Deelgebieden De Doorbraak
Colofon 2011 Natuurbalans - Limes Divergens BV / Waterschap Regge & Dinkel & Landschap Overijssel Tekst en samenstelling: M.C. Scherpenisse-Gutter Met medewerking van: B. ter Steege (WRD), P.J Damste (WRD), K. Hesselink (LO), M. Zonderwijk (WRD) Projectnummer: 09101 In opdracht van: Waterschap Regge & Dinkel & Landschap Overijssel Foto’s omslag: Tusveld (foto M. Scherpenisse) Wijze van citeren: Scherpenisse-Gutter, M.C. 2011. Beheerplan Doorbraak Fase 1 , 2 en 3. Natuurbalans Limes Divergens BV, Nijmegen.
Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van scanning, internet, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Natuurbalans-Limes Divergens BV noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Natuurbalans-Limes Divergens BV is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Natuurbalans-Limes Divergens BV. De opdrachtgever vrijwaart Natuurbalans-Limes Divergens BV voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Natuurbalans-Limes Divergens BV is lid van het Netwerk Groene Bureaus, brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging.
INHOUD
I
DEELGEBIED MOKKELENGOOR ........................................................................................... 1 I.1 Beschrijving deelgebied .................................................................................................... 1 I.2 Waterbeheer...................................................................................................................... 1 I.3 Streefbeeld, beheer en onderhoud omliggend terrein inclusief poelen ............................. 3 I.4 Beheer en onderhoud recreatievoorzieningen .................................................................. 6
II
DEELGEBIED BORNERBROEK .............................................................................................. 1 II.1 Beschrijving deelgebied .................................................................................................... 1 II.2 Waterbeheer...................................................................................................................... 1 II.3 Streefbeeld, beheer en onderhoud omliggend terrein inclusief poelen ............................. 3 II.4 Beheer en onderhoud recreatievoorzieningen .................................................................. 6
III
TUSVELD ................................................................................................................................. 2 III.1 Beschrijving deelgebied .................................................................................................... 2 III.2 Waterbeheer...................................................................................................................... 2 III.3 Streefbeeld, beheer en onderhoud omliggend terrein inclusief poelen ............................. 3 III.4 Beheer en onderhoud recreatievoorzieningen .................................................................. 5
IV ‘T FLEER .................................................................................................................................. 1 IV.1 Beschrijving deelgebied .................................................................................................... 1 IV.2 Waterbeheer...................................................................................................................... 2 IV.3 Streefbeeld, beheer en onderhoud omliggend terrein inclusief poelen ............................. 3 IV.4 Beheer en onderhoud recreatievoorzieningen .................................................................. 4 BIJLAGE 1 BRUGGEN (KAARTEN) ............................................................................................... 9 BIJLAGE 2 WATERKWALITEIT.................................................................................................... 12 BIJLAGE 3 HOOGTEKAARTEN ................................................................................................... 14 BIJLAGE 4 RECREATIEPLAN (VAN DER TUUK, 2005) ............................................................. 16 BIJLAGE 5 DOELSTELLING WATERBEHEERPLAN KRW......................................................... 18 BIJLAGE 6 PERCEEL BRAAMHAAR ........................................................................................... 20 BIJLAGE 7 LEGGERNUMMERS .................................................................................................... 8 BIJLAGE 8 MONITORINGSPLAN ................................................................................................ 10
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
adviesbureau voor natuur & landschap
Figuur deelkaarten
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
adviesbureau voor natuur & landschap
I
DEELGEBIED MOKKELENGOOR
I.1
BESCHRIJVING DEELGEBIED
Het streefbeeld is gericht op een afwisselend beekdallandschap in een open beekdal. Bestaande houtwallen zijn ingepast, broekbosjes en struwelen kunnen tot ontwikkeling komen. Het deelgebied Mokkelengoor is als eerste ingericht, het eerste deel in 2005, de laatste delen in 2007-2008. Het Mokkelengoor ligt in vergelijking met de andere deelgebieden relatief laag. Er zijn dan ook poelen, natte laagtes en nevengeulen aangelegd en het gebied krijgt daarmee een nat karakter. Zodra er meer dynamiek ontstaat (na 2014), dan zullen grote delen van het terrein bij hoge waterafvoeren kunnen inunderen. Op de percelen die als eerste zijn ingericht is de vegetatie weer gesloten en is plaatselijk de vorming van struweelen bosvorming op gang gekomen. Op een aantal plekken hebben zich botanische waarden ontwikkeld. Tabel 1 Totale oppervlakte of lengte per beheertype Deelgebied Mokkelengoor Type
Aantal Totale oppervlakte/lengte
Hoofdwatergang
3,5 km
Zijwatergang
5
Nevengeulen
2
Vispassage en stuw
2
Begraasd gebied
0,6 ha 20,4 ha
Poelen hoogwatervrij
7
Poelen inundatiezone
5
Onderhoudspaden
5,9 km
Akker
0,6 ha
Haag
40-50 m
Aanplant
I.2
1,3 ha
WATERBEHEER
Hoofdwaterloop Streefbeeld: Er is voldoende doorstroom, met name na aankoppeling van de Loolee en de Azelerbeek. Daarnaast is er ruimte voor begroeiing en plaatselijk dichtslibben van de hoofdstroom. Het aandeel open water varieert gedurende het seizoen en de locatie van 20 tot 70%. In het water zijn zoveel mogelijk verschillende habitats aanwezig: water met verschillende stroomsnelheden, zandige en slibrijke
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Mokkelengoor
adviesbureau voor natuur & landschap
I-1
plekken, beschaduwde en open oevers waar het water snel opwarmt1. De helft tot een derde van het water is begroeid met waterplantenvegetatie. De oevervegetatie bestaat uit moerasruigte van lisdodde en grote zeggevegetaties met hier en daar wilg of zwarte els. Langs de oever is veel overjarige vegetatie aanwezig. Beheer: Maaien (vegen) en afvoeren. Als de vegetatie meer dan 50 à 80% bedekt maaien en dan reduceren tot 20 à 30%. Verwijderen van zwerfvuil. Oevers behoren tot begrazingsgebied. Controleren en aanvullen van het grondwerk: Grondwerk; elke vijf jaar wordt de waterloop gecontroleerd door het verrichten van landmeetkundige metingen. Na controle van de metingen worden verondiepingen en vernauwingen verwijderd volgens het leggerprofiel. Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). Bijzonderheden: Na aansluiting van de Loolee en Azelerbeekdient gestuurd te worden op de waterpeilen zoals berekend in het hydraulisch ontwerp (2003). Verantwoordelijkheid: Waterschap
Zijwatergang - waterloop De volgende zijwatergangen wateren af op de Doorbraak. Streefbeeld: Ongehinderde afvoer van water uit agrarisch achterland en Nr watergang voorkomen van terugstromen van water naar het achterliggende gebied. 10-2-0-1 Beheer: controle en onderhoud van kleppen, vrijhouden voor doorstroming. 10-2-0-10 Materiaal dat bij schonen vrijkomt wordt op broedhopen (reptielen) gezet. 10-2-0-7 Frequentie: 1-2x per jaar 10-2-0-4 Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en 10-2-0-6 trektijd (februari-juni). In verband met de landbouwkundige ontwatering kan het noodzakelijk zijn dat er eerder gemaaid wordt. Verantwoordelijkheid: Waterschap Nevengeulen Zie omliggend terrein Stuw en vispassages Vispassage Ypelo Vlak bij de uitstroom in de Eksosche Aa ligt een cascadestuw, bestaande uit twee takken: een vistrap van 14 cascades met een gemiddeld verval van 7,5cm en een geleidelijk aflopende geul in stortsteen. De cascades zijn van hout en zijn ingebed in stortsteen en beton. Het stuwpeil is 8,00m NAP. De tak aan de wegzijde dient Figuur 1 Vispassage Ypelo nog aangepast te worden, omdat deze nog niet goed functioneert (begin 2009).
1
De naamgevende soort van het model Winde lijkt voorlopig door de beperkte stroming nog niet haalbaar. Op lange termijn kan de stroming lokaal verhoogd worden door plaatselijke vernauwing van het stroombed.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
I-2
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Vispassage Keursweg De vispassage aan de Keursweg is opgebouwd uit een stroomgeul waardoor het hele jaar water stroomt. Bij hogere (piek)afvoeren wordt de gehele breedte van de stuw gebruikt en stroomt het water over het gecreerde stortbed. Het stuwpeil is 8,35m NAP bovenstrooms en 8,00m NAP benedenstrooms. Streefbeeld: Goed functionerende stuw als vispassage. De vispassage en stuw dienen vrijgehouden te worden van drijvend materiaal zoals blad, takken en zwerfvuil, met name in de trektijd van de meeste vissoorten. Beheer: Stuw en vispassage worden eens in de twee weken gecontroleerd en zonodig geschoond. De vispassage wordt vrijgesteld van begroeiing als deze het functioneren of het onderhoud in de weg staat. Exacte frequentie is afhankelijk van de inval van blad en takken en de sterkte van de waterstroom Frequentie: Afhankelijk van toevoer drijfvuil Tijdstip: Frequente controle en eventuele schoning gedurende het hele jaar, maar vooral tussen februari en juni (trektijd van meeste soorten) en na maaien Verantwoordelijkheid: Waterschap
Muskusratten Streefbeeld: Geen muskus en -beverratten Beheer: Vallen plaatsen gedurende trekperiode Frequentie: Controle als vallen zijn geplaatst Verantwoordelijkheid: Waterschap Visstandbeheer Voor dit deel van de Doorbraak wordt geen visrecht uitgegeven, met uitzondering van de omgeving van de parkeerplaats bij de Keursweg. Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten2, is op dit moment nog niet aan orde. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004). Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Waterschap
I.3
STREEFBEELD, BEHEER EN ONDERHOUD OMLIGGEND TERREIN INCLUSIEF POELEN
Overstromingszone Streefbeeld: Mozaïeklandschap van open zandige plekken, kruidenrijke en grazige vegetatie, struweel van braam en jonge opslag en (broek-) bos van wilg en zwarte els. Bos en struweel nemen 30 tot 40% van de oppervlakte in. Er zijn natte laagtes met ruigte van grote zeggenvegetaties en soorten van de rietklasse. Het gebied is geschikt voor dagvlinders, broedvogels, doortrekkende vogels, libellen, vleermuizen. Rond poelen liggen kleine doornstruwelen. Deze vormen het landbiotoop van amfibieën.
2
Waterteunisbloem (Ludwigia arugyayensis), Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), Grote waternavel (hydrocotyle ranunculoides), Grote kroosvaren (Azolla filiculoides), Dwergkroos (Lemna minuta)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Mokkelengoor
adviesbureau voor natuur & landschap
I-3
Ten westen van de Iemenkampsweg zijn botanisch rijke groeiplaatsen in vochtig grasland en natte oevers ontstaan. Deze plekken worden eenmalig vrij van opslag gemaakt, zodat schaduw en bladval tot een minimum beperkt worden. Daarna zal de begrazing voldoende zijn om het redelijk vrij te houden van overmatige opslag. Beheer: Langdurige begrazing met paarden, later mogelijk gecombineerd met runderen. Aanvullend uittrekken of maaien van wilgen en elzen als de oppervlakte van bos en struweel meer dan 40% is en de graasdruk niet verder omhoog kan. In principe niet bijvoeren. Controle op vee en diergezondheid. Bij eventuele overstromingen in de gaten houden of vee veilig is en of voldoende voedsel aanwezig is. Controleren en onderhouden van veekerende rasters. Figuur 2. Vorming van mozaïekpatroon bij begrazing door paarden Rasters rond aanplantstruweel en –bos worden niet onderhouden. Deze beschermen de aanplant alleen tijdens de eerste groeifase (ca. 10 jaar) tegen vraat, daarna maken bos en struweel deel uit van de begrazingseenheid. Intensiteit: afhankelijk van voedselaanbod. Tijdens eerste jaren vooral aansturen op onderdrukken van de opslag. Naderhand sturen op ontwikkeling van een mozaïek. Eerste jaren in het vroege voorjaar, geleidelijk uitbreidend tot en met het najaar. Jaarrondbegrazing is op langere termijn ook mogelijk, maar er is naar verwachting onvoldoende hoogwatervrije ruimte. Bijzonderheden: De locatie met botanische waarden wordt eenmalig van bosopslag vrijgemaakt. Schaduw en bladval kunnen de botanische ontwikkeling afremmen. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Onderhoudspaden Streefbeeld: Korte, opslagvrije vegetatie. Dient voor de toegankelijkheid van gebied voor de beheerders en vormt buffer tussen landbouwgrond en natuurgebied. Biedt plaats voor recreatieve ontsluiting en vormt hoogwatervluchtplaats voor grote grazers. Beheer: begrazing en zonodig aanvullend maaien en maaisel afvoeren, gericht beheer op haarden van akkerdistel en ridderzuring. Frequentie: maaien 1 (-2x) per jaar, minder als begrazing alleen voldoende blijkt. Tijdstip: Aanvullende onkruidbestrijding (in principe alleen mechanisch) in mei of begin juni. Maaien eind augustus/ begin september of juni en september bij 2x maaien. Maaisel binnen enkele dagen afvoeren. Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Poelen
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
I-4
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Streefbeeld: Voortplantingsplaats voor amfibieën, libellen en andere waterdieren. Structuurrijke watervegetatie (waaronder ondergedoken waterplanten en drijvende waterplanten). Open, zonnige noordoever. Nabijheid van struweel of bos gewenst in verband met windbeschutting en landbiotoop voor amfibieën. Geen opslag op de oever. Beheer: Opnemen in begrazingseenheid. Schonen als poel te ver dicht groeit (meer dan 80% bedekt met oeverplanten) of de hoeveelheid slib te groot wordt. Op de oevers in de beginjaren opslag verwijderen om beschaduwing tot een minimum te beperken. Frequentie: Zo min mogelijk, dit is afhankelijk van ontwikkeling, vaak is schonen tussen de 5 en 10 jaar nodig. Tijdstip: najaar (september-oktober), buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën. Bijzonderheden: Bij schonen altijd een deel van de bagger en vegetatie (minimaal 20%) sparen. Dit dient als uitwijkplaats voor fauna. Bij toepassen van runderbegrazing bestaat de kans dat runderen de poelen bemesten. Meestal blijft dit beperkt tot een paar favoriete poelen en zal het probleem van eutrofiering niet te groot zijn. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Nevengeulen Streefbeeld: Gevarieerde begroeiing, deels open, deels in schaduw van bomen, vormt paaiplaats voor bepaalde visfauna. Volledige verlanding is daarom niet wenselijk. Door gebrek aan stroming vormen nevengeulen al snel een bezinkplek voor slib en organisch materiaal. Beheer: Opnemen in begrazingsbeheer. Voorlopig geen aanvullende maatregelen, eerst afwachten wat er gebeurt. Bij dichtgroeien met moerasruigte eventueel uitbaggeren (zie ook poelen). Frequentie en tijdstip: zie begrazing. Eventueel uitbaggeren in najaar (buiten paai- en trektijd vissen). Bijzonderheden: In geval van baggeren 20% van slib of vegetatie achterlaten Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Akker Streefbeeld: Kruidenrijke akker met onder andere klaprozen en korenbloem op oude es. Beheer: Akkerbeheer, omploegen en inzaaien met winter- of zomergraan, en af en toe braakligging. Eventueel, als de zaadbank gering blijkt, kan ingezaaid worden met zaad van naburige kruidenrijke akkers. Frequentie: jaarlijks omploegen, braakjaren eens in de 6 jaar. Tijdstip: omploegen en inzaaien in najaar of voorjaar, oogst in juli Bijzonderheden: restant van gewas onderploegen Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Haag en beplanting Streefbeeld: De haag vormt de landschappelijke begrenzing van de es. Deze bestaat uit onder andere uit hondsroos, braam, vlier en overstaande eiken. Tussen de diepe poelen en het buitenraster wordt doornstruweel van gewone meidoorn, gewone braam en sleedoorn aangeplant. Beheer: Struwelen uitrasteren tot palen vergaan zijn. Raster verwijderen. Daarna in begrazing opnemen. Haag rond akker af en toe afzetten
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Mokkelengoor
adviesbureau voor natuur & landschap
I-5
Frequentie: 1x per 10 jaar Tijdstip: oktober-januari Bijzonderheden: Overstaande eiken in haag en struweel sparen Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten3, is op dit moment niet aan orde. Verderop in het stroomgebied is op één plaats grote berenklauw aangetroffen. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004. Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt
Figuur 3 Akker
waargenomen. Bij de monitoring wordt Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
tevens
op
de
plaagsoorten
gelet.
Bruggen Streefbeeld; Een passeerbare droge zone aan beide zijden onder de bruggen om de deelgebieden met elkaar te verbinden (zie ook bijlage 1). Beheer: Controleren en zonodig aanvullen met zand bij erosie. Frequentie: 1-2x per jaar, in ieder geval na flinke inundatie. Tijdstip: februari-maart Verantwoordelijkheid passeerbare zone en houtwand op de onderbouw: Waterschap Verantwoordelijkheid wegdek, berm, onderbouw en leuningen: Gemeente Wierden/Gemeente Almelo Verantwoordelijkheid taluds: Landschap Overijssel
I.4
BEHEER EN ONDERHOUD RECREATIEVOORZIENINGEN
3
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum.), japanse duizendknoop (Polygonum cuspidatum), aardpeer (Helianthus tuberosus), reuzebalsemien (Impatiens glandulifera) watercrassula (Crassula helmsii) (poelen)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
I-6
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
De recreatie doelstelling rondom het Mokkelengoor is gericht op rust en natuurbeleving. De voorzieningen sluiten aan op een wandelroute rond het Mokkelengoor dat deel uitmaakt van wandelnetwerk Twente en fietstoutes. Voor koffie en thee kunnen toeristen en recreanten terecht in Het Theehuis bij Ypelo. De kaart uit het recreatieplan van Van der Tuuk (2005) is opgenomen in Bijlage 4. Beheer: Onderhoud recreatieve voorzieningen: Klaphekken, routewijzers, informatiebord, parkeerplaats, banken, bruggetjes en vogelhut. Frequentie: inspectie 1x per jaar, reparatie wanneer nodig Verantwoordelijlheid: Landschap Overijssel
Figuur 4 Wegwijzers voor recreanten bij Mokkelengoor
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Mokkelengoor
adviesbureau voor natuur & landschap
I-7
II
DEELGEBIED BORNERBROEK
II.1 BESCHRIJVING DEELGEBIED Het gebied ten westen van Bornerbroek sluit aan op het afwisselende en open beekdallandschap, ten oosten daarvan doorsnijdt de Doorbraak een grondmorene. Hier is het landschap meer gesloten. De Doorbraak is hier smal en wordt begeleid door forse bosbegroeiingen. Van het deelgebied Bornerbroek zijn grote delen ingericht, andere delen moeten nog verworven worden. In vergelijking met Mokkelengoor is dit deelgebied droger, vooral ten oosten van de rijksweg A35. Met het verwijderen van de bouwvoor zijn mogelijkheden ontstaan voor heischrale vegetaties. Ook is in het deelgebied Bornerbroek voorzien in bosachtige begroeiing. Daartoe zijn een aantal delen met bomen ingeplant en uitgerasterd. Ondanks het drogere karakter is wel voorzien in een aantal poelen als stapsteen in de ecologische verbindingszone. Tabel 2 Totale oppervlakte of lengte per beheertype deelgebied Bornerbroek Type
Aantal Totale oppervlakte/lengte
Waterloop
2,2 km
Zijwatergang
4
Vispassage en stuw
1
Begraasd gebied
16 ha
Wilgenbroekbos
1,4 ha
Poelen hoogwatervrij
4
Poelen inundatiezone
1
Onderhoudspaden
3,9 km
Aanplant
5,1 ha
II.2 WATERBEHEER Hoofdwaterloop Streefbeeld: Er is voldoende doorstroom, met name na aankoppeling van de Loolee en de Azelerbeek. Daarnaast is er ruimte voor begroeiing en plaatselijk dichtslibben van de hoofdstroom. Het aandeel open water varieert gedurende het seizoen en de locatie van 20 tot 70%. In het water zijn zoveel mogelijk verschillende habitats aanwezig: water met verschillende stroomsnelheden, zandige en slibrijke plekken, beschaduwde en open oevers waar het water snel opwarmt. De helft tot een derde van het water is begroeid met waterplantenvegetatie. De oevervegetatie bestaat uit moerasruigte van lisdodde en grote zeggevegetaties met wilg of zwarte els. Langs de oever is veel overjarige vegetatie aanwezig. Beheer: Maaien (vegen) en afvoeren. Als de vegetatie meer dan 50 à 80% bedekt maaien en dan reduceren tot 20 à 30%. Verwijderen van zwerfvuil. Oevers behoren tot begrazingsgebied. Controleren en aanvullen van het grondwerk: Grondwerk; elke vijf jaar wordt de waterloop gecontroleerd door het verrichten van landmeetkundige metingen. Na controle van de metingen worden verondiepingen en vernauwingen verwijderd volgens het leggerprofiel.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Bornerbroek
adviesbureau voor natuur & landschap
II-1
Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). Bijzonderheden: Na aansluiting van de Loolee en Azelerbeek dient gestuurd te worden op de waterpeilen zoals berekend in het hydraulisch ontwerp (2003). Verantwoordelijkheid: Waterschap Zijwatergang - waterloop De volgende zijwatergangen wateren af op de Doorbraak. Streefbeeld: Ongehinderde afvoer van water uit agrarisch achterland en Nr watergang voorkomen van terugstromen van water naar het achterliggende gebied. 10-2-1 Beheer: controle en onderhoud van kleppen, vrijhouden voor doorstroming. 10-2-1-14 Materiaal dat bij schonen vrijkomt wordt op broedhopen (reptielen) gezet. 12-0-2-2 Frequentie: 1-2x per jaar Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). In verband met de landbouwkundige ontwatering kan het noodzakelijk zijn dat er eerder gemaaid wordt. Verantwoordelijkheid: Waterschap Stuw en vispassages Vispassage Bolscherlanden De vispassage Bolscherlanden heeft een stuwpeil bovenstrooms van 10.30m NAP, benedenstrooms 10,00m NAP. De vispassage ligt tussen twee damwanden. Dit is een langgerekte stroomgoot, bestaand uit 19 richels met een kleine verdieping tussen de richels. Daardoor ontstaan pleksgewijs locaties zonder stroming als rustplek voor migrerende vis. Bij hogere (piek)afvoeren wordt de gehele breedte van de stuw gebruikt en stroomt het water over het gecreerde stortbed. Het stuwpeil is 8,35m NAP bovenstrooms en 8,00m NAP benedenstrooms. Streefbeeld: Goed functionerende stuw en vispassage. De vispassage en stuw dienen vrijgehouden te worden van drijvend materiaal zoals blad, takken en zwerfvuil, met name in de trektijd van de meeste vissoorten. Beheer: Stuw en vispassage worden eens in de twee weken gecontroleerd en zonodig geschoond. De vispassage wordt vrijgesteld van begroeiing als deze het functioneren of het onderhoud in de weg staat. Exacte frequentie is afhankelijk van de inval van blad en takken en de sterkte van de waterstroom Frequentie: Afhankelijk van toevoer drijfvuil Tijdstip: Frequente controle en eventuele schoning gedurende het hele jaar, maar vooral tussen februari en juni (trektijd van meeste soorten) en na maaien Verantwoordelijkheid: Waterschap
Muskusratten Streefbeeld: Geen muskus en -beverratten Beheer: Vallen plaatsen gedurende trekperiode Frequentie: Controle als vallen zijn geplaatst Verantwoordelijkheid: Waterschap
Visstandbeheer Voor dit deel van de Doorbraak wordt geen visrecht uitgegeven. Exotenbeheer:
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
II-2
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten4, is op dit moment nog niet aan orde. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004). Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Waterschap
II.3 STREEFBEELD, BEHEER EN ONDERHOUD OMLIGGEND TERREIN INCLUSIEF POELEN Overstromingszone Streefbeeld: Mozaïeklandschap van open zandige plekken, kruidenrijke en grazige vegetatie, struweel van braam en bos van grove den, zomereik en ruwe berk. Bos en struweel nemen 50% van de oppervlakte in, in de overstromingszone nemen bos en struweel ongeveer 30-40% van de oppervlakte in. Het gebied is geschikt voor dagvlinders, broedvogels, doortrekkende vogels, libellen, vleermuizen. In de buurt van de poelen liggen kleine struwelen. Deze vormen het landbiotoop van amfibieën. Beheer: Begrazing met paarden, later mogelijk gecombineerd met runderen5. Aanvullend uittrekken of maaien van wilgen en elzen als de oppervlakte van bos en struweel in de overstromingszone meer dan 40% is en de graasdruk niet verder omhoog kan. In principe niet bijvoeren. Controle op vee en diergezondheid. Bij eventuele overstromingen in de gaten houden of vee veilig is en of voldoende voedsel aanwezig is. Controleren en onderhouden van veekerende rasters. Rasters rond aanplantstruweel en –bos worden niet onderhouden. Deze beschermen de aanplant alleen tijdens de eerste groeifase (ca. 10 jaar) tegen vraat, daarna maken bos en struweel deel uit van de begrazingseenheid. Intensiteit: afhankelijk van voedselaanbod. Tijdens eerste jaren vooral aansturen op onderdrukken van de opslag. Naderhand sturen op ontwikkeling van een mozaïek. Eerste jaren seizoensbegrazing vanaf het vroege voorjaar, geleidelijk uitbreidend tot en met het najaar. Jaarrondbegrazing is op langere termijn ook mogelijk en heeft ook de voorkeur, maar er is naar verwachting onvoldoende hoogwatervrije ruimte. Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Wilgenbroekbos Streefbeeld: Het streefbeeld is opgaand wilgenbroek. Deze valt buiten de inundatiezone. Beheer: geen beheermaatregelen Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Onderhoudspaden 4
Waterteunisbloem (Ludwigia arugyayensis), Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), Grote waternavel (hydrocotyle ranunculoides), Grote kroosvaren (Azolla filiculoides), Dwergkroos (Lemna minuta) 5 Vanwege de angst op ‘snuffelcontact’ met rundvee van agrariërs is afgesproken voorlopig geen runderen te gebruiken voor begrazing.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Bornerbroek
adviesbureau voor natuur & landschap
II-3
Streefbeeld: Korte, opslagvrije vegetatie. Dient voor de toegankelijkheid van gebied voor de beheerders en vormt buffer tussen landbouwgrond en natuurgebied. Biedt plaats voor recreatieve ontsluiting. Hoogwatervluchtplaats voor grote grazers. Beheer: begrazing en zonodig aanvullend maaien en maaisel afvoeren, gericht beheer op haarden van akkerdistel en ridderzuring. Frequentie: maaien 1 (-2x) per jaar, minder als begrazing alleen voldoende blijkt. Tijdstip: Aanvullende onkruidbestrijding (in principe alleen mechanisch) in mei of begin juni. Maaien eind augustus/ begin september of juni en september bij 2x maaien. Maaisel binnen enkele dagen afvoeren. Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Poelen Streefbeeld: Voortplantingsplaats voor amfibieën, libellen en andere waterdieren. Structuurrijke watervegetatie (waaronder ondergedoken waterplanten en drijvende waterplanten). Open, zonnige noordoever. Nabijheid van struweel of bos gewenst in verband met windbeschutting en landbiotoop voor amfibieën. Geen opslag op de oever. Beheer: Opnemen in begrazingseenheid. Schonen als poel te ver dicht groeit (meer dan 80% bedekt met oeverplanten) of de hoeveelheid slib te groot wordt. Op de oevers in de beginjaren opslag verwijderen om beschaduwing tot een minimum te beperken. Frequentie: Zo min mogelijk, dit is afhankelijk van ontwikkeling, vaak is schonen tussen de 5 en 10 jaar nodig. Tijdstip: najaar (september-oktober), buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën. Bijzonderheden: Bij schonen altijd een deel van de bagger en vegetatie (minimaal 20%) sparen. Dit dient als uitwijkplaats voor fauna. Bij toepassen van runderbegrazing bestaat de kans dat runderen de poelen bemesten. Meestal blijft dit beperkt tot een paar favoriete poelen en zal het probleem van eutrofiering niet te groot zijn.
Figuur 5 Begin van wilgenbos bij Pastoor Ossestraat
Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
II-4
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
Beplanting Streefbeeld: Op verschillende plaatsen zijn struwelen, bestaand uit onder andere hondsroos, braam, vlier en overstaande eiken aangeplant. Tussen de diepe poelen en het buitenraster wordt doornstruweel van gewone meidoorn, roos, gewone braam en sleedoorn aangeplant. Ook is bos aangeplant. Op een aantal plaatsen heeft het struweel een functie als afscheiding. Beheer: Struwelen en bos uitrasteren tot palen vergaan zijn. Daarna in begrazing opnemen en raster verwijderen. Struwelen met een functie als afscheiding afzetten. Frequentie: 1x per 10 jaar afzetten, overige struwelen geen beheer. Tijdstip: oktober-januari Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten6, is op dit moment niet aan orde. Verderop in het stroomgebied is op één plaats grote berenklauw aangetroffen. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004. Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Bruggen Streefbeeld; Een passeerbare droge zone aan beide zijden onder de bruggen om de deelgebieden met elkaar te verbinden. Beheer: Controleren en zonodig aanvullen met zand bij erosie. Frequentie: 1-2x per jaar, in ieder geval na flinke inundatie. Tijdstip: februari-maart Verantwoordelijkheid passeerbare zone en houtwand op de onderbouw: Waterschap Verantwoordelijkheid wegdek, berm, onderbouw en leuningen: Gemeente Almelo Verantwoordelijkheid taluds: Landschap Overijssel Ecoduct Streefbeeld; Faunapassage voor grote en kleine zoogdieren, amfibieën, macrofauna en vis. Gecombineerde doorgang met een breed zandbed en een watervoerende zone. Beheer: Controleren en zonodig aanvullen met zand bij erosie. Controleren en vrijhouden van afval. Frequentie: 1-2x per jaar, in ieder geval na flinke inundatie. Tijdstip: februari-maart Verantwoordelijkheid beheer en onderhoud droge passeerbare zone: Landschap Overijssel (eigendom RWS) Verantwoordelijkheid beheer en onderhoud natte passeerbare zone en houtwand op de onderbouw: Waterschap (eigendom RWS) Verantwoordelijkheid beheer en onderhoud wegdek, berm, onderbouw en afrastering weg: Rijkswaterstaat
6
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum.), japanse duizendknoop (Polygonum cuspidatum), aardpeer (Helianthus tuberosus), reuzebalsemien (Impatiens glandulifera) watercrassula (Crassula helmsii) (poelen)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Bornerbroek
adviesbureau voor natuur & landschap
II-5
II.4 BEHEER EN ONDERHOUD RECREATIEVOORZIENINGEN De recreatie doelstelling rondom het Bornerbroek is gericht op rust en natuurbeleving. De voorzieningen maken deel uit van wandelnetwerk Twente en fietsroutes. De kaart is opgenomen in Bijlage 4. Beheer: Controle en onderhoud recreatieve voorzieningen: Klaphekken, routewijzers, informatiebord, banken. Frequentie: inspectie 1x per jaar, reparatie wanneer nodig Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
II-6
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Tusveld
adviesbureau voor natuur & landschap
III-1
III TUSVELD III.1 BESCHRIJVING DEELGEBIED Delen van Tusveld zijn in 2009 gerealiseerd of worden in de loop van 2010 aangelegd. Het deelgebied Tusveld begint bij de inlaat vanuit de Loolee en loopt westwaarts richting buurtschap Tusveld tot aan de Krikkenhaarweg. Even ten noorden van de Doorbraak, in het Lateraal Kanaal, komen een aantal beken bij elkaar: De Bornse Beek, de Oude Bornse Beek, de Loolee, de Azelerbeek en de Weeze beek. Het is een breed, vrij open beekdal. Tussen de spoorlijn en de Maatkampsweg volgt de Doorbraak de voormalige Tusvelder leiding. De stroomrichting is tegengesteld aan die van de voormalige Tusvelder leiding. Dit is de enige plaats waar de Doorbraak een bestaand bos kruist. Dit bos bestaat voor een gedeelte uit vochtig rabattenbos. De Doorbraak kruist de spoorlijn Almelo-Enschede en een drukke provinciale weg. Tabel 3 Totale oppervlakte of lengte per beheertype deelgebied Tusveld Type
Aantal Totale
lengte
oppervlakte
(km)
Waterloop
2,4
Nevengeul
0,6
Begraasd gebied
1,3
12,11
(Broek)bos
2,3
Poelen hoogwatervrij
4
0,5
Poelen inundatiezone
5
0,3
Onderhoudspaden
1,7
Overstromingsvlakte
0,2
Aanplant
III.2 WATERBEHEER Hoofdwaterloop Streefbeeld: Er is voldoende doorstroom, met name na aankoppeling van de Loolee en de Azelerbeek (’t Fleer). Daarnaast is er ruimte voor begroeiing en plaatselijk dichtslibben van de hoofdstroom. Het aandeel open water varieert gedurende het seizoen en de locatie van 20 tot 70%. In het water zijn zoveel mogelijk verschillende habitats aanwezig: water met verschillende stroomsnelheden, zandige en slibrijke plekken, beschaduwde en open oevers waar het water snel opwarmt. De helft tot een derde van het water is begroeid met waterplantenvegetatie. De oevervegetatie bestaat uit moerasruigte van lisdodde en grote zeggevegetaties met hier en daar wilg of zwarte els. Langs de oever is veel overjarige vegetatie aanwezig. Beheer: Maaien (vegen) en afvoeren. Als de vegetatie meer dan 50 à 80% bedekt maaien en dan reduceren tot 20 à 30%. Verwijderen van zwerfvuil. Oevers behoren tot begrazingsgebied. Controleren en aanvullen van het grondwerk: Grondwerk; elke vijf jaar wordt de waterloop gecontroleerd door het verrichten van landmeetkundige metingen. Na controle van de metingen worden verondiepingen en vernauwingen verwijderd volgens het leggerprofiel. Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). Bijzonderheden: Na aansluiting van de Loolee en Azelerbeek dient gestuurd te worden op de waterpeilen zoals berekend in het hydraulisch ontwerp (2003).
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
III-2
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Verantwoordelijkheid: Waterschap Zijwatergang - waterloop De volgende zijwatergangen wateren af op de Doorbraak. Streefbeeld: Ongehinderde afvoer van water uit agrarisch achterland en Nr watergang voorkomen van terugstromen van water naar het achterliggende gebied. 1901 Beheer: controle en onderhoud van kleppen, vrijhouden voor doorstroming. Materiaal dat bij schonen vrijkomt wordt op broedhopen (reptielen) gezet. Frequentie: 1-2x per jaar Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). In verband met de landbouwkundige ontwatering kan het noodzakelijk zijn dat er eerder gemaaid wordt. Verantwoordelijkheid: Waterschap Stuw en vispassages Geen Muskusratten Streefbeeld: Geen muskus en -beverratten Beheer: Vallen plaatsen gedurende trekperiode Frequentie: Controle als vallen zijn geplaatst Verantwoordelijkheid: Waterschap Visstandbeheer Voor dit deel van de Doorbraak wordt geen visrecht uitgegeven. Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten7, is op dit moment nog niet aan orde. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004). Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Waterschap
III.3 STREEFBEELD, BEHEER EN ONDERHOUD OMLIGGEND TERREIN INCLUSIEF POELEN
Overstromingszone Streefbeeld: Mozaïeklandschap van open zandige plekken, kruidenrijke en grazige vegetatie, struweel van braam en bos van grove den, zomereik en ruwe berk. In de overstromingszone nemen bos en struweel ongeveer 30-40% van de oppervlakte in. Het gebied is geschikt voor dagvlinders, broedvogels, doortrekkende vogels, libellen, vleermuizen. In de buurt van de poelen liggen kleine struwelen. Deze vormen het landbiotoop van amfibieën.
7
Waterteunisbloem (Ludwigia arugyayensis), Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), Grote waternavel (hydrocotyle ranunculoides), Grote kroosvaren (Azolla filiculoides), Dwergkroos (Lemna minuta)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Tusveld
adviesbureau voor natuur & landschap
III-3
Beheer: Langdurige seizoensbegrazing met paarden, later mogelijk gecombineerd met runderen. Aanvullend uittrekken of maaien van wilgen en elzen als de oppervlakte van bos en struweel in de overstromingszone meer dan 40% is en de graasdruk niet verder omhoog kan. In principe niet bijvoeren. Controle op vee en diergezondheid. Bij eventuele overstromingen in de gaten houden of vee veilig is en of voldoende voedsel aanwezig is. Controleren en onderhouden van veekerende rasters. Rasters rond aanplantstruweel en –bos worden niet onderhouden. Deze beschermen de aanplant alleen tijdens de eerste groeifase (ca. 10 jaar) tegen vraat, daarna maken bos en struweel deel uit van de begrazingseenheid. Intensiteit: afhankelijk van voedselaanbod. Tijdens eerste jaren vooral aansturen op onderdrukken van de opslag. Naderhand sturen op ontwikkeling van een mozaïek. Eerste jaren in het vroege voorjaar, geleidelijk uitbreidend tot en met het najaar. Voor jaarrondbegrazing op langere termijn worden de mogelijkheden onderzocht. Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Gemengd loofbos (reeds bestaand) Streefbeeld: Het streefbeeld is opgaand gemengd loofbos. Beheer: geen beheermaatregelen Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Onderhoudspaden Streefbeeld: Korte, opslagvrije vegetatie. Dient voor de toegankelijkheid van gebied voor de beheerders en vormt buffer tussen landbouwgrond en natuurgebied. Biedt plaats voor recreatieve ontsluiting. Hoogwatervluchtplaats voor grote grazers. Beheer: maakt deel uit van begrazingseenheid en zonodig aanvullend maaien en maaisel afvoeren, gericht beheer op haarden van akkerdistel en ridderzuring. Frequentie: maaien 1 (-2x) per jaar, minder als begrazing alleen voldoende blijkt. Tijdstip: Aanvullende onkruidbestrijding (in principe alleen mechanisch) in mei of begin juni. Maaien eind augustus/ begin september of juni en september bij 2x maaien. Maaisel binnen enkele dagen afvoeren. Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Poelen Streefbeeld: Voortplantingsplaats voor amfibieën, libellen en andere waterdieren. Structuurrijke watervegetatie (waaronder ondergedoken waterplanten en drijvende waterplanten). Open, zonnige noordoever. Nabijheid van struweel of bos gewenst in verband met windbeschutting en landbiotoop voor amfibieën. Geen opslag op de oever. Beheer: Maakt deel uit van begrazingseenheid. Schonen als poel te ver dicht groeit (meer dan 80% bedekt met oeverplanten) of de hoeveelheid slib te groot wordt. Op de oevers in de beginjaren opslag verwijderen om beschaduwing tot een minimum te beperken. Frequentie: Zo min mogelijk, dit is afhankelijk van ontwikkeling, vaak is schonen tussen de 5 en 10 jaar nodig. Tijdstip: najaar (september-oktober), buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën. Bijzonderheden: Bij schonen altijd een deel van de bagger en vegetatie (minimaal 20%) sparen. Dit dient als uitwijkplaats voor fauna.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
III-4
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Bij toepassen van runderbegrazing bestaat de kans dat runderen de poelen bemesten. Meestal blijft dit beperkt tot een paar favoriete poelen en zal het probleem van eutrofiering niet te groot zijn. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Beplanting Streefbeeld: Op verschillende plaatsen zijn struwelen, bestaand uit onder andere hondsroos, braam, vlier en overstaande eiken aangeplant. Tussen de diepe poelen en het buitenraster wordt doornstruweel van gewone meidoorn, roos, gewone braam en sleedoorn aangeplant. Deze struwelen zijn van belang voor als landbiotoop voor amfibieën. Op een aantal plaatsen heeft het struweel een functie als afscheiding. Beheer: Struwelen uitrasteren tot palen vergaan zijn. Daarna in begrazing opnemen en raster verwijderen. Struwelen met een functie als afscheiding afzetten. Frequentie: houtwallen 1x per 10 jaar afzetten, overige struwelen geen beheer. Tijdstip: oktober-januari Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten8, is op dit moment niet aan orde. Verderop in het stroomgebied is op één plaats grote berenklauw aangetroffen. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004. Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Bruggen Streefbeeld; Een passeerbare droge zone aan beide zijden onder de bruggen om de deelgebieden met elkaar te verbinden. Beheer: Controleren en zonodig aanvullen met zand bij erosie. Frequentie: 1-2x per jaar, in ieder geval na flinke inundatie. Tijdstip: februari-maart Verantwoordelijkheid passeerbare zone en houtwand op de onderbouw: Waterschap Verantwoordelijkheid wegdek, berm, onderbouw en leuningen: Gemeente Almelo Verantwoordelijkheid taluds: Landschap Overijssel III.4 BEHEER EN ONDERHOUD RECREATIEVOORZIENINGEN De recreatiedoelstelling rondom het Tusveld is extensief. Rondom de ecoducten is rust gewenst. De recreatie is gericht op rust en natuurbeleving. Rondom Krikkenhaar is voorzien in een ‘free walking area’ of ‘struin natuur’. De voorzieningen maken deel uit van wandelnetwerk Twente en fietstoutes. De kaart is opgenomen in Bijlage 4. Beheer: Controle en onderhoud recreatieve voorzieningen: Klaphekken, routewijzers, informatiebord, banken. Frequentie: inspectie 1x per jaar, reparatie wanneer nodig Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
8
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum.), japanse duizendknoop (Polygonum cuspidatum), aardpeer (Helianthus tuberosus), reuzebalsemien (Impatiens glandulifera) watercrassula (Crassula helmsii) (poelen)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Tusveld
adviesbureau voor natuur & landschap
III-5
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
III-6
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied Tusveld
adviesbureau voor natuur & landschap
III-7
IV ‘T FLEER IV.1 BESCHRIJVING DEELGEBIED Deelgebied ’t Fleer vormt een zijtak van de Doorbraak. Het ligt in een smal beekdal dat de grondmorene doorsnijdt. Het ligt ingeklemd door de Tusvelder Esch en de bredere rug in het zuiden. Het landschap is tamelijk kleinschalig en er liggen verspreid kleine bosjes, houtwallen en solitaire bomen. Het is vergeleken met de andere delen van de Doorbraak een smalle strook met een breedte van 25m. Deze zone ligt op de plaats van de voormalige Tusvelder leiding. De Doorbraak begint vanaf het natuurgebiedje ‘Het Fleer’ en voert water van uit de Azelerbeek. Tussen de Maatkampsweg en Krikkenhaar komen de deelgebieden bij elkaar. Omdat dit deel van de Doorbraak veel smaller is, is er minder ruimte voor poelen. Er ligt één hoogwatervrije poel. Parallel aan de hoofdgeul liggen langgerekte laagtes die bij hoog water mee kunnen stromen. Er is sprake van zwakke buffering en ijzerrijke kwel in de oeverzones. Deelgebied ’t Fleer zal in de toekomst de benedenloop vormen van de Azelerbeek. Voor de verdere inrichting van deelgebied ’t Fleer is het van belang om aansluiting te zoeken op het streefbeeld van de Azelerbeek. De uitgangspunten voor de herinrichting van het waterlichaam Azelerbeek komen overeen met het R5-type conform de “leidraad inrichting en beheer van waterlopen waterschap Regge en Dinkel”, juni 2010: • Beekdalbreed inrichten gericht op berging met daarbinnen een natuurlijk meanderend profiel. Het dwarsprofiel is breed en ondiep; • Bij voorkeur ongestuwd – vispassages aanpassen van habitateisen; • Bodemhoogte van de beek die geen verdroging veroorzaakt; • Beekmorfologische processen als taludverzakkingen en aanzanden toestaan; • Geen onderhoudspad; • Spontane beekbegeleidende houtige begroeiing aan weerszijden van de beek.
Tabel 4 Totale oppervlakte of lengte per beheertype deelgebied ‘t Fleer Type
Aantal Totale oppervlakte (ha) lengte (km)
Waterloop Zijwatergang
0,3
Nevengeul Bodemvallen
0,1 2
Begraasd gebied Poelen hoogwatervrij
2,1 1
Onderhoudspaden Aanplant
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
0,7
2
0,03 0,5
?
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-1
IV.2 WATERBEHEER Hoofdwaterloop Streefbeeld: Er is voldoende doorstroom, met name na aankoppeling van de Azelerbeek. Daarnaast is er ruimte voor begroeiing en plaatselijk dichtslibben van de hoofdstroom. Het aandeel open water varieert gedurende het seizoen en de locatie van 20 tot 70%. In het water zijn zoveel mogelijk verschillende habitats aanwezig: water met verschillende stroomsnelheden, zandige en slibrijke plekken, beschaduwde en open oevers waar het water snel opwarmt. De helft tot een derde van het water is begroeid met waterplantenvegetatie. De oevervegetatie bestaat uit moerasruigte van lisdodde en grote zeggevegetaties, met bossages van wilg of zwarte els. Beheer: Maaien en afvoeren/schonen. Als de vegetatie meer dan 50 à 80% bedekt maaien en dan reduceren tot 20 à 30%. Verwijderen van zwerfvuil. Oevers behoren tot begrazingsgebied. Controleren en aanvullen van het grondwerk: Grondwerk; elke vijf jaar wordt de waterloop gecontroleerd door het verrichten van landmeetkundige metingen. Na controle van de metingen worden verondiepingen en vernauwingen verwijderd volgens het leggerprofiel. Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd (februari-juni). Bijzonderheden: Na aansluiting van de Azelerbeek dient rekening gehouden te worden met de waterpeilen zoals berekend in het hydraulisch ontwerp (2003). Verantwoordelijkheid: Waterschap Zijwatergang - waterloop De volgende zijwatergangen wateren af op ’t Fleer (Tusvelderwaterleiding). Streefbeeld: Ongehinderde afvoer van water uit agrarisch achterland en Nr watergang voorkomen van terugstromen van water naar het achterliggende gebied. 12-0-2-10 Beheer: controle en onderhoud van kleppen, vrijhouden voor doorstroming. 12-0-2-2 Materiaal dat bij schonen vrijkomt wordt op broedhopen (reptielen) gezet. 12-0-2-3 Frequentie: 1-2x per jaar Tijdstip: Buiten broedseizoen van vogels (maart-juli) en buiten paai- en trektijd van vis (februari-juni). In verband met de landbouwkundige ontwatering kan het noodzakelijk zijn dat er eerder gemaaid wordt. Verantwoordelijkheid: Waterschap Kunstwerken: Bodemvallen Streefbeeld: goed functionerende waterafvoer. Beheer: controle en vrijhouden van opslag en vuil Frequentie 1-2x per jaar Verantwoordelijkheid: Waterschap Muskusratten Streefbeeld: Geen muskus en -beverratten Beheer: Vallen plaatsen gedurende trekperiode Frequentie: Controle als vallen zijn geplaatst Verantwoordelijkheid: Waterschap Visstandbeheer Voor dit deel van de Doorbraak wordt geen visrecht uitgegeven. Exotenbeheer:
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-2
Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten9, is op dit moment nog niet aan orde. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004). Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Waterschap IV.3 STREEFBEELD, BEHEER EN ONDERHOUD OMLIGGEND TERREIN INCLUSIEF POELEN Overstromingszone Streefbeeld: Mozaïeklandschap van open zandige plekken, kruidenrijke en grazige vegetatie, struweel van braam en bos van wilg en zwarte els. In de overstromingszone nemen bos en struweel ongeveer 30-40% van de oppervlakte in. Het gebied is geschikt voor dagvlinders, broedvogels, doortrekkende vogels, libellen, vleermuizen. In de buurt van de poelen liggen kleine struwelen. Deze vormen het landbiotoop van amfibieën. Beheer: Langdurige seizoensbegrazing met paarden, later mogelijk gecombineerd met runderen. Aanvullend uittrekken of maaien van wilgen en elzen als de oppervlakte van bos en struweel in de overstromingszone meer dan 40% is en de graasdruk niet verder omhoog kan. In principe niet bijvoeren. Controle op vee en diergezondheid. Bij eventuele overstromingen in de gaten houden of vee veilig is en of voldoende voedsel aanwezig is. Controleren en onderhouden van veekerende rasters. Rasters rond aanplantstruweel en –bos worden niet onderhouden. Deze beschermen de aanplant alleen tijdens de eerste groeifase (ca. 10 jaar) tegen vraat, daarna maken bos en struweel deel uit van de begrazingseenheid. Intensiteit: afhankelijk van voedselaanbod. Tijdens eerste jaren vooral aansturen op onderdrukken van de opslag. Naderhand sturen op ontwikkeling van een mozaïek. Eerste jaren in het vroege voorjaar, geleidelijk uitbreidend tot en met het najaar. Voor jaarrondbegrazing op langere termijn worden de mogelijkheden onderzocht. Bijzonderheden: Deze waterloop is niet zo breed als de Doorbraak. Hoe het onderhoud uitgevoerd moet worden is nog niet voldoende in beeld gebracht. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Onderhoudspaden Streefbeeld: Korte, opslagvrije vegetatie. Dient voor de toegankelijkheid van gebied voor de beheerders en vormt buffer tussen landbouwgrond en natuurgebied. Biedt plaats voor recreatieve ontsluiting. Hoogwatervluchtplaats voor grote grazers. Beheer: maakt deel uit van begrazingseenheid en zonodig aanvullend maaien en maaisel afvoeren, gericht beheer op haarden van akkerdistel en ridderzuring. Frequentie: maaien 1 (-2x) per jaar, minder als begrazing alleen voldoende blijkt. Tijdstip: Aanvullende onkruidbestrijding (in principe alleen mechanisch) in mei of begin juni. Maaien eind augustus/ begin september of juni en september bij 2x maaien. Maaisel binnen enkele dagen afvoeren. Bijzonderheden: 9
Waterteunisbloem (Ludwigia arugyayensis), Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum), Grote waternavel (hydrocotyle ranunculoides), Grote kroosvaren (Azolla filiculoides), Dwergkroos (Lemna minuta)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-3
Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Poelen Streefbeeld: Voortplantingsplaats voor amfibieën, libellen en andere waterdieren. Structuurrijke watervegetatie (waaronder ondergedoken waterplanten en drijvende waterplanten). Open, zonnige noordoever. Nabijheid van struweel of bos gewenst in verband met windbeschutting en landbiotoop voor amfibieën. Geen opslag op de oever. Beheer: Maakt deel uit van begrazingseenheid. Schonen als poel te ver dicht groeit (meer dan 80% bedekt met oeverplanten) of de hoeveelheid slib te groot wordt. Op de oevers in de beginjaren opslag verwijderen om beschaduwing tot een minimum te beperken. Frequentie: Zo min mogelijk, dit is afhankelijk van ontwikkeling, vaak is schonen tussen de 5 en 10 jaar nodig. Tijdstip: najaar (september-oktober), buiten het voortplantingsseizoen van amfibieën. Bijzonderheden: Bij schonen altijd een deel van de bagger en vegetatie (minimaal 20%) sparen. Dit dient als uitwijkplaats voor fauna. Bij toepassen van runderbegrazing bestaat de kans dat runderen de poelen bemesten. Meestal blijft dit beperkt tot een paar favoriete poelen en zal het probleem van eutrofiering niet te groot zijn. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
Beplanting? Streefbeeld: Op verschillende plaatsen zijn struwelen, bestaand uit onder andere hondsroos, braam, vlier en overstaande eiken aangeplant. Tussen de diepe poelen en het buitenraster wordt doornstruweel van gewone meidoorn, roos, gewone braam en sleedoorn aangeplant. Ook is bos aangeplant. Op een aantal plaatsen heeft het struweel een functie als afscheiding. Beheer: Struwelen en bos uitrasteren tot palen vergaan zijn. Daarna in begrazing opnemen en raster verwijderen. Struwelen met een functie als afscheiding afzetten. Frequentie: houtwallen 1x per 10 jaar afzetten, overige struwelen geen beheer. Tijdstip: oktober-januari Bijzonderheden: Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel Exotenbeheer: Streefbeeld: Geen woekerende plaagsoorten10, is op dit moment niet aan orde. Verderop in het stroomgebied is op één plaats grote berenklauw aangetroffen. Beheer: Afhankelijk van de soort, beschreven in het rapport Uitheemse plaagsoorten in Twentse wateren (Zonderwijk e.a., 2004. Gericht beheer vindt plaats zodra soort wordt waargenomen. Bij de monitoring wordt tevens op de plaagsoorten gelet. Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
IV.4 BEHEER EN ONDERHOUD RECREATIEVOORZIENINGEN 10
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum.), japanse duizendknoop (Polygonum cuspidatum), aardpeer (Helianthus tuberosus), reuzebalsemien (Impatiens glandulifera) watercrassula (Crassula helmsii) (poelen)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-4
De recreatiedoelstelling rondom het ’t Fleer is extensief. Rondom de ecoducten is rust gewenst. De recreatie is gericht op rust en natuurbeleving. Rondom Krikkenhaar is voorzien in een ‘free walking area’. De voorzieningen maken deel uit van wandelnetwerk Twente en fietstoutes. De kaart is opgenomen in Bijlage 4. Beheer: Controle en onderhoud recreatieve voorzieningen: Klaphekken, routewijzers, informatiebord, banken. Frequentie: inspectie 1x per jaar, reparatie wanneer nodig Verantwoordelijkheid: Landschap Overijssel
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-5
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Deelgebied ‘t Fleer
adviesbureau voor natuur & landschap
IV-6
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
BIJLAGE 1
BRUGGEN (KAARTEN)
Overzichtskaart bruggen Bornerbroek komt nog
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Overzichtskaart bruggen Tusveld komt nog
BIJLAGE 2
WATERKWALITEIT
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
BIJLAGE 3
HOOGTEKAARTEN
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
BIJLAGE 4
RECREATIEPLAN (VAN DER TUUK, 2005)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
BIJLAGE 5
DOELSTELLING WATERBEHEERPLAN KRW
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
BIJLAGE 6
PERCEEL BRAAMHAAR B6.1 INLEIDING ............................................................................................................................ 21 Aanleiding .................................................................................................................................. 21 Doelstelling ................................................................................................................................ 21 Verantwoording.......................................................................................................................... 21 Leeswijzer .................................................................................................................................. 21 B6.2 PROJECTBESCHRIJVING................................................................................................... 22 Streefbeelden en beheersdoelen terrein ................................................................................... 22 Gerealiseerde voorzieningen ..................................................................................................... 23 Randvoorzieningen .................................................................................................................... 24 B6.3 EIGENDOM, BEHEER EN ONDERHOUD EN MONITORING............................................... 4 Eigendomssituatie ....................................................................................................................... 4 Verantwoordelijkheid beheer en onderhoud ................................................................................ 4 Monitoring lekwater...................................................................................................................... 4
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
B6.1 INLEIDING AANLEIDING Perceel Braamhaar is een natuurterrein van circa 2,2 hectare. De locatie ligt direct ten noorden van de A35. Het perceel is verworven door Waterschap Regge en Dinkel ter compensatie van de te verwachten verloren natuurwaarde van het gebied Krikkenhaar. Zie voor de hydrologische studie de rapportage van Van Dongen, Waterschap Regge en Dinkel, november 2006.
Afbeelding 1. Het perceel Braamhaar ten opzichte van de Doorbraak en het gebied Krikkenhaar. DOELSTELLING In dit document wordt aangegeven welke beheersdoelen gelden voor perceel Braamhaar, daarvoor wordt aangesloten bij een bestaand systeem van natuurdoeltypen in Nederland van Bal et al. VERANTWOORDING Onderhavig rapportage is het overdrachtsdocument van het beheer en onderhoud van waterschap Regge en Dinkel aan Landschap Overijssel, de eigenaar en beheerder van het perceel. LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt de projectbeschrijving voor de realisatie van de inrichting van het perceel gegeven. In hoofdstuk 3 wordt het eigendom, beheer, onderhoud en monitoring toegelicht.
B6.2 PROJECTBESCHRIJVING STREEFBEELDEN EN BEHEERSDOELEN TERREIN De volgende streefbeelden en beheersdoelen worden nagestreefd voor het perceel: Primair beheerdoel van perceel Braamhaar is intrekgebied voor het lekwater uit de ecopassage. Ontwikkelen van zwakgebufferd ven (natuurdoeltype 3.22, zie Bal) Ontwikkelen van droog schraalgrasland van de hogere gronden (3.33, zie Bal) Ad.1 Intrekgebied voor het lekwater uit de ecopassage In dit perceel wordt het lekwater van de ecopassage, dat daar op ca 12 meter diepte wordt opgepomt, oppervlakkig ingelaten. In perceel Braamhaar krijgt dit water de kans zich weer bij het grondwater te voegen. Afhankelijk van de hoeveelheid blijft een deel van het ingelaten water staan in de noord-west-hoek van het terrein en vormt daar een ven. De rest van het terrein is gemiddeld droog, met een voedselarme bovengrond vanwege de afgevoerde graszode.
Afbeelding 2. Rode cirkel is de lokatie waar lekwater op 12 meter diep wordt weggepompt. Groene cirkel is perceel Braamhaar, met Ven Braamhaar, waar het lekwater wordt ingelaten. Ad 2. Ontwikkelen van zwak gebufferd ven (natuurdoeltype 3.22, zie Bal) Terreincondities: Naar verwachting valt het ven in de zomer regelmatig droog. Door de min of meer permanente grondwatervoeding zal het ven een grondwaterachtig karakter hebben. De eerste waterkwaliteitsmetingen in 2010 geven aan dat het ingelaten water beperkt calciumrijk is (50mg/l) en pH neutraal (6,5). Het is dus regenwater-achtig, terwijl het van 12 meter diep komt. De nutriëntensamenstelling is ook laag, wat betekent dat de abiotiek de ontwikkeling van levensgemeenschappen van een zwakgebufferd ven mogelijk maakt. Beheerdoel gedetailleerd: De vegetatie van de natte noordwest hoek is rijk aan soorten van zwakgebufferde vennen, zowel op de droogvallende oevers als in het water. Vanwege de vrij sterke buffering worden vegetaties verwacht van de Oeverkruidklasse. NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Daarnaast worden voor zwakgebufferde vennen ook kiezelwieren en sieralgen verwacht, en qua macrofauna wantsen, waterkevers, vedermuggen, kokerjuffers en opvallend veel libellen, zoals Winterjuffers, Witsnuitlibellen en Speerwaterjuffer. In de oeverzone kan een smalle zone natte heide met Klokjesgentiaan ontstaan (Natuurdoeltype 3.42, zie Bal) . Deze vegetatie stond tot voor kort ook in de directe omgeving bij Krikkenhaar. Omdat het om een klein ven gaat met de omvang van een forse kikkerpoel, moet door middel van beheersingrepen het snelle dichtgroeien en verlanden worden voorkomen. Dat betekent niet alleen maaien en begrazen, maar ook elke 5 jaar de helft van het ven en oevers afschrapen en na 5 jaar de andere kant, waardoor een tien jaar cyclus ontstaat. De helft van het ven wordt uitgerasterd om teveel vertrapping tegen te gaan. Ad 3 Ontwikkelen van droog schraalgrasland van de hogere gronden. De vegetatie van het overige terrein is heischraal en soortenrijk. Het beheer bestaat uit begrazing en eventueel bij-maaien van ruige plekken. (Lit Bal, Handboek Natuurdoeltypen, 2e druk 2001.) GEREALISEERDE VOORZIENINGEN Waterafvoer Er is een met leem beklede verlaging plus greppel gerealiseerd (ven). In deze verlaging wordt het lekwater vanuit de ecopassage van de Doorbraak onder de A35 via een persleiding op de bodem van perceel Braamhaar gebracht waarna lek- en neerslagwater zal infiltreren in de bodem. Aan de zuidzijde van het gebied is een noodafvoer gesitueerd. Overtollig water wordt hier via een drainagebuis afgevoerd op watergang 120-2-2. Uit metingen is gebleken dat het gemaal gemiddeld 3,3 m3/ uur verpompt. Er wordt per dag circa 80 m3 verpompt naar perceel Braamhaar. Het waterschap heeft nog een alternatieve afvoer voorhanden. Het water kan via de persleiding naar een sloot aan de zuidzijde van de ecopassage worden afgelaten. Struin / wandelpad Het natuurterrein is opengesteld voor wandelaars. Er is aan de kant van de A35 zowel aan de oost- als aan de westzijde een klaphek gerealiseerd. Er zijn verhardingen voor het wandelpad aangebracht.
Afbeelding 3. Foto’s van perceel Braamhaar met het wandelpad en de uitstroomopening van de persleiding vanaf de ecopassage
Afrastering Het gehele terrein is afgerasterd. Deze terreinafrastering heeft tot doel om de grazers binnen het terrein te houden. Tevens is afrastering aangebracht rondom het ven, ter bescherming van de leemlaag. Grondwallen en grondwerk De A35 is afgeschermd van perceel Braamhaar middels een grondwal. Het terrein zelf is afgeplagd en er zijn in het terrein enkele glooiingen aangebracht. De noord-oost zijde van het terrein loopt omhoog zodat deze aansluit op de hoogte van de oprijlaan naar het perceel Braamhaar. Beplanting De oprijlaan is ten behoeve van de grondeigenaar ten oosten van perceel Braamhaar ingeplant. Het onderhoud van deze aanlplant valt onder de verantwoordelijkheeid van Landschap Overijssel. Bosperceel Ten oosten van het perceel is een bestaand bosperceel gesitueerd. Dit perceel zal na overdracht tevens in eigendom en beheer komen bij Landschap Overijssel. RANDVOORZIENINGEN Er zijn ten behoeve van de recreatie (wandelen) geen andere randvoorzieningen gerealiseerd.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2015
Afbeelding 4. Schematische weergave van voorzieningen op het perceel
ca. 50 m
N
B6.3 EIGENDOM, BEHEER EN ONDERHOUD EN MONITORING EIGENDOMSSITUATIE De naamgeving van het perceel Braamhaar is te herleiden op de vorige eigenaar. Het waterschap heeft het perceel overgenomen ten behoeve van natuurcompensatie. Het uitgangspunt is dat het eigendom kan worden overgedragen aan Landschap Overijssel. Het perceel Braamhaar is bereikbaar middels een oprijlaan vanaf de weg Krikkenhaar. Deze oprijlaan is niet in eigendom bij het waterschap of straks Landschap Overijssel maar is geruild met de aanpalende eigenaar voor een deel van het eigen perceel. In afbeelding 5 is de eigendomssituatie weergegeven.
Legenda met betrekking tot ‘perceel Braamhaar’ Eigendomsgrens Landschap Overijssel:
Afbeelding 5. Eigendomssituatie van het perceel VERANTWOORDELIJKHEID BEHEER EN ONDERHOUD Het gehele terrein valt qua beheer en onderhoud onder Landschap Overijssel. De wijze van beheer wordt uitgevoerd naar inzicht van Landschap Overijssel. MONITORING LEKWATER Uit onderzoek is gebleken dat er nikkel aanwezig is in het lekwater uit de ecopassage van de Doorbraak. Vanwege het algemene zorgplicht artikel uit de Wet bodembescherming zijn de volgende afspraken gemaakt tussen waterschap Regge en Dinkel en gemeente Almelo: • De infiltratie op het perceel Braamhaar wordt door waterschap Regge en Dinkel ingepast in het monitoringsplan van de Doorbraak; • De monitoring richt zich op het standaard pakket ‘zware metalen’ en de pH-waarde ter plaatse van het perceel Braamhaar; • Waterschap Regge en Dinkel is verantwoordelijk voor het verstrekken van een beknopte monitoringsrapportage aan de gemeente Almelo. Zie ook de brief van 20 mei 2010:
Brief gemeente Almelo waterinfiltratie ecopassage “De Doorbraak”
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
Inrichtingsschets van het perceel (2007)
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
BIJLAGE 7
LEGGERNUMMERS
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap
BIJLAGE 8
MONITORINGSPLAN
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
adviesbureau voor natuur & landschap
Beheerplan Doorbraak 2009-2014
plan wordt nog verder uitgewerkt.
NATUURBAL ANS – LIMES DIVERGENS BV
Bijlagen
adviesbureau voor natuur & landschap