Jan Briers Provinciegouverneur Oost-Vlaanderen
© Bart Cloet
Slim samenwerken
“Een goede samenwerking leidt tot een optimale dienstverlening” We leven in een veeleisende maat schappij. Burgers hebben ook steeds hogere verwachtingen. Ze eisen – terecht – een efficiënte, snelle en adequate dienstverlening van de overheid. Veel lokale besturen proberen door samenwerking met andere besturen hun bestuurskracht te verhogen. Zo proberen ze te voldoen aan de steeds hogere verwachtingen van hun burgers, maar ook van de verschillende hogere overheden… Meer samenwerking tussen gemeenten is positief, het leidt in vele gevallen ook effectief tot een verhoogde bestuurskracht. Het is echter belangrijk om het overzicht niet te verliezen van de samenwerkingsinitiatieven waaraan de gemeente deelneemt. De relatie tussen gemeenten onderling en met niet minder dan drie of soms vier overheden - de federale, Vlaamse, provinciale en soms Europese overheid - maakt het voor de lokale besturen niet eenvoudig om op korte én lange termijn de juiste beslissingen te nemen. Het is dan ook de uitdaging om aan de ene kant de samenwerking tussen gemeenten te versterken en te ondersteunen, en aan de andere kant ervoor te zorgen dat die samenwerking gebeurt op een transparante, efficiënte en democratische wijze.
De Ronde van Oost-Vlaanderen In Oost-Vlaanderen vindt momenteel een ‘culturele’ Ronde plaats. Tijdens die Ronde bezoeken de gouverneur, de gedeputeerden en een aantal topambtenaren op drie jaar tijd elk van de 65 Oost-Vlaamse gemeenten. Bij deze werkbezoeken zetten zowel de gemeenten als de provincie thema’s op de agenda: ruimtelijke ordening, milieu, cultuur, water, sociale projecten, veiligheidsinitiatieven, communicatie… En hoewel elke gemeente eigen specifieke agendapunten heeft, blijkt telkens dat er een grote cohesie is met de provincie. Dat leiden we af uit de grote vraag vanuit de gemeenten om (nog meer) samen te werken met de provinciale administratie. Overigens noemen we het een ‘culturele’ Ronde omdat elk werkbezoek aan een cultureel evenement is gekoppeld. Zo krijgen ook de inwoners de kans om de ronde mee te beleven.
//////// Jan Briers: “Een gouverneur is een bruggen bouwer, anders is hij geen goed gouverneur. Hij bouwt die bruggen niet alleen tussen de lokale, provinciale, Vlaamse en federale bestuursniveaus. Ook met de administraties zijn hechte(re) samenwerkings verbanden nodig.”
Stuur 15
Casestudies Het belang van samenwerken wordt duidelijk gemaakt aan de hand van vier cases: Regioscreening, Parkbos, Gentse Kanaalzone en Bekkenbesturen. Het zijn stuk voor stuk projecten waarbij de samenwerking met diverse partners cruciaal is en bovendien een ‘conditio sine qua non’ om te slagen.
1 | Regioscreening De doelstelling van de regioscreening is te komen tot een vereenvoudiging van de talrijke ‘intermediaire structuren’ tussen het lokale en het centrale overheidsniveau. De regioscreening dient uiteindelijk uit te monden in territoriale gebiedsomschrijvingen waarin zowel de Vlaamse overheid, de provincies, de gemeenten en andere intermediaire structuren zich maximaal kunnen inschrijven. De oefening van de gebiedsdekkende regioscreening verloopt bottom-up. De opbouw van de regioscreening gebeurt van onderuit, met andere woorden vanuit de lokale besturen (gemeente en OCMW).
Sint-Laureins
Beveren Sint-GilisWaas
Assenede Maldegem
Eeklo
Kaprijke
Wachtebeke Moerbeke
Waarschoot Knesselare
Zomergem
Nevele
Deinze Zulte Kruishoutem
Lochristi Gent
Waasmunster
Lokeren
Berlare St-M.Latem De Pinte Melle Wetteren Wichelen Merelbeke Lede Nazareth St.-LievensOosterzele Gavere Houtem Erpe Mere Zingem
Maarkedal Kluisbergen Ronse
Brakel
Zottegem
Herzele
Haaltert Ninove
Lierde Geraardsbergen
Kruibeke Temse
Uit de regiotafels blijkt vooral dat de lokale besturen overtuigd zijn van het nut van samenwerking. Maar er is geen consensus over het bereiken van vaste gebiedsomschrijvingen waarin lokale besturen in dezelfde constellatie voor dezelfde materies kunnen samenwerken. De besturen zijn het er over eens dat de samenwerkingsverbanden de bestuurskracht verhogen. Verder zijn ze ervan overtuigd dat samenwerking zowel de effectiviteit als efficiëntie van hun bestuur ten goede komt.
Waarom samenwerken? Grensover schrijdende mate ries inzake mobiliteit, natuur en milieu, onderwijs, waterlopen, toerisme, … op een bovenlokaal niveau aanpakken.
Delen van gespe cialiseerde ken nis en ervaring van ambtenaren op het vlak van ICT, stedenbouw, …
Boeken van efficiëntiewinsten door gemeen schappelijk aankoopbeleid.
Hamme
Zele
Destelbergen Laarne
Zwalm Wortegem- Oudenaarde Petegem Horebeke
16 Stuur
Sint-Niklaas
Evergem
Lovendegem
Aalter
Stekene
Zelzate
In een eerste fase (de inventarisatie) zijn alle samenwerkings verbanden die lokale besturen aangaan met andere besturen (met gelijkaardige lokale besturen of op initiatief en met participatie van provincie, Vlaamse of federale overheid) in kaart gebracht. Na het afronden van de inventarisatie is begin 2013 de evaluatie fase opgestart. Deze fase verliep via overleg met politieke en ambtelijke vertegenwoordigers van de lokale besturen, onder leiding van de gouverneurs.
Dendermonde Buggenhout Lebbeke Aalst
Denderleeuw
//////// Jan Briers: “Het is de taak van een gouverneur om conflicten aan te pakken, te ontmijnen en bij te sturen waar nodig. En ik doe dat graag in alle stilte, liefst heel discreet dus.”
2 | Het Parkbos Het Parkbos is een lang uitgestrekt gebied van De Pinte over Sint-Martens-Latem tot in Gent. Het stadsbos van 300 hectare maakt deel uit van een groter project: een 1.200 hectare groot stedelijk landschapspark. Hiermee is het Parkbos het grootste stadsbos in Vlaanderen. Naast een uitgebreide bebossing wordt het volledige projectgebied ook recreatief ingericht, beter ontsloten voor zachte recreanten, landschappelijk opgewaardeerd en de actieve landbouw ver duurzaamd. Bij zo een integraal project zijn samenwerking en over leg sleutelwoorden. Het betreft dan ook een samenwerking tussen alle betrokkenen: overheidsactoren en private actoren, gaande van landbouwers en eigenaars tot buurtbewoners, Vlaamse, provinciale en lokale overheden, recreanten,... De coördinatie van het project gebeurt door de gouverneur, bijgestaan door een ondersteunende projectcoördinator. De stuurgroep wordt voorgezeten door de gouverneur. Hierin zijn de actoren vertegenwoordigd die het samenwerkingsakkoord hebben ondertekend, aangevuld met enkele projectspecifieke actoren. Zij zetten de strategische lijnen van het project uit en beslissen over de vooruitgang van de verschillende deelprojecten. Zij bewaken ook de communicatie en de financiële opvolging.
© ANB/Griet Buyse
Stuurgroep
Voorzitter: gouverneur PARTNERS Agentschap voor Natuur en Bos Vlaamse Landmaatschappij Provincie Oost-Vlaanderen Stad Gent Gemeente De Pinte Gemeente Sint-Martens-Latem
PROJECTSPECIFIEKE ACTOREN Aankoopcomité Gent 1 Agentschap Wegen en Verkeer Departement Mobiliteit en Openbare Werken Waterwegen en Zeekanaal
Het projectbureau is het operationeel team en doet de dagelijkse opvolging van de verschillende deelprojecten. Het projectbureau staat in voor de communicatie en bereidt de werkgroepen voor. De verschillende werkgroepen werken de specifieke deel projecten uit. Hier nemen ook partners aan deel die het samen werkingsakkoord niet ondertekend hebben (bv. het agentschap Onroerend Erfgoed). De klankbordgroep bestaat uit afgevaardigden van midden veld organisaties, buurtbewoners, leden van adviesraden van de betrokken gemeenten, landbouwers, … Ze worden actief betrokken bij de inrichtingsvoorstellen van de verschillende deel gebieden, adviseren de stuurgroep maar hebben geen beslissingsrecht.
Project bureau
Stuur groep
Klank bord groep
Werk groepen
Een samenwerkingsakkoord tussen de partners verbindt de partners tot de uitvoering van het project en vormt dus de basis voor de samenwerking. In dit samenwerkingsakkoord zijn de grote strategische lijnen van het project uitgezet maar staan ook de financiering en de communicatie uitgetekend. Naast dit algemeen samenwerkingsakkoord zijn er nog specifieke akkoorden voor de uitvoering van deelprojecten De realisatie van de fietsbruggen is hierbij één van de voornaamste.
//////// Jan Briers: “We stellen vast dat de partners op een efficiënte en vlotte manier samenwerken. Omwille van de complexiteit van de verschillende deelprojecten is het noodzakelijk dat de verschillende partners hun activiteiten afstemmen op elkaar. Dat gebeurt met respect voor ieders eigenheid. Er is een goede verstandhouding tussen de partners en actoren en de betrokkenheid is bijzonder. Bovendien streeft iedereen naar eenzelfde globale doelstelling.”
Meer informatie: www.parkbos.be
Stuur 17
3 | De Gentse Kanaalzone Al 20 jaar lang timmert het Project Gentse Kanaalzone gebiedsgericht aan een evenwicht tussen economische ontwikkeling en leef baarheid. Tot 20 jaar geleden ontwikkelde de Gentse kanaalzone zich ‘op zijn Vlaams’. Haven en industrie konden zich niet op ordentelijke wijze ontwikkelen. Ze konden evenmin steunen op een breed draagvlak bij de lokale bevolking die nochtans haar brood verdiende in en rond de haven. Het regende conflicten, tussen bewoners en bedrijven, tussen de verschillende overheden en geen enkel plan kwam nog tot realisatie. Het is vanuit die problematiek dat toenmalig gouverneur Herman Balthazar en de provincie Oost-Vlaanderen een “geïntegreerd gebiedsgericht project “ hebben opgestart. Ze brachten de publieke en private spelers samen met als absolute prioriteit de ontwikkeling van een heldere ruimtelijke visie. Jaren later ligt die visie, zeg maar structuurplan, er. Het plan bevat breed gedragen afspraken over waar kan worden gewerkt en waar kan worden gewoond. Het formuleert maatregelen over de manier waarop de leefbare woondorpen zullen worden versterkt. Maar het bevat ook hoe je omgaat met de onleefbare woonlinten, gehuchten, … Kunnen die nog blijven of moeten ze verdwijnen? Om dat structuurplan klaar te krijgen én om het uit te voeren, is er een samenwerkingsverband op poten gezet: Project Gentse Kanaalzone. Bestuurders, bewoners, bedrijven en middenveld krijgen er elk hun plaats. Op te starten projecten en nakende
conflicten worden binnen het netwerk bediscussieerd en uitgepraat, want dat is het Project Gentse Kanaalzone in feite, een netwerk.
Bedrijven
Haven bedrijf
Actie groepen
Overheid
Project Gentse Kanaal zone
Bewoners
20 jaar later mogen de resultaten er zijn. Via ruimtelijke uitvoerings plannen krijgen bewoners en bedrijven rechtszekerheid. Tal van acties zorgen voor leefbare dorpen. De dorpskernen worden niet alleen heringericht en gevrijwaard van doorgaand vrachtverkeer, er worden ook “koppelingsgebieden” rondom de dorpen aangelegd: kwaliteitsvolle buffers tussen industrie en woondorpen, vooral om de overgang tussen werken en wonen wat zachter te maken en het landschap wat te verbeteren. Ook aan de mobiliteit wordt gedacht: de R4 rondom de haven wordt aangepakt.
//////// Jan Briers: “De Gentse Kanaalzone is een veld vol tevreden spelers, want de wil om samen te werken is er. Al 20 jaar lang werken diverse partners er intensief aan havenontwikkeling.”
Meer informatie: www.gentsekanaalzone.be
Hypothese van gewenste ruimtelijke structuur kanaalzone
18 Stuur
4. Bekkenbesturen De gouverneur is voorzitter van drie bekkenbesturen en covoorzitter van twee bekkenbesturen die Oost-Vlaanderen rijk is. Hij is dan ook nauw betrokken bij het integraal waterbeleid. Daarnaast is hij ook belast met het overleg en de samenwerking met de besturen van naburige landen en gewesten, en de provincies West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Antwerpen. Overleg tussen de betrokken beleidsdomeinen is noodzakelijk. Dat overleg krijgt daarom een belangrijke plaats in de schoot van de bekkenbesturen. Ook de bevolking krijgt een stem in de aanpak van de waterproblemen. Zo wordt kennis, die verspreid zit bij verschillende instanties en individuen, optimaal benut. De bedoeling ervan is te komen tot een plan dat op de medewerking kan rekenen van zoveel mogelijk betrokkenen.
(W&Z), Agentschap Natuur en Bos (ANB), enz.) en de provincies, krijgen ook de lokale besturen hier structureel ruimte voor overleg en input. Deze besprekingen kunnen resulteren in gebiedsgericht en thematisch overleg waarbij de relevante actoren inspraak krijgen, op een flexibele en doelgerichte wijze.
//////// Jan Briers: “In mijn eerste werkjaar als gouverneur moest ik gelukkig nog niet als ‘crisismanager’ bij een overstromingsramp optreden. Maar de coördinatie van en de vlotte samenwerking met de gemeenten bij de storm en het springtij in december 2013 waren alvast een mooie voorproef.”
Vlaams Gewest
Polders en Wateringen
Bekken bestuur
Provincie
Gemeente
Elk bekkenbestuur bestaat uit een algemene bekkenver gadering en een bekkenbureau. In deze organen zijn de ver schillende bestuursniveaus vertegenwoordigd. • Het Vlaamse Gewest wordt vertegenwoordigd via de beleids domeinen leefmilieu en waterbeleid, landinrichting en natuurbehoud, openbare werken en mobiliteit, ruimtelijke ordening, landbouwbeleid en zeevisserij, economie. Deze vertegenwoordiging gebeurt op ambtelijk niveau. De bevoegde minister duidt deze vertegenwoordiging aan. • Elke provincie, wiens grondgebied deel uitmaakt van het bekken, is in beide organen vertegenwoordigd via een mandataris. • Elke gemeente, wiens grondgebied gelegen is in het bekken, is vertegenwoordigd in de algemene bekkenvergadering. In het bekkenbureau zijn de gemeenten vertegenwoordigd pro rata van 1 gemeentelijke afgevaardigde per 25 gemeenten. • De polders en wateringen zijn vertegenwoordigd in de algemene bekkenvergadering. In het bekkenbureau zetelt er een vertegenwoordiger voor de polders en wateringen. Via deze vertegenwoordiging is er binnen deze overlegstructuren ruimte voor overleg en samenwerking. Naast de administraties die het Vlaamse Gewest vertegenwoordigen (onder andere de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Waterwegen en Zeekanaal
Staten-Generaal ‘Slim Samenwerken’ Jan Briers: “Als gevolg van mijn ervaring en de rol die ik kan spelen in de hierboven beschreven vormen van samenwerking tussen besturen en over heids niveaus, en ook vanuit de overtuiging dat we in Oost-Vlaanderen nog veel meer en beter kunnen samenwerken, zet ik momenteel een ‘Staten-Generaal’ op het getouw met als onderwerp ‘slim samenwerken’. Op 21 maart 2014 nodig ik de lokale politici en ambtenaren uit om hen inspiratie en enthousiasme aan te reiken, aan de hand van praktijkgetuigenissen. Zo kunnen ze bij het verder exploreren van mogelijkheden tot een meer intensieve samenwerking op lokaal niveau komen. De bedoeling is uiteraard om de burger een nog betere dienstverlening te kunnen aanbieden. Als er belangrijke struikelblokken zijn die gemeenten nu beletten om die samenwerking te realiseren, dan wil ik die graag vernemen en meenemen als beleidsaanbeveling naar de volgende Vlaamse en federale regeringen.” ||||
Stuur 19