12-02-2013
Samenwerkingsovereenkomst Vlaams Gewest – gemeenten/steden/provincies Centraal Aanspreekpunt Lokale Overheden
SO-mailing - 12 februari 2013 - Nr.1 1. SO 2008-2013: indiening rapportering 2012 via MJP 2013 tegen 1 april 2. Thema Instrumentarium/Bodem: MMIS: Webloket Gemeentelijke Inventaris 3. Thema Water: lijst gedoogde producten 2013 4. Thema Water: evaluatie pesticidengebruik 5. Thema Afval: start OVAM-afvalstoffenenquête 6. Thema Afval: milieuvriendelijke voorbeeldevenementen 7. Thema Afval: erkende kringloopcentra in cijfers 8. Oproep: duurzame wijkontwikkelingsprojecten gezocht voor begeleiding 9. Vormingsaanbod Vlaamse Kennis- en Vormingscentra voor Natuur & Milieu 10. Studiedag groen speelweefsel op 14 maart in Hasselt 11. Recente uitbetalingen
1. SO 2008-2013: indiening rapportering 2012 via MJP 2013 tegen 1 april Tegen 1 april 2013 verwachten wij het milieujaarprogramma 2013. Hierin rapporteren de gemeenten en provincies over de uitvoering van de basis en het onderscheidingsniveau van de SO in 2012. Het rapporteringsdossier dient u digitaal in op cd-rom. Dit dossier bestaat uit:
•
index versie MJP 2013 (in Excel);
•
milieujaarprogramma 2013;
•
collegebeslissing;
•
advies van de milieuraad.
Meer informatie over de indiening van het milieujaarprogramma vindt u op de website onder de rubriek Procedures > Rapporteren Basisniveau Onderscheidingsniveau.
2. Thema Instrumentarium/Bodem: MMIS: Webloket Gemeentelijke
Inventaris Zorgen dat risicogronden geïnventariseerd en onderzocht worden, blijft een sleuteldoelstelling voor het bodembeleid. Via het nieuwe webloket voor gemeenten kunnen essentiële gegevens beter uitgewisseld worden. Op 8 november 2012 werden de gemeenten door de OVAM op de hoogte gebracht van de lancering van dit webloket. De uitwisseling van de gegevens in het webloket gebeurt voortaan in twee richtingen :
•
de gemeente krijgt toegang tot informatie uit het Grondeninformatieregister, met digitale beschikbaarheid van bodemattesten (*);
•
de OVAM krijgt toegang tot de Gemeentelijke inventaris.
Het webloket biedt nog andere voordelen voor de gemeenten:
•
een correcte aflevering van bodemattesten zorgt meteen voor betere informatie aan de burger;
•
schadegevallen en meldingen van bodemverontreiniging kunnen online aan de OVAM gemeld worden;
•
door een koppeling met het Kadaster worden de kadastrale gegevens periodiek geactualiseerd en zichtbaar gemaakt.
Verder kan de OVAM via het webloket nuttige informatie verspreiden aan de gemeenten. Er is alvast een koppeling met de Risico-inrichtingen Tool (RIT: een handig hulpmiddel bij het bepalen van de Vlarebo-rubriek) en met het geoloket voor OVAM bodemdossierinformatie (GIS-toepassing met een overzicht van alle bodemdossiers in Vlaanderen) voorzien. Ook actuele brochures (vbn: 'Schadegevallen', 'Periodieke Onderzoeksplicht') kunnen via het webloket vlot verspreid worden. De gemeenten blijven verantwoordelijk voor het beheer van de Gemeentelijke Inventaris in het webloket. De gegevens kunnen door de gemeenten te allen tijde worden aangevuld of gewijzigd:
•
via manuele ingave;
•
via het programma van een softwareleverancier;
•
via een omzettings-programma: sjabloon van Access-databank, Excel- en Calcgegevens voor de omzetting naar een csv-bestand.
OVAM blijft alert voor softwarematige behoeften die er kunnen zijn, om zo samen te kunnen werken aan de meest praktische oplossing om de reeds beschikbare informatie via het webloket (XML-formaat) uit te wisselen. Gemeenten moeten de Gemeentelijke Inventaris ten laatste tegen 31 december 2013 bezorgen. Voor de evaluatie van de Samenwerkingsovereenkomst geldt deze deadline enkel voor de risicogronden met een Vlarem-vergunning, omdat deze cruciaal zijn voor een efficiënte opvolging van de periodieke plicht. Het is echter zeker nuttig om ook de gegevens uit de oudere ARAB vergunningen met OVAM uit te wisselen. OVAM kan dan ook voor deze gronden op het bodemattest vermelden dat het over risicogronden gaat. Vragen van de notaris over risicogronden kunnen zo ook vlot en consistent beantwoord worden. De bescherming van een toekomstige eigenaar is een hoeksteen van het Bodemdecreet en een goede Gemeentelijke Inventaris is hiervoor onmisbaar. Voor meer informatie kan u terecht bij de OVAM via
[email protected] of bij de infolijn bodem (T 015 284 459). (*) Als een bodemattest digitaal beschikbaar is, wordt het getoond van zodra het handelt over een grond opgenomen in een OVAM dossier of indien de grond opgenomen is in de gemeentelijke
inventaris. Enkel het laatste verstuurde bodemattest wordt getoond. Bodemattesten zijn steeds digitaal beschikbaar indien ze afgeleverd zijn vanaf 2012. Ook een belangrijk deel van de bodemattesten afgeleverd in de jaren daarvoor zijn digitaal beschikbaar. De OVAM werkt aan een verdere digitalisering om de bodemattesten afgeleverd voor 2012 beter beschikbaar te maken.
3. Thema Water: lijst gedoogde producten 2013 De openbare besturen die kiezen voor een stapsgewijze afbouw van het gebruik van pesticiden, mogen niet alle erkende producten gebruiken. Jaarlijks wordt in januari de lijst gepubliceerd met de gedoogde producten, dit zijn de nog toegestane pesticiden. De lijst van gedoogde producten focust op gewasbeschermingsmiddelen en is gebaseerd op een risico-evaluatie van de gewasbeschermingsmiddelen die rekening houdt met de impact op mens en milieu. De erkende gewasbeschermingsmiddelen staan gerangschikt per toepassing en zijn dan geordend van weinig tot veel impact op mens en milieu. Houd ook voor ogen dat vanaf 1 januari 2015 in principe geen gewasbeschermingsmiddelen meer gebruikt mogen worden behalve bij afwijkingen. Nieuwe accenten in de lijst van 2013:
•
Aan de lijst van niet-gedoogde producten werden de producten toegevoegd van de gevarencategorie T (producten met gevarensymbool doodshoofd).
•
Gezien de impact van bepaalde insecticiden en acariciden op nuttige insecten zoals bijen, hommels en zweefvliegen, moet u vanaf dit jaar het gebruik van deze producten onmiddellijk melden aan de Vlaamse Milieumaatschappij. U kunt de melding ook reeds doorsturen vooraleer u het product gebruikt.
De melding bevat volgende gegevens: 1. het product met het erkenningsnummer; 2. de noodzaak van het gebruik van het insecticide of acaricide; 3. de reden waarom geen niet-chemische bestrijdingsmethoden kunnen gebruikt worden; 4. datum van gebruik, of voorziene periode van gebruik, doses en voorziene hoeveelheid. U kunt hiervoor mailen naar
[email protected] met als onderwerp:Melding gebruik insecticide of acaricide. De gebruikte hoeveelheden rapporteert u ook in de jaarlijkse rapportage via de online inventaris.
4. Thema Water: evaluatie pesticidengebruik De evaluatie van het productgebruik gebeurt op twee punten: 1. aard van de gebruikte producten (gedoogd/niet gedoogd); 2. verminderen van het gebruik. 1. Aard van de gebruikte producten Enkel de producten die ‘gedoogd’ zijn mogen gebruikt worden in open terrein. In het jaar dat het product op de 'niet gedoogde lijst' komt, mag het wel nog toegepast worden (om de voorraad op te maken). Aandachtspunten:
•
Voor de chemische bestrijding van de bruine rat worden rodenticiden gebruikt, dit zijn biociden. Voorbeelden van rodenticiden zijn niet opgenomen op de lijst van
gedoogde producten. Er wordt wel omschreven welke producten toegelaten zijn. Enkele voorbeelden van rodenticiden die gebruikt worden voor de bruine ratbestrijding in open terrein en die niet gedoogd zijn: FATAL PASTA, TARGET, STORM BB, FRAP, MULOXYL GB.
•
Bij het ingeven van de gebruiksgegevens moet ook aangegeven worden op welk terrein het product toegepast wordt. Producten hebben slechts een erkenning voor specifieke toepassingen. Let dus op op welke terreintypes u de producten gebruikt of laat gebruiken. Een voorbeeld is BOFIX. Dit product heeft een erkenning voor gebruik op o.m. braakliggend terrein, maar niet voor gebruik in houtige gewassen of op verhardingen. De lijst gedoogde producten geeft duidelijk aan voor welke toepassing het product erkend is.
2. Vermindering van gebruik In het evaluatiecriterium staat ook vermeld dat het pesticidengebruik teruggedrongen moet worden. Bij de evaluatie van 2011 werd dit aspect voor het eerst meegenomen. De gebruikscijfers van de gemeente van 2010 en 2011 werden vergeleken. In de evaluatiefiche van het milieujaarprogramma 2012 is de gebruiksklasse van de gemeente opgenomen. Gemeenten met een aanzienlijke stijging in hun pesticidengebruik t.o.v. 2010 en waarvan de hoeveelheid gebruikte stof in klasse 4 of 5 ligt, kregen een afkeuring voor dit onderdeel. Klasse 0: geen gebruik Klasse 1: gebruik ligt lager dan 10 kg actieve stof Klasse 2: gebruik gelegen tussen 10 en 25 kg actieve stof Klasse 3: gebruik gelegen tussen 25 en 50 kg actieve stof Klasse 4: gebruik gelegen tussen 50 en 100 kg actieve stof Klasse 5: gebruik hoger dan 100 kg actieve stof
Figuur : Aantal gemeenten en het jaarlijks pesticidengebruik van 2010 verdeeld per klasse
5. Thema Afval: start OVAM-afvalstoffenenquête De jaarlijkse OVAM-afvalstoffenenquête peilt naar kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van het gemeentelijk afvalstoffenbeleid. De informatie is nodig om het afvalstoffenbeleid in Vlaanderen op te volgen. Deze bevraging is echter ook voor de gemeente een nuttig instrument dat kan helpen bij de evaluatie van het gevoerde lokaal afvalstoffenbeleid. Ook dit jaar verloopt de OVAM-afvalstoffenenquête volledig digitaal, zowel de “Online Afvalstoffen Enquête” voor de cijfergegevens als de “Bijlage 1: Gemeentelijk
afvalstoffenbeleid” voor de meer kwalitatieve gegevens. Vanaf 15 februari 2013 kan u de afvalstoffengegevens van het jaar 2012 invullen via Online Afvalstoffen Enquête. De enquête kan u indienen tot 1 april 2013. U ontvangt binnenkort ook een brief (inclusief bijlagen) van de OVAM met meer informatie en richtlijnen. De enquêtegegevens vormen ook de rapportering van de SO 2008-2013 , thema Afval (zie Hoofdstuk 2 van de contracttekst en Bijlage Rapportering). De informatie over acties en maatregelen met betrekking tot afvalpreventie, hergebruik, selectieve inzameling, restafval en illegaal ontwijkgedrag zal gebruikt worden bij de evaluatie van de rapportage 2012. Bijlagen zijn beperkt tot de verwerkingsattesten van bermmaaisel en niet voor hergebruik geschikte ruimingsspecie (indien van toepassing) en het contantbelastingsreglement. Deze bezorgt u digitaal aan de OVAM via
[email protected].
6. Thema Afval: milieuvriendelijke voorbeeldevenementen De OVAM zoekt organisatoren van milieuvriendelijke evenementen die zich kandidaat willen stellen als voorbeeldevenement 2013. De OVAM geeft advies en financiële steun om van het evenement een afvalarm en milieuvriendelijk evenement te maken. Organisatoren kunnen zich nog kandidaat stellen tot en met 1 maart 2013. Voor meer informatie kunt u terecht op www.ovam.be > beleid > evenementenbeleid > afvalarme evenementen.
7. Thema Afval: erkende kringloopcentra in cijfers In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst kan een gemeente een overeenkomst afsluiten met een erkend kringloopcentrum. Deze actie valt onder het onderscheidingsniveau van het thema Afval. Een goed beleid van en opvolging door de lokale besturen waarbij de opdrachten verdeeld worden onder meerdere partijen geeft de beste resultaten voor alle partijen op langere termijn. Dit is ook gebleken uit een proefproject van 2 centra dat uitwijst dat er nog winst te behalen is door samenwerking met de parkwachter van de containerparken. Samenwerking, begeleiding en opleiding in producthergebruik en een betere selectie op hergebruik zal resulteren in meer producthergebruik aan de bron. De 31 kringloopcentra met ongeveer 113 winkels in Vlaanderen haalden 59.935 ton goederen op in 2011, of ongeveer 9,5 kilogram per inwoner. De klassieke methode, goed voor 73 procent van de inzameling, primeert nog altijd. Daarbij worden goederen naar het centrum gebracht of opgehaald aan huis. De top drie van de productgroepen bestaat uit afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), meubelen en textiel. Die goederen worden winkelklaar gemaakt door 3.479 voltijdse medewerkers, inclusief vrijwilligers en bezoldigde medewerkers uit de sociale economie. De verkoop van tweedehandse goederen door de Kringwinkels steeg in 2011 tot 25.359 ton of 4,32 kilogram per inwoner. Meubelen, textiel en huisraad worden het meest verkocht. In 2011 kregen de Kringwinkels 4.364.018 betalende klanten over de vloer. Doelstelling jaarlijks 5 kilogram per inwoner hergebruik tegen 2015 Dit is het resultaat van een verdere professionalisering. Zo is er het Kringwinkelbeleid en het gespecialiseerd netwerk van Revisiecentra, met een eigen energielabel voor tweedehandse elektrische en elektronische toestellen. Om de doelstelling van 5 kilogram per inwoner hergebruik tegen 2015 te halen, werken de centra innovatieve projecten uit. Enerzijds worden de inzamelmethodes uitgebreid, waarbij een goede samenwerking met en de vergoeding van de lokale besturen essentieel zijn om deze dienstverlening aan de burgers te blijven garanderen op lange termijn. Anderzijds onderzoeken ze ecodesignconcepten met tweedehandse materialen en dienstverlening op maat van en voor bedrijven zoals projecten met gebruikt hout, textiel en kunststoffen. De levensduur van materialen en grondstoffen worden zo verlengd. Het Vlaams Materialenprogramma biedt nieuwe mogelijkheden. De kringloopcentra kunnen door hun expertise en ervaring met materialen een schakel worden in de nieuwe
materialenkringlopen. Ook kunnen ze bijkomende taken uitvoeren in opdracht van lokale besturen en bedrijven. De centra dragen bij tot een duurzame consumptie met levensduurverlenging van producten en materialen via de opleiding en tewerkstelling van laaggeschoolden. Via sensibilisering en communicatiecampagnes bereiken ze consumenten over heel Vlaanderen en dragen ze het concept ook uit naar het buitenland. Het verslag over de resultaten van 2011 zal vanaf maart beschikbaar zijn op de www.ovam.be / afval en materialen > sorteren en recycleren > kringloopwinkels. Voor meer informatie kunt u terecht bij Veroniek Lemahieu (
[email protected], T 015 284 315)
8. Oproep: duurzame wijkontwikkelingsprojecten gezocht voor begeleiding Het Netwerk Duurzame Wijken is al enkele jaren actief in Vlaanderen. Het is een initiatief van de Vlaamse Overheid in het kader van het transitieproces duurzaam wonen en bouwen (DUWOBO) dat de ontwikkeling van duurzame wijken en wijkherwaardering wil versnellen. Het netwerk zoekt momenteel 5 projecten voor een begeleidingstraject op maat. Meer informatie over het netwerk en de oproep vindt u op www.duwobo.be. Inschrijven kan tot 18 februari.
9. Vormingsaanbod Vlaamse Kennis- en Vormingscentra voor Natuur & Milieu De drie Vlaamse Kennis- en Vormingscentra voor Natuur en Milieu van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, beter gekend als De Helix, De Vroente en De Nachtegaal, hebben hun krachten gebundeld. Een ruim en gevarieerd aanbod aan vormingen en activiteiten is het aantrekkelijke resultaat. Met dit aanbod willen zij u ideeën aanbieden en stimuleren om op een boeiende manier praktijkgerichte activiteiten op te zetten. Bovendien krijgt u heel wat suggesties en nuttige informatie mee over het thema en de praktische toepasbaarheid op uw concrete situatie. Bent u als team van een NME-centrum, een natuur- en milieuvereniging, een lerarenopleiding, een milieudienst, een jeugddienst, een kinderopvangcentrum … geïnteresseerd in alles wat te maken heeft met natuur en milieu. Als u een zinvolle invulling zoekt voor een studiedag, een vorming in het kader van Milieuzorg Op School, een milieudag, een activiteit voor leerkrachten, natuurouders, NME-ers, … dan vindt u in de brochure vast en zeker de nodige inspiratie. Belangrijk is dat zij deze workshops op vraag aanbieden op een locatie naar uw keuze. Zij rekenen €100 aan voor de syllabus en de verplaatsingskosten van de lesgever. Een vorming in één van de centra is gratis. In het voorjaar voorziet De Helix 2 vormingen in het centrum over het gebruik van GPS bij natuureducatie op 15 mei 2013 en over Biotoopstudie grasland op 5 juni 2013. Meer informatie hierover vindt u op de website van De Helix.
10. Studiedag groen speelweefsel op 14 maart in Hasselt Kinderen spelen. Maar buiten spelen in het groen blijkt in de woonomgeving van kinderen van vandaag niet meer zo vanzelfsprekend. In het project ‘Spelen en ravotten in Limburgs groen’ ontwikkelden de provincie Limburg, Kind & Samenleving, De Ambrassade (vroeger Steunpunt Jeugd), het Agentschap voor Natuur en Bos en BOS+ praktische instrumenten voor gemeenten. Hiermee willen zij gemeenten ondersteunen en aanmoedigen om werk te maken van een goed weefsel van groene speelplekken om kinderen (opnieuw) kansen te bieden op dagelijks speels contact met de natuur. Maak kennis met deze instrumenten, visie en aanpak op de gratis studiedag in Hasselt op 14 maart 2013. Zet het speelweefsel in je gemeente letterlijk op de kaart met de gratis Interactieve Speelweefsel Kaart of kies voor praktische toepassing tijdens een excursie in de stad.
Praktische informatie:
•
Donderdag 14 maart 2013 van 09u30 tot 15u30 in VAC Hasselt (vlakbij het station)
•
Meer informatie en inschrijven op www.groenspeelweefsel.be
11. Recente uitbetalingen Gemeenten:
•
Projectrapportering minawerkers 2011 (week 3 december & 10 december & 17 december)
•
Projectrapportering april en oktober 2012 particuliere dossiers thema Water hemelwaterinstallaties/infiltratievoorzieningen (week 17 december en week 24 december)
•
Projectrapportering april 2012 particuliere dossiers thema Natuur groendaken (week 17 december & week 7 januari)
•
Projectrapportering april 2012 (week 17 december 2012 & 24 december 2012 & week 14 januari)
•
Eindsaldo 2011 basis en onderscheidingsniveau (week 24 december)
•
Projectrapportering oktober 2012 deel 1 (week 14 januari & week 21 januari)
Provincies:
•
Projectrapportering april 2012 (week 17 december en week 24 december)
•
Projectrapportering oktober 2012 deel 1 (week 14 januari & week 21 januari)
Vragen of opmerkingen op deze nieuwsbrief? Laat iets weten aan
[email protected]. In- en uitschrijven kan door een mail te sturen naar
[email protected]. De SO-mailing is een elektronische nieuwsbrief van de Afdeling Milieu-integratie en – subsidiëringen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, tel. 02 553 80 39, fax 02 553 80 55,
[email protected] - www.lne.be/samenwerkingsovereenkomst v.u.: J.-P. Heirman, Secretaris-generaal, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)