Sint-Andriesziekenhuis Bruggestraat Tielt Infobundel Kraamafdeling en Verloskwartier

Sint-Andriesziekenhuis Bruggestraat 84 8700 Tielt [email protected]

Infobundel Kraamafdeling en Verloskwartier

INHOUD Inleiding 1 1.1 1.2 1.3 1.4

Voorstelling van de dienst ......................................................................... 5 Bereikbaarheid .......................................................................................... 5 Medische staf .............................................................................................. 5 Verpleegkundigen & paramedici ....................................................... 5 Patiëntenpopulatie................................................................................... 6

2 2.1 2.2

Voornaamste interventies ......................................................................... 7 Globaal overzicht van de meest voorkomende interventies .. 7 Frequent uitgevoerde verpleegkundige handelingen............... 7

3

Verpleegmethode .......................................................................................... 8

4

Dagindeling ...................................................................................................... 9

5 Algemene dienstinformatie ....................................................................... 11 5.1 Maaltijden .................................................................................................... 11 5.1.1 Uren ........................................................................................................... 11 5.1.2 Aandachtspunten bij het opdienen .............................................. 11 5.1.3 Aandachtspunten bij het afdienen ............................................... 11 5.1.4 Maaltijdwijziging ................................................................................. 12 5.2 Schema van flesvoeding en borstvoeding ...................................... 12 5.2.1 Flesvoeding ............................................................................................ 12 5.2.2 Borstvoeding ......................................................................................... 14 5.3 Oproepsysteem.......................................................................................... 16 5.4 Medicatie ...................................................................................................... 16 5.4.1 Medicatiebeheer................................................................................... 16 5.4.2 Medicatietoediening ........................................................................... 17 5.5 Linnen ............................................................................................................ 18 5.6 Medisch materiaal .................................................................................... 20 5.6.1 Steriele sets ............................................................................................ 20 5.6.2 Bestelling ................................................................................................. 20 5.7 Bureelmateriaal ......................................................................................... 20 5.8 Voeding ......................................................................................................... 20 5.9 Afval................................................................................................................ 21

6 Verpleegdossier.................................................................................... 22 6.1 Kleurencode ...................................................................................... 22 6.2 Documenten ...................................................................................... 22 6.2.1 Verpleegdossier.......................................................................... 22 6.2.2 Ontslagformulier ........................................................................ 22 6.2.3 MKG-formulier ............................................................................ 22 6.2.4 Formulier voor SPE .................................................................. 23 7 8

N-dienst ................................................................................................... 24 Uurrooster ............................................................................................. 25

9

Logistiek assistent(e) ......................................................................... 25

10 Architectonische indeling ................................................................ 26 10.1 Grondplan materniteit.................................................................. 27 10.2 Voorstelling van de dienstruimten materniteit ................ 28 10.3 Grondplan verloskwartier .......................................................... 30 10.4 Voorstelling van de dienstruimten verloskwartier ......... 31 11 Veel voorkomende afkortingen & trefwoorden ..................... 32 11.1 Afkortingen ....................................................................................... 32 11.2 Trefwoorden ..................................................................................... 33 12 13

Speciale aandachtspunten voor studenten .............................. 36 Verwachtingen naar studenten toe.............................................. 36

Inleiding De hoofdverpleegkundige en het team van de kraamafdeling heten u van harte welkom op hun verpleegeenheid. Je komt terecht op een verpleegeenheid waar zowel rustende als reeds bevallen patiënten verblijven. Deze afdeling bestaat uit twee gangen, nl. de kraamafdeling zelf en het verloskwartier met een aantal kamers voor rustende vrouwen Met deze brochure willen wij zowel de startende verpleegkundige als de student-verpleegkundige een leidraad bieden bij de verkenning van deze afdeling. Voor alle vragen waar u in deze brochure geen antwoord op vindt kunt u terecht bij uw hoofdverpleegkundige, uw stagementor of de afdelingsverpleegkundigen en bij de begeleidingsverpleegkundigen van het ziekenhuis. Aan de student wensen wij een leerrijke en verrijkende stage. Het leerproces is een unieke periode in jouw leven en jij bepaalt voor een groot stuk hoe je deze invult. Grijp dan ook ten volle deze kans om uw stages optimaal te benutten. De verpleegkundige die voor het eerst kennismaakt met onze afdeling heten wij uiteraard ook van harte welkom. Een team verandert af en toe wel eens van samenstelling en nieuwe dynamische krachten laten ons ook toe om van gedachten te wisselen. Laat deze brochure voor u dan ook een begin zijn van een boeiende ontdekkingstocht doorheen onze verpleegeenheid.

1 Voorstelling van de dienst 1.1

Bereikbaarheid  extern 051/425 260  intern 5260  [email protected]

1.2

Medische staf 

Gynaecologen

 Pediaters

1.3

Dr. B. Boone Dr. V. Lampaert Dr. S. Servaes Dr. K. Devolder Dr. G. Vanacker Dr. M.C. De Jaeger Dr. K. Evens Dr. J. Persyn

Verpleegkundigen en paramedici

Hoofdvroedvrouw

Mevr. Marianne Kindts

Stagementoren

Mevr. Charline Vuylsteke (1) Mevr. Anja Van D'huynslaeger ( 2)

Sociaal verpleegkundige

1 2 Mevr. Sarah Van der Eecke

Pastoraal team

Mevr. Ann Messiaen Zr. Marie-Rose (i.v.m. doopsel)

     1.4

Vroedvrouwen Kinderverpleegkundigen Kinesisten Logistiek assistente Onderhoudsteam Patiëntenpopulatie

Op de kraamafdeling liggen hoofdzakelijk kraamvrouwen, na een normale bevalling of na een keizersnede of sectio. Daarnaast liggen er ook parturiënten die omwille van verschillende redenen moeten rusten of dienen geobserveerd te worden. Observatiepatiënten: Hyperemesis gravidarum

onweerstaanbaar braken

Vaginaal bloedverlies een weinig, slijmerig bloederig verlies is een teken dat de baring weldra op gang zal komen. Bloedverlies in de eerste helft van de zwangerschap vraagt controle. Veel helder bloedverlies: dringende opname ! Premature contracties vroegtijdige contracties de kunnen leiden tot premature bevalling Pré-eclampsie zwangerschapstoxicose gekenmerkt door de aanwezigheid van 3 symptomen: oedemen, hypertensie en albuminurie. Miskraam het uitstoten van de foetus vóór de 16e zwangerschapsweek Gebroken vliezen in dit geval zijn de vliezen spontaan vroegtijdig gebroken welke arbeid en vroegtijdige bevalling tot gevolg kan hebben Curettage uitkrabben of schoonmaken van de baarmoeder t.g.v. onvolledig miskraam De zuigelingen blijven in normale omstandigheden bij de moeder. Moeten ze om bepaalde redenen afgezonderd worden of in de couveuse of incubator gelegd worden, dan worden ze naar de N*-dienst getransfereerd.

2 Voornaamste interventies 2.1

Globaal overzicht van de meest voorkomende interventies

Patiënten worden opgenomen:

Deze patiënten ondergaan soms een rits van onderzoeken. Veel voorkomende onderzoeken:     

2.2

Parametercontrole: bloeddruk - pols - t° Bloedafname veneus & capillair EKG RX … Echografie

Frequent uitgevoerde verpleegkundige handelingen          

zorgen m.b.t. hygiëne, voeding, uitscheiding, mobiliteit zorgen m.b.t. toediening van medicatie per os, iv, sc, im zorgen m.b.t. infuustherapie zorgen aan de pasgeborene pré- en postnatale begeleiding bloedafname, zowel veneus als capillair wondzorg parametercontrole plaatsen van blaassonde zorgen m.b.t. pijnpomp

3 Verpleegmethode Op de kraamafdeling wordt er gewerkt volgens het systeem van geïntegreerde verpleging met patiëntentoewijzing, en dit voor een stuk gecombineerd met taakverpleging. Iedere dag wordt een nieuwe taakverdeling opgemaakt. Hierop wordt vermeld wie verantwoordelijk is, en ook op deze taakverdeling worden de patiënten toegewezen, met aanduiding van de uit te voeren zorgen. Studenten die voor hun stageverslag een bepaalde patiënt volgen, kunnen dit best zo vroegtijdig mogelijk aan de hoofdverpleegkundige melden.

4 Dagindeling De verpleegkundige taken op M zijn vrij gevarieerd. En worden in grote mate bepaald door het tijdstip van de dag. Hierna volgt het verloop van de dag:

06.45 u

overdracht nachtdienst naar vroegdienst (V)

07.00 u

verzorging pasgeborenen door verpleegkundigen ofwel aanleren van het kinderbadje aan de moeders (2e of 3e dag) ofwel toezicht houden bij de verzorging van hun kindje eventueel vulvaspoelingen

07.45 u

opdienen ontbijt medicatie wordt niet rondgedeeld door de verpleegkundigen. De parturiënten krijgen hun medicatie op de 1e dag, en nemen deze zelf.

08.05 u

overdracht vroegdienst naar dagdiensten de studenten wonen deze overdracht zeker bij

08.30 u

afdienen ontbijt toer met de Drs. gynaecologen + pediaters verzorging pasgeborenen + flesvoeding (FV) geven verzorging van de bevallen moeders PKU-testen worden afgenomen bij de kindjes de dag van ontslag Na de verzorging worden de verpleegdossiers ingevuld en worden de speciale observaties doorgegeven aan de hoofdverpleegkundige

10.00 u

korte koffiepauze verzorgingskarren terug aanvullen onreine utility opruimen linnen aanvullen in de kinderboxen ronddelen van staaldozen + voedingsschema's uitleggen

12.00 u

afdienen middagmaal FV geven

13.15 u

overdracht van vroegdienst naar avonddienst beloproepen bedden + boxen ontsmetten van ontslagen patiënten voorbereiden van sterilisatiemateriaal

15.00 u

opdienen vieruurtje

15.30 u

fv geven afdienen vieruurtje

16.00 u

avondverzorging van de bevallen moeders

17.00

invullen verpleegdossier

17.45 u

opdienen avondmaal

18.10 u

afdienen avondmaal

19.00 u

start avondronde FV toedienen observatie recente sectiopatiënten pas bevallen moeders verzorgen

21.00 u

overdracht van avonddienst naar nachtdienst

22.00 u

uitvoeren nachtronde - beantwoorden beloproepen – medicatietoediening – parametercontrole FV toedienen

Vanaf 03.00 u

invullen nachtverslag FV toedienen

06.45 u

overdracht nachtdienst naar vroegdienst

5 Algemene dienstinformatie 5.1

Maaltijden

5.1.1 Uren Ontbijt Middagmaal Vieruurtje Avondmaal

07.55 11.25 15.00 17.45

5.1.2 Aandachtspunten bij het opdienen     

Studenten dienen steeds op onder toezicht van een verpleegkundige Informeer of de patiënt nuchter moet blijven Controleer altijd goed de naam en kamernummer; bij twijfel: vraag de naam van de patiënt Zorg dat bedlegerige patiënten (rusters) goed rechtop zitten en dat alles binnen handbereik ligt Zorg ook dat de patiënt zijn medicatie inneemt

5.1.3 Aandachtspunten bij het afdienen  

 

Ontbijt: geef iedere patiënt een vers glas/beker en neem het vuile terug mee Wat niet op het dienbord mag achterblijven:  medicatie  spuiten  melkflesje  voorwerpen van de patiënt (mesje, tas, bril, …)  identificatieblad Bestek altijd vooraan op het dienbord leggen S ’morgens en s ’avonds wordt er gevraagd of de patiënten nog een fles water nodig hebben.

5.1.4 Maaltijdwijziging Iedere patiënt die opgenomen wordt krijgt automatisch een 'gewoon' menu voorgeschoteld. Indien de patiënt voor langere tijd nuchter moet blijven, een dieet dient te volgen of indien de consistentie van de voeding dient aangepast te worden moet er een maaltijdwijzing worden ingediend. Dit gebeurt via resultatenvieuwer. Open resultatenvieuwer, klik rechts op de patiënt en kies maaltijdwijziging. Doe de nodige aanvragen en klik dan op versturen. Belangrijk is om de tijdstippen van maaltijdwijziging in de gaten te houden:  Vóór 10.00 u  Vóór 16.00 u

aanpassing middagmaal + 4-uurtje aanpassing avondmaal + ontbijt

5.2

Schema van flesvoeding en borstvoeding

5.2.1 Flesvoeding  overdag: om de 3,5 uur flesvoeding geven, dit komt overeen met volgende uren: o tussen 04 – 06 u (op aanvraag) o 08.30 o 12.00 o 15.30 o tussen 18.30 – 20.00 u (op aanvraag) o 23.00 (laatste voeding)  De flesvoedingen zijn kant en klaar en mogen kamertemperatuur gegeven worden.  Het zijn flesjes van 90cc en de 1ste dag mogen de kindjes 40cc drinken, de 2de dag 60cc en dan 80 cc.  De AR voedingen moeten wel nog klaargemaakt worden.  Soorten melkpoeders: Nan®1 – Nutrilon® 1 Nan® HA1 (hypoallergisch) – Nutrilon® HA1 – Nutrilon® AR 1 Nan® AR 1

5.2.2 Borstvoeding  Aanleggen van de baby Dit gebeurt zo vlug mogelijk, reeds in het verloskwartier wordt het kindje voor de eerste maal aangelegd. Om de 3 à 5 uur aanleggen, minimum 6x per dag, vraag en aanbod principe, zowel overdag als s ’nachts.  Controle voeding Dagelijks wegen bij de ochtendverzorging.  Techniek van het aanleggen Het tandvlees van de baby moet op de tepelhof drukken. Deze techniek zal door de verpleegkundigen aangeleerd worden. De moeder neemt hierbij een comfortabele houding: de eerste dagen liggend, daarna zittend. Elke voeding wordt begonnen met de borst waarmee men eindigde. Om de baby van de borst te nemen: met de pink langs de zijkant van het mondje. Belangrijk om weten is dat de melkproductie pas na een paar dagen goed op gang komt. Als het kindje goed zuigt en rustig is, en een goede gewichtscurve vertoont en veel plast en stoelgang heeft, mag men er zeker van zijn dat het goed drinkt. Er is ook een dagelijkse controle van de kinderarts die op die dag van wacht is.

 Hygiëne Het is van groot belang om de borsten goed te verzorgen en dagelijks goed te wassen. Om tepelkloven te voorkomen wordt er na elke voeding Lansinoh® op de tepel gebracht. De moeder moet weten dat ze bij pijnlijke tepels, dit steeds moet melden aan een verpleegkundige. Bij kloven kan ook gedurende 24u de melk afgekolfd worden ( dit in uiterste nood) Oorzaak van kloven is hoofdzakelijk: verkeerde zuigtechniek. Bij stuwing worden de borsten warm gehouden ( warmte voor het aanleggen v.b.: kersenpitkussen, warme douche en ijs na de voeding + Brufen®). Iedere moeder heeft op de kamer borstkompressen.  Voeding van de kraamvrouw De voeding van de zogende moeder vraagt eveneens aandacht. Men zorgt voor de inname van supplementair vocht,( liefst geen melkproducten omwille van koemelkallergie). Verder is een gevarieerde voeding aangeraden, matig met koffie en thee is de boodschap. Voorzichtig met het eten van peulvruchten, citrusvruchten, zware koolsoorten, asperges, ajuin, tomaat, pikante spijzen. Alles kan, maar met mate, omdat deze voedingsmiddelen bij de baby nl. krampen kunnen veroorzaken. Tenslotte raadt men de moeder aan voldoende rust te nemen en bij het bemerken van rode vlekken of strepen op de borst, dit onmiddellijk aan de arts of de verpleegkundige te melden.

5.3

Oproepsysteem

Iedere verpleegeenheid beschikt over een aantal personenzoemers(de zogenaamde "dects") die bestemd zijn voor het ontvangen van de patiëntenoproepen. Indien een patiënt hulp vraagt via zijn oproepsysteem ('belletje') dan komt deze oproep via een aantal kanalen tot uiting:  visueel signaal boven de kamerdeur (rode lamp)  auditief signaal in bureel hoofdverpleegkundige (gele knop moet steeds ingedrukt zijn !)  auditief signaal op dect verpleegkundige  auditief signaal in de kamer waar de verpleegkundige aanwezig is (gele knop of beletlichtje steeds aansteken !)tenzij op de nieuwe kamers. Iedere verpleegkundige of verzorgingsequipe dient dan ook bij aanvang van zijn/haar shift een dect op zak te steken Bij het verlaten van de kamer moet het oproepsysteem steeds in het bereik van de patiënt liggen. Beloproepen dienen zo snel mogelijk beantwoord te worden en bij het binnenkomen van de kamer moet altijd het beletlichtje aangestoken worden. Dit is om enerzijds de beloproep te annuleren, en anderzijds om uw aanwezigheid op de kamer zichtbaar te maken. In geval van alarm dient er onmiddellijk hulp worden geboden ! 5.4

Medicatie

5.4.1 Medicatiebeheer De medicatievoorraad bevindt zich in het Medisch Office (zie grondplan). Alle medicatie zit achter slot en de sleutel wordt bewaard op een vaste plaats. De verdoving zit in een aparte kast met een aparte sleutel. Deze sleutel wordt op een andere plaats bewaard. Het kastje van de apotheek (gelijkvloers) wordt ook afgesloten, en kan met blue key worden opengedaan. Kijk vóór het verlaten van de dienst uw zakken na of er géén sleutels meer inzitten! De vaak gebruikte medicatie wordt uit de voorraadkast genomen, deze wordt via PC besteld en wordt meermaals per week terug aangevuld.

De minder courant gebruikte medicatie (antibiotica, …) zit normaal gezien niet in de voorraadkast en wordt individueel besteld, ook via PC. De voorraad wordt dagelijks (behalve zondag) terug aangevuld. Indien niet voorradig op dienst kan je buiten de openingsuren van de apotheek, in de vanas kast medicatie terugvinden. 5.4.2 Medicatietoediening De ochtendmedicatie (medicatie per os én IV medicatie) wordt toegediend door de toegewezen verpleegkundigen. Alle medicatie wordt afgetekend via PC. Studenten mogen enkel medicatie toedienen onder toezicht van een verpleegkundige.

5.5

Linnen

Na ontslag van de patiënt wordt zijn bed volledig gereinigd en ontsmet. Vers linnen bevindt zich in de linnenkamer of de berging (zie grondplan). Een vers bed wordt opgemaakt volgens de gewoonte van de afdeling. Op M is dit:      

1 hoeslaken en 1 laken 1 bedzeil 1 steeklaken 1 donsdeken 1 klein kussen + sloop 1 groot kussen + sloop

Tijdens de verzorging staan de propere linnenkarren in de gang (langs éénzelfde kant). Vuil linnen wordt nooit op de grond gelegd, ook nooit op een ander bed, maar wordt zo snel mogelijk in de linnenzak gedeponeerd. Het linnen wordt gesorteerd volgens onderstaande tabel: KLEUR LINNENZAK

INHOUD

WIT

Lakens, steeklakens, kussenslopen, OP-hemden, keukenhanddoeken, , sponshanddoeken, moltons, washandjes, tetradoeken, schotelvodden

GROEN

Alle operatielinnen, OK-jassen

ROOD

Speciale stukken zoals hoofdkussens, gordijnen, dekens van de babybedjes

BLAUW GEEL GEEL NET

Personeelskledij, blauw OP-linnen Alle besmet linnen Fixatiemateriaal, zwachtels, lendenriem, buikbanden en rompverbanden

Donsdekens worden apart in de linnenkar gegooid. Eens de linnenzak vol is wordt hij in de onreine utility op een transportkar geladen in een welbepaalde volgorde. Dit schema hangt uit in de utility. Knoop de zakken goed dicht en ontlucht ze vooraleer op de kar te stapelen. Het verse linnen wordt systematisch aangevuld op maandag, woensdag en vrijdag. Bij tekorten kan er getelefoneerd worden naar de transportdienst. Pampers moeten worden besteld via het medisch materiaal. De boxen worden dagelijks terug aangevuld met vers linnen, kompressen en pampers.

5.6

Medisch materiaal

5.6.1 Steriele sets De steriele sets, bevinden zich in de kasten in de badkamer. In dezelfde kasten bevindt zich ook het ander steriel materiaal van Sterima, zoals: pincetten - kochers - scharen - stilets - godets en allerhande kompressen. Het bevuilde instrumentarium wordt verzameld in een kartonnen box, deze wordt wekelijks opgehaald. Het steriele materiaal wordt systematisch aangevuld op maandag, woensdag en vrijdag. Bij tekorten: telefoneer naar de transportdienst. 5.6.2 Bestelling De bestelling van het medisch materiaal gebeurt wekelijks. 5.7

Bureelmateriaal

Alle bureelmateriaal zoals omslagen, formulieren allerhande, etiketten, balpennen, verpleegdossiers, … vind je terug in de verpleegpost en worden tweewekelijks aangevraagd op dezelfde wijze als het medisch materiaal. 5.8

Voeding

De voedingsmiddelen die in de afdelingskeuken te vinden zijn, zoals koffie, suiker, beschuiten, porties confituur, … worden 1 x per maand besteld op dezelfde wijze als het medisch materiaal.

5.9

Afval

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende afvalstromen, zijnde :  Papier- en kartonafval - niet-vertrouwelijke documenten - vertrouwelijke documenten  Glasafval  Niet-risicohoudend medisch afval  Risicohoudend medisch afval  Bedrijfsafval  Batterijen  Medicatie  Divers en speciaal afval

6

Verpleegdossier

Het verpleegdossier bestaat uit een plastic map, de kleur afhankelijk van de toestand waarin zich de patiënte of parturiënte zich bevindt. 6.1

Kleurencode GEEL GROEN GRIJS ROOD BLAUW

6.2

Spontaan bevallen moeders Bevallen met sectio Rusters Kleine ingrepen Specialiteiten (vb. mors in utero)

Documenten

6.2.1 Verpleegdossier Het papieren verpleegdossier wordt op termijn vervangen door een elektronisch dossier op PC. 6.2.2 Ontslagformulier Het ontslagformulier wordt ingevuld telkens de patiënt iets verbruikt dat niet in de ligdagprijs is inbegrepen. Dat kan o.a. zijn:      

het gebruik van een opklapbed doopplechtigheid gebruik epidurale set tepelhoedjes middagmaal voor de papa …

6.2.3 MKG-formulier (roze) Dit formulier wordt ingevuld door iedere arts die de patiënt behandelt en/of onderzoekt. Dit formulier wordt ook telkens meegegeven naar het OK.

6.2.4 Formulier voor het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie De kennisgeving van de geboorte gebeurt elektronisch en daarvoor hebben we de paspoorten van beide ouders nodig. Wanneer de kennisgeving gebeurd is kan het medisch-formulier ingevuld worden en dat wordt dan doorgegeven aan spe Op de N* dienst wordt er wel nog gebruik gemaakt van spe formulieren.

7 N* dienst Op de kraamafdeling is er een kamer voorzien voor pasgeboren zuigelingen die ziek zijn of speciale medische zorg wegens vroege geboorte of laag geboortegewicht vereisen. De afdeling is voorzien van 3 Couveuses en 6 tal verwarmde bedjes. Hygiënische voorzorgsmaatregelen Iedereen die de N* afdeling binnengaat moet in het sas: handen wassen en ontsmetten box overschort aandoen. Bezoekuren De moeder en vader mogen te allen tijde en onbeperkt binnen op de N* dienst. De oma/opa, broers en zussen mogen beperkt binnen mits een afspraak te maken met de verpleegkundige en dit in de late namiddag of avond. Alle informatie gebeurt via de verpleegkundige op de N* afdeling.

8 Uurrooster Vanaf eind September

V1 V2

6:30-11:00 6:30-11:45

11:39 - 14:45 12:24 -14:45

L1 L2

13:15-17:00 13:15 -17:45

17:39- 21:30 18:24-21:30

HV HV

7:45-12:00 8:00-12:15

13:39- 17:00 14:39- 18:00

Onderbroken

7:45-12:00

18:09 -21:30

Nacht

21:15 -06:45

3.8 3.8

(2) (2)

(1) (2)

7:45-11:33 14:42 -18:30 uurrooster met uitdovend karakter uurrooster te hanteren voor 50% en 75% arbeidsregime

Uurrooster studenten Uren zijn af te spreken met de hoofdverpleegkundige. Studenten voor het verloskwartier doen best vroeg of avond dienst. Als er teveel studenten op eenzelfde moment stage doen worden de uren gespreid over vroeg-avond en nachtdienst.

9

Logistiek assistent(e)

Op een verpleegafdeling werken mensen samen met verschillende deskundigheden, zij overleggen samen, in welke zorgsituaties bepaalde deskundigheden vereist zijn. De wet op de verpleegkunde geeft duidelijke richtlijnen en normen aangaande de wijze waarop aan de verpleegkundige activiteit binnen een ziekenhuis gestalte moet worden gegeven. Ook voor het verzorgend personeel is een eigen profiel opgesteld door de Vlaamse Onderwijsraad. De logistiek assistent(e) onderscheidt zich van de verpleegkundige en de verzorgende door het feit dat zij/hij een hulpfunctie vervult op uitvoerend niveau en niet participeert in de directe zorgverlening aan patiënten. Het dient benadrukt te worden dat de logistiek assistent(e) onder geen enkele voorwaarde verpleegkundige of patiëntverzorgende taken mag uitvoeren. De logistiek assistent(e) is specifiek opgeleid, lager geschoold personeel en maakt deel uit van het verpleegkundig departement. Alle taken gebeuren onder supervisie van het verpleegkundig personeel. De taken van de logistiek assistent(e) kunnen omschreven worden als het ondersteunen van verpleegkundig en verzorgend personeel door het verzekeren van taken die voor verplegenden en verzorgenden tijdsbesparend kunnen zijn. De limitatieve lijst met activiteiten die door de logistiek assistent(e) mogen verricht worden is beschikbaar op elke afdeling. Uren logistiek assistente 3.8 u/dag in de voormiddag

10 Architectonische indeling 10.1 Grondplan materniteit trap 307 308 306 309 305 310 304 311 303 312 medisch office verpleegpost

313 N*-dienst

onreine utility

keuken

314

302 316

badkamer / berging wc wc 301

317

10.2 Voorstelling van de dienstruimten materniteit Berging/linnenkamer + toilet    

verzorgingskarren voorraad medisch materiaal toilet personeel toilet bezoekers

Keuken Onreine utility - spoelruimte      

uitgietbak afwasbak vuil linnenmanden voorraad linnenzakken debietkannen Bedpanspoeler

Verpleegpost       

 5260

verpleegdossiers bloedglucosemeter tympanische thermometers bloeddrukmeters steriel materiaal hier bevindt zich ook de beademingsballon (ambu) & mayocanules Karretje met propere bedpannen en propere wasbekkens.

Medisch office    

medicatiekasten (altijd op slot!) koelkast voor medicatie Voorraad flesvoeding hier wordt de medicatie klaargemaakt

N*-dienst Is een premature afdeling voor vroeg- en zwakgeborenen die geen intensieve verzorging nodig hebben. ( zal nog verder uitgewerkt worden in de toekomst) Traphal Deze bevindt zich op het einde van de gang. Dit is tevens een nooduitgang, en mag dus nooit versperd worden !!

10.3 Grondplan verloskwartier trap

372 373

nazorg nazorg

Berging

371 374

verpleeg post

utility

375

363 voorlichting onderhoud

Berging verpleeg

364 1 362

364 2

WC Kapel

Melkkeuken 365 361

Cons. Dr.Evens

Op het verloskwartier zijn er ook 3 kamers voor moeders die bevallen zijn en ook een 2 persoonskamer (365). De kapel kan ook dienst doen als doopkapel.

10.4 Voorstelling van de dienstruimten verloskwartier Melkkeuken Hier wordt de melkvoeding klaargemaakt. Een verpleegkundige van de kinderafdeling maakt deze voeding. De flesjes en speentjes zijn wegwerpmateriaal. Berging         

voorraad pampers linnenkar kindjes / gewone linnenkar reservebedjes couveuse fototherapielamp voorraad telefoons dozen met stalen: algemeen Infuusstaanders Voorraad flessen en speentjes

Verpleegpost  

 5280

verpleegdossiers hier bevindt zich ook de beademingsballon (ambu) & mayocanules

Onreine utility - spoelruimte        

uitgietbak afwasbak vuil linnenmanden voorraad linnenzakken debietkannen diepvries voor placenta's Bedpanspoeler Voorraad ontsmetting, xylocainegel, naaldcontainers.

11 Veel voorkomende afkortingen & trefwoorden 11.1 Afkortingen A AVVZ BB BM BS = VS BV CPAP EK EEG EKG EPI G IM IUGR IV LM LV MKG MPG MVG NA 1000 (2000) NPO P PBO PC PCEA PKU PO PTT RR SC

abortus arm aan verzadigde vetzuren bedbad baarmoeder blaassonde = verblijfsonde borstvoeding continue positive airway pressure eerste kindsbewegingen elektro-encefalogram elektrocardiogram episiotomie graviditeit intramusculair intra uteriene groei retardatie intraveneus laatste maandstonden licht verteerbaar minimale klinische gegevens minimale psychiatrische gegevens minimale verpleegkundige gegevens natrium 1000 (2000)- zoutbeperking (voeding) niets per os pariteit perifeer bloedonderzoek packed cells patiënt controlled epidurale analgesie Phenylketonurie (fenylketonurie) per os protrombinetijd riva rocci = bloeddruk subcutaan

11.2

Trefwoorden

parturiënte kraamvrouw graviditeit pariteit

zwangere vrouw vrouw die bevallen is aanduiding voor het aantal doorgemaakte zwangerschappen dit is de toestand van een kind gebaard te hebben van 500 gr of meer dan 24 weken oud en levend of dood. Dit is een aanduiding voor het aantal doorgemaakte bevallingen prematuur te vroeg geboren kind dysmatuur kind waarbij een wanverhouding bestaat tussen het geboortegewicht en de duur van de zwangerschap sectio = keizersnede. Ingreep waarbij toegang tot de baarmoeder wordt verkregen door de buikwand en het peritoneum te openen om op deze manier het kind geboren te laten worden. kunstverlossing kind wordt via normale weg geboren maar er moeten technische hulpmiddelen worden gehanteerd (vacüum extractor, forceps) forceps = verlostang. Bestaat uit 2 lepels met een handvat, een slot en een gevensterd lepelblad. Dit wordt inwendig op het hoofd of op de stuit aangebracht. Met deze tang kan getrokken en eventueel gedraaid worden. vacüum extractor = ventouse of zuignap. Bestaat uit een metalen cup die op het voorliggend deel wordt geplaatst en waarin luchtledigheid wordt teweeggebracht d.m.v. een zuigpomp. Daarna kan tractie worden uitgevoerd. vertikaal bevallen parturiënte gaat bevallen in hurkzit op een speciaal daarvoor bestemde baringsstoel inductie kunstmatig op gang brengen van de arbeid d.m.v.: Theobaldinfuus : 1/2 l gluc. 5% + 5 E Syntocinon® Prostaglandines: zorgen voor de rijping van de bm-hals en voor het onstaan van contracties (vb. Prostin®) indaling het hoofd is ingedaald als de grootste diameter van het hoofd de bekkeningang heeft overschreden ontsluiting openen van de bm-hals. De maximale ontsluiting bedraagt 10 cm, dit wordt bepaald door vaginaal toucheren

verstrijking

ontsluitingsperiode

uitdrijvingsperiode episiotomie nageboorteperiode

naweeën monitor

apgarscore

incubator

PKU-test

groeiretardatie

mechanisme van verkorten van de bm-hals tot nog enkele mm dikte. Dit wordt uitgedrukt in % : 25 – 50 – 75 – 100% vanaf het begin van de arbeid, gekenmerkt door verstrijking en ontsluiting van de bm-hals tot volledige ontsluiting van de bm-hals periode van volledige ontsluiting van de bm-hals tot volledige uitdrijving van het kind uit het baringskanaal insnede t.h.v. het perineum om de uitgang van het weke baringskanaal te vergroten periode vanaf de uitdruiving van de baby tot het ogenblik dat ook de placenta en de vliezen zijn uitgedreven samentrekkingen van de baarmoederspier die voorkomen direct na de bevalling tot enkele dagen erna toestel waarmee foetale harttonen en contracties kunnen gecontroleerd en geregistreerd worden tijdens arbeid en bevalling beoordelingsscore van de pasgeborene, 1 en 5 minuten na de geboorte. Volgende punten worden beoordeeld : hartfrequentie, ademhaling, kleur, reflexen en tonus = couveuse. Ventileerbare kast waarin te vroeg geboren of zwakke kinderen de eerste weken na de geboorte bij een bepaalde t°, vochtigheidsgraad en zuurstofmilieu worden verpleegd test voor het opsporen van fenylketonurie waarbij bloed via een hielprik wordt afgenomen op een daarvoor bestemd filtreerpapier. Fenylketonurie is een enzymdefect bij het jonge kind in de stofwisseling van het aminozuur fenylalanine. Indien niet behandeld kan dit leiden tot irreversibele hersenletsels. foetale groeiachterstand in verhouding tot het aantal weken zwangerschap

fototherapie

breed luieren

lichtbehandeling waarbij de ongebonden bilirubine o.i.v. het UV-licht omgezet wordt tot bilirubine die kan uitgescheiden worden. De behandeling wordt gestart afhankelijk van de bloeduitslagen. De behandeling hiervoor is 48 uur fototherapie dmv. Bili-blancket. Dit gebeurt op de kamer terwijl dat de baby in zijn bedje blijft liggen. er worden 2 pampers boven elkaar aangebracht. Wordt enkel toegepast op doktersvoorschrift. Na 1 maand hercontrole dmv. Echo heupen, afhankelijk van de echo moet er verder breed geluierd worden.

12            

  

Speciale aandachtspunten voor studenten Handhygiëne is uitermate belangrijk ! Nooit aan het kindje komen alvorens de handen te wassen en te ontsmetten met Hibiguard® Tussen 2 verzorgingen ook steeds handen ontsmetten Bij het geven van een vulvaspoeling bij het eerste bedbad, hulp vragen aan een verpleegkundige. Dit ook bij een sectio patiënte. Nagaan wanneer de vrouw de eerste maal kan urineren en dit mondeling en schriftelijk rapporteren. Steeds de baarmoederhoogte controleren. Bij elke vulvaspoeling goed de episiotomie observeren en afwijkingen noteren. Navragen of de parturiënt haar medicatie genomen heeft. Parturiënten die bevallen zijn onder epidurale verdoving mogen pas na 3 uur opstaan, indien ze een goed gevoel hebben in de benen en altijd de eerste keer met begeleiding opstaan. Na de verzorgingen worden de verzorgingswagens volledig afgewassen en aangevuld. De spoelkan moet onder stromend water afgespoeld worden en afgedroogd worden met een verse doek. Vooraf aan de ouders toelating vragen om een bevalling te mogen bijwonen Bij het bijwonen van een bevalling vragen waar je hulp kunt bieden (vb. medicatie optrekken, steriel materiaal aangeven, hulp bij de eerste zorgen van de pasgeborene, …) en daar niet passief blijven staan. In het begin van de stageperiode melden de studenten aan de hoofdverpleegkundige welke moeder en welke pasgeborene ze willen volgen voor hun stageopdracht. Doelstellingen van de stage kenbaar maken. Als er meerdere studenten op eenzelfde moment stage doen vragen we om onderling een uurregeling op te maken met vroeg-laat en nachtdienst zodat de aanwezigheid van de studenten wat gespreid is.