Geloof en politiek (2)
Sociaal-democratie en religie: de omgekeerde Doorbraak job cohen De vraag hoe men zich tot religie als politieke factor verhoudt, is een vraag die iedere politieke beweging, en dus ook de PvdA zich stellen moet om in de 21ste eeuw aan geloofwaardige politiek te kunnen doen. Of anders geformuleerd: als religie in de samenleving van de 21ste eeuw een politieke factor is, dan moet de sociaal-democratie een relatie met de religie aangaan. Dat betekent niet alleen naar buiten kijken, naar de religies en de gelovigen, maar ook een proces van bezinning op gang brengen over de morele grondslagen en over de doelstellingen van de sociaal-democratie zelf: wat wil je bereiken en hoe en met wie wil je dat bereiken. Wat goed is, wat minder goed of zelfs kwaad is, en waarom ¬ een morele afweging dus. Ik doe dat met enige schroom. Ik ben weliswaar sinds mijn achttiende sociaal-democraat, maar over religie weet ik als seculiere jood vrijwel niets. Ik ben geen Banning, de vrijzinnig hervormde dominee en oprichter van de PvdA, die vanuit een diep doorleefd christendom én diep beleefd socialisme in 1946 de zogenaamde doorbraakgedachte formuleerde. Ik ben een pragmatische, sociaal-democratische politicus die door zijn werk als burgemeester van de grootste stad van Nederland tot de conclusie is gekomen dat religie in de 21ste eeuw een politieke factor van Over de auteur Job Cohen is burgemeester van Amsterdam Noten zie pagina 53
formaat is. In mijn lezing Binden1 uit december 2003 heb ik deze stelling uitgewerkt. Hier wil ik die stelling verder toespitsen op de relatie tussen religie en sociaal-democratie. Ik begin met het laatste: de bezinning op de morele grondslagen van de sociaal-democratie. Het hemd is nader dan de rok, en over het eigene hebben we in ieder geval nog iets te zeggen. Ook al zijn we de zogenaamde ‘linkse kerk’ over andere religies iets zeggen ligt verder van ons bed ¬ gewoon, omdat we er niet over gaan. Ik ga bij mijn uiteenzetting enigszins intuïtief en verkennend te werk. Klip en klare antwoorden heb ik niet. vrijzinnige moraal Bij de totstandkoming van de PvdA in 1946 geloofde Banning dat deze oprichting een morele noodzaak had die verder ging dan de particuliere belangen van de verschillende partijen die in de PvdA een tehuis vonden. Het was geen eng, arbeideristisch klassebelang dat met de oprichting van de PvdA werd beoogd, nee, het doel was niets minder dan het tot stand brengen van een rechtvaardige samenleving. Om dit te bereiken, was verbreding nodig van de basis waaruit de oude sdap opereerde en was het nodig dat samenwerking met progressieve krachten dwars door de zuilen heen realiteit zou worden. Het vereiste kortom samenwerking met gelovigen, ‘confessionelen’ van verschillende denominaties. Dat
49
s & d 7 / 8 | 20 0 6
S&D7/8-2006.indd 49
14-08-2006 13:19:16
Geloof en politiek Job Cohen Sociaal-democratie en religie: de omgekeerde Doorbraak
50
was een Doorbraak, gelet op de toenmalige sterk verzuilde samenleving. Dat dit geen sinecure was kan men lezen in het mooie essay van Herman Noordegraaf Doorbraak toen en nu ¬ zestig jaar Partij van de Arbeid2. Iemand die christen was kon een socialistische oriëntatie vaak innerlijk niet verenigen. Maar ook omgekeerd waren er weerstanden. Een ‘socialist’ stond anders in het leven en in de politiek dan een ‘christen’. Dat de Doorbraak binnen de PvdA grotendeels is gelukt, hoewel dat niet zonder meer te zeggen is voor de gehele Nederlandse samenleving, kunnen we ook bij Noordegraaf lezen. Totdat de secularisering en de individualisering van de jaren zestig kwamen en het hele vraagstuk aan betekenis verloor. Een hele generatie partijgenoten is vervolgens, denk ik, min of meer seculier in de partij groot geworden. Velen van ons meenden tot voor kort of menen nog steeds dat het seculiere leven de toekomst is, en hadden nooit kunnen geloven in een comeback van de religie. Nu dat in vele opzichten wél het geval is, hebben wij seculieren het vaak moeilijk om onze houding te bepalen. Religie als een relikwie uit vervlogen tijden, religie als een obstakel op weg naar ‘de vooruitgang’ en een progressieve maatschappij. Als dat al niet voor alle religies geldt, dan toch zeker voor de islam! En in het verlengde daarvan: ‘progressief’ en ‘gelovig’ gaan niet goed samen. Waarom dan toch die hernieuwde belangstelling, óók binnen de PvdA voor het thema religie? Want ook dat is een realiteit: de fascinatie met religie binnen onze partij. Het feit dat dit thema leeft, zegt iets. Wat? Dat is weer veel moeilijker te zeggen. Het zou kunnen duiden, zoals Paul Kalma opmerkte, op een tekort aan moraal en zingeving binnen de nauwe parameters van de pragmatische politiek, het eenzijdige economische paradigma, en het dogma van het welbegrepen eigenbelang. Dat tekort wordt niet opgeheven door onze welvaart ¬ die nooit eerder in de geschiedenis groter is geweest. Een welvaart die we als iets vanzelfsprekends lijken te accepteren, sterker nog, waarvan we lijken te vinden dat we daar recht op hebben. En toch maakt die welvaart niet tevreden of gelukkig. We lijken soms wel
een beetje op verwende kinderen, die alles wat hen omringt maar heel gewoon vinden en klagen als het tegen zit. We verzuren onszelf en de samenleving met dat geklaag. Die verwendheid leidt tot zelfgenoegzaamheid, en daarmee verliezen we ons vermogen om te strijden voor de zaken waar we voor staan. Hoe het tij te keren? Kan het zijn dat er sprake is van een moreel tekort dat niet wordt aangevuld vanuit een hernieuwde bezinning op de bronnen van de sociaal-democratie ¬ die slechts weinigen nog kennen? Er is, voor zover ik kan overzien, weinig discussie in onze partij over de vraag welke betekenis aan belangrijke sociaal-democratische begrippen als solidariteit, gelijkheid, gerechtigheid, naastenliefde en verantwoordelijkheid in deze postmoderne tijd gegeven moet worden. Zeker, een aantal van deze begrippen komt terug in het Beginselmanifest van de PvdA ¬ om aan te geven dat ze belangrijk zijn voor de sociaal-democratie, maar daar blijft het meestal bij. Over de moraal staat in het Beginselmanifest te lezen: ‘Wij verdedigen een vrijzinnige moraal, waarin ¬ tegen de achtergrond van voor iedereen geldende grondrechten ¬ ruimte is voor verschillende levensbeschouwingen, levensstijlen en culturen’. Wat die vrijzinnige moraal dan wel precies is, dat wordt verder niet uitgewerkt. Zonder verdere verduidelijking of nadere begripsbepaling lopen wij het risico dat deze begrippen tot loze woorden worden zonder veel betekenis. omgekeerde doorbraak? Pragmatiek, economie en welbegrepen eigenbelang kunnen wat mij betreft onvoldoende antwoord geven op de politieke en maatschappelijke vragen waar we ons voor gesteld zien. Effectieve bestrijding van de vorming van een gekleurde onderklasse in eigen land; steun aan de herverdeling van welvaart, strijd voor vrijheid en het tegengaan van armoede op nationale en internationale schaal; het omgaan met de gigantische milieuproblematiek; het samenleven van verschillende groeperingen: we zullen daar alleen in slagen als wij ons morele kompas op orde
s & d 7 / 8 | 20 0 6
S&D7/8-2006.indd 50
14-08-2006 13:19:17
Geloof en politiek Job Cohen Sociaal-democratie en religie: de omgekeerde Doorbraak hebben, als we moreel geladen begrippen als gerechtigheid en solidariteit een centrale plaats in ons politieke denken en handelen geven. Net als begrippen als ¬ wederzijdse? ¬ afhankelijkheid en dankbaarheid. En dat zijn stuk voor stuk begrippen die even zovele religieuze connotaties hebben. Daarom is het niet vreemd dat er naar de religies wordt gekeken. Die hebben door de eeuwen heen de behoefte aan zingeving van de
Verwendheid leidt tot zelfgenoeg zaamheid, en daarmee verliezen we ons vermogen om te strijden voor de zaken waar we voor staan mensheid gevoed. En die hebben nog steeds heilige boeken waaruit tot op de dag van vandaag inspiratie wordt geput. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat aanhangers van het christendom en de islam en van andere godsdiensten een morele agenda hebben die vaak haaks staat op een aantal min of meer geaccepteerde praktijken in onze samenleving: denk aan opvattingen over alcohol- en drugsgebruik, echtscheiding, pornografie, fraude, de commercialisering van het bestaan, menselijke relaties. Dat kan ons een spiegel voorhouden, het kan ook een appèl uitoefenen op mensen die de existentiële leegte van de seculiere samenleving willen ontstijgen. Wat dat laatste betreft: de werkelijke dynamische kracht van religie kan alleen maar worden begrepen als we inzien dat religies aan hun gelovigen een perspectief bieden op een rechtvaardige of rechtvaardigere samenleving. Wanneer samenlevingen dat perspectief niet meer op andere wijze kunnen bieden, ligt het voor de hand dat religies terrein winnen. En wat de spiegel betreft: zijn wij bereid om kritisch naar onze eigen samenleving te kijken en zijn wij bereid om die kritiekpunten werkelijk ter discussie te stellen? Ik denk dat wij deze vraag, in de beste traditie van onze beweging, volmondig
met ‘ja’ zouden moeten beantwoorden. De zoektocht naar een rechtvaardige samenleving zou juist het punt kunnen zijn waarop gelovigen en seculieren elkaar de hand kunnen reiken. Je zou in dat perspectief kunnen spreken van een omgekeerde doorbraak. Tóen, net na de oorlog moesten christenen worden overtuigd dat ze mèt de PvdA, dwars door de zuilen heen, konden samenwerken aan een rechtvaardige en sociale samenleving. Nu zouden seculieren binnen de partij, veruit in de meerderheid, ervan kunnen worden overtuigd dat je voor een morele herijking óók te rade kunt gaan bij die religies. Dat daarbij een samenwerking met gelovigen van verschillende denominaties kan lonen als het gaat om de realisering van de doeleinden van de sociaal-democratie en om de vraagstukken het hoofd te kunnen bieden waar we met z’n allen voor staan. En dat de inspiratie die van een geloof uitgaat een bron kan zijn bij het verwezenlijken van sociaal-democratische doeleinden, zonder dat dat betekent dat je zelf gelovig bent of wordt. Het alternatief is verschraling en het missen van de maatschappelijke aansluiting. partij met ruimte Laten wij aannemen dat samenwerking met gelovigen een goede zaak is. Dan nog zitten we met de vraag: hoe overtuigen we gelovigen dat het goed toeven is in onze partij? Dat zij binnen onze partij welkom zijn, als gelovigen en met hun geloof, en dat zij niet alleen aanvaard worden omdat zij ons onze doelstellingen kunnen laten bereiken. Een relatie is alleen maar een relatie als beide partijen er wat aan hebben. Met andere woorden, hoe ziet de PvdA eruit als een partij waar ruimte is voor gelovigen van verschillende pluimage en hun geloof? Bij het beantwoorden van die vraag kunnen we opnieuw bij Banning te rade gegaan. Banning verwoordde een aantal principes, door Noordegraaf op een rijtje gezet, die nog steeds actueel zijn. Ik noem de volgende: > Levensbeschouwing en religie zijn wezenlijk voor het democratisch socialisme’
51
s & d 7 / 8 | 20 0 6
S&D7/8-2006.indd 51
14-08-2006 13:19:17
Geloof en politiek Job Cohen Sociaal-democratie en religie: de omgekeerde Doorbraak
52
> ‘Dit impliceert een expliciete formulering van grondslagen en doeleinden van het democratisch socialisme, ook in morele termen’. Dat betekent een poging tot herdefiniëren van de al eerder door mij genoemde begrippen zoals solidariteit, gelijkheid, gerechtigheid, naastenliefde en verantwoordelijkheid die zo belangrijk zijn binnen de sociaal-democratische traditie. Maar zoals gezegd zijn dat niet alleen belangrijke begrippen binnen de sociaal-democratie, maar ook binnen verschillende godsdienstige tradities. En dat betekent de erkenning dat religies partners zijn in het werken aan een rechtvaardige samenleving. Bovendien is de omgekeerde doorbraak waar ik het zojuist over had niet mogelijk als we ons niet opnieuw bezinnen op onze morele grondslagen. > ‘De gedachte aan confessionele partijvorming wordt verworpen, maar ook die van godsdienst als louter privé zaak. Dus: de partij staat open voor mensen van zeer verschillende levensovertuiging, die instemmen met het beginselprogramma van de partij. In het Beginselmanifest 2005 komt dat ook met zoveel woorden tot uiting: ‘Sociaal-democratische idealen binden en inspireren mensen met de meest uiteenlopende achtergronden en levensovertuigingen al meer dan een eeuw. De Partij van de Arbeid wil al deze mensen mobiliseren en een plek bieden van waaruit zij zich voor hun idealen in kunnen zetten, binnen en buiten de politiek maar altijd langs democratische weg. Voorop staat de overtuiging dat politiek het verschil kan maken tussen een marginaal en een fatsoenlijk bestaan, tussen vernedering en emancipatie, tussen rivaliteit van natiestaten en internationale samenwerking, tussen apartheid en vrijheid: politiek doet er toe’. Er is dus zoals Banning en het Beginselprogram van de PvdA uit 1947 al constateerden een ‘innig verband’ tussen levensovertuiging en politiek inzicht en de partij waardeert het ook als dit in de arbeid voor de partij tot uiting komt ¬ dit geldt voor mij nog onveranderd. Maar dat wil, zoals de Doorbraak-beweging wist, allerminst zeggen dat er een rechtstreekse lijn
loopt van levensbeschouwing naar politiek programma. Hier geldt om meerdere redenen: heb oog voor de banden tussen geloof en politiek, maar verwar geloof en politiek niet. > De expliciete erkenning van het recht van kerken om zich ter wille van het geestelijk en zedelijk heil van het volk uit te spreken met betrekking tot het staatkundige en maatschappelijk leven”. Dit betekent ook in de 21ste eeuw: ruimte geven aan kerken en andere religieuze groeperingen om zich in het publieke domein, dus ook binnen de partij, te manifesteren en actief deel te nemen aan het publieke debat. Met alle consequenties van dien: enerzijds dat gelovigen daardoor worden beïnvloed, anderzijds dat deze opvattingen juist omdat ze deel uit maken van het publieke discours, kritisch onder de loep kunnen worden genomen zoals dat in ieder publiek debat betaamt. Want ruimte geven aan religieuze groeperingen betekent niet dat je alles wat er vanuit die kant wordt geroepen klakkeloos accepteert. Een kritisch luisteren naar elkaar, dialoog en discussie zijn voorwaarden voor een optimaal gebruik van de geboden ruimte in het publieke domein. Ruimte geven aan de kerken om zich in het publieke domein te manifesteren is geen vrijbrief om maar over alles en nog wat de mening van de kerken te eisen of omgekeerd een mening te willen geven. Jacques Janssen citeerde in de Bazuinlezing van 2001 instemmend Ella Kalsbeek: ‘Als Kamerlid noemde zij het spreken van de kerken “vaak pover en gemakkelijk”. Het spreken van de kerken “moet niveau hebben en diepgang”, “pastoraal verantwoord zijn”, “waardig zijn en ruimte laten”.’ De kerken, en bepaald niet alleen de christenen, zei Janssen zelf, vertonen tekenen van sectarisme sinds zij in een individualiserende samenleving aan hun lot worden overgelaten. Daar valt, kan ik mij zo voorstellen, nog wel het een en ander te winnen ¬ in het belang van het geestelijke en zedelijk heil van ons volk. Om met oud-burgemeester Schelto Patijn te spreken: ook de kerken moeten hun geestelijk huis op orde hebben. In een toespraak uit 2000, sprekende tot
s & d 7 / 8 | 20 0 6
S&D7/8-2006.indd 52
14-08-2006 13:19:17
Geloof en politiek Job Cohen Sociaal-democratie en religie: de omgekeerde Doorbraak een verbond van samenwerkende christelijke kerken zei Patijn: ‘Hoe gaat het met u en ons als straks het oude geloofsverhaal niet of nauwelijks meer gehoord, gevierd en geleefd wordt? Als je in het Uffizi Museum in Florence niet één middeleeuws schilderij meer kan begrijpen, omdat je geen weet hebt van het Oude en het Nieuwe Testament. Ik vraag me dan ook af of u niet snel naast uw werk voor de naasten uw eigen huis op orde moet brengen. Nadruk op de andere “goede” boodschap van het Evangelie als contrast met de dagelijkse, nadrukkelijke boodschappen van de werelden van management en commercie. Nadruk op het vormen van een gemeenschap van christenen in een multiculturele samenleving. De prioriteit van de kerken zou dan ook moeten zijn het opnieuw doordenken en doorspreken van de
Ruimte geven aan religieuze groeperingen betekent niet dat je alles wat er vanuit die kant wordt geroepen klakkeloos accepteert christelijke waarden en normen in de stedelijke, multiculturele, samenleving. Daarnaast is de zorgzame kerk in Nederland en daarbuiten van levensbelang’. Wat hier over de christelijke kerken wordt gezegd zou natuurlijk ook kunnen gelden voor andere denominaties ¬ de bijdrage van de islam aan actuele maatschappelijke discussies wordt wat mij betreft op dit moment nog te veel gemist. > Als laatste Doorbraak-principe: ‘De staat zelf is echter op geen enkele kerkelijke of godsdienstige grondslag georganiseerd’. Dit komt overeen met mijn al bij verschillende Noten 1 Binden. Opgenomen in: Religie als bron van sociale cohesie in
gelegenheden beleden opvatting dat alleen de seculiere staat de ruimte creëert voor het accommoderen van de grote diversiteit aan groeperingen, levensstijlen, levensovertuigingen en religies, die het kenmerk zijn van onze moderne westerse samenleving. bescherming bieden Aan deze aan Banning ontleende doorbraakprincipes, zou ik de volgende willen toevoegen: 1. Ruimte voor een positieve invulling van de grondwettelijke vrijheid van godsdienst ¬ zoals door Thijs Wµltgens bepleit. Dus godsdienstvrijheid niet alleen gedefinieerd als het recht om niet lastig te worden gevallen door de overheid of door andere goed- dan wel kwaadwillenden, maar ook als het recht dat een religie zich mag en kan ontplooien in het publieke domein. 2. Ruimte om van elkaar te mogen verschillen is in een pluralistische samenleving een noodzaak. Deze ruimte om van elkaar te mogen verschillen moet worden gekoppeld aan een opvoeding waarin respect voor deze pluraliteit wordt bijgebracht en men tegelijkertijd wordt doordrongen dat men het gezamenlijk moet doen in onze samenleving. 3. Ruimte om het eigen leven gestalte te geven is één van de grote verworvenheden en vrijheden van onze samenleving. Deze ruimte impliceert zowel de vrijheid om als ongelovige door het leven te gaan, als de vrijheid om als religieus in het leven te staan. De overheid moet beide keuzes respecteren en de burgers ten opzichte van elkaar bescherming bieden als dat nodig is. 53 Dit is een verkorte bewerking van de lezing die Job Cohen op 9 juni uitsprak tijdens de conferentie Geloof en Politiek, georganiseerd door de Wiardi Beckman Stichting in samenwerking met het Trefpunt van Socialisme en Levensbeschouwing in de PvdA.
de democratische rechtsstaat? B.C. Labuschagne (red.) Ars Aequi 2004 2 Herman Noordegraaf, Door-
braak toen en nu ¬ zestig jaar Partij van de Arbeid. Uit: Socialisme en Democratie 1/2 2006
s & d 7 / 8 | 20 0 6
S&D7/8-2006.indd 53
14-08-2006 13:19:17