SPECIAL BEVOLKINGSDALING Al vanaf 2009 is een interbestuurlijke aanpak ontwikkeld om de gevolgen van bevolkingsdaling, vergrijzing en ontgroening tegemoet te treden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkelt samen met gemeenten, provincies, maatschappelijke partners en andere ministeries, instrumenten om de gevolgen 0( 4 ')!,ŏ-" 0,(,#(!( fectief aan te kunnen pakken. Centraal staan daarbij de eigen ambities en verantwoordelijkheden van de in regionaal verband samenwerkende partijen. In deze special belichten we succesvolle instrumenten die ontwikkeld worden op basis van ervaringen van vele partijen in de regio’s: de praktijk van het convenant, de Dialoogtafel, het interbestuurlijke experiment, de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA), de Krimpgame en de Atlas van kansen. Meer informatie: www.vanmeernaarbeter.nl
FRISSE FOCUS OP SLIMME COALITIES Gezamenlijkheid, gelijkwaardigheid en vertrouwen zijn de sleutelwoorden bij het vraagstuk bevolkingsdaling. Het is nuttig bij elkaar in de keuken te kijken en begrip voor elkaars positie en belangen te krijgen. NoordoostFriesland deed dat met de Dialoogtafel, aangeboden door het Rijk en in nauwe samenwerking met provincie en regio opgezet.
D
irecteur Henk Stam van het Dockinga College in Dokkum ziet de Dialoogtafel – door de Friezen ‘regiotafel’ genoemd – als een waardevolle en geslaagde poging om mensen uit verschillende lagen van de samenleving vanuit hun eigen invalshoeken naar het complexe dossier van bevolkingsdaling te laten kijken. “Ik merkte tijdens de Dialoogtafel dat de focus naar voren is gericht. Er is ruimte voor een open blik en out-of-
the-box denken.” Peter Kamsma, regionaal manager Care bij thuiszorgorganisatie De Friese Wouden, looft de frisse aanpak van het instrument. “Wat me opviel is dat andere partijen, als het om de zorg gaat, op dezelfde ontwikkelingen anticiperen. Het onderwijs krijgt ook te maken met het gegeven dat er straks meer behoefte aan zorgpersoneel zal zijn en laat duidelijk zien aan te willen sluiten op de personeelsvraag van het bedrijfsleven.” Ook makelaar Remco van Dijk is positief. “De opzet en intensiteit van de Dialoogtafel maakte het tot een erg constructief geheel. Alle deelgebieden hebben een probleem. Het belang wordt gedeeld dat je gezamenlijk invulling moet geven aan de aanpak ervan. Iedereen is ervan doordrongen dat het ook echt anders moet.” Ƌ Lees verder op pagina 4
CONVENANT IN ZUID-LIMBURG BENADRUKT EENSGEZINDE AANPAK Begin mei sloot bestuurlijk Zuid-Limburg een convenant om een nieuwe koers voor de krimpregio uit te zetten. Het Rijk ondersteunt het actieprogramma dat de leefbaarheid en economische ontwikkeling naar een hoger plan moet tillen.
P
laats van handeling is het in mei heropende CBS-gebouw in Heerlen, Carbon6 gedoopt, een broedplek voor bedrijvigheid op het snijvlak van ecologie en economie. De nieuwe fase van het gebouw illustreert de transformatie van Zuid-Limburg. In de confrontatie met vergrijzing en ontgroening staat de regio voor nieuwe uitdagingen, geschraagd door een convenant tussen Rijk en provincie. Tegelijkertijd ondertekenen de gemeenten Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen, de provincie, het bedrijfsleven en maatschappelijke actoren het Actieprogramma ZuidLimburg. De overige Limburgse gemeenten gaan daar ook aan meedoen. Streven is voorjaar 2013 een soortgelijk actieprogramma voor Noord- en Midden-Limburg te hebben gerealiseerd. In andere delen
van het land worden eveneens convenanten gesmeed; Groningen en Zeeland volgen rond de zomer. Namens het Rijk zet minister Spies van BZK haar handtekening. Het Rijk wil faciliteren, geeft ze als uitleg. Geen blauwdrukken opleggen maar adviseren bij wat regionaal nodig is om bestuurders en het
Breed gedragen aanpak is onmisbaar.
maatschappelijk middenveld zo goed mogelijk in staat te stellen op eigen wijze hun plan van aanpak handen en voeten te geven. Met het convenant geeft het Rijk de regio volop de ruimte om te experimenteren. Zo is er aandacht voor de belemmeringen bij grensoverschrijdende samenwerking met de Belgische en Duitse buren, maar wordt ook gekeken naar hoe bestaande regels slimmer gebruikt kunnen worden. In het convenant zijn zo’n twintig concrete afspraken opgenomen op het gebied van economie, wonen, zorg en onderwijs. Uitbreiding van de Chemelot Campus en de Maastricht Health Campus moeten vele nieuwe arbeidsplaatsen opleveren. Sloop, duurzame en hoogwaardige nieuwbouw en renovatie moeten de waardeontwikkeling van de woningen in Zuid-Limburg weer laten aansluiten bij het landelijk gemiddelde. Een goede regie van zorgaanbieders moet het slinkende aantal zorgverleners in Zuid-Limburg compenseren. Ƌ Lees verder op pagina 2
1
Foto: gemeente Heerlen
Heerlen weet jonge mensen te trekken met haar Culturele Lente.
Ɗ vervolg van pagina 1 ‘Een koers voor Limburg’ luidt de naam van het convenant. De idealist had daar wellicht meer ambitieus iets in de trant van ‘De juiste koers’ verwacht. De nadruk ligt echter op eensgezindheid, legt Gouverneur Theo Bovens uit. Pas de laatste jaren dringt het besef door dat een gezamenlijke door overheid en private sector breed gedragen aanpak onmisbaar is. “Het gaat om vooruitkijken en om vergezichten schetsen. Het is geen sinecure om in gezamenlijkheid te opereren. Dat is nu gelukt”, zegt Bovens, die het woord ‘krimp’ niet meer wil horen. “Bevolkingsdaling is een integraal onderdeel van de ont-
‘Het woord ‘krimp’ wil ik niet meer horen. We moeten het veel breder zien.’ Theo Bovens, CdK in Limburg wikkelingsopgave. We moeten het veel breder zien.” De brede maatschappelijke samenspraak resulteerde in een Agendacommissie die op haar beurt een actieprogramma heeft opgeleverd dat als basis voor de inhoudelijke afspraken in het convenant dient. Eind april hebben zo’n 150 bestuurders van bedrijven en overheden het actieplan tijdens een conferentie in het voetbalstadion van Fortuna Sittard omarmd. Daarmee is een streep gezet door versnippering, concurrentie en verdeeldheid in bestuurlijk Zuid-Limburg.
2
TIJ KUNNEN KEREN Het bevolkingsaantal daalt en Zuid-Limburg mag dan
wel voor krimpgebied doorgaan, de kansen op een aantrekkelijk woon-, leef- en werkklimaat wil de regio zoveel mogelijk behouden. Heerlen slaagt daar prima in, weet burgemeester Paul Depla. Het aantal verhuiswagens dat de gemeente inrijdt, overtreft inmiddels het aantal wagens dat de stad verlaat. “We hebben het tij kunnen keren, voor een deel door het scheppen van nieuwe werkgelegenheid.” Zo kent Heerlen inmiddels bloeiende bedrijvenclusters in de financieeladministratieve dienstverlening en de medische zorg. Het vestigingsklimaat voor bedrijven en de veiligheid op straat zijn aanzienlijk verbeterd. “We weten jonge mensen te trekken met onze Culturele Lente.” Maar het draait niet om Heerlen alleen, voegt Depla daar direct aan toe. “Samen willen we voor de hele regio de kracht ontwikkelen om de aantrekkelijkheid van het gebied te verhogen. We willen ons richten op wat we als totaliteit te bieden hebben. De kracht van het convenant is dat we niet meer met de rug naar elkaar staan, maar regiobreed aangeven wat de toekomstige speerpunten zijn. Een sterk Maastricht is in het belang van Heerlen en Sittard-Geleen, en omgekeerd.” Gouverneur Bovens vult aan: “Er is moed nodig op de korte én lange termijn om mensen te verbinden. De bestuurders van de centrumgemeenten steken hun nek uit. Andere partijen haken aan. De aanpak zelf is vernieuwend. Het Rijk kijkt mee en steunt op hoofdlijnen. De regio formuleert zijn eigen agenda en actieplan. Maar we moeten niet vergeten dat dit convenant pas de eerste stap is. Het echte werk moet nog beginnen.”
VOORUIT Voorzitter Mirjam Depondt van de stuurgroep Wonen van de Agendacommissie: “We hebben de negatieve lading van het woord krimp afgeworpen. Er wordt niet langer over het probleem gediscussieerd en getreurd. We richten ons nu op wat we eraan gaan doen, door samen de schouders eronder te zetten. Door mede te ondertekenen geeft het Rijk daar een belangrijk stuk erkenning aan.” Voor de bestuursvoorzitter van woningcorporatie Woonpunt is het tegengaan van de leegstand van particuliere woningen een van de uitdagingen. “Creativiteit is geboden. We denken aan shared ownership, waarbij eigenaren van particuliere te slopen woningen met lage marktwaarde het eigendom van een nieuwe woning delen met een corporatie. Ook de banken zijn bij dergelijke pilots betrokken.” Krimp biedt voordelen, betoogt Depondt. “Je kunt een kwaliteitsslag in de openbare
ruimte maken. Door de afnemende druk op de woningmarkt kan er minder worden teruggebouwd na sloop. Op een aantal plekken in Parkstad hebben we rijen kwa-
‘Een sterk Maastricht is in het belang van Heerlen en Sittard-Geleen, en omgekeerd’ Paul Depla, burgemeester van Heerlen litatief laagwaardige flats vervangen door grondgebonden woningen met veel groen of zelfs door parkjes en moes- en schooltuinen. Ook particuliere eigenaren profiteren van de kwaliteitsverhoging. En wat minstens zo belangrijk is: het leidt tot hernieuwde trots van de bevolking op de eigen omgeving.”
ATLAS VAN KANSEN VOOR GRENSREGIO’S
G
emeenten putten normaliter kracht uit elkaars nabijheid. De een heeft bijvoorbeeld een groot cultureel aanbod, de ander een warm kloppend winkelhart of een grote werkgever binnen de gemeentegrenzen. De hele regio profiteert zo van wat Gerard Marlet agglomeratievoordelen noemt. Marlet is directeur van ruimtelijk-economisch onderzoeksbureau Atlas voor gemeenten en geldt als specialist in demografische ontwikkelingen en aantrekkingskracht van steden. Voor de grensregio’s, waarvan het merendeel in meer of mindere mate met bevolkingsdaling te maken krijgt, gelden dergelijke voordelen minder. “De effecten van grensbarrières zijn niet te onderschatten. Er zijn maar weinig Nederlanders die
in Duitsland werken en andersom. Diploma’s sluiten niet op elkaar aan, de fiscale verschillen zijn groot.” Terwijl de gevolgen van bevolkingsdaling, weet Marlet, prima door grensoverschrijdende samenwerking opgevangen kunnen worden. Zo onderzocht hij de potentie van de Achterhoek en de aan de andere zijde van de grens gelegen Kreis Borken. “Zonder grensbarrières zou het aantal banen binnen acceptabele reistijd voor beide regio’s met 200 duizend toe kunnen nemen”, laat hij in een grafiek zien. “De jongere beroepsbevolking in Borken biedt kansen voor werkgevers in de Achterhoek met relatief veel ouderen in dienst. En er komt niet alleen meer werk in beeld. Ook op wonen en openbare voorzieningen heeft dat een positief effect.” Zuid-Limburg heeft volgens Marlet dankzij zijn verstedelijkte achterland en grote concentratie van bedrijven en winkels goede papieren. Voor beide regio’s is Atlas voor gemeenten, in opdracht van het ministerie Foto: Nadine van den Berg
Dit najaar verschijnt een atlas die voor twee grensregio’s in een oogopslag inzicht geeft in de kansen bij samenwerking met naburige regio’s vlak over de grens. De proefregio’s zijn de Achterhoek en Zuid-Limburg.
Regio’s in het binnenland versterken elkaar, grensregio’s niet.
van BZK en in coproductie met provincie en regio, de kansen in beeld aan het brengen. De informatie zal worden opgenomen in de Atlas van Kansen, die met geografische kaarten de potentiële winst van samenwerking op kwantitatieve en kwalitatieve wijze beschrijft. “We beschrijven niet alleen de potentiële kansen in het geval er geen grensbarrières zouden zijn, maar ook hoe gemeenten hun kansen verzilveren kunnen.” Naast een inventarisatie van grensbarrières wil Marlet voorbeelden van gemeenten aanreiken die deze drempels met succes hebben geslecht. “Ons doel is dat andere regio’s zich in deze best practices herkennen en met andermans oplossingen aan de slag gaan.”
Gerard Marlet.
COLOFON Deze uitgave is tot stand gekomen met medewerking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Redactie Pieter van den Brand, Utrecht Uitgever Sdu Uitgevers, Den Haag Dineke Sonderen
Vormgeving KSMT Visual Design Manager Mediasales Asha Narain
[email protected]
3
De Dialoogtafel in Noordoost-Friesland zet de focus naar voren; ruimte voor een open blik en out-of-the-box denken.
Ɗ vervolg van pagina 1 Onderwerp van de Dialoogtafel in Noordoost-Friesland was het eind maart verschenen startdocument dat de kansen en bedreigingen van Noordoost-Friesland in beeld brengt. Het startdocument is opgesteld door de zes gemeenten, provincie en Rijk. Partijen uit de streek leverden eveneens een bijdrage. De regio, die de gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradiel, Ferwerderadiel, Kollumerland en Tytsjerkstradiel beslaat, bestaat in 2030 voor een derde uit 65-plussers. De Dialoogtafel is een project, dat onderdeel is van het bredere programma Netwerk Noordoost, waarin gemeenten en provincie in concrete projecten samen aan een betere sociaal-economische toekomst van de regio wer-
‘We hebben al zoveel nota’s volgeschreven, nu komt het op actie aan.’ Wethouder Sicco Boorsma van Dongeradiel
4
ken. “Tijdens de Dialoogtafel werd nog eens bevestigd dat de betrokkenheid bij het thema groot is. Iedereen wil zich aan het startdocument verbinden en zijn bijdrage leveren”, zegt wethouder Sicco Boorsma van Dongeradiel, bestuurlijk trekker van het project. “Binnen de zes gemeenten gebeurt al veel. Nu krijgt de krimpaanpak een regionaal karakter en wordt de verbinding tussen de verschillende beleidssectoren gelegd.” Na de Dialoogtafel heeft men het startdocument aangevuld met nadere ambities en afspraken, onder meer over het opzetten van een regionaal woningbouwprogramma. “Er was een mismatch tussen de bouwambities van de verschillende gemeenten. Er moeten wel meer woningen komen, maar dan met name voor ouderen. We
moeten levensloopbestendig bouwen”, zegt Boorsma. De Dialoogtafel nodigde uit met ideeën te komen. Een aantal partijen opperde bijvoorbeeld een regionale pool van trainees op te zetten. “Hogeropgeleiden uit het hele land kunnen dan na hun studie in de regio aan de slag bij een gemeente, een zorginstelling of een technisch bedrijf”, licht directeur Stam van het Dockinga College toe. Hij is voorzitter van de Gouden Driehoek Noordoost, een overleg tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Oogmerk hiervan is niet alleen te zorgen voor een betere afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, maar ook om samen jongeren te interesseren in de regio aan het werk te gaan. “We zijn er bewust mee bezig jongeren te verleiden om in de toekomst in onze regio aan het werk te gaan. Vaak hebben ze een negatief beeld en nauwelijks oog voor de prachtige bedrijven die er zijn.” Als een van de uitkomsten van de Dialoogtafel werd ook in het startdocument opgenomen dat het nuttige overleg van de Gouden Driehoek Noordoost meer structuur moet krijgen. “Nu is het een gezelschap van vrijwilligers”, zegt Stam. WOONWENSEN Makelaar Van Dijk kent de woonwensen in het gebied van haver tot gort. Zijn pleidooi voor flexibilisering van het bestemmingsplan maakte indruk tijdens de Dialoogtafel. “De bestemming die nu op leegstaande gebouwen als kerken en boerderijen ligt, hindert alle ontwikkeling. Een woonfunctie zou uitkomst bieden, ook omdat banken niet bereid zijn tot financiering over te gaan als de bestemming anders is dan wonen.” Tot Van Dijks vreugde heeft de gemeente Ferwerderadiel zijn idee nu geadopteerd. Ook het tweedewoningenbeleid met zijn starre aanwezigheidsplicht vindt Van Dijk niet meer van deze tijd. “Dat beleid stamt nog uit de jaren zeventig. Ga
over op flexibel wonen. Het is al heel wat als een woning maar een deel van de tijd wordt bewoond. Die mogelijkheid trekt zeker kopers van buiten aan. In het digitale tijdperk is thuiswerken heel goed mogelijk.” Burgerparticipatie, dat tijdens de Dialoogtafel als een belangrijk onderwerp werd bestempeld, komt nadrukkelijk terug in het aangescherpte startdocument. “In essentie gaat het om de burger. De demografische ontwikkelingen nopen burgers om keuzes te maken in het eigen woningbezit”, zegt Boorsma die een voorbeeld uit zijn eigen gemeente geeft. In Dongeradiel staan in de dorpskernen Holwerd, Metslawier, Moddergat en Ee met hun beschermde dorpsgezichten, huizen die niet meer voldoen aan de huidige wooneisen. In deze kernen wordt een Dorps Ontwikkelingsmaatschappij (DOM) opgericht, waarin de bewoners zelf aan tafel zitten om na te denken over wat er met die woningen moet gebeuren. Denk aan opsplitsen of er een bedrijfje in vestigen. “Wij faciliteren alleen maar, de burgers zitten zelf aan het stuur.” Vanuit dezelfde invalshoek van burgerparticipatie bracht Kamsma van thuiszorgorganisatie De Friese Wouden het project ‘Yn e Buorren’ in (vrij vertaald: in
het hart van het dorp). ‘Buorren’ (spreek uit: ‘bworren’) is de Friese naam voor de hoofdstraat die door het dorp voert. Dit project, dat vorig jaar startte in de dorpen Garyp en Hurdegaryp in Tytsjerksteradiel, beoogt zoveel mogelijk de plaatselijke gemeenschap te mobiliseren voor de ouderenzorg. Een team van huisarts, wijkverpleegkundigen en ouderenadviseur brengt de kwetsbare ouderen in beeld. Vervolgens wordt op maat een ondersteuningstraject uitgestippeld, dat de formele eerstelijnszorg koppelt met de informele zorg door andere bewoners van het dorp. “Het is geen beproefd concept. We zijn nog volop bezig, maar we hebben er heel hoge verwachtingen van”, zegt Kamsma. “Wat we beogen is dat mensen zo lang mogelijk veilig in hun eigen omgeving oud kunnen worden. Zodat ze, ongeacht de zorg die ze nodig hebben, thuis hun leven voort kunnen zetten.” Voor wethouder Boorsma van Dongeradiel en trekker van de krimpaanpak is het vooral van belang het scala van aangereikte ideeën zo snel mogelijk tot uitvoering te brengen. “We hebben al zoveel nota’s volgeschreven, nu komt het op actie aan. De volgende stap is om samen met burgers en gemeenteraden de opgedane ervaringen en conclusies om te zetten in de praktijk.”
VITALE KANSEN UITGEDRUKT IN HARDE EURO’S De behoefte neemt toe aan een objectieve meetlat, om de effecten van maatregelen die een krimpgebied vitaal moeten houden in harde euro’s uit te drukken. De Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) kan bestuurders in krimpregio’s helpen niet alleen hun beleid bij te sturen en te optimaliseren, maar ook een breed draagvlak te vinden.
Ë
n de Eemsdelta en Parkstad Limburg zijn MKBA’s voor de woningbouw uitgevoerd. Met succes. Zo werd na de MKBA in de Eemsdelta duidelijk dat het ambitieuze sloop- en nieuwbouwprogramma Pact Regio Eemsdelta op de lange termijn ongunstig zou uitpakken. Het bouwprogramma werd bijgesteld. Gemeenten en woningcorporaties zijn mede door de MKBA nader tot elkaar gekomen. Het nuttige procesinstrument kan daarmee de opmaat zijn naar
‘Als je de feiten kent, is het makkelijker daar draagvlak voor te vinden bij andere partijen.’ Gedeputeerde George van Heukelom, Zeeland herstructureringsprogramma’s. De MKBA wordt uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) met een contra-expertise door het Centraal Planbureau. De provincie Zeeland en de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen staan op het punt een integrale MKBA van voorzieningen, wonen en economie uit te laten voeren. De MKBA maakt deel uit van het convenant dat Rijk en provincie binnenkort sluiten om een nieuwe
Streekmarkt in Oostburg: Zeeuws-Vlaanderen wil integrale MKBA van voorzieningen, wonen en economie.
koers voor de krimpregio vast te stellen. De Zeeuwse gedeputeerde George van Heukelom vertelt: “De MKBA is een beproefde methode. In ons geval gaat het om het doorrekenen van ingrijpende beleidsintenties. Wat kost het om onze ambities te realiseren en, belangrijker nog, wat levert ". )* "( . '%( '. !,). ')!,ŏ-" veranderingen: meer ouderen en minder jongeren en huishoudens. Met een geobjectiveerde analyse van de kosten en baten kunnen we goed uitleggen waarom we bepaalde ingrepen moeten doen. Als je de feiten kent, is het makkelijker daar draagvlak voor te vinden bij andere partijen. Want samenwerken moeten we. We gaan gezamenlijk de kosten dragen, maar we moeten wel weten waar we over praten. Gelukkig zien ook andere partijen het nut en de noodzaak van een MKBA in.”
5
EEMSDELTA: RUIMTELIJK PLANNEN NIEUWE STIJL Zo’n 35 partijen in de Eemsdelta werken samen aan een woon- en leefbaarheidsplan. Onderdeel hiervan is een interbestuurlijk experiment waarin de vernieuwde planningsmethodiek werd getest om de woningvoorraad en het aanbod van voorzieningen aan te passen aan de slinkende bevolking ‘Het interbestuurlijk experiment hielp ons de juiste koers uit te stippelen’, zegt burgemeester Rika Pot van Appingedam.
D
Foto: Annet Eveleens
e Groningse Eemsdelta is een mix van weidse vergezichten en stadse bedrijvigheid – denk aan de Eemshaven en zijn chemiecomplex. De gevolgen van de bevolkingsdaling zijn onmiskenbaar aanwezig, maar raken de vier gemeenten in het gebied verschillend. Waar bij de een – Appingedam – tot 2040 lichte groei mogelijk is, krijgen de andere gemeenten – Delfzijl, Eemsmond en Loppersum – met krimp te maken.
6
Winkelstraat in Uithuizen: het interbestuurlijk experiment geeft inzicht in de locaties waar voorzieningen in de regio in stand blijven.
Allemaal moeten ze zich op ontgroening en vergrijzing voorbereiden. De prognose voor de hele regio luidt dat de bevolking de komende decennia met een vijfde afneemt, met name de groep jongeren tussen 19 en 25 jaar. Het aantal meters winkelvloeroppervlak neemt tot 2020 met tien tot vijftien procent af. Venijnige prognoses, constateert Coen Weusthuis, die een verlammend effect hebben op de investeringsbereidheid van allerlei partijen die in het gebied actief zijn. De zelfstandig procesmanager werd een aantal jaren terug door de provincie en de vier gemeenten gevraagd de regio bij te staan. “Van belang is het perspectief voor de toekomst goed neer te zetten. Het is helemaal geen probleem om met wat minder mensen in een gebied te wonen, zolang de weg daar naartoe maar goed wordt vormgegeven en je ervoor zorgt dat er onderweg geen ongelukken gebeuren, zoals voorkomen dat er te veel leegstand ontstaat.” Leegstand ontstaat willekeurig, betoogt Weusthuis, en bijna overal. De traditionele planningsinstrumenten voor woningen, maatschappelijk vastgoed en openbare voorzieningen bieden geen houvast. “We moeten op zoek naar een nieuwe manier van ruimtelijke planning. Prognoses geven wel een richting aan, maar je kunt er geen sloopprogramma op funderen, als je niet heel zeker weet dat wat voorspeld wordt ook daadwerkelijk gaat gebeuren.” Om de vernieuwde ruimtelijke planningsmethodiek in de praktijk te testen, is een interbestuurlijk experiment gestart. Door het hele land lopen op dit moment welgeteld 24 projecten van het interbestuurlijke experimentenprogramma Bevolkingsdaling. De coördinatie is in handen van het ministerie van BZK. Het proefproject in de Eemsdelta loopt parallel aan de komst van een woon- en leefbaarheidsplan voor de hele regio. Onlangs hebben zo’n 35 partijen – provincie, gemeenten, scholen, woningcorporaties, zorginstellingen en bedrijfsleven – daartoe hun handtekening onder een convenant gezet. INZICHT Het interbestuurlijk experiment, dat tot eind 2012 loopt, wordt begeleid door stedenbouwkundige Enno Zuidema, en heeft tot nu toe veel inzicht en ook de benodigde instrumenten opgeleverd. “Het woord ‘planningsmethodiek’ klinkt erg academisch, maar we hebben het heel praktisch ingevuld.” Een van de instrumenten is de robuuste ruimtelijke structuur. “In een proef hebben we laten zien wat het effect van bevolkingsdaling op de ruimtelijke structuur in de regio zou zijn, als we de komende dertig jaar niet ingrijpen. Zo konden we achterhalen waar met name de voorzieningen zich in
de toekomst zullen concentreren in de regio.” Naast de autonome ontwikkeling werd een drietal toekomstbeelden ontwikkeld, licht Zuidema toe. Deze toekomstbeelden lieten elk een verschillende verdeling van de voorzieningen, zoals zorg en detailhandel, zien en beschreven uiteenlopende opties voor sloop, verbetering en nieuwbouw, namelijk meer of minder geconcentreerd. Zuidema: “Elk van de toekomstbeelden laat een uitwerking zien van de voorzieningenstructuur. Het gaat hierbij om de belangrijke vraag of de drie regionale centra Appingedam, Delfzijl en Uithuizen in het noorden zo sterk zijn dat ze alle voorzieningen aan zich weten te binden of dat meerdere dorpen nog winkels overhouden en ook krachtig genoeg blijven om scholen, huisartsen en zorgwoningen te hebben.” Het interbestuurlijk experiment maakte de kernkwesties zichtbaar en bespreekbaar. “Duidelijk werd dat juist een integrale aanpak van voorzieningen en wonen tot meer kwaliteit van voorzieningen en leefbaarheid in het gebied leidt. Een klein aantal centrumdorpen zal op beperkte schaal meerdere voorzieningen behouden. Om dat te laten lukken is het nodig dat alle sectoren daarvan de meerwaarde en kansen zien. En dat nieuwbouwaspiraties worden beperkt: een huisartsenpost of dagbesteding kan heel goed in een
bestaand en vernieuwd gebouw ondergebracht worden.” De toekomstvaste hoofdstructuur van voorzieningen en wonen vormt nu een gezamenlijk vertrekpunt van alle betrokken partijen bij het opstellen van het woonen leefbaarheidsplan, dat men in een intensieve dialoog met de bevolking en het bedrijfsleven wil gaan uitvoeren. Burgemeester Rika Pot van Appingedam is voorzitter van de stuurgroep: “Het interbestuurlijk experiment
‘We komen beter beslagen ten ijs om te praten over de keuzes die we moeten maken.’ Burgemeester Rika Pot, Appingedam
hielp ons om de juiste koers uit te stippelen. We hebben geen bodemloze rugzak met geld, terwijl we ingrijpende keuzes moeten maken die regionaal breed draagvlak nodig hebben. Essentieel is dan te weten welke oplossingen het meest duurzaam zijn. Het interbestuurlijk experiment reikt de gegevens plus het benodigde gereedschap daarvoor aan. We hebben een verdiepingsslag kunnen maken en komen beter beslagen ten ijs om te praten over de keuzes die we moeten maken.”
WEILAND BLIJFT WEILAND, WAT DAN? Regio’s die te maken krijgen met een dalend inwoneraantal, zijn genoodzaakt hun woningbouwprogramma opnieuw te bezien. Met alle gevolgen vandien. (Plan)schadeclaims zijn niet denkbeeldig door het aanpassen van bestemmingsplannen of het afzien van herzieningsprocedures.
opgeknipt en gefaseerd uitgevoerd. In de krimpgebieden is zelfs die mogelijkheid er meestal niet meer. Van belang is dat gemeenten in een zo Hoogleraar gebiedsontwikkeling Arjan vroeg mogelijk stadiBregman. um helder maken dat er in hun gebied geen grootschalige bouw meer zal plaatsvinden, adviseert hoogleraar gebiedsontwikkeling Arjan Bregman van de Universiteit van Amsterdam. Bregman stelt onder meer voor een geFoto: Jeroen Oerlemans
Ë
e situatie is als volgt: er is een bestemmingsplan opgesteld waarin een gebied voor woningbouw wordt bestempeld. Helaas blijken de huizen onverkoopbaar. Geen denkbeeldige situatie in krimp- of zogeheten anticipeergebieden waar volop plancapaciteit wordt geschrapt om zich op bevolkingsdaling voor te bereiden. Als de ')!,ŏ-")(.1#%%(!(4#"0)),.4.ten, kunnen steeds meer gebieden hiermee te '%(%,#$!(|%4#$(,ŏ((#J& -*,ken met marktpartijen gemaakt of werkt de gemeente samen in een PPS. In andere delen van het land worden deze afspraken tegen het licht gehouden en worden bouwprojecten
JEP BIEDT HULP De Juridische Expertpool Planschade (JEP) geeft gemeenten onder meer advies over mogelijke (plan)schadeclaims. Heeft u vragen over de expertpool?
[email protected].
In krimpregio’s is grootschalig bouwen voorbij.
meentebrede nota te schrijven die duidelijk aangeeft dat er geen perspectief meer is om grootschalig te gaan bouwen. Een gemeente kan dat vervolgens communiceren in een structuurvisie en daarna het juridisch bindende bestemmingsplan aanpassen. “Zo kunnen gemeenten ervoor zorgen”, legt de ervaren jurist uit, “dat de bestemmingsplanwijziging ‘voorzienbaar’ wordt. Als eigenaren daarna niet snel een vergunningaanvraag indienen, aanvaarden ze het risico van een planwijziging. Daarnaast moet je als gemeente natuurlijk goed kijken wat in contracten is afgesproken.”
7
SPELEN MET DE KRIMP IN EEN SNELKOOKPAN VAN DRIE UUR Voor een goede besluitvorming over de aanpak van bevolkingsdaling is het belangrijk dat de vele betrokken partijen elkaars belangen kennen en begrijpen. Dit kan door krimpsituaties na te bootsen via serious gaming en zo te laten zien hoe belangrijk samenwerking is. De populaire Krimpgame is inmiddels zo’n twintig keer door het hele land gespeeld.
D
8
e Krimpgame, gemaakt door ROI Opleiding, Coaching en Advies en Tygron Serious Gaming in opdracht van het ministerie van BZK, is ontwikkeld om bewustwording te kweken in gebieden die met bevolkingsdaling te maken krijgen. In drie uur tijd wordt dertig jaar beleid nagespeeld. Deelnemers spelen steevast een rol die ze niet in het dagelijkse leven vervullen. Ze moeten plannen en ambities smeden. Om die te realiseren, hebben ze een budget. Het spel geeft letterlijk inzicht in het wisselgeld dat de deelnemers hebben, maar ook in hoe ze elkaar kunnen helpen zonder zichzelf tekort te doen. Er ontstaat wederzijds begrip en meer gevoel bij het vraagstuk van bevolkingsdaling. “Deze game doe je niet in je eentje maar nadrukkelijk met elkaar. Krimp is een integraal vraagstuk waarbij je elkaar op uiteenlopende belangen moet zien te vinden. Je loopt vast als je niet samenwerkt”, zegt wethouder Peter Ploegaert van de gemeente Sluis in West Zeeuws-Vlaanderen. Hij speelde de Krimpgame begin dit jaar met collegabestuurders van P10, belangenclub van de tien grootste plattelandsgemeenten. Sluis wil haar zeventien dorpskernen in de 34 duizend hectare grote gemeente leefbaar en vitaal houden, onder meer door het herstructureren van voorzieningen. Deze aanpak kwam terug in het spel. “We wilden een bedrijf in het centrum van een dorpskern krijgen, maar dat was niet eenvoudig. Al aanwezige andere voorzieningen kwamen daardoor in het gedrang. Een goede visie bedenken vraagt om brede afstemming en communicatie met alle betrokken partijen.” In het spel was Ploegaert directeur van een ROC. Bedrijfsleven en zorginstellingen klopten bij hem aan om te zorgen voor de aanwas van personeel. “Erg
realistisch. Voor de bedrijven wilde ik een nieuwe leergang starten, maar daar had ik weer een gebouw voor nodig en zo kwam ik bij de gemeente terecht.” Op initiatief van Ploegaert is de Krimpgame begin juni in de gemeente zelf gespeeld. Naast vertegenwoordigers van scholen, de woningcorporatie, zorg- en welzijnsinstellingen, de ondernemersvereniging en Rabobank deden het volledige college en raadsleden van de verschillende fracties mee. “Het is
‘Het is goed dat ook raadsleden aan den lijve ondervinden, in spelsituatie dan, dat de politieke keuzes die zij maken gevolgen hebben voor anderen.’ Peter Ploegaert, Sluis goed dat ook raadsleden aan den lijve ondervinden, nou ja in spelsituatie dan, dat de politieke keuzes die zij maken gevolgen hebben voor anderen.” SPELELEMENT Juist het spelelement daagt deelnemers volgens Angelique van Wingerden uit om de traditionele paden te verlaten. “Gamen is leuk en vernieuwend, heel wat anders
In de virtuele wereld beleidsscenario’s toetsen.
dan samen in een vergadering zitten”, zegt de projectleider van het op verzoek van de drie noordelijke provincies opgerichte Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland. “Toen ik april vorig jaar begon bij het kennisnetwerk, kreeg ik gelijk een uitnodiging om de game te spelen. Samen met de directeur van het OV-bureau GroningenDrenthe speelde ik de rol van wethouder.” Ook Van Wingerden realiseerde zich dat samenwerking geboden is. “Partijen kunnen niet, zoals voorheen, op eigen houtje opereren. De woningcorporatie dreigde bijvoorbeeld steeds failliet te gaan in het spel. Ze kon het slopen van woningen niet meer met nieuwbouw financieren. Samen vonden we een oplossing: sloop bood wel ruimte voor zorgwoningen. Een dergelijke antwoord vind je niet vanachter je eigen bureau. De Krimpgame is een echte snelkookpan. We hadden allen het gevoel op de juiste weg te zijn en met de juiste dingen bezig te zijn. Het is inderdaad een erg realistisch spel. Je moet goed nadenken over elke euro die je te besteden hebt.”
SNEL INZICHT, BETERE SAMENWERKING Adviseur Feliz Goos van ROI, begeleider van het spel, benadrukt dat de Krimpgame een krachtige methode is om snel inzicht te krijgen in complexe problematiek. “Het is een serious game, en daarmee bijvoorbeeld een beginstap in een langer proces. Daarnaast kan de game ook gebruikt worden om verschillende beleidsscenario’s in de virtuele wereld te toetsen. Het inzicht dat tijdens het spelen wordt verkregen, leidt naar betere samenwerking in de praktijk.” Meer informatie: www.roi-opleidingen.nl (of Feliz Goos, 06 22797194).