Pagina 1 van 6
SUBSIDIEREGLEMENT ‘BREDE SCHOOL PROJECT’
Algemene probleemstelling / situering Kinderen en jongeren groeien op in een samenleving die steeds complexer wordt. De school wordt dan snel als dé instelling gezien die kinderen moet wapenen met vaardigheden en uitrusten met de nodige competenties zodat zij actief vorm kunnen geven aan hun leven en hun omgeving. Het hoeft geen verdere uitleg dat hierdoor veel van een school en zijn leerkrachten verwacht wordt. Maar dit vormen van kinderen is geen zaak van leerkrachten en het onderwijs alleen. 1. Een kind leert niet alleen op school, maar in een brede maatschappelijke context. Een integrale en gecoördineerde aanpak op maat is hier vereist. Hiervoor gaat de school een samenwerkingsverband aan. De partners die we aan de school kunnen koppelen, komen uit de welzijnssector, jeugdsector, sportsector, cultuursector, … De Brede School maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden die de omgeving biedt. Een school is per definitie ingebed in de buurt en werkt van daar uit nauw samen met de samenleving, het vereningingsleven, de bedrijven, de social profit en de lokale overheidsinstellingen. (visietekst BS – VGC, 2006). Zo maakt de school actief deel uit van het sociale netwerk van een buurt en dient ze als katalysator voor sociale integratie. Via een duurzame, doelgerichte en gelijkwaardige samenwerking tussen scholen en zulke sectoren en organisaties, kunnen we maximale ontwikkelingskansen bieden voor ALLE kinderen. Want: “It takes a whole village to raise a child”. 2. Kinderen zitten lange tijd op school en in de opvang. Ouders werken lange of onregelmatige dagen. In een stedelijke context zijn opvanginitiatieven niet alleen voor en na schooltijd, maar ook in de vakanties overbevraagd. Hiervoor is een goede aansluiting tussen voorschoolse, naschoolse- en vakantie-opvang een noodzaak. 3. Het onderwijs in Vlaanderen heeft zijn sterke punten, maar het (re)produceert ook sociale ongelijkheid. Daarbij is kansarmoede een probleem dat op verschillende vlakken tegelijk moet aangepakt worden. Achterstand wegwerken!Slechte schoolprestaties zijn vaak niet los te zien van factoren als een verschillende moedertaal van de ouders, de socio-economische status van de ouders, het sociale netwerk van de kinderen, het culturele kapitaal van het gezin, …. De school kan evenwel als hefboom dienen om het proces van maatschappelijke kwetsbaarheid om te buigen of te verminderen. Hiervoor is een intensere samenwerking tussen de school en ouders een noodzaak . Schoolexterne partners zoals welzijnsorganisaties kunnen hierin een cruciale brugfunctie opnemen. (bron: welwijs 2009, 20-3). Deze drie uitdagingen willen Brede scholen in Leuven aangaan. Dit doen ze door krachten te bundelen.
Pagina 2 van 6 Artikel 1
Doel van de projectoproep
De stad wil Leuvense basisscholen stimuleren om samenwerkingsverbanden aan te gaan met schoolexterne partners in de buurt van de school om ontwikkelingsdomeinen en –kansen van kinderen te verbreden. Telkens zoekt het project naar een win-win-situatie voor alle partners met de brede ontwikkeling en het welzijn van het kind vooropgesteld. Dit fonds ondersteunt basisscholen die nieuwe acties ondernemen die aansluiten bij de doelstellingen vanuit een wijkprofiel, achterstandsprofiel, verrijkingsprofiel of het profiel zorgverbreding en dienstverlening van een brede school1. Een project kan een combinatie van verschillende (theoretische) brede school-profielen zijn.
Leren omgaan met verschillende mensen, taken, verantwoordelijkheden en situaties is essentieel voor sociale integratie en maakt van de kinderen ook actieve burgers. Wanneer de school open staat voor buurtinitiatieven, wordt zij sneller een stimulerende leer- en contactomgeving voor de hele buurt. Bijdragen tot de sociale samenhang is de hoofddoelstelling in een brede school die projecten uitwerkt vanuit een wijkprofiel. Voorbeelden hiervan zijn samenwerkingen met welzijnsinstellingen,rust- en verzorgingstehuizen in de buurt, buurtwerking, kinderwerkingen, politie, zelforganisaties, organisatie/deelname buurtfeest, verhuren ruimte voor buurtactiviteiten, avondcursussen voor wijkbewoners, … Een brede school kan zich ook focussen op de integrale zorg rond het kind (en de ouder). Dit doet ze onder andere door een goede aansluiting tussen school en andere instellingen of diensten te verzorgen. Denk hierbij aan schoolmaatschappelijk werk, opvoedingsondersteuning voor ouders, jeugdzorg,… De school kan hier een doorverwijsfunctie in opnemen, een katalysator zijn voor of zijn deuren openzetten voor praatgroepen, opvoedingsondersteunende workshops, consultaties van maatschappelijk werkers, e.d. Een school is voor maatschappelijk kwetsbare ouders een laagdrempelig en vaak een eerste contact met ‘instellingen’. De koppeling onderwijs – welzijn is dan snel gemaakt. (Dit omvat het profiel zorgverbreding en dienstverlening. ) Leuven heeft een rijk aanbod van culturele-, jeugd-, sportorganisaties. De meeste van deze organisaties uit verschillende sectoren hebben een vrijetijdsaanbod. Door de link met de school maken ze zich laagdrempelig en toegankelijker voor kansengroepen. Ook zij dragen hun steentje bij aan de verrijking van ontwikkelingsdomeinen van kinderen. Samen met externe organisaties kunnen scholen zo via binnen- en buitenschoolse leer- en ervaringsmogelijkheden van kinderen verrijken. Gelinkt aan een brede school, vertaalt dit zich bijvoorbeeld naar in klasverband toewerken naar een creatieve bijdrage aan een buurtevent, al kokende leren over de ecologische voetafdruk of de oorsprong van de aardappel met bezoek aan een boer,enz… Magneetscholen waarbij een school zich deels of volledig linkt aan een kunsttak of bedrijf zijn hier het ultieme duurzame voorbeeld van. (public-private-partnerschip). Tot slot kan een brede school zich specifiek focussen op het vermijden of wegwerken van ontwikkelings- of schoolachterstanden. Voorbeelden hiervan zijn projecten rond kleuterparticipatie,
1
Uit Nicaise I., Ruelens L. en Pirard, F. (2004), Naar een brede school in Vlaanderen?, Onderzoek in opdracht van de Cel Cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap., HIVA - KU Leuven.
Pagina 3 van 6 voor- en vroegschoolse participatie waarbij samenwerkingen aangegaan worden met o.a. de opvoedingswinkel, begeleidingsdiensten, de bibliotheek, peuterspeelzalen, sensibiliseringsprojecten, e.d. De doelgroep ouders is hier een belangrijke actor. De brede school kan hen tools aanreiken in het ondersteunen en stimuleren van het leren van de kinderen. Voor meer voorbeelden contacteer de projectdeskundige.
Artikel 2
Doelgroep
Alle Leuvense basisscholen op het grondgebied van de stad Leuven kunnen een projectaanvraag indienen. Enkel een samenwerkingsverband tussen een school en minstens één schoolexterne partner* kan een project indienen. Deze partner denkt mee over de visie en doelstellingen en werkt actief mee aan de inhoudelijke en praktische uitwerking van het project.
*Met een partner wordt een gelijkwaardige partner aan het project bedoeld. Een workshopaanbieder zelf wordt niet als een partner beschouwd maar is eerder een aanbieder van een activiteit. * Deze schoolexterne partners zijn bijvoorbeeld: welzijnsorganisaties, buurtwerkingen, sport- of cultuurorganisaties, partners uit de wijk, e.a. die actief meewerken aan de visie en uitwerking van de brede school. *Een school uit de buurt (liefst van een verschillend onderwijsnet) wordt ook beschouwd als een schoolexterne partner.
Artikel 3
Oproep
Halfjaarlijks wordt een oproep gedaan: midden september en begin januari. Deze gebeurt per brief, per mail en via de website www.leuven.be/leven/onderwijs. Zie artikel 11 voor de timing. Dit reglement is cumuleerbaar met het reglement ‘Brede Opvang’, waarvoor de oproep 1 x per jaar in januari gebeurt.
Artikel 4
Criteria
De school werkt een project uit met minstens één schoolexterne partner, zoals bepaald in artikel 2. Het project moet nieuw of vernieuwend zijn voor de school. Het initiatief leunt aan bij één of meerdere van de brede school-profielen, opgesomd in artikel 1. De doelstellingen worden in de aanvraag vanuit de eigen schoolcontext en buurt gespecificeerd. Het project past binnen het algemeen pedagogisch project van de school.
Pagina 4 van 6 Het doelpubliek zijn kinderen en hun ouders in relatie tot de school in een buurt. Het initiatief heeft een duurzaam karakter of de effecten ervan beogen duurzaam te zijn. Het project moet duidelijk en realistisch begroot worden.
Artikel 5
Indienen project
Per project kan er slechts één aanvraag ingediend worden. Een project wordt voor 1, 2 of maximaal 3 jaar opeenvolgende jaren ingediend. Bij de aanvraag wordt de duur van het project aangegeven. Voor de projectaanvraag maakt de school gebruik van bijgevoegde documenten: ‘Aanvraagformulier Brede School – project’ met bijhorende omgevingsanalyse. Voor inspiratie en ondersteuning bij een eventuele aanvraag kan de school beroep doen de projectdeskundige via
[email protected]. De definitieve aanvraag wordt jaarlijks vóór 25 april – gehandtekend door alle partners - per mail ingezonden naar
[email protected]. Of verstuurd naar de stad Leuven, afdeling onderwijs en scholen, Professor Roger Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven.
Artikel 6
beoordelingscriteria
Het college van burgemeester en schepenen stelt een beoordelingscommissie samen met interne en externe deskundigen, die de aanvraag beoordeelt aan de hand van de volgende criteria: - is de beginanalyse voldoende duidelijk? - sluiten de doelstellingen aan bij de beginanalyse? - zijn de doelstellingen voldoende concreet geformuleerd? - zijn de doelstellingen realistisch en haalbaar? - is het duidelijk wie er op welke manier bij de acties betrokken wordt? - zorgt de samenwerking voor een meerwaarde voor álle kinderen (en ouders?) - heeft het project een vernieuwend karakter voor de school? - worden de relevante actoren op gepaste manier betrokken bij uitwerking, uitvoering en evaluatie van het project? - bevat het project een duurzaam karakter?
Artikel 7
beheer van fonds
Het beheer van het projectenfonds gebeurt door de stad Leuven. De stad kent de middelen toe. Het praktisch beheer van het fonds ligt bij de dienst onderwijs van de stad Leuven. Dit houdt in:
Pagina 5 van 6 - communiceren van het fonds naar Leuvense scholen - verspreiden van het elektronische aanvraagformulier - geven van inhoudelijk advies aan de aanvragers - controleren van de uitvoering van de goedgekeurde acties
Artikel 8
berekening subsidiebedrag
Het maximaal toegekende subsidiebedrag bedraagt 2.000 euro per schooljaar. Voor een subsidieaanvraag voor 2 jaar is dit maximaal 4.000 euro. voor een subsidieaanvraag voor 3 jaar is dit maximaal 6.000 euro. Artikel 8.1
toegekende subsidie
Het effectief toegekende subsidiebedrag is afhankelijk van een aantal factoren: - de jaarlijkse stadsbegroting - de kostenraming van het ingediende project - de duur en omvang van het project De beoordelingscommissie adviseert het college omtrent het effectief toe te kennen subsidiebedrag. Het subsidiebedrag kan nooit hoger zijn dan de ingediende projectkost.
Artikel 9
besteding van de subsidie
De subsidie moet aangewend worden voor de financiering van het project en niet ter vervanging van andere, reguliere financieringsbronnen. Deze subsidie kan niet aangewend worden voor workshops zonder meer. Indien van toepassing, wordt geadviseerd de projectaanvraag naar een andere financiële tegemoetkoming of subsidiereglement binnen de stad Leuven door te sturen.
Artikel 10
goedkeuring van de aanvragen
Het project wordt beoordeeld door de beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie gaat na of het dossier alle noodzakelijke gegevens bevat en voldoet aan de criteria opgesomd in artikel 6. De beoordelingscommissie geeft een gemotiveerd advies over het project en stelt een subsidiebedrag voor aan het college van burgemeester en schepenen. De projectdeskundige kan om het dossier te verhelderen of bijkomend te staven, op eigen initiatief, na de indieningdatum en vóór de beslissing over de toekenning van projectsubsidies, uitleg of extra stukken opvragen bij de indiener. De projecten worden nadien ter goedkeuring voorgelegd aan het college van Burgemeester en schepenen.
Pagina 6 van 6
Artikel 11
Timing
Februari
oproep
Einde april
deadline indiening projecten
Mei
beoordeling en goedkeuring projecten communicatie naar scholen
Artikel 12
Evaluatie
De school evalueert het project met alle betrokken partners voor het einde van het project. Voor de inhoudelijke en financiële evaluatie gebruikt de school het bijgevoegde evaluatieformulier. Dit formulier wordt met bijhorende stavingsstukken aan het einde van het project opgestuurd naar
[email protected] of Stad Leuven afdeling onderwijs en scholen Professor van Overstraetenplein 1 3000 LEUVEN
Artikel 13
uitbetaling van de subsidie
Artikel 13.1 Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van het subsidiedossier en het subsidiebedrag, op voordracht van het advies van de beoordelingscommissie, wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met de aanvrager, waar de betalingsmodaliteiten worden gespecificeerd. Artikel 13.2 Ten onrechte uitgekeerde subsidies kunnen steeds worden teruggevorderd. Artikel 13.3 De aanvrager bevestigt de bepalingen van de wet van 14 november 1983 over de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen, en meerbepaald de verplichtingen opgelegd door artikels 3 en 7-1° van deze wet ,te respecteren.
Artikel 14
slotbepaling
Dit reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 januari 2013.