SPECIALISTISCH TEAMWORK GEEFT DE DOORSLAG
Colofon Teksten: René van Dijk, cardioloog, en Dorien Tulner, psychiater Illustraties: Alexander Weeber © Cavari Clinics 2013 De casuïstiek in deze uitgave bestaat uit waarheidsgetrouwe, geanonimiseerde behandelgeschiedenissen. Ze zijn geschreven door patiënten van Cavari Clinics en worden toegelicht door de betrokken medisch specialisten.
SPECIALISTISCH TEAMWORK GEEFT DE DOORSLAG Over de gunstige effecten van geïntegreerde medisch-specialistische zorg. Patiënten en hun artsen aan het woord.
1
inhoud Anders kijken............................................................................................................................... 4 No health without mental health.................................................................................................... 6 Meerwaarde van de geïntegreerde aanpak in de praktijk................................................................. 9 Een redacteur die aan alle kanten vast liep................................................................................... 12 De heer Mulder over angst en verslaving Een manager met een zwak geheugen ........................................................................................ 18 De heer De Wit over het brein, hart en stemming Een zakenman die bang werd van zijn hart .................................................................................. 24 De heer Dekker over angst en boezemfibrilleren De loopbaan van een goede kok................................................................................................. 30 De heer Schouten over ambities, stress en het hart Veel te jong een hartinfarct.......................................................................................................... 36 Mevrouw Koning over de gevolgen van een hartaanval De gevolgen van een schildklierprobleem in een risicovolle baan................................................... 42 De heer Alaoui over de gevolgen van schildklierlijden Van het kastje naar de muur geeft letterlijk hoofdbrekens............................................................... 48 De heer Hendriks over stress, het brein en het hart Van kwaad tot erger en uiteindelijk gelukkig toch goed!................................................................. 52 De heer Meijer over de gezondheidszorg in Nederland als je meer mankeert De werkwijze van Cavari Clinics.................................................................................................. 64 De financiering.......................................................................................................................... 66 Over de auteurs......................................................................................................................... 69 Nawoord................................................................................................................................... 72 2
artsen aan het woord
3
anders kijken Met veel plezier werken wij als artsen sinds een paar jaar samen in Cavari Clinics, een gespecialiseerd behandelcentrum in Groningen. Eén van de patiëntencategorieën waar we ons binnen Cavari vooral mee bezig houden, bestaat uit mensen die meerdere medische aandoeningen hebben en in de reguliere zorg niet de juiste hulp vinden. Vaak betreft dit patiënten met lichamelijke klachten die niet goed begrepen worden, met ingrijpende gevolgen voor hun leven. De gezondheidszorg in Nederland is voor hen niet goed ingericht, doordat deze sterk is opgesplitst in medische deelgebieden. Daarnaast zijn veel medisch specialisten alleen nog echt specialist op hun eigen vakgebied. Samenwerken en samen ‘kijken’ naar een patiënt wordt niet beloond, maar juist ontmoedigd. Het overzicht, dat voor een goede medische analyse nodig is, ontbreekt dan vaak. Bij Cavari Clinics kijken we juist sámen naar medische problemen. Wij zijn erg enthousiast over wat we hierdoor bereiken voor onze patiënten. En dat enthousiasme willen we graag met u delen! Bij het nadenken over dit boekje en hoe we ons enthousiasme over kunnen brengen, kwamen we op het voor de hand liggende idee om een aantal patiënten te vragen hun ervaringen met Cavari Clinics te beschrijven. Hún ervaringen zeggen immers het meest. Zo vindt u in dit boekje de belevenissen van acht patiënten die in de reguliere gezondheidszorg vastliepen en bij Cavari Clinics ‘anders’ zijn behandeld, volgens ons nieuwe Integratieve Zorgmodel. De ziektegeschiedenissen zijn volledig door de patiënten zelf geschreven en door ons voorzien van een inleiding. Soms met een persoonlijke noot, als die naar ons idee cruciaal was voor het eindresultaat. Daarnaast hebben we een medische analyse toegevoegd, zoals we die in het medisch diagnostisch rapport aan de patiënten hebben teruggekoppeld. Waar van toepassing hebben we na het verhaal van de patiënt de relevante ‘clou’ van het behandeltraject op het gebied van zorgorganisatie geformuleerd. We danken onze patiënten voor hun vertrouwen in het nieuwe zorgmodel en in ons als medici. Zij stimuleren ons om het Integratieve Zorgmodel mede op basis van hun feedback steeds verder te verbeteren. Wij wensen u veel leesplezier toe. We hopen dat ons zorgconcept u aanspreekt en dat het ook uw gedachten over verbeteringen in de Nederlandse gezondheidszorg stimuleert. Dr. René van Dijk, cardioloog Dr. Dorien Tulner, psychiater/psychosomatisch specialist
4
Cavari Clinics Cavari Clinics is een ‘Zelfstandig Behandel Centrum’ en privékliniek met een WTZi erkenning voor het bieden van tweedelijns medisch specialistische zorg op het gebied van de somatiek, revalidatie geneeskunde en geestelijke gezondheidszorg. Cavari Clinics levert deze drie takken van zorg in de vorm van preventieve Health Checks, poliklinische tweedelijnszorg en tweedelijns dagbehandeling. Voor een aantal specifieke patiëntengroepen heeft Cavari Clinics een derdelijns functie en krijgt daardoor verwijzingen vanuit onder andere Universitaire Ziekenhuizen. Daarnaast krijgt Cavari Clinics vanuit het bedrijfsleven veel werknemers verwezen, die in de reguliere ziekenhuiszorg niet vlot en effectief geholpen kunnen worden. Het gevolg is onnodig lang arbeidsverzuim. Onderscheid met reguliere ziekenhuiszorg Cavari Clinics heeft een Integratief Zorgmodel ontwikkeld. Deze zorg onderscheidt zich van de reguliere zorg door vergaande integratie van somatiek, revalidatie en psychiatrie in de behandeltrajecten. Een ander onderscheid is dat deze geïntegreerde zorg per individu op maat gemaakt wordt en – waar nodig – gecombineerd met arbeidsgerelateerde interventies. Doordat er vanuit een brede medische invalshoek en buiten de geijkte kaders gekeken wordt, wordt het probleem van patiënten en de reden van vastlopen in de reguliere zorg snel duidelijk. De combinatie van deze ‘andere’ manier van kijken met een strikte regie over de behandeling en een intensieve samenwerking met andere specialistische medische centra leidt tot opvallend goede behandelresultaten. Het integratieve zorgmodel en zorgkostenreductie Het integratieve zorgmodel leidt tot relatief snelle en structurele gezondheidsoplossingen. Structurele oplossingen leiden tot afname of verdwijnen van medische zorgconsumptie en daarmee tot – zeer – forse verlaging van de zorgkosten over de langere termijn. Dit is relevant omdat de afgelopen jaren de zorgkosten juist sterk gestegen zijn en een aantal oorzaken daarvan, zoals de vergrijzing en het gebruik van nieuwe medische technologieën, moeilijk te beïnvloeden is. De overheid kiest bij haar oplossingen voor kostenreductie in de zorg tot nu toe steevast voor strategieën, die als primaire insteek hebben om de financiële schade voor zorgverzekeraars (‘de schadelast’) beperkt te houden. Hierbij worden tot nu toe telkens weer andere patiëntengroepen de dupe. Het integratieve zorgmodel van Cavari Clinics laat zien dat ‘anders kijken’ en een strikt individuele geïntegreerde benadering van ingewikkelde medische aandoeningen veel effectiever is en daardoor uiteindelijk goedkoper. 5
5
no health without mental health door prof. dr. A. Honig ‘No Health without Mental Health’ is het motto dat ik dit boekje zou willen meegeven. Het is overgenomen uit de recente strategische gezondheidszorgkeuze in Engeland. Een strategie die is gebaseerd op de enorme maatschappelijke consequenties van niet onderkende of onderbehandelde psychiatrische problemen en stoornissen bij patiënten in behandeling in algemene en academische ziekenhuizen. Maar hoe geef je goede integrale zorg nu vorm? Wat zijn de mogelijkheden en de belemmeringen? Goed geïntegreerde psychiatrische en somatische zorg voor patiënten in een algemeen ziekenhuis vergt meerdere invalshoeken en een gezamenlijke inspanning. Een doeltreffende samenwerking tussen de psychiater, andere medisch specialisten en paramedici is hierbij cruciaal. Echter, in de praktijk loopt men nog vaak aan tegen fenomenen zoals domeinafbakening, territoriumdrift of onoverbrugbare verschillen van mening en inzicht, waardoor zorg onvoldoende wordt afgestemd. In ons huidige verkokerde ziekenhuisstelsel is dit thema een groot probleem. Ondertussen voelt de patiënt zich niet gehoord en ‘valt tussen wal en schip’, met als resultaat dat een goede en effectieve behandeling niet van de grond komt. De dokter en niet de patiënt staat centraal en dat maakt de zorg patiëntonvriendelijk en inefficiënt. De verhalen en ervaringen van patiënten in de ‘normale zorg’, zoals hier opgetekend, zijn voor mij heel herkenbaar. De analyses van de huidige behandelaars heb ik met veel interesse gelezen. Het zijn verhalen over verkokerde en verbureaucratiseerde zorg, waarin de patiënt alleen schijnbaar centraal staat. In contrast daarmee staat de zorg zoals patiënten die hebben ervaren bij Cavari Clinics. Toch is er wat betreft diagnostiek en behandeling geen sprake van bijzondere geneeskunde. De zorg zoals die door Cavari Clinics wordt aangeboden is noch experimenteel noch revolutionair. Medisch studenten, die nog geen referentiekader hebben van de dagelijkse gezondheidszorgpraktijk, zullen deze waarschijnlijk als vanzelfsprekend beschouwen. “Daar heb ik deze studie toch voor gekozen?”. Hierin schuilt de kracht van Cavari Clinics. Het is schrijnend te beseffen dat, in de huidige tijd, dit idee van gezondheidszorg zo ver is af komen te staan van de dagelijkse realiteit. Met alle uitzichtloosheid voor patiënten tot gevolg. Wat zijn de ingrediënten van een gewenste vorm van gezondheidszorg? Ik heb een aantal steekwoorden uit de verhalen die in dit boekje zijn opgetekend, verzameld: geïntegreerde zorg, heldere communicatie, bereikbare hulpverleners die samenwerken en onderling afstemmen, zo nodig digitaal contact met patiënten (telezorg), gemotiveerd team met korte lijnen, maar één keer je verhaal vertellen, lichaam en geest lopen door elkaar, oplossingsgericht, tijd voor de patiënt, patiënt participeert in diagnostisch proces. 6
Je zou toch zeggen dat dit allemaal steekwoorden en kenmerken zijn van ‘goed hulpverlenerschap’. Blijkbaar is dit niet het geval, want anders was het de patiënten niet opgevallen in hun ervaring met Cavari Clinics. Wij moeten ons dat als dokters aantrekken. Hoe komt het dat patiënten zo tussen de wal en het schip terecht komen? Om te beginnen door de aard van hun problemen: deze zijn complex, gezien vanuit de organisatie van de huidige zorg. De huidige zorg is goed toegerust voor enkelvoudige gezondheidsproblemen en ziekten die zich houden aan de indeling van medische specialismen en subspecialismen. Alle problemen die niet voldoen aan deze indeling worden ‘complex’ genoemd of met een mooie term van het label ‘comorbiditeit’ voorzien. Complexe problemen en comorbiditeit zijn niet te vatten in eenvoudige zorgstraten zoals de ‘zorglijn depressie’ binnen de GGZ of de ‘zorglijn hartfalen’ in de somatische geneeskunde. Want wat te doen met een patiënt die niet alleen een depressie heeft, maar ook nog eens een ernstige lichamelijke ziekte, zoals hart-vaat-lijden? Dit is geen theoretisch probleem, zoals ook één van de beschrijvingen in dit boekje aantoont. Beide stoornissen komen samen heel vaak voor; een veelvoud van wat je op basis van toeval zou verwachten! De zorg reageert hierop door deze ‘complexe patiënten’ onder te brengen in een gespecialiseerde setting zoals een borstkankerziekenhuis of speciale multidisciplinaire poliklinieken voor zwangerschap en psychiatrie. Mooie initiatieven, maar complexiteit is niet alleen op te lossen door een specifieke geïntegreerde setting. Dat zou immers betekenen dat er een oneindig aantal specifieke multidisciplinaire organisatiestructuren nodig zouden zijn. Dat is, alleen al vanuit economisch perspectief, een onhaalbare strategie. Naar mijn mening moet het anders en dit boekje geeft aan hoe het ook fundamenteel anders kan. Aan de ene kant door de Cartesiaanse tweedeling te verlaten en aan de andere kant door een mentaliteitsverandering van hulpverleners. De belangrijkste vier voorwaarden voor goede brede medische zorg zijn: 1. Het doorbreken van de Cartesiaanse financiering van gezondheidszorg. Psychiatrie en somatische gezondheidszorg zijn ook qua financiering tot op de dag van vandaag nog steeds ver van elkaar verwijderd. Dit heeft vaak negatieve gevolgen. De Cartesiaanse tweedeling is dus niet alleen filosofisch van aard. De financiële tweedeling komt in dit boekje dan ook terecht aan bod.
7
2. H et doorbreken van de Cartesiaanse tweedeling in de opleiding tot medisch specialist. In de opleiding tot medisch specialist is geneeskunde georganiseerd langs de Cartesiaanse tweedeling tussen lichaam en geest. Kies je voor een somatisch vak dan word je daar in geschoold en niet of nauwelijks in de psychiatrie. Andersom geldt dit ook voor de opleiding tot psychiater. Specialisten van het lichaam concentreren zich in het algemeen ziekenhuis, psychiaters vooral in de inrichtingen en de ambulante geestelijke gezondheidszorg. Intensieve samenwerking onder één dak, met korte lijnen tussen specialismen en bekendheid met elkaar en elkaars vakgebieden, is daardoor een onhaalbare kaart. 3. Goede communicatie en laagdrempelige samenwerking tussen specialisten in het algemeen en met patiënten in het bijzonder. 4. Het doorbreken van de verzuiling binnen de geneeskundige specialismen zelf. Veel medische specialisten verworden steeds meer tot orgaan specialisten. Voorbeelden zijn: de psychiater als ‘depressie-specialist’ en de cardioloog als ‘hartfaal-cardioloog’. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat de patiënt niet past, of slechts ten dele past, in het specifieke profiel van de specialist. Dooddoeners als: “Op mijn terrein geen afwijkingen”, zijn daarvan het logische gevolg, maar wel een kunstfout! Ziekten en syndromen hebben namelijk de nare gewoonte zich niet aan de grenzen van aandachtsgebieden van specialisaties te houden. Interesse en aandacht voor elkaars vakgebied is een belangrijke voorwaarde voor succesvolle hulpverlening. Dit boekje is daarmee een pleidooi voor geïntegreerde gezondheidszorg en geeft praktische invulling aan het eerder genoemde motto: ‘No health without Mental Health’. Ik hoop dat dit boekje inspiratie geeft hoe ‘Health with Mental Health’ kan worden vormgegeven. Prof.dr. A. Honig is hoogleraar ziekenhuispsychiatrie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en ziekenhuispsychiater in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam.
8
meerwaarde van de geïntegreerde aanpak in de praktijk door dr. J. Posma Als cardioloog kom ik in de spreekkamer of op de spoedpoli veel mensen tegen die evident cardiologische klachten hebben. Zij hebben bijvoorbeeld pijn op de borst, maar van het begin af aan is het eigenlijk al duidelijk dat deze klachten veroorzaakt worden door andere zaken dan het hart. Met andere zaken bedoel ik dan bijvoorbeeld een depressie of langdurige blootstelling aan stress. Het zijn vaak relatief jonge mensen, die een laag risico hebben op hart- en vaatziekten. De praktijk is, dat ik als cardioloog dan goed uitzoek of het hart zelf gezond is. Meestal is dat het geval en vaak is de patiënt in kwestie gerustgesteld door het feit dat het hart ‘goed’ is, maar hiermee is het probleem niet opgelost. De vraag is dan altijd: ‘Hoe nu verder?’. Ik heb alleen maar hartlijden als oorzaak uitgesloten en in mijn politijd is er geen ruimte om uitgebreid met patiënten te praten. Ook is de basis van het contact met de patiënt meestal niet breed genoeg om verantwoord te kunnen zeggen: ‘U moet maar eens naar de psychiater’. Evenmin is het passend de klachten te benoemen als: ‘het zit tussen uw oren’. Ook in de 1e lijn, bij de huisarts, vinden deze mensen vaak niet de hulp die ze nodig hebben. De kans is dus groot dat ze vertwijfeld blijven zoeken naar een dokter in het ziekenhuis die hen wel kan helpen. Sinds kort kan ik mensen zoals hierboven beschreven verwijzen naar Cavari Clinics. Binnen Cavari Clinics werkt een cardioloog in nauwe samenwerking met een psychiater die gespecialiseerd is in hartaandoeningen. De mensen, die ik verwezen heb, zijn allemaal zeer tevreden over de benadering van Cavari. Ze zijn van hun klachten af of hebben ze leren hanteren. Waarom werkt de geïntegreerde aanpak zo goed? Ik denk dat dit vooral komt doordat de patiënt geen enkele drempel over hoeft bij de verwijzing. Ik geef aan dat ik geen afwijkingen kan vinden aan het hart, maar dat ik een verwijzing aanbied naar een andere cardioloog, die de mogelijkheden heeft om breder naar de klachten te kijken. Deze cardioloog kan via een andere benadering (o.a. een intake van een uur), het pad effenen voor de echt geïntegreerde aanpak, d.w.z. gezamenlijke diagnostiek en behandeling door een of meer somatisch specialisten en de op dit terrein gespecialiseerde psychiater. Mijn collega’s van het Martini Ziekenhuis en ik zijn enthousiast over deze aanpak. Om mensen die baat kunnen hebben bij een dergelijk traject, eerder op het spoor te komen, gaan we in 2013 starten met een speciale vragenlijst die in gezamenlijk overleg met Cavari is ontwikkeld. We laten nieuw naar ons verwezen patiënten deze screenende vragenlijst invullen en verwachten hierdoor gezamenlijk betere en efficiëntere zorg te leveren. Verschillende zorgverzekeraars ondersteunen dit initiatief. Dr. J. Posma is cardioloog, medisch coördinator en opleider van de afdeling Cardiologie in het Martini Ziekenhuis in Groningen. 9
10
patiënten aan het woord
11
over een redacteur die aan alle kanten vast liep Van veel te dik en ongelukkig naar een levenslustig en genietend mens! Inleiding Het gebeurt regelmatig dat je als cardioloog mensen met hartklachten op het spreekuur krijgt, maar waarbij je er van overtuigd bent dat er toch niets aan het hart zelf mankeert. Zo zag ik meneer Mulder in 2011 op één van mijn spreekuren in het Martini Ziekenhuis. Hij kwam met klachten over pijn en een naar gevoel in de hartstreek. Uit mijn onderzoek bleek al snel dat er op zich niets aan zijn hart mankeerde, maar dat zijn overgewicht zo extreem was, dat er ook bij een gezond hart klachten konden ontstaan. Bovendien bleek bij verder doorvragen, dat meneer Mulder niet lekker in zijn vel zat en ook graag iets aan zijn gewicht en leefstijl wilde doen. Ik stelde hem voor om eens breder te kijken naar mogelijke oorzaken en een uitgebreide intake te doen bij Cavari Clinics, waar ik als cardioloog samen met een psychosomatisch specialist patiënten zie en veel meer tijd heb. Meneer Mulder voelde hier veel voor, maar moest eerst van verzekeraar wisselen om dit mogelijk te maken. Na een aantal maanden konden we de intake doen. Daaruit bleek dat we te maken hadden met een langdurige, complexe ziektegeschiedenis, waarbij meneer Mulder steeds net niet in het standaard zorgprogramma paste. Met alle negatieve gevolgen van dien. Meneer Mulder beschrijft in zijn stuk zijn ervaringen met Cavari. We willen daar niet veel aan toevoegen, behalve dat we het als behandelaars een geweldig leuk traject vonden, juist omdat we eerst grote vraagtekens zetten bij de motivatie van meneer Mulder, zoals u ook kunt lezen in zijn verslag. er Uit het medische rapport van meneer Mulder
“
U bent een 43-jarige man met fors overgewicht, alcoholmisbruik, bewegingsarmoede en overigens een zeer ongezonde leefstijl, met klachten van de borst en een paniekstoornis. Deze laatste wordt behandeld met clomipramine. Mogelijk speelt ook een sociale fobie in uw klachten een rol. Er zijn aanwijzingen voor een depressieve episode in de periode dat u de clomipramine heeft gestaakt. Qua persoonlijkheid imponeert u als een in aanleg angstige man met vermijdende persoonlijkheidstrekken. Als we met u een traject in zouden gaan ter verbetering van uw klachten en leidend naar een stabiele gezondheidstoestand met een fundamenteel ander niveau van kwaliteit van leven, dan zou dit de volgende subdoelen en ingrediënten hebben: drastisch afvallen door leefstijlverbetering, eetpatroon wijziging, alcoholgebruik op verantwoorde manier stoppen, ontwennen medicatie, parallel aan een behandeling tegen depressie. Dit kan met een combinatie van cardioloog, psychiater, diëtiste, coach en telezorg. 12
12
”
Werken aan een structurele oplossing Meneer Mulder over angst en verslaving Een bezoek aan de cardioloog op mijn trouwdag Op 20 augustus 2011, ik was die dag precies 15 jaar getrouwd, had ik een afspraak bij mijn cardioloog in het Martini Ziekenhuis Groningen. Ik had al een paar maanden last van klachten in mijn hartstreek. Voor de statistieken: ik woog op dat moment 151 kilo, mijn BMI was 48,4 en mijn bloeddruk was te hoog met een bovendruk van 140 en een onderdruk van 106. Mijn lichamelijke conditie was zeer zwak, ik bewoog bijna niet. Ik gebruikte al twintig jaar lang, vanaf mijn tweeëntwintigste, antidepressiva tegen angst- en depressieklachten. Ook had ik als redacteur stress op mijn werk. Dagelijks dronk ik na werktijd zo’n twee flessen wijn en ging ik me te buiten aan ongezonde maaltijden met veel vet en weinig groente. Gelukkig was er met mijn hart niks mis. Wel constateerde mijn cardioloog dat ik met mijn levensstijl op ramkoers lag. Hij stelde een ‘reset’ voor bij Cavari Clinics. Hoe was het zover gekomen? Aan het begin van mijn studietijd kwam ik erachter dat mijn ouders niet mijn eigen ouders waren. Na een lange zoektocht heb ik ze in het buitenland gevonden, maar ze wilden geen contact met mij. Ik bestond niet. Dat kon ik moeilijk accepteren. Ik vluchtte in het uitgaansleven en de drank. Na drie jaar vluchten kreeg ik paniekaanvallen en ik stortte in. Vanaf dat moment gebruik ik antidepressiva. Gelukkig heb ik wel mijn studie met wat vertraging afgerond. Na mijn studietijd bleven de angst- en depressieklachten periodiek terugkomen. Ook mijn werk speelde daarbij een belangrijke rol. In achttien jaar heb ik acht verschillende banen gehad. Op één uitzondering na, ben ik telkens zelf weggegaan omdat ik de werkdruk niet meer aankon en te veel stress ervoer. In die achttien jaar ben ik de door mij ondervonden stress steeds meer gaan compenseren met een ongezonde levensstijl: zeer weinig lichaamsbeweging, veel en ongezond voedsel en alcohol als verslavende ontspanner. Mijn ervaringen met de reguliere gezondheidszorg Mijn ervaringen met de gezondheidszorg, en dan met name met de geestelijke gezondheidszorg de afgelopen twintig jaar, zijn bepaald niet positief te noemen. Vanzelfsprekend is een mens in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor zijn gezondheid, maar qua geestelijke gezondheidszorg is er bij gebrek aan financiële middelen weinig keuze om buiten de gebaande paden te treden. Als dieptepunt heb ik ervaren hoe ik een speelbal was tussen twee verschillende afdelingen binnen een GGZ-organisatie. Zowel afdeling X als afdeling Y waren van mening dat ik bij hun afdeling op het verkeerde adres was en bij de andere afdeling ‘thuishoorde’. Bij zowel afdeling X als Y kreeg ik dat dan ook te horen. De door mij gevraagde hulp – ik durfde op dat moment wegens angstklachten al een paar maanden nauwelijks het huis uit – kwam door deze interne verdeeldheid maar mondjesmaat op gang. Daarnaast heb ik in de loop der jaren ervaren dat er bij tweedelijns GGZ-instellingen vaak sprake is van lange wachtlijsten, vele 13
personeelswisselingen, weinig flexibiliteit en afspraken die op het laatste moment komen te vervallen. Aan de inzet van de therapeuten zelf ligt het volgens mij lang niet altijd. Qua lichamelijke gezondheid heb ik weinig ervaring met de gezondheidszorg opgedaan in de afgelopen jaren. Mijn huisarts heb ik de afgelopen twintig jaren zoveel mogelijk ontweken. Ook wanneer hij me vroeg binnen een maand terug te komen op het spreekuur of om bloed te laten prikken, gaf ik geen gehoor aan zo’n verzoek. Start traject bij Cavari Clinics Bij Cavari Clinics kreeg ik eerst een intake. Deze bestond uit een gesprek met dr. René van Dijk, cardioloog, en een gesprek met dr. Dorien Tulner, psychiater. Daarna kreeg ik een voorstel voor een behandeltraject. De doelen van het traject waren: drastisch afvallen en blijvende wijziging van het eetpatroon, op verantwoorde wijze (blijvend) stoppen met alcoholgebruik en ontwenning van de medicatie. Daarbij werd mij meteen duidelijk gemaakt dat er getwijfeld werd aan mijn motivatie, omdat eerdere pogingen om te stoppen met drinken en een eerder afvaltraject bij een diëtiste waren mislukt. Er werd inzet verwacht, anders zou het traject na een maand stop worden gezet. Vanuit Cavari Clinics zou ik begeleid worden door dr. Dorien Tulner, dr. René van Dijk, een fysiotherapeute, die ook de rol van coach had, en een diëtiste. Inhoud traject bij Cavari Clinics Bij het begin van het traject kreeg ik een weegschaal en bloeddrukmeter uitgereikt door dr. René van Dijk. Dagelijks moest ik me wegen, ook moest ik regelmatig mijn bloeddruk opnemen. Deze gegevens werden vervolgens direct naar Cavari toegezonden (telezorg), waar ze digitaal te raadplegen waren door de medewerkers die mij begeleidden. De eerste echte stap in het traject was het stoppen met drinken. Hierbij ben ik met name begeleid door dr. Dorien Tulner. Zij schreef me oxazepam voor om heftige ontwenningsverschijnselen te voorkomen en lichtte me uitgebreid voor over de dingen die ik kon tegenkomen na het ‘Cold Turkey’ stoppen met alcohol. Wekelijks ging ik bij haar langs voor een consult. Daarnaast was zij ook buiten kantoortijden per email bereikbaar voor het geval ik het echt moeilijk zou hebben. Niet lang hierna ben ik onder begeleiding van de fysiotherapeute begonnen met het werken aan mijn conditie. Wekelijks fietste of wandelde zij anderhalf uur samen met mij. Daarbij had zij ook de rol van coach. Ze informeerde niet alleen naar mijn lichamelijke conditie, maar vroeg ook altijd hoe ik me voelde. Zij stelde een bewegingsprogramma voor mij samen, gaf daarbij praktische tips en was bereikbaar voor vragen die ik had over mijn lichamelijke gezondheid. Tijdens het bewegen droeg ik altijd een hartslagmeter met GPS. Zo kon zij via internet controleren of ik mij aan het bewegingsprogramma hield. Ook lette zij op ontwikkelingen in mijn gewicht. Wanneer ik te weinig bewoog of nauwelijks afviel, nam ze contact met me op. 14
De diëtiste ging met mij aan de slag om mijn eetpatroon te wijzigen. Afgesproken werd om minimaal één kilo per week af te vallen. Online ging ik een eetdagboek bijhouden. Zij kon dit inzien en de digitale (telezorg)gegevens van de ontwikkeling van mijn gewicht waren vanzelfsprekend ook voor haar beschikbaar. Ongeveer eens in de vier weken zagen we elkaar, ook hadden we tussentijds wel eens een webcamgesprek via de computer. We bespraken dan de voortgang en mogelijke valkuilen. Ook voorzag ze mij van praktische tips en gaf ze mij achtergrondinformatie over voedingsmiddelen en een gezonde leefstijl. Het afbouwen van de antidepressiva was de tweede belangrijke stap. De medicatie die ik gebruikte, had gewichtstoename als belangrijke bijwerking. In een periode van enkele maanden heb ik de medicatie geleidelijk afgebouwd. Hierbij ben ik intensief begeleid door dr. Dorien Tulner. Omdat na het afbouwen bleek dat ik niet zonder medicijnen kon, heeft zij me ook begeleid bij de opbouw van een ander medicijn, zonder gewichtstoename als bijwerking. Naarmate het weer beter begon te gaan werd de tijd tussen twee consulten langer. Na een maand of vijf was ik zo’n twintig kilo afgevallen, maar nog steeds veel te zwaar. Het lukte me niet om helemaal over te stappen op een gezond voedingspatroon. De derde belangrijke stap werd gezet: het volgen van een koolhydraatarm dieet met eiwitshakes als maaltijdvervanger. Vanzelfsprekend werd ik hierbij begeleid door de diëtiste. Naarmate het traject vorderde ging mijn conditie steeds verder vooruit. Alhoewel ik het hier niet als belangrijke stap noem, is het verbeteren van mijn conditie door bewegen en sporten cruciaal geweest tijdens het zetten van deze drie stappen. Zonder beweging als uitlaatklep was het me waarschijnlijk niet gelukt om te bereiken wat ik nu heb bereikt. Tijdens het traject is de ontwikkeling van mijn conditie (en de hartfunctie) ongeveer elke twee maanden gemeten aan de hand van een inspannings-ECG. 15
Mijn huidige situatie Er zijn nu acht maanden verstreken sinds de start van het traject. Ik heb gedurende die tijd geen alcohol meer gehad en heb nog maar zelden behoefte aan een wijntje. Mijn gewicht is in acht maanden verminderd van 151 kilo naar 107 kilo. Mijn bloeddruk is, met een bovendruk van rond 117 en een onderdruk die rond de 73 schommelt, goed. Mijn conditie is ontzettend verbeterd. Ik sport drie keer per week bij de plaatselijke sportschool. Ik gebruik nog wel antidepressiva, maar eentje zonder gewichtstoename als bijwerking. Ik voel me een ander mens. De kwaliteit van mijn leven is enorm toegenomen. Ik geniet van veel kleine dingen, waar ik jarenlang niet van heb kunnen genieten. Ik voel me veel fitter, alhoewel ik veel kortere nachten maak. Ik slaap beter en bruis overdag van de energie. Sinds een paar maanden ervaar ik daarnaast ook nog eens veel minder stress door mijn werk. Tenslotte is het ontzettend leuk om te merken hoe positief de mensen in mijn omgeving de laatste tijd op me reageren. Het traject is nog niet afgerond Anders dan de beschrijving van de inhoud van het traject doet vermoeden, is het traject nog niet afgelopen. Ik heb nu zo om de drie á vier weken een afspraak bij Dr. Dorien Tulner. Ik sport weliswaar niet meer met de fysiotherapeute, ik kan wel bij haar aankloppen voor sportadvies of voor het geval ik lichamelijke gezondheidsklachten ervaar. Het koolhydraatarme dieet wordt binnenkort iets koolhydraatrijker. Lang zamerhand werk ik onder de begeleiding van de diëtiste toe naar een gezond eetpatroon dat ik de rest van mijn leven moet blijven volgen. Vanuit Cavari Clinics is verder aangegeven dat ik zeker nog een jaar nadat ik op mijn streefgewicht ben, gevolgd zal worden. Wat is het grote verschil tussen de aanpak van Cavari Clinics en de reguliere gezondheidszorg? Allereerst maken de medewerkers van Cavari hét grote verschil. Ze hebben een professionele houding, zijn aantoonbaar vakbekwaam en echt gemotiveerd om je te helpen. Ik heb daarbij tijdens mijn traject ervaren dat de medewerkers naast zeer vriendelijk, ook oprecht betrokken zijn bij jou en je gezondheid, zonder dat ze daarbij overigens hun professionele afstand uit het oog verliezen. Er vindt een goede onderlinge afstemming tussen de verschillende begeleidende professionals plaats. Vanuit Cavari is er dan ook één consistent geluid te horen. Tegelijkertijd hoefde ik als patiënt mijn verhaal niet twee, laat staan vier keer, opnieuw te vertellen. Anders dan ik in de reguliere geestelijke gezondheidszorg had meegemaakt, kreeg ik de indruk dat ik als patiënt op de voorgrond stond. Mijn gezondheid, en niet de agenda van de behandelaar of de nukken van de organisatie, waren belangrijk. Ik kreeg verder het gevoel dat ik omringd werd met zorg. Door de bereikbaarheid van Dr. Dorien Tulner en de fysiotherapeute die mij coachte, had ik in de lastige fases van het traject (het stoppen met drinken en de afbouw van medicatie) het gevoel dat er een vangnet onder mij gespannen was. 16
Ook het feit dat ik een coach had, heb ik als prettig ervaren. Niet alleen omdat de fysiotherapeute die deze rol vervulde me in de moeilijkste periode bijna letterlijk op sleeptouw nam bij het bewegen. Maar ook omdat ze een goed totaaloverzicht had en me streng toesprak als ik niet genoeg bewoog of te weinig was afgevallen. Het was voor mij sowieso nieuw dat in het begin van een behandeltraject zeer duidelijk wordt gemaakt, dat een goede inzet wordt verwacht en dat bij gebrek aan motivatie en resultaat het traject binnen een maand stopgezet wordt. En terecht overigens… waarom tijd en geld verspillen? Ik heb bij Cavari Clinics gewerkt aan een structurele oplossing voor mijn gezondheidsproblemen. Bij de reguliere (geestelijke) gezondheidszorg was het naar mijn idee toch meer een kwestie van symptoombestrijding. Het naar draagkracht werken aan verschillende aspecten van mijn gezondheid tegelijkertijd en de begeleiding daarbij vanuit meerdere specialismen was nieuw voor me. En juist dat heeft voor mijn gevoel een synergetisch effect op mijn gezondheid gehad. Bij het traject is de inzet van digitale middelen volop benut. In de reguliere zorg heb ik dat – ook de laatste jaren – nauwelijks meegemaakt. Daarbij doel ik niet alleen op de telezorg, maar denk ik ook aan het eetdagboek en het overzicht van mijn sportieve activiteiten die ik online deelde met de diëtiste en de fysiotherapeute. Tenslotte heb ik de mogelijkheden om per e-mail te communiceren en om in drukke tijden op mijn werk een webcamafspraak te maken, als positief ervaren. Kan ik dan geen nadelen bedenken wanneer ik de zorg van Cavari vergelijk met de reguliere gezondheidszorg? Ja, helaas toch wel. De zorg die Cavari biedt, wordt niet volledig vergoed door zorgverzekeraars. Hiermee is de aanpak van Cavari voor mij bereikbaar, omdat ik daar de middelen voor heb. Voor de spreekwoordelijke bijstandsmoeder met drie kinderen echter niet. En juist die heeft een dergelijke aanpak wellicht nog wel harder nodig … Naschrift van meneer Mulder Er is inmiddels meer dan een jaar verstreken sinds de start van het traject. Ik ben nu 58 kilo afgevallen en voel me zowel geestelijk als lichamelijk beter dan ik me in de twintig jaren hiervoor gevoeld heb. Elke dag voelt als een klein feestje. Mijn conditie is van zeer zwak naar bovengemiddeld gegaan. Vanuit Cavari is de begeleiding nog minder intensief geworden. Ik zie zowel dr. Dorien Tulner als de diëtiste nog eens in de drie maanden. Dit vooral om te voorkomen dat ik terugval.
Door gemeenschappelijk en breed te kijken vanuit lichamelijk en psychisch perspectief, het juiste team samen te stellen en maximaal in te spelen op eigen verantwoordelijkheid, in combinatie met gebruik van nieuwe technieken (telezorg) was het mogelijk om een ‘major reset’ van het leven te bereiken. Met als uitkomst een veel gelukkiger patiënt, die geen beroep meer doet op tweedelijns zorgvoorzieningen. 17
17
een manager met een zwak geheugen Van een afhankelijke onzekere man naar een creatieve beslisser! Inleiding Als psychiater zie je veel mensen met geheugenproblemen. Meestal is dit lastig maar onschuldig en bij een goede behandeling van voorbijgaande aard. Bij de heer De Wit lag dit anders. Bij hem was de diagnose ‘beginnende’ dementie gesteld, maar er bleken hele andere zaken te spelen. De heer De Wit had, zoals ook in zijn verhaal te lezen is, door de vele wachttijden een langdurige gang door de reguliere gezondheidszorg achter de rug. Een cruciaal deel in de diagnostiek was gemist en de behandeling was gebaseerd op een verkeerde diagnose met alle dramatische gevolgen van dien. Wij kijken met veel voldoening op de hierna beschreven behandeling terug. De behandeling zelf was redelijk eenvoudig toen eenmaal de juiste diagnose gesteld was. Wel deden er zich wat onverwachte complicaties voor, zoals de heer De Wit ook in zijn verhaal beschrijft. Door de multidisciplinaire samenwerking waren die uiteindelijk goed te handelen.
Uit het medische rapport van de heer De Wit
“
U bent een 55-jarige man bij wie in 2009 de conclusie getrokken werd dat er sprake was van een beginnende dementie, samenhangend met vaatlijden. Hiernaast waren er aanwijzingen voor een depressie. Na een second opinion werd de diagnose ‘beginnende dementie’ verworpen, aangezien er geen evidente tekorten waren in één van de cognitieve domeinen. Momenteel is er sprake van een depressief toestandsbeeld sinds 2007, hiernaast ervaart u al sinds 2004 geheugenproblemen. De in eerdere brieven beschreven ‘afhankelijke persoonlijkheidstrekken’ en een passieve ‘copingstijl’ lijken voor een belangrijk deel door de depressie bepaald te worden. Het door ons gesignaleerde hoge streefniveau is als persoonlijkheidstrek wel een risicofactor voor overbelasting en daarmee voor het onderhouden van de depressie.
”
18
18
De persoon Max De heer De Wit over het brein, hart en stemming Een second opinion in het UMCG In april 2009, twee maanden nadat er bij mij, een toen 56-jarige manager, de diagnose ‘beginnende Alzheimer’ gesteld was door een neuroloog in een streekziekenhuis, heb ik een ‘second opinion’ aangevraagd bij het UMCG te Groningen. Na vijf maanden kon ik bij de afdeling neurologie terecht. Dr. Van Laar, neuroloog, was helder, duidelijk en doortastend. Hij heeft het neurologische onderzoek op korte termijn opnieuw gedaan: een MRI-scan van mijn hersenen en een neuropsychologisch onderzoek. Binnen 6 weken kon ik voor een eindverslag bij hem terecht. Inderdaad vond ook dr. Van Laar de zogenaamde ‘witte vlekken’ op de MRI-scan en een infarct. Hij kon op grond van de onderzoeken niet de eerdere diagnose van de neuroloog uit het streekziekenhuis ondersteunen. Integendeel! Volgens hem was er geen sprake van een voorloper van Alzheimer maar vermoedelijk wel een vrij zware depressie. Een vitale depressie, waar ik al lange tijd aan leed en die ik al die jaren, met veel kunstgrepen, heb geprobeerd te maskeren. Dr. Van Laar wilde mij graag verwijzen naar een collega, een psychiater die, naar zijn mening, goede notie heeft van de mogelijke gevolgen van ‘witte vlekken’ in de hersenen en die de capaciteiten heeft om de depressies die hierbij voorkomen op de juiste manier te behandelen. Hij raadde mij dringend aan om de al langer lopende behandeling bij een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige te beëindigen en hij verwees mij door naar dr. Tulner, psychiater van Cavari Clinics. Hoe was het zover gekomen? Ik heb op mijn eenentwintigste jaar insulineafhankelijke Diabetes type 1 gekregen. Diabetes is een stofwisselingsziekte waarbij sterk wisselende bloedsuikers nadelige gevolgen (complicaties) kunnen hebben voor alle andere systemen in het lichaam zoals ogen, hart en hersenen. Ik heb er alles aan gedaan om de bloedsuikers zo gelijk mogelijk te houden en mij, zo goed en kwaad als het kan, ingespannen om mij aan de leefregels, die nu eenmaal bij diabetes horen, te houden. Ook gebruik ik al jaren een insulinepomp. Jammer genoeg bleek in 2006, bij een jaarlijkse check-up bij mijn internist, dat ik een ‘stil’ hartinfarct had gehad. Waarschijnlijk een complicatie van de diabetes. Ik was 52 jaar. Na 2 maanden wachten kon ik voor nader onderzoek terecht bij de cardioloog en na nog eens 6 maanden wachten, met af en toe een onderzoek, bleek dat mijn kransslagaders voor 70% dichtgeslibd waren en moest ik met spoed een open hartoperatie ondergaan. Vijf bypasses zijn er toen gemaakt. Na een revalidatieperiode van 4 maanden was ik weer volledig aan het werk.
19
In 2007 raakte ik meer en meer vermoeid. Mijn reis van en naar het werk moest ik steeds vaker halverwege onderbreken voor een korte rustpauze langs de weg. Ik kon me steeds moeilijker concentreren, of het nu op mijn werk of thuis was, dat maakte niet uit. Ik kon steeds minder onthouden van wat ik had gelezen. Het werd problematisch om rapporten te schrijven, de inhoud van gesprekken te onthouden, op namen van collega’s te komen of vergaderingen voor te zitten. Uiteindelijk moest ik mij in 2008, ruim een jaar na mijn hartoperatie, opnieuw ziek melden. Mijn ervaringen met de reguliere gezondheidszorg Volgens de huisarts en een eerstelijns psycholoog leed ik aan een ‘burn-out’ en er was ook sprake van ‘witte vlekken’ in mijn hersenen, vermoedelijk één van de complicaties van diabetes. Dit moest onderzocht worden door een neuroloog. De geheugenpoli van het VU te Amsterdam had een wachttijd van vier maanden, bij het UMCG in Groningen vijf maanden. Uiteindelijk besloot ik om naar het ziekenhuis met de kortste wachttijd te gaan: binnen vier weken kon ik terecht bij een neuroloog in een streekziekenhuis. Na een neuropsychologisch onderzoek en MRI-foto’s werd daar de diagnose MCI, milde cognitieve stoornissen, gesteld. Het was niet behandelbaar; er bestond geen therapie. De kans was erg groot dat ik aan Alzheimer zou gaan lijden. Ik ben enorm geschrokken van deze diagnose en niet in het minst omdat het ook vergaande consequenties had: ik werd voor 100% afgekeurd voor mijn werk. Inmiddels was ik, op mijn eigen verzoek, door de huisarts verwezen naar een psychiater in een streekziekenhuis. Ik kreeg echter bij een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige een intake en de diagnose ‘depressieve klachten’ werd door hem gesteld. Therapie was 1 x per vier weken een gesprek en dagelijks medicatie innemen. Ik werd uitsluitend door de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige gezien en alleen met hem had ik contact. De psychiater heb ik nooit gezien noch gesproken. De behandeling was uitsluitend gericht op mijn ‘depressieve klachten’ zonder dat er geïnformeerd werd naar de onderzoekservaringen en diagnoses van de neuroloog, internist en cardioloog waar ik ook onder behandeling was. De behandeling had geen effect; de gesprekken kregen nooit een vervolg, ieder gesprek was een incident, dat wil zeggen een verhaaltje op zich. Er was geen of niet voldoende aandacht voor mij, de persoon Max! Ik was en ben meer dan alleen mijn depressieve klachten, maar dat gevoel kreeg ik niet. Start traject bij Cavari Clinics Zoals gezegd, vroeg ik een second opinion aan en werd ik via dr. Van Laar van het UMCG verwezen naar Cavari Clinics. Wat mij opviel bij dr. Van Laar was, dat hij andere professies betrok bij zijn diagnostiek; hij keek over de grenzen van zijn vakgebied (neurologie), hij keek buiten zijn domein. Dit had tot gevolg dat hij mij zeer terzake heeft kunnen verwijzen naar zijn collega dr. Dorien Tulner. 20
Bij mij is sprake van verschillende ziektebeelden: hart- en vaatproblemen, ‘witte vlekken’ in de hersenen, depressie en diabetes. Voor ik behandeld werd bij Cavari Clinics was er geen sprake van onderling overleg tussen de verschillende specialisten. Iedere specialist behandelde mij uitsluitend op zijn specialisatiegebied; ik had een internist voor de diabetes, een cardioloog voor mijn hart, etcetera. Deze specialisten hadden onderling geen contact, afstemming of uitwisseling van gegevens betreffende één patiënt: Max, ik zelf. Er was geen sprake van enige samenhang in de behandeling. Iedere specialist deed wat hij vond dat nodig was binnen zijn vakgebied; binnen zijn domein. Bij Cavari Clinics gaat dat anders. Dr. Dorien Tulner heeft eerst de diagnose gesteld, namelijk een depressie die wordt veroorzaakt door biologische processen in mijn hersenen, onder andere onder invloed van de ‘witte vlekken’. Nadat ze een behandelingsvoorstel met mij had besproken, heeft zij alle betrokken specialisten en de huisarts schriftelijk of mondeling geïnformeerd. Dat waren ze duidelijk niet gewend. Groot voordeel van haar werkwijze is (en naar mij later bleek is dit juist één van de speerpunten van Cavari Clinics), dat hierdoor iedere specialist die bij mij betrokken was, goed en eenduidig geïnformeerd is over de diagnose en therapie. En dat zij bovendien weten wie mijn behandelaar is. Inhoud traject bij Cavari Clinics Doordat ik al zo lang depressief was, was ik erg aan mij zelf gaan twijfelen en afhankelijk van mijn omgeving geworden. Een rol die niet bij mij paste, maar die mij door mijn ziekte ‘opgedrongen’ is en waar niet aan te ontsnappen was. Ik was de patiënt en mijn partner mijn toegewijde verzorger. Zo had ik, ex-straaljagerpiloot, mij mijn leven niet voorgesteld. In het begin van de behandeling lag het accent op medicijnen en gesprekken waarin grondig werd doorgevraagd, en die ook confronterend waren. Al snel werd ik geestelijk en lichamelijk steeds sterker en heb daardoor een belangrijke persoonlijke keuze kunnen maken. Ik ben alleen gaan wonen en dit veranderde mijn leven op een manier die ik niet meer voor mogelijk had gehouden. Ik overwon mijn ziekte. Maar ik werd overmoedig. Ik vond dat ik dezelfde sportieve prestaties moest kunnen leveren als mijn leeftijdsgenoten. Dat pakte anders uit. Ik belandde tijdens mijn vakantie op de hartbewaking van een Italiaans ziekenhuis. Ik was, na een flinke wandeling in de zon, op straat stijl achterover gevallen en werd door een toevallig aanwezige arts gereanimeerd en met gillende sirenes afgevoerd. Ik herinner me er niets meer van en heb het verhaal van mijn nieuwe partner moeten horen, die erg geschrokken was. Vanwege het taalprobleem tussen mij en de Italiaanse artsen bleef het erg onduidelijk hoe ernstig ik eraan toe was, maar na een paar dagen mocht ik het ziekenhuis verlaten. Met een Italiaanse brief van de cardioloog op zak en veel onbeantwoorde vragen.
21
Dokter loopt 52 min. achter
Dit speelde allemaal net in een periode dat ik ‘een terugval’ had en werd ingesteld op zwaardere antidepressiva, die een risico voor mijn hart kunnen zijn. Na dit Italiaanse incident durfde ik de medicijnen niet meer te nemen en stopte ze. De vertwijfeling sloeg toe, hoe verder? Kon ik nog wel beter worden? Of alleen door hele grote risico’s met mijn hart nemen? Zo kwam ik, na terugkomst in Nederland, in contact met dr. Rene van Dijk, cardioloog bij Cavari Clinics. Hij onderzocht mij uitgebreid, deed meerdere testen en verzekerde mij dat ik weer met de medicijnen kon beginnen. In samenspraak met mijn vaste cardioloog, in het midden van het land, zijn onder intensieve cardiologische controle bij Cavari de medicijnen opgebouwd. Ik had duidelijk het gevoel dat ik in goede handen was en door een team behandeld werd. Anders had ik deze medicijnen zeker laten staan. En nu ben ik al weer langere tijd zo goed als klachtenvrij. Wat is het grote verschil tussen de aanpak van Cavari Clinics en de reguliere gezondheidszorg? Ik was al jaar en dag gewend aan zeer drukke poli’s met vaak lange wachttijden eer ik aan de beurt was. Specialisten die vaak onder een enorme tijdsdruk hun patiënten proberen te zien en te spreken, en zich eerst moesten oriënteren in mijn dossier voordat er een gesprek kon plaatsvinden.
22
Bij Cavari Clinics bel ik aan, een secretaresse opent de deur, geeft mij een hand, vraagt of ik een goede reis heb gehad en of ik wat wil drinken. Zij weet dat ik een verre reis heb moeten maken. Inmiddels ben ik er wel achter dat iedere cliënt (in plaats van patiënt) zo ‘onthaald’ wordt. In de ‘wachtruimte’ staan wat tafels met daarop recente tijdschriften, stoelen er omheen. Ik hoor weinig omgevingsgeluiden, alleen de radio speelt zacht. De secretaresse vertelt mij dat dr. Tulner mij verwacht en dat ik door haar gehaald word. Ik kom nu drie jaar bij Cavari Clinics, en ik kan zeggen dat het kopje koffie na iedere reis mij weer aangereikt wordt! Dat zegt meer dan over koffie alleen. Er is sprake van korte lijnen tussen de verschillende disciplines, als de cardioloog even moet kijken tijdens mijn gesprek met de psychiater dan is het alleen een kwestie van eventjes wachten. Iedere afspraak die gemaakt wordt, is dezelfde dag middels de mail bevestigd. Elke medewerker is professioneel met zijn of haar vak bezig. En dat is merkbaar. De omgang met elkaar en de patiënten vinden plaats binnen een informele sfeer. Iedere keer als ik bij Cavari Clinics in Groningen kom, vanuit Apeldoorn, is het net alsof ik de enige patiënt ben. Je ervaart geen drukte of ‘poeha’. Waarin Cavari Clinics zich onderscheidt van de reguliere zorg, is dat ik als patiënt duidelijk merkbaar te maken heb met professionals die hun vak met enthousiasme uitoefenen, zichtbaar met elkaar samenwerken en waarbij medische kennis van ieders vakgebied merkbaar geïntegreerd wordt in mijn behandeling. Ik voel mij geen patiënt maar cliënt, er wordt niet gewerkt met of voor mij, maar ik maak deel uit van het behandelteam.
Door de lange wachttijden en een te laat gestelde diagnose is de heer De Wit zijn baan kwijtgeraakt en zijn de gevolgen van zijn ziekte groter geworden dan nodig was geweest. Door via een second opinion alsnog gemeenschappelijk en breed te kijken vanuit lichamelijk en psychisch perspectief, kreeg onze patiënt de kans om aan het gevoel van uitzichtloze aftakeling te ontsnappen. De daarop volgende multidisciplinaire behandeling bood hem de kans om een nieuw leven op te bouwen, die hij met beide handen aangreep. Breed insteken geeft soms een heel ander perspectief! 23
23
een zakenman die bang werd van zijn hart
Integrale behandeling geeft de patiënt en zijn behandelaren rust en controle Inleiding
Als medisch specialist in een ziekenhuis kom je regelmatig mensen tegen die in eerste instantie een stoere, zelfverzekerde indruk maken en vanuit hun maatschappelijke functie gewend zijn om de touwtjes in handen te nemen. Soms bezitten ze ook nog medische kennis via internet en moeten de dokters alle zeilen bij zetten om het vertrouwen te winnen en te houden. Maar schijn bedriegt. Zo ook bij deze patiënt. De heer Dekker was gewend om de regie te hebben en wist zich geen raad met zijn haperende hart, dat om de haverklap zijn leven domineerde en alles ontregelde wat er te ontregelen viel. In de reguliere zorg kon hij niet goed geholpen worden en hij koos voor Cavari als privékliniek. Maar alleen pas nadat hij alles uitgebreid gecontroleerd en oké bevonden had. De heer Dekker beschrijft in zijn stuk zijn ervaringen met Cavari; we willen daar niet veel aan toevoegen, behalve dat we het als behandelaars een uitdagend traject vonden, waarbij meerdere malen de vraag voorlag wie de regie op dat moment had: de heer Dekker of zijn behandelaren. Het was mooi om te zien hoe er gaandeweg steeds meer rust in de emotionele kant kwam, het vertrouwen in het eigen lichaam groeide en de neiging alles onder controle te hebben verminderde. Het eindresultaat was dat de heer Dekker weer alles onder controle had! Uit het medisch rapport van de heer Dekker
“
U heeft sinds 2007 aanvallen van boezemfibrilleren met een verder gezond hart, waarvoor u, zonder veel succes, verschillende medicijnen heeft geprobeerd en vaak (ongeveer 6x) de spoedpoli heeft moeten bezoeken. De laatste vier maanden niet meer: het lukt u de laatste tijd om met Isoptin de aanval thuis te couperen. U heeft recent besloten om een ablatie te ondergaan. Actueel functioneert u lang niet zo als u zou willen. Naast het boezemfibrilleren heeft u al vele jaren astma, relatief slechte knieën, regelmatig rugklachten en sinds een jaar ook last van jicht. Sinds uw tweede aanval van boezemfibrilleren heeft u angstaanvallen, die direct geassocieerd zijn met de hartritmestoornis. Maar u heeft ook een meer diffuse angst die vooral optreedt in situaties waarbij u bang bent, dat u door een aanval van boezemfibrilleren niet aan de verwachtingen van anderen c.q. aan uw verantwoordelijkheden zal kunnen voldoen. Aan de ene kant speelt angst voor controleverlies bij het gehele klachtencomplex een belangrijke rol. Dit is begrijpelijk omdat een onregelmatig werkend hart beangstigend kan zijn. Aan de andere kant lijkt u er extra gevoelig voor te zijn en heeft dit mogelijk ook met uw persoonlijkheid te maken. U komt over als een intelligente man met een duidelijke behoefte aan controle en een groot verantwoordelijkheidsgevoel, maar u heeft ook een bepaalde mate van impulsiviteit die juist weer voor controleverlies zorgt.
”
24
24
Een fladderend hart in een te kleine vogelkooi De heer Dekker over angst en boezemfibrilleren Vijf jaar geleden Na een drukke zaterdag had ik eindelijk tijd om even op de bank te ploffen. Het kinderfeestje was voorbij. Ze lagen op bed en alle rommel was opgeruimd. Toen, van het ene op het andere moment, sloeg mijn hart op hol. Afwisselend snel, dan weer langzaam en alles door elkaar. Het voelde alsof mijn hart een vogel was die al fladderend probeerde te ontsnappen uit een té kleine vogelkooi. ‘Mijn hart! Ik ga dood’, dacht ik. Geen pijn, maar wel een heel ongemakkelijk en angstig gevoel. Het contact met de huisartsenpost verliep over meerdere schijven en kostte veel tijd naar mijn idee. Eerst de telefoniste die gegevens noteerde en besloot of ik teruggebeld zou worden. Niet door een huisarts, maar door een doktersassistente. Ik beantwoordde een aantal vragen en mocht langskomen. Langskomen? In deze toestand? Kon dat? De – toen nog kleine – kinderen lagen op bed. Mijn vrouw kon niet weg, ze kon niet mee. Was het wel vertrouwd dat ik alleen met de auto naar de huisartsenpost zou rijden? Na verloop van tijd belde de dienstdoende huisarts die aangaf dat er geen bezwaar was om, alleen en met de auto, langs te komen. Mijn hartritme was nog steeds erg in de war, maar ik ging toch maar. En moest vervolgens nog ruim een uur in de wachtkamer wachten. De huisarts kon niks doen en zei dat ik maar naar het ziekenhuis moest gaan. Ze konden daar wel een hartfilmpje maken, wat wel handig was, om deze situatie met een onregelmatige hartslag vast te leggen. Toen men op de spoedeisende hulp vroeg hoe ik naar het ziekenhuis was gekomen en ik antwoordde: ‘Alleen, met de auto’, zag ik wenkbrauwen fronsen. Ik voelde mij veilig in het ziekenhuis. Als er iets mis zou gaan, was hulp nabij. Iets meer gerustgesteld onderging ik een lichamelijk onderzoek en een bloedonderzoek, werden er foto’s gemaakt en vertelde ik mijn verhaal. Ik kreeg een infuus met een of ander middel, mijn hartritme werd ineens weer normaal en na verloop van tijd mocht ik weer naar huis. Mijn gezondheidsprobleem Dat was ruim 5 jaar geleden. ‘U heeft boezemfibrilleren bij een gezond hart’, aldus de cardioloog waar ik terugkwam voor controle. Blijkbaar iets simpels en helemaal niet eng, want hoewel ik vol met vragen zat, had deze cardioloog weinig tijd voor me. Na een paar minuten stond ik weer buiten. ‘Misschien blijft het bij deze ene keer’, had hij nog gezegd. Mijn ervaringen in de reguliere gezondheidszorg Helaas was dat niet het geval. Ik kreeg vaker en meer aanvallen. Ging weer naar het ziekenhuis. Onderging de routine op de spoedeisende hulp tot het ritme vanzelf, met geneesmiddelen of door een 25
elektrische schok, weer herstelde. Gelukkig hoefde ik niet meer eerst via de huisarts of de huisartsenpost, ik kon bellen en dan meteen langskomen in het ziekenhuis. Op het laatst ging ik helemaal niet meer naar de spoedeisende hulp in het ziekenhuis en bleef ook bij een aanval ‘gewoon’ thuis. Tijdens een aanval was ik namelijk lichamelijk niet tot veel in staat. Ik was intussen wel ervaren genoeg om te weten dat ik niet dood zou gaan tijdens een aanval (alhoewel…..). Ik nam dan extra medicijnen en wist dat de klachten meestal na een aantal uren weer zouden verdwijnen. Voor reguliere controles kwam ik nauwelijks nog bij een cardioloog. Ik onderging deze meestal bij een zeer vaardige en deskundige Nurse Practitioner van de boezemfibrillerenpoli in het Martini Ziekenhuis. Zij nam de tijd, deed controletests, coördineerde het onderzoek en gaf uitleg over mijn aandoening. Ook bij een vraag tussendoor kon ik altijd bellen. Samen met de Nurse Practitioner ging ik op zoek naar uitlokkende factoren en werd er gekeken welke onderhoudsmedicijnen ik het beste kon innemen, om aanvallen te voorkomen. Helaas lukte dat niet zo goed. Ondanks maximale medicatie bleef ik klachten houden, gelukkig niet continu. Soms had ik weken of zelfs maanden geen klachten, en dan weer een periode met aanvallen die kort na elkaar kwamen. Hoewel ik eigenlijk intussen wel wist dat mijn aandoening op zich onschuldig was, was ik tijdens een aanval toch angstig en soms zelfs paniekerig. Het lichamelijke probleem en het gevoel van een aanval met een onregelmatige hartslag en hoe ik daar ‘tussen de oren’ mee omging, liepen door elkaar. Ik kon dat onderscheid niet meer maken. En ook de angstgevoelens werden niet minder, in tegendeel. In bepaalde situaties (bijvoorbeeld tijdens vergaderingen voor mijn werk of in vakanties) had ik veel last van het deel ‘tussen de oren’ en was ik bang om een aanval te krijgen. Meestal bleef mijn hart in een keurig ritme kloppen, maar toch was ik bang dat mijn lichaam mij in de steek zou laten. Op die manier had ik eigenlijk steeds last van boezemfibrilleren. Aan de ene kant wanneer ik echt een aanval had. Aan de andere kant dacht ik, ook in periodes zonder klachten, dat ik zo maar klachten zou kunnen krijgen. Start traject Cavari Clinics Tijdens de laatste controle door de Nurse Practitioner ruim een half jaar geleden, gaf ik aan dat ik behoefte had aan hulp om iets met mijn angst voor een aanval te doen. Binnen het ziekenhuis was daar eigenlijk niets voor, was haar antwoord. Ik moest zelf maar op zoek naar bijvoorbeeld een eerstelijns psycholoog. Een week later kwam ze daar op terug met de suggestie om eens bij Cavari Clinics te gaan kijken voor een meer geïntegreerde aanpak. In dezelfde periode was ik ook bezig om na te denken over de vraag of ik mij wilde laten opereren. Hoewel dat simpel kon met een katheter via de lies was er ook kans op complicaties. Ik zag het eigenlijk
26
helemaal niet zitten dat er aan mijn hart gesleuteld zou worden. Ook hier speelde angst voor iets wat zich mogelijk zou voordoen een rol. Inhoud traject Cavari Clinics Mijn kennismaking bij Cavari ging vlot. Voor ik het wist zat ik in een intakeprocedure om mijn situatie uitgebreid in kaart te brengen, zowel op het lichamelijke als geestelijke vlak. En ook waar die twee vlakken door elkaar lopen. Na de intake werd er samen met mij een plan gemaakt, om te werken aan meer vertrouwen in mijn lichaam, mijn eventuele lichamelijke klachten te monitoren, zaken beter te begrijpen en beter met bepaalde situaties om te gaan. Het was daarbij erg plezierig om te ervaren dat de benadering echt geïntegreerd was. Geen losse trajecten bij verschillende zorgverleners die hun eigen ding doen, maar een set van acties en interventies die op elkaar afgestemd zijn. In mijn geval was dat de driehoek van cardioloog, psychiater en fysiotherapeut; laagdrempelig en daar waar nodig ondersteund door techniek. Zo had ik thuis apparatuur tot mijn beschikking om zelf een ECG te maken en via een apparaatje op te sturen naar Cavari. Dit, voor het geval ik toch klachten zou krijgen of daar bang voor was.
27
Mijn huidige situatie Ik ben inmiddels geopereerd en tot nu toe bijna een jaar aanvalsvrij. Dankzij de ondersteuning en aanpak bij Cavari, zag ik eigenlijk helemaal niet meer tegen de ingreep op. Als het nodig zou zijn, zou ik het zo een tweede keer laten doen. Ook kan ik mij vrijwel probleemloos begeven in situaties die voorheen mogelijk angst en stress hadden gegeven. Ook ben ik, dankzij hard trainen in de oefenzaal bij de fysiotherapeut, in een veel betere conditie en heb ik weer veel meer vertrouwen in mijn lijf gekregen. Wat is het grote verschil tussen de aanpak van Cavari Clinics en de reguliere gezondheidszorg? Wat voor mij echt het verschil heeft gemaakt, is de geïntegreerde aanpak die Cavari biedt. Wellicht dat niet iedereen die vergelijkbare hartklachten heeft op een dergelijke manier moet worden behandeld, maar mij heeft het goed geholpen!
Coördinatie, afstemming, sturing en een duidelijke regievoering waren van cruciaal belang voor de succesvolle afronding van dit geïntegreerde behandelproces van een aanvankelijk zeer angstige patiënt die in meerdere ziekenhuizen tegelijkertijd behandeld werd.
28
28
29
over de loopbaan van een goede kok Als je werkgever je hart op hol doet slaan Inleiding In toenemende mate komen we bij Cavari Clinics mensen tegen, die in hun werk gaandeweg enorm overbelast raken en daardoor lichamelijke klachten krijgen, die niet of slecht worden begrepen en waar te laat iets aan gedaan wordt. Als je deze lichamelijke alarmsignalen maar lang genoeg niet serieus neemt, of je denkt deze niet serieus te kúnnen nemen door werk of privé-omstandigheden, dan ligt een rampscenario in het verschiet. We zijn er ons bij Cavari echter steeds zeer van bewust dat het voor langere tijd uit het werkproces stappen, vanwege de actuele maatschappelijke situatie, vaak geen oplossing is. ‘Onze’ kok, de heer Schouten, beschrijft hieronder wat hij beleefde voor en tijdens zijn behandeling bij Cavari Clinics. Onze benadering werkte goed bij hem, vooral de Telezorg die we inzetten om hem de mogelijkheid te geven om direct contact te hebben met één van ons bij problemen. Dit gaf hem een veilig gevoel en wij vonden het prettig hem in voorkomende gevallen meteen te kunnen helpen.
Het medische rapport van de heer Schouten
“
U bent een 52-jarige man die door uw behandelend cardioloog verwezen werd naar Cavari Clinics vanwege onverklaarde pijn op de borst. De lichamelijke klachten worden in belangrijke mate uitgelokt door voor u stressvolle arbeidsomstandigheden en – in mindere mate – door spanningen thuis. U bent chefkok in een toprestaurant. U beleeft de leiding van het restaurant als bovenmatig kritisch en vindt de werksfeer ‘onveilig’. De komst van een collega-kok heeft op u een ontregelend effect gehad. U heeft, zoals u zei, “het koninkrijk niet meer alleen”. U kreeg in toenemende mate het gevoel dat u competitie moest voeren en niet meer aan de eisen van de eigenaren kon voldoen. U voelde zich mede door uw leeftijd, in vergelijking met uw nieuwe collega, qua creativiteit en snelheid tekort schieten. Dit gaf steeds meer spanningen, waarbij u zelf ook een relatie ziet met bepaalde karaktereigenschappen. U kunt moeilijk ‘nee’ zeggen en om u goed te voelen, heeft u behoefte aan controle en positieve feedback. In het verleden heeft controleverlies tot alcoholmisbruik en zelfmoordplannen geleid.
30
30
In de loop van het diagnostisch traject bij Cavari Clinics is de stress afgenomen doordat uw situatie voor u helderder werd en u nieuwe oplossingen voor uw problemen zag, zoals het zoeken naar een andere baan. U gaf bij de bespreking van het verslag aan dat u nog wel klachten heeft, omdat af en toe uw hart nog op hol slaat. Dit maakt u erg angstig en onzeker, omdat het uw ervaring is, dat als u dit meldt aan de huisarts of dokterspost, er meteen een ambulance voor de deur staat, met alle onrust van dien. Wij geven u als oplossing een telezorgset. Hiermee kunt u een hartfilmpje maken en uw bloeddruk meten, die wij doorgestuurd krijgen. Op deze manier kunnen wij u adviseren als er klachten zijn. Ook maakten we afspraken voor een aantal gesprekken met dr. Tulner, die in eerste instantie coachend zullen zijn.
”
Kok in hart en nieren De heer Schouten over ambities, stress en het hart Mijn ervaringen met Cavari Clinics Hierbij mijn verhaal over een deel van mijn belevenissen in de gezondheidszorg. Toen René van Dijk en Dorien Tulner me vroegen of ik iets wilde schrijven over mijn ervaringen in de zorg voor en tijdens mijn traject bij Cavari Clinics, heb ik meteen ‘ja’ gezegd. Dit komt omdat ik vind dat de manier waarop de dokters en de medewerkers bij Cavari Clinics omgaan met patiënten, een voorbeeld zou moeten zijn voor mensen die werken in grote organisaties. Uit onderstaande zal dit duidelijk worden. Allereerst, wie ben ik? Ik ben een kok in hart en nieren en tot 1990 had ik een goed leven als de chef-kok van een instelling, in combinatie met het geven van kooklessen. In de periode van 1990 tot 1995 begon ik me echter te vervelen. En ik vond het ook onterecht dat er niet meer uren beschikbaar waren voor mijn functies (chefkok en hoofd voedingsdienst), terwijl ik ook geacht werd leiding te geven. Gaandeweg trad er naar mijn idee een discrepantie op tussen werklast, werkvreugde en vergoeding. Ik besloot mijn baan op te zeggen en in een restaurant te gaan werken. Ik kreeg snel een baan in het restaurant waar ik nu nog steeds werk en heb de klandizie helemaal zelf opgebouwd. Door allerlei zaken te introduceren en steeds te zorgen voor een zeer gevarieerde kaart, kwamen er steeds meer klanten en werkte ik gaande weg 70 uur per week in plaats van 38 uur. Ik voelde me onmisbaar en genoot van het feit dat het niveau steeds verder omhoog ging.
31
Mijn gezondheidsproblemen Na jaren begon ik rond 2007 lichamelijke klachten te krijgen; klachten in de gewrichten, moeheid en klachten in de borst, en ook begon ik een gewoontedrinker te worden. Ik voelde me regelmatig erg somber. De relatie met de directie van het restaurant verslechterde langzamerhand; men had alleen maar oog voor de omzet en niet voor diegene dankzij wie de zaak mede geworden was wat hij was. Ook thuis kwamen er spanningen. Met mijn klachten meldde ik me bij mijn huisarts, die ondermeer maatschappelijk werk inschakelde. Mijn situatie verslechterde echter: ik begon meer te drinken en kreeg ook meer klachten, onder meer pijn op de borst. Op een gegeven moment werd in 2008 de pijn zo erg dat ik werd opgenomen in het UMCG en werd gedotterd. Na de behandeling bleef ik angstig, en hield klachten van pijn op de borst. Ik kreeg van de huisarts een verwijzing naar Lentis, toen ik haar vertelde dat ik af en toe in de auto zat en dacht “die boom is voor mij….”. Na een tijdje dagbehandeling bij Lentis zou ik overgaan naar PsyQ. Er bleek een wachttijd te zijn van vier maanden. Ondertussen was de situatie op mijn werk verslechterd; begrip voor mijn situatie was er in het geheel niet; er werd me geadviseerd om maar ontslag te nemen. Een en ander vrat enorm aan me en de lichamelijke klachten namen weer toe. Toen ik op een gegeven moment weer in het ziekenhuis lag met hartklachten, maar na alle controles inclusief een nieuwe hart catheterisatie alles “goed” bleek stelde de cardioloog een verwijzing naar Cavari voor. Daar hebben, volgens zijn zeggen, de dokters wat meer tijd en kunnen breder kijken naar gezondheidsklachten. Ik stemde toe; ‘proberen kan altijd’, dacht ik. Het traject bij Cavari Clinics Bij Cavari Clinics kon ik snel terecht en er werd een afspraak gemaakt voor een intake bij cardioloog dr. René van Dijk. Toen ik voor het eerst binnenkwam bij Cavari Clinics dacht ik: “nou, nou, dat kan ook wel wat minder”. Luxe stoelen, er wordt je koffie gebracht, voorkomende mensen…….. Echter, wat bleek, toen ik dr. René van Dijk sprak, bleek hij al heel veel over mij te weten en een uur tijd voor me te hebben. Wat een weelde was dat: eindelijk een plek waar je je hele verhaal kwijt kunt bij iemand, die niet snel tot een conclusie wil komen, maar die luistert en ook nog echt in de horeca geïnteresseerd was. Na dat eerste uur stelde René van Dijk voor om een samenvatting te maken van het gesprek. Niet om naar de huisarts te sturen, neen, maar om naar mij te sturen, met het verzoek om te kijken of het een
32
beetje klopte. Ik werd uitgenodigd om wijzigingen aan te brengen, waar gewenst. Na correctie zou de tekst dienen om zijn collega Dorien Tulner te informeren, zodat ik niet steeds het zelfde verhaal hoefde te vertellen. Toen ik thuis de mail opende was het verslagje er al. Wat een verademing: een tekst in normaal Nederlands gericht aan mij, met een duidelijk conclusie en een voorstel voor een plan. Na enige dagen zag ik dr. Dorien Tulner. Ook zij had een uur voor me uitgetrokken en borduurde voort op de informatie die ze had gekregen van René van Dijk. Het werken als team bleek mij duidelijk; wat een verschil met wat ik eerder meegemaakt had. Na een paar bezoeken en medisch onderzoek werden, in een triogesprek met beide specialisten, de conclusies doorgenomen van al het onderzoek en een voorstel gedaan voor een passend vervolg. De conclusie was dat ik ontregeld ben geraakt door alle stress van de afgelopen jaren, in combinatie met bepaalde karaktertrekken: bijvoorbeeld dat ik moeilijk ‘nee’ kan zeggen en behoefte heb aan positieve feedback en waardering. En dat proces heb ik verergerd door alcoholgebruik. De reactie van mijn lichaam daarop was zoals hierboven beschreven.
33
Het bleek dat een combinatie van nog enige inzichtgevende gesprekken en het meegeven van een Telezorgset voor thuis, me de rust heeft gegeven om een aantal fundamentele beslissingen te nemen in mijn leven, die maken dat een en ander nu veel hanteerbaarder is. Een Telezorgset is een instrument waarmee ik zelf, als ik het idee heb dat ik hartkloppingen heb of pijn op de borst, thuis een hartfilmpje kan maken dat automatisch bij dr. Van Dijk op de iPhone komt. Ondertussen maak ik plannen voor een nieuwe toekomst. Wat is er nu anders bij Cavari? Veel is anders bij Cavari, maar wat voor mij vooral het verschil maakte, is dat ik te maken kreeg met twee zeer toegankelijke dokters, die echt geïnteresseerd in mij en mijn omstandigheden waren. En ze dachten als duo creatief met me mee om mij delen van een oplossing aan te reiken. Daarnaast trof ik een Cavari-team dat zich vriendelijk, accuraat en klantgericht opstelt. Ik wou dat ik 8 jaar eerder bij Cavari was geweest.
Soms is een ‘werksituatie’ een veroorzaker van uit het evenwicht raken. Zo ook hier. In dergelijke situaties is het ons gelukkig vaak gegeven om het probleem, dat speelt op het werk, samen met een werkgever aan te pakken en op te lossen; in dit geval werd dat door de patiënt uitgesloten. Gelukkig konden we hem door de juiste ‘combi’ begeleiding weerbaarder en minder angstig maken, en hem helpen bij het nemen van een aantal belangrijke beslissingen in zijn leven. Met als uitkomst een patiënt die zich beter aanpast aan zijn omstandigheden en karakter.
34
34
35
veel te jong een hartinfarct Onbegrip en een leven op de kop Inleiding Jong zijn en een hartinfarct krijgen, een baas die je niet meer terug wil hebben en vreemde spelletjes speelt in een periode dat je nog erg kwetsbaar bent; sommige mensen hebben wel erg veel pech. Zo ook deze jonge talentrijke vrouw. Toch had mevrouw Koning ook geluk toen ze een cardioloog tegen kwam in de reguliere zorg, die niet alleen oog had voor het hart en behandeltechnieken, maar die ook zag dat ze een andere benadering van haar problemen nodig had. Deze vond ze bij Cavari Clinics. Door de gezamenlijke inspanningen en bewustwording van een aantal zaken, kon ze goede keuzes maken voor haar toekomst. Voor ons als behandelaars was het een genoegen haar hierin te begeleiden.
Uit het medisch rapport van mevrouw Koning
“
U heeft op uw 36e een hartinfarct doorgemaakt. Dit gebeurde twee dagen nadat uw vader overleden was aan een hartaandoening. Daarvoor had u al langere tijd last van een intense moeheid. Na uw hartinfarct heeft u niet de kans gekregen om succesvol te re-integreren op uw werk. Uw werk was uw lust en uw leven en u vindt het vreselijk dat u uw baan bent kwijt geraakt. De manier waarop er met u is omgegaan, was zo vervelend dat u er tegen opziet om een nieuwe werkkring te zoeken. Bovendien wordt u gehinderd door gezondheidsklachten, zoals extreme moeheid. Door alle omstandigheden: de rouw om uw vader, het hartinfarct en het verlies van uw werk is er bij u een complexe wisselwerking ontstaan, die een allesoverheersende moeheid veroorzaakt. Wij hebben met u een behandelplan opgesteld waarin al deze aspecten aan bod komen.
”
36
36
De weg naar acceptatie Mevrouw Koning over de gevolgen van een hartaanval Mijn gezondheidsprobleem In november 2009 kreeg ik, nadat mijn vader twee dagen daarvoor overleed aan een aneurysma, op 36-jarige leeftijd een hartaanval. Een paar dagen daarna kreeg ik er nog één. Al een half jaar voordat ik mijn eerste hartaanval kreeg, had ik een paar keer ‘die’ druk op de borst gevoeld, maar het ging altijd weer over. Ik heb nooit gedacht dat ik iets aan mijn hart zou hebben. Daar denk je op je 36e niet aan. Ik was oververmoeid, zie ik achteraf, maar dacht dat dit door het werk kwam. Een week van tevoren heb ik zelfs nog kramp rond mijn hart gevoeld. Ik heb alles genegeerd en uiteindelijk ontzettend geluk gehad. Mijn verwachting na mijn infarcten was dat ik na een maand wel weer aan het werk zou zijn. Maar het liep anders ... De laatste dag van mijn ziekenhuisverblijf komt mijn cardioloog met het goede nieuws dat mijn hart zich verbazingwekkend goed heeft hersteld. Ik mag naar huis. Alleen lukt het tot mijn schrik niet om zelf naar de auto te lopen. Halverwege moet ik op een bankje gaan zitten om te rusten omdat ik niet verder kan. Mijn broer brengt mij in een rolstoel naar de auto. Omdat ik alleen woon, zal ik eerst een tijdje bij mijn moeder blijven. Ook bij haar kom ik er snel achter dat veel kleine dingen, zoals bijvoorbeeld een tafel dekken, al een opgave voor me zijn. Ik lig veel op bed. Dit is niet iets wat ik normaal gesproken snel doe, ik ben een zeer actief persoon. Maar op dat moment kon ik dat niet meer. In maart 2010 ben ik opnieuw gekatheteriseerd, omdat mijn vermoeidheidsklachten aanhouden en ik regelmatig pijn op de borst heb. Gelukkig ziet alles er goed uit. Direct daarna begin ik met een reintegratietraject. Tijdens mijn werk kost het me zeer veel moeite me te concentreren, ik weet zelfs namen van collega’s niet meer, ik weet niet meer hoe ik bepaalde dingen tevoren aanpakte en waar ik dingen kan vinden die ik nodig heb. Wat voorheen als vanzelfsprekend ging, kost me in die periode ontzettend veel moeite. Ook heb ik veel pijn in mijn bovenlichaam. Thuis heb ik geen energie meer om dingen te doen, het huishouden moet ik de meeste tijd laten liggen en energie voor leuke dingen heb ik vrijwel niet. Ik wil wel, maar mijn lichaam wil niet. Zelfs de paar leuke dingen die ik in die tijd doe, vormen een aanslag op mijn lichaam. Toch lukt het me ook dan positief te blijven en bang voor nog een hartaanval ben ik niet. Maar in augustus 2010 beland ik opnieuw in het ziekenhuis, omdat ik pijn op de borst heb die anders dan anders aanvoelt. Uiteindelijk is er niks aan de hand, maar omdat ik er even kon uitrusten, knap ik er tijdelijk van op. Wanneer ik na ruim een half jaar re-integreren mijn uren van 30 naar 34 uur uitbreid, gaat het weer mis. Ik ben helemaal op. De uren worden op besluit van de bedrijfsarts verminderd en ik zit weer op halve 37
dagen. Alhoewel ik het idee heb dat iedereen wel zijn best doet, blijkt dat men moeite heeft met het begrijpen van mijn situatie. Dit brengt veel spanningen met zich mee. Ik meld me ziek, ik moet heel even uitrusten, want ik kan niet meer. Na een gesprek met de leidinggevende ga ik met een uitgeput lichaam toch weer door. Dat lukt me nog een paar dagen, maar ik voel me totaal vermoeid en machteloos. Mijn huisarts meldt mij uiteindelijk ziek. Mijn ervaringen in de gezondheidszorg voor periode Cavari Clinics Een paar maanden nadat ik uit het ziekenhuis werd ontslagen, heb ik een revalidatieprogramma voor hartpatiënten gevolgd. Dit revalidatiecentrum is aangesloten bij het ziekenhuis. Je kunt daar verschillende programma’s volgen. Ik koos alleen voor de fitness-cardio-module die zes weken duurde. De ontspanningsmodule leek mij niet nodig, aangezien ik geen angst had voor herhaling en ik nog steeds positief was ingesteld. Ergens halverwege dit traject belandde ik opnieuw in het ziekenhuis wegens hevige pijn op de borst. Een begeleider van de revalidatie maakte een opmerking, over het wel of niet bellen van een ambulance bij pijn op de borst, die me raakte en me onzeker maakte. Ik probeerde me groot te houden, maar hierna deed ik de revalidatie niet meer met plezier. Al met al viel het programma me zwaar en lukte het me in de laatste weken niet meer drie keer per week te trainen. Gedurende het re-integratietraject op mijn werk bezocht ik regelmatig een bedrijfsarts. Na de arts een paar keer bezocht te hebben, leek het hem verstandig dat ik opnieuw zou gaan revalideren. Dit advies volgde ik op. Twee keer per week volgde ik onder begeleiding een fitness-cardio-programma, nu in mijn eigen woonplaats. Bij de bedrijfsarts gaf ik steeds aan dat ik veel pijn boven in mijn lichaam had. Tegen de tijd dat hij me adviseerde naar een pijncentrum te gaan, waar je kunt leren omgaan met pijn, zat ik al in een fase waarin ik totaal uitgeput was. Ik ging minder werken en mijn huisarts, zoals eerder vermeld, greep in en meldde me ziek. Omdat mijn werkgever op een andere arbodienst was overgestapt kwam ik bij een nieuwe bedrijfsarts terecht, waarmee ik nog één gesprek heb gehad. Deze arts kon niks meer voor me betekenen voor wat betreft mijn gezondheid; de arbeidsverhouding met mijn werkgever was verstoord. Het enige dat hij nog kon doen was een mediationtraject voorstellen. Hier komt het niet van en uiteindelijk had ik geen werk meer. Alle artsen, inclusief de controlerend arts stonden aan mijn kant, maar konden niks meer voor me doen. Het onbegrip en de druk op het werk, hebben me veel verdriet gedaan. Het kostte me nog lange tijd veel energie. Vanaf het moment dat ik mijn eerste hartaanval heb gehad, heb ik altijd geloofd dat ik beter zou worden en misschien zelfs nog wel beter dan daarvoor, was mijn hoop. De kransslagaders waren immers weer opengezet. Misschien had ik er al heel lang mee rondgelopen.
38
Ik bleef naar fitness-cardio gaan en probeerde de gebeurtenissen een plekje te geven in de hoop dat ik dan weer meer energie zal krijgen. Door de perikelen op het werk zijn, spijtig genoeg, het verwerken van het verlies van mijn vader en het herstel van mezelf op de achtergrond gekomen. Ik volgde een NLP-training en EMDR om mijn machteloosheid, woede en verdriet rondom de gebeurtenissen op het werk te kunnen uiten en weer enigszins in goede banen te leiden. Ik wilde anderen hier ook niet teveel mee lastig vallen. Later volgde ik nog haptonomie, shiatsu en ging ik naar meditatie. Alles moest een plekje krijgen. Maar niemand kon me vertellen hoe ik beter kon worden en of ik beter zou worden. De vermoeidheid en de pijn bij mijn hart bleven, met betere en slechtere periodes. Ondanks alles bleef ik positief en wist ik dat deze periode in mijn leven slechts tijdelijk zou zijn. Bijna twee en een half jaar na mijn eerste infarct verergerden mijn klachten, ik kreeg last van periodes met extreme vermoeidheid en had regelmatig pijn bij mijn hart. Voor het eerst was ik ook niet echt heel positief meer, het duurde te lang. Ik begreep het niet, wat deed ik verkeerd, hoe moest ik het aanpakken en zou ik eigenlijk nog wel weer de oude worden?
39
Tijdens een gesprek met mijn cardioloog voor de halfjaarlijkse controle, constateerde hij dat mijn hart stabiel was, maar het niet goed met mij ging. Hij stelde een verwijzing voor naar een psychiater voor hartpatiënten. Hij bood zelfs aan om met me mee te gaan naar het eerste gesprek. Ik moest erover nadenken. Ik wilde er niet ‘in blijven hangen’ en was eigenlijk wel uitgepraat. Na enige tijd besloot ik toch een afspraak te maken voor een gesprek. Wat gebeurde er bij Cavari Clinics? Als ik van tevoren had geweten dat ik multidisciplinaire hulp zou krijgen en wat dit inhoudt, was ik direct op het voorstel van mijn cardioloog ingegaan. Er werd opnieuw een echo van mijn hart gemaakt; ik kreeg een uitgebreide bloedtest om andere ziekten uit te sluiten; een conditietest; ik ging trainen met de fysiotherapeut en uiteraard vonden er gesprekken plaats met de psychiater. Thuis hield ik een schema bij van mijn dagindeling en gaf ik bij elke activiteit een score aan van mijn vermoeidheid en maakte daarbij aantekeningen van pijnklachten in de hartstreek. Mijn psychiater, mevrouw Tulner, liet mij een grafiek zien van ‘de niet-accepterende patiënt’. De patiënt, die alsmaar over zijn eigen grenzen gaat en die juist daardoor maar geen vooruitgang kan boeken. Ook in mijn eigen omgeving werd mij aangeraden de situatie te accepteren zoals die was. Vervolgens las ik een boek over het accepteren van je ziekte en daarmee was de cirkel rond. Het accepteren was voor mij de sleutel. Ik hield mezelf thuis continu bezig met klusjes en allerlei dingen om maar in conditie te blijven. Steeds ging ik daarbij over mijn grenzen, ook al had ik pijn. Ik ging zelfs hardlopen, en ook hierin ging ik direct weer over mijn grenzen heen. Door te accepteren verdween de pijn rond mijn hart en werd ik beetje bij beetje minder moe. Mijn huidige situatie Ik kan nu zeggen dat het boven verwachting goed met mij gaat. Om eerlijk te zijn had ik dat na zo’n lange tijd op het laatst niet echt meer verwacht. Ik heb geen pijn meer bij mijn hart en de vermoeidheidsklachten zijn sterk verminderd. Momenteel volg ik ontspanningsoefeningen, heb ik gesprekken en train ik nog. Wat ik essentieel anders vind in de benadering bij Cavari? Ik heb veel ondernomen om aan mijn herstel te werken, maar er was niet iets wat heel specifiek aansloot op mijn gezondheidsprobleem. De mensen bij Cavari zijn gespecialiseerd in de problematiek die een hartaanval met zich mee kan brengen, daardoor krijg je de zorg die je nodig hebt. Je probleem wordt begrepen en uitgelegd. Bovendien krijg je zorg op maat. De trainingen worden speciaal op jouw situatie ingesteld, teruggekoppeld en waar nodig aangepast. Ook is het fijn dat je er met al je vragen terecht kan. Ik ben lang zoekende geweest naar een oplossing. Bij Cavari wordt je begeleid en heb je een houvast. Niemand vertelt je na een hartaanval of je beter wordt of hoe je dat kunt bereiken. Wellicht was het anders gelopen, wanneer ik tijdens mijn re-integratie deze vorm van hulp had gekregen. Desalniettemin ben ik blij dat dit alsnog op mijn pad is gekomen. 40
Door de geïntegreerde aanpak kreeg het behandelend team overzicht van de volledige situatie en kon er worden vastgesteld waar het proces van genezing stokte. Omdat mevrouw Koning haar nieuwe situatie niet (volledig) had geaccepteerd, vroeg zij teveel van zichzelf en trad er overbelasting op. Daardoor ging zij elke keer ‘terug naar af’ in het genezings- en re-integratieproces. Door multidisciplinaire begeleiding en een stappenplan kon zij haar leven, stap voor stap, opbouwen. 41
41
gevolgen van een schildklierprobleem in een risicovolle baan Veelvuldig pieken leidt tot omvallen Inleiding In sommige beroepen wordt het uiterste van mensen gevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld in het leger, bij de politie en voor topsporters. Mensen worden getraind om tot het uiterste te gaan: voor de veiligheid of uit ambitie. Zo ook de heer Alaoui. Tot drie keer toe moest hij tijdens zware oefeningen met een ambulance naar het ziekenhuis worden gebracht, werden afwijkingen vastgesteld en moest hij daarna gewoon weer verder. Tot hij niet meer kon. Waarom? Dat bleef in eerste instantie een raadsel. Tijdens het Cavari Clinics-traject werd de puzzel ontrafeld en vielen de stukjes op zijn plaats. Wij kijken als behandelaars met veel plezier op het traject terug. Voor ons was het een uitdaging om meneer Alaoui, afkomstig uit een andere cultuur, te begeleiden, te behandelen en hem te helpen om duidelijke keuzes te maken. Het was mooi om te zien hoe onze patiënt steeds krachtiger werd en fundamenteel anders in het leven is gaan staan.
Uit het medisch rapport van meneer Alaoui
“
U bent een 46-jarige man die sinds de ontwikkeling van een hypothyreoïdie, diverse lichamelijke klachten heeft ontwikkeld en psychische ontregeld bent geraakt. Voordien was u goed gezond en normaal functionerend. Op de voorgrond in uw klachten staat een extreme moeheid waardoor voltijds werken niet meer mogelijk was. Als oplossing is voor een verlaging van het aantal werkuren gekozen, zodat u midden in de week een dag extra heeft om tot rust te komen. Ondanks dat, moet u ook op andere momenten in de week, in privétijd, arbeid met rust compenseren. De psychische klachten zijn tot op heden niet als zodanig herkend en gediagnosticeerd. Er blijkt sprake te zijn van een depressief toestandsbeeld dat met een adequate substitutie van het schildklierhormoon niet is hersteld.
”
42
42
Lachen van verdriet De heer Alaoui over de gevolgen van schildklierlijden Ik voelde me als een lege ballon, uitgeblazen, die niets aankon. De bladeren er om heen worden geduwd door de wind, ik bleef in de steeg onbemind, zonder hulp of inspiratiebron. Krachteloos lag ik wachtend op de onbekende die mij opblaast naar de hemel of het plafond. Alle voorbijgangers, man, vrouw of zelfs een kind, nee, niemand heeft me herkend. Niemand, geen kat, geen hond. Waar bleef het executiepeloton? Het ontstaan Ziek zijn terwijl ik het niet wist. Het begon in het jaar 2009 toen ik in de sportschool aan het fietsen was en ik opeens onwel werd. Eenmaal thuis werd ik nog een keer onwel en toen ben ik met een ambulance naar de spoedopvang van het dichtstbijzijnde ziekenhuis overgebracht. Ik wist niet wat mij overkwam. Die dag vergeet ik nooit meer want het was 3 mei en de dag van mijn 40ste verjaardag. In het ziekenhuis werd een hartafwijking geconstateerd en ik werd meteen de volgende dag gekatheteriseerd. Na verder onderzoek kwam het verlossende woord: ‘schildklier’. ‘Meneer, U heeft een traag werkende schildklier en u zult de rest van uw leven medicijnen moeten blijven gebruiken’. Je raadt niet wat mijn reactie was. Ik moest lachen, maar niet omdat ik zo blij was met de boodschap die mijn wereld deed beven. Nee, ik moest lachen van verdriet. Het verdriet was zó groot dat het mij deed lachen. Dit moment heeft naar mijn gevoel heel lang geduurd en wilde niet ophouden. Toen pas besefte ik dat gezond zijn een grote gunst is. Ik, de vrolijke levensgenieter, heb een chronische ziekte. Nee!! Dat bestaat niet. Ik moest meteen denken aan de ontelbare bezoeken aan mijn toenmalige huisarts. Ik was daar kind aan huis. Ik bombardeerde hem bij iedere bezoek met een aantal vage klachten waar hij
43
geen antwoord op had. Plotseling herinnerde ik me ook het laatste bezoek aan die huisarts, toen ik hem vertelde dat ik misschien lijd aan een aandoening van de schildklier. Ja, ik herinner mij ook goed wat zijn antwoord was: “Ach, ga leven man. Je mankeert helemaal niets, je ziet ze vliegen.” Ik wil geen oude koeien uit de sloot halen en ik wil de schuld van mijn ziekte niet in zijn schoenen schuiven, maar hij had mij serieus moeten nemen. Ik was verstandig en ben gelijk begonnen met het nemen van de medicijnen. Ik ben doorverwezen naar de internist. De begeleiding van de internist was beneden de maat en ze was niet betrokken. Ik moest zelf gaan varen op de Oceaan van het internet. En daar, in de weerspiegeling van Google, zag ik mijzelf varen tussen de verhalen van mijn lotgenoten. Daar en nergens anders, vond ik de bevestiging van mijn onophoudelijke vermoeidheid, en van de rest van de waslijst aan klachten. Ik begon langzaam op te knappen maar ben nog niet thuis. Hierdoor zijn er wat problemen op het werk ontstaan. Een paar collega`s twijfelen aan mijn verhaal en geloven mij voor geen meter. Ik stel me aan, ik zuig het uit mijn duim… Ik heb het hier heel moeilijk mee gehad want hierdoor werd mijn probleem alleen maar groter. Er was weinig begeleiding vanuit de zorg. De bedrijfsarts was veel beter, vond ik. Op een dag voelde ik me wat beter en ik dacht dat ik wel weer kon gaan werken. Zo gedacht en zo gedaan. Tja!! Achteraf ben ik veel te snel aan het werk gegaan. Daar kwam ik snel achter. Mijn vermoeidheid werd alleen maar extremer. Ik werd somber en ik was zó wanhopig vermoeid, dat ik tijdens dagdromen alleen maar aan mijn bed kon denken. Verder was ik kouwelijk, had stijve spieren en ik kon me niet concentreren. Ik vergat namen en had veel moeite om mijn werk goed uit te voeren. Helaas ben ik nog een keer onwel geworden. Het verhaal wijkt eigenlijk niet af van de eerste keer dat dit gebeurde. Na een paar dagen in het ziekenhuis gelegen te hebben, ben ik door de cardioloog opnieuw door verwezen naar de internist. De internist vond het erg wat mij was overkomen, maar constateerde uit het bloedonderzoek dat de waarden voor de schildklier binnen de normen waren en ik helemaal niets mankeerde. Ik mocht de volgende week weer aan het werk en moest over een half jaar terugkomen voor controle. Alles bij elkaar duurde het gesprek 5 minuten. Mijn contact met deze internist was onvruchtbaar en nutteloos. Het was als het douwen van een dode ezel naar de zee. Ik zou geen andere beschrijving kunnen bedenken. De bedrijfsarts en ik hebben ons bij het advies van de internist neergelegd en ik ben aan het werk gegaan. Ik heb een contract van 36 uur. Mijn werkweek was ingedeeld in vier dagen van 9 uur, zodat ik steeds om de twee dagen een dag rust kreeg. Deze formule was geen succes. Het was permanent fietsen tegen de wind in. Ik had het zwaar met werkdagen van 9 uur, een onregelmatige dienstrooster en ook nog regelmatig overwerken. Mijn directe collega met wie ik meestal samenwerkte was nors, hard en beperkt in zijn sociale omgang met anderen. Eigenlijk had hij het lichaam van een ezel en het verstand 44
van een kip. Hij had geen flauw benul van mijn ziekte en hield absoluut geen rekening met mij. Ik was bezig met overleven. Ondanks de moeilijkheden hield ik het vol en ik roeide met alle peddels en macht tegen de stroom in. Als ik thuis was, wilde ik alleen maar naar bed. Ik had geen energie meer voor mijn vrouw en kinderen. Mijn vrouw en mijn kinderen stonden alleen maar in de weg. Omdat ik mijn schaarse energie helemaal op het werk besteedde, was ik bij thuiskomst altijd blut, futloos en zonder perspectief. Sukkelend liep ik als een slechtziende zonder bril naar het bed. Zelfs daar had ik al moeite mee. Genadeloos sneed het mes der waarheid mij van binnen in stukken. Er kwamen vreemde gedachten bij mij naar binnen zonder te kloppen. De deur stond open, ik had geen gezag. De muren zagen er stevig uit, ik ben een schijnbedrieger. Door de donkere wolken van de onophoudelijke herfst scheen af en toe een lichtstraal, en daar zag ik in de onschuldige ogen van mijn kinderen een fata morgana.
45
Hoewel ik veel van mijn gezin houd, had ik het niet vreemd gevonden als mijn vrouw en kinderen mij voorgoed hadden verlaten, zonder een traan om mij te laten. Ik vertelde mijn vader dat er twee wolven in mij leven. De één is goed maar de andere is zeer slecht en die heb ik nooit zo sterk gevoeld. Door de val en de chaos zijn ze constant met elkaar in gevecht. Mijn vader zei: ”Uiteindelijk zal er maar één kunnen winnen, mijn zoon”. Ik vroeg: “Welke dan?” “Degene die jij het meeste voedt, zal uiteindelijk winnen.” zei hij. Ik sukkelde een tijdje zo door met vallen en soms opstaan. Ik probeerde mijn uiterste best te doen op het werk en aan het thuisfront. Makkelijk was dat niet. Op een dag tijdens het werk, werd ik weer onwel. Ik werd door een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar werd weer een hartprobleem geconstateerd. Na de katheterisatie werd dezelfde conclusie getrokken. Men wist niet wat mij mankeerde en na een week ben ik doorverwezen naar de Cavari Clinics. Als een drenkeling kwam ik bij de Cavari Clinics aan. Ik had geen flauw idee wat me bij hen te wachten zou staan. Een wrak dat drie jaar heeft gedwaald en in het donker heeft gestaan, heeft eigenlijk niets te eisen. Maar ik werd verrast door de methode die ze hanteren. Voor het eerst werd met me gepraat. Een diagnose werd vastgesteld en mijn klachten zijn in kaart gebracht. Dit heeft een positieve invloed op mij gehad. Er is contact met de bedrijfsarts opgenomen. Een revalidatieprogramma werd opgestart en nauwkeurig gevolgd door een combinatie van medisch specialisten en de fysiotherapeut. Op dit moment ben ik nog aan het herstellen en ik volg het revalidatieprogramma. Ik wil er niets van missen. Dankzij de professionele en vooral de menselijke benadering van Cavari Clinics ben ik de fase van drenkeling voorbij gegaan en bevind ik me aan dek van het schip van het gezonde bestaan.
Door gemeenschappelijk en breed te kijken, vanuit lichamelijk en psychisch perspectief, het juiste team samen te stellen, en door het tempo en de niet-alledaagse keuzes van onze patiënt te respecteren, was het mogelijk om een ‘major levensreset’ te bereiken. De uitkomst was een veel gelukkiger patiënt, die geen beroep meer doet op tweedelijns zorgvoorzieningen. In dit traject was de samenwerking met de bedrijfsarts intensief en nuttig.
46
46
47
van het kastje naar de muur geeft letterlijk hoofdbrekens Kortsluiting tussen hart en brein geheel hersteld Inleiding Het verhaal van deze patiënt illustreert als geen ander de zeer complexe en subtiele wisselwerking tussen hart en brein. De heer Hendriks heeft zelf steeds geweten waar zijn probleem lag, maar heeft niet de juiste zorg gekregen, ook al vroeg hij daar nadrukkelijk om. Hij werd domweg niet gehoord. Dit komt door de verkokering in de zorg en de in de GGZ geldende ‘Stepped Care’ gedachte. In dit model wordt eerst de eenvoudigste behandeling gegeven en pas als die behandeling niet werkt, zwaardere en dus duurdere zorg ingezet. Milde stemmingsproblemen worden in dit model niet vanuit een medische, maar vanuit een psychologische invalshoek benaderd en behandeld. Stemmingsproblemen worden in dat geval gezien als een ‘aanpassingsprobleem’ of een ‘communicatieprobleem’. In deze benadering zit, naar ons idee, de foute aanname dat jonge onervaren professionals, zonder medische kennis of levenservaring, aan de hand van een GGZ-protocol ook complexe medische problematiek kunnen oplossen. De heer Hendriks heeft de gevolgen hiervan letterlijk aan den lijve ondervonden. Onze patiënt, een ambitieuze man die graag en veel werkte, kwam bij Cavari Clinics op het moment dat hij inmiddels al een ernstige complicatie (schedelfractuur) had opgelopen en zijn baan definitief kwijt dreigde te raken. Een persoonlijk drama was aan de gang, doordat zowel op somatisch als psychiatrisch gebied de juiste diagnose was gemist. Bij Cavari werd alles ontrafeld en volgens het “bio-psycho-sociale model” weer in elkaar gezet. De puzzel zag er daarna heel anders uit.
Uit het medisch rapport van meneer Hendriks
“
U bent een 61-jarige man die al langere tijd (15 jaar) bekend is met een lichte vorm van een linkerkamerverdikking, een geleidingsstoornis, een hoge bloeddruk en een geringe aortaklepinsufficiëntie (kleplekkage van de uitlaatklep van het hart). Vanaf september 2010 bent u drie keer ‘zo maar weggevallen’. Gezien de aard en gevolgen van dit herhaalde wegvallen (de tweede keer trad een schedelfractuur op) in combinatie met de voorgeschiedenis, is de kans 10 tegen 1 dat dit veroorzaakt wordt door een cardiologisch probleem. U heeft restgevolgen van het schedeltrauma overgehouden en bent uiteraard zeer angstig dat u zomaar weer wegvalt.
48
48
Tevens constateren we dat u sinds 2007 in wisselende mate depressief bent. Dit is destijds uitgelokt door spanningen op het werk, na een reorganisatie. Eerder genoemde aanvallen van wegvallen traden steeds op in spannende perioden met c.q. na slaapgebrek en piekeren. Cardiologisch onderzoek (in samenwerking met het Martini Ziekenhuis) leverde op: eerder genoemde zaken. Op basis van alle gegevens blijft in eerste instantie een in het hart gelegen oorzaak voor dit herhaalde wegvallen waarschijnlijk. Op basis van bovenstaande willen wij graag met u praten over een gecombineerde behandeling: een pacemaker om een eventuele cardiologische oorzaak van het wegvallen te behandelen, en hiernaast een psychiatrische behandeling vanwege het slaapgebrek en piekeren.
”
Wachten op het volgende wegvallen De heer Hendriks over stress, brein en hart In 2010 ben ik zonder voor mij aanwijsbare redenen van mijn racefiets gevallen tijdens een trainingstocht. Het letsel bleef beperkt tot een hersenschudding en schaafwonden. Na het lichamelijke herstel bleef ik constant hoofdpijn houden. De medische conclusie was een ‘burnout’, waar ik mij in eerste instantie moeilijk in kon vinden. Wel was het bedrijf, waar ik al 23 jaar werk, overgenomen door een groot internationaal bedrijf, hetgeen voor mij extra druk en andere verantwoordelijkheden met zich meebracht. Om de klachten van de ‘burnout’ te behandelen, heb ik een aantal sessies gevolgd bij een psycholoog. Dit heeft weinig resultaat gehad. Na afwisselend het werk, gedeeltelijk, weer hervat te hebben, ben ik voor de tweede keer in 2011 thuis weggevallen. Er volgde een ziekenhuisopname vanwege het zeer ernstige letsel: een schedelbasisfractuur en een hersenkneuzing. Zowel na cardiologisch als neurologisch onderzoek is de oorzaak niet duidelijk geworden. Verdere coördinatie heb ik niet ervaren en daarmee stopt de begeleiding in de reguliere zorg. Om toch gegevens bij een volgende val te kunnen verzamelen, is een Reveal geïmplanteerd in de borst om de hartslag bij grote afwijkingen te registreren. Ondertussen heb ik op therapiebasis weer gedeeltelijk gewerkt. Het werk beviel wisselend en de klachten bleven. Tijdens een reguliere controle in 2012 bij de bedrijfsarts kreeg ik het advies om contact op te nemen met Cavari Clinics. Kort na het bezoek aan de bedrijfsarts volgde een derde wegvalling. Tijdens de spoedopname in het streekziekenhuis bleek dat de Reveal geen registratie had gedaan omdat deze te onnauwkeurig stond afgesteld. Toen de opmerking werd gemaakt “dat ik maar moesten wachten tot een volgende 49
wegvalling”, heb ik het besluit genomen om contact op te nemen met Cavari Clinics. Na goedkeuring van mijn werkgever heeft de volgende dag een intakegesprek plaats gevonden en is direct schriftelijk een plan van aanpak gepresenteerd. Dit bestond uit het opvragen van het dossier uit de reguliere zorg en een aantal nieuwe onderzoeken zoals een echo, holter en ergometrie. Direct na deze onderzoeken en het bestuderen van het bestaande dossier is de voorlopige conclusie met mij besproken en aanvullend
onderzoek gepland voor hartkatheterisatie. Ook is de Reveal nogmaals uitgelezen en is geconstateerd dat deze alleen spierspanning in de borst opsloeg. Hierop is getracht de Reveal beter vast te zetten in de borst, maar ook dit heeft geen beter resultaat opgeleverd. Ondertussen waren er twee jaar verstreken en heeft het UWV besloten dat ik voor 62% arbeidsongeschikt was. Dit is een hard gelag na bijna 40 jaar met plezier werken. Ondertussen had Cavari Clinics overleg gevoerd en kreeg ik het advies om een pacemaker te laten implanteren, wat is uitgevoerd. Hierdoor is de angst verdwenen dat je zonder enige waarschuwing weg kunt vallen, met alle gevolgen van dien. Helaas kwam de hoofdpijn weer terug bij langdurige geestelijke inspanning. Hiervoor zijn door de psychosomatisch specialist van Cavari Clinics medicijnen voorgeschreven. Het resultaat hiervan is dat de geestelijke belastbaarheid toeneemt. Ondertussen werk ik weer 3 korte dagen per week, hetgeen goed bevalt, zonder hoofdpijn. De laatste pacemaker-controle heeft aangetoond dat er regelmatig hartritmestoornissen zijn, maar dat deze goed door de pacemaker worden opgevangen; tot nu toe al 50
vier keer. De gecombineerde aandacht voor mijn ziekte heeft uitstekend gewerkt en ik kan mijn leven met enkele beperkingen weer oppakken en genieten van de dagelijkse dingen. Het traject bij Cavari Clinics is binnen acht maanden afgesloten, terwijl er in de reguliere zorg in anderhalf jaar geen duidelijkheid is gekomen. Het grote verschil tussen Cavari Clinics en de reguliere zorg is, dat er aandacht is voor onderlinge verbanden, naar aanleiding van de gemelde klachten. Verder valt de duidelijke en snelle schriftelijke communicatie op en de rapportage per e-mail. Daarbij blijft gedurende het hele traject de coördinatie en regie in handen van Cavari Clinics. Ook mijn werkgever is blij met het resultaat en wil graag nog enkele jaren gebruik maken van mijn kennis en ervaring.
De gezondheidszorg in Nederland moet fundamenteel anders georganiseerd worden. Dit geldt zowel voor de somatische gezondheidszorg als de geestelijke gezondheidszorg. Allereerst zou deze kunstmatige tweedeling opgeheven moeten worden, zowel in de opleiding tot medisch specialist als in de patiëntenzorg. Verder zou in de somatische gezondheidszorg niet alleen techniek, maar ook praattijd met patiënten beloond moeten worden. Dit omdat, zoals ook bij deze patiënt bleek, een zeer uitvoerige anamnese door verschillende dokters met name heeft bijgedragen aan het nemen van de juiste beslissingen ten aanzien van de behandeling. Voor de GGZ geldt dat bij medische problematiek het ‘stepped care’-model verouderd is en verlaten zou moeten worden, ten gunste van het ‘matched care’-model. In het ‘matched care’-model krijgt de patiënt direct, zonder tussenstappen, de zorg die echt nodig is. Vertaald naar de GGZ-praktijk: een patiënt krijgt een dokter (psychiater) als behandelaar als hij een medisch probleem heeft. Hiermee wordt het risico op onterechte ‘psychologisering’ van een medisch probleem aanzienlijk verkleind. 51
51
van kwaad tot erger en uiteindelijk gelukkig toch goed! Van professional naar patiënt en weer terug Inleiding Vaak komen we bij Cavari Clinics patiënten tegen, die al heel veel hebben mee gemaakt in de reguliere zorg. Zo ook de heer Meijer, die onderstaand verhaal schreef. Het opvàllendste vonden wij bij hem, dat er zo’n discrepantie bestond tussen hoe hij op het eerste gezicht overkwam (monter, snel, vitaal en eigenwijs) en hoe hij er in werkelijkheid aan toe was: bij verdere kennismaking bleef alleen zijn eigenwijsheid krachtig overeind. Door vooral goed te luisteren kregen we snel zijn vertrouwen, maar moesten we ons natuurlijk nog wel laten testen…. Hij las zich steeds goed in en wist zeer veel over gezondheidsproblemen, die mogelijk van toepassing waren. Gelukkig zagen we snel verbetering na een aantal technisch simpele acties. Op het resultaat kijken ook wij met heel veel plezier terug. Uit het medisch rapport van meneer Meijer
“
U heeft een veelheid aan vooralsnog onbegrepen lichamelijke klachten, waarvoor in het reguliere circuit geen oorzaak is gevonden. Er zijn concrete afwijkingen op nek niveau, waarbij vragen zijn gerezen over hoe deze afwijkingen op de MRI te duiden. Een deel van uw klachten lijken functioneel bepaald (lees: hangen samen met een interactie tussen lichaam en geest). U heeft een depressie, die u ziet als gevolg van uw situatie en klachten. U bent een zeer goed meedenkende patiënt, die zelf ook suggesties aandraagt voor mogelijke oorzaken van de klachten. Niet alle dokters, die u ontmoet heeft, bleken daar even goed tegen te kunnen. Op basis van onze voorlopige bevindingen stellen we het volgende vervolg voor: • We gaan in ieder geval Lyme Disease beter uitsluiten (waarschijnlijk door inschakeling van het lab in Weert; alle lab-informatie is opgevraagd) • Overleg gaat plaatsvinden met een gespecialiseerd neuroloog t.u.v. neurologische problematiek • Overleg vindt plaats over de interpretatie van de gemaakte MRI. Indien noodzakelijk wordt aanvullend beeldvormend onderzoek ingezet. • In overleg met u wordt de psychologische behandeling bij het Universitair Medisch Centrum overgenomen door collega Tulner, gespecialiseerd in psychosomatische problematiek. U communiceert dit zelf met uw behandelaar. • Op uw suggesties voor diagnoses en verbanden zullen we na raadpleging van collega-specialisten antwoord geven. 52
52
Ten einde raad De heer Meijer over de gezondheidszorg in Nederland als je meer mankeert Mijn gezondheidsprobleem Ik had al een aantal jaren vage klachten welke naar verloop van tijd in mate toenamen. Zo’n drie jaar geleden ging het mis en escaleerden de klachten. Binnen drie maanden viel ik 12 kilo af (zonder dat er iets wijzigde in mijn voedingspatroon). Ik was extreem vermoeid, voelde me ziek, had dagelijks hoofdpijn, kreeg spier- en gewrichtspijn, heftige aanvallen van spierkrampen en willekeurige trillingen en vibraties in verschillende spieren. Ik had buikklachten, was vaak duizelig en had regelmatig de neiging tot flauwvallen. Daarnaast had ik continu het gevoel dat mijn hersenen niet registreerden of konden verwerken wat mijn ogen zagen, waardoor ik voortdurend het gevoel had zeeziek te zijn. Ik kreeg moeite met spreken, lopen en mijn fijne motoriek. Een sleutel in het sleutelgat steken werd zelfs een uitdaging. Na een problematisch verlopen lumbaalpunctie ging het echt fout en dit leidde tot een verdere escalatie van de reeds bestaande klachten. Ook kreeg ik er nieuwe klachten bij: ik kreeg problemen met mijn zicht en met mijn gehoor (geluiden vervormden), ik werd geteisterd door extreme hoofdpijn, duizeligheid en kreeg problemen met mijn ademhaling en hartkloppingen. Uiteindelijk heb ik ongeveer drie maanden in bed doorgebracht en was op een gegeven moment zelfs te zwak om alleen naar het toilet te kunnen lopen. Ik voelde me zo enorm ziek en zwak dat ik zelfs een aantal malen heb gedacht dat ik het niet zou redden. Na verloop van tijd herstelden de klachten zich in lichte mate en was ik enigszins in staat om mijn werk gedeeltelijk te hervatten (ik had door de ernst van mijn ziektebeeld inmiddels een aantal maanden daarvoor mijn werk neer moeten leggen). Echter, tot meer dan vijf uur per dag kwam ik niet. Na deze vijf uur was ik totaal uitgeput en bracht ik de rest van de dag grotendeels in bed door om te herstellen. Ik was 35 jaar en van een zeer actief, sportief en energiek persoon veranderd in een lichamelijk wrak. Ik had het gevoel dat ik gevangen zat in het compleet versleten lichaam van een 90-jarige. Mijn ervaringen in de gezondheidszorg voor periode Cavari Clinics Uiteraard ging ik in een vroeg stadium met mijn klachten naar de huisarts. Deze liet een standaard bloedonderzoek verrichten, waarin geen afwijkingen werden gevonden. De huisarts trok op basis daarvan de conclusie dat er niets aan de hand was en weigerde mij door te verwijzen naar een specialist. Uiteindelijk heb ik mij moeten inschrijven bij een andere huisarts om een doorverwijzing naar het ziekenhuis te verkrijgen. Mijn nieuwe huisarts had geen idee over een mogelijke diagnose, maar was bereid om mij door te verwijzen naar een internist van het streekziekenhuis. Deze internist heeft een aantal onderzoeken geïnitieerd, maar ook hierin werden geen afwijkingen gevonden. De internist verwees mij door naar een neuroloog, aangezien het klachtenbeeld van neurologische aard leek te zijn. Ook de neuroloog heeft een aantal onderzoeken laten verrichten, maar wederom werden ook hierin 53
geen afwijkingen geconstateerd (met uitzondering van een cervicale hernia, waaraan ik in een later stadium nog ben geopereerd). In de periode na de lumbaalpunctie heb ik ook een aantal malen de huisarts geconsulteerd en heb ik een middag en avond op de spoedpoli van het ziekenhuis doorgebracht. De huisarts had geen idee wat ze er mee aan moest, op de spoedpoli werden wederom geen afwijkingen gevonden en de betreffende neuroloog gaf in het geheel geen gehoor. Na diverse onderzoeken deelden zowel de internist als de neuroloog mij mee dat het duidelijk was dat ik ziek was, maar dat er geen diagnose gesteld kon worden. Ik kreeg de boodschap mee dat ik er maar mee moest leren leven. Dit was voor mij onacceptabel en daarom heb ik gevraagd om een second opinion in een universitair ziekenhuis. Het intakegesprek was veelbelovend, de internist in opleiding was zeer begripvol. Ze erkende direct dat ik ziek was, beloofde dat ze haar uiterste best zou doen om een diagnose te stellen en alle onderzoeken zou laten verrichten die daarvoor nodig zouden zijn. We spraken af dat ze eerst de reeds gedane bloedonderzoeken zou herhalen en daarnaast aanvullend bloedonderzoek zou laten verrichten, om een aantal aandoeningen te kunnen uitsluiten. Daarna zou ik terug komen voor een evaluatiegesprek en zou op basis van haar bevindingen een vervolgplan worden opgesteld. Na 6 weken kwam ik terug voor de uitslagen en de betreffende arts in opleiding was inmiddels verhuisd naar een andere afdeling. De vervangende arts in opleiding deelde mij uiterst kil en zakelijk mee dat er bij het bloedonderzoek geen afwijkingen waren gevonden. Hiermee was de second opinion wat haar betreft afgerond en werd ik verzocht om te vertrekken. Ik was totaal overdonderd door deze ‘change of mood’ en verwees de vervangend arts naar mijn gesprek met haar voorganger. Ze besteedde hieraan totaal geen aandacht en verzocht mij nogmaals om te vertrekken. Ik heb geprobeerd haar de ernst van mijn situatie uit te leggen, maar ook daar reageerde zij inhoudelijk in het geheel niet op. Behalve dan de vraag of ik misschien alcohol of drugs gebruikte of bezig was om af te kicken?! Ik was geschokt door deze vraagstelling en toen ik hier ontkennend op antwoordde trok ze dit in twijfel, gezien mijn klachtenbeeld. Ik heb, ondersteund door mijn vader (ik was inmiddels te zwak om zelf nog een hele discussie te voeren), aangegeven deze gang van zaken onacceptabel te vinden en dat deze gang van zaken m.i. geen weerspiegeling is van een second opinion (immers dezelfde bloedonderzoeken waarin eerder geen afwijkingen werden gevonden, werden nogmaals herhaald). Na lang aandringen van mijn kant werd een afspraak ingepland met haar supervisor. Het gesprek wat ik met deze betreffende internist had was schokkend. Direct na binnenkomst viel hij met de deur in huis. Zonder enige interesse in mijn situatie, zonder te vragen naar mijn ziektebeeld, deelde hij mee dat wat hem betreft de second opinion was afgerond. Het bloedonderzoek vertoonde geen afwijkingen en daarmee was de kous af. Binnen vijf minuten kreeg ik op onbeschofte wijze het verzoek om te vertrekken. Ik was ten einde raad, ik voelde me zo ziek en was amper in staat om te spreken, laat 54
staan een discussie aan te gaan met deze arts. Gelukkig was mijn partner mee ter ondersteuning en is zij de discussie met de arts aangegaan en heeft hem nogmaals gevraagd om aandacht te besteden aan de ernst van mijn ziektebeeld en de beperkingen die dat met zich meebrengt. Zij heeft hem letterlijk gesmeekt om iets zorgvuldiger met mijn situatie om te gaan en na te denken over eventueel aanvullend onderzoek om een diagnose te kunnen stellen. De reactie van de arts was verbijsterend, hij beet ons toe (en ik citeer letterlijk): “Mevrouw, meneer, aanvullend onderzoek kost geld. Alvorens aanvullend onderzoek te laten verrichten, maak ik een kosten-baten-analyse. Begrijpt u, als aanvullend onderzoek geld kost en ik de kans gering acht dat er een diagnose gesteld kan worden, dan zal ik dit aanvullend onderzoek niet laten verrichten. Het zorgsysteem in Nederland is duur genoeg, dus we gaan niet onzinnig geld uitgeven aan allerlei onderzoeken die toch niets opleveren”. We vonden deze reactie ronduit schokkend en verbijsterend en hebben nog aangegeven dat niet het ziekenhuis, maar mijn zorgverzekeraar de kosten voor aanvullend onderzoek vergoedt en dat ik hier naar mijn mening recht op heb, aangezien ik hiervoor (een niet geringe) premie betaal. De arts had hier geen boodschap aan verzocht ons wederom te vertrekken. Ik heb hem nog gevraagd om een doorverwijzing te doen naar een neuroloog, aangezien ik het vermoeden had dat mijn klachten van neurologische aard waren. Hiervoor moest ik maar naar mijn huisarts, hij gaf aan hier niet te zitten voor doorverwijzingen en wederom kregen we het onvriendelijke verzoek om te vertrekken. Dus maar weer terug naar de huisarts, maar ook zij wist zich geen raad. Na een aantal weken van bezinning ben ik toch maar weer opnieuw naar de huisarts gegaan en heb haar verzocht om mij door te verwijzen naar een derde ziekenhuis. Uiteindelijk heb ik in dit ziekenhuis meerdere malen een internist en neuroloog bezocht. Ik had hier een beter gevoel over en had het gevoel in ieder geval serieus genomen te worden. Er werden door beide artsen diverse onderzoeken verricht, maar wederom kon geen diagnose worden gesteld en wederom kreeg ik ook hier de boodschap mee om mijn klachten te accepteren en hiermee te leren leven. Ook hier heb ik weer aangegeven dat dit voor mij niet acceptabel is. De internist was onverbiddelijk. Bij de neuroloog merkte ik diens frustratie en teleurstelling over het niet kunnen stellen van een diagnose. Hij gaf aan wel te denken aan een (doorgemaakte) verstoring in het neurologisch systeem, maar kon hiervoor geen concrete aanwijzingen vinden in de betreffende onderzoeken. Hij sprak de hoop uit dat het natuurlijke evenwicht zich naar verloop van tijd zou herstellen. Daarnaast hield hij rekening met de mogelijkheid van een neurologische aandoening, die na verloop van tijd wellicht toch zichtbaar zou worden. Hij gaf aan helaas niets meer voor mij te kunnen betekenen, maar ik merkte in ieder geval zijn teleurstelling hierover. Na wederom een aantal weken van bezinning heb ik uiteindelijk besloten mij niet neer te leggen bij mijn situatie. Ik was nog steeds amper in staat om vijf uur per dag te werken en voor leuke dingen of een sociaal leven naast mijn werk had ik geen energie. Ik voelde me hiervoor te ziek en was inmiddels totaal 55
uitgeput. Dit was voor mij geen kwaliteit van leven en ik moest er niet aan denken om op deze manier verder te moeten. Iedere dag was een lichamelijke (en inmiddels ook mentale) strijd om door te komen. Ik heb uiteindelijk ten einde raad de bedrijfsarts gebeld en haar mijn situatie uitgelegd. Uitgelegd dat ik, met uitzondering van de laatste neuroloog, tegen een muur van onwil en onbegrip aanloop in de reguliere zorg. Ik heb haar gevraagd of zij een alternatieve oplossing kon bieden. De bedrijfsarts heeft mij uiteindelijk doorverwezen naar Cavari Clinics, omdat zij over Cavari positieve berichten had gehoord. Het zou een organisatie zijn die een compleet andere medische benadering hanteert en ook bereid is om buiten de gebaande paden te denken. Wat gebeurde er bij Cavari Clinics Het uitgebreide intakegesprek verraste mij in positieve zin. Voor het eerst werd er serieus en belangstellend naar mijn verhaal geluisterd. De arts had en nam alle tijd voor mij en liet mij rustig mijn hele verhaal vertellen, zonder mij, zoals ik inmiddels gewend was, te onderbreken of het gesprek halverwege af te breken. Vervolgens werden afspraken ingepland met drie verschillende artsen, ieder met hun eigen discipline. Daarnaast werden ook alle onderzoeksresultaten van de diverse ziekenhuizen opgevraagd ter nadere beoordeling. De aanpak was voortvarend, zonder lange wachttijden tussen de diverse afspraken. Ook werden aanvullende onderzoeken geïnitieerd. Uiteindelijk is een externe neuroloog geconsulteerd, die na het uitsluiten van mogelijke andere oorzaken de diagnose stelde: een disfunctioneren van het autonome zenuwstelsel, waardoor verschillende lichamelijke processen werden verstoord.
56
Een behandeling met medicatie werd opgestart en al na korte tijd werden de effecten merkbaar. Ik ging mij geleidelijk beter voelen, langzaam maar zeker verminderden mijn klachten en ik kreeg meer energie. Na ongeveer twee maanden kon ik een aanvang maken met revalideren en was ik in staat om, weliswaar op een zeer laag niveau, het sporten weer op te pakken. Het stelde wat betreft inspanning eigenlijk heel weinig voor en bestond uitsluitend uit zeer lichte (cardio)fitness. De revalidatie had via Cavari Clinics gekund, maar vanwege mijn sportieve achtergrond heb ik er voor gekozen om dit zelfstandig te doen. Voor de meeste mensen is het een vanzelfsprekendheid om (lichte) inspanning te kunnen leveren, maar voor mij was dit een enorme overwinning. Het gaf me voor het eerst in twee jaar tijd het gevoel weer enigszins grip op mijn gezondheidssituatie te krijgen en het broodnodige vertrouwen dat ik mijn ziekte zou gaan overwinnen. De nazorg in de vorm van medicatiebegeleiding, het zoeken naar de juiste doseringen en het leren omgaan met de (tijdelijke) beperkingen heb ik als zeer positief ervaren. Mijn huidige situatie De artsen hebben aangegeven dat volledig herstel zo’n twee jaar kan duren. Inmiddels ben ik ruim een jaar verder en leid ik een vrij normaal leven. Ik werk weer volledig en hou daarnaast ook voldoende energie over voor een sociaal leven en mijn (actieve) hobby’s. Ook sport ik ca. 3-4 keer per week en dit weer op een normaal niveau. Vanzelfsprekend heb ik, zoals gebruikelijk bij een langdurig herstel, af en toe mijn slechtere momenten. Maar door de beugel genomen voel ik mij zo goed als hersteld. Wat ik essentieel anders vind in de benadering bij Cavari Begrip en tijd Waar ik in de reguliere zorg het gevoel kreeg dat er maximaal tien minuten voor een patiënt werden gereserveerd, heb ik bij Cavari Clinics altijd het gevoel gehad dat men alle tijd neemt voor de patiënt. De meeste specialisten luisterden naar mijn halve verhaal, daarna werd de intake toch vrij snel en meestal abrupt afgekapt. Hierdoor kun je, als patiënt, geen volledig beeld schetsen van jouw ziektebeeld (één specialist gaf zelfs aan dat ik maximaal vijf klachten mocht noemen!). En juist dat volledige beeld is essentieel om de juiste diagnose te kunnen stellen. ‘Hokjespolitiek’ versus multidisciplinaire aanpak In de reguliere zorg is het gebruikelijk dat de huisarts doorverwijst naar een specialist. Deze specialist verricht onderzoek expliciet binnen zijn of haar specialisme. Mijn ervaring met drie verschillende ziekenhuizen is inmiddels dat specialisten weigeren om met andere specialisten binnen het eigen of een ander ziekenhuis te overleggen of te brainstormen. Zelfs een doorverwijzing van bijvoorbeeld een internist naar een neuroloog binnen hetzelfde ziekenhuis blijkt een niet realistisch verwachtingspatroon. Hierdoor wordt de kans op het stellen van een juiste diagnose bij een meer gecompliceerd ziektebeeld aanzienlijk beperkt. Bij Cavari Clinics ben ik door verschillende artsen, ieder met hun eigen specialisme, onderzocht. Daarnaast werden ook specialisten buiten Cavari Clinics geraadpleegd en onderzoeken in
57
andere ziekenhuizen uitgevoerd, waarbij de coördinerend arts de regie in handen hield. Ik ben ervan overtuigd dat deze aanpak de kans op het stellen van een juiste diagnose aanzienlijk vergroot. Ook tijdens het nazorgtraject heeft het zeker toegevoegde waarde dat ook andere specialisten geraadpleegd kunnen worden. Voortvarende aanpak Ik ervaar de aanpak van Cavari als enorm voortvarend ten opzichte van de reguliere zorg. Geen lange wachttijden tussen verschillende afspraken. De tijd tussen een onderzoek en de terugkomafspraak voor de uitslag is in de reguliere zorg minimaal zes weken, maar acht of negen weken zijn ook geen uitzondering. Ook had ik het idee dat de wachttijden voor de diverse, door Cavari geïnitieerde onderzoeken, die plaatsvonden in een ander ziekenhuis, aanzienlijk korter waren dan wat ik inmiddels gewend was. Overleg met de patiënt en heldere en duidelijke uitleg Ik heb de ervaring dat het in de reguliere zorg niet op prijs wordt gesteld, wanneer je als patiënt zelf probeert mee te denken over een mogelijke diagnose. De meeste specialisten die ik heb gesproken, konden het niet waarderen wanneer je zelf ideeën hebt en zijn nauwelijks bereid om hier naar te luisteren. Op zich erg vreemd, omdat een patiënt zelf over het algemeen heel goed kan aanvoelen wat er mis is. Hierdoor kun je zelf totaal geen invloed uitoefenen op de onderzoeken die wel, of juist niet worden verricht. Bij Cavari vind ik het enorm prettig dat er niets zonder overleg met de patiënt wordt gedaan. Voordat eventuele onderzoeken worden geïnitieerd, krijg je eerst een heldere en duidelijke uitleg over eventuele onderzoeken, de voor- en nadelen hiervan en mogelijke risico’s welke een onderzoek met zich mee kunnen brengen. Op basis hiervan kun je zelf een afweging maken of je een onderzoek wel, of juist niet laat verrichten. Wanneer dit in de reguliere zorg ook was gebeurd, had ik bijvoorbeeld nooit een lumbaalpunctie laten uitvoeren (om een Borrelia-infectie uit te sluiten). Hiervoor waren ook andere en minder ingrijpende methoden beschikbaar en uiteindelijk heeft een problematisch verlopen lumbaalpunctie tot een enorme escalatie van mijn klachten geleid. Waar ik in de reguliere zorg telkens het gevoel had een strijd te moeten aangaan met de betreffende specialisten om hen er van te overtuigen verder te zoeken, heb ik Cavari ervaren als een partij die bereid was (en de uitdaging er juist in zag) om samen met mij verder te zoeken naar de juiste diagnose. Oplossingsgericht Waar in de reguliere zorg, naar mijn gevoel, de prioriteiten liggen bij protocollen, budgetten en kosten (zie de opmerkingen van de eerder genoemde internist), heb ik ervaren dat de prioriteit van Cavari ligt bij het zoeken naar oplossingen. Gedegen onderzoek en het stellen van een juiste diagnose zijn bij Cavari het hoofddoel. Zo zou een zorgstelsel m.i. behoren te werken en dit zou je als patiënt naar redelijkheid en billijkheid van een (zeer kostbaar) zorgstelsel mogen verwachten.
58
Daarnaast ligt de focus ook op begeleiding, nazorg en het bieden van handvaten om te leren omgaan met de beperkingen die een ziekte met zich meebrengt. Dit laatste is essentieel. Wanneer je voor een langere periode kampt met ernstige gezondheidsklachten, dan is het onvermijdelijk dat dit leidt tot mentale problemen. De dagelijks strijd tegen ziek en uitgeput zijn en pijn hebben, is een ware uitputtingsslag. Wanneer geen aandacht wordt besteedt aan de mentale belasting hierdoor, dan staat dit een herstelproces in de weg. In de reguliere zorg werd erkend dat ik ziek was, maar kon telkens de diagnose niet gesteld worden. Na een reeks onderzoeken was dan de zeer uitdrukkelijke boodschap “u moet er maar mee leren leven”. Een mededeling die ik (te) vaak heb gehoord en die waarschijnlijk veel patiënten krijgen wanneer een exacte diagnose niet kan worden gesteld, maar die voor de patiënt zelf zeer onbevredigend is. Leren leven met beperkingen van een onbekende ziekte is niet acceptabel. Ik kreeg het gevoel dat de verschillende artsen, ieder met hun eigen specialisme, een standaardpakket aan onderzoeken initieerde. Wanneer deze standaardonderzoeken geen aanknopingspunten opleverden, verdween ook de bereidwilligheid om verder te zoeken. Nabeschouwing door de heer Meijer Het reguliere zorgstelsel in Nederland zal prima voldoen wanneer er sprake is van een duidelijk of eenvoudig ziektebeeld en er vrij eenvoudig een diagnose gesteld kan worden. Maar wanneer je ‘vage klachten’ hebt, een niet alledaags of complex ziektebeeld, waardoor het lastig is om een juiste diagnose te stellen , dan heb je in het huidige reguliere zorgstelsel als patiënt een levensgroot probleem. Wanneer standaardonderzoeken geen aanknopingspunten bieden, dan is de kans groot dat je tegen een muur van onbegrip en onwelwillendheid aanloopt. De boodschap om “maar met mijn klachten te leren leven”, heb ik veelvuldig gekregen. Wanneer je dan aangeeft dat dit voor jou niet acceptabel is en dat je het zo niet langer volhoudt, zo niet verder kunt, dan is de kans niet gering, dat de klachten ook nog eens worden bestempeld als psychisch van aard. Uitleggen dat het ziek zijn uiteindelijk lijdt tot mentale klachten in plaats van andersom, is dan veelal tegen dovemansoren gezegd. Ik denk dat ik hiermee een beeld schets, waar veel patiënten met een (chronisch) en onbekend ziektebeeld zich in zullen herkennen. Ook de ‘kastje-muur’- en ‘kluitje-riet’-verhalen zullen een bekend voorbeeld zijn. De huisarts verwijst je door naar een specialist, de specialist verwijst je door naar de huisarts, etc. Verschillende artsen herhalen dezelfde (standaard)onderzoeken en komen dan (naar eigen zeggen vreemd genoeg) niet tot nieuwe inzichten. Artsen luisteren niet of maar half, komen veelal niet geïnteresseerd over en blinken over het algemeen niet uit in empatisch vermogen of communicatieve vaardigheden. Hierdoor kun je als patiënt je amper een beeld vormen over hetgeen wel of juist niet wordt gedaan, en de argumenten hiervoor. Waar je binnen een uitermate kostbaar zorgstelsel zou mogen verwachten dat medici er juist zijn om je als patiënt te helpen, lijkt in de praktijk de focus veel meer te liggen op vastgelegde protocollen en vooral ook op commerciële aspecten. Het lichamelijk en psychisch leed van een zieke patiënt lijkt de gemiddelde arts nauwelijks te deren. Ik heb het geluk dat ik redelijk mondig ben en me niet snel bij een
59
situatie neerleg (alhoewel dat door mijn gezondheidstoestand ernstig werd belemmerd), maar patiënten die dit niet zijn, belanden in een uitzichtloze situatie. Nee, dan geniet de aanpak van Cavari absoluut mijn voorkeur. Waarschijnlijk was in de reguliere zorg nimmer een juiste diagnose gesteld en was ik naar alle waarschijnlijkheid nog steeds ernstig lichamelijk (en waarschijnlijk inmiddels ook mentaal) beperkt, uitgeput en moe gestreden. Het leed van de patiënt is uiteraard het meest belangrijk, maar vergeet daarnaast ook niet welke andere (financiële) belangen meespelen bij het niet stellen van een juiste diagnose en het niet (kunnen) geven van de noodzakelijke behandeling. Een zieke patiënt zal telkens weer een beroep doen op het zorgstelsel, waardoor dit in toenemende mate onbetaalbaar wordt. Werkgevers worden financieel zwaar getroffen door langdurig zieke werknemers. Uiteindelijk zal een niet gestelde diagnose kunnen (en waarschijnlijk in de praktijk ook vaak) leiden tot WIA-instroom. Als patiënt heb ik de aanpak van Cavari, zoals gezegd, als zeer positief ervaren. Daarnaast is deze aanpak ook voor mijn werkgever enorm positief geweest. In plaats van meer langdurige of zelfs volledige uitval (en de kosten gepaard gaand met een eventuele WIA-instroom), was ik binnen een paar maanden weer in staat om mijn werk volledig te hervatten. Al met al ben ik als patiënt enorm teleurgesteld in het huidige zorgstelsel, voor mij voldoende reden om het huidige zorgstelsel kritisch tegen het licht te houden en te vergelijken met de alternatieve aanpak van bijvoorbeeld Cavari Clinics. Ik zeg alternatieve aanpak, maar eigenlijk zou deze aanpak mijns inziens norm moeten zijn binnen een goed functionerend zorgstelsel.
60
Heel veel eerder dan nu zou een individuele arts, als klachten niet worden begrepen vanuit eigen onderzoek, ervoor moeten kiezen om een patiënt in combinatie met andere artsen ‘te bekijken’ en samen met de patiënt de bevindingen en overwegingen te bespreken. Serieuze beschouwing, vanuit meerdere invalshoeken, leidt sneller tot de juiste diagnose bij een groot scala aan klachten en voorkomt de ernstige gevolgen van ‘kokerzien’. Tegen de tijd dat de heer Meijer bij Cavari aangekomen was, waren zijn negatieve ervaringen met artsen (zowel huisartsen als medisch specialisten) zo groot dat hij uit zelfbescherming alleen over zijn lichamelijke klachten wilde spreken. Pas maanden later werd het mogelijk om, op een meer onbevangen manier, naar de mentale en de sociaal-maatschappelijke gevolgen van zijn langdurig lichamelijk ziekzijn te kijken. Bij deze patiënt gaf een instrumentje, de Digitale AutoAnamnese, meteen aan wat er waarschijnlijk aan de hand was. Hierdoor kon de coördinerend specialist direct het juiste spoor van de geïntegreerde zorg kiezen en, ondanks de twijfels en de scepsis bij de patiënt, ook volhouden. De heer Meijer scoorde ‘rood’ op alle aspecten van kwaliteit van leven (lees: slechter dan een man van gelijke leeftijd). De specifieke angst- en depressielijst, die onderdeel is van de Cavari Clinics Digitale AutoAnamnese, gaf aan dat er aanwijzingen waren voor een angststoornis en een depressie (de mentale gevolgen) en dat de gevolgen van zijn lichamelijke ziekte op het sociaal en maatschappelijk functioneren aanzienlijk waren. Op alle levensgebieden werden grote beperkingen ervaren. Binnen Cavari Clinics gebruiken we dit instrument standaard, bij de intake en ook als instrument voor het meten van effecten.
61
61
62
over de organisatie
63
de werkwijze van cavari clinics U heeft in het voorgaande kennis kunnen nemen van een aantal aangrijpende verhalen. Verhalen van patiënten die een lang traject hebben afgelegd voordat ze bij ons kwamen, en die steevast last hadden van een combinatie van problemen op lichamelijk en psychisch vlak. Over de oorzaken, waardoor ze vaak zo lang met klachten rondliepen, is al veel geschreven in dit boekje. De belangrijkste oorzaak is echter, volgens ons, gelegen in de structuur van de Nederlandse gezondheidszorg die strikt verkokerd is. En waarin praattijd en multidisciplinair samenwerken niet worden beloond. De werkwijze van Cavari Clinics is ‘anders’ en beschrijven wij hier in het kort. Patiënten worden in het algemeen verwezen door een huisarts, een bedrijfsarts of medisch specialist uit een algemeen of universitair ziekenhuis. Een enkele keer verwijst een patiënt zichzelf. Bij aanmelding is het meestal nog niet duidelijk of patiënten voldoende hebben aan alleen een diagnostisch onderzoek, ‘gewone’ medisch specialistische zorg of zorg volgens het integratieve Cavari-zorgmodel. Met het ‘integratieve zorgmodel’ wordt het zorgmodel bedoeld, waarin een combinatie van nauw samenwerkende somatisch specialisten en een in de somatiek gespecialiseerde psychiater ‘zorg op maat’ diagnostiek- en behandelprogramma’s bieden, zoals in dit boekje beschreven is. De aanmeldingsprocedure verloopt, ongeacht de aanmeldingsvraag, altijd op dezelfde manier. Nadat een patiënt bij Cavari is aangemeld, wordt hij gebeld door een medewerker van de front-office die in een persoonlijk gesprek de intakeprocedure uitlegt. Zij verzoekt de patiënt ook om de Digitale AutoAnamnese (digitale vragenlijsten) in te vullen. Vervolgens wordt er een intakegesprek van een uur gepland bij de coördinerend medisch specialist. In dit gesprek is er alle ruimte voor exploratie van de ervaren gezondheid in de periode voordat er klachten waren, en tijdens de periode dat de klachten speelden. Afhankelijk van de situatie worden de hoofdgespreksonderwerpen bepaald. Er wordt gekeken wat er in de reguliere zorg gedaan is en wat het effect is geweest. Bovendien wordt in het gesprek aangegeven welke andere medische specialisten, met specifieke kennis en vaardigheden, nodig zijn in het kader van de diagnostiek. Indien er een indicatie is voor integratieve zorg wordt dit in het gesprek besproken en uitgelegd. Na het raadplegen van de verschillende specialisten worden de afzonderlijke diagnostische conclusies samengesmolten tot één gezamenlijke conclusie door de coördinerend medisch specialist, die deze vervolgens in multidisciplinair verband deelt. Op deze wijze kijken alle medisch specialisten per definitie over de grenzen van hun eigen vakgebied heen en ontstaat er een door allen gedragen diagnose. De schriftelijke rapportage en de gezamenlijke conclusie worden, in het geval van integratieve zorg, door 64
de coördinerend medisch specialist en de psychiater samen met de patiënt besproken. Zo wordt ieder misverstand voorkomen en angst voor stigmatisering weggenomen. Op basis van de rapportage wordt een behandelplan gemaakt en in het adviesgesprek toegelicht. In dit gesprek komt ook altijd de financiering van de behandeling aan de orde. Als de patiënt kiest voor een behandeling bij Cavari en er zijn andere partijen bij betrokken, dan nemen wij altijd de regie over de behandeling over. Lukt het niet om de regie te verkrijgen, dan beginnen we niet aan de behandeling. Regie is een absolute voorwaarde voor succes en effect. Het kenmerkende van de integratieve behandeling is dat er voor de betrokken patiënt een altijd duidelijk waarneembaar tweesporenbeleid gevolgd wordt. Dat wil zeggen dat somatisch specialisten nauw en waarneembaar samenwerken met de in lichamelijke ziekten gespecialiseerde psychiater. De patiënt wordt bij alle stappen in de diagnostiek en behandeling betrokken. De somatisch specialisten hebben oog voor de psychiatrische kant van de ziektegeschiedenis van de patiënt en de psychiater is in de eerste plaats een dokter, met kennis van het specifieke lichamelijke ziektebeeld van de patiënt. De behandeltrajecten zijn altijd volledig op maat gemaakt, waarbij ook een nauwkeurige analyse gemaakt wordt, die verklaart waarom in de reguliere zorg de oplossing niet gevonden kon worden. Meestal is het dan vrij snel duidelijk waar het mis ging en wat er wél moet gebeuren. Cruciaal voor het succes van Cavari is het feit dat we met zeer ervaren medisch specialisten werken, die gewend zijn om breder naar de klachten van patiënten te kijken en ook met plezier over de grenzen van hun eigen vakgebied heen kijken. Tot het vaste team van Cavari Clinics behoren een cardioloog, een psychiater, twee neurologen en een revalidatiearts. Afhankelijk van de indicatie nodigen we andere specialisten uit om met ons mee te kijken of mee te behandelen. We kunnen verwijzen naar een groot aantal specialisten door het hele land en daarmee maatwerk garanderen, ook voor patiënten met heel zeldzame of complexe ziektebeelden. Diagnostiek zoals (speciale) beeldvorming kunnen we op verschillende adressen separaat inkopen. Cavari Clinics doet naast diagnostische- en behandeltrajecten ook revalidatie. Op basis van onze ervaringen breiden we geleidelijk ons netwerk en het aantal zorgtrajecten uit.
65
de financiering Historie van Cavari Clinics en ontwikkeling van het integratieve model Cavari Clinics is oorspronkelijk in 2005 opgericht als privékliniek, waar alleen onverzekerde zorg werd geleverd. In eerste instantie kwamen er uitsluitend verwijzingen vanuit het bedrijfsleven via bedrijfsartsen en Arbodiensten. Destijds lag het accent van de activiteiten op preventie door cardiovasculaire ‘Health Checks’ en somatisch georiënteerde multidisciplinaire diagnostiek. De behandeling vond overwegend plaats in het reguliere circuit. In 2011 is een begin gemaakt met het toepassen van het Cavari Integratieve Zorgmodel binnen de privékliniek. Vooral werknemers met frequent en langdurig verzuim hebben deze vorm van zorg nodig, zoals u ook in de verhalen in dit boekje kunt lezen. Twee van deze patiënten zijn rechtstreeks via hun bedrijfsarts naar Cavari verwezen en hun werkgevers hebben de behandeling meegefinancierd. Vier van de acht patiënten zijn via de reguliere zorg (medisch specialisten werkzaam in ziekenhuizen) naar Cavari Clinics verwezen. Voor hen heeft de werkgever, om de behandeling mogelijk te maken, een positieve bijdrage geleverd door financiële ondersteuning. De overige twee patiënten hadden geen werkgever meer maar gelukkig wel een ziektekostenpolis bij een verzekering, waarmee Cavari Clinics een contract heeft. Al snel ontstond in 2011 het besef dat structurele financiering, door zorgverzekeraars via contractering, noodzakelijk zou zijn. Dit, om kwalitatief hoogwaardige integratieve zorg mogelijk te maken door de portfolio van Cavari Clinics te verbreden met uitgebreide en intensieve behandelingen. Dat had drie belangrijke redenen: • Het belang van continuïteit van zorg in langdurige behandel- en nazorgtrajecten; de noodzakelijke regiefunctie; de onwenselijkheid om onze cliënten terug te verwijzen naar de reguliere zorg, waar zij juist in de problemen waren gekomen. Voor het succes van de behandeling is het daarnaast cruciaal dat essentiële onderdelen van het traject door het Cavari-team zelf worden gedaan. • Wij vinden dat deze vorm van zorg ook beschikbaar dient te zijn voor cliënten die geen betalende werkgever hebben, of zelf niet in staat zijn tot bijbetaling. Sommige cliënten die geen betalende werkgever hadden, hadden wel het geluk dat ze bij de juiste verzekeringmaatschappij zaten, die al een contract met ons had. Of ze hadden net de juiste polis, met een vrije artsenkeuze, bij een verzekeraar die nog geen contract met ons had (een restitutiepolis). • In toenemende mate vinden werkgevers, dat zorgverzekeraars de zorg van Cavari dienen te vergoeden en maken dit ook duidelijk bij hun collectieve verzekeraars. Zij betalen immers werkgeverspremies en willen dat langdurig en frequent verzuim adequater wordt opgelost dan in de reguliere zorg.
66
Om structurele financiering door zorgverzekeraars via contractering mogelijk te maken, werd een ZBC erkenning aangevraagd en toegekend. De actuele situatie anno 2013 Cavari heeft sinds 1 januari 2012 een ZBC-erkenning en is sinds die tijd in gesprek met diverse zorgverzekeraars. Het is onze ambitie om, in afstemming met de reguliere zorg en zorgverzekeraars, de integratieve zorg beschikbaar te maken voor iedereen die dat nodig heeft. Dit is niet gemakkelijk in een periode waarbij vrijwel het gehele budget voor reguliere zorg is toegekend aan de eerste lijn (de huisarts) en de instellingen (ziekenhuizen). Hierdoor is er vrijwel geen geld voor ZBC’s en zorginnovatie buiten het ziekenhuis. Tegelijkertijd zal het duidelijk zijn dat de patiënten, die in dit boekje hun verhaal hebben beschreven, vaak zeer veel zorg hebben geconsumeerd voordat ze bij Cavari kwamen. Ook zal duidelijk zijn dat deze zorg in een aantal gevallen ‘weggegooid geld’ is geweest, omdat het niet bijdroeg aan herstel, of erger nog, de situatie heeft verergerd. Verschillende patiënten, die hebben meegewerkt aan dit boekje, hebben door hun ziekte hun baan verloren. Op dit moment doen wij samen met een aantal verzekeraars en één grote werkgeversorganisatie een aantal projecten die moeten leiden tot een heldere plaatsbepaling van Cavari in het zorgveld. De integratieve zorg loopt door beide financieringsystemen heen. Dit komt doordat ons zorgmodel innovatief van karakter is en de financiering op dit moment nog niet geheel vanuit de verzekerde zorg vergoed kan worden. De DBC- en DOT-systematiek lenen zich daar niet voor. De DBC- en DOT-systematiek zijn ontwikkeld als onderdeel van verkokerde zorg, waarbij er een absolute scheiding is tussen GGZ en somatiek. De consequentie is, dat een medisch specialist gemiddeld slechts tien minuten praattijd heeft op zijn poli. Dat is net genoeg om de vraag te beantwoorden die de huisarts hem meestal stelt: ‘Is er met mijn patiënt iets ernstigs aan de hand op uw terrein? Zo niet, dan kan hij terug verwezen worden naar mij als huisarts.’ Hoe het dan verder gaat, laten een aantal verhalen in dit boekje duidelijk zien. De afgelopen jaren hebben we met veel verzekeraars gesproken. Aan de hand van rekenvoorbeelden hebben we laten zien welke positieve consequenties het integratieve zorgmodel van Cavari Clinics
67
kan hebben op de zorgkostenontwikkeling in Nederland: zorgkostenreductie door verbetering van de kwaliteit van zorg. Vrijwel alle verzekeraars begrijpen dit nu, maar de vertaling naar de praktijk blijkt toch een hele ingewikkelde stap te zijn. Inmiddels hebben we contracten voor de integratieve zorg met De Friesland Zorgverzekeraar en VGZ. Met Menzis start in het najaar van 2013 een pilot in nauwe samenwerking met de afdeling Cardiologie van het Martini ziekenhuis. Met een aantal andere verzekeraars zijn we in gesprek. Van alle patiënten die we bij Cavari behandelen, houden we de resultaten bij. Zo kunnen we het effect van onze aanpak bij een groeiend aantal mensen laten zien. Maar het gevolg van het huidige financieringssysteem is, dat we op dit moment nog lang niet iedereen, die baat zou kunnen hebben bij de integratieve zorg, ook daadwerkelijk kunnen helpen bij Cavari Clinics. Inmiddels is er steeds meer landelijke aandacht voor het integratief inrichten van zorg. Wij hopen dat er meer budget beschikbaar zal komen voor deze zorg, niet als extra, maar waar nodig in plaats van reguliere monodisciplinaire zorg. In dit boekje hebben we laten zien waarom.
68
over de auteurs Dr. Dorien Tulner
“
Sinds 1995 ben ik psychiater. Na een periode in het Universitair Medisch Centrum Groningen heb ik tot 2011 met veel plezier gewerkt als ziekenhuispsychiater in het Medisch Centrum Leeuwarden en wetenschappelijk onderzoek gedaan. De ziekenhuispsychiatrie is een specialisme binnen de psychiatrie dat zich bezig houdt met ziektebeelden waarbij een individu tegelijkertijd een lichamelijke en psychiatrische aandoening heeft. Hierbij wordt de psychiatrische aandoening vaak niet herkend. De psychische klachten zijn mild in vergelijking tot de ernst van de lichamelijke klachten en worden beschouwd als een niet te vermijden gevolg van die klachten. De gevolgen van dit niet-herkennen zijn groot, omdat een goede diagnose en daarmee behandeling uitblijft. In het werk leidt dit vaak tot langdurig en frequent verzuim. In mijn ziekenhuisperiode ben ik veel schrijnende gevallen tegengekomen, die mij samen met een groep somatisch medisch specialisten geïnspireerd hebben om een nieuw zorgmodel te ontwikkelen: de somatisch en psychiatrisch geïntegreerde zorg. Eén van de ervaringen was en is, dat werkomstandigheden een belangrijke ziekmakende, maar zeker ook genezende invloed kunnen hebben. Binnen Cavari Clinics ligt mijn focus op het doorontwikkelen van deze somatisch en psychiatrisch geïntegreerde zorg, waarbij de invloed van arbeidsomstandigheden een prominente plaats heeft.
”
Dr. René van Dijk
“
Sinds 1986 ben ik cardioloog. Na acht jaar in het Universitair Medisch Centrum Groningen heb ik van 1995 tot 2012 met veel plezier gewerkt in het Martini Ziekenhuis in Groningen. In 2005 was ik betrokken bij de oprichting van Cavari Clinics. Dit ontstond vanuit de wens, ziekten beter te kunnen voorkomen en breder dan alleen vanuit cardiologisch perspectief naar patiënten te kijken. Aanvankelijk lag het accent van de activiteiten binnen Cavari Clinics op gezondheidstests, maar gaandeweg zijn we steeds meer deskundigenonderzoeken (‘expertises’) gaan doen, onder meer in opdracht van verzekeringsartsen, medisch adviseurs, bedrijfsartsen, rechtbanken, advocaten en natuurlijk de betrokkenen zelf. Het is mijn passie om de zorg op een nieuwe manier vorm geven, met maximale aandacht voor de cliënt, niet alleen voor de klachten, maar ook voor de bredere context waarbinnen iemand leeft. Bovendien hou ik van snel en kundig zoeken naar de oorzaak van gezondheidsklachten, de oplossing te vinden en de re-integratie van patiënten in werk en leven te bespoedigen. De focus van mijn niet-cardiologische activiteiten binnen Cavari Clinics ligt onder meer op het coördineren van trajecten waarbij meerdere medisch specialisten betrokken zijn.
”
69
70
nawoord
71
nawoord Patrick, lid patiëntenvereniging De Hart&Vaatgroep Het lezen van dit boekje gaf me enerzijds een goed gevoel: fijn dat er mensen zijn die de zorg in Nederland anders willen inrichten en daarvoor gaan. Aan de andere kant: wat is het jammer dat de specialisten, die deze vorm van zorg willen leveren, de ziekenhuizen waar ze werkten hebben moeten verlaten om deze werkwijze vorm te geven. Waarom is deze manier van zorg geven niet ook standaard aanwezig in de ziekenhuizen? Voor mij als hartpatiënt was er veel herkenbaar in de verhalen, die andere patiënten in het boekje hebben geschreven. Ik ben goed geholpen zolang het technisch was. Maar naast technische reparatie is echter ook verwerking en het plaatsen van de ziekte in je leven belangrijk bij de behandeling van hart- en vaatziekten. Toen ik mijn ziekte en de enorme impact hiervan op mijn leven moest accepteren, duurde het veel te lang voor dit werd opgepikt en mij passende hulp werd geboden (eigenlijk moest ik die zelf vinden). Het had mij veel nare momenten bespaard als ik van het geïntegreerde zorgmodel van Cavari had kunnen profiteren. Ik hoop dan ook van ganser harte dat de specialisten van Cavari Clinics de kans zullen krijgen hun model voor de integrale zorg voor hartpatiënten en andere patiënten verder uit te breiden en met name ook dat instrumenten in eerste en tweede lijn ontwikkeld zullen worden om gecombineerde problematiek sneller op te sporen. Concreet voorbeeld hiervan is de Digitale AutoAnamnese, die op proef wordt gebruikt binnen de samenwerking tussen Cavari Clinics en het Martini Ziekenhuis voor alle nieuwe cardiologische patiënten. De eerste resultaten hiervan zijn gunstig. Tevens hoop ik dat verzekeraars kennis zullen nemen van deze andere vorm van zorg geven en het in de toekomst mogelijk zullen maken, dat de integratieve zorg een duidelijk herkenbare plaats krijgt in de Nederlandse gezondheidszorg. Dit zou veel ellende en zeer veel kosten besparen. Ik wens het Cavari-team veel succes!
72
Cavari Clinics Postbus 8082 9702 KB Groningen tel (050) 5201490 mail
[email protected] site www.cavari.nl