INTRODUCTIEBROCHURE
Verloskwartier
Hoofdverpleegkundige: Veronique Stul September 2011
2
WELKOMSTWOORD Beste student
Het medisch en verpleegkundig team heet u van harte welkom op het verloskwartier. Samen willen wij onze uiterste best doen om u op een aangename en leerrijke manier te begeleiden. Zodoende willen wij u graag informatie en ervaring doorgeven, maar zijn we ook bereid om ons open te stellen voor uw opgedane kennis. In deze sfeer willen we graag met u samenwerken om samen met u iets toe te voegen aan de kwaliteitszorg die ons ziekenhuis in deze regio te bieden heeft.
3
ALGEMENE GEGEVENS HOOFDVERPLEEGKUNDIGE: Veronique Stul SPECIALISME: Verloskwartier DIENSTHOOFD: Dr. Rombaut ARTSEN: Er zijn 4 gynaecologen verbonden aan onze afdeling, nl: Dr. Bafort Dr. Rombaut Dr. Timmermans Dr. Vercamer Onze kinderartsen zijn: Dr. Azou Dr. Van Molhem Dr. Van Paemel We hebben elk jaar ook 1 assistent pediatrie VERPLEEGKUNDIG TEAM: Onze groep bestaat uit vroedvrouwen, pediatrisch verpleegkundigen, kinderverzorgsters, lactatiedeskundigen en logistieke ondersteuning. Wij werken hier onder leiding van Veronique Stul, hoofdvroedvrouw van het verloskwartier, neonatologie, materniteit en EVA. De stagementoren zijn: - Marleen Knockaert - Lieve Vercruysse - Niki de Bock - Mariska Debeir Bij vragen omtrent borstvoeding kunnen jullie je wenden tot Jill Bodyn. AANTAL BEDDEN en KAMERS Onze afdeling wordt afgekort met de letters VK. Ze heeft een maximale bezettingscapaciteit van 5 arbeidskamers, waarvan 1 met een relaxatiebad en 2 verloskamers.
4
PATHOLOGIEËN EN BEHANDELINGEN PATHOLOGIEËN Parturiënte met klachten, ongeacht de duur van de zwangerschap, bijvoorbeeld lendenpijn, vroegtijdige contracties, bloedverlies, vermoeden van vruchtwaterverlies, ... Parturiënte voor een geplande sectio (deze worden meestal onmiddellijk op materniteit gelegd en daar voorbereid). Expulsies wegens mors in utero, ernstige afwijkingen, ... BEHANDELINGEN Medicatie die frequent gegeven wordt in het VK Clamoxyl 1 of 2 g : antibiotica die gegeven wordt indien de parturiënte Strep. B pos is (= GBS +). Erythroforte of –mycine IV: idem als bij Clamoxyl, als de parturiënte allergisch is aan Clamoxyl. Cytotec: om een expulsie in te leiden. Dostinex: om melkproductie te onderdrukken bij parturiënten die flesvoeding geven. Konakion 2 mg: IM toediening van vitamine K aan de pasgeborene (na aspiratie van slijmen). Methergin: wordt gegeven om een goede samentrekking van de uterus te bekomen en bloedverlies te verminderen NA de partus. Naropin + Sufenta: medicatie gegeven bij een epidurale anesthesie. Terramycine oogzalf, crédé: wordt in de oogjes van de pasgeborene aangebracht om infectie tegen te gaan. Op materniteit kan die zalf gebruikt worden als de baby etteroogjes heeft. Tractocile: Tractocile om vroegtijdige contracties te verminderen. Prostin 3 mg wordt gebruikt bij (pre-)inducties en wordt vaginaal geplaatst. Prostin 0,5 mg: intra-cervicaal/sublinguaal gebruikt na de partus bij overvloedig bloedverlies. Inductie/optimalisatie van de arbeid. Syntocinon: • wordt gegeven om contracties op te wekken of om regelmatige contracties te bekomen tijdens de arbeid • 5 E synto op 0.5 l glucose 5% • 5 E na partus om een goede samentrekking van de uterus te bekomen en bloedverlies te verminderen. • 10 E postpartum bij hevig bloedverlies. - Vit. D: 4 x 1d. i: dag na partus starten. Wordt enkel meegegeven aan de parturiënten die borstvoeding geven!
5
MEEST VOORKOMENDE VERPLEEGACTIVITEITEN -
Een lavement toedienen. Het aanleggen en het interpreteren van een monitor (cardio-tocograaf/stan monitor). Opmaken van een verloskundig dossier. Klaarmaken en plaatsen van een infuus. Bloedafname. Volgen van een parturiënte in arbeid. Het uitvoeren van een inwendig onderzoek. Het uitvoeren van een amniotomie. Het bijwonen en eventueel assisteren wanneer een epidurale anesthesie wordt toegediend en de navolging kennen van parturiënten met een epidurale verdoving. Het klaarzetten van de verloskamer voor een bevalling. Opruimen van de verloskamer na een bevalling + nazorg materiaal. Aanleggen van de baby. Voorbereiden van een patiënt op de verlostafel, scheren en ontsmetten. Assisteren bij een bevalling. Opvang van de pasgeborene na de partus. Eerste zorgen toedienen aan de pasgeborene: aspireren, wegen, meten van lengte en schedelomtrek, crédé en konakion IM toedienen. Afnemen van navelstrengbloed. Controleren van placenta. Installeren van patiënte op kamer. Patiënte voorbereiden op een sectio. Sonderen: o eenmalig o verblijfssonde plaatsen
6
OVERLEGSTRUCTUREN OP HET VK Verpleegkundig niveau: •
Patiëntenoverleg en bespreking: - 2 x patiëntenoverleg/dag: * bij aanvang vroegdienst * bij aanvang nachtdienst - Patiëntenbespreking: dagelijks om 13.30 uur. - Kort overleg en overdracht met de gynaecoloog en pediater van wacht op vrijdag
•
Dienstvergaderingen 4 à 5 verplichte dienstvergaderingen op jaarbasis
Overleg met de interne en externe diensten: •
Clustervergaderingen : 2 maandelijks overleg Moeder en Kind-diensten: aanwezigheid van de directie, hoofdgeneesheer, zorgmanager, medische diensthoofden gynaeco en pediatrie en hoofdverpleegkundigen.
•
Overlegvergadering met Kind en Gezin.
•
Overleg met de scholen verpleegkundige opleiding.
Overleg op beleidsniveau: •
Overleg van de zorgmanager en de hoofdvroedvrouw - wekelijks overleg
•
Overleg met de directeur patiëntenzorg - halfjaarlijkse bespreking van het beleidsplan van de dienst - jaarlijks functioneringsgesprekken
•
Hoofdverpleegkundigenvergadering - maandelijks
•
diensthoofdenvergadering - minstens driemaandelijks
7
VERPLEEGKUNDIGE DAGINDELING OP HET VK Vroegdienst: 06.30 uur – 14.36 uur Overdracht met nachtboek. Kijken in nachtboek voor inducties en monitoring. Afhalen van gesteriliseerd materiaal. Controle van VK + eventueel aanvullen. Arbeidskamers in orde + eventueel aanvullen. Transport couveuse. Opvolging van aanwezige parturiënten. Indien er niemand op het VK ligt, wordt er hulp geboden op materniteit of de dienst neonatale. Dagdienst: 07.30 – 15.30 uur/07.30 – 12.00 uur en van 14.24 – 17.30 uur De uren zijn afhankelijk van het dienstgebeuren. Rond 08.00 uur komen de parturiënten aan die moeten geïnduceerd worden. Bij het starten van een inductie wordt er: • een lavement gegeven • controle van de harttonen van de baby/parametercontrole • gestart met de eigenlijke inductie volgens de procedure van de behandelende arts • bij opname wordt het dossier van de parturiënte opgemaakt door de anamnese met medische en verloskundige gegevens. • aan de partner wordt gevraagd de parturiënte in te schrijven aan de dienst inschrijvingen + nieuwe procedure (ADT). -
Avonddienst: 13.30 – 21.36 uur Overdracht. Verdere opvolging van de parturiënten. Eventuele opnames voor pre-inductie. -
SAMENWERKING MET ANDERE DISCIPLINES Wij werken ook nauw samen met andere diensten in het ziekenhuis, hoofdzakelijk met materniteit, neonatologie en melkkeuken + EVA (Eenheid voor Ambulante Zorg = gynaecologische chirurgie). Vervolgens werken wij ook nog samen met Lia Decoussemaker, kinesiste, en onze anesthesisten die bijna dagelijks komen voor de epidurale anesthesie. De samenwerking met andere ziekenhuizen beperkt zich vooral tot AZ St-Jan AV te Brugge, UZ te Gent en zijn we geaffilieerd met de KUL te Leuven.
8
VEEL VOORKOMENDE TERMEN EN AFKORTINGEN VK:
Verloskwartier
AK:
Arbeidskamer
CTG:
cardiotocografie (monitoring)
Bradycardie:
verlaagd hartritme bij het ongeboren kind (minder dan 80 sl/min)
Tachycardie:
verhoogd hartritme bij het ongeboren kind (meer dan 170 sl/min)
Uterus:
baarmoeder
Intra-uterien:
in de baarmoeder
VT of IO:
vaginale touché of inwendig onderzoek
IC:
Intracervicaal
A terme:
Voldragen
Prom:
premature ruptuur van het membraan
Arm
artificieel ruptuur van membraan (= amniotomie)
Vis à tergo
uitwendige fundusdruk tijdens de uitdrijving
Ve:
Vacuümextract
Lm:
laatste menstruatie
Vbd:
vermoedelijke bevallingsdatum
Gpa:
graviditeit/pariteit/abortus (zwangerschap/aantal bevallingen/miskraam)
1 sectio:
primaire sectio die gepland is
2 sectio:
secundaire sectio = sectio voorafgegaan van een arbeid
Fpd:
foeto-pelvische disproportie
Nso:
navelstrengomstrengeling
Oggt:
orale glucosetolerantietest
9 Frotti:
wisserafname van secreten of huidsmeer
Tripple test:
bloedafname gedurende de zwangerschap (16 à 17 weken) ter opsporing van syndroom van down/neurale buisdefecten/…
CRP:
C-reactieve proteïne, is verhoogd bij infectie
Dysmatuur:
onderontwikkeling van de pasgeborene, wanverhouding tussen geboortegewicht en duur van de zwangerschap
Cyanose:
blauwe verkleuring van de huid en de slijmvliezen, ten gevolge van zuurstoftekort
Kreunen
ondersteunende ademhaling met typisch geluid
Tirage:
intrekking van het borstbeen en tussenribruimte bij inademing
ho/SO:
hoofdomtrek/schedelomtrek
PKU-test:
Phenylketonurietest
IVF:
in vitro fertilisatie
ICSI:
intra cytoplasmatische sperma-injectie
KID-KIE:
kunstmatige inseminatie donor
IUGR
intra uteriene groeiretardatie
10
WAT VERWACHTEN WIJ VAN JULLIE STUDENTEN? 1) 2) 3)
4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20)
Zie eerst de opgedane theoretische en praktische kennis eens na voor je bij ons op stage komt. LEES deze introductiemap AUB, deze is speciaal voor jullie opgesteld. Laat ons weten wat jullie reeds hebben geleerd in theorie en wat jullie praktijkervaring is. Geef ons jullie doelstellingen en verwachtingen voor deze stage, minstens tijdens je eerste stageweek. Probeer jullie leerproces zelf in handen te nemen, vraag oefeningen of vraag om mee te kijken bij nieuwe leerervaringen. DURF VRAGEN TE STELLEN en durf in vraag te stellen, maar bespreek dit ook met ons; allicht kunnen wij één en ander verduidelijken. Neem INITIATIEF i.v.m. observatie, technieken, onderzoeken, bijwonen van een bevalling. Probeer spontaan mee te helpen, ook wanneer jouw opdracht volbracht is. Je hebt ook inbreng en deelname tijdens de dienstoverdracht. Verpleegdossier en patiëntendossier blijven steeds beroepsgeheim. Gelieve de evaluatieformulieren over de dienst NA uw eigen eindevaluatie in te dienen. Een kindvriendelijke houding. Stiptheid, ook in de opvolging van de parturiënte. Bij probleemsituaties steeds hulp vragen. Goede mondelinge en schriftelijke rapportage. Orde en correcte nazorg van de dienst en materieel, steeds het nodige gerief aanvullen. Hygiëne in acht nemen! Handhygiëne! Interesse voor het gehele afdelingsgebeuren, ruimer dan de eigen opdrachten. Collegialiteit en onderlinge hulp. Eerlijkheid en consequentie. Een fout wordt minder zwaar beoordeeld als men die onmiddellijk doorgeeft aan een verpleegkundige en mee helpt zoeken naar een oplossing. Respect voor ieders werk. Eigen grenzen in verband met kennis, vaardigheid en verantwoordelijkheid kennen, tijdig hulp of raad inroepen: je loopt stage om te Ieren, je hoeft niet in alles een expert te zijn. Economisch werken naar tijd en materiaal.
Je inzetten i.v.m. je eigen Ieren, zelf afspraken maken om nieuwe leerervaringen mee te maken en interventies uit te oefenen. De vroedvrouwen kunnen niet van elke individuele student inschatten wat zijn capaciteiten en leervragen zijn. Men is graag bereid een zorg voor te tonen of te begeleiden, het initiatief moet echter van de student zelf uitgaan. Een student die geïnteresseerd stage loopt, en dat duidelijk laat blijken, wordt snel automatisch aangesproken om boeiende opdrachten mee te maken.
11 Specifieke afspraken en tips - Jezelf voorstellen aan arts, vroedvrouwen, hoofdverpleegkundige en aan de patiënten. - Een patiënte wordt door slechts 1 student gevolgd. - STEEDS vragen aan de gynaecoloog als je mag assisteren bij de bevalling. - Flexibiliteit van uren, naargelang de bevallingen. -
Indien er geen patiënten zijn in het VK: • alles nazien en aanvullen waar nodig • eventueel hulp bieden op materniteit of de dienst neonatale. Introductiemap nakijken.
12
AANDACHT VEILIGHEID EN BEPERKEN RISICO’S Risicogroep Personeel Verloskundig personeel Onderhoudspersoneel
Aard van risico
Preventiemaatregelen
Kans op blootstelling aan anesthesiegassen
Niet toegelaten Standaardvoorzorgsmaatre Zwangere gelen naleven (zie intranet). studenten
Kans op blootstelling aan grote hoeveelheden microbiële agentia
Ergonomische regels respecteren, aanwezige hulpmiddelen benutten (zie intranet).
Risico op tillen van lasten of belastende houding
Geneeskundig attest kunnen voorleggen dat hij/zij voldoet.
Heb je vragen of suggesties m.b.t. deze introductiebrochure, aarzel dan niet contact te nemen met Thierry Claeys, begeleidingsverpleegkundige AZ Damiaan
[email protected]