SPECIFIEK ONDERZOEK MBO
ROC Landstede Crebo 95520 Mbo-Verpleegkundige Crebo 95530 Verzorgende-IG Crebo 95769 Entree opleiding
Juni 2015
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Zwolle 01AA 283566 Maart 2015 6 mei 2015 30 juni 2015
Inhoudsopgave 1 Inleiding .................................................................................... 1 2 Conclusie en vervolgtoezicht ......................................................... 3 2.1 Conclusie ......................................................................... 3 2.2 Vervolgtoezicht ................................................................. 4 3 Bevindingen ............................................................................... 7
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in maart 2015 een specifiek onderzoek uit naar een aantal bedrijfsgerichte opleidingen van ROC Landstede. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een rapportage van een specifiek onderzoek van maart 2014 met onderzoeksnummer 272054. Dit specifiek onderzoek van maart 2014 is uitgevoerd op grond van het rapport van december 2012, onderzoeksnummer: 127840, kenmerk HB3479053-v1r. Omdat de opleidingen niet meer werden aangeboden in de vorm van bedrijfsgerichte trajecten danwel eindtermgerichte opleidingen waren, kon er geen heronderzoek plaatsvinden op de opleidingen uit dat rapport en is een nieuw specifiek onderzoek uitgevoerd bij bedrijfsgerichte trajecten in maart 2014. Bij dat nieuw opgezette onderzoek zijn twee bedrijven, een zorginstelling en een onderneming in de bouw betrokken. De ingeschreven deelnemers zijn bij die opleidingen niet voor bekostiging in aanmerking gebracht. Beide genoemde rapporten van 2012 en 2014 geven aanleiding tot een vervolgonderzoek en om verder te kijken naar de bedrijfsgerichte trajecten bij Landstede. De aanleiding voor dit onderzoek De Inspectie van het Onderwijs heeft in het rapport van het specifiek onderzoek van maart 2014 naar bedrijfsgerichte trajecten vervolgtoezicht aangekondigd om de verbeteringen bij de onderzochte opleidingen te onderzoeken. Daarnaast geeft het rapport van maart 2014 specifiek aan dat onderzoek gaat plaatsvinden om te bepalen in hoeverre de instelling in het kader van de bedrijfsgerichte trajecten handelt conform het door haar geformuleerde beleid. Dat betekent bovendien dat gekeken wordt of de dan lopende bedrijfsgerichte crebo-opleidingen met overeenkomsten met bedrijven als uitgangspunt ook aan de wet- en regelgeving voldoen. Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is het vaststellen omvang en aard van de bedrijfsgerichte trajecten en van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van de voorschriften van de vereisten uit de wet en regelgeving bij de binnen het bedrijf onder verantwoordelijkheid van ROC Landstede aangeboden bedrijfsgerichte crebo-opleidingen. Uitvoering van het onderzoek Om de onderzoeksopzet vorm te kunnen geven heeft de inspectie een inventarisatie uitgevoerd. Bij Landstede is nagevraagd welke bedrijfsgerichte trajecten op dat moment nog liepen omdat op basis van externe informatie bleekdat er nog bedrijfsgerichte trajecten in uitvoering konden zijn. Dit in tegenstelling tot het feit dat het college van bestuur in het traject bestuurlijk handelen heeft aangegeven te stoppen met alle bedrijfsgerichte trajecten in crebo opleidingen. We zijn bij het eerste gesprek in het kader van dit onderzoek in december 2014 nagegaan in hoeverre dit ook klopte. Uit de vervolgens door Landstede intern uitgevoerde inventarisatie bleek dat binnen Landstede toch meerdere bedrijfsgerichte trajecten door de verschillende locaties worden aangeboden. Op basis van de door Landstede aangeleverde lijst heeft de inspectie de hieronder genoemde opleidingen geselecteerd om het vervolgtoezicht op uit te voeren. Dit heeft op twee locaties plaats gevonden en bij de opleidingen met de meeste deelnemers. De inspectie
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 1 van 14
heeft zich bij dit onderzoek geconcentreerd op de bedrijfsgerichte opleidingen. Hierbij worden de deelnemers door de bedrijven bij de onderwijsinstelling ingeschreven. De in 2012 en 2014 onderzochte opleidingen worden niet meer als bedrijfsgerichte opleidingen aangeboden. Het vervolgtoezicht op deze opleidingen waar nog waarschuwingen op rusten worden vervolgens onderzocht bij de reguliere opleidingen met hetzelfde crebonummer. In tegenstelling tot de opleidingen in het rapport van maart 2014 worden de onderstaande bedrijfsgerichte opleidingen wel voor bekostiging in aanmerking gebracht. De hieronder genoemde opleidingen zijn in het onderzoek betrokken. Instellingsbreed Crebo 95769, Entree opleiding Assistent dienstverlening en zorg Raalte Crebo 95520, Mbo-Verpleegkundige niveau 4, bbl. Crebo 95530, Verzorgende-IG niveau 3, bbl. Lelystad: Crebo 95520, Mbo-Verpleegkundige niveau 4, bbl. Crebo 95530, Verzorgende-IG niveau 3, bbl. Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van de wettelijke voorschriften is door twee inspecteurs van het mbo onderwijs uitgevoerd. Vooraf zijn documenten opgevraagd zoals onderwijs- en examenregeling, roosters en jaarplanning. Ook waren op beide lokaties ter plaatse documenten zoals studentdossiers en ingevulde bpv-werkboeken, onderwijsovereenkomst, praktijkovereenkomst, examenmateriaal en bevoegdheden docenten aanwezig. Deze documenten zijn ingezien en deels meegenomen. Per onderwijslocatie zijn op respectievelijk 5 en 11 maart 2015 gesprekken gevoerd met deelnemers, docenten/praktijkbegeleider, praktijkopleiders van de bpv-bedrijven, examencommissie, taakhouders van het onderwijsteam en de directie van de betreffende locatie. Op 11 december 2014 en 1 april 2015 is over de bedrijfsgerichte trajecten en de onderzochte opleidingen een gesprek met het college van bestuur van ROC Landstede gevoerd. De entree opleiding is alleen administratief onderzocht aan de hand van de inschrijfgegevens. De resultaten van het onderzoek leiden tot het bepalen van het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies en het vervolgtoezicht. De bevindingen van het onderzoek van de opleidingen vindt u in hoofdstuk 3.
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 2 van 14
2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek en wat het vervolgtoezicht is. Aan de hand van de door Landstede aangeleverde lijst met opleidingen zijn de volgende bedrijfsgerichte trajecten onderzocht: Crebo 95769, Entree opleiding Assistent dienstverlening en zorg. Crebo 95520, Mbo-Verpleegkundige niveau 4. Crebo 95530, Verzorgende-IG niveau 3. 2.1
Conclusie
Bij de administratieve controle van de entreeopleiding Crebo 95769 Assistent dienstverlening en zorg zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. Wij concluderen dat bij de opleidingen crebo 95530 Verzorgende-IG en crebo 95520 Mbo-Verpleegkundige sprake is van een beroepsopleiding met begeleide onderwijstijd en begeleide beroepspraktijkvorming, maar dat in de opzet en uitvoering van de opleiding sprake is van tekorten. Bij deze opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van de weten regelgeving. Deze tekortkomingen hebben ook gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs en de examinering in zijn geheel. De onderwijsinstelling schiet tekort in de begeleiding van de beroepspraktijk. De tekortkomingen betreffen de volgende punten: De duur van de opleiding wijkt af van het wettelijke vereiste. Hiermee wordt niet voldaan aan het gestelde in de wet dat een niveau 4 opleiding drie volledige studiejaren bevat (zie hiervoor artikel 7.2.4a, derde lid onder d van de WEB) en een niveau 3 opleiding minstens twee volledige studiejaren bevat (zie hiervoor artikel 7.2.4a, derde lid onder c van de WEB). De in de onderwijsovereenkomst gemaakte afspraken stroken niet met hetgeen werkelijk is afgesproken met de deelnemers. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 8.1.3. tweede lid van de WEB. Voor de praktijkovereenkomst heeft de inspectie geconstateerd dat de opgenomen uren niet overeenkomstig de duur van de opleiding zijn en is onduidelijk hoeveel uren bpv er daadwerkelijk gemaakt kunnen worden. De bbl opleiding heeft op de locatie Lelystad geen eigen praktijkbegeleiders die de werkplek van de deelnemers bezoeken. Op de locatie Raalte wordt wel op de werkplek een bezoek afgelegd en een voortgangsgesprek gevoerd. De begeleiding is volledig overgenomen door de zorginstellingen. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 7.2.8, tweede lid van de WEB. De onderwijs en examenregeling en de studiegids zijn niet specifiek voor deze (verkorte) opleidingen opgesteld en zijn daarom niet duidelijk genoeg. De werkelijke opleidingsduur komt bovendien niet overeen met de onderwijsovereenkomst en is er onduidelijkheid over het aantal begeleide onderwijsuren en uren bpv. Er wordt dan ook niet voldaan aan artikel 7.4.8, tweede lid van de WEB.
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 3 van 14
Daarnaast voldoet de opleiding crebo 95520 Mbo-Verpleegkundige niet aan de beroepsvereisten conform artikel 7.2.6, tweede lid van de WEB uit andere wetgeving gestelde eisen in de wet BIG en het Besluit opleidingseisen Mbo-Verpleegkundige 2011 artikel 3 lid 2 en 3. De vrijstellingen voor onderdelen van deze opleidingen die aan deelnemers worden verstrekt zijn onvoldoende gemotiveerd en vastgelegd. Tevens is de betrokkenheid van de examencommissie bij het vaststellen van vrijstellingen onvoldoende. Daarmee voldoet de examinering niet aan de eisen die gesteld mogen worden en wordt niet voldaan aan artikel 7.4.4 van de WEB. Meer specifiek er wordt niet voldaan aan standaard 2 en 3 van de examenstandaarden. De ingezette ingekochte examinstrumenten Prove2move is als instrument voldoende, maar de wijze waarop het gebruikt wordt, waarborgt niet een dekkende examinering voor de totale opleiding. Er worden namelijk alleen die onderdelen ingezet die van toepassing zijn op de beroepspraktijk van de zorginstellingen waar de deelnemers werkzaam zijn. Daarnaast vindt geen examinering plaats op de onderwijsinstelling naar eventuele aspecten die niet in de beroepspraktijk beoordeeld kunnen worden. Een uitzondering daarop zijn de verpleegkundige handelingen. Die worden zo nodig in de Skill labs getoetst op school. Deze conclusies worden nader toegelicht in hoofdstuk 3.
2.2 Vervolgtoezicht Voor de volgende opleidingen is geconstateerd dat deze niet voldoen aan wet- en regelgeving en vindt vervolgtoezicht plaats. Opleidingen Crebo 95520, Mbo-Verpleegkundige niveau 4 Crebo 95530, Verzorgende-IG niveau 3 Beoordeling De kwaliteit van examinering en diplomering is onvoldoende.
Toezichtvorm -
Examinering artikel 7.4.4. van WEB. Er wordt niet voldaan aan standaard 2 en 3 van de examenstandaarden.
Vervolgtoezicht -
-
Niet naleven wet- en regelgeving.
-
7.2.4a lid 3d van de WEB, duur van de opleiding 7.2.4a lid 3c van de WEB, duur van de opleiding
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
-
De inspectie meldt het oordeel aan de minister De instelling ontvangt een waarschuwing o.g.v. art 6.1.5b. eerste lid jo 6.1.5b. tweede lid van de WEB Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn van een jaar na de datum van verzending van de waarschuwing volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. De inspectie meldt het oordeel aan de minister De instelling ontvangt een waarschuwing o.g.v. art
pagina 4 van 14
-
Beroepsvereisten artikel 7.2.6 lid 2 van de WEB. onderwijsovereenkomst artikel 8.1.3. lid 2 van de WEB. praktijkovereenkomst artikel 7.2.8 lid 2 van de WEB. Onderwijs- en examenregeling artikel 7.4.8 lid 2 van de WEB inrichting van het onderwijs artikel 7.2.7 van de WEB
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
-
6.1.5. tweede lid jo 6.1.4. eerste lid onder b van de WEB Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn van 3 maanden na de datum van verzending van de waarschuwing volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
pagina 5 van 14
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 6 van 14
3 Bevindingen In dit hoofdstuk geven we een nadere toelichting op de conclusie. Crebo 95520 Mbo-Verpleegkundige Deze opleiding is onderzocht op locatie in Raalte en Lelystad. Wij constateren dat deze opleidingen deels op dezelfde wijze worden aangeboden maar dat er ook verschillen zijn. Waar dat van toepassing is wordt dat in onderstaande tekst vermeld. Aanbod De opleiding wordt aangeboden als verkort programma, hetgeen niet toegestaan is. In de ‘Aanvulling Studiegids Lelystad’ is aangegeven dat de opleiding gemiddeld tweeëneenhalf jaar duurt, uitgaande van 1600 studiebelastingsuren per jaar. Hiermee wordt geen inzage gegeven in de begeleide onderwijstijd waarbij de school actief betrokken is bij de begeleiding en het onderwijs van de deelnemer. Voor een bbl opleiding is dat sinds 1 augustus 2013 minstens 200 uur per jaar. Voor de locatie Raalte staat in de offerte dat de opleiding twee jaar en drie maanden duurt. Hiermee kan niet voldaan worden aan het gestelde in de wet dat een niveau 4 opleiding drie jaar moet duren; zie hiervoor artikel 7.2.4a derde lid van de WEB. Dit is ongeacht de leerweg. Bovendien is in de Regeling vaststelling lijst van vierjarige middenkaderopleidingen bepaald dat de opleiding Mbo-Verpleegkundige ook vier jaar kan duren. Dit mede vanwege de eisen die gesteld worden in de wet BIG en het Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011 artikel 3 tweede en derde lid. Daarbij behoort het totaal aan theoretisch onderwijs 1535 uur te zijn en het praktisch onderwijs 2300 uur, totaal 3835 uur. Ofschoon het theoretisch onderwijs niet in zijn geheel begeleid hoeft te zijn, voldoet de programmering niet aan de wet BIG (zie ook de paragraaf OER, onderwijsovereenkomst etc.). Inschrijving De inschrijving is niet zorgvuldig verlopen. De inschrijving van deelnemers is bepaald door de beide zorginstellingen. Zij voeren de intakegesprekken en Landstede is daar niet bij betrokken. De door de zorginstellingen geselecteerde deelnemers worden vervolgens ingeschreven bij Landstede. Deze neemt de inschrijvingen integraal over. Opvallend is dat op het aanmeldingsformulier standaard bij de keuze versneld/verkort “nee” is ingevuld, terwijl het in werkelijkheid wel een verkort traject is. Vervolgens heeft de school aangegeven dat er vrijstellingen zijn. Met name deel 1 van de gekozen methode van Prove2Move geeft vrijstelling van onderwijs, maar niet van de examinering voor dat deel. De vrijstellingen zijn echter voor iedereen hetzelfde, ook al blijkt uit de vooropleidingsinformatie en de eventuele eerder verworven ervaring dat dat niet klopt. Toch is voor iedereen dezelfde aanname gedaan over de duur van de opleiding en de vrijstellingen. Er is geen of nauwelijks een screening gedaan door Landstede op mogelijke belemmeringen en de haalbaarheid
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 7 van 14
van de opleiding in die korte duur. Hier komen we op terug bij het onderdeel examinering. OER, Onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst en wet BIG De opleiding loopt in Raalte van september 2014 tot december 2016. Dit is ook weergegeven op de onderwijsovereenkomst. In Lelystad is met twee deelnemers besproken dat zij een tweejarige opleiding volgen, zoals ook te lezen is bij de verantwoording van de uren vrijstelling. Echter op de onderwijsovereenkomst staat dat de opleiding drie jaar duurt, namelijk van 15 januari 2014 – 31 januari 2017 bij de ene deelnemer en van 15 januari 2015 tot 31 januari 2018 bij de ander. Hiermee komen deze onderwijsovereenkomsten niet overeen met hetgeen met de deelnemer (mondeling) is afgesproken namelijk twee jaar en zoals opgenomen in de Aanvulling Studiegids 2014 – 2015 namelijk tweeëneenhalf jaar. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 8.1.3, tweede lid van de WEB. De praktijkovereenkomst van de opleiding in Raalte loopt van september 2014 tot december 2016, dus overeenkomstig de afspraken met de deelnemer over de duur van de opleiding. Het is echter onduidelijk hoeveel uur bpv er door de deelnemer moet worden uitgevoerd per leerjaar. In de studiegids staat dat het arbeidscontract in het dossier van de deelnemer behoort te zitten. Dat bepaalt dan ook het aantal bpv uren. Daarnaast is het aantal bpv- uren die zijn opgenomen op de overeenkomst in Lelystad niet aannemelijk omdat de uren per week en de afgesproken duur van de opleiding niet overeenkomen. Een deelnemer heeft bijvoorbeeld 16 uur bpv per week en een totaal van 1957 uur en een ander 24 uur per week en totaal van 2898 uur bpv. Zelfs als de opleiding drie jaar zou duren, zijn deze uren nauwelijks tot niet te maken. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 7.2.8 tweede lid van de WEB. De onderwijs- en examenregeling die aan de inspectie is overgelegd veroorzaakte veel verwarring omdat het een versie is die niet is toegespitst op deze (verkorte) opleiding, maar geldend voor alle opleidingen Verpleegkundige binnen Landstede. De opleiding Verpleegkundige duurt volgens die opleidingsgids 4 jaar terwijl de offerte en de onderwijsovereenkomst voor locatie Raalte anders aangeeft, namelijk twee jaar en drie maanden. De aanvullende studiegids uit Lelystad spreekt van gemiddeld tweeëneenhalf jaar. Onduidelijk is het aantal begeleide onderwijsuren en het aantal beroepspraktijkvormingsuren per leerjaar. De onderwijs- en examenregeling voldoet daarmee niet aan artikel 7.4.8, tweede lid van de WEB. Door het verkorte karakter van de opleiding en het ontbreken van een deugdelijke regeling voor vrijstellingen en het niet inzichtelijk maken van de uren in de onderwijs en examenregeling of op andere wijze kan niet worden voldaan aan de uitvoering van de verplichte 1535 uur theoretisch onderwijs. Indien jaarlijks de 200 klokuren begeleide onderwijstijd als voorgeschreven in de WEB worden gerealiseerd, is dat onvoldoende. De deelnemers zijn namelijk 1 dag per week op school voor een maximale duur van tweeëneenhalf jaar. Het urenoverzicht van de locatie Raalte
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 8 van 14
maakt het aantal uren in het kader van de wet BIG ook niet inzichtelijk. Daar is een totaal van 2488 uur gepresenteerd terwijl het totaal aantal uren conform de wet BIG hoger moet zijn. Het gaat conform de wet BIG alleen al om 2300 uur bpv, naast het theoretisch onderwijs van 1535 uur, dat in ieder geval deels als begeleide uren moet worden aangeboden. Hiermee wordt niet voldaan aan de WEB artikel 7.2.6 lid 2 Beroepsvereisten en daarmee ook niet aan de wet BIG artikel 3 lid 2 van het Besluit opleidingeisen verpleegkundige 2011. Onderwijsproces Er is sprake van een degelijk onderwijsproces waarbij gewerkt wordt aan een portfolio. Dit geldt voor zowel de begeleide onderwijstijd als voor de beroepspraktijkvorming (in kader wet BIG, het praktisch onderwijs). De deelnemers zijn tevreden alhoewel zij het wel een zwaar programma vinden. Het werken met de leermeter behoefde in het begin van het jaar wel extra aandacht omdat de leerlingen niet gewend zijn ermee te werken en er in de beginfase moeite mee hadden. Die aandacht is ook geboden. Verder kan de vraag gesteld worden - gezien de beperkte duur van de opleiding - of de verschillende zorgcategorieën uit de opleiding Verpleegkundige wel voldoende aan bod kunnen komen en de opgedane kennis als zodanig beklijft. Dit naast het feit dat er onvoldoende tijd is om de opleiding te volgen en daarmee ook het trainen van vaardigheden onder druk komt te staan. De bbl opleiding heeft op de locatie Lelystad geen eigen praktijkbegeleiders die de werkplek van de deelnemers bezoeken. Op de locatie Raalte wordt wel op de werkplek een bezoek afgelegd en een voortgangsgesprek gevoerd. De praktijkopleiders van de zorginstelling begeleiden weer de werkbegeleiders. Zij zijn niet zelf met de deelnemers actief. De werkbegeleider geeft aan wanneer een deelnemer kan gaan aftoetsen. Bij deze toetsen zijn geen vertegenwoordigers van de school aanwezig of betrokken. De deelnemers van de opleiding op de locatie Raalte lopen vier uur beroepspraktijkvorming bij een andere afdeling dan dat zij werkzaam zijn, bij de locatie Lelystad is dit niet het geval. Overigens zijn die vier uur niet bij een andere zorgcategorie. Deze constructie vanuit de zorginstelling bij de opleiding op locatie Raalte maakt de beroepspraktijkvorming apart van het werken. Het aantal uren is dan echter wel erg beperkt. De theorie wordt wel op school behandeld, maar is geen onderdeel van het examen. Alles wat in de praktijk wordt beoordeeld is ook meteen het examen. Er vindt op de locatie Raalte geen aparte beoordeling van de beroepspraktijk plaats, op de locatie Lelystad wel. De praktijkopleiders geven aan dat de omschrijving van de beoordelingen te algemeen zijn en daardoor niet altijd voldoende onderscheid in niveau is te maken. De zorginstelling stelt vervolgens eigen eisen, waardoor de inhoud van de opleiding ten opzichte van de oer wordt verzwaard. Hierdoor kan een verzwaring ontstaat ten opzichte van het kwalificatiedossier en verschil in de waarde van diploma’s zoals deze bij de diverse locaties van Landstede worden verstrekt.
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 9 van 14
Examinering De toepassing van de vrijstellingen is niet op juiste wijze gebeurd. Er heeft geen individuele vaststelling van de kerntaken en het werkproces op het behaalde en vereiste niveau plaatsgevonden in relatie tot het kwalificatiedossier Verpleegkundige. De examencommissie heeft niet onafhankelijk per deelnemer vastgesteld dat aan het bepaalde niveau voor de vrijstellingen is voldaan. De inhoud van de opleiding Verzorgende-IG wordt gelijk gesteld aan het eerste deel van de opleiding Verpleegkundige, terwijl van een verpleegkundige meer complexiteit en zelfstandigheid verwacht mag worden in vergelijking met een Verzorgende-IG. Er zal zeker overlap zijn, maar integraal het hele zorgplan van een VerzorgendeIG gelijk stellen aan het maken van een zorgplan Verpleegkundige is niet zoals in het kwalificatiedossier wordt beschreven. De beroepsvaardigheden worden voor het merendeel in de praktijk geëxamineerd aan de hand van opdrachten in een Proeve van bekwaamheid. Daarnaast maken de generieke vakken onderdeel uit van het examen. De examinering vindt plaats aan de hand van opdrachten die beoordeeld worden door twee andere verpleegkundigen. Dit is niet de begeleider van de betreffende deelnemer in de praktijk, maar wel iemand uit hetzelfde team. Hierdoor kan het voorkomen dat delen van de opleiding mogelijk niet aan bod komen in het examen omdat de praktijk die mogelijkheid niet biedt. Er vindt geen gestructureerde examinering plaats van de andere branches op de onderwijsinstelling. Dit vindt wel plaats voor de verplichte verpleegtechnische handelingen. Er wordt dan ook alleen geëxamineerd in de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg. Landstede heeft zelf onvoldoende zicht op de examinering. Zij zijn niet aanwezig bij de beoordeling in de praktijk en houden ook geen steekproefgewijze controle. Er is dan ook geen inzicht in de afname condities en de wijze van beoordelen bij de examencommissie op grond waarvan deze tot diplomering kan overgaan. De examinering in de praktijk wordt geheel door de zorginstellingen zelf verzorgd. Gezien het feit dat er veelvuldig wordt geëxamineerd is dat een praktische oplossing, maar daarmee is de verantwoordelijkheid voor de examinering feitelijk verlegd naar de zorginstelling in plaats van dat deze verantwoordeljikheid bij de onderwijsinstelling ligt, zoals wettelijk vereist is. Ook kan de vraag gesteld worden of door de fragmentarische wijze van examineren het niveau en de complexiteit behorend bij het niveau van de opleiding wel voldoende aan bod kan komen in de examinering. Er wordt niet voldaan aan artikel 7.4.4. van de WEB, meer specifiek wordt er niet voldaan aan standaard 2 en 3 van de examenstandaarden.
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 10 van 14
Crebo 95530 Verzorgende-IG Deze opleiding is onderzocht in zowel Raalte als Lelystad. Wij constateren dat deze opleidingen deels op dezelfde wijze worden aangeboden maar dat er ook verschillen zijn. Waar dit van toepasing is wordt dat vermeld. Aanbod De opleiding wordt aangeboden als verkort programma. In de Aanvulling Studiegids Lelystad is aangegeven dat de opleiding gemiddeld anderhalf jaar duurt, uitgaande van 1600 studiebelastingsuren per jaar. Hiermee wordt geen inzage gegeven in de begeleide onderwijstijd waarbij de school actief betrokken is bij de begeleiding en het onderwijs van de deelnemer. Voor een bbl opleiding is dat minstens 200 uur per jaar. Voor de locatie Raalte staat in de offerte dat de opleiding van april 2014 tot juni 2015 duurt. Hiermee kan niet voldaan worden aan het gestelde in de wet dat een niveau 3 opleiding minimaal twee jaar moet duren (artikel 7.2.4a derde lid onder c van de WEB). Dit is ongeacht de leerweg (zie ook de paragraaf wettelijke documenten, oer, onderwijsovereenkomst etc). Inschrijving De inschrijving heeft plaatsgevonden door de beide zorginstellingen. Zij voeren de intakegesprekken, Landstede is daar niet bij betrokken. De door de zorginstellingen geselecteerde deelnemers worden ingeschreven bij Landstede. Op het aanmeldingsformulier staat standaard bij versneld/verkort: nee. Daarnaast staat er op het aanmeldings– en inschrijfformulier een 1-jarig traject vermeld. Vervolgens heeft Landstede aangegeven dat zij de vrijstellingen bepaalt. Deze vrijstellingen zijn vervolgens voor iedereen hetzelfde, ook al blijkt uit de vooropleidingsinformatie dat deze niet voor iedereen hetzelfde is. Dat geldt ook voor de eventuele eerder verworven ervaring in het werkveld. Hier komen we bij het onderdeel examinering op terug. Zo troffen wij in Raalte meerdere deelnemers aan die reeds de BOL opleiding helpende en verzorgende bij een andere onderwijsinstelling hadden afgerond. Deze deelnemers zijn onterecht op deze opleiding ingeschreven. Hier is meer sprake van een nascholing voor de zorginstelling op het nieuwe kwalificatiedossier. OER, Onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst en wet BIG De opleiding loopt in Raalte van bijvoorbeeld november 2014 tot januari 2016. Dit is ook weergegeven op de onderwijsovereenkomst. Er waren echter ook deelnemersdossiers waarbij de deelnemer op de onderwijsovereenkomst stond ingeschreven van november 2013 tot aan november 2015, maar in januari 2015 reeds het diploma had behaald. Een enkele keer kwamen we ook tegen dat een deelnemer twee praktijkovereenkomsten had voor een deel van dezelfde periode bij dezelfde zorginstelling met beide dezelfde einddatum. In Lelystad is met verschillende deelnemers gesproken en zij gaven aan dat de opleiding 18 maanden duurde. Echter op de onderwijsovereenkomst staat dat de opleiding twee jaar duurt, namelijk van 1 september 2013 tot 31 augustus 2015. Deze overeenkomsten komen niet overeen met hetgeen met de
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 11 van 14
deelnemer is afgesproken en opgenomen in de Aanvulling Studiegids 2014 - 2015. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 8.1.3, tweede lid van de WEB. De praktijkovereenkomst in locatie Raalte loopt van november 2014 tot januari 2016, overeenkomstig de afspraken met de deelnemer over de duur van de opleiding. Het is echter onduidelijk hoeveel uur bpv er door de deelnemer moet worden uitgevoerd per leerjaar. In de studiegids staat dat het arbeidscontract in het dossier van de deelnemer behoort te zitten. Dat bepaalt dan ook het aantal bpv uren. In de praktijkovereenkomst staan 1000 tot 1600 klokuren, maar ook 800 klokuren welke niet aannemelijk zijn voor de duur van de opleiding omdat niet iedereen een fulltime contract heeft en er ook een schooldag bezocht moet worden. In de instellingsanalyse van de totaal bestede uren staat 900 uur voor de bpv opgenomen. Het aantal praktijkuren dat is opgenomen op de praktijkovereenkomst in locatie Lelystad is overal 1280 klokuren. Dit is eveneens niet aannemelijk omdat de uren per week (16 uur) en de afgesproken duur van de opleiding dan niet overeenkomen. Hiermee wordt niet voldaan aan artikel 7.2.8 tweede lid van de WEB. De onderwijs en examenregeling die de inspectie is overgelegd veroorzaakte verwarring omdat het een reguliere oer is die niet is toegespitst op deze (verkorte) opleiding, maar geldend voor alle opleidingen Verzorgende-IG binnen Landstede. De opleiding VerzorgendeIG duurt volgens die opleidingsgids drie jaar, terwijl de offerte en de onderwijsovereenkomst voor locatie Raalte anders aangeven namelijk 1 jaar en twee maanden. De aanvullende studiegids uit locatie Lelystad spreekt van gemiddeld anderhalf jaar. Uit de informatie van de deelnemers blijkt dat de opleidingsduur in de praktijk minder is. De diplomering vindt pas plaats op 5 oktober 2015, terwijl de studenten al voor de zomer klaar zijn met de opleiding. In de meeste gevallen worden daarom de eindgesprekken over de vakantie geschoven en de diplomauitreiking naar 5 oktober, terwijl deze opleidingstrajecten feitelijk al voor de vakantie afgerond kunnen worden. Over deze situatie in relatie tot de bekostiging is separaat een brief naar de instelling verstuurd. Onduidelijk is de oer over het aantal begeleide onderwijsuren per leerjaar en het aantal beroepspraktijkvormingsuren per studiejaar. De onderwijsen examenregeling voldoet daarmee niet aan artikel 7.4.8 tweede lid van de WEB. Door het verkorte karakter van de opleiding en het ontbreken van een deugdelijke vrijstellingenregeling en het niet inzichtelijk maken van de uren in de oer is het programma onvoldoende. Onderwijsproces Er is sprake van een degelijk onderwijsproces waarbij gewerkt wordt aan een portfolio. Dit geldt voor zowel de begeleide onderwijstijd als voor de beroepspraktijkvorming. De deelnemers zijn tevreden alhoewel zij het wel een zwaar programma vinden. Het werken met de leermeter behoefde in het begin van het jaar wel extra aandacht omdat de leerlingen niet
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 12 van 14
gewend zijn ermee te werken en er in de beginfase moeite mee hadden. Die aandacht is ook geboden. Verder kan de vraag gesteld worden - gezien de beperkte duur van de opleiding - of de verschillende zorgcategorieën uit de opleiding Verzorgende-IG wel voldoende aan bod kunnen komen en als zodanig kunnen beklijven. Dit naast het feit dat er onvoldoende tijd is voor de opleiding en daarmee ook het intrainen van vaardigheden onder druk komt te staan. Uit de offerte blijkt ook dat het onderdeel kraamzorg niet wordt aangeboden. De bbl opleiding heeft geen eigen praktijkbegeleiders, dit wordt door de werkbegeleiders van de zorginstelling verzorgd. De praktijkopleiders van de zorginstelling begeleiden weer de werkbegeleiders. Zij zijn niet zelf met de deelnemers actief. De werkbegeleider geeft ook aan wanneer een deelnemer kan gaan aftoetsen. Hier zijn dan geen vertegenwoordigers van de school bij aanwezig of betrokken. De theorie moet wel behandeld zijn, maar is geen onderdeel van het examen. Alles wat in de praktijk wordt beoordeeld, is ook meteen een examen. Er vindt geen aparte beoordeling van de beroepspraktijk plaats. De praktijkopleiders geven aan dat de omschrijvingen van de beoordelingen te algemeen zijn en dat er daardoor niet altijd voldoende onderscheid in niveau is te maken. De zorginstelling stelt daar vervolgens eigen eisen aan bij bijvoorbeeld toediening medicatie, waardoor de inhoud van de opleiding ten opzichte van de oer wordt verzwaard. Hierdoor ontstaat een verzwaring ten opzichte van het kwalificatiedossier en verschil in de waarde van diploma’s bij Landstede. Examinering De toepassing van de vrijstelling is niet op juiste wijze gebeurd. Er heeft geen individuele vaststelling van het behaalde niveau plaatsgevonden in relatie tot het kwalificatiedossier Verzorgende-IG. De examencommissie heeft niet onafhankelijk kunnen vaststellen dat per student aan bepaalde werkprocessen en kerntaken uit het kwalificatiedossier is voldaan waardoor een verkorting van het programma is gerechtvaardigd. De inhoud van de opleiding Helpende wordt gelijkgesteld aan het eerste deel van de opleiding Verzorgende-IG. Voor de Verzorgende-IG verleent de examencommissie geen vastgestelde vrijstellingen. Ook hier wordt hetzelfde als bij Verpleegkundige het eerste deel van de opleiding niet aangeboden en alleen geëxamineerd in de praktijk. Dit roept op zijn minst vragen op. Er wordt alleen in de praktijk geëxamineerd aan de hand van opdrachten die beoordeeld worden door twee andere verzorgenden. Niet is de begeleider van de betreffende student in de praktijk, maar wel uit hetzelfde team. Hiermee kan het voorkomen dat hele delen van de Verzorgende-IG opleiding niet aan bod komen in het examen omdat de praktijk die mogelijkheid niet biedt. Er is namelijk veelal sprake van slechts één zorgcategorie in de praktijk waar de deelnemer werkzaam is. Er vindt geen gestructureerde examinering plaats van op zijn minst één van de andere zorgcategorieën op de onderwijsinstelling zoals over de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg of kraamzorg. Dit vindt
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 13 van 14
wel plaats voor de verplichte verpleegtechnische handelingen. Er wordt alleen geëxamineerd in de beroepspraktijk van de Verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg. Landstede heeft zelf onvoldoende zicht op de examinering. Zij zijn niet aanwezig bij de beoordeling in de praktijk. Er vindt ook niet steekproefgewijs een controle plaats. Er is dan ook geen inzicht in de afname condities en de wijze van beoordelen bij de examencommissie op grond waarvan deze tot diplomering kan overgaan. De examinering in de praktijk wordt geheel door de zorginstellingen verzorgd. Gezien het feit dat er veelvuldig wordt geëxamineerd is dat een praktische oplossing, maar daarmee is de verantwoordelijkheid voor de opleiding feitelijk verlegd naar de zorginstelling in plaats van dat deze verantwoordeljikheid bij de onderwijsinstelling ligt. Ook kan de vraag gesteld worden of dat door de fragmentarische wijze van examineren wel voldoende het niveau en de complexiteit behorend bij het niveau van de opleiding aan bod kan komen in de examinering. Er wordt niet voldaan aan artikel 7.4.4. van WEB en niet aan standaard 2 en 3 van de examenstandaarden.
Rapport specifiek onderzoek mbo – ROC Landstede
pagina 14 van 14