Sociaal jaarverslag 2014
Pagina 1 | rapport titel www.wijchen.nl
Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................................... 4 Kengetallen 2012-2013-2014 ............................................................................................ 5 Triple A .......................................................................................................................... 5 Opleidingen 2014 ............................................................................................................ 6 Diensttijd ....................................................................................................................... 7 Formatie en personeelsbezetting ....................................................................................... 7 Totale formatie ............................................................................................................... 8 Medezeggenschap ........................................................................................................... 9 Leeftijd ........................................................................................................................ 10 Leeftijd per afdeling .................................................................................................... 10 Gemiddelde leeftijd ..................................................................................................... 11 Leeftijdsklasse............................................................................................................ 12 Ouderschapsverlof en levensloopregeling ......................................................................... 12 Ouderschapsregeling ................................................................................................... 12 Levensloopregeling ..................................................................................................... 12 Leidinggevenden ........................................................................................................... 13 Ziekteverzuim ............................................................................................................... 13 Ontwikkeling ziekteverzuimpercentage .......................................................................... 13 Verzuimpercentage mannen en vrouwen ....................................................................... 14 Verzuimpercentage per afdeling ................................................................................... 15 Arbo jaarverslag 2014 .................................................................................................... 16 Bedrijfszorgpakket ...................................................................................................... 16 Agressie meldingen ..................................................................................................... 16 Beeldscherm en veiligheidsbrillen ................................................................................. 16 Veiligheid................................................................................................................... 16 Salaris ......................................................................................................................... 17 Salarisgroepen ........................................................................................................... 18 Beloning .................................................................................................................... 18 Ontwikkeling % vrouwen ................................................................................................ 19 Vrouwen .................................................................................................................... 19 Ontwikkeling % deeltijders ............................................................................................. 20 Deeltijders ................................................................................................................. 20 Mobiliteit ...................................................................................................................... 21 Instroom ................................................................................................................... 21 Uitstroom .................................................................................................................. 21 Interne doorstroom ..................................................................................................... 22 Pagina 2 | rapport titel
www.wijchen.nl
Hoe presteerde de Wijchense interne milieuzorg in 2014? .................................................. 23 Ontwikkelingen........................................................................................................... 23 Resultaat ................................................................................................................... 23 Colofon ........................................................................................................................ 24
Pagina 3 | Sociaal jaarverslag 2014
4
Voorwoord De tijd vliegt Toen mij onlangs vanuit het team P&O werd gevraagd of ik een voorwoord wilde schrijven voor dit jaarverslag dacht ik eerlijk gezegd: hè, is er nu al weer een jaar voorbij? Ik zie mijn verbazing vooral als iets positiefs. Want als de tijd op je werk traag voorbij kruipt, is er vaak wat mis. Dat gevoel heb ik nu zeker niet, integendeel. Er zijn opnieuw in 2014 behoorlijke stappen gezet. Jos van der Knaap beschrijft dat uitgebreid in zijn bijdrage in dit jaarverslag. Sociaal jaarverslagen bestaan voor een groot deel uit staatjes, grafieken en cijfertjes. Maar achter die cijfers zitten mensen van vlees en bloed. Als je op kantoor zoveel uur met elkaar doorbrengt, dan gaat het nooit alleen over het werk. Ook lief en leed passeren de revue. Ook 2014 was voor velen van ons een jaar van ups en downs. Sommigen werden geconfronteerd met persoonlijk leed. Andere collega’s hadden juist vrolijke gebeurtenissen te vieren. De mate van collegialiteit die in dat soort situaties om de hoek komt kijken, zegt veel over de omgang met elkaar. Een prettige omgang met elkaar vormt de basis voor ons werkplezier. En werkplezier en goede prestaties gaan vaak hand in hand. 2014 was een bijzonder jaar met een onverwachte wending in het najaar. Het voornemen (de raad moet nog besluiten) te gaan verhuizen naar de Rabobank en het huidige gemeentekantoor te slopen heeft ons vaart meegegeven. Het geeft ook extra energie want we krijgen steeds meer in beeld welke richting we willen inslaan. We krijgen bovendien steeds meer spits hoe wij onze toekomstige dienstverlening willen gaan inrichten en welke manier van werken daar het beste bij past. Meer plaats- en tijdsonafhankelijk werken is daar een voorbeeld van. In 2015 focussen we verder op de door ons gewenste toekomstige dienstverlening. Ik wens iedereen daarbij heel veel succes én werkplezier. Ik ben er echt van overtuigd dat we er samen iets moois van maken. Niet alleen voor onze inwoners, maar natuurlijk ook voor onszelf. Het mes snijdt zogezegd aan twee kanten. In marketing-taal heet dat geloof ik een onvervalste winwin situatie. Mag ik iedereen tot slot bedanken voor alle inzet, kennis en collegialiteit in het afgelopen jaar? Hans Verheijen Burgemeester
Pagina 4 | Sociaal jaarverslag 2014
Kengetallen 2012-2013-2014 Kerncijfers sociaal jaarverslag
2012
2013
2014
Totale formatie (in fte’s)
248,2
229,8
226,8
Totale bezetting (in fte’s)
231,8
217,6
210,5
Aantal medewerkers
276
261
252
Gemiddelde leeftijd
47,2
48,2
48,6
Aantal deeltijders
147
Aantal mannen
137
Aantal vrouwen
139
(53,3%)
144
(55,2%)
125 (50,4%)
136
(52,1%)
140
(55,3%)
120
(47,6%)
132
(52,2%)
Instroom medewerkers
5
5
4
Uitstroom medewerkers
21
20
13
4,67%
3,67%
4,82
Ziekteverzuim
Triple A Terugkijkend op 2014 kunnen we vaststellen dat het opnieuw een jaar is geweest met veel nieuwe ontwikkelingen. Eén daarvan springt er wat mij betreft uit en dat is het voornemen (de raad moet nog definitief besluiten) om de hoofdvestiging van de gemeentelijke organisatie weliswaar aan de Kasteellaan te houden, maar wel wat meters te gaan opschuiven richting…. Nijmegen! Wees gerust; onze scoop blijft hooguit gericht op het westen dus er is geen causaal verband. Waar de Rabobank eerder zijn triple A-status verloor, gaan wij die status weer terugbrengen. Met ónze triple A dan: Aandacht, Atmosfeer en Anders werken. De A van Aandacht staat wat mij betreft voor de aandacht die wij in het kader van Wijchen21 willen geven aan onze inwoners. Waarderend en één ieder aansprekend op wat hij of zij zelf kan doen voor zichzelf en voor de samenleving. Atmosfeer staat voor de nieuwe inrichting: licht, luchtig en modern. Gecombineerd met een bepaalde warmte die het nieuwe kantoor gaat uitstralen. Een fijne, nieuwe werkomgeving dus; heel anders dan de uitstraling van ons huidige kantoor. Anders werken staat voor het flex-concept dat we in combinatie met nieuwe accenten voor onze dienstverlening gaan uitrollen. Wat de digitalisering betreft hebben we het afgelopen jaar aardige stappen gezet. Een vernieuwde website en de komst van het interactieve Wijchipedia zijn hier de meest tastbare voorbeelden van. Achter de schermen is hard gewerkt om de voorwaarden te creëren voor de digitale stappen die we hebben afgesproken in Wijchen21. Wat de organisatiestructuur betreft hebben we - na bijna vijftien jaar - afscheid genomen van de directiestructuur. Hiervoor is een eenhoofdige directie met zes managers in de plaats gekomen. Samen vormen zij één managementteam dat als collectief verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering. Pagina 5 | Sociaal jaarverslag 2014
6 In 2014 hebben we meegedaan aan een onderzoek naar onze formatie. We wilden weten of we qua bezetting nog steeds krap in onze jas zitten. Dat blijkt aantoonbaar zo te zijn. Uiteraard levert de krappe bezetting op zijn tijd en hier en daar ook spanning op de draad op. Daar probeert het management zo alert mogelijk op te zijn. Het onderzoek Waar staat je gemeente liet vorig jaar zien dat we het als gemeente - in vergelijking met andere gemeenten - goed doen. We mogen er met elkaar trots op zijn dat wij - gezien het beperkt aantal medewerkers – nog altijd in slagen goede prestaties neer te zetten. In 2014 zijn we gestart met het openstellen van het individueel loopbaanbudget voor alle medewerkers. Velen maken hier inmiddels gebruik van of hebben door het opsparen tot 2015 een groter bedrag beschikbaar voor iets dat - behalve nuttig - ook gewoon leuk kan zijn. Verder zijn we in 2014 gestart met de pilot Functiecreatie. Straks worden alle werkgevers verplicht om een deel van hun personeelsbestand in te vullen met mensen die een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Wijchen heeft zich aangemeld voor de landelijke pilot en Wijchen staat inmiddels zelfs buiten de landsgrenzen op de kaart doordat wij ook daadwerkelijk functies hebben gecreëerd voor deze doelgroep. Tot slot zou ik willen wijzen op de inspirerende lunchbijeenkomsten en de inloopcafés in het kader van Wijchen21, optredens van ons koor Couleur Vocale en de vele evenementen van onze personeelsvereniging, activiteiten van de ondernemingsraad, kortom, teveel om op te noemen. Daarvoor wil ik iedereen enorm bedanken! Jos van der Knaap
Opleidingen 2014 Van oudsher richt het opleidingsplan zich vooral op de vakinhoudelijke opleidingsactiviteiten en een aantal vaardigheidstrainingen. Daarnaast is er een tendens waarneembaar dat er steeds meer opleidingen gevolgd worden, waarbij - naast het organisatiebelang - de persoonlijke ontwikkeling voorop staat. Het opleidingsbudget bedroeg ook in 2014 € 155.000,00. Dit budget is volledig besteed. Gemiddeld hebben we € 615,00 per medewerker aan opleidingen uitgegeven; een lichte stijging ten opzichte van 2013. Bij vergelijkbare gemeenten bedragen de opleidingsuitgaven per medewerker gemiddeld € 814,00 (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Daar waar de gemiddelde opleidingsuitgaven per medewerkers bij gemeenten in het afgelopen jaar licht zijn gedaald, zijn onze uitgaven per medewerker opnieuw licht gestegen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de terugloop van het aantal medewerkers; het opleidingsbudget is gelijk gebleven. Het opleidingsbudget bedraagt 1% van de loonsom. Hiermee ligt het opleidingsbudget onder het gemiddelde van 1,6% (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Naast de reguliere opleidingsactiviteiten hebben een aantal medewerkers gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het Individueel loopbaanbudget (Ilb). Ook voor 2015 is dit nog mogelijk. Het budget van 2014 is overgeheveld naar 2015 en de medewerkers kunnen dit budget inzetten voor loopbaan gerelateerde activiteiten, zoals opleiding, training, loopbaanadvies, coaching en ontwikkeling. Deze activiteiten moeten gericht zijn op het vergroten van de inzetbaarheid in algemene zin en gericht zijn op een reëel loopbaanperspectief. Inmiddels hebben 40 medewerkers hun Ilb ingezet voor uiteenlopende activiteiten.
Pagina 6 | Sociaal jaarverslag 2014
Diensttijd Van het totale personeelsbestand is 5,53 % korter dan 3 jaar in dienst. In 2013 was deze 5,75%. Dit is te verklaren door het feit dat in 2014 er een zeer geringe instroom is geweest. Bij vergelijkbare gemeentes is 16,6% korter dan 3 jaar in dienst. Wat betreft het dienstverband 3 tot 10 jaar ligt het percentage voor onze organisatie op 37,2% (was 39,8% in 2013). Dit is 0,9% hoger dan in vergelijkbaar gemeenten. Het percentage van langdurige dienstverbanden ligt in onze organisatie hoger; 57,3% (was 54,4% in 2013). Bij vergelijkbare gemeenten (A&O fonds, monitor gemeenten 2013) is 47,1% langer dan 10 jaar in dienst.
Formatie en personeelsbezetting Omvang formatie en personeelsbezetting 2012
2013
2014
Formatie (op basis van 36 uur)
248,2
229,8
226,8
Bezetting (op basis van 36 uur)
231,8
217,6
210,5
276
261
252
Bezetting (in aantallen)
Pagina 7 | Sociaal jaarverslag 2014
8
Totale formatie De formatie is ten opzichte van 2013 met 3 fte’s afgenomen van 229,8 naar 226,8 fte’s. De bezetting, zowel omgerekend naar voltijdfuncties, als in absolute aantallen, is ook gedaald. Op 31 december waren er 252 medewerkers in dienst (in 2013 waren dit er 261). Een afname van 9 medewerkers. De bezetting, op basis van 36 uur bedroeg 210,5 fte’s. Een daling ten opzichte van 2013 van 7,1 fte’s. De bezetting op basis van 36 uur, afgezet op de formatie liet eind 2014 een vacatureruimte zien van 16,3 fte’s. Eind 2013 was er een vacature ruimte van 12,2 fte´s. Net als in 2013, hebben we ook in 2014 steeds kritisch gekeken naar de noodzaak van invulling van een vacature. In 2014 is bij een aantal functies na vertrek van de medewerker besloten deze (deels) niet meer in te vullen. Ook zijn vacature-uren op een andere wijze ingevuld door herverdeling of toevoeging van uren aan al bestaande functies. Ook in 2014 is gekozen om vacatures tijdelijk in te vullen via een detacheringsconstructie. Deze tijdelijke invulling wordt niet meegeteld in de bezetting. In 2014 zijn 7 medewerkers intern doorgestroomd naar een andere functie. Begin 2015 zijn diverse vacatures ingevuld waardoor de vacature-ruimte is gedaald. In 2013 zijn twee afdelingen opgesplitst en toegevoegd aan de afdelingen Bouwen en Leefomgeving, Welzijn en Onderwijs, Openbare Werken. Binnen de afdelingen hebben er in 2014 geen opvallende verschuivingen meer plaatsgevonden. Formatie per afdeling (peildatum 31-12-2014) 2012
2013
2014
Bestuurs- en Management Ondersteuning
28,85
28,79
28,0
Bouwen en Leefomgeving / Ruimte, Milieu en Economie
26,59
39,41
39,4
Brandweer
13,97
0
0
7,22
7,53
6,64
0
0
0
21,59
21,59
21,58
2,56
2,56
2,56
Openbare Werken / Ruimte, Milieu en Economie
52,58
60,65
59,58
Publiekszaken / Sociale Zaken
30,56
38,45
38,61
Sociale Zaken
28,05
0
0
24,6
0
0
12,61
30,83
30,44
Directie en secretariaat Facilitaire Zaken Financiën Griffie
Ruimte, Milieu en Economie Welzijn en Onderwijs / Sociale Zaken Totaal organisatie
Pagina 8 | Sociaal jaarverslag 2014
248,16 229,81
226,8
Medezeggenschap De Ondernemingsraad is één van de medezeggenschapsorganen in onze organisatie. Daarnaast is er het Georganiseerd Overleg. Dit is een formeel overleg tussen de werkgever, de werknemers/vakbondsleden en de vakbonden. Het Georganiseerd Overleg beperkt zich uitsluitend tot rechtspositionele zaken als reorganisaties en financiële regelingen. Het GO is in 2014 niet bijeen geweest, o.a. omdat diverse zaken nog wachten op de definitieve herziening van de werkkostenregeling. De Ondernemingsraad is vertegenwoordiger en spreekbuis van het personeel. Dat betekent niet dat de Ondernemingsraad alleen de belangen van het personeel behartigt. De Ondernemingsraad heeft ook tot taak om het goed functioneren van de organisatie in al zijn doelstellingen te beoordelen. Dat doet hij door meedenken, meepraten, mee beoordelen, mee bewaken en soms meebeslissen over zaken die in de organisatie spelen. Het afgelopen jaar heeft de Ondernemingsraad zich weer met allerlei onderwerpen bezig gehouden. We noemen een aantal hoofdpunten. De meest in het oog springende onderwerpen van 2014 waren de eerste plannen voor de toen nog tijdelijke huisvesting in de Rabobank, het functiebeschrijvings- en waarderingssysteem HR21 en de (voorlopige) Werkkostenregeling evenals in het kader van regionale samenwerking het Werkbedrijf. Daarvoor is een Bijzondere Ondernemingsraad ingesteld, waarin Wijchen participeert. Ook waren er regelmatig bijeenkomsten van het regionaal platform medezeggenschap. In het afgelopen jaar kende de Ondernemingsraad 7 leden. Een medewerkster van B&L, van Publiekszaken en de voorzitter zijn teruggetreden om verschillende redenen (uit dienst, privéredenen, studie). Een medewerker van de afd. OW trad toe. De afdelingen Financiën en WZO zijn helaas nog steeds niet vertegenwoordigd in de Ondernemingsraad. Uit de opsomming hierboven blijkt dat het Ondernemingsraadwerk breed en divers is, wat het uitdagend en interessant maakt.
Pagina 9 | Sociaal jaarverslag 2014
10
Leeftijd Gemiddelde leeftijd per afdeling, onderscheiden naar mannen en vrouwen Mannen Vrouwen Totaal Bestuurs- en Management Ondersteuning
56,3
47,4
49,5
Bouwen en Leefomgeving/RME
46,9
41,7
44,8
Directie en secretariaat
55,0
57,5
56,7
Financiën
48,5
45,0
47,2
0
43,7
43,7
Openbare Werken/RME
48,9
39,0
47,4
Publiekszaken/SOZA
51,0
50,0
50,2
Welzijn en Onderwijs/RME
50,4
51,9
51,4
Totaal organisatie
49,3
48,0
48,6
Griffie
Leeftijd per afdeling De gemiddelde leeftijd van de afdeling Directie en secretariaat is het hoogst, namelijk 56,7 jaar. De afdeling griffie is nog steeds de jongste afdeling binnen de gemeente, de gemiddelde leeftijd bedraagt 43,7 jaar. Bij het merendeel van de afdelingen is de gemiddelde leeftijd met één jaar toegenomen ten opzichte van 2013. Kijken naar de overige afdelingen dan is de gemiddelde leeftijd bij de mannen het hoogste op de afdelingen Bestuurs- en management ondersteuning (56,3) en de afdeling Directie en secretariaat (55,0). De gemiddelde leeftijd bij de vrouwen is het hoogst op de afdelingen Directie en secretariaat (56,7) en Welzijn en Onderwijs (51,4). Bij de vrouwen is de gemiddelde leeftijd bij de afdeling Openbare Werken (39,0) het laagst.
Pagina 10 | Sociaal jaarverslag 2014
Ontwikkeling gemiddelde leeftijd 50,0
49,1
49,0
Leeftijd
48,0 47,0 46,0
46,7 45,9
45,6
48,0 48,0
47,2
46,7
45,9
45,0 44,0
47,8
47,3
49,3 48,6
47,3
46,3
46,1
45,2
44,7
43,0 42,0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaren Gemiddelde leeftijd mannen
gemiddelde leeftijd vrouwen
gemiddelde leeftijd totaal
Gemiddelde leeftijd De gemiddelde leeftijd bedraagt 48,6 jaar. Dit is een stijging van 0,6 jaar ten opzichte van 2013. In 2013 was de gemiddelde leeftijd 48,0 jaar. De gemiddelde leeftijd van medewerkers van de gemeente Wijchen is 1,0 jaar hoger dan bij vergelijkbare gemeenten (47,6 jaar).
Leeftijdsklasse 2014 Mannen
Vrouwen
Totaal
tot 25 jaar
0,8%
0%
0,4%
25 tot 35 jaar
10,8%
8,3%
9,5%
35 tot 45 jaar
18,3%
24,8%
21,7%
45 tot 55 jaar
30,8%
39,1%
35,2%
55 tot 60 jaar
24,2%
18,8%
21,3%
60 jaar en ouder
15,1%
9,0%
11,9%
Totaal
100%
100%
100%
Pagina 11 | Sociaal jaarverslag 2014
12
Leeftijdsklasse Het aandeel medewerkers van 45 jaar en ouder bedraagt 68,4%. Een toename van 1,4 % ten opzichte van 2013. Bij vergelijkbare gemeenten bedraagt deze 62 % (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Ten aanzien van de categorie tot 25 jaar is bij vergelijkbare gemeenten 1,0 % jonger dan 25 jaar. Slechts 0,4% van de medewerkers is jonger dan 25 jaar; Dit is gelijk aan 2013. Binnen de totale Nederlandse werkzame beroepsbevolking is dit aandeel 10 %. Ook de groep 25-35 jarigen is bij gemeenten sterk ondervertegenwoordigd in vergelijking met die in de beroepsbevolking. Het percentage in de categorie 25 tot 35 jaar bedraagt 22,1 % bij vergelijkbare gemeenten (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Het aandeel medewerkers in de categorie 25-35 jaar bedraagt 9,5%. Factoren die hierbij een rol spelen zijn hetzelfde als afgelopen jaar, namelijk de afnemende instroom van jongeren in de gemeentelijke bezetting in de afgelopen jaren en het als gevolg van de bezuinigingen niet verlengen van tijdelijke aanstellingen, wat jongeren vaak het hardst raakt.
Ouderschapsverlof en levensloopregeling Ouderschapsregeling In 2014 hebben 19 medewerkers (in 2013 waren dit er 21) gebruik gemaakt van de ouderschapsverlofregeling. 53% van de medewerkers die gebruik maakt van de ouderschapsverlofregeling is vrouw (in 2013 bedroeg dit percentage 57%).
Levensloopregeling Sinds 1 januari 2006 is de levensloopregeling van kracht. Hiermee kunnen werknemers sparen om tijdens hun werkzame leven periodes van onbetaald verlof te financieren. In 2014 hebben 3 medewerkers deelgenomen (gespaard) aan de levensloopregeling. In 2014 heeft geen medewerker zijn levenslooptegoed opgenomen.
Pagina 12 | Sociaal jaarverslag 2014
Leidinggevenden Onder leidinggevende worden medewerkers verstaan die in hun functieomschrijving leidinggevende taken hebben staan en die in hiërarchische verhouding staat tot andere medewerkers. In 2013 waren er 4,4 leidinggevenden per 100 medewerkers. Dit aantal ligt een stuk lager dan bij vergelijkbare gemeenten, namelijk 5,4 leidinggevenden per 100 medewerkers. Landelijk hadden gemeenten in 2013 gemiddeld per 100 medewerkers 5,9 leidinggevenden per 100 medewerkers (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden bedraagt 18%. Het aandeel vrouwelijk leidinggevenden bedroeg bij vergelijkbare gemeenten in 2013 28,1% (A&O fonds, monitor gemeenten 2013).
Ziekteverzuim 6,0 5,0 4,0 Ziekteverzuim % Wijchen
3,0 Ziekteverzuim % 20.000 tot 50.000 gemeenten
2,0 1,0 0,0 2008
2010
2011
2012
2013
2014
(Cijfer 2013 voor 20.000 tot 50.000 Gemeenten is nog niet bekend)
Ontwikkeling ziekteverzuimpercentage Het ziekteverzuim is in 2014 gestegen van 3,7% naar 4,8%. In vergelijking met gemeentes van 20.000 tot 50.000 inwoners scoren we gelijk (4,8 % A&O fonds, monitor gemeenten 2014). Gemiddeld meldde elke medewerker zich 1,14 keer ziek (2013 1,21 keer ziek). De gemiddelde verzuimduur is in 2014 gestegen. In 2014 duurde het verzuim gemiddeld 18,2 dagen (2013 13,6 dagen, 2012 15,6 dagen).
Pagina 13 | Sociaal jaarverslag 2014
14
Verzuimpercentage mannen en vrouwen
Verzuimduur (kort, middel, lang en extra lang verzuim) Kort verzuim (1 t/m 7 dagen) 14,6% (2013 23,3%) Middel verzuim (8 t/m 42 dagen) 12,5% (2013 15,8%) Lang verzuim (43 t/m 365 dagen) 43,7% (2013 37,6%) Extra lang verzuim (> 365 dagen) 29,2% (2013 23,4%) Het lang verzuim en het extra lang verzuim vormen samen 72,9% van het totale ziekteverzuim (2013 61%). In 2014 zien we in het bijzonder in de categorie “kort verzuim” en de categorie “middel verzuim” een afname. In de categorie “lang verzuim” en de categorie “extra lang verzuim” zien we een toename.
Pagina 14 | Sociaal jaarverslag 2014
Verzuimpercentage per afdeling* 2014 Afdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning Bouwen en Leefomgeving/RME
Verzuimpercentage 7,31% 6,4%
Directie (inclusief bovenformatieven; exclusief secretariaat)
0,47%
Financiën
2,19%
Griffie
2,33%
Openbare Werken/RME
2,71%
Publiekszaken/SOZA
9,07%
Secretariaat
0,41%
Welzijn en Onderwijs/SOZA
2,89%
IBO
0,51%
* Deze gegevens zijn afkomstig van de Bedrijfspoli. De Bedrijfspoli hanteert een wat afwijkende indeling van de afdelingen. De Directie is inclusief de boventalligen en exclusief het secretariaat. Het secretariaat en het IBO is als een afzonderlijke “afdeling” in het overzicht opgenomen.
Verzuimpercentage per afdeling In 2013 was het niet mogelijk om een vergelijking te maken met verzuimcijfers van voorgaande jaren omdat 2 afdelingen opgesplitst zijn. In 2014 zien we een forse toename van het verzuim bij de afdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning (3%) en de afdeling Publiekszaken/SOZA (3%). Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door toename van lang en extra lang verzuim. Bij de afdeling Financiën, Welzijn en Onderwijs/SOZA en de Griffie zien we een stijging van 1,5% tot 2% van het ziekteverzuim. Bij de afdeling Bouwen en Leefomgeving/RME is het verzuim, ondanks een aantal langdurig zieken, nagenoeg gelijk gebleven. Bij de afdeling Openbare Werken, Directie, het secretariaat en het IBO is het verzuim licht gedaald.
Pagina 15 | Sociaal jaarverslag 2014
16
Arbo jaarverslag 2014 Bedrijfszorgpakket Wij zijn aangesloten bij het IZA-bedrijfszorgpakket. Dit pakket biedt de mogelijkheid aan alle medewerkers van onze organisatie om op korte termijn een afspraak te maken met bijvoorbeeld een fysiotherapeut, bedrijfsmaatschappelijk werker of psycholoog. In 2014 zijn er in totaal 82 interventies gestart en hebben 40 medewerkers gebruik gemaakt van de module fysiek (herstelbegeleiding en belastbaarheidstraining). Daarnaast zijn de volgende vervolgtrajecten uitgevoerd; de module belastbaarheid training fysiek 4 maal; de module korte herstelbegeleiding fysiek 30 maal; de module korte psychologisch zorg 2 maal; de module lange herstelbegeleiding fysiek 2 maal; de module werkplek herstelinstructie fysiek 6 maal.
Agressie meldingen In 2014 waren er 7 meldingen van woordelijke agressie. De politie heeft 1 maal een huisbezoek gebracht aan één bezoeker die herhaaldelijk medewerkers agressief bleef benaderen. Er hebben zich geen fysieke voorvallen voorgedaan. In 2013 waren er geen agressiemeldingen.
Beeldscherm en veiligheidsbrillen In 2014 hebben 8 medewerkers een beroep gedaan op de vergoedingsregeling in verband met de aanschaf van een beeldscherm/veiligheidsbril.
Veiligheid In het afgelopen jaar hebben 25 BHV leden waarvan 9 EHBO leden deelgenomen aan de jaarlijkse bijscholingsregeling. In de loop van 2014 zijn er 17 medewerkers aangemeld voor de training Ergonomie.
Pagina 16 | Sociaal jaarverslag 2014
Salaris Verdeling bezetting over salarisschalen 2014 Salarisschaal
Man
Vrouw
Totaal
1
0
0
0
2
0
1
1
3
0
0
0
4
12
2
14
5
8
5
12
6
9
25
34
7
4
22
26
8
19
18
37
9
19
27
47
10
26
24
50
11
13
6
19
12
2
0
2
13
1
1
2
14
6
1
7
16
1
0
1
120
132
252
Totaal
Pagina 17 | Sociaal jaarverslag 2014
18
Salarisgroepen 24,6% van de medewerkers zit in de salarisgroep 1 t/m 6. Het percentage mannen en vrouwen in deze schalen is nagenoeg gelijk (24,2 mannen en 25% vrouwen). Vanaf schaal 7 zien we een verschuiving waarbij opvalt dat in schaal 7 bijna geen mannen zitten (4 mannen versus 22 vrouwen). Landelijk gezien zit 40% in salarisschaal 7 t/m 9 (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). Uitgesplitst naar mannen en vrouwen lopen we redelijk gelijk op met vergelijkbare gemeenten. Vrouwen 50,8% (landelijk 48,9%) en mannen 35% (landelijk 31,5%). Het aandeel vrouwen in de salarisschalen 11 en hoger blijft in vergelijking met het mannen erg laag (6,1% versus 19,2 %). Het aantal vrouwen (8) vrouwen in schaal 11 en hoger is in 2014 afgenomen. De meest voorkomende salarisschalen zijn 10, 9, en 8, gevolgd door schaal 6. Nieuwe medewerkers zijn ingestroomd in verschillende salarisniveaus, variërend van schaal 6 t/m 9.
Beloning In 2014 hebben in totaal 30 medewerkers een toelage ontvangen als extra beloningscomponent. Deze toelage kan tijdelijk of structureel worden toegekend in het kader van het BOF-systeem. Ook hebben diverse medewerkers incidentele beloningen ontvangen, zoals een etentje, een bos bloemen, een irischeque of boekenbon. In totaal hebben 3 medewerkers een dergelijke beloning ontvangen. Daarnaast is er aan 10 medewerkers een gratificatie toegekend. In 2014 is aan 8 medewerkers een gratificatie toegekend vanwege een ambtsjubileum.
Pagina 18 | Sociaal jaarverslag 2014
Ontwikkeling % vrouwen 54,0% 52,4%
52,1% 52,0% 50,4% 50,0%
48,8% 47,7%
48,0%
47,9%
47,0%
48,2%
Wijchen 20.000 tot 50.000 gemeenten
47,2% 46,6% 46,0%
45,9%
44,0%
42,0% 2009
2010
2011
2012
2013
2014
(Cijfer 2013 voor 20.000 tot 50.000 Gemeenten is nog niet bekend)
Vrouwen Het aantal vrouwen in ons personeelsbestand bedroeg in 2014 52,1%. In 2014 is dit percentage nagenoeg gelijk gebleven 52,4%. In vergelijking met andere gemeenten is het aantal van vrouwen in onze organisatie iets hoger (4,2%). Het gemiddelde percentage vrouwen bij gemeenten van vergelijkbare grootte bedraagt 48,2% (A&O fonds, monitor gemeenten 2013).
Pagina 19 | Sociaal jaarverslag 2014
20
Ontwikkeling % deeltijders Ontwikkeling percentage deeltijders 60,0 53,6
55,0
percentage
53,0 50,0
53,3
55,3
53,0
45,0 43,4
55,2
43,8
44,5
45,9
45,5
40,0 35,0 30,0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaren Wijchen
20.000 tot 50.000 gemeenten
(Cijfer 2013 voor 20.000 tot 50.000 Gemeenten is nog niet bekend)
Deeltijders Het percentage deeltijders is in 2014 nagenoeg gelijk gebleven nl. 55,3%. Het aantal deeltijders binnen onze organisatie komt daarmee nog steeds ver boven het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. Bij gemeenten van 20.000 tot 50.000 inwoners bedraagt het aantal deeltijders gemiddeld 45,9% (A&O fonds monitor gemeenten 2013). Er zijn 140 deeltijders in dienst; 80,7 % hiervan is vrouw. Deeltijders werken gemiddeld 23,8 uur per week. Mannelijke deeltijders werken gemiddeld wat meer uren per week dan vrouwelijke deeltijders. Het aantal deeltijders met een "klein" dienstverband (< 18 uur per week) is beperkt: 10 medewerkers. (5 medewerkers hiervan hebben een vast aantal uren van 4 en zijn verder op oproepbasis werkzaam). Dit is een bewuste beleidskeuze. We vinden het niet wenselijk dat medewerkers minder dan 18 uur per week werkzaam zijn. Slechts in uitzonderlijke situaties staan we dit toe.
Pagina 20 | Sociaal jaarverslag 2014
Mobiliteit Instroom onderscheiden naar mannen en vrouwen per afdeling Afdeling
Mannen
Vrouwen
Totaal
Bestuurs- en ManagementOndersteuning
0
1
1
Bouwen en Leefomgeving / RME
1
1
2
Directie en secretariaat
0
0
0
Financiën
0
0
0
Griffie
0
0
0
Openbare Werken / RME
0
0
0
Publiekszaken / SOZA
0
1
1
Welzijn en Onderwijs / SOZA
0
0
0
Totaal gemeente
1
3
4
Instroom In 2014 was het instroompercentage 1,6%. In 2013 was deze 1,9% en 1,8% in 2012. Bij vergelijkbare gemeenten bedraagt de instroom 4,0% (A&O fonds, monitor gemeenten 2013). In 2014 zijn 4 medewerkers in dienst gekomen van de gemeente Wijchen. Medewerkers die tijdelijk instromen via een detacheringsconstructie worden niet meegenomen in het de instroomcijfers over 2014 waardoor het instroompercentage een enigszins vertekend beeld geeft.
Uitstroom In 2014 was het uitstroompercentage 5,2% (in 2013 7,6%). In absolute aantallen is de uitstroom van medewerkers in 2014 afgenomen ten opzichte van 2013 (13 versus 20). Het uitstroompercentage is lager dan het gemiddelde uitstroompercentage met vergelijkbare gemeenten (8,9 %). Belangrijkste reden om uit dienst te treden was ontslag op eigen verzoek gevolgd door pensionering.
Pagina 21 | Sociaal jaarverslag 2014
22
Uitstroom onderscheiden naar mannen en vrouwen per afdeling Afdeling
Mannen
Vrouwen
Totaal
Bestuurs- en Management Ondersteuning
2
4
6
Bouwen en Leefomgeving / RME
1
1
2
Directie en secretariaat
0
1
1
Financiën
0
0
0
Griffie
0
0
0
Openbare Werken / RME
0
0
0
Publiekszaken / SOZA
1
0
1
Welzijn en Onderwijs / SOZA
1
2
3
Totaal gemeente
5
8
13
Uitstroom per ontslagreden Eigen verzoek
6
Overgang naar andere (Overheid) instantie
0
Einde tijdelijk dienstverband
0
Regeling
1
Ontslag wegens WIA
1
FPU/ouderdomspensioen
4
Totaal
13
Interne doorstroom In 2014 zijn 7 medewerkers intern doorgestroomd naar een andere functie. We zien dat medewerkers ook in 2014 nog steeds “honkvast” zijn. Medewerkers kiezen ook in 2014 voor interne doorstromingsmogelijkheden in plaats van externe loopbaanmogelijkheden. De interne instroom is in 2014 weer toegenomen naar 2,8% (in 2012 was deze 2,3%.). In vergelijking met vergelijkbare gemeenten scoren we ongeveer gelijk (2,9% A&O fonds, monitor gemeenten 2013).
Pagina 22 | Sociaal jaarverslag 2014
Hoe presteerde de Wijchense interne milieuzorg in 2014? Al vele jaren maken de medewerkers van de gemeente Wijchen werk van de zorg voor het milieu, met het doel de milieubelasting van de gemeentelijke organisatie te minimaliseren. Ook in 2014 is het resultaat van de inzet zichtbaar en een bijdrage geleverd aan de milieukwaliteit van onze leefomgeving.
Ontwikkelingen De wijchense interne milieuzorg (WIM) is gericht op verbetering van de milieuproductkwaliteit, reductie van verbruiken en beperking van (rest)afval en emissies. Het jaar 2014 stond in het teken van papierbesparing en –recycling, energieverbruik en het nieuwe gemeentekantoor. Zo is voorlichting gegeven over het juiste gebruik van 90 grams papier en de bomenrapportages van Paper for Paper, het energieverbruik van kasteel en koetshuis maandelijks gemeten om afwijkingen tijdig te signaleren en advies gegeven over milieuzorg bij de renovatie van het gemeentekantoor. Uit de jaarevaluatie blijkt dat de beleidsambitie (tenminste handhaven en zo mogelijk verbeteren van het bereikte prestatieniveau) op de meeste thema’s is gehaald.
Resultaat Energie en papier worden 100% duurzaam ingekocht en scoren hoger dan de doelstelling (VNGnorm, 75% doelstelling op basis van criteria pianoo.nl). Binnen de groep kantoorartikelen is het duurzaamheidsaandeel 85% op basis van algemene duurzaamheidscriteria, zoals milieukeur. Op basis van de meer specifieke pianoo-criteria (voorheen agentschap) is het aandeel 40% waarmee de doelstelling niet is bereikt. Dit is op korte termijn ook niet realistisch omdat alternatieven voor bepaalde productgroepen, zoals usb-sticks, paperclips, elastiekjes en snijmachines ontbreken. Het gaat echter om producten met een lange levensduur of veelvuldig gebruik; ook dit kan als duurzaam worden beschouwd. Het papierverbruik (alsook kopieertikken) volgt sinds referentiejaar 2009 een fluctuerende doch dalende lijn. In 2014 is per fte 36 kg papier verbruikt (standaard A3/A4). Dit is ongeveer 5800 vel. Sinds 2009 is het papierverbruik (vel per fte) gedaald met 23% en het aantal kopieertikken met 30%. Een mooi resultaat, mede als gevolg van de toenemende digitalisering. Het 90 grams papier is gedaald met 25%, waarmee de voorlichting over het juiste gebruik (alleen uitgaande brieven) effect lijkt te hebben. Opvallend is de toename in papiergebruik (kopieertikken als indicator, +17%) op het molenhuis ten opzichte van 2013, mogelijk als gevolg van de wijziging WMO-taken.
Het electriciteits- en waterverbruik van de gemeentelijke gebouwen (gemeentekantoor, kasteel, koetshuis, molenhuis, werf) is sinds 2009 gaandeweg gestabiliseerd of gedaald. Uitgezonderd het kasteel, waarbij de toename in elektriciteits- en waterverbruik wijst op een intensiever gebruik. Op basis hiervan is tevens zichtbaar dat het koetshuis minder als vergaderruimte wordt gebruikt. De maandelijkse meting van het energie- en waterverbruik heeft geen bijzonderheden opgeleverd. Omdat het elektriciteitsverbruik van het gemeentekantoor hierdoor werd ‘vervuild’ (op één meter aangesloten), is voor evenementen op het gemeentekantoor een aparte meter geplaatst. Pagina 23 | Sociaal jaarverslag 2014
24 Het waterverbruik van de werf is ten opzichte van 2009 toegenomen, mede als gevolg van de Legionellabestrijding, maar de afgelopen jaren stabiel gebleven. Bij de werf werd in 2014 ongeveer 5,5% van de gebruikte energie duurzaam opgewekt uit zonnepanelen. Ook het gasverbruik van de gemeentelijke gebouwen is sinds 2009 gestabiliseerd of gedaald. Het verbruik is gecorrigeerd voor graaddagen (variaties in buitentemperatuur) en daarmee een goede indicator voor de werkelijke beheersing van het energieverbruik. Met name een goede inregeling van de CV-installatie draagt hieraan bij. Bij de renovatie van het gemeentekantoor kan een verbeterslag worden gemaakt in de reductie van energie- en waterverbruik. Het gebruik van de fiets en electrische scooter voor dienstreizen is de afgelopen jaren fors toegenomen. Met de electrische scooters is in 2014 circa 5200 km afgelegd. Dit zijn vermeden autokilometers. Het autogebruik voor dienstreizen is stabiel gebleven, zo’n 176.000 km. Het aantal kilometers met openbaar vervoer kan op basis van declaraties niet nauwkeurig worden vastgesteld, maar wordt geschat op 120.000 km.. Met de OV-chipkaart is dit wel mogelijk. In 2014 is 78 kg papierafval per fte geproduceerd. Een toename van 39% ten opzichte van 2013, toen werd 56 kg per fte geproduceerd. De grote opruimactie zomer 2014, in aanloop op het digitaal werken in het nieuwe gemeentekantoor, kan dit verklaren. Ook wordt sinds vorig jaar gebruik gemaakt van papieren handdoekjes op de toiletten, die tesamen met het papierafval via Paper for Paper worden afgevoerd en gerecyceld. Tot 2014 volgde het papierafval een flucturende doch dalende lijn. Opvallend is ook de forse toename van het plastic (huishoudelijk) verpakkingsafval (20%). In 2013 is voor de medewerkers een aparte inzamelvoorziening geplaatst voor boterhamzakjes en andere voedingsmiddelenverpakkingen die van thuis worden meegenomen. Dit is succesvol gebleken. De hoeveelheid gft-, glas- en restafval is stabiel gebleven. Samengevat is de milieuprestatie op koers. Het jaar 2015 zal in het teken staan van energie- en waterbesparing en duurzaam bouwen bij de renovatie van het gemeentekantoor, registratie van de feiteijk opgewekte zonne-energie op de werf en optimalisatie van de kilometerregistratie.
Colofon Teksten : Astrid Rooijakkers, Carien Manders, Johan Florusse, Hans Verheijen, Jeroen Wagenaar, Jos van der Knaap, Liliane Nagelhout Cijfers : Astrid Rooijakkers, Peter Braam, Carolien Telgenhof Lay-out : Peter Braam
Pagina 24 | Sociaal jaarverslag 2014