CREBO:50109)

Algemeen juridische beroepsvorming 4

ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

1 september 2004


sd.cju01.4.v3 © ECABO, 1 september 2004 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT

1 september 2004


INHOUD

Normeringsmodel met taxonomiecodes

1

Toetstermen

2

1 september 2004


Normeringsmodel met taxonomiecodes Deelkwalificatie Algemeen juridische beroepsvorming 4 (CJU01.4/CREBO:50109) Nr. Eindterm

Taxonomiecode

Waarde per eindterm

1.

De kandidaat kan het begrip recht omschrijven.

F

2

2.

De kandidaat kan de rechtsbronnen omschrijven.

F

2

3.

De kandidaat kan de meest gebruikte indelingen van het recht hanteren.

B

4

4.

De kandidaat kan enkele elementaire begrippen uit het staatsrecht omschrijven.

F

6

5.

De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht omschrijven.

F

15

6.

De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende benoemde overeenkomsten omschrijven: - koopovereenkomst - huurovereenkomst - verzekeringsovereenkomst.

F

8

7.

De kandidaat kan het algemeen burgerlijk recht toepassen op eenvoudige casusposities.

Rc

15

8.

De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht omschrijven.

F

15

9.

De kandidaat kan het ondernemings- en faillissementsrecht toepassen op eenvoudige casusposities.

Rc

15

10. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het burgerlijk procesrecht omschrijven.

F

6

11. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het strafrecht omschrijven.

F

6

12. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het bestuursrecht omschrijven.

F

6 100

1

1 september 2004


Toetstermen

2

1 september 2004


Toetstermen Deelkwalificatie:

Algemeen juridische beroepsvorming 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

EINDTERM: 1.

De kandidaat kan het begrip recht omschrijven.

Taxonomiecode: F Waarde: 2 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

1.1

Omschrijven

het begrip recht

- een gangbare definitie - de verschillende betekenissen - onderscheid tussen rechtsregels en andere regels

3

Toetsvoorwaarden

1 september 2004




EINDTERM: 2.

De kandidaat kan de rechtsbronnen omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

2.1

Omschrijven

de rechtsbronnen

- de vindplaatsen van het recht - hun onderlinge samenhang

4

Toetsvoorwaarden

1 september 2004




EINDTERM: 3.

De kandidaat kan de meest gebruikte indelingen van het recht hanteren.

Taxonomiecode: B Waarde: 4 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

3.1

Toepassen

indelingen van het recht

-

- aan de hand van eenvoudige casusposities en voorbeelden

geschreven en ongeschreven recht materieel en formeel recht publiekrecht en privaatrecht dwingend en aanvullend recht nationaal en internationaal recht

5

1 september 2004




EINDTERM: 4.

De kandidaat kan enkele elementaire begrippen uit het staatsrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

4.1

Omschrijven

elementaire begrippen uit het staatsrecht

-

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - wetboek

-

bronnen van het staatsrecht staatsvormen en regeringsvormen het begrip Trias Politica taken en bevoegdheden van regering, parlement, Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale Ombudsman de begrippen wet in materiële zin en wet in formele zin algemene gang van zaken bij landelijke verkiezingen de begrippen referendum, actief en passief kiesrecht, kiesdeler, kandidatenlijst, lijsttrekker en fractie Grondwet en grondrechten

6

1 september 2004




EINDTERM: 5.

De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

5.1

Omschrijven

elementaire begrippen van: - personen- en familierecht

- tenminste: . rechtsbronnen van personen- en familierecht . het begrip huwelijksovereenkomst . het begrip geregistreerd partnerschap . functie van Burgerlijke Stand en bevolkingsregister . algehele gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden . aansprakelijkheid van partners binnen het huwelijk en in het geval van samenwonen . functie van een samenlevingscontract


- erfrecht

- tenminste: . rechtsbronnen van erfrecht . onderscheid tussen wettelijk en testamentair erfrecht . het begrip erflater, langstlevende echtgenoot, erfgenaam, erfdeel, nalatenschap, testament, codicil, legaat, legataris, legitimaris, mate van bloed- en aanverwantschap, Centraal Testamentenregister, successierecht

7

1 september 2004




EINDTERM: 5.

(vervolg) De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau .

- goederen- en verbintenissenrecht

Toetsvoorwaarden

handelingen op het gebied van nalatenschap na overlijden van een persoon

- tenminste: . de rechtsbronnen van het goederen- en verbintenissenrecht . de begrippen: . vermogen . zaken (roerende en onroerende) . registergoederen . vermogensrechten . indelen van rechten in: . absolute en relatieve rechten . volledige en beperkte rechten . gebruiks- en zekerheidsrechten . de begrippen eigendom, bezit en houderschap . het begrip verbintenis . het ontstaan van verbintenissen en de wijzen waarop verbintenissen tenietgaan

8

1 september 2004




EINDTERM: 5.

(vervolg) De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau . . . . .

Toetsvoorwaarden

het begrip onrechtmatige daad en de mogelijke gevolgen van een onrechtmatige daad, met voorbeelden de regeling van aansprakelijkheid voor werknemers, kinderen, opstallen, producten en motorvoertuigen het begrip overeenkomst, met de soorten overeenkomsten indeling van overeenkomsten vereisten voor totstandkomen van rechtsgeldige obligatoire overeenkomsten

9

1 september 2004




EINDTERM: 6.

De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende benoemde overeenkomsten omschrijven: - koopovereenkomst - huurovereenkomst - verzekeringsovereenkomst.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

6.1

Omschrijven

de juridische consequenties van: - koop - huur - verzekering

- algemeen: . eisen voor totstandkoming . gevolgen als aan één van deze eisen niet voldaan is . rechten en plichten van de partijen - specifiek voor koop: . algemene voorwaarden . ingebrekestelling - specifiek voor huur: . huur van woonruimte . huur van bedrijfsruimte - specifiek voor verzekering: . schadeverzekering . levensverzekering


10

1 september 2004




EINDTERM: 7.

De kandidaat kan het algemeen burgerlijk recht toepassen op eenvoudige casusposities.

Taxonomiecode: Rc Waarde: 15 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

7.1

Toepassen

algemeen burgerlijk recht

- op een eenvoudige casuspositie met betrekking tot: . afwikkeling van een nalatenschap . eigendom, bezit en houderschap . onrechtmatige daad . absolute en relatieve rechten . beperkte rechten . verbintenissen/overeenkomsten


11

1 september 2004




EINDTERM: 8.

De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

8.1

Omschrijven

begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht

- onderscheid tussen de ondernemingsvormen met en zonder rechtspersoonlijkheid t.a.v. eisen voor oprichting, wijze van oprichting, aansprakelijkheid, organen, fiscale aspecten, publicatieplicht, beëindiging - de begrippen: faillissement, curator, staat van insolventie, schuldeisers, separatist, verificatievergadering, homologatie van een akkoord - aanvragen van een faillissement - afwikkeling van een faillissement (op hoofdlijnen) - gevolgen van beëindiging van faillissement - onderscheid faillissement en surseance van betaling - positie van separatisten, preferente en concurrente schuldeisers in faillissement en surseance


12

1 september 2004




EINDTERM: 9.

De kandidaat kan het ondernemings- en faillissementsrecht toepassen op eenvoudige casusposities.

Taxonomiecode: Rc Waarde: 15 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

9.1

Toepassen

het ondernemings- en faillissementsrecht

- op eenvoudige casusposities met betrekking tot: . de keuze voor een ondernemingsvorm . de keuze tussen faillissement en surseance van betaling . de beoordeling van posities van schuldeisers in een faillissement


13

1 september 2004




EINDTERM: 10.

De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het burgerlijk procesrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

10.1

Omschrijven

begrippen uit het burgerlijk procesrecht

- de belangrijkste beginselen van burgerlijk procesrecht - de belangrijkste gerechtelijke instanties - de hoofdlijnen van: . de rechtbankprocedures . de dagvaardingsprocedure . de verzoekschriftprocedure - de begrippen: . absolute en relatieve competentie . kort geding . arbitrage - enkele gewone en enkele buitengewone rechtsmiddelen


14

1 september 2004




EINDTERM: 11.

De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het strafrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

11.1

Omschrijven

de belangrijkste begrippen uit het strafrecht

-


bronnen materieel en formeel strafrecht onderscheid misdrijf vs. overtreding begrip ‘delict’ en enkele voorbeelden straffen en maatregelen dwangmiddelen verloop van een strafprocedure op hoofdlijnen en de daarin optredende partijen - rechtsmiddelen

15

1 september 2004




EINDTERM: 12.

De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het bestuursrecht omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

12.1

Omschrijven

begrippen uit het bestuursrecht

- bronnen - plaats binnen het publiekrecht - de algemene beginselen van behoorlijk bestuur - de begrippen . besluit van algemene strekking . beschikking - strekking van de AwB - strekking van de WOB - de inrichting van de rechtsbescherming tegen overheidshandelen (op hoofdlijnen) - de instrumenten ter handhaving van bestuursrecht


16

1 september 2004

CREBO:50109)

Recommend Documents