Nieuwsbrief 15e jaargang nr. 50 - september 2015
COMMISSIE SOCIALE ZORG Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 voorzitter
Ad Bouterse 0224-215621
Lindenlaan 110, 1741TX Schagen
[email protected]
secretaris
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Friesland & Groningen
Peter Beers 0517-413506
Welgelegen 36, 8861XR Harlingen
[email protected]
Drente
Gorrit van Berkum De Muijnhorn 14, 8431BJ Oosterwolde 0516-850186
[email protected]
Overijssel
Wouter Wanrooy Pr Beatrixlaan 25, 7437CA Bathmen 0570-543072
[email protected]
Gelderland-oost Jaap Visser 026-3114123
de Rosmolen 25E, 6932 NA Westervoort
[email protected]
Gelderland-west Kees Hermens 024-3564001
Karnstraat 3, 6532TX Nijmegen
[email protected]
Utrecht/’t Gooi
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Noord Holland
Jan van Gils 020-4972654
Wilhelminalaan 38, 1161TX Zwanenburg
[email protected]
Zuid Holland
Alex Muller 070- 3019477
De Tol 365, 2266 EG Leidschendam
[email protected]
Sjaak Koomen 0252-215981
Vinkenlaan 6, 2172 JV Sassenheim
[email protected]
Zeeland
Adri Poortvliet 0118-463259
Henri Dunantstr. 32, 4388NK Oost Souburg
[email protected]
Noord Brabant
Jan Wouters 073-6212997
Com. de Quaylaan 290, 5224CZ Den Bosch
[email protected]
Limburg
John Snackers 045-5252557
Groesweg 26, 6451GG Schinveld
[email protected]
September 2015 Van de voorzitter. Op 7 augustus kreeg ik van Jaap, de redacteur van onze ‘Nieuwsbrief’, het verzoek om voor de volgende uitgave het stukje ‘Van de voorzitter’ te schrijven. Het blijkt de 50ste uitgave te zijn. Toch iets om even bij stil te staan. 50 Is bij veel gelegenheden een bijzonder getal. Daarom lijkt het me op zijn plaats om Jaap te bedanken voor alles wat hij heeft gedaan om ons -kwalitatief hoogstaand- verenigingsblad al die jaren te maken. Mogelijk vindt hij het niet leuk dat ik dit schrijf maar ‘ere wie ere toekomt’. Ook diegene die met regelmaat copij aangeleverd hebben verdienen een bedankje. Zij hebben er mede voor gezorgd dat ons blad deze “mijlpaal” heeft bereikt. Zoals u allen weet heeft op 27 juni de Nederlandse Veteranendag in Den Haag plaats gevonden. Zeer succesvol verlopen. Met meer bezoekers dan ooit en ook meer defilanten in ons detachement. Chapeau voor onze leden die meegelopen hebben en aan dit succes hebben bijgedragen. Dat ook de organisatie tevreden is met het verloop en de opstelling van onze vereniging met betrekking tot de Morgenster kunt u elders in het blad lezen. De brief van de Voorzitter Nationaal Comité Veteranendag Mr. B. Staal spreekt voor zich. U zult begrijpen dat de inhoud van de brief ook bedoeld is voor allen die op enigerlei wijze aan genoemd succes hebben bijgedragen. Want ondanks het feit dat de brief aan ondergetekende is geadresseerd geef ik de complimenten graag door aan allen die ze verdienen. De eerstkomende activiteit binnen onze vereniging is de herdenking bij het Papuamonument op landgoed Bronbeek in Arnhem op 1 oktober 2015. Elk jaar mogen we weer meer belangstellenden begroeten. Laat ons die lijn voortzetten en de gedachte en waardering aan onze voormalige medestrijders levendig houden bij zoveel mogelijk sobat sobat. Het gaat u allen goed. Met vriendelijke groet van uw voorzitter, Cees Aarts
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het vfonds
1
Van de voorzitter van het nationaal Comité Veteranendag ontving de voorzitter van onze vereniging het onderstaande bericht: Geachte heer Aarts, Via deze weg complimenteer ik u als voorzitter van harte voor de strak georganiseerde wijze waarop het detachement van uw vereniging in het defilé zich presenteerde en zich aan het defiléprotocol heeft gehouden. Ik weet hoeveel (veteranen) emoties er aan de Morgenster kleven. Op het malieveld heb ik de stand van uw vereniging bezocht. Daar hing een prima sfeer en van een demonstratief karakter was geen sprake. Dat werd, voor zover mij is opgevallen, tevens bevestigd door de minder prominente aanwezigheid van de Morgenster op het evenement, in vergelijk met 2014. Nogmaals mijn dank voor uw waardevolle rol in dit gevoelige krachtenveld. Mr. B. Staal, voorzitter Nationaal Comité Veteranendag
2
Inhoudsopgave
Verhalen uit ons Nieuw-Guinea verleden
pag. 04 t/m 20
Bootreis van Hollandia naar Merauke
pag 04 t/m 14
6 uur op en 6 uur af, was best pittig
pag 15 t/m 18
Heimwee
pag 19 t/m 21
Van het bestuur
pag. 24 t/m 30
In memoriam
pag 24
Voor uw agenda
pag 25
Ledenbijdrage 2016
pag 26
Reünie 2016
pag 27
Prijspuzzel
pag 28
Boekenrubriek
pag. 29 t/m 31
Musea
pag. 32
3
Bootreis langs de kust van Nederlands Nieuw-Guinea, van Hollandia naar Merauke Door Johan Beumer en bewerkt door de redactie. Johan Beumer was van november 1960 t/m juni 1961 gelegerd in de Remoe kazerne en daar werkzaam als radio/telegrafist/codeur in de Echo-compagnie.
1
Johan Beumer neemt ons mee met een denkbeeldige bootreis langs de kust van Nederlands Nieuw-Guinea. In de verantwoording aan het einde van de artikelen geeft de schrijver weer uit welk materiaal deze serie tot stand kwam. Redactie. Zullen we samen eens een bootreisje maken langs de kust van Nederlands Nieuw-Guinea in het eind van de jaren vijftig en begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. We kunnen dat natuurlijk doen met een prauw met uitlegger maar laten we het voor deze reis maar doen met een comfortabel schip..
Prauw met uitlegger
Zo deden wij het
We beginnen onze reis langs de noordkust bij Hollandia. Tijdens de reis geven we dan wat gegevens over de mensen die daar toen woonden, over de instellingen van die tijd en het vertier dat er was. We doen dit dan vooral over de belangrijkste kustplaatsen waar indertijd het 6e bataljon Infanterie RIOG gelegerd was. Aan de noordkust had Nederland toen geen landmacht kazernes maar wel onderkomens voor Marine en Luchtmacht. Hollandia
Hollandia aan de Humboldtbaai de hoofdstad van Nederlands Nieuw-Guinea, dicht bij de grens van Papua Nieuw-Guinea in die tijd een kolonie van Australië, nu een onafhankelijk land. Hoofdstad is een nogal grootse naam voor een stadje met een inwonerstal niet veel groter dan dat van Zutphen
4
(waar mijn grootouders woonden). Naar Nederlandse begrippen was Hollandia een uitgestrekt “dorp” met een wegennet van ongeveer 80 kilometer. In 1910 werd in Hollandia voor het eerst de Nederlandse vlag gehesen. In W.O.II werd Hollandia een belangrijk steunpunt voor de japanners. In april 1944 voerden Bootreis Hollandia-binnen kota baru de Amerikaanse troepen er een grote verrassingsaanval uit en vestigden er een omvangrijke militaire basis. En in 1950 werd Hollandia de officiële hoofdstad van Nederlands Nieuw-Guinea. Het was een uitgestrekte plaats, ongeveer veertig kilometer lang en met zo’n vijftienduizend inwoners. Vier duizend ervan waren Papoea’s, tienduizend Europeanen en een kleine duizend Aziaten. In de stad werd het centrale landsbestuur gevestigd en het was ook de woonplaats van de Gouverneur Nederlands Nieuw-Guinea en zijn staf. Laten we niet vergeten dat Marine en Mariniers al voordat de Landmacht, eind jaren vijftig voor de tweede keer in Nederlands Nieuw Guinea, werd gelegerd al diverse malen daadkrachtig had moeten optreden tegen Indonesische infiltraties die er bijvoorbeeld waren op het eiland Gag en in de Radja Ampat. En later ook aan de bak moesten bij de Etnabaai. “Ere wie ere toekomt” De marine beschikte in die tijd in Nederlands Nieuw Guinea o.m. over een torpedobootjager, een aantal fregatten, opnemingsvaartuigen, landingsschepen en hulpvaartuigen Alle militairen stonden onder commando van de opperbevelhebber Nieuw Guinea. In de periode 1959-1961 was dat de Commandant der Zeemacht de Schout bij nacht G.J.Platerink en van 1961-1962 Schout bij nacht L.E.H. Reeser. De hele legerleiding had dus haar domicilie in de mooie plaats Hollandia en dat werd ook de plaats waar het stafkwartier van de Brigade 6IB onder commando van kolonel W.B.H.Eekhout werd gevestigd. De bataljons commandant 6 IB, de Lt. Kolonel L.C.G.F. Onvlee (in 1962 opgevolgd door de lt. Kolonel G.J.Snell) had zijn onderkomen in de Remu kazerne in Sorong. Hollandia had nauwelijks economische betekenis en was eigenlijk een ambtenarenstadje gericht op de behoefte van het algemeen bestuur en het militaire commando en wat daar zoal bij hoort. In de uitgestrekte plaats waren er daardoor tal van voorzieningen. Er waren goed geoutilleerde ziekenhuizen en op westelijke leest georiënteerd onderwijs, van kleuterschool tot HBS. Er waren kerkjes van allerlei signatuur een ruim aanbod van winkels en nogal wat mogelijkheden tot ontspanning. Ontspanning van allerlei aard op sporten cultureel gebied, bioscopen, een toneelvereniging, bridge clubs en zo meer. Er waren flink wat hotels te vinden en een pasanggrahan. Hollandia rijk aan natuurschoon waar je mooie ritten kon maken, maar ook
5
kon kanovaren, zwemmen, jagen en vissen. De boottochten op het Sentanimeer of in de baai waren de moeite waard. Ook kon je in de omgeving bergklimmen. Een fijne plaats om te wonen dus. In de tweede Wereldoorlog werd er op deze plek door de Amerikanen een grote, uitgestrekte basis, de zogenaamde Base G met het General Headquarters op de wat werd genoemd de Mac Arthur heuvel, gebouwd. Generaal Mac Arthur was toen de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in het gebied van de Stille Oceaan. De woning van Generaal Mac Arthur werd na de oorlog afgebroken en elders weer opgebouwd om als behuizing voor de resident en later als woning voor de Gouverneur te gaan dienen. Na 1963 toen Nederlands Nieuw Guinea Indonesisch grondgebied werd. Heette Hollandia eerst nog Kota Baru. Na een bezoek van president Soekarno kreeg het alras de naam Sukarnopura om in 1968 nog eens omgedoopt te worden in Jayapura. Vanaf 2010 is de naam Port Numbay. Er wonen inmiddels 200.000 inwoners en is het de hoofdstad van de Indonesische provincie Papua. We varen verder. Verder westwaarts ligt het kustplaatsje Sarmi een nietige buitenpost waar onder meer een controleur woonde. Er was een klein ziekenhuis en een openbare Europese lagere school. De zielzorg was er in handen van missie en zending. Een bioscoop of clubs en hotels waren er niet te vinden. Wel kon je er volop jagen, vissen en natuurlijk werd er gevoetbald. De bevolking van deze noordelijke kuststrook vanaf Hollandia tot aan de delta van de Mamberamo rivier, richting Waroppen heeft een sterke invloed van buitenaf ondergaan. Hun talen zijn geen echte Papoea talen en het ontwikkelingspeil stak – ook toen al – gunstig af in vergelijking met de stammen in het achterland. De bewoners van die achterland streken waren echt Papoea’s: wild en strijdlustig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen veel stammen weer terug in hun oude gewoonten als permanente oorlogsvoering, vrouwenroof en meer van die voor ons onaanvaardbare praktijken. Gaan we verder in de richting van de Vogelkop dan komen we bij de Waroppen, het gebied tussen de grote Mamberamo rivier en de streek onder het eiland Japen. Waren was de hoofdplaats van de het gebied Waroppen. Een kleine buitenpost waar slechts enkele Europeanen woonden waaronder het hoofd plaatselijk bestuur (HPB) plus enige bestuursambtenaren, politie gezinnen en een arts. Ook was er een Papoea schooltje. Mogelijkheid tot vertier was er nauwelijks. Tussen de bevolking van dit gebied en de Biakkers is veel overeenkomst. Velen van hen woonden nog in paalwoningen in de modderige bodem van de mangrove bossen. Hun voedsel bestond voornamelijk uit sago, opbrengst van de visvangst en als toespijs “lombok rawit” (een soort Spaanse peper) en uiteraard vruchten van allerlei
6
soort. Seroei was de hoofdplaats van het gebied Japen. Japen is het grote eiland dat onder Biak ligt, tussen de Geelvinkbaai en de Straat van japen. Het was een vriendelijk plaatsje dat vooral het beeld gaf dat de oud Indisch gast vertrouwd was. Centraal in Seroei gelegen een groot grasveld, als een ”aloonaloon” zoals we dat kennen van Java, omzoomd met zware regenbomen. De voornaamste huizen waren hieromheen gegroepeerd. Seroei lag buiten de drukkere en belangrijke zee- en lucht verbindingen en had dorpsscholen en twee vervolgscholen voor jongens en meisjes. Het was het centrum voor de Protestantse zending en had dus ook een Nederlands Protestantse gemeente. Een fijne plek aan de kust waar je lekker kon zwemmen, wandelen, jagen en vissen. Maar dat kon eigenlijk overal langs de kust. Het was een plaatsje met weinig inwoners. Er woonden ongeveer twaalfhonderd Papoea’s een honderdtal Europeanen en een paar honderd Aziaten. Seroei had een luchtverbinding met Biak, eenmaal per weer met de Beaver. Aan de Noordkust domineerden de Biakkers. Hun stamland was het eiland Biak aan de toenmalige Geelvinkbaai dat weinig vruchtbare grond heeft en zeer beperkt aan tal sago bossen. Hierdoor dreef het de bevolking om buiten hun stamgebied naar bestaansmogelijkheden te zoeken. Zo vond/vind je Biakse nederzettingen op de eilanden in de Geelvinkbaai en langs de noordkust van de Vogelkop ende Radja Ampat eilanden. De Biakkers zijn een schrander, zelfbewust en kritisch volk. In het verleden geduchte zeerovers maar dat is door de kerstening verleden tijd. Onderwijs kwam er door de zending en missie en ook vandaag speelt dat nog een rol. Door hun ontwikkeling vonden vele Biakkers hun weg naar een werkkring als onderwijzer, politieagent, ambtenaar en in vele ambachten. Biak
Biak was het hoofdeiland van het gebied van de Schouten eilanden groep in het bestuur resort Geelvinkbaai verder bestaande uit de eilanden Supiori, Numfor en een aantal kleinere eilanden zoals de Padaido-eilanden, Insumbabi en Rani. De eilanden zijn genoemd naar Willem Cornelisz schouten, die in 1616 met de Jacob le Maire in opdracht van de Australische compagnie langs de noordkust van Nieuw Guinea voer en de eilanden aandeed. In onze militaire tijd woonden er ongeveer 2200 Papoea’s, 1900 Europeanen en ook ongeveer 350 Aziaten. Het eiland Biak bestaat uit droge kalkgrond en het is er daarom erg warm, hoewel de bijna altijd waaiende zeewind de nodige verkoeling brengt. Biak was met Hollandia één van de meest bekende plaatsen van Nederlands Nieuw Guinea. Net als Hollandia was het in de Tweede Wereldoorlog een heel belangrijk strategisch punt. Biak heeft een goede haven en door het ontbreken van bergen naast de grote kustvlakte een
7
ideale plek voor een luchtmachtbasis. In de Tweede Wereldoorlog werd dan door de Japanse bezetters hier een vliegveld aangelegd en het werd later door de Amerikanen vergroot en uitgebreid. Het vliegveld
Ook is de landingsbaan geschikt voor de intercontinentale vliegverbindingen. De landingsbaan hier kennen velen van ons vanuit de lucht bij het aankomen en vertrekken uit Nieuw Guinea via het bekende KLM hotel “t RIF”
foto D.Mokmer KLM ‘t Rif Hotel Biak 30 april 1961
De KLM was spil in de verbinding Amsterdam – Biak – Sydney v.v. Binnenslands waren vanuit de vlieg verbindingen met de dochter van de KLM, maatschappij de KROONDUIF naar Hollandia, Manokwari, Sorong en Merauke. Veelal werden deze vluchten gemaakt met de DC 3 Dakota. Over zee waren met de eerder genoemde plaatsen ook verbindingen met de KPM (Koninklijke Pakketvaart Mij). De Marine Luchtvaart dienst had haar basis hier en dus was een groot Marine kampement. Biak had uiteraard een resident als hoogste ambtenaar en met hem onder meer ambtenaren van financiën, waterstaat, landbouw en politie. Het eiland had lagere scholen en ook een gouvernementsziekenhuis. Zielzorg ook hier door paters en dominees. De kusten van de Vogelkop kenden vele invloeden van volkeren van buiten. Er worden Biakse nederzettingen aangetroffen met onder meer rijstverbouw. Ook was op sommige plekken de Indonesische invloed merkbaar. Bijvoorbeeld voerden tal van opperhoofden de titel “Radja*”. De meer westers georiënteerde centra als Manokwari en Sorong oefenden nogal invloed uit op de samenstelling en ontwikkeling van de bevolking. Maar ook het Nederlands bestuur had ook een gunstige invloed op de ontwikkeling. Toch bleef het binnenland erg ontoegankelijk en ook het grote aantal verschillende talen maakten de communicatie niet makkelijk. In deze streken werden peulgewassen, mais papaja’s verbouwd maar ook waren knolgewassen vaak het hoofdvoedsel. We vervolgen onze reis naar Manokwari en komen langs de kustplaatsjes Wasior en Ransiki. Wasior, aan de Wandamenbaai, was in onze tijd een heel kleine bestuurspost.
8
Wat meer naar het zuiden vanuit Wasior gezien ligt Miei, voor de oorlog een zendingspost. In Wasior en Miei woonden ook Europeanen maar maakten van de ongeveer 6000 Papoea’s minder dan 1 % uit, ook woonden er zo’n honderdtal Aziaten. Wasioe en Miei liggen op een schiereiland met bergen tot ongeveer 2500 meter hoog. In Miei treffen we een leprozerie en een Wandammerbaai noordkust polikliniek aan. Naast de gebruikelijke voetbalsport werd er aan badminton maar ook aan bergklimmen gedaan als ontspanning. In het onderwijs werd voorzien door een dorpsschool en vervolgschool voor Papoea’s. Manokwari
Manokwari was in onze militaire tijd de residentie hoofdplaats van West Nieuw Guinea. In dit bedrijvige stadje woonden ongeveer 4000 mensen. Ruim 2000 Europeanen, ongeveer 1700 Papoea’s en de rest waren Aziaten. De stad beschikt over een mooie natuurlijke haven geschikt voor zeeschepen Manokwari en had daardoor een scheepsreparatie De baai en het Arak gebergte werkplaatsen een houtzagerij en een zuurstoffabriek. Er waren goed voorziene winkels en lagere scholen naast een MULO en natuurlijk ook een ziekenhuis en diverse rooms katholieke en protestantse kerkjes. De stad had goede luchtverbinding met Sorong, Biak en Hollandia en kende 171 regendagen per jaar. Manokwari ligt nu aan de Doreh baai en is de hoofdstad van de Indonesische provincie West Papua en heeft nu meer dan 130.000 inwoners. Onze reis gaat verder naar Sorong we komen langs het Tamrau gebergte (3000 meter hoog) en verder langs de Kaap de Goede Hoop van Nieuw-Guinea via de kleinere plaatsen Sausapor en Makbon. Sorong
Over de plaats Sorong schreef ik al eerder in nummer 48 van februari 2015 en daarom vervolgen we onze bootreis in zuidoostelijke richting naar Teminaboean. Teminaboean
Dit was de hoofdplaats van de onderafdeling met dezelfde naam maar stelde eigenlijk niet veel voor. De bewoners, ongeveer 600 in totaal, in de militaire tijd waren een handje vol Europeanen wat Aziaten een Papoea’s. Er waren weinig woningen en voorzieningen. Water moest bijvoorbeeld uit een heldere beek worden geschept maar hoefde niet te worden gefilterd maar moest wel
9
worden gekookt. Er was destijds een verpleegster maar of er toen ook nog een arts is bijgekomen weet ik niet. Er was een volksschool voor Papoea’s en ook een vervolgschool voor jongens van de zending. Ook was er een zendeling in dit plaatsje en voor de ontspanning een kleine bibliotheek en het Rode kruis zorgde voor de toezending van een leesportefeuille. Natuurlijk werd er naast zwemmen en jagen, ook hier gevoetbald. En met een coaster varen en wat later met een Beaver vliegen naar Sorong en Biak. We stomen nu op naar Fak maar komen eerst langs het plaatsje Steenkool aan de Bintonie baai. Dit plaatsje was voor N.N.P.G.M. de aanvoerhaven van ruwe olie. De vestiging werd vanaf de midden jaren vijftig kleiner omdat de activiteiten van NNGPM werden verlegd naar Temboeni bij de olie productie velden Wasian en Mogoi. De bestuurspost Steenkool was door de olie vrijwel malaria vrij maar had daarentegen veel last van “agats”. Heel kleine vliegjes die lelijke wondjes kunnen veroorzaken. Er was een controleur, bedrijfsruimte voor de PTT, een kantoor voor de haven meester, een barak voor het scheepvaartpersoneel maar ook een politiekantoor en een gevangenis. Er waren een paar Chinese winkels en een CIVO winkel van de NNPGM waarin de gouvernementsambtenaren inkopen konden doen. Ook was er een arts van de NNPGM. De zending en de missie verzorgden twee dorpsscholen voor de Papoea’s. In de soos van NNPGM werd gezorgd voor de ontspanning. Jagen, vissen en tennis waren daar de favoriete sporten. De KPM schepen zorgden voor vervoer naar o.m. Fak Fak en Sorong. Een KROONDUIF Beaver keer per maand vloog de Beaver van de luchtvaartmaatschappij “KROONDUIF” naar Biak. Fak Fak
Fak Fak is één van de oudste plaatsen van Nieuw-Guinea. Al in 1868 werd er een Nederlandse bestuurspost opgericht en vanaf 1917 waren er militairen gelegerd. Begin jaren zestig was Fak Fak de legerplaats van de Charlie compagnie maar ook hoofdplaats van het gebied.
10
Luchtfoto Fak Fak
Het telde toen ongeveer 2000 inwoners verdeeld over 850 Papoea’s, 850 Aziaten en zo’n 250 Europeanen. Het stadje is idyllisch gelegen tegen de vrij steil oplopende heuvels (ongeveer 1450 meter hoog) waardoor de meeste woningen een prachtig uitzicht hadden op het eiland Poeloe Pandjang. De woningen van Europeanen hadden weinig geleden onder de Tweede Wereldoorlog in tegenstelling tot de Chinese woningen en Toko’s in de toenmalige handelsstraat. In de begin jaren zestig troffen we in Fak Fak verschillende lagere scholen aan van de Molukse Protestantse kerk en de R.K. missie. Ook waren er een drietal vervolgscholen te vinden, één voor jongens en één voor meisjes maar gelukkig ook een gemengde vervolgschool. Geestelijke verzorging was er door een predikant van de Molukse Protestante Kerk en door de missie zorgden enkele paters Franciscanen hiervoor. De stad bezat een ziekenhuis en een leprozerie. Ook voor de ontspanning kon je toen in Fak Fak goed terecht. Je kon er zeilen er was een voetbalveld en een tennisbaan. Er was af en toe een filmvoorstelling en ook was een bescheiden bibliotheek. De plaats werd iedere week aangedaan door de Marine Luchtvaartdienst en tweemaal in de maand kon je per boot naar Kaimana, Merauke en soms naar Sorong. Wel is het een natte plek met de 4000 mm regen per jaar die valt in 210 dagen. Fak Fak, aan de zuidelijke kust van het schiereiland Onin aan de voet van het gebergte, maakt vandaag de dag deel uit van de Indonesische provincie West Papua en heeft een luchthaven maar is altijd nog een havenstadje. Kaimana
We varen weer verder langs de kust van Bomberai, langs de eertijds genoemde Kaap van den Bosch en komen in Kaimana. Gelegen aan de voet van kalksteen schiereiland Bitsjaroe. De baai tussen de schiereilanden Bitsjaroe en Smora bood de schepen van o.m. de KPM een veilige ankerplaats. Kin de tweede Wereldoorlog heeft de stad nogal geleden onder de bijna dagelijkse bombardementen van de geallieerden op de Japanse Marine onderdelen die hier waren gelegerd. Kaimana werd pas in 1954 de hoofdplaats van het gebied. Er woonden in die tijd een kleine 400 Papoea’s en Aziaten naast zo’n 170 Europeanen. Een groot deel van de bevolking was in dienst van het gouvernement, zending of missie. Zestig procent was protestant en maar vijf procent katholiek naast de 20 tot 25 procent islamieten. De Chinese bevolking voorzag in haar bestaan door de handel in kopra*, lola-schelpen, tripang* en export van krokodillenhuiden. Kaimana had een ziekenhuis met 30/40 bedden en er was onderwijs voor de Papoea’s. Natuurlijk was hier ook de zending en missie aanwezig maar in Kaimana was ook een moskee. In de begin jaren vijftig werd de airstrip Utarom aangelegd die door een weg van 14 kilometer lang verbonden was met Kaimana zodat er vliegverkeer mogelijk was met Fak Fak, Manokwari en Biak. Een onderdeel van die lange weg was de brug van 157 meter over de Air Teba. Ook hier tamelijk veel regen 3360 mm in 185 dagen. Naar ons einddoel van deze bootreis Merauke is het nog een heel eind varen. We komen langs de Etna baai met in de verte het Charles Louis gebergte (3000 meter) en de Mimika kust, ten westen van de rivier Mimika. We zien Kokonao de hoofdplaats van het gebied waar een 1000 tal Papoea’s woonden
11
en een handje vol Europeanen en Aziaten. Kokonao is omgeven door mangrove (vloedbos) en doorsneden met vaalbruine rivieren. Eb en vloed bepalen hier of men de ondiepe rivieren met een coaster kan binnenlopen. Zuidkust bij Agats We vinden er een controleurswoning en een kleine ambtenarenwoning. Uiteraard een Chinese winkel en een ziekenhuisje met een arts en twee religieuze verpleegsters. Het onderwijs gericht op de Papoea’s was in handen van de missie. Gevangenenkamp Tanah Merah Ten noorden van Kokonao, ver in het binnenland liggen de bekende Wisselmeren en op 1750 meter hoogte de hoofdplaats Enarotali. Verder voorbij het plaatsje Agats, in het Asmat gebied, aan de Flamingo baai en de Casuarinen kust en langs de monding van de Digoel rivier met als hoofdplaats van het Boven Digoel gebied de plaats Tanah Merah*. Tanah Merah dankt zijn bekendheid aan de interneringskampen opgericht na de onlusten in 1926. Er kwam daar een sterke militaire bezetting. De latere vicepresident van de republiek Indonesië, Mohammed Hatta is in de periode 1934- 1940 enige tijd in dit kamp geïnterneerd. Verder maar weer met onze reis langs de monding van de Koningin Juliana rivier en de Modderhoek en rond het grote schiereiland Frederik Hendrik Eiland naar onze eindbestemming Merauke. Merauke
Bij de grens van het onafhankelijke Papua New Guinea (voorheen Australië) aan de zuidkust ligt dan het einddoel van onze reis. In onze Nieuwe Guinea tijd ongeveer 330 inwoners rijk. Veel Aziaten zo’n 2100, een 500 Europeanen en 500 Papoea’s. Deze kust Papoea’s behoren voornamelijk tot de stam van de Marinds (grote forse kerels)Merauke het oudste bestuurs- en missiecentrum
12
van Zuid Nieuw Guinea werd in de Tweede wereldoorlog grotendeels vernield. Weer opgebouwd werd het opnieuw een centrum van grote activiteit. Merauke werd gebouwd op strandwallen en uitgezonderd een paar kleine verheffingen is het terrein in dit deel van de zuidelijke laagvlakte vlak. In dit gebied zijn de eucalyptus bomen kenmerkend. Een ander kenmerk was de vele Chinese winkels Het heeft rond 1960 een Nederlandse lagere schoolschool en een openbare algemene lagere school. De rooms katholieke missie, sterk in dit deel van Nieuw Guinea vertegenwoordigt, had er o.m. een vervolgschool voor jongens en één voor meisjes, een opleiding voor dorpsonderwijzers maar ook een technische school. De enige bisschop van Nieuw Guinea was monseigneur Tillemans. In het gebied kon je naar hartenlust jagen en vissen. De KPM voerde goederen aan uit Sorong en Hollandia. Ook had Merauke een vliegveld, met de naam Mopah. Het vliegveld werd constant bewaakt door de Delta compagnie waarvan de Straatbeeld Merauke militairen in tenten aan de rand van de strip waren gelegerd. Eens per week was er een vliegverbinding met Hollandia. Het vliegtuig uit Hollandia werd door de mannen van Delta altijd met gejuich begroet wat dan was er weer post van het thuisfront.
Vliegen met Kroonduif
13
Eens in de twee weken werd er ook vice versa naar Tanah Merah gevlogen. Artsen en verpleegsters zorgden voor de gezondheid vanuit het gouvernementen ziekenhuis. Merauke aan de Arafoerazee, kent een moesson klimaat, dat wil zeggen dat van april tot oktober de oostmoesson heerst en het is er dan vrij droog en koel. Daarna komt de regentijd met drukkende temperaturen van rond de 35 graden Celsius. Toch valt er hier aanzienlijk minder regen dan in ander gebieden die we eerder in dit verhaal tegenkwamen. De regenval is hier maar 1500 mm per jaar en valt in 115 dagen. Tegenwoordig is Merauke een flinke stad met ongeveer 75.000 inwoners en een oppervlakte van 2100 m² en is nu de meest oostelijke stad van Indonesië. Met de hieronder weergegeven illustratieve tekening van de politiek tekenaar Opland (Robert Wout) besluit ik deze reis langs de kust van ons vroegere maar nog steeds dierbare landsdeel Nieuw Guinea.
Naschrift. Mijn oom Frits uit Den Haag gaf mij voordat ik in oktober 1960 naar Nieuw Guinea vertrok, enkele interessante boeken over ons overzeese gebiedsdeel Nederlands Nieuw Guinea. Hij was werkzaam op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en is wat later ook betrokken geweest bij de repatriëring van ons militairen uit NNG. Eén van die boeken was het “Vademecum voor Nederlands nieuw Guinea”, uitgegeven door het Nieuw Guinea instituut te Rotterdam. Met behulp van deze boeken en andere bronnen w.o. Wikipedia, schreef ik dit verhaal *Radja *Kopra *Tripang *Tanah merah
14
= = = =
vorst gedroogd vruchtvlees van de kokosnoot zeekomkommer (een lekkernij voor Chinezen) rode aarde genoemd naar de lateriet bodem
Martin Anker, bemanningslid van de Hr. Ms. Snellius
“Zes uur op en zes uur af, was best pittig.” door Ed van Tuijl
2
Terug in de tijd met een Nieuw-Guinea ganger is deze keer een interview met Martin Anker. Geen infanterist, geen marinier, nee, een marineman. De marine. Voor de meeste van ons, toen in Nieuw-Guinea, een onbekende wereld. Maar Martin was een van de bemanningsleden van de Hr. Ms. Snellius. En die naam zegt de infanteristen en de mariniers wel degelijk iets. Heel veel zelfs. Tijdens de acties fungeerde de Snellius onder meer als troepentransportschip om mariniers naar plekken te brengen waar para’s waren gesignaleerd. En voor veel jongens van het 6IB is dit schip alleen maar een prettige herinnering. Met de Snellius werden ze immers vanaf verschillende plaatsen naar Biak vervoerd om van daaruit aan de thuisreis te beginnen.
Hr. Ms. Snellius
“Toch was de Snellius niet mijn eerste kennismaking met Nieuw-Guinea”, begint Anker zijn verhaal. “Ik had in 1957 voor zes jaar bij de marine getekend. Na enkele walplaatsingen werd ik vanaf 1959 tot eind 1960 op de Hr. Ms. Karel Doorman geplaatst. Daarop maakte ik ook de wereldreis naar Nieuw-Guinea mee. Dat was vooral een vlagvertoonreis met toch wel een belangrijke missie. Namelijk het overplaatsen van het 322 squadron Hawker Hunter straaljagers. Dat waren twaalf straaljagers die
hun thuisbasis op Biak kregen. Zoals ik al zei een reis met vooral veel vlagvertoon. We moesten indruk maken op Soekarno die steeds harder ging roepen dat Nieuw-Guinea bij Indonesië hoorde. Het werd een bijzondere reis. Alles bij elkaar zo’n zeven maanden. Met een aantal landen waar we niet mochten afmeren. Daar hadden vriendjes van Soekarno het voor het zeggen.” Eenmaal terug in Holland werd Martin Anker geplaatst bij de onderzeedienst te Rotterdam. Hij trouwde zijn lief maar kreeg niet echt de gelegenheid om van de huwelijkse staat te genieten. “Nee, want na vier maanden kreeg ik te horen dat ik, begin mei 1961,
15
wederom voor anderhalf jaar naar Nieuw-Guinea moest. Ik werd geplaatst op de Hr. Ms. Snellius. Een opnemingsvaartuig dat de vaarroutes van zee en riviermondingen rond Nieuw-Guinea in kaart bracht. Maar toen het allemaal wat heftiger werd, veranderde de inzet. Niks meer in kaart brengen. De Snellius werd onder meer een patrouillevaartuig. Net als zusterschip Hr. Ms. Luymes. Trouwens, beide waren voor de vijandelijke acties ‘witte schepen’. Maar begin 1962 werden ze, net als de andere marinevaartuigen, grijs geschilderd. De nieuwe taken waren onderzeebootbestrijding, controle van afgelegen kampongs langs de kust, bevoorradingsschip, troepentransportschip en transportschip voor het afvoeren van gevangenen en gewonden. Mijn taak was schutter op de 20 mm Oerlikon. Net als op de Karel Doorman waar ik een 40 mm Bofors kanon moest bedienen.” In januari 1962, toen de Snellius voor een grote onderhoudsbeurt in Hongkong lag, kwam het bericht dat die werkzaamheden direct moesten worden afgebroken. Het schip moest zo snel mogelijk naar Nieuw-Guinea terugkeren. De reden was een aanval van Indonesië met vier motortorpedoboten met een paar honderd infiltranten die bij Fak Fak aan wal gezet zouden worden. “Vanaf dat moment waren ook wij volop bij de acties betrokken”, vervolgt Martin. “We zijn eerst naar onze thuisbasis Merauke gevaren waar onze oorlogsbewapening weer op peil werd gebracht. Er kwam extra bewapening bij. Behalve de dieptebom afvuursystemen op het achterschip en raketwerpers op het voorschip, allemaal bedoeld voor onderzeeboot bestrijding, kregen we als extra een viertal punt 50 mitrailleurs erbij. Het leven aan boord werd nu best wel pittig. De oorlogswacht werd ingesteld. Dat betekende zes uur op en zes uur af. In die zes uur af moest worden gegeten, geslapen, moest je brieven schrijven, kortom ik kan je verzekeren dat het geen pretje was. Daarbij komt nog dat we hier en daar ook de wal in de gaten moesten houden op aanwezigheid van ploppers. Alles bij elkaar duurde dit zo’n zes maanden. Alleen voor olie laden en bevoorraden kwamen we aan de wal. Maar tijd om daar te ontspannen was er niet bij. We moesten gevangen para’s afvoeren naar het interneringskamp Woendi, een eilandje in de buurt van Biak. We gingen erop af als we vanuit afgelegen kampongs aan de kust signalen kregen dat er wat loos was. Daar gingen we met ons landingsdetachement, waarvan ik ook deel uitmaakte dan naar de wal. Met rubberspeedboten of met motorsloepen. Ging het om gesignaleerde para’s dan lichtten we de mariniers in. Die kwamen daarop in actie om ze op te sporen en uit te schakelen of gevangen te nemen. Je ging trouwens niet vrijwillig bij het landingsdetachement. Je werd gewoon aangewezen.” Overigens had het weinig gescheeld of de bemanning van de Snellius was ten onder gegaan aan friendly fire. “Ja, dat was kantje boord”, gebruikt Martin een toepasselijke woordspeling als hij over het incident vertelt. “We voeren verduisterd ter hoogte van Fak Fak, toen de onderzeebootjager Hr. Ms. Limburg uit een tropische regenbui
16
Landingsdetachement. Martin Anker rechts achteraan
tevoorschijn kwam en ons op de radar waarnam. Ze dachten aan een vijandelijk schip omdat we, om onduidelijke reden, zo’n 15 mijl uit koers waren. Toen ze ons op 3 mijl waren genaderd, losten ze schoten voor de boeg en als laatste waarschuwing ook achter en over het schip. Alles bij elkaar wel zes riedels van vier 40mm granaten. Achteraf is duidelijk geworden dat een granaat voor, achter en over het schip de bedoeling was. Maar de schutter had het niet helemaal goed begrepen. Nu, ik kan je vertellen, dat er wel héél rakelings voor de boeg werd geschoten. Overigens waren alle vaarplannen van onze schepen bij elkaar bekend. Maar doordat we zo ver uit koers waren, kon niet direct worden vastgesteld of we vriend of vijand waren. Later bleek dat er toch iets aan de communicatie onderling had gemankeerd. Tijdens een bliksemflits zagen ze de contouren van de Snellius. Toen onze seiner/telegrafist een herkenningssignaal afgaf, werd pas duidelijk dat ze bijna een eigen schip de grond in hadden geboord.” Deze seiner/telegrafist was trouwens zijn maatje op de Snellius. Martin: “Maar ik heb hem later nooit meer teruggezien. Na al die jaren weet ik ook niet meer precies hoe hij heet. Mocht iemand hem kennen, dan graag een reactie naar mijn website. (
[email protected]) Wie weet, komen we nog weer eens in contact met elkaar. Hij was ook de man die mij kwam vertellen dat ons eerste dochtertje was geboren. Dat bericht was via Radio Holland binnengekomen” Later, toen meer en meer bekend werd dat Indonesië in augustus een invasie wilde uitvoeren waarbij ook zeven Russische onderzeeboten waren betrokken die rond de Vogelkop lagen, begrepen de opvarenden van de Snellius dat ze
17
andermaal aan een ramp waren ontsnapt. Martin Anker: ”Wij bewaakten in de laatste fase van de vijandelijkheden de zeestraat tussen Manokwari en Biak. Om de weg voor de Indonesische invasie vrij te maken zouden de Russen alles torpederen wat in de wateren rond Nieuw-Guinea voer. Twaalf uur ’s nachts zou de invasie gaan plaatsvinden. Een uur eerder werd het allemaal afgeblazen omdat was ingestemd met een staakt het vuren. Nadat ons werk erop zat, zijn we als een van de laatsten uit Nieuw-Guinea vertrokken voor de thuisreis.” Op de kade in Holland stonden vrouw en kind hem op te wachten. De kleine meid had haar eerste verjaardag al gevierd toen ze voor het eerst door pa werd geknuffeld. Martin Anker stapte in een heel andere wereld dan de besloten mannengemeenschap van pakweg negentig man waarin hij anderhalf jaar, op een ruimte van amper tachtig bij twintig meter had moeten leven. Een nieuwe fase in zijn leven diende zich aan. Na zes jaar zei hij de marine vaarwel en diende nog een aantal jaren bij de landmacht. Hij volgde in Venlo de rijopleiding en werd geplaatst bij de afdeling Van Heutz in Utrecht. Na de landmacht ging hij weer naar school, deed MTS werktuigbouw en daarna in de avonduren de cursus hogere werktuigbouw. Het begin van een bijzondere carrière in de hijskranen. Hij werkte over de gehele wereld. Martin Anker in het nette pak Wat heet. Hij werd binnen die branche een begrip. Werkte voor zijn toenmalige baas nog een jaar in Soedan en werd uiteindelijk inspecteur voor het keuren van al die hijswerktuigen. Van alle soorten kranen had hij verstand. Hij bouwde ze, stelde ze in bedrijf, verplaatste ze, verbouwde ze, demonteerde ze en taxeerde en adviseerde, vertelde hij aan journalisten die over zijn leven tussen de kranen pagina grote artikelen schreven. De verhalen van de kranendokter. Met pensioen gaan op je 65ste was niks voor Martin Anker. Hij richtte in 2005 zijn eigen adviesbureau op. Zie de site www.ankerconsultancy.com Hij voert nog altijd werkzaamheden uit voor de ‘Raad van Accreditatie’ als vak deskundige op het gebied van hijswerktuigen. En alsof het allemaal nog niet genoeg is, verzorgt hij ook rondleidingen in het pas geopende Nationaal Militair Museum in Soesterberg. Martin Anker moet nu eenmaal wat omhanden hebben en blijft gewoon doorgaan tot hij honderd is. De man die op de Snellius diende en met de gehele bemanning feitelijk aan het begin stond van de thuisreis van heel wat NieuwGuinea gangers.
18
Heimwee door Ed van Tuijl
3
Ik had er, ver van huis, niet echt last van. Van heimwee, bedoel ik. Tenminste niet zodanig dat ik er elke week wel een paar keer onder gebukt ging. Maar toch waren er van die dagen, dat het wel eens knaagde. Oké, toegegeven. Nieuw-Guinea, en zeker ook Merauke, was boeiend. Totaal anders dan thuis. Alleen de geur al. Echt goed duiden kan ik het niet. Zo’n speciaal luchtje. Enkel in mijn dromen heb ik het nog wel eens geroken. Op Biak was het me, om wat voor reden dan ook, nog niet zo opgevallen. Maar toen ik in Merauke, op een zondagmorgen uit die groene Dakota stapte, rook ik het meteen. En ook tijdens de rit naar de kazerne, zittend naast de sergeant van de week, ons aller overbekende sportsergeant Booij, kwam die tropenlucht walmend bij me binnen. Na een paar dagen was ik eraan gewend. Ik wist niet beter of de wereld rook zo. Ik zou hier wel aarden. Maar na een maandje of twee begon het me op te vallen dat ik regelmatig aan thuis zat te denken. Aan Bladel, een dorp in de Kempen. Vlak aan de Belgische grens. Waar veel autochtonen ‘smokkelaar’ van beroep waren. Of sigarenmaker. Ik woonde er sinds mijn twaalfde. Probeerde naam te maken al voetballer en was verliefd op Riet van de schilder. Beide zaken zouden uiteindelijk niet succesvol verlopen. Wat het voetbal betreft, te weinig techniek. Wat de liefde betreft. Gedoemd tot mislukken want ik was niet katholiek. Zelfs meneer pastoor bemoeide zich ermee toen Ria, lief deerntje, tijdens de biecht mijn naam had genoemd. Trouwens diezelfde meneer pastoor had ook al verhinderd dat een heiden als ik in de selectie van Bladella zou gaan
19
spelen. Kortom, meneer pastoor was in het Brabantse de baas. Hij bepaalde zelfs de gezinsplanning als er na, pakweg elf maanden, nog geen nieuwe zwangerschap te zien was. Ik heb nog altijd medelijden met de moedertjes die zo uiteindelijk met vijftien en meer handenbinders werden opgezadeld. Dat waren meer broedmachines. Maar goed, we dwalen af. Ik dacht dus steeds vaker aan thuis. Dat denken aan thuis deed ik vooral als ik vrij van dienst was. Dan mocht ik graag op het bankje plaatsnemen aan de voorkant van het gebouw van de staf compagnie. Vlak bij het hek met uitzicht op de doorgaande weg van Merauke naar de strip en vice-versa. Waar regelmatig groepen Papoea meisjes voorbij kwamen. In rotten van drie. Met voorop, opzij en achteraan nonnen die het idee hadden dat ze deze teenagers moesten beschermen tegen het kwaad van op seks beluste mannen. Militairen dus. Die nonnen controle maakte dat de meisjes van de missie geen doelgroep voor ons vormde. Dus ik keek er niet naar maar verzonk in gedachten.
Het Kroonven
Dan kreeg ik visioenen. Ik fietste van huis, via de tipmast, een groot Bladels bos, naar het Kroonven. En weet je wat zo gek was. Altijd in een winters landschap. Ik vond het heerlijk. Het kon me niet koud genoeg wezen. En dan te bedenken hoe ik in werkelijkheid tijdens dit soort tochten had afgezien. In Bladel waren geen meren en kanalen waar je schaatstochten kon maken. In Bladel was enkel het Kroonven. Dus als de strenge vorst heerste, moest je een eind fietsen om met botjes onder je schoenen te kunnen schaatsen. Of iets dat daar op leek. Maar in de namiddag, als het extra koud begon
20
te worden, moest je dat hele roteind ook weer terug. Ik heb het vaak zó koud gehad dat ik in plaats van te fietsen maar naar huis ging lopen. Jankend van ellende. En toch. Als ik last van heimwee had, dan verlangde ik altijd naar dat winterse landschap. Had het iets met de aanhoudende hitte in Merauke te maken. Ik dacht het niet. Zo bloedheet was het in die delta nou ook weer niet. Althans, voor zover ik me dat nu nog voor de geest kan halen. Gek, eigenlijk. Dat ik als twintiger last van heimwee zou hebben. Nooit voor mogelijk gehouden! De eerste winter thuis ging mijn Merauke droom niet echt in vervulling. Dat kwam omdat pa en ma waren verhuisd naar Schoonhoven. Waarschijnlijk opdat de niet katholieke zonen, zonder tegenwerking van meneer pastoor, aan de vrouw konden komen. Ik zat ineens in de Hollandse polder. Daar was geen tipmast te bekennen en al helemaal geen Kroonven. Wel heel veel water. Kortom, schaatsen dat het een lieve lust was. Tenminste door hen die deze sport beheersten. Ik klooide maar wat aan. Toch had ik wel dat heimweegevoel binnen bereik. Je voortbewegen in een koud landschap. Lang heb ik er niet bij stilgestaan. Waarschijnlijk was het bezit van de zaak het einde van het vermaak. Dus geen heimwee meer. Maar, verdomd als het niet waar is, eenmaal gepensioneerd begon ik steeds vaker aan Merauke te denken. Aan ma, tegenover mijn nadenkbankje, die voor ’n piek dat lekkere hete spul in een bananenblad verkocht. Wat zou ik graag nog eens afblussen met een mok thee. Aan een zak pisang goreng te koop in dat winkeltje aan de haven. Hier in Holland later vaak gekocht maar nooit meer zó lekker als daar. Aan de grote mangoboom voor ons gebouw waar je bleef plukken en eten. Aan ijs met rum bij de chinees. Kwalitatief misschien helemáál niet zo goed. Maar het smaakte zalig. Was het heimwee? Ik denk het. Dat beeld bij het ochtendgloren tijdens een patrouille. Toen we Koeprik naderden. Waar jonge maagden de was deden aan de oever van de rivier. Zo’n exotisch beeld uit de gidsen van hedendaagse verre bestemmingen. Het is me altijd bijgebleven. De krokodillen aan de oever van de rivier. De kangoeroes springend in het open veld. Alle maatjes van toen. Het alledaagse leven op de kazerne. Sterker nog, inclusief De Leeuw en De King. Zelfs die twee zou ik pruimen om het nog één dag mee te mogen maken. En vooral dat luchtje. Dat specifieke tropenluchtje. Dat heel Merauke bezwangerde. Wat zou ik die geur nog één keer met volle teugen op willen snuiven. Gek eigenlijk, dat ik als zeventiger last van heimwee zou hebben. Nooit voor mogelijk gehouden!
21
Hop and Go Bed en Breakfast
Wij bieden prachtige kamers en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer.
Hop en Go is de ideale plek om te overnachten tijdens uw fiets of wandeltocht in het prachtige natuurrijke waddengebied. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Joop & Gre Hop
Goede reis en tot ziens. Hearrwei 17 9073 GA Marrum (FRL) www.hopandgo.nl
22
Tel: 0518-411725 Mob: 06-50600015 E-mail:
[email protected]
Investeren in vrede: belangrijk voor iedereen! Het vfonds zet zich o.a. in voor de erkenning en waardering van geüniformeerden die namens de Nederlandse overheid waar ook ter wereld actief zijn of waren. Tijdens missies en operationele inzet raken sommige militairen en politiemedewerkers zwaar beschadigd. Ondersteüning is dan van groot belang. Vindt ü vrede en vrijheid ook zo belangrijk? Wilt ü hier zelf ook een steentje aan bijdragen?
Neem voor meer informatie contact op met: Maaike van der Steen, controller E-mail:
[email protected] Tel: 073 - 613 91 00 Uw bijdrage is van harte welkom! Triodos Bank: NL64 TRIO 0197 642 691 o.v.v.: vfonds gift
Doneer aan het vfonds via: • éénmalige of periodieke gift • nalatenschap of legaat na overlijden U künt ook middels SMS doneren: • Eenmalig: sms BEVRIJDING naar 4333 en doneer eenmalig € 1,• Maandelijks: sms VFONDS AAN naar 4333 doneer maandelijks € 3,-. Dit bedrag wordt van uw bankrekening afgeschreven. U kunt dit stoppen met sms-bericht VFONDS STOP naar 4333.
www.vfonds.nl
Bijdragen van de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de Lotto maken het werk van het vfonds mede mogelijk.
23
Van het bestuur WIJ GEDENKEN
Met eerbied en in gepaste stilte brengen we een laatste eresaluut aan:
C.T. van Moorsel
3771 KC
Barneveld
Overleden 18/03 2015
A. Scheffelaar
3481 GN
Harmelen
Overleden 25/07/2015
Wij heten onze nieuwe leden welkom
24
B.J. Sanders
Albert Cuypstraat 16
7545 JN
Enschede
W.N.C.M. van Iersel
Piusstraat 69
5038 WR
Tilburg
H.J. Pikkemaat
Stroohuizerweg 22
7591 NB
Denekamp
Voor uw agenda • 5 september 2015 Nationale Indië Herdenking Roermond • 20 september Memori Senang
Veteranen dag voor veteranen uit de Drechtsteden Veteranen Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea Informatie 085-8770331 of
[email protected]
• 01 oktober 2015 Herdenking bij het Papua monument Landgoed Bronbeek in Arnhem
Na het plaatsen van het monument in 2012 werd deze herdenking in 2013 en 2014 georganiseerd door de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen. Op één oktober 2015 zal deze herdenking weer plaats-vinden. Wilt u hierbij aanwezig zijn dan verzoeken we u dit schriftelijk te willen melden aan onderstaand adres. Na uw melding ontvangt u begin september nadere mededelingen over deze bijeenkomst. Wij verwachten uw melding voor 12 september a.s. Per post: Jaap van Hensbergen, Ravelstraat 4 6815 HB Arnhem Per mail:
[email protected]
• Zondag 17 januari 2016 Nieuwjaarsreceptie Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea militairen 1945-1962
Black Horse, Hoogstraat 7, 4701ZN Roosendaal. Nadere mededelingen in de Nieuwsbrief van december
• 20 en 21 april 2016 Reünie Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 2016
Luitenant kolonel Tonnet kazerne in “t Harde
25
Ledenbijdrage voor het jaar 2015
Het bestuur vraagt om uw betaling voor 2015 Lidmaatschap € 16,50 Het bedrag is al enige jaren niet gewijzigd
Maak het bedrag vandaag nog over. Plan het bij uw bank voor betaling op een datum in november of december.
U hoeft er niet meer aan te denken. Het bespaart de vereniging de kosten voor het versturen van een herinnering Bankoverschrijving
Rekening NL93 INGB 00008824 04 Op naam van VER NIEUW-GUINEA MILITAIREN 1945-1962 Vermelden ledenbijdrage 2016
Inlichtingen over de betaling van het lidmaatschap Jaap van Hensbergen 06 53 1995 48
[email protected] Al vast onze dank voor de vlotte betaling Penningmeester Jaap van Hensbergen
26
Reünie 2016 Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Luitenant kolonel Tonnet kazerne ‘t Harde Eperweg 149, 8084 HE ’t Harde
Woensdag 20 april 2016 en donderdag 21 april 2016
Woensdag 20-04 ontvangen we het 6e Infanterie Bataljon lichtingen 1959-1962 Donderdag 21-04 alle overige militairen die in Nieuw-Guinea zijn geweest • • • •
Een dag om oude maten weer te ontmoeten en bij te praten We plannen weer een spectaculair optreden Natuurlijk ook weer een voortreffelijke Indische maaltijd Loterij
Inschrijving uiterlijk 2 april 2016
Uw betaling is uw inschrijving! Vermeld de datum waarop u de reünie bezoekt (20 of 21 april 2016) Overschrijven €15,00 per persoon naar: Rekening NL40 INGB 0000 9254 56 Gebruik de juiste naam t.w.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Na betaling ontvangt u tijdig uw toegangsbewijs Inlichtingen over de reünie: Cor van Vliet 06-40 1415 21 of 0224-751413
[email protected] Inlichtingen over de betaling Jaap van Hensbergen 06-53 1995 48
[email protected] Toegang voor leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 met introducé
27
Prijspuzzel Vul onderstaande puzzel duidelijk leesbaar in. Stuur de ingevulde puzzel voor 16 oktober per brief of per mail naar de redactie van de Nieuwsbrief. (zie voor adres colofon) Vermeld uw naam en adres. Onder de goede inzenders worden, na eventuele loting, drie gratis toegangskaarten voor de reünie in 2016 als prijs ter beschikking gesteld.
2
13
17
21
33
37
42
48
41
45
47
32
40
44
50
36
39
12
16
20
24
27
31
35
11
34
38
10
30
43
9
8
46
15
23
49
7
26
6
19
22
25
29
5
28
4
14
18
3
Horizontaal 1 Plaatsnaam in Nederlands Nieuw-Guinea 7 stukje vlees 13 bijwoord 14 Zonder sleur 16 Muzieknoot 17 Inspecteur generaal der krijgsmacht en veteranen 19 zelfde plaatsnaam als bij één horizontaal 20 zware bijl 21 steekwapen 23 kledingstuk van 24 vuile plek 25 nieuwsgierig mens 27 duo 28 te veel 31 datumboekje 33 veel kussend 36 drie in het Grieks 37 Landbouwer 38 er zijn 40 veroorzaakt ziekte van Lyme 42 rivier in Oostenrijk 43 vuil 45 afslagplek bij golf 46 laatste wedstrijd 48 Nederlands lidwoord 49 legeronderdeel 50 strijken
Verticaal 1 dag in bepaalde maand 2 daarom 3 rest na verbranding 4 stad in Duitsland 5 maal 6 munt 7 Koninklijke luchtmacht 8 mede 9 dicht 10 loofboom 11 gewaardeerd 12 beoordeling 15 er net langs 18 hoorn 20 schimmelgeslacht 22 na de drank 24 doet de bek wijd open 26 sterke drank 27 militaire rang 29 kleurloos tot lichtblauw gas 30 door ervaring gewoon 32 organische verbinding 34 voorwerp om een gordijn aan te hangen 35 gebaar 37 boeken uitleen 39 bladader 41 dorp in Nederland 43 langs 44 body 46 landbouwwerktuig 47 Nederlands lidwoord 28
Boeken rubriek Killed in Action
Mark Schouwink Wat gebeurt er met je als je te horen krijgt dat je zoon is gesneuveld in Afghanistan? 18 april 2008: Mark Schouwink, een jonge soldaat op vredesmissie, sneuvelt in Uruzgan. Zijn ouders Gerard en Gisela hebben na dat vreselijke bericht vrijwel direct contact met Marks maten in Afghanistan. Door brieven, verslagen en dagboekfragmenten wordt duidelijk hoe Gerard en Gisela, maar ook de collega’s van Mark, die nog een aantal maanden in Uruzgan blijven, met dit verlies omgaan en welke rol Defensie speelt in de nazorg voor de nabestaanden. Killed in Action is het aangrijpende verslag van de gebeurtenissen rond en na die achttiende april, opgetekend door de ouders van Mark. Het is een hommage aan hun zoon en Defensie, maar ook een met liefde geschreven boek over verlies, respect en vriendschap. Uitgever: Kaft Media, ISBN 978-94-91061-39-4 De opbrengst van dit boek gaat naar Stichting Hulphond Nederland ten behoeve van het project Veteranenhond. (www.hulphond.nl) Brieven naar de groene hel
Henk Krijnen
De schrijven werd in de tachtiger jaren van de vorige eeuw voor een oliemaatschappij uitgezonden naar voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Zijn vriendin, nu zijn vrouw, werkte als tropenarts bij het Victoriameer in Tanzania. Het boek gaat over ontwikkelingsproblematiek, gezondheidszorg, contrasten tussen bedrijfsleven en ontwikkelingshulp en het onderhouden van een latrelatie. Het is een beeldend verhaal, vlot geschreven en verteld in de sociaal economische context van toen. Als u het boek besteld via onderstaande website en onder opmerking in het bestelformulier Papoea Steunfonds vermeld ontvangst SPS een deel van de opbrengst’ www.sps.nl en www.brievennaardegroenehel.nl
29
Ridder MWO G.P. Tuinman schreef het voorwoord voor het jubileumboek: 1815-2015 Militaire Willemsorde
200 jaar moed, beleid en trouw
Het boek behandelt niet alleen de geschiedenis van de ridderorde maar bevat tevens een compleet register van de ridders en de dragers van de Eresabel. Er wordt ingegaan op de wijze waarop de benoeming wordt voorbereid. De rol van de commandant, het kapittel en de Koning komen aan de orde. Ook wordt aandacht besteed aan hoe het ridders na hun benoeming verder is vergaan. Meer informatie over dit boek en wijze van bestellen: http://www.vereniging-sro.nl www.vereniging-sro.nl
Gedroomd land
Papua Voormalig Nederlands Nieuw Guinea Henk HOOGINK In 1961 uitgezonden als dienstplichtig marinier. Een plek op aarde met witte vlekken en zwarte mensen
De periode als marinier, de terugkeer in 1996. De oprichting van de Stichting Manusia Papua, dertien reizen naar Papua en de realisatie van eenentwintig projecten, hebben interessante verhalen en foto’s opgeleverd. Papoea’s zijn gekooide paradijsvogels
Verhalen over hitte, spanning, angst en afzien in de jungle, verdriet van een moeder, diep verlangen naar een geliefde, schoon water, een kraamkliniek, vervolging, de kwetsbare natuurlijke rijkdom van het gebeid, paradijsvogels, pinang en peniskokers. Na een gewapend conflict zouden littekens liefdevol gemasseerd moeten worden. Niet alleen die van onszelf, maar ook die van de voormalige vijand.
30
Nieuw Guinea Torn 58/59 Auteur Henk Oudes (1939) volgde een opleiding tot gezelschilder. Na zijn diensttijd in Nieuw Guinea deed hij verschillende losse cursussen, waaronder het weer, taal, kunst schilderen, muziek, en tekenen. Later begon hij met schrijven.
Dit is het verhaal van een marinier, uitgezonden naar Nieuw-Guinea. Vanuit de daar ontstane behoefte om thuis te verellen van de belevenissen die niet of nauwelijks tot ‘thuis’ doordrongen. Aantal pagina’s 366 ISBN: 9789048433278 Uitgeverij: Free Musketiers, 2713 JA Zoetermeer +31(0)79 320 35 90 www.freemusketeers.nl Paradijsvogels en kroonduiven Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea Tjaal Aeckerlin 2010 KIT Publishers Amsterdam ISBN 978 94 6022 049 4
Persbericht Stichting Manusia Papua wordt opgeheven
Eenentwintig (schoonwater) projecten in de Vogelkop en een kraamkliniek in de Baliemvallei zijn gerealiseerd. Voor duizenden Papoea’s is daardoor hun leven een stukje beter geworden. En nu wordt, na vijftien jaar, Stichting Manusia Papua opgeheven. Nieuw-Guineaveteraan Henk Hoogink; oprichter en voorzitter van Manusia Papua, geeft aan dat er gemengde gevoelens zijn bij het opheffen van de stichting. Enerzijds is er het besef dat alles eindig is, dus ook de houdbaarheid van een stichting en dat anderzijds de positie van de Papoebevolking nog steeds dramatisch is. Gelukkig zijn er andere Papuastichtingen, waar Manusia Papua mee heeft samen gewerkt, die doorgaan en aansprekende projecten hebben. Als veteranen Papoea’s willen (blijven) steunen, dan is op www. papoeahuis. nl. informatie over deze stichtingen en projecten in te winnen. Op www.stichtingmanusiapapua.nl staat een rapportage van de gerealiseerde projecten waar in totaal zo’n € 280.000 aan is besteed. Met dank aan al die donateurs en sponsors die daarvoor hebben gezorgd en het vertrouwen in onze stichting dat daarmee is gegeven! Henk Hoogink blijft zich inzetten voor Papoea’s, door de contacten in Papua te onderhouden en beschikbaar te zijn als intermediair/adviseur. In Nederland blijft Henk betrokken bij activiteiten voor Papua en is hij beschikbaar voor presentaties.
31
Musea Ontdek de wereld van de Krijgsmacht in het Nationaal Militair Museum
Verlengde Paltzerweg 1 3768 MX Soest www.nmm.nl
Museum Bronbeek
Velperweg 147 6824 MB Arnhem Openingstijden dagelijks 10.00 – 17.00 uur Behalve maandag : Gratis toegang met veteranenpas, Defensiepas, Reservistenpas en Museumjaarkaart • Vaste tentoonstelling in museum Bronbeek “Het verhaal van Indië”
• I n de tentoonstelling OORLOG! Van Indië tot Indonesië 1945-1950 belicht museum Bronbeek de periode waarin op aan de gewelddadige wijze een eind kwam Nederlandse koloniale overheersing van Nederlands-Indië 19 februari 2015 tot 3 januari 2016 •T entoonstelling OORLOG in BEELD Een document in foto’s uit heden en verleden Museum Bronbeek ARNHEM 13 augustus 2015 tot 31 december 2015
Het Kazematten museum
ligt op de Afsluitdijk, 4 kilometer vanaf de Friese Kust Afslag A7 Kornwerderzand Volg de bordjes Gratis parkeren 8752 KP Kornwerderzand 32
Colofon De doelstelling van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Miltairen 1945-1962 is het bevorderen van de onderlinge contacten tussen de militairen, die in de periode 1945-1962 in de Nederlandse Krijgsmacht hebben gediend in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Het in de ruimste zin van het woord behartigen van de belangen van die militairen en hun families. Het herdenken van hen die gevallen zijn bij de vervulling van hun plicht, evenals van hen die, ten gevolge van, ongevallen of ziekten tijdens militaire dienst zijn overleden. De Vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen is aangesloten bij het Veteranenplatform. Beschermheer, tevens adviseur: Luitenant-generaal C.J.M. de Veer b.d., Voorheen Inspecteur-generaal der Krijgsmacht en der Veteranen. Algemeen adviseur: Kolonel L. Habraken b.d. Voorheen directeur van het Veteraneninstituut. Lid van verdienste: J. Peperkamp Ereleden:
A.S. Poortvliet H.P. Willemsen D. Willemsen-Hens Bestuur: C. Aarts, voorzitter (Rijen), C. Drost, secretaris (Koog a/d Zaan), H. Vos, 2e secretaris (Kerkdriel), J.H. van Hensbergen, penningmeester (Arnhem), C. van Vliet, organisatie Reünie (Winkel), A. Dielemans, organisatie Nieuwjaarsreceptie (Roosendaal), A.J. Bouterse, voorzitter Sociale commissie (Schagen) Contact Secretariaat: C. Drost Brouwersveld 2, 1541PG Koog a/d Zaan, tel. 075-6160779, mob. 06-22332531 E-mail:
[email protected] Website: www.vnngm.nl Redactie Nieuwsbrief: J.H. van Hensbergen Ravelstraat 4, 6815 HB Arnhem, telefoon 06 53199548 E-mail:
[email protected] Copyright: Tegen overname van artikelen bestaat in principe geen bezwaar, mits hier vantevoren toestemming voor is verleend en duidelijk in de uitgave wordt vermeld. Geplaatste foto’s komen uit privé collecties tenzij anders vermeld. De inhoud geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van bestuur en/of redactie weer. Bestuur en/of redactie kunnen daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de geplaatste artikelen. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren of te redigeren.
Sluitingsdatum kopij Nieuwsbrief nummer 51: 01 november 2015
Merapi Tour & Travel
Dé Indonesië reisspecialist
Merapi maakt reizen naar het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea weer gemakkelijk! Merapi Tour & Travel is de Indonesië specialist en biedt onder andere reismogelijkheden naar Papua. Enkele keren per jaar organiseren we groepsreizen naar o.m. Biak, Jayapura en de Baliemvallei, maar het hele jaar door kunt u bij ons terecht voor individuele reizen. Op verzoek stellen wij ook graag reizen samen voor kleinere groepen. Papua groepsreis BIAK - Jayapura - Baliemvallei Vertrek 12 oktober Verlenging mogelijk op Papua, Bali, Molukken etc. Prijs vanaf € 3.495
Merapi Tour & Travel Prinses Irenestraat 58 6611 BK Overasselt 088-8111999 www.merapi.nl Email:
[email protected]