INTRODUCTIEBROCHURE
Materniteit
Hoofdverpleegkundige: Veronique Stul September 2011
2
WELKOMSTWOORD Beste student
In naam van het verpleegkundig team heten we je welkom op onze verpleegeenheid. Met deze introductiemap willen we jullie een beeld trachten te schetsen van de werking van onze dienst, enige pathologie en van de dienst als stageplaats. We zijn een enthousiaste groep die openstaat voor studenten. Je wordt voor een korte tijd lid van ons team, waar je zeker je inbreng zult mogen doen en waar je de nodige begeleiding zult krijgen. Deze brochure is een hulpmiddel om je vlug wegwijs te maken op onze afdeling en om je stage zo vlot mogelijk te laten verlopen. We danken je alvast voor je inzet en medewerking en wensen je veel succes met je stage op onze afdeling.
3
ALGEMENE GEGEVENS HOOFDVERPLEEGKUNDIGE: Veronique Stul SPECIALISME: Gynaecologie DIENSTHOOFD:
Dr. Rombaut
ARTSEN: De medische staf bestaat uit 4 gynaecologen en 3 pediaters. Gynaecologen: Dr. Bafort Dr. Rombaut (diensthoofd) Dr. Timmermans Dr. Vercamer Pediaters:
Dr. Azou Dr. Van Molhem Dr. Van Paemel
VERPLEEGKUNDIG TEAM: Het verpleegkundig team bestaat uit vroedvrouwen die zowel in het verloskwartier als op de postpartumzorg werken. Er wordt een periodiek beurtrolsysteem opgemaakt voor het personeel werkend in het verloskwartier (en neonatologie) en op het postpartum. De stagementoren zijn dan verschillend mentor in verloskwartier of postpartum. Stagementoren: Marleen Knockaert Niki Debock Mariska Debeir Chantal Vercruysse Lieve Vercruysse AANTAL BEDDEN en KAMERS: De afdeling heeft 29 bedden. Er zijn eenpersoonskamers, tweepersoonskamers en 4 luxekamers. Voor de verzorging werkt men in modules: De kraaminrichting is gelegen op de tweede verdieping van het ziekenhuis (= blok E) en vormt een van het ziekenhuis afgezonderde eenheid omwille van de eigen aard en de bescherming tegen infecties. Je bereikt de kraaminrichting langs de middengang gelijkvloers + trap/lift t.h.v. cafetaria. De samenwerking met andere diensten als OK, radiologie, consultaties is georganiseerd: enkel hiervoor wordt de weg van het verloskwartier gebruikt. De verschillende diensten van de kraamafdeling: verloskwartier, postpartum, melkkeuken, neonatologie vormen een geheel betreffende de architectonische accommodatie. Voor de werking zijn deze diensten gescheiden (zie bijlage grondplan).
4
BEZOEKUREN: van 14.00 tot 20.00 uur. Voor de vader geldt geen beperking van bezoekuren
5
PATHOLOGIEËN EN BEHANDELINGEN De parturiënten verblijven tijdens arbeid en bevalling in het verloskwartier. Indien een sectio noodzakelijk is, gebeurt dit in het operatiekwartier. Nadien verblijven moeder en kind op de afdeling postpartum. De verblijfsduur bedraagt 5 dagen voor een gewone bevalling en 7 dagen voor een sectio. Indien de baby prematuur is, een te laag geboortegewicht heeft of bijkomende observaties en behandeling nodig heeft, wordt de baby verzorgd op de afdeling neonatologie (gelegen naast het verloskwartier). Baby’s met een zeer laag geboortegewicht of die beademd moeten worden, worden overgebracht naar een ziekenhuis met een N-dienst. Er worden eveneens parturiënten met risicozwangerschap gehospitaliseerd en nauwkeurig geobserveerd en behandeld: - hyperemesis gravidarum - zwangerschaptoxicose (bv. pre-eclampsie) - systeemaandoeningen zoals diabetes, hypertensie en nieraandoeningen - vaginale bloeding in de zwangerschap - groeistoornis bij de foetus - premature arbeid - dreigend miskraam - opname bij meerlingzwangerschappen - parturiënten met PROM (premature rupture of membranes) - zwangere observatie: glucosetolerantietest (OGTT) Soms worden er op de eenheid voor ambulante zorg- EVA Dagziekenhuis- patiënten voor een gynaecologische ingreep opgenomen of patiënten voor daghospitalisatie (gynaecologie). De meest voorkomende onderzoeken bij de pasgeborene zijn: - echo cardio bij hartgeruis voor het opsporen van ventrikel septum defect (VSD) of atrium septum defect (ASD) of open ductus (OD) - echo heup voor het opsporen van een heupluxatie (bv. na stuitligging) - echo nieren: bij vermoeden van een nierafwijking (gezien op echo tijdens de zwangerschap) - RX thorax bij ademhalingsproblemen bij prematuren (hyaliene membraanziekte) - RX clavicula: bij vermoeden fractuur opgelopen tijdens de partus - hielprik op de vierde postpartumdag (PKU) voor het opsporen van metabole stoornissen zoals fenylketonurie en schildkliertesten - bloedname: controle bilirubine.
6
MEEST VOORKOMENDE VERPLEEGACTIVITEITEN Vaardigheden bij de parturiënte Hier zijn de interventies aan te passen aan de individuele leerroute van de student, afhankelijk van jaar en individuele doelstellingen. Hygiëne - hygiënische zorgen: vulvaspoeling, bedbad na partus of sectio, vaginale spoeling, vulvatoilet - vulvaspoeling bij episiotomie, perineumscheur Vitale functies - observaties: bloeddruk, pols, temperatuur, BM stand, bloedverlies, toestand van borsten en tepels, toestand van de benen Bloedsomloopstelsel - TED-kousen aanbrengen - bloedpunctie - medicatie per os, SC, IM klaarmaken, toedienen en informeren - medicatie via infuus toedienen - zij-infuus aanbrengen, medicatie toedienen, verwijderen zij-infuus - druppelsnelheid berekenen Urinestelsel - catheterisatie: eenmalige sondage, plaatsen verblijfskatheter - staalafname van urine via verblijfskatheter - staalafname urine via midstream urine + informatie geven - urineresidu bepalen Maagdarmstelsel - toedienen van lavement: micro- en groot lavement, rectale canule plaatsen - maagsonde plaatsen, observaties, verpleegkundige zorgen Ademhalingstelsel - ademhaling observeren - zuurstof/aërosol klaarmaken en toedienen Wondzorg - ontsmetten van de wonde - verwijderen hechtingen/haakjes - wondzorg met wiek - wondzorg met redondrain - wondzorg met tubulaire drains - inkorten en verwijderen drains - aflezen en noteren debieten Bij alle vaardigheden de parturiënte kunnen informeren en begeleiden.
7 Vaardigheden bij de baby - eerste zorgen aan de pasgeborene - babybad met observaties - parturiënte informeren, voortonen, uitleg geven. Parturiënte laten uitvoeren en observeren bij zorgen aan baby in postpartum. - informeren parturiënte i.v.m. babyverzorging naar ontslag toe - hulp bij flesvoeding - hulp bij borstvoeding (enkel onder begeleiding van de vroedvrouw) - voorbereiden voor fototherapie - PKU-test - begeleiden naar radiografie, echo Bij alle vaardigheden de parturiënte kunnen informeren en begeleiden. De student werkt onder supervisie van de mentor/vroedvrouw en kan: - afspreken welke verloskundige zorgen bij welke parturiënte gegeven worden - in team werken - initiatief nemen - feedback vragen/ontvangen/werken aan opmerkingen Overzicht verzorgingssituaties - verzorging parturiënte vanaf opname tot ontslag na een gewone bevalling zonder complicaties - verzorging pasgeborene gedurende het hele verblijf op de afdeling - verzorging parturiënte na poliklinische bevalling - verzorging parturiënte na sectio - verzorging pasgeborene met neonatale icterus - verzorging parturiënte met pijn - verzorging parturiënte met complicaties aan episiotomiewonde - verzorging parturiënte met complicaties aan sectiowonde - verzorging parturiënte met pijnlijke hemorroïden - verzorging parturiënte met borstvoeding en eventuele complicaties bij die borstvoeding (ingetrokken tepels, stuwing, tepelkloven, te weinig melk, te veel melk, pijnlijke tepels, ...) - begeleiding van de ouders na perinataal overlijden - verzorging parturiënte met postnatale depressie - verzorging parturiënte met urineretentie - verzorging parturiënte met risicozwangerschap (voedingsbegeleiding bij hyperemesis, toxicose, diabetes, ...) - verzorging patiënte na gynaecologische operatie - bijwonen van een bevalling - bijwonen van een sectio
8 Informatieverstrekking/zelfstandigheidstraining/ouderparticipatie - begeleiding van ouders in postpartum - informatie kunnen geven over de verzorging van baby en parturiënte in postpartum - informatie kunnen geven over de voeding van de baby: flesvoeding of borstvoeding + info geven over de hygiëne bij borstvoeding - informatie bij fototherapie - informatie bij de hielprik geven (PKU-test) - informatie geven in verband met ontslag en thuisverzorging - actief deelnemen aan de overdracht - in team kunnen werken - het volledig kunnen invullen van het verpleegdossier BORSTVOEDING Opmerking: Alles gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het personeel van de afdeling. De student mag daaromtrent niet zelfstandig verzorgingen uitvoeren (tenzij uitdrukkelijke opdracht daartoe gekregen en mits toestemming van de hoofdvroedvrouw). De student mag wel meegaan met de verantwoordelijke vroedvrouw, luisteren naar de gegeven instructies en informatie en indien mogelijk hulp bieden in aanwezigheid van de verantwoordelijke vroedvrouw.
9
OVERLEGSTRUCTUREN OP MATERNITEIT Overleg tussen de personeelsgroepen van de dienst * PATIENTENOVERLEG EN BESPREKING - 2 x patiëntenoverdracht per dag - bij aanvang van de vroegdienst - bij aanvang van de nachtdienst - 1 x patiëntenbespreking dagelijks om 13.30 uur - kort overleg en overdracht met de gynaecoloog en pediater van wacht op vrijdag. * DIENSTVERGADERINGEN - 4 à 5 verplichte dienstvergaderingen op jaarbasis * CASUSBESPREKINGEN MET DE GYNAECOLOGEN EN PEDIATERS - trimestrieel Overleg met interne en externe diensten * CLUSTERVERGADERINGEN - tweemaandelijks overleg met moeder- en kinddiensten: aanwezigheid van de directie, hoofdgeneesheer, zorgmanager, medisch diensthoofden gynaecologie en pediatrie, hoofdverpleegkundigen. * OVERLEG MET KIND EN GEZIN * OVERLEG MET DE SCHOLEN VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING - de stagementoren en de hoofdvroedvrouw nemen deel aan het overleg en evaluatievergaderingen met de scholen en docenten. Overleg op beleidsniveau *OVERLEG VAN DE ZORGCOORDINATOR EN DE HOOFDVROEDVROUW - wekelijks * OVERLEG MET DE DIRECTEUR PATIENTENZORG - halfjaarlijkse bespreking van het beleidsplan van de dienst - jaarlijks functioneringsgesprek * HOOFDVERPLEEGKUNDIGENVERGADERING - maandelijks * DIENSTHOOFDENVERGADERING - minstens driemaandelijks
10
VERPLEEGKUNDIGE DAGINDELING OP MATERNITEIT De vroedkundige zorgverlening heeft als uitgangspunt het bevorderen van de ‘ouder-kind’ relatie. We zien het ruimer dan alleen ‘moeder-kind zorg’ maar betrekken ook de vader in het hele zorggebeuren. Vanuit deze ouder-kind relatie en vanuit de beperkte verblijfsduur, streven we naar een optimale betrokkenheid van de ouders bij de verzorging van hun baby. De ouders kunnen bij ontslag zelfstandig hun kindje verzorgen. Kennisoverdracht naar de ouders toe is essentieel opdat de ouders hun baby zouden kunnen verzorgen. Diverse brochures werden opgemaakt om de ouders schriftelijk te informeren. Deze informatie wordt mondeling aangevuld. Er wordt gewerkt volgens het verpleegmodel ‘integrerende verpleegkunde’, met individuele benadering = “zorg op maat” filosofie. Het uitgangspunt vormt de parturiëntentoewijzing. Overdrachten en patiëntenbespreking worden georganiseerd en het verpleegdossier wordt gehanteerd. Op de afdeling postpartum werken studenten bij de aanvang onder supervisie van de vroedvrouwen. Na verloop van de stage kunnen studenten zelfstandig op eigen verantwoordelijkheid vroedkundige verzorgingen uitvoeren in samenspraak met het personeel. De integrale zorg is verder uitgebouwd met de volgende klemtonen: - Respect voor de persoonlijke keuze van het koppel (bv. flesvoeding of borstvoeding, ...). - Rekening houden met de individuele beleving van de ouders. - Eerlijke informatie geven over het verloop en toestand van de parturiënte en haar baby tijdens haar verblijf. - Luisteren naar de individuele vragen van de ouders. - Ingaan op de noden en behoeften van de ouders. - Bij perinataal overlijden wordt er extra aandacht gegeven aan de begeleiding van de ouders, grootouders en eventuele andere kinderen in het gezin. - Deze begeleiding is gebaseerd op 5 uitgangspunten: zorgen voor herinneringsbeelden, realiteitservaring bevorderen, zelfwaardegevoel van de ouders stimuleren, respect hebben voor de overleden baby en aandacht hebben voor het verschil in beleving bij de ouders. - Zo mogelijk rekening houden met bezoekuren (het bezoek is welkom van 10.30 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 20.00 uur).
11 Aanbieding van een aantal mogelijkheden Ook hier wordt de vrije keuze gerespecteerd: - prenatale consultatie met vroedvrouw op 8 weken en 32 weken zwangerschap - pré- en postnatale gymnastiek, ademhalingsoefeningen door de kinesiste. - contacten met transmurale verloskundige zorg (dienst Kind en Gezin). Een eerste bezoek van de verpleegkundige van ‘Kind en Gezin’ vindt tijdens het verblijf op de materniteit plaats. De ouders kunnen ook een informatieavond georganiseerd door Kind en Gezin bijwonen. Dagindeling 06.30 uur:
overdracht naar de twee vroegdiensten
07.00 uur:
morgenverzorging van de kindjes (babybadjes)
08.00 uur:
ontbijt opdienen
08.15 uur:
overdracht van vroegdienst naar dagdienst Toewijzing van module: er wordt in teams gewerkt. De studenten worden bij een team geplaatst en werken onder supervisie van de verantwoordelijke vroedvrouw.
08.30 uur:
totaalzorg moeder volgens moduletoewijzing Hier ook rapportage in de fiche van elke parturiënte.
12.00 uur:
middagmaal opdienen
13.30 uur:
parturiëntenbespreking naar laatdienst Aanvullen materiaal: eventueel hygiënische zorgen aan nieuwe parturiënten op de afdeling toedienen.
14.00 uur:
koffiebedeling
15.00 uur:
namiddagverzorging van de moeder zelf spoeling
16.15 uur:
totaalzorg aan nieuwe parturiënten op de afdeling
18.00 uur:
avondmaal opdienen
19.30 uur:
avondronde bij de parturiënten vuilnisemmertjes legen en babybox aanvullen toedienen van avondmedicatie parametercontrole verzorging van de nieuwe parturiënten
21.15 uur:
overdracht van laatdienst naar nachtdienst
12 Borstvoeding is meestal op vraag van de baby. We streven naar een goede individuele begeleiding van moeder en kind. Ook de flesvoedingen worden niet op vaste tijdstippen gegeven.
VEEL VOORKOMENDE TERMEN EN AFKORTINGEN Dreigend miskraam:
dreigend voortijdig afbreken van de zwangerschap (in de eerste zwangerschapsmaanden)
Hyperemesis:
overmatig zwangerschapsbraken ten gevolge van hormonale en psychische invloeden
Premature contracties:
dreigend vroeggeboorte (vóór 37 zwangerschapsweken) ten gevolge vroegtijdige samentrekking van de baarmoederspier
Intra-uteriene groeiretardatie: is een pathologisch proces dat de normale groei beïnvloedt Parturiënte met PROM:
premature rupture of membrames vroegtijdig breken van de vliezen vóór 36 zwangerschapsweken met onregelmatig of continu vochtverlies uit de vagina
Pre-eclampsie:
zwangerschapstoxicose
Laparascopie:
endoscopie van de buikholte
Curettage:
heelkundige ingreep waarbij de baarmoederinhoud uitgekrabd wordt
Hysterectomie:
operatieve verwijdering van de baarmoeder
VSD:
Ventrikel Septum Defect, een opening tussen de twee kamers van het hart
ASD:
Atrium Septum Defect, een opening tussen de twee voorkamers van het hart
OD:
open Ductus, de ductus van botalli die normaal sluit na de geboorte, blijft open
Transmuraal:
buiten de muren van het ziekenhuis.
Postpartum:
na de partus, na de bevalling.
Sectio:
een keizersnede
Prematuur:
een baby die geboren is vóór 37 weken zwangerschap. Een normale zwangerschap bedraagt 40 weken.
Neonatale icterus:
een fysiologische vergeling van de baby ten gevolge van een te hoog bilirubinegehalte in het bloed, veroorzaakt door een immature leverwerking
14
VERWACHTINGEN VAN HET TEAM NAAR DE STUDENT Wat kan je als student van je stage verwachten? Stagementoren Het volledige team en in het bijzonder de mentoren vervullen de opdracht als stagementor en staan in voor de coördinatie en opvang van de studenten. De stagementor is een vertrouwenspersoon waar de student bij terecht kan. Verloop eerste stagedag / afspraken uurregeling De student(en) worden op de eerste stagedag op de stageafdeling verwacht om 08.00 uur, tenzij anders afgesproken tijdens een voorafgaand introductiegesprek met de stagelector en/of hoofdvroedvrouw. De hoofdvroedvrouw of verantwoordelijke vroedvrouw zorgt voor het onthaal van de nieuwe student(en). In de loop van de eerste stagedag zal een korte voorstelling gegeven worden van de afdeling en het zorggebeuren. Samen met de (hoofd)vroedvrouw worden de begeleidingsmomenten afgesproken. De student wordt vóór de stage (of op de eerste stagedag) verwittigd wanneer de stagelector op stage komt voor begeleiding. Verloop stage Voor de verdere stagedagen wordt er samen met de hoofdvroedvrouw, student/stagelector een urenschema afgesproken. De stagelector spreekt met de student de dagen van stagebegeleiding af. Er mag verwacht worden dat de stagelector eenmaal per week stagebegeleiding kan uitvoeren of contact opneemt met de stage. Wat wordt er van de student verwacht? Elke student moet bij de aanvang van de stage ‘s morgens haar aanwezigheid melden in het lokaal van de hoofdvroedvrouw. Bij afwezigheid wordt er gevraagd deze te melden op de dienst vóór 08.00 uur (omwille van de geplande werkverdeling). Telefoon AZ Damiaan campus Sint-Jozef te Oostende maternitei: postpartum: Veronique Stul : 059/55 32 62 – dienst: 059/55 32 60 (indien geen antwoord dan op onderstaand nummer) materniteit : verloskwartier: 059/55 32 50 Er wordt verwacht dat de student de stage heeft voorbereid zoals het instuderen van de theorie vóór de stage. Hierbij kan de stagebegeleiding door de stagementor of -lector het hoofdaccent gelegd worden op het verwerven van vaardigheden. Er wordt ook verwacht dat de student de introductiemap en de richtlijnen stages vóór de aanvang van de stage gelezen heeft.
15 De student heeft vanaf de eerste dag de nodige stagedocumenten bij zich om deze te kunnen voorleggen zo nodig. - De student moet ook de stagedoelstellingen gelezen hebben. - De persoonlijke doelstellingen geformuleerd hebben op het begeleidingsblad en dit kunnen voorleggen aan mentoren en stage-elector. - Het prestatieboek en de verloskundige fiches moeten meegebracht worden. - Vóór de aanvang van de stage moet het stageboek en de opdracht gekozen zijn. De verantwoordelijkheid van de stageopdracht en begeleidingsfiche ligt volledig bij de student. Vraag dus zelf regelmatig om je fiche in te vullen! De student moet voor de toewijzing van een parturiënte vóór de stageopdracht met de hoofdvroedvrouw afspreken. De student verwittigt de stage-elector van de keuze van de stageopdracht en de gekozen parturiënte om dit te kunnen bespreken. Hier kan de stage-elector de opdracht praktisch verduidelijken. Er wordt van de student een correcte houding verwacht die zich uit in gedrag naar de collega’s en parturiënten. Het is belangrijk het beroepsgeheim te respecteren! Er wordt stiptheid verwacht in aan- en afmelden op het geplande uur. Afwezigheid of ziekte moet zo vlug mogelijk gemeld worden. Als student mag je gerust initiatief nemen en blijk geven van verantwoordelijkheidszin! Bij twijfel is het belangrijk advies te vragen en te overleggen met de verantwoordelijke vroedvrouw. De verpleegequipe wordt graag op de hoogte gehouden van de ervaringen van de studenten zodat de begeleiding steeds kan geoptimaliseerd en bijgestuurd worden. Aanbod leermomenten Er zijn eerste-, tweede- en derdejaarsstudenten (alleen bij eindwerkstage) die stage doen op de afdeling postpartum. De stagedoelstellingen, stagevaardigheden die verworven kunnen worden, verschillen per leerjaar. Er wordt bij de aanvang van de stage met de student/vroedvrouw/stagelector afgesproken op welke leerfase de student zit en welke interventies de student reeds kan uitvoeren. Er zijn persoonlijke doelstellingen per student/doelstellingen per jaar/einddoelstellingen die bereikt moeten worden (NAZIEN DOELSTELLINGEN BUNDEL). Hier is het dus heel belangrijk dat elke student zijn persoonlijke doelstellingen kan voorleggen.
16 Begeleiding en evaluatie Dagelijks werkt de student samen met een vroedvrouw aan wie er na de zorgen feedback gevraagd kan worden. Daarom is het nodig vanaf de eerste stagedag de doelstellingen genoteerd op de begeleidingsfiche aan de mentoren (of andere vroedvrouwen) te kunnen voorleggen en om feedback te laten noteren en bespreken. Deze begeleidingsfiche moet ook voorgelegd kunnen worden aan de stagelector. Tijdens de stagebegeleidingsuren door de stagelector wordt er tijd gemaakt voor het bespreken van doelstellingen, verloskundige verzorging, feedback, informatie omtrent stageopdracht, nazien stageopdracht, nazien prestatieboek, ... Er wordt afgesproken voor tussentijdse feedback van de stageopdracht zo nodig. Er wordt tevens een datum afgesproken van het indienen van de opdracht tijdens de stage, zodat de bespreking en evaluatie van deze opdracht in de laatste stageweek kan gebeuren op de stage zelf. Halfweg de stage zal een gesprek met de student plaatsvinden, na overleg met de stagementor en stagelector over het functioneren van de student op de afdeling. Het is de bedoeling dat de student op de hoogte is van de sterke en zwakke punten tijdens deze stage. Aan de zwakke punten kan er tijdens de stage nog verder gewerkt worden. Op het einde van de stage wordt er een eindevaluatie door de stagelector gegeven op basis van voorgaande gesprekken en de begeleidingsfiche. De stagementoren worden betrokken bij deze evaluatie en deze eindevaluatie wordt met de student/stagelector in de laatste stageweek besproken. Er wordt aan elke student gevraagd een schriftelijke voorbereiding te maken van het eindevaluatiegesprek: noteren van de sterke en zwakke punten, noteren van de bereikte vooropgestelde doelstellingen, noteren welke doelstellingen en werkpunten nog voor een volgende stage meegenomen moeten worden. Specifieke afspraken en verwachtingen van de docent Er wordt aan de studenten gevraagd een slot met een sleutel mee te brengen op de eerste stagedag voor het afsluiten van het persoonlijk kastje in het kleedlokaal, dat voor de studenten gelegen is op de 3de verdieping, gang rechts bij het uitstappen uit de bezoekerslift. Voor eerstejaarsstudenten is het de doelstelling een bevalling bij te wonen. Er mag gerust naar gevraagd worden aan de hoofdvroedvrouw. Voor de tweede- en derdejaarsstudenten kan er gevraagd worden hulp te bieden in het verloskwartier. Deze gevolgde en verzorgde parturiënten in het verloskwartier kunnen dan ingevuld worden op fiches in het prestatieboek. De student kan zo nodig bij problemen de stagelector steeds per telefoon bereiken.
17
AANDACHT VEILIGHEID EN BEPERKEN RISICO’S Risicogroep Personeel Verplegend personeel Ergotherapeuten Kinesisten Logopedisten Afdelingsassistenten Onderhoudspersoneel
Aard van risico Risico op tillen van lasten of belastende houding Risico op contact met besmette patiënten of producten
Preventiemaatregelen
Niet toegelaten
Ergonomische regels respecteren, aanwezige hulpmiddelen benutten (zie intranet). Standaardvoorzorgsmaatre gelen naleven (zie intranet). Geneeskundig attest kunnen voorleggen dat hij/zij voldoet.
Heb je vragen of suggesties m.b.t. deze introductiebrochure, aarzel dan niet contact te nemen met Thierry Claeys, begeleidingsverpleegkundige AZ Damiaan.
[email protected]