Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum
73
april 2010
Numerus fixus onder vuur Marjo van der Knaap, na de Spinozapremie Psychische zorg in de huisartsenpraktijk
Spierspanning meten in RSI-onderzoek
02
03
Colofon
Het aantal RSI-klachten is de laatste tien jaar constant gebleven. VUmc en Harvard werken samen aan de ontrafeling van het RSI-mysterie.
Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren.
Onderzoekers van VUmc bestudeerden de afwijkende chromosomen van een patiënt met een zeldzame ziekte. Dit geeft nieuw inzicht over het proces van celdeling én over tumorvorming.
10 Portret Prof.dr. Marjo van der Knaap won in 2008 de Spinozapremie. Wat heeft deze prijs haar gebracht, zo’n twee jaar na dato?
13 Numerus Fixus Geneeskunde
Stoppen of behouden? Drie reacties in Uitgelicht.
14 MS en vermoeidheid De meeste MS-patiënten zijn extreem moe. Een grote studie moet leiden tot persoonsgerichte behandeling.
18 Medisch psychiatrische unit Als een psychiatrische stoornis de behandeling van lichamelijke klachten belemmert, kunnen patiënten terecht op de MPU van VUmc. En met succes.
10
20 Aandacht voor dwangstoornis
18
Veel patiënten met obsessieve-compulsieve stoornis vertonen ook symptomen van ADHD of autisme. Wat de drie stoornissen verbindt, zijn aandachtsproblemen.
23 Psychische zorg in de huisartsenpraktijk In de eerste lijn kan veel GGZ-problematiek worden opgelost.
EN VERDER: 03 Eureka!
Finn Dubbelboer over ruisonderdrukking
07 Kort en column 16 Kort en agenda 19 Samenwerking
Pulmonale hypertensie
22 Kort GGZ inGeest 24 Toen & Nu
Zagen, zagen…
Opmerkelijk H et blijft een gek idee, maar het is al langer bekend dat maden succesvol kunnen worden ingezet bij de behandeling van chronische wonden. Wát die larven van de groene vleesvlieg precies doen, is onderwerp van onderzoek.
24
Synaps
Nummer 73
Lees meer op pagina
16
Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Maartje van Boekel, Mariet Bolluijt, Edith Krab, Marcel Licher, Jan Spee Tekst Hidde Boersma, Rob Buiter, Pauline Diemel, Leendert van der Ent, Liesbeth Kuipers, Wilma Mik, Mirjam Schöttelndreier Beeld Paul le Clerq, Digidaan, GGZ inGeest, Aad Goudappel, Dana Hamers, Hollandse Hoogte, Jukema en Cazander, Harry Meijer, Museum Boerhaave, Ivar Pel, ShutterStock, VUmc, Dannes Wegman/ Artbox Coverfoto: Harry Meijer Verder werkten mee Gerda Croiset, Addy van de Luijtgaarden, Gerda Raas, Brenda Snapper Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht
EUREKA!
04 RSI-onderzoek
08 Chromosomenchaos
04
Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers aan VUmc. Wie zijn deze mensen en wat hebben ze onderzocht? Bij de afdeling experimentele audiologie promoveerde de Wageningse ingenieur Finn Dubbelboer onlangs op een nieuwe manier van ruisonderdrukken in hoortoestellen. Maar misschien ook wel in mobiele telefoons.
‘Kijk niet te natuurkundig naar geluid’
W
Wat moet een Wageningse landbouw-
En heb jij daar een doorbraak bereikt?
technoloog bij audiologie van VUmc?
‘In alle bescheidenheid: ja. Mijn ‘Eureka-
‘Vanuit de studierichting fysica in Wagenin-
moment’ bleek te zitten in het benaderen van
gen studeerde ik onder andere af op een
spraak en ruis als zogenoemde modulaties.
rekenmodel voor het geluid van de klarinet.
Dat zijn de grafiekjes van pieken en dalen die
Dat wekte mijn interesse in de audiologie.
je op een computerscherm ziet wanneer daar
En VUmc heeft dankzij emeritus hoogleraar
spraak wordt afgebeeld. De oplossing voor
Reinier Plomp een lange traditie van het
het probleem zit in de verhouding tussen de
combineren van zorg voor slechthorenden
spraak-modulaties en de ruis-modulaties.’
met goed onderzoek in de psychofysica. Vandaar.’ En bij audiologie hadden ze nog wel een leuk probleem liggen? ’Er wordt inderdaad al heel lang gebroed op
Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 Fax (020) 444 3450 E-mail: [email protected]
manieren om achtergrondruis, zoals rumoer,
‘Het is moeilijk in lekentermen te vatten’
te onderdrukken in gehoorapparaten om zo de verstaanbaarheid te verbeteren. Want vreemd genoeg blijken dat niet twee dezelfde
Jouw vakbroeders weten dat inzicht vast
zaken. De verstaanbaarheid van een gesprek
op waarde te schatten…
verbetert niet meetbaar als je op een klas-
’Het is inderdaad moeilijk in lekentermen te
Adreswijzigingen [email protected]
sieke manier de ruis uit de spraak filtert.‘
vatten, maar in de audiologie is dit enthousiast
Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps
Is dat geen kwestie van het ‘ruissignaal’
een mum van tijd geaccepteerd door het toon-
digitaal aftrekken van het gewenste geluid?
aangevende wetenschappelijke tijdschrift in
Agrotechniek en Fysica, Wageningen Universiteit
’Zoiets is wel heel lang geprobeerd. Maar het
dit veld, JASA. En ik krijg verzoeken tot samen-
PROMOTIEONDERZOEK
VU medisch centrum en GGZ inGeest zijn partners. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl
blijkt niet te werken om op zo’n strikt natuur-
werking vanuit verschillende landen.‘
© VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
opgepikt. Mijn belangrijkste artikel was binnen
kundige manier naar spraak en ruis te kijken.
Paspoort
inhoud
Synaps 73, april 2010, zestiende jaargang
NAAM
Finn Dubbelboer GEBOREN
30 augustus 1971 OPLEIDING
‘Het concept van signaalruis verhouding in het modulatie domein‘ PROMOTOR
Om de verstaanbaarheid te verbeteren moet
En nu?
je ruis niet meer zien als een verzameling
’Ik ben met steun van het Technology Transfer
frequenties. Je moet meer denken in termen
Office van VUmc bezig mijn idee te ‘vermark-
Prof.dr. Joost Festen
die ‘perceptief relevant’ zijn. Met andere
ten’. We zijn in staat gebleken dit concept
GEPROMOVEERD
woorden, díe eigenschappen van ruis die echt
te vertalen naar een concrete ruisonderdruk-
invloed hebben op de verstaanbaarheid.’
ker, die niet alleen toegepast kan worden in hoortoestellen, maar bijvoorbeeld ook in mobiele telefoons.’
Prof.dr. Tammo Houtgast COPROMOTER
3 december 2009 AMBITIE
‘Ik zou het geweldig vinden wanneer slechthorenden van mijn promotieonderzoek kunnen profiteren.’
april 2010
Synaps
04
05
Arbeid en gezondheid
Arbeid en gezondheid
PROOF: onderzoek naar oorzaken RSI
Spierspanning versus toewijding, werkdruk en beloning VUmc en Harvard werken samen aan de ontrafeling van het mysterie RSI. In een technisch geavanceerd onderzoek treffen de werelden van technologie, fundamenteel en toegepast onderzoek elkaar. Deze gebundelde expertise moet leiden tot meer en betere antwoorden over de mechanismen die RSI veroorzaken.
I
In Nederland zit ongeveer de helft van de werkende bevolking regelmatig achter de computer. Dat zijn ruim 3 miljoen mensen. Hoewel RSI niet meer zo in de belangstelling lijkt te staan, is het aantal klachten de afgelopen 10 jaar constant gebleven. Pijnklachten in nek, schouders, armen en handen komen bij deze groep werknemers nog steeds veel voor en dat aantal vermindert niet. Uit onderzoek blijkt dat werkdruk en computergebruik een rol spelen bij het ontstaan van deze klachten, maar hoe dit precies werkt, is niet bekend. Vandaar dat EMGO + (het VUmc-instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg) samen met MOVE (het onderzoeksinstituut van ACTA, bewegingswetenschappen en VUmc), TNO en Harvard School of Public Health een nieuw onderzoek is gestart om meer inzicht te krijgen in deze lastige en pijnlijke kwaal. Allard van der Beek, hoogleraar epidemiologie van arbeid en gezondheid: ‘Je kunt je voorstellen dat mensen die in de vleesverwerkende industrie werken dergelijke klachten oplopen. Zij doen veel repeterende handelingen en moeten
Synaps
Nummer 73
daar veel kracht bij gebruiken. Maar hoe kan het dat ook werknemers die met de computer werken zulke klachten ontwikkelen? De fysieke belasting is laag. Vanuit fysiologisch oogpunt kunnen we dat tot nu toe niet verklaren.’
Video-opnames Er is een ingenieus onderzoeksplan ontworpen waarbij 120 mensen nauwkeurig worden gevolgd terwijl ze aan het werk zijn (zie kader op pagina 6). Zij zijn uitgekozen naar aanleiding van de antwoorden die ze hebben gegeven op vragen die hun toewijding, werkdruk en beloning in kaart brengen. De focus ligt dus op psychosociale factoren? Van der Beek: ‘Ja. We weten uit eerder onderzoek dat er een aantal risicofactoren zijn voor het krijgen van RSI en die liggen ook in de psychosociale sfeer. Het kan bijvoorbeeld zijn dat mensen die erg toegewijd zijn aan hun werk en daar weinig beloning voor krijgen, met veel spierspanning en in een ongunstige werkhouding achter de computer zitten. Terwijl mensen die minder commitment hebben maar wel
regelmatig waardering krijgen, juist minder spierspanning vertonen. Zo’n verschil tussen die groepen kan een deel van de verklaring vormen.’ Tot nu toe werden psychosociale factoren en het ontwikkelen van RSI-klachten gemeten met vragenlijsten. Bewegingswetenschapper en projectleider dr. Maaike Huysmans: ‘Uit die onderzoeken weten we dat er een relatie is, maar wat er nu precies tussenin gebeurt is niet duidelijk. Daar richt dit onderzoek zich op.’ Ook wordt gemeten via een computerprogramma en video-opnames wat mensen daadwerkelijk doen tijdens hun werk. Zijn ze aan het typen, met de muis aan het werk, of lezen ze van het scherm? Huysmans: ‘Je kunt je voorstellen dat de optelsom van die verschillende belastingen anders uitvalt voor mensen met een hoog stressniveau dan voor degenen met een laag stressniveau.’
‘Als we bijvoorbeeld ontdekken dat mensen heel hard in hun muis knijpen, kunnen we meteen gerichte
Het PROOF-onderzoeksteam met vlnr
interventies ontwikkelen’
prof. dr. Allard van der Beek, dr. Maaike Huysmans en drs. Linda Eickelhof
april 2010
Synaps
Spiermetingen Bij elke deelnemer wordt eerst de maximaal vrijwillige kracht (MVC: maximal voluntary contraction) van enkele spieren gemeten, namelijk de rechterpolsspier (groen), de linkerpolsspier (rood) en de nek/schouderspier (blauw en paars). De spieractiviteit verschilt zeer per mens en om deze toch te kunnen vergelijken wordt het percentage berekend van de gemeten MVC die mensen hebben tijdens het uitvoeren van hun werk. %MVC kunnen namelijk wél met elkaar vergeleken worden.
Speciale muizen Er doen werknemers van verschillende organisaties mee, zoals de Vrije Universiteit en de NS. Begonnen is bij bewegingswetenschappen. ‘Voordeel is dat men daar gewend is aan testen waarbij je allerlei apparatuur op je lichaam krijgt aangebracht’, zegt Huysmans. Promovendus Linda Eijckelhof gaat zelf naar de deelnemers toe. Dat is bijzonder, omdat dergelijk onderzoek meestal in een laboratorium plaatsvindt. ‘Maar door op de werkplek te meten, waar mensen achter hun eigen bureau zitten in hun gebruikelijke werkhouding, kun je heel nauwkeurig meten wat mensen daadwerkelijk doen als ze aan het werk zijn.’ Voordat het onderzoek van start kon gaan, is er meer dan een jaar gewerkt aan de benodigde techniek. Want dit systeem is apart ontwikkeld voor het EMGO + -onderzoek en wordt voor het eerst in de praktijk gebracht in Nederland. Die ingewikkelde techniek is ook een van de redenen geweest dat er een uitgebreid onderzoeksteam is geformeerd. De speciale muizen en toetsenborden zijn ontwikkeld door de universiteit van Washington, de spieractiviteitmeters komen uit Boston. Maar het meest bijzonder is de samenSynaps
Nummer 73
nen vertalen naar de mensen die hebben meegedaan aan een eerder onderzoek van MOVE, PROMO genaamd. In dat onderzoek is bij 2.000 deelnemers gedurende twee jaar via vragenlijsten gemeten wat hun klachten zijn. Als je bij een beperkte groep van 120 deelnemers nauwkeurig meet wat ze precies doen, dan kun je voorspellen wat de
Botoxhoofd Onlangs tikte een vriendin, een stoere hard-
eentje dapper oud en slap zijn als het alle-
loopster, me op mijn slome wandelschouder
maal jeugdig en strak kan?
en lachte haar tanden bloot. Ik schrok even,
Nou, er blijkt nu toch een reden om nog
want er zat opeens metaal en plastic op haar
even na te denken alvorens, in dit geval, de
tanden. Hûh? Nou ja, de schrik was zo over,
spuit erin te zetten. Boosheid, verdriet of
want ze had gewoon even ‘slotjes’ laten zet-
kleinere narigheid is moeilijker te verwer-
ten. Haar jongste dochter was bijna klaar met
ken als je botox in je ‘fronsspiertjes’ boven
orthodontie, dus het was nu of nooit meer
je ogen spuit. Dat meldde NRC Handelsblad,
geweest.
en die hadden het uit Psychological Science .
‘Dit systeem is apart
Best te begrijpen, al vond ik haar wat onre-
Het klinkt even raar, maar toen de onder-
gelmatige gebit juist zo leuk. Leuk eigen, niet
zoekers uitleg gaven, begreep ik het met-
ontwikkeld voor het EMGO+-onderzoek’
lelijk eigen. Maar ja, karakteristiek is altijd
een: omdat ‘gezichtsuitdrukkingen ons hel-
goed voor anderen, zoals dikte een ander ook
pen emoties te herkennen en te verwerken’.
studeerde wijsgerig-historische pedagogiek en
zo gezellig, warm, mooi, en blabla staat. Als
Het ‘er klopt iets niet’ van het jeugdige
is redacteur van de Volkskrant. In Synaps bekijkt
we zelf maar witte regelmaat in de mond
botoxhoofd van buiten, blijkt zijn innerlijke
en becommentarieert zij de zorg vanuit het
hebben en een slank figuur.
pendant te hebben.
oogpunt van een consument.
Zo vallen we langzaam om, een voor een.
Vermoeide ogen bij een tandpasta-lach,
Laseren, dat is iets voor ijdele anderen. Tot
meisjeskonen waar een gerimpelde hand
steeds meer vriendinnen en bekenden het
rouge op doet, een strakke huid die een golf
ook doen, en er wel erg goed uitzien. Dus ja:
emotie niet aankan… ik laat alles weer
waarom jij, ik, eigenlijk niet? Waarom in je
gewoon lekker hangen.
Mechanisme
EMGO + staat bekend om onderzoek dat maatschappelijke toepassingen oplevert. Wat zal PROOF brengen? Huysmans: ‘Dit onderzoek zit in tussen het klassieke EMGO + -onderzoek dat inderdaad heel erg toepassingsgericht is en het meer fundamentele onderzoek van bijvoorbeeld bewegingswetenschappen. We zijn op zoek naar het mechanisme dat maakt dat mensen klachten ontwikkelen. Ontdekken we daar iets over, bijvoorbeeld dat mensen heel hard in hun muis knijpen, dan kunnen we daar meteen gerichte interventies voor ontwikkelen. En onderzoeken of die werkelijk tot klachtenreductie leiden.’ Van der Beek vult aan: ‘Dat zou het mooiste zijn: een getrapte thematische onderzoeksaanpak.’ Naast de innovatieve techniek is er nog een ander vernieuwend aspect aan het onderzoek. Van der Beek: ‘We denken dat we de uitkomsten van PROOF kun-
Mirjam Schöttelndreier
deelnemers aan PROMO aan spierspanning, werkhouding et cetera hebben gehad en dat relateren aan wie er uiteindelijk klachten ontwikkeld hebben. Zo’n vertaalslag is nog nooit vertoond. Dat komt doordat de wereld van de epidemiologie en de wereld van bewegingswetenschappen tot voor kort gescheiden werelden waren. In dit project komen ze samen en dat is een enorm pluspunt.’ In de zomer zijn alle metingen verricht. Dan volgt nog een lange periode om de terrabytes aan informatie te analyseren.
< foto Ivar Pel>
Kort
nieuws
werking met het prestigieuze Harvard. Van der Beek: ‘Die samenwerking betekent veel voor EMGO +. Je ziet ook dat er gezamenlijke, nieuwe plannen ontstaan. De ingenieurs komen vooral uit de VS, EMGO + is goed in epidemiologie en het meten op de werkplek, MOVE in het meten aan mensen in het lab. Het is een krachtige bundeling van expertise.’
COLUMN
07
Profs op de fiets
Op donderdag 3 juni zullen twee teams van VU medisch centrum hun betrokkenheid bij oncologische patiëntenzorg en -onderzoek nu eens op een geheel andere manier laten zien: ze doen mee aan de jaarlijkse beklimming
Dvd over multiculturele zorg
van de Alpe d’Huez. Zowel het PROF-team,
Allochtone Nederlanders kunnen anders
bestaande uit acht professoren, als het
omgaan met ziekte en gezondheid dan
TALENT-team, bestaande uit acht jonge onder-
autochtone Nederlanders. Daarom heeft
zoekers, gaan de strijd aan met zichzelf en de
1500 Hoofdzaken
VUmc samen met GGZ inGeest de dvd
berg. Op één dag wordt minstens zes maal de
Onlangs bracht de Stichting STOPhersen-
Wie is uitgekozen voor het onderzoek krijgt op een dag bezoek
Kleurrijke zorgpaden gemaakt, ter stimule-
legendarische Alpe d'Huez beklommen.
tumoren.nl het boek 1500 Hoofdzaken uit.
van onderzoeker Linda Eijckelhof. Ze komt langs op de werkplek
ring van meer begrip voor, en betere zorg
Dit alles om geld in te zamelen voor het
Het boek bevat indringende, maar respect-
met een karretje vol high tech apparatuur. Het kost al gauw drie
aan zorgvragers uit andere culturen.
onderzoeksfonds van Stichting Alpe d’HuZes,
volle portretfoto's van hersentumorpatiën-
kwartier om de deelnemer op te tuigen: diverse plakkers op spie-
In een viertal korte films komen de zorgtra-
dat onder andere het onderzoeks- en revali-
ten. In Nederland sterven 1.500 mensen per
ren van nek, schouders en armen, een hartslagmeter, een hoofd-
jecten diabetes, acute CVA, dementie en
datieprogramma voor kankerpatiënten
jaar aan een hersentumor.
band. Al deze dingen zijn verbonden met kleine meetapparaatjes
borstkanker op een illustrerende, prikkelen-
A-CaRe van VUmc financiert.
Martin Taphoorn, hoogleraar neurologie aan
die de gegevens zenden naar een meetkast op het karretje.
de en soms ontroerende manier vanuit
Kijk ook op www.opgevenisgeenoptie.nl
VUmc en lid van de wetenschappelijke raad
Het is een draadloos systeem, zodat de deelnemer zich vrij kan
verschillende culturen aan de orde.
van de stichting, zegt over het boek: 'Een
bewegen. Een videocamera komt op het beeldscherm. Een spe-
Discussie wordt niet gemeden, maar juist
indringende confrontatie met het gezicht
ciale muis en toetsenbord worden aangesloten, deze meten hoe
opgezocht. Er ontstaat een helder en fasci-
en het verhaal van de mens met een hersen-
nerend beeld van wat ziekte en culturele
tumor.'
verschillen met elkaar te maken hebben.
Het boek 1500 Hoofdzaken is verkrijgbaar
Deze dvd is een must voor iedereen die bin-
via www.stophersentumoren.nl
Plakkers en kastjes
hard de deelnemer tikt en knijpt. Vervolgens werkt de deelnemer twee uur achter de computer. Hij doet zijn normale werk aan zijn eigen bureau. Ondertussen registreren alle meetapparaatjes de spieractiviteit, de houding en beweging van nek, schouders en armen. Daarna wordt hij ontdaan van alle apparatuur.
Het
computerprogramma dat het toetsenbord- en muisgebruik registreert, blijft nog een week actief.
Arbeid en gezondheid
06
nen de zorg met verschillende culturen te maken krijgt! De dvd is te bestellen via
Té kort door de bocht voor u?
www.vumc.nl/interculturalisatie
Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
april 2010
Synaps
Klinische genetica
Chaotische chromosomen Zeldzame ziekte geeft inzicht in ontstaan van kanker Zeldzame genetische ziektes blijven vaak onderbelicht in wetenschappelijk onderzoek. Immers: is het niet veel nuttiger om veel voorkomende ziektes te snappen en te genezen? Dat het ontrafelen van zeldzame aandoeningen ook heel lonend kan zijn, bewijst de vakgroep klinische genetica van VUmc in een artikel in American Journal of patiënt over de hele Human Genetics. Het uitpluizen van een ziekte met maar één + DDX11 wereld bleek niet alleen nieuw inzicht in het proces van celdeling te geven, maar ook in het ontstaan van tumoren.
P
Petra van der Lelij, promovendus onder leiding van universitair hoofddocent Johan de Winter en eerste auteur van het artikel over de aandoening, vertelt: ‘We kregen een paar jaar terug een monster uit Warschau opgestuurd van een nu 14-jarige patiënt met de vraag of wij konden testen of hij Fanconi-anemie had, een genetische ziekte waar de sectie oncogenetica van VUmc veel onderzoek naar verricht. Ondanks dat de patiënt een aantal symptomen van die ziekte had – vertraagde groei, een klein hoofd, doofheid door afwijkingen van het middenoor, abnormale huidpigmentatie en een hartafwijking – bleek uit genetisch onderzoek dat hij de aandoening toch niet had.’
Hagelslag
+ DDX11
DDX11
1400 nm
2 nm
DDX11 In afwezigheid van het DDX11-gen treedt bij het Warsaw breakage syndroom een fout op in de cohesie, het proces waarmee een cel zorgt dat bij celdeling de chromosomen eerlijk worden verdeeld over de dochtercellen. Waar chromosomen er in een normale cel uit zien als Andreaskruisen (zie linkerplaatje), bevat een cel van de patiënt met het Warsaw breakage syndroom na verdubbeling van het DNA bijna alleen maar enkele, rechte stukken chromosoom. Het verdubbelde DNA heeft elkaar dus losgelaten (zie rechterplaatje).
Synaps
Nummer 73
Wat wel duidelijk was, was dat er, net als bij Fanconi-anemie, wat goed mis was met de celdeling, en specifiek met de zogenaamde cohesie tussen zuster-chromatiden: het proces waarmee een cel zorgt dat bij celdeling de chromosomen eerlijk worden verdeeld over de dochtercellen (zie kader). Waar chromosomen er in een normale cel uit zien als Andreaskruisen, bevatte een cel van deze patiënt na verdubbeling van het DNA bijna alleen maar enkele, rechte stukken chromosoom, als ware het uitgestrooide hagelslag. Het verdubbelde DNA had elkaar dus losgelaten. ‘Het is eigenlijk een wonder dat dit kind überhaupt al zo oud is. Waarschijnlijk is de celdeling niet in alle cellen slecht verlopen’, denkt Van der Lelij. ‘De moeder heeft ook twee miskramen gehad, het zou goed kunnen dat de aandoening bij die embryo’s zich erger manifesteerde. Er is echter geen celmateriaal aanwezig om deze stelling hard te maken.’ Om uit te zoeken welk gen verantwoordelijk was voor de aandoening, screende Van der Lelij tientallen genen die ooit in verband gebracht waren met het proces van cohesie tussen zuster-chromatiden. ‘Uiteindelijk kwamen we uit bij een gen dat in gist een rol heeft bij cohesie, en
waar wij mensen ook een exemplaar van bezitten, het DDX11-gen’, vertelt Van der Lelij. ‘Het bleek dat we het eiwit dat het product is van dat gen nauwelijks konden aantonen in het celmateriaal van de patiënt, terwijl er in een gezonde controle een hoge concentratie aanwezig was. DNA-analyse liet vervolgens inderdaad zien dat zowel het gen dat de patiënt had geërfd van zijn vader als dat wat hij van zijn moeder had gekregen, mutaties had ondergaan. ‘Vooral dat van zijn moeder was ernstig aangedaan, daar ontbrak er een heel stuk eiwit’, legt Van der Lelij uit. Omdat beide ouders ook nog een goed kopie van het gen bezitten, hebben zij geen last van de aandoening, die de onderzoekers ondertussen het Warsaw breakage syndroom (WABS) hadden gedoopt.
Kankercel doden Uitvoerig stamboomonderzoek liet zien dat aan de kant van moeder bovengemiddeld veel kanker voorkwam. ‘Het lijkt er op dat het bezit van één slechte variant al een verhoogde kans geeft op kanker’, zegt Van der Lelij. ‘De celdeling kan dan gemakkelijker worden aangetast, en dat levert kans op ongeremde
celgroei en dus tumorvorming.’ Opvallend was dat alle kankers die de familieleden ontwikkelden, zich in de buurt van reproductieorganen manifesteerden. ‘Een verklaring daarvoor is er nog niet’, vertelt Van der Lelij. De precieze functie van het DDX11-gen is nog onbekend, evenals zijn rol in tumorgroei. ‘We zijn nu op zoek naar
09
Klinische genetica
08
‘Het verdubbelde DNA had elkaar losgelaten in de cellen van deze patiënt’ tumoren waarbij dit gen is aangedaan, maar hebben deze tot nu toe niet gevonden’, zegt Van der Lelij. ‘Ook gaan we proberen uit te zoeken of dit defect gebruikt kan worden om specifiek de kankercel te doden. Het zou toch mooi zijn als we door ons onderzoek aan het zeldzame Warsaw breakage syndroom uiteindelijk kankerpatiënten kunnen helpen.’
Wat is cohesie? Vanaf het prille begin als embryo, tot aan het einde van het bestaan: veel lichaamscellen moeten zich constant blijven verdubbelen, dan wel voor groei dan wel voor vervanging. Voordat zo’n celdelingsproces zich inzet, wordt al het DNA gekopieerd. Om te zorgen dat de kopieën niet door de cel gaan zwerven en daarmee te zorgen dat de chromosomen niet evenredig worden verdeeld over beide dochtercellen, houdt een verzameling eiwitten, het zogenaamde cohesiecomplex, de kopieën bij elkaar, om ze precies op het juiste moment van elkaar los te laten. Een goede verdeling van de chromosomen is essentieel voor het functioneren van een cel. Als echter één van de genen die codeert voor de eiwitten van het cohesiecomplex gemuteerd is, kan het proces mislopen. Goed gedocumenteerde en onderzochte varianten hiervan zijn het Cornelia de Lange- en het Robertssyndroom. Beide aandoeningen worden gekenmerkt door fysieke en mentale groeiachterstand, groeiafwijkingen en doof- of blindheid. Het door het VUmc opgehelderde Warsaw breakage syndroom is de derde aandoening waar het cohesieproces misloopt.
april 2010
Synaps
11
Hoogleraar kinderneurologie Marjo van der Knaap werkt aan wittestofziekte-therapie:
Neurologie
Neurologie
10
‘Die Spinozapremie was vooral heel handig ’ In 2008 was professor Marjo van der Knaap één van de vier gelauwerden voor de Spinozapremies. Met de bijbehorende anderhalf miljoen euro richt zij zich op een eerste concrete therapie voor wittestofziekten.
V
Vriend en vijand zijn het erover eens: professor Marjo van der Knaap is boven alles een nuchtere, keiharde werker. Woorden als ‘trots’, of ‘eervol’ vallen dan ook niet als het gaat over de ‘Nederlandse Nobelprijs’ die zij in 2008 kreeg. ‘Die Spinozapremie was vooral heel handig’, zegt ze. ‘En het blijkt, eigenlijk tot mijn verbazing, ook wel een soort piketpaaltje in mijn carrière. Je afstuderen is natuurlijk een belangrijk moment, je specialisatie, vervolgens je promotie, je inauguratie als hoogleraar … Sinds NWO mij de Spinozaprijs heeft toegekend, merk ik dat ik nóg serieuzer wordt genomen. Deuren gaan makkelijker open. Terwijl ik volgens mij net zulke slimme dingen zeg als tijdens mijn promotieonderzoek’, voegt ze daar lachend aan toe.
Onbetrouwbare ziekte Wat Van der Knaap zegt, gaat in veel gevallen over de zogenoemde wittestofSynaps
Nummer 73
ziekten, de aandoeningen aan de witte massa die de grijze gebieden in de hersenen verbindt. Het wit is het wit van de isolatie om de neurale bedrading, de myelineschede. Wittestofziekten zijn doorgaans erfelijk en komen bij ongeveer één op de 2.000 kinderen voor. Eén van de meest frequente heet Vanishing White Matter, VWM, een aandoening waarbij de witte stof letterlijk verdwijnt.
‘Deuren gaan makkelijker open. Terwijl ik volgens mij net zulke slimme dingen zeg als tijdens mijn promotieonderzoek’
‘Het is een volstrekt onbetrouwbare ziekte’, zegt Van der Knaap. ‘Het kan jaren goed gaan, tot er ineens een dag komt dat de achteruitgang wordt ingezet richting functieverlies of overlijden.’ Gevraagd naar een recente, typerende patiënt, moet Van der Knaap toch even heel diep nadenken. ‘Zo werkt mijn hoofd niet. Ik denk niet in Pietje of Marietje. Maar als je me het zo vraagt… onlangs had ik een meisje van drie op het spreekuur. Een vrolijk kind, speels, praatte gewoon zoals haar leeftijdsgenootjes. Ze was na een infectie door de huisarts doorgestuurd naar de kinderneuroloog omdat ze met haar been begon te slepen. Op basis van de MRI kon ik niet anders dan concluderen dat dit meisje VWM heeft. Haar levensverwachting is daarmee beperkt. Ik weet niet hoe lang, misschien 20 jaar, misschien nog korter. Het is ook daarom dat ik niet in namen en specifieke patiëntjes denk. Dit is een dramatisch april 2010
Synaps
13 vak. Als ik de individuele gevallen mee naar huis zou nemen, figuurlijk gesproken, dan zou ik dit vak niet kunnen uitoefenen.’ Wat Van der Knaap wel mee naar huis neemt zijn de beelden van de MRI. Tienduizenden heeft ze er in haar carrière al beoordeeld. ‘Als jouw buurman voor de deur staat, dan hoef jij ook niet te denken “kalend, snor, mollig, oh, dan zal het waarschijnlijk de buurman van nummer drie zijn.” Dat zie je in één flits. Zo’n zoekbeeld heb ik voor MRIbeelden van een hele verzameling verschillende wittestofziekten. Ik haal ze uit de status en zie vaak al in één oogopslag welke variant het is.’ En zo kon het
De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) adviseerde de regering onlangs
Verbouwde stamcellen tegen wittestofziekten
om de numerus fixus voor de opleiding geneeskunde over vijf jaar af te schaffen.
Hoogleraar kinderneurologie Marjo van der Knaap geldt als de
Drie reacties op de stelling:
internationale expert op het gebied van de diagnose van wittestofziekten bij kinderen. Tot nu toe zijn dat stuk voor stuk
Stop de numerus fixus geneeskunde!
onbehandelbare, en doorgaans ook dodelijke ziekten, maar van een toekomstige therapie heeft Van der Knaap al een vrij concreet beeld. ‘Uit bloed of huid van patiëntjes kunnen wij cellen isoleren die door een speciale behandeling weer ‘pluripotent’
Reageren?
worden. Je creëert op die manier feitelijk stamcellen, zonder het
Mail naar [email protected]
ethisch beladen probleem van embryogebruik. In die stamcellen
uitgelicht
Neurologie
12
Prof.dr. Gerda Croiset, directeur geneeskundeopleiding VUmc ‘Loslaten van de numerus fixus geneeskunde is onverstandig, omdat
kun je het gen dat bijvoorbeeld Vanishing White Matter veroor-
het dan niet haalbaar is om goede dokters op te leiden. Het onderwijs
zaakt vervangen door een gezonde versie. Als je het mij vraagt,
aan VUmc is kleinschalig. Studenten hebben veel contact met patiën-
dan ligt het antwoord op veel wittestofziekten in een therapie
ten en er wordt uitgebreid aandacht besteed aan de vaardigheden die
op basis van gemodificeerde stamcellen.’
artsen moeten hebben. In bepaalde beroepsgroepen is er een tekort, zoals in de ouderengeneeskunde. Het is belangrijk dat deze specialis< f o t o's V U m c / M a r j o v a n d e r K n a a p >
men in het curriculum opgenomen zijn, zodat studenten ermee in
Letterlijk vanuit alle uithoeken van de wereld worden MRI-beelden naar haar opgestuurd ter
aanraking kunnen komen. Dat doen wij, in tegenstelling tot andere opleidingen, dan ook. De numerus fixus is in 2002-2003 trouwens al uitgebreid, maar we zien het effect pas als deze mensen op de arbeidsmarkt komen en dat zal niet eerder zijn dan in 2012. Ook zou het zinvol zijn ons eerst te verdiepen in de vraag waar de afgestudeerde artsen zijn gebleven die niet als arts werken.’
Mr. Gerda P.M. Raas, senior adviseur Raad voor de Volksgezondheid en Zorg
beoordeling
‘De zorgvraag blijft ook in de toekomst toenemen en er is nu al een tekort aan sommige medisch specialisten. Daar komt bij dat de uitstroom van ongeveer 2.000 basisartsen per jaar op dit moment net voldoende is voor de instroom in de circa 2.000 vervolgopleidingsplaatsen. En de veranderingen op de arbeidsmarkt die zich aandienen
gebeuren dat Van der Knaap in twintig jaar tijd uitgroeide tot een wereldautoriteit op dit onderdeel van de kinderneurologie. Letterlijk vanuit alle uithoeken van de wereld worden MRI-beelden naar haar opgestuurd ter beoordeling.
Een MRI van een gezond persoon (links) en een patiënt met wittestofziekte
– meer deeltijd door o.a. de feminisering, de wens voor normale
(rechts). Van der Knaap: ‘Ik zie vaak al in één oogopslag welke variant het is’
werkweken en de behoefte aan meer ‘profielartsen’ – kunnen maar moeilijk geaccommodeerd worden bij het bestaan van een numerus fixus. Een numerus fixus is een (te) bot instrument om flexibel in te spelen op veranderingen in de arbeids- en onderwijsmarkt en verhindert dat op de arbeidsmarkt vraag en aanbod op een natuurlijke wijze naar een evenwicht toegroeien. Verder hecht de RVZ zeer aan vrije
Stamceltherapie
Synaps
Nummer 73
studie- en beroepskeuze.’
betekent volgens mij dan ook dat je niet met een ‘gewoon’ medicijn op dat vertalingsproces kunt ingrijpen. Dat zou overal in het lichaam bijwerkingen geven. Een gezonde stamcel moet hier uitkomst bieden. Collega’s in Amerika hebben al een proof of principle geleverd. Zij hebben muizen die van nature geen myeline maken, de zogenoemde ‘shiverers’, behandeld met stamcellen. Die muizen vertoonden vervolgens een duidelijke klinische verbetering.’ Met de Spinozapremie heeft Van der Knaap, samen met de faculteit Aard- en Levenswetenschappen een stamcellaboratorium opgezet dat deze zomer zal worden opgeleverd. ‘Wij zullen de te
maken stamcellen eerst moeten inzetten bij muizen met VWM. Als ook dat bewijs is geleverd volgt de weg langs medisch-ethische toetsingscommissies en zullen we naar de eerste klinische studies met echte patiëntjes moeten werken. Ik ga echt geen ijdele voorspellingen doen over een termijn waarbinnen er een eerste therapie op de plank zal liggen. Maar ik ben wel ambitieus genoeg om te hopen dat ik voor mijn pensioen niet alleen de diagnose tot mijn expertise mag rekenen, maar ook de therapie.’
Drs. Addy van de Luijtgaarden, secretaris Landelijke Vereniging van Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG), mede namens De Jonge Orde ‘De numerus fixus is ingesteld om voldoende artsen op te leiden die hoogwaardige zorg verlenen. Als er meer artsen worden opgeleid, komt de kwaliteit van de opleiding in gevaar. Er zijn onvoldoende faciliteiten, docenten en bovenal patiënten. Kwaliteit gaat boven kwantiteit, zeker wanneer er veel gemeenschapsgeld gemoeid is met de artsenopleidingen. Overigens is het niet zeker of afschaffing daadwerke
De diagnose van wittestofziekten mag Van der Knaap dan als geen ander beheersen, een oplossing kan zij niet bieden. Nog niet. Want met de anderhalf miljoen van NWO werkt Van der Knaap nu aan een concrete therapie. De oplossing voor VWM ligt volgens haar in stamceltherapie. ‘Natuurlijk, er wordt al heel lang gepraat over stamceltherapie. Maar bijvoorbeeld VWM is wel een uitgelezen kwaal om deze belofte concreet te maken. Er is één specifiek celtype dat de ziekte veroorzaakt. Het is niet, zoals bijvoorbeeld bij MS, een complex van factoren. Binnen dat ene celtype gaat er iets heel fundamenteels fout in de vertaling van DNA naar eiwit. Dat
lijk leidt tot een hogere instroom. De getalenteerde student zal zich wel twee keer bedenken, met de dreiging om artsen een nog groter ‡ deel van hun opleiding zelf te laten betalen, in combinatie met grote onderlinge concurrentie om een opleidingsplek tot specialist én een hoge kans op werkeloosheid. Wij aios staan voor de zorg van morgen. Die moet goed en betaalbaar zijn, zonder fratsen.’
april 2010
Synaps
Revalidatiegeneeskunde
M
MS en vermoeidheid:
Uitzicht op persoonsgerichte behandeling
Multiple sclerose tast het centraal zenuwstelsel aan. Hoe dit gegeven vaak samenhangt met vermoeidheidsklachten is onduidelijk. ‘Het kan zijn dat beschadigingen aan het brein het zenuwstelsel harder laten werken en dat dit vermoeidheid veroorzaakt’, zegt De Groot. ‘Een andere theorie schrijft de vermoeidheid toe aan chronische ontstekingen, vergelijkbaar met reuma. De derde mogelijke verklaring ligt in door MS veroorzaakte ontregeling van bepaalde hormonen.’ Het is niet het primaire doel van het onderzoek om de oorzaak van de vermoeidheid vast te stellen. ‘Toch zoeken we ook naar aanwijzingen voor de oorzaak’, merkt De Groot op. ‘We gaan alle drie de onderzoekspopulaties namelijk op regelmatige basis bloed afnemen. Dat onderzoeken we op de aanwezigheid van ontstekingsstoffen - cytokinen - en hormonen. Cytokinen vervullen een functie in de communicatie tussen lichaamscellen. Sommige soorten cytokinen werken ontstekingsbevorderend, andere juist ontstekingsremmend. De samenstelling van de cytokinen in het bloed en de verandering daarvan gedurende de interventie maakt dus duidelijk hoe de patiënt reageert op de behandeling. Zo stellen de meetresultaten de onderzoekers mede in staat om vast te stellen wat het effect van de individuele interventiemaatregelen is. De Groot: ‘Als de patiënt aangeeft dat hij minder moe is en we zien dat samengaan met een gunstiger cytokinenprofiel, dan zegt dit iets over het onderliggende werkingsmechanisme van de interventiemaatregel. Dit bloedonderzoek kan dus ook kennis over de bron van de vermoeidheid opleveren.’
Trendbreuk
Tachtig procent van de MS-patiënten kampt met vermoeidheid. De oorzaak is onzeker. Wel is duidelijk dat cognitief gedragsmatige interventie, conditietraining en energiemanagement verbetering kunnen brengen. Maar omdat deze interventies vaak in combinatie worden aangeboden, is nog onbekend wat elk van de drie maatregelen bijdraagt tot vermindering van de klachten. VUmc, Erasmus MC en UMC Utrecht proberen dit vraagstuk de komende vier jaar te ontrafelen. Revalidatiearts dr. Vincent de Groot hoopt dat dit ook kennis voor persoonsgerichte behandeling oplevert. Synaps
Nummer 73
Om de relatieve effectiviteit van interventiemaatregelen vast te stellen, onderzoeken alle drie de betrokken academische medische centra op dezelfde manier één interventiemaatregel. De opzet van het onderzoek breekt daarmee met de heersende trend in de behandeling van de vermoeidheidsklachten. De Groot legt uit: ‘In de revalidatiegeneeskunde bieden we steeds meer interdisciplinaire behandelingen. Dat betekent dat de verschillende disciplines elkaar zo
15 Drie betrokken VUmc-onderzoeksinstituten: EMGO+, MOVE en NCA Het onderzoek naar vermoeidheid onder MS-patiënten valt binnen VU medisch centrum onder maar liefst drie onderzoeksinstituten. Het vermoeidheidsproject is financieel ingebed bij het EMGO + -instituut, vanwege het raakvlak met het onderzoeksprogramma musculoskeletal health, waar de afdeling revalidatiegeneeskunde in participeert. Daarnaast valt het onder MOVE, het instituut dat onderzoek doet naar menselijk bewegen, en waar revalidatiegeneeskunde ook aan deelneemt. Tot slot wordt er nauw samengewerkt met het MS-centrum VUmc, dat banden heeft met Neuroscience Campus Amsterdam, het instituut voor neurowetenschappelijk onderzoek.
goed mogelijk aanvullen en dat we gezamenlijk aan het behandeldoel van de patiënt werken. Dat doen we in dit onderzoek niet, omdat we juist het effect van individuele oplossingsrichtingen willen vaststellen. In die zin is het een stapje terug om straks twee stappen vooruit te kunnen zetten.’ VUmc richt zich op cognitief gedragsmatige interventie. De Groot: ‘Bij die medisch-psychologische benadering werken we samen met het Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid. Medewerkers daar trainen therapeuten, helpen bij het ontwikkelen van de interventie, en nemen samen met ons de uitvoering van de interventie op zich.’ Het UMC Utrecht richt zich samen met het St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein op het onderzoek naar het effect van conditietraining en het Erasmus MC in Rotterdam biedt de interventie energiemanagement aan. De Groot licht toe: ‘Bij dat laatste gaat het er om, in de dagelijkse activiteiten zo goed mogelijk rekening te houden met vermoeidheid. Dat betekent bijvoorbeeld, dat patiënten niet 's morgens alle energieslurpende activiteiten voor de hele dag afwerken en vervolgens uitgeteld zijn. Het draait om een zo goed mogelijke balans over de dag.’
Type patiënt Het onderzoek gaat deze zomer van start voor vier jaar. Per academisch medisch centrum doen negentig mensen mee aan de trial, waarvan zoals gebruikelijk de helft in een controlegroep valt. De Groot: ‘Het gaat in totaal dus om 270 mensen. Dat is voor bijvoorbeeld harten vaatonderzoek een gering aantal,
maar in het revalidatieonderzoek is dat heel grootschalig. In totaal hebben in Nederland zestienduizend mensen MS. Verreweg de meeste daarvan hebben ook vermoeidheidsklachten. Uit ervaring weten we dat ongeveer de helft van de patiënten voor die klachten behandeld wil worden. Al met al verwachten we ondanks de relatief grootschalige opzet van het onderzoek dat vanuit de poliklinieken neurologie van de participerende UMC's voldoende patiënten willen meedoen.’
Revalidatiegeneeskunde
14
‘Het onderzoek is een stapje terug om straks twee stappen vooruit te kunnen zetten.’ Een voor de hand liggende wens van de onderzoekers is, dat bij de groep die interventie krijgt aangeboden een positiever resultaat wordt vastgesteld dan bij de controlegroep. De Groot: ‘Daarnaast kunnen we wellicht verschillen in de effectiviteit van de drie verschillende maatregelen vaststellen. Maar het mooiste zou het zijn als we inzicht zouden krijgen in welk type patiënt beter reageert op een bepaald type interventie. Dat zou ons uiteindelijk de kennis in handen geven om op basis van patiëntkarakteristieken een persoonsgerichte behandeling aan te bieden. Effectiever behandelen met minder middelen is het uiteindelijke doel.’ april 2010
Synaps
Kort
Een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied
agenda
HPV thuistest voorkomt kanker Een test waarmee vrouwen thuis zelf een onderzoekje kunnen doen om te kijken of ze baarmoederhalskanker hebben, is een goed
Té kort door de bocht voor u?
Een selectie uit cursussen, symposia, congressen, promoties en oraties.
uitvoerbaar en effectief middel om de dekkingsgraad van het bevolkingsonderzoek te
Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
verhogen. Als de HPV-thuistest standaard
17
nieuws
nieuws
16
wordt aangeboden aan vrouwen die niet reageren op de uitnodigingen van het reguliere
Wetenschapsdag VUmc
Cursussen/symposia
Promoties en oraties VUmc
met baarmoederhalskanker met zeker 100
27 april en 18 mei 2010
21 april 2010
volgende jaar de VUmc Wetenschapsdag
gevallen afnemen. Dit blijkt uit onderzoek van
Workshop: Not evidence based
Oratie: prof.dr. I.M. Verdonck-de Leeuw
plaats. Op die dag kunnen wetenschappers
VU medisch centrum.
Poëzie schrijven voor artsen, met als
Titel: Leven met kanker: over bergen en dalen
uitgangspunt ervaringen in het genees-
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
bevolkingsonderzoek, kan het aantal vrouwen
Op 5 maart jl vond voor het vierde achtereen-
van de vijf onderzoeksinstituten die VUmc rijk is de resultaten van hun werk onder de aandacht brengen. Niet minder dan 141 studies
werden er gepresenteerd vanuit de vijf zwaartepunten van VU medisch centrum: kanker & afweer, hersenen, bewegen, vitale functies en extra- en transmurale zorg. De
kundig vak
23 april 2010
Informatie en aanmelden:
Promotie: N. Vogelzangs
[email protected]
Titel: Depression & Metabolic Syndrome Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
19, 20, 21, 27 en 28 mei 2010
dag bevatte ook een wedstrijdelement. De
Cursus: Logistische regressie
eerste prijs voor de beste presentatie ging
Maden helen wonden
29 april 2010
van neurotransmitters.
en analyse van overlevingsduren
Promotie: M.A.W.P. de Jong
naar onderzoeker Willem de Haan, over zijn
In april promoveerde Gwendolyn Cazander
Locatie: Amsterdam
Titel: Langerhans cells and dendritic cells in
Spontane hersenactiviteit
onderzoek 'Functional brain networks and
aan VU medisch centrum op de onderliggende
Info: www.epidm.nl
innate defense against pathogens
Voor het eerst is een mechanisme dat spon-
dementia'. Het onderzoek behandelt de vraag
werking van madentherapie. Madentherapie
tane activiteit van de hersenen genereert
hoe de communicatie tussen verschillende
is een oude en succesvolle methode om ern-
opgehelderd, en wel door onderzoekers
hersengebieden verandert bij de ziekte van
stig geïnfecteerde wonden te behandelen. Bij
Sander Groffen en Matthijs Verhage van de
Alzheimer, en hoe dit zich verhoudt tot de
die therapie worden larven van de groene
afdeling klinische genetica VUmc.
fysieke schade in het brein enerzijds, en de
vleesvlieg in netjes op de wond aangebracht.
Hersencellen communiceren met elkaar via
symptomen van de patiënt anderzijds. ‘Naast
neurotransmitters, in gang gezet door een elek-
Een zenuwcel zendt signalen uit door de afgifte
Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
31 mei 2010 Symposium: MEG at the VUmc
7 mei 2010
The past, the present and the future
Oratie: prof.dr. M. Diamant
Locatie: Amstelzaal, Amsterdam
Titel: Academische Diabetologie 2010:
Dat maden chronische wonden kunnen gene-
Informatie en aanmelden:
Whose Need Is It?
het vergroten van ons inzicht in het ziekte-
zen, is al langer bekend. Maar hoe komt dat?
[email protected],
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
trisch signaal. Het is allang bekend dat ook zón-
beeld leidt dit hopelijk tot gevoelige diagnos-
Veelal wordt verondersteld dat de larven de
Nieuwe niersteenvergruizer
der elektrische signalen transmitters spontaan
tische en prognostische klinische testmaten’,
bacteriën in de wond opeten. Het onderzoek
Sinds kort beschikt VUmc over een nieuwe,
vrijkomen. Deze afgifte vormt de basis voor de
aldus de winnaar.
bewijst echter het tegenovergestelde: maden
eigen niersteenvergruizer. Uroloog André Vis:
4 juni 2010
Promotie: M.E. Reinders Titel: Patient Feedback in General Practice
tel 020 4440727
18 mei 2010
spontane hersenactiviteit, een belangrijk deel
Download op www.vumc.nl/wetenschaps-
stimuleren eerder bacteriële groei. Wat de
‘Voorheen gebruikten we een mobiele nier-
Valeriussymposium:
van de totale breinactiviteit. Het mechanisme
dag2010 het abstractbook met alle inge-
larven van de groene vleesvlieg wel doen, is
steenvergruizer die om de zes weken een
Soma en psyche, wetenschap en
Training
was tot nu toe echter onbegrepen. Al in 1997
zonden onderzoeken.
het proces remmen van biofilmvorming: bac-
paar dagen in het ziekenhuis stond. Vanaf nu
praktijk
Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
ontdekten de onderzoekers een eiwit, Doc2
teriën creëren een beschermlaag om zich
hoeven patiënten niet meer te wachten of
Locatie: Aula Vrije Universiteit
genaamd, dat een rol speelt bij spontane her-
heen waardoor antibiotica niet werken. Een
naar een andere locatie af te reizen. En we
Meer info: www.paog.nl
senactiviteit. In het vervolgonderzoek genereer-
voorbeeld van een infectie waarbij biofilmvor-
werken met de beste en nieuwste appara-
de de onderzoeksgroep van Groffen muizen die
ming een essentiële rol speelt, is infectie
tuur.’ De niersteenvergruizer op de poli
10 juni 2010
Titel: iPlay-study. Development and evaluation
Doc2-eiwitten niet kunnen maken. In de zenuw-
rondom prothesematerialen, zoals heuppro-
urologie is voorlopig op maandagmiddag en
VUmc-Huisartsendag
of a school-based physical activity-related
cellen van deze muizen bleek de spontane
thesen. Doordat antibiotica niet werken in
donderdagmiddag in gebruik.
Lijf en Leed: Plastische- en recon-
injury prevention programme
transmitter-afgifte nagenoeg verdwenen, terwijl
dergelijke infecties, moet een geïnfecteerde
Kijk voor verwijzersinformatie op
structieve chirurgie
Aanvang: 13.45 uur, Auditorium Vrije
de elektrisch opgewekte afgifte normaal was.
prothese vaak worden verwijderd met invali-
www.vumc.nl/afdelingen/urologie/
Locatie: Maaszaal VUmc, Amsterdam
Universiteit
Het mechanisme lijkt inderdaad een bijdrage te
derende gevolgen voor de betrokken patiënt.
verwijzers/
Info: www.paog.nl
leveren aan de totale hersenactiviteit, want
In het laboratorium vormde Cazander biofilms
zenuwcellen gedragen zich afwijkend in de
op prothesematerialen en liet vervolgens zien
11 juni 2010
mutante muizen.
dat uitscheidingsproducten van de maden ze
Symposium: Hiv en psychische
Met deze ontdekking kan het belang van
konden afbreken. Toekomstig onderzoek is
klachten
spontane hersenactiviteit voor belangrijke
gericht op de ontwikkeling van een nieuw
Locatie: Amstelzaal, Amsterdam
hersenfuncties – zoals leren en geheugen –
medicijn, geïsoleerd uit de uitscheidingspro-
Info: www.paog.nl
nu gericht worden onderzocht. De onderzoe-
ducten van vliegenlarven, voor de behande-
kers zijn al begonnen met het identificeren
ling van infecties.
van Doc2-mutaties in het DNA van personen met hersenaandoeningen.
Synaps
Locatie: VUmc, Amsterdam
Nummer 73
28 mei 2010 Promotie: D.C.M. Collard
Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo april 2010
Synaps
19
‘MPU is een gat in de markt’
naal, nationaal en internationaal niveau. Op voordracht van Anton Vonk Noordegraaf van het pulmonale hypertensie kenniscentrum VUmc ontving Marc Humbert van het nationaal centrum voor pulmonale hypertensie van de Franse Université Paris- Sud de
De medisch psychiatrische unit van VU medisch centrum heeft duidelijke meerwaarde voor patiënten met
Descartes-Huygensprijs. Het gevolg is een intensieve samenwerking tussen beide centra.
psychiatrische co-morbiditeit. Dit blijkt uit een recent evaluatieonderzoek.
Frans-Nederlands PH-onderzoek: één plus één is vijf
D
De medisch psychiatrische unit (MPU) van VUmc is in 2006 opgericht voor patiënten die zowel een lichamelijke als psychiatrische stoornis hebben. ‘Een psychiatrische stoornis kan zo belemmerend werken bij de behandeling van een somatische ziekte, dat patiënten op een gewone afdeling vastlopen’, legt eindverantwoordelijk psychiater MPU Hansje Heller uit. Als voorbeeld noemt zij ouderen met een delier die te onrustig zijn om op een gewone afdeling te verblijven of patiënten die een beenprothese hebben gekregen maar niet uit bed willen om daarmee te oefenen. ‘De MPU is beter dan een gewone ziekenhuisafdeling in staat om voor deze patiënten een specifieke aanpak te ontwikkelen en uit te voeren.’
Psychiater is medebehandelaar De MPU van VUmc is één van de weinige afdelingen in Nederland waarop ook alle somatische behandelingen kunnen plaatsvinden. De verpleegkundigen van de afdeling zijn zowel psychiatrisch als somatisch geschoold. De somatisch specialist blijft tijdens de opname op de MPU hoofdbehandelaar, de psychiater is medebehandelaar. Hansje Heller legt de werkwijze uit: ‘De psychiatrische behandeling start na intensief multidisciplinair overleg en op basis van een persoonlijk bejegeningsplan voor de betreffende patiënt. Deze kan bestaan uit een behandeling met medicijnen of gedragstherapie. Zodra de somatische aandoening is verholpen, wordt de patiënt teruggeplaatst of ontslagen uit het ziekenhuis.’ De afdeling, die beschikt over acht bedden, heeft een nauwe samenwerking Synaps
VUmc streeft naar een nauwe samenwerking met andere organisaties op lokaal, regio-
Nummer 73
samenwerking
medisch psychiatrische unit
18
Psychiater Hansje Heller temidden van collega's van de MPU
met GGZ inGeest. Hansje Heller: ‘De arts-assistenten en psychiaters van VUmc en GGZ inGeest doen dienst op beide locaties. Cliënten van GGZ inGeest die iets lichamelijks mankeren kunnen gemakkelijk op de MPU worden geplaatst en vice versa. Ook qua onderzoek en onderwijs is de samenwerking met GGZ inGeest intensief.’
Zelfmoordpoging De behandelmogelijkheden van patiënten met psychiatrische co-morbiditeit zijn duidelijk verbeterd met de komst van de MPU, zo blijkt uit recent evaluatieonderzoek onder betrokken patiënten, familie, somatische artsen, psychiaters en verpleegkundigen. Hansje Heller: ‘De MPU blijkt een gat in de markt te zijn. Veel somatische artsen zien dat de patiënt lichamelijk vooruitgaat en vinden het een belangrijke aanvulling op de zorg die het ziekenhuis biedt.’
Wel blijkt voor de betrokkenen niet altijd duidelijk hoe deze meerwaarde wordt gerealiseerd. Hansje Heller. ‘Wij willen daarom met zowel familie als somatische artsen beter communiceren over de behandelmethoden en werkwijzen van de MPU.’ Ook streeft de afdeling naar uitbreiding, vertelt zij. ‘Patiënten die nu niet meer op de MPU kunnen blijven omdat hun somatische problemen zijn verholpen, maar die wel beter af zijn op de MPU dan elders, zouden wij graag de mogelijkheid bieden nog wat langer te blijven voor behandeling van hun psychiatrische stoornis. Ook is de wens ons te richten op specifieke patiëntengroepen, zoals patiënten na een zelfmoordpoging die na behandeling op de eerste hulp somatisch gezien weer naar huis kunnen. Graag zouden wij hen dan een dagje opnemen om betere nazorg te kunnen regelen.’
Anton Vonk Noordegraaf
Marc Humbert
Longarts en onderzoeker van
Hoogleraar longziekten aan de Université
PH kenniscentrum VUmc
Paris-Sud in Clamart, Frankrijk
‘De Descartes-Huygensprijs is in 1995 ingesteld
‘Anton en ik hebben elkaar tien jaar geleden voor
door de Franse en Nederlandse regering met als
het eerst ontmoet op een conferentie en dat klik-
doel wetenschappelijke samenwerking tussen
te. Onze onderzoekslijnen richten zich weliswaar
beide landen te stimuleren. De prijs bestaat uit
op verschillende gebieden, maar vullen elkaar
een geldbedrag van 23.000 euro en is bedoeld om
goed aan. PH kenniscentrum VUmc richt zich op
de kosten te dekken van een of meerdere onder-
de oorzaak van het hartfalen, de reden waarom
zoeksverblijven. Marc Humbert is toonaangevend
een patiënt met pulmonale hypertensie uiteinde-
in de wereld van pulmonale hypertensie en ik heb
lijk overlijdt. Wij richten ons op de vraag wat de
hem daarom voorgedragen voor deze prijs. De
obstructie in de longvaten veroorzaakt. Ons insti-
overeenkomst tussen zijn centrum en PH kennis-
tuut ontvangt patiënten afkomstig uit heel
centrum VUmc is de koppeling tussen patiënten-
Frankrijk en omdat wij een groot aantal long-
zorg en wetenschappelijk onderzoek.
transplantaties doen, hebben wij voor ons onder-
Een van de redenen waarom wij graag samen-
zoek de beschikking over veel biologisch materi-
werken is hun uitgebreide database met patiën-
aal. Begin maart komt een onderzoeker van PH
tenmateriaal. Pulmonale hypertensie is een zeld-
kenniscentrum VUmc voor een jaar deelnemen
zame aandoening van de bloedvaten in de lon-
aan onze studie waarin wij een poging doen om
gen, met een kleine patiëntenpopulatie. Het is
het genetisch defect te identificeren dat leidt tot
onmogelijk om per land een volledige database in
pulmonale hypertensie. Wij hebben tot nu toe
te richten; je moet samenwerken om verder te
twee of drie genen ontdekt die een rol spelen bij
kunnen komen. Voor Humbert is onder andere de
de ontwikkeling van PH, maar dat zijn er wellicht
meerwaarde dat VUmc de beschikking heeft over
meer. De samenwerking met VUmc zal er toe bij-
geavanceerde scanapparatuur. Wat de samenwer-
dragen dat we dichter bij ons doel komen. En dat
king in het onderzoek bevordert is de overeen-
is het ontdekken van de oorzaak van pulmonale
komst op het gebied van patiëntenzorg, we heb-
hypertensie en daarmee het vinden van nieuwe
ben dezelfde behandelingsstrategie en hanteren
en afdoende behandelingsvormen.’
dezelfde behandelingsmethoden. En ook niet onbelangrijk, op persoonlijk vlak kunnen we het goed vinden. Voor deze samenwerking geldt echt: één plus één is vijf.’
april 2010
Synaps
21
psychiatrie
Aandacht voor aandachtsproblemen Veel patiënten met obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) vertonen ook symptomen van ADHD of autisme. De drie stoornissen lijken bovendien met elkaar verbonden te zijn door aandachtsproblemen. Met deze kennis kan de behandeling van OCS-patiënten verbeteren, bijvoorbeeld door een aanvullende gedragstraining, stelt psycholoog Gideon Anholt op basis van zijn promotieonderzoek.
< tekst Liesbeth Kuipers foto Truus van Gog / HH>
E
‘Een interessant, complex probleem.’ Zo typeert psycholoog Gideon Anholt obsessieve-compulsieve stoornis (OCS), ook wel dwangstoornis genoemd. ‘Herhaaldelijk controleren of het gas openstaat of telkens je handen wassen nadat je iets hebt aangeraakt - ook ‘normale’ mensen vertonen dit soort gedrag. Pas als je bijvoorbeeld vijftig keer per dag checkt of de deur op slot zit, moge duidelijk zijn dat deze stoornis je belemmert bij de rest van je leven.’
Haren trekken Gideon Anholt promoveerde eind januari aan VU medisch centrum op een onderzoek naar OCS en het verband met andere stoornissen waarbij sprake is van herhalende gedachten en gedragingen, zoals ADHD en autisme.
‘Mensen met OCS hebben co-morbiditeit met veel andere psychiatrische stoornissen. OCS met ADHD- of autismesymptomen komen vaak voor,’ verklaart hij. Zijn onderzoek was onderdeel van het onderzoeksproject van VUmc en GGZ inGeest naar een betere behandeling van OCS. Toen Anholt zijn promotieonderzoek in 2005 startte, was net bekend dat OCS vaak samengaat met andere stoornissen. Onderzoekers hadden verbanden ontdekt tussen OCS en eetstoornissen zoals anorexia nervosa, neurologische stoornissen als autisme en Gilles de la Tourette, en impulsieve stoornissen als haren trekken en pathologisch gokken. Sindsdien worden deze stoornissen samen ‘obsessieve-compulsieve spectrumstoornissen’ genoemd. Ook hersenonderzoek laat verbanden zien. Zo is
OCS-patiënten met autismesymptomen hebben moeite hun aandacht te verplaatsen. OCS-patiënten met ADHD-symptomen wisselen juist snel van aandacht Synaps
Nummer 73
behandeling beïnvloeden? - vroeg Anholt zich daarop af. De voornaamste behandeling van patiënten met OCS, dat onder de angststoornissen is gerangschikt, is exposure met response prevention. Een gedragstherapeut stelt de patiënt bloot aan datgene waar de patiënt bang voor is en ontmoedigt hem daarop te reageren met de gebruikelijk dwangmatige handeling. Bijvoorbeeld het aanraken van een ‘besmette’ deurklink, zonder daarop de handen te wassen. Echter, in de praktijk blijkt niet iedere OCS-patiënt in dezelfde mate van deze behandeling te profiteren, aldus Anholt. ‘Een groot aantal mensen verbetert wel, maar herstelt niet volledig.’ Op basis van zijn onderzoeksresultaten vermoedt Anholt dat de aandachtproblemen, bij OCS-patiënten met symptomen van autisme of ADHD, het leerproces van exposure belemmeren: ‘Waarschijnlijk hebben zij niet genoeg concentratievermogen om daarvan te kunnen leren.’ Hij stelt dat deze patiënten mogelijk baat hebben bij een aanvullende behandeling die gericht is op verbetering van de aandacht: ‘Een OCS-patiënt met autismesymptomen zou vooruit kunnen gaan met een sociale vaardigheidstraining. Bij OCS-patiënten met veel ADHDsymptomen kan het gebruik van ADHDmedicatie zoals metylfenidaat mogelijk helpen, met name bij exposureopdrachten. Bij beide groepen kan bovendien gedragstraining zorgen voor een verbetering van de aandacht.’ Hij waarschuwt wel dat deze aannames nog niet bewezen zijn en verder onderzocht moet worden.
onlangs vastgesteld dat problemen in de basale ganglia, een groep hersenstructuren, kunnen leiden tot zowel een aantal OCS-spectrumstoornissen als ADHD.
Sterk verband Voor zijn onderzoek ging Gideon Anholt in gegevens van een ‘dwangonderzoek’ onder 109 OCS-patiënten van GGZ inGeest en 87 ‘normale’ controles, op zoek naar de gemene deler bij al die stoornissen. Zijn oogmerk: de behandeling van mensen met OCS verbeteren. Hij selecteerde de patiënten die voldeden aan de diagnose van OCS in de DSM IV (het handboek voor diagnose van psychiatrische aandoeningen) en onderzocht in welke mate zij verhoogde symptomen van andere stoornissen vertoonden. Daarop trok hij zijn conclusies. ‘Mijn onderzoek bevestigt dat patiënten met OCS in verhoogde mate symptomen van autisme of ADHD laten zien. Patiënten met autismesymptomen zijn niet autistisch, maar hebben meer autismesymptomen dan de controlegroep. Die symptomen kunnen van invloed zijn, bijvoorbeeld op het sociale functioneren. Verder blijkt dat OCSpatiënten met ADHD-symptomen meer autismesymptomen vertonen dan OCSpatiënten zonder ADHD-symptomen. Er is kortom een sterk verband tussen ADHD en autisme in OCS-patiënten.’ Ook achterhaalde Gideon Anholt hoe de drie aandoeningen met elkaar verbonden lijken te zijn, namelijk door problemen met aandacht. ‘OCS-patiënten met autismesymptomen vertonen herhalende gedragingen die veel lijken op dwanggedragingen. Bovendien blijken zij met name moeite hebben met hun aandacht te verplaatsen, de zogenoemde attention switching. Ook OCS-patiënten met ADHD-symptomen hebben moeite met het sturen van hun aandacht. Zij vertonen juist veel attention switching, zij wisselen snel van aandacht.’ Hoe kunnen we met deze kennis de
psychiatrie
20
Te breed
OCS vaak samen met ADHD- en autismesymptomen Mensen met obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben herhalende dwanggedachten (obsessies) die angst veroorzaken, bijvoorbeeld besmettingsangst. Om deze angst te verminderen verrichten zij herhalende dwanghandelingen (compulsies), zoals handen wassen. Uit het promotieonderzoek van Gideon Anholt blijkt dat deze patiënten vaak ook symptomen van autisme of ADHD vertonen. Zij hebben bijvoorbeeld moeite met het begrijpen van sociale signalen, belanden geregeld in misverstanden met anderen, zijn ongeorganiseerd of hebben moeite zich te concentreren op één taak. OCS is een veelvoorkomend psychiatrisch probleem: het komt bij één tot drie procent van de bevolking voor.
In zijn onderzoek concludeert Anholt verder onder meer dat niet alle stoornissen die nu OCS-spectrumstoornissen genoemd worden, een even sterk verband met elkaar vertonen. Anholt: ‘Gilles de la Tourette maakt wel deel uit van het OCS-spectrum, maar pathologische gokkers vertonen maar weinig OCSsymptomen.’ Hij is dan ook kritisch over het voorstel om een aantal stoornissen die nu onder het OCS-spectrum worden geschaard, op te nemen in de DSM V, die in de maak is. ‘Ik denk dat de spectrumtheorie te breed is. Voor een betere behandeling van OCS-patiënten zijn alleen die aandoeningen van belang die een sterk verband hebben met OCS.’ april 2010
Synaps
23
Kort
Een selectie uit opvallend nieuws vanuit GGZ inGeest
Ondersteuning GGZ in huisartsenpraktijk maakt psychische zorg laagdrempeliger
Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
Steeds meer huisartsen kiezen voor een praktijkondersteuner
Familie betrokken bij zorg
Hiv en psychische klachten
Soma en psyche
GGZ inGeest voert een actief familiebeleid.
Op 11 juni 2010 organiseert GGZ inGeest het
GGZ inGeest en afdeling psychiatrie VU
Het is belangrijk om familie goed te informe-
symposium ‘Kennis voor de toekomst’.
medisch centrum organiseren op vrijdag
ren en – als de cliënt daarmee instemt – te
Psychische klachten komen vaak voor bij
4 juni 2010 voor de vijfde keer het Valerius-
betrekken bij de behandeling. Hoe dit gebeurt
hiv-positieve patiënten. Het niet herkennen
symposium. Het symposium markeert de
en door wie, is vastgelegd in de ‘richtlijnen
en behandelen van psychische klachten kan
ambitie van GGZ inGeest en VUmc om de
familiebeleid’ die vanaf 1 januari officieel van
gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor de
activiteiten op het grensvlak van lichaam en
kracht zijn voor heel GGZ inGeest.
medicatietrouw en de behandelrelatie tussen
geest te intensiveren. Somatische ziekten en
Elly Driebergen, coördinator familiebeleid GGZ
patiënt en arts. Het symposium geeft een
psychische stoornissen komen vaak samen
inGeest twijfelt
breed overzicht
voor. Deze co-
geen moment aan
van de verschil-
morbiditeit gaat
de belangrijke bij-
lende aspecten
gepaard met een
drage die familie-
van psychische
slechtere progno-
leden van cliën-
klachten bij hiv-
se van zowel de
ten kunnen leve-
patiënten. De
lichamelijke als
ren. ‘Steeds meer
inhoud speelt in
de psychische
medewerkers
op de actualiteit
stoornis. Tijdens
zien het belang
en geeft hand-
het Valeriussym-
van een goede
vaten voor de
posium komen
relatie met de
herkenning en
kennis over de
familie. Familieleden kunnen vanuit hun
behandeling van psychische klachten voor
interactie tussen somatische ziekten en psy-
ervaring met de cliënt nuttige informatie
verschillende professionals, zoals hiv-consu-
chische stoornissen, maar ook diagnostische
aandragen voor de behandelaar. Als ze goed
lenten, internisten, neurologen, psychiaters,
en behandelaspecten aan de orde. Plenaire
geïnformeerd zijn, kunnen ze een belangrijke
seksuologen, psychologen, psychotherapeu-
lezingen worden afgewisseld met interactieve
rol spelen bij de signalering van een terug-
ten, huisartsen, verpleegkundigen en maat-
workshops over multidisciplinaire diagnostiek
val bij een cliënt of bij opvang in zijn thuis-
schappelijk werkers.
en behandeling. Thema's van de workshops
situatie.’
Kijk voor meer informatie op de agenda
zijn: oncologie, cardiologie, zwangerschap,
Meer informatie op
van www.ggzingeest.nl
neurologie en onderwijs.
www.ggzingeest.nl/familiebeleid
Kijk voor meer informatie op de agenda van www.ggzingeest.nl
Nieuw ACT+ team de straat op
team actief op zoek gaat naar de patiënt en
Vooral in grote steden leven veel mensen die
zich niet laat afschrikken door zorgmijdende
door sociale en maatschappelijke problemen
patiënten. ‘Community Treatment’ wil zeggen
op een zijspoor zijn geraakt. Ze leven op
dat de hulp in nauwe samenhang met andere
straat, komen regelmatig in contact met poli-
sociaal-maatschappelijke instellingen wordt
tie en justitie, of veroorzaken aanhoudende
geboden. Er zijn verschillende ACT-teams
overlast. Vooral psychische problemen en ver-
actief in Amsterdam en omliggende gemeen-
slaving, of een combinatie van beide zijn de
ten. Bij het nieuwe team in Haarlem spreken
onderliggende oorzaak.
Synaps
we van ACT+ vanwege de combinatie van
GGZ. De huisarts houdt de regie over de in zijn praktijk geleverde psychische zorg en de patiënt krijgt de zorg die nodig is.
S
Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Marco Bijtenhoorn is als praktijkondersteuner GGZ gedetacheerd bij vier huisartsenpraktijken in Amsterdam-West. ‘Ik heb mijn spreekuur in de huisartsenpraktijk. De ervaring leert dat het voor de patiënt gemakkelijker is om psychische steun te zoeken als er in de vertrouwde huisartsenpraktijk over gepraat kan worden.’ Huisartsen kunnen via Prezens, een onderdeel van GGZ inGeest, praktijkondersteuning GGZ aanvragen. Volgens Jos Smeijer, algemeen directeur van Prezens, biedt een praktijkondersteuner GGZ de huisarts ruime deskundigheid op gebied van screening, diagnostiek en behandeling. ‘Voor veel patiënten is een verwijzing naar de tweede lijn een brug te ver. In de eerste lijn kan veel GGZproblematiek opgelost worden als de huisarts daarbij adequate ondersteuning krijgt.’
In Haarlem gaan GGZ inGeest en Brijder
Het Haarlemse ACT+-team voor zorgmijders biedt
gespecialiseerde psychiatrische hulp door
Verslavingszorg sinds begin dit jaar gezamen-
hulp op alle levensgebieden: van psychiatrische
GGZ inGeest en gespecialiseerde verslavings-
lijk de problemen te lijf met een nieuw ACT+
zorg en medicatie tot het regelen van een
hulp door Brijder.
Kortdurende gedragstherapie
team. De afkorting ACT staat voor Assertive
slaapplek, woning, schuldsanering, inkomen of
Meer info: www.ggzingeest.nl/ACT
Community Treatment. ‘Assertive’ omdat het
thuiszorg.
Bijtenhoorn geeft een eigen voorbeeld van hoe goed en snel psychische zorg
Nummer 73
psychische zorg
nieuws
22
Een GZ-psycholoog van Prezens houdt spreekuur in de huisartsenpraktijk
vanuit de eerste lijn kan werken. ‘In de praktijk kwam een vrouw die werkte in een groot kantoorgebouw. Op een dag werd dat gehele kantoorgebouw in verband met een brandoefening ontruimd. Zij had dat niet meegekregen en op een gegeven moment zag zij dat zij helemaal alleen in dat gebouw was. Vervolgens is zij in paniek naar buiten gerend. De volgende dag was zij zo angstig dat ze niet meer naar haar werk durfde en meldde ze zich bij de huisarts. Voorheen zou ze zijn doorgestuurd naar de tweede lijn, maar nu stelde de huisarts haar voor om er eerst met mij tijdens het spreekuur over te praten. Ik heb haar na een eerste kennismakingsgesprek een kortdurende gedragstherapie aangeboden. Na twee maanden was ze van de klachten af en kon zij weer naar haar werk.’
voorhanden. Bijtenhoorn: ‘Van iedere tien mensen die ik op mijn spreekuur zie, verwijs ik slechts twee mensen naar een polikliniek in de tweede lijn.’ Smeijer ziet de laatste tijd een grote toename van aanvragen voor praktijkondersteuning GGZ. ‘De reden is dat bij Prezens verschillende mogelijkheden zijn om psychische zorg in de huisartsenpraktijk te regelen. Een van die mogelijkheden is detachering. De huisarts heeft dan wel de beschikking over ondersteuning bij psychische gezondheidszorg, maar heeft niet de personele lasten.’
Meer informatie over praktijkondersteuning GGZ (POH-GGZ) is te vinden op www.prezens.nl, onder ‘verwijzers’.
Geen personele lasten
Hebt u vragen?
Prezens werkt volgens het stepped careprincipe. Dat houdt in dat een patiënt de lichtste vorm van therapie krijgt. Mocht dat niet voldoende zijn dan zijn intensievere vormen van psychische zorg
Mail dan naar [email protected] of bel de POH-adviseur van Prezens op nummer 06 20659212.
april 2010
Synaps
Toen & Nu
24
Gipszaag
Brenda Snapper, gipsverbandmeester VUmc: ‘De zaag die we tegenwoordig gebruiken is elektrisch, en heeft een afzuigsysteem. Bij het zagen komt veel stof vrij en dit
De uitvinding van het gipsverband staat op naam van een Nederlandse militair geneeskundige, Antonius Mathijsen (1805 – 1878). Het verhaal gaat dat hij op het idee kwam om katoenen zwachtels te combineren met gips via bouwvakkers die werkten aan de St. Bavokerk in Haarlem. Mathijsen woonde daar in 1851 tegenover. Volgens de overlevering bezocht hij hetzelfde café als de bouwvakkers, waarvan er enkelen uit zijn geboortedorp Budel kwamen. Hun werkwijze om muurscheuren in de kerk te dichten met in vloeibaar gips gedrenkte jute aardappelzakken, gebruikte hij voor zijn uitvinding. Bij de behandeling van beenbreuken op het slagveld was het belangrijk om een breuk zo snel mogelijk te fixeren, zodat de patiënt geen pijn meer had en vervoerd kon worden. Er werd al geëxperimenteerd met stijfselplakverband. Groot nadeel was de traagheid van het hard worden. De patiënt mocht zich 2 á 3 dagen niet bewegen. Met de uitvinding van het gipsverband was dit probleem verholpen. Het gips moest er natuurlijk ook weer af. Bovenstaande gipszaag stamt uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Menig patiënt zal enigszins ongerust hebben gekeken als deze zaag te voorschijn werd gehaald.
wordt meteen opgezogen. Het is een oscillerende zaag. Dit betekent dat het zaagblad niet ronddraait, maar op en neer beweegt. Zo trilt het door harde delen heen. Onder het gips zitten watten, kous en dan de huid, en al die lagen trillen mee. Alleen als je heel hard op de zaag zou duwen, kan hij niet meer trillen, dan zou je een schaafwondje kunnen maken. Dat de zaag stopt als hij op de huid komt, is dus een fabeltje. Het lawaai en het idee van een “zaag” is vaak beangstigend voor patiënten. Maar na een goede uitleg kunnen we hen geruststellen en moeten ze zelfs lachen omdat het kriebelt. In 1966 startte opleiding tot gipsverbandmeester. Sindsdien is er veel veranderd. Het materiaal is bijvoorbeeld veel lichter geworden. Het vak blijft voortdurend in ontwikkeling en dat maakt het werk als gipsverbandmeester enorm afwisselend
Synaps
Nummer 73
en interessant.’