Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal Het voorkomen en aanpakken van maatschappelijke onrust ten gevolge van - feitelijke dan wel dreigende sociale calamiteiten en incidenten
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal Het voorkomen en aanpakken van maatschappelijke onrust ten gevolge van – feitelijke dan wel dreigende – sociale calamiteiten en incidenten
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Gemeente Roosendaal, november 2011
Portefeuillehouder Integrale veiligheid: burgemeester mr. J.M.L. Niederer
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Inhoud 1.1 Inleiding
1
1.2 Doel
2
1.3 Doelgroep
2
1.4 Definitie
3
1.5 Afbakening
3
1.6 Opzet Sociaal Calamiteiten Plan
4
1.7 Leeswijzer
4
2.1 Inleiding
5
2.2 Categorieën /scenario’s
7
2.3 Nut en noodzaak van aanpak
9
3.1 Inleiding
11
3.2 Relevante organisaties in Roosendaal
11
4.1 Inleiding
13
4.2 Wat houdt de operationele strategie in
15
4.3 Wat houdt de operationele strategie niet in
15
4.4 Overeenkomsten, verschillen en afstemming SCP en rampenbestrijding
16
4.5 Beschrijving van de operationele strategie
17
4.6 Communicatie
21
5.1 Inleiding
22
5.2 Implementatieplan van SCP
22
ii
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Bijlagen Bijlage 1: SCP-partners Bijlage 2: Checklist Communicatie Bijlage 3: Werkprotocol SOCA-team SCP (BOB) Bijlage 4: Realisatieproces SCP Roosendaal
iii
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
1 Inleiding 1.1
Inleiding
Gemeenten in Nederland zijn verplicht een regionaal crisisplan te hebben. Deze plannen zijn gericht op met name fysieke rampen, zoals grote branden, ontploffingen, natuurrampen, e.d. Voor calamiteiten op het sociaalmaatschappelijk vlak bestaan tot op heden minder plannen. Toch kunnen dergelijke calamiteiten leiden tot grote maatschappelijke onrust door (toenemende) escalatie en daarmee bedreigend werken op de lokale sociale cohesie. In een Sociaal Calamiteiten Plan dient helder te worden omschreven wie wat doet bij een incident van extreem gedrag, wat kan leiden tot maatschappelijke onrust (zowel helderheid van rollen en taken op bestuurlijk als ambtelijk niveau). Dit Sociaal Calamiteiten Plan dient ook gebruikt te kunnen worden bij andere gebeurtenissen met een maatschappelijke impact. Dit Sociaal Calamiteiten Plan komt niet in de plaats van de huidige verdeling van taken en verantwoordelijkheden in het kader van rampenbestrijding. En ook niet in de plaats van het fysieke rampenplan. Het is een aanvulling hierop. In het Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014 van de gemeente Roosendaal, Veiligheid Uw en onze zorg!, is de realisatie van zo’n Sociaal Calamiteiten Plan (SCP) opgenomen en dient dit in 2012 te worden afgerond. Bij de opstelling van dit plan is gebruik gemaakt van het Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Weert.
1
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
1.2
Doel
Het doel van het Sociaal Calamiteiten Plan (SCP)is… …te komen tot een effectieve aanpak van sociale calamiteiten in samenwerking met ketenpartners op een wijze dat verdere escalatie wordt voorkomen en de aanpak bijdraagt aan de-escalatie van sociale onrust en herstel van de sociale cohesie in de Roosendaalse samenleving. Hiertoe wordt een Sociaal Calamiteitenteam (SOCA-team) gevormd. De aanpak door dat team, zoals voorgesteld in dit Sociaal Calamiteiten Plan, betreft niet zozeer een aanpak van incidenten en calamiteiten zelve, maar waarborgt een effectieve vroegtijdige signalering en/of gevolgbestrijding. Deze vroegtijdige signalering en gevolgbestrijding richt zich op het voorkomen en zo nodig aanpakken van maatschappelijke onrust ten gevolge van – feitelijke dan wel dreigende – sociale calamiteiten en incidenten.
1.3
Doelgroep
De voornaamste doelgroep van een Sociaal Calamiteiten Plan is natuurlijk de gehele Roosendaalse bevolking. Tenslotte zijn zij allen gebaat bij een maatschappelijk rustige en veilige samenleving. Het Sociaal Calamiteiten Plan richt zich echter vooral op álle organisaties, instellingen en andere verbanden in Roosendaal die betrokken (kunnen) zijn bij het voorkomen/bestrijden van maatschappelijke onrust. Soms wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen de zgn. “harde sector”, zoals brandweer, politie, gezondheidszorg, en de zgn. “softe sector”, zoals het welzijnswerk, geestelijke gezondheidszorg, woningbouwvereniging, bewonersorganisaties, etc. Instanties uit de “harde sector” hebben een directe rol en verantwoordelijkheid bij directe rampen- en calamiteitenbestrijding (voortvloeiend uit bestaande weten regelgeving). Het voorkomen en bestrijden van maatschappelijke onrust ten gevolge (van dreiging) van dergelijke calamiteiten omvat echter een veel breder pallet aan instellingen en organisaties. De gewenste inzet van betrokken instellingen en organisaties hierbij is natuurlijk afhankelijk van de specifieke soort calamiteit. Het Sociaal Calamiteiten Plan is zo opgesteld dat niet alleen flexibel en effectief kan worden opgetreden bij (de dreiging van) maatschappelijke onrust, maar ook zo dat bij specifieke calamiteiten en – feitelijke of te verwachten – maatschappelijke onrust relevante ketenpartners vroegtijdig en effectief ingezet (kunnen) worden.
2
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
1.4
Definitie
“Maatschappelijke onrust” is het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvind(t)(en), die vervolgens – mede ten gevolge van structurele kenmerken van sociale, fysieke, economische en/of demografische aard – leiden tot een groter aantal en/of ernstiger incidenten, dat op hun beurt leidt tot subjectieve 1 en/of objectieve problemen op het gebied van openbare orde en veiligheid. De DSP-groep stelt vast dat de drie volgende ingrediënten aanwezig zijn als er sprake is van maatschappelijke onrust, te weten •
Een voedingsbodem, onderliggende maatschappelijke problemen.
•
Eén of meerdere incidenten die een uiting vormen van de bestaande spanningen en problemen en daarvoor symbool zijn en die heftige reacties veroorzaakt bij burgers, media en/of politiek.
•
Het (als reactie op dit incident) optreden van massale dan wel ernstige aantastingen van de Openbare Orde en Veiligheid.
In dit Sociaal Calamiteiten Plan wordt uitgegaan van zo’n situatie met deze drie ingrediënten, dan wel waarin de laatste twee genoemde ingrediënten dreigen op te treden. Uit de laatste twee genoemde ingrediënten wordt de definitie gedestilleerd voor hetgeen in dit Sociaal Calamiteiten Plan wordt verstaan onder een sociale calamiteit, namelijk… … (de dreiging van) één of meerdere incidenten, die een (als symbolisch opgevatte) uiting vormen van bestaande spanningen en/of problemen, die in potentie dreigen te escaleren tot ernstige aantasting van openbare orde en veiligheid. Het kan hierbij gaan om maatschappelijke onrust die ontstaat na een rel, vechtpartij of familiedrama of maatschappelijke onrust die ontstaat bij interetnische spanningen.
1.5
Afbakening
In de Inleiding is al aangegeven dat gemeenten verplicht zijn over een rampenplan te beschikken. Verschillende gemeenten, waaronder Roosendaal, beschikken daarnaast ook over andere voorzieningen die in werking (kunnen) treden bij specifieke calamiteiten, zoals crisisopvang, het PSHOR (Psychosociale hulp bij ongevallen en rampen als onderdeel van de GHOR), e.d. Hiervoor is al aangegeven dat het Sociaal Calamiteiten Plan zich richt op gevolgbestrijding (bijv. een vechtpartij tussen een autochtoon en een allochtoon leidt tot
1
DSP-groep, Wei Ji en de menselijke maat. Onderzoek Maatschappelijke Onrust, Amsterdam, 2007
3
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
maatschappelijke onrust) of op het voorkomen van incidenten (bijv. voorafgaande aan het uitbrengen van de film van Wilders). Het Sociaal Calamiteiten Plan komt zeer nadrukkelijk niet in de plaats van taken en verantwoordelijkheden van individuele ketenpartners - instellingen en instanties. Het SCP heeft ook geenszins de functie in de plaats te komen van deze bestaande voorzieningen, máár is juist in het leven geroepen ter aanvulling hierop. Dit houdt in dat er een duidelijke afbakening gewenst is tussen enerzijds dit Sociaal Calamiteiten Plan en anderzijds de bestaande voorzieningen. In paragraaf 4.4 wordt hier expliciet op ingegaan.
1.6
Opzet Sociaal Calamiteiten Plan
Het SCP is door de gemeente zodanig opgesteld dat de medewerking van de ketenpartners zodanig ingezet kan worden, dat bij elk scenario de juiste partners betrokken kunnen en zullen worden. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de ketenpartners en samenwerkingsverbanden, die bij dit Sociaal Calamiteiten Plan betrokken kunnen worden. In bijlage 4 wordt ook het realisatieproces van het Sociaal Calamiteiten Plan schematisch weergegeven.
1.7
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk (2) wordt kort ingegaan op soorten calamiteiten, die tot maatschappelijke onrust – en dus tot in werking treden van dit SCP – (kunnen) leiden. Nadrukkelijk is hiervan niet de bedoeling om een uitputtend overzicht van mogelijke sociale calamiteiten te geven. De ervaring leert dat iedere (dreigende) sociale calamiteit en daaropvolgende (dreigende) maatschappelijke onrust uniek is. Toch wordt een uiteenzetting gepresenteerd om enige uniforme overeenstemming en visie op de aanleiding voor het in werking treden van het SCP te presenteren, zoals deze tot stand is gekomen tijdens het realisatieproces. Ook wordt ingegaan op nut en noodzaak om in deze situaties te komen tot een aanpak, zoals hier wordt voorgesteld. e
In het 3 hoofdstuk wordt ingegaan op de in Roosendaal betrokken ketenpartners bij realisatie en in werking treden van het Sociaal Calamiteiten Plan. Hoofdstuk 4 vormt de kern van het SCP en gaat in op de operationele strategie en werking van het SCP. Een groot deel van de werkzaamheden tijdens uitvoering van het SCP komt neer op communicatie – zowel tussen betrokken partijen, als in de richting van bevolking, media en derden. Paragraaf 4.5 schenkt hier expliciet aandacht aan. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 voorgesteld hoe de implementatie van dit SCP een vervolg kan krijgen, zodat in voorkomende gevallen het in werking wordt genomen en voorkomen wordt dat “het in een la verdwijnt”.
4
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
2 Sociale calamiteiten en maatschappelijke onrust 2.1
Inleiding
Sociale calamiteiten en maatschappelijk onrust worden in dit Sociaal Calamiteiten Plan gedefinieerd als: …(de dreiging van) één of meerdere incidenten, die een (als symbolisch opgevatte) uiting vormen van bestaande spanningen en/of problemen, die in potentie dreigen te escaleren tot een ernstige aantasting van de openbare orde en veiligheid. Een rampenplan (GHOR) richt zich in eerste instantie op het bestrijden van een incident van fysieke aard. Het Sociaal Calamiteiten Plan onderscheidt zich onder meer hiervan doordat het zich richt op een (mogelijk) vervolg op incident(en). Het SCP richt zich (ook) op de dreiging van incidenten en daaropvolgende maatschappelijke onrust zónder dat van een feitelijk incident sprake hoeft te 2 zijn. Hoewel het Sociaal Calamiteiten Plan zich specifiek richt op de situatie in Roosendaal, wordt in het SCP ook rekening gehouden met incidenten en/of maatschappelijke onrust buiten Roosendaal – in zoverre deze hun weerslag (kunnen) hebben in Roosendaal. Een incident staat ook nimmer op zichzelf. Het is mede de context, die de impact en mogelijke maatschappelijke onrust bepaald. Zo kan een vechtpartij tussen twee groepen jongeren zéér uiteenlopende gevolgen hebben voor de openbare orde en veiligheid en maatschappelijke onrust, doordat de context waarin deze vechtpartij plaatsvindt verschilt.
2
Zie voor onderscheid tussen SCP en rampenplan 4.4
5
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Fictief voorbeeld: Een protestactie tegen een moskee in Roosendaal Feitelijke gebeurtenis: Onbekenden hebben aan de gevel van een slooppand in Roosendaal een dood schaap opgehangen. Op de vacht van het schaap stond met groene verf de tekst 'No Mosk', geen moskee. Op het terrein waar het slooppand staat is de bouw van een moskee voorzien. Context 1: In Roosendaal is sprake van het rustig naast elkaar leven van moslims en nietmoslims en er is geen sprake van spanningen en incidenten. Context 2: In Roosendaal is er veel rumoer en verweer tegen de komst van de moskee en de laatste weken zijn er enkele incidentjes geweest, waarbij zgn. Lonsdale-jongeren betrokken waren. Context 3: Door moslimgroepen in Nederland is deze week geprotesteerd tegen het verbod tot ritueel slachten. Conclusie: De context, waarbinnen het incident zich voordoet, is mede bepalend voor de te verwachten impact en maatschappelijke onrust. Sociaal Calamiteiten Plan dient rekening te houden met en in te spelen op deze wisselende impact en (mogelijk) andersoortige maatschappelijke onrust.
De ervaring met crisismanagement en rampenplannen leert dat ieder incident en dientengevolge iedere maatschappelijke onrust uniek is. Opsomming van alle mogelijke incidenten (en maatschappelijke onrust) om hieraan vervolgens een aanpak te koppelen verdient daarom niet de voorkeur. Enerzijds doet dit geen recht aan de uniciteit en anderzijds wekt dit de foutieve indruk alsof ieder incident/maatschappelijke onrust vóóraf is vast te stellen en daarop vooraf een effectieve aanpak is te ontwikkelen. Juist door het unieke karakter van incidenten en maatschappelijke onrust is het aantal mogelijkheden schier oneindig. Een toekomstig incident in haar specifieke context loopt de kans net buiten een – schijnbaar uitputtend overzicht van mogelijkheden te vallen. Het gevaar dat men dan in de aanpak stilvalt, doordat dit incident (op bepaalde aspecten) niet geheel voldoet aan de omschreven opties of omdat juist voor dit (soort) incident géén scenario klaar lag, is groot. Toch is het noodzakelijk dat betrokkenen bij de uitvoering van het Sociaal Calamiteiten Plan een overeenkomstig idee/visie hebben over hetgeen in Roosendaal onder sociale calamiteiten en maatschappelijke onrust wordt verstaan. De realisatie van zo’n overeenstemmende visie was dan ook één van de achterliggende redenen om dit Sociaal Calamiteiten Plan te ontwikkelen. Dus niet zozeer om een uitputtend overzicht te realiseren, maar wel een eensluidende visie, zodat van daaruit opgetreden kan worden.
6
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
2.2
Categorieën /scenario’s
In het Integraal Veiligheidsbeleid 2012-2014 van de gemeente Roosendaal, “Veiligheid Uw en onze zorg!”, is de realisatie van zo’n Sociaal Calamiteiten Plan (SCP) opgenomen en dient dit in 2012 te worden afgerond. Het te ontwikkelen SCP moet in gaan op sociale calamiteiten van allerlei aard, zoals rellen, vechtpartijen, familiedrama’s en interetnische spanningen. Er is een globaal overzicht opgesteld van soorten incidenten in relatie tot context en te verwachten gevolgen voor maatschappelijke onrust. Hierbij zijn enkele voorbeelden gegeven van incidenten, welke zich in Roosendaal voor kunnen doen. In het overzicht wordt qua calamiteit feitelijk een onderscheid gemaakt tussen: -
de situatie, waarin nog geen sprake is van een incident;
-
geïsoleerde incidenten;
-
incidenten die deel uitmaken van een reeks.
Daarnaast wordt in relatie tot de context, waarin een incident/reeks incidenten zich (mogelijk gaan) voordoen, een onderscheid gemaakt tussen: -
geen directe context waarbinnen bedoelde incident zich voordoet;
-
bestaande maatschappelijke onrust en/of oplopende spanningen in Roosendaal
-
bestaande maatschappelijke onrust, polarisatie en/of incidenten buiten Roosendaal.
7
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
A
B
C
D
Calamiteit
Context
Maatschappelijke reactie in Roosendaal
(Fictieve) voorbeelden in Roosendaal
(Nog) geen incident
Maatschappelijke Maatschappelijke onrust/ onrust in Roosendaal spanningen in Roosendaal
Signalen van protestacties van buurtbewoners tegen het openen van een drugshostel
(Nog) geen incident
Maatschappelijke onrust buiten Roosendaal
Maatschappelijke onrust/ spanningen in Roosendaal
Zeer ingrijpende inkomensmaatregelen als gevolg van Eurocrisis
Geïsoleerd incident
Geen directe maatschappelijke context
Maatschappelijke onrust in Roosendaal zonder directe kans op vervolgincidenten
Familiedrama, zelfdoding leerling VWO school, dodelijk slachtoffer bij brand verzorgingshuis
Geïsoleerd incident
Geen directe maatschappelijke context
Maatschappelijke onrust in Roosendaal met kans op vervolgincidenten
Steekpartij tussen twee jongeren op station, levering ‘poederbrief’ bij sociale dienst
Incident
Maatschappelijke Verder oplopende onrust in Roosendaal spanningen en grote kans (oplopende op vervolgincidenten spanningen)
Schietpartij tussen al langer rivaliserende jongeren, steekpartij met een slachtoffer
Incident in reeks
Maatschappelijke onrust in Roosendaal (oplopende spanningen)
Polarisatie, toename omvang betrokken groepen, vervolg incidentenreeks
Toenemende spanningen rond baldadige hanggroep waartegen bewoners zelf gaan optreden, herhaalde, maar nu ernstige, incident door groep jongeren tegen bewoners drugshostel
Incident
Incident(en) buiten Roosendaal
Oplopende spanningen, grote kans op vervolgincidenten
Chaos bij stakingen Openbaar vervoer
Incident in reeks
Polarisatie en incidenten buiten Roosendaal
Grote kans op uitbreiding betrokkenen en op vervolgincidenten
Bestuurders overheid en banken bedreigd in reeks van incidenten als gevolg Eurocrisis
8
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Kort samengevat wordt een viertal categorieën onderscheiden, te weten: A. De situatie waarin zich (nog) geen incident heeft voorgedaan, maar signalen worden ontvangen, dat maatschappelijke onrust van buiten dan wel binnen Roosendaal kan leiden tot oplopende maatschappelijke onrust en spanningen in Roosendaal. B.
De situatie, waarin sprake is van een geïsoleerd incident, die mogelijk aanleiding vormt tot maatschappelijke onrust in Roosendaal, die al dan niet tot vervolgincidenten in Roosendaal kunnen leiden.
C.
De situatie, waarin sprake is van een incident in Roosendaal, die al dan niet deel uit blijkt te maken van een reeks incidenten, en die aanleiding (kan) zijn voor oplopende spanningen, verbreding van betrokken bevolkingsgroepen en vervolgincidenten.
D. De situatie, waarin er sprake is van een incident of incidentenreeks buiten Roosendaal, die aanleiding (kunnen) zijn voor oplopende spanningen, toenemende betrokkenheid vanuit Roosendaaler bevolkingsgroepen en incidenten in Roosendaal.
2.3
Nut en noodzaak van aanpak
De preventie, aanpak, zorg en nazorg van de gevolgen van rellen, vechtpartijen, familiedrama’s en dergelijke nopen tot afstemming, samenwerking en regie. Momenteel zijn de samenwerking en gevolgen van de aanpak afhankelijk van ‘toevalligheden’ en moeten deze tot stand komen in het ‘heetst van het vuur’. Uit onderzoek en ervaringen blijkt regelmatig dat enerzijds reacties op (dreiging van) incidenten en daaruit voortkomende maatschappelijke onrust sterk samenhangen met de visie, alertheid en kwaliteit van de (“toevallige”) betrokkenen en anderzijds dat deze reacties nogal eens eerder bijdragen aan verdergaande escalatie dan aan de-escalatie. De DSP-groep (2007:6) stelt zelfs dat …“tijdens een ernstig incident vaak de verschillende spelers hun definitie van de situatie (trachten) op te dringen aan andere partijen. Deze spelers noemen we crisismakelaars. Door een probleem op een bepaalde manier te definiëren hoopt de crisismakelaar het onder een specifieke noemer op de politieke agenda te krijgen en/of er zijn voordeel mee te doen. Daarmee verschilt Maatschappelijke Onrust van (de aanloop naar) fysieke crises en rampen (…).”
9
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Juist om de aanpak van sociale calamiteiten en de daaruit voortvloeiende maatschappelijke onrust daadwerkelijk een bijdrage aan de-escalatie te laten zijn en minder afhankelijk te maken van “toevallige” aanwezige visie, alertheid en kwaliteit, is het Sociaal Calamiteiten Plan ontwikkeld. De afstemming en samenwerking met (mogelijk) vele ketenpartners uit het zogenoemde maatschappelijke middenveld is hierbij onontbeerlijk.
Overigens biedt het opstellen van een Sociaal Calamiteiten Plan geen garantie tegen het optreden van maatschappelijke onrust, noch het 100% voorkomen van incidenten. Enerzijds is het Sociaal Calamiteiten Plan wel een randvoorwaarde voor structurering en afstemming van de aanpak bij optredende maatschappelijke onrust en anderzijds is het werk na besluitvorming rond dit Sociaal Calamiteiten Plan niet afgelopen. Voor vergroting van de kans van slagen van dit plan in voorkomende gevallen wordt in hoofdstuk 5 een implementatievoorstel gedaan.
10
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
3 Betrokken organisaties 3.1
Inleiding
Het doel van dit Sociaal Calamiteiten Plan (SCP) is flexibel en effectief te kunnen inspelen op de (dreiging van) incidenten en daaruit voortkomende maatschappelijke onrust. In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat het hierbij om (zeer) uiteenlopende incidenten en vormen van maatschappelijke onrust kan gaan. Bij de verschillende (mogelijke) incidenten en maatschappelijke onrust zijn natuurlijk ook verschillende en wisselende partijen betrokken. Per voorkomende (dreigende) onrust moet bepaald worden welke partijen direct dan wel indirect betrokken zijn. Betrokkenheid kent uiteenlopende vormen en inhoud. Zo kunnen mensen, groepen, instellingen, e.d. direct betrokken zijn bij een incident(enreeks), die tot maatschappelijke onrust leidt. Ook kan van meer indirecte betrokkenheid sprake zijn vanwege specifieke taken en verantwoordelijkheden bij de aanpak van bepaalde aspecten in relatie tot incident/onrust (bijvoorbeeld hulpverlening en informatievoorziening). Bij betrokkenheid kan ook een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds het (kunnen) aanleveren van informatie om gevolgen van incidenten en/of aanpak te kennen en anderzijds het uitvoeren (van delen) van de aanpak. Van belang is te benadrukken dat het SCP niet in plaats komt van reeds bestaande voorzieningen. Deze voorzieningen kunnen geleverd worden door individuele ketenpartners (zoals politie, welzijnswerk), dan wel door reeds bestaande samenwerkingsverbanden, zoals GHOR (onderdeel daarvan PSHOR (Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen), overlegorganen, e.d. In gevallen, waarin verder te ondernemen actie door deze individuele ketenpartners en/of bestaande samenwerkingsverbanden gedaan kan/moet worden, beperkt de werking van het SCP zich hoogstens tot het verkrijgen van zekerheid dat deze individuele dan wel collectieve voorzieningen zich richten op het voorkomen en/of het bestrijden van gevolgen van maatschappelijke onrust (communicatie verloopt hierbij via de SOCA-teamleden, zie 4.5).
3.2
Relevante organisaties in Roosendaal
In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de ketenpartners, die bij dit Sociaal Calamiteiten Plan betrokken kunnen worden. Dit overzicht is aangevuld met alle andere relevante ambtelijke en bestuurlijke samenwerkingsverbanden, die gezamenlijk de sociale kaart van Roosendaal vormen. Deze organisatie en/of samenwerkingsverbanden hebben mogelijk een taak en verantwoordelijkheid bij de beoordeling en uitvoering van de aanpak van sociale calamiteiten. Het ligt in het principe van de werking van dit Sociaal Calamiteiten Plan opgesloten (zie hoofdstuk 4 over Operationele Strategie) dat bij de start van de inwerkingtreding van het SCP, de betrokken, organisaties, instellingen en samenwerkingsverbanden, direct in kaart worden gebracht. Dit zowel om tot
11
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
gedegen beeld- en oordeelsvorming te komen als om taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen in de aanpak. In hoofdstuk 4 (zie 4.6) wordt specifiek ingegaan op de communicatie tussen de kernuitvoerders van het SCP en alle betrokkenen, inclusief bepaalde bevolkingsgroepen, media, lokale politiek en de bevolking als geheel. In onderstaande figuur wordt aangegeven hoe het SOCA-team, die een centrale positie heeft in de werking van het SCP Roosendaal, zich verhoudt tot allerlei betrokken instellingen, organisaties, samenwerkingsverbanden, bevolkingsgroepen, media, andere overheidsniveaus, gemeentelijke politiek, etc. Hierbij kan de communicatie zowel eenzijdig (informatieverstrekking omtrent handelswijze) als tweezijdig zijn (informatieverstrekking en –werving).
12
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
4 Operationele strategie 4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de operationele strategie van het SCP uitgewerkt. Onder operationele strategie wordt verstaan het proces om – ongeacht het scenario en type incident – tijdens iedere fase van het SCP te komen tot weloverwogen en gedragen beslissingen. Dit vereist een operationele strategie die generiek van aard is. De operationele strategie ziet er in het geheel als volgt uit:
13
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
SOCA-teamlid roept SOCA-team bijeen
Beeld- en oordeelsvorming BOB Beeldvorming Oordeelsvorming Besluitvorming
SOCA-team heft zichzelf op
Of: Actie door derden
Activeren SCP Beeld- en oordeelsvorming Besluit om SOCA-team wel/niet uit te breiden met ketenpartner(s)
Monitoring
Uitvoering van gekozen plan van aanpak
Monitoring
Oordeel SOCA-team over effecten plan van aanpak
Monitoring
Nazorg en evaluatie
14
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
4.2
Wat houdt de operationele strategie in
De operationele strategie is opgebouwd op basis van de volgende reguliere rampenbestrijdingsfuncties: -
(Voor)alarmering
-
Beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming (BOB)
-
Wel of niet activeren van SCP of actie ondernemen door derden
-
Informatiedeling (crisiscommunicatie)
-
Respons (plan van aanpak)
-
Deactiveren SCP en nazorg
-
Communicatie richting media en publiek (publieksvoorlichting)
Deze onderdelen zijn altijd generiek van aard. Dit wil zeggen dat deze onderdelen altijd toegepast dienen te worden ongeacht het scenario en type incident. De reden hiervoor is dat sociale calamiteiten over het algemeen 3 verschillen van ‘flitsrampen’ . De verschillen zijn:
4.3
-
Sociale calamiteiten zijn over het algemeen langduriger
-
Er zijn geen objectieve criteria te benoemen over wanneer een sociale calamiteit kan ontstaan
-
Iedere sociale calamiteit is dermate uniek, dat pas na een weloverwogen BOB-proces besloten kan worden welke interventie gepleegd dient te worden
Wat houdt de operationele strategie niet in
De operationele strategie gaat nadrukkelijk niet in op het op voorhand bepalen welke lokale ketenpartners noodzakelijk zijn bij een interventie op een sociale calamiteit (zie hoofdstuk 3). De keuze welke lokale ketenpartners noodzakelijk zijn voor interventies c.q. informatievoorziening, kan alleen bij de start van het SCP gezamenlijk bepaald worden (in het SOCA-team). Verder is de operationele strategie niet ontwikkeld om per type sociale calamiteit een uitwerking te geven van de verschillende stappen (zie hoofdstuk.2).
3
Van een flitsramp is sprake als de gebeurtenis zich onverwacht en heftig voordoet. Een voorbeeld hiervan is de vuurwerkramp in Enschede.
15
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
4.4
Overeenkomsten, verschillen en afstemming SCP en rampenbestrijding
Ten aanzien van het SCP bestaan er overeenkomsten en verschillen met de reguliere rampenbestrijding. De overeenkomsten zijn: -
De generieke rampenbestrijdingsfuncties (zie 4.2)
-
Voor een deel zijn het dezelfde ketenpartners (gemeente, politie, brandweer, GHOR, OM). De reguliere lokale 3-hoek (gemeente, politie, OM) kan worden uitgebreid naar een eventuele 4-hoek of 5-hoek (naar gelang incident en behoefte).
De verschillen zijn: -
De aard van het type incident (sociale calamiteit versus flitsramp)
-
Het moment dat het SCP gestart wordt (dat kan namelijk een jaar voorafgaand aan een incident zijn, indien de signalen daartoe aanzet geven)
-
De grote mate van subjectiviteit van een sociale calamiteit (afhankelijk van de reacties van de lokale bevolking per type incident in een bepaalde context)
-
De relatief onverwacht grote media-aandacht (lokaal, regionaal, landelijk)
-
Het feit dat bij sociale calamiteiten niet opgeschaald zal worden 4 volgens de GRIP-procedures . Dit is een belangrijk aspect van het SCP. Aan de hand van enkele gebeurtenissen (lokaal, regionaal of landelijk) kunnen er signalen binnen de gemeente Roosendaal zijn die een voorbode zijn van maatschappelijke onrust. Deze signalen kunnen maanden voorafgaand aan een mogelijke maatschappelijke onrust bekend zijn bij de ketenpartners. De dan relatief rustige periode zal geen opschaling volgens de GRIP-procedure vergen. Dit betekent aldus dat het SOCA-team geen beleidsteam is als bedoeld in het regionaal crisisplan.
-
Sociale calamiteiten zullen bij de bestrijding ervan altijd een lokale aangelegenheid (lees: verantwoordelijkheid van de burgemeester) zijn.
4
GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. Bij een (fysieke) ramp kan worden opgeschaald langs vier GRIP-niveaus.
16
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Afgesproken is dat in principe in situaties, waarbij de reguliere rampenbestrijding (GHOR) in werking treedt, vooralsnog het Sociaal Calamiteiten Plan niet in werking treedt. Wél worden de drie SOCA-teamleden geïnformeerd over het in werking treden van de reguliere rampenbestrijding. Verantwoordelijkheid hiervoor en coördinatie ligt bij de gemeente (lees: de burgemeester). Na beëindiging van de reguliere rampenbestrijding (in geval van sociale calamiteiten) wordt het SOCA-team uit het Sociaal Calamiteiten Plan éénmalig bijeengeroepen om de situatie te bespreken, alsmede een inschatting te maken of in werking treden van SCP alsnog vereist/noodzakelijk is. Dit is met name van belang omdat na beëindiging van een rampenplan de nazorgfase zal starten. Indien sprake is van in werking treden van het Deelplan Nazorg kan het SCP van toegevoegde waarde zijn als concrete uitwerking hiervan (afstemming vindt plaats in het SOCA-team). In situaties, waarin feitelijk het in werking treden van beide plannen wel gewenst/noodzakelijk wordt geacht, wordt door de gemeente een andere vertegenwoordiger aangewezen dan de burgemeester (in de regel de locoburgemeester). Ook de politie kan een andere vertegenwoordiger kiezen voor het SOCA-team (in de regel de plaatsvervangend districtschef of chef basiseenheid). De ‘nieuwe’ vertegenwoordiger moet wel een directe lijn hebben met de burgemeester (idem voor de politie). In zo’n situatie dat een rampenplan (GHOR) en het SCP tegelijkertijd in werking zouden kunnen treden is afstemming noodzakelijk. Enerzijds omdat het (deels) dezelfde partijen betreft en anderzijds om dubbelingen en “in elkaars vaarwater zitten” te voorkomen. Dit kan het geval zijn in een situatie waarbij rampenplan (inclusief Deelplan Nazorg) niet alle relevante partijen omvat. Uitvoering van het SCP kan zich dan op deze ketenpartners richten. In zo’n situatie dient nauwkeurig in de gaten te worden gehouden dat beide “samen opgaan” en zaken worden afgestemd. Hoofdverantwoordelijkheid voor deze afstemming en dit “samen opgaan” ligt bij de burgemeester. Hierbij is ook van belang dat de burgemeester zaken overdraagt/terugkoppelt aan de loco-burgemeester(s) en ook afstemt met de wethouders wat betreft hun inhoudelijke portefeuille(s), zoals integratie, jeugd, evenementen.
4.5
Beschrijving van de operationele strategie
SOCA-team Centrale plaats in het functioneren van het Sociaal Calamiteiten Plan vormt het SOCA-team (Sociaal Calamiteiten Team). De basis van dit Sociaal Calamiteiten Plan wordt gevormd door de Lokale Driehoek aangevuld met de organisatie(s), die ten aanzien van de vorm en aard van de sociale calamiteit. De burgemeester geeft aan wie hij naast de leden van de Lokale Driehoek aan het SOCA-team toegevoegd wil hebben. De samenstelling ziet er dan ook als volgt uit: -
De gemeente (burgemeester): voorzitter
-
De politie (teamchef)
17
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
-
Gebiedsofficier van Justitie
-
Overige partners
Het SOCA-team wordt vanuit de gemeente ondersteund door: -
Een ambtenaar van het team veiligheid of een ambtenaar van de betrokken afdeling, bijvoorbeeld onderwijs of welzijn (als ambtelijk secretaris)
-
Een communicatieadviseur
Vervanging bij afwezigheid wordt binnen de betrokken organisatiestructuur geregeld.
Initiatief bijeenroepen SOCA-team Door (minimaal) één van de SOCA-teamleden kan besloten worden om het SOCA-team bijeen te roepen. Hiervoor heeft ieder SOCA-teamlid de volgende argumenten:
-
Een directe aanleiding
-
Een incident (dreigend, reëel, al dan niet in een eerdere reeks)
-
De gevolgen voor en/of te verwachten maatschappelijke onrust
-
Op basis van ontvangen signalen.
Het tijdstip van dit bijeenroepen van het SOCA-team is afhankelijk van de gesignaleerde ernst en urgentie van de situatie. In principe wordt dit per situatie – en in eerste instantie – bepaald door degene die het team bijeenroept. Dit kan inhouden dat op korte termijn een afspraak wordt gemaakt, maar ook dat direct overleg noodzakelijk is. Afspraken en afstemming hierover vindt plaats in oefensituaties en vormt ieder keer vast onderdeel van evaluatie achteraf.
Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming (BOB) Op basis van één van de bovengenoemde drie punten vindt er door het SOCAteam de volgende procedure plaats: Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming (BOB). Dit proces kan leiden tot één van de volgende acties: -
Op basis van BOB wordt besloten dat er vanuit het SOCA-team gezamenlijke interventies moeten worden gepleegd (op basis van ernst, omvang, aard, tijd en media-aandacht)
-
Op basis van BOB wordt besloten om aanvullende noodzakelijke informatie te verzamelen door het raadplegen van (één van) de actoren binnen het lokale netwerk van Roosendaal (zie hoofdstuk 3).
18
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Zo kan bijvoorbeeld de leider van het kernteam GHOR worden geconsulteerd (door de burgemeester). -
Op basis van BOB heft het SOCA-team zichzelf op (aard, omvang en verwachten van incident behoeft geen interventie)
-
Op basis van BOB wordt besloten om het incident door derden te laten oppakken. Het SOCA-team geeft hierbij aan welke organisatie dat zou moeten zijn.
-
Na ieder besluit van het SOCA-team (behalve in het geval van de opheffing van het SOCA-team of wanneer het incident door derden wordt opgepakt) vindt het proces Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming plaats. BOB is derhalve een cyclisch proces. Het is aan te bevelen om de uitkomsten van BOB vanaf het begin in een besluitenlijst vast te leggen.
Teneinde effectief in staat te zijn om BOB goed uit te kunnen voeren, dient door het SOCA-team gebruik te worden gemaakt van het werkprotocol BOB (zie bijlage 3).
Uitvoering van gekozen plan van aanpak Naar aanleiding van de voorgaande stap stelt het SOCA-team een plan van aanpak op om noodzakelijke korte en lange termijn interventies te plegen. Voor het plan van aanpak geldt de volgende format:
Actie
Invulling
Ja/nee
Wat moet worden aangepakt Hoe moet dit worden aangepakt
19
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Resultaat Deadline resultaat Alternatieven Directe doelgroep Indirecte doelgroep Wie is verantwoordelijk voor uitvoering plan van aanpak Publieksvoorlichting Mediavoorlichting Monitoring Evaluatie Rol SOCA-team Terugkoppeling naar SOCA-team
Ieder overleg van het SOCA-team in de uitvoeringsfase wordt vastgelegd door de ondersteuning vanuit de gemeente en onder verantwoordelijkheid van de veiligheidscoördinator. Hiervoor geldt het volgende format:
Besluit
Wie verantwoordelijk
Tijdstip uitvoering besluit
a b c … z
Nazorg en evaluatie In het SCP wordt een onderscheid gemaakt tussen nazorg (terugkeren naar status quo) en de evaluatie van plan van aanpak. Tijdens het laatste SOCAteamoverleg wordt besproken welke actoren nog acties moeten ondernemen om de maatschappelijke onrust op de korte, middellange of lange termijn te bestrijden. In principe is dit een verantwoordelijkheid van de desbetreffende lokale actoren en is het geen verantwoordelijkheid meer van het SOCA-team (tenzij het SOCA-team hierover anders beslist). Immers, de uitvoering van het plan van aanpak heeft geresulteerd in de bestrijding van de sociale calamiteit. Het tweede resultaat van de laatste bijeenkomst (evaluatie) van het SOCA-team is tweeledig: -
Een korte mondelinge evaluatie door SOCA-teamleden en eventueel de aangeschoven lokale partijen
-
Het besluit om een verantwoordelijke te benoemen voor de integrale evaluatie (in de regel is dit de gemeente)
20
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
4.6
Communicatie
In het SCP wordt een onderscheid gemaakt tussen drie vormen van externe communicatie: •
Communicatie richting slachtoffers, daders en verwanten
•
Communicatie richting lokale bevolking (publieksvoorlichting)
•
Communicatie richting media (mediavoorlichting)
Communicatie tussen actoren ten behoeve van informatiedeling, besluitvorming en monitoring wordt beschouwd als crisiscommunicatie. Bij het opstellen van een plan van aanpak, besluit het SOCA-team tevens over wie verantwoordelijk is voor publieksvoorlichting en/of mediavoorlichting. Hierbij gelden voor zowel publieks- als mediavoorlichting de volgende richtlijnen: -
Doel van communicatie
-
Doelgroep van communicatie
-
Inhoud en stijl
-
Woordvoerderschap
-
Tijdstippen
-
Monitoring effect communicatie
Uiteraard is er ook aandacht voor interne communicatie. Netwerkpartners en ambtenaren (zoals medewerkers van publieksvoorlichting, balies en de informatie op de website), dienen ook te worden ingelicht. In de bijlage 2 is een checklist Communicatie en voorlichting in crisissituaties opgenomen.
5
5
Bron: R.Witte, M.Veenstra, K.Schram & F.Kors, Interetnische Spanningen. Een Draaiboek, Den Haag: SDU, 2003, p.108-111 en bijlage 1.
21
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
5
Implementatie SCP
5.1
Inleiding
Ieder plan van aanpak draagt het risico in zich om “in een la te verdwijnen”. Dit risico is extra groot als zo’n plan van aanpak zich vooral richt op situaties, waarvan op het moment van besluitvorming en vaststelling niet direct sprake is. Voor een Sociaal Calamiteiten Plan geldt dit dubbel. De werking van een Sociaal Calamiteiten Plan is ook alleen door praktijkervaring te controleren, te optimaliseren en continue te actualiseren en bij te stellen. Aangezien sociale calamiteiten (hopelijk) geen “alledaagse kost” zijn, moet praktijkervaring veelal opgedaan en behouden worden door oefeningen en 6 andere activiteiten om het plan “levend” te houden.
5.2
Implementatieplan van SCP
In dit Sociaal Calamiteiten Plan worden voorstellen gedaan om het SCP “levend” te houden, praktijkervaring op te doen en het plan zelf – zo nodig – te actualiseren. De vijf voorstellen zijn:
A. Minimaal één keer per jaar wordt een oefening van enige relevante omvang en bepaalde aspecten van het Sociaal Calamiteiten Plan georganiseerd. Coördinatie hiervan ligt bij de bestuursondersteuner Openbare orde en veiligheid/calamiteitencoördinator. Bij elke oefening speelt het SOCA-team een actieve rol. Bij de oefening kan gedacht worden aan: •
Een oefening na inbreng van één van de SOCA-teamleden van een fictief (dreigend) incident. Hierbij kan de oefening beperkt blijven tot werking van het SOCA-team.
•
Een oefening vanuit het SOCA-team, waarin beeld- en oordeelsvorming centraal staat. Hierin kan de oefening zich richten op het verkrijgen van noodzakelijk geachte signalen, beelden, feiten vanuit – in die casus – relevante ketenpartners (buiten het SOCA-team).
•
Een oefening, waarin beeld- en oordeelsvorming vooraf zijn gerealiseerd en waarbij actie zich richt op het besluiten tot aanpak en uitzetten van daaruit voortvloeiende activiteiten door derden.
6
Uitgangspunt hierbij is dat deze activiteiten worden beschouwd als integraal onderdeel van de professionalisering en taakopvatting van betrokken ketenpartners.
22
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
B. Een jaarlijkse bijeenkomst organiseren met betrokken professionele instanties, instellingen en organisaties. Hierbij kunnen één of twee betrokken partijen uitgenodigd worden om “hun kant van het werk” tijdens aanpak incidenten en/of maatschappelijke onrust belichten in een presentatie. Daarbij kunnen ook hun mogelijke knelpunten, succesfactoren, e.d. in de aanpak aan de orde worden gesteld. Ook kan hierbij eventueel expliciet worden ingegaan op één of meerdere samenwerkingsverbanden en/of voorzieningen die een rol (kunnen) spelen in de aanpak van incidenten en maatschappelijke onrust. Ook kan een externe worden uitgenodigd, bijvoorbeeld een burgemeester die met een sociale calamiteit (zoals brand islamitsiche basisschool Uden) te maken heeft gehad. Doel is enerzijds deskundigheidsbevordering voor andere betrokken partijen en anderzijds bespreking achtergrond en functie/functioneren van het SCP.
C. Verschillende activiteiten zijn te ontwikkelen om in toenemende mate een geactualiseerd inzicht te verkrijgen in de verschillende netwerken, waarover SCP-partners beschikken. Tijdens deze activiteiten – bijvoorbeeld per SCPpartner, per werkgebied of per wijk/buurt – is in kaart te brengen hoe de verschillende netwerken er uitzien, elkaar overlappen, en welke “witte plekken” er eventueel (nog) bestaan. Vervolgens kan worden bekeken of hierop nadere actie moet worden ondernomen in het kader van de effectiviteit van het SCP. Bijvoorbeeld omdat - bepaalde groepen of signalen niet (voldoende) zullen worden opgevangen - in bepaalde situaties, waarvoor het SCP bedoeld is, leemtes kunnen optreden bij effectieve aanpak - specifieke communicatie vereist is - e.d.
D. Het spreekt voor zich dat een evaluatie plaatsvindt wanneer het Sociaal Calamiteiten Plan in praktijk is gebracht. De werking van het SCP moet achteraf goed geëvalueerd worden. In de eerste gevallen waarin dit nadrukkelijk het geval is, verdient het de voorkeur deze werking achteraf gedegen te (laten) evalueren. Ook kan op enig moment een evaluatie plaatsvinden op basis van situaties, waarin geen voorvallen zijn aangemeld en het SCP dus niet in werking is getreden. Deze evaluatie richt zich dan met name op de gemaakte afwegingen om niet tot het bijeenroepen van het SOCA-team is besloten. E. Naast deze implementatieactiviteiten kan bekeken worden op welke wijze over dit SCP gecommuniceerd met de verschillende ketenpartners en andere verbanden.
23
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Bijlage 1 SCP-partners
7
Mogelijk te betrekken ketenpartners bij sociale calamiteiten Organisatie/instelling Gemeente Roosendaal
Wijkplatforms en dorpsraden
Voorgestelde contactpersoon (functie) Wijkmanagers Teamleider Veiligheid, Toezicht en Handhaving Afdelingshoofd Leefomgeving Afdelingshoofd Dienstverlening Voorzitters wijkplatforms- en dorpsraden
Ondernemersverenigingen
Voorzitters ondernemersverenigingen
Binnenstadsvereniging Collectief Roosendaal
Manager binnenstad
Verenigingen (sport, cultuur)
Voorzitters verenigingen
Scholen en overkoepelende schoolbesturen
Besturen en Directeuren
Woningstichting Aramis Allee wonen
Directeur
Het PUNT
Manager
SIW/Zuidwester
Manager
Huisartsen
Arts
Fransiscus Ziekenhuis
Voorzitter Raad van Bestuur
Bureau Slachtofferhulp
Directeur Veiligheidshuis
Maatschappelijke opvang voorziening
Lokatiemanager Roosendaal
GGZ/WNB
Directeur/regiomanager
GGD
Directeur/districtsmanager
Bureau Jeugdzorg
Regiomanager
Raad voor de Kinderbescherming
Regiomanager
Veiligheidshuis BOZ
Directeur Veiligheidshuis
Bureau Halt
Directeur
Politie Roosendaal
Teamchef Roosendaal
Openbaar Ministerie Breda
(Hoofd)officier van justitie
7
Hier worden slechts de ketenpartners en de functies van de voorgestelde contactpersonen genoemd. Na besluitvorming over het SCP zal met betrokken instanties nog nader worden overlegd óf alle betrokken instanties hierin zijn opgenomen en óf de genoemde functies ook de juiste contactpersoon is in het kader van dit SCP. Bij de nadere uitwerking van het SCP wordt een apart kaartje met de namen en bereikbaarheidsgegevens ontwikkeld en met regelmaat geactualiseerd.
24
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Reclassering Nederland
Regiomanager
Turkse Welzijnsstichting Ontmoetingscentrum
Lokatiemanager
Overige instellingen zie www.wegwijsroosendaal.nl
Mogelijk te betrekken ambtelijke samenwerkingsverbanden Samenwerkingsverband
Contactpersoon (functie)
Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Binnenstad Roosendaal
Medewerker beleid en organisatie
Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad Roosendaal
Medewerker beleid en organisatie
Overleg jeugd en veiligheid
Projectleider Jeugd en Sociale Veiligheid
Overleg Ambtenaren Openbare Veiligheid District BoZ
Ambtenaar Openbare Veiligheid
Hulpverlenings casusoverleg (HCO)
HCO-coordinator/Veiligheidshuis
Justitieel Casusoverleg Jeugd
Parketsecretaris Openbaar Ministerie/Veiligheidshuis
Justitieel Casusoverleg Volwassenen
Parketsecretaris Openbaar Ministerie/Veiligheidshuis
GGD Crisisdienst
Directeur GGD
Traverse (Maatschappelijk werk)
Directeur
Mogelijk te betrekken bestuurlijke samenwerkingsverband Samenwerkingsverband
Contactpersoon (functie)
Districtelijke driehoek Bergen op Zoom
Burgemeester Roosendaal/ambtelijk secretaris
Bestuur Veiligheidshuis
Voorzitter stuurgroep
25
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Bijlage 2 Checklist Communicatie 1. Formuleer doelen Formuleer helder welke doelen met crisiscommunicatie bereikt moeten worden. Communicatie is een belangrijk (sturings-)instrument wanneer zich (gewelddadige) incidenten voordoen tussen groepen binnen de lokale gemeenschap. Het gaat daarbij meestal om twee doelen: 1.
Informeren van de bevolking en andere belangrijke doelgroepen over het incident
2.
Bekendmaken van maatregelen van de gemeente
2. Formuleer strategie Ten tijde van sociale calamiteiten stellen mensen hoge prijs op informatie. Deze informatie moet open, eerlijk en betrouwbaar zijn, feitelijk juist en toegespitst op de ontvanger. Voor de communicatiestrategie is het belangrijk een onderscheid te maken tussen het feitelijke risico op een sociale calamiteit en het beleefde risico. Een goed instrument om tot de juiste communicatiestrategie te komen is het 8 zogenoemde crisiscommunicatiekruispunt :
8
Bronnen: M.Petit, De impact van incidenten, overheidscommunicatie rond incidentele gezondheidsrisico’s, Erasmus Universiteit Rotterdam, juni 2003, zoals geciteerd in F.Vergeer, Het formuleren van een communicatiestrategie tijdens een crisis, Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie, 2007
26
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
3. Formuleer doelgroepen Benoem zo concreet mogelijk •
Welke functies tot de verschillende doelgroepen behoren
•
Middels welke communicatiemiddelen en –kanalen zij het best benaderd kunnen worden (zie ook punt 5 t/m 8, hieronder)
•
Waar zij te vinden zijn (adressen, telefoonnummers, e-mailadressen) Interne doelgroepen
Externe doelgroepen
-
bestuur
-
de bevolking
-
bestuurders instellingen
-
-
professionals
slachtoffers, daders en hun verwanten
-
medewerkers van de ambtelijke organisaties
-
media
4. Stel een voorlichtingsteam samen Het is van groot belang dat juiste en feitelijke informatie wordt verstrekt over eventuele incidenten. De politie is hiervan als eerste direct betrokkene goed op de hoogte. Betrek daarom ook de voorlichter van de politie in het voorlichtingsteam. In sommige situaties verdient het de voorkeur – in relatie tot vereiste en aanwezige ervaring, deskundigheid, e.d. – om bijvoorbeeld een externe communicatiedeskundige erbij te betrekken (bijvoorbeeld vanuit ‘hogere overheid’). Benoem duidelijke taken en verantwoordelijkheden.
27
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Benoem een coördinator, die zorgt voor verspreiding en terugkoppeling van informatie binnen het voorlichtingsteam. Deze coördinator is ook permanent aanwezig bij samenkomsten van het SOCA-team SCP.
Voorbeeld Functie
Naam
Taken
Hoofd Voorlichting Persvoorlichter Publieksvoorlichting Interne voorlichter Voorlichter Politie Ondersteuning
5. Informeer het bestuur en medewerkers van de ambtelijke organisatie Hoewel men snel geneigd is om de voorlichting vooral te richten op de externe doelgroepen, moeten ook de interne doelgroepen van voorlichting niet worden vergeten. Het bestuur is verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen over de te volgen voorlichtingsstrategie en (beleidsmatige) gemeentelijke reacties op het incident. Ook bepaalde ambtenaren zullen daarbij worden betrokken (bijvoorbeeld jeugdbeleid, openbare orde en veiligheid). Het is daarom van belang dat het bestuur en ambtenaren goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de crisissituatie. Omdat deze belangrijke interne doelgroepen nog wel eens worden vergeten in crisissituaties is het raadzaam de interne voorlichting een eigen plaats te geven in het voorlichtingsteam. Denk hierbij ook aan de medewerkers van publieksvoorlichting bij balies en telefoon, intranet en website.
6. Informeer bestuurders en professionals van relevante instellingen Het is heel waarschijnlijk dat bepaalde bestuurders en professionals, die in hun dagelijkse werk signalen opvangen, geconfronteerd worden met een geruchtenstroom en ontwikkelingen die mogelijk wijzen op (toename van) maatschappelijke onrust. Het is daarom van belang dat zij op de hoogte worden gebracht van de feiten rond een (potentieel) incident en van alle relevante ontwikkelingen daaromtrent, zoals stappen vanuit het SOCA-team SCP.
28
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Gedacht kan worden aan bestuurders en professionals werkzaam bij: •
OM
•
Onderwijs
•
Jongerenwerk
•
Jeugdzorg
•
GGD
•
Kerk/moskee
•
Sociaal-cultureel werk
•
Maatschappelijk werk
Ook – of juist ook – als deze partijen niet direct betrokken zijn bij de uitvoering van het Sociaal Calamiteiten Plan.
7. Informeer de bevolking Gewelddadige incidenten monden vrijwel altijd uit in het verspreiden van geruchten onder de bevolking. Deze geruchten wakkeren gemakkelijk ongefundeerde vermoedens aan en leiden tot onrust. Het is de taak van de functionaris Publieksvoorlichting om de geruchtenstroom in te dammen door de bevolking te informeren over feiten omtrent een incident en over genomen acties door het SOCA-team en andere betrokken partijen. Besef dat niet alle inwoners van de gemeente toegang hebben tot dezelfde communicatiekanalen. Formuleer daarom subdoelgroepen en bepaal hoe deze het beste kunnen worden geïnformeerd. Maak gebruik van bestaande communicatiekanalen en sociale verbanden.
Bevolkingsgroepen worden geïnformeerd via de volgende communicatiekanalen: •
lokale radio- en tv-zenders
•
lokale dag-, week- en huis-aan-huisbladen
•
sleutelfiguren binnen verschillende bevolkingsgroepen
•
bewonersverenigingen
•
zelforganisaties
•
scholen, kerken, moskeeën en andere religieuze instituten
•
een informatienummer
•
internet, gemeentesite
29
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
8. Informeer de pers De pers vervult in onze maatschappij een belangrijke en actieve rol, juist en zeker bij crisissituaties. De overheid gebruikt de pers om de overheidsdoelen te bereiken, maar andersom faciliteert de overheid de media ook om de doelstellingen van de pers te realiseren. Bedenk dat de media niet alleen zijn geïnteresseerd in de feiten met betrekking tot incidenten en onrust. Zij zijn ook op zoek naar achtergrondinformatie.
Zorg ervoor dat personen die de pers te woord staan zich neutraal opstellen en geen ‘partij kiezen’. Dat wil zeggen dat zij: •
zich niet laten verleiden tot ongefundeerde uitspraken of persoonlijke meningen over het incident of de betrokkenen;
•
geen oordelen uitspreken over de direct betrokkenen bij het incident.
•
Feitenbevestiging waar kan en empathie tonen
30
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
Formuleer de boodschap aan de pers zo helder mogelijk aan de hand van de 5 W’s: 1.
Wat is er gebeurd?
2.
Waar is het gebeurd?
3.
Waarom?
4.
Wie is de contactpersoon voor de pers?
5.
Wanneer en hoe is vervolginformatie verkrijgbaar?
6.
Warmte (empathie)
Pas in een later stadium wordt nadere toelichting gegeven over aspecten zoals: -
oorzaak,
-
schade,
-
gevolgen
Voor communicatie met de media kunnen verschillende communicatiemiddelen worden ingezet. De voorkeur gaat uit naar middelen waarbij een goede voorbereiding mogelijk is, zoals: •
persbericht (per post, fax, e-mail)
•
persconferentie
•
telefonisch of face-to-face interview
•
interview op radio en/of tv.
•
bewonersbrief, baliemedewerkers
8. Leg contact met (verwanten van) direct betrokkenen Na een incident is het van belang contact te zoeken met de direct betrokkenen. •
Toon respect en medeleven aan (verwanten van) slachtoffers door een hooggeplaatste vertegenwoordiger van de gemeente (bij voorkeur de burgemeester) een persoonlijk bezoek te laten brengen.
•
Zorg ervoor dat hij/zij zich niet laat verleiden tot ongefundeerde uitspraken of persoonlijke meningen over het incident of betrokkenen.
•
Zorg ervoor dat hij/zij geen beloftes doet omtrent gemeentelijke maatregelen die (mogelijk) niet kunnen worden waargemaakt.
31
Sociaal Calamiteiten Plan Gemeente Roosendaal
9. Media-analyse Tijdens een crisis wordt van een communicatieadviseur verwacht dat hij/zij de buitenwereld (en dan vooral de belevingswereld van de burgers) kent. Een media-analyse behoort tot de activiteiten hierbij. De media-analyse bestaat uit een analyse van de traditionele media en relevante internetsites. Door deze te analyseren ontstaat een beeld van de gepercipieerde werkelijkheid van de burger. Geanalyseerd wordt wat relevante media berichten over de (mogelijke) crisis en wat de reacties op deze berichtgeving zijn. Internetsites worden hierbij steeds belangrijker. De gemeente kan ook zelf een (mogelijkheid op de eigen) site openen, die ook oproept te reageren. Zo krijgt men een beeld van de beleving uit de eerste hand. Ook krijgt men zo een direct resultaat te zien van de uitkomsten van de eigen communicatiestrategie. Dit biedt weer mogelijkheden tot bijstelling, accentverschuiving, e.d.
32
Bijlage 3 Werkprotocol SOCA-team SCP (BOB) Ieder incident en iedere daaropvolgende (daarop voorafgaande) maatschappelijke onrust is uniek (zie hfst.2). Dit houdt ook in dat er geen standaardscenario’s zijn te geven over de te volgen handelingswijze bij bepaalde soorten/categorieën incidenten/ maatschappelijke onrust.
Met dit in het achterhoofd wordt in deze bijlage een werkprotocol gegeven van zaken, die in ieder geval door (leden van) het SOCA-team gehanteerd kunnen worden. Dit werkprotocol is onafhankelijk van het specifieke incident, de reële of te verwachten maatschappelijke onrust en/of de context waarin deze plaatsvinden.
Vooraf Voorafgaand aan en leidend tot het samenroepen van het SOCA-team nemen de SOCAteamleden – ieder afzonderlijk – het volgende eigen beeld-, oordeels- en 9 besluitvormingproces door:
9
Eén van de SOCA-teamleden kan door het doorlopen van dit proces komen tot het besluit om het SOCAteam bij elkaar te roepen. De anderen kunnen dit proces doorlopen voorafgaand aan de eerste bijeenkomst van dat SOCA-team.
33
Beeldvorming -
Wat is er gebeurd?
-
Hoe is het gesteld met maatschappelijke (on)rust?
-
Welke signalen hebben we ontvangen?
-
Kunnen we op basis van deze signalen een gedegen beeld van de situatie vormen?
Oordeelsvorming -
Wat en wanneer staat er (mogelijk nog) te gebeuren?
-
Wat zijn de (mogelijke) gevolgen voor maatschappelijke onrust?
-
Welke signalen worden opgevangen om één en ander te staven?
-
Hoe ernstig en urgent is de (te verwachten) situatie?
Besluitvorming -
Initiatief nemen om het SOCA-team bijeen te roepen?
-
Volstaan met nader informeren van SOCA-teampartners?
-
Andere acties?
-
Nadere informatievragen? Aan wie?
34
SOCA-team bijeen Ieder lid van het SOCA-team kan het initiatief nemen om dit team bijeen te roepen. Voorstel: Ter voorbereiding van de 1e bijeenkomst van het SOCA-team beantwoordt ieder e teamlid op één A4 de vooraf gestelde vragen (hierboven). Dit vormt de input van de 1 bespreking. e
1 SOCA-teambijeenkomst
Motivering -
Directe aanleiding
-
Incident (dreigend, reëel, al dan niet in een reeks)
-
Gevolgen voor en/of te verwachten maatschappelijke onrust
-
Basis van ontvangen signalen
e
1 reacties Andere SOCA-teamleden -
Aanleiding
-
Incident
-
Inschatting maatschappelijke onrust
-
Door hen ontvangen signalen
Naar een gedegen beeldvorming -
Welke inzichten/signalen ontbreken (nog) voor een juiste beeldvorming?
-
Bij wie kunnen gewenste inzichten/signalen worden verkregen?
-
Wat is ervoor nodig deze te ontvangen?
-
Wie neemt met wie contact op hiervoor (Bijv. consulteren van de leider van het kernteam GHOR)?
-
Deadline voor te ontvangen inzichten/signalen?
-
Afspraak (tijd en plaats) voor afronding beeldvorming
35
e
1 inschatting ernst/urgentie -
ernst
-
omvang
-
aard
-
in tijd
Afspraken over directe stappen -
Aard aanpak/actie van directe urgentie?
-
Door wie?
-
Wie regelt gewenste aanpak/actie door ‘derden’?
Tijdsonderbreking mogelijk
Afronding gedegen beeldvorming -
Wat is er gebeurd?
-
Is er sprake van een voorgeschiedenis?
-
Wat zijn reeds geconstateerde uitingen van maatschappelijke onrust?
Oordeelsvorming -
Wat staat er (mogelijk nog) te gebeuren?
-
Welke uitingen van maatschappelijke onrust zijn (nog) te verwachten?
-
Eventuele inschatting diverse scenario’s (“Als…., dan…..”)
-
Soorten uitingen maatschappelijke onrust
-
(Mogelijk) Betrokken groepen
36
Besluitvorming -
Wel of niet daadwerkelijk verder activeren van Sociaal Calamiteiten Plan?
-
Mogelijk: zeker stellen dat acties door andere ketenpartners of bijvoorbeeld een ander verband als rampenplan, deelplan Nazorg, e.d. in uitvoering zijn/worden gebracht.
-
Besluit over al dan niet noodzakelijk geachte uitbreiding van het SOCAteam?
-
Welke acties moeten worden ontwikkeld (zie hieronder)?
Acties -
Wat moet er worden aangepakt?
-
Welk resultaat moet hiermee worden behaald?
-
Wanneer moet het resultaat bereikt zijn?
-
Welke actie/activiteit moet hiertoe leiden?
-
Eventuele alternatieven?
-
Op wie is activiteit gericht?
-
Wie moet activiteit uitvoeren?
-
Wie regelt dat eventuele ‘derde’ partij deze activiteit uitvoert?
-
Afronding afspraken over activiteit (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realiseerbaar, Tijd)
-
Afspraken over monitoring/terugkoppeling/evaluatie
-
Wie (uit het SOCA-team) coördineert dit?
-
Voor wanneer vindt terugkoppeling in SOCA-team plaats?
Afronding 1e bijeenkomst
37
Communicatie -
Communicatiedoelen
-
Doelgroepen
-
Communicatie-inhoud en –stijlen
-
Woordvoerderschap
-
Tijdstippen
-
(zie Bijlage 2)
Afspraken vervolgsessie -
Wanneer weer bij elkaar?
-
Communicatie SOCA-teamleden tussentijds?
-
Belangrijkste bespreekpunten tijdens vervolgsessie?
-
Waar?
Verslaglegging Het spreekt voor zich dat tijdens de bijeenkomsten van het SOCA-team verslaglegging wordt gerealiseerd. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Overigens verdient het de voorkeur verslaglegging te beperken tot een gedegen besluiten-/ afsprakenlijst (Let wel: ook van besluiten rond beeld- en oordeelsvorming!). Dit geldt evenzeer voor de eventuele vervolgsessies.
38
e
2 en vervolgsessies
e
Bespreking verslag/besluitenlijst 1 bijeenkomst
Afspraken en acties -
Is de actie van het SOCA-teamlid uitgevoerd?
-
Heeft dit geleid tot gewenste uitvoering door ‘derden’?
-
Is gewenste resultaat (al) zichtbaar?
-
Op welke signalen is deze constatering gebaseerd?
-
Is aanpassing/ andere aansturing/ alternatief gewenst of noodzakelijk?
Is uitbreiding van het SOCA-team gewenst?
Noodzaak tot andere actie(s) -
Signalen die voor andere acties pleiten?
-
Welke resultaten moeten daarmee bereikt worden?
-
Welke activiteit moet hiertoe leiden?
-
Zijn er alternatieven?
-
Wie moet actie uitvoeren?
-
Wie stuurt dit vanuit het SOCA-team aan?
-
SMART-afspraken
-
Communicatieaspecten
Communicatie -
Terugkoppeling communicatieacties per doel, doelgroep, inhoud, stijl en tijdstippen
Vervolgafspraken
39
Laatste bijeenkomst SOCA-team
Beeldvorming -
Wat zijn de feiten met betrekking tot •
aanleiding
•
afgesproken acties
•
(gewenste en gerealiseerde) resultaten?
-
Hebben we de gewenste en noodzakelijke signalen/ inzichten op tot een afgewogen beeldvorming te komen?
-
Zijn afspraken en activiteiten uitgevoerd?
-
Hoe is de communicatie verlopen?
Oordeelsvorming -
Hebben activiteiten tot gewenste resultaten geleid?
-
Waar liggen knelpunten?
-
Heeft communicatie bijgedragen tot deëscalatie?
-
Hoe is communicatie tussen SOCA-teamleden en tussen SOCA-team en ‘derden’ verlopen?
Besluitvorming -
Kan worden teruggekeerd naar situatie voor SCP?
-
Verbeterafspraken (+ terugkoppeling uitkomsten)
-
Opheffen werking SCP
-
Verslaglegging, dossiervorming en archivering (bij gemeente)
40
Bijlage 4 Realisatieproces SCP Roosendaal In opdracht van burgemeester Niederer is in 2011 een aanvang gemaakt met de opstelling van een SCP naar voorbeeld van de Gemeente Weert. Dit plan zal worden besproken en zonodig worden aangevuld -
binnen de lokale driehoek gemeente Roosendaal
-
binnen het overleg ambtenaren openbare veiligheid district Bergen op Zoom
-
binnen het driehoeksoverleg district Bergen op Zoom
-
binnen de gemeenten district Bergen op Zoom
Dit plan zal ter kennisname worden toegezonden aan de in dit plan genoemde partners.
41