000 euro netto op. Dit budget wordt door de oud-leerlingenbond besteed ten voordele van de kleuter- en lagere school De Brug en het secundair in Sint-Jozef. Hoe wordt dat geld besteed? Meestal kloppen de schooldirecties aan bij het bestuur met één of andere vraag. Maar je hoeft geen directeur te zijn! Heb je als leerling of leerkracht een idee, wens, of droom: stuur een mailtje naar
[email protected] of spreek iemand van het bestuur aan. Het bestuur evauleert elke vraag, in samenspraak met de directies, en financiert interessante projecten. En concreet? Een greep uit de uitgaven van 2007: gymnicballs (975 euro), trapbeveiliging (1657 euro), stoelen (3513 euro), plooitafels (445 euro) en kasten (817 euro) voor de lagere school, 5 notebooks (5725 euro), banken, stoelen en kasten (4515 euro) voor het secundair, deelname aan diverse olympiades, sportmanifestaties en uistappen voor de leerlingen van Sint-Jozef (1030 euro), bijdrage in het onderhoud van de sporthal (2500 euro), 1e Terugzieactiviteit voor de afgestudeerden van de promotie 2006 (1200 euro), Jeugd Rond Kruikenburg voor de oud-leerlingen (2900 euro) en natuurlijk de jaarlijkse lustrumviering (1000 euro). Ludo Longin Voorzitter oud-leerlingebond JRK juni ‘08 - 17
Kreco informeert 1) 100 handtekeningen voor Greenpeace voor zuinigere auto’s Herinner jij je nog de petitie van greenpeace die Kreco lanceerde op de dag van de duurzame mobiliteit ,vlak voor de Paasvakantie? Daarin vroegen we aan onze ministers om aan de autoindustrie te vragen dat ze zuinigere auto’s op de markt zou brengen. We vroegen op de speelplaats aan lln om te handtekenen ,en aan onze lkn. Welnu, we konden ongeveer 100 handtekeningen verzenden naar Greenpeace !
gerden van de akkoorden te tekenen. Maar zoals zo vaak in wereldeconomische problemen, is alles niet in één handomdraai geregeld. Er valt nog veel werk te verzetten en waakzaamheid is nog steeds bijzonder nodig, want men probeert via achterpoortjes toch nog de oorspronkelijke EPA’s erdoor te krijgen en de EU is bezig met de ontwikkelngslanden te “verdelen” (je weet wel: ‘verdeel en heers’ ) JE KAN NOG STEEDS DE PETITIE TEGEN DE EPA’S TEKENEN zie www.11.be (de website van 11 11 11)
2) 87 000 handtekeningen tegen de EPA’s Frie Vermeiren die zijn natuurlijk niet enkel van ons....Het gaat om het totaal aantal Vlamingen dat tot nu toe al de petitie ondertekende tegen de EPA’s, je weet wel: de Economische Partnerschaps Akkoorden . In de lessen godsdienst kregen de meesten onder jullie uitleg over die akkoorden die zo nadelig uitvallen voor de ontwikkelingslanden. Ze werden ook door de voorbij 11 11 11 actie in de kijker geplaatst. Op de Vredesdag kon je ze aan het krabloket wegkrabben. Deze handtekeningen werden op 20 mei overhandigd aan Minister van Buitenlandse Zaken De Gucht en aan Minister van Ontwikkelingssamenwerking MIchel. Heeft het iets uitgehaald ? Jazeker: slechts 1 volledige EPA werd ondertekend (Caraïben) (het was de bedoeling om zoveel mogelijk van de op stapel staande akkoorden te verhinderen) en 41 landen wei-
Gerda en Rita Grepdon, twee steunpilaren van Kreco, zullen we vanaf volgend schooljaar moeten missen.
JRK juni ‘08 - 18
JRK juni ‘08 - 19
Lessenmarathon Dat eerste indrukken soms kunnen misleiden werd nogmaals duidelijk toen de KRAK aankondigde dat tijdens de nacht van 29 op 30 april een lessenmarathon zou doorgaan op onze school. De eerste reacties waren niet bijster enthousiast om eens uit te pakken met het understatement van de dag. “Huh, een lessenmarathon? 8 Uur lang geschiedenis, wiskunde en chemie of wat? Een hele nacht door? Neen, bedankt.” Natuurlijk niet, het wordt een nacht vol met ontspannende en leuke workshops waarbij alles in teken staat van een gezellige sfeer. Eens deze blijde boodschap circuleerde door de wandelgangen van Sint-Jozef werd het Kruikenburgse Actie Comité overrompeld met inschrijvingen. Dinsdag 29 april, 16u. De schoolbel luidt het begin van een wel heel lang weekend. Voor een goede 50 leerlingen is het afscheid van SintJozef maar heel tijdelijk. Om kwart voor 7 ’s avonds komen zij terug samen voor een unieke, maar allicht vermoeiende, ervaring: de lessenmarathon. Vanuit de kerktoren bonzen 8 klokslagen door de dreef richting onze school. De groepsfoto is genomen, alle lintjes zijn officieel doorgeknipt, de aftrap is begonnen. Met veel moed beginnen we aan een educatieve uithoudingsrace tot en met 8u ’s morgens. Om het allemaal wat in goede banen te kunnen leiden wordt de hele bende opgedeeld in 2 groepen. Ikzelf beland in de groep die als eerste onder handen genomen wordt door Mevr. Van Hemelrijck. Zij leerde ons de basis aan van de tweede wereldtaal, het Spaans. Con mucho entusiasmo todos estudiantes
intentan hablar uno poco español. Olé ! De kop was er af en met de nodige bagage Spaans kregen we vanaf 9u inzicht de geschiedenis van Kruikenburg onder andere ten tijde van de Spaanse bezetter. Onze gids vertelde alsof hij er in al die eeuwen geschiedenis zelf bij was geweest. De ene anekdote volgde de andere op en ik kan u, beste lezer, zeggen: er heeft wat bloed gevloeid op de binnenkoer van het kasteel vooraleer ze de veilige speelplaats is die ze nu is. De verhalen lieten we even bezinken. Het werd tijd voor iets luchtiger. Mevr Coppieters, die kennelijk een succesvolle carrière als quizmaster aan zich heeft laten voorbijgaan, overstelpte ons met uitgekookte strikvragen, doordachte droedels en raadsel waar Oedipus het benauwd zou van krijgen. Winnaars en verliezers konden tijdens de speeltijd die volgde op de quiz. Na de speeltijd volgde een workshop Chinees met Mevr De Pauw, die het voriJRK juni ‘08 - 20
ge schooljaar in China heeft doorgebracht. In de wetenschap dat een scholier aan het einde van zijn middelbare carrière in staat is om, op enkele woorden na, een krant te lezen, zou het gezien het beperkte tijdsbestek van 45 minuten een ongelofelijke prestatie zijn indien we meer dan 5 woorden zouden kennen na de workshop. Chinees bleek een ‘toontaal’ te zijn. Enkel en alleen het woord “ta” heeft al 5 betekenissen, afhankelijk van hoe je het uitspreekt. Bij deze was de missie dus al volbracht. Het brein had al veel stof te verwerken gekregen en de nacht was nog jong. Het lichaam mocht ook wat hebben, immers mens sana in corpore sano. Mr. Gezel nam ons als een ware Tantrameester mee op een spirituele reis vol rust, maar ook met (chaotische) beweging. Een contrast dat zijn effect niet miste. De laatste beetjes stress lieten we achter in de sportzaal en een heerlijke broodjesmaaltijd stond ons te wachten in de refter.
Opnieuw vol energie hervatten we de activiteiten. “Arabisch door Mevr. Hens” las ik op mijn briefje. Nostalgie alom voor mezelf, niet naar het Arabisch uiteraard, maar 3 jaar Latijn met Mevr. Hens laat herinneringen achter. Het handschrift alleen al, of ze nu Latijn, Arabisch of Nederlands schrijft, die prachtige hiërogliefen, hedendaagse kalligrafie los uit de pols. En natuurlijk genoten we allemaal van de Arabische koekjes die we op het einde nog meekregen! Ondertussen kon je hier en daar al eens een geeuw bespeuren. Langzaamaan werden de oogjes kleiner. De hoogste tijd dus voor twee muzikale workshops om ons weer wakker te maken. Tussen kwart na 1 en 2u leerde Mr.Van Gompel, die een verleden heeft als DJ, ons de kunst van het mixen aan. Het uur dat er op volgde mochten we zelf onze kelen open zetten om samen met Mr. Steegen zowat het hele repertoire aan kleinkunst de Ternatse nacht in te sturen. Uitgezongen waren we echter nog lang niet en we maakten ons op voor een fikse nachtwandeling. Logischerwijs was er geen kat op straat en de voltallige groep wandelde aldus door de Pajotse velden die zich met een uiterst gevoelige stilte hadden omhuld. Langzaamaan werden de koffie- en Red Bull-drinkers meer en meer herkenbaar aan hun
energieke stap. De echte diehards die het hele gebeuren au naturel bleven, wisselden wandelen en slaapwandelen af. Aankomst terug in SintJozef om kwart na vier. De wandeling is wat uitgelopen en het spel dat gepland was na de wandeling wordt min of meer geannuleerd en mondt uit in een spel waarbij de ogen open houden centraal staat. Op naar de volgende workshop: moderne dans. Als de energiekelk tot op de bodem moet geledigd worden, dan moet dat maar. Een stevig tempo is inherent aan moderne dans, dat van tijd tot tijd bewegingen iets minder gecontroleerd waren, was dan ook een logisch gevolg. Alle eer overigens aan de instructrices die nog met enthousiasme te koop liepen, daar waar op dit uur enkel op de vroegmarkt wordt gekocht. De eerste zonnestralen beginnen er door te komen. Samen met Raf groeten we de dag en gaan we op zoek naar innerlijk evenwicht. Tijdens de workshop yoga maken we contact met de aarde. We stellen ons op in berghouding en voelen onze geaardheid. Ik moet toegeven dat mijn spirituele kant zeker niet mijn beste is, maar dit waren echt wel drie fantastische kwartieren. Ik heb er zowaar energie kunnen uitputten die ik absoluut nodig had tijdens de laatste workshop: improvisatietoneel. Onder leiding van JRK juni ‘08 - 21
Sanne (Barbé) en Lukas (Lindemans) lieten we onze fantasie de vrije loop in dagelijkse in minder dagelijkse situaties. Nog even genieten van een lekkere pannekoek in de refter om dan huiswaarts te keren naar een lekker, zacht, warm, knus, heerlijk bed. Het was mooi, heel mooi geweest. Slaapwel, Willem , 6 LaWi
“Niet iedereen heeft het geluk in mijn vriendenboek te staan” Streng (maar rechtvaardig), sadistisch en misschien zelfs een beetje grappig. Met die woorden typeerden leerlingen uit 3EMa de meest beruchte/meest gevreesde/meest geliefde (schrap wat niet past) wiskundeleerkracht van het Sint-Jozefsinstituut. Op de vooravond van zijn zilveren huwelijksverjaardag mochten wij hem thuis gaan interviewen over zijn zilveren jubileum op onze school. Tijdens deze zwoele avond in mei keuvelden we gezellig onder de kerselaar over wat geweest is en nog moet komen in de carrière van de man die elke zaterdagmorgen als eerste het Liedekerkebos in jogt en waarvoor ik bijgevolg om 10.00u reeds 4 uur te laat ben om samen met hem een paar rondjes in één van Pajottenlands groene longen te genieten van moeder natuur: Marc Muylaert. Vandaag sta je dagelijks voor een klas vol 14-15-jarigen. Hoe moeten we ons Marc Muylaert voorstellen op die leeftijd? Toen ik de leeftijd had die mijn leerlingen nu hebben, was ik – hoe zou ik het zeggen – een brave deugniet. Ik liep toen school in het toenmalige Heilig-Kruiscollege in Denderleeuw (vandaag IKSO Denderleeuw) en verder dan enkele typische deugnietenstreken ging ik nooit. Daar mag best wat meer uitleg bij… Ik herinner me nog levendig dat we op de stoel van onze leerkracht ooit een sneeuwbal legden. De man in kwestie kon
er niet echt om lachen toen hij op zijn stoel een mengsel van ijs en water terugvond. Wij gaven onze leerkrachten ook nog bijnamen (ik zal er maar geen noemen, maar ze getuigden wel van enige vindingrijkheid…) En eerlijk gezegd heb ik die lijn ook in mijn latere leven doorgetrokken. Ik vereer mijn leerlingen wel vaker door hen een troetelnaampje te geven dat eigenlijk niet meer is dan een afgeleide van hun echte voor- of familienaam. Morgen vier jij met je vrouwtje je zilveren huwelijksverjaardag. Je hoeft niet echt een kei in wiskunde te zijn om te weten dat je eigenlijk best een vroege vogel was op amoureus vlak. Hoe zag jouw liefdesleven eruit als humanioraleerling? Tijdens de laatste jaren van mijn humaniora had ik inderdaad al verkering met Carine, met wie ik morgen 25 jaar gelukkig getrouwd ben. Om haar ’s morgens, voor de school begon, nog eens te kunnen zien, deed ik een serieuze omweg met de fiets. Voor zij die het traject kennen: elke dag de Keierberg, de Kaaivaartstraat én de Puttenberg in Pamel trotseren om je lief te zien: dat is liefde met een grote L. Daarna spurtte ik naar Denderleeuw, waar ik natuurlijk meerdere malen te laat in de les kwam. Dan was het tijd om te putten uit de gebruikelijke smoezen: ketting van fiets, de brug over de Dender stond omhoog, er moest een boot JRK juni ‘08 - 22
passeren, de ‘moor’ die stond te over te koken… Als ik de nota’s in de agenda’s van onze leerlingen vandaag zie staan, zou ik bijna durven zeggen: niks nieuws onder de zon. Verder geen straffe verhalen of nooit onthulde geheimen uit je scholierentijd? Onze 100 dagen waren eigenlijk wel memorabel… We schrijven het jaar: 1978. De klas 6 Wet A (de toenmalige Wetenschappelijke A), opgekleed met wit hemd, ging naar een film in Brussel in het gezelschap van hun titularis. In die tijd was dat nog een echte belevenis! Een groepje van 5 leerlingen, waaronder ikzelf, muisde er vanonder in Brussel, zonder dat we in die stad onze weg eigenlijk kenden. De film hebben we nooit gezien. Onze titularis was natuurlijk in alle staten, maar we kwamen ervan af met een uitbrander van zijn kant. Als 17-jarige besef je niet wat je dan doet en hoe bezorgd mensen over je kunnen zijn.
1978 was voor jou dus ook het jaar van de grote studiekeuze. Wist je al vroeg dat je leerkracht wiskunde wilde worden? Zeker! Les geven in het algemeen, maar wiskunde geven in het bijzonder was altijd een kinderdroom van mij. Ik zie het vandaag nog steeds als mijn taak om bij leerlingen het vlammetje te doen ontbranden van de liefde voor wiskunde. Een metser, vloerder, loodgieter gebruikt de stelling van Pythagoras! Denk aan minimummaximum vraagstukken: hoe kan je met 50m kippengaas een zo groot mogelijk kiekekot maken? Dat is toch wiskunde die naar meer smaakt! Bereken de oppervlakte van een dak, afhankelijk van de hellingshoek van het dak van een huis, dat is wiskunde om u tegen te zeggen! Mijn job bestaat er niet in om 15-jarigen te plagen en hen het leven zuur te maken, maar om hen te laten aanvoelen dat wiskunde iets is dat zich niet ver hun bed afspeelt. Zo te horen ben je voor het vak geboren. Maar stel dat leerkracht worden er - om
welke reden dan ook - niet inzat. Welk ander beroep zie je jezelf nog uitoefenen? Ik zou het écht niet weten. Gelukkig heb ik nooit voor dit probleem gestaan. Als ik nu 18 was, zou ik trouwens opnieuw dezelfde studiekeuze maken. In 1978 begon je dus aan je regentaatsopleiding. Snel daarna volgden je eerste jaren als leerkracht. Hoe kijk je daar nu, bijna 30 jaar later, op terug? Ik startte mijn regentaatsopleiding inderdaad in 1978 aan het toenmalige Sint-Thomas, vandaag Ehsal. Deze hogeschool stond, net als Sint-Jozef, onder Lasalliaanse leiding. Na 2 jaar opleiding stond ik al voor de klas, ik was toen amper een knul van 19 (nvdr: men. Muylaert is jarig eind december). Toen ik afstudeerde, was het niet makkelijk om aan een job te geraken in het onderwijs. In 1980, mijn eerste werkjaar, ben ik begonnen met 4 uur les. Ik moest er wel 4 keer voor naar Geraardsbergen sporen! Om één lesuur te geven nam ik de trein van 7.00 u en was ik bij het middageten thuis! Geef toe, je JRK juni ‘08 - 23
moet je job toch graag doen als je er dat voor over hebt! Maar we hadden als beginnende leerkracht geen andere keuze! Voor een interim van 14 dagen had de directie toen keuze te over! De vraag was véél kleiner dan het aanbod! Een paar maand later combineerde ik dat met nog 2 scholen en zo kwam ik tot 14 uur, nog steeds geen fulltime opdracht dus! Mijn drie eerste werkgevers: Sint-Jozefsinstituut, Sint-Catharinacollega in Geraardsbergen en het Immaculata Maria Instituut in Roosdaal. Tijdens mijn tweede werkjaar was het niet veel beter: een luxe-interim (een bevallingsverlof) tot Nieuwjaar in het Jan Van Ruusbroeckcollege in Laken, een maand interim in het Sint-Aloysiuscollege in Ninove en een job in het Kardinaal Mercier-instituut in Schaarbeek. Als jonge knaap mocht ik dus gaan les geven in Kardinaal Mercier, een typische technische jongensschool, waar ik snel leerde dat een harde aanpak de meest efficiënte manier was om de aandacht van sommige leerlingen te houden. Eerlijk gezegd: als je een opleiding tucht wil volgen, het is een aanrader. Daarna, we zijn nu september 1982, kon ik kiezen: herbeginnen in Kardinaal Mercier of naar Sint-Angela komen voor een fulltime opdracht wegens uitbreiding van het VSO (Vernieuwd Secundair Onderwijs). Je raadt al wat ik koos. Op het einde van het sollicitatiegesprek kreeg ik de de vraag: “Wij hebben ook een schoolbus die door Pamel rijdt en aan-
gezien jij van Pamel bent kun je die misschien ook doen…?” En wat zeg je dan als piepjonge beginnende leerkracht? Ik heb vijftien jaar lang busdienst gedaan, een heuse opdracht. Weet je, ik had ooit les tot 15.00 u op vrijdag, dan de busdienst om 16.00u en ik kwam thuis om 17.30 u i.p.v. 15.30 u … Ik heb geen opvolgers meer gehad… In Sint-Angela was toen enkel het eerste jaar gemengd; de andere jaren werden uitsluitend bevolkt door meisjes. Ik kwam dus eigenlijk terecht in wat altijd een typische meisjesschool was geweest. Het verschil met mijn vorige school was enorm. In Sint-Angela werd ik al snel bestempeld als “ne strengen”, totaal ten onrechte natuurlijk… Twee jaar later was er dan de fusie tussen Sint-Angela en Sint-Jozef. Elk personeelslid moest dan bij de toenmalige directeur, men. Van Raemdonck, om het verdict te aanhoren: Sint-Angela of Sint-Jozef. Zo ben ik hier verzeild geraakt. Je bent dus goed geplaatst om te vergelijken: les geven aan jongens of les geven aan meisjes? Of verkies je een gemengd leerlingenpubliek? Er is volgens mij wel degelijk een verschil tussen een meisjespubliek en een jongenspubliek. Les geven aan een gemengde klasgroep is ook totaal anders. Als ik heel eerlijk ben, geef ik het liefst les aan een klas met enkel jongens erin. Jongens zijn makkelijker in de omgang, vrouwen eerder complex… Een gemengde klasgroep vind ik dan weer het moeilijkst om les aan te geven. Ook de leef-
tijd: 14-15-16 jaar! Je weet toch hoe je zelf was op die leeftijd!? Je hebt klasgroepen en scholen zien evolueren, maar is ook het onderwijs zelf veel veranderd ten opzichte van 25 jaar geleden? Enorm veel! Dé grote verandering is volgens mij de ICT-integratie. Ik heb nog de tijd van de tabellen met logaritmetafels gekend, het met de hand berekenen van goniometrische waarden, het manueel tekenen van grafieken, het trekken van vierkantswortels zonder rekentoestel,… Regelmatig demonstreer ik dat nog eens tijdens de lessen om de leerlingen laten aan te voelen dat ICT een dankbaar gegeven is dat hen op eenvoudige wijze tot groter inzicht in de materie kan brengen. Je moet het didactisch goed integreren en het is een geschenk uit de hemel! Vele leerlingen zullen het niet geloven, maar het aantal uren wiskunde is ook fel gedaald. Vroeger had je in het eerste tot en met derde jaar 6 uur wiskunde per week (je koos in die tijd niet per graad maar per cyclus van 3 jaar)! Vandaag kan je in het derde jaar enkel kiezen voor 4 of 5 uur wiskunde. Zelf zat ik nog in het onderwijssysteem waar de klassen in dalende volgorde gingen: van 6 naar 1 i.p.v. van 1 naar 6. Toen ik in de humaniora zat, wijzigde men dit systeem, waardoor ik twee keer in het vierde jaar heb gezeten, zonder te bissen. Verder hecht men ook meer en meer belang aan vakgroepen. Het is belangrijk dat je als groep naar buiten komt, niet als individueel persoon. En dan, waar ik een broertje JRK juni ‘08 - 24
aan dood heb, de administratie! Zwijg me daarvan of ik krijg dadelijk een hartaanval! Het Vlaamse onderwijs staat aangeschreven als zowat het beste ter wereld. Dat hebben we te danken in eerste instantie aan onze voorgangers en de huidige generatie, nu is het onze verantwoordelijkheid om de jonge generatie verder op te leiden tot goede leerkrachten. Voor ons staat meneer Muylaert vandaag gelijk aan wiskunde, maar heb je ooit ook andere vakken gegeven? Oh ja! Ik gaf naast wiskunde ook fysica, chemie, economie en wetenschappelijk werk. De les over de wisselbrief (economie) zit nog steeds in mijn geheugen gegrift. Ik had nog nooit gehoord van dergelijke dingen. Ik wist niet eens dat dat bestond! Wat weinigen weten, is dat op mijn diploma ook godsdienst staat. Ik heb het spijtig (?) genoeg nooit gegeven. Je gaat ondertussen al een tijdje mee hier op Sint-Jozef. Zijn er onder je huidige collega’s ook oud-leerlingen? Ik heb nog les gegeven aan Lucy Fiems. Maar ik herinner me ook de tijd dat Hilde Van Trappen, Els Matthijs, An Heyvaert, Bram Gezel en Kristien Lindemans hier als leerling ronddartelden. De een al wat luidruchtiger dan de ander… Weet je wat mijn eerste gedachte was toen ik in 1984 mijn eerste stappen op Kruikenburg zette? Dat zit hier vol oude leerkrachten! Ik zat midden in de grijze generatie! Zij waren allen halfveertigers en ik een jonge knaap! Nu, 25 jaar later, vind ik een halfveertiger bijlange niet
meer oud… Wat je na 25 jaar ook moet meemaken: je begint aan de tweede generatie leerlingen. Dat stemt toch even tot nadenken. Je vermeldde al dat je periode in Kardinaal Mercier je moeilijkste periode was. Wat was tot nu toe je mooiste moment in het onderwijs? Elk jaar en elke klas heeft wel zijn mooie momenten. Het is bijvoorbeeld heel mooi om te zien hoe leerlingen positief evolueren. Een groot deel van die evolutie is te wijten aan de leerling en zijn omgeving zelf, maar het is de taak van de leerkracht de leerling te blijven steunen. Ik zeg steeds in mijn klassen: “Er is niemand onder jullie die het niet aankan!” Het is belangrijk voor een leerling als hij ondervindt dat de leerkracht achter hem staat! Ik ga geen klassen of leerlingen noemen, maar als je merkt hoe sommigen evolueren dan kan ik alleen maar zeggen: chapeau! Mijn eerste jaren als leerkracht waren best wel moeilijk, maar tegelijk ook heel mooi. De eerste jaren ken je je leerlingen het snelst bij naam. Ik maakte er toen zelfs een sport van om na twee dagen ieders naam te kennen. Ik leerde de klasstructuur van buiten. Ook mooi was een eindejaarspresentje. Aan het einde van een schooljaar kreeg ik ooit een t-shirt met het opschrift: “Voor de meest sadistische, maar supertoffe leraar”. Dat doet een mens iets. Waren wij ons gesprek niet in die aard begonnen? Ik heb zelfs ooit van een klas een diploma gekregen: “de beste leerkracht van het jaar”.
Als je zoiets krijgt, dan gaat je hart wel wat sneller slaan, hoor! Maar de meest deugddoende momenten beleef je als ouders of leerlingen of oud-leerlingen zeggen: “Dank je wel”. Eenvoudig maar veelzeggend en hartverwarmend… Nu je zelf over je sadistische trekje begint: heb je dat ook al botgevierd op je collega’s? Ik kan het mij niet laten, het zit gewoon in mij. Een aantal jaren terug had ik Annemie Pas serieus liggen met een aprilgrap. Ik was lange tijd verantwoordelijk voor het ingeven van alle punten in de computer. We hadden op 1 april rapport en de eindpercentages werden toen wel met de computer berekend, maar nog steeds met de hand geschreven. Ik meldde heel ernstig dat er wegens een computerdefect fouten geslopen waren in de eindpercentages. Mevrouw Pas – plichtsbewust als ze is – begon alles manueel te berekenen om die fouten op te sporen. Na tien leerlingen heb ik bekend, ik kon haar gezwoeg niet langer aanzien… Kristina van het secretariaat plaag ik soms door haar een dag verlof te vragen de dag nadat ik bloed heb gegeven. Nooit eerder vroeg iemand om deze reden verlof in het onderwijs. Ik weet niet eens of wij daar, net als andere bloedgevers, recht op hebben. Toen in 1998 de eerste doorlichting van de school plaatsvond, waren de zenuwen enorm gespannen. De mannelijke collega’s spraken toen af om allen in wit hemd en das tijdens die week naar school te komen. De stress was zo groot dat het niet eens opviel! De JRK juni ‘08 - 25
doorlichting is belangrijk, ik weet dat wel, maar als je doet wat je moet doen, waar moet je dan nog schrik van hebben? Het verhaal van de overreden eend is natuurlijk alom gekend: omdat ze niet direct dood was nadat ik haar aangereden had, hielp ik haar zelf maar het hoekje om… Ik heb haar een waardige laatste rustplaats gegeven… de container. Je houdt ook van slogans? Ik heb zo mijn geijkte uitdrukkingen, dat is waar. “Niet iedereen heeft het geluk in mijn vriendenboek te mogen staan.” Mijn vriendenboek is eigenlijk een namenlijst waarop ik leerlingen aanduid die niet in orde zijn. “Niet iedereen heeft het geluk dicht bij zijn idool te zitten.” Dit zeg ik wel eens als reactie op het feit dat leerlingen de neiging hebben achteraan in de klas te gaan zitten. “Ga op 6 poten zitten, je bent zo veel mooier. Neen toch niet.” Wiebelende leerling plaatst zijn/haar stoel op de grond. “Kijk voor u, ’t chique volk zit vooraan.” Als een leerling te veel bezig is met wat achter zich gebeurt, ontsnapt deze me wel eens. “Studeren is de pijngrens in de polsgewrichten verleggen.” Hiermee wil ik hen duidelijk maken dat wiskunde schriftelijk moet gestudeerd worden. Dit schoolblad zou er vandaag ook niet zijn zonder jouw hulp? Dat neem ik al 20 jaar ter harte. Eerst als medewerker van Laurent Harnie en sinds 2002 als eindredacteur. Ik wil hier van de gelegenheid gebruik maken
om al diegenen die ooit hun steentje hebben bijgedragen om JrK te maken tot wat het nu is, op welke wijze dan ook, te bedanken. Het moment om alle verwarring uit de wereld te helpen is hier eigenlijk ideaal geplaatst: ben jij Joske? Ik beken, Joske is mijn geesteskind. Soms vind ik mezelf wel eens terug in de figuur van Joske. Je weet wel: de brave deugniet. En de onderwerpen vallen mij per toeval binnen of zie ik gebeuren. Ik denk bijvoorbeeld aan het verhaal in dit nummer (…), een fietser die valt op straat, een luizenepidemie, de doorlichting, Sint Valentijn, een strafstudie,… Mijn allereerste “Opstel van Joske” dateert van 1998. Kijk hij viert ook zijn jubileum! “Van basis tot limiet”, het handboek wiskunde waar jij aan meewerkte was ook een uitdaging? Een aanrader zelfs: als je ooit de gelegenheid krijgt om aan dergelijke dingen mee te werken, doe het dan! De ervaring die je daarmee opdoet is enorm. En ik ben eerlijk: ik ben fier op wat we als auteursteam hebben bereikt. Vertrekken vanaf nul en stilaan al een serieuze voet in het wiskundeonderwijs hebben gezet. Je zit ook in de K.o.l.b, de Kruikenburgse Oud-leerlingenbond. De K.o.l.b. zorgt voor een financieel ruggensteuntje aan de lagere school en het middelbaar. Ook het contact met de oud-leerlingen wordt door de oud-leerlingenbond onderhouden. Dit is zeer belangrijk: oudleerlingen zijn je wandelende
reclame. En geef toe: het is toch leuk op de hoogte te blijven van wat zij doen in hun verdere studies of latere leven. Kunnen leerlingen je nog verrassen na zoveel jaren ervaring? Toch wel. Een leerling was in mijn les druk bezig een papieren vliegertje te maken. Toen ik hem hierop betrapte, zei ik: “Wat zou je zeggen als ik je er 1000 liet maken?” Een dag later leverde die klas mij twee vuilzakken vol vliegertjes, 1000 in totaal. Van een verrassing gesproken. Je bent niet alleen leerkracht wiskunde op deze school. Je bent ook steevast van de partij op de tweedaagse van de zesdes als lid van de kookploeg. Met de derdes ging je ook al op tweedaagse. Nu is de “sekstweedaagse” van de vierdes jouw vaste uitstapje. Op zo’n excursies moet je toch al eens iets meegemaakt hebben? Inderdaad. Wij (mijn vrouw en ik) zijn geen grote reizigers. (Ter illustratie: onze huwelijksreis, een week naar zee, staakten we al na 2 dagen). De jaarlijkse uitstap naar de Ardennen voor de sporttweedaagse van onze zesdes is dus voor ons een hele onderneming. Onderweg ernaartoe raakten we de twee andere begeleidende wagens (Ludo Longin en Lut Delcour, Wim Nieuwlandt en Ann Van Schoors) in de omgeving van Luik kwijt. Ze waren uit ons gezichtsveld verdwenen. Wat doet een mens dan, GPS bestond nog niet? Wij hebben de zwaantjes toen aangesproken en zij hebben ons geëscorteerd door Luik mét blauwe JRK juni ‘08 - 26
knipperlichten en ons op onze bestemming gebracht. Hilariteit alom, natuurlijk. Onvergetelijk, een beetje meelijwekkend zelfs, is het volgende verhaal. We waren op tweedaagse met de derdes en het was nog de tijd waarin jongens en meisjes kilometers van elkaar verwjderd sliepen. Lut Delcour, Christel Walckiers en ikzelf sliepen in het gebouw waar de jongens verbleven. Na een zware dag hadden we alle leerlingen in bed gekregen en we waren van plan iets te gaan drinken in de bar van de jeugdherberg. Maar we hadden pech: bar gesloten. De enige troost die we hadden was 1 Vitabiskoek van Christel Walckiers, die we eerlijk onder elkaar verdeelden. Wat een leerkracht lijden kan… In een interview met jou mag zeker het onderwerp “schooltoneel” niet ontbreken. Vanwaar de microbe om te acteren? Dat is totaal anders dan wiskunde geven. Dat vind ik niet. Les geven is eigenlijk ook een stuk toneel spelen. Voor een leerling is er niets triestiger dan een leerkracht die daar gewoon zijn handboek of cursus staat af te lezen. Er moet leven in de brouwerij zijn! Het vraagt zeker ook evenveel energie. Maar om te antwoorden op je vraag: ik begon niet op Sint-Jozef met acteren. Ik begon eigenlijk als souffleur in Gooik, maar op een bepaald moment haakte een acteur af. De première was veertien dagen later. In die korte tijd moest ik me klaarstomen voor die rol. Daarna ben ik onder de hoede gekomen van Michel Platteau,
de regisseur van dienst in die tijd, waarvoor ik hem nog steeds dankbaar ben. Vandaag heeft Bram Gezel de leiding van het schooltoneel in handen en hij doet dat goed, heel goed zelfs. Ben je ondertussen een geroutineerd amateurtoneelspeler? Ik sterf nog steeds voor een opvoering. Weet je de eerste keer dat ik op Kruikenburg speelde (1995) vroegen de leerlingen mij op de dag van de première dat ik zou stoppen met les geven: ik ontplofte van de zenuwen. Ik heb altijd veel last van stress (het mindert wel met de jaren).
Dat is eigenlijk niet zo slecht, een beetje stress is zelfs goed want het stomste wat een acteur kan doen is achter de coulissen mekaar uit concentratie brengen en dan ten tonele verschijnen. Een half uur voor de opvoering ben ik ook onvindbaar. Ik zonder me heel bewust af om me super te concentreren op mijn rol. Heb je, net als grote acteurs of topsporters, een ritueel? Je moet eens een kijkje nemen op de wanden op het podium. Bij elke generale repetitie schrijf ik de namen van de acteurs en regisseur op deze wanden.
Enkele korte vraagjes over je toneelcarrière: wat is je tofste rol ooit? Ik heb enorm genoten van mijn rol als Tirolermeisje in “De verloofde van mijn vrouw”. Ik moest er uit volle borst “Anton aus Tirol” zingen. Hilarisch. Ook mijn rol als politieagent in “Een weekendje moorden” lag mij als gegoten, of was dat het sadistische tintje dat weer boven kwam? Ik moet eerlijkheidshalve zeggen: ik heb elke rol met even veel deugd gespeeld! Je moeilijkste rol ooit? Een dronkelap spelen en lachen op commando vind ik nog steeds moeilijk. De moeilijkste rol is de onverwachte rol. Je moet steeds attent zijn voor de onverwachte dingen: wat moet je doen als er een telefoon moet rinkelen en hij doet het niet, of wanneer hij rinkelt en hij moet het niet doen, wat moet je doen als iemand te vroeg op de scène komt of te laat, of hoe reageer je als iemand plots zijn tekst kwijt is of jijzelf kan je de eerstvolgende 10 bladzijden uit het script niet meer herinneren…? Het zijn allemaal van die dingen waar je rekening moet mee houden, maar niet te veel mag aan denken. Ik wil je wel van harte bedanken voor de gastvrije ontvangst en wens je nog veel mooie jaren op onze school en daarbuiten. Ann Segers, 13 mei 2008
JRK juni ‘08 - 27
De derdes haalden een frisse neus aan zee. Donderdag 17 april 2008, 8u15. Heel het derde jaar had zich verzameld op de parking van het sportcomplex te Ternat. Eenmaal iedereen op de bus zat, wat alweer een kwartiertje duurde, konden we vertrekken! Aangekomen aan de Belgische kust, werd onze tocht meteen verder gezet richting de abdij van Ten Duinen. In ieder geval, wat er nog overblijft van die ooit zo grote abdij! Daar kregen we geen saaie rondleiding van een gids, maar wel een rondleiding door onze eigen klasgenootjes. Daarna moesten we ons haasten naar het museum waar we een filmpje meepikten over het leven van de monniken. Na enige tijd rondlopen in het museum vol met akelige monnikpoppen en interactieve computers –die op dat moment niet echt veel zin hadden om te werken- was het tijd om onze boterhammetjes op te eten in de enige echte Jclub. De dag was nog lang niet om, dus was het tijd om uit te waaien tijdens de duinenwandeling. Aangekomen op het strand zelf konden we letterlijk uitwaaien tijdens het schelpen zoeken. Alles netjes in een zakje, alcoholstift in de hand en het determineren kon beginnen. Hard werken wordt beloond en daarom mochten we een uurtje opwarmen op de dijk. Terwijl de leerkrachten verdwenen waren in één of andere bar, ging ieder zijn eigen weg. Een ijsje mag natuurlijk niet ontbreken als je aan zee bent, dus gingen we op zoek naar de eerste de
beste ijsverkoper. Wij hielden het op twee overheerlijke bollen, maar tijdens onze tocht op de dijk kwamen we hier en daar toch wel mensen tegen met wel vijf bollen ijs in hun handen! Wanneer iedereen weer verzameld was aan ‘Leopold I’ kon onze terugweg beginnen. Na zo’n deugddoende namiddagwandeling konden we onze kamers verkennen en de valiezen uitpakken. Nog een frisse douche (en de douche was echt wel fris in vele kamers) en dan aan tafel voor een heerlijke barbecue. En raar maar waar, deze keer was het niet mr. Muylaert die de kippenboutjes bruin bakte! Na het eten was het tijd om nog wat te voetballen of om – en ja, zelfs voor derdejaars is de verleiding te groot - in de speeltuin te spelen. Na zo’n hele dag in de zeelucht werd het tijd voor wat ontspanning. Een quiz stond als volgende op het programma. Sportvragen, muziekvragen, wed-
JRK juni ‘08 - 28
strijdjes om-het-snelst-eenstuk-zeep-opwassen, sudoku’s, door elkaar gehusselde leerkrachten of puzzels, het kwam allemaal aan bod! Toen we terug beneden kwamen, was de fuif al goed bezig. Leerlingen, leerkrachten, iedereen stond op de dansvloer. Anderen bleven liever plakken aan de bar en sloegen een babbeltje met
vrienden. Na een paar vermoeiende uren nog een laatste nummer en dan iedereen z’n bed in. De ene had te warm, de andere veel te koud, nog een andere raakte al z’n dekens kwijt… Goed geslapen of niet, voor iedereen was het weer vroeg dag. Terwijl de jongens aan tafel zaten, mochten de meisjes ervoor zorgen dat hun kamer helemaal in orde was en vice versa. Verse boterhammen, sandwiches, broodjes, allerlei soorten beleg, fruit, etc. Alles mocht de picknick in! Nadat iedereen terug op de bus zat en
de koffer van de bus weer bomvol gepropt was met valiezen, was het nog niet gedaan. Eerst stond een tochtje met de kajak op het programma. De één kon niet draaien, de ander zat vast in een boom langs de kant, iets verder kantelde een kajak om, mr. Van Gompel die iedereen razendsnel voorbij vaarde, nog ergens anders knalde ze tegen een brug… voor even was de IJzer van ons!
het programma. In ons geval was dit een ritje in de fameuze ‘billenkarren’! Enkelen hebben de gracht van dichtbij gezien, maar toch is iedereen heelhuids tot aan de dodengang geraakt. Terwijl de meesten een kijkje namen in de oude loopgraven, bleven de anderen geduldig wachten in zo’n ‘comfortabel’ trapautootje. Na de terugrit was het tijd om weer naar huis te vertrekken. De bussen stonden ons al op te wachten. Iedereen was moe van zo’n twee
Nadat iedereen helemaal nat gepeddeld was, kropen we met z’n allen op een vlot. Eens iedereen weer aan wal stond, konden we droge kleren aantrekken en onze picknick opeten. Daarna stond nog een laatste activiteit op
schitterende dagen en dat was er wel aan te zien, want velen konden met moeite de oogjes openhouden op de bus! Mooi op tijd terug aangekomen in Ternat, vertrok iedereen huiswaarts. De leerkrachten langs een andere kant leren kennen was een niet te vergeten ervaring! Het was een fantastische tweedaagse, waar we nog lange tijd met plezier aan zullen terugdenken!
JRK juni
Eowyn en Sarah, 3 LaWia
Opstel van Joske De jubilé
Het huwelijksbootje, misschien een ietwat uit de mode verkerend object, maar het is en blijft nog altijd iets moois. Zeker als dat bootje al vijftig jaar over de wateren dobbert, soms bij windstil weer, soms met wind in de zeilen, soms met tegenwind, soms in verschrikkelijke stormen. Het komt er dan op aan enerzijds te genieten van elkaar op het spiegelvlakke water en anderzijds samen die wilde stormen te doorstaan. Nonkel Gust en tante Germaine hebben onlangs hun vijftig jaren wettelijke staat van huwelijksdienst mogen vieren! Ik mocht niet aan de eretafel zitten, maar toch kort genoeg bij de jubilarissen zodat er niets uit mijn alziend oog kon ontsnappen…
(laat staan uit) de buik van ons ma was geraakt, moet ik mijn relaas geven op basis van “wat ik heb horen zeggen”. Maar aangezien mijn bronnen heel betrouwbaar zijn, mag ik er van uitgaan dat wat volgt ook waar gebeurd is.
De eerste ontmoeting (van de expo was in de verste verte nog geen sprake op dat moment) moet zich afgespeeld hebben ergens te midden van de Pajotse velden. Nonkel Gust moest als jonge knaap de koeien melken en tante Germaine moest als knap jong meisje helpen bij het binnenhalen van het hooi. U merkt het al, beste lezer, het verhaal speelt zich niet af in een of andere verre stad maar op de ‘simpele boerenbuiten waar de opvoeding nog met de harde hand gebeurde’. Nonkel had de leeftijd van 15 jaar en tante was net één jaartje ouder… Inderdaad ze waren Als je bij het jaar er vroeg bij, zoals u merkt. 2008 de klok 50 jaar terug Maar jong geleerd, is dat draait, komt men uit bij… niet oud gedaan? jawel! … het jaar van de expo. De media heeft daar Het contact tussen al meer dan genoeg papier de twee moet zich op dat aan verslonden, dus lijkt het moment beperkt hebben tot mij niet meer opportuun om oog-oog-contact, niet meer JrK daar ook halfvol mee te niet minder… maar als ik schrijven. Omdat ik dat nonkel mag geloven, was er gezegende jaar nog niet in JRK juni ‘08 - 30
toch al een klein vonkje dat oversprong: liefde op het eerste gezicht zou je kunnen zeggen. Aangezien koeien 2 keer per dag moeten gemolken worden en het stro meerdere dagen moet drogen, vergrootte de kans op weerzien exponentieel en de kans dat het vonkje uiteindelijk een vuurbal werd, was een zekerheid… Nonkel was als boerenzoon een flink uit de kluiten gewassen jongen en schrikte er niet voor terug om voor dag en douw reeds uit de veren te springen om… de koeien te melken… want naast de wei van de koeien… lag er hooi te drogen… en in dat hooi moest iemand komen werken… en die iemand… was tante Germaine… Kortom: de koeien werden alsmaar vroeger gemolken en het duurde alsmaar langer om het hooi te drogen in de zon. Tot… bompa (+) en bomma (+) er achter kwamen dat hun klein Gustje
blijkbaar bij zijn thuiskomst van de wei telkens volledig gedesoriënteerd was in tijd en ruimte! “Verdoemme (nvJ: excuseer voor de lelijke woorden, maar ik probeer de geschiedenis zo waarheidsgetrouw weer te geven…) wou zittje goaë zoeë lank? Goaë melkt dè koeien zeker leig? Of zittje goaë de pisbloemen in de woaë te tellen maskien? Ie moeije zijn! Op de boerderoaë! Ie moe ’t er gewerkt wer’n. Blijkbaar moet bomma haar zoon beter gekend hebben dan bompa dat deed en had zij door dat zoonlief in puberaal hormonaal onevenwicht was. Ze trok nonkel Gust aan zijn oren, schudde eens met alles wat daar aan vast hing, met de melding: “E’jet nie g’hoeërd joengen wat a vader zeit! Zittje maskien mé ne pjeirendestel in a oeër? Kom allie da’k er em ooët trek, tein zije wel lestern. Mou ik weet wel wou da goaë altoaëd zitj! Paast nie dat mèn oeëgen op mè gat ston hé manneken! Goaë zitj achter de maskes! En ik weet wie zèn oeë dat er moe gekieërd wern. Ge zitj verdomme ’t oeë van doaë van Sizzendorrekes te kieërn in plosj van ons koeien te melken. Ge kin’tj verdoemme nog allieën nog nie pissen en
ge zit’j al achter de maskes! mij hebben zij van de Mokt da ge binnen zetj en zedenpreken van de ondergotj de verkes mest’n. pastoor niet veel opgestoken want de blijde boodInderdaad, er zat schap verkondigden zij in een vlieg (en een dikke) op! elkaars ogen. Maar kom, de Volgens mijn bescheiden liefde is toch een christelijmening moeten nonkel Gust ke deugd nietwaar, dus het en tante Germaine toen mag! door een hel gegaan zijn. Hoe gaat dat verhaal ook Nonkel en tante weer van die koningskinde- bleven elkaar (graag) zien. ren en het water dat veel te En wat ook de bomma en diep is? Stel u voor: geen bompa ondernamen, het had GSM, geen MSN, geen een averechts effect. internet, geen telefoon, Jaren hebben zij elkaar in geen … niks niemendallen! het geheim ontmoet. En als Het enige wat hen kon bin- ik nonkel mag geloven, dan den was dat vonkje (onder- was dat niet enkel tijdens tussen al uitgegroeid tot de hoogmis, maar ook tijvonk) dat oversprong van de dens de jaarlijkse Vlaamse ene naar de andere en kermis van de boerenbond. omgekeerd. Misschien was Ik heb mij zelfs laten wijsdat wel hun geluk. maken dat Miene Van Wazze (het grootste rodDagen gingen voor- delwijf van uren in het bij, weken verstreken. De rond) bij bomma en bompa koeien moesten gemolken gaan verraden is dat nonkel worden, maar niet langer en tante eens naast elkaar meer door nonkel Gust. Het hebben gefietst, hand in was bompa die voortaan de hand dan nog wel! De roduiers in de handen hield! En deltante ging zelfs zo ver het hooi… er was geen hooi dat zij beweerde dat nonkel meer dat nog moest en tante een verlaten veldgedroogd worden. Toch wegeltje zijn ingeslagen! En hadden zij nog de mogelijk- het heeft zeker een uur heid om elkaar te ontmoe- geduurd eer zij terug uit ten! Neen, niet in snack- dat wegeltje zijn gekomen! bars, ook niet in fuifzalen, ook niet in bioscopen, maar… Ik ben fier op nontijdens de hoogmis! Jawel! kel en tante, niet omwille Nonkel en tante konden van de koeien die zij moeselkaar enkel ontmoeten tij- ten melken, ook niet omwille dens de hoogmis! Volgens van het hooi dat moest worJRK juni ‘08 - 31
den gedroogd, maar omwille van het feit dat zij ondanks alle tegenkantingen toch hebben volgehouden. Weinigen zouden het overdoen!
Nu vijftig jaren later doen zij het nog eens over (helaas zij kunnen niet meer door dat verlaten veldwegeltje want daar staan nu van die lelijke appartementen). Vijftig jaar in goede en kwade
dagen. Zij doen het toch maar weer! En waarom? Nonkel heeft het in zijn typische taal verwoord…
Joske
50 jour getraat in de moaë ’t lekt maskien lang, mou ’t is toch rap verboaë “In goei en kwooë dougen”, zeggen de mensjken Mou me zoeë e vraken … ge kintj a niksken beiter wensjken. 50 jour… 50 jour bè ieën gebleven Zegt na zelf: het is dé ie boven gegeven Droët of kieëret oe dage ’t wiltj: allieën aske makanderen geire ziet Tein kindje dé ‘t leiven, is’t in ’t plezier of in ’t verdriet. . 50 jour, ’t is lank en ’t is ket ’t is verboaë veren da ge het wetj Mou ik zin mè vraken nog altoaëd even geiren, Allieën tein kin’dje dé de groesjte stermen veiren (nonkel Gust)
JRK juni ‘08 - 32
Vrienden van de poëzie Het reglement van ‘Vrienden van de poëzie’ wil dat de schrijver van de vorige bijdrage een nieuwe gelukkige mag uitkiezen die zijn of haar lievelingsgedicht even komt toelichten. Yolande Haeleydt: “Ik geef graag de poëziefakkel door aan mevrouw Arlette De Pauw. Haar creativiteit en bekommernis om de liefde voor taal over te brengen op de leerlingen getuigen van een groot engagement en een sterke vakbekwaamheid. Wat zou zij uit haar literaire bagage selecteren?” Wat dicht de dichter vandaag? De dichter dicht het dichten. Het dichten dicht de dichter. (Leonard Nolens) Kom eens dichter, zegt de dichter. Dan laat ik je dezelfde dingen anders zien. En je zal zien dat de dingen dan ook heel anders worden: ontdaan van de ballast van woorden. Daardoor komen ze heel innig en intiem dichtbij. De dichter dicht de kloof tussen mensen en dingen. En daarom kunnen lessen poëzie zo levensecht en boeiend zijn. En toch, dichten is ook een voortdurend conflict tussen jezelf en de buitenwereld. De dichter is een verkenner van verborgen dingen in de samenleving. Een onderzoeker. Geen wetenschappelijk onderzoeker, maar iemand die op zoektocht is naar het onbereikbare, naar de vluchtige momenten. Dichten is een gevoel, iemand die in je duwt. Een allergie in je lichaam, iets dat eruit moet. Het is niet enkel irrationeel of romantisch, maar ook rationeel. De vraag is
hoe je je boodschap kunt overbrengen. Rationeel en irrationeel werken samen, de poëzie pakt de hals van je pen en dan schrijft ze zich vanzelf. Dat beweert mijn jonge vriend en dichter Zeno Van Duppen. Hij is nog jong, amper twintig en zit nog op de universiteitsbanken. Daar heeft hij poëzie broodnodig, zegt hij. Als tegenhanger voor zijn studies in de geneeskunde, als trouwe bondgenoot in de eenzame uren op zijn studentenkot. Schrijven is als een invulling, een obsessie, een houvast, een troost. Hij gelooft niet in stereotypen: dichters die op hun zolderkamertjes of studentenkoten, afgesloten van de buitenwereld, de woorden op papier zetten. Een dichter schrijft niet op bepaalde momenten. Hij is zelfs niet verbonden met de tijd. Hij staat buiten de tijd. Er is geen bepaalde tijd voor poëzie. Het is altijd tijd voor poëzie. Daarom koos ik een gedicht waarmee Zeno in april jl. brons behaalde in de finale voor jonge schrijvers Frappant TXT, een initiatief van de provincie Antwerpen. Meer dan poëzie Het is nu aan de dichter dat hij dicht dat hij dit maar eens dicht deze kloof in ons en dan wanneer als het is gedicht kom je bij me lezen we ons samen De dichter met zijn hart op zijn tong met woorden tussen zijn vingers die om je oorlel grepen je knop los deden en nog tintelen van je hoofd op zijn arm rust Ooit goot een dode schrijver woorden zo dat het een metamorfose was en zelf werd hij een ander en zelf word ik een ander en zelfs wij
JRK juni ‘08 - 33
Ik probeerde je poëzie uit te leggen en dacht dat ik er zelf wat van begreep zie je de rest van mijn woorden op je vingertoppen ze sloten mijn mond
Ik zie het zoals ik het zie En wat ik zie dat zeg ik dan Zoals alleen maar ik het kan. En dat is poëzie.
Zeno Van Duppen
De lezer mag in een gedicht lezen wat hij er wil in lezen. Poëzie lezen is zelf een beetje mee dichten. En daarom vragen mijn leerlingen terecht: ‘Waarom heb ik dan zo weinig punten op de bespreking van dit gedicht? Iedereen mag toch lezen wat hij er in wil lezen?’ Gedichten en punten voor het schoolrapport. Zouden die twee ooit verzoenbaar zijn? Eén ding weet ik wel zeker. Dat heeft Zeno Van Duppen me geleerd: dichten helpt bij het studeren, zelfs in de studies geneeskunde.
In dit gedicht is geen woord te veel Neem er iets af Dan is het niet meer heel (schrijft de dichter K. Schippers in een gedicht dat vanzelfsprekend ‘gedicht’ heet) Raden naar wat de dichter bedoelt te zeggen met zijn poëzie is eigenlijk zoals een spel als
Arlette De Pauw Ik zie, ik zie wat jij ook ziet’ zegt de dichter ‘hoe jij het ziet weet ik niet.
JRK juni ‘08 - 34
KRAKNIEUWS KRAK kon het voorbije schooljaar 2007-2008 rekenen op een enthousiaste ploeg leerlingen van de derde graad. De sfeer was hecht en de inzet groot. Het belangeloos engagement om de levenskwaliteit van kansarmen te verbeteren kan zich nu vertalen in een financiële bijdrage. De financiële bijdragen gaan in de eerste plaats naar de vier sponsorkinderen en naar de projecten die op de vredesdag werden voorgesteld en toegelicht. Daarnaast opteert Krak om een project te steunen voor de bouw van een weeshuis in Kameroen. De broer van één van de Krakkers verleent hieraan zelf zijn medewerking. Krak draagt ook het project rond jongerenprostitutie van pastor Johny De Mot een warm hart toe. Inkomsten schooljaar 2007-2008 Intresten (Krekelsparen) Gift 6de jaars schooljaar 2006-2007 Vredesdag oktober 2007 Kleur Bekennen – bijdrage vredesdag Gift Distrigaz NV Lessenmarathon Voetbalmatch leerkrachten en leerlingen Animatieproject Kruikenburgse feesten Overdracht vorig schooljaar Totaal
25.07 EUR 499,54 EUR 1 363.63 EUR 500,00 EUR 250,00 EUR 480,00 EUR 345,00 EUR 500,00 EUR 14,95 EUR 3 978,19 EUR
Uitgaven schooljaar 2007-2008 Sponsoring Julie Thomas - India – Vreugdezaaiers Sponsoring Michel De Oleo Feliz - Dom Rep Azua – Plan Sponsoring Emmanuel Oketcho - Uganda – Plan Sponsoring Florin Ceciuleac - Roemenië – missie over grenzen De Stobbe – centrum voor integrale gezinszorg Ananda – hulp voor schoolkinderen uit de bergen - Indië Minderheden in China - A.De Pau Heller Keller - hulp aan blinden en slechtzienden Manthoc – onderwijsproject in Peru 1 night 4 Dakar – project voor gezondheidszorg en onderwijs De Zonnebloem – integratiekamp voor kinderen Afractie – opvang Talibés - Senegal Kindsoldaten in Uganda – Geo Raspé Poverello – hulp daklozen Brussel Congo - waterzuiveringsinstallatie - i.s.m. Sint-Angela Adzon - project adolescentenprostitutie Brussel De Hoeve - MPI - Strijtem Weeshuis in Bafoussam – Kameroen Netwerk solidaritieit – afstand intresten Financiële kosten - beheerskosten Overdracht naar volgend schooljaar Totaal
180,00 EUR 276,00 EUR 276,00 EUR 248,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 250,00 EUR 100,00 EUR 100,00 EUR 100,00 EUR 120,00 EUR 25,07 EUR 30,53 EUR 22,59 EUR 3 978,19 EUR
JRK juni ‘08 - 35
SCHOLENGEMEENSCHAP DILBEEK-TERNAT
Tel: 02/ 582.15.38
02/582.13.11 Stationsstraat 35 en 37 1740 Ternat
RUIME KEUZEMOGELIJKHEDEN VOOR JONGENS EN MEISJES – GEMAKKELIJK BEREIKBAAR
1ste leerjaar A 1ste leerjaar B 2de leerjaar A
Latijn, Moderne, Technologie Handel Latijn Moderne Wetenschappen Sociale en Technische Vorming Kantoor en Verkoop – Verzorging-Voeding
2de beroepssecundair 2de graad:
Economie (accent talen) Economie (accent wiskunde) Humane wetenschappen Latijn (accent talen) Latijn (accent wiskunde) Wetenschappen
3de graad:
Economie – moderne talen Economie – wiskunde Humane wetenschappen Moderne talen – wetenschappen Moderne talen – wiskunde Latijn – moderne talen Latijn – wetenschappen Latijn – wiskunde Wetenschappen - wiskunde
Infodag:
Vrijdag 25 april van 18u-21u
Inschrijvingen:
Zaterdag 26 april (9u tot 11u) -enkel 1ste jaarZaterdag 17 mei (9u tot 11u) Zaterdag 21 juni (9u tot 12u) Zaterdag 28 juni (9u tot 12u) Maandag 30 juni (9u tot 12u) Maandag 18 augustus (9u tot 12u) Vrijdag 22 augustus (9u tot 12u)
www.sint-angela-ternat.be
www.sint-jozef-ternat.be
JRK juni ‘08 - 36