LEVEN IN EEN KROTTENWIJK
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Harry de Ridder Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, Big Photo, Oikos, Oxfam Novib, VN, Unicef.
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar onder meer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: krottenwijk Het wachtwoord is: project003
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD Wat is een krottenwijk
pag. 1
Hoe ontstaat een krottenwijk?
pag. 2
Problemen Werkloosheid, ongeschoolde arbeid en kinderarbeid Ziektes Water en sanitair Geweld Ligging bemoeilijkt hulp
pag. 3 pag. 3 pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 5
Dagelijks leven in een krottenwijk Kibera (Nairobi in Kenia) Uitweg uit de armoede Soweto (Johannesburg in Zuid-Afrika) Toerisme Dharavi (Mumbai in India) Threes Anna Sanitatie Verschil tussen ’binnen’ en ’buiten’ Rocinha (Rio de Janeiro in Brazilië) Favelatoerisme Villa El Salvador (Lima in Peru) Vrouwen Problemen
pag. 6 pag. 6 pag. 8 pag. 9 pag. 10 pag. 12 pag. 14 pag. 15 pag. 15 pag. 17 pag. 19 pag. 21 pag. 23 pag. 23
Hoe kan het leven in krottenwijken verbeteren?
pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
WAT IS EEN KROTTENWIJK? Een krottenwijk, de naam zegt het al, is een wijk die (voor het overgrote deel) bestaat uit krotten. Een krot is volgens het woordenboek: een oud, vervallen huis. Dat klopt wel voor de Nederlandse situatie, maar niet voor de Derde Wereld. Een krot daar hoeft helemaal niet oud te zijn. Een krot is in een ontwikkelingsland vaak een kleine woning, gemaakt van niet-stevig, goedkoop bouw- of afvalmateriaal. Karton of golfplaten. Het bijzondere van een krot is dat er geen architect of bouwbedrijf aan te pas komt. Mensen bouwen hun eigen huis zelf of met hulp van vrienden en familieleden, meestal zonder bouwvergunning. Een krottenwijk bestaat dan ook vaak uit een grote verzameling van illegaal gebouwde kleine huizen. Huizen staan kris kras door elkaar of gescheiden door smalle steegjes. Vandaar de andere naam die je vaak tegenkomt: sloppenwijken; een slop is een smalle steeg, een nauwe doorgang tussen huizen.
Als je dit ziet, snap je waarom we van een 'sloppenwijk' spreken; er is nauwelijks ruimte tussen de huizen.
Ongeveer één op zeven mensen ter wereld heeft geen behoorlijk dak boven zijn of haar hoofd. In totaal gaat het om een miljard mensen. Ongeveer 10% heeft helemaal geen dak boven het hoofd: de zogeheten daklozen. Meer dan honderd miljoen mensen op de wereld leven en slapen op straat, in portieken, onder bruggen, op akkers of gewoon in de openlucht. 900 Miljoen anderen leven in krottenwijken, waarvan 250 miljoen in Zuid-Azië. In Afrika ten zuiden van de Sahara leeft naar schatting 70% van de stedelijke bevolking in krottenwijken. In Latijns Amerika is dat 30%. Van die 900 miljoen krottenwijkbewoners zijn er 100 miljoen kind. In dit informatiepakket kijken we hoe een krottenwijk ontstaat (pag. 2). We nemen de problemen die je in elke krottenwijk ter wereld tegenkomt onder de loep (pag. 3). We gaan na hoe we het leven van krottenwijkbewoners zouden kunnen verbeteren (pag. 24). Maar centraal staat het dagelijkse leven in een krottenwijk. We nemen een kijkje in de krottenwijken van vijf steden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika (vanaf pag. 6). 1
HOE ONTSTAAT EEN KROTTENWIJK? Een krotten- of sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die geen normale woning kunnen krijgen, meestal vanwege grote armoede. Ze ontstaan vaak bij een grote stad omdat daar mensen naartoe trekken op zoek naar werk. In de stad heeft alles zijn prijs. Op het platteland moet je moeite doen om aan brandhout en water te komen, maar het is er wel gratis. In de stad moet je er (veel) voor betalen aan de verkopers. Je eten haal je niet van je akker, maar koop je in de winkel. De bouwmaterialen voor je huis moeten betaald worden. In de stad heb je dus voor alles en nog wat geld nodig. En dat is niet altijd gemakkelijk te vinden. Er zijn heel veel kandidaten voor de officiële banen in de fabrieken of bij de overheid. En de mensen van het platteland hebben daar meestal de diploma's niet voor. Bovendien missen ze de 'kruiwagens', de juiste vrienden of familieleden om aan banen te komen. De meesten van hen vinden dus ongeschoold werk: lasten sjouwen, schoenen poetsen, of in allerlei spullen handelen. De lonen voor ongeschoold werk zijn echter erg laag. Er komen iedere dag 170.000 stedelingen in de wereld bij. Zoveel werk is er voor al die nieuwkomers niet. De nieuwelingen komen bijna vanzelf in zelfgemaakte krotten in de buitenwijken van de stad terecht (immers: geen werk is geen inkomen). Een normale woning kunnen ze zich niet veroorloven en dan bouwen ze hun eigen huis maar van alles wat ze kunnen vinden: bouwafval, sloopmateriaal, rondslingerend plastic, karton, golf- of asbestplaten. En eenmaal woonachtig in een krottenwijk, kom je er bijna niet meer uit. Kinderen die geboren worden in een krottenwijk blijven meestal hun leven lang in die of een andere krottenwijk wonen. Er komen nog steeds nieuwe krottenwijken bij. Vaak besluiten de nieuwkomers gezamenlijk om een stuk braakliggend grond te bezetten, bijvoorbeeld van een grootgrondbezitter of van de gemeente. Ze zetten er snel hun tenten op en beginnen er hun krotten te bouwen in de hoop dat ze voorlopig met rust worden gelaten. Als zo'n bezetting maar lang genoeg duurt, wordt hun positie steeds sterker en wordt het steeds moeilijker om ze nog weg te krijgen. reden waarom in de beginfase een bewakingsploegje ´s nachts de ronde doet. Meteen na de bezetting worden de families vaak met buiten-sporig geweld van het landgoed verwijderd door de militaire politie, waarop een herbezetting volgt, enzovoort. Er wordt ook bikkelhard opgetreden bij demonstraties, optochten of bezettingen van openbare gebouwen. 2
In het Engels wordt een sloppen- of krottenwijk slum genoemd. In het Frans spreekt men van een taudis. In het Spaans en Portugees (de talen van Latijns Amerika) heet zo'n wijk een favela.
PROBLEMEN In een krottenwijk wonen veel arme mensen bij elkaar. En daar waar veel mensen op een klein oppervlak wonen, komen de problemen bijna als vanzelf. Werkloosheid, ongeschoolde arbeid en kinderarbeid Waar veel mensen wonen is er veel werk… Helaas is dit niet zo. De weinige betere baantjes worden vaak bezet door mensen die elkaar kennen (familieleden en vrienden van elkaar). Mensen in krottenwijken kunnen het zich niet veroorloven om geen werk te hebben (geen werk = geen inkomen). Zij zullen alles aanpakken om werk te vinden. Door het grote aanbod van werkzoekenden, worden ze vaak uitgebuit. Het werk dat er is, is ongeschoolde arbeid, die zwaar en ongezond is en weinig verdient. Protesteren helpt niet. Voor jou zijn er tien anderen. Om aan werk te komen moeten mensen vaak de krottenwijken verlaten. Het weinige loon dat wordt verdiend, gaat grotendeels weer op aan het reizen. Een meisje verkoopt vruchten op straat
Rio de Janeiro in Brazilië bijvoorbeeld zit vol met straatventers. Overal, op straat, op het strand, bij verkeerslichten, op iedere straathoek wordt je met hen geconfronteerd. Sigaretten, kauwgom, snoep, pinda's worden op straat verkocht. Grotere dingen, zoals zelfgemaakt speelgoed, geïmporteerde koopwaar, cd's en boeken worden op de stoep uitgestald. Eten wordt ook vaak ter plekke gefabriceerd. Een andere mogelijkheid is om muziek te maken en met de pet rond te gaan, te goochelen, balkunsten te vertonen, te dansen. Als je helemaal geen geld hebt om te investeren in voetbalshirts of sigaretten, of arm en hulpbehoevend of gehandicapt bent, dan ben je gedwongen te bedelen, te stelen (Rio heeft tientallen jeugdbendes) of jezelf te prostitueren. Volwassenen verdienen met ongeschoolde arbeid vaak zo weinig, dat ze ook hun kinderen moeten laten werken. En o wee als je werkloos of ziek wordt. Niet werken is niets verdienen. Een werkloosheidsuitkering of ziektegeld is er voor je niet.
Een open riool in een krottenwijk
Ziektes Krottenwijken zijn broeiplaatsen voor ziektes door allerlei onhygiënische omstandigheden. Vaak kennen ze geen riolering en doorgaans wordt het huisvuil niet opgehaald. Afvalwater loopt gewoon over straat of in open geultjes; spelende kinderen komen zo makkelijk in aanraking met allerlei ziektekiemen. 3
Op Gamarcho, de grootste vuilnisbelt van Latijns Amerika, werken ongeveer vierduizend mensen uit naburige sloppenwijken. Ze zoeken iets bruikbaars tussen het afval. Vaak moeten ze vechten met de aasgieren om eten. Op een ochtend konden de vuilnispikkers gratis koffie en broodjes krijgen als een groepje artsen ze mocht controleren op lepra. Gedurende enkele ochtenden ontdekte de Leprastichting maar liefst 48 nieuwe lepragevallen. Voor de kinderen organiseerde de stichting een paar weken later een poppenkasttheater. Op deze campagnedag kwamen acht ouders met kinderen die verdachte vlekken hadden. Alle acht hadden inderdaad lepra. Nanko van Buuren van de Lepra-stichting vertelt: “Als je in de favela’s werkt, kun je bijna niet om lepra heen. Ook al omdat het een ziekte is, die sterk gekoppeld is aan slechte leefomstandigheden. Daarbij komen de sociale gevolgen als lepra eenmaal is geconstateerd. Mensen worden gemeden of zelfs verstoten. Aanvankelijk probeerde de overheid dat weg te nemen door er een andere naam aan te geven. Lepra heet hier officieel de ziekte van Hansen. Deze aanduiding boezemt minder angst in. Maar het nadeel daarvan is dat mensen er vaak weer te lichtzinnig mee omgaan. ‘Een maandje wat pillen slikken en het zal wel weer over zijn’, denkt men. Het gevolg is dat veel mensen te vroeg stoppen met de behandeling. Na jaren komen de symptomen dan weer terug, met alle gevolgen van dien." Water en sanitair Door de steeds grotere trek naar steden, die toch al overbevolkt zijn, schieten voorzieningen als de waterleiding, riolering en het elektriciteitsnet steeds meer tekort. Zo leven bijvoorbeeld mensen aan de rand van Delhi in India illegaal onder een pijp waardoor drinkwater naar de stad wordt geleid. Dankzij het lekken van de pijp, hebben deze mensen toch nog water en nog gratis ook. Omdat steeds meer mensen de wereld bevolken is er ook steeds meer vraag naar water en sanitaire voorzieningen. Hierdoor stijgen de prijzen van het water. 4
Gratis water dankzij lekke pijpleidingen
Geweld Een van de grootste problemen in krottenwijken is het geweld. Huizen zijn dicht op elkaar gebouwd. Muren zijn dun en laten veel lawaai door. Je kunt letterlijk horen wat de buren zeggen. Dat bij elkaar op de lip zitten, kan tot conflicten leiden. Nog ernstiger is het geweld van criminelen. Krottenwijken zijn vaak no-go-areas voor politieagenten, gebieden waar ze zich liever niet wagen. Krottenwijken staan vaak onder controle van een criminele bende en vreemdelingen kunnen er niet zomaar in- en uitlopen. Een drugsbende bepaalt in zo’n geval de regels, de wetten van de regering hebben daar geen zeggingskracht. En wie iets doet wat de bende niet bevalt, is zijn leven niet meer zeker en kan maar beter de krottenwijk ontvluchten. Als de politie zich laat zien, is het met groot machtsvertoon. Agenten vallen met honderden tegelijk een krottenwijk binnen en schieten vaak op alles wat beweegt. Daarbij vallen vaak onschuldige slachtoffers onder volwassenen én kinderen die de pech hadden toevallig in de buurt te zijn. Smal steegje in een favela
Geweld tussen krottenwijkbewoners onderling en tussen krottenwijkbewoners en politie speelt zich vooral af in enkele grote krottenwijken in Latijns Amerika. We lichten dat verderop toe in het verhaal over het dagelijks leven in de krottenwijk Rocinha bij Rio de Janeiro in Brazilië (zie pag. 17). Maar ook in andere krottenwijken op andere plekken ter wereld telt een mensenleven niet en sterven er dagelijks duizenden kinderen en volwassenen door geweld. Ligging bemoeilijkt hulp Krottenwijken herken je ook doordat huizen dicht op elkaar gebouwd zijn. Mensen leven in smalle steegjes waar voertuigen (zoals ambulances en brandweerwagens) niet door kunnen. Als je ernstig ziek wordt of als er een brand uitbreekt, ben je aan de goden overgeleverd en hoef je niet te rekenen op hulp van buitenaf. Krottenwijken zijn vaak gebouwd op plaatsen waar anderen niet wilden wonen, tegen een steile helling aan bijvoorbeeld of aan de rand van een moeras. Bij natuurrampen als aardbevingen en orkanen zijn krottenwijkbewoners vaak de eerste slachtoffers.
Gebouwd tegen een steile helling. Onbereikbaar voor een ziekenauto of brandweerwagen.
5
DAGELIJKS LEVEN IN EEN KROTTENWIJK Hoe ziet het dagelijkse leven in een krottenwijk eruit? We gaan je dat laten zien aan de hand van verhalen van de bewoners van vijf krottenwijken in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Achtereenvolgens komen aan bod: 1) 2) 3) 4) 5)
De De De De De
krottenwijk krottenwijk krottenwijk krottenwijk krottenwijk
Kibera bij Nairobi, hoofdstad van Kenia (Afrika). Soweto bij Johannesburg in Zuid-Afrika (Afrika). Dharavi bij Mumbai in India (Azië). Rocinha bij Rio de Janeiro in Brazilië (Latijns Amerika). Villa El Salvador bij Lima, hoofdstad van Peru (Latijns Amerika).
Kibera (Nairobi in Kenia) Kibera is het Nubische woord voor 'bos'. Ooit was Kibera een bos, nu is het een verzameling van krottenwijken. Kibera bestaat uit negen officiële dorpen: Kianda, Soweto (= niet het beroemde Soweto uit Zuid-Afrika!), Gatwekera, Kisumu Ndogo, Lindi, Laini Saba, Siranga/Undugu, Makina en Mashimoni. Daarnaast maakt ook het niet-erkende dorp Railla deel uit van de verzameling krottenwijken die samen Kibera worden genoemd. Aan het hoofd van elk dorp staat een dorpsoudste. Kibera is maar vier vierkante kilometers groot. Naar schatting woont hier een miljoen mensen, een kwart van de bevolking van Nairobi! Toch is Kibera maar één van de 199 getelde krottenwijken in Nairobi. Het gemiddelde 'huis' in Kibera is 3 bij 3 meter groot. De meeste huizen hebben geen verdiepingen, een enkele heeft er een verdieping bovenop gezet. In een huis wonen gemiddeld vijf mensen, meestal in één kamer, met een aarden vloer en zonder ramen. Normale voorzieningen als water uit de kraan en een toilet ontbreken. Een toilet bestaat in Kibera doorgaans niet meer dan uit een gat in de grond buiten, waarvan zo'n vijftig tot vijfhonderd mensen gebruik maken. Vliegende toiletten Kibera is beroemd en berucht voor zijn 'vliegende toiletten'. In de armste delen van de krottenwijk moeten de bewoners in hun wanhoop hun toevlucht nemen tot het gebruik van plastic zakken, die ze bij wijze van toilet mee naar huis nemen. Die worden vervolgens dichtgeknoopt en zo ver mogelijk weggeworpen. Dagelijks ploffen er duizenden van deze 'vliegende toiletten' neer in de hele krottenwijk. Je kunt je voorstellen welke enorme gezondheidsrisico's deze vliegende toiletten met zich meebrengen. En tijdens het regenseizoen kan het soms zo hard regenen dat de straten overstromen en je tussen de drollen door moet stappen. 6
Het drinkwater wordt in Kibera aangevoerd door plastic pijpen die langs afwateringskanalen lopen. Deze kanalen vervoeren afval en rioolwater naar een rivier in een nabije vallei om uiteindelijk in het Nairobi Meer uit te komen. Zowel de rivier als de het meer worden gebruikt voor recreatie (zoals zwemmen) en als bron (voor baden en kleren wassen). De plastic pijpen zijn breekbaar en gaan vaak kapot. Ze worden met tape of ander materiaal zo goed en kwaad als het kan weer in elkaar gezet zonder dat ze schoongemaakt zijn; zo zijn ze een prima bron voor ziektes als cholera en tyfus. De open kanaaltjes, die meestal een onbeschrijfelijke stank veroorzaken, zijn een goede broedplaats voor malariamuggen. "Zo'n 50 tot 60% van de problemen die we hebben, komen voort uit de rampzalige hygiënische condities", zegt Muiya Albamas, een gezondheidswerker. De krotten zijn illegaal neergezet en de grondeigenaren zijn niet verplicht om voor welke dienst dan ook te zorgen: geen wc's, geen water, geen elektriciteit, geen vuilophaaldienst, geen fatsoenlijke wegen, open stinkende riolen. Gezondheidsorganisaties als Amref-Vliegende Dokters leggen latrines aan om het verschijnsel 'vliegende toiletten' tegen te gaan. Amref heeft er 62 aangelegd in een jaar tijd, maar ze zijn een druppel op de gloeiende plaat. Alleen al in Laini Saba, een van de tien dorpen die samen Kibera vormen, zijn er meer dan 4.000 nodig voor alle inwoners.
Een inwoner uit Kibera op de vlucht met zijn belangrijkste bezittingen
De overige problemen hebben te maken met geweld. Van tijd tot tijd zijn er etnische conflicten tussen de Nubiërs die oorspronkelijk uit Soedan komen en de volken uit Kenia die in Kibera hun toevlucht hebben gezocht. Op 4 december 2001 liep een conflict tussen enkele Nubiërs en Luo's (een volk in Kenia) over de hoogte van de huur uit de hand. Een week lang waren er hevige rellen in Kibera. De hele dag door hoorde je geweerschoten, er werd met machetes (grote kapmessen) gezwaaid, huizen werden in brand gestoken en veel krottenwijkbewoners sloegen op de vlucht. Toen na een week de kruitdampen waren opgetrokken, waren er minstens vijftien mensen gedood.
7
Geweld, maar dan op kleinere schaal, komt er ook van bedelaars en gauwdieven, vaak niet ouder dan en jaar of 11 of 12. Als het donker wordt, gaan ze op pad om te bedelen of te stelen. Je kunt dan maar beter niet in hun buurt zijn, vooral niet als het regent. De regen op de golfplaten daken maakt zo'n lawaai dat je kunt schreeuwen wat je wilt, maar er is niemand die je hoort. Overdag laten de gauwdieven het uit hun hoofd om iets te stelen van medebewoners. Als ze betrapt worden, vormen de krottenwijkbewoners één front en lynchen ze de dief (meestal door een autoband om hem heen te gooien en die in brand te steken). Vertrouwen in de politie hebben ze niet. Politieagenten zie je alleen maar als ze hun wekelijkse steekpenningen komen innen. Uitweg uit de armoede Toch is niet alles kommer en kwel in Kibera. Kibera heeft ook winkeltjes waar je van alles kunt kopen. Mensen verdienen hun brood met het verkopen van groente, fruit en water aan medebewoners.
Deze jongen heeft al zijn koopwaar uitgestald
Een kaart voor Kibera Paper
Een groep vrouwen in Kibera heeft de handen ineen geslagen en verkoopt onder de naam Kibera Paper (ansicht)kaarten die ze zelf maken. De organisatie Kibera Crafts for Poverty Eradication (KPCE - Kibera Kunstnijverheidsproducten voor Armoedebestrijding) is een coöperatie van bewoners van Kibera die kunstnijverheidsproducten vervaardigen en verkopen en zichzelf daarmee een inkomen verschaffen. 8
Soweto (Johannesburg in Zuid-Afrika) In 2006 wint de Zuid-Afrikaanse film Tsotsi de Oscar voor de beste buitenlandse film. Tsotsi komt van tsotsa, dat 'overdreven gekleed' betekent. In Zuid-Afrika wordt tsotsi doorgaans vertaald als gangster. De film Tsotsi is in Soweto opgenomen en toont het leven van Soweto. Thando (19), Jerome (18) en Solly (15) vinden 'gangster' een slechte omschrijving. Een tsotsi, zeggen zij, is 'straatwijs, onafhankelijk, individualist'. De drie jongens komen net uit de bioscoop en zijn razend enthousiast. “De film toont het echte leven van iemand in de krottenwijk, compleet met alle rotzooi”, zegt Thando. Ook Khunou heeft genoten van de film. Ze zag hem in een uitverkochte bioscoop in Southgate, nabij Soweto. “Iedereen lachte en joelde. Het deed me denken aan vroeger, toen we films zagen in een omgebouwde kerk in Diepkloof.” Ze noemt het van slang (=straattaal) doorspekte taalgebruik 'briljant', nergens geforceerd of onwaarschijnlijk. De film symboliseert voor haar emancipatie. “Tsotsi laat zien dat er in de dure buitenwijken ook zwarten wonen, en dat ook zwarten het slachtoffer zijn van crimineel geweld. En de slotscène toont hoe Tsotsi zijn menselijkheid hervindt.”
Het affiche van de Oscarwinnende film
Het is niet de eerste keer dat Soweto wereldnieuws is. Dertig jaar eerder, op 16 juni 1976, was Soweto ook wereldnieuws. Toen braken er studentenopstanden uit en vielen er 350 doden en 2.000 gewonden. Soweto werd het symbool van het zwarte verzet tegen de apartheid (= het Zuid-Afrikaanse politieke systeem waarbij zwarten apart moesten wonen en door de blanken onderdrukt werden). Aanleiding voor de rellen was het invoeren van het Afrikaans (de taal van de meeste blanken) als verplichte taal op school in plaats van het Engels (de taal die de meeste zwarten als tweede taal naast hun eigen stamtaal gebruiken).
Hector Pieterson
Bij een grote demonstratie wordt de 13-jarige Hector Pieterson door de politie doodgeschoten. Zijn foto gaat de hele wereld over en leidt tot een wereldwijde boycot van Zuid-Afrika. Nu, na het verdwijnen van de apartheid in 1991, is er een Hector-Pietersonmuseum in Soweto dat druk bezocht wordt door toeristen. 9
Soweto komt van South Western Township (Zuid-Westelijk Stadsdeel). Soweto ligt in het zuidwesten van Johannesburg in Zuid-Afrika. Op een oppervlakte van bijna 100 km² wonen meer dan 2,5 miljoen zwarte Zuid-Afrikanen, in zeer zorgwekkende omstandigheden. Huizen 'gebouwd' van afvalmateriaal, golfplaten en hout zijn tekenend voor de eindeloze krottenwijken die Soweto herbergt. In 1905 ontwikkelde zich er een nederzetting genaamd Pimville, dat huisvesting moest bieden aan duizenden mijnwerkers. De toename van zwarte mijnwerkers was te wijten aan de ontdekking van goud. Hun verblijf werd door de autoriteiten als tijdelijk beschouwd, waardoor zij ook niet nodig vonden om genoeg fatsoenlijke huizen te bouwen. Hierdoor werden de mijnwerkers en hun families gedwongen in mensonterende omstandigheden te wonen, in de zogenaamde 'slums', de krottenwijken die nog steeds de kern van Soweto vormen. Een openlucht-kapper
In deze sloppenwijken is 60% van de bevolking werkloos. Zij proberen geld te verdienen door op een markt te zitten en wat spulletjes te verkopen of op straat (dan heb je geen winkel nodig) diensten aan te bieden, bijvoorbeeld als kapper. Maar Soweto is meer dan een verzameling krottenwijken. Soweto heeft ook huizen die in een Europese villawijk niet zouden misstaan. In de wijk Pimville wonen zelfs zeven zwarte miljonairs.
Een krot (links) en een miljonairshuis (rechts) in Soweto
Toerisme De inwoners van Soweto proberen uit de armoede te komen door toeristen naar hun 'stad' te lokken. Soweto is misschien wel de enige krottenwijk ter wereld met een eigen website (zie http://www.joburg.org.za/soweto/ en http://www.soweto.co.za)! Het is echter niet veilig om als blanke op eigen houtje Soweto te bezoeken. Een bezoek dient plaats te vinden in groepen en onder begeleiding van gidsen uit Soweto zelf. Zij weten precies waar ze wel en waar ze beter niet kunnen komen. Een tochtje begint altijd op de minibusjes-standplaats van Soweto. We geven het verslag van een Belgische toerist: 10
“Als eerste stopplaats wordt een taxistandplaats gekozen. Niet zo een waar je hier aan zou denken, maar hier staan een hele hoop minibusjes te wachten. Mensen staan in een rij om in zo’n busje te stappen, naar God weet waar. Ze maken speciale tekens om aan te duiden waar ze naartoe willen. Er wordt dus niet gewerkt met lijnnummers, gewoon met een teken van de hand of de plaats van een vinger. Dit is dan ons eerste contact met Soweto, een overvolle taxistandplaats, je kan het vergelijken met een trein of busstation bij ons, maar dan overvol. Onze volgende stop is aan één van de “townships”. Terwijl we stoppen worden we omringd door een horde kleine kinderen die ons aanstaren. We wandelen hier door zeer nauwe straatjes. We wandelen gewoon op de grond, geen asfalt, een aarden pad met kuilen. Het is meer een wandelpad dat tussen de kriskras neergeplaatste huizen krult. Deze huizen zijn opgetrokken uit verschillende materialen, van houten panelen tot aluminium platen. Deze aluminium platen zijn soms gewoon gestolen van de daken van een tankstation of een busstation.
Toilet buitenshuis
Deze huizen zijn allemaal klein. We hebben de eer gehad om in zo’n huisje te mogen kijken. Ze lijken niet alleen klein, ze zijn het nog ook. We zijn in een tweekamerwoning binnengeweest. Eén kamer om te koken, te eten en te leven. Niet groter dan 3 op 3 meter, denk ik. Daarnaast een nog kleinere ouderlijke slaapkamer. Zeer privaat afgeschermd door een gordijn. Ze leven hier met drie of vier mensen. Dit gezin telt maar twee kinderen, wat toch zeer klein is naar Soweto-normen. Hier ontbreekt echt elke luxe, geen stromend water, geen eenvoudig kookvuur, ja, je wordt er stil van als je deze leefomstandigheden ziet. Dan vraag je je af waarom sommige mensen in België durven te klagen. Er zijn ook enkele buitenhuizige toiletten aanwezig. Maar als iemand van de jongens of mannen moet plassen, dan doen ze dat tussen de huizen, waar je dan even later de kinderen ziet spelen. Nee, een totaal gebrek aan hygiëne. Onze volgende tocht brengt ons naar de rijkere buurt van Soweto. Hier zie je villa’s, van de miljonairs van Soweto: mensen met een legaal bedrijf en 'apothekers' oftewel drugdealers. Soweto is dus niet enkel sloppen, maar er staan ook villa’s van de hogere klasse.
Enkele bewoners uit Soweto Voor hun huis van aluminium
De trip doorheen Soweto is een ervaring om te herinneren. Het is zo verschillend van wat je gewoon bent in ons leven. Je kan je dat niet voorstellen. Het is totaal anders, alsof je in een andere wereld bent aanbeland.” 11
Mumbai vanuit de lucht gezien
Dharavi (Mumbai in India) Mumbai (de nieuwe naam voor Bombay in 1996) is de grootste stad van India. In deze stad wonen evenveel mensen als in Nederland; de laatste schattingen lopen uiteen van 16 tot 20 miljoen. En Mumbai is nog lang niet vol. Het is een stad die nooit slaapt en voortdurend groeit: dagelijks arriveren er minstens duizend nieuwe gelukzoekers. Door zijn grote haven en de industrie trekken veel mensen naar de stad, op zoek naar een baan en vooruitgang. Het laat zich raden dat dit problemen schept met de huisvesting. Tegenwoordig woont bijna driekwart van de bevolking in chawls, eenkamerwoningen in huurkazernes, die oorspronkelijk waren gebouwd voor de arbeiders in de katoenindustrie. Nog eens 15% woont in krottenwijken en minstens 2% is permanent dakloos en slaapt iedere nacht op straat. Mumbai heeft tenminste 150 krottenwijken, waarvan Dharavi met een miljoen inwoners de grootste krottenwijk van Azië is. Meestal liggen krottenwijken aan de rand van de stad. In Mumbai is dat anders. De krottenwijk Dharavi ligt in hartje Mumbai, tot ergernis van de autoriteiten. Ook de ontstaansgeschiedenis van Dharavi is anders dan die van de meeste krottenwijken. Dharavi was honderd jaar geleden een welvarend vissersdorp, gelegen op een eilandje voor de kust. In de loop der jaren is Dharavi echter opgeslokt door de grote buurman Mumbai. Oorspronkelijk bestond Mumbai uit zeven eilanden, nu is het één schiereiland van 22 bij 3 kilometer. 12
Chawls
Een vrouw doet haar was voor haar hut terwijl een trein voorbij raast
De wateren rondom het eiland waarop Dharavi lag, werden gedempt met afval en de vissers raakten werkeloos. Dharavi werd overspoeld door nieuwe migranten die naar Mumbai kwamen op zoek naar werk. De stad breidde zich alsmaar uit tot de wereldstad die het nu geworden is (de op één of twee na grootste stad ter wereld). Mumbai is zo groot dat het je 45 minuten per trein kost om van de ene kant van de stad naar de andere te komen. En met het noemen van de trein hebben we meteen de grenzen van Dharavi te pakken. Dharavi is een driehoek van 1600 bij 1700 bij 1800 meter, aan een kant begrensd door een kreek en aan de andere twee kanten door twee spoorlijnen. De huizen in Dharavi staat tot op enkele meters van de spoorlijn, zoals je kunt zien op de foto hierboven. Die driehoek staat voor veel mensen gelijk aan gevaar, criminaliteit, illegaliteit, smerigheid. Het eerste beeld van veel buitenlandse bezoekers die per vliegtuig aankomen op Mumbai Airport is die van armoede en krottenwijken omdat Dharavi naast het vliegveld ligt, aan de 'verkeerde kant van het spoor'. De gemeentelijke autoriteiten hebben van tijd tot tijd plannen om de huizen in Dharavi tegen de vlakte te gooien om Mumbai een toonbaarder gezicht te geven. En met die plannen wordt soms wel begonnen, maar voor ieder huis dat ze afbreken verrijst er elders in Dharavi weer een nieuw huis. Bovendien zijn die plannen tot mislukken gedoemd omdat er geen of te weinig alternatieve huisvesting wordt aangeboden. En waar laat je één miljoen mensen? Nee, Dharavi zal voorlopig nog wel blijven bestaan. 13
Threes Anna is schrijver en regisseur. Zij heeft Dharavi bezocht en doet daar verslag van op haar website (http://www.threesanna.com): “Bijna elk huis heeft er een extra verdieping erop. Niet alleen i.v.m. het ruimtegebrek, maar ook omdat het water hier tijdens de moesson 1,5 meter hoog staat. En dat betekent dat alle huizen voor een aantal weken per jaar onder water staan. Mijn eerste gesprek is in een klein huisje met te veel mensen. Ik hoor dat ook zij op een huurcontract van 11 maanden zitten. En daarna moeten zij weer van huis wisselen. Al jaren aan een stuk. Het is ook daarom dat ik in bijna elke huis een paar koffers zie staan. Als ik hun huis zou willen kopen, kost me dat $ 15.000 (= € 12.000). Eén kamer van 2,5 bij 3,5 meter. Geen ramen, open riool voor de deur. Geen wc of wateraansluiting. En tussen de buren en mij alleen maar een golfplaat als muur. Per ongeveer tachtig huizen is er een gemeenschappelijk wc-blok. Maar voor velen is dat te ver. Dus wordt er vaak op straat gepoept of in de geul voor de deur. Overal in de stad poepen mensen. Gatverdamme smerig. Tussen al deze aan elkaar gebouwde huisjes worden nu flats gebouwd. En dat is waar iedereen wil wonen. We klimmen omhoog in een flat in aanbouw. Delen zijn al bewoond. En vanaf het dak zien we het hele gebied. Erg mistroostig en grauw. De winkelstraten zijn breed. De straten met de huisjes erg smal. Maar om de zoveel tijd kom je opeens op een pleintje. Waar het opeens weer licht is na al de donkere straatjes. En hier zijn allerlei mensen bezig met werkzaamheden. Bakkers, kappers, leerbewerkers, metaalbewerkers, etc. Soms heel schoon, soms vreselijk smerig. Op een van die open pleintjes tussen de huisjes is een soort koeken aan het drogen in de zon op wat rieten manden die tussen de stinkende modder en open riolen staan. Hier kan je alleen maar ziek van worden, denk je dan. En natuurlijk overal mensen. Steeds weer heel veel mensen. We komen aan bij een van de oudste en grootste koloniale villa’s van de stad. De ambtswoning van de municipal commissioner, iemand die nog boven de burgemeester staat. We praten lang, want ik wil weten hoe het water werkt, de wegen, wat ze aan de luchtvervuiling willen doen. En het straatvuil. De overbevolking. Al de dingen waar je niet van snapt hoe het kan werken. Zijn grootste zorg is de overbevolking. De stad kan het niet meer aan. Alles barst in haar voegen. Alles kraakt en staat op het punt van een soort totale instorting. En nog steeds wil iedereen hier leven, want hier kan je rijk worden. De stad van de droom. De gouden stad.” 14
Sanitatie Dharavi heeft één toilet voor 1.500 personen. Maar 80% van alle publieke toiletten is onbruikbaar omdat ze verstopt zijn, smerig of kapot. Niet alleen toiletten zijn een probleem, maar ook schoon (drink)water. Stromend water is er in Dharavi alleen tussen 7 en 9 uur in de ochtend. Dan wordt er massaal gesopt en geschrobd. En op is op. Wie daarna nog water nodig heeft, moet het kopen bij waterhandelaren en hun prijs is tot veertig keer hoger dan het water dat 's ochtends geleverd wordt. Het wrange is dat dwars door Dharavi enorme waterpijpen lopen die drinkwater vervoeren naar de rijkere delen van de stad waar 24 uur per dag water uit de kraan komt. De inwoners van Dharavi gebruiken deze pijpen als een kortere weg als ze naar ‘buiten’ gaan.
De kortere weg naar buiten
Verschil tussen 'binnen' en 'buiten' Ondanks alle ellende is er de laatste jaren veel aan het veranderen in Dharavi. Van buiten ziet alles er nog hetzelfde uit en bepaalt schaarste het beeld van Dharavi: een wirwar van straatjes en stegen, soms niet meer dan 60 centimeter wijd. En een standaardwoning telt nog steeds een kamer beneden en een boven. Wie het ruim heeft, gebruikt de etage om te slapen. Maar vaak wordt de kamer boven verhuurd aan nog zo'n familie van vijf, negen, twaalf, soms zestien volwassenen en kinderen. “Dit is mijn zitkamer”, zegt Safya Bagum, een moslimvrouw met drie grote kinderen. “Dit is mijn slaapkamer. Dit mijn eetkamer. En dit is mijn keuken.” Haar vinger blijft onveranderd gericht op die ene plek midden in die ene ruimte van drie bij vier. Ze zegt het lachend. Vooral de kookbenodigdheden bepalen de inrichting. Slapen speelt geen rol. 's Avonds worden er matjes uitgespreid; men ligt zij aan zij. Maar niet alles is schaarste in Dharavi. In vrijwel elke woning staat een televisie, met meer dan zestig kanalen: veel soaps, maar ook het Indiase nieuws en BBC World. Er zijn koelkasten, pronkkasten met spulletjes, tientallen glimmende metalen potten voor in de keuken. Volgens de Indiase econoom C.K. Prahalad heeft 85 procent van de huishoudens in Dharavi een tv-toestel, 75 procent een snelkookpan en een blender, 56 procent een gasstel, 21 procent een telefoon. Zaken die je in een krottenwijk niet verwacht. 15
De inwoners van Dharavi profiteren mee van de opbloeiende economie in Mumbai. De 'nette burgers' mogen dan hun neus voor Dharavi ophalen, maar weten ze wel dat de werkster, hun klusjesman en de liftjongen op kantoor uit Dharavi komen? Waarschijnlijk niet. Maar ook in Dharavi zelf is er tegenwoordig volop werk: werken bepaalt het straatbeeld. De vrouwen die op halve bollen van riet hun papads, een soort dunne pannenkoeken, te drogen leggen. De stalletjes met voedsel en alle denkbare gebruiksvoorwerpen. De juwelier die zijn van goud gemaakte sieraden te koop aanbiedt. Er zijn honderden ateliers waar tassen, riemen, jassen en andere leerproducten worden gemaakt die elders in de stad, het land of de wereld in winkels belanden. Er worden huiden gepekeld, zoals in de werkplaats van Yasin Merchant, waar arbeiders blootsvoets rondstappen op manshoog gestapelde buffelhuiden. Vier maanden blijven die zo liggen en uitlekken, in een stinkende hal met een vloer vol bloed en ander buffelvocht. Het woord 'krottenwijk' krijgt opeens een andere betekenis wanneer om half een 's middags, als de scholen uitgaan, in een paar tellen de straten van de wijk volstromen met schooluniformblauw. Naast het werken hangt ook het leren in de lucht in Dharavi. Bijna iedereen benadrukt: mijn kinderen gaan studeren, zij zullen het beter krijgen. Zelfs onder pottenbakkers met hun ambacht van eeuwenoud groeit dat inzicht. “De jongste generatie gaat dit beroep niet meer uitoefenen”, zegt Ramji Vasta Kumar, voorzitter van het pottenbakkersgilde. “We willen ze een goede toekomst geven.”
Een leerbewerker
Niet alleen kinderen zijn leergierig. Robin Pawar, 25 jaar, laboratoriumassistent, doet een avondcursus boekhouden. “Hierna ga ik een computercursus doen”, zegt hij. “Dan nog een jaar cursus. Daarna ga ik een goede baan zoeken.” Als Robin later veel geld heeft, koopt hij een huis in Colaba, het oudste stuk van Mumbai, of aan Marine Drive, de chique boulevard aan de baai. Hij lacht bij het idee. “En anders een huis in Dharavi, mijn geboorteplaats. Ook goed. Dharavi is oké.”
Kinderen maken hun huiswerk
16
Rocinha (Rio de Janeiro in Brazilië) Rio de Janeiro in Brazilië kennen we vooral van het grote Christusbeeld dat over de stad uitkijkt en van het uitbundige carnaval.
Maar Rio de Janeiro heeft nog een beroemde of beter gezegd: beruchte kant. De stad is een van de gewelddadigste steden ter wereld. Jaarlijks worden er 61.000 moorden gepleegd. Doodseskaders (militairen en politieagenten die er in hun vrije tijd een zakcentje bij verdienen) én drugskartels uit de sloppenwijken zijn de verantwoordelijken. De doodseskaders vermoorden vaak criminelen en straatkinderen die in het centrum van de stad bedelen en in portieken van winkels en onder bruggen slapen. De straatkinderen zijn een doorn in het oog van veel winkeliers die denken dat hun klanten het vervelend vinden om steeds met bedelende straatkinderen geconfronteerd te worden.
Een straatkind toont zijn verwondingen
Ze huren soms doodseskaders in om straatkinderen uit de weg te ruimen. Die straatkinderen zijn vaak afkomstig uit de krottenwijken van de stad. Ze zijn van huis weggelopen of komen alleen nog thuis om er te slapen. Maar ook in de krottenwijken zelf zijn de kinderen én volwassenen vaak niet veilig. De sloppenwijken van Rio de Janeiro staan vaak onder controle van een drugsbende. Voor de politie zijn de sloppenwijken no-go-areas, gebieden waar je beter maar niet naar binnen kunt gaan, tenzij met een hele grote politiemacht. Aan de rand van de sloppenwijken staan jonge kinderen die feilloos in de gaten houden wie er de wijk inen uitgaan. Als ze een vreemdeling zien of iemand die zich verdacht gedraagt, houden ze die haarscherp in de gaten. En als er onraad dreigt, weet de bende door wie ze zijn ingehuurd binnen no time dat er iets aan de hand is. 17
De Nederlander Bert Ernste vertelt hoe dat gaat: "Als we de krottenwijk Rocinha binnen lopen, rennen er meteen een paar jongetjes voor ons uit. Zij gaan de drugsbazen waarschuwen dat er vreemd volk in de wijk is. In bijna alle krottenwijken van Rio de Janeiero, en dat zijn er meer dan 500, zwaaien handelaren in verdovende middelen op een of andere manier de scepter. Regelmatig worden de favelas (krottenwijken) van Rio opgeschrikt door schietpartijen, Ogen en oren van de drugsbazen in de krottenwijk waar de politie meestal niets aan durft te doen. Ons bezoek aan Rocinha is dan ook goed voorbereid door een paar mensen van de stadsplanning van Rio de Janeiro, om conflicten met de handelaren in verdovende middelen te voorkomen. De jongetjes van de drugsbazen blijven we onderweg regelmatig tegenkomen, maar we kunnen ongestoord de hele wijk doorlopen." De bewoners van Rocinha hebben een dubbel gevoel over de drugsbendes. De drugsbazen kopen de steun van de bewoners door geld te geven voor crèches en scholen en zo nu en dan een groot feest te geven. In Rocinha vormen de drugsbazen zelfs een soort rechterlijke macht. “De staat helpt niet, de drugsbazen wel”, is het gevoel dat veel inwoners van de favelas hebben. Aan de andere kant zorgen de drugsbendes ook voor veel dreiging. Veel mensen belanden door de bendes op straat. “Dit ben je kwijt” is de botte mededeling van de drugsmaffia die op ieder moment van de dag of van de nacht woningen binnenvalt in Rocinha en andere krottenwijken en deze leeghaalt. Ze maken er dan een opslagplaats voor drugs, wapens en munitie van. Of een nieuwe woning voor één van de criminelen die constant de politie op een dwaalspoor moet brengen. Straatkinderen noemen vaak angst voor maatregelen van de drugsbendes als reden om op straat te gaan wonen. En altijd is er de dreiging van geweld. Om het minste vergrijp tegen de ongeschreven wetten van de favela worden mensen bedreigd, geslagen of gewoon vermoord. En drugsbendes uit naburige krottenwijken maken elkaar het leven zuur. Voor je het weet zit je middenin een vuurgevecht tussen rivaliserende drugsbendes of tussen een drugsbende en de politie.
Politieagenten op patrouille in Rocinha
18
Favelatoerisme Het armoedige leven in Rocinha trekt zelfs toeristen aan! Verslag van een dagtocht: Met de camera op de buik scheuren we in een busje door Rocinha, de grootste favela van Rio de Janeiro. Onze gids Sidharta vertelt gedreven over het reilen en zeilen van de drugshandel in de favela’s. Hij legt uit hoe zwaarbewapende Rode Commando’s, de ordedienst van de drugs-azen, de favela’s onder controle houden. Hij vertelt hoe 7-jarige jongetjes drugspakketjes rondbrengen. Ook wijst hij aan waar rijke inwoners van Rio hun cocaïne afhalen. Dan draait hij zich om en fluistert op opgewonden toon: “Niet kijken, maar die militairen daar, dat zijn ze nou, de Rode Commando’s.” We knikken vol ontzag. Twee zwaarbewapende mannen in onberispelijk blauw uniform houden de straat scherp in de gaten. “Niets in deze wijk gebeurt zonder hun medeweten en goedkeuring, dat geldt ook voor onze tour”, gaat Sidharta verder, “We hebben een overeenkomst met de bendes. Zolang wij hen niet voor voeten lopen, mogen we onze gang gaan.”
Favelatoeristen krijgen enige uitleg
Favelatoeriste met enkele kinderen uit Rocinha
Sidharta brengt ons naar de rand van de favela. We kijken uit op duizenden krotten. Duizelingwekkend. De 13-jarige Christophe is enthousiast. Hij is samen met zijn vader op vakantie en wilde graag een sloppenwijk van dichtbij zien. “Ik mocht eerst niet van mijn moeder, maar toen mijn vader hoorde van deze tour, kon hij haar ervan overtuigen dat het echt niet gevaarlijk is. Dit is zo cool! Dit hebben we niet in Zwitserland.” Ook Huw, een student uit Wales, is onder de indruk. “Je hoort zoveel over de favela’s, de drugsbendes, de armoede. Ik kon me er weinig bij voorstellen en wilde het wel eens zien. Het is minder erg dan ik had verwacht. Ja, ik krijg zo wel een indruk van het leven in deze wijk. En nee, ik voel me helemaal niet opgelaten. De mensen zijn erg vriendelijk en wij zorgen toch voor inkomsten?”
19
Ook Rejane Reis, eigenares van Exotic Tour, doet favelatours. Haar aanpak is anders. In een urenlange wandeling langs de benauwende huisjes, gescheiden door kleine steegjes met uitwerpselen, neemt ze kleine groepjes toeristen mee diep de favela in en stelt ze hen voor aan de inwoners. Daarna laat Rejane een kinderopvang zien en een klein atelier, waar souvenirs gemaakt worden. In tegenstelling tot de andere bureaus werkt zij met lokale gidsen. Hoewel zij er natuurlijk ook van profiteert, is Rejane niet te spreken over de groeiende populariteit van de favelatours. “In de meeste gevallen is het uitbuiting”, zegt ze. “Veel bureaus spelen in op het opwindende van het geweld en de drugs in de favela. Ze hebben nauwelijks contacten in de wijk, waardoor het geld daar niet terechtkomt. Bovendien is het gevaarlijk. Nieuwe gidsen weten niet precies waar de ‘verboden gebieden’ zijn, de gebieden die door de drugsbendes worden afgeschermd. Het is al eens een keer slecht afgelopen. Als je zonder de juiste contactpersonen de wijk ingaat, word je als een bedreiging gezien. Ja, ik heb goede contacten, maar daar wil ik verder niet op ingaan, dat is gevaarlijk. Maar ik garandeer je, mijn tours zijn veilig.” Edson woont in Rocinha en is één van de gidsen van Rejane. Hij hoopt dat de tour bijdraagt aan een betere integratie met de rest van Rio. “In Rio komen mensen uit de hele wereld. Zij komen om samen met de inwoners te genieten van ons beroemde voetbal, samba en het strand. Wij horen er ook bij, maar we worden buitengesloten. Hoe meer toeristen hier komen hoe beter. Dan kan de overheid zien dat wij ook meedoen en kunnen ze ons niet meer links laten liggen.” Net als Rejane laat Sidharta een school zien. De school blijkt opgezet met geld van zijn tourorganisatie, Favela Tours. Sidharta benadrukt dat zijn organisatie wil bijdragen aan betere beeldvorming. “Natuurlijk is er extreme armoede, maar dat is niet wat we willen laten zien. Er zijn ook betere delen van de wijk, waar mensen samenwerken en proberen hun situatie te verbeteren. Twintig procent van alle Carioca’s (inwoners van Rio) woont in een favela. Je komt ze dagelijks tegen; de taxichauffeur, het kamermeisje en de schoonmaakster. Ze hebben nauwelijks kans op een betere baan. Mensen van buiten de favela’s willen maar niet geloven dat de meeste inwoners van de favela niet crimineel zijn. Het overgrote deel is eerlijk en werkt hard. Eigenlijk zouden vooral de Carioca’s de favelatours moeten doen.”
Enkele schoolkinderen uit Rocinha poseren graag voor een foto door een van de favelatoeristen
20
Villa El Salvador (Lima in Peru) De geschiedenis van Villa El Salvador, een sloppenwijk in de buitenwijken van Lima, hoofdstad van Peru, is bijzonder. Daar waar nu Villa El Salvador ligt, was 35 jaar geleden alleen nog maar woestijn. De geschiedenis van Villa El Salvador begint in 1971. Duizenden dakloze armen uit Lima en van het platteland bezetten een terrein bij de stad. Dat gebied is bestemd voor grote huizen voor de rijkeren van Lima. Het ligt vlakbij een andere rijke buitenwijk van Lima, waar de bewoners protesteren tegen de komst van de arme migranten. Bovendien verwacht Lima in de lente van 1971 hooggeëerd bezoek dat de aandacht van de media zal trekken. Het zou dus een schandaal worden als de migranten in het gebied zouden blijven. De militaire regering van generaal Velasco laat de politie de bezetters tegenhouden. Na bemiddeling van de katholieke kerk, die zo een gewelddadig treffen weet te voorkomen, mogen de bezetters zich vestigen op een zandvlakte, twintig kilometer van het centrum van Lima. Daar beginnen zij met de bouw van hun 'dorp'. Van rieten matten bouwt men huisjes in gelijk verdeelde blokken. Zij noemen de nieuwe nederzetting Villa El Salvador, de Stad van de Verlosser. Na een jaar wonen er al 100.000 mensen. Tegenwoordig is Villa El Salvador een van Lima's grootste krottenwijken. 21
De bewoners van Villa El Salvador zijn letterlijk met niets begonnen: een nederzetting zonder elektriciteit en zonder water. De bewoners organiseren zich in wijkcomités die zich op hun beurt weer verenigen in CUAVES (La Comunidad Urbana Autogestionaria de Villa El Salvador = Stedelijke zelfbesturende gemeenschap van Villa El Salvador). CUAVES weet van de regering gedaan te krijgen dat Villa el Salvador in 1983 erkend wordt als voorstad van Lima en de voorzieningen krijgt waar een stad recht op heeft. Niet alleen krijgt de stad een eigen bestuur en een eigen, gekozen burgemeester, ook krijgen bewoners nu wél toegang tot water en elektriciteit. Ook gaan de bewoners zelf hard aan de slag om van de sloppenwijk een stad te maken waar het prettig wonen is.
Website van Villa El Salvador
Al snel na de erkenning van hun stad zetten bewoners volkskeukens op waar iedere bewoner maaltijden kan ophalen. Iedere wijk krijgt een eigen school, een eigen medische post en een eigen volkskeuken. Inmiddels zijn er in totaal meer dan tweeduizend keukens waar dagelijks 400.000 personen hun maaltijd komen halen. Bij dit alles krijgen de bewoners hulp. De Verenigde Staten en de Europese Unie voorzien de volkskeukens van voedsel. In 1984 gaat het hulpbureau Fomento de la Vida (= Voor een beter leven; Fovida) aan de slag in Villa el Salvador om bewoners aan gezond en betaalbaar voedsel te helpen. De organisatie werkt daarbij samen met de organisaties voor volkskeukens, de comités Vaso de Leche (= Glas melk) en met het Nederlandse Oxfam Novib. Tussen 1987 en 1991 helpt Fovida de volkskeukens om hun inkoopprijzen van levensmiddelen te verlagen. Na de eeuwwisseling koopt Fovida voedsel in voor gaarkeukens. Ook koopt Fovida voldoende melk in om 120.000 kinderen in de stad dagelijks een glas melk te geven.
Levering van water aan Fovida
In 1994 geeft de Stichting Arnhem-Lima geld voor steenkooloventjes die in gaarkeukens gebruikt kunnen worden. Fovida en Oxfam Novib bieden ook op andere manieren hulp aan de bewoners van Villa El Salvador. Ze helpen bewoners met het opzetten van eigen bedrijven door hen leningen te verstrekken. Ook krijgen vrouwen de kans om opleidingen te volgen. 22
Vrouwen Het zijn de vrouwen die het voortouw nemen bij alle verbeteringen. María Elena Moyano richt de vrouwenorganisatie Fepomuves (Federación Popular de Mujeres de Villa El Salvador - Volksfedereratie van Vrouwen in Villa El Salvador) op die in Villa El Salvador vrouwen in alles steunt, zoals bij het opzetten van kleine bedrijfjes. Villa El Salvador krijgt om alles wat het weet te bereiken diverse internationale prijzen. De Verenigde Naties zien in Villa El Salvador een voorbeeld voor de wereld wat armen kunnen bereiken als ze zich verenigen om hun eigen leefomgeving te ontwikkelen.
Een schoenmakersbedrijfje in Villa el Salvador, gerund door vrouwen
Problemen Op sommige punten doet Villa El Salvador het beter dan de rest van Peru. Hier gaat 98% van alle kinderen naar school (gemiddelde in Peru is 77%). Kindersterfte ligt beneden het gemiddelde van Peru. Er is een vuilnisophaaldienst die drie keer per week afval ophaalt. De stad heeft vijfhonderdduizend bomen geplant en heeft een eigen radiostation waar luisteraars inbellen en dagelijkse problemen bespreken. Maar ondanks alle jubelverhalen blijft Villa El Salvador een krottenwijk met problemen. Uit een onderzoek blijkt dat 48% van de inwoners van Villa El Salvador (zeer) arm is. Ze hebben niet voldoende te eten, geen toegang tot gezondheidszorg of ze zijn slecht gehuisvest. Een kwart van de huizen bestaat uit afvalhout, spaanplaten of rietmatten. De watervoorziening is één van de grootste problemen van de wijk. Op de zanderige vlakten en de hoger gelegen heuvels is het nauwelijks mogelijk (en in ieder geval heel duur) om waterleidingen aan te leggen. Ongeveer 30 procent van de bewoners is aangewezen op duur water uit tankwagens. In de wijken die wel over stromend water beschikken komt maar één dag per week water uit de kraan. Er is ook ruimtegebrek. Villa El Salvador is vol. Verdere groei is niet meer mogelijk. Voor de jongeren die een eigen gezin willen stichten zijn er geen woningen. Daarom bouwen ze vaak een verdieping bovenop de woning van hun ouders om daar te wonen. Villa El Salvador heeft diverse kleine bedrijfjes, maar veel inwoners zijn nog steeds werkloos. Er is ook veel geweld in de stad: diverse criminele bendes zijn er actief. Toch is het algehele beeld positief. De bewoners van Villa El Salvador zijn in menig opzicht beter af dan inwoners van andere krottenwijken elders op de wereld. 23
HOE KAN HET LEVEN IN KROTTENWIJKEN VERBETEREN? Veel regeringen in de wereld proberen de problemen met krottenwijken op te lossen door ze plat te gooien. Ze bulldozeren de krotten en vervangen ze door moderne huizen met goed sanitair. Die huizen zijn vaak veel duurder in de huur en daarmee onbetaalbaar voor de oorspronkelijke krottenwijkbewoners. Daar waar krottenwijken worden platgegooid, ontstaan vaak vlakbij nieuwe krottenwijken.
Een krottenwijk in Dhaka in Bangladesh wordt platgegooid. De politie verwijdert de bewoners die protesteren tegen het verlies van hun woningen met harde hand.
Dit soort radicale oplossingen werkt niet, omdat ze de oorzaken van het ontstaan van krottenwijken niet wegnemen. Mensen blijven arm en werkloos. Wat moet je dan wel doen? Een simpele vraag, maar een simpel antwoord is niet te geven. Armoede en werkloosheid zijn niet eentweedrie op te lossen. Pas als het over het geheel in een land beter gaat, verdwijnt de noodzaak voor mensen om in een krottenwijk te gaan wonen. Het beste wat we op dit moment kunnen doen, is om te proberen het dagelijkse leven in een krottenwijk te verbeteren. Zorg ervoor dat er voldoende medische hulpposten zijn. Neem de rechteloosheid van krottenwijkbewoners weg, erken het bestaan van de krottenwijk zodat de bewoners samen met de overheid kunnen werken aan voorzieningen in de wijk, zoals een riolering, een drinkwatervoorziening en een vuilnisophaaldienst. Het voorbeeld van Villa El Salvador bij Lima in Peru laat zien dat het werkt. De hulporganisatie Oikos komt met een simpele oplossing om de trek van het platteland naar de stad tegen te gaan. Oikos pleit voor een soort blijfpremies: kleine leningen die plattelandbewoners meer kansen moeten geven om in hun dorpen voldoende inkomen te verwerven. Dan is er geen noodzaak meer om huis en Aanleg van riolering naar een krottenwijk (links) en haard te verlaten en naar de stad te de aansluiting van individuele huizen (rechts) trekken. Helaas wordt er niet naar Oikos geluisterd. Wereldwijd komen er nog elke dag 170.000 nieuwe stedelingen bij. De meesten komen in een krottenwijk terecht. 24
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf nieuwe titels.